Beleidsplan Tweetalig Onderwijs Walburg College Zwijndrecht

Beleidsplan Tweetalig Onderwijs
Walburg College Zwijndrecht
November 2014
1
Inhoud
Inleiding
p. 3
Opzet TTO onderwijs
p. 4
Curriculum
p. 4
Toelatingscriteria voor leerlingen
p. 4
Kwaliteitseisen TTO docenten
p. 4
De scholing van onderwijs ondersteunend personeel
p. 5
Sectie Engels
p. 5
TTO activiteiten
p. 6
House System
p. 7
Europese en Internationale Oriëntatie
p. 7
Bovenbouw havo en VWO (IB)
p. 7
Doelstellingen TTO
p. 8
Bijlage 1 IB English Language and Literature
p. 10
Bijlage 2 Bilingual excursions to England
p. 13
Bijlage 3 Doorstroomschema onderbouw – bovenbouw
p. 14
Bijlage 4 Assessment form UoE
p. 15
2
Inleiding
Tweetalig onderwijs (TTO) heeft als doel de beheersing van een vreemde taal op een zo
hoog mogelijk niveau te brengen en tevens de leerling kennis te laten maken met de
ontwikkelingen in de Europese en internationale samenleving. Door dit TTO onderwijs aan te
bieden probeert het Walburg College de leerlingen voor te bereiden op een verdere studie,
waarbij de verkregen kwalificaties niet alleen binnen Nederland een voordeel zullen blijken te
zijn maar ook internationaal.
Het Europees Platform is een organisatie, dat door het Ministerie van Onderwijs en Cultuur
en Wetenschap is belast met het stimuleren en controleren van TTO scholen. Het Europees
Platform verstrekt het predicaat Junior College of Senior College aan scholen die voldaan
hebben aan de door het Europees Platform gestelde eisen.
Het Walburg College wil uitsluitend een Junior College zijn waarbij in de bovenbouw
gelegenheid wordt geboden het IB programma te volgen voor vwo leerlingen of om een CAE
diploma te halen voor de havo leerlingen.
3
Opzet TTO onderwijs
Het TTO onderwijs van het Walburg College richt zich op de havo en vwo leerlingen in de
onderbouw. Het Walburg College heeft vier jaar geleden het predicaat Junior College
ontvangen nadat aan alle criteria van het Europees Platform was voldaan. Vanzelfsprekend
moet dit predicaat bestendigd worden in de toekomst.
Engels is de voer- en instructietaal in het TTO onderwijs. Om het gebruik van het Engels te
internaliseren worden leerlingen ten alle tijden door de docenten aangesproken in het
Engels. De leerlingen op hun beurt dienen zich ten alle tijden van het Engels te bedienen ook
in situaties buiten de lessen. Er kan echter niet verwacht worden dat brugklas leerlingen
vanaf het begin in staat zijn aan deze eis te voldoen. In de periode tot aan de Kerst mogen
deze leerlingen gebruik maken van zowel het Engels als het Nederlands.
Voor de overige taallessen geldt het principe van doeltaal = voertaal.
Curriculum
In de onderbouw krijgen de TTO leerlingen de volgende vakken in het Engels aangeboden:
English, Geography, History, Mathematics, Science, Biology, Music, Art & Design en PE. In
de praktijk wordt bij ons TTO onderwijs gebruik gemaakt van de onderdompelingsmethode.
Vanaf het eerste begin krijgen de leerlingen te maken met Engelstalige boeken en
werkvormen. Overeenkomstig de lessen Engels zal ook bij de TTO lessen de nadruk in
eerste instantie liggen op de lees-, luister- en spreekvaardigheden.
Na drie jaar sluiten de TTO leerlingen hun Junior College af met een “schoolcertificate”. Dit
diploma behelst de vier vaardigheden (lezen, spreken, luisteren en schrijven) op B1 of B2
niveau. Dit examen wordt afgelegd eind mei, begin juni.
CLIL (Content and Language Integrated Learning) vormt een integraal onderdeel van het
TTO onderwijs. TTO docenten zijn geschoold in het geven van CLIL lessen en tijdens het
schooljaar wordt er regelmatig aandacht besteed aan de evaluatie van de CLIL lessen.
