Nieuwsbrief editie 2, juli 2014

Radboud
Nieuwsbrief voor huisartsen - jaargang 7 - editie 2 - juli 2014
in DIT NUMMER
2 Cathy van Beek over transmuraal beleid
5 Bevolkingsonderzoek darmkanker
3 Zorg aan onverzekerden
5 Aandacht voor verwijzen versnelt traject Oogheelkunde
4 Epic en de huisarts
6 Verbeterde sneldiagnostiek astma en COPD
4 De SEH in en uit binnen 45 minuten
7 ‘Wat is dat toch met die knie?’
Radboud actueel online lezen? Ga naar
www.radboudumc.nl➔ informatie voor verwijzers ➔ huisarts ➔ Radboud actueel.
Wil van den Bosch werpt blik op de toekomst
‘Aantal ziekenhuizen halveert, eerstelijnszorg groeit’
Mensen noemen hem een innovatief denker. Anderen betitelen hem als visionair.
Wil van den Bosch manoeuvreert handig om die complimenten heen als hij zegt
dat hij met plezier terugkijkt op wat was en vertrouwt op wat na hem komt. De
hoogleraar Zorginnovatie in de huisartsenpraktijk gaf in juni het stokje over aan
anderen, maar houdt natuurlijk wel zo zijn ideeën voor en over de toekomst.
Wil van den Bosch onderschrijft noch ontkent zijn status als innovatief denker en visionair. Wel gaat hij in op het verschil tussen
die twee: ‘Een vernieuwing is pas echt van
betekenis voor de toekomst als daaraan een
visie ten grondslag ligt. En die visie heeft
alleen bestaansrecht als je anderen van je
gezichtspunten kunt overtuigen. Dat lukt
niet altijd, maar vaak genoeg ook wel.’
Hoe ziet de toekomst er in uw ogen uit?
‘Daar kan ik kort over zijn: over tien jaar is
het aantal ziekenhuizen gehalveerd en is de
eerstelijnszorg enorm uitgebreid.’
Dat is nogal een uitspraak.
‘Eerste en tweede lijn zullen zich er bewuster
van worden dat ze er (nog meer) bij gebaat
zijn elkaars wereld te kennen, met respect
voor de kennis en kunde van de ander. Ziekenhuis en huisarts kunnen gezamenlijk
beter voor hun patiënten zorgen als ze bereid
zijn om tegen heilige huisjes te schoppen.
Met dat laatste doel ik bijvoorbeeld op het
groeiende besef dat ziekenhuiszorg nadelen heeft. Denk maar aan het grotere risico
op infecties, de reële kans op ongewenst
gewichtsverlies en te snelle besluiten tot
onnodige behandeling of operatie. Ziekenhuiszorg is bovendien niet alleen risicovoller
dan eerstelijnsbehandeling, maar ook duurder; het huidige systeem moet en zal dus
veranderen: een verschuiving van de tweede
lijn naar de eerste, waar mogelijk.’
Wat levert die door u voorspelde
verschuiving concreet op en hoe?
‘Met een grotere rol voor de eerste lijn heb
je meer profijt van de kennis van de context
van de patiënt, wat – gecombineerd met de
sterkere vertrouwensband tussen patiënt
en eerstelijnsbehandelaar – vaker leidt tot
afwachtend of passender en dus goedkoper
en minder ingrijpend beleid.’
Het Radboudumc benadert de patiënt
toch ook als gelijkwaardig partner
binnen het behandelteam?
‘Klopt, maar tegelijkertijd ligt de focus
tegenwoordig minder op de aansluiting
tussen eerste- en tweedelijn. Ik zie dat met
lede ogen aan: de patiënt is voor hij het ziekenhuis binnenwandelt al een tijdje op pad
en vervolgt zijn medische weg vaak ook na
de specialistische behandeling. Voortraject,
Radboudumc en natraject moeten dus met
1
Wil van den Bosch
elkaar verbonden zijn en precies die aansluiting komt in het gedrang nu het zwaartepunt
verschuift.’
Hoe leidt die verschuivende focus dan
tot een heel andere inrichting van de
zorg?
‘Ik verwacht dat men gaat inzien dat de kwaliteit en veiligheid van zorg lijden onder de
nieuwe weg die is ingeslagen. En dat we dus
op onze schreden zullen terugkeren. Niet
naar hoe het was – het is geen keuze tussen patiënt en continuïteit – maar naar zorg
die beter en goedkoper wordt ingericht door
hernieuwd oog voor continuïteit. De huidige
crisis maakt de noodzaak van die stap nog
urgenter.’
Lees verder op pagina 3.
HET RADBOUD IN BEWEGING
RUCO
Tot in de
puntjes
Community jongvolwassenen
met kanker heeft ingang voor
zorgprofessionals
Jaarlijks brengen bijna
160 duizend mensen een eerste
bezoek aan een van de poliklinieken van het Radboudumc.
Ruim 30 duizend patiënten
worden elk jaar in ons centrum
opgenomen. Voor dagbehandeling worden ruim 53 duizend
patiënten verwezen. De eerste hulp verleent elk jaar spoedeisende zorg aan bijna 22 duizend mensen. Ongeveer evenveel
patiënten ondergaan een electieve operatie in het Radboudumc.
Deze cijfers zijn op vele manieren te analyseren. Gebruiken we
ze hier voor het uitdrukken van de samenwerking tussen eerste
en tweede lijn, dan spreken ze boekdelen. Want de meesten
van die vele duizenden patiënten zijn voor hun komst naar het
Radboud bij de huisarts op consult geweest. En het leeuwendeel
heeft weer contact met de huisarts na het ziekenhuisbezoek. De
huisarts verleent voorzorg, tussentijdse zorg en nazorg, zowel op
fysiek als op psychosociaal vlak.
