VERBROEDERING BEVRIJDING VZW April 2014 Jaargang 35 Nummer 2 Nieuwsbrief Woordje van de Voorzitter In dit nummer: Verbroederingsdag 2 Lidgeld 2014 2 Activiteiten 2014 2 Senioren surfen mee 3 Focus op Kol SBH b.d. 9 Uit de oude doos 8 Focus op Kol SBH bd Piet De Vleeschouwer 9 Groepsfoto effectieve leden statutaire vergadering 9 Even voorstellen: Luc Smet 10 Groepsfoto ontmoetingsdag 25 februari 2014 10 Even voorstellen: Willy De Greeve 11 Te noteren datum 06 mei: Verbroederingsdag te Leopoldsburg De winter heeft ons dit jaar deerlijk in de steek gelaten, maar ik denk niet dat vele mensen hierover rouwig zullen zijn. De verwarmingskosten alleen al schelen een slok op de borrel, zonder nog te zwijgen over de verkeersellende te wijten aan sneeuw of andere ijzeltoestanden, waarmee wij normaliter worden geconfronteerd. Het voorjaar heeft ons bovendien meerdere keren getrakteerd op een heerlijk zonnetje en terrasjesweer. Zou het zuiderse klimaat dan toch opschuiven in de richting van het Noorden? Minder rooskleurig is de politieke situatie in de wereld. Wij zijn nog niet bekomen van de apocalyptische toestanden in Syrië of wij worden overspoeld door een nieuwe potentiële brandhaard, Oekraïne. Hopelijk mondt het spierballengerol rond de Krim niet uit in een tweede koude oorlog, waar de wereldvrede opnieuw dagelijks moet balanceren op een slappe koord. Ook Europa probeert de stoere knaap uit te hangen, maar al het tromgeroffel over strenge sancties slaat de Russische beer niet uit zijn lood, integendeel. Poetin weet zeer goed dat als puntje bij paaltje komt, heel wat Europese landen, met Duitsland op kop, eieren voor hun geld zullen kiezen en de economische belangen laten prevaleren boven de territoriale integriteit van Oekraïne of de mensenrechten van de Krim-Tartaren of andere minderheidsgroepen. Rusland weet perfect dat zij militair weinig of niets te vrezen hebben van de NAVO, organisatie die trouwens flink is verzwakt door allerlei besparingen op defensie, niet alleen in België, maar in de meeste landen. Het zijn niet de mastodonten van hoofdkwartieren, die de NAVO rijk is, die de Russen angst zullen inboezemen. Met de implosie van het communisme op het einde van de jaren tachtig, was de algemene perceptie in het Westen dat een eeuwigdurende vrede was aangebroken. Sindsdien wordt defensie stiefmoederlijk behandeld , met alle gevolgen van dien. De NAVO is een papieren tijger geworden. Landen als België beschikken enkel nog over een “gewapende” civiele bescherming. Onze Verbroedering leeft meer dan ooit. Bewijze het enorme succes van onze laatste ontmoetingsdag in 2013 en de eerste in 2014. Wij waren op 25 februari met 90 man. Het bezoek aan de militaire kerkhoven van Leopoldsburg loonde absoluut de moeite. Zij zijn zeker niet vergelijkbaar met Tyne Cot, maar het is toch een brok geschiedenis, die zo maar niet kan worden uitgewist. Een heerlijk voorjaarszonnetje gaf bovendien een extra dimensie aan het bezoek. De lunch in de villa Astrid was zoals altijd een culinair hoogstandje en na een laatste babbel vertrok iedereen goedgezind terug naar huis, uitkijkend naar de volgende bijeenkomst op 6 mei, onze Verbroederingsdag, waar Kolonel SBH b.d. Philippe Dasseville en zijn echtgenote Bernadette ons een interessante uiteenzetting zullen geven over hun belevenissen in Congo. Ook de tweede ontmoetingsdag in november, met bezoek aan het Holocaustmuseum in Mechelen, belooft een hoