Verkenning Vervolgstappen Burgerinitiatief “Achterste Stroom” 0 ___________________________________________________________________________________ EERSTE VERKENNING VERVOLGSTAPPEN BURGERINITIATIEF ACHTERSTE STROOM Docnr: rp-1401-200 Versie: 2.00 Datum: 22 augustus 2014 Docnr: rp-1401-200 Versie nr.: 2.00 22 augustus 2014 0 Verkenning Vervolgstappen Burgerinitiatief “Achterste Stroom” 2 ___________________________________________________________________________________ INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING .......................................................................................................................................3 2. HOOFDPUNTEN/SAMENVATTING ................................................................................................3 3. 3.1. 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 VERKENNING ..................................................................................................................................4 Vertrekpunt verkenning ....................................................................................................................4 Afbakening verkenning .....................................................................................................................4 Contacten .........................................................................................................................................4 Verkenning organisatie andere ‘groene’ burgerinitiatieven ..............................................................4 Vertaling naar organisatie Achterste Stroom ...................................................................................4 Betrokkenheid grondeigenaren ........................................................................................................5 Betrokkenheid omgeving/bewoners/gebruikers ...............................................................................5 Ambitieniveau ...................................................................................................................................5 Betrokkenheid organisaties ..............................................................................................................5 Voorwaarden voor inrichting ............................................................................................................6 4 BEREKENINGEN .............................................................................................................................6 5 KOSTEN ...........................................................................................................................................6 6 FINANCIERING/SUBSIDIËRING .....................................................................................................7 7 7.1 7.2 7.3 7.4 ANDERE AANDACHTSPUNTEN ....................................................................................................8 Vergunningen en onderzoeken ........................................................................................................8 Beeldkwaliteitsplan ...........................................................................................................................8 Communicatie ..................................................................................................................................8 Verdere stappen ...............................................................................................................................9 8 8.1 8.2 DISCUSSIE. .....................................................................................................................................9 Status mogelijkheden participatie bij de betrokken partijen. ............................................................9 Andere discussiepunten ...................................................................................................................9 9 CONCLUSIE ....................................................................................................................................10 BIJLAGE A: REFERENTIES ...............................................................................................................................11 BIJLAGE B: KOSTENRAMING INRICHTINGSMAATREGELEN. ......................................................................12 Docnr: rp-1401-200 Versie nr.: 2.00 22 augustus 2014 2 Verkenning Vervolgstappen Burgerinitiatief “Achterste Stroom” 3 ___________________________________________________________________________________ 1. INLEIDING In de raadsvergadering van 12 december 2013 heeft de raad van Oisterwijk ingestemd met de uitgangspunten van de door het burgerinitiatief opgestelde gebiedsvisie van het Burgerinitiatief “Gebiedsvisie Achterste Stroom” [ref. 1,2 ,3 ]. Tevens heeft de raad het akkoord gegeven aan het deelvoorstel van het burgerinitiatief om samen met de gemeente en het waterschap de Dommel mogelijke vervolgstappen te verkennen voor verdere uitwerking en uitvoering als vervolg aan de gebiedsvisie. In dit rapport geeft het burgerinitiatief de bevindingen van deze verkenning en wordt een conclusie t.a.v. het vervolg gegeven. 