DB 01-07-2014 Mededeling inzake bezwaarschrift van Caradon Stelrad BV ./. Op 31 maart 2014 heeft Caradon een bezwaarschrift ingediend tegen de aan hem verleende vergunning voor het aanleggen en houden van een leegloopvoorziening voor een buffer die hij op zijn terrein wil realiseren om het regenwater op te vangen (zie bijlage 1: bestreden besluit en bijlage 2: bezwaarschrift). Caradon is het niet eens met voorschrift 6, lid 5 van deze vergunning. Dit voorschrift luidt: 'Het waterschap kan de vergunninghouder verplichten de werken waarvoor vergunning is verleend, te wijzigen. Dit kan gebeuren in verband met werken die het waterschap zelf uitvoert of werkzaamheden in het belang van de waterstaat. Een wijziging dient door de vergunninghouder op eigen kosten te geschieden, waarbij geen recht op schadevergoeding bestaat, tenzij bijzondere omstandigheden aanleiding geven tot het overeenkomen van een andere regeling'. Dit is een standaardvoorschrift dat het waterschap al tientallen jaren bij vele vergunningen opneemt. In dit geval heeft Caradon het echter zo opgevat dat hij nooit recht heeft op schadevergoeding wanneer een aanpassing volgens het waterschap noodzakelijk is. Dit klemt voor Caradon temeer omdat het waterschap over ongeveer twee jaar een project in de Geleenbeek nabij het lozingswerk zal gaan uitvoeren. Het voorschrift is echter niet zo bedoeld dat het de mogelijkheid voor schadevergoeding volledig uitsluit. Dit blijkt uit het laatste deel van de laatste zin ('-tenzij-'). Het project in de Geleenbeek zal benedenstrooms van de leegloop worden gerealiseerd en zal waarschijnlijk geen invloed hebben op het lozingswerk. Mocht echter het werk toch invloed hebben op het functioneren van het lozingswerk, of wanneer toch een aanpassing van het lozingswerk nodig zou blijken, dan zal dit (op kosten van het waterschap) worden meegenomen in het project. Een dergelijke aanpassing zal binnen het geraamde budget van het project gerealiseerd kunnen worden. Tijdens de hoorzitting heeft de Bezwarencommissie laten blijken dat ze de tekst van het voorschrift onduidelijk vinden. De commissie viel met name over de volgende zinsnede: 'in verband met werken die het waterschap zelf uitvoert of werkzaamheden in het belang van de waterstaat'. Volgens de commissie kan het waterschap alleen een wijziging afdwingen indien dit in belang van de waterstaat is en zou 'werken die het waterschap zelf uitvoert' geschrapt moeten worden. Het waterschap heeft de volgende alternatieve tekst voorgesteld: 'Het waterschap kan de vergunning en de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen wijzigen of aanvullen of geheel of gedeeltelijk intrekken wanneer dit nodig is op grond van een waterstaatkundig belang, zoals bedoeld in artikel 6.22 lid 1 en lid 3 sub b van de Waterwet. Indien dit tot gevolg heeft dat de vergunninghouder daardoor de aanwezige werken moet aanpassen of verwijderen, dan zal de vergunninghouder dit voor eigen rekening en risico moeten doen, waarbij geen recht op schadevergoeding bestaat, tenzij deze schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, zoals bedoeld in artikel 7.14 van de Waterwet'. 142215 1/2 Inhoudelijk komt dit op hetzelfde neer als de oorspronkelijke tekst, althans, er wordt hetzelfde mee bedoeld. De nieuwe tekst sluit echter beter aan op de Waterwet. In de Waterwet is immers vastgelegd dat het waterschap het recht heeft om de vergunning aan te passen of in te trekken wanneer daar een waterstaatkundige noodzaak toe is. Verder blijkt uit de wet dat een burger een beroep kan doen op nadeelcompensatie wanneer hij meent dat hij onevenredige schade lijdt door die wijziging die redelijkerwijs niet voor zijn rekening hoort te komen. Met het voorschrift geeft het waterschap aan dat een wijziging in het belang van de waterstaat in principe tot het maatschappelijk risico van de vergunninghouder behoort. ./. ./. ./. Zowel de bezwarencommissie als Caradon hebben tijdens de hoorzitting laten weten dat ze wel kunnen instemmen met de nieuwe tekst. Caradon heeft aangegeven dat hij na vaststelling van de nieuwe tekst, het bezwaarschrift zal intrekken (zie bijlage 3: verslag hoorzitting). De vergunning is daarna ambtshalve aangepast (zie bijlage 4: aangepaste vergunning) en inmiddels heeft Caradon het bezwaarschrift ingetrokken (zie bijlage 5: intrekking). Het spreekt voor zich dat het waterschap vanaf nu de nieuwe tekst zal gebruiken bij nieuwe soortgelijke vergunningen die worden verleend. 142215 2/2 Waterschap Roer en n Overmaas 3 BESLUIT INGEVOLGE DE WATERWET Nummer 2014.0040 1 sittard, 2 7 FEB 20H Onderwerp aanvraag Het dagelijks bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas heeft op 4 februari 2014 een aanvraag ontvangen van Caradon Stelrad B.V., Kathagen 30, 6361 HG Nuth, om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw) voor het verrichten van handelingen in een watersysteem. De aanvraag is op 20 februari 2014 aangevuld met een nieuwe m e m o van Antea Group, waarbij de oorspronkelijke m e m o welke bij de aanvraag was ingediend, komt te vervallen. De aanvraag betreft het maken van een hemelwaterbuffer en afvoerleiding (PVC 0 315) met terugslagklep stroomafwaarts van de brug Kathagen in het oppervlaktewaterlichaam genaamd de Geleenbeek, waarvoor krachtens verordening van het waterschap vergunning is vereist. 2 Conclusie Met het in de vergunning opnemen van voorschriften kan worden gewaarborgd dat de te bereiken doelstellingen zoals bedoeld in artikel 2.1 van de Waterwet in voldoende mate worden beschermd. 