Onderzoek naar de status van Business Continuity Management in Nederland 2014 Aandacht voor Business Continuity www.siemens.nl/bcmonderzoek De status van Business Continuity Management in Nederland Inhoud november 2014 1Voorwoord 5 2Managementsamenvatting 6 3Inleiding 8 4 Het belang van continuïteitsmanagement 12 5 Hoe wordt continuïteitsmanagement in organisaties vormgegeven? 13 6 Business continuity: risico’s, maatregelen en kansen 14 7 Welke rol speelt de overheid bij continuïteitsmanagement? 19 8Onderzoeksverantwoording 21 9Literatuuroverzicht 23 3 De status van Business Continuity Management in Nederland 4 november 2014 De status van Business Continuity Management in Nederland 1 Voorwoord Beste Lezers, Onze wereld verandert in een rap tempo. Megatrends zoals demografische verandering, urbanisatie, globalisering en klimaatverandering spelen daarbij een stuwende rol. Zowel de groeiende wereldbevolking als de stijgende welvaart ervan leiden tot een toenemende vraag naar grondstoffen en energie. Technologie speelt een zeer belangrijke rol bij het vormgeven van een duurzame en leefbare wereld. Siemens levert al ruim 160 jaar vooruitstrevende en innovatieve technologie. Al sinds haar ontstaan staan de uitdagingen van de toekomst bij deze ontwikkelingen centraal. Duurzaamheid en continuïteit zijn leidende principes binnen de hedendaagse maatschappij en de organisaties die daarin functioneren. Dit leidt tot een groeiende aandacht voor continuïteitsmanagement in het algemeen en daarbinnen voor de rol die Safety- en Security oplossingen daarbij kunnen spelen. Voor u ligt het rapport dat is opgesteld naar aanleiding van het tweede onderzoek dat Siemens heeft gedaan naar de status van Business Continuity Management in Nederland. Het onderzoek is uitgevoerd onder het management van gebruikers van gebouwen- en infratechnologie. De steeds verdergaande automatisering en digitalisering van de (ondersteuning) van het primaire proces, biedt nieuwe mogelijkheden én creëert nieuwe kwetsbaarheden. De aandacht voor business continuity management helpt om de voorwaarden te scheppen waaronder uw organisatie haar doelstellingen kan blijven realiseren, of het nu ten faveure van de eigen stakeholders is of, zoals bij de vitale infra structuur, ook voor de continuïteit van de BV Nederland. Ik wens u veel leesplezier en ga graag met u in gesprek over de rol van technologie bij het borgen van de continuïteit van uw faciliteiten. Met vriendelijke groet, Roel Aldenkamp Manager Enterprise Security november 2014 5 De status van Business Continuity Management in Nederland 2 Managementsamenvatting De tegenwoordige maatschappij kenmerkt zich door een toenemende (technische) verbondenheid van systemen en organisaties. Het World Economic Forum heeft het over ‘digital hyperconnectivity’. Naast vele voordelen leidt deze verbondenheid ook tot nieuwe risico’s. Niet alleen zijn organisaties steeds afhankelijker geworden van technische infrastructuur, het herkennen en beheersen van hun risico’s is daardoor steeds complexer geworden. In de Technologieverkenning Nationale Veiligheid wordt hiervoor door het RIVM gewaarschuwd. Verstoringen kunnen door de verregaande samenhang leiden tot ‘van te voren onbekende’ consequenties. Een van de belangrijkste maatregelen voor organisaties om risico’s te beperken is het voeren van continuïteitsmanagement of business continuity management. Siemens Building Technologies helpt haar relaties door oplossingen en diensten te leveren die incidenten voorkomen en beheersen op het gebied van branddetectie, blussing en ontruiming, security, klimaat- en energiebeheersing en incident- en crisismanagement. Vanuit deze positie doet Siemens regelmatig onderzoek naar de behoeften van haar relaties. Dit onderzoek naar de status van business continuity in Nederland is daar een voorbeeld van. Met dit onderzoek wil Siemens haar relaties informeren en inspireren en de mogelijkheid geven om zichzelf te vergelijken met andere organisaties. Dit onderzoek is eerder uitgevoerd in 2012. De resultaten van dit onderzoek worden vergeleken met het eerder uitgevoerde onderzoek. Continuïteitsmanagement staat nog steeds hoog op de agenda binnen organisaties. Maar liefst 70% van de respondenten geeft aan dat het structureel op de agenda staat bij het hoogste management. Dit resulteert bij 70% van de grotere organisaties ook in de aanwezigheid van een business continuity plan. Kleinere organisaties (minder dan 1000 werknemers) hebben in 50% van de gevallen een plan en blijven daarmee duidelijk achter. Uit de resultaten van dit jaar blijkt dat de verantwoordelijkheden voor continuïteitsmanagement duidelijk zijn belegd. Bij 93% van de respondenten is dit namelijk het geval. Dit is een forse stijging ten opzichte van het onderzoek uit 2012 waar het percentage 79% was. De verantwoordelijkheid voor de continuïteit wordt voornamelijk geacht in de ‘lijn’ te liggen. De directie (63%) en het operationele management (32%) worden door de respondenten het meest genoemd. Ook safety en 6 security managers worden veel genoemd als (mede)verantwoordelijk (29%). In tweederde van de gevallen is de verantwoordelijkheid over meer dan één functie verdeeld. De beantwoording van de vraag waarop de focus van continuïteitsmanagement ligt is wezenlijk anders in vergelijking met de resultaten uit 2012. In 2012 werd aangegeven dat de focus voornamelijk ligt op het beschermen van het productieproces en werd het beschermen van informatie en informatiesystemen nauwelijks genoemd. Dit jaar ligt de focus overduidelijk op het beschermen van informatie en informatiesystemen. Deze focus wordt door 72% van de respondenten genoemd. Tweederde van de respondenten geeft aan dat de continuïteit van hun organisatie afhankelijk is van andere organisaties. 70% van de respondenten vindt dat het beschermen van de continuïteit van hun organisatie (daardoor) complexer geworden is. Met betrekking tot beschermingsmaatregelen zijn de uitkomsten vergelijkbaar met de uitkomsten uit 2012. IT security wordt het meest als belangrijk tot zeer belangrijk genoemd (89%). In dit onderzoek zijn proces control of SCADA systemen voor het eerst als aparte categorie gevraagd. 