Waar zouden we zijn zonder de huisarts? Dat antwoord laat zich
raden. De tweede lijn kan niet zonder de deskundigheid en zorg
van de eerste lijn. En andersom is het net zo. Onze transmurale
samenwerking en communicatie moet dan ook tot in de puntjes
geregeld zijn en verdient voortdurend onze aandacht.
In 2010 startte het Radboudumc met de AYA-community, een plek
op internet waar jongvolwassenen met kanker elkaar in een veilige
en afgeschermde omgeving ‘ontmoeten’, ervaringen uitwisselen en
specifieke problemen en vragen bespreken. De community is inmiddels uitgebreid: naast de ingang voor patiënten zijn er (afgescheiden) ingangen voor naasten en zorgprofessionals. De community
AYA4 Zorgprofessionals helpt zorgprofessionals hun informatie te
delen en kennis te bundelen.
AYA staat voor Adolescent and Young Adult: jongvolwassenen met kanker in de leeftijd van 18 tot 35 jaar. Alle landelijke
umc’s en een aantal grote perifere ziekenhuizen, waaronder
het CWZ, nemen inmiddels deel aan het initiatief. De subcommunity AYA4 Zorgprofessionals bundelt de kennis en ervaring
van bijvoorbeeld specialisten, verpleegkundigen, huisartsen
en fysiotherapeuten rond de begeleiding en behandeling van
(individuele) patiënten.
Meer informatie vindt u via www.aya4net.nl.
ZORGDOMEIN
Waar zouden we zijn
zonder de huisarts?
De Raad van de Bestuur neemt op dit moment, samen met specialisten en huisartsen uit de regio het transmuraal beleid onder
de loep. Hoe kunnen we onze gezamenlijke werkprocessen nog
beter op elkaar afstemmen, zowel aan de voorkant – tijdens het
behandelproces van de patiënt – als aan de achterkant? Welke
communicatiemiddelen zetten we daarvoor in? Hoe kunnen we
optimaal gebruikmaken van ict?
Wij steunen het voorstel van de huisartsen om een brugfunctionaris aan te stellen: iemand die de dagelijkse verbinding tussen
de eerste en tweede lijn verzorgt. Een anker, in plaats van een
ad hoc aanspreekpunt. Dit ‘nieuwe gezicht van onze transmurale
samenwerking’ selecteren we, hoe kan het anders, met zorg.
Zowel de profielschets als de werkelijke invulling van de functie
pakken we samen met de huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde op. Wij houden u hiervan en van de verdere uitwerking van ons transmuraal beleid uiteraard op de hoogte. Heeft
u vragen, opmerkingen of suggesties, laat het dan weten. Daar
worden patiënten en ook wij met elkaar nog beter van.
UCCZ Dekkerswald
Cardiologie
Vanaf 1 juli heeft UCCZ Dekkerswald een eigen locatieaanduiding in ZorgDomein. U
vindt het verwijsaanbod onder
Radboudumc, locatie UCCZ Dekkerswald, Groesbeek.
De afdeling Cardiologie ontwikkelde samen met huisarts
Erna van de Wielen een nieuwe
verwijsafspraak voor atrium­
fibrilleren. U vindt deze terug
in ZorgDomein: Cardiologie >
hartritmestoornissen.
AGENDA
Vierde Berg en Dalconferentie op 14 oktober
De afdeling Eerstelijnsgeneeskunde organiseert op dinsdag
14 oktober 2014 de vierde editie van de Berg en Dal-conferentie. Deze keer luidt de titel ‘Samen verder na kanker –
oncologie en de nazorg’.
Doel van de Berg en Dal-conferenties is te komen tot goede samenwerking tussen professionals in de wijk, de regio en de academie met een
Gezonde Wijk-aanpak als uitgangspunt. Professionals op het gebied
van intra- en extramurale zorg en welzijn komen samen om hun kennis
en expertise met elkaar uit te wisselen en van elkaar te leren.
Ontvangst: vanaf 9 uur. Start programma: 9.30 uur. De dag wordt
afgesloten met een buffet. De inschrijfkosten bedragen 150 euro per
persoon.
Cathy van Beek,
Raad van Bestuur
e-mail: [email protected]
twitter: @cathyvanbeek56
Meer informatie en inschrijven: www.koplopers.nl > zoekterm: Berg
en Dal.
2
Vervolg van de voorpagina
‘Aantal ziekenhuizen halveert, eerstelijnszorg groeit’
En hoe werkt dat dan precies? Bij zo’n
ingrijpende verandering is ongetwijfeld
visie nodig.
‘Zeer zeker! De specialistische gezondheidszorg is behalve duur ook dermate breed dat
de huisarts die niet volledig kan overzien
en niet zomaar kan overnemen. We moeten
dus zorgen dat kennis, kunde en informatie
van het ziekenhuis beschikbaar komt in de
eerste lijn. In mijn optiek gaat het volgende
gebeuren: over tien jaar is de helft van de
ziekenhuizen gesloten of met elkaar gefuseerd en werkt een deel van hun personeel
niet langer alleen in de tweede lijn, maar ook
voor de eerste. Dat betekent niet per se een
grote (financiële) aderlating voor de ziekenhuizen, vertel ik altijd als ik mijn ideeën deel.
Denk eens aan een waterbed: als je daar een
deuk in maakt, ontstaat op een andere plek
een bult. Als we zorgen dat al die verschil-
lende waterbedden in de zorg meer en meer
met elkaar verbonden raken, kan het water
van het ene compartiment naar het andere
stromen en zijn financiële gevolgen veel
minder individueel voelbaar.’