3 Besluit Gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas (2009) de overige bij de Waterwetgeving behorende besluiten en regelingen, de Algemene wet bestuursrecht en de hieronder vermelde overwe gingen besluit het dagelijks bestuur als volgt: a. de gevraagde vergunning aan Caradon Stelrad B.V., te Nuth onder het stellen van de in deze vergunning opgenomen voorschriften te verlenen voor; het uitvoeren van graafwerkzaamheden in de beschermingszone van het oppervlaktewa terlichaam waarvoor vergunning is vereist op grond van artikel 6.13 van de Waterwet juncto artikel 4 . 1 , lid 2, sub a van d e Keur van het Waterschap Roer en Overmaas (2009); en het plaatsen of behouden van hoogwaardige infrastructuur, bouwwerken of kabels en leidingen in het profiel van vrije ruimte van het oppervlaktewaterlichaam waarvoor ver gunning is vereist op grond van artikel 6.13 van de Waterwet juncto artikel 4 . 1 , lid 3 van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas (2009); 2014.0040 KUNSTWERKNUMMER 6.001.0344D -1/9 Waterschap Roer en Overmaas b. c. de aanvraag deel uit te laten maken van de vergunning; de gewaarmerkte stukken deel te laten uitmaken van de vergunning. 4 Ondertekening Het dagelijks bestuur, krachtens mandaat, 2014.0040 KUNSTWERKNUMMER 6.001.0344D -2/9 Waterschap Roer en Overmaas 5 Voorschriften 5.1 Voorschriften van algemene aard Voorschrift 1 Beheer en onderhoud 1. De op grond van deze vergunning aanwezige werken moeten doelmatig functioneren, in goede staat van onderhoud verkeren en met zorg worden bediend. 2. Door het waterschap kunnen bij het onderhoud van het lozingswerk nadere aanwijzingen worden gegeven. De vergunninghouder zorgt ervoor dat gegeven aanwijzingen terstond worden opgevolgd. Voorschrift 2 Contactpersoon 1. De vergunninghouder is verplicht één of meer personen aan te wijzen die in het bijzonder belast is (zijn) met het toezicht op de naleving van het bij deze vergunning bepaalde of bevolene, met wie in spoedgevallen, ook buiten kantooruren, overleg kan worden ge voerd. 2. De vergunninghouder deelt schriftelijk binnen 14 dagen nadat deze vergunning inwerking is getreden aan de waterbeheerder, de naam, het adres en het telefoonnummer van degene(n) die door of vanwege hem is (zijn) aangewezen. 3. Wijzigingen ten opzichte van lid 2 moeten binnen 14 dagen schriftelijk worden gemeld. 4. Tijdens de werkzaamheden moet ter plaatse een (kopie) exemplaar van deze vergunning aanwezig zijn. Voorschrift 3 Werkzaamheden 1. 2. De vergunninghouder moet de startdatum van de werkzaamheden waarvoor vergunning is verleend, ten minste één week van tevoren schriftelijk melden aan het waterschap. Door het waterschap kunnen ter bescherming van betrokken belangen nadere aanwijzin gen worden gegeven. De vergunninghouder zorgt ervoor dat de gegeven aanwijzingen terstond worden opgevolgd. Voorschrift 4 Calamiteiten en of bijzondere omstandigheden 1. Als de vergunninghouder als gevolg van calamiteiten of bijzondere omstandigheden niet aan de vergunningvoorwaarden kan voldoen, moet hij dit direct melden en schriftelijk bevestigen aan het waterschap. 2. De vergunninghouder moet redelijkerwijs alle mogelijke maatregelen treffen, om te voorkomen dat het waterschap, dan wel derden, schade lijden ten gevolge van het ge bruik van de vergunning. 2014.0040 KUNSTWERKNUMMER 6.001.0344D - 3 / 9 Waterschap Roer en Overmaas Voorschrift 5 Beëindiging gebruik 1. Indien het lozingswerk niet meer wordt gebruikt, dan dient de vergunninghouder het waterschap zo spoedig mogelijk daarvan in kennis te stellen. 2. De vergunninghouder dient, tenzij het waterschap dit niet nodig acht, het lozingswerk binnen een door het waterschap t e stellen termijn op te ruimen en de Geleenbeek ter plaatse in een door het waterschap te bepalen toestand te brengen. 5.2 Voorschriften voor het uitvoeren van handelingen in een watersysteem of beschermingszone waarvoor krachtens verordening van het waterschap ver gunning i s vereist Voorschrift 6 Algemeen 1. De vergunninghouder meldt schade aan waterstaatkundige voorzieningen en/of versto ring van de waterhuishouding als gevolg van zijn handelen onmiddellijk aan de afdeling Beheer. 2. Direct nadat de werken voltooid zijn, zorgt de vergunninghouder voor het opruimen en afvoeren van alle daarbij gebruikte werktuigen, materialen en (hulp)werken, en ook de resterende (niet-gebruikte) materialen en het afval. 3. Hulpconstructies en/of hulpwerken mogen alleen toegepast worden na goedkeuring van de afdeling Beheer. 4. Binnen vier weken na voltooiing van de werken moet een ingemeten revisietekening worden verstrekt aan de afdeling Beheer van het waterschap. Op de revisietekening moet de ligging van de werken overeenkomstig de vergunning gedetailleerd en op schaal ingetekend zijn. Bedoelde revisietekening maakt deel uit van deze vergunning. 5. Het waterschap kan de vergunninghouder verplichten de werken waarvoor vergunning is verleend, te wijzigen. Dit kan gebeuren in verband met werken die het waterschap zelf uitvoert of werkzaamheden in het belang van de waterstaat. Een wijziging dient door de vergunninghouder op eigen kosten te geschieden, waarbij geen recht op schadevergoe ding bestaat, tenzij bijzondere omstandigheden aanleiding geven tot het overeenkomen van een andere regeling. Voorschrift 7 Oppervlaktewaterlichaam algemeen 1. Tijdens de uitvoering van de werken mag de doorstroming van het oppervlaktewaterli chaam niet worden gestremd of belemmerd. 2. De oevers van het oppervlaktewaterlichaam moeten erosiebestendig worden afgewerkt. 3. Na het gereedkomen moeten alle door de werkzaamheden ontstane beschadigingen aan de oevers of de waterbodem worden hersteld en moeten verondiepingen of vernauwin gen van het oppervlaktewaterlichaam worden verwijderd. Ook drijfvuil moet worden ver wijderd. 4. Bij gehele of gedeeltelijke vervanging, opruiming of vernieuwing van de werken moeten de onderdelen van de bestaande werken, die geen functie meer hebben, geheel worden verwijderd. 