ZORGBOEKJE lagere school 2014-2015 - Zonnebloem - Sint

Over een zorg die voor zichzelf spreekt…
Voor alle vragen en/of opmerkingen:
[email protected]
voor extra info i.v.m. de ontwikkeling van uw kind:
kijk regelmatig op de website van de school onder het item “zorg”.
September 2014
1
“Zorg” “SES” ??… Wablief ??
Brandend actueel en wellicht al van gehoord maar wat is dat nu eigenlijk
en wat betekent dit voor onze school ?
Vanuit de overheid
… worden regelmatig rapporten gepubliceerd waaruit blijkt
dat veel kinderen kampen met leermoeilijkheden.
… vraagt men of scholen aandacht willen schenken aan
kansarmen, migranten, sociaalzwakken, vluchtelingen.
… worden scholen die iets extra’s willen doen, beloond met
extra lestijden, deze lestijden noemen wij onze SES-uren
(=sociaal-economische-status). Het aantal uren dat wordt
toegekend aan een school is afhankelijk een aantal
factoren (bv. thuistaal, opleidingsniveau van de ouders, …)
… buiten deze uren krijgt elke school nog uren ter
beschikking om mensen aan te stellen die de ZORG op
school kunnen en willen coördineren.
…
Vanuit onze school
… vinden wij het de moeite om een actieplan op te stellen
om zo onze zwakkere leerlingen optimaal te kunnen
helpen. En ons sterkere de optimale kansen tot leerwinst
2
te geven.
… zorgen we ervoor dat ‘resturen’ ook een invulling krijgen
in functie van leerlingen die het nodig hebben.
… krijgen we positieve rapporten en kritieken van ouders en
inspectie die vinden dat we reeds een grote
deskundigheid opbouwden.
… nemen we nieuwe initiatieven die we regelmatig in vraag
stellen of bijsturen door aan zelfevaluatie te doen.
… volgen we regelmatig bijscholingen om op de hoogte te
blijven van vernieuwingen en interessante weetjes.
… is heel ons team betrokken bij deze ZORG. Het kernteam
bestaat uit:
meester Patrick, juf Sarah (zorg bij de kleuters), juf Elsy, juf
Kathleen (zorg 3de kleuterklas + 1ste en 2de leerjaar), juf Diane
(zorg 3de en 4de leerjaar), juf Imke (zorg 5de en 6de leerjaar).
 Met dit team hebben we een wekelijks overleg en
proberen we zicht te houden op het reilen en zeilen van
onze school.
 We willen de vinger aan de pols houden, problemen die
zich voordoen, proberen we zo snel mogelijk op te
lossen.
 We proberen op de hoogte te blijven van
onderwijsveranderingen. We scholen ons regelmatig bij
om leerlingen en leerkrachten zo goed mogelijk te
ondersteunen.
 We werken samen met de andere scholen van onze
scholengemeenschap.
 Verder hebben we ook een werkgroep opgericht die een
“anti-pest-plan” uitwerkt voor onze school.
Kortom ZORG houdt in dat wij, als schoolteam, het beste willen
nastreven voor alle leerlingen.
3
Enkele gehoorde uitspraken !
Ik zie 2 keer per week de fietsen van de leesmoeders staan.
Waarom moet Bram maar
de helft van zijn huiswerk maken ?
Silke en Ellen spelen met (of is het experimenteren?)
met water in de gang.
Vandaag waren we met 1 meester en 2 juffen in de klas.
Er wordt tijd vrijgemaakt voor leerlingen die wel eens nood hebben aan een goede babbel.
Lien en Piet hermaken een toets bij de zorgjuf. Een onderdeeltje werd verkeerd
begrepen.
We leren omgaan met verschillen, we proberen een anti-pest klimaat te creëren.
Lieven zit in mijn klas voor rekenen,
maar gaat voor taal soms naar een andere klas of zorgklas.
Jammer genoeg hoor je soms ook minder positieve dingen :
Ze leggen er teveel eieren onder. Bij mij zou dat niet waar zijn !
