België – Belgique P.B. – P.P. 2800 Mechelen 1 BC 7215 Kantoor van afgifte: 2800 Mechelen 1 P 309638 Nieuwsbrief Mossen en Lichenen - Planten - Paddenstoelen 2014 – 13e jaargang nr. 3 - september Verschijnt driemaandelijks Afzendadres: Coxiestraat 11 2800 Mechelen [email protected] www.natuurpunt.be V.u. Chris Steenwegen. Coxiestraat 11, 2800 Mechelen Deze nieuwsbrief wordt gratis toegestuurd aan alle geïnteresseerden. Wens je lid te worden van één van de werkgroepen en/of de nieuwsbrief op regelmatige basis te ontvangen, stuur dan een mailtje naar [email protected] Wens je de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, geef dan een seintje. Veel leesplezier! De volgende nieuwsbrief zal in december verschijnen. Artikels en kalenders kun je tot 20 november insturen. Wil je ons financieel steunen dan kan dat. Giften vanaf 40€ zijn fiscaal aftrekbaar. Storten kan op rekening nr.: 230-0524745-92 met vermelding van de volgende projectnummers: - Natuurstudie algemeen ........... 2000 - Plantenwerkgroep ................... 2351 - Paddenstoelenwerkgroep ....... 2301 - Mossenwerkgroep .................. 2201 2 INHOUD Annelies is de nieuwe werkgroepencoördinator 4 Notaboekjes vol waarnemingen 4 Nieuwsbrief Mossen & Lichenen Excursieverslagen VWBL 7 Nieuwsbrief Planten Gorteria 36-4-6 14 Vademecum invasieve uitheemse planten 14 FON op stap in 2014 – verslagen 15 Nationale werkgroep botanie op verlof in de Schwäbische alb 25 Plantenwerkgroep Natuurpunt Antwerpen stad 29 Plantenwerkgroep Vlaamse ardennen plus 31 Plantenwerkgroep Gent op stap in 2014 32 Excursieverslagen C6 35 Semo op excursie 36 Plantenwerkgroep Leucojum – Afdeling Natuurpunt De Wielewaal 39 Nieuwsbrief Zwammen Paddenstoelwandelingen voor iedereen 43 Paddenstoelenwerkgroep Westhoek 46 Brugse mycologische Werkgroep 47 Programma Mycologia 2014 47 Paddenstoelenwerkgroep Natuurpunt De Bron 47 Paddenstoelenwerkgroep “De Takruitertjes 48 Paddenstoelenwerkgroep Vlaamse ardennen plus 48 Paddenstoelenwerkgroep Zwamvlok 49 Paddenstoelenwerkgroep Schijnvallei 49 Paddenstoelenwerkgroep Mycoflora 49 Zwammenwerkgroep Zuidwest-Brabant 49 3 Annelies is de nieuwe werkgroepencoördinator Hebben jullie zin in Natuur.Studie? Mijn naam is Annelies Jacobs en sinds 1 augustus ben ik aan de slag als werkgroepencoördinator bij Natuurpunt Studie. Ik kom uit het Mortselse waar ik enthousiast vrijwilliger ben bij de lokale Natuurpuntafdeling. Regelmatig ga ik nabij of veraf op pad voor het beter leren kennen van verschillende soortgroepen. De natuurstudiewerkgroepen vormen dé plek bij uitstek om elkaar te vinden rond een bepaald thema, project, soortgroep of regio. Vrijwilligers verzamelen dagelijks vele honderden waarnemingen over het voorkomen en de verspreiding van soorten in Vlaanderen. Die kennis is van onschatbare waarde voor het beheer en behoud van onze gebieden. Ik wens jullie alvast een fantastische nazomer op natuurstudievlak. Voor vragen of ondersteuning rond de werkgroepen kan je bij me terecht op dit mailadres: [email protected]. Tot binnenkort! Notaboekjes vol waarnemingen Heb jij ook nog een heel archief aan oude waarnemingen liggen? Wie oude waarnemingen uit notitieboekjes wil toevoegen, doet dit best via de normale invoerschermen van www.waarnemingen.be. Oude waarnemingen die al in Excel-bestanden of databanken ingevoerd werden, kunnen in veel gevallen automatisch toegevoegd worden aan waarnemingen.be. Je moet wel opletten dat deze waarnemingen nog niet zijn toegevoegd aan waarnemingen.be of een andere databank of digitaal invoerportaal van Natuurpunt. Het toevoegen van een grote hoeveelheid waarnemingen vraagt wel wat programmeerwerk van de databankbeheerders, dus we doen dit pas vanaf meerdere honderden waarnemingen. Voor meer info over toevoegen van oude planten- of paddenstoelwaarnemingen kan je terecht bij [email protected] 4 MOSSEN & LICHENEN 5 Werking Mossen en Lichenen Artikels & info Roosmarijn Steeman (015/29.72.22) – Natuurpunt Studie Coxiestraat 11, 2800 Mechelen Educatie Hans Vermeulen (014/47.29.50) – Natuurpunt Educatie Graatakker 11, 2300 Turnhout Werkgroepen Natuurpunt Planten-, mossen- en zwammenwerkgroep Schijnvallei. Wekelijkse excursies met inventarisaties van natuurgebieden in de regio. Meer info bij [email protected] of naar [email protected]. Je kan ook bellen voor informatie naar het secretariaat van Natuurpunt Schijnvallei op nummer 03 354 55 06. Mossen – en lichenenwerkgroep de Haarmutsjes We zijn geen "specialisten" maar een groep enthousiastelingen die met vallen en opstaan en onder het motto (zoals een lid van de werkgroep het mooi formuleerde) "al doende leert men" zich in de materie willen verdiepen.De werkgroep is actief in het Scheldeland en Waasland. Meer info: Lou Roelandt [email protected] Vlaamse Werkgroep Bryologie en Lichenologie (VWBL) De werkgroep heeft tot doel om de studie van de Bryologie en Lichenologie in Vlaanderen te bevordereren. Als voornaamste activiteit worden excursies in België en in het buitenland gehouden waarop de flora van de bryofyten (bladmossen, levermossen en hauwmossen) en van de lichenen (korstmossen) wordt geïnventariseerd en bestudeerd. Er worden ook determinatiedagen ingericht. Meer info: http://www.plantenwerkgroep.be/?view=25 6 Vlaamse werkgroep Bryologie & Lichenologie (VWBL) Verslag van de voorjaarsactiviteiten 2014 Patrik Oosterlynck, Geert Raeymaekers en Herman Stieperaere (red.) Velaertbos en De Beemden, Wolvertem (Meise, Vlaams-Brabant) – 8 maart Deze eerste uitstap van de Vlaamse bryologen in 2014 was een bijna exacte herhaling van een VWBLactiviteit in mei 1999 (Stieperaere 2000). Zoals toen bekeken we ’s morgens het gemeentebos De Velaert, als natuurreservaat beheerd door Natuurpunt. Al direct ontwaarde Dirk op kleine kluiten leem, rond een ingegraven paal van een raster, enkele pioniers: Klein kortsteeltje (Pleuridium acuminatum) en Kleipeermos (Pohlia melanodon). Thuis vond Herman ook nog Geelknolpeermos (Pohlia lutescens) met zijn karakteristieke rhizoidgemmen. Mooie populaties van Klein snavelmos (Oxyrrhynchium pumillum) werden aangetroffen op de oeverwal van de beek. Vrijwel alle naaldhout is verwijderd en er waren nauwelijks oude stronken en stobben. Het bos werd nijver afgezocht, maar verschillende soorten die wij 15 jaar geleden vonden, zagen we niet terug zoals: Gewoon knopjesmos (Aulacomnium androgynum), Boskronkelsteeltje (Campylopus flexuosus) en Viertandmos (Tetraphis pellucida). Dit zijn allemaal soorten van zuur, rot hout. Spatelmos (Homalia trichomanoides) was dan weer vrij veel te vinden op de boomvoeten van soorten met een rijkere schors zoals de essen langs de beek. In het totaal zijn nu op twee bezoeken 71 soorten in het Velaertbos gevonden, waarvan 8 levermossen. Blijkbaar waren we nu iets actiever en vonden 61 soorten, 15 meer dan in 1999. Toch zijn 10 soorten alleen toen gevonden. Zoals vorige keer aten we de middagboterhammen in café De Lindeboom in Imde. Daarna bekeken we de bossen in de beemden. Hier kocht Natuurpunt verschillende graslanden, maar die werden niet bekeken. Deze bossen zijn veel armer dan Velaertbos. Het zijn grotendeels recente populierenbossen op oud valleigrasland en de zuurdere bodems ontbreken vrijwel. Het was zoeken naar goede bomen met epifyten: veel jonge bomen zijn (illegaal?) gekapt of door beschaduwing afgestorven. Maar een grote Wilg aan en boven de vijver maakte veel goed, vooral nadat iemand zich boven het water waagde. Er werden zes Haarmuts-soorten (Orthotrichum) gevonden, maar Gekroesde haarmuts (O. tenellum) werd niet teruggezien. Dit werd gecompenseerd door Broedhaarmuts (O. lyellii) die we, ook in het Velaertsbos, in 1999 niet zagen. Op de hele dag werden 18 epifyten gezien, maar op Broedhaarmuts na werden dit jaar geen nieuwe epifyten gevonden. De verveling sloeg vlug toe, ook omdat we door de hoge waterstand de afloop van de vijver stroomafwaarts niet konden bekijken. Vorige keer vonden we hier nog Kegelmos (Conocephalum conicum s.l.) en Lippenmos (Chiloscyphus pallescens); staan die hier nog? We vonden dan ook aanzienlijk minder soorten dan in 1999: nu 35 (met slechts 5 levermossen), toen 49 soorten (met acht levermossen). Maar we noteerden toch acht soorten bij, wat het totaal voor de Beemden met twee excursies op 58 soorten brengt. Doeveren, Ruddervoorde (Oostkamp, West-Vlaanderen) – 5 april 2014 Vier bryologen en twee belangstellenden van de lokale Natuurpuntploeg begonnen s’ morgens aan de ingang van het Natuurpuntreservaat Doeveren. Het gebied is 57 ha groot en bestaat uit een mozaïek van loof- en naaldbos, historische dreven, graslanden, voormalige akkers en heide. In de oude, dichte heidebebossing was Rhododendron massaal opgeslagen en men probeert deze met man en macht terug te dringen: een hele opgave. Recent zijn grote stukken geplagd en een grote poel gegraven. Omdat de natuurontwikkeling pas in gang gezet is, waren de verwachtingen niet erg hoog, maar het mooie lenteweer hield de moraal hoog. In het bos en langs de dreven werden de gewone soorten gevonden zoals Groot rimpelmos (Atrichum undulatum), Gesnaveld klauwtjesmos (Hypnum cupresiforme) en Heide-klauwtjesmos (H. jutlandicum). De grote verrassing was een soort die sinds 1902 niet meer in België gevonden was en die in het veld 7 niet als dusdanig herkend is. Meer hierover in de volgende Muscillanea later dit jaar. Een oude zandput leverde weinig op, de aangrenzende natte pijpenstrootjesvegetatie was helaas nog niet geplagd. De vrij droge plagplekken met heel jonge heide werden gedomineerd door Klein rimpelmos (Atrichum tenellum) gemengd met jong Groot rimpelmos (A. undulatum), erg verwarrend. Van de haarmossen werden alleen Fraai haarmos (Polytrichastrum formosum) en Zandhaarmos (Polytrichum juniperinum) genoteerd. Een groot stuk weiland dat enkele jaren geleden verworven is, wordt nu verschraald en extensief beweid. De dichte vegetatie was erg mossenarm. Maar de randen van een grote, enkele jaren gelden uitgegraven plas loonden de moeite: Zwart hauwmos (Anthoceros punctatus met de typische grote antheridia), Aardappelknikmos (Bryum bornholmense), Oranjeknolknikmos (Bryum tenuisetum), Groot kortsteeltje (Pleuridium subulatum) en Gewoon broedpeermos (Pohlia annotina). Het gebied is relatief droog en wij zagen weinig wilgen. Er werden dan ook slechts zes epifyten gezien met Bleek boomvorkje (Metzgeria furcata), Gewoon schijfjesmos (Radula complanata) en Gladde haarmuts (Orthotrichum striatum) als de belangrijkste soorten. In het totaal werden een hauwmos, zes levermossen en 49 bladmossen gezien. Niet echt spectaculaire aantallen, maar de heidevegetaties op de plagplekken zullen zich zeker nog verder ontwikkelen. ‘s Middags moesten twee deelnemers ons verlaten. De vier overblijvers aten hun boterhammen in de hoeve Pierlapont in Loppem tussen joelende kinderen die de hele morgen verjaardagsfeestjes hadden gevierd, best gezellig. Toen we vertrokken stonden de volgende groepen al aan te schuiven. Op vraag van onze natuurpuntgids, beken we daarna het retentiebekken op de Kerkebeek in Loppem (Zedelgem, West-Vlaanderen). De verwachtingen waren niet erg hoog gespannen: het gebied komt immers enkele keren per jaar onder het voedselrijke beekwater te zitten. De verrassing was compleet: enkeldiep, helder water met velden Pilvaren en massaal veel Oermos (Archidium alternifolium). Daarnaast vonden wij nog Moerassikkelmos (Drepanocladus aduncus; erg variabel, maar het bleef bij dit ene sikkelmos), Gewoon plakkaatmos (Pellia endiviifolia), Gewoon moerasvorkje (Riccardia chamaedryfolia) en een enkele pol Beekstaartjesmos (Philonotis fontana). Bufferbekken Kerkebeek, Dirk en Herman in de weer. (Foto Bram D’hondt). 8 Tegen de beek was een stuk veen blootgelegd. Hier groeiden o.a. Smal watervorkje (Riccia canaliculata, buiten de Kempen zeer zeldzaam), Grof draadmos (Cephaloziella hampeana), Lichtrandmos (Jungermannia gracillima) en Grijs kronkelsteeltje (Campylopus introflexus). Na dit schitterende beekmoeras (24 soorten, waarvan 7 levermossen) was de fut er wat uit en had niemand echt zin om nog het grote bosgedeelte van Doeveren aan de overzijde van de snelweg te bekijken. Abdij Ter Kameren en Ter Kamerenbos, Brussel - 26 april Er stonden twee gebieden op de agenda, de Abdij van Ter Kameren in de voormiddag en het Terkamerenbos in de namiddag. De Abdij van Ter Kameren ligt in een vallei (bron van de Maalbeekvallei) aan de zuidrand van de stad Brussel. Aansluitend bevindt zich het Terkamerenbos, een bos met parkallures, dat aansluit op het Zoniënwoud. Oorspronkelijk was de excursie voor begin maart gepland, maar ‘door omstandigheden’ verdaagd. Hierdoor waren de bloemperken van de abdijsite reeds beplant en was een belangrijk deel van de mosflora (de voorjaarsflora) niet op de afspraakQ Een opsteker was dan wel dat een aantal nieuwe leden voor deze excursie opdaagden. De beperkte mosflora bood dan de mogelijkheid om de nieuwkomers de nodige basiskennis bij te brengen; ook een taak van de werkgroep. Op muurtjes en stenen substraten werden de verwachte soorten geïnventariseerd: Gewoon muursterretje (Tortula muralis), Broeddubbeltandmos (Didymodon rigidulus), Kleismaragd-steeltje (Barbula unguiculata), Q.. Tussen de grassen groeide: Gerimpeld boogsterrenmos (Plagiomnium undulatum), Fijn laddermos (Kindbergia praelonga), Gewoon puntmos (Calliergonella cuspidata), Q dus geen bijzonderheden. Een aantal knikmossen (Bryum) met knolletjes moeten nog gedetermineerd – mogelijk levert dat nog wat meer op, zoals ook een extra bezoek later op het jaar of in het voorjaar. Terwijl we de groep lichenologen achterlieten (die meldden naderhand wel een aantal interessante vondsten op de vele alleenstaande bomen van het Abdijpark), staken een vijftal bryologen de Louizalaan over richting Terkamerenbos. In dit beukenbos groeide op de leemgrond langs de paden opvallend veel Klein snavelmos (Oxyrrrhynchium pumilum). Op de zure basis van de beuken veel Groot rimpelmos (Atrichum undulatum), Gewoon pluisjesmos (Dicranella heteromalla) en Fraai haarmos (Polytrichum formosum). Een wat interessantere vondst was Slankmos (Leptobryum pyriforme). De excursie werd afgesloten bij een grote kunstmatige rotspartij, de basis van een brug over een dal in het bos met aan de basis veel Halvemaantjesmos (Lunularia cruciata), maar ook Gewoon viltsterrenmos (Rhizomnium punctatum) en een klein vedermos (Fissidens dubius?). Aronsthoek en Warandebos, Geetbets-Rummen (Vlaams-Brabant) – 17 mei Op deze stralende voorjaarsdag hadden we afspraak in een voor velen onbekende, maar befaamde uithoek van vochtig Haspengouw: Aronsthoek in de Getevallei. Onbekend onbemind? Slechts drie leden van de VWBL werden ontvangen door Natuurpunt regioconsulent Kevin Lambeets om voor het eerst op bryologische verkenning te gaan in het zwarte gat genaamd E6-13-14. We waren hier op uitnodiging van Natuurpunt die wel eens wou weten of hun percelen met ondermeer Voszegge (Carex vulpina), Schildereprijs (Veronica scutellata) en Aardbeiklaver (Trifolium fragiferum) ook een waardevolle mosflora herbergen. Het is echter een ongeschreven regel dat natte graslanden op voedselrijkere bodemtypes slechts zelden een bryoloog op de knieën krijgen. Omdat vooroordelen er zijn om doorbroken te worden en omdat historisch permanent zilverschoongrasland zeker geen alledaagse kost is, werd er toch nauwkeurig gespeurd naar de aanwezige soorten in de Segeraatweide. Opvallend was dat het perceel er bijzonder ruig bij lag ondanks een begrazing met Galloway runderen. Dit is uiteraard 9 voor vaatplanten maar ook voor mossen zeker geen optimale situatie. De bedekking van mossen was bijgevolg zeer laag maar we kunnen toch enkele leuke waarnemingen vermelden: Gewoon sikkelmos (Drepanocladus aduncus), Gewoon knikkertjesmos (Physcomitrium pyriforme), Moerassnavelmos (Oxyrrhynchium speciosum), Hartbladig puntmos (Calliergon cordifolium) en Kleipluis-draadmos (Hygro-amblystegium humile). Gewoon sikkelmos is een algemene soort van moerassige standplaatsen. Het is relatief indifferent aan basenrijkdom maar wel indicatief voor een goede hydrologische huishouding ter plaatse met (tijdelijk) zeer hoge waterstanden in de komgronden. De soort wordt in de Segeraatweide eerder spaarzaam aangetroffen op plekken waar de vegetatie nog niet te ruig staat. Het is dan ook een lichtminnende soort zoals vele andere Amblystegiaceae zoals Gewoon puntmos (Calliergonella cuspidata), dat er verrassend weinig werd gezien voor dit type milieu en mogelijks aangeeft dat de beheerintensiteit te laag is. Kleipluisdraadmos is een soort