2014.0040 KUNSTWERKNUMMER 6.001.0344D -4/9 Waterschap Roer en Overmaas 6 0 Aanvraag Caradon Stelrad B.V. is voornemens een deel van de hemelwaterafvoer van de bestaande en te renoveren bedrijfsbebouwing af te koppelen van de gemengde riolering en af te voeren naar de naastgelegen Geleenbeek. Het vrijkomende hemelwater wordt op eigen terrein gebufferd (en gedeeltelijk geïnfiltreerd) en vertraagd afgevoerd naar de Geleenbeek. Met betrekking tot de kwaliteit van het te lozen hemelwater (afkomstig van de daken) zijn algemene regels gesteld in het Activiteitenbesluit milieubeheer, die op deze lozing van toepassing zijn. Door het afkoppelen van (schoon) hemelwater wordt de gemeentelijke riolering niet onnodig belast met piekafvoeren tijdens regenval. Door het realiseren van een buffervoorziening met vertraagde leegloop op eigen terrein, worden tevens piekafvoeren naar de Geleenbeek voorkomen. Op grond van artikel 6.13 van de Waterwet is een watervergunning vereist voor het uitvoeren van handelingen in een watersysteem waarvoor krachtens verordening van het waterschap vergunning is vereist. Ingevolge artikel 4 . 1 , lid 1, sub b van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas (2009) is het zonder vergunning van het waterschap verboden in een oppervlaktewaterli chaam werken te plaatsen of te behouden dan wel te verwijderen. Ingevolge artikel 4 . 1 , lid 2, sub a van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas (2009) is het zonder vergunning van het waterschap verboden in de beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam graafwerkzaamheden te verrichten. Ingevolge artikel 4 . 1 , lid 3 van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas (2009) is het zonder vergunning van het waterschap verboden in het profiel van vrije ruimte van een oppervlaktewaterlichaam hoogwaardige infrastructuur, bouwwerken of kabels en leidingen te plaatsen o f t e behouden. Het dagelijks bestuur van het waterschap is bevoegd hiervoor vergunning te verlenen. De aanvraag maakt deel uit van deze vergunning. Daarom zal in de overwegingen van deze vergunning ingegaan worden op de hoofdlijnen van de aanvraag. 7 Toetsing van de aanvraag aan de doelstellingen van het waterbeheer 7.1 Algemeen De Waterwet omschrijft in artikel 2.1 het toetsingskader voor de beslissing op de aanvraag. In dit artikel zijn de algemene doelstellingen aangegeven die richtinggevend zijn bij de uitvoering van het waterbeheer: a. voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste; b. bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersys temen; c. vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen. Deze doelstellingen vormen in onderlinge samenhang het toetsingskader bij vergunningver lening. Een vergunning wordt geweigerd indien de doelstellingen van het waterbeheer niet verenig baar zijn met de vergunningaanvraag en het niet mogelijk is om de belangen van het 2014.0040 KUNSTWERKNUMMER 6.001.0344D -5/9 Waterschap Roer en Overmaas waterbeheer door het verbinden van voorschriften of beperkingen aan de vergunning, voldoende te beschermen. De doelstellingen zijn geconcretiseerd via normen en beleid ten aanzien van veiligheid, waterkwantiteit, waterkwaliteiten maatschappelijke functievervulling door watersystemen. De uitwerking hiervan vindt plaats in de Waterwet, in aanvullende regelgeving, in water- en beheerplannen op grond van hoofdstuk 4 van de Waterwet en in beleidsregels van het waterschap. De Geleenbeek is ter plaatse van het lozingswerk gelegen in de gemeente Nuth en komt als primair water voor onder nummer 6.001 in de legger van de wateren van het stroomgebied Geleenbeek. De Geleenbeek is op deze legger aangegeven als een primair water met een beschermingszone van 10 meter, In het Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-2015 is aan de Geleenbeek de specifiek ecologische functie toegekend. De specifiek ecologische functie houdt in dat de belangen van de natuur prevaleren boven de belangen van de mens. De natte natuur dient in watergangen met deze functie te worden ontwikkeld of hersteld. Menselijke ingrepen in de waterhuishouding dienen te worden voor komen, geminimaliseerd of gecompenseerd. Het op deze functie afgestemde beheer en onderhoud mag niet nadelig worden beïnvloed door de aanwezigheid van het werk. Tevens dienen de door het werk veroorzaakte gevolgen geen nadelige invloed te hebben op deze functie(s) en de bij deze functie behorende doelstellingen zoals die zijn omschreven in het Waterbeheersplan Waterschap R o e r e n Overmaas 2010-2015. De vastgestelde normen en het beleid zijn bepalend respectievelijk richtinggevend bij de toetsing of een aangevraagde handeling verenigbaar is met de doelstellingen voor het waterbeheer. 7.2 Overwegingen voor het uitvoeren van handelingen in een watersysteem of beschermingszone waarvoor krachtens verordening van het waterschap ver gunning is vereist Beleid De aanvraag is getoetst aan: hoofdstuk 4 van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas (2009); en de Beleidsregels vergunningverlening van het Waterschap Roer en Overmaas behoren de bij de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas (2009). Toetsing wateren Aanvragen om ontheffing van de keur voor activiteiten in of nabij watergangen worden, voor zover voor de betreffende activiteit geen absoluut verbod geldt, getoetst op: afname bergingscapaciteit watergang; Als gevolg van het aanbrengen van het lozingswerk zal de bergingscapaciteit van de Geleenbeek niet afnemen. afname doorstroomcapaciteit watergang; 2014.0040 KUNSTWERKNUMMER 6.001.0344D -6/9 Waterschap Roer en Overmaas - - Ook de doorstroomcapaciteit van de Geleenbeek zal niet afnemen, als gevolg van het aanleggen van het lozingswerk. stabiliteit taluds; De stabiliteit van de taluds wordt niet aangepast, negatief effect op waterkwaliteit; Niet van toepassing, het betreft hemelwater van de daken dat via een buffer gedoseerd wordt geloosd. negatief effect op ecologie; Niet van toepassing. negatief effect op grondwaterregime; Niet van toepassing. mogelijkheid van doelmatig onderhoud watergang; Niet van toepassing. toekomstige ontwikkelingen/verbeteringen watersysteem. De Geleenbeek wordt op korte termijn heringericht. Bij deze herinrichting wordt ter plaat se van het lozingspunt onder andere de bestaande oeverbescherming weggehaald. Belangenafweging Het belang van de aanvrager bij het verkrijgen van een vergunning is afgewogen tegen de waterhuishoudkundige belangen die door de Keur van het Waterschap R o e r e n Overmaas (2009) worden beschermd. 