Format lesbrief per titel Jonge Jury 2014

LESBRIEF
Titel: Losse handen
Auteur: Bettie Elias
Geschikt voor niveau: 2 vmbo-bk
Plusopdrachten ook geschikt voor: 2 vmbo-gt
Door: Ymkje Swart
__________________________________________________________________________
Citaat 1
Vooraf: Hazim is 12 jaar. Hij werkt in een koperslagerij in de Marokkaanse stad Fez en woont
in de heuvels buiten de stad. Elke ochtend en elke avond moet hij een uur lopen naar huis en
komt dan langs Youssef. Youssef is tijdens zijn werk in een schoenfabriekje zijn handen
kwijtgeraakt.
Hij is de enige kostwinner van het gezin. Van het geld dat hij deze week verdiend heeft,
moeten ze met z’n zessen een hele week leven. Tot hij weer met een volgend loon naar huis
komt. Soms verdient zijn vader iets bij met het sjouwen van stenen, maar daarna is hij zo
weer uitgeput dat hij een paar dagen nodig heeft om te herstellen. Hij wordt almaar zwakker.
Geld voor de dokter of voor medicijnen is er niet. En zijn zusjes en broertje zijn nog te klein
om te gaan werken. Gebeurde er maar een wonder… Soms wenst Hazim vurig dat alles
opeens anders wordt, dat het allemaal maar een boze droom is. Of soms wordt hij ’s morgens
wakker en denkt: Ik ga niet! Maar dan dringt de piepende en reutelende ademhaling van zijn
vader tot hem door en dan weet hij weer dat hij geen andere keuze heeft. Aan de rand van de
stad zit Youssef nog altijd voor zijn huisje. Hoe zou hij de dag doorgebracht hebben? Hazim
moet er niet aan denken dat hij zijn twee handen zou verliezen. Dat zou verschrikkelijk zijn!
En wat zou zijn familie zonder hem moeten beginnen?
‘Hallo!’ begroet Youssef hem. ‘Dag…’Hazim probeert zijn ogen in bedwang te houden terwijl
hij snel langs loopt. Maar Youssef heeft zin in een praatje vandaag. Waarschijnlijk heeft hij
zich dodelijk verveeld. ‘Morgen een vrije dag?’ Hazim knikt. ‘Wat ga je doen?’ ‘Voetballen…’
En jij? … Hij kan het niet op tijd inslikken. Onbewust glijdt zijn blik over de mouwen zonder
handen. Zou hij er iets over durven zeggen? Maar wat? Zal hij vragen hoe het nu met hem
gaat, zo zonder handen? Ach, wat moet Youssef daarop antwoorden… Goed, hoor, met twee
stompen kun je ook door het leven gaan? Nee, hij kan er maar beter over zwijgen. ‘Ik ga
maar eens verder.’ ‘Heb je goed verdiend?’ Hazim haalt de schouders op. ‘Pf, Net genoeg om
eten te kopen.’ ‘Je zult in ieder geval meer verdiend hebben dan ik,’ lacht Youssef schamper.
Onwennig wendt Hazim zich af, bang omdat zijn ogen hem weer zullen verraden. ‘Ik heb
iemand leren kennen die mij misschien wil helpen,’ vertelt Youssef opeens. ‘Een man uit
Europa, die veel voor kinderen doet. Voor arme kinderen in Frez…’ Hazims aandacht is
meteen gewekt. ‘Wat doe hij zoal?’ ‘Ik weet het niet zo goed, maar ik heb hem een paar keer
ontmoet in het internetcafé, op het grote plein. Hij kent daar veel kinderen en jongeren. Hij
betaalt ze soms een drankje of geeft ze iets te eten. In de media heeft hij een riad, hij
verhuurt er kamers aan toeristen. Hij zit er warmpjes bij… Maar wat hij precies doet, weet ik
niet.’ ‘Wat gaat hij voor jou doen?’ ‘Hij zei dat hij misschien kon helpen met mijn handen…’
Youssef ziet Hazims ongelovige blik. ‘Echt waar! Geloof je me niet?’
‘Jawel!’ haast Hazim zich te zeggen. Hoe zou dat kunnen? wil hij vragen. Maar Youssefs blije
gezicht houdt hem tegen. ‘Ik moet gaan. Anders zijn mijn ouders ongerust.’ Amuseer je
morgen met het voetballen.’ In gedachten verzonken loopt Hazim verder. Zou het waar zijn?
