Pianoduo Genova & Dimitrov do 9 okt 2014 Blauwe zaal Grote podia 20 uur 21.50 uur pauze ± 20.40 uur inleiding 19.15 uur Waldo Geuns Blauwe foyer piano Pianoduo Genova & Dimitrov do 9 okt 2014 Pianoduo Genova & Dimitrov Publieke masterclasses vr 10 & za 11 okt 2014 Till Fellner vr 24 okt 2014 Till Fellner Publieke masterclasses za 25 & zo 26 okt 2014 Gabriela Montero do 13 nov 2014 Steven Osborne wo 26 nov 2014 Angela Hewitt do 18 dec 2014 Steven Osborne Lecture recital wo 4 feb 2015 Steven Osborne do 5 feb 2015 Richard Goode vr 29 mei 2015 Richard Goode Publieke masterclasses za 30 mei 2015 teksten programmaboekje Waldo Geuns coördinatie programmaboekje deSingel Gelieve uw GSM uit te schakelen. De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/ concert/tentoonstelling van uw keuze. Reageer en win Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/ concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Grand café deSingel open alle dagen 9 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen Bij onze concerten worden occasioneel cd’s te koop aangeboden door La Boite à Musique Coudenberg 74 | Brussel +32 (0)2 513 09 65 www.classicalmusic.be Met bijzondere dank aan Jacek Bielat voor het stemmen en het onderhoud van de concertvleugels van deSingel Piano's Jacek & Svetlo Land Van Waaslaan 150 | Gent +32 (0)9 227 77 37 | www.jspiano.be Karikaturen van Franz Liszt aan de piano door János Jankó, 1873 © Yale University Library Pianoduo Genova & Dimitrov Edvard Grieg (1843-1907) Frédéric Chopin (1810-1849) Rondo in C voor 2 piano’s, opus 73 9’ Anton Arenski (1861-1906) Suite nr 3 voor 2 piano’s, opus 33 ‘Variations’ Dialogue Valse Marche solennelle Minuet XVIIIème siècle Gavotte Scherzo Marche funèbre Nocturne Polonaise pauze 25’ Peer Gynt Suite nr 1, opus 46 (arr. voor 2 piano’s door Grieg) Morning Mood Death of Åse Anitra’s Dance In the Hall of the Mountain King 16’ Alexander Borodin (1833-1887) Polovtjaanse Dansen uit ‘Prins Igor’ (arr. voor 2 piano’s door V. Babin) 13’ Franz Liszt (1811-1886) Réminiscences de Norma, S655 voor 2 piano’s 12’ Anton Arenski © Archiv für Kunst und Geschichte Berlin Onder Chopins vleugels Er waren eens een pianist en een pianiste die droomden van een carrière als solist. Ze studeerden dag en nacht aan de Musikhochschule van Hannover. Op een dag hadden ze zich ingeschreven om deel te nemen aan een solowedstrijd in Korea. Kort voor hun vertrek zochten ze nog een klas voor een laatste repetitie. In de hele school was er maar één klas meer vrij: een klas met twee vleugels. Toen besloten ze synchroon in te spelen met een Etude van Chopin. Pure magie! Het leek alsof ze vleugels kregen! Het pianoduo Genova & Dimitrov was een feit. En zoals de Etude van Frédéric Chopin(1810-1849) het begin inluidde van hun internationale carrière, zo vangt dit concert ook aan met muziek van de Poolse componist, namelijk het Rondo in C, opus posth. 73.Het werk werd pas in 1855 uitgegeven, zes jaar na Chopins dood. Maar toch dateerde het Rondo van 1828, en schreef hij het dus in zijn studiejaren aan het Conservatorium van Warschau (dus nog vóór zijn definitieve vertrek naar Parijs op 20-jarige leeftijd). Oorspronkelijk plande Chopin om een werk te schrijven voor piano solo, maar in de plaats componeerde hij deze sfeervolle en voornamelijk onbezorgde muziek voor twee piano’s. Is het misschien omdat hij het Rondo beschouwde als een compositieoefening in functie van zijn studies dat hij het werk nooit liet publiceren? Men weet het niet zeker. Chopin was een componist die al improviserend aan de piano