En dan staat hij lachend op: ‘Ik ga nu vijftien
jonge dokters hun bul overhandigen en ze
deze wilde ideeën aan de hand doen!’
Radboudumc is niet langer contractziekenhuis
Zorg aan onverzekerden van buiten Europa
De procedure voor het verlenen van zorg aan onverzekerden van buiten Europa is
gewijzigd. Tot 2014 verwezen huisartsen in de regio Nijmegen-Boxmeer deze
patiënten naar het Radboudumc. Per 1 januari 2014 is het CWZ aangewezen als
contractziekenhuis.
bijzondere ziekten die deze mensen kunnen hebben, noem maar op. Die deskundigheidsbevordering wordt met deze wijziging
teniet gedaan. En wie zegt dat de route voor
onverzekerden na 2015 niet weer naar het
Radboudumc loopt?’
Vergoeding
Renske Spanninga
De Spoedeisende Hulp, van welk ziekenhuis dan ook, is verplicht tot het bieden van
noodhulp. Onverzekerde patiënten die er
aankloppen voor noodzakelijke zorg móeten worden behandeld. De wijziging die op
1 januari 2014 is ingegaan, betreft de verwijzing voor niet spoedeisende (poli)klinische
behandeling van onverzekerde patiënten
van buiten Europa door de huisarts of (SEH)arts.
Niet gelukkig
Huisarts Renske Spanninga van UGC Heyendael is niet gelukkig met de aanpassing. ‘Wij
hebben veel tijd gestoken in het informeren
van alle SEH-medewerkers – van baliepersoneel tot verpleegkundigen en artsen. Daarbij
hebben we aandacht besteed aan regelgeving, interculturele communicatie, aan de
Het UGC Heyendael is kennis- en expertisecentrum op het gebied van zorg aan migranten en vluchtelingen. Spanninga weet uit
ervaring hoe slecht de toegang voor deze
mensen tot de gezondheidszorg is. ‘Veel
patiënten denken dat zij geen recht hebben
op zorg en niet alle (huis)artsen weten welke
zorg zij wel en niet kunnen verlenen. Maar
diagnostiek en medisch noodzakelijke zorg
kunnen zij probleemloos verrichten.’
Zorginstituut Nederland verleent een ver-
‘Veel patiënten
denken dat zij
geen recht hebben
op zorg’
goeding van 80 procent van de oninbare
vordering van huisartsen. Dat geldt ook
voor noodzakelijke tandheelkundige zorg.
Bij zwangerschap en bevalling is de vergoe-
3
Het Zorginstituut Nederland (voorheen
CvZ) heeft voor de regio Nijmegen-Boxmeer het CWZ aangewezen als contractziekenhuis. Andere ziekenhuizen dan
het gecontracteerde krijgen de facturen
voor zorg voor niet spoedeisende patiënten niet meer vergoed. De nieuwe
contractapotheek is Mediq Apotheek
Beckers aan de Groesbeekseweg. Patiënten voor wie op 1 januari 2014 al een
DBC geopend was in het Radboudumc
kunnen hun behandeling in het Radboud
afmaken.
ding 100 procent. Preventie of cosmetische
ingrepen worden niet vergoed. Een ‘Declaratieformulier zorgverleners’ is te vinden op
www.zorginstituutnederland.nl in de rubriek
onverzekerbare vreemdelingen.
Verzoek
Een verzoek van Spanninga tot slot. ‘Per
nieuw voorgeschreven medicatie moeten
onverzekerde patiënten een eigen bijdrage
betalen van 5 euro. Vier receptregels kosten
de patiënt dus 20 euro en dat misschien wel
elke drie maanden. Ik wil huisartsen daarom
vragen jaarrecepten uit te schrijven of recepten voor blisters. Daarmee zijn deze patiënten zeer geholpen. Bij twijfel over grote
hoeveelheden kan een huisarts altijd met
een apotheker van Mediq apotheek Beckers
overleggen; die kent de mogelijkheden precies.’
Huisartsen die meer willen weten over
de veranderde regelgeving en de zorg
aan onverzekerden kunnen contact opnemen met Renske Spanninga of Maria van
den Muijsenberg van UGC Heyendael:
(024) 322 43 40.
ZORG 2.0
en de huisarts
Acht maanden na de implementatie van Epic is de tijd van finetuning en doorontwikkeling aangebroken. Wat merkt(e) de huisarts en wat brengt de Epic-toekomst? Radboud actueel vroeg het Ronald Petru. Hij is kinderarts en intensivist en
is als chief medical information officer een van de verbindende schakels tussen
kliniek en ict.
Wat is de actuele, algemene stand van
zaken rond Epic?
‘Epic zit sinds de eerste, woelige periode
inmiddels in wat rustiger vaarwater. Dat
betekent dat de voordelen voor kwaliteit en
veiligheid van zorg steeds duidelijker zichtbaar worden. Achteroverleunen doen we
voorlopig niet: wat er al is, kan nog verder
verbeterd worden en wat het systeem allemaal nog meer kan, moet worden ingericht.’
De huisartsen merken vooral iets van
Epic als ze patiëntbrieven ontvangen.
Die zijn aanzienlijk verbeterd de
afgelopen maanden.
‘De huisartsen zullen gemerkt hebben dat de
kwaliteit van onze brieven weer grotendeels
is zoals ze gewend waren. In het begin liepen
we tegen een aantal onvolkomenheden aan,
deels veroorzaakt door de techniek, deels
door onze onervarenheid met het systeem.