Tevens worden er intervisie bijeenkomsten belegd voor de TTO docenten om het niveau van
de CLIL lessen te handhaven en/of te verbeteren.
De leerlingen worden getoetst volgens het OBIT-principe in de eerste twee leerjaren. Het
OBIT-principe gaat uit van de categorieën Onthouden, Begrijpen, Integreren en Toepassen.
Het doel hierbij is de leerlingen op twee niveaus te toetsen. Het gebruik van het Engels mag
geen belemmering zijn bij deze toets methode. Dat betekent dat met name in de brugklas het
aantal open vragen sterk beperkt moet worden. De nadruk moet liggen op lees- en
luistervaardigheden.
Het gebruik van het Nederlands door de leerlingen wordt bij toetsen en ander schriftelijk werk
niet geaccepteerd. Eventuele antwoorden of omschrijvingen in het Nederlands moeten als
onjuist worden aangemerkt. Vanzelfsprekend geldt deze eis vanaf de Kerstvakantie in het
brugjaar.
4
Toelatingscriteria voor leerlingen
Om TTO te kunnen doen, is een positief advies van de basisschool nodig en een minimale
CITO score van 545 voor vwo en 542 voor havo (een ander toets gegeven is ook mogelijk).
Bovendien moet een leerling goed gemotiveerd zijn en de juiste werkhouding hebben. Na
aanmelding voor het TTO op het Walburg College Zwijndrecht krijgen de leerlingen een
uitnodiging voor een diagnostische taaltoets. Na deze test krijgen de leerlingen een
intakegesprek waarbij zij hun motivatie moeten toelichten. Dit intakegesprek zal deels in het
Engels worden gehouden. Het intakegesprek hoeft niet noodzakelijkerwijs op dezelfde dag
plaats te vinden als de diagnostische toets.
Na afloop van de intake gesprekken bespreken de betrokken docenten onder
voorzitterschap van de TTO coördinator en/of een lid van de schoolleiding de resultaten van
de intake tezamen met de overige gegevens. Leerlingen krijgen dan een positief of negatief
advies. De schoolleiding besluit vervolgens welke leerlingen worden aangenomen en welke
worden afgewezen. De leerlingen en hun ouders krijgen een gemotiveerd besluit tot
aanname of afwijzing.
Tijdens de TTO lessen worden de leerlingen beoordeeld op hun Use of English (UoE). Dit
UoE moet voor alle tweetalige vakken voldoende zijn. Het gebruik van het Engels is een
basisvoorwaarde voor het mogen volgen van het Tweetalig Onderwijs. Dit houdt in dat de
leerlingen niet worden beoordeeld op het niveau van het Engels, maar slechts op het gebruik
ervan. De beoordeling van het UoE moet een gedragsverandering bij de leerlingen te weeg
brengen.
Kwaliteitseisen TTO docenten.
Alle docenten die lesgeven in TTO / CLIL lessen moeten minimaal het CAE certificaat van
Cambridge hebben behaald. Daarnaast moeten alle TTO docenten regelmatig hun niveau
van het Engels op peil houden. Hiertoe dienen de intervisie bijeenkomsten en de CLIL
bijeenkomsten die georganiseerd worden door de coördinator TTO.
Werving en selectie van nieuwe TTO docenten
1.Intakegesprek
Het doel van het intakegesprek is de docenten te toetsen op hun spreekvaardigheid en
uitspraak alsmede hun motivatie. Het beginniveau van de kandidaat dient te liggen op dat
van het "Cambridge First Certificate". Motivatie is van groot belang, daar het opleidingstraject
tot tto-docent veel tijd en investering vergt, alsmede de deelname aan extra
schoolactiviteiten die inherent zijn aan de tweetalige opleiding van het Walburg College.
2. CLIL training
Deze opleiding staat voor een deel in het teken van de verhoging van de taalvaardigheid,
voor een ander deel uit het verwerven van het specifieke vakjargon. Ook staat het oefenen
met diverse activerende didactische werkvormen en "peer-teaching" centraal. Voor het CLIL
onderdeel kunnen externe adviseurs worden aangetrokken. Alle TTO docenten met
uitzondering van de docenten Engels moeten vanaf 2014 een CLIL certificaat van een
erkende instelling hebben.