Dat kind zou van school weg moeten. Het haalt het niveau van de klas naar beneden.
Maar wat als dit over jouw kind gaat ??
4
Hoe proberen we aan deze noden tegemoet te komen?
In de klas:
- In eerste instantie gebeurt er al heel veel “zorg” in de klas.
- Elke leerkracht heeft als taak aandacht te hebben voor alle
leerlingen die hem/haar worden toevertrouwd. Elke leerling is
anders en heeft ook andere noden en deugden. Het is aan de
klasleerkracht om hierop in te spelen en alle leerlingen optimale
leer- en ontwikkelingskansen te geven.
- Daardoor komt het ook dat soms niet alle leerlingen dezelfde
taken moeten uitvoeren. (= differentiatie)
- Sommige leerlingen krijgen een eigen leertraject of
hulpmiddelen, of extra uitdagingen, of…
In de zorgklas of tijdens de zorguurtjes:
- Alle kinderen kunnen voor specifieke taal- en
wiskundeproblemen terecht in de zorgklas. De zorgjuffen
proberen die kleine probleempjes dan weg te werken. Soms lukt
dat, soms ook niet…
- Ook kinderen die eens nood hebben aan een luisterend oor
kunnen bij hen terecht.
- De klastitularis bepaalt wie er extra uitleg of inoefening nodig
heeft.
- Soms helpt de zorgjuf ook IN de klas. De klasleerkracht geeft
de les, de zorgjuf geeft nog eens extra uitleg aan zij die het
nodig hebben of begeleidt bij het maken van oefeningen.
- De zorgjuffen zoeken ook naar techniekjes, materialen, … die
kunnen helpen bij het verwerken van de leerstof.
- Allerlei methodieken en spelletjes helpen het kind om meer
zicht te krijgen op zijn werkwijze en om zijn zelfvertrouwen te
verhogen.
- Kinderen die systematisch worden geholpen door een
zorgleerkracht, krijgen ook steeds een extra blaadje bij het
rapport. Zo weten ook de ouders wat er op school gebeurt.
Tevens proberen we hier suggesties te doen om het “thuis
helpen” te vergemakkelijken.
5
Hoe gaan we concreet te werk?
- Samen bespreken de klasleerkracht, de zorgjuf, een CLBmedewerker en de directeur de kinderen die worstelen met
een probleem en nog meer extra begeleiding nodig hebben.
- Bij hardnekkige fouten wordt een stappenplan uitgewerkt
waarbij we, iedereen die kan helpen, inschakelen. (meester
Patrick, juf Imke, juf Kathleen, een logopediste, het
revalidatiecentrum, het CLB, de ouders, …)
- We onderhouden regelmatige contacten met de ouders (extra
oudercontacten, via agenda en/of mail, …)
- We houden een leerlingvolgsysteem bij. Zo krijgen we een
overzicht van elk kind inzake de evolutie en eventuele
problemen die optreden.
- We onderhouden contacten met CLB, logopedisten en
revalidatiecentra die onze leerlingen ook verder helpen.
- Ouders die vragen hebben omtrent leerproblemen of
vorderingen van hun kind kunnen ook altijd terecht bij iemand
van de zorgleerkrachten.
- De zorgleerkrachten scholen zich ook regelmatig bij om
kinderen met specifieke noden (en hun ouders) beter te kunnen
helpen.
Op regelmatige basis worden testen uitgevoerd:
Het leerlingvolgsysteem (LVS)
- Om een kind in zijn ontwikkeling en zijn stappen naar
zelfstandigheid en blijvend leren te volgen, houden we een LVS
bij.
- Een kind wordt jaarlijks twee maal getest voor rekenen,
lezen en spelling om zo de zone van ontwikkeling te bepalen.
Deze toetsen gelden voor heel Vlaanderen en zijn niet gebonden
aan een bepaald handboek. Op die manier krijg je een
objectiever beeld van waar het kind staat.
