Gevelreiniging UDC 69.059. l :69.022.3 Cleansing of exterior walls CATblad 01 Literatuur P. K. van der Schuit, Gevelreiniging, een monumentzorg. Reinigingsmiddelen en -methoden voor gevels van oudere gebouwen. RVblad Gevelreiniging 01,1986. RDMZRV 1986/2 -17 Gevelreiniging UDC 69.059.1: 69.022.3 Cleansing of exterior walls CATblad 02-1 Literatuur Reinigen van gevels, uitgevoerd in baksteen of beton. SBR publikatie B 10-1, Rotterdam 1981. Het rapport bevat de resultaten van een literatuurstudie, uitgevoerd door ing. W. Bassie van het Bouwcentrum, onder leiding van de Studiecommissie B 10: 'Afwerking van muren en plafonds'. Allereerst wordt erop gewezen van geval tot geval vast te stellen wat het doel is van een gevelreiniging. Er wordt onderscheid gemaakt in 'oude' en 'nieuwe' gevels, voorzien van nuttige aandachtspunten. Vervolgens komen relevante kenmerken van de gevel aan de orde zoals: ligging, oriëntatie, omgevingsfactoren, structuur van de gevel en eigenschappen van het gevelmateriaal. In een volgend hoofdstuk wordt ingegaan op de aard en oorzaak van de verontreiniging. Hierbij wordt ingegaan op de verontreiniging ten gevolge van het bouwproces, de verwering, invloeden van aantastende zouten, aanslag, korsten en vervuilende organismen. In het hoofdstuk reinigingsmethoden worden de op de markt zijnde en toegepaste reinigingsmethoden opgesomd, voorzien van een beschrijving van de methode en een karakterisering in twaalf punten. De methoden worden verdeeld in fysisch en chemisch werkende methoden. op de materie dan in SBR-publikatie B10-1. Deze factoren kunnen als volgt worden gerangschikt: a. de gebouwde omgeving en het milieu (luchtverontreiniging, aantastende processen, vervuilingsmechanismen); b. de oriëntatie van gevelvlakken ten opzichte van de heersende windrichting; c. de vorm en de afmeting van een gebouw in relatie tot de windsnelheden; d. de detaillering en het vervuilingspatroon; e. de fysische en chemische eigenschappen van de materialen waaruit de gevel is samengesteld. Deze worden weer onderverdeeld in: - logen; - droge methoden (borstelen, gritstralen en overige); - waterige methoden (nat gritstralen, weken, werken met detergenia of zepen en overige); - organische middelen; - zure middelen; - - chelaten of complexonpasta's; - verdelgingsmiddelen; Hoofdstuk 'De invloed van reinigingsmethoden/ -middelen op het vuil'. De reinigingsmethoden en -middelen werden in rapport B l O-1 uitvoerig beschreven, met hun voor- en nadelen. In de Nederlandse praktijk worden bepaalde middelen zeer veelvuldig gebruikt, andere zelden, terwijl van sommige van de genoemde middelen helemaal geen toepassing werd gesignaleerd. In volgorde van afnemende toepassing: - middelen met als hoofdbestanddeel fluorwaterstofzuur; - droog stralen; - middelen met andere zuren zoals fosforzuur, mierezuur, zoutzuur; middelen met oppervlakte-actieve stoffen; oplosmiddelen; complexon pasta's; water (eventueel met detergenten); stoom. - middelen voor speciale toepassingen. Hoofdstuk 'De invloed van reinigingsmethoden/ -middelen op het gevelmateriaal. Deze opsomming is vervolgens beknopt samengevat In het laboratoriumonderzoek bleek ten aanzien van in een geschematiseerd overzicht. Het rapport wordt afgesloten met een gecodeerd overzicht van in 1981 in Nederland leverbare produkten en diensten ten behoeve van de gevelreiniging. Uit deze inventarisatie bleek dat veel bedrijven slechts op een gebrekkige wijze in de informatiebehoefte konden voorzien. 92 bladzijden en vele geschematiseerde overzichten. P.K. v.d. S. enkele middelen (verdund fluorwaterstofzuur, stralen) dat er bij goede uitvoering geen sprake hoeft te zijn van een nadelige invloed op het baksteenmateriaal uit chemisch, technisch of chemisch-fysisch oogpunt. Het praktijkonderzoek geeft een indicatie binnen welke grenzen men met de meest voorkomende middelen veilig kan werken. Vooral het gebruik van logen blijkt ernstige aantasting van gevelmaterialen te kunnen veroorzaken. Gevelreiniging in de praktijk. SBR-publikatie 104, Rotterdam 1984. In dit rapport wordt verslag gedaan van een praktijkonderzoek