5
3. Een 'full-time intensive course" van 1 of 2 weken
Het volgen van een “intensive course” in Engeland. TTO-docenten van Walburg College
Zwijndrecht volgen deze cursus aan het Hilderstone College te Kent, Engeland.
4. Cambridge examens
Een andere fase van scholing is de voorbereiding op de Cambridge examens. Het
Cambridge Advanced niveau, is het minimaal vereiste niveau van een TTO-docent op het
Walburg College.. Alle TTO-docenten van het Walburg College zijn of worden getraind voor
de cursus Certificate in Advanced English. De cursus vergt tenminste twintig lessen van elk
twee klokuren. Het examen wordt twee keer per jaar afgenomen: in december en in juni.
Docenten kunnen zelfstandig studeren voor dit examen eventueel onder begeleiding van een
van de native speakers van onze school. Vanaf het schooljaar 2014-2015 moeten alle TTO
docenten een bevoegdheid Engels hebben of een Cambridge kwalificatie van minimaal CAE
niveau.
5. Nascholing
Het Walburg College Zwijndrecht streeft ernaar TTO-docenten zoveel mogelijk te stimuleren
hun vakinhoudelijke kennis, taalniveau alsmede het internationale aspect van hun CLIL-vak
bij te houden. Daartoe zijn er regelmatige bijeenkomsten van alle TTO docenten waarbij veel
nadruk zal blijven liggen op het gebruik van de Engelse taal en de toepassing van CLIL
tijdens de lessen. Tevens worden de leerlingen gevraagd feedback te geven op de prestaties
van de TTO docenten d.m.v. een geanonimiseerde enquête.
De scholing van onderwijs ondersteunend personeel
Niet onbelangrijk zijn de vaardigheden in de Engelse taal van de technisch onderwijs
assistent (TOA). Deze onderwijs ondersteunende medewerkers assisteren bij practica voor
vakken als Biology en Science. Het is belangrijk dat deze medewerkers daarom ook een
cursus spreekvaardigheid (gaan) volgen.
Sectie Engels
De docenten van de sectie Engels vormen de basis waarop het TTO onderwijs wordt vorm
gegeven. Zij zijn de ondersteuning voor de TTO docenten. Elke TTO docent heeft een
‘buddy’ uit de sectie Engels die hij/zij om raad kan vragen. Tevens kunnen de docenten
Engels advies geven over het Engels dat gebruikt wordt in toetsen en/of ander lesmateriaal.
TTO activiteiten
In de onderbouw gaan de leerlingen elk schooljaar op reis naar Engeland. Het doel is de
leerlingen in contact te brengen met de Engelse cultuur.
In de brugklas gaan de leerlingen drie dagen naar Dover / Canterbury. Zij verblijven in een
“Youth Hostel”. In Canterbury wordt een bezoek gebracht aan de Canterbury Cathedral en
het Shakespeare Theatre. Tevens zullen de leerlingen individuele opdrachten vervullen.
In leerjaar twee gaan de leerlingen vier dagen naar Cambridge. De leerlingen verblijven in
gastgezinnen. Tevens bezoeken de leerlingen het Newmarket College in Newmarket. Het is
de bedoeling dat deze contacten uitgroeien tot een uitwisselingsprogramma. Daarnaast
worden er activiteiten in en rond Cambridge georganiseerd.
6
In leerjaar drie gaan de leerlingen vijf dagen naar York. Ook hier verblijven zij in
gastgezinnen..
Naast de reizen naar Engeland wordt op school aandacht besteed aan specifieke
Angelsaksische evenementen zoals Halloween en Guy Fawkes. Ook worden er sport clinics
georganiseerd zoals cricket, rugby en roeien.
House System
Vanaf het schooljaar 2012 – 2013 is in de brugklas het House System ingevoerd. Er zijn vier
Houses (Cormorant, Heron, Bittern en Mallard) waar de leerlingen over verdeeld zijn. Deze
verdeling doorbreekt de klassenstructuur. Het doel van de Houses is naast het bevorderen
van de Angelsaksische taal en cultuur het bevorderen van de samenhang c.q.
saamhorigheid van de tweetalige leerlingen.