6
-
-
De uiteindelijke bedoeling van een LVS is niet om een kind in een
vakje te stoppen, maar om dat kind hogerop te trekken. Als een
kind lange tijd stagneert, onderzoeken we hoe dat komt.
Heb je graag even inzage in dit systeem ? Dan kan je dit vragen
aan juf Kathleen, juf Diane of juf Imke. Deze toetsen worden
ook vaak besproken tijdens oudercontacten. Verder wordt er
omtrent deze toetsen nooit iets meegegeven naar huis om de
objectiviteit ervan niet in het gedrang te brengen.
De AVI-bepalingen en de leesauto
- En … ken je onze leesauto al ?
-
-
-
Minstens twee keer per jaar nemen we AVI-testen af. Deze
testen bepalen het leesniveau van het kind. Dit niveau wordt dan
aangeduid op een ‘leesauto’. Dit is geen gewone auto maar een
auto met maar liefst 9 versnellingen. We proberen met onze
auto op het einde van het eerste leerjaar in versnelling 3 te
staan, in het tweede leerjaar op versnelling 5, in het derde
leerjaar op 7 en op het einde van het vierde leerjaar op 9.
Deze auto wordt dan ook even meegegeven naar huis. Zo weten
ouders ook exact op welk niveau hun kind leest : niveau 4
bereikt, wil zeggen dat je mag oefenen op niveau 5. (Het heeft
immers geen zin om een kind van AVI 3 te laten oefenen op AVI
6 of omgekeerd !)
Deze AVI-aanduidingen vind je terug op de meeste leesboeken.
Deze aanduidingen geven enkel informatie over het technisch
leesniveau en zegt niets over het begrijpen van informatie!
7
Soms hebben we ook testen nodig om extra info te bekomen.
-
-
Wanneer blijkt dat een probleem blijft aanslepen,
proberen we te achterhalen waar het probleem zit. Hiervoor
hebben we dan specifieke toetsen.
Soms vragen we ook testen aan bij het CLB. Bijvoorbeeld bij
het vermoeden van een leer- of gedragsstoornis (dyscalculie,
dyslexie, ADHD, ADD, NLD,…). Soms vragen we ook om een IQtest. Een IQ-test kan een belangrijke indicator zijn bij de
verwachtingen die we mogen hebben bij een bepaald kind.
Voor sommige kinderen hebben we STICORDI-maatregelen uitgewerkt.
-
-
STICORDI staat voor stimuleren, compenseren, remediëren en
differentiëren.
Kinderen die kampen met een leerstoornis bieden we
hulpmiddelen aan om, ondanks de problemen die zij ervaren,
toch een maximaal resultaat te behalen.
In dit opzicht kochten we bijvoorbeeld SPRINT aan. Dit is een
voorleesprogramma voor dyslectische kinderen.
Andere kinderen krijgen dan weer geheugensteuntjes op hun
bank gekleefd.
Nog anderen worden soms vrijgesteld van bepaalde taken.
Natuurlijk gebeurt dit steeds in overleg met de ouders!
Welke zorginitiatieven lopen er nog op onze school ?
Het niveaulezen
- Om de techniek van het lezen regelmatig te oefenen, komen
leesmoeders, leesgrootmoeders en een leesgrootvader kleine
groepjes kinderen begeleiden.
- Ieder kind leest op een bepaald niveau. De één kan al wat
moeilijkere zinnen of woorden aan, de ander doet het nog wat te
traag; Vandaar niveaulezen.
8
-
Niveaulezen met leesouders doen we tot en met het tweede
leerjaar. In het derde leerjaar doen we ook nog aan niveaulezen
maar dat doen we dan in de klas zelf. In het 4 de leerjaar mag je
er vanuit gaan dat de techniek van het lezen beheerst is. Is dat
nog niet zo ? Dan zal er nog extra geoefend worden.
Groepswerk, hoekenwerk en contractwerk
- Om het zelfstandig werken te bevorderen, richten we
regelmatig groepswerk, hoekenwerk of contractwerk in.