2. HOOFDPUNTEN/SAMENVATTING Hieronder volgt een samenvatting van de stand van zaken en inzichten voor de verkenning. Ambitie: Ondanks positieve besluitvorming is de gebiedsvisie nog niet verankerd. Een nastreven van een goede fysieke inrichting van het gebied, geeft stevige verankering van de (planologische component) van de Gebiedsvisie. Uitvoering mogelijk. Mits er actieve medewerking van waterschap en gemeente komt, is uitvoering en uitwerking van de Gebiedsvisie mogelijk. Er is nog steeds een ‘momentum’ , er is een ondersteunende houding van Groene Woud en subsidiënten en andere partijen; de verkenning levert vooralsnog geen onoverkomelijke hobbels op. Het is de vraag of dat op korte termijn kan. Er zijn nog geen duidelijkheid over subsidies. Rol burgerinitiatief. Een organisatievorm ligt voor de hand waarin Burgerinitiatief een initiërende/stimulerende/opstartende en/of samenbindende rol heeft en andere partijen, zoals waterschap en veldcoördinator Groen Blauwe diensten het werk doen. Kostenraming. Er is voor dit moment voldoende inzicht in de inrichtingskosten (kostenraming) en deze vallen zijn te overzien. Subsidies/financiering. Er is voor dit moment voldoende inzicht in financierings/subsidiemogelijkheden. Verder uitwerking en detaillering dient in de volgende stappen te worden gedaan. Dekking uitvoeringskosten. Op hoofdlijn lijken de uitvoeringskosten door subsidies gedekt te kunnen worden. Over de dekking van de grondkosten en verdeling moet nader met waterschap en gemeente gesproken worden. Mogelijkheid dekking voorbereidingskosten. Er zijn mogelijkheden voor dekking van voorbereidingskosten (om van idee van idee naar een uitvoering gereed projectplan te komen), maar dat moet in samenhang met organisatieopzet nader ingevuld worden. Programmering hermeandering nú regelen. Het is essentieel dat het waterschap de uitvoering van e hermeandering geprogrammeerd krijgt in het 3 bestuursakkoord Provincie-waterschappen, waarmee vanaf 2015 uitvoeringsgeld beschikbaar is. De Achterste Stroom is nu niet op de korte termijn gepland. Het burgerinitiatief moet de programmering in 2014 geregeld krijgen, o.a. door leveren argumenten en (bestuurlijke) druk. Grond. Beschikbaarheid van grond is essentieel. Van de gemeente wordt in ieder geval inzet van gemeentegronden gevraagd – al dan niet via ruiling met particulieren - voor de hermeandering (afspraak tussen gemeente en waterschap) en voor landschapselementen / wandelmogelijkheden / poelen. Met particuliere grondeigenaren zal zorgvuldig naar verkoop, ruil of functieverandering moeten worden gekeken. Natuurmonumenten. Naast gemeente en waterschap moet ook directe betrokkenheid van Natuurmonumenten moeten worden gezocht. Hier zijn voldoende argumenten voor. Betrokkenheid. Planuitwerking en – uitvoering raakt mensen. Betrokkenheid van omwonende/gebruikers organiseren. Via interactieve werksessie met omwonenden/gebruikers een globaal plan voor het gebied maken, met de hermeandering als belangrijk vertrekpunt. Met inspraak als laatste (formele) stap. Planning. Hermeandering: voorbereiding in 2014 en 2015, uitvoering in 2016. Aanleg landschapselementen/wandelmogelijkheden/poelen: voorbereiding 2014, start aanleg 2015 en doorlopend in 2016, samen met hermeandering stroom. Met de kennis van nu is dit de meest optimistische planning. Een exacte plannig dient in een later stadium te worden gemaakt. Verdere stappen. Organisatievorm doorspreken. Waterschap berekeningen laten doen. Programmering Bestuursakkoord regelen. Samenwerkingsovereenkomst opstellen. Docnr: rp-1401-200 Versie nr.: 2.00 22 augustus 2014 3 Verkenning Vervolgstappen Burgerinitiatief “Achterste Stroom” 4 ___________________________________________________________________________________ 3. VERKENNING 3.1. Vertrekpunt verkenning De gemeenteraad Oisterwijk stemde op 12 december 2013 met het voorstel (13/78) Gebiedsvisie Achterste Stroom [1,2,3]. Een van de deelvoorstellen luidde dat “in overleg met het burgerinitiatief en waterschap mogelijke vervolgstappen voor de verdere uitwerking en uitvoering van de visie worden onderzocht, waarbij ook ingegaan dient te worden op technische aspecten (zoals de ligging van het transportriool)”. Tijdens het daaropvolgend overleg Burgerinitiatief – gemeente - waterschap, op 13 februari 2014, is de vraag of de partijen een vervolgstap willen, positief beantwoord en zijn vervolgafspraken gemaakt voor de verkenning. Vanuit het Burgerinitiatief enkele bewoners een aantal gesprekken gevoerd. Dit rapport geeft de bevindingen van die gesprekken weer. Opgemerkt dient te worden dat door waterschap en gemeente daarbij wel de nodige voorbehouden gemaakt zijn. Gezien de nu bekende planning en capaciteit wordt de hermeandering niet op korte termijn voorzien. 