die in de Belgische checklist opgenomen is, maar in de Beknopte Mosflora van Nederland en België (Siebel & During 2006) niet onderscheiden wordt en daar opgenomen is in een breed opgevat Oevermos (A. varium). Waarschijnlijk mede daardoor wordt de soort in Florabank maar van 26 locaties vermeld (http://flora.inbo.be geraadpleegd op 27/07/2014). Naar de werkelijke zeldzaamheid en habitatvoorkeuren van deze soort is het dus raden, maar zou het zoals de naam doet vermoeden wel eens een soort van zware poldergronden kunnen zijn en in dat opzicht ook een typische begeleider in zilverschoon- en zilte graslanden? Rond de middag werden we vergezeld door lokale Natuurpunters Iwan Lewylle en Kurt Boux die ons eerst vanaf de brug aan de Melsterbeek een mooi groepje riviergrondels toonden. De focus na de middag lag op epifyten. Het gebied is bijzonder rijk aan natte wilgen-struwelen, extensief begraasde ruigtes met veel oude populieraanplanten. De beheerkeuze in deze delen van het reservaat lijkt voor mossen prima! Al snel viel Uiterwaardmos (Leskea polycarpa) op als een van de meest abundante soorten. Menig boomvoet was volledig gekoloniseerd door grote plukken. Zoals de naam doet vermoeden heeft de soort zijn zwaartepunt in de uiterwaarden van grote rivieren maar ook daarbuiten wordt hij regelmatig aangetroffen in natte bosjes, of zoals hier in het overstromingsgebied van kleinere rivieren. Ook zijn dubbelganger Vliermos (Cryphaea heteromalla) werd gevonden, zij het eerder sporadisch en op minder voor de hand liggende substraten zoals oud sleedoornhout. Daarnaast ook enkele andere ondertussen ‘incontournable’ epifyten zoals Bleek boomvorkje (Metzgeria furcata), Helmroestmos (Frullania dilatata), Gewoon schijfjesmos (Radula complanata), Trompet – en Knotskroesmos (Ulota crispa en Ulota bruchii), Boomsterretje (Syntrichia laevipila) en Boomsnavelmos (Rhyngostegium confertum). Dwarrelend door een prachtig landschap van rozen-, sleedoorn- en wilgenstruwelen werden ondanks de afwezigheid van expert Dirk toch nog 8 soorten Haarmuts opgetekend waarvan de Stompe en de Ruige haarmuts (Orthotrichum obtusifolium en O. speciosum) echt mooie vondsten zijn. Ook vermeldenswaard zijn de minder algemene thalleuze levermossen Blauw- (Metzgeria fructiculosa) en Ruig boomvorkje (Metzgeria temperata). In totaal werden er slechts 46 soorten opgetekend maar het is een gebied dat zeker een tweede bezoek waard is gezien de uitgestrektheid en enkele veelbelovende epifyten. Dat ruikt naar meer! Heibos, Kortenaken (Vlaams-Brabant) – 14 juni Wederom een nobele missie van de werkgroep om hun licht te laten schijnen in één van de bryologisch duistere regionen des lands. Ditmaal naar Zuid-Hageland, meer bepaald het Heibos in Ransberg gelegen in het Velpebekken. Lokaal komt hier in volle leemstreek zand en klei aan de oppervlakte waardoor winternatte, schralere grasland- en heidesituaties voorkomen. Deze zijn in een recent verleden sterk verbost geraakt maar worden door Natuurpunt nu sinds een tiental jaar beheerd in functie van meer open vegetatietypes. Daarnaast bestaat het gebied voornamelijk uit Ferrarisbos (dus al voorkomend op de Kaart van Ferraris ca 1777) met een gradiënt van elzen-essen bos over eikenhaagbeukbos naar armer eikenbos. Regioconsulent Kevin Lambeets was opnieuw van de partij samen 10 met één van de conservators Jaak Geebelen. Er werd gestart aan de zuidzijde van het reservaat, waar recent een bijkomend gedeelte ontbost en geplagd werd, ter restauratie van heischrale vegetaties. Dit leverde na enig speurwerk enkele mooie vondsten op. Wij troffen zowel Grof als Gestekeld goudkorrelmos (Fossombronia foveolata en F. wondrazeckii) op enkele meters afstand van elkaar. Goudkorrelmossen zijn thalleuze levermossen van open zandig of zandlemige vochtige terreinen en dus eerder een rariteit voor de ruime regio. Oranjeknolknikmos (Bryum tenuisetum) is er nog zo eentje die voornamelijk op natuurontwikkelingsterreinen op heel schrale bodems wordt gevonden. Klein rimpelmos (Atrichum tenellum) kon hier natuurlijk niet ontbreken, alsook het minder gewenste Grijs kronkelsteeltje (Campylopus introflexus). Enkele frêle planten Gewoon veenmos (Sphagnum palustre) werden in een veldrusvegetatie aangetroffen samen met Gewoon maanmos (Cephalozia bicuspidata). De dag werd dus veelbelovend ingezet. Het nabijgelegen zure bos met een door Tamme kastanje, Zomereik, Haagbeuk en berk gedomineerde boomlaag, bleek erg pover qua epifyten. Scheef buidelmos (Calypogeia arguta) werd er wel gevonden op de voor hem schijnbaar erg karakteristieke groeiplaats aan de voet van een grachtwandje. Verderop nog wat Viertandsmos (Tetraphis pelucida) en Geklauwd pronkmos (Herzogiella seligeri) op halfrotte boomvoeten. En tenslotte vermelden we nog Groot en Krom platmos (Plagiothecium succulentum en Plagiothecium laetum). Afdalend naar de nattere bosdelen werden in een soortenarm grasland op een molshoop enkele petieterige, op het eerste zicht weinig charmerende mosplantjes gevonden die later als Knolletjesgreppelmos (Dicranella staphylina) en Scharlakenknolknikmos (Bryum klinggraeffii) werden gedetermineerd. Het zijn typische soorten voor open leembodems. In het essenrijke valleibosje werden Helmroestmos (Frullania dilatata), Bleek boomvorkje (Metzgeria furcata), Knots- en trompetkroesmos (Ulota bruchii en Ulota crispa) en Gewoon pronkmos (Pseudotaxiphyllum elegans) aangetroffen. ’s Middags aten we de boterhammen in ‘De Lustige Schutters’, een jagerscafé (!) bij Fernanda, een hoogbejaard, doof dametje dat nijver geholpen werd door haar klanten. Gezellig en waar vind je nog een Duvel voor anderhalve euro? Daarna trokken we naar een schraalland in het noordoosten van het gebied. Dit terrein bleek veel droger dan wat we op het eerste zicht dachten met lokaal wat Geelgroene en Blauwe zegge (Carex demissa en C. panicea). Hier, alsook aan de grote kleiput die we tot slot bekeken, viel bitter weinig boeiends te noteren qua mossen. Teruggekomen aan de wagens en vertrekklaar viel Hermans blik op een recent geruimde gracht langs de Pottelbergstraat met Geel hauwmos (Phaeoceros carolinianus), Gewoon landvorkje (Riccia glauca), Halvemaantjesmos (Lunularia cruciata), Moerasdikkopmos (Brachytecium mildeanum) en Hakig greppelmos (Dicranella schreberiana). Een mooie afsluiter van de dagQ Dankwoord De conservators van de terreinen (Bram Dhondt, Jaak Geebelen, Iwan Lewylle, Q) en regioconsulent Kevin Lambeets voor de begeleiding in de Natuurpunt terreinen. Dirk De Beer hield de soortenlijsten zorgvuldig bij in Wolvertem, Doeveren en Heibos: bedankt Dirk! Geciteerde literatuur Siebel H. & During H., 2006. Beknopte mosflora van Nederland en België. KNNV Uitgeverij. Stieperaere H., 2000.- De mossen van twee bossen in Wolvertem, verslag van de excursie op 8 mei 1999. Muscillanea 20: 28-32. 11 PLANTEN 12 Plantenwerking Natuurpunt In het Vlaamse land zijn tientallen plantenwerkgroepen actief binnen Natuurpunt. Zij organiseren jaarlijks talrijke excursies voor beginners tot gevorderden. Veel plantenwerkgroepen gaan op “streeptocht”. “Strepen” is inventariseren op kilometerschaal (via het ‘IFBL-raster’) met behulp van een streeplijst. De gegevens van deze streeptochten kunnen gebruikt worden in het kader van atlasprojecten. Daarnaast spitsen de meeste werkgroepen zich toe op de studie en inventarisatie van natuurgebieden. Een aantal werkgroepen doen zelfs aan vegetatiekunde door vegetatie-opnames te maken van percelen (met de schaal van Tansley) en/of van permanente proefvlakken (met de schaal van Braun-Blaunquet). Iedereen kan zich bij een werkgroep aansluiten om deel te nemen en bij te leren. Plantenwerkgroepen Floristisch Onderzoek voor Natuurbehoud http://users.skynet.be/fon/ [email protected] Fon-o-foon 0474/35.53.69 Nationale Werkgroep Botanie André Van den Bergh tel. 052/35.05.18 GSM 0472/68.83.35 http://www.plantenwerkgroep.be/?view=6 [email protected] NWB Regionale plantenwerkgroepen Plantenwerkgroep Duinviooltje Plantenwerkgroep Zuid-West-Vlaanderen Plantenwerkgroep Meetjesland Plantenwerkgroep Vlaamse Ardennen plus Plantenwerkgroep Allium-Denderstreek Plantenwerkgroep Zuid-West-Brabant Plantenwerkgroep Oost-Brabant Plantenwerkgroep Thalictrum Plantenwerkgroep Meanderland Plantenwerkgroep C6 Plantenwerkgroep Noord-Limburg De slobkousjes Haspengouwse plantenwerkgroep (HPW) Plantenwerkgroep Voeren Limburgse plantenwerkgroep Lokale plantenwerkgroepen Plantenwerkgroep Brugge Plantenwerkgroep Zomergem Plantenwerkgroep Gent Plantenwerkgroep Bovenschelde – Oenanthe Plantenwerkgroep Scheldeland Plantenwerkgroep Naturelaar – ’s Heerenbosch Plantenwerkgroep Klein-Brabant Plantenwerkgroep Wielewaal (regio Lier) Plantenwerkgroep Beneden-Dijle Plantenwerkgroep Schijnvallei Plantenwerkgroep Voorkempen Plantenwerkgroep Landschap De Liereman Plantenwerkgroep Zuidrand Antwerpen Plantenwerkgroep Westland Plantenwerkgroep Markvallei Plantenwerkgroep Antwerpen Stad Plantenwerkgroep Velpe - Mene NP Hasselt – Zonhoven SAP-clubje Plantenwerkgroep Oude Spoorweg Plantenwerkgroep Beernem Plantenwerkgroep Gete - Velpe Plantenwerkgroep Haacht Plantenwerkgroep Harelbeke –Deerlijk Plantenwerkgroep INZICHT (Zedelgem – Torhout) Plantenwerkgroep Natuurpunt Lanaken 13 Gorteria 36-4-6 Tijdschrift voor onderzoek aan de wilde flora http://www.nationaalherbarium.nl/gorteriaweb/ Gorteria is een Nederlandstalig tijdschrift voor onderzoek aan de wilde flora van Nederland en is bedoeld voor floristen, ecologen, vegetatiekundigen en bewerkers van systematische groepen. Gorteria wordt uitgegeven door het Nationaal Herbarium Nederland (NHN) en de Stichting FLORON. Belangstellenden kunnen zich op Gorteria abonneren. Een abonnement kost € 27,50 per jaar. Afleveringen van Gorteria zijn ook los verkrijgbaar. De redactie van Gorteria verwelkomt met name artikelen met nieuwe determinatiesleutels voor moeilijke of kritische of gemakkelijk verwisselbare plantentaxa, en sleutels naar vegetatieve kenmerken, evenals studies over standplaatsfactoren van bepaalde soorten, bijzondere vindplaatsen, vindplaatsen van zeldzame soorten, of plantengeografisch interessante mededelingen. De artikelen moeten op Nederlandse planten betrekking hebben, maar kunnen daarnaast ook wel grensoverschrijdend zijn. In de nieuwe Gorteria wordt de sectie Corylifolii en verwanten van het genus Rubus in Nederland uitgebreid besproken door B.A. van de Beek. In het kader van het voorbereiden van de checklist van de Nederlandse bramen was er dringend behoefte aan een herziening van de sectie en nieuwe taxa worden beschreven. Verder geven B.A. van de Beek, R.J. Bijlsma, R. Haveman, K. Meijer, I. de Ronde, A.S. Troelstra, & E.J. Weeda de Naamlijst en verspreidingsgegevens van de Nederlandse bramen met bijhorende foto’s van veld- en herbariummateriaal. De nomenclatorische en taxonomische toelichting op de naamlijst wordt gegeven door van de Beek, alsook een systematische sleutel voor de Nederlandse soorten van het genus Rubus. Vademecum invasieve uitheemse planten Het nieuwe vademecum invasieve uitheemse planten bundelt de beschikbare kennis en vertaalt die kennis in praktische richtlijnen voor beheer. Met dit vademecum wil het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) de problematiek van invasieve uitheemse planten in Vlaanderen onder de aandacht brengen en een correct beheer aanmoedigen. Op die manier kan de overlast door invasieve exoten aangepakt worden om zo, samen met doelgroepen en sectoren, te komen tot meer inheemse natuur. Het Technisch Vademecum invasieve uitheemse planten maakt deel uit van een reeks vademecums die het Agentschap voor Natuur en Bos ontwikkelt ter ondersteuning van groenbeheerders. Je kan deze informatie ook gratis raadplegen op de website van http://www.ecopedia.be/exoten/uitheemse_invasieve_planten 14 Fon op stap in 2014 - verslagen Vinger aan de pols in de Demervallei te Betekom zaterdag 24 mei Vooraf Vandaag staat de Demervallei in Betekom op het programma. We bevinden ons in het IFBL-hok D5-4512. Ten noorden van de Demer ligt nog een grote open ruimte met aaneengeslo-ten veldjes die getuigen van het vroeger landgebruik. Van uit deze Demerbeemden zie je zowel de kerk van Betekom als Aarschot. Ten zuiden van de Demer ligt Vorsdonk en het kasteelgoed Nieuwland. Op 17/09/94 is het FON er al met de streeplijst heen geweest, en van 2/10/99 dateren losse nota's. Een echte vinger aan de pols dus! Intussen heeft Begijnendijk er zijn eigen 15 ha groot natuurgebied 'Demerbeemden', met hierin ook wildakkertjes van de jagers. Aan de kerk van Betekom ontmoeten Steven Keteleer, Mia Schrooten, Piet Coninx, Bram Cannaerts, Geert Andries (gids), Nico Wysmantel (streeplijst) en Erik Molenaar (verslag en foto's) elkaar. Het zijn altijd al een soortenrijke hokken gebleken, met overgangen van zandige donken, Diestiaan, leem en alluviale klei in de komgrond van de Demer. Bespreking Heuvelstraat In de zandige bermen noteren we alvast Kleine leeuwenklauw, Kleine klaver, Muurpeper en Klein vogelpootje, samen met een hele reeks gewone soorten. Hierlangs liggen enkele zandige akkertjes, die zoals we zien nog met de schoffel worden gehakt, waarin o.a. Stinkende kamille, Hoenderbeet, Gewone spurrie, Witte krodde, Knopherik, Akkerwinde, Vierzadige wikke en Gele ganzenbloem groeien. We hebben hier een mooi, wijds zicht op de dorpskern en de idyllische torenkranen van bouwwerken in de straten erachter. De akkerranden zijn rood van de klaprozen. De veldweg is met steenslag aangereden, en hierop treffen we heel wat Liggende klaver in bloei. Bos In een beboste akker, waarin facies van Klimop en Dauwbraam de toon zetten, noteren we toch onder meer Bosandoorn, Gele lis, Es, Hollandse iep, Zoete kers, Gelderse roos en Brede wespenorchis. Er groeit ook een discrete viltbraam, met zeer lang gesteelde eindlob. Hoewel hij er zeer typisch uitziet, komt het weer niet tot een naam. Demerbeemden Als we uit het bos komen ontvouwt zich een waar Pallieterlandschap, met in de verte de Hagelandse heuvels en de roep van Koekoek. De schrale hooilanden zijn in volle bloei, met een overdadig insectenleven in de stekende zon. Groot streepzaad torent overal bloeiend bovenuit. Timoteegras komt ook al in bloei. In de smalle perceelscheidingen zien we o.a. Oot, Stinkende kamille, Eekhoorngras en een keur van wikkesoorten. Er liggen ook een aantal roggeakkertjes in, boordevol akkersoorten, zoals Dreps – in pas bloeiende habijt haast onherkenbaar – een grote dravik met lang behaarde bladbovenzijde. De soort wordt elders slechts als adventief gevonden, maar in deze streek is ze nog authentiek. We vinden ook Voederwikke, de nominaatvorm subspecies sativa, met een indrukwekkend gegolfde peul en zeer brede bladeren, hier ooit als veevoeder geteeld. We vermelden nog Rode schijnspurrie, Kleine en Grote ratelaar, Hazenpootje, Rapunzelklokje en Graslathyrus, waarvan we twee gescheiden populaties vinden. Een buitengewoon spektakel is bovendien de aanwezigheid van Orpheusspotvogel vlakbij. Wat een virtuoos gezang! Echt knap van Steven Keteleer om dat van de eerste seconden al door te hebben tussen al die grasmussen en rietzangers. 