- De kinderen moeten een aantal taken verplicht maken, andere
taken mogen ze dan weer zelf kiezen.
- Tijdens deze werkvormen kan er nog verder gedifferentieerd
worden. Zwakkere leerlingen werken samen met juf of meester
aan de dingen die zij moeilijk vinden.
- Het zelfstandig werken geeft aan de leerkracht de tijd en
ruimte voor observatie en individuele begeleiding.
Socio-emotionele opvoeding
- Niet alleen het verstandelijke primeert ; ook het
psychomotorische en het socio-emotionele moet voldoende
aandacht krijgen.
- Een kind moet betrokken bezig zijn en zich goed in zijn vel
voelen om optimaal te kunnen leren.
- De zorgjuffen voeren 1 keer per schooljaar een grote screening
uit. Kinderen kunnen dan aangeven wat ze leuk en minder leuk
vinden. Ze kunnen ook aangeven of ze behoefte hebben aan een
individueel gesprek.
- Werken aan een positief zelfbeeld en aan verdraagzaamheid
dragen wij hoog in het vaandel.
Daarom proberen we om kinderen te leren omgaan met hun
gevoelens en ook om respect op te brengen voor die van andere
kinderen.
- Dit jaar werken we verder aan ons ‘anti-pest-project’. Via een
aantal werkpunten proberen we het pesten in onze school te
beperken…
9
We proberen “pesten” bespreekbaar te maken – ook enige vorm
van weerbaarheid vinden we belangrijk!
Deze twee lieverdjes helpen ons daarbij!
Brats
Dingske
InterCultureelOnderwijs en NT2
- Ieder kind is anders, uniek. In elke klasgroep is er al
diversiteit genoeg om bij stil te staan. (Anderstaligen, andere
nationaliteit, andere gezinssamenstelling,…) We leren onze
kinderen omgaan met deze verschillen.
- Daar waar we aanvankelijk aandacht hadden voor vreemde
culturen, gebruiken of feesten van anderen volkeren, zijn we nu
eerder bezig met ‘omgaan met verschillen’.
-
-
In het kader van ICO gaan de leerlingen van onze school
bijvoorbeeld regelmatig naar het rusthuis. Daar doen ze allerlei
activiteiten samen met de bejaarden. Voor beiden een
waardevolle en plezierige ontmoeting !
Af en toe hebben we ook anderstalige leerlingen, deze noemen
wij onze NT2-leerlingen. Gaandeweg proberen zij onze taal op
te nemen en ons onderwijs te volgen. Dat dit niet gemakkelijk is,
spreekt voor zichzelf. Daarom proberen we hen dagelijks ook
even individueel te begeleiden.
Leren leren
- We kochten klasagenda’s aan waarin kinderen aangespoord
worden om zelf taken en lessen te plannen. Ze moeten ook zelf
leren denken aan materiaal dat moet meegebracht worden of
briefjes die aan de ouders moeten bezorgd worden.
- Vanaf het derde leerjaar wordt stelselmatig aangeleerd hoe je
kan leren leren. Technieken van zelfbevraging en planning
worden aangeleerd. Uiteraard blijft dit ook een belangrijk
werkpunt in de hogere klassen.
10
-
-
Dit schooljaar werken we tijdens onze pedagogische
studiedagen verder aan “leren leren”. We proberen een
opbouwende lijn uit te werken doorheen heel de lagere school.
Onze visie op huiswerk, die van ouders en leerlingen, hebben we
uitgeschreven en kan je lezen in de infobrochure.
GON-werking
- GON staat voor geïntegreerd onderwijs. Kinderen met een
stoornis of beperking kunnen op deze manier toch functioneren
in het gewone onderwijs.
- Voor de GONwerking worden er contracten afgesloten met
scholen voor het buitengewoon onderwijs. Zij stellen dan
vakkundige mensen ter beschikking om deze kinderen te
begeleiden.
De klimopklas
- Sinds enkele schooljaren proberen we ook onze zorg “ook naar
boven” uit te bereiden. Concreet wil dit zeggen dat leerlingen
die meer of extra uitdagingen nodig hebben deze ook krijgen.