62% van de respondenten vindt de security van dergelijke systemen belangrijk tot zeer belangrijk. De andere maatregelen zoals brandbeveiliging, security en klimaatregeling worden, net als twee jaar geleden, voornamelijk als belangrijk tot zeer belangrijk gezien. Een zeer belangrijk onderdeel van business continuity is het vaststellen van de consequenties van een mogelijke verstoring. Dit wordt Business Impact Analyse (BIA) genoemd. In eerdere publicaties is vastgesteld dat als er geen inzicht is in de impact van een verstoring er ook veelal geen maatregelen worden genomen. Dit jaar geven november 2014 De status van Business Continuity Management in Nederland Wat is BCM? Business Continuity Management is een proces waarmee getracht wordt de continuïteit van een organisatie te waarborgen. Dit betekent het in stand houden van de belangrijkste, primaire of kritische processen. Allereerst betekent dit dat een organisatie zichzelf goed moet kennen: wat zijn de belangrijkste en/of kritische processen? Wat is de relatie met andere interne of externe processen? Waarvan zijn ze afhankelijk? Vervolgens kan worden bepaald wat er gebeurt als deze verstoord worden: Wat voor verstoringen kunnen er optreden? Hoe groot is de kans op een verstoring? Wat kunnen de gevolgen zijn van een verstoring? Voordat er maatregelen en beleid kunnen worden geformuleerd dient er een dergelijke grondige ‘Business Impact Analyse’ (BIA) plaats te vinden. Op basis van de uitkomsten van een BIA kunnen maatregelen worden geformuleerd op het gebied van preventie (beperking van de kans dat een verstoring optreedt), detectie (het tijdig detecte- minder respondenten aan niet te weten wat de impact van een dag downtime is (35%). Dit percentage is nog steeds relatief hoog maar in 2012 was het 52%. Er lijkt zich op dit punt een duidelijke verbetering af te tekenen. Dit jaar heeft het onderzoek een speciale focus gehad op de rol van de overheid bij business continuity. De overheid wordt gezien als een van de belangrijkste bronnen van informatie met betrekking tot risico’s die organisaties lopen. Er wordt daarnaast meer verwacht van de overheid. Maar liefst 73% van de respondenten geeft aan dat de overheid door middel van het stellen van normen de continuïteit van (vitale) infrastructuur dient af te dwingen. Ook respondenten uit deze vitale sectoren zijn hier in ruime meerderheid voorstander van. 62% van de respondenten vindt zelfs dat de overheid verantwoordelijk zou november 2014 ren van een verstoring), mitigatie (het beperken van schade) en herstel (het zo snel mogelijk herstellen van de processen). Risico’s kenmerken zich door een mate van onzekerheid, immers als iets zeker is, is het geen risico. Wat wel zeker is aan risico’s, is dat ze continu veranderen onder invloed van vele inen externe factoren en omstandigheden. Het eenmalig vaststellen van risico’s en maatregelen biedt daarmee maar een tijdelijke bescherming. Business Continuity Management (BCM) is een continu proces van het inventariseren van bedreigingen en risico’s en het vaststellen, implementeren en evalueren van maatregelen. Sinds jaren geldt de British Standard 25999 als veruit meest gebruikte methodiek hiervoor (BCI 2012, Taylor 2012). Het biedt zowel een solide raamwerk als concrete ‘best practices’. Sinds begin 2012 is de ISO 22301 uitgebracht die deel 2 van de BS 25999 zal vervangen. moeten zijn voor de continuïteit van deze infrastructuur. Op de vraag of de overheid voldoende toezicht houdt, vindt slechts 21% van de respondenten het toezicht van de overheid onvoldoende. Wellicht is dat typisch Nederlands, de respondenten verwachten meer sturing door normen van de overheid maar willen vervolgens niet te veel op de naleving ervan worden aangesproken. In de volgende hoofdstukken van dit rapport worden de resultaten uitgebreid beschreven en verbonden met maatschappelijke ontwikkelingen. Siemens nodigt u van harte uit om dit rapport verder te lezen en hoopt dat het een bijdrage mag leveren aan het vergroten van uw inzicht in continuïteitsmanagement. 7 De status van Business Continuity Management in Nederland 3 Inleiding Het beheersen van risico’s is voor organisaties van levensbelang. Huidige maatschappelijke ontwikkelingen maken het beheersen van risico’s enerzijds belangrijker dan ooit en anderzijds ook steeds complexer. Eén van de maatregelen voor het beheersen van risico’s is het voeren van continuïteitsbeleid of business continuity Management. In 2012 heeft Siemens hier voor het eerst een onderzoek naar gedaan (Siemens 2012). Dit rapport beschrijft de resultaten van het tweede onderzoek en vergelijkt deze met de eerdere resultaten. Siemens hoopt haar relaties een beeld te geven van de status van business continuity in Nederland. De informatie uit dit rapport is bedoeld om organisaties te informeren en te inspireren en kan gebruikt worden om het eigen organisatiebeleid te vergelijken met dat van anderen. Risicomanagement vs Business continuity Business continuity en risicomanagement zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Binnen een risicomanagementproces, zoals beschreven in de NEN 31000 (NEN_ISO 2009) zie figuur 1, worden risico’s geïdentificeerd, geanalyseerd en gewogen. Daarna worden maatregelen gedefinieerd om onaanvaardbare risico’s te beperken. Vaststellen van de context Risico-identificatie Risicoanalyse Risico-evaluatie Monitoring en beoordeling Communicatie en overleg RISICOBEOORDELING Risicobehandeling Figuur 1: Risicomanagementproces conform NEN-ISO 31000 Risicomanagement – principes en richtlijnen Business Continuity Management (BCM) is een proces dat als een van de maatregelen wordt ingezet om risico’s te beperken. BCM richt zich daarbij met name op het beperken van de gevolgen van 8 verstoringen. Om de gevolgen van een verstoring te kunnen beperken is het evident dat deze gevolgen allereerst goed in kaart gebracht moeten zijn. Een zogenaamde Business Impact Analyse (BIA) is daarom een belangrijk onderdeel van business continuity. Hier ligt een direct verband met het risicomanagement proces. Tijdens de risico identificatie fase worden de gevolgen, de consequenties, van de verschillende risico’s eveneens in kaart gebracht. In de hoofdstukken 4 en 5 worden de resultaten van dit onderzoek met betrekking tot respectievelijk het belang van continuïteitsmanagement en de wijze waarop dit vormgegeven wordt beschreven. Hierbij kunnen relaties worden gelegd tussen continuïteitsmanagement en andere organisatorische functies die bepaalde risico’s voor organisaties behandelen. Door de steeds veranderende omstandigheden waarin organisaties opereren zijn zowel risico management als business continuity management geen eenmalige acties maar doorlopende processen. In de huidige samenleving, waarin geopolitieke, technologische, sociologische en klimatologische veranderingen elkaar steeds sneller opvolgen, beïnvloeden en versterken, worden deze doorlopende risicoprocessen des te belangrijker. Verantwoording in een risicomaatschappij De socioloog Ulrich Beck heeft in 1986 de term risicosamenleving geïntroduceerd (Beck 1992). Hij bedoelde daarmee niet dat de (westerse) samenleving onveiliger zou zijn geworden of dat we in een dergelijke samenleving meer risico’s lopen. Het tegendeel november 