15 Bastaardsmeerwortel in bloei, bezocht door Boomhommel Van de vlinders onthouden we zeker een eileggend Bruin blauwtje in de roggeakker vol Slipbladige ooievaarsbek en een Agaatvlinder die als een verkreukeld blad op Akkerdistel zit. Enkele merkwaardigheden zijn verder Oranje havikskruid, Inkarnaatklaver en (niet in de lijst) enkele exemplaren Gevlekte orchis, die volgens Obsmapp net buiten ons hok zijn ingegeven. Demer noord Dan bereiken we de rivier, waarvan de dijken na een aantal werken terug gekoloniseerd worden door soorten als Gevlekte scheerling, Vijfdelig kaasjeskruid, Mottenkruid (vier ex. in 2 populaties), Bermooievaarsbek, Veldsla, Margriet, Mannetjesvaren, Asperge, Hop, Grote leeuwenklauw en een populatie Gewone bermzegge die is uitgekozen door Zeggeurntjesgalmug. Op de waterkant vermelden we Gevlekte scheerling in volle bloei, net als Poelruit, Geoord en Gevleugeld helmkruid, massa’s Gele waterkers en Reuzenbalsemien. Na de dijk een kilometer te hebben gevolgd gaan we langs een verboste oude meander door een verlaten akker naar de noordgrens van het hok, waar we o.a. Fijn schapengras vinden en aan de Grote Laak een massa Okkernootviltmijt, die zich in de bladeren ophoudt. Als we bijna terug aan de kerk zijn kieken we een Kleine morgenster, die inmiddels al weer gesloten is. We pauzeren op een zonnig terras in een stevige frisse bries en komen op krachten voor de rest van het hok. Demer zuid Op de dijk heeft zich een grote populatie Bastaardsmeerwortel gevestigd, die o.a. Boom-hommel aantrekt. Verderop ligt een afgesneden Demermeander, die al jaren de vindplaats is van allerlei ongewoons, een stille getuigenis van onvervuilde tijden. We vinden er een grote populatie Naaldwaterbies in de plassen, maar in bloei op de kant. Eén exemplaar Voszegge staat in vrucht. Het typische brede tongetje en de afgezakte slobkousen zijn onmiskenbaar. Rosse vossenstaart is nog in bloei. De populatie Heen in de oude meander is volgens Luc Vervoort een relict (net zoals vroeger Zwanenbloem) van begroeiing in de vroegere Demer toen die nog zuiver was. Na afsnijden van de 16 meander heeft ze in de loop standgehouden, in de schrikkelijk vervuilde rivier achteraf niet meer. In de nog qua water propere 19de eeuw is Heen langs de volledige Demer gedocumenteerd tot Diest. Vorsdonk Ten zuiden van de Demer ligt Vorsdonk, met het kasteel van Nieuwland. Nu komen vooral bossoorten aan de orde, zoals Maarts viooltje, Bosanemoon, Lijsterbes en meerdere esdoorns waaronder Vederesdoorn. Verder IJle zegge, Smalle en Brede stekelvaren, Ruwe en Zachte berk, Aalbes, Amerikaans krentenboompje, Beuk, Hulst, Taxus, Wilde kamperfoelie. In de schaduw langs de weg zien we in een jong bosje nog Muskuskruid, Zomerlinde en Geel nagelkruid. Langs de Beemdenstraat ligt een Beukenbosje met in de rand een aantal kleine graslandjes. Hierin vinden we schraallandsoorten als Veelbloemige veldbies, Pilzegge, Hazenzegge. Gevlekte orchis staat opnieuw buiten het hok. Op Gewone salomonszegel verschijnt Rietgrasroest. Slot Van de ruim 280 soorten vandaag staan er een aantal op de Rode Lijst. In de categorie “Achteruitgaand” vinden we Groot streepzaad, in “Bedreigd” Voszegge. Grote en Kleine ratelaar zijn kwetsbaar. Stinkende kamille, Graslathyrus, Vijfdelig kaasjeskruid en Mottenkruid zijn zeldzaam. Momenteel niet bedreigd, maar op waarnemingen als zeldzaam opgegeven zijn verder Dreps, Voederwikke (subsp. sativa), Eekhoorngras, Vederesdoorn, Frans hertshooi, Inkarnaatklaver, Bastaardsmeerwortel en Rosse vossenstaart. Met de lijst uit 1994 (zij het in september) in de hand zijn wel een aantal soorten niet meer gezien. Dat zijn o.a. Boshavikskruid, Echte koekoeksbloem, Kleine bevernel, Grote egelskop en Moerasmuur. Vooral de afwezigheid van Schedefonteinkruid in de Demer alhier is vreemd. Waar zijn Knikkend tandzaad, Zeegroene ganzenvoet en Beemdkroon? Verder mankeren we enkele schijngrassen, zoals Blaaszegge, Scherpe zegge, Tweerijige zegge en Bruin cypergras. Het dichtgroeien en verbossen van een aantal afgesneden Demerarmen is daar zeker niet vreemd aan. Eén nog heel interessante Demermeander met Heen, Naaldwaterbies en Voszegge werd voor een paar jaar nog begraasd door koeien. Sinds de stopzetting van de begrazing zijn de trapgaten verdwenen en krijgen oprukkende boompjes ook hier vrij spel. Een hele reeks bijzondere soorten lijken sindsdien reeds verdwenen uit deze poel, en er zullen er ongetwijfeld nog een aantal volgen indien niet tijdig wordt ingegrepen. Naar de Oostendse oosteroever zaterdag 7 juni 2014 Vooraf Op initiatief van de lokale florist Johan Devos gaan we met het FON naar de haven van Oostende. Er staat hier een groot stadsvernieuwingsplan op stapel. Het is een hete dag, met drukkend onweer, maar niets kan ons weerhouden om in de laatste hoekjes te snuffelen voor het gigantisch nieuwbouwproject van start gaat. Van stadswege is er blijkbaar niet veel belangstelling voor dit bijzonder stuk duin, dat immers al volop door dokken is aangesneden. IFBL c1-14-44 betreft niet alleen de oosteroever, want het station en de overzetkade liggen er ook in. Op het menu staat enkel duin en urbaan landschap. De vismijn wordt bevoorraad langs de kaden (in het verleden zelfs met heuse vistreinen) en grote wegen zorgen voor de afvoer van de vangst. Er zijn volop verhardingswerken gaande en heel wat havendelen zijn afgesloten met verse prikkeldraad. Op deze Pinksterzaterdag is het gezelschap beperkt tot Johan Peelman, Eli Devos, Marc De Tollenaere, Miel Wagemans, Henk Coudenys (streeplijst), Paul Lingier, Johan Devos (gids) en Erik Molenaar (verslag en foto's). 17 Floristen op de kade van het visserijdok Bespreking Oude visserijsluis We starten de exploratie aan de Kantine Vismijn. Rond de oude gebouwen noteren we o.a. Druif, Kandelaartje, Scheve hoornbloem, met het leeuwendeel der algemene soorten. Verderop ligt een verlaten aanlegpunt voor het veer, waarvan de arduinen muren zijn begroeid met soorten van droge graslanden, zoals Kleine leeuwentand, Echt bitterkruid, Muurpeper en Wilde peen. Tot onze verrassing staat hier al Blauwe bremraap, tussen een bloeiende overvloed van Kruipend stalkruid, Liggende en Kleine klaver, Akkerhoornbloem en Bezemkruiskruid. De mooiste graslandjes zijn hier echter onlangs met zand overdekt, tot vermaak van de toeristen. We kunnen er slechts enkele pioniers noteren, zoals Stippelganzenvoet, Kleine varkenskers en Behaarde boterbloem, wat verderop een kleine populatie Oosterse raket in bloei. Er is een hele poespas geweest rond het vrijmaken van bunkers, waarbij de biodiversiteit niet bij de prioriteiten hoorde. Op een van die bunkers treffen we overigens Tongvaren aan. Over het sluisje treffen we nog een relict aan van zo’n kalkgras-landje, met o.a. Kuifhyacint, Walstrobremraap, Kraailook, Stalkruid, Knolboterbloem, Gewone rolklaver en opnieuw Blauwe bremraap. Op een talud in de Slipway groeit Heen, Goudzuring en Zulte. We belanden op een stuk met veel bouwwerven, opspuitingen en braaklandjes. Overal bloeit Tengere distel. Tussen de verlaten industrie groeien o.a. Blauw walstro, Oosterse raket, Kleine zandkool, Kleine leeuwentand en Kandelaartje, vergezeld van een grote populatie Uitstaande vetmuur. Duinrelicten In de richting van het ooststaketsel gaan we door het duin. In een droogvallende duinplas staat een grote populatie Zilte rus, met op de oevers Zeevetmuur, Greppelrus, Zilte greppelrus en een massa kiemplanten van wsl. Waterereprijs. Hogerop in het duin noteren we Pijlkruidkers, Fijne kervel, Boksdoorn en Zandhaver. Als we terugkeren langs de havengeul kunnen we nog Gerande schijnspurrie in bloei fotograferen. Er vlak naast doen we een intrigerende vondst van een exemplaar Zwarte bes, onmiskenbaar met zijn gele kliertjes en cassisgeur. De visserijsluis zit echt vol vieze olie en we zien een 18 visdiefje door de troep heen duiken naar vis. Terwijl de regen aanvangt keren we terug naar de Kantine, waar we nog een aantal zaken determineren tijdens het middageten. Daarna gaan we op weg naar het oostelijk deel van het hok. Aan het bruggetje over het Vuurtorendok passeren we een massa teunisbloem, die we eerst afdoen als Middelste, maar met de Nieuwe Heukels/Stace wijzen de kenmerken naar Duinteunisbloem. (Later wordt dit bevestigd met het artikel van Filip Verloove “Het genus Oenothera L. (Onagraceae) in België”.) Hier kieken we ook Blauwe zeedistel in het straatbeeld. Verder afzakkend naar de duinen noteren we o.a. Ruw vergeet-me-nietje, Bijenorchis, Kegelsilene, Hazenpootje, Gewone veldsla en Duinlangbaardgras. In het duin, bijna bij Fort Napoleon, groeit bovendien Zeewinde, Strandbiet, Zeeraket, Zeepostelein, Heggenrank en Zeewolfsmelk. We vermelden ook Chinese bruidssluier en Boksdoorn. Aan het Vuurtorendok ligt een braakterreintje met Veldhondstong, Dubbelkelk en een niet bloeiende, kale zegge met korte uitlopers en een stomp tongetje. We blijven de naam schuldig. Kaden visserijdok Heel wat industrie is hier al afgebroken. De braaklandjes zijn intussen alweer begroeid. Hier treffen we een zeer indrukwekkende populatie Wondklaver aan van zeker 25 m², die stilaan in bloei komt. Aan de kade staat de civiele bescherming naast een gezonken schip, waar met drijvers de olie wordt tegengehouden. Het verklaart natuurlijk wel de viezigheid in de oude sluis. Ongestoord door de drukte gonzen en fladderen talloze hommels en vlinders over de ruigte. We kieken een Distelvlinder op zijn waardplant. Daarna lopen we de kaden verder af, waar op de stootrand begroeiing te zien is van o.a. Steenbreekvaren, Muurvaren, Tongvaren en Gewone eikvaren. Hier liggen de enige vindplaatsen van Wit vetkruid en Kleverig kruiskruid. Kaden Tijdok Ten slotte volgen we een verlaten treinspoor langs het Tijdok. Bijna alle typische flora is op de schop gegaan, maar we noteren er o.a. Ruige klaproos, Grijskruid, Kleine leeuwenbek, Frans hertshooi, Kanariezaad, Zwarte mosterd, Wilde reseda en niet te vergeten een bloeiend exemplaar Kleine honingklaver. Hier nemen we afscheid van de autorijders. Station De treingangers steken de Havengeul over met het veerpontje en noteren nog enkele zaken op de westeroever, zoals Geel nagelkruid op de kademuur, en aan het station Brem, Hollandse iep (zaailingen) en een fraai exemplaar Vijg op een betonnen muurtje. Slot Er is nog heel wat te zien in dit half gesloopt deel van Oostende. Het ziet er naar uit dat dit binnen kort voorgoed verleden tijd zal zijn. We hebben 240 soorten opgetekend, waarvan er 15 op de Rode Lijst staan. In de categorie “Achteruitgaand” staan Geel walstro en Knol-boterbloem. Onder zeldzaam staan de kustsoorten Strandbiet, Tengere distel, Scheve hoornbloem, Zeewinde, Blauwe zeedistel, Zeewolfsmelk, Zeepostelein, Gerande schijnspurrie en voorts Bijenorchis, Blauwe bremraap en Kegelsilene. Wondklaver is “Kwetsbaar” en Walstrobremraap is “Bedreigd”. Op waarnemingen staan voor die dag 30 soorten als zeldzaam (rood) aangegeven. Naast de soorten uit de Rode Lijst zijn dat Vijgenboom, Kleine honingklaver, Frans hertshooi, Veldhondstong, Chinese bruidssluier, Duinlangbaardgras, Duinteunisbloem, Oosterse raket, Boksdoorn, Zilte greppelrus, Zilte rus, Blauw walstro, Tengere distel, Kuifhyacint, Kruipend stalkruid, Scheve hoornbloem en Gekweekte druif. Aan enkele soorten hebben we een harde noot te kraken gehad. Aan een Leeuwentand waren nog geen rijpe vruchten. Omdat er gevorkte haren op de blaadjes stonden dachten we meteen aan Ruige leeuwentand. Dit is echter niet doorslaggevend. Ook Kleine leeuwentand kan behoorlijk grote bloemen hebben en is soms behaard op de stengel. 19 Midzomerexcursie in de binnenstad van Brugge zaterdag 21 juni Vooraf Deze excursie moet ons onderzoek uit 2007 aanvullen. Op initiatief van Annie Andries komen we naar Brugge om een aantal speciale vondsten te documenteren in de omgeving van het Begijnhof. In Brugge hebben enkele cursisten Natuurgids de binnenstad als hun studieterrein gekozen en wij zijn dan ook bijzonder genegen hen daarin bij te staan. De Groendienst onderhoudt goede contacten met Natuurpunt Brugge, wat er toe heeft geleid dat enkele bijzondere graslanden slechts deels of op het juiste moment worden gemaaid. Biocidegebruik is er verboden. Wij zijn dan ook benieuwd of dit tot een groter aantal soorten heeft geleid. We treffen elkaar op het stationsplein, wat al dadelijk in het hok c2-21-44 ligt. We zullen het enkel verlaten voor het middagmaal. De onderzoekers zijn vandaag Trees Vandenbussche, Annie Andries, Johan Devos, Johan Peelman, Marc Willems (foto’s), Henk Coudenys, Pierre Van Vooren (streeplijst), en Erik Molenaar (foto’s en verslag). Escape van een Siberische spirea (Filipendula palmata) in bloei. Bespreking Katelijnevest Tussen de stadsflora aan het stationsplein vinden we alvast Straatliefdegras en Deens lepelblad. We volgen het fietspad en het park tot aan het Stil Einde. Onderwijl strepen we het leeuwendeel van onze lijst. In de geschoren gazons langs het water is inderdaad een strook overgeslagen, waar we zowel de bloeiende planten als het tierend insectenleven kunnen zien. Opvallend is het grote aandeel Kleine leeuwentand dat in een mix met Gewoon biggenkruid voor een waar floristenduel zorgt met de gekende wapens: flora en loep. Binnen het uur is tweederde van de soortenlijst gevuld. In het water noteren we enkel een Sterrenkroos, met de ingeschulpte bladtop een mogelijke kandidaat voor Haaksterrenkroos. Het water zit vol vis, maar veelal gigantische sierkarpers en hun exotisch kroost: een garantie voor weinig leven. In de vers aangelegde schaamstrook tussen fietspad en ringweg vinden we een overvloed 20 aan fraai bloeiende akkersoorten, zoals Harig vingergras, Bleke en Grote klaproos, Gewone duivenkervel, Harig knopkruid, Akkerkool, Echte kamille, Getande weegbree, Duinvogelmuur, Tuinwolfsmelk en de akkervorm van Varkensgras. Het stenig biotoop heeft een ideale vindplaats gecreëerd voor Smal beemdgras, dat met tientallen pollen in de gloeiende hitte staat te pronken, vergezeld van Steenkruidkers, Kleine zandkool, Muurpeper, Kluwenhoornbloem, Hoge fijnstraal en Europese hanenpoot. Op de boorden van het sluizencomplex vermelden we nog Ijle zegge, Hoge cyperzegge, Ierse klimop en Es, die helaas ten prooi lijkt te zijn gevallen aan de Essenziekte (i.c. Vals essenvlieskelkje). De bovenkant van de boompjes is verdroogd en alleen onderaan zijn nog blaadjes te vinden. Er is een opmerkelijk aantal exemplaren te vinden van Oosterse kornoelje en een foeragerende Fuut. Omgeving Begijnhof en Minnewater We gaan de stad binnen langs de Begijnenvest en volgen de vest tot aan het Minnewater. Aan de Poertoren heeft men een soortement insectenvriendelijke inspanning geleverd, met ingezaaid materiaal. Hoewel het nu nog uitgesloten is te ontdekken wat hier vroeger langs het water groeide, noteren we enkele soorten die buiten de aanplantingen een eigen leven hebben opgebouwd. De escapes zijn Pastinaak, Wilde cichorei, Gele ganzenbloem, reuzevormen van Wilde peen, voorts Kamgras en Bastaardklaver. In dit rijtje – op de waterrand – noteren we nog Gevlekt longkruid, Veelbloemige roos, Astilbe spec. en een massa Gele dovenetel (de wilde ondersoort). Op de muren aldaar zijn Gewone veldbies, Steenbreekvaren, Klein glaskruid en Reuzenberenklauw het vermelden waard. De oevers van het Minnewater zijn door een overvloed aan sedentaire siervogels herschapen tot een graasweide. Onder de schermen van Iep, Populier, Eik en Es vinden we nog een kleine populatie van een Bermzegge, die zeker geen Gewone bermzegge kan zijn. Na een poos sleutelen op de ingezamelde povere restanten van deze kwijnende zeldzaamheid besluiten we dat het om Bleke bermzegge (Carex divulsa subsp. leersii) gaat, een zegge die we herhaaldelijk vonden in de binnenstad en vesten van o.a. Leuven, toch wel een heel eind van Die Scone vandaan. De omstandigheden waren er min of meer identiek. Het korte stompe tongetje, de ijle bloeiwijze en (het) bleke, ronde urntje horen bij C. leersiana. Verder staat er nog Draadereprijs, Gewone ereprijs, Muursla, Moerasandoorn, Waterzuring en Valse voszegge. Nadien gaan we langs het Wijngaardpleintje – met verrassend veel Gewone eikvaren, Klein glaskruid en bastaardeenden – naar het Begijnhof. Daar noteren we een flink aantal soorten in een ongemaaid Reukgrasrijk graslandje, met veel bediscuteerde Gevlekte rupsklaver. Het schoentje knelde al onmiddellijk omdat er vrijwel nergens zwarte vlekjes op te zien waren. Omdat de vruchtjes niet klopten met de aanvankelijk veronderstelde Ruige rupsklaver, checkten we de gelede haren (spaarzaam aanwezig!) op de steeltjes van de bloeiwijze en bleek het deze dus niet te zijn. Het oorspronkelijk grasveld is nu beplant met Canadapopulier, ter vervanging van de aangetaste Iepen (dat was geen zicht natuurlijk). Nu is het helemaal geen zicht, maar is de schaduw en luchtvochtigheid er abnormaal hoog. Op Gestreepte witbol zien we Halmverstikker. Ondanks afspraken niet te maaien na Q voor het behoud van de daar pas vruchtzettende beschermde soorten werd een deel toch in gazon omgezet wegens een nakend religieus spektakel. De schepping Gods moet natuurlijk wijken voor het uiterlijk vertoon van devotie. Na dit ware mirakel spoeden wij ons naar een gelegenheid waar we onze schoofzak mogen aanspreken met een glas gerstenat. Onderweg kieken we een Grote gele kwik die haar takkelingen luid waarschuwt voor het passerend FON. Oost- en Westmeers Na de middag nemen we de draad op in de Noordwestzijde van het hok. In de straten en parkjes aan Oud Sint-Jan treffen we enkele bijzondere soorten aan, zoals Bonte wikke (volledig kaal zoals het hoort), Bleek cypergras, zaailingen van Hemelboom, Kleine majer en Muurfijnstraal. In de Oostmeers vinden we op het voetpad tientallen exemplaren bloeiend Kransgras. Tenslotte belanden we aan het 21 Concertgebouw, waar in recente aanplantingen talloze akkersoorten zijn verschenen, onder meer Doornappel, Postelein, Stippelganzenvoet, Vreemde ereprijs en Zwarte mosterd. In het Koning Albertpark