In de Houses wordt aandacht geschonken aan specifieke Engelstalige onderwerpen. In de
hogere leerjaren kunnen de senior students van een House de peerleaders worden van de
eerste en tweede jaar leerlingen. Zij fungeren dan als een soort vraagbaak. Daarnaast kan er
een vorm van competitie worden ingebracht tussen de Houses. Elk jaar wordt de winnaar
van de meeste House Points bekend gemaakt. Het winnende House krijgt een wisselbeker
met daarop de naam van het winnende House en het jaartal. Tevens ligt het in de bedoeling
jaarlijks een sportdag te houden tussen de Houses, waarbij specifieke Engelse sporten aan
bod komen. Het bekendmaken en uitreiken van de wisselbeker gebeurt op de “End-of-YearParty”.
Alle TTO docenten kunnen leerlingen House Points geven voor alles dat te maken heeft met
de Engelse taal en cultuur. Voorbeelden hiervan zijn het spreken van Engels op plaatsen
waar het niet verplicht is, het doen van extra opdrachten (al dan niet vrijwillig) of het creatief
omgaan met de Engelse taal.
Europese en Internationale oriëntatie (EIO)
De onderbouw van het TTO heeft aan het eind van elk schooljaar een EIO dag. Op deze dag
richten de TTO leerlingen zich op ontwikkelingen in de Europese Unie en/of de relatie van de
EU met de rest van de wereld. In principe doen alle TTO vakken mee aan deze dag. Het
onderwerp wordt bepaald door de coördinator Internationalisering van het Walburg College.
In samenwerking met de docenten van de TTO vakken worden er opdrachten en activiteiten
ontwikkeld die op deze dag worden uitgevoerd. Het eindproduct kan diverse vormen hebben
variërend van een presentatie tot een tentoonstelling. De beoordeling van het EIO onderdeel
wordt doormiddel van een O, V of G op het rapport kenbaar gemaakt.
In de derde klas nemen de leerlingen tevens deel aan het EUMIND “Go Green” project.
Hierbij zijn videoconferenties met een school in India een vast onderdeel.
Bovenbouw havo en vwo (IB)
Na drie jaar sluiten de leerlingen het juniorgedeelte van het TTO af. Op de havo kunnen
leerlingen kiezen voor extra lessen Engels in de vorm van het CAE. Aan de leerlingen die
hun CAE diploma willen halen wordt 1 uur extra Engels gegeven in het vierde leerjaar en 1
uur extra Engels in het eerste half jaar van het vijfde leerjaar. In december van dat jaar doen
de leerlingen CAE examen.
7
De vwo leerlingen kiest in het vierde leerjaar voor pre-IB. Dit wil zeggen dat zij 2 uur per
week extra Engels hebben. Na het vierde leerjaar wordt in overleg met de docent Engels
gekozen voor IB in het vijfde en zesde leerjaar. Tevens moet deze leerling in het bezit zijn
van het CAE diploma (zie bijlage 3 doorstroomschema onderbouw – bovenbouw).
Om het IB programma te kunnen volgen moeten de leerlingen een aantal vaardigheden
beheersen zoals het kunnen analyseren, discussiëren en reflecteren. Het IB programma
omvat veel meer dan alleen het reguliere programma Engels in de bovenbouw van het vwo.
Veel nadruk zal liggen op de Engelse cultuur en literatuur. Zij vormen een essentieel
onderdeel van de opleiding. Leerlingen, die deelnemen aan het IB kunnen een diploma
behalen dat in de gehele wereld wordt gezien als een zeer begerenswaardig document
mede omdat het IB diploma alleen behaald kan worden op een erkende TTO school of een
Internationale school.
Een IB leerling doet mee aan de onderstaande onderdelen:
Shakespeare workshop Phileas Fogg
BBC Young Writers Award
BBC Young Speakers Award
Juvenes Translatores Translation Contest
Debating Workshop & Contest
English theatre visit
Een IB leerling maakt zijn profielwerkstuk in het examenjaar in het Engels.
Doelstellingen TTO
In de periode tot en met het schooljaar 2016 – 2017 dienen onderstaande doelen bereikt zijn:
-
Het opzetten van een digitaal taalportfolio.
Dit traject is afhankelijk van de mogelijkheden van Magister. Tot op heden zijn er nog
geen mogelijkheden om binnen Magister een dergelijk taalportfolio op te zetten.