Zou er echt een mysterieuze man bestaan die arme kinderen helpt?
Lesbrief Jonge Jury 2014 – Losse handen
Opdrachten bij citaat 1
1. Waarom heeft Hazim geen andere keuze dan te werken in de koperslagerij?
2a. Hazim voelt zich ongemakkelijk en wil snel langs Youssef lopen. Hij probeert zijn ‘ogen in
bedwang te houden’. Waarom is dat?
2b. Hij zou best aan Youssef willen vragen hoe het met hem gaat. Welk antwoord zou
Youssef geven volgens Hazim?
2c. Wat besluit Hazim?
3a. ‘Je zult in ieder geval meer verdiend hebben dan ik,’ lacht Youssef schamper. Zoek in een
woordenboek of via internet op wat het woord ‘schamper’ betekent.
3b. Waarom zegt Youssef dat op die manier?
4a. Wie heeft Youssef leren kennen? En waar kent Youssef hem van?
4b. Die man kan Youssef misschien helpen. Wat gaat hij doen?
4c. Hoe reageert Hazim op Youssefs nieuws? Waarom reageert hij zo?
Plusopdrachten bij citaat 1
5a. Youssef vertelt Hazim dat hij een man heeft leren kennen die veel voor arme kinderen in
Fez doet. Waarom is Hazims aandacht meteen gewekt?
5b. Wie zou die mysterieuze man nog meer kunnen helpen?
5c. Welk effect hebben de laatste vragen van Hazim (zie citaat) op de lezer, op jou?
Over Bettie Elias
De boeken van Bettie Elias (Hasselt, 1953) gaan over onderwerpen die kinderen en jongeren
zelf kunnen meemaken, bijvoorbeeld: vriendschap, verdriet, verliefdheid, maar ook
kinderarbeid, kindermishandeling en kindsoldaten. Haar eerste boek Een vreemd gevoel in
mijn buik, verscheen in 1983 en sindsdien verschijnt er bijna elk jaar een nieuw boek. Haar
werk heeft een aantal maal een Boekenwelp gewonnen en ook bekroningen van de Kinderen Jeugdjury. Naast het schrijven is Elias directielid bij een strategisch adviesbureau. Voor
meer informatie over de auteur: www.bettie-elias.be en www.villakakelbont.be.
Wil je meer lezen over kinderarbeid dan kun je terecht op www.unicef.nl en
www.terredeshommes.nl. Op www.awel.be en www.kindertelefoon.nl kun je terecht voor het
onderwerp ‘seksueel misbruik’.
Leestips
Roger Vanhoeck – Zoeken
Ria Lazoe – Oproep gemist
Citaat 2
Vooraf: Armine en Hazim moeten dienbladen, thee- en suikerpotten afleveren bij Mohammed.
Hij is tevreden over hun werk en geeft ze allebei een fooi van tien dirham. Ze willen niet dat
hun baas de fooi afneemt en Hazim heeft daarvoor een plannetje.
Met een samenzweerderig lachje lopen ze door, tot om de hoek vlak bij de koperslagerij,
waar Hazim een gat in de grond aanwijst. ‘Kijk! We stoppen ons geld erin en we leggen er
een paar stenen bovenop. Dat ziet niemand.’ ‘Te gek!’ lacht Armine.
Ahmed kijkt hen argwanend aan als ze binnenkomen. ‘wat valt er te lachen? Hebben jullie
iets uitgespookt?’ ‘Nee,’ zeggen ze in koor. ‘Ik geloof er geen woord van! Ik zal jullie een extra
taak geven, want er is nog veel werk te doen!’ Hazim laat de schouders hangen. Nu nog een
Lesbrief Jonge Jury 2014 – Losse handen
extra taak… Hij is al zo moe. Maar voor Ahmed de kans krijgt hen werk te geven, worden ze
bij de baas geroepen. Al hebben ze een plan bedacht, toch slaan de zenuwen toe.