zijn muziek tot stand liet komen, en dat hoort men duidelijk. Zo worden we overspoeld met parelende loopjes en met schertsende motieven die voortdurend uitgewisseld worden door de beide pianisten. Op andere momenten verschuift de sfeer naar de meer ingehouden melancholie die zo veel van zijn latere romantische muziekwerken zal kenmerken. We horen hier een jonge Chopin die muzikaal al aankondigt wat hij in petto heeft als pianist en verklapt in dit werk al heel wat van zijn ontwikkelende muziekstijl. Over de grenzen heen Terwijl we in Chopins Rondo een heel spectrum van pianotechnieken voorgeschoteld kregen, toont de Derde Suite voor twee piano’s, opus 33 van de Russische componist Anton Arenski (1861-1906) ons een waaier aan compositiestijlen die een enorme impact hadden op zijn eigen componeerstijl. Binnen dit programma van het duo Genova & Dimitrov is zijn muziek zeker op zijn plaats gezien Arenski’s belangrijkste invloeden Frédéric Chopin, Edvard Grieg (1843-1907) en Felix Mendelssohn (1809-1847) waren. Arenski was een leerling van Nikolaj Rimski-Korsakov (1844-1908), en tot zijn eigen studenten behoorden Sergej Rachmaninov (1873-1943) en Alexander Skrjabin (1872-1915). Hij schreef niet minder dan vier suites voor twee piano's, wat aanduidt hoe interessant hij dit genre vond. Zijn Derde Suite valt op doordat ze structureel afstapt van de gebruikelijke opeenvolging van karakter- en salonstukken. Deze Suite uit 1894, met als terechte bijnaam ‘Variaties’, biedt ons doorheen een hoofdthema en de daaropvolgende variaties een muzikaal overzicht van meer dan een anderhalve eeuw uit de muziekgeschiedenis. Het thema, een mengeling van een koraal met een lyrische melodie, wordt geïntroduceerd door Piano I en vormt de basis voor negen variaties: 1. Dialoog 2. Wals 3. Triomfmars 4. 18de-eeuws Menuet 5. Gavotte 6. Scherzo 7. Dodenmars 8. Nocturne 9. Polonaise De Dialoog neemt de sfeer van het thema over, maar versiert het geheel met figuratieve en virtuoze reacties op de intimiteit van het thema. De daaropvolgende charmante Wals vormt een overgang van de voorafgaande intimiteit naar de grootse en bombastische Triomfmars die maar al te graag vergeleken wordt met de luchtige muziek uit ‘Die Meistersinger von Nürnberg’ uit 1868 van de Duitse componist Richard Wagner (1813-1883). Het 18de-eeuwse Menuet, de vierde variatie, vormt een muzikaal paar met de vijfde variatie, de Gavotte. Deze variaties verwijzen naar de oorspronkelijke vorm van Franse Suites zoals we die bijvoorbeeld in de barok bij Johann Sebastian Bach (1685-1750) terugvinden, namelijk als een verzameling van uiteenlopende, voornamelijk Franse, dansen. Toch grijpt Arenski niet helemaal terug naar een barokke muziekstijl. De traditionele menuet-structuur waarbij de dans even onderbroken wordt door een sierlijke middenpassage is herkenbaar, alsook het gavotte-ritme, maar toch plaatsen beide variaties zich in een typische laatromantische Russische stijl met grootse akkoorden en passie. De zesde variatie is een sprankelend Scherzo en is een knipoog naar de orkestrale scherzo’s van Arenski’s grote voorbeeld Felix Mendelssohn. In de daaropvolgende Dodenmars evoceert hij de gewichtige sfeer aan de hand van triolen en sterk gepunteerde ritmes. De link naar Chopins beroemde begrafenismars is niet ver weg, maar de veel explicietere verwijzing naar Chopins muziek is vooral gereserveerd voor de laatste twee variaties, de Nocturne en, als slotwerk, de uitbundige Polonaise. De Nocturne is overwegend ingetogen en lyrisch, maar kondigt op sommige momenten toch de energie