8 Procedure 8.1 Algemeen De aanvraag is op 4 februari 2014 bij het waterschap ingediend en door het waterschap geregistreerd onder nummer 201401567. Het waterschap heeft de aanvraag conform artikel 6.15 van de Waterwet doorgestuurd naar burgemeester en wethouders van de gemeente Nuth. De brief naar de gemeente is geregistreerd onder nummer 201401780. De aanvraag is, blijkens de machtiging, namens de aanvrager ingediend door Antea Group. De voorbereiding van de vergunning op grond van de Waterwet heeft conform het gestelde in afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) plaatsgevonden. 9 Mededelingen Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden, gedurende een periode van zes weken vanaf de dag na bekendmaking, tegen deze vergunning een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het dagelijks bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas, Postbus 185, 6130 AD Sittard. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en bevat tenminste: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. de vermelding van de datum en het nummer van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; d. motivering van het bezwaar. 2014.0040 KUNSTWERKNUMMER 6.001.0344D -7/9 Waterschap Roer enn Overmaas De vergunning treedt in werking na bekendmaking. Op grond van artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan, indien tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend, gedurende de bezwaarter mijn tevens een verzoek om een voorlopige voorziening worden ingediend. De voorzieningen rechter kan dan uitspreken dat de werking van het besluit wordt opgeschort. Het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, sector bestuursrecht, Postbus 950, 6040 AZ Roermond. Voor het treffen van een voorlopige voorziening is een griffierecht verschuldigd. Het verzoekschrift dient te zijn ondertekend en bevat tenminste: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. de vermelding van de datum en het nummer van het besluit waar het verzoek betrekking op heeft; d. motivering van het verzoek. Digitale voorlopige voorzieningen: U kunt ook digitaal een verzoek om een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaar den. Wij verzoeken u vriendelijk om een afschrift van het verzoek tot het treffen van een voorlopi ge voorziening toe te zenden aan het Waterschap Roer en Overmaas, Postbus 185, 6130 AD Sittard. U kunt dit afschrift ook per e-mail doorsturen naar [email protected]. 2014.0040 KUNSTWERKNUMMER 6.001.0344D -8/9 Waterschap Roer en Overmaas Bijlage 1 Tekening behorende bij de vergunning of het besluit nr. 2014.0040. 2014 0040 KUNSTWERKNUMMER 6.001.0344D -9/9 B i j l a g e b e h o r e n d e bij d e v e r g u n n i n g of het i b e s l u i t nr. 2 0 1 4 . 0 0 4 0 [de) [Vertraagde) A f v o e r n aiar ar Ge eenbeek r Uitstraombak met stuwpur Indicatieve ligging gasleiding DP - Schets rle.me.lwaterāfvoer daken met ultstroomvooríien mg i » ï K.ifiipòr-, K4mptiw»iBai \ til : F: t BW) Behoort b^ļpr;! besluit van het dageiHks Bestuur Äri het waterschap d.d. 2 7 F E B 2 Ü U (vergurfningnr. O. ^ ļ Lļ ^ O ) O antea'group B e n e l u x w e g 125 4 9 0 4 SJ OOSTERHOUT Postbus 40 4 9 0 0 AA OOSTERHOUT T ( 0 1 6 2 ) 4 8 70 0 0 F (0162) 45 1 1 4 1 Het dagelijks bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas Postbus 185 6130 AD SITTARD info. nlŕpanteagroup. c o m www.anteagroup.nl 0 2 APR. 2014 í !>'ź^u//Ĺ/Û-O/ 1*r aáć datum uw besluit van uw kenmerk projectnummer onderwerp 31 maart 2014 27 februari 2014 Afg»d««n «(.aí. besluit 2014.0040 op grond van de Waterwet 264691 bezwaar ten aanzien van voorschrift 6, lid 5 verbonden aan Watervergunning Caradon Stelrad Geacht Bestuur, Caradon Stelrad B.V. heeft ons bureau/ondergetekende gemachtigd om hun belangen te behartigen inzake de aanvraag/procedure in het kader van de Waterwet voor het vertraagd afvoeren van hemelwater vanuit een aan te leggen buffer op hun bedrijfsterrein gelegen aan Kathagen 30 te Nuth. Ter informatie heb ik de machtiging daarvan aan deze brief bijgevoegd. Op 27 februari jl. heeft u positief besloten op betreffende aanvraag (zie uw besluit van 27 februari j l . met nummer 2014.0040). Zowel mijn opdrachtgever als ondergetekende zijn verheugd over de spoedige besluit vorming en de contacten daaromtrent met uw vergunningverlener. Ook ten aanzien van de inhoud van het besluit zijn we in hoofdlijnen accoord met dien verstande dat we tegen één specifiek voorschrift bedenkingen hebben. Reden waarom wij ons genoodzaakt zien om dit bezwaarschrift in te dienen en u te verzoeken dit te laten vervallen dan wel aan te passen naar aanleiding van onze bedenkingen/argumenten zoals hieronder weergegeven. Ons bezwaar richt zich op het gestelde in voorschrift 6, lid 5. Daarin is aangegeven dat Caradon Stelrad als vergunninghouder door uw waterschap kan worden verplicht de werken, waarvoor vergunning is verleend, te moeten wijzigen. Dit kan zich voordoen indien u zelf werken uitvoert of bij werkzaamheden in het belang van de waterstaat. Deze verplichting