Mehr unter www.lanagrossa.de

8. Dezemb
HERRENMÜTZE IN RIPPEN
Kopfumfang ca. 56 – 58 cm, Mützenhöhe ca. 29 cm ohne Pompon, Mützenumfang ca. 47 cm leicht gedehnt
Material: Lana Grossa-Qualität „Lei“
(100 % Schurwolle (Merino), LL = ca. 40
m/50 g): ca. 100 g Graubraun (Fb. 64)
und je ca. 50 g Beige (Fb. 35), Petrol
(Fb. 68), Safrangelb (Fb. 67) und Violett
(Fb. 8); Spielstricknadeln Nr. 10, Wollnadel von Lana Grossa, evtl. 1 Pompon-Set
von Lana Grossa.
Rippen: In Runden 1 Masche rechts, 1
Masche links im Wechsel stricken.
Streifenfolge: ★ Je 1 Runde in Petrol,
Graubraun, Beige, Graubraun, Safrangelb, Graubraun, Violett und Graubraun
stricken = 8 Runden, dann ab ★ stets
wiederholen. Tipp: Nehme die Fäden
beim Farbwechsel am Rundenübergang
mit nach oben und stricke dann stets mit
dem Faden in der entsprechenden Farbe
weiter, der laut Streifenfolge an der Reihe ist. So ersparst du dir hinterher das
Vernähen der vielen Fäden.
Maschenprobe: 13,5 Maschen und 17
Runden Rippen mit Nadeln Nr. 10 = 10
x 10 cm.
Ausführung: Beginne am unteren Mützenrand und stricke zur Spitze. Schlage
64 Maschen in Graubraun an. Verteile
die Maschen gleichmäßig auf 4 Nadeln,
schiebe also auf jede Nadel 16 Maschen. Schließe die Maschen nun zur
Runde. Markiere den Rundenbeginn mit
einem Kontrastfaden oder einem Maschenmarkierer. Stricke nun Rippen in
der Streifenfolge weiter.
Wenn du 22 cm = 37 Runden ab Anschlag gestrickt hast, beginne mit den
Abnahmen für die Form. Stricke dafür in
der 38. Runde auf jeder Nadel 1 Masche
rechts und 1 Masche links, 2 Maschen
rechts zusammen, bis zu den letzten
3 Maschen der Nadel strickst du
die Maschen, wie sie erscheinen,
dann 2 Maschen rechts zusammenstricken und noch 1 Masche
links. Du nimmst auf jeder Nadel
2 Maschen ab, also insgesamt 8 Maschen in der Runde = 56 Maschen.
Nun strickst du 1 Runde über 56 Maschen, wie die Maschen erscheinen.
Die Abnahme-Runde und die folgende
Runde wiederholst du noch 4x, also
nimmst du insgesamt noch 32 Maschen ab. Danach hast du noch 24
Maschen übrig und insgesamt 47 Runden gestrickt. In der 48. Runde strickst
du auf jeder Nadel 1 Masche rechts,
2 Maschen links zusammen, 2 Maschen
rechts zusammen und 1 Masche links.
So hast du noch 16 Maschen, also auf
jeder Nadel 4 Maschen, übrig. In der 49.
Runde strickst du die Maschen, wie sie
erscheinen. Nun fädelst du den Endfaden in die Wollnadel und ziehst sie durch
diese restlichen 16 Maschen, entferne
dazu vorsichtig die Stricknadeln. Ziehe
die Maschen nun zusammen.
Ausarbeiten: Vernähe alle Fäden sorgfältig auf der Innenseite. Fertige eine
Bommel in Safrangelb mit 7 cm Ø an
und nähe sie auf die Mützenspitze.
Mehr unter www.lanagrossa.de
8 demb
HERENMUTS IN BOORDPATROON
Hoofdomvang ca. 56 - 58 cm, mutshoogte ca. 29 cm zonder pompon, mutsomvang ca. 47 cm, enigszins gerekt
gemeten.
Materiaal: „Lei“ (100% scheerwol
(merinoswol, ll. = 40 m/50 g) van Lana
Grossa: ca. 100 g grijsbruin (kl. 64) en
telk. ca. 50 g beige (kl. 35), petrol (kl.
68), safraangeel (kl. 67) en violet (kl.
8); een set met 5 breinld. zonder knop
nr. 10; 1 dikke stompe borduurnaald van
Lana Grossa, eventueel 1 pomponset
van Lana Grossa.
Boordpatroon: In toeren afwisselend 1
steek recht, 1 steek averecht breien.
Strepenvolgorde: ★ Telkens 1 toer in
petrol, grijsbruin, beige, grijsbruin, safraangeel, grijsbruin, violet en grijsbruin
breien = 8 toeren, dan vanaf ★ steeds
herhalen. Tip: neem de draden bij het
wisselen van kleur aan het begin van de
toer mee naar boven en brei dan steeds
met de draad in de betreffende kleur
verder, die volgens de strepenvolgorde
aan de beurt is. Zo hoef je naderhand
niet zoveel draden in te stoppen.
Stekenproef: 13,5 steken en 17 toeren
boordpatroon met naalden nr. 10 = 10
x 10 cm.
Uitvoering: Je begint aan de onderste
rand van de muts. Zet 64 steken met
grijsbruin op. Verdeel de steken gelijkmatig over 4 naalden, dat zijn op elke
naald dus 16 steken. Sluit de ronde.
Markeer het begin van de toer met een
contrastkleurige draad of met een stekenmarker. Brei boordpatroon in de strepenvolgorde.
Zodra je 22 cm = 37 toeren vanaf de
opzet gebreid hebt, begin je met de minderingen voor de vorm. Brei hiertoe in de
38e toer op elke naald 1 steek recht en
1 steek averecht, 2 steken recht samen,
tot de laatste 3 steken van de naald brei
je de steken, zoals ze zich voordoen, dan
2 steken recht samenbreien en nog 1
steek averecht. Je mindert dus op elke
naald 2 steken, dat zijn 8 steken in totaal
in de toer = 56 steken. Nu brei je 1 toer
met 56 steken, zoals de steken zich
voordoen. De mindertoer en de volgende
toer herhaal je nog 4x, dus je mindert in
totaal nog eens 32 steken. Nu heb je nog
24 steken over en in totaal 47 toeren gebreid. In de 48e toer brei je op elke naald
1 steek recht, 2 steken averecht samen,
2 s. recht samen en 1 steek averecht. Nu
heb je nog 16 steken, dus op elke naald
4 steken, over. In de 49e toer brei je de
steken, zoals ze zich voordoen. Trek de
einddraad met de dikke stompe borduurnaald door de overige 16 steken en
verwijder de breinaalden. Trek de draad
strak aan.
Afwerken: Stop de draden zorgvuldig in
aan de binnenkant van de muts. Maak
een pompon in safraangeel met 7 cm ø
en naai hem 0ß de punt van de muts.
meer via www.lanagrossa.com