volgen we het water. In de plantsoenen zijn enkele sterk woekerende soorten te merken, zoals Franjekelk, Kruipende smeerwortel en Griekse alant. In de oeverstrook is een klein repeltje ongemaaid gebleven. Daar bloeit Platte rus en die is een foto waard. Aan de Koning Albert I-laan groeit ook de hele reeks invasieve escapes, zoals Japanse anemoon, met daartussen alweer Kransgras in bloei. We vermelden nog Knopherik en een aantal rijke groeiplaatsen Rode schijnspurrie. Als we eindelijk denken af te sluiten ontdekken we nog een zaailing van Witte esdoorn op een muurtje. Met veel geklauter wordt een staal bemachtigd en op dat moment zien we een krioelende massa reuzenhooiwagens in de schaduwkant van de muur. De poten zijn meer dan 15 cm lang en voorzien van opvallend witte ‘knieën’. Er volgt een ware jacht op de razend snelle giganten en tenslotte wordt er een Leiobunum spec. in een potje gevangen. Dit is de tweede maal dat onze plantenwerkgroep deze soort in een urbaan biotoop ontdekt. Bovendien staat hier nog een derde populatie Kransgras. De exploratie wordt passend besloten met een heildronk aan het Station. Slot Ruim 300 soorten zijn opgetekend, waarvan het leeuwendeel op foto prompt wordt goedgekeurd. Naast de Rode Lijstsoorten hebben we vooral zeldzame soorten te melden. Q Naar het Molenstedebroek in de schaduw van de Maagdentoren zaterdag 28 juni Vooraf Vandaag komen we bijeen aan het station van Zichem, waar we de natuurpercelen ten oosten van de Maagdentoren zullen prospecteren: ‘Molenstedebroek’ ten noorden van de Demer en ‘Geysweide’ aan de zuidkant. Deze maken deel uit van het complex De Demerbroeken, een onderdeel van de Demervallei tussen Diest en Aarschot. Aan de rand staat de middeleeuwse donjon Maagdentoren, deels ingestort, deels opgeknapt en bereikbaar door een ware overdaad aan vers aangelegde toegangswegen. De broeken zijn sinds de jaren 1980 van de rivier afgesneden door hoge dijken. In de toekomst moeten ze echter terug dienen om bij alarmpeil van de Demer de watermassa te bergen. De vallei tussen Aarschot en Diest is immers betrokken in de Sigmaplannen die overstromingsgebieden wil voorzien in de rivieren die afwateren naar de Zeeschelde. Blijkbaar is het besef goed doorgedrongen dat recht trekken, afvoeren en indijken problemen alleen maar heeft verergerd. Zeker voor de natuur met grote oppervlakten nat valleigebied die ondertussen zijn verdroogd. Kortom een typisch Vlaamse affaire. Om precies te weten welke natuurwaarden moeten ontzien worden bij toekomstige werken, maar ook welke kansen kunnen benut worden bij een nieuwe inrichting, is ons bezoek meer dan nodig. De verzamelde gegevens moeten de adviezen schragen die Natuurpunt en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) geven op de Sigmaplannen. Deze excursie past in een reeks van opeenvolgende inventarisaties van de vallei welke we dit en volgend jaar plannen in de minder bekende gebieden. Het broek ligt dus aan weerszijden van de Demer en is niet bepaald makkelijk te bereiken. Om hok d631-31 binnen te dringen dienen we verschillende andere hokken te passeren, waar losse nota's genomen worden. Het mooie weer is omgeslagen en vooral 's namiddags maakt de regen het strepen erg moeilijk. 's Morgens blijven we in de westelijke helft van het hok en 's namiddags doen we de rest. Het gebied is allang door de landbouw verlaten, kende een droevig bestaan als populierenaanplant en wordt thans zo goed als aan zijn lot over gelaten. 22 Voszegge, met over de rand hangend breed tongetje Enkele percelen worden als hooiland beheerd. Er liggen ook enkele vijvers en verlaten meanders in. De meeste percelen van het natuurgebied zijn gelukkig in handen van het ANB waardoor er kansen zijn voor de toekomst. Voorlopig is het ‘niets doen’ beheer het devies. Het gezelschap bestaat uit Geert Andries, Luc Vervoort (gids), Bram Cannaerts, Bart Mortier (foto's), Paul Van Sanden, Chris Pacquée en Erik Molenaar (verslag en foto's). Bespreking Geysweide Eerst proberen we over de Demerdijk ons hok in te gaan, maar we stoten op een zeer diepe gracht die we niet over kunnen. De waterbeheerder heeft blijkbaar zelf al toegegeven dat de dure dijken ondertussen tot farce zijn verworden want er is nu al een doorsteek gemaakt doorheen de dijken om bij hoog water de broeken te kunnen vullen, dit ter bescherming van Zichem. De inlaat van slibrijk rivierwater heeft wel al zijn gevolgen voor de vegetatie merken we onmiddellijk. Overal in de ruigtes valt van ver de Gevlekte scheerling op, die hier vroeger alleen van de Demeroevers zelf bekend was. Dan gaan we maar terug naar de oude spoorlijn langs de Maagdentoren en zo naar de Steenweg op Diest. Aan de Maagdentoren zijn de bermvegetaties nog open, maar er valt niets bijzonders te noteren. Het is ruim 2 km lopen om in het hok aan te komen. Langs een veldweg noteren we de algemeenste zaken onder het gezang van Kleine karekiet en het ‘getik’ van Roodborsttapuit die pas met een nest jongen is uitgevlogen. De verruigde voormalige beemden bevatten nog grote vlekken Scherpe zegge in de greppels, met kleine plukjes Biezenknoppen, Bosbies, Reukgras, Tweerijige zegge en grote stroken met riet. De hooilanden zijn recent gemaaid, met een brede ruigtestrook. We vinden er een Wijngaardslak, een soort die niet bepaald van deze streek bekend is. Op de diepste komgrond van de Demervallei treffen we spoedig een grote populatie Voszegge aan. Na de gebruikelijke discussie wordt het aantal op enkele tientallen geraamd. Er groeit ook Moerasbeemdgras. Brandganzen vliegen over. Sprinkhaanrietzanger zingt, Ree schrikt op, Blauwe breed- 23 scheenjuffer is alomtegenwoordig. De ruigte zoals ze er nu bijligt kan niet gemaaid worden, want alles ligt nog vol populieren kroonhout, onder een grote uitbreiding van Rietgras. Hierin vinden we o.a. Moeraswalstro, Dotterbloem, Blaaszegge, Holpijp, Waterzuring en Egelboterbloem. Een veldweg (met Vossenuitwerpselen) loopt naar de vijvers, waar we alleen maar dood (kwel)water aantreffen en een aantal bossoorten die wedijveren met de tuinvlieders en woekeraars. De oevers zijn dichtgegroeid. Opvallend zijn de eerste vestigingen van Ierse klimop tussen de Echte klimop. Natuurlijk ontbreekt er geen Lelietje-van-dalen. Bomen wegdoen, waterbodem reinigen en nabegrazen lijkt een beste oplossing. Ruigte is er immers al genoeg. Er is nog een klein witbolhooiland niet gemaaid, met op de randen heel wat Frans hertshooi. Langs een oud erf (met Muurvaren) bereiken we de weg en meteen ook het volgend hok. Dorpscentrum Op weg naar de middagrust, in d5-38-42, passeren we een akkerrand waar een grote populatie Muizenoor is bewerkt met herbiciden. In de straten komen we op een plekje waar de stoeptegels zijn uitgebroken warempel nog enkele plukjes Buntgras tegen. Het blijkt ontkiemd in het zand dat als fundering voor de stoep is gebruikt. Nochtans is al ondervonden dat dit sterk achteruitgaand grasje geen langlevende zaadvoorraad heeft. Spoorberm heen Na de maaltijd in het enig overgebleven stationscafé gaan we via het fietspad langs de spoorweg terug naar ‘ons hok’, nu voor de oostzijde van de Demer en haar Molenstede-broek. We komen echter snel een aantal zeer merkwaardige soorten tegen, waaronder een populatie Rood cypergras, in bloei en verspreid over ruim 200 meter. Eerdere werken hebben de verspreiding zeker een handje geholpen. Dat zal ook wel voor Boslathyrus gelden, waarvan er grote plakkaten klaar staan om in bloei te gaan. We passeren opnieuw een hok en bereiken dan terug c6-31-31. We tekenen er op de spoorwegberm o.a. Zachte wikke, Ruige klaproos, Kleverig kruiskruid en Hazenzegge op. Aan een bruggetje over de Leigracht is er een grote plek met Mattenbies, vergezeld van Tenger en Gekroesd fonteinkruid. De grote verrassing is echter niet van floristische aard: een nieuwe populatie Reuzenhooiwagen verscholen tegen het bruggenhoofd, net als vorige week in Brugge! Deze exotische enorme diertjes zijn werkelijk al overal doorgedrongen. Demerboorden en dode meanders Helaas is de dijk grotendeels gemaaid (zonder afvoer). In de diepte aan de waterlijn en langs de overkant is echter alles nog goed te zien. Opvallend is het grote aandeel Groot warkruid, dat zowel Grote brandnetel als Bijvoet parasiteert. Gevlekte scheerling, Geoord helmkruid, Gewone steenraket, Gele waterkers, Blauwe waterereprijs en Reuzenbalsemien staan in bloei. Jonge Kuifeenden duiken onder maar Weidebeekjuffers houden zich grotendeels schuil met dit weer. Wat verder passeert er een vlucht jonge Grauwe ganzen, opgeschrikt door het kanotoerisme. In het gezuiverde Demerwater groeien reeds Kleine egelskop en Schede-fonteinkruid. Het water staat er relatief hoog door de regenval van gisteren. In de verboste afgesneden meanders staat nog water, met een grote populatie Gele plomp en enkele ijsvogels. Op de kanten vermelden we nog Amandelwilg, Schaduwgras, Reuzenzwenkgras, Veelbloemige roos en Vuilboom. Dan keren we terug door de eindeloze ruigte van een grote populierenaanplant over de Leigracht naar het spoorpad. De regen is een feit. Spoorberm weer We gaan de spoorberm terug af richting bruggetje van de Leigracht en kunnen er nog heel wat soorten noteren, zoals Witte krodde, Muskuskaasjeskruid, Zwarte toorts, Gele morgenster, Zwarte mosterd, Zomerfijnstraal, Grijskruid, Rapunzelklokje, Zeegroene rus en opnieuw Moerasbeemdgras. Daarna zijn we terug in d5-38-24, waar we het Rood cypergras inzamelen. Bijna terug aan het station kieken we nog een grote populatie Tripmadam. 24 Slot Van de ruim 250 soorten staat er slechts één op de Rode Lijst: Voszegge is bedreigd. Buiten hok hebben we er echter twee gezien: Buntgras en Muizenoor zijn “Achteruitgaand”. Enkele zeldzame soorten zijn voorts Groot warkruid, Wijngaardslak, Boslathyrus en Frans hertshooi, dat onterecht als zeldzaam is aangegeven. Noch Waterkruiskruid, noch Poelruit is terug gevonden. Het opnieuw inschakelen van de vallei als overstromingsgebied kan positief uitwerken op de vallei, zeker nu de waterkwaliteit sterk verbeterd lijkt. Maar dit zal tevens moeten gepaard gaan met het herstel van een natuurlijke meanderende rivier waardoor grondwaterpeilen minder snel dalen en kwelgebieden – typisch voor deze heuvelachtige streek- terug tot hun recht kunnen komen. Ten gevolge van verdroging en het verleden als populierenaanplant van deze rijke alluviale gronden bevat dit hok wellicht één van de grootse oppervlakte ruigte die in Vlaanderen kan aangetroffen worden. Een beheer waarbij begrazing en maaien terug meer ingang zou vinden, zou de soortenrijkdom zeker ten goede komen. Nog in de tweede helft van vorige eeuw zijn van hier goed ontwikkelde alluviale zilverschoon- en dottergraslanden gedocumenteerd. Nationale werkgroep botanie op verlof in de Schwäbische alb Van zondag 8 juni tot zondag 15 juni verbleven we in Hotel Rössle te Frohnstetten op de Schwäbische Alb in Baden-Württemberg (Duitsland), van waaruit we telkens een bepaald gebied in de omgeving botanisch onderzochten. Alle wandelingen lagen in een straal van ongeveer een halfuur autorijden. Tijdens deze autoritten viel ons altijd een bruingroen randje op in de wegbermen, dat we op onze tochten bij het kruisen van een verkeersweg konden determineren als Puccinellia distans. Wegens de hoogteligging tussen 600 en 1000m wordt hier in de winter dus fors gestrooid!! Naast het verslag is er ook per dag een streeplijst van de gevonden soorten. Ikzelf was gids ter plaatse voor 27 deelnemers: Christiane, Jean, Annie, René Marcelis, René Maes, Eric, Rita, Karel, Alma, Willy, Mady, Hedy, Harry, Leo, Daniël, Christian, Mia, Walter, Ria, Peter, Kristel, Chris Bruggeman, Luc, Chris De Caluwé, Marc, Germaine en Nico. 25 Maandag 9 juni: Knopfmacherfelsen – Donautal – voetgangersbrug naar Jägerhaus – Sperbersloch – Bettelmannsfels - Knopfmacherfelsen Het was om 9u30 al snikheet en iedereen zocht onmiddellijk schaduw op. Een eerste verken-ning van de Knopfmacherfelsen met grandioos uitzicht op het klooster van Beuron in de Donauvallei bracht ons al direct in de stemming met planten als Saxifraga paniculata, Carduus defloratus, Melica ciliata, Valeriana tripteris, Leontodon incanus, Cardaminopsis arenosa ssp. borbasii, Sesleria albicans, Teucrium chamaedrys, Seseli libanotis, Dianthus gratianopolitanus, Thesium bavarum en zelfs enkele rozetten van Gentiana lutea. Om zoveel mogelijk te kunnen genieten van de schaduw, namen we de brede bosweg naar de Donau. In de wegkanten vonden we heel veel planten die we bij ons echt moeten gaan zoeken, maar hier gewoon langs de weg groeien, zoals Paris quadrifolia, Sanicula europaea, Actaea spicata en Listera ovata. Ook vonden we heel wat bijzondere soorten: Platanthera chlorantha, Prenathes purpurea, Stachys alpina, Aconitum lycoctonum, Digitalis grandiflora, Hepatica nobilis, Asarum europaeum, Aquilegia atrata met sterk uitstekende meeldraden, Aruncus dioicus, Astrantia major, Galium boreale met zijn drienervige bladen, Geum rivale, Laserpitium latifolium, Lathyrus niger en vernus, Lilium martagon, Buphthalmum salicifolium (eerst werd aan Inula salicinum gedacht maar de stroschubben brachten verder in de week opheldering), Cephalanthera damasonium en rubra, alsook Chaerophyllum aureum, waarvan de bloemen aromatisch geuren. Aan de Donau troffen we o.m. Bromus inermis aan en in het water dreven zowel Ranunculus fluitans, die een groot stuk van de Donau had ingepalmd als Potamogeton perfoliatus, die wat rustiger water verkoos. De picknick werd aangesproken en enkele konden al niet weerstaan aan het terras van het Jägerhaus, maar na de picknick kregen ze gretig volgelingen, die ook een koel Weizenbier konden verwerken. Een kleine klim naar het Sperbersloch bracht ons terug op de Donaurotsen met de Bettelmannsfels, waar we opnieuw dezelfde rotsflora aantroffen. In het bos noteerden we nog vondsten als Neottia nidus-avis, Poa chaixii, Lonicera alpigena, Hordelymus europaeus, Ajuga genevensis, Campanula glomerata, C. persicifolia, trachelium, C. rotundifolium, Carex digitata en C. alba. Iedereen begon zich al een beetje loom te voelen, zodat we via een kortere bosweg naar de wagens terugkeerden, van waar iedereen zich naar het terras van het hotel haastte om de dorstige kelen te laven. Dinsdag 10 juni: Parking Zitterhof – NSG Irrenberg (921m) – NSG Hundsrücken- Parking Zitterhof Vandaag verkenden we de noordrand van de Alb, waar de cuësta steil afbreekt en een hoog-teverschil van zowat 200m maakt. Aan de rand van het landbouwgebied op het plateau begon de streeptocht met een eerste vaststelling, die ook de volgende dagen zou blijken: Carum carvi en Tragopogon orientalis groeide algemeen in de halfbemeste graslanden en aan de randen vonden we massaal Rhinanthus alectorolophus. Langs de bosrand noteerden we o.m. Cephalanthera damasonium, Chaerophyllum aureum, Lilium martagon, Luzula luzuloides, Neottia nidus-avis, Poa chaixii, Polygonatum odoratum , P. verticillatum en Anthericum liliago. Op de kam konden we genieten van een fraai uitzicht op de Hohenzollernburg. Bovendien was het de ideale picknickplaats met voor elk wat wils. De zonnekloppers konden genieten in de schommelzetel of de ligstoel met uitzicht op het kasteel. De schaduwminners konden onder het beukenloof hun schoofzak aanspreken. Daarna ging het richting Irrenberg, waar we maar niet uitgekeken geraakten in die mooie bergweide. Enkele mooie bloeiende ex. van Gentiana lutea trokken de aandacht en tussen de vele harige ratelaars ontdekten we toch nog twee andere soorten, nl. glacialis met zijn lange spits getande schutbladen, alsook minor. Verder groeide Carex montana er algemeen en met de hulp van twee botanisten van het Museum voor Natuurkunde te Stuttgart was het vrij gemakkelijk om Veronica teucrium op naam te brengen vermits austriacum er niet voorkomt. In het Naturschutzgebiet vonden we toch nog enkele nieuwkomers zoals Asperula cynanchica, Bupleurum falcatum, Dactylorhiza maculata, Genista germanica en sagittalis, Gymnadenia conopsea, Koeleria pyramidata, Ononis repens, Platanthera bifolia, Sanguisorba officinalis, Filipendula vulgaris, Tanacetum corymbosum, Trifolium montanum, T. rubens, Anemone narcissiflora, Phyteuma orbiculare, 26 Tetragonolobus maritimus, Pleurospermum austriacum en Potentilla alba. We kwamen aan de Hundsrücken, waar de groep gesplitst werd. Een deel volgde mij met het traject over de Hundsrücken (een steile kam met veel oude grenspalen, die het gebied van de toenmalige koninkrijken en hertogdommen afbakende en zelfs nu nog als gemeentegrenzen fungeren) en de rest volgde Luc, die de rest