naar gevelreinigingsmethoden en de effecten ervan, oorzaken van vervuiling en het opnieuw vuil worden van gereinigde gevels. Het onderzoek werd uitgevoerd door ing. W. Bassie, Hoofdstuk 'Factoren die van invloed zijn op het opnieuw vuil worden'. De vraag of een gereinigde gevel zich zal gedragen als een nieuwe gevel, is onderzocht. De gegevens die voor de vergelijking nodig zijn ontbraken in de regel. In het laatste stuk komt de eventuele nabehandeling aan de orde met het doel hernieuwde vervuiling te Bouwcentrum Technologie en ing. L.J.A.R. van der Klugt, IBBC-TNO. Het onderzoek werd geleid door de voorkomen. Met literatuurlijst en veel foto's. commissie B l O, 'Afwerking van muren en plafonds'. In het hoofdstuk 'Factoren die van invloed zijn op het (weer) vuil worden van gevels' wordt dieper ingegaan 120 bladzijden, 30 figuren. Bijlage: Vervuiling en reiniging van gevels in beeld met 69 foto's. P.K. v.d. S. RDMZRV 1989/16-13 Gevelreiniging CATblad 02-2 Gevelreiniging; reinigend effect en schade met chemische middelen en gritstralen . SBR-publicatie l52, Rotterdam 1987. Het onderzoek is uitgevoerd door dr. R.B. Polder in samenwerking met ing. L.J.A.R. van der Klugt van IBBC-TNO, onderleiding van commissie B10: 'Afwerking van muren en plafonds'. Uit het praktijkonderzoek (zie SBR-publicatie 104) bleek dat er vaak goede resultaten met gevelreiniging worden bereikt. Toch doen zich bij alle methoden in combinatie met verschillende gevelmaterialen incidenteel wel problemen voor: - de vervuiling kan snel terugkomen; - er kan zoutuitslag optreden; - stenen en voegen kunnen min of meer aangetast of ruw worden; - voegen en stenen kunnen hun samenhang verliezen, waarna vervolgschade kan ontstaan, (bijvoorbeeld uitregenen of vorstschade). In het onderhavige onderzoek zijn in het laboratorium en in een buitenopstelling proeven uitgevoerd om na te gaan of de geconstateerde effecten door een reinigingsmiddel of door de methode zouden zijn veroorzaakt. De proeven zijn uitgevoerd op nieuw gemetselde proefmuurtjes, samengesteld uit twee rode en twee gele vormbaksteensoorten met drie verschillende voegkwaliteiten. Op deze muurtjes was zwarte verf, bruine tectyl en cementspecie aangebracht als kunstmatige vervuiling. Zij zijn (met en zonder voorbevochtigen) gereinigd met oplossingen en pasta's van natronloog, respectievelijk zoutzuur, alsmede met twee in de handel verkrijgbare pasta's die als werkzaam bestanddeel natronloog, respectievelijk waterstoffluoride (HF) bevatten. Verder werden proeven uitgevoerd op een ongeveer veertig jaar oude muur van rode vormbaksteen. Deze rnuur, met 'natuurlijke' vervuiling, werd gereinigd met straalgrit van vier verschillende korrelgraderingen, waarbij elke grit met en zonder water werd toegepast. Uit de resultaten bleek duidelijk dat het fijnste grit het mooist reinigde en de geringste schade in de vorm van putjes in de baksteen veroorzaakte. Groffer grit had een geringere reinigende werking en gaf grotere schade. Bovendien bleek dat bij hetzelfde grit, natstralen een mooier en schoner resultaat opleverde dan droogstralen. Verder werden op de 'praktijkmuur' in het laboratorium vervaardigde oplossingen (na voorbevochtigen) en in de handel verkrijgbare pasta's van natronloog, kaliloog en waterstoffluoride gebruikt, evenals koud en heet water onder hoge druk. Het bleek dat de op deze muur aanwezige vervuiling niet met water of loog verwijderd kon worden. Met HF werd de muur wel schoon. Door een niet geheel zorgvuldige uitvoering werd het proefvlak met de HF-pasta enigszins vlekkerig. Met de HF-oplossing werd een goed resultaat bereikt. Een op de 'praktijkmuur' aangebrachte vervuiling in de vorm van zwarte verf en bruine tectyl werd gereinigd met twee verschillende in de handel verkrijgbare verfverwijderingsmiddelen. De zwarte verf werd zeer goed verwijderd met beide middelen, waarbij de 'natuurlijke' vervuiling op de muur niet werd aangetast. De bekladde plek was na de reiniging niet meer als zodanig herkenbaar. De bruine tectyl kon met één middel niet goed worden verwijderd. Het andere verfverwijderingsmiddel slaagde er wel