aan van de Polonaise. Onverwacht duikt aan het einde van de Polonaise het ingetogen hoofdthema terug op, maar deze rust wordt aan de kant gevaagd door de uitbundige coda van de polonaise. Over schurken en prinsen... Ongetwijfeld het bekendste werk van dit optreden is de Eerste Suite ‘Peer Gynt’, opus 46 van de Noorse componist Edvard Grieg (18431907). Deze Suite is vooral gekend in zijn versie voor orkest. Er zijn weinig orkestwerken die zo snel een plaats hebben kunnen veroveren in het standaard orkestrepertoire. En nog steeds behoren de delen van ‘Peer Gynt’ tot de meest gespeelde muziekwerken en hebben ze nog niets van hun kracht verloren. Deze versie van vanavond is de letterlijke transcriptie van deze orkestmuziek naar twee piano’s door de componist zelf. De muziek schreef Grieg aanvankelijk voor het toneelwerk ‘Peer Gynt’ van Henrik Ibsen. De Noorse regering gaf Ibsen de opdracht een rondreis te maken door de zogenaamde ‘Ronde Bergen’ om daar de verhalen van het volk op te tekenen. In één van deze bergdorpen, Vinstra, hoorde Ibsen de avonturen van de jonge Noorse schurk Peer Gynt die keizer wilde worden. In zijn drang naar rijkdom en macht ontvoert Peer Gynt een aanstaande bruid tijdens haar huwelijk maar laat haar weer achter voor een andere vrouw. Even later wordt hij gekweld door trollen omdat hij trouwt met de dochter van de Bergkoning maar niet zelf in een trol wil veranderen. In een volgende fase handelt hij schaamteloos in slaven, bijbels en heiligenbeelden, maar uiteindelijk komt hij tot inkeer en keert Peer Gynt teleurgesteld terug naar Noorwegen. De Suite van Grieg opent met Ochtendstemming, aanvankelijk het begin van de vierde akte in het toneelstuk. Grieg presenteert de ingetogen en meeslepende melodie doorheen een palet van subtiele harmonische kleuren. Hoewel dit openingsdeeltje slechts vier minuten duurt, slaagt hij erin om zijn muziek tijdloos en universeel te laten klinken. ‘De dood van Åse’ was de prelude naar de derde akte. Peer Gynt komt terug thuis bij zijn moeder Åse, maar zij ligt op sterven. Dit droeve deel is slechts gebaseerd op één korte melodische frase. Een negentiende-eeuwse schrijver merkte op dat het was alsof Grieg erin slaagde om niet alleen het heengaan van de moeder van Peer Gynt te verklanken, maar ook het droevige wegsterven van de zomer en de zon in het rustieke noorden. De droevige sfeer slaat volledig om in de ‘Dans van Anitra’ aan de hand van een opgewekte Nina en Edvard Grieg ca. 1890 melodie boven een dwingende begeleiding van korte pizzicato noten. In de ‘Zaal van de Bergkoning’ wordt verklankt hoe trollen Peer Gynt achtervolgen. Het is misschien het beroemdste deel van deze suite. De muziek baseert zich enkel op een kort thematisch motief dat voortdurend herhaald wordt. De sfeer wordt grimmiger en grimmiger en verklankt de waanzin en razernij van de avonturen van Peer Gynt. Ook de beroemde ‘Polovtjaanse Dansen’van de Russische componist Alexander Borodin(1833-1887) zijn ingebed in de volkstraditie. Ze vormen een fragment van de grootse opera ‘Prins Igor’. Borodin deed er meer dan acht jaar over om deze opera te schrijven en liet helaas het werk bij zijn dood in 1879 onvoltooid achter. Dit had voornamelijk te maken met zijn dubbele leven als componist én chemicus. Hij kon dan ook maar met tussenpozen aan zijn opera doorschrijven. Wat hij plande was een groot historisch epos te componeren gebaseerd op een oude ballade over een held in de strijd van de middeleeuwse Russische tsaren tegen de Polovetsen, een ruitervolk uit Midden-Azië. De opera werd door