Orde van dienst voor zondag 4 mei 2014 Wijkgemeente Markus, Grote Kerk, 9.30 uur THEMADIENST: LEVEN MET LEF ! Voorganger: ds. H.L. Versluis Ouderling van dienst: Adriaan Prins Organist: Simon Marbus Pianist: Jafeth van Deelen Koster: Hans van de Goor Orgelspel Welkom en mededelingen Zingen: Groot is uw trouw Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader. Er is geen schaduw van omkeer bij U. Ben ik ontrouw, Gij blijft immer Dezelfde die Gij steeds waart, dat bewijst Gij ook nu. Refrein: Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond. Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden, en uw nabijheid, die sterkt en die leidt: Kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst. Gij geeft het leven tot in eeuwigheid. Refrein: Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond. Stil gebed Votum en Groet Kinderen komen naar voren Zingen: Ben je groot of ben je klein (2x) Kinderen: Ben je groot of ben je klein of ergens tussenin; gemeente: God houdt van jou! Kinderen: Ben je dik of ben je dun of ben je blank of bruin; gemeente: God houdt van jou! Gemeente: Hij kent je als je blij bent; Hij kent je als je baalt Hij kent je als je droevig bent; Hij kent je als je straalt. Kinderen: Het geeft niet of je knap bent; Het geeft niet wat je doet; gemeente: God houdt van jou! Kinderen: Hij is vol liefde. gemeente: God houdt van jou! Gods geboden en beloften Zingen: Gezang 473: 1 en 6 Neem mijn leven, laat het, Heer, toegewijd zijn aan uw eer. Maak mijn uren en mijn tijd tot uw lof en dienst bereid. Neem mijn zonden en mijn schuld in 't beleid van uw geduld. Maak dat ik, opstandig kind, steeds de weg tot U hervind. Gebed Schriftlezingen: Exodus 3: 7 – 14 (door Marian Agterberg) 7 ‘Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk in Egypte eraantoe is,’ zei de Heer. ‘Ik heb gehoord hoe ze schreeuwen om verlost te worden van hun onderdrukkers. Ik weet hoeveel ze moeten doorstaan. 8 Ik ben gekomen om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden. Ik haal hen uit dat land vandaan en breng hen naar een vruchtbaar en uitgestrekt land, dat overvloeit van melk en honing: het gebied waar nu de Kanaänieten wonen, de Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten. 9 Het hulpgeschreeuw van de Israëlieten is tot mij doorgedrongen. Ik heb gezien hoe wreed de Egyptenaren hen behandelen. 10 Daarom stuur ik jou naar de farao. Jij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte halen.’ 11 Maar Mozes zei: ‘Ik? Moet ik naar de farao gaan? Moet ik de Israëlieten uit Egypte halen?’ 12 ‘Ik zal er zijn, ik ben bij je!’ antwoordde de Heer. ‘Jij zult het volk uit Egypte halen en dan zullen jullie mij op deze berg vereren. Dat zal het bewijs zijn, dat ik je gestuurd heb.’ 13 Maar Mozes bracht ertegenin: ‘Als ik bij de Israëlieten kom en zeg: De God van jullie voorouders heeft mij gestuurd en zij vragen: Hoe heet hij? wat moet ik dan antwoorden?’ 14-15 Toen zei God tegen Mozes: ‘Ik ben degene die er altijd is. Je moet tegen de Israëlieten zeggen: ‘‘Ik ben er’’ heeft mij gestuurd. Hij is de Heer, de God van jullie voorouders, de God van Abraham, Isaak en Jakob. Dat blijft voor altijd mijn naam,’ zei God, ‘daarmee zullen alle volgende generaties mij aanroepen. Exodus 4: 10 – 16 (door Monique van Dam) 10 Toen zei Mozes: ‘Neemt u mij niet kwalijk, Heer, ik ben nooit zo welbespraakt geweest. Ook nu u met mij gesproken hebt, is dat niet veranderd. Ik kan erg moeilijk uit mijn woorden komen.’ 11 De Heer antwoordde: ‘Wie heeft de mens een mond gegeven? Wie maakt een mens stom of doof? Wie zorgt ervoor dat hij kan zien? Wie maakt hem blind? Dat ben ik, de Heer. 12 Daarom: ga! Ikzelf zal je helpen spreken. Ik zal je de woorden in de mond geven.’ 13 Maar Mozes zei: ‘U moet het me niet kwalijk nemen, Heer, maar kunt u niet iemand anders sturen?’ 