download dit persbericht

Brussel – 30 mei 2014
25 landen op de rooster wegens overtreding internationale arbeidsregels
(IAO, Genève)
Ondanks de vele meningsverschillen tussen werkgevers en werknemers op de Internationale
Arbeidsconferentie, in het bijzonder over het stakingsrecht, werd donderdag dan toch een akkoord
bereikt over een lijst van 25 landen die eventueel spitsroeden moeten lopen voor overtreding van de
internationale arbeidsregels (IAO-normen). Van Bangladesh tot de Verenigde Staten. Maar ook met
drie landen van de Europese Unie op de lijst: Griekenland, Portugal en Kroatië.
Er is, de technische commissies daargelaten, één vaste commissie op de jaarlijkse Internationale
Arbeidsconferentie in Genève: de tripartiete commissie voor de toepassing van de normen. Daar
worden elk jaar landen op de rooster gelegd wegens overtreding van IAO-conventies. In het begin
van de Conferentie wordt daartoe een selectie van landen gemaakt, een 25-tal, vertrekkend van een
lijvig rapport van een commissie van experts. Die selectie is elke keer weer een heikele
evenwichtsoefening. De laatste jaren nog meer, wegens aanslepende onenigheid met de
werkgevers over de interpretatie van de IAO-conventies m.b.t. het recht te staken. Hetgeen in 2012
tot een open conflict heeft geleid . En kon toen zelfs geen overeenkomst kon worden bereikt over
een lijst, waardoor de werkzaamheden van de commissie vervroegd moesten worden afgebroken.
Net als in 2013 werd dit jaar opnieuw een akkoord bereikt, zij het niet zonder slag of stoot. 25
landen zullen worden bekeken wegens overtreding van een van de conventies. Vanaf zaterdag tot
eind volgende week zal elk van die 25 landen de revue passeren in de commissie. Met woord en
wederwoord van de werknemers en de werkgevers. En met steun of afkeur vanop de
regeringsbanken.
Het ACV speelt hierin een bijzondere rol. ACV-voorzitter Marc Leemans is in de commissie voor de
toepassing van de normen woordvoerder van de werknemersgroep. En achter de schermen wordt
hij bijgestaan door een sterk ACV-team.
De lijst van 25 landen
1.
Niger, voor schending van conventie 138 over kinderarbeid. Meer dan 50% van de kinderen
van 5 tot 17 jaar zijn aan het werk, in meerderheid op het platteland. In 83% van de gevallen
worden verboden activiteiten verricht. In 62% van de gevallen gaat het om gevaarlijke activiteiten.
Het kreeg een speciale vermelding van de experts (‘double footnoot’, in het IAO-jargon).
2.
Swaziland, een habitué, wegens aanhoudende schending van de syndicale vrijheid,
beschermd door conventie 87. Vorig jaar vroeg de Conferentie een missie op hoog niveau. Die zal
wellicht in 2015 doorgaan.
3.
Congo, wegens dwangarbeid, verboden door conventie 29. Inclusief gedwongen arbeid van
kinderen en seksuele exploitatie. Te situeren in het kader van de gewapende conflicten, zowel aan
regeringskant als aan de kant van de rebellen.
4.
Uganda, wegens overtreding van conventie 26 over de minimumlonen.
5.
Centraal-Afrikaanse Republiek, wegen schending van conventie 169 ter bescherming van
autochtone minderheden, in case ten nadele van de Aka- en Mbororostam.
6.
Dominicaanse Republiek, ook met een speciale vermelding van de experts, wegens
aanhoudend discriminatie in strijd met conventie 111, in het bijzonder van de Haïtiaanse minderheid
en de donkergekleurde Dominicanen.
7.
Ecuador, dat de uitzonderingen op het stakingsrecht voor het overheidspersoneel bijzonder
breed oprekt, in strijd met conventie 98 over het recht op organisatie en op collectief
onderhandelen.
8.
Verenigde Staten, wegens kinderarbeid beneden de 16 jaar in de landbouw, vaak in
gevaarlijke omstandigheden, in strijd met conventie 182.
9.
Colombia, wegens onderinvestering in de arbeidsinspectie, in strijd met conventie 391.