2014 De status van Business Continuity Management in Nederland is waar, we leven langer, gezonder, veiliger en wel varender dan ooit. Deze levenswijze betekent echter dat we ons veel bewuster zijn geworden van de risico’s die we lopen. Een voorbeeld daarvan is de vaststelling dat de Nederlandse bevolking zich on veiliger voelt terwijl het aantal incidenten afneemt. Dit risicobewustzijn in de samenleving leidt tot andere verhoudingen tussen overheid, burgers en organisaties. De veiligheidsrelatie tussen deze partijen dient (opnieuw) gedefinieerd te worden (Siemens 2013, Van Vollenhoven 2014). Binnen dit onderzoek is dan ook de rol van de overheid rond business continuity onderzocht. In hoofdstuk 7 worden de resultaten van het onderzoek met betrekking tot de rol van de overheid beschreven. Daarnaast zijn we onze wereld steeds meer als ‘maakbaar’ gaan beschouwen. Vrijwel alle oorzaken van incidenten zijn bekend of worden achteraf bekend. ‘Domme pech’ bestaat daarmee niet meer. Alles is een risico geworden en risico’s kunnen worden vermeden of beheerst. Daarmee wordt verantwoordelijkheid geïntroduceerd. Immers als alles een risico is dat door middel van management kan worden vermeden of beheerst is er altijd een natuurlijk of juridisch persoon verantwoordelijk voor. Binnen organisaties leidt dit tot steeds meer aandacht voor risicomanagement (Accenture 2013). Risicomanagement verandert van een ‘showstopper’ in een ‘business enabler’. Moderne professionals die zich met risicomanagement bezig houden, zoals safety & security managers, business continuity managers, corporate risk officers e.d., staan steeds meer midden in de organisatie en beslissen mee over strategische bedrijfsprocessen. november 2014 Het kennen van risico’s en risicomanagement versterkt de mogelijkheden van organisaties en biedt kansen. Duidelijkheid en transparantie over risico’s en de behandeling ervan is steeds meer een vereiste in onze samenleving. Het afleggen van verantwoordelijkheid en compliancy nemen aan belang toe en staan hoog op de agenda binnen de meeste organisaties. In hoofdstuk 6 is beschreven hoe de respondenten in dit onderzoek hun kennis van risico’s beoordelen en hoe ze aan deze kennis komen. Risico’s in een ‘hyperconnected’ samenleving Zoals ook al in het Siemens rapport uit 2012 beschreven zijn personen, organisaties en overheden in toenemende mate met elkaar verbonden en van elkaar afhankelijk. Deze ontwikkeling zet zich versneld voort. Naast vele voordelen van deze ‘hyperconnectiviteit’ levert dat ook risico’s op: “Vitale processen en systemen raken steeds meer verknoopt, zowel onderling als met niet-vitale processen en systemen. De systeemsamenhang wordt complex. Eén kleine verstoring kan verstrekkende – van te voren onbekende – consequenties hebben, die in vele andere systemen doorwerken.” (Technologieverkenning Nationale Veiligheid, RIVM, 2014) Het World Economic Forum noemt deze ontwikkeling ‘digital hyperconnectivity’. Waar digitalisering van processen oorspronkelijk is gestart om de efficiency van bestaande processen te verhogen zijn we er inmiddels totaal afhankelijk van geworden (WEF 2014a). 9 De status van Business Continuity Management in Nederland Een voorbeeld van deze afhankelijkheid is bij voorbeeld een fysieke ‘supply chain’. Zonder de bijbehorende ‘data flow chain’ stopt deze fysieke keten (Mensah, Merkuryev 2014, Wildring 2014). In dit onderzoek hebben we de respondenten gevraagd naar de afhankelijkheid van hun organisatie van anderen. In hoeverre is het voortbestaan van organisaties, de continuïteit, afhankelijk van anderen? De antwoorden op deze vraag zijn opgenomen in hoofdstuk 6. Het Siemens onderzoek Siemens Building Technologies is wereldwijd een van de grootste leveranciers op het gebied van systemen, oplossingen en diensten op het gebied van fysieke veiligheid, comfort en energiemanagement. Het beheersen van risico’s bij haar relaties door het juist inzetten van technologie en diensten ziet Siemens Building Technologies als haar kerntaak. Door de vele veranderingen in de maatschappij en de invloeden daarvan op organisaties wordt 10 de portfolio van Siemens continu aangepast en ontwikkeld. Siemens richt zich daarbij op lang durige relaties met haar afnemers en stelt zich meer en meer op als ‘trusted partner’ in plaats van leverancier. Binnen deze rol neemt het informeren, adviseren en prikkelen een belangrijke positie in. Naast het leveren, implementeren en langdurig in stand houden van brandbeveiligingssystemen, security oplossingen, incident & crisismanagement systemen, klimaatregelingen en energiemanagement levert Siemens een belangrijke bijdrage in maatschappelijke ontwikkelingen en debat. In dit kader heeft Siemens het onderzoek naar business continuity herhaald. Siemens hoopt dat de inhoud van dit rapport kan bijdragen in het verhogen van kennis en bewustzijn en het daadwerkelijk beheersen van (continuïteits)risico’s. Siemens staat open voor discussie, vragen en commentaar. Daarnaast kan Siemens assisteren bij het invullen van continuïteitsmanagement binnen organisaties door het bieden van advies, (crisismanagement)trainingen en het implementeren van business continuity oplossingen. november 2014 De status van Business Continuity Management in Nederland 4 Het belang van continuïteitsmanagement De uitkomsten van het onderzoek uit 2012 lieten een duidelijke relatie zien tussen de omvang van een organisatie (in aantal medewerkers) en de aandacht voor continuïteits management. Dit jaar zijn de verschillen kleiner, de aandacht binnen kleinere organisaties is duidelijk gestegen. Continuïteitsmanagement staat duidelijk in de belangstelling van het topmanagement. Voor vrijwel alle organisaties is het voortbestaan gedurende langere tijd een van de hoofddoelen. Het is daarom geen verrassing dat continuïteitsmanagement, aandacht voor risico’s die de continuïteit mogelijk in gevaar brengen, de aandacht heeft. Slechts bij één op de zes organisaties is dit niet het geval (figuur 2). Kijkend naar de totaalresultaten lijkt het erop dat deze aandacht zich direct vertaalt in de aan wezigheid van een business continuity plan. Hier is echter een duidelijk onderscheid tussen kleinere en grotere organisaties. Circa 50% van de kleinere organisaties heeft een business continuity plan (30% niet) tegen 70% van de grotere organisaties (slechts 8% niet). Dit is overigens een vergelijkbaar resultaat met het onderzoek uit 2012. Naast de aandacht van het topmanagement en het hebben van een plan, vinden organisaties dan dat ze genoeg aan business continuity doen? Het antwoord uit dit onderzoek geeft een bijna 50/50% verdeling te zien. Circa 50% van de respondenten vindt dat er genoeg gedaan wordt, en de andere 