Naast een paar zeer betreurenswaardige,
échte missers waren er vooral kleinere verbeterpunten en foutjes, maar ook die kunnen storend zijn. Bijvoorbeeld de zeer specialistische afkortingen die het systeem soms
kopieerde naar de brieven en die daar niet
uit werden gehaald door de verzender. Of
het ontbreken van trema’s en andere leestekens die het van oorsprong Amerikaanse
systeem niet kon invoegen. Het kwam ook
voor dat Epic achterhaalde gegevens uit het
vroegere epd aanzag voor actuele informatie en die ‘keurig’ opnam in de patiëntbrief.
We zijn ons er nu van bewust dat ook – of
juist – automatisch gegenereerde brieven
zorgvuldig gecheckt moeten worden vóór ze
verstuurd worden en de technische mogelijkheden zijn uitgebreid en aangepast aan
de Nederlandse praktijk.’
De basis van Epic staat inmiddels
behoorlijk stevig. Het Radboudumc
werkt vast al aan volgende stappen.
‘Ja, dat klopt. Aan de ene kant is dat de
verdere finetuning van de interne mogelijkheden van het systeem en tegelijkertijd de
invoering van nieuwe (externe) functionaliteiten. Voor de huisarts is vooral EpicCare
Link interessant. Met die uitbreiding van
het systeem krijgen huisartsen straks toegang tot een groot deel van het medisch
ziekenhuisdossier van hun patiënten (als
die daarvoor toestemming geven) en krijgen
zij bijvoorbeeld inzage in grafieken en tabellen die via Zorgmail niet verstuurd kunnen
worden. Het Radboudumc ziet EpicCare Link
als een belangrijke tool om de transmurale
samenwerking te vergroten.’
SPOEDEISENDE HULP
Snijwond of gebroken been?
De SEH in en uit binnen 45 minuten
Wie een snijwond of gebroken hand
heeft opgelopen en de Spoedeisende Hulp van het Radboudumc bezoekt, staat in no time weer buiten.
De SEH heeft de route voor patiënten
met kleine traumatologie weten in te
korten tot maximaal 45 minuten.
Om de werkprocessen te optimaliseren en
de doorlooptijd voor patiënten te verkorten, heeft de SEH zich verdiept in de principes van LEAN. Dit is een manier van werken waarbij het creëren van waarde en het
voorkomen van verspilling op alle fronten
centraal staat. SEH-arts Abel Wei vertelt:
‘We hebben de patiënten met kleine traumatologie in het middelpunt gesteld en
nauwkeurig gekeken naar hun route in
het ziekenhuis en op onze afdeling. Vervolgens hebben we vastgesteld op welke
punten we konden versnellen en zijn we
gekomen tot het nieuwe fasttrack-traject.’
Waren deze patiënten voorheen gemiddeld 60 minuten binnen, nu worden ze
in 45 minuten gezien en behandeld. Om
er zeker van te zijn dat zij zich niet weggejaagd voelen, voerde de SEH een patiëntentevredenheidsonderzoek uit. Wei:
‘We hebben hen onder meer nadrukkelijk
gevraagd hoe zij onze behandeling en
bejegening ervaren. Patiënten waarderen
het nieuwe fasttrack met een 4,6 op een
schaal van 5. Een mooie score.’
Verwijzen
Ongeveer de helft van de patiënten op
de SEH wordt door de huisarts verwezen.
Het sneltraject is er voor patiënten met
kleine traumatologie als:
• kleine verwondingen van extremiteiten
(snij-/brandwondjes)
• kleine trauma van extremiteiten (distorsies, kneuzingen, val op hand of pols)
• gipsklachten
• oogheelkundige problematiek
• KNO-problematiek
Huisartsen worden binnen 24 uur via
Zorgmail op de hoogte gesteld van de
behandeling van hun patiënt. Wei: ‘Huisartsen die graag eerder geïnformeerd
worden, kunnen dit aangeven, waarna
wij telefonisch contact opnemen. Uiteraard nemen wij ook in specifieke gevallen
contact met de huisarts op. Stel: wij zien
een vrouw van 80 met een dikke enkel die
4
Team SEH
echter niet gebroken blijkt. In zo’n geval
overleggen wij met de huisarts wat te
doen. Kan de vrouw naar huis? Is er een
mantelzorger in beeld? Moet thuiszorg
geregeld worden?’
Patiënten die door hun huisarts naar
Radiologie verwezen worden met mogelijk een fractuur, stromen in overleg met
de SEH-arts voor behandeling door naar
het fasttrack. De huisarts ontvangt hiervan verslag via Zorgmail. Adviseert Radiologie aanvullend onderzoek of ander
onderzoek dan de huisarts heeft aangevraagd, dan volgt overleg. Ook bij onverwachte of ernstige bevindingen op een
foto wordt de huisarts direct gebeld.
Huisartsen kunnen patiënten 24 uur per
dag, 7 dagen per week direct telefonisch
verwijzen of overleg plegen met de dienstdoende SEH-arts via: (024) 366 73 75.
RUCO
Bevolkingsonderzoek darmkanker
CRC-verwijzing: ander
traject, ook snel
Op initiatief van de Rijksoverheid, het RIVM en de screeningsorganisatie startte in januari het bevolkingsonderzoek (bvo)
darmkanker. MDL-arts Mariëtte van Kouwen vertelt hoe het
bvo in het Radboudumc wordt uitgevoerd en waarin het zich
onderscheidt van patiënten die worden doorverwezen naar
de CRC-keten.
Het bevolkingsonderzoek staat
feitelijk los van patiënten die met
(verdenking op) colorectaal carcinoom worden verwezen naar de
CRC-keten, al is er wel overlap
tussen beide trajecten. Van Kouwen: ‘Mensen bij wie symptomen
optreden die mogelijk veroorzaakt worden door colorectale
kanker komen bij ons binnen
na een verwijzing door hun
huisarts of door tweedelijns of
interne verwijzingen. Voor deze
patiëntengroep zijn wekelijks
acht plekken gereserveerd op
de MDL-poli en evenzoveel plaatsen voor coloscopieën en uitslaggesprekken. Huisartsen ontvangen een uitgebreide brief met de bevindingen op de CRC-polikliniek, waaronder een eventueel behandeladvies of het afgesproken vervolgtraject binnen het Radboudumc.’