3.2 Afbakening verkenning Het doel van het opstellen van de gebiedsvisie was a) het bieden van een kader stellende visie en b) inzicht geven in de mogelijkheden van herinrichting van de Achterste Stroom. Onderstaande verkenning richt zich op punt b. Bij deze verkenning zijn we uitgegaan van: hermeandering beek, aanleg/herstel landschapselementen, aanleg eenvoudige wandelmogelijkheden, aanleg poelen. Dit betekent dat deze verkenning niet ingaat op de vertaling van de visie in de Structuurvisie. Toelichting: de planologisch/juridische vertaling vindt eigenlijk plaats met een bestemmingsplan. In de Structuurvisie (die een visie op hoofdlijnen is) wordt het toekomstig ruimtelijk beleid aangegeven. Juridisch bindend wordt het met een bestemmingsplan. 3.3 Contacten Het burgerinitiatief heeft – in wisselende bezetting - gesproken met personen die ervaring hebben met uitvoering van vergelijkbare inrichtingsplannen, met subsidiekennis en/of met (enige) ervaring met burgerinitiatieven. Zo is gesproken met Johan van Cuyck, alliantiemakelaar provincie Noord-Brabant, verbonden als adviseur van Streekhuis Groene Woud. (gesproken 11 maart 2014) en met Mark Vonk, contactpersoon en veldcoördinator Stimuleringsregeling Groen Blauwe diensten, verbonden aan Stichting Duinboeren ( gesproken 9 april 2014). Daarnaast is gesproken (in maart/ april) enkele medewerkers van de DLG (Dienst Landelijk Gebied, onderdeel van Min EZ), waaronder Alfons Keizer die een eerste begroting opzette, en met Manon Rensink van het waterschap de Dommel. 3.4 Verkenning organisatie andere ‘groene’ burgerinitiatieven Gekeken is naar de organisatie van Markdal (Breda) , Duurzaamheidsvallei (Heukelom) en bij DLG bekende projecten vanuit een lokaal initiatief. De meeste van deze initiatieven zijn breder. En de opgave robuuster. Daardoor zijn er al snel meer betrokkenen. Veelal is er een stuurgroep/bestuur, waaronder werkgroepen hangen met vrijwilligers en professionals die zaken uitwerken. Veelal is er een voorzitter die bedreven is in bestuurlijk netwerken, type local leader. Voor ondersteuning van het project huurt men veelal een gesubsidieerde procescoördinator in. Overheden en andere instanties worden enthousiaster naarmate Burgerinitiatieven meer initiatief laten zien en voor een breed gedragen belang opkomen. Essentieel is een goed en transparant contact met de grondeigenaren in het gebied vanaf het allereerste begin van planuitwerking. Hun medewerking is essentieel. Ook belangrijk is de betrokkenheid van omwonenden/gebruikers van het gebied. Zij leveren kennis, wensen en ideeën. En het betrokken houden, voorkomt bezwaren. 3.5 Vertaling naar organisatie Achterste Stroom De projecten van de andere ‘groene’ burgerinitiatieven wijken af van de Achterste Stroom. De planuitvoering van de Achterste Stroom is goed te overzien. Overheden hebben veel belang: waterschap bij de hermeandering, gemeente bij een ordentelijke, passende inrichting voor een stabiel buitengebied. Natuurmonumenten bij goede ecologische verbindingen en inrichting. Daardoor kan ook de organisatievorm anders zijn dan dat bij de andere burgerinitiatieven. Een aantal aandachtspunten uit de andere projecten blijft ook voor de Achterste Stroom van belang. Door deze omstandigheden kan het burgerinitiatief Achterste Stroom (relatief) meer op achtergrond Docnr: rp-1401-200 Versie nr.: 2.00 22 augustus 2014 4 Verkenning Vervolgstappen Burgerinitiatief “Achterste Stroom” 5 ___________________________________________________________________________________ blijven: initiërend in het proces om te komen tot globaal plan en uitvoering, de zaak bij elkaar houden. En ondersteunen en forceren van doorbraken waar nodig. De professionals (van overheden) hun werk laten doen, binnen gezamenlijk afgesproken kaders – vastgelegd in een bestuurlijk vastgesteld samenwerkingsovereenkomst. Daarin rol, taak en verantwoordelijkheid vastleggen. De gezamenlijke regie kunnen de organisaties voeren te samen met het burgerinitiatief (stuurgroep). Projectleiding voor hermeandering vanuit het waterschap. Projectleiding voor landschapselementen/wandelmogelijkheden/poelen in fase van vorming van globaal plan bij het Burgerinitiatief. Andere mogelijkheden zijn: zelf doen, of daar een projectcoördinator voor inhuren met subsidie. Concrete verdere uitvoering door taxateur/grondmakelaar van gemeente/waterschap en veldcoördinator van subsidieregeling Groen Blauwe Diensten. 3.6 Betrokkenheid grondeigenaren De beschikbaarheid van grond, dus medewerking van grondeigenaren, is essentieel voor planuitvoering. Met gemeente - en tussen gemeente en waterschap - moeten afzonderlijke afspraken worden gemaakt over de inzet van hun gronden. De groep particuliere eigenaren vraagt bijzonder aandacht. Zij moeten als eerste worden benaderd. Eerst algemeen informeren, vragen naar wensen en hun specifieke situatie (verpachting, verhuur) en naar hun medewerking. Dit is een taak voor overheden/burgerinitiatief. Meer concreet contact dient verder door deskundigen (taxateur, grondmakelaar) te gebeuren, met de vraag of zij hun grond ter beschikking willen stellen en onder welke voorwaarden ( verkoop, ruil, kwalitatieve verplichting, etc). Eventueel moeten ruilvoorstellen worden gemaakt. Ook kunnen subsidiemogelijkheden (voor landschapselementen, wandelmogelijkheden, poelen) relevant zijn voor eventuele grondruil. De exacte eigendomssituatie dient later in kaart te worden gebracht. Hoewel het gebied vele grondeigenaren kent betreft het naar alle waarschijnlijk een beperkt aantal te benaderen eigenaren. Dit is afhankelijk van de te traceren loop van de stroom. 