50% dat ze meer zouden moeten doen. Hier is nauwelijks verschil zichtbaar tussen grote en kleine organisaties. Wel zijn er duidelijke verschillen tussen verschillende branches zichtbaar. De branches die structureel bezig zijn met business Vraag Bij 70% van de organisaties staat business continuity structureel op de agenda van het hoogste management. continuity zoals luchthavens, farmaceutische industrie, (petro)chemie, industriële productie en openbare orde en veiligheid vinden dat ze niet meer hoeven doen dan ze al doen. De branches die vinden dat ze meer moeten doen bestaan uit een aantal branches die al structureel veel aan business continuity doen zoals: energie, havens, transport & logistiek en defensie. Zij zullen waarschijnlijk beseffen dat ze nooit genoeg doen. Daarnaast is er een groep branches waar de aandacht voor business continuity laag is er waar dus veel te winnen valt. De branches bouw-, en installatiebedrijven, advies- en architectenbureaus en onderwijs zijn hier voorbeelden van. Ondanks het feit dat ze minder dan gemiddeld aandacht hebben voor continuïteitsmanagement vinden ze toch dat ze niet meer hoeven doen. Dit lijkt te duiden op een lager bewustzijn van het belang van continuïteitsmanagement in deze sectoren. Antwoord opties klein* groot* 70% 65% 73% 17% 23% 12% Weet niet 13% 12% 15% Ja 62% 50% 71% Nee 17% 29% 8% Weet niet 21% 21% 21% Ja 54% 50% 56% Nee 46% 50% 44% Staat business continuity in uw organisatie Ja structureel op de agenda bij overleg op het hoogste Nee managementniveau? Beschikt uw organisatie over een business continuity Plan? Zou uw organisatie meer moeten doen om business continuity te waarborgen? % Figuur 2: Aandacht voor business continuity. * klein: organisaties < 1000 medewerkers; groot: organisaties > 1000 medewerkers. november 2014 11 De status van Business Continuity Management in Nederland 5 Hoe wordt continuïteitsmanagement in organisaties vormgegeven? Het is interessant om te zien hoe de verantwoordelijkheden voor business continuity binnen organisaties zijn belegd. Opvallend is dat er een groot aantal verschillende functies en afdelingen verantwoordelijk zijn voor business continuity. Hieruit blijkt dat continuïteitsmanagement een onderwerp is dat betrekking heeft op de hele organisatie. Op de vraag of de verantwoordelijkheid voor business continuity aanwijsbaar is belegd binnen de organisatie geeft maar liefst 93% van de respondenten een positief antwoord (figuur 3). In het onderzoek uit 2012 was dit percentage 79%. Het lijkt erop dat het bewustzijn rond business continuity is gestegen. Twee van de drie respondenten geeft aan dat de verantwoordelijkheid bij meer dan één verantwoordelijke is belegd. Gemiddeld worden hier bijna drie verantwoordelijke functies of afdelingen genoemd, het maximum aantal genoemde verantwoordelijken is zes. Er is een klein verschil zichtbaar tussen grote en kleine organisaties. Kleinere organisaties hebben de verantwoordelijkheid wat vaker bij slechts één verantwoordelijke belegd dan grotere. Opvallend is dat er bij 93% van de organisaties wel een verantwoordelijke is aangewezen maar dat er slechts in 62% van de organisaties een business continuity plan aanwezig is. Dit zou betekenen dat er veel verantwoordelijken zijn die zonder vastomlijnd plan hun verantwoordelijkheid vormgeven. Mogelijk staat het onderwerp op de agenda en is de verantwoordelijkheid belegd maar is de aanpak niet concreet gemaakt. De verantwoordelijkheid voor de continuïteit ligt voornamelijk bij de directie volgens de respondenten. Daarna worden de operationeel managers het vaakst genoemd. Hiermee ligt de verantwoordelijkheid voornamelijk in de ‘lijn’. Dit lijkt de juiste plaats voor de verantwoordelijkheid voor risico’s in het algemeen, zo ook voor risico’s gerelateerd aan de continuïteit van de organisaties. Binnen de branches telecom/datacenters/ICT, farmacie, (petro)chemie, energie, industriële productie en transport & logistiek, traditioneel In 62% van de organisaties wordt de directie verant woordelijk geacht voor business continuity. In 2012 was dit 41%. branches waar veel aandacht is voor continuïteitsmanagement, wordt een specifieke business continuity manager net zo vaak genoemd als de eindverantwoordelijke directie. Binnen deze branches wordt business continuity vaker gezien als een belangrijke functie met specifieke expertise. Opvallend is verder dat binnen de gezondheidszorg, onderwijs en industriële productie de facilitair manager meer dan gemiddeld wordt genoemd. Dit lijkt te duiden op het feit dat in deze branches de fysieke locatie en faciliteiten een meer dan gemiddelde rol spelen bij de continuïteit van de organisatie. Security en safety managers worden in alle branches genoemd als medeverantwoordelijk voor continuïteitsmanagement. Zij spelen daarin blijkbaar een belangrijke rol. Een meer algemene risico manager wordt maar in één op de zes gevallen genoemd. Dit sluit aan op eerder onderzoek van Accenture waarin de opkomst van een Corporate Risk Officer (CRO) wordt voorspeld. Uit dit onderzoek bleek dat een vergelijkbaar percentage van de, voornamelijk grotere, organisaties een dergelijke functie heeft gecreëerd (Accenture 2011). Vraag Antwoord opties % Is er binnen uw organisatie iemand aanwijsbaar verantwoordelijk voor business continuity? Ja, meerdere verantwoordelijken 67% Ja, één verantwoordelijke 26% Nee 7% Figuur 3: Aantal verantwoordelijken voor business continuity. 12 november 2014 De status van Business Continuity Management in Nederland Vraag Antwoord opties % Welke van de onderstaande afdeling(en) is verantwoordelijk voor de Business Continuïty van uw organisatie? Directie 63% Operationeel Manager 32% Security/Safety Manager 29% Facilitair Manager 27% Informatie (beveiliging)/ICT Manager 26% Business Continuïty Managers 21% Gebouwbeheerder 18% Risico Manager 15% Hoofd bedrijfshulpverlening 15% QA/QC, KAM of Kwaliteits Manager 15% Controller 11% Hoofd Communicatie 7% Anders, namelijk 4% Figuur 4: B ij welke functie of afdeling is de verantwoordelijkheid voor business continuity binnen organisaties belegd? november 2014 13 De status van Business Continuity Management in Nederland 6 Business continuity: risico’s, maatregelen en kansen Ten opzichte van het onderzoek uit 2012 heeft er met betrekking tot de focus van business continuity activiteiten een aardverschuiving plaatsgevonden. Het beschermen van informatie en informatiesystemen wordt nu veruit als belangrijkste focus gezien. Met betrekking tot informatie over risico’s worden experts en de overheid nog steeds als belangrijkste bronnen van informatie gezien. Meer organisaties dan in 2012 hebben inzicht in mogelijke schade van verstoringen. Risico’s Business continuity is