vinden we een ernstige afbreuk doen aan de rechtszekerheid die middels deze vergunning w o r d t verkregen voor het maken van het hemelwaterbuffer en de afvoerleiding richting de Geleenbeek. Verder staan de verplichtingen zoals vermeld in lid 5 niet in verhouding met de eventueel gemoeide kosten indien u Caradon Stelrad zou verplichten om het thans toegestane werk te moeten wijzigen. Met de realisatie van het werk beoogt het bedrijf om de druk op het riool en de rioolwaterzuivering te verminderen door niet-verontreinigd hemelwater af te koppelen en deze stroom op oppervlaktewater te lozen. Een doelstelling die in onze ogen zowel u als gemeente Nuth zullen toejuichen. contactpersoon: e-mail: bijlage(n): Twan van den Heijkant [email protected] 1 T 06 - 233 65 548 Antea Nederland B.V. - statutaire zetel Heerenveen - handelsregister 29021830 - BTW nr. NL003662317B01 vestigingen in Heerenveen, Schoonebeek, Deventer, Almere, Capelle aan den Ussel, Goes, Oosterhout en Geleen typ.:TvdH coll.: a Projectnummer: 264691 Blad 2 van 3 antea'group Door echter te bepalen dat ondanks de verkregen/verstrekte vergunning, u te allen tijde het recht heeft om de aangelegde werken te wijzigen, kan de hiermee samenhangende investering op enig moment na realisatie ondermijnd w o r d e n . Het draagvlak van de buffer wordt hiermee vanuit bedrijfeconomisch oogpunt ter discussie gesteld. De kosten voor het buffer zijn namelijk vooral gebaseerd op een milieudoel om nadelige gevolgen richting de omgeving zoveel mogelijk te beperken. Caradon Stelrad had ook kunnen opteren om de bestaande afvoervoorziening/het riool te blijven gebruiken. Door het kiezen van een ongezuiverde lozing op oppervlaktewater is juist bewust gevolg gegeven aan invulling van diverse milieu- en waterdoelstellingen die ook u als overheid en uitvoeringsorgaan erg moeten aanspreken. Wanneer u echter van plan bent om de omgeving rondom de Geleenbeek en/of de beek zelf aan te willen gaan passen, is het niet meer dan redelijk om in dat geval met alle werken, waarvoor u ook zelf betreffende vergunning/toestemming heeft verleend, rekening dient te houden en deze in te passen binnen uw eigen project/werk zonder daarbij de kosten en consequenties daarvan door te schuiven cq. te verrekenen richting derden/vergunninghouders. Het kan immers niet zo zijn dat mogelijke consequenties, aanpassingen en/of kosten, waarop Caradon Stelrad geen invloed heeft, worden doorgeschoven en/of belast richting een partij die daarover geen zeggenschap of belang bij heeft. M e t name de laatste zin van lid 5 impliceert dat u altijd kunt bepalen dat wijzigingen noodzakelijk zijn waarbij de kosten in dat geval door Caradon Stelrad dienen te worden gedragen. Voorts impliceert die zin eveneens dat de wijziging door het bedrijf zelf dient te worden uitgevoerd. U begrijpt dat deze passage niet wenselijk is en derhalve dient te vervallen. Eveneens w o r d t ten aanzien van dit lid opgemerkt dat het geen enkele doelstelling nastreeft zoals bedoeld in artikel 2.1 van de Waterwet en zoals vermeld onderaan pagina 5 onder paragraaf 7.1 van de considerans. Dit lid biedt namelijk geen bescherming tegen overstromingen, wateroverlast en waterschaarste maar is met name gericht op het doorbelasten van kosten die moeten worden gemaakt indien u van mening bent dat werken dienen te worden aangepast op uw initiatief. Daar er geen belangen vanuit waterbeheer-optiek gemoeid zijn met dit ter discussie gestelde lid 5, zoals thans opgenomen in voorschrift 6, is het vanuit juridisch oogpunt niet nodig om zo'n eis te verbinden aan deze vergunning. Deze eis gaat veel verder dan de zorgplicht zoals gesteld in voorschrift 4 die is gesteld om derden, die schade toebrengen aan watersystemen, daarvoor te laten opdraaien. Die bepaling in dat voorschrift vinden we legitiem en daaraan wil/kan Caradon Stelrad gevolg geven wanneer dit zich in de toekomst voordoet. Het ter discussie gestelde lid 5 van voorschrift 6 dient echter een ander doel. Dat doel komt immers erop neer dat u aanpassingen aan bestaande werken kan afdwingen zonder dat u daarbij het uitgangspunt hanteert dat u daarvoor enige vorm van schadevergoeding verstrekt. U stelt namelijk dat daarop geen recht bestaat tenzij bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. Wat die omstandig heden zijn, is niet geconcretiseerd. Wij vinden dat Caradon Stelrad per definitie recht heeft op schade vergoeding indien wijzigingen noodzakelijk/wenselijk zijn ten opzichte van de thans vergunde situatie door omstandigheden die niet door hen zijn en/of worden veroorzaakt. Enkel bijzondere omstandigheden zouden een afwijking van deze regel mogelijk kunnen doen veranderen. U stelt juist het tegenovergestelde. In dit specifieke geval is bijvoorbeeld al bekend dat de Geleenbeek aldaar ter plaatse binnen nu en 3 jaar zal worden aangepast/aangepakt door uw waterschap. Deze ontwikkeling is al gecommuniceerd met het bedrijf. Aangezien er sprake is van een concreet voornemen, w o r d t aangenomen dat bij vergunningverlening hiermee rekening is gehouden. Het mag en kan dus niet zo zijn dat in dat geval mogelijke wijzigingen vanwege dit project dienen te worden doorgevoerd op kosten van Caradon Stelrad. M e t dit voornemen heeft u immers bij vergunningverlening rekening kunnen en moeten houden. Projectnummer: 264691 Blad 3 van 3 antea'group Wij verzoeken u m.b.t. deze ontwikkeling daarin duidelijkheid te geven en daarbij aan te geven dat de kosten, die mogelijkerwijs worden gemaakt o m het thans toegestane werk te moeten aanpassen, daarvan niet ten laste komen van Caradon Stelrad maar dat deze worden gedragen door u e n / o f andere partijen. Uiteraard gaan we daarbij ervan uit dat de lozing op de beek in stand kan blijven. Wij vertrouwen erop dat dit bezwaar