3.7 Betrokkenheid omgeving/bewoners/gebruikers Betrokkenheid van omwonenden bij verdere planuitwerking is essentieel voor het draagvlak van het burgerinitiatief. Planuitwerking raakt bewoners en gebruikers. De bewoners/gebruikers van het gebied leveren kennis, ideeën, wensen én creatieve oplossingen. Ook kunnen zij eventueel hulp bij uitwerking en uitvoering en – veel later - (landschaps-)onderhoud. Dit kan ook zorgen voor het beperken van bezwaren bij vergunningentrajecten. Voorbeeld van ideeën: de Vennenruiters zijn wellicht gebaat bij een ruiterpad richting bossen. Voorbeeld van bezwaren: sommige bewoners willen niet graag een wandelpad eindigend voor hun deur hebben. De betrokkenheid van bewoners/gebruikers moet worden gekanaliseerd via planuitwerkingssessies. Dit zijn interactieve bijeenkomsten met kaarten waarbij gezamenlijk wensen, bezwaren en oplossingen naar voren moeten komen. Gevolgd door inspraak voor een ordentelijk proces. 3.8 Ambitieniveau Ondanks positieve besluitvorming door de Raad is het nog niet zeker dat de Gebiedsvisie op de lange termijn overeind blijft: er komen steeds nieuwe gemeentelijke coalities, (sommige) eigenaren hebben nog steeds een meerwaarde van hun grond vanwege toekomstige dorpsuitbreiding in het hoofd, de vertaling naar de structuurvisie is nog niet op de kant, etc. Er zijn op het moment van schrijven geen signalen dat de visie niet overeind zal blijven.. Het zorgen voor inrichting van het gebied conform de gebiedsvisie verstevigt het overeind houden van de gebiedsvisie. Het is dus belangrijk om deze uitvoeringsambitie krachtig na te streven. Valt of staat deze ambitie met de mogelijkheden van financiering van de hermeandering ? Dat hoeft niet. Ook het streven naar aanleg van landschapselementen, wandelmogelijkheden en/of poelen kan helpen de gebiedsvisie een steviger verankering te geven. Een stevige fysieke inrichting en daarmee verankering van de gebiedsvisie kan ook een eind maken aan vasthouden van grondposities (om meerwaardeverwachting) waardoor wenselijke ontwikkelingen (bijv. meandering of landgoedontwikkeling) kunnen blokkeren. 3.9 Betrokkenheid organisaties Tot nu toe trekt het burgerinitiatief op met gemeente en waterschap als meest betrokken (overheid)spartijen. Andere partijen zijn incidenteel benaderd. Nu het op uitvoeren aankomt, is te overwegen is om voortaan ook bijvoorbeeld Natuurmonumenten te betrekken, want deze organisatie heeft belang bij hermeandering/inrichting, zij kunnen natuurorganisaties boven- en benedenstrooms vertegenwoordigen, zij hebben een netwerk, zij Docnr: rp-1401-200 Versie nr.: 2.00 22 augustus 2014 5 Verkenning Vervolgstappen Burgerinitiatief “Achterste Stroom” 6 ___________________________________________________________________________________ kunnen kennis, invloed, en eventueel menskracht en wellicht financiën inbrengen. Het contact geweest met Natuurmonumenten (T. Loonen, 040-2971414) dient aangehaald te worden. Ook niet onbelangrijk is contact met de Streekraad Groene Woud te houden. Hierin zijn alle voor natuur/landbouw/landschap relevante partijen (bestuurlijk) vertegenwoordigd. De voorzitter van de streekraad, Y. Kortmann, woont in het plangebied. Bestuurlijk contactpersoon bij het waterschap is Ton Wegdam 3.10 Voorwaarden voor inrichting De hermeandering is het grootste planonderdeel. Voor hermeandering is – onder meer - nodig: 1. berekeningen om te bepalen waar de meanders gelokaliseerd moeten worden, 2. grond van particulieren en gemeente, 3. inzicht in de kosten 4. financiering / subsidiëring van de kosten. 5. verdere planvorming voor bijvoorbeeld poelen en wandelpaden, 6. organisatie van betrokkenheid van ‘de omgeving’ worden georganiseerd om ideeën en wensen te kennen en om bezwaren tijdig te kunnen ondervangen, 7. een planning, met o.m. noodzakelijk onderzoek (verkennend bodemonderzoek, archeologische waarden) vergunningentraject (ontgrondingsvergunning, omgevingsvergunning, waterschapsvergunning, ontheffing Flora- en Faunawet). 8. Duidelijkheid rond de situatie van het riool in het zuidelijk deel van het gebied. Ook voor de andere planmaatregelen (landschapselementen, wandelmogelijkheden, poelen) gelden een of meer van bovenstaande punten. 