Gespannen schuifelen ze achter elkaar aan naar binnen. ‘Vertel eens!’ ‘Eh…’ ‘Hoe is het
geweest?’ ‘Goed,’ antwoordt Hazim. ‘Jullie hebben hard gewerkt vandaag.’ Hazim en Armine
knikken allebei met veel overtuiging. ‘Dat is goed,’ vindt de baas. ‘Zo zullen jullie het vak snel
onder de knie krijgen. Je weet hoe belangrijk het is in deze moeilijke tijden…’ Alweer dezelfde
preek! ‘Hard werken en je aan de afspraken houden, daar draait het om. Beseffen jullie dat?’
weer knikken ze allebei, al minder overtuigend dan daarnet. ‘Zo mag ik het graag zien,’ zegt
de baas tevreden. ‘Wat zei Mohammed?’ ‘Dat alles in orde was,’ begint Hazim. ‘En dat we
hard gewerkt hebben, want dat hij de bestelling gisteren pas laat heeft doorgegeven.’ ‘En
heeft hij jullie daarvoor beloond?’ vraagt de baas langs zijn neus weg. Hazim knippert met zijn
ogen. ‘Eh…’ ‘En?’ ‘Nee.’ ‘Armine?’ ‘N…nee…’
‘Zijn jullie er zeker van?’ Er valt een onbehaaglijke stilte. ‘Armine?’ Armine kijkt met
ingehouden adem naar Hazim. Help! Zeggen zijn ogen. ‘Ik heb jou iets gevraagd, Armine,’
zegt de baas streng. Armine is helemaal de kluts kwijt. ‘Wat was het ook alweer?’ ‘Heeft
Mohammed een fooi gegeven?’ Armine aarzelt. ‘Wel?’ ‘N… nee…’ ‘Kom op. Iedereen weet
dat Mohammed vaak fooien geeft! Waarom zou hij dat uitgerekend vandaag niet doen?’
Armine kijkt in paniek naar Hazim. ‘Dikke…eh… ik bedoel Mohammed had klanten in zijn
winkel,’ schiet Hazim hem te hulp. ‘Hij was druk bezig.’ ‘Maar hij had dus wel de tijd om te
kijken of alles in orde was? En om te zeggen dat hij gisteren pas de bestelling heeft gedaan?’
Hazim knippert met zijn ogen. ‘Dat…dat…zei hij tegen zijn klanten.’ De baas knijpt zijn ogen
tot spleetjes en richt zijn aandacht nu op Armine, die hulpeloos naar Hazim kijkt. ‘Vertel eens,
Armine!’ ‘Ik… Ik zou iets willen vragen,’ onderbreekt Hazim hem opeens. Komt het doordat hij
de baas te slim af is geweest? Of doordat Armine bij hem is? Hij weet zelf niet zo goed waar
hij plots zoveel moed vandaan haalt. De baas fronst zijn borstelige wenkbrauwen. ‘En wat
zou jij dan willen vragen?’ Achterdochtig kijkt hij Hazim aan. ‘Eh…’ Hij kan niet meer terug.
‘Eh… Mogen wij, Armine en ik, lees- en schrijflessen volgen?’ Armine draait zich met een ruk
naar hem toe. ‘Zo! Na het werk?’ wil de baas weten. ‘Ja. Nee, bedoel ik.’
‘Wat bedoel je dan?’ Zijn stem klinkt donker en dreigend. Hazim haalt diep adem, maar de
woorden blijven hem in de keel steken. ‘Ach, ik weet wel wat je bedoelt.’ Spottend kijkt de
baas hem aan. ‘Dat je enkele dagen per week een uur vroeger stopt om naar de les te gaan.
Zónder loonsverlaging. Een idee van meneer Robert zeker?’
‘Ja. Nee. Ik bedoel…’ ‘Ja. Nee. Wat is het nu?’ vraagt de baas nu kregelig. ‘Het is géén idee
van Robert,’ verdedigt Hazim zich en eindelijk rollen de woorden er moeiteloos uit. ‘Als het
van hem zou afhangen, zou ik helemaal niet meer hoeven te werken. Dan ging ik de hele
week naar school.’ Stomverbaasd staat Armine te luisteren. ‘Hij wil het zelfs betalen,’ zegt
Hazim. Een leugentje om bestwil kan hij nu wel gebruiken. ‘Maar dat wil ik niet! Ik wil een vak
leren, zoals u altijd zegt. Daarom ben ik naar u toe gekomen en… en… niet naar hem. Maar
ik wil ook leren lezen en schrijven!’