zijn collega’s Nikolaj Rimski-Korsakov en Alexander Glazoenov (1865-1936) verder afgewerkt. Tegenwoordig wordt de opera als één van de belangrijkste werken in de geschiedenis van Russische opera beschouwd. Muzikaal vermengt Borodin zijn typisch Russische stijl met invloeden van de exotische Aziatische volksmuziek. De ‘Polovtjaanse Dansen’ zijn volledig van de hand van Borodin en begeleiden in de opera een banket dat door de leider van de Polovetsen wordt georganiseerd. Deze dionysische dansen weerspiegelen dan ook de kracht en barbaarsheid van dit legendarische volk. De dansen hebben vooral hun populariteit te danken aan het feit dat één van de melodieën overgenomen werd in 1953 in het lied ‘Stranger in Paradise’ uit de Broadway musical ‘Kismet’. ‘Guerra! Guerra!’ Een onmiskenbaar furorewerk voor het pianorepertoire zijn de ‘Réminiscenses de Norma, S655’ van F ranz Liszt (1811-1886). Gebaseerd op thema’s uit de eigentijdse opera ‘Norma’ van Vincenzo Bellini (1801-1835) uit 1831, schreef hij aanvankelijk in 1841 een bijzonder virtuoze versie voor piano solo die onmiddellijk een groot succes kende. Deze versie van het werk schreef Liszt op vraag van de Belgische pianiste Marie Pleyel, haar beroemde achternaam dankend aan het huwelijk (van slechts vier jaar) met Camille Pleyel, de zoon van de pianobouwer Ignace Joseph Pleyel. De versie voor twee piano’s werd pas gepubliceerd in 1874. Net zoals in zijn operafantasie ‘Réminiscenses de Don Giovanni’ uit 1841 die gebaseerd is op Mozarts opera, heeft Liszt als doel om het verhaal van de gehele opera te reduceren tot een werk van zo’n 11-tal minuten en om de psychologische tweestrijd van Norma te verklanken tussen haar plichten als priesteres van de Druïden en haar passie voor de Romeinse soldaat Pollione. Liszt vertrekt van zeven thema’s uit de opera, maar verwerkt ze in een eigen volgorde. Zo verwerkt Liszt in de opening van dit heftige, maar kleurrijke werk de koordelen ‘Norma viene’, ‘Ite sul colle’, in de opera gezongen door de Druïde Orovesco en het druïdenkoor, alsook een ander koordeel ‘Dell’aura tua profetica’. Dit laatste marsachtige thema wordt vervolgens aan variaties onderworpen, waarna hij teruggrijpt naar de openingsideeën. Andere thema’s die hij overneemt uit de opera zijn de prachtige ingetogen aria ‘Deh! Non volerli vittime’ van Norma, alsook de duetten ‘Qual cor tradisti’ en ‘Padre, tu piangi’. Maar het is toch voornamelijk de virtuositeit en kracht die overheerst binnen dit briljante werk zoals bij het overnemen van het grootse koordeel ‘Guerra! Guerra!’ dat dit werk tot een bruisend slot mag brengen. De versie voor twee piano’s doet qua uitdagingen aan de pianisten niet onder voor de soloversie. Meer nog, doordat Liszt zich kan bedienen van twee van zijn lievelingsinstrumenten vergroot hij nog eens de impact van de muziek aan de hand van extra virtuoze moeilijkheden. Pianoduo Genova & Dimitrov © Irène Zandel Pianisten Aglika Genova en Liuben Dimitrov wonnen al twee maanden nadat ze een duo gevormd hadden verschillende competities, waaronder de ARD Wettbewerb in München, de Dranoff Competition in Miami en de Bellini Competition in Sicilië. Sindsdien spelen Genova & Dimitrov in de grote concertzalen en op de grote festivalpodia in verschillende landen, zoals de Library of Congress en de National Gallery in Washington, Schleswig-Holstein Musikfestival, Rheingau Festival, de Ludwigsburger en Schwetzinger Festspiele, City Hall in Kaapstad, Herkulessaal in München, Liederhalle in Stuttgart, Gstaad Muziekfestival, MDR Music Summer, Konzerthaus