4 BEREKENINGEN Bij de planvorming voor hermeandering geldt een kip-ei probleem: scherp gesteld wil het waterschap pas meedoen als duidelijk is dat eigenaren hun grond willen verkopen of ruilen, terwijl het benaderen van eigenaren alleen zin heeft als duidelijk is dat hun grond nodig is, en dat hangt af van een creatieve werksessie leidend tot een globaal ontwerp voor de hermeandering en dat hangt weer af van hydrologische berekening door het waterschap. De organisatie hiervan dient nog geregeld te worden. De voorkeur gaat uit naar een start met het uitvoeren van berekeningen door het waterschap. Argumenten hiervoor zijn: a) het waterschap geeft daarmee helder aan dat zij met de hermeandering aan de slag gaat, b) alleen relevante eigenaren behoeven te worden benaderd c) het benaderen van de eigenaren kan direct door taxateurs van het waterschap gebeuren en er is geen tussenkomst van of namens het burgerinitiatief nodig. En d) dat de hermeandering Achterste Stroom in combinatie gezien moet worden met het opheffen van de stuw bovenstrooms (zandvang), waardoor er een relatief groot hoogteverschil moet worden overbrugd met alle fysieke consequenties van dien. 5 KOSTEN Onderscheid kunnen worden gemaakt in voorbereidingskosten en uitvoeringskosten. En in inrichtings- en grondkosten. De voorbereidingskosten gaan over wat er nodig is om tot een globaal plan te komen, bijvoorbeeld het benaderen van eigenaren, organisatie van een interactieve avond met omgeving/bewoners. Zonder verdere onderbouwing schatten we die op € 5.000. Voor de uitvoeringskosten komt Alfons Keizer (DLG) via een globale kostenraming voor de uitvoering van inrichting van het gehele plangebied tot een bedrag van ca. € 270.000 (incl. BTW en excl. grondaankoopkosten). Hieraan liggen uiteraard arbitraire aannames ten grondslag, waaronder een hermeanderingslengte van 975 m en keuze voor een accoladeprofiel. De kostenraming is als bijlage bijgevoegd. Het waterschap heeft aangegeven dat het waterschap een bedrag van € 250.000) voor inrichtingskosten (incl. BTW en excl. grondaankoopkosten) als normkosten voor 1 km beekherstel aanhoudt. De conclusie kan zijn dat deze bedragen elkaar niet veel ontlopen en daarmee een goed vertrekpunt vormen voor verdere stappen. Over grondkosten zullen nadere afspraken tussen gemeente en waterschap gemaakt moeten worden. Voorbeeld: Stel dat de hermeandering om een gemiddelde extra breedte van 20 meter waterschapseigendom vraagt, dan spreken we bij 1 km hermeandering over 2 ha, ofwel ca. € 160.000 grondkosten. Waarschijnlijk deels te betalen door het waterschap, en deels af te boeken op de gemeentelijke begroting. Dit dient nader onderzocht en besproken te worden. Docnr: rp-1401-200 Versie nr.: 2.00 22 augustus 2014 6 Verkenning Vervolgstappen Burgerinitiatief “Achterste Stroom” 7 ___________________________________________________________________________________ 6 FINANCIERING/SUBSIDIËRING Relevante subsidie- en financieringsmogelijkheden. Voorbereidingssubsidie: Regeling Stimulering Projectinitiatieven. Projectsubsidie van Streekhuis Het Groene Woud gericht op het ontwikkelen van idee naar een uitvoeringsgereed projectplan. Na een positieve beoordeling van het projectplan wordt een bijdrage van max. € 5.000 uitbetaald. Eigen bijdrage is 50%, waarbij vrijwilligersuren ook meetellen.De dekking van de ontbrekende 50% dient nog te worden gevonden. Met de subsidie zou bijv. een adviseur of een ZZP-grondmakelaar kunnen worden ingehuurd. Nadeel lijkt de eventuele benodigde voorfinanciering van kosten. Mondeling is ons aangegeven dat het wenselijk is (maar niet noodzakelijk) dat het burgerinitiatief een stichtingsvorm kiest. Wanneer dat moeilijk ligt, heeft de Stichting Duinboeren bij monde van Mark Vonk aangegeven als stichting voor subsidieaanvragen door het burgerinitiatief te willen optreden. Contactpersoon: Johan van Cuyck. Subsidie Procesondersteuning door Heidemij. Kan gestapeld worden met de vorige subsidie. Contactpersoon: Erik van Essen of Anja Verweij. Dit is nog niet verder nagetrokken. Uitvoeringssubsidie. De eerste drie genoemde regelingen liggen het meest voor de hand: Subsidieregeling Groen Blauw Stimuleringskader: Subsidieregeling is gebaseerd op een gebiedsplan. Dat gebiedsplan voor Oisterwijk wordt momenteel door gemeente, waterschap en Brabants Landschap geactualiseerd. Plan geldt voor 4 jaar, dus tot 2018. Gebied Achterste Stroom valt binnen de scope van regeling en Oisterwijks gebiedsplan. In de regeling zit niet heel veel geld. Wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Er is kans dat aan het eind van de periode het geld op is. Deze regeling bevat 20 subsidiepakketten, waarvan een aantal interessant is voor de aanleg van landschapselementen, wandelmogelijkheden en poelen. Via de regeling worden (alle) inrichtingskosten, waardedaling van de grond (of gederfde inkomsten) en beheerskosten (voor 6 jaar) gesubsidieerd. De wandelmogelijkheden passen in een landschapspakket, waarbij een landschapselement met grasstrook wordt uitgerasterd (zie Deltaplan voor het landschap MoerenburgHeukelom). De regeling heeft betrekking op gronden buiten de EHS en is alleen bedoeld voor particuliere grondeigenaren (en geldt niet voor nieuwe landgoederen). Alleen bij langjarige pacht ook voor gemeentegrond. De regeling beschikt over een veldcoördinator (=Mark Vonk) die op basis van een globaal plan