van de wandeling ging doen. Achteraf bleek dat die groep dan nog in tweeën uiteenviel met enkele die Chris Bruggeman op GPS hadden gevolgd. In de verte waren de eerste roffels te horen en spoedig naderden enkele dreigende onweerswolken, zodat het tempo iets verhoogd werd. Uiteindelijk trok het onweer zonder veel regen door en kon iedereen droog de auto bereiken. Elk van de drie groepen had op zijn manier genoten van de tocht. Zilverdistel (Carlina aucalis), het uithangbord van de Schwäbische alb. Woensdag 11 juni: Irndorfer Hardt en Bärenthal – Hüttenberg – Felsentor en terug In de voormiddag trokken we naar de parking, vlakbij het NSG Irndorfer Hardt. Die parking is niet aangeduid en wel moeilijk te vinden, maar toch heeft iedereen met de hulp van GPS en aanvullende informatie de juiste plek gevonden. Nico was vandaag streper. De inventarisatie in dit vroegere gemene weiland, dat vandaag geëvolueerd is naar een deels ontkalkt grasland, leverde opnieuw een aantal soorten van de voorbije dagen op, maar toch was er aan de rand van een klein bosje een witte ranonkel, die ons telkens doet twijfelen of het om Ranunculus aconitifolius of platanifolius gaat. Ook nu rees er weer twijfel, maar de minder diepe insnijding van de bladsegmenten van de onderste bladen verwezen duidelijk naar platanifolius. Tussen de massa Harige ratelaar vielen toch meerdere ex. Campanula patula op. Ook Cerastium arvense en Ranunculus bulbosus eisten hun stekje op. Karel wou proeven van een Polygala, die hij na het uitspuwen direct bevestigde en verder noteerden we weer enkele nieuwkomers: Geranium sanguineum, Hieracium maculatum, Hypericum montanum, Nardus stricta, Serratula tinctoria, Trollius europaeus, Centaurea phrygia en Arnica montana (weliswaar nog niet in bloei maar wel herkenbaar). Cirsium acaule werd op alle streeplijsten vervangen door Carlina acaulis, het plantenikoon van de Schwäbische Alb. Aan een grote doline werd gepicknickt en daar werd nog Anemone narcissiflora gestreept. Voor een eigenaardige streepzaadsoort werden de boeken 27 bovengehaald en na enige determinatie kwamen we uit bij Crepis praemorsa, die in het Duits de mooie naam “abgebissener Pippau” heeft. Na de middag bezochten we een totaal ander gebied met rotsachtige wegkanten en een heuse weg door de rotsformatie. We troffen een totaal andere flora aan met Dianthus sylvestris, Asplenium viride, Campanula cochlearifolia, C. rapunculoides, Cystopteris fragilis, Dianthus carthusianorum, Geranium purpureum, Stachys recta, Verbascum lychnitis,V. nigrum, V. thapsus, Kernera saxatilis en Cotoneaster integerrimus. Iedereen snakte naar een koele pint of frisdrank, maar de chauffeurs verkozen het terras van het hotel, want dan moesten ze niet meer rijden!! Donderdag 12 juni: VM: Frohnstetten – kerkhof – Smeietal en terug via het bos en NM: uitstap met gepensioneerde boswachter aan parking Bergsteig te Fridingen an der Donau met Dechental en Buttental Aangezien we om 13u moesten klaar staan om met de boswachter te vertrekken, werd een kleine wandeling voorzien dichtbij het hotel. Voordeel was zeker dat ditmaal geen picknick moest meegesleurd worden en dat we onze knapzak ook konden aanspreken op het terras van het hotel, want het was sluitingsdag voor het restaurant. De weilanden op het plateau herbergden eveneens Carum carvi, Rhinanthus alectorolophus en Tragopogon orientalis. Hier en daar ontdekten we enkele mooie exemplaren van Campanula patula. Aan een spar-renaanplant troffen we Cephalanthera damasonium aan, die eveneens in het bos groeide. Arabis glabra groeide op een kapvlakte en Jean ontdekte kleine witte bloemen in een naaldbos, dat bij nader toekijken Moneses uniflora was. Verder werden langs de wegkanten van de bosweg nog Ribes alpinum, Viola hirta, Inula conyzae en Asplenium viride gedetermineerd. Op de terugweg in het dorp vonden we tussen de straatstenen Eragrostis minor en Herniara glabra. Na de middag reden we naar Fridingen, waar de wagens op parking Bergsteig geparkeerd werden. De boswachter loodste ons naar de bosranden en aanpalende kalkgraslanden van het Dechental en Buttental en normaal zouden we vanaf de betonweg in de verte al het gele tapijt van vrouwenschoentjes moeten zien. Nu was echter het hoogtepunt van de bloeitijd voorbij en moesten we ons tevreden stellen met nog enkele prachtexemplaren in bloei en voor de rest planten met afblekende kleuren. Naast Cypripedium calceolus bloeiden in de graslanden ook veel Campanula glomerata en Buphthalmum salicifolium. We determineer-den eveneens Carlina acaulis, Cirsium eriophorum, Gymnadenia conopsea en Orobanche lutea. We trokken verder langs de bosrand met talrijke Ophrys insectifera, Platanthera bifolia en enkele ex. van Orchis simia en O. militaris. In het bos zelf ontdekten we op aanwijzen van de boswachter enige ex. van Corallorhiza trifida en op de terugweg naar de auto’s kwamen we voorbij aan Sorbus torminalis. De boswachter liet ons verder nog een soldatenkerkhof zien met mooi uitzichtpunt op het klooster van Beuron, de oude houten overdekte brug over de Donau te Beuron en de ruïne van Burg Hausen met prachtig panorama op de Donauvallei en omgeving. Vrijdag 13 juni: Lochenstein – Gespaltener Fels en terug naar de parking via de Schafberg We zaten terug op de noordrand van de Alb met zijn steile afgrond. De Lochenstein met kruis bood niet alleen een adembenemend panorama, maar ook enkele botanische bijzonderheden, die we de vorige dagen nog niet gezien hadden. Orchis mascula en Primula veris kwamen op de lijst, alsook Globularia bisnagarica. Verder zagen we de beginnende bloei van Anthemis tinctoria, maar vooral de kleine kruisbloemigen Alyssum alyssoides en A. monta-num spraken tot de verbeelding. Ook Allium lusitanicum en Erysimum cretidifolium waren nog nieuwkomers. Na de Lochenstein volgde er een zeer steile afdaling met daarna opnieuw een klim naar de Albrand. Dan ging het gemoedelijk bergaf via de Schafberg. Het bos op de Schafberg herbergde nog Galium rotundifolium, alsook een schermbloemige met fijn inge-deelde bladslippen, die als Peucedanum officinale gedetermineerd werd. In de vallei 28 groeide Arctium nemorosum en met nog enkele algemene soorten van bij ons kon de streeplijst afgesloten worden. Zaterdag 14 juni: VM: Parking Stich te Onstmettingen met NSG Lengenloch en NM: Parking Zollersteighof met Draufgand tot Zellerhorn en terug via de gewone weg Vandaag mocht de picknick in de wagen blijven en kregen we een normale inventarisatiedag zoals in België. Nico was vandaag opnieuw streper en Walter zou hem voor het laatste bosstuk aflossen. Na een week botaniseren is het normaal dat een groot aantal taxa terug komt, maar toch duiken er telkens nog enige nieuwkomers op, zoals de al lang verwachte Gentiana verna, die normaal al uitgebloeid was, maar toch nog herkenbaar was aan de spitse bladen en het bladrozet. Ook vonden we nog een mooi bloeiend exemplaar. Orobanche caryophyllea stond bij zijn waardplant “Galium”. Dit keer hadden we zeker Ononis spinosa en Leo zal het geweten hebben. Hij heeft de doornen gevoeld!! Een beetje verder ging iedereen op de knieën voor een Ophrys apifera. Ook Himantoglossum hircinum en Anacamptis pyramidalis waren van de partij. Aan de beek vonden we Carex elata, C. acuta en C. panicea en op de andere kalkhelling noteerden we nog Polygala comosa en Prunella grandiflora. Na de traditionele picknick met plooizetels trokken we naar parking Zollersteighof, waar we de Traufgang naar de Zellerhorn namen. De weg liep grotendeels door het bos met nog veel Erigeron annuus, alsook Bunias orientalis en Cardamine impatiens. Op de Zellerhorn bleef iedereen een beetje met verbaasde blik staan. Wat een fantastisch uitzicht op Burg Hohenzollern!! De fotografen moesten ditmaal niet onderdoen voor de Japanners en zelfs de gebruikelijke groepsfoto werd er gemaakt. Ik zou nog vergeten te vermelden dat er nog een mooi groepje bloeiende gele gentianen (Gentiana lutea) stond op de noordflank van de Zellerhorn. Onze botanische week was zoals gewoonlijk veel te vlug voorbij. Ik bedank alle deelnemers voor de aangename sfeer in de groep, alsook voor het ijverig opzoeken en determineren van de planten. Bijzondere dank aan Nico voor het strepen, alsook voor het opstellen en verwerken van de plantenlijsten. Ook dank aan Walter voor de tracks en het strepen tijdens de laatste namiddag. Andre Plantenwerkgroep van Natuurpunt Antwerpen stad Contactpersoon: Erik Molenaar, [email protected] Excursieverslagen Monitoring Poelen Wolvenberg 10 juni Deze dinsdagochtend zijn we met zes deelnemers aan de ingang van het natuurgebied. Het zijn vooral beginnende floristen die een cursus volgen. We zullen nagaan wat de extreme lente op de natuurlijke flora heeft veroorzaakt. Ondanks recente hevige buien staan poelen volledig droog, behalve één die erg diep is uitgegraven. Het Verloren water Eerst gaan we naar de vijver (het Verloren Water) waar we aan de oosteroever alles rustig bekijken en noteren. Het is er sterk betreden en de tredflora bestaat uit Gewone smeerwortel, Zomprus, Straatgras, Grote weegbree, Tengere rus en Moerasvergeet-me-nietje. In de natte ruigte staat o.a. Koninginnekruid, Wolfspoot, Kruipende boterbloem, Zeegroene rus, Viltig en Harig wilgenroosje. In het water onderschei- 29 den we drijvende soorten als Dwergkroos en Klein kroos van ondergedoken waterplanten, zoals Puntkroos en Aarvederkruid. Op de onbetreden oevers aan de overkant groeit Moeraszegge (verlandigsvegetatie). De vijver zit vol dierenleven en overal zie je libellen en juffers patrouilleren. Poel nr. 8 In de eerste poel heeft bloeiende Watercrassula het zaakje overgenomen. Deze exoot is erg gevaarlijk en heeft alweer de helft van de bodem overgroeid. Er zijn daar geen andere soorten te bemerken. We zien hier een deel van de vijversoorten terug. Begroeiing is 35%, waarvan 30% crassula. De konijnen hebben al wat eetbaar was afgegeten, wat ook al iets over crassula zegt. Ook Penningkruid en Ruige zegge zijn ongemoeid gebleven. In de rand noteren we Gewone waterbies, Duinriet en één pol Pitrus. Naast Crassula is Gewoon puntmos dominant. Poel nr. 9 Deze is ook zo goed als kaal, met een dominantie van Gewoon puntmos (moslaag 50%). Van sommige soorten staat er maar één exemplaar, zoals Akkerkers, Gewone bermzegge, Wolfspoot en Kruipende boterbloem. In de rand noteren we Gewone agrimonie, Heelblaadjes, Harig wilgenroosje en Valse voszegge. Poel nr. 5 Hier aan de voetgangersbrug is de situatie opnieuw door de konijnen overgenomen, maar bovendien heeft de nabij gelegen werf op eigen houtje snoeiwerken in de rand van ons natuurgebied uitgevoerd en het snoeisel in de poel gedumpt. De drooggevallen poel is grotendeels overgroeid met Gewoon puntmos, waarboven zich een kussen van bloeiend Penningkruid heeft ontwikkeld. Tussen de stammen en takken ontwaren we toch nog Watercrassula en enkele afgebroken stengels van Grote lisdodde. We zien hier grotendeels dezelfde soorten terug als in de vorige twee poelen. Opvallend is de kraag met Grote kaardenbol en Frans hertshooi, beide door de konijnen als oneetbaar afgedaan. Op de oeverrand steekt een massa bloeiende Dauwbraam zijn stengels naar het midden uit. We vermelden nog Valse voszegge, Heelblaadjes en Watermunt. Poel nr. 10a Deze grotere poel is voor 95% drooggevallen. De meeste vegetatie is door konijnen afgegeten. De bedekking bedraagt 5%. De kalkrijke, kleiige bodem selecteert een aantal soorten uit. Zo staat hier Slanke waterweegbree vergezeld van Zeegroene rus. Soorten als Waterpunge zijn al een tijd lang verdwenen. Opvallend is dat Waterweegbree geen bloei heeft kunnen ontwikkelen en dat dus geen zaden zijn gemaakt. Voorts groeien hier ongeveer dezelfde soorten als in de andere poelen, maar er staat een kleine populatie Gele lis in vrucht. Veenwortel, dat zich in de lente hier drijvend ontwikkelde, staat nu rechtop (landvorm). In deze toestand wordt geen bloei ontwikkeld. We vermelden de kikkervisjes en de massa poelslakken die zich in het resterende water hebben verzameld. Monitoring graslanden Wolvenberg –Brilschans 2 september Wij zijn met zijn vieren om de beheerde graslanden te bekijken op perceel 14, ons grootste grasland op het natuurgebied, gelegen langs het fietspad door het Ringbos. We starten aan de tramlus, ook om de verse floristen eens te polsen op hun algemene kennis. Hier is de invloed van de konijnen niet erg groot en zijn de planten normaal ontwikkeld. We vinden in deze enkele vierkante meters 62 soorten, terwijl we ons beperken tot de kruidlaag. Deze soorten komen grotendeels terug in het natuurgebied, maar dan in gehavende toestand. Op het grasland zien we de knaagdiervandalen in een trieste staat: de enkelen die rond huppen zijn duidelijk blind en dragen Myxomatose. Bovendien heeft de aanhoudende regen een ware schimmeloorlog op de planten losgelaten. Terwijl we onze lijst maken, merken we een soort vlekkenziekte op Linde. Zowat alle bomen zijn overdekt met meeldauwen en gallen: zo hoort het. In de speurtocht tussen miniatuurvormen valt 30 alvast bloeiend Heggendoornzaad op; vooral het aanraken van het ruwe steeltje wekt een zekerheid op. In de lage bramen staan deze planten er redelijk normaal van postuur in zaad. Ook Rapunzelklokje staat in bloei en is met zijn 5 cm hoogte en zowat bladerloos, haast niet herkenbaar. Onder de terrestrische mossen zijn Gewoon dikkopmos, Gewoon haakmos, Fijn en Groot laddermos algemeen. Er is gemaaid in de braamranden en op die plekken ontdekken we een grote vlek met Bosaardbei. In deze omgeving, haast verpest door Schijnaardbei, is dit een revelatie. De bleke bladonderzijde is trouwens een goed differentieel onderscheid. In een volledig gedegradeerd hoekje, gedomineerd door zo goed als alleen Gewoon dikkopmos, duiken kiemplanten op die we na enig speurwerk toch als Dauwbraam moeten noteren. Daar konijnen geen paddenstoelen eten, kunnen we er een flink aantal tellen. Er worden er 6 gebust, waarvan 4 onbekend. De ingezamelde soorten zijn gekiekt en worden meegenomen voor nader onderzoek. In het terugwandelen zien we nog Gele dovenetel (de echte subsp. montanum) waarvan we dachten dat ze verdwenen was. We hebben in het hooiland ongeveer evenveel soorten gezien als erbuiten. Er zijn 87 soorten genoteerd, maar er zijn er allicht enkele vergeten. De gebuste foto’s kan je volgen op www.waarnemingen.be. Plantenwerkgroep Vlaamse Ardennen plus Nazareth Langedreef, 14 juni 2014 Gids, verslag en streeplijsten: Henk Coudenys Aantal deelnemers: 10 Zowel de weergoden als de maaibrigade waren ons gunstig gezind: het bleef de ganse namiddag droog en de bermen van de Kortijkse heerweg en de Langedreef hadden hun jaarlijkse maaibeurt nog niet ondergaan. Er werden twee streeplijsten opgemaakt, daar het gekozen traject door twee aanpalende ifbl-kwartierhokken liep. Het onderzochte gedeelte van de Langedreef loopt hier pal langs een uitloper van de Hospicebossen en is langs de andere zijde beplant met een rij Amerikaanse eiken. Dit levert veel schaduw en nog meer moeilijk afbreekbaar en stikstofrijk bladstrooisel op, die de potentiële ontwikkeling van een soortenrijke vegetatie sterk onderdrukt. Desondanks vinden we er vrij veel soorten van heischrale graslanden en droge heide, onder meer Tormentil, Veelbloemige veldbies, Valse salie, Pilzegge, Hengel, Pijpenstrootje, Struikheide, Maarts viooltje en Gewone eikvaren. De bosrand en de grachten vullen het didactische plaatje van algemene inheemse varens verder aan: Adelaarsvaren, Wijfjesvaren, Mannetjesvaren, Smalle- en Brede stekelvaren en Dubbelloof. De Oostelijke berm van de Kortrijkse heerweg (met inbegrip van de gracht) bevat een van de meest soortenrijke en interessante wegbermvegetaties uit de omgeving; De voorbije jaren werd er onder meer Pilzegge, Geelgroene zegge en Echte koekoeksbloem waargenomen. Deze drie werden tijdens de excursie niet teruggevonden, wel onder meer Egelboterbloem, Knoopkruid, Wilde margriet, Gewone- en Moerasrolklaver, Akkermunt, Zilverhaver, Struikheide, Liggend hertshooi, Vogelpootje, Tweerijige zegge, Hazenzegge, Veldrus, Tandjesgras en Grote ratelaar. Deze laatste is nieuw in Nazareth. We ontdekten ook nog een nieuwe groeiplaats van Hertshoornweegbree, in het karakteristieke gezelschap van Steenkruidkers. Vroeg in het voorjaar werd op diezelfde plek ook al Deens lepelblad gevonden. Deze strooizoutadventieven duiken steeds vaker op in onze regio. Streeptocht Bosheide Nukerke, 12 juli 2014 Gids, streeplijst en verslag: Henk Coudenys Dertien deelnemers vertrokken aan de Donderij te Nukerke voor een inventarisatie