Digitale opslag buiten Magister stuit op diverse moeilijkheden met name de
mogelijkheid van de docenten om inzicht te krijgen in het portfolio van een leerling.
De stuurgroep TTO zal de ontwikkeling monitoren.
-
Het verder ontwikkelen van het House System.
Het House System heeft met name in de brugklas een positieve invloed. De
betrokkenheid van de leerlingen moet in het tweede en derde jaar vergroot worden.
Met name de samenwerking tussen de derde jaar TTO leerlingen en de TTO brugklas
leerlingen moet meer gestalte krijgen. De Bilingual Teachers moeten in hun vak meer
aandacht schenken aan de Houses bij b.v. praktische opdrachten en/of CLIL
activiteiten. Het House System wordt begeleid door BENN.
-
Verdere ontwikkeling van EIO.
Het gebruik van EIopener wordt ingevoerd in de TTO lessen. De docenten wordt
gevraagd regelmatig EIopener te gebruiken. De afsluitende EIO dag wordt elk jaar
aangepast qua onderwerp en beschikbare tijd. De coördinator internationalisering en
8
de mentoren van leerjaar 1 tot en met drie zijn verantwoordelijk. De stuurgroep volgt
het gebruik van EIopener.
-
Verankering van CLIL in de TTO lessen.
Alle TTO vakdocenten moeten een CLIL certificaat behaald hebben. Om intervisie
mogelijk te maken zullen er video opnamen gemaakt worden van bepaalde CLIL
activiteiten die getoond en besproken zullen worden op TTO vergaderingen. DRIG en
WITW zorgen voor de voortgang van het proces.
Elk jaar zal de stuurgroep een evaluatie houden betreffende de stand van zaken van de
doelstellingen van het TTO. Hiertoe ontwikkelt de stuurgroep een inventarisatie model
waarop de docenten kunnen aangeven wat zij dat jaar aan onderdelen van het TTO
onderwijs hebben gedaan.
9
Bijlage 1
IB English Language and Literature
What is the IB English Language and Literature course about?
English Language and Literature studies the English language in its many forms,
both literary and non-literary. It pays particular attention to the way writers compose
both literary and non-literary texts. In order to understand the essence of this course,
try imagining the following:
You are a Martian visiting planet Earth and you wish to learn more about its
inhabitants. You happen to be an apt language learner and soon you discover that
one of the most widely spread means of communication on this green planet
happens to be a code called English. In order to understand this code you study the
many different forms and varieties in which it is used. You travel to different places
around the globe where English is spoken and you start collecting samples of the
language: stories, poems, advertisements, speeches, propaganda posters, lyrics,
letters, news articles etc. While studying these samples you will start forming your
own ideas about culture, literature and media and the importance of language in
those areas of human society. The Martian perspective will help you retain your
objectivity and curiosity when approaching and analysing these different samples. In
the end, this course aims at increasing your literacy skills, so that you can offer
critical responses to a broad range of texts.
The IB English Language and Literature programme in a nutshell:
Part 1 Language in cultural context
Varieties of English; cultural identity; dialects and social values; language and power;
focus on non-fiction.
Part 2 Language and mass communication
Language and journalism; digital media; advertising; propaganda; documentary films;
focus on non-fiction.
Part 3 Literature: texts and contexts
Three literary works are studied in class, one of which is a work in translation. Focus
on the context in which works are conceived.
Part 4: Literature: critical study
Three literary works from list of prescribed authors. Focus on literary or poetic
devices.
Who is it for?
The course is specifically designed for inquisitive and open-minded students with an
excellent command of the English language. In class, students are expected to use
English as if it were their native tongue. Critical thinking, analysis, group discussion
and the ability to reflect on personal learning experiences are among the
cornerstones of the course. Any student who is interested in a further exploration of
the English language in its many forms will find in this course a challenge that goes
several steps beyond the regular VWO English curriculum. Most of all, this course is
designed for students who enjoy English, are prepared to read a variety of texts and
are willing to share their ideas about these reading experiences.
10
What do students get out of it?