met geïnteresseerde eigenaren de plannen verder gaat concretiseren en de subsidieaanvraag gereedmaakt en afhandelt. Bij de gemeente is Simon vd Putten contactpersoon voor de regeling voor grondgebied Oisterwijk. Bestuursakkoord Waterschappen/Provincie Brabant. Dit is de subsidieregeling voor o.a aanleg van EVZ’s buiten de EHS of waar beekherstel nodig is om te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Provincie zegt via het Bestuursakkoord (BA)50% van de kosten toe, het waterschap legt de rest bij. Er gelden nadere regels, e zoals: kosten voor de 1 10 meter zijn voor rekening van het waterschap, het meerdere is voor gemeenten, e.d. e Ook kan NM een rol spelen. Vigerend is het 2 BA, dat loopt t/m 2015. Hierin zit geen financiële ruimte meer e voor de hermeandering Achterste Stroom. Momenteel wordt het 3 BA door de waterschappen voorbereid. Het e 3 BA geldt voor de periode ná 2015. Naar verwachting krijgen daarin Natura 2000 gebieden voorrang bij subsidie (die aanduiding geldt niet voor ons gebied; we moeten nagaan of die beleidscategorie boven- of benedenstrooms voor de Achterste Stroom geldt). Ofwel de Achterste Stroom wordt de komende tijd concreet geprogrammeerd ofwel de Achterste Stroom kan – bij concrete uitvoeringskansen - in latere jaren gebruikmaken e van budget uit een restcategorie in de 3 BA. Overige regelingen: GOB: Subsidieregeling van de Provincie voor EVZ-subsidiëring. Er liggen enkele EVZ’s in het gebied van de Achterste Stroom. Er is onduidelijkheid rond de exacte situatie van EHS en EVZ met betrekking tot het totale gebied en de stroom zelf. Maar dat moet worden nagegaan bij de uitvoeringseenheid van het GOB. GOB start in mei 2014. Sponsoring: planvorming of planuitvoering laten sponsoren in natura. Voorbeeld is de inzet van personen bij het opstellen van de Gebiedsvisie. Ook zou gedacht kunnen worden aan levering van plantmateriaal door een hovenier en zelf planten, of met de nationale Boomplantdag via schoolkinderen. Of een bank door een bedrijf meelaten betalen. Andere vormen van sponsering: de gemeente vragen om de grond ter beschikking te stellen. Dit kost de gemeente huur/pachtinkomsten/verlies bij functieverandering. De gemeente vragen werk uit te voeren, zoals de aanplant / uitrastering van de beukenhaag langs Lissabonpad via een werkverruimende maatregel. Wellicht wil NM nog iets extra’s doen, bijvoorbeeld om hun EVZ goed te laten aansluiten. Rood voor Groen: door conform de gebiedsvisie een huis te bouwen aan de Merodelaan, strijkt de grondeigenaar (in ons geval de gemeente) de meerwaarde op. Die zou in dit gebied geïnvesteerd moeten kunnen worden. Docnr: rp-1401-200 Versie nr.: 2.00 22 augustus 2014 7 Verkenning Vervolgstappen Burgerinitiatief “Achterste Stroom” 8 ___________________________________________________________________________________ Soortenbeleid: een beperkt provinciaal budget voor maatregelen voor specifieke soorten (bijv. gladde slang) doet. Subsidiepercentage:/ reikwijdte:[Afdeling ecologie van de Provincie/Johan van Cuijk navragen] Natuurcompensatie: Is er in Oisterwijk natuur dat moet worden gecompenseerd ? Vaak weet een partij die moet compenseren, daar geen raad mee. Wellicht ook aan Moergestel/Heukelom of breder dan Oisterwijk denken. Provincie coördineert de meeste natuurcompensatie. De Bosrandgelden zijn teruggestort aan de projectontwikkelaar, maar komen wellicht later alsnog ter beschikking ? Waterbeheerplan Waterschap De Dommel. Dit moet nog worden geactualiseerd. Er komt een paragraaf in hoe het Waterschap inspeelt op gebieds/burgerinitiatieven. Wellicht komt er iets over ondersteuning in te staan. Speelt pas na 2015. Biomassa: door afvoer van snoeihoutafval uit landschap naar de Biomassacentrale Meerhoven kunnen kleine beheers opbrengsten worden gehaald. De verwachting is dat de ontwikkeling in de biobased economy de komende jaren snel zullen gaan en zeker in de regio Eindhoven tot meer hoogwaardige (en daarmee hoger renderende) toepassing kan gaan van snoeiafval. Kavelruilsubsidie: voor: ter dekking van notaris- en kadasterkosten bij grondruilen. Deze regeling zit bij ZLTO. Martine Dellevoet is contactpersoon. Crowdfunding: laat omwonenenden/enthousiastelingen meebetalen. Bijvoorbeeld door geldelijke bijdragen in een uitvoeringsfonds te laten storten, of door eigendomscertificatien uit te geven. Voorbeelden: Dommelbeemd (bij Boxtel) en Maalschap Wolfhaag. Of Oyen bij Nijmegen (landschapselementen verkocht). Dit vraagt veel organisatiewerk. Inzet vrijwilligers voor landschapsonderhoud. Er kan gebruik worden gemaakt van Agrarische Natuurvereniging (ANV) Kempenland. Zij coördineert vraag een aanbod van landschapsonderhoudswerk (inzet van betrokken omwonenden – loopt nu al – en/of vrijwilligers van IVN) en heeft een beperkt budget. In Deltaplan voor het landschap Moerenburg-Heukelom is dit zo opgezet. De gemeente betaalt daar ook mee aan het landschapsonderhoud. Bijdragen vanuit Streekfonds Groene Woud; nader te verkennen. 