14 Toen zei de Heer kwaad tegen Mozes: ‘Aäron, de leviet, dat is toch je broer? Die is toch goed in het spreken? Hij is al naar je onderweg en zal blij zijn je te zien. 15 Praat met hem, vertel hem precies wat hij moet zeggen. Ikzelf zal jullie helpen de juiste woorden te vinden. Ik zal jullie uitleggen wat je moet doen. 16 Aäron zal namens jou het volk toespreken. Hij is dan jouw woordvoerder en jij bent voor hem als een god. Zingen: Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig Er ’s niets dat God niet kan doen. (2x) De bergen schiep Hij, rivieren erbij de sterren maakte Hij ook! Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig Er ’s niets dat God niet kan doen Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig Er ’s niets dat God niet kan doen. (2x) Mijn Vader is Hij, Hij maakte mij blij Hij zorgt voor jou en voor mij. Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig Er ’s niets dat God niet kan doen. Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig Er ’s niets dat God niet kan doen. (2x) Heb jij soms verdriet? ‘t is God die het ziet. Hij legt zijn handen op jou. Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig Er ’s niets dat God niet kan doen. Schriftlezing: Hebreeën 11: 23 – 29 (door Arianne van Bergen) 23 Door het geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie maanden lang door zijn ouders verborgen, omdat zij zagen dat het een heel bijzonder kindje was. En zij waren niet bevreesd voor het bevel van de koning. 24 Door het geloof heeft Mozes, toen hij groot geworden was, geweigerd een zoon van de dochter van de farao genoemd te worden. 25 Hij koos ervoor liever met het volk van God slecht behandeld te worden dan voor een ogenblik het genot van de zonde te hebben. 26 Hij beschouwde de smaad van Christus als grotere rijkdom dan de schatten in Egypte, want hij had het loon voor ogen. 27 Door het geloof heeft hij Egypte verlaten zonder bevreesd te zijn voor de toorn van de koning. Want hij bleef standvastig, als zag hij de Onzichtbare. 28 Door het geloof heeft hij het Pascha ingesteld en het besprenkelen met het bloed, opdat de verderver van de eerstgeborenen hen niet zou treffen. 29 Door het geloof zijn zij door de Rode Zee gegaan als over het droge. Toen de Egyptenaren dat ook probeerden te doen, zijn ze verdronken. Zingen: Psalm 108: 4 Wie voert mij met een vaste hand tot in het hart van 's vijands land ? O God, die ons verstoten had, trek met ons uit, wijs ons het pad, want mensenhulp is ijdelheid. Nu God ons bijstaat in de strijd is elke heldendaad te wagen. De vijand wordt door Hem verslagen. Verkondiging Zingen: Psalm 86: 6 Leer mij naar Uw wil te hand'len, 'k Zal dan in Uw waarheid wand'len; Neig mijn hart, en voeg het saam, Tot de vrees van Uwen Naam. HEER', mijn God, ik zal U loven, Heffen 't ganse hart naar boven; 'k Zal Uw Naam en majesteit Eren tot in eeuwigheid. Kinderen vertellen over hun schilderijen Dankgebed en voorbeden (door Jan Dijkstra, Ary Gunter en ds. Versluis) Inzameling van de gaven 1e collecte: jeugdwerk 2e collecte: pastoraat Zingen: ‘k Stel mijn vertrouwen (2x) 'k Stel mijn vertrouwen op de Heer, mijn God. want in Zijn hand ligt heel mijn levenslot. Hem heb ik lief, Zijn vrede woont in mij. 'k Zie naar Hem op en 'k weet: Hij is mij steeds nabij. Zegen Zingen: Wilhelmus van Nassouwe Wilhelmus van Nassouwe ben ik van duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een prinse van Oranje ben ik vrij onverveerd, den koning van Hispanje heb ik altijd geëerd. Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God, mijn Heer! Op U zo wil ik bouwen, verlaat mij nimmermeer! Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar te aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt. Orgelspel Na afloop van de dienst is iedereen welkom om in het koor van de kerk de schilderijen te bewonderen die de kinderen van de kindernevendienst hebben gemaakt. Ook kunt u/jij genieten van een kopje koffie, thee of limonade met iets lekkers erbij.
© Copyright 2024 ExpyDoc