binnen ifbl-kwartierhok E2 4842. Als eerste verrassing vonden we reeds na 100 meter in de wegberm een uitgebreide populatie Wilde bertram. Als onkruid in een voortuintje groeide Duist en tussen de straatstenen Grove varkenskers. Langs het wandelpad richting Bosheide noteerden we onder meer Gekielde dravik, een adventieve grassoort die wellicht via paardenvoeders verspreid 31 wordt. Hoog struisgras en Fioringras groeiden er bij wijze van didactisch plaatje door elkaar. Verderop, waar het pad door een akker liep, ontmoetten we Akkerkers en Bosandoorn. Het pad slingerde verder langs een beekje waar onder meer Boswilg groeide en een reeks bastaardwilgen: de kruising tussen Boswilg en Grauwe wilg, tussen Grauwe en Geoorde wilg en deze tussen Rossige wilg en Grauwe wilg. Bij de ingang van het bos troffen we Hangende zegge aan, Liggend hertshooi en Muurhavikskruid. De ondergroei van het bos zelf leverde niets onverwachts op. We noteerden onder meer Boszegge, Ijle zegge, Valse salie, Ruige veldbies en Schijnhondsroos. Van heiderelicten was nergens meer sprake, ook niet langs de vijveroevers. In onze soortenlijst namen we wel drie vlotgrassen op: Mannagras, Geplooid en Getand vlotgras, alsook Blauw glidkruid, Gele plomp en een gekweekte variëteit van de Witte waterlelie. Aan de rand van de vijver trok een glazenmaker, die pas uitgekomen was onze aandacht (foto van Brigitte Delmeire) We noteerden in totaal 220 taxa. Plantenwerkgroep Gent op stap in 2014 Contactpersonen: Jean De Prez Wolfputstraat 37 9041 Oostakker 09 251 27 26 [email protected] Kristel Keppens Steenovenstraat 16 9031 Drongen 09 226 77 90 0496 59 10 34 [email protected] [email protected] 27 mei 14, hok D3 23 23 - zuidelijk deel / Gentbrugge Het is een merkwaardig hok, dit D3-23-23. Het vormt de overgang van het verstedelijkte Gentbrugge naar een open meersenlandschap via volkstuintjes, ruderale terreintjes, bosjes, woonwijken en fragmenten van een oud kasteelpark. Het hele hok wordt - net als de groenpool Gentbrugse Meersen waartoe het behoort - resoluut in twee gekliefd door de E17. We starten in het bosje onder het viaduct van Gentbrugge. Terwijl de auto’s en de vrachtwagens boven onze hoofden razen, worden we verrast door een keur aan bosplanten: Gewone salomonszegel, Bosanemoon, Lelietje-van-dalen, Speenkruid, Ijle zegge, bosveldkers, Schaduwgras, Bosandoorn, Groot heksenkruid, Knopig helmkruid,Q Aan de zuidkant van het viaduct belanden we echter abrupt in een andere plantenwereld. De verstoorde terreinen rond de recent aangelegde fietspaden van de groenpool-in-ontwikkeling bieden ons de kans om in te zoomen op de verschillen en de gelijkenissen binnen de amarantenfamilie: Melganzevoet, Korrelganzevoet, Stippelganzevoet en Uitstaande melde passeren de revue. Vandaar gaat het dwars door de volkstuintjes, langs een verdwaalde boerderij, de woonwijk Ten Bos (!) in. Echte zeldzaamheden komen we niet tegen, maar de verschillende, versnipperde biotoopjes bieden ons voldoende variatie aan soorten om het ‘wandel’-tempo laag genoeg te houden. Reken er de onvermijdelijke discussies over de Japanse, de Sachalinse en de Boheemse duizendknoop bij (ja hoor, we kwamen ze alledrie tegen) en je zal begrijpen dat we tegen de tijd dat de schemering en de doorregende streeplijst ons - ondanks het enthousiasme van enkele verwoede strepers - naar huis stuurden, we nog maar net aan het begin van de Rietgracht geraakt waren. We klokten af op 203 soorten. Kortom, een fascinerend hok om later nog eens te vervolledigen. Boris Snauwaert 32 17 juni 14, hok D3 13 13 - Oostakker Het groepje was klein in aantal; lag het aan de voetbalgekte of de plaats van het hok? Enfin, dat maakte het strepen op zich misschien wel iets minder moeilijk, ik streepte nl. voor de eerste keer de ganse avond . Het hok omvatte een plek waar nogal wat bouwactiviteiten in plaatsvonden en een ruderaal strookje langsheen de Kennedybaan. We konden uiteindelijk maar een klein deel van ons streephok doen, ook omdat er nogal wat heen en weer gepraat werd over wat wel en niet ingezaaid of verwilderd is. Zo stond er ook Kanariezaad en andere micmac. Ikzelf vond het een leuke avond, maar weer eens veel te kort. Annie Bracke 26 juni 14, hok D3 23 24 - zuidelijk deel / Gentbrugge Was het omdat de Rode Duivels vanavond pas later op de avond hun voetbalmatch moesten spelen, lag het aan de aangename zomeravond of was het omdat het hok deel uitmaakt van één van de vier Gentse groenpolen, dat er een behoorlijke opkomst was, wie zal het zeggen. Persoonlijk deed het mij bovendien plezier ook enkele veteranen te ontmoeten die we dit seizoen nog niet hadden gezien. Vandaag stond het zuidelijk deel van de Gentbrugse Meersen, waarin het Vredesmonument staat dat bij een aantal mensen toch wel wat vragen opriep, op het programma. Doordat we eens niet op een rij langs afgebakende percelen en paden moesten lopen maar los en dwars door het open veld konden struinen heerste er vanavond een vrije en blije sfeer in de groep en was de diversiteit aan plantjes die we vonden behoorlijk. Niet dat we spectaculaire of onverwachte soorten vonden, maar door de losse sfeer kon iedereen her en der op zoek. In kleinere groepjes werd gedetermineerd en gediscussieerd. Bovendien hoef je geen diehard te zijn om in deze tijd van het jaar soorten te herkennen en ook dat is leuk. Voor enkele wat minder ervaren deelnemers was het interessant om eens duidelijk de drie bij ons voorkomende melkdistels vlak bij elkaar te kunnen zien en te vergelijken. Ook Windhalm was voor sommige mensen een niet alledaagse waarneming. Even ontstond er discussie over Moerasdroogbloem en Bleekgele droogbloem. Volgens mij deed de habitus van een tussen het hoge gras opgeschoten Moerasdroogbloem heel wat mensen aan Bleekgele droogbloem denken. Doordat de beschrijving in Heukels verschillende interpretaties toelaat en details zo in het veld niet duidelijk waarneembaar zijn was een meerderheid overtuigd van Bleekgele droogbloem en heb ik deze, zoals dat in een democratie hoort, ook gestreept. Jean De Prez 8 juli 14, hok D3 42 14 - De Putten / Melsen Voor mammoeten en holenleeuwen moet je in je vakantie een museum doorslenteren of in een boek kruipen maar bij de plantenwerkgroep kan je zomaar vanzelf een archeofyt tegen het levende lijf(je) lopen. Zo eentje was vanavond de Kleine majer of Amaranthus blitum; goed herkenbaar met de aan de top uitgerande, eivormige bladeren. Vandaag kom je het zelden tegen maar het zou in de bronstijd geteeld zijn als een soort spinazie; blitum = als groente gebruikt onkruid. De naam van het geslacht Amaranthus = onverwelkbaar waartoe de Kleine majer behoort, is dus niet slecht gekozen voor een plantje dat tot nog toe weet stand te houden. Welke andere planten het ook nog volhouden in de Scheldevallei was het uiteindelijke doel van deze streeptocht. Daarvoor kregen we hulp van de conservator van De Putten, Fernand Daenekynt, om ons doorheen de afsluitingen te loodsen. Gewone waterbies, Zomprus, Biezenknoppen en Tweerijige zegge werden vergezeld door de opvallender gekleurde Heelblaadjes, Wilde bertram, Grote ratelaar, Moerasandoorn en Blauw glidkruid. Enkelen waren nieuwsgierig naar wat de koeien tijdens hun geploeter en gesukkel over de modderkluiten nog meer konden waarnemen bij gracht en plas. Dat vulde onze inventarisatietocht aan met Egelboterbloem, Dwergkroos, Moerasmuur en Witte waterkers tot zo’n 203 planten en ook met een aantal plots bruin geworden deelnemers ondanks de bewolkte lucht. Annick Verstraete 33 26 augustus 14, hok D3 22 31 - Overmeers / Gent En het was zomer... Op de autoradio hoor je dat wegens overstromingen de op- en afritten van UZ en Sint-Denijs zijn afgesloten. Thuisgekomen toont de buienradar op je pc een groot blauw deken uitgespreid over de avond. Op je mail 4 berichten van mensen die annuleren. 3 smsjes bereiken je over hopeloos vast zitten in de file. Je zou voor minder thuis blijven. Maar toch te nieuwsgierig naar het hok om in de droogte te blijven zitten. En ja zo nog 6 anderen. Zeven "die-hards" gingen in de gutsende regen toch op zoek. Deze happy few vonden 6,8ha, naar Gentse normen, vrij behoorlijke natuur terug. Dit dankzij een werkend natuur- en bosdecreet. Het verlies aan natuurgebied door de aanleg van de verbindingsweg van R4 naar het station moest gecompenseerd worden. Daardoor werd het overgebleven lapje extra verzorgd en werd er o.a. aan natuurherstel gedaan van grachten, poelen en meersen. Omdat ook nog wat gecompenseerd diende voor het bosdecreet, werden aan de randen van dat lapje ook nog bomen en struiken geplant. Daardoor variatie genoeg aan biotoopjes. Vooral tijdelijk overstroomde en nog in volle ontwikkeling. Een (schaam)lapje om de komende jaren af en toe eens te gaan bekijken. Wie het kleine niet eert ... Naast de soorten die we verwachten in Gentse riviervalleien viel op dat er behoorlijk wat Egelboterbloem stond. Een veldje Tweerijige zegge en enkele toefjes Zomp- en Veldrus bleken wel potentieel te bevatten. Ondanks de aanhoudende regen namen we toch het een en ander onder de loep. Waardoor we 3 ondersoorten van Beklierde duizendknoop streepten en 2 van Zwarte nachtschade. Beklierde duizendknoop is een zeer variabele soort, die vaak wordt gescheiden in 2 tot 4 ondersoorten: Knopige duizendknoop (Polygonum lapathifolium subsp. lapathifolium), Viltige duizendknoop (Polygonum lapathifolium subsp. pallidum), Oeverduizendknoop (Polygonum lapathifolium subsp. brittingeri) en vroeger ook Groenige duizendknoop (Polygonum lapathifolium subsp. mesomorphum). Er komen allerlei tussen-vormen voor maar soms is het wel duidelijk. Subsp. brittingeri viel ons onmiddellijk op door zijn brede bijna ronde bladeren met een duidelijke donkere vlek. De stengels waren liggend. De grootste van de 3 subsp. lapathifolium had de typische dunne slappe schijnaren en de bladeren waren smal en duidelijk gevlekt. De subsp. pallidum had geen opvallende gevlekte bladeren en stevigere, dikkere schijnaren die groenig waren. Opvallend waren ook enkele bomen naast de vijver. Het zijn exoten die uit educatief oogpunt mogen blijven staan. Enkele parasoldennen, Quercus x hispanica (kruising tussen de winter-harde en bladverliezende Moseik en de niet helemaal winterharde en bladhoudende kurkeik) en een dikke Sneeuweucalyptus. Maar daar zullen we bij echt zomerweer eens beter naar gaan kijken want we hadden stilaan genoeg van Ondergedoken madeliefje, Vlottend kamgras en Kruipertje. Bedankt Joost, Kristel, Nancy, Ilse, Willy en Filip voor jullie solidariteit bij het regenplezier. Annick Verstraete 4 september 14, hok D3 21 22 - Blaarmeersen / Gent (tennis) We werden verwend met een mooie nazomerse avond en we waren dan ook met een grote groep van 20 om nog een voorlaatste keer te genieten van het samen plantjes strepen. Alweer 4 nieuwe plantenliefhebbers kwamen een kijkje nemen en zegden dat het zeker niet bij deze ene keer zou blijven. Joost was streper van dienst maar aangezien hij al wat vroeger gekomen was en alleen al heel wat streepjes gezet had, leek het eerste half uur op een spelletje heeft ie het of heeft ie het niet. Op de werf vonden we een Datura stramonium var. tatula, een sterk paars aangelopen vorm met licht paarsblauwe bloemkroon De naam Datura is afkomstig van de Arabische benaming datora of tatorah, afgeleid van het Turkse tat, dat steken beduidt, een duidelijke verwijzing naar de stekelige vruchten. In de Blaarmeersen staan honderden kleine kaardenbollen. Ik had onlangs gehoord dat dit niet de gewone Dipsacus pilosus zou zijn maar de flora’s maken nog geen gewag van een mogelijke exoot. Op http://alienplantsbelgium.be/ vond ik dat het gaat over Dipsacus strigosus. Danny leerde ons dat de vuile witte blaadjes van watermuur aangetast zijn door een brandzwammetje. Ondanks de zachte temperaturen werd het snel duidelijk dat de zomer voorbij is, na amper anderhalf 34 uur strepen werd het moeilijker en moeilijker om nog plantjes te onderscheiden door de invallende duisternis. Kristel Keppens Excursies in C6 https://sites.google.com/site/planteninc6 Via lidmaatschap aan de discussiegroep Planten in C6 met een forum https://groups.google.com/forum/?hl=nl&fromgroups#!forum/pic6 krijg je de verslagen van de excursies ook via mail binnen. Donderdag 3 juli De Hutten C6-41-41 Helaas herinnerde de organisator te laat dat er een excursie op 26 juni was en zo kwam hij op die dag een half uur te laat op de afgesproken plek. De excursiedeelnemers waren begrijpelijk al vertrokken en na wat heen-en-weer-gemail en welgemeende excuses werd de excursie een week later ingehaald met dezelfde deelnemers. Uit dit km-hok waren tot nu toe maar 21 planten gemeld. Het is nochtans een zeer natuurrijk gebied met vele beemden, hagen, droge bossen en zelfs natte heide, moerassen en moerasbos. Het meeste natuurterrein in het hok is van een particuliere grootgrondbezitter en dat heeft waarschijnlijk de brave natuurliefhebbers uit de natuur hier gehouden. Jef is in deze omgeving opgegroeid en wist de weg nog goed te vinden. Op zijn aanwijzen liepen we langs vochtige weiden, een poel met Waterpostelein en zowaar een Purperreiger, een gagel-struweel met aan de rand een paar plantjes Kleine zonnedauw en een moerasbos met eindeloos veel Slangenwortel. De natuur was hier ernstig aan het verdrogen, overal drooggevallen grachten, maar volgens Jef was dit al langer aan de gang. In een diepere greppel vonden we nog Wateraardbei en Zeegroene muur, maar voor het voortbestaan valt te vrezen. Omdat we voornamelijk de natuurlijke biotopen bezochten kwamen heel wat akker- en ruigtekruiden niet aan bod en bleef het soortenaantal van de avond rond de 170 hangen. Ongetwijfeld is dit aantal rond de weinige huizen in het hok nog wel op te krikken. Een derde bezoek is dus zeker nodig. Donderdag 4 september Mullerbeemden C6-48-41 Deze gezamenlijke excursie met de Limburgse Plantenwerkgroep begon reeds om 17u30, maar de helft van de excursie kwam gewoontegetrouw om 18u30. Op dat moment had de eerste helft al 160 streepjes op de lijst, waaronder een nieuwe soort voor C6: Stinkende lis. Nicole was zo pienter om eraan te ruiken en inderdaad, niet erg aangenaam, om het voorzichtig uit te drukken. We passeerden toevallig langs de afspraakplek rond 18u30 om de tweede helft op te pikken. Bert trachtte een gaatje te vinden in wat we al hadden gestreept en zo kwamen er toch redelijk wat soorten bij, al werd hij natuurlijk ook vaak “teleurgesteld”. Nicole liet ons Grote pimpernel zien die ze vorig jaar langs het fietspad vond. Via een zandpad bereikten we eindelijk de Mullemerbeemden, waar menig beemdplant op de lijst kwam. Bittere veldkers was goed herkenbaar. Het licht werd nu al minder, maar de zucht om nog wat speciaals te vinden niet. In de laatste meters vonden we nog een Eénjarige hardbloem en Valse kamille. Een dikke 250 soorten was de uiteindelijke opbrengst. 