Alle mensen tussen 55 en 75 jaar krijgen (uiteindelijk) een oproep
voor het bvo darmkanker. Hun wordt gevraagd om ontlasting in te
leveren die in een centraal laboratorium wordt onderzocht op de
aanwezigheid van bloed. Van Kouwen: ‘Belangrijk om te weten: het
bevolkingsonderzoek kan voor mensen die behandeld worden voor
colorectale klachten niet dienen als vervanging van de controlebezoeken aan het ziekenhuis.’
Snel van intake tot uitslag
Het Radboudumc heeft voor de intake van mensen met een positieve
bvo-uitslag wekelijks tien plekken beschikbaar op de presedatiepoli.
Van Kouwen: ‘Binnen een week na de intake volgt de coloscopie door
speciaal opgeleide bvo-scopisten en een dag of vier later komt de
patiënt terug voor de uitslag. Daarmee voldoen we ruimschoots aan
de eisen van de screeningsorganisatie die voorschrijft dat tussen
intake en coloscopie maximaal twee weken mogen zitten, waarna
binnen zeven werkdagen het uitslaggesprek moet volgen.'
U verwijst patiënten met de verdenking op colorectaal carcinoom via
ZorgDomein: MDL > rectaal bloedverlies > CRC-keten.
OOGHEELKUNDE/HUISARTSENKRING NIJMEGEN e.o.
Aandacht voor verwijzen versnelt traject Oogheelkunde
Sneller een diagnose voor hun gezamenlijke patiënten, dat is wat de afdeling
Oogheelkunde en de Huisartsenkring Nijmegen e.o. willen. Een kort overleg bleek
voldoende om twee belangrijke verbeterpunten in verwijstrajecten te benoemen.
Huisarts Peter van de Rijt zat namens de
Huisartsenkring met Oogheelkunde om
tafel: ‘De polikliniek Oogheelkunde heeft
verschillende agenda’s om eerstelijns en
tweedelijns verwijzingen in te plannen. Die
verdeling is bedoeld om mensen zo snel
mogelijk van een diagnose te voorzien. In de
praktijk blijken die verschillende poli-agenda’s echter ook voor vertraging te kunnen
zorgen.’
'Wachttijd voor
eerstelijnsverwijzing
loopt onnodig op'
Second opinion
Dat gebeurt vooral bij second opinions. Van
de Rijt: ‘Patiënten voor wie een herbeoordeling of specialistischer consult nodig is,
horen thuis op de agenda voor tweedelijns
verwijzingen en zijn dus sneller aan de beurt
als zij worden doorverwezen door de behandelend oogarts. Dit blijkt onder huisartsen
nog onvoldoende bekend, waardoor de
wachttijd voor feitelijke eerstelijnsverwijzingen – én die voor second opinions – onnodig
oploopt.’
Visusmeting
Een tweede verbeterpunt ligt bij de patiënten
met visusklachten, anders dan acute visusdaling. De afdeling Oogheelkunde vraagt
huisartsen om vóór verwijzing een visusmeting te laten uitvoeren door een opticien of
optometrist. Van de Rijt: ‘De opticien kan
een refractieprobleem prima beoordelen en
de optometrist is meestal goed in staat om
een onderscheid te maken tussen refractie
of cataract en een retinaprobleem. De uitkomst van de visusmeting kunnen mijn collega’s en ik dan toevoegen aan de verwijzing
of meegeven aan de patiënt. Op die manier
komen specialist en huisarts samen sneller
tot diagnose en behandeling.’
5
Snellere diagnose en behandeling voor
patiënt Oogheelkunde:
•Second opinion aanvragen via behandelend oogarts -> minder belasting
spreekuur reguliere eerstelijns verwijzingen
•Visusmeting bijvoegen bij verwijzing
van patiënt met visusklachten
De afdeling Oogheelkunde raadt huisartsen aan om zorgvuldig te bepalen
of verwijzing naar het Radboudumc
noodzakelijk is. Oogarts Sander Keijser:
‘Helaas zijn de wachttijden bij ons vrij
lang; voor orthoptie en strabisme zijn die
bijvoorbeeld opgelopen tot zes maanden. Wij staan vanzelfsprekend graag
klaar voor onze patiënten, maar voorkomen liefst lange wachttijden. De huisarts moet dus zorgvuldig afwegen wat
voor de patiënt het beste is: verwijzen
naar het Radboudumc of kiezen voor een
ander centrum, bijvoorbeeld voor een
collega-instelling waar de patiënt voor
andere problematiek al onder behandeling staat.’
LONGZIEKTEN/UCCZ
Verbeterde sneldiagnostiek astma en COPD
UCCZ Dekkerswald startte twee jaar
geleden met sneldiagnostiek voor patiënten met COPD. Dit traject, dat patiënten snel duidelijkheid biedt over diagnose en behandelmogelijkheden, is nu
vernieuwd, vertelt longarts Jeanine Antons.
Op welke punten is de sneldiagnostiek
vernieuwd?
‘De diagnostiek is uitgebreid met een longfunctietest waarmee we inzicht krijgen in
de mate van dynamische hyperinflatie.