Berlin, Kölner Philharmonie, Passau European Music Weeks, Varva Summer Festival, Sofia Music Weeks, Woodstock Mozart Festival en het Chopin Piano Festival. Het duo speelde ook op de openingsconcerten van de Olympische Winterspelen in 2002 in Salt Lake City, en in 2010 bij de opening van de wereldkampioenschappen volleybal. Ze waren te zien in de 2000 EXPO in Hannover, gaven het openingsconcert voor de Paderewski Piano Competition in 2010 in Polen, en verschenen reeds meermaals in uitzendingen op radio en televisie. Ze speelden onder leiding van dirigenten als Ari Rasilainen, Hannu Lintu, Emil Tabakov, Robin Gritton en Alexander Rudin, en dit met gekende orkesten en koren in München, Los Angeles, Orange County, Miami, Hamburg, Durban, Hannover, Beijing, Stuttgart, Kaapstad, Sofia, Kiev en Boekarest. Het duo heeft inmiddels 11 cd’s uitgegeven bij CPO en Gega New. Ze namen onder andere als eerste de pianoduowerken van Dmitri Sjostakovitsj, Johann Christian Bach, Muzio Clementi, en Pantcho Vladigerov op, maar maakten ook opnames als ‘America for Two’ met werken van Gershwin, Copland en Bernstein, en ‘Favourite Flavors’ met werken van Maurice Ravel. In 2005 waren Genova en Dimitrov de jongste juryleden bij de ARD Wettbewerb in München, en in 2008 op de Internationale Piano Competition in Almaty, Kazachstan. In 2010 werd het duo aangesteld als artistieke directeurs van de Dranoff International Two Piano Competition in Miami. Enige tijd later richtten de twee de ‘Young Music Elite’ concertreeks in Auetal op. Genova & Dimitrov geven masterclasses over de hele wereld, bijvoorbeeld op de jaarlijkse Piano Duo Academie in Blankenburg/Harz, Duitsland. Sinds 2009 zijn ze aangesteld als hoofd van de pianoduoklas aan de Hochschule für Musik, Theater und Medien Hannover. In 2011 stichtte het duo ’s werelds grootste pianoduotrainingscentrum onder de naam ‘Twin Pack Piano’. Reeds van kleins af aan kenden hun carrières een gelijkaardig verloop: Genova en Dimitrov vatten hun pianolessen aan op vijfjarige leeftijd en maakten beiden op hun negende hun eerste publieke verschijning als solisten met orkest. Tijdens hun opleiding in het Conservatorium van Sofia bij Julia en Konstantin Ganev wonnen beide leden verschillende prijzen op internationale competities. Ze behaalden allebei hun postgraduaat bij hun mentor, de legendarisch pianist Vladimir Krainev, aan de Hochschule für Musik van Hannover. deSingel debuutconcert Binnenkort in deSingel Gerhard Gruber piano Speedy Harold Lloyd stille film, 1928 Pianist Gerhard Gruber maakte van live-improvisaties op stille films zijn specialiteit. Grubers improvisaties verlenen kracht en spanning aan de beelden. Zonder alle aandacht op te eisen of zichzelf op de voorgrond te dringen. Muziek en film gaan een gelijkwaardige dialoog aan met elkaar. Gruber voelt zich het best in zijn element in komische films. In deSingel zal hij zijn fantasie botvieren op ‘Speedy’, de laatste stille film van de populaire filmkomiek Harold Lloyd. De film is volledig op locatie gedraaid in New York. Alleen al de unieke beelden van de ‘Big Apple’ in de jaren 1920 zijn een lust voor het oog. do 23 okt 2014 | 20 uur | Blauwe zaal gratis inleiding Piet Van Bockstal in gesprek met Gerhard Gruber | 19.15 uur | Blauwe foyer € 22, 18 (basis) | € 18, 14 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar) © Courtesy Harold Lloyd Entertainment architectuur dans theater muziek t +32 (0)3 248 28 28 Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid www.desingel.be f deSingelArtCity mediasponsors
© Copyright 2024 ExpyDoc