Students who pass their final exams will receive an internationally recognised IB
English Language and Literature certificate. The diploma is recognised in 100+
countries and by 2000+ universities across the world. It is one of the most valued and
challenging English programmes available in bilingual education. Because of its
emphasis on critical thinking and analysis the course sets itself apart from and,
arguably, well above the Cambridge certificates. In addition, IB English can only be
studied at certified bilingual or international schools. Therefore, the diploma is only
available to a limited number of students in the Netherlands.
IB English encourages students to develop many skills that are greatly valued by
both employers and universities. Critical inquiry, open-minded discussion, as well as
balanced presentation of ideas are among these skills. The art of essay composition,
presenting a knowledgable and critical analysis in a well-organised piece of writing is
a skill that will prove its worth in any academic walk of life, be it science, business or
the arts.
However, this course is not exclusively aimed at preparing students for work or
higher education. It may serve a more personal purpose as well. The study of
literature opens up the mind to new ideas, worlds, stories and perspectives. Many
consider the English language a window to the world. Studying a foreign language
and its cultural heritage is also a way towards understanding one's own cultural
background through contrasting and comparing. Ultimately, this course may help lead
to a more permanent appreciation of literature and the many ways in which language
shapes our thoughts and ideas.
What extra-curricular activities are included in the course?
Shakespeare workshop Phileas Fogg
BBC Young Writers Award
BBC Young Speakers Award
Juvenes Translatores Translation Contest
Debating Workshop & Contest
English theatre visit
What are the course requirements?
In order to enroll in the two-year course at the start of VWO-5, VWO-4 students need
a 7.0 average or higher for the subject English on their final school report. In addition
they need to be in possession of a CAE certificate, exams for which are scheduled in
period 2 of VWO-4. They also need to have successfully completed VWO-4 pre-IB.
The course is principally aimed at TTO students, however, regular VWO students
who excel at English and who meet the requirements may also apply.
What do the exams consist of and when are they taken?
IB English Language and Literature exams are all taken in year 2 of the course (in
V6, that is). The exam consists of five parts:
Paper 1: a written comparative analysis of two previously unseen texts.
Paper 2: an essay based on one of six unseen essay questions. The essay
questions are all based on the course material.
Written Tasks: two written responses (one creative, one analytical) to texts
studied in class.
Individual Oral Commentary: a structured 10-minute speech in which the student
analyses a 40-line extract from one of the literary works studied in class.
11
Further Oral Activities: interactive classroom presentations in which students
demonstrate their understanding of the course content.
Papers 1 and 2 are taken on set dates in the May holiday of VWO-6. Written tasks
are submitted in February/March. Oral exams are submitted in March/April.
How are the exams assessed?
Exams can be taken at two different levels of difficulty: HL (higher level) or SL
(standard level). Papers 1 and 2 and the written tasks are all externally assessed by
IB examiners abroad. The oral exams are internally assessed by the IB English
teacher and submitted for external moderation. The results of the exams will be made
available to the students in the second week of July. Both SL and HL students will
receive a final grade on a scale of 1-7, where 7 is the highest and 4 the lowest PASS
grade.
12
Bijlage 2
Bilingual excursions to England
Due to changes in the bilingual curriculum, especially concerning the Senior College, it has
been decided that the excursion to England will remain as they have been up to now. So the
programme is as follows:
Date:
April
Destination:
Year 1: Dover / Canterbury
Year 2: Cambridge
Year 3: York
Duration:
Year 1: three days / two nights (Youth Hostel)
Year 2: four days / three nights (Guest Families)
Year 3: six days / four nights (Guest Families)
Supervisors:
One to every fifteen pupils (1 : 15)
Organising teacher
The teacher of English
Tutors
Bilingual subject teachers only: to whom it may concern
Costs:
250 euro p.p.
Organising teachers: Year 1: BENA / DAVA
Year 2: BENN
Year 3: VORG
English has to be used all the time by the pupils as well as the teachers (even when the
pupils are not around).
13
Bijlage 3: doorstroomschema onderbouw - bovenbouw
14
Bijlage 4
Bilingual Attitude
in CLIL classes
use of English in class
assessment
Student speaks mostly Dutch to teacher and fellow
students
poor
FAIL
Student addresses teacher in English but speaks
mostly Dutch with fellow students
insufficient
Student always addresses teacher in English and
regularly converses in English with fellow students
sufficient
PASS
Student consistently speaks English and serves as
an example for his or her fellow students
15
merit