Uit recent onderzoek weten we dat dit een
belangrijke oorzaak kan zijn van kortademigheid die om een specifieke interventie
vraagt. Daarnaast stellen we de fysieke activiteit in het dagelijks leven van patiënten
vast. Veel patiënten met astma en COPD gaan
namelijk minder bewegen, wat bijdraagt aan
de ziektelast die zij ervaren. Hun fysieke
activiteit meten we gedurende een week met
behulp van een movemonitor – anamnese of
een vragenlijst geven hierin geen betrouwbaar inzicht, is uit wetenschappelijk onderzoek bekend. Verder is het sneltraject toegankelijk gemaakt voor mensen met astma.
Maar de belangrijkste aanpassing is dat we
nog meer inzetten op het activeren van de
patiënt voor zelfmanagement.’
Waarom is het traject aangepast?
‘We weten steeds meer over de complexiteit van de ziektelast van COPD en astma en
ook onze kennis over de factoren die een rol
kunnen spelen, nemen snel toe. Daarnaast
groeit het besef dat zelfwerkzaamheid van
de patiënt gezondheidswinst kan opleveren.
Een essentieel onderdeel van de begeleiding, ook in de tweede lijn, bestaat er dan
ook uit patiënten aan te zetten om zelf actief
met hun ziekte en gezondheid aan de slag
te gaan.’
Hoe activeren jullie de patiënt?
‘We bespreken alle informatie die uit de
diagnostiek voortkomt uitvoerig met de
patiënt. Hiervoor hebben we het aantal consulten van de longarts en longverpleegkundige verdubbeld van twee naar vier en zijn
Doelen van de sneldiagnostiek:
•inzicht verkrijgen in de ziektelast van
de patiënt en de factoren die hierin een
rol spelen;
•de patiënt activeren voor zelfmanagement;
•een kort traject in de tweede lijn met
snelle terugplaatsing naar de eerste
lijn bij lichte en matige ziektelast (circa
80 procent van de patiënten).
Onderzoek door longfunctieanalist
de consulttijden verlengd naar 45 minuten.
Tijdens de consulten geven we de patiënt
inzicht in zijn of haar ziektelast en met name
in de gedragsfactoren die mogelijk een rol
spelen. Met toepassing van motiverende
gesprekstechnieken en het shared decision
model komen we zo tot een individueel zorg-
Huisartsen kunnen patiënten verwijzen
naar de sneldiagnostiek in het UCCZ via
ZorgDomein (Radboudumc, locatie UCCZ
Dekkerswald, Groesbeek). Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jeanine
Antons: [email protected] of
(024) 685 97 74.
Netwerk in oprichting
‘We zetten nog meer
in op het activeren
van de patiënt’
plan. De patiënt krijgt dit plan mee naar huis
en het wordt ook teruggekoppeld aan de
huisarts.’
Terug naar de huisarts
Het leeuwendeel van de patiënten wordt
na de sneldiagnostiek direct terugverwezen naar de huisarts, “met een rugzakje vol
gereedschap en adviezen”. ‘Een aantal patiënten adviseren wij het poliklinische, multidisciplinaire longrevalidatieprogramma van
Dekkerswald te volgen, uiteraard in overleg
met de huisarts. Daarna worden ook deze
patiënten terugverwezen naar de huisarts’,
besluit Antons.
6
De zorg voor patiënten met COPD leent
zich bij uitstek voor een transmurale,
multidisciplinaire aanpak. De afdeling
Longziekten van het Radboudumc/UCCZ
Dekkerswald heeft het initiatief genomen om hiervoor een model te ontwikkelen (COPD-net). Voor de ontwikkeling
en het testen van het model wordt
momenteel samenwerking gezocht met
de eerste lijn in de regio Nijmegen.
Bewegingswetenschapper Alex van ’t
Hul: ‘Sneldiagnostiek voor COPD-patiënten moet geen geïsoleerd product zijn,
maar onderdeel van onze gezamenlijke
zorg. De huisarts heeft daarin terecht
een steeds grotere rol. Waarom zouden
wij een patiënt vier keer per jaar vragen naar de poli te komen als hij voor
die zorg net zo goed – of beter – bij de
huisarts terecht kan? De tweede lijn kan
zich dan verder verdiepen in integrale
diagnostiek. Het COPD-net in oprichting bekrachtigt deze samenhangende
samenwerking.’
ORTHOPEDIE
Patellaluxatie lastig te diagnosticeren
Onderzoekers Pleun Hemelaar en Isa van Dord spraken met
jonge meiden en jongens met aangeboren patellaproblematiek.
Kernvraag: welk medisch traject hadden zij achter de rug toen ze
zich meldden op de polikliniek Orthopedie van het Radboudumc?
‘Wat is dat toch
met die knie?’
Uit de gesprekken bleek dat de jongeren vaak een lange weg hadden afgelegd, soms van wel meer dan acht jaar. Hemelaar: ‘Zeker
bij jonge mensen, die van alles willen, heeft een lang medisch
traject een grote invloed op hun leven. In enkele gevallen leidde
dat zelfs tot depressies.’
De patiënten wezen vier belangrijkste oorzaken aan: (verdenking) aangeboren patellaluxatie moeilijk te diagnosticeren door
huisarts of perifeer ziekenhuis, niet geslaagde operatie in perifeer ziekenhuis, lange wachttijden en problemen met doorverwijzingen. Van Dord: ‘Door huisartsen te laten zien hoe zij de diagnose beter kunnen stellen, hoopt onze afdeling het traject voor
de jongeren te verkorten: winst voor iedereen.’
Een duidelijke klacht en een snelle diagnose, zo werkt het
doorgaans niet bij patellaluxaties door een aangeboren afwijking: het is geen sinecure de wat diffuse symptomen te
vertalen naar de juiste diagnose. Daarom duurt het soms
lang voordat patiënten met een afwijkende anatomische
knie-structuur op de poli van orthopeed Albert van Kampen
verschijnen. ‘Begrijpelijk dat het niet een-twee-drie tot een
verwijzing komt, maar jammer is het wel. Huisarts en orthopeed kunnen hun patiënten samen sneller helpen.’