in de tectyl te verwijderen. Heet water onder hoge druk bleek ook een goed middel (weinig aggresief en niet giftig) om de bruine tectyl te verwijderen. Er trad in een periode van ruim een jaar na de reiniging geen zichtbare verandering op aan de muur, in de vorm van uitbloeiing of dergelijke. Vervolgens is de globale samenstelling van acht in de handel verkrijgbare gevelreinigingsmiddelen is onderzocht. Hieruit bleek dat de samenstelling van middelen vrij sterk uiteenloopt, ook als zij dezelfde werkzame stof bevatten. Zo varieert het gehalte HF in een aantal zure middelen van 10 tot 30% (m/m). Eén middel bevat een grote hoeveelheid minder werkzaam maar wel schadelijk zoutzuur. De hoeveelheid (schadelijk) zwavelzuur die is aangetroffen is steeds gering. In de alkalische middelen varieert de hoeveelheid werkzame stof van 10 tot 25% (m/m). Eén middel bevat kaliumhydroxide als hoofdbestanddeel. De overige drie bevatten in grote hoeveelheden natriumhydroxide als hoofdbestanddeel, dat schadelijk kan werken in de vorm van uitbloei van natriumsulfaat. Het onderzoek leidt tot de volgende conclusies en aanbevelingen: - Het nat gritstralen en in iets mindere mate de behandeling met waterstoffluoride komen positief naar voren voor toepassing op de redelijk sterke en homogene ondergronden, die in dit onderzoek zijn bestudeerd. Reinigen met kaliloog is ook toelaatbaar, terwijl natronloog wordt afgeraden; - Goede materialen en een zorgvuldige uitvoering zijn zowel bij het stralen als bij het gebruik van oplossingen en pasta's voor een goed resultaat van groot belang gebleken. Zo moet straalgrit van voldoende fijne korrel zijn. Het effect van de korrelgradering van een partij grit kan eenvoudig worden onderzocht door middel van een zogenaamde zandblaasproef op glas. Bij het gebruik van oplossingen, vooral van HF, moet gezorgd worden dat het middel door spatten niet op ramen of voor zuur gevoelige natuursteen (zoals kalksteen) terechtkomt. Bij gebruik van HF-pasta moet gezorgd worden dat het zuur voldoende homogeen inwerkt, eventueel te bewerkstelligen door na korte tijd opnieuw door te borstelen, om een vlekkerig effect te voorkomen. Chemische middelen moeten na het inwerken steeds met een krachtige waterstraal worden afgespoten; Gevelreiniging CATblad 02-3 - Schade aan de gevel in de vorm van duidelijk zichtbare, uitgebeten plekken na het verwijderen van bekladding met verf, kan worden vermeden door het gebruik van speciale verfverwijderingsmiddelen; - Het maken van proefstukjes met verschillende middelen en methoden wordt sterk aangeraden, waarbij (heet) water onder hoge druk, waterstoffluoride en nat gritstralen kunnen worden geprobeerd; - Tenslotte wordt vastgesteld dat het bij gevelreinigingsmiddelen steeds om gevaarlijke stoffen gaat. De informatie die op de verpakking wordt gegeven, is onvoldoende. De leveranciers moeten de globale samenstelling en de gevaren voor de gezondheid en het milieu duidelijk aangeven, bijvoorbeeld in de vorm van etikettering. 79 bladzijden en vele figuren, 18 foto's P.K. v.d. S. 'Vuile gevels, schone gevels', Bouwen nu, 1988, nr. 3. Uitgave Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf, 's-Gravenhage. Met behulp van de SBR-publicatie nr. 104, Gevelreiniging in de praktijk, is een kort artikel vervaardigd. Hierin komt aan de orde: - het effect van luchtverontreiniging op gevels - de wisseling van de luchtverontreining in de tijd - de invloed van vocht op de aantastingsprocessen - de ligging van de gevel ten opzichte van weer en wind - de wisselwerking tussen materiaal en vuilaanhechting - de invloed van de detaillering op het vervuilingspatroon - de belangrijkste reinigingsmethoden zoals reinigen met HF (fluorwaterstof), stralen (nat en droog), reinigen met andere zuren dan HF, reinigen met logen, reinigen met oplosmiddelen en tenslotte reinigen met complexonpasta's Het artikel eindigt met de opmerking dat voorkomen beter is dan genezen, maar dat de kennis van de ontwerper en de bouwer meestal niet toereikend is op dit gebied. 4 bladzijden met illustraties. P.K.v.d.S. RDMZRV 1989/16-14
© Copyright 2024 ExpyDoc