7 ANDERE AANDACHTSPUNTEN 7.1 Vergunningen en onderzoeken Voorafgaand aan aanvraag van vergunningen moeten concreet uitgewerkte plannen met omwonenden goed (interactief) zijn doorgesproken om eventuele bezwaren zo veel mogelijk te vermijden. Vergunningen door waterschap laten aanvragen. Uit kostenbesparingsoogpunt en vanuit betrokkenheid kan het onderzoek naar archeologische waarden kan wellicht met inschakeling van de Heemkundekring ingevuld worden. En het ontheffingsverzoek voor Flora- en Faunawet kan via kennis en inschakeling van IVN worden gemaakt. Het Burgerinitiatief zou hierin kunnen coördineren. 7.2 Beeldkwaliteitsplan Via een beeldkwaliteitsplan kan meer duidelijkheid en eenheid in schuurtjes/stalletjes. Bijvoorbeeld geen golfplaten, maar natuurdakjes, natuurlijke materialen, hoogtes/afmetingen, ligging, kleur, houten constructies, ecologische kwaliteit. Ook de maximale hoogtes/afmetingen van de kassen op het terrein van de volkstuinvereniging zou (via gemeente) eens opgefrist kunnen worden. Er is nog geen verkenning gedaan hoe het opstellen van een beeldkwaliteitsplan gefinancierd/georganiseerd kan worden. De vraag is echter of het opstellen van een beeldkwaliteitsplan mogelijk/zinvol is. Oisterwijk heeft geen welstandscommissie meer: er hoeft hier niet meer aan te worden getoetst. 7.3 Communicatie Planuitwerking gaat burgers raken. Daarom steeds open en transparant zijn in wat er gebeurt. In ieder geval op momenten wanneer er nieuws is. Na tweede gezamenlijk overleg met gemeente en waterschap dient de stand van zaken te worden gecommuniceerd in Nieuwsklokje en op de website www.achetrstestroom.nl. Docnr: rp-1401-200 Versie nr.: 2.00 22 augustus 2014 8 Verkenning Vervolgstappen Burgerinitiatief “Achterste Stroom” 9 ___________________________________________________________________________________ 7.4 Verdere stappen Aan de hand van deze eerste verkenning is een discussie nodig over de organisatie en over de rol van het burgerinitiatief, zie actiepunt overleg [ref. 4]. Tevens zou overleg met gemeente en waterschap over de openstaande actiepunten, voortgang kunnen worden opgepakt met deze eerste verkenning als input. Echter er zijn enkele rand voorwaarden die eerst dienen te worden uitgewerkt alvorens dit voortgangsoverleg zinvol is. 8 DISCUSSIE. Uit het overleg tussen gemeente, waterschap en het burgerinitiatief [ref.4] en de gesprekken met partijen tijden de verkenning komen een aantal zaken naar voren die aandacht behoeven en die bepalend zijn voor het vervolg. 8.1 Status mogelijkheden participatie bij de betrokken partijen. Het merendeel van het werk dat voorligt is niet het expertisegebied van de betrokken burgers. Deze ligt meer in de handen van het waterschap en de gemeente, zoals dat ook bij andere trajecten heeft plaats gevonden. De betrokken partijen hebben het volgende aangegeven: Gemeente Oisterwijk. In het overleg tussen de partijen [ ref.4] hebben de ambtenaren van de gemeente aangeven dat er weinig tot geen capaciteit is voor het opstellen van het plan zoals voorzien door het burgerinitiatief. De aanwezige capaciteit is vastgelegd t.b.v. het opstellen van de nieuwe Structuurvisie. Het waterschap de Dommel. Het waterschap pas vanaf 2015 weer ruimte voor nieuwe initiatieven. De Achterste Stroom heeft geen prioriteit en staat niet op de korte termijn planning. Een uitgewerkt plan kan ingebracht worden waarop het waterschap dan kan besluiten dit plan te honoreren. Het Burgers uit het burgerinitiatief. Het merendeel van de betrokken is ca. 4,5 jaar betrokken bij de ontwikkelingen. Een vrijwel continue oproeien tegen de stroom in. Het is te begrijpen dat er een zekere afname in interesse is nu het werkzaamheden betreft die niet op het gebied van de bewoners liggen. Een andere inbreng dan ondersteuning of uitvoering van coördinatie bij de planontwikkeling en inbreng ideeën zien de bewoners ligt niet voor de hand. 8.2 Andere discussiepunten Het overleg tussen gemeente, waterschap en burgerinitiatief [ref. 4] leert het volgende: Er is geen directe acceptatie is van de andere partijen t.a.v. e rol van het burgerinitiatief als coördinerende partij is niet vanzelfsprekend. Dit is nog onder discussie bij de gemeente en waterschap. Er zijn geen mogelijkheden in de periode 2015-2016 bij het waterschap om eerst te komen tot een globaal plan, incl. tracering van de Achterste Stroom en financiële paragraaf. De voornaamste reden daartoe is: Er is geen capaciteit (hydroloog) beschikbaar bij het waterschap om de tracering uit te voeren. Het waterschap ziet graag om de haalbaarheid van het geheel te kunnen beoordelen dat er intentieverklaringen van de meest betrokken grondeigenaren zijn over hun medewerking. Echter pas na de tracering (= planning loop van de meanderende stroom) kunnen betrokken eigenaren benaderd worden en verdere financiën worden uitgewerkt. Docnr: rp-1401-200 Versie nr.: 2.00 22 augustus 2014 9 Verkenning Vervolgstappen Burgerinitiatief “Achterste Stroom” 10 ___________________________________________________________________________________ Een andere optie is dat het burgerinitiatief zelf expertise inhuurt om deze werkzaamheden uit te voeren. De inhuur van externe expertise is bij verschillende instanties subsidiabel. Echter dit betekent dat de bewoners de belangengroep dienen om te zetten naar een juridische eenheid, zoals stichting en vereniging. Tevens betekend dit dat de financiering door deze eenheid dient te worden voorgeschoten waarna achteraf de eventuele subsidies worden uitgekeerd. Het vinden van een financiering voor het opstellen van de Gebiedsvisie heeft weinig resultaat gegeven. 