het proces dat de gevolgen van verstoringen zo veel mogelijk tracht te beperken. De vraag waar de aandacht van organisaties zich met betrekking tot continuïteitsmanagement op richt geeft daarmee aan waar de grootste risico’s voor organisaties zich bevinden. Ten opzichte van het onderzoek uit 2012 hebben zich hier enorme verschuivingen voor gedaan. In 2012 werd het beschermen van het productieproces het meeste genoemd. Dit jaar is dat het beschermen van informatie en informatiesystemen (72%, figuur 5). In 2012 werd het beschermen van informatie en informatiesystemen slechts door 2% van de respondenten genoemd. Informatiebeveiliging neemt een steeds belangrijker plaats in binnen organisaties. Onderzoeksbureau Gartner ziet de opkomst van een ‘Digital Risk Officer’ die op ‘C’ niveau gaat opereren (Gartner 2014). De volgorde van de overige doelen is gelijk aan de uitkomsten van het vorige onderzoek. Er is geen noemenswaardig verschil in de beantwoording tussen grotere en kleinere organisaties. Dit jaar is de antwoordmogelijkheid ‘het voorkomen van compliance/juridische verstoringen’ voor Vraag Als focus van de business continuity activiteiten wordt het beschermen van informatie en informatiesystemen veruit het meeste genoemd. het eerst opgenomen. Dit wordt door éénderde van de respondenten genoemd als mogelijk focus gebied. Vanwege incidenten zoals de brand bij Chemie Pack is het toezicht van de overheid niet alleen verscherpt maar wordt er ook eerder opgetreden bij onvolkomenheden. Het stilleggen van de werkzaamheden bij de tankterminal van Odfjell is hier een direct gevolg van. Het ligt in de verwachting dat zich vaker dit soort maatregelen van controlerende instanties zullen voordoen. Uit de global risk management study van Accenture blijkt dat het topmanagement de juridische risico’s in de komende jaren het meest ziet stijgen (Accenture 2013). Antwoord opties Waarop ligt binnen uw organisatie Beschermen van informatie/informatiesystemen de focus van de business continuity Beschermen productie/operationeel proces activiteiten? % 72% 60% Beschermen van imago 50% Het voorkomen van compliance/juridische verstoringen 37% Het beschermen van asssets 34% Figuur 5: Focus van de business continuity activiteiten. 14 november 2014 De status van Business Continuity Management in Nederland Stelling Antwoord opties % De continuïteit van mijn organisatie is afhankelijk van prestaties, diensten en/of voorzieningen van andere organisaties Helemaal eens 15% Eens 52% Niet eens / niet oneens 21% Oneens 11% Helemaal oneens 1% Figuur 6: Afhankelijkheid van andere organisaties. Zijn organisaties goed op de hoogte van de risico’s die ze lopen? 70% van de organisaties vindt van wel (dit was 65% in 2012). Van de overige respondenten vindt 12% van niet en 18% weet het niet. Hoewel de maatschappij steeds complexer wordt en de afhankelijkheden toenemen, denken de respondenten nog steeds in een grote meerderheid dat ze goed op de hoogte zijn van de risico’s die ze lopen. Dit is opmerkelijk, in de Technologieverkenning Nationale Veiligheid wordt juist gewaarschuwd voor ‘van te voren onbekende’ consequenties (Technologieverkenning Nationale Veiligheid, RIVM, 2014). 67% van de organisaties is voor hun continuïteit afhankelijk van andere organisaties (zie figuur 6). Hoewel dit een ruime meerderheid is lijkt dit percentage in het licht van de eerder beschreven maatschappelijke ontwikkelingen toch aan de lage kant. De afhankelijkheden van andere organisaties verhogen de complexiteit en verlagen het inzicht in risico’s. Toch vindt, zoals eerder gemeld, 70% van de respondenten dat ze goed op de hoogte is van de risico’s die ze lopen. Dit is een verrassende en verontrustende uitkomst, immers niet beseffen dat je risico’s niet kent, de zogenaamde ‘unknown unknowns’ (Rumsfeld 2002) kan leiden tot een vals gevoel van veiligheid. Door de eerder beschreven veranderingen in de maatschappij, toenemende connectiviteit en afhankelijkheden worden risico´s lastiger te herken- nen en te beheersen. Maken deze ontwikkelingen het beschermen van de continuïteit van organisaties complexer? Een ruime meerderheid van de respondenten denkt van wel. Hierbij valt op dat grotere organisaties deze complexiteit meer zien dan kleinere organisaties. Het percentage respondenten dat denkt dat het beschermen van de continuïteit eenvoudiger wordt is bij kleinere organisaties zelfs twee maal zo hoog als bij van grotere organisaties (figuur 7). De respondenten noemen voor de informatie over hun risico’s als belangrijkste informatiebronnen wederom (externe) experts en de overheid. Brancheverenigingen staan deze keer op de derde plaats en worden als informatiebron aanmerkelijk belangrijker gevonden dan twee jaar geleden. Tussen grotere en kleinere organisaties zijn duidelijke verschillen zichtbaar bij de informatiebronnen leveranciers en vakmedia (figuur 8). Maatregelen Met betrekking tot de meer gebouwgebonden technische beschermingsmaatregelen hebben we de respondenten wederom gevraagd het belang van de verschillende maatregelen aan te geven. Niet onverwacht wordt IT security weer gezien als belangrijkste technische beschermingsmaatregel. 89% van de respondenten geeft aan dat dit belangrijk tot heel erg belangrijk is (figuur 9). Dit was in 2012 nog 92%. Stelling Antwoord opties Ontwikkelingen in de hedendaagse maatschappij maken het beschermen van de continuïteit van mijn organisatie: totaal klein* groot* Eenvoudiger 12% 18% 8% Complexer 70% 62% 75% Niet eenvoudiger, niet complexer 18% 20% 17% Figuur 7: Invloed van de ontwikkelingen in de maatschappij op business continuity. * klein: organisaties < 1000 medewerkers; groot: organisaties > 1000 medewerkers. november 2014 15 De status van Business Continuity Management in Nederland Vraag Antwoord opties Klein Groot 2012 Waar moet volgens u de benodigde informatie vandaan komen om de veranderende risico‘s in uw branche in te kunnen schatten? Experts 62% 65% 65% Overheid 44% 56% 53% Branchevereniging 47% 46% 5% Training 32% 42% 31% Leveranciers 26% 44% 51% Vakmedia 44% 23% – Eigen (interne) kennis 12% 8% 7% 3% 25% 3% Anders Figuur 8: Informatiebronnen voor veranderende risico’s in de branche. In dit onderzoek is IT security gesplitst in IT in kantooromgeving en IT in de vorm van proces control systemen (SCADA). De laatste jaren zien we een toenemend bewustzijn voor de kwetsbaarheid van proces control systemen. Proces control systemen bestaan in vele vormen, toepassingen en omvang. Van de besturing van bijvoorbeeld automatische deuren tot aan complete procesbesturingen van productieprocessen. Vele organisaties verkeren in de veronderstelling dat ze geen proces control systemen binnen hun organisatie hebben. Dit is echter een misvatting. Als voorbeeld kan de klimaaten temperatuurregeling van dataruimtes worden aangehaald. Dit is een vorm van een proces control systeem dat binnen vrijwel iedere organisatie aanwezig is. Het is tevens een goed voorbeeld van een systeem dat, als het uitvalt, al na enige minuten zal leiden tot de uitval van IT systemen. Juist de onbekendheid van de aanwezigheid van dergelijke 16 systemen, de impact als ze uitvallen en de mate waarin ze met het internet zijn verbonden leidt tot ongemerkte onveiligheid. Uit de uitkomsten bij dit onderzoek blijkt een lager bewustzijn met betrekking tot deze systemen ten opzichte van IT in kantooromgevingen. 