u doet besluiten om lid 5 van voorschrift 6 zodanig aan te passen dat tegemoet w o r d t gekomen aan de in deze brief vermelde bezwaren dan wel dat u dit lid van voorschrift 6 laat vervallen. Uiteraard zijn we altijd bereid om het één en ander mondeling toe te lichten. Zowel ondergetekende als Caradon Stelrad willen graag een ontvangstbevestiging van dit bezwaarschrift tegemoet zien. Ook w o r d t verzocht om de verdere berichtgeving m.b.t. de vergunningprocedure zowel naar Caradon Stelrad als Antea Group te sturen. Hoogachtend, r â \ r n vaíHĴen/Heijkant Serú iseur Milieu, Vergunningen 8Í Procedures MACHTIGING Hierbij machtig ik, in mijn hoedanigheid als Site Manager van Caradon Stelrad B.V. gevestigd aan Kathagen 30 te Nuth, Antea Group in de persoon van Arjan van Beek en Twan van den Heijkant werkzaam als adviseurs voor mijn bedrijf, om mijn belangen te behartigen, correspondentie te voeren en mijn firma te vertegenwoordigen in verband met een vergunningaanvraag/procedure in het kader van de Waterwet voor het vertraagd afvoeren van hemelwater vanuit een aan te leggen buffer op mijn terrein richting de Geleenbeek. Ik verzoek u om naast de aan mij gerichte correspondentie inzake deze materie ook kopieën van betreffende bescheiden eveneens naar dit bureau te sturen. De standplaats van beide adviseurs/ heren is gelegen aan de Beneluxweg 125 te Oosterhout. ue s Site Manager Caradon Stelrad B.V. Bezwarencommissie Waterschap Roer en Overmaas pagina 1 ii minium 141832 B E K N O P T V E R S L A G VAN DE OP 12 MEI 2014 GEHOUDEN HOORZITTING VAN DE BEZWARENCOMMISSIE VAN HET W A T E R S C H A P R O E R EN OVERMAAS betreffende het bezwaarschrift van Anteagroup, namens Caradon Stelrad B.V. te Nuth, van 31 maart 2014 (ontvangen 2 april 2014) gericht tegen het besluit van het dagelijks bestuur van Waterschap Roer en Overmaas van 27 februari 2014 met nummer 2014.0040 inhoudende het maken van een hemelwaterbuffer en afvoerleiding met terugslagklep stroomafwaarts van de brug Kathagen in het oppervlaktewaterlichaam genaamd de Geleenbeek. Aanwezig: De heer Timmermans, voorzitter van de commissie Mevrouw Wolfs-Corten en de heer van Kemenade, leden van de commissie De heer Drummen, secretaris van de commissie Mevrouw Eggels, secretariaat van de commissie De heer Van den Heijkant, adviseur van reclamant De heer Rossel, de heer Van Lankveld en de heer Schrouff namens verweerder De voorzitter opent de hoorzitting, licht de onafhankelijkheid van de commissie toe, geeft de procedure kort weer en stelt de leden van de commissie voor. Hij geeft aan dat van het besprokene geluidopnamen worden gemaakt en een verslag zal worden opgemaakt. Eerste termijn De heer Van den Heijkant legt uit dat bezwaar is gemaakt tegen voorschrift 6, vijfde lid van de vergunning dat aangeeft dat in gevai van wijziging van het werk door of namens het waterschap de kosten hiervoor te allen tijde door Caradon Stelrad BV gedragen dienen te worden. Gezien de ontwikkelingen bij de Geleenbeek nabij de hemelwaterbuffer en het lozingswerk is reclamant van mening dat eventuele kosten die daarmee gepaard gaan niet voor rekening van Caradon Stelrad BV dienen te komen zoals artikel 6, vijfde lid van de vergunning verondersteld, maar dat het waterschap de kosten in het project moet dragen. Reclamant geeft aan dat uit het ambtelijk standpunt van het waterschap (p.3) blijkt dat het waterschap erkent dat het waterschap de kosten van een mogelijke aanpassing van het lozingswerk voor haar rekening dient te nemen. Hiermee onderschrijft het waterschap het bezwaarschrift, en niet hetgeen in de vergunning is opgenomen. Het bezwaarschrift is derhalve volgens reclamant gegrond. De heer Rossel gaat aan de hand van het ambtelijk standpunt van het waterschap, dat als herhaald en ingelast dient te worden beschouwd en als bijlage bij dit verslag is bijgevoegd, in op de bezwaren. De heer Rossel beschrijft allereerst de totstandkomingsgeschiedenis van het voorschrift. Hij geeft daarbij aan dat de Unie van Waterschappen in het verleden heeft geadviseerd om het voorschrift op te nemen in vergunning. De redactie is aangepast op grond van de jurisprudentie omdat de oorspronkelijke redactie er toe leidde dat er geen recht op schadevergoe- 141832 Bezwarencommissie Waterschap Roer en Overmaas pagina2 ding was, ook niet in bijzondere omstandigheden. Dit was volgens de rechter niet toegestaan. Het naar aanleiding hiervan aangepaste tekstvoorstel bevat de ruimte dat in bijzondere omstandigheden schade zal worden vergoed. Omdat het project dat gepland staat nabij de Geleenbeek voorzienbaar en gewenst is door het waterschap, heeft het waterschap besloten dat indien de leegloop aangepast dient te worden dit door het waterschap vergoed zal worden. Voor wat betreft de scope geeft de heer Rossel aan dat de vergunning alleen betrekking heeft op de leegloop en niet op de buffer aangezien deze niet in de keurzone ligt, maar gelegen is op het eigen terrein van Caradon Stelrad BV. Wijzigingen ten aanzien van de buffer vallen dan ook niet onder de vergunning en de werking van het voorschrift. De heer Rossel licht toe dat in het ambtelijk standpunt primair is gesteld dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk is. Hij geeft aanvullend op hetgeen in het ambtelijk standpunt is gesteld aan dat het voorschrift geen 'normaal' voorschrift is, in die zin dat het niet kan worden overtreden dan wel nageleefd. Het voorschrift is informatief van aard en bevat informatie welke uit de wet voortvloeit en over de wijze waarop het waterschap hier mee omgaat. Aangezien deze wettelijke informatie niet inhoudelijk gewijzigd kan worden als gevolg van het bezwaarschrift betreft het een nodeloze procedure en is het bezwaarschrift niet-ontvankelijk. De heer Rossel merkt op dat indien