Aangeboren afwijkingen aan de knieschijf komen het vaakst voor bij
vrouwen; hun klachten ontstaan meestal op relatief jonge leeftijd,
als ze tussen de 12 en 16 jaar oud zijn. Vaak kunnen ze hun probleem
niet verder toelichten dan ‘er is iets raars met mijn knie’ of ‘af en toe
zak ik er zomaar doorheen’.
•Patella-femurale afwijking vaststellen/uitsluiten: knie actief laten
buigen vanuit gestrekte (liggende) houding om te bepalen of de
knieschijf goed ‘in het spoor’ loopt. Als de knieschijf helemaal van
buiten komt en pas dan in het spoor schiet (soort van subluxatie)
is er mogelijk sprake van een patella-femurale afwijking.
Gericht lichamelijk onderzoek
Definitieve diagnose en behandeling
Van Kampen: ‘Aan de huisarts de schone taak de oorzaak van ‘vage’
knieproblemen bij die jonge vrouwen te achterhalen. Een (mogelijk)
aangeboren afwijking ligt niet voor de hand, maar is voor huisartsen
wel degelijk te detecteren: wie een afwijkende anatomische structuur wil vaststellen of uitsluiten, kan een aantal specifieke onderzoeken uitvoeren. Deels zijn die natuurlijk bekend bij de huisarts, deels
misschien ook niet. Daarom zet ik ze graag even op een rij:
Om de diagnose met zekerheid te stellen, is specifiek röntgenonderzoek nodig. Van Kampen: ‘Dat betekent dat de huisarts bij een vermoeden van aangeboren anatomische afwijkingen van de knieschijf
altijd zal moeten doorverwijzen naar een ziekenhuis. En als het vermoeden klopt, is een operatieve ingreep de enige oplossing om de
anatomische structuur te reconstrueren.’
Reconstructie vergt ervaring en specifieke knowhow, vertelt Van
Kampen: ‘Niet ieder ziekenhuis heeft die kennis en kunde in huis,
niet iedere operatie slaagt. Wij zien daarom ook mensen die vanuit
de periferie worden doorverwezen.’
•Luxabiliteit beoordelen met vergelijkend knie-onderzoek van beide
knieën door palpatie van de patella van mediaal naar lateraal.
Daarbij kan tevens het apprehension sign (teken van luxatieneiging en onwillekeurige spieraanspanning ) worden beoordeeld.
•Hoogstand vaststellen/uitsluiten: knie 90 graden buigen en beoordelen of de rand van de knieschijf op de hoogte van het femur van
het bovenbeen staat. Als de rand duidelijk uitsteekt, is er sprake
van hoogstand.
U verwijst uw patiënten door via ZorgDomein > Orthopedie >
gewrichtsaandoeningen > knie.
AMALIA KINDERZIEKENHUIS
Landelijk nummer voor overleg
over verstandelijke beperkingen
Speciale poli voor kinderen met
ontwikkelingsachterstand
Per 1 januari 2015 vervallen de zorgzwaartepaketten 1 en 2 en
een gedeelte van pakket 3. Cliënten die nu nog onder de AWBZ
vallen, komen dan in de WMO. Zij gaan zelfstandig wonen en
gebruikmaken van reguliere zorg in de wijk. Omdat mensen met
verstandelijke beperkingen vaak te maken hebben met specifieke gezondheidsproblemen, is de verwachting dat huisartsen
en specialisten vaker deskundig overleg willen voeren of willen
doorverwijzen naar een AVG. De AVG is geen vervanging van de
eigen huisarts, maar heeft een aanvullende en consulterende rol.
Advisium, het expertisecentrum van ’s Heeren Loo Zorggroep
heeft een landelijk telefoonnummer ingesteld voor (huis)artsen die over hun patiënten willen overleggen: 0800-3 55 55 55.
De afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc is
gevraagd het effect van dit nummer te onderzoeken.
Het Amalia kinderziekenhuis van het Radboudumc is gestart
met een speciale poli voor kinderen met een ernstige, onbegrepen ontwikkelingsachterstand of verstandelijke beperking.
Deze zogeheten Koala-poli vindt één keer per maand plaats en
moet leiden tot het sneller stellen van een diagnose en een toename van het aantal diagnoses bij deze kinderen.
Kennis gebundeld
Tijdens de Koala-poli zien artsen de kinderen gezamenlijk. Er
zijn in elk geval een algemeen kinderarts en een klinisch geneticus aanwezig en indien nodig ook een kinderneuroloog of een
kinderarts gespecialiseerd in stofwisseling. Dit voorkomt dat
ouders steeds opnieuw hun verhaal moeten vertellen en zelf
op zoek moeten naar de juiste specialist voor de diagnose en
behandeling van deze complexe problematiek. Reguliere kinderartsen verwijzen de kinderen door naar de Koala-poli.
U kunt met uw vragen over uw patiënten met verstandelijke
beperkingen ook terecht bij de AVG van UGC Heyendael: ugc-heyendael.praktijkinfo.nl of De Praktijk Nijmegen (088) 779 50 20.
7
deskundigheidsbevordering
•12 december Ten voeten uit
Aan het eind van de dag kent de voet geen raadselen meer voor u
en kunt u met uw voetpatiënten weer prima uit de voeten.
•10 september Gebruik alarmsignalen en de ESAT - Vroegsignalering van autismespectrumproblematiek
Herkennen van signalen van autismespectrumstoornis (ASS) bij
jonge kinderen met behulp van de ESAT-vragenlijst. Zicht op diagnostiek en doorverwijzingstraject.