35 SEMO op excursie http://semovlaanderen.wordpress.com/semo/ Excursieverslag 15 juni 2014 Torfbroek en Silsombos Inleiding Het Torfbroek is geen onbekende voor SEMO. Wie ons tijdschrift leest, weet dat er al heel wat excursieverslagen zijn verschenen. Het is dan ook één van Vlaanderens rijkste gebieden en het heeft het best bewaarde blauwgrasland van ons land. Nu er recentelijk, op een boogscheut van dit reservaat, ook nog heel wat moois groeit in het Silsombos, leek het ons de moeite waard om beide gebieden te combineren tot een dagexcursie. Er waren 20 deelnemers: Felix Baeten en Liliane Dedroog, Frans Thijs en Tillie Cerneels, An De Wilde, Johan Dierckx, Gerard Deneckere, Ingrid Franken en Dirk De Nijs, Yolande Michot en Peter Hebbinckuys, Christian Erzeel en Sylvia De Pauw, René Meeuwis, Jef Michiels en Philomène Meyts,Luc Segers, Gerrit Verhellen en Marina Verberckt en tenslotte Walter Van den Bussche die voor de organisatie in stond. Het Torfbroek Dit gebied is al sinds 1981 natuurreservaat en wordt al meer dan 30 jaar beheerd door Natuurpunt. Het is ongeveer 92 hectare groot en sluit aan op een gelijkaardig gebied dat Terbronnen heet. Wat nu nog resteert is maar een deel van wat het vroeger was: rond het Torfbroek is een villawijk gebouwd op de drogere delen. Wat bewaard bleef is het natste deel, waar vroeger een aantal visvijvers waren. Door aangepast beheer is het gebied nu een aaneenschakeling van open water, trilveen, rietmoeras, kalkmoeras, hooiland en blauwgrasland. De bodem bestaat uit Brusseliaan zand, waarin ook mineralen zoals kalk zitten. Het kwelwater, dat afkomstig is van het Brabants leemplateau is basenrijk en dit zorgt mee voor de grote biodiversiteit. Op sommige plaatsen, waar regenwater stagneert is de bodem licht zuur tot zuur. Op plaatsen waar het regenwater kan afvoeren is de bodem basisch. Op sommige plaatsen is er ook moeraskalk aanwezig, ontstaan uit kalktuf. Daardoor is de pH waarde hier hoger dan bv. in het Silsombos, waar de kalkrijke laag dieper in de bodem ligt. In de natuurlijke evolutie kunnen er uit een kalkmoeras hooilanden ontstaan die wij kennen als dottergrasland, heischraal grasland en blauwgrasland. Dit wordt vnl. bepaald door de waterstand. Blauwgraslanden zijn vochtige hooilanden die niet worden bemest en jaarlijks worden gemaaid. De watertafel schommelt en is in de winter het hoogst en in de zomer het laagst. De bodem is vaak zwak zuur tot zuur, maar er is basenrijke kwel die voor een hoge biodiversiteit zorgt. De naam van dit grasland is niet afkomstig van het Blauwgras, dat we kennen van kalkgraslanden met veel kalkpuin en kalktuffen. De karakteristieke blauwe kleur is afkomstig van een aantal kruiden die in deze vegetatie voorkomen zoals Blauwe zegge, Blonde zegge, Zeegroene zegge, Blauwe knoop, Vleugeltjesbloem en Tandjesgras. Er is ook een plantengemeenschap die veel gemeen heeft met het hier omschreven blauwgrasland. Dat is het Cirsio dissecti – Molienetum, wat ook te boek staat als blauwgrasland. In dit gebied komen er drie soorten orchideeën voor in zeer grote aantallen: de Bosorchis, de Moeraswespenorchis (Epipactis palustris) en de Grote muggenorchis (Gymnadenia conopsea). Daarnaast zijn/waren er nog andere soorten aanwezig, maar deze zijn zeldzamer, zoals de Bijenorchis (Ophrys apifera), Gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata) (plaatselijk op de verzuurde delen) en de Bergnachtorchis (vrijwel zeker uitgeplant). 36 Een zeer losbloemig exemplaar van de Grote muggenorchis G. conopsea met een drielobbige lip die niet diep is ingesneden. Wat ons hier vooral interesseert is het voorkomen van de Grote muggenorchis. Wij kennen deze soort vooral van kalkgraslanden, maar hier komt ze voor in de blauwgraslanden. De Grote muggenorchis groeide hier in het verleden ook: in het Belgisch herbarium dat zich bevindt in de Nationale Plantentuin van België (nu onder de naam Plantentuin.Meise) kan je herbariumbladen vinden uit de omgeving van Kampenhout. Enkele voorbeelden vind je in onderstaande tabel. datum 17 06 1889 16 07 1948 23 06 1952 18 07 1943 16 05 1861 Toponiem Velthem Dworp Berg Steenokkerzeel Bois Lovenjoul Vindplaats Prairies Laaggelegen, zeer moerassig beemdje Moeras Moerassige weide Auteur C. Piquet E. Michiels J.E. De Langhe J.E. De Langhe H. Piré ID BR 1.055.491 1.055.567 1.246.984 1.246.985 1.055.528 De Grote muggenorchis is wel erg divers in het Torfbroek. Er zijn minstens 3 verschillende bloeitijden, er zijn dichtbloemige en losbloemige planten, lichtroze en donkere, verschillende lipvormen, smalbladige en breedbladige planten. Hoe dit allemaal moet worden geïnterpreteerd is nu nog niet duidelijk. Via morfologisch en genetisch onderzoek kan men vermoedelijk meer te weten komen over de taxonomische waarde van deze verscheidenheid. De meeste muggenorchissen groeien in een vegetatie waarin we ook soorten vinden als Teer guichelheil, Vlozegge, Blauwe zegge, Blonde zegge, Zeegroene zegge, Schubzegge, Bleke zegge, Blauwe knoop, Parnassia, Ruw walstro, Bosorchis, Karwijselie, Gewone vleugeltjes-bloem, Riet, Biezeknoppen, Penningkruid, Grote wederik en Paddenrus. De Bijenorchis groeit op iets drogere plekken tussen Riet en Kleine ratelaar, Kruipend zenegroen, Margriet en Echte Koekoeksbloem. Het lijkt mij dat deze soort eerder op de overgang voorkomt tussen blauwgrasland en dottergrasland. De Moeraswespenorchis komt dan weer voor op vochtige plekken, voornamelijk in de vegetatie aan de rand van de wandelpaden en het blauwgrasland, het rietland en het kalkmoeras. 37 De Bijenorchis Ophrys apifera werd zowel in het Torfbroek als in het Silsombos gevonden. Bemerk de pollinia die gekruist zijn en op de eigen stempelholte kleven. Dit is een zelfbestuiver. Op sommige plaatsen is de verzuring duidelijk merkbaar. Zo vonden we een mooie plek met ronde zonnedauw tussen veenmos en dat was voor ons de eerste keer dat we deze plant vonden in het Torfbroek. De Bergnachtorchis (Platanthera chlorantha) kwam hier vroeger ook voor, maar is nu verdwenen. Deze plant werd vermoedelijk door iemand aangeplant. Er zijn nog dergelijke “trucs” uitgehaald in het Torfbroek met andere zeldzame planten. De Moeraswespenorchis E. palustris stond nog niet in bloei. 38 Het Silsombos Dit gebied bevindt zich net als het Torfbroek op het grondgebied van de gemeente Kampenhout. Het ligt meer ten zuidoosten, tussen Nederokkerzeel en Erps-Kwerps. Het werd vroeger gebruikt als hooiland en hakhout omdat het er te vochtig was voor bewoning en landbouw. Hier liggen de valleien van de Weesbeek en de Molenbeek, waar in de loop der jaren veel populieren werden aangeplant. Het gebied kon uiteindelijk worden veilig gesteld toen Natuurpunt en het Agentschap Natuur en Bos (ANB) delen konden aankopen. In totaal is er nu ongeveer 100 hectare beschermd natuurgebied. Door de vele aanplantingen was de biodiversiteit wel sterk verminderd en waren er niet zoveel graslanden meer over. Vandaar dat de voornaamste maatregel er in bestond om populieren te kappen, de stronken te verwijderen of uit te frezen en de vrijgekomen terreinen jaarlijks te maaien. Ook hier hebben we te maken met een bodem van Brusseliaan zand die gevoed wordt met basenrijk kwelwater, afkomstig van het Brabants leemplateau. De kalk zit hier wel wat dieper als ter hoogte van het Torfbroek, zodat hier lagere pH waarden worden gemeten. Desalniettemin is het terrein sinds 2000 er goed op vooruit gegaan. Nu is er een grote variatie aanwezig tussen Elzen-Essenbos met mooie voorjaarsflora, relicten van blauwgrasland, kalkmoeras, dottergrasland en op de drogere delen heischraal grasland. Het gebied is daardoor aangenaam om in te wandelen. Het aantal soorten orchideeën bedraagt op dit ogenblik zeven. Het meest talrijk is de Bos-orchis (Dactylorhiza fuchsii), die hier nog talrijker is dan in het Torfbroek. Recent vestigde zich hier ook een populatie Brede orchis (Dactylorhiza majalis). Deze planten waren op het ogenblik van ons bezoek al uitgebloeid, maar nog wel goed te herkennen door de vorm en stand van de bladeren, de rood aangelopen bloeistengel en de holle stengel. Verder hebben we ook Brede wespenorchis (Epipactis helleborine), Bijenorchis (Ophrys apifera), Grote keverorchis (Neottia ovata), Grote muggenorchis (Gymnadenia conopsea) en de Bergnachtorchis (Platanthera chlorantha). Deze laatste soort is – net als die van het Torfbroek – aangeplant en de 2 planten zien er helemaal niet gezond uit. Ze zijn vermoedelijk geen lang leven beschoren. We genoten van de hooilanden en noteerden als meest in het oog springende soorten Reuzenpaardestaart, Eenbes, Kleine ratelaar, Pinksterbloem, Echte koekoeksbloem, Margriet, Knolsteenbreek en Moerasstreepzaad. Dankwoord Bij de voorbereiding van deze excursie contacteerden we Jan Wouters, conservator van het Torfbroek en Ewoud l’Amiral, conservator van het Silsombos (deel van Natuurpunt). Verder zijn we dank verschuldigd aan Danny De Laere en Flip Fleurbaey, die ons rondleidden in het Silsombos en ons de groeiplaatsen van orchideeën toonden. Zonder hen hadden we ongetwijfeld een hoop gemist. De biotopen die we bezochten zijn uitgelezen stukjes natuur en beslist de moeite om te behouden. We zullen hier in de toekomst zeker nog terugkomen om de evolutie op te volgen. Plantenwerkgroep Leucojum – Afdeling Natuurpunt Wielewaal Met de plantenwerkgroep verkenden we op 12 juli het perceel van Het Veer te Viersel. Waar vorig jaar nog coniferen, barakken en visvijvers waren, ontdekten we nu al een diversiteit aan planten. Knikkend tandzaad heeft hier een stek veroverd. Het kan voorkomen in pioniersvegetaties, langs greppels en slootkanten: ideale omstandigheden dus waar de Molenbeek nu alle ruimte heeft. Blaartrekkende boterbloem, Waterpeper en Kleine duizendknoop staan er ook en volgens de Ecologische Flora vergezellen ze deze plant dikwijls, samen met de vele Zomprussen, Moeraswalstro en Moerasvergeet-mij-nietje. In de greppels staat er opvallend veel Watertorkruid. We vonden deze plant trouwens op nog andere plaatsen in onze Netevallei. Watertorkruid heeft wisselende waterstanden nodig: hij kiemt op drooggevallen stukken, maar groeit in het water. Begeleiders van Watertorkruid die tevens in dit perceel te 39 Viersel staan zijn onder meer Gele waterkers, Grote Waterweegbree, Grote egelskop en Rode waterereprijs. Een andere bijzonderheid is de Moerasbasterdwederik. Zoals de naam al laat vermoeden, komt deze plant op natte plaatsen voor. Dikwijls staat hij op de overgang van ruige, hoog opschietende oeverbegroeiing naar lage moerasvegetatie: het plaatje klopte volledig. Kluwenzuring, Moeraszuring en Egelboterbloem zijn ook het vermelden waard. We nemen volgend jaar zeker nog een kijkje in dit prachtige perceel dat nog heel wat potentie heeft. Hans Vermeulen van Natuurpunt Educatie gaf het voorbije jaar bij ons 2 cursussen. Tijdens de cursus grassen, zeggen en russen bezochten we begin juli de zogenaamde ‘Zandbijenheide’ nabij de Steenbeemden te Kessel. Naast de grassen en russen hadden we ook aandacht voor de andere planten die hier voorkomen. Op het perceel zijn bomen gekapt om de typische heidesoorten opnieuw een kans te geven en zo meer biodiversiteit te creëren. Het Buntgras is typisch voor droge heide en zandvlakten. De blaadjes zijn samengerold om in droge omstandigheden te kunnen overleven. Een vondst op de heidevlakte was Dwergviltkruid. Het staat liefst op open plekken op zandgrond waar geen verstuiving meer is. Het staat op deze heide samen met Klein vogelpootje, Zandstruisgras en Zandblauwtje. Een andere interessante plant op dit stukje is het Klein Tasjeskruid. Dit plantje heeft wat weg van Herderstasje, maar is kleiner. Het is tevens een typische plant van open, zure zandgronden. Aan de Steenbeemden groeide er nabij de herstelde vijver trouwens Watertorkruid, Borstelbies, heel veel Greppelrus en Liggend Hertshooi. Ook hier zijn we benieuwd wat het resultaat zal zijn van de pas uitgevoerde werken. We hebben dus met onze plantenwerkgroep al vooruitzichten voor volgend jaar. Vanaf dit najaar krijgt de plantenwerkgroep van onze afdeling een naam: Plantenwerkgroep Leucojum. Een dubbele verwijzing: Leucojum is de wetenschappelijke naam van het Zomerklokje dat in onze Kleine Netevallei nog veel voorkomt. Het breidt zich trouwens nog uit. Bovendien is het een verwijzing naar het lievelingsplantje van Evie Verboven: de vroegere bezielster van de plantenwerkgroep die we sinds april 2011 moeten missen. Samen met Leo Van Herbruggen bracht zij heel wat groeiplaatsen van het Zomerklokje in kaart. Kristine Wuyts Het plantenjaar afsluiten doen we op 18 oktober in het Soldatenbos. Samenkomst om 14.00 uur aan ingang van het Soldatenbbos (Salvatorbos) aan de Liersesteenweg te Kessel, vlak bij kruising met Salvatorbaan te Kessel. We nemen de tijd om plantjes te speuren in het bos en zijn omgeving. Deze activiteit kadert tevens in ‘de week van het bos ‘ waarin Natuurpunt en ANB een oproep doen om De Groote Oorlog te herdenken. Het soldatenbos is 19 ha groot en is sinds 1 juni van dit jaar opengesteld. We nemen een kijkje in het bos en de omgeving. Het soldatenbos, of Salvatorbos, ligt tussen de Liersesteenweg, Salvatorbaan, Marnixdreef en Landstraat. Leiding: Kristine Wuyts 40 Nieuwsbrief Paddenstoelen 41 Paddenstoelenwerking Natuurpunt Momenteel zijn er in Vlaanderen 16 paddenstoelenwerkgroepen van Natuurpunt actief. Zij organiseren talloze excursies waarbij aandacht besteed wordt aan educatie en inventarisatie van gebieden. Deze waarnemingen worden systematisch ingevoerd als puntwaarneming of gebiedswaarneming op www.waarnemingen.be Meer gevorderde werkgroepen geven hun waarnemingen door aan FUNBEL, de databank van de Koninklijke Vlaamse Mycologen Vereniging (KVMV), op kwartierhokniveau (1 km x 1 km). Deze verspreidingsgegevens kunnen gebruikt worden om een beter inzicht te krijgen in de diversiteit, verspreiding en achteruitgang van paddenstoelen in Vlaanderen. Natuurpunt werkt zoveel mogelijk samen met KVMV voor verschillende projecten: verpsreidingsonderzoek in Vlaanderen, brandplekpaddenstoelenproject, atlas Vlaams-Brabant, Prioritaire soorten in Antwerpen en Vlaams-Brabant, Q Bij Natuurpunt worden beginnende paddenstoelenliefhebbers opgeleidt om daarna verder te specialiseren onder begeleiding van de specialisten van KVMV. Bij KVMV kan je onder andere microscopiecursussen volgen en infoavonden bijwonen. Meer info vind je op www.kvmv.be Coördinatie Natuurpunt Studie – Coxiestraat 11, 2800 Mechelen Roosmarijn Steeman 015/ 29 72 22 [email protected] Natuurpunt Educatie – Graatakker 11, 2300 Turnhout Hans Vermeulen & Wim Veraghtert tel. 014 47 29 53 [email protected] [email protected] Website (algemeen): http://www.natuurpunt.be/paddenstoelen Paddenstoel.flits Dé maandelijkse digitale nieuwsbrief over paddenstoelen. Vol nieuws over nieuwe publicaties, projecten, excursies en interessante vondsten. Schrijf je in via www.natuurpunt.be Ook jij kan iets bijdragen aan de Nieuwsbrief Paddenstoelen Paddenstoelenwerkgroepen De Takruitertjes Regio Waas & Dender Weetjes en verhalen over paddenstoelen Paddenstoelenwerkgroep Meetjesland Cursus > B&B: biodiversiteit, biotopen, landschappen > Paddenstoelen Paddenstoelenwerkgroep Vl. Ardennen Plus Paddenstoelenwerkgroep Met "Weetjes en verhalen overZwamvlok paddenstoelen" organiseert Natuurpunt Educatie een instapcursus over het thema Paddenstoelenwerkgroep Oude Spoorweg paddenstoelen. Het accent ligt helemaal niet op indeling en determinatie, maar op eetbaarheid en giftigheid, Paddenstoelenwerkgroep Mycoflora geneeskracht en sporen van paddenstoelen in onze en andere culturen. Deze invalshoek laat ook toe om de Afdeling Dubbelloof Afdeling Land Van Reyen Planten- & zwammenwerkgroep Natuurpunt Schijnvallei Paddenstoelenwerkgroep Zuidrand Antwerpen Paddenstoelenwerkgroep Team Landen Paddenstoelenwerkgroep Zemst Zwammenwerkgroep Zuidwest-Brabant Paddenstoelenwerkgroep Mandelstreke belangrijkste groepen paddenstoelen te leren kennen. Voorkennis is niet vereist. Paddenstoelenwerkgroep Westhoek Paddenstoelenwerkgroep ZW-Vlaanderen Mycologia Brugse Mycologische Werkgroep (BMW) Wanneer: Paddenstoelenwerkgroep Natuurpunt Westland 42 Paddenstoelwandelingen voor iedereen Woensdag 1 oktober Paddenstoelen zoeken in Stambruges Dagtocht onder leiding van gids Christine Hanssens. Afspraak: 09u00 NEC De Steenoven -Schaapsdreef 29, 8500 Kortrijk Meer info: Christine Hanssens, Tel: 056/21 23 13, Mail: [email protected] Organisatie: Mycologia Zuid-West-Vlaanderen Donderdag 2 oktober Herfst langs de Molenmeers en verder ... We vertrekken aan de kerk van Kalken en gaan naar de Molenmeers op zoek naar de eerste wintergasten of laatste zomervogels. Ongetwijfeld zien we paddenstoelen, misschien wel enorme gallen op de bomen en hazen ... Afspraak: 9u00 kerk van Kalken - 9270 Kalken(Laarne) Meer info: Lieve Van Bockstael, Tel: 09/367.62.91, Gsm: 0486/460.871, Mail: [email protected] Organisatie: Kolena vzw, Natuurpuntafdeling Scheldeland, Van Bockstael Zondag 5 oktober Paddenstoelenwandeling in Landschap De Liereman. Afspraak: 9u00 Bezoekerscentrum Landschap De Liereman -Schuurhovenberg 43, 2360 OudTurnhout Meer info: BC Landschap De Liereman, Tel: 014/42 99 66, Mail: [email protected] Organisatie: Bezoekerscentrum Landschap De Liereman, Natuurpuntafdeling De Wulp Zondag 5 oktober Herfstige gezinswandeling met aandacht voor paddenstoelen Afspraak: 14u00 VBC De Watersnip -Grauwe Steenstraat 7/2, 3582 Koersel Meer info: Jan Kenens VBC "De Watersnip", Tel: 011/45 01 91, Mail: [email protected] Zondag 5 oktober Paddenstoelenwandeling op het Plateau van Caestert met zelf geperst appelsap. Afspraak: 14u00 parking speeltuin -Steenstraat, 3770 Kanne (Riemst) Meer info: Kristof Odeur, Tel: 012-21 80 32, Gsm: 0495-27 68 75, Mail: [email protected] Organisatie: Riemst kern van Zuidoost-Limburg i.s.m. Natuurpunt Educatie Zondag 5 oktober Paddenstoelenwandeling in Meren en Kalsterbos Afspraak: 14u00 Manege Ruitershof -Diepvenstraat, 3201 Langdorp(Aarschot) Meer info: Walter Weckhuysen, Gsm: 0497 91 01 80, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling Aarschot i.s.m. Natuurpunt Educatie Zondag 5 oktober Paddenstoelenwandeling Smeetshof Afspraak: 14u00 Smeetshof -Smeetshofweg 1, 3950 Bocholt