het bezwaarschrift toch ontvankelijk wordt geacht, de in het ambtelijk standpunt en tijdens de hoorzitting aangegeven gronden aangemerkt moeten worden als argumenten gericht tegen gegrondverklaring van het bezwaarschrift. De heer Van Kemenade merkt op dat terecht is gebleken dat het bezwaarschrift er toe heeft geleid dat er een voorstel tot aanpassing van de redactie van het voorschrift in het ambtelijk standpunt is opgenomen. Hieruit volgt dat er een belang is. Hij geeft aan dat de voorgestelde nieuwe redactie aansluit bij de wet. Gezien het feit dat het waterschap de redactie van het voorschrift aanpast, is het bezwaarschrift ontvankelijk. De heer Van den Heijkant geeft aan zich in standpunt van de heer Van Kemenade te kunnen vinden. De heer Rossel merkt op dat in de Waterwet de jurisprudentie is gecodificeerd maar dat het voorschrift naar aanleiding hiervan tot op heden niet is aangepast. De heer Rossel geeft aan dat hetgeen het waterschap bedoeld met voorschrift 6, lid 5 overeenkomt met hetgeen verwoord is in de Waterwet, te weten dat er in bijzondere gevallen recht op schadevergoeding bestaat. De heer Van Kemenade merkt op dat het feit dat vergunninghouder heeft moeten raden naar de bedoeling van een voorschrift erop duidt dat het voorschrift onzorgvuldig is geredigeerd. Mevrouw Wolfs-Corten vraagt verweerder wat het nut ervan is om iets op te nemen ín een voorschrift dat al in de wet is geregeld. Volgens mevrouw Wolfs-Corten werkt dit eerder verwarrend dan informatief. 141832 Bezwarencommissie Waterschap Roer en Overmaas pagina 3 De heer Rossel geeft aan dat het waterschap met opname van het voorschrift wil aangegeven hoe het waterschap met deze wettelijke bepalingen omgaat en op deze manier vooraf informatie verstrekt. Mevrouw Wolfs-Corten geeft aan dat in het voorschrift naar haar mening niet het beleid van het waterschap is terug te vinden gezien het feit dat de redactie van het voorschrift overeenkomstig de Waterwet is. De heer Rossel is van mening dat uit het voorschrift juist duidelijk volgt dat kosten altijd voor rekening komen van vergunninghouder en dat alleen in bijzondere gevallen recht op schadevergoeding bestaat. De heer Rossel geeft daarbij aan dat het systeem van schadevergoeding onder de Waterwet anders werkt dan bijvoorbeeld in geval van planschade. Omdat dit niet zo bekend is bij burgers werkt het voorschrift in deze verhelderend aldus de heer Rossel. De heer Van Kemenade merkt op dat uit de oude redactie van het voorschrift niet volgt wanneer er sprake is van 'bijzondere omstandigheden'. De nieuwe redactie van het voorschrift is helder en sluit aan bij de wet. Tweede termijn De heer Timmermans vraagt reclamant of hij na uitleg van het waterschap nog achter het bezwaarschrift staat en het bezwaarschrift wil handhaven. De heer Van den Heijkant geeft aan verheugd te zijn over de ambtelijke toezegging dat in geval van een aanpassing van het lozingswerk de eventuele kosten door het waterschap voor haar rekening worden genomen. Hij merkt op dat de vergunning hier echter op aangepast had moeten worden. Hij geeft aan het bezwaarschrift in te trekken onder de voorwaarden van ambtshalve aanpassing van vergunning waarbij de redactie van voorschrift 6, vijfde lid wordt aangepast overeenkomstig de redactie zoals opgenomen in het ambtelijk standpunt. De heer Rossel geeft aan dat het vergunningvoorschrift ambtshalve zal worden aangepast en het bezwaarschrift zal kunnen worden aangehouden. Daarna krijgt de heer Van den Heijkant bericht van de ambtshalve wijziging en kan het bezwaarschrift worden ingetrokken. De heer Drummen geeft naar aanleiding van de vraag van de heer Van den Heijkant inzake de mogelijkheid om te kunnen starten met de aanleg van de buffer aan dat de vergunninghouder beschikt over een rechtsgeldige vergunning en er derhalve gestart kan worden met de aanleg van de buffer met lozingswerk. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de hoorzitting. De voorzitter 1 men 141832 -fřŕś mermans Ťraftí Kopie intern: Ll- Directie/VLA/SF/RL LU X O Kopie extern: Waterschap Roer en Overmaas ŨĹ < U W WATERSCHAP Antea Group v.h. Advies- en ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Postbus 40 4900 AA OOSTERHOUT NB Sittard, tĵ 2 JUN 20H uw kenmerk : 264691 uw schrijven van : 31 maart 2014 behandeld door doorkiesnummer : mr. N J . Rossel : 046-4205868 ons kenmerk -mail : [email protected] : 14055551||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||| 20 onderwerp aangepaste vergunning Geachte heer Van den Heijkant, ./. Zoals met u is afgesproken tijdens de hoorzitting inzake uw bezwaarschrift namens Caradon Stelrad BV op 12 mei 2014, treft u bijgaand het besluit aan waarbij het door u bestreden vergunningvoorschrift wordt gewijzigd zoals besproken. ./. Ik verzoek u om conform afspraak het bezwaarschrift in te trekken. U kunt dit doen door bijgaande verklaring in tweevoud te ondertekenen en één exemplaar middels bijgevoegde retourenveloppe aan het waterschap terug te sturen. Met vriendelijke groet, sH.G.H. Sonnejŕnans, hõüfd-aMeiifra Beheer Waterschap Roer en Overmaas Postbus 185, 6130 AD Sittard « Parklaan 10, 6131 KG Sittard 046-4205700 »[email protected]« www.overmaas.nl Nederlandse Waterschapsbank N.V. 63.67.52.658 IBAN NL42NWAB0636752658 - BIC NWABNL2G btw-nummer NL8123.61.155.B01 « KVK 14130516 ISO 9001:2008 GECERTIFICEERD Waterschap Roer en n Overmaas 0 WIJZIGINGSBESLUIT I N G E V O L G E DE W A T E R W E T Nummer 2014.0135 1 Sittard, 0 2 JUN 20U Onderwerp Het dagelijks bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas heeft op 27 februari 2014 onder nummer 2014.0040 aan Caradon Stelrad BV, Kathagen 30, 6361 HG Nuth een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw) voor het verrichten van handelingen in een watersysteem verleend. De vergunning betreft het maken en behouden van een uitstroomvoorziening en het lozen van hemelwater in de Geleenbeek te Nuth. In de vergunning is in voorschrift 6, lid 5 een bepaling opgenomen dat niet geheel in overeenstemming is met artikel 6.22, lid 1 en lid 3, sub b van de Waterwet. 