10.
Venezuela, ook in overtreding met conventie 126 over de minimumlonen, in het bijzonder
op het vlak van raadpleging van de sociale partners.
11.
Bangladesh, overigens ook met speciale vermindering van de experts, wegens overtreding
van conventie 81 over de arbeidsinspectie, waarbij de problemen zich her scherpst stellen in de
export processing zones en in de bouwnijverheid. Belangrijk dossier in het verlengde van de ramp
in Rana Plaza vorig jaar.
12.
Cambodja, ook een bijzonder zwaar geval, met de moorden, het geweld en de intimidatie
van vakbondsleiders, in strijd met conventie 87 over de verenigingsvrijheid, versterkt door de
problemen inzake onafhankelijkheid van de rechters.
13.
Korea, vorig jaar ook al op de lijst wegens discriminatie op basis van afkomst, geslacht op
politieke overtuiging, strijdig met conventie 111 over discriminatie.
14.
Maleisië, op de lijst voor dwangarbeid (conventie 29), in het bijzonder van migranten, met
ook meldingen van mensenhandel.
15.
Pakistan, vergelijkbaar met Bangladesh wat betreft onderinvestering in arbeidsinspectie, in
strijd met conventie 81, en met in 2012 ook een zware brand in een confectiebedrijf.
16.
Jemen, dat een speciale vermelding kreeg wegens kinderarbeid, in strijd met conventie 182,
enerzijds wegens inschakeling van jongeren beneden de 18 jaar in gewapende conflicten, anderzijds
wegens tewerkstelling van kinderen in gevaarlijke sectoren als de bouw of de mijnen.
17.
Algerije, wegens diverse schendingen van de vakbondsrechten, in strijd met conventie 87,
inclusief inperking van het stakingsrecht in geval van serieuze economische crisis.
18.
Mauritanië, dat problemen heeft met de naleving van de conventie 122 over
werkgelegenheid, in het bijzonder wat betreft betrokkenheid van de sociale partners.
19.
Qatar, ongetwijfeld een van de blikvangers hier, met zijn overtredingen van de conventie 81
voor onderinvestering in de arbeidsinspectie, als een van de oorzaken van de inmiddels meer dan
1.000 dodelijke arbeidsongevallen in de opbouw van de voetbalstadion voor het
Wereldkampioenschap voetbal in 2022.
20.
Saoudi-Arabië, op de lijst wegens dwangarbeid in strijd met conventie 29, vooral naar
migranten en in het bijzonder huispersoneel.
21.
Griekenland, dit keer met speciale vermelding van de experts, voor de ingrijpende
besparingsmaatregelen in de sociale zekerheid in het kader van de sanering van de openbare
financiën, in strijd met conventie 102.
22.
Wit-Rusland/Belarus, ook een vaste gast, en deze keer ook met een speciale vermelding van
de experts, wegens aanhoudende schending van de verenigingsvrijheid, gegarandeerd door
conventie 87. En dit ondanks de zware druk die de voorbije jaren werd gezet.
23.
Kazakhstan, met vragen over de toepassing van conventie 111 over non-discriminatie, in het
bijzonder naar vrouwen.
24.
Portugal, hier op het beklaagdenbankje wegens de nadelige gevolgen op de
werkgelegenheid van het herstelbeleid zoals gedicteerd door de fameuze Troïka van ECB, Europese
commissie en IMF. Met, net als bij Griekenland, de vraag wat je aan Griekenland, dan wel de Troïka,
moet verwijten.
25.
En tot slot, als derde Europees land, Kroatië, met een reeks van overtredingen van
conventie 98 over collectief onderhandelen, enerzijds inzake de onderhandelingsvrijheid in de
openbare sector, anderzijds wat betreft anti-syndicale discriminatie.H
Meer informatie:
•
Het volledige expertenrapport, waarin de aantijgingen tegen de 25 landen:
http://www.ilo.org/wcmsp5/groups/public/---ed_norm/--relconf/documents/meetingdocument/wcms_235054.pdf
•
De ACV delegatie in Genève blogt: http://community.dewereldmorgen.be/iaoblog