Organisatie: Natuurpuntafdeling Bocholt i.s.m. Natuurpunt Educatie Meer info: Rik Bosmans, Tel: 089-46 41 14, Gsm: 0474-98 41 93, Mail: [email protected] Zondag 5 oktober Paddenstoelenwandeling in de Bosbeek Afspraak: 14u00 Manège Castershoeve -Grotstraat, 3668 Niel-bij-As Meer info: André Vincken, Tel: 089-65 78 71, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling As i.s.m. Natuurpunt Educatie Zondag 5 oktober Paddenstoelentocht Kesselse heide Afspraak: 14u00 Kesselse Heide (parking) -Lindekensbaan, 2560 Kessel(Nijlen) Meer info: Domeinwachters Kesselse Heide, Tel: 03 360 52 18 Organisatie: Plantenwerkgroep Leucojum, Natuurpuntafdeling De Wielewaal Inschrijven verplicht - Vanaf 8 september bij de domeinwachters op het nummer 03 360 52 18 Zondag 5 oktober Paddenstoelenwandeling in de verdronken weide en Zillebeke vijver Afspraak: 9u30 Vijverhuis -Zillebekevijverdreef 2 A, 8902 Zillebeke (Ieper) Meer info en gids: Krist Calmeyn, Tel: 057 20 99 70, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling Westland i.s.m. Natuurpunt Educatie Prijs: Leden: 0,00 €, Niet-leden: 1,00 € 43 Zondag 5 oktober Paddenstoelenwandeling Nieuwenhoven Afspraak: 14u00 Bezoekerscentrum Nieuwenhoven -Hasseltse steenweg, 3800 Sint-Truiden (Alken) Meer info: Johan Van Meerbeek, Tel: 011-67 45 60, Gsm: 0479-20 69 57, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling Aulenteer i.s.m. Toerisme Sint-Truiden, Natuurpunt Educatie Zondag 5 oktober Paddenstoelen in het Waverwoud Voormiddag: Gasthuisbossen Afspraak: 10u00 Ingang bos (bunker) -Berlaarbaan 299, 2860 Sint-Katelijne-Waver Meer info: Godelieve Janssens, Tel: 015 20 97 02, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling Mechels Rivierengebied Prijs: Leden: 0,00 €, Niet-leden: 1,00 € Namiddag: Hondsbossen Afspraak: 14u00 Markt, 2860 Sint-Katelijne-Waver Meer info: Godelieve Janssens, Tel: 015 20 97 02, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling Mechels Rivierengebied Prijs: Leden: 0,00 €, Niet-leden: 1,00 € Zondag 5 oktober Paddenstoelenwandeling De Kluis – Blommerschot Afspraak: 9u30 Kruisdreef, 2242 Pulderbos (Zandhoven) aan het kruis - Blommerschot Meer info: Wim Veraghtert, Gsm: 0496-97 87 79, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling Voorkempen Zaterdag 11 oktober Paddenstoelenwandeling in Galmaarden Afspraak: 14u00 Sint-Pauluskapel -Paulusstraat, 1570 Galmaarden Meer info: André Prové, Tel: 054-58 92 17, Mail: [email protected] Organisatie: VZW De Mark, Natuurpunt Educatie Zondag 12 oktober Paddenstoelenontdekkingstocht in Bertembos Afspraak: 14u30 aan de glasbollen, 200 m voor restaurant Bertembos -Bosstraat, 3020 Herent Meer info: Patrick Luyten, Tel: 016-48 99 96, Gsm: 0495-59 85 33, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling Herent i.s.m. Natuurpunt Educatie Prijs: Leden: 0,00 €, Niet-leden: 1,00 € Zondag 12 oktober Wandeling Eindhoutberg: Paddenstoelen onder de loep Afspraak: 14u00 parking Zaal Dennenoord -Smallestraat 4, 2430 Eindhout (Laakdal) Meer info: Louis Verellen, Tel: 014-54 54 43, Mail: [email protected] Vic Van Dyck, Tel: 014 84 02 10 Organisatie: Natuurpuntafdeling Grote Nete i.s.m. Natuurpunt Educatie Zondag 12 oktober Paddenstoelenwandeling Haachts Broek Afspraak: 14u00 sporthal De Dijk -Dijkstraat 1, 3150 Wespelaar (Haacht) Organisatie: Natuurpuntafdeling Haacht i.s.m. Natuurpunt Zondag 12 oktober Paddenstoelenwandeling in het Stropersbos Afspraak: 14u00 Stropersbos, aan westelijke toegang tot de Liniedreef bij het voormalig Fort Sint-Jan De Stropersstraat 75, 9190 Kemzeke(Stekene) Meer info en gids: Hugo De Beuckeleer, Tel: 03-766 41 67, Gsm: 0478-50 96 35, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling Waasland-Noord i.s.m. Natuurpunt Educatie Zondag 12 oktober Op zoek naar paddenstoelen in het stadsbos van Astene Afspraak: 10u00 hoek Gameplaeredreef en Krekelstraat - 9800 Deinze Organisatie: Natuurpuntafdeling Deinze Plus Dinsdag 14 oktober Wandeling Weetjes en verhalen over paddenstoelen Brugge Afspraak: 18u00 Natuurcentrum Beisbroek Stad Brugge -Zeeweg 96, 8200 Sint-Andries (Brugge) 44 Meer info en inschrijven (verplicht): Yan Verschueren,Tel: 050-32 90 18, Mail: [email protected] Gids: Hans Vermeulen Organisatie: Natuurcentrum Beisbroek Stad Brugge, Agentschap voor Natuur en Bos, Natuurpuntafdeling Brugge, Natuurpunt Educatie i.s.m. BOS+, Natuurpunt Prijs: Leden: 5,00 €, Niet-leden: 10,00 € Woensdag 15 oktober Paddenstoelenexcursie in het Bellegembos Afspraak: 13u30 Bellegembos - 8510 Bellegem (Kortrijk) Gids: Wim Veraghtert Meer info: Christine Hanssens, Tel: 056-21 23 13, Mail: [email protected] Organisatie: Mycologia Zuid-West-Vlaanderen, Natuurpunt Educatie Zaterdag 18 oktober Paddenstoeleninventarisatie in de Katteputten Afspraak: 9u30 Entrepot - kleine parking -Palingbeekstraat, 8902 Zillebeke(Ieper) Meer info: Ann Top, Tel: 057-48 64 11, Gsm: 0479579930, Mail: [email protected] Organisatie: Paddenstoelenwerkgroep NP De Bron i.s.m. Natuurpunt Educatie Zondag 19 oktober Paddenstoelen in Groendomein Hertberg Afspraak: 14u00 Herberg Mie Maan -Diestsebaan 28, 2230 Herselt Meer info: Kaja Debruyne, Tel: 014/54 67 61, Mail: [email protected] Gids: Wim Veraghtert Inschrijven verplicht via [email protected] of 014/37 91 74 Zondag 19 oktober Paddenstoelen in het Hageven Afspraak: 14u00 BC Hageven -Tussenstraat 10, 3910 Neerpelt Meer info: Theo Janssen, Tel: 0473-80 18 30, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling Neerpelt i.s.m. Natuurpunt Educatie Zondag 19 oktober Paddenstoelen in alle maten, kleuren en geuren in natuurgebied Nietelbroek Afspraak: 14u00 Kruispunt Tichelerij- en de Kruisstraat -Kruisstraat, 3590 Diepenbeek Organisatie: Natuurpuntafdeling Diepenbeek Meer info: Jos Ramaekers, Tel: 011/351583, Mail: [email protected] Zondag 19 oktober Paddenstoelenwandeling Opglabbeek Afspraak: 13u30 parking nieuwe kerkhof Opglabbeek -Oude Kerkstraat, 3660 Opglabbeek Meer info en gids: Luc Swerts, Gsm: 0478-38 49 80, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling Opglabbeek i.s.m. Natuurpunt Educatie Zondag 19 oktober Giftige paddenstoelen en paddenstoelenweetjes in park Vordenstein Afspraak: 13u30 carpooling vanaf Bist te Wilrijk(Antwerpen), 14u00 parking Domein Vordenstein, ter hoogte van de Graaf Joseph De Pretstraat -Kopstraat, 2900 Schoten Organisatie: Natuurpuntafdeling Zuidrand Antwerpen i.s.m. Natuurpunt Educatie Zondag 19 oktober Paddenstoelen in Wortel-Kolonie Afspraak: 14u00 BC De Klapekster -Kolonie 41, 2323 Wortel(Hoogstraten) Meer info: BC De Klapekster, Tel: 03/383 02 08, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling Markvallei Zondag 19 oktober Paddenstoelenwandeling in de Ravelse Bossen Afspraak: 13u30 parking Ravelse Bossen -Arendonkse steenweg, 2380 Ravels Meer info: Richard Vergaelen, Tel:014-72 51 42, Gsm:0494-39 36 87, Mail: [email protected] Gidsen: Francois Bartholomeeusen en Staf Elsermans Organisatie: Natuurpuntafdeling Turnhoutse Kempen i.s.m. Natuurpunt Educatie Zondag 19 oktober Paddenstoelenwandeling in de Gulke putten met gespecialiseerde gidsen Het natuurgebied Gulke putten is met zijn 120 ha zeer rijk is aan soorten paddenstoelen, en voor bepaalde groepen zelfs een absolute toplocatie vormt in Vlaanderen. Gezinnen met kinderen zeer welkom. Afspraak: 9u30 Predikherenstraat 35A, aan lokaal ‘centrale B’, Wingene 45 Meer info: [email protected] Zondag 26 oktober Paddenstoelwandeling Hechtel met staptocht, kinderwandeling en excursie Afspraak: 14u00 Parking Den Brand -Kamertstraat, 3940 Hechtel(Hechtel-Eksel) Meer info: Natuurpunt Hechtel-Eksel, Mail: [email protected] Zondag 26 oktober Paddenstoelenwandeling in de Daknamse meersen. Afspraak: 14u00 aan de kerk van Daknam -Daknam-dorp, 9160 Lokeren Meer info en gids: Louis Roelandt, Tel: 09-348 70 31, Gsm: 0494-82 63 26, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling Zuid-Waasland Zondag 26 oktober De paddenstoelen van het Scheutbos Afspraak: 14u00 Scheutbos -Scheutboschstraat, 1080 Sint-Jans-Molenbeek Meer info en gidsen: Jean Leveque, Mail: [email protected] Roosmarijn Steeman, Tel: 015-29 72 22, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling Brussel i.s.m. Vrienden van het Scheutbos, Natuurpunt Educatie Zondag 26 oktober Paddenstoelenwandeling in het Stropersbos Afspraak: 14u00 Stropersbos, kruising Koningsstraatje met Stropersfietspad -Bergstraat, 9170 SintGillis-Waas Meer info: Hugo De Beuckeleer, Tel: 03-766 41 67, Gsm: 0478-50 96 35, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling Waasland-Noord i.s.m. Natuurpunt Educatie Zondag 26 oktober Paddenstoelenwandeling in de Palingbeek Afspraak: 9u30 Infoluifel aan Cafetaria De Palingbeek -Palingbeekstraat 18, 8902 Zillebeke(Ieper) Meer info: Krist Calmeyn, Tel: 057 20 99 70, Mail: [email protected] Rudy Claeys,Tel: 057-20 24 54, Gsm: 0479-78 64 31, Mail: [email protected] Organisatie: Natuurpuntafdeling Westland i.s.m. Provinciedienst NME (BC Palingbeek), Natuurpunt Educatie Zaterdag 13 december Paddenstoelenwandeling Gasthuisbossen Afspraak: 9u30 voetbalplein Hollebeke -Werviksestraat 208, 8902 Zillebeke(Ieper) Meer info: Rudy Claeys, Tel: 057-20 24 54, Gsm: 0479-78 64 31, Mail: [email protected] Organisatie: Paddenstoelenwerkgroep NP De Bron i.s.m. Natuurpunt Educatie Paddenstoelenwerkgroep Westhoek PWW 2014 Meer info: [email protected] (v) = voormiddag, (n) = namiddag, (d) = dagexcursie (picknick!). Zaterdag 11/10 (v) | Kerkepannebos, De Panne 9u30 parking Noorddreef/Koksijdseweg (Oosthoek), De Panne. Zaterdag 18/10 (d) | De Palingbeek, Zillebeke 9u30 parking Palingbeekstraat (via Komenseweg), Zillebeke (Ieper). Of 8u30 einde Ieperse Steenweg (carpoolparking nabij afrit E40), Veurne. Zaterdag 25/10 (v) | Oostachterduinen, Oostduinkerke 9u30 parkeergelegenheid einde Prins Boudewijnstraat, Oostduinkerke Zaterdag 08/11 (v) | Hannecartbos, Oostduinkerke 9u30 Noordzeedreef (nabij infopaneel), langs Hannecartbos, Oostduinkerke. Zaterdag 22/11 (d) | Galgebossen, Elverdinge (Ieper) 9u30 parking langs Gasthuisstraat (Vuile Seulehoek), Elverdinge. Of 9u00 einde Ieperse Steenweg (carpoolparking nabij afrit E40) Veurne. 46 Zaterdag 06/12 (v) | Natuurreservaat De Westhoek (noord), De Panne 9u30 parking infostand Schuilhavenlaan, De Panne. Brugse Mycologische Werkgroep http://bmycow.wordpress.com/about/ Meer info: Charlotte Pieters [email protected] Zaterdag 5 oktober 9u30 Ter Yde met PWW Zondag 6 oktober 9u30 Rode dopheide Zaterdag 19 – Zondag 20 oktober Paddenstoelententoonstelling Beisbrouck Programma Mycologia 2014 www.mycologia.be Meer info: [email protected] Woensdag 1 oktober Ganse dag paddenstoelen zoeken te Stambruges Gids: Christine Hanssens Afspraak: 9u00 NEC De Steenoven Schaapsdreef 29 - Kortrijk Woensdag 15 oktober Paddenstoelenwandeling in Bellegembos Gids: Wim Veraghtert Afspraak: 13u30 Doornikse Rijksweg aan huisnummer 215 Woensdag 29 oktober Paddenstoelenwandeling in 't Veld te Ardooie Gids: Jimmy Desmet Afspraak: 13u30 Aan de parking van het domein Woensdag 5 november Paddenstoelentocht in het Godtschalkbos te Geluveld Gids: Luc Pinoy en Jozef Iserbyt Afspraak: 13u30 Menenstraat, huisnummer 81 – Geluveld Woensdag 19 november Microscopie van zwammen in NEC De steenoven Afspraak: 13u30 Schaapsdreef 29, Kortrijk Woensdag 3 december Provinciedomein Bergelen te Gullegem Iserbyth Afspraak: 13u30 op de parking van het domein Gids: Jozef Woensdag 17 december Microscopie van zwammen in NEC De steenoven Afspraak: 13u30 Schaapsdreef 29, Kortrijk Paddenstoelenwerkgroep Natuurpunt De Bron De paddenstoelenwerkgroep heeft als doel de belangstelling én de beoefening van de mycologie te bevorderen. Zij wil ook bijdragen tot het behoud en de bescherming van de boeiende 47 paddenstoelenflora in de regio. Paddenstoelen zijn een wat moeilijker materie maar zowel beginners als gevorderden zijn welkom bij deze werkgroep. Studie, educatie en het verzamelen van waarnemingen van bijzondere soorten samen met gelijkgezinden zorgen voor een boeiend geheel. Coördinator: Ann Top, Donkerweg 2A, 8920 Langemark – 057/48 64 11, mail Zaterdag 18 oktober Paddenstoeleninventarisatie in de Katteputten Afspraak: 9u30 Entrepot - kleine parking -Palingbeekstraat, 8902 Zillebeke(Ieper) Meer info: Ann Top, Tel: 057-48 64 11, Gsm: 0479579930, Mail: [email protected] Zaterdag 13 december Paddenstoelenwandeling Gasthuisbossen Afspraak: 9u30 voetbalplein Hollebeke -Werviksestraat 208, 8902 Zillebeke(Ieper) Meer info: Rudy Claeys, Tel: 057-20 24 54, Gsm: 0479-78 64 31, Mail: [email protected] Paddenstoelenwerkgroep “De Takruitertjes http://www.wakona.be/index.php/werkgroepen/24-paddenstoelenwerkgroep-de-takruitertjes Je kan ook je emailadres doorgeven aan Lou Roelandt, die je dan telkens, een paar dagen op voorhand uitnodigt om op stap te gaan. Ook al de leden van de werkgroep kunnen indien zij dat wensen de werkgroep uitnodigen. Alle activiteiten van de PWG zijn gratis of ten hoogste kosten delend bij verplaatsingen. En zoals reeds gezegd: iedereen van harte welkom! [email protected] Paddenstoelenwerkgroep Vlaamse ardennen plus Onderstaande kalender is onder voorbehoud. Bij ongunstige weersomstandigheden, bijv. langdurige droogte, kunnen tochten gewijzigd of geannuleerd worden. Wie geïnteresseerd is en nog niet in de maillijst zit, geeft best zijn adres door aan Eddy Saveyn ([email protected] of 09/380.03.00) en ontvangt dan een week vóór de uitstap een uitnodiging. Na deelname aan een tocht ontvang je achteraf een lijst met de gevonden soorten. Al onze waarnemingen worden ook ingevoerd op waarnemingen.be Zaterdag 4 oktober Sleutelen met fungi – Mijnwerkerspad Michelbeke Afspraak: 13u45 Riedeplein (naast het oude station) te Michelbeke Meer info: Georges Kuipers 09/384.64.27 Zaterdag 11 oktober Volkegembos Afspraak: 13u45 kerk Volkegem: De la Kethulleplein Meer info: Eddy Saveyn 09/380.03.00 en namiddag zelf 0477/032075 Zaterdag 8 november Daguitstap Lessen – Geraardsbergen Afspraak: 9u30 Stationsplein van Lessen, Rue René Magritte/ 14u00 kapel Oudenberg te Geraardsbergen, parking straat Driepikkel. Meer info: Willem Boonen 054/417585 en 0479/098037 48 Paddenstoelenwerkgroep Zwamvlok http://www.zwamvlok.be/ Onder voorbehoud van de weersomstandigheden gaat de volgende inventarisatie door op donderdag 2 oktober. Afspraak: 14u00 aan het infobord Osbroek, Aalst Datums van de volgende excursies (altijd op dinsdagnamiddag) worden een week op voorhand aangekondigd op de website. Paddenstoelenwerkgroep Schijnvallei http://www.schijnvallei.be/werkgroepen/planten-en-zwammenwerkgroep De planten- & zwammenwerkgroep is zonder twijfel onze actiefste werkgroep. Op haar activiteiten is iedereen welkom, ook absolute beginners. Het hele jaar door zijn er op dinsdagvoormiddag natuurexcursies, zowel in de eigen gebieden van de vereniging als in natuurgebieden en domeinbossen gelegen in de wijde omgeving. Naargelang het seizoen komen mossen, lichenen, planten en/of paddenstoelen aan bod. Contactpersoon: Staf Brusseleers [email protected] 03/354.55.06 Paddenstoelenwerkgroep Mycoflora Zwammen-determinatie-wandelingen telkens op zondagen van 10u-12u30. 5 oktober Klein-Zwitserland (noord) V Hoeve Dieseghem, Wouter Volcaertstraat 44, Mortsel 19 oktober Klein-Zwitserland (zuid) V Hoeve Dieseghem, Wouter Volcaertstraat 44, Mortsel 9 november Fort 5 V Ingang Fort5, einde Fort5 laan, Edegem Coördinator & voor vragen: Yves Joris 03 440 08 70 /[email protected] Zwammenwerkgroep Zuidwest-Brabant 2014 Meer info: [email protected] of [email protected] Woensdag 1 oktober Boid d’Apechau Afspraak: 9u00 oud station van Braine le Chateau Zondag 5 oktober Kasteelpark Revelingen Afspraak: 9u00 De Goede Lucht, Eigenbrakelsesteenweg 147, Sint-Genesius-Rode 49 Woensdag 8 oktober Zavelput, Buizingen Afspraak: 9u00 Drasop, Buizingen, 1501 Halle Woensdag 15 oktober Gaasbeek kasteeldomein Afspraak: 9u00 Parking kasteeldomein, Gaasbeek Zondag 19 oktober Baesberg reservaat Afspraak: 9u00 Brabantse baan, 372, St Pieters-Leeuw Woensdag 22 oktober Warandepark Afspraak: 9u00 Kerk Essenbeek, Kasteelstraat, Halle Zondag 26 oktober Zoniënwoud Afspraak: 9u00 Parking Middenhut, Sint-Genesius-Rode Woensdag 28 oktober Provinciedomein Huizingen Afspraak: 9u00 Parking domein, Torleylaan, Huizingen Zondag 2 november Natuurreservaat Duling Hallerbos Afspraak: 14u00 parking nr 9, via Kampendaal, Dworp Woensdag 12 november Lembeek, kasteeldomein Afspraak: 14u00 Parking Park, Heldenstraat, Lembeek Woensdag 19 november Scoutsdomein La Fresnaye Afpsraak: 14u00 Krabbosstraat / prins Boudewijnlaan, Dworp 50
© Copyright 2024 ExpyDoc