2 Conclusie Het in de vergunning opgenomen voorschrift is onvoldoende duidelijk in relatie met de vorengenoemde genoemde artikelen in de Waterwet. Het is hierdoor gewenst voorschrift 6, lid 5 van vergunning 2014.0040 zodanig aan te passen dat deze in overeenstemming is met de bepalingen in de Waterwet. 3 Besluit Gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas (2009), de Algemene wet bestuursrecht en de hieronder vermelde overwegingen besluit het dagelijks bestuur artikel 6, lid 5 van de aan Caradon Stelrad BV verleende vergunning in te trekken en te vervangen door: 5. 4 Het waterschap kan de vergunning en de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen wijzigen of aanvullen of geheel of gedeeltelijk intrekken in het belang van de waterstaat, zoals bedoeld in artikel 6.22, lid 1 en lid 3 sub b van de Waterwet. Indien dit tot gevolg heeft dat de vergunninghouder daardoor de aanwezige werken moet aanpassen of verwijderen, dan zal de vergunninghouder dit voor eigen rekening en risico moeten doen, waarbij geen recht op schadevergoeding bestaat, tenzij deze schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, zoals bedoeld in artikel 7.14 van de Waterwet. Ondertekening Het dagelijks bestuur, krachtens mandaat, hoofd afdeling Beheer, H 2014 0135 1/3 Waterschap Roer en Overmaas 5 0 Overwegingen Op 31 maart 2014 heeft Caradon een bezwaarschrift ingediend tegen de aan hem verleende vergunning voor het aanleggen en houden van een leegloopvoorziening voor een buffer die hij op zijn terrein wil realiseren om het regenwater op te vangen. Caradon is het niet eens met voorschrift 6 lid 5 van deze vergunning. Dit voorschrift luidt: "Het waterschap kan de vergunninghouder verplichten de werken waarvoor vergunning is verleend, te wijzigen. Dit kan gebeuren in verband met werken die het waterschap zelf uitvoert of werkzaamheden in het belang van de waterstaat. Een wijziging dient door de vergunninghouder op eigen kosten te geschieden, waarbij geen recht op schadevergoeding bestaat, tenzij bijzondere omstandigheden aanleiding geven tot het overeenkomen van een andere regeling". Dit is een standaardvoorschrift dat het waterschap al tientallen jaren bij vele vergunningen opneemt. In dit geval heeft Caradon het echter zo opgevat dat hij nooit recht heeft op schadevergoeding wanneer een aanpassing volgens het waterschap noodzakelijk is. Dit klemt voor Caradon temeer omdat het waterschap over ongeveer twee jaar een project in de Geleenbeek nabij het lozingswerk zal gaan uitvoeren. Het voorschrift is echter niet zo bedoeld dat het de mogelijkheid voor schadevergoeding volledig uitsluit. Dit blijkt uit het laatste deel van de laatste zin ("...tenzij..."). Het project in de Geleenbeek zal benedenstrooms van de leegloop worden gerealiseerd en zal waarschijnlijk geen invloed hebben op het lozingswerk. Mocht echter het werk toch invloed hebben op het functioneren van het lozingswerk, of wanneer toch een aanpassing van het lozingswerk nodig zou blijken, dan zal dit (op kosten van het waterschap) worden meegenomen in het project. Een dergelijke aanpassing zal binnen het geraamde budget van het project gerealiseerd kunnen worden. Tijdens de hoorzitting heeft de Bezwarencommissie laten blijken dat ze de tekst van het voorschrift onduidelijk vinden. De commissie viel met name over de volgende zinsnede: "in verband met werken die het waterschap zelf uitvoert of werkzaamheden in het belang van de waterstaat". Volgens de commissie kan het waterschap alleen een wijziging afdwingen indien dit in belang van de waterstaat is en zou "werken die het waterschap zelf uitvoert' geschrapt moeten worden. Het waterschap heeft de volgende alternatieve tekst voorgesteld: "Her waterschap kan de vergunning en de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen wijzigen of aanvullen of geheel of gedeeltelijk intrekken in het belang van de waterstaat, zoals bedoeld in artikel 6.22 lid 1 en lid 3 sub b van de Waterwel Indien dit tot gevolg heeft dat de vergunninghouder daardoor de aanwezige werken moet aanpassen of verwijderen, dan zal de vergunninghouder dit voor eigen rekening en'risico moeten doen, waarbij geen recht op schadevergoeding bestaat, tenzij deze schade redelij kerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, zoals bedoeld in artikel 7.14 van de Waterweť' Inhoudelijk komt dit op hetzelfde neer als de oorspronkelijke tekst, althans, er wordt hetzelfde mee bedoeld. De nieuwe tekst sluit echter beter aan op de Waterwet. In de Waterwet is immers vastgelegd dat het waterschap het recht heeft om de vergunning aan te passen of in 2014 0135 2/3 Waterschap Roer en Overmaas 0 te trekken wanneer daar een waterstaatkundige noodzaak toe is. Verder blijkt uit de wet dat een burger een beroep kan doen op nadeelcompensatie wanneer hij meent dat hij onevenredige schade lijdt door die wijziging die redelijkerwijs niet voor zijn rekening hoort te komen Met het voorschrift geeft het waterschap aan dat een wijziging in het belang van de waterstaat in principe tot het maatschappelijk risico van de vergunninghouder behoort. 2014.0135 3/3 01406535 Waterschap Roer en Overmaas INTREKKING BEZWAARSCHRIFT Hierbij trek ik het door mij, namens Caradan Stelrad BV ingediende bezwaarschrift van 31 maart 2014 tegen de beslissing van het waterschap van 27 februari 2014 in. Datum Handtekening: Twarfŵan Senior Ad lieu, Vergunningen à Procedures 1 8 JUNI 2014 'í'W artd 141892 PAGINA 1
© Copyright 2024 ExpyDoc