•17 september Bijzondere bekwaamheid oogheelkunde voor huisartsen
Reeks van zeven avonden. Opleiding tot CHBB-erkenning Oogheelkunde.
•19 september HA!Radboud
Alumnibijeenkomst voor alle Radboudumc-opgeleide huisartsen.
•Pijn en last bij tumoren
Onderwijscyclus door PAO Heyendael i.s.m. het expertisecentrum Pijn en Palliatieve Geneeskunde van het Radboudumc en het
Rijnstate Ziekenhuis.
- 25 september – Pijn en last bij prostaatcarcinoom
- 18 december – Pijn en last bij longcarcinoom
•Avondcyclus JGZ
- 29 september – Populaire (hard) drugs
- 27 oktober – Astma en allergieën
- 24 november – Pervasieve ontwikkelingsstoornissen
•2 oktober 23e Nascholingsdag voor Verloskundigen en Huis­
artsen
Nascholing in het teken van bekkenproblematiek.
•3 oktober Huisarts en gender
Workshops over thema’s gender- en sekseverschillen bij geneesmiddelen, alcohol, adolescenten en geweld en communicatie/
omgaan met problemen.
•8 oktober Ouderenpsychiatrie: de koppen bij elkaar en de handen ineen
De thema’s: depressie, angststoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en verslavingsproblematiek.
•10 oktober 4e conferentie IQ healthcare: Nothing about me without me – Waar is de patiënt in de zorg?
De stelling van de dag: als we beter naar de patiënt luisteren,
excelleert de zorg.
•16 oktober Chronische pijn en Palliatieve zorg
Laatste van een reeks Practical sessions Dekkerswald. Van 16.00
tot 18.00 uur.
•16 oktober iPrevent Symposium: infectiepreventie in de ouderenzorg
Het symposium presenteert een overzicht van BRMO’s, de nieuwe
richtlijnen en recente ervaringen uit de praktijk.
•11 december Kopzorgen: hoofdproblematiek en ouderengeneeskunde
In deze cursus komen twee belangrijke kopzorgen aan bod: oogheelkundige problematiek (ochtend) en oorheelkunde (middag). U
kunt zich separaat voor het ochtend- of het middagdeel inschrijven.
www.paoheyendael.nl
PRIJZEN EN BENOEMINGEN
Op vrijdag 6 juni gaf prof. dr. Jan Willem Leer zijn afscheidscollege.
Sinds september 1998 was hij hoogleraar en hoofd van de afdeling
Radiotherapie van het Radboudumc. Leer wordt per 1 augustus
opgevolgd door dr. Philip Poortmans. Poortmans is sinds 1991 verbonden aan Instituut Verbeeten (Tilburg, Breda, Den Bosch), een
topklinisch ziekenhuis gespecialiseerd in radiotherapie en nucleaire geneeskunde.
Prof. dr. Kees Noordam houdt op 27 juni zijn inaugurele rede
‘Samen: het beste voor het kind’. Noordam is kinderarts en vanaf
1996 als staflid verbonden aan de afdeling kindergeneeskunde.
Sinds 2012 is hij hoofd van die afdeling. Zijn aandachtsgebied is
de kinderendocrinologie, met name groeihormoonbehandeling en
kinderdiabetes.
Prof. dr. Aart Schene is met ingang van 1 januari 2014 benoemd tot
hoogleraar Psychiatrie. Schene was tot zijn benoeming in Nijmegen
hoogleraar psychiatrie aan de UvA en hoofd Stemmingsstoornissen
van het AMC in Amsterdam.
Onderzoekers Quirijn de Mast (Interne geneeskunde) en Arnt
Schellekens (Psychiatrie) hebben op 16 mei de eerste Personalized Healthcare Grant van het Radboudumc gewonnen, waarmee zij
onderzoek kunnen doen naar een individuele behandeling van HIV.
Het Radboudumc reikt de Grant uit om onderzoek naar persoonsgerichte zorg te stimuleren.
Prof. dr. Jelle Goeman (Biostatistiek, Health Evidence), dr. ir. Sander
Leeuwenburgh (Biomaterialen, Tandheelkunde) en dr. Taco Kooij
(Parasitologie, Medische microbiologie) ontvangen een Vidi uit de
Vernieuwingsimpuls van de NWO (maximaal 800.000 euro) om een
vernieuwende onderzoekslijn te ontwikkelen en een eigen onderzoeksgroep te bouwen.
De afdeling Reumatologie van het Radboudumc heeft het predicaat ‘Centre of Excellence in Rheumatology’ ontvangen. Deze
onderscheiding wordt toegekend door de EULAR (European League
Against Rheumatism) voor de duur van vijf jaar.
De afdeling Cardiologie verrichtte in mei de 300e cryoablatie.
COLOFON
Radboud actueel wordt vier keer per jaar namens alle afdelingen van het Radboudumc gratis verspreid onder huisartsen Redactieraad
Mirjam Claessens, Freek Kinkelaar, Wim van der Meer, Yvonne Schoon, Carel Veldhoven Redactie Ingeborg Hakstege (Ipscript Tekstbureau),
Jolanda van den Braak Tekst Fotografie Radboudumc, Willem van Gerwen Vormgeving Puntkomma Nijmegen Druk Deltabach Grafimedia,
Nieuw-Vennep. Oplage: 4.800 Redactieadres Radboudumc, t.a.v. Radboud actueel, Huispost 911, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen,
* [email protected] Abonnementenregistratie en aanmelding digitale nieuwsbrief * [email protected]
www.radboudumc.nl/informatievoorverwijzers/huisarts
8