- In de onderbouw krijgen sterkere leerlingen “de blauwe map”.
Hierin mogen ze vrij en zelfstandig werken. Juf Kathleen volgt
dit op en bespreekt met deze leerlingen hun individuele
vorderingen. Deze kinderen krijgen werkpunten die voor hen van
belang zijn. (Bijv. netjes leren werken, tijd leren nemen om over
een opdracht na te denken, …)
- In de bovenbouw gaan de sterkere leerlingen wekelijks één
uurtje bij juf Imke. Daar kunnen ze werken aan oefeningen op
niveau, groepswerken, projecten,…
- Wie er mee mag naar de klimopklas, wordt bepaald door de
klasleerkracht. Zij hebben genoeg objectief testmateriaal om
het “kennen” en “kunnen” van hun leerlingen in te schatten.
- Tijdens dit uurtje klimopklas krijgen de sterkere leerlingen ook
het nodige werk-materiaal mee voor de komende week. Hierin
kunnen zij vrij werken of op aangeven van de klasleerkracht.
11
Tandemwerking
- Elke leerling van een hoger leerjaar krijgt één of twee kindjes
uit een lager leerjaar onder zijn/haar hoede.
- Samen gaan zij 1 keer per week een half uurtje lezen of
rekenen of… Af en toe mogen ze ook eens samen een spelletje
spelen.
- De juffen en meesters begeleiden daar waar het nodig is.
- Het is een werkvorm die voor iedereen enorm zinvol (en leuk) is:
o De kindjes uit de onderbouw worden gemotiveerd om te
oefenen. (En dat doen ze ook echt want ze willen zich
bewijzen voor hun begeleider).
o De kinderen uit de hogere leerjaren verbeteren hun
eigen prestaties en leren dingen voorbereiden,
uitwerken voor en uitleggen aan anderen.
o Juffen en meesters genieten van het enthousiasme dat
dit met zich meebrengt.
o Het is een werkvorm die de sfeer op school echt ten
goede komt !
- We doen dit 2 keer per schooljaar gedurende een 8-tal weken.
Na de eerste beurt worden nieuwe duo’s gevormd!
Informeren van ouders via nieuwsbrieven:
- Een aantal keer per schooljaar geven we een nieuwsbrief uit
over een zorgitem. Op deze manier proberen we sommige “hete
hangijzers” bespreekbaar te maken. Deze nieuwsbrieven vindt u
vanaf dit schooljaar terug op de website!
- In het eerste leerjaar werken we een aparte nieuwsbrief uit
met allerlei weetjes uit de klas. We ervaren dat het voor
sommige kinderen heel moeilijk is om te vertellen over het
klasgebeuren. Zo kunnen we ook info geven over de manier
waarop we leerstof overbrengen. Ook geven we tips hoe je thuis
je zoon of dochter kan helpen bij zijn/haar huiswerk.
…
En er is nog zoveel waar we nu niet meteen aan denken…
12
En als we het zelf toch niet meer weten ?
-
-
Met onze CLB-medewerker bespreken we of er hulp kan
geboden worden door een gespecialiseerd iemand. Denk maar
aan logopedisten, kinesisten, mensen van het revalidatiecentrum
of een speciale school zoals het Buitengewoon Onderwijs.
We proberen steeds eerlijk te zijn in onze mening en ouders zo
vlug mogelijk in te lichten van eventuele problemen.
Een doorverwijzing wordt uitvoerig met de ouders besproken.
Bij het CLB kan u terecht voor allerlei inlichtingen en advies.
Tot slot…
… willen wij je danken voor het vertrouwen, voor
je waardering, je enthousiasme voor ons werk.
… mag je altijd meewerken als je je geroepen voelt om ons
bij te staan om onze zorg uit te breiden (als leesouder,
weeg- of meetmoeder, …)
… willen we nog even vermelden dat we altijd openstaan
voor een gesprek.
…
13