9 CONCLUSIE Er is nog steeds groot enthousiasme om het beekdal van de Achterste Stroom te ontwikkelen in de geest zoals die in de Gebiedsvisie is vastgelegd. Echter anno 2014 ontbreekt het aan capaciteit bij de meest betrokken partijen en aan andere middelen op dit op korte termijn uit te voeren. Er liggen twee opties voor: Het gehele traject, ook het inhoudelijke traject, tracering stroom, e.d. wordt getrokken en uitgevoerd onder regie van het burgerinitiatief. Het traject wordt uitgevoerd, zoals ook in het verleden dit soort trajecten is uitgevoerd een samenwerking tussen waterschap de Dommel en de gemeente, waar mogelijk inbreng en betrokkenheid van het burgerinitiatief. Optie A betekent het burgerinitiatief zelf de ontwikkeling van het plan zelf ter hand neemt , een juridische entiteit opricht en het traject van planning vorming voorfinanciert ook al is het traject subsidiabel. Een dergelijk traject is echter de bewoners niet eigen. Het is niet de ambitie van de bewoners om een juridische entiteit te vormen en een verantwoordelijkheid t.a.v. het betreffende gebied op zich te nemen, zoals dat in een dergelijk traject wordt gevraagd. Optie B is ook subsidiabel. Echter ook daarvoor is een plan nodig. Dit plan kan pas worden opgezet als de loop van de stroom is bepaald en daarvoor is bij het waterschap geen capaciteit voorhanden. Zonder dit plan en de bepaling van het tracé kan ook geen overleg met de betrokken grondeigenaren worden opgestart. Kortom dit traject zit in een deadlock. Het vervolg van de gebiedsvisie is daarmee afhankelijke van de ontwikkeling bij het waterschap de Dommel. En dient eerst met deze partij nadere afspraken gemaakt te worden over de wenselijkheid en uitvoerbaarheid van hermeandering van de Achterste Stroom Docnr: rp-1401-200 Versie nr.: 2.00 22 augustus 2014 10 Verkenning Vervolgstappen Burgerinitiatief “Achterste Stroom” 11 ___________________________________________________________________________________ BIJLAGE A: REFERENTIES 1. 2. 3. 4. Docnr: RP-1301.200, Gebiedsvisie “Achterste Stroom”, versie 2.00 Burgerinitiatief. Raadsvoorstel 13/78 Voorstel tot het op hoofdlijnen instemmen met de gebiedsvisie Achterste Stroom. Verslag raadsvergadering Gemeente Oisterwijk 12 december 2013, punt 13. BV-1407 Besprekingsverslag overleg burgerinitiatief, gemeente en waterschap de Dommel. rp-1401-200 Versie nr.: 2.00 22 augustus 2014 11 Verkenning Vervolgstappen Burgerinitiatief “Achterste Stroom” 12 ___________________________________________________________________________________ BIJLAGE B: KOSTENRAMING INRICHTINGSMAATREGELEN. (bron: A. Keizer, kostenraming inrichting Achterste Stroom tussen Wolvensteeg en Heisteeg, april 2014) Onderdeel hermeandering Achterste Stroom, graven accoladeprofiel 0.65x 975mx50m2 grond vervoeren over terrein gemidd 100 m grond verw. in m.n. demping huidige loop grond in tijdelijk depot i.v.m. fasering toepassen rijplaten graven drie poelen rond 25 m vervoeren en verwerken grond in omgeving aanleg houtsingels, 6 m breed , 3 plantrijen aanleg boomsingels 300 m, bomen op 6 m rooien bomen rooien struikbeplanting opruimen en afvoeren rasters aanleg veekerende rasters incl. poorten aanleg afscheidende rasters aanleg pad puingranulaat, 2 m breed aanleg onverhard pad (egaliseren, inzaaien) aanleggen dammen met duikers levering en plaatsing twee robuuste banken levering en plaatsing picknickset hoogtemeting uitzetting verkeersmaatregelen eenheid Hoeveelh. Prijs (€) Totaal (€) m3 m3 m3 m3 EUR m3 m3 m1 stuks stuks are m1 m1 m1 m1 m1 m1 st st EUR EUR EUR 32000 32000 32000 15000 5000 1800 1800 600 50 100 50 1500 500 500 500 750 40 2 1 3000 500 500 0,80 0,80 0,60 0,60 1 0,90 1,50 5,00 80 100 250 2 7 4,5 12 2 80 600 800 1 1 1 25600 25600 19200 9000 5000 1620 2700 3000 4000 10000 12500 3000 3500 2250 6000 1500 3200 1200 800 3000 500 500 subtotaal 143.670 Eenmalige kosten (inrichten/opruimen werk- terrein, aan- en afvoer materieel, CAR-verzekering, overig) 2% Uitvoeringskosten 2% Algemene kosten 2% Winst en risico 10% 2.873 subtotaal (aanneemsom) BTW 21% 166.656 34.998 Totaal 201.654 Ingenieursdiensten bestek en toezicht op uitvoering, incl BTW Stelpost voor opstellen beeldkwalteitsplan, Ontgrondingsvergunning, omgevingsvergunning, waterschapsvergunning, wabo-vergunning, waterwet, ontheffing FF wet, verkennendend bodemonderzoek, etc, incl BTW 33000 Totaal generaal 270.000 Docnr: rp-1401-200 Versie nr.: 2.00 2.873 2.873 14.367 35.346 22 augustus 2014 12
© Copyright 2025 ExpyDoc