Nadenkend pulkt de baas aan zijn snor. Hazim wacht angstvallig af. Een kinderarbeider
verliezen na een opleiding van enkele jaren, dat is een zwaar verlies voor de baas, dat weet
hij ook. Maar kinderarbeid mag eigenlijk niet, dat heeft Robert hem verteld! Het wordt nog
altijd oogluikend toegestaan, maar er gaan steeds meer stemmen op voor een strengere
controle. ‘De tijden veranderen,’ mompelt de baas in zichzelf. Als ze mij nu allemaal met rust
zouden laten. En zeker die organisaties die zich overal mee bemoeien…’
Hij heeft nog niet nee gezegd! beseft Hazim. Koortsachtig denk hij na. Welk argument kan hij
er nog aan toevoegen? Opeens Krijgt hij een ingeving.
‘Ahmed schrijft toch ook? Wie zal later als Ahmed te oud is, zijn werk doen?’ De baas kijkt
hem zwijgend aan, hij staat met de mond vol tanden. Zijn ergernis is omgeslagen in
onzekerheid, Hazim kan het zien aan zijn weifelende blik. Alsof hij zijn twijfel wil verstoppen,
zet de baas zijn bril af en wrijft zich in de ogen. ‘We zullen heel hard werken…’ begint Hazim.
‘Eén dag!’ onderbreekt de baas hem. ‘Eén dag in de week, meer niet.’
Lesbrief Jonge Jury 2014 – Losse handen
Verrast kijken Hazim en Armine elkaar aan. ‘Echt?’ vraagt Hazim. ‘Ja,’ bromt de baas. Hij
klapt een groot boek open. ‘En maak dat je nu weg komt.’
Opgewonden stommelen ze naar beneden. ‘Wat is er aan de hand?’ Ahmed begrijpt
natuurlijk niet waarom ze zo vrolijk zijn. Maar ze klemmen de lippen stevig op elkaar.
Niemand mag nu de pret bederven.
Opdrachten bij citaat 2
6a. De baas roept Armine en Hazim bij zich. De twee jongens hebben een plan, maar toch
slaan de zenuwen toe. Waardoor komt dat?
6b. De baas vraagt of Mohammed de twee jongens nog iets heeft gegeven. Wat gebeurt er?
6c. Hazim probeert de baas af te leiden. Hoe doet hij dat?
6d. De baas denkt na over Hazims vraag. Welk sterk argument heeft Hazim om zijn baas
uiteindelijk te overtuigen?
7. Robert heeft Hazim verteld dat kinderarbeid niet mag. Wat is kinderarbeid? Zoek naar
informatie op internet, onder andere op www.unicef.nl en www.terredeshommes.nl,
zoekwoord ‘kinderarbeid’.
Aansluitend kunnen jullie klassikaal het onderwerp ‘kinderarbeid’ bespreken.
Plusopdracht bij citaat 2
8. Armine en Hazim hebben hun tien dirham verstopt voor de baas. Wat vind jij daarvan?
Schrijf op waarom je het goed of fout vindt dat ze de waarheid verzwijgen voor hun baas.
Fictiedossieropdrachten
1. Voor deze opdracht moet je het hele boek hebben gelezen. Je gaat een nieuw hoofdstuk
van ongeveer 400 woorden schrijven. In jouw hoofdstuk is Hazim twee jaar ouder, namelijk
14 jaar. Hij kijkt terug op zijn ontmoetingen met Robert en zijn vriendschap met Youssef.
Hazim is door deze ontmoetingen veranderd en schrijft op hoe hij zich toen voelde en geeft
zijn mening over de gebeurtenissen.
2. Surf naar de website van de auteur, www.bettie-elias.be en zoek op over welke
onderwerpen zij boeken schrijft. Zijn daar onderwerpen bij die jou aanspreken? Waarom
schrijft Bettie Elias over die onderwerpen? Klik vervolgens op het kopje boeken. Is er een
boek bij dat jij graag wilt lezen?
3. Voor een nieuwe uitgave van Losse handen wil de uitgeverij graag een plattegrond van de
route die Hazim elke dag moet lopen. Die route is van zijn huis op de heuvels buiten de stad
naar de koperslagerij, in de binnenstad van Fez. De plattegrond komt op de schutbladen.
Schutbladen zijn de eerste twee witte bladzijden van een boek, waarbij één bladzijde is
vastgeplakt aan de omslag. Voordat je de plattegrond gaat tekenen, kun je de volgende korte
fragmenten lezen:
Pag. 22, bovenaan over waar Hazim woont.
Pag. 25, na de witregel over hoe het buiten de stadsmuur is.
Pag. 64, de eerste twee alinea’s over de kleine straatjes en de belangrijkste moskee van Fez.
Lesbrief Jonge Jury 2014 – Losse handen