62% van de respondenten vindt het beschermen van proces control systemen belangrijk tot heel erg belangrijk. Er is wel een verschil zichtbaar tussen de verschillende branches. Binnen de sectoren luchthavens, gezondheidszorg, (petro)chemie, energie en industriële productie is het bewustzijn voor de kwetsbaarheid en afhankelijkheid van dergelijke systemen beduidend hoger dan het gemiddelde. Er wordt door het Nationaal Cyber Security Centre geconstateerd dat de aandacht van hackers en onderzoekers voor dit soort systemen toeneemt (NCSC 2012). november 2014 ng eni k erl tie Zak e l ij ke d Bo 14% 20% – 50% 25% 33% 50% 43% 22% 57% – – 14% – 50% 50% 25% 33% – 28% 33% – – – – – 20% 50% – – – – 29% 34% – – 16% – – 20% – – 25% – – – 11% – 72% 60% – 50% 50% 67% 100% 29% 34% 27% – Onbelangrijk 12% 5% – – – Ge Niet belangrijk/niet onbelangrijk – Pha 100% On – Tel e 28% uw Tra n spo rt e ien n lo stv gis nv ee o rd Op enb a re le p trië 67% 100% Belangrijk ust Ind e – rg i Ene – – Pet 50% 17% zon De fen s ie em eili ie uct rod hem ie/c szo dh roc h e 34% 43% – rm 25% der – 28% 100% Luc aci w ij s /da com s – Ha ve n 40% Heel erg belangrijk Heel erg onbelangrijk eid t ac s ave n h th al 72% Klimaatbeheersing Tot a Antwoord per onderdeel rg ent ie ers /IC T gh eid De status van Business Continuity Management in Nederland Brandbeveiliging Heel erg belangrijk 50% 100% 100% 71% 17% Belangrijk 34% – – 29% 67% 100% 14% 20% 100% 50% 25% – – 57% 22% Niet belangrijk/niet onbelangrijk 10% – – – – – 14% – – – 25% 33% – 14% 22% Onbelangrijk 4% – – – – – – – – – – – – – 22% Heel erg onbelangrijk 2% – – – 16% – – 20% – – – – – – – 100% 29% 22% Toegangsbeveiliging/security Heel erg belangrijk 31% 100% 100% 57% 17% 100% 22% 40% 100% 25% 50% – Belangrijk 51% – – 43% 67% – 64% 60% – 75% – 67% – 43% 45% Niet belangrijk/niet onbelangrijk 12% – – – – – 14% – – – – 33% – 28% – Onbelangrijk 5% – – – – – – – – – 50% – – – 33% Heel erg onbelangrijk 1% – – – 16% – – – – – – – – – – – 25% 33% 100% 57% 33% IT in kantooromgeving Heel erg belangrijk 37% 100% 100% 29% 33% 100% 36% 40% – Belangrijk 52% – – 71% 33% – 50% 60% 50% 100% 50% 67% – 43% 67% Niet belangrijk/niet onbelangrijk 9% – – – 17% – 14% – 50% – 25% – – – – Onbelangrijk 1% – – – – – – – – – – – – – – Heel erg onbelangrijk 1% – – – 17% – – – – – – – – – – – 36% 80% – – 25% 33% 100% 57% 33% 50% – 50% 100% 50% 67% – 43% 67% Process control systemen (SCADA) Heel erg belangrijk 38% 100% 100% 57% 17% Belangrijk 24% – – 14% 50% 100% Niet belangrijk/niet onbelangrijk 17% – – 14% 17% – 7% – 50% – 25% – – – – Onbelangrijk 10% – – – – – 7% – – – – – – – – Heel erg onbelangrijk 11% – – 15% 16% – 20% – – – – – – – – Figuur 9: Het belang van klimaatbeheersing, brandbeveiliging, toegangsbeveiliging/security, IT in kantooromgeving en process control systemen (SCADA) voor continuïteit per sector. november 2014 17 De status van Business Continuity Management in Nederland Zoals eerder aangegeven is de kennis van de mogelijke gevolgen van een verstoring essentieel voor het nemen van maatregelen en de aandacht voor continuïteitsmanagement (CA Technologies 2011, CMI 2011). Vergeleken met de uitkomsten van vorig onderzoek weten meer organisaties wat de financiële gevolgen van een dag downtime zijn (zie figuur 10). Het vaststellen van de gevolgen van een verstoring kan lastig en tijdrovend zijn maar is echter een essentieel onderdeel in de bewustwording van Steeds meer organisaties hebben inzicht in mogelijke schade, bij 17% van de organisaties is de schade van een dag downtime meer dan 1 mln. euro! Vraag Antwoord opties 2014 2012 Wat is de mogelijke schade van een dag downtime? 1 miljoen of meer 17% 10% 100.000 - 1 miljoen 21% 12% 1.000 - 100.000,– 22% 14% 5% 12% 35% 52% Minder dan 1.000,– Geen idee/kan ik niet zeggen Figuur 10: Geschatte schade van een dag downtime. risico’s. Deze bewustwording is de eerste stap in de richting van het nemen van maatregelen (Needham-Bennet 2014). Daarnaast kunnen maatregelen meer ‘risk-based’ worden ingezet (WEF 2014). Dit betekent dat de afweging in welke maatregelen het best geïnvesteerd kan worden beter gefundeerd kan worden genomen en beter is afgestemd op de mogelijke risico’s die organisaties lopen. hebben. Ook deze keer lijken de meeste organisaties, 76%, zich hiervan bewust te zijn. Slechts 7% denkt zich niet of helemaal niet te kunnen onderscheiden met business continuity. De uitkomsten laten vooral bij de kleinere bedrijven een verschuiving zien ten opzichte van de resultaten van het voorgaande onderzoek. Het aantal respondenten dat het ‘helemaal eens’ is met de stelling is met 13% gestegen (figuur 11). Kansen Voor een organisatie is het aantoonbaar maken dat de continuïteit van de organisatie gewaarborgd wordt door het voeren van een actief continuïteitsmanagement erg belangrijk. Een organisatie kan daarmee aantrekkelijker zijn voor (potentiële) klanten en andere stakeholders dan organisaties die hun zaakjes minder op orde Ruim 70% van de organisaties denkt zich met business continuity positief te kunnen onderscheiden. 2014 Vraag Antwoord opties Business continuity is een onderwerp waarmee mijn onderneming zich in de beleving van onze klanten kan onderscheiden. 2012 Klein Groot Klein Groot Helemaal eens 38% 40% 25% 37% Eens 35% 38% 33% 37% Eens/oneens 10% 22% 34% 21% Oneens 9% 0% 5% 4% Helemaal oneens 8% 0% 3% 0% Figuur 11: Is business continuity een onderwerp waarmee een onderneming zich kan onderscheiden? 18 november 2014 De status van Business Continuity Management in Nederland 7 Welke rol speelt de overheid bij continuïteitsmanagement? Onze huidige maatschappij is steeds afhankelijker geworden van technologie. Deze technologie is daarnaast steeds vaker met elkaar verbonden. Het optreden van domino effecten, een beperkte verstoring kan een keten van verstoringen in gang zetten, wordt daarmee een steeds realistischer reden voor zorg. Naast de vele voordelen van techno logische ontwikkelingen zullen gevolgen van uitval van deze voorzieningen een grotere maatschappelijke impact hebben. De overheid speelt een rol bij het voorkomen van een maatschappelijke ontwrichting. Wat verwachten de respondenten van de overheid op het gebied van continuïteitsmanagement? De vraag rijst in hoeverre de overheid verantwoordelijk is voor het voortbestaan van organisaties. Over het algemeen kan hierover gezegd worden dat de overheid niet verantwoordelijk is voor de continuïteit van private organisaties. De bankencrisis heeft ons echter geleerd dat de overheid welk degelijk een verantwoordelijkheid heeft zodra continuïteitsproblemen van private organisaties kunnen leiden tot systeemfalen en maatschappelijke ontwrichting. De overheid heeft zich genoodzaakt gezien private banken verregaand te steunen. Als gevolg daarvan houden nationale en Europese overheden meer toezicht op de continuïteit van de organisaties in deze sector. Het uitvoeren van zogenaamde ‘stresstesten’ is daar een voorbeeld van. De vraag rijst of de overheid dit soort verregaand toezicht ook voor andere sectoren zou moeten organiseren. Hoe er tegen de rol en verantwoordelijkheden van de overheid wordt aangekeken is getoetst door de respondenten een vijftal stellingen voor te leggen. Stelling 1: De overheid zou via regelgeving alle organi saties dienen te verplichten continuïteit te waarborgen. Over het algemeen vinden de respondenten niet dat de overheid zich met de continuïteit van alle organisaties dient te bemoeien. Circa éénderde van de respondenten is het met de stelling eens. Van de overigen staat circa éénderde neutraal ten opzichte van de stelling en éénderde is het oneens met deze stelling. Er is geen verschil zichtbaar tussen grote en kleinere organisaties. Voornamelijk eens met deze stelling zijn de sectoren gezondheidszorg, (petro) chemie, defensie en energie. november 2014 Ruim 70% wil dat de overheid organisaties uit segmenten van de vitale infrastructuur verplicht de continuïteit te waarborgen. Stelling 2: De overheid zou alleen organisaties binnen specifieke segmenten (zoals vitale infra structuur) moeten verplichten om de continuïteit te waarborgen. De overheid heeft de vitale sectoren gedefinieerd als sectoren waar bij uitval kan leiden tot maatschappelijke ontwrichting. Hierbij wordt gesproken over potentieel veel slachtoffers en economische schade. Door onder andere de in de afgelopen decennia doorgevoerde liberalisering heeft de overheid nog maar circa 20% van de vitale infrastructuur in handen. 80% is in handen van bedrijven. Het waarborgen van de nationale veiligheid vergt dus een nauwe samenwerking tussen de overheid en deze bedrijven (Ministerie van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties 2010). Maar liefst 73% van de respondenten is het met deze stelling eens. Men ziet hier een duidelijke rol voor de overheid weggelegd. Ook de organisaties uit de vitale sectoren zelf zijn het met deze stelling eens. 16% van de respondenten staat neutraal tegenover deze stelling en slechts 11% is er tegen. 19 De status van Business Continuity Management in Nederland Stelling 3: De overheid zou verantwoorde lijk moeten zijn voor het beschermen van de continuïteit van organisaties in de (vitale) infrastructuur, zoals energie bedrijven. Deze stelling gaat nog iets verder: de overheid dient de continuïteit van de vitale sectoren niet alleen door regels af te dwingen, de overheid zou zelfs de verantwoordelijkheid moeten dragen. In de neoliberale traditie van de afgelopen decennia zijn juist vele organisaties geprivatiseerd met het idee dat de markt in staat is de dienstverlening efficiënter en effectiever uit te voeren. De verantwoordelijkheid voor de continuïteit van deze organisaties en daarmee de continuïteit van (vitale)dienstverlening is daarmee verlegd naar de private sector. 62% van de respondenten is het eens met de stelling en is daarmee tegen de overdracht van deze verantwoordelijkheden. Ze lijken zich daarmee te keren tegen de privatisering. Slechts 18% is het oneens met de stelling en 20% staat er neutraal tegen over. Stelling 4: Toezicht van de overheid op de continuïteit van organisaties is niet nodig (is niet de verantwoordelijkheid van de overheid). “Toezicht is het verzamelen van informatie over de vraag of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen, het zich daarna vormen van een oordeel daarover en het even tueel naar aanleiding daarvan interveniëren.” (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 1998). Deze definitie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geeft aan dat voor toezicht allereerst ‘gestelde eisen’ aanwezig moeten zijn om te kunnen toetsen. Uit de beantwoording van de eerste twee stellingen is duidelijk gebleken dat er over het algemeen geen, maar voor specifieke (vitale) sectoren duidelijk wel regelgeving gewenst is. Stelling 5: Toezicht van de overheid op de continuïteit van organisaties is voldoende. Van de respondenten is 36% het eens met deze stelling en vindt daarmee dat de overheid voldoende toezicht houdt. Met name de respondenten uit de sectoren telecom/data/ICT, gezondheidszorg en de (petro)chemie zijn het overwegend met deze stelling eens. 43% staat neutraal tegenover deze stelling en 21% is het oneens. Slechts één op de vijf respondenten vindt het huidige toezicht onvoldoende. Voornamelijk de respondenten uit de energiesector zijn het oneens met de stelling en vinden het huidige toezicht onvoldoende. Waar bij de beantwoording van overige stellingen geen significante verschillen tussen kleinere en grotere organisaties is geconstateerd, is dat bij deze stelling wel het geval. Vooral de kleinere organisaties vinden het toezicht vaker onvoldoende dan de grotere organisaties. 32% van de kleinere organisaties is het oneens of helemaal oneens met de stelling. Bij grotere organisaties bedraagt dit percentage slechts 12%. Wellicht komt dit omdat kleinere organisaties minder vaak geconfronteerd worden met toezicht. Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat een grote meerderheid van de respondenten regelgeving voor specifieke, vitale, sectoren noodzakelijk vindt. Ook de vitale sectoren zelf vinden dat. Opvallend is dat er geen behoefte is aan extra toezicht. Het huidige toezicht wordt door een minderheid als onvoldoende beschouwd. De overheid wordt ook gezien als een belangrijke bron van informatie met betrekking tot risico’s. De respondenten lijken met deze uitkomsten te vragen om een duidelijke richting en sturing door de overheid. Extra controle door diezelfde overheid wordt echter niet noodzakelijk geacht. Enigszins verrassend geeft maar een beperkt deel van de respondenten als reactie op deze stelling aan toezicht nodig is. Vond 73% van de respondenten regelgeving voor vitale sectoren noodzakelijk, slechts één derde vindt dat er ook toezicht op gehouden dien te worden. Eénderde is het eens met de stelling en vind dat toezicht van de overheid niet nodig is. 20 november 2014 De status van Business Continuity Management in Nederland 8 Onderzoeksverantwoording Dit onderzoek is uitgevoerd door Siemens Building Technologies. Het is eerder uitgevoerd in 2012. Het doel van dit onderzoek is om na te gaan hoe organisaties omgaan met continuïteitsmanagement. Door het vergelijken van de resultaten van de twee uitgevoerde onderzoeken kan een beeld worden gegeven van de ontwikkelingen in deze periode. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een online enquête. Deze enquête bestond uit 21 vragen en stellingen waarvan 14 identiek waren aan het onderzoek uit 2012. De online enquête is uitgevoerd in samenwerking met het bureau MWM2. Uitnodigingen tot deelname aan dit onderzoek zijn via e-mail aankondigingen verstuurd aan 1926 Siemens relaties. Daarnaast is de uitnodiging via social media (Linkedin, Twitter, Facebook) gedeeld. Dit heeft geleid tot 82 volledig ingevulde enquêtes (616 personen hebben de link geopend). Deze respons is te laag om wetenschappelijke pretenties aan dit onderzoek te verbinden. Het is echter wel een weergave van de huidige status van continuïteitsmanagement. In figuur 12 is weergegeven in welke sector of branche de respondenten werkzaam zijn. Figuur13 geeft weer hoe groot de organisaties zijn waarin de respondenten werkzaam zijn. Door het aantal volledig ingevulde enquêtes zijn de resultaten van de respondenten gebundeld in grotere organisaties (meer dan 1000 werknemers) en kleinere organisaties (minder dan 1000 werknemers). Ten slotte zijn in figuur 14 de functies van de respondenten weergegeven. Vraag Antwoord opties % In welke branche bent u werkzaam? Luchthavens 1% Havens 1% Telecom/ datacenters/ ICT 9% Onderwijs 7% Pharmacie 1% Gezondheidszorg 17% Petrochemie/chemie 6% Defensie 2% Energie 5% Industriële productie 5% Openbare orde en veiligheid 4% Transport en logistiek 2% Bouw/installatie/architectuur 9% Adviseurs/consulting 11% Anders 20% Figuur 12: Verdeling van de respondenten over maatschappelijke sectoren. november 2014 21 De status van Business Continuity Management in Nederland Vraag Hoeveel werknemers heeft uw organisatie in dienst? Klein: tot 1000 medewerkers 42% Aantal werknemers in dienst % 1-10 10% 11-50 9% 51-250 12% 251-500 5% Groot: meer dan 1000 medewerkers 58% 501-1000 Meer dan 1000 6% 58% Figuur 13: Organisatieomvang in aantal werknemers van de respondenten. Vraag Wat is uw functie? Antwoord opties % Directie 13% business continuity Managers 2% Gebouwbeheerder 12% Facilitair Manager 6% Operationeel Manager 7% Controller 0% Security/ Safety Manager 12% Risico Manager 6% Informatie (beveiliging)/ ICT Manager 4% Hoofd Communicatie 0% Hoofd Bedrijfshulpverlening 1% QA/QC, KAM of Kwaliteits Manager 3% Anders 34% Figuur 14: Functie van de respondenten. Dit onderzoek is uitgevoerd door Siemens Building Technologies. Het rapport is opgesteld door J.J. de Wit, Solution Manager Enterprise Security. Voor vragen, opmerkingen en discussie kunt u zich tot hem wenden via [email protected]. Dit rapport is te downloaden via: www.siemens.nl/bcmonderzoek Siemens Building Technologies en de onderzoekers willen alle respondenten hartelijk danken voor de geleverde bijdrage aan dit onderzoek. Voor iedere volledig ingevulde reactie heeft Siemens een bedrag overgemaakt aan de stichting kinderen kankervrij (KIKA). 22 november 2014 De status van Business Continuity Management in Nederland 9 Literatuuroverzicht Accenture (2011) Report on the Accenture 2011 Global Risk Management Study, /www.accenture.com/ sitecollectiondocuments/pdf/accenture-global-risk-management-study-2011.pdf Accenture (2013) Accenture 2013 global risk management study, www.accenture.com/Microsites/riskmanagement-research/2013/Pages/home.aspx Beck, U. (1992) Risk Society, Towards a new modernity, Thousand Oaks: Sage publications Ltd CA Technologies (2011) IT downtime costs $26.5 billion in lost revenue, Information week, www. informationweek.com CMI (Chartered Management Institute) in association with The cabinet office, AON, BCI, BSI (2011) Managing Threats in a dangerous world, London Gartner (2014) ‘2015 will see emergence of digital risk’, Continuity, Q3 2014 Mensah, P., Merkuryev, Y. (2014) ‘The flow of information’, Continuity, Q3 2014 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BiZa), Commissie Holtslag (1998) De ministeriële verantwoordelijkheid ondersteund, Den Haag Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BiZa) (2010) Informatie vitale sectoren, Den Haag Nationaal Cyber Security Centrum, NCSC (2012) Beveiligingsrisico’s van on-line SCADA systemen, Den Haag Needham-Bennet, C. (2014) ‘BIA-To survey or not to survey?’, Continuity, Q2 2014 NEN-ISO (2009) NEN/ISO 31000 (nl) Risicomanagement – principes en richtlijnen (ISO 31000:2009, IDT), Delft RIVM (2014) Technologieverkenning nationale Veiligheid, Bilthoven Rumsfeld (2002) US Department of Defense news briefing, en.wikipedia.org/wiki/There_are_known_ knowns Siemens (2012) Aandacht voor Business Continuity, Den Haag, www.siemens.nl/bcmonderzoek Siemens (2013) ‘Verfrissend debat rond Veiligheid’, Dimensions, 12/2013, www.onlinepublisher.nl/Siemens/2013/Dimensions_December.php Vollenhoven, van, P. (2014) Duidelijkheid over de verantwoordelijkheid voor veiligheid en het functioneren van het interne en externe toezicht, Stichting Maatschappij en Veiligheid, Den Haag Vries, de, G. (2006) ‘Politiek, expertise en individuele verantwoordelijkheid in een risicosamenleving’, in: Drayer, E., Gude, R., Leven in een risicosamenleving, Amsterdam: Salome Wildring, R. (2014) ‘All pulling together’, Continuity, Q3 2014 World Economic Forum, WEF (2014a) Risk and responsibility in a hyperconnected world, Geneva World Economic Forum, WEF (2014b) Global Risks 2014, Geneva november 2014 23 Siemens Nederland N.V. Building Technologies Postbus 16068 2500 BB Den Haag Tel. (070) 333 1236 © Siemens Nederland N.V., 2014 SBT146/112014/200/TG Siemens Building Technologies De wereld om ons heen verandert. Deze veranderingen dwingen ons anders te denken: demografische veranderingen, de verstedelijking, de opwarming van de aarde, hulpbronnen die opraken. We streven naar maximale efficiëntie op alle fronten, dit gaat verder dan energie alleen. Tegelijkertijd neemt de behoefte aan meer comfort in een veilige en betrouwbare omgeving voort- www.siemens.nl/sbt durend toe. De uitdaging hierbij is het vinden van een optimale balans. Dit bepaalt het succes van onze klanten. Siemens heeft de antwoorden. “Wij zijn uw partner, als het gaat om energieefficiënte, veilige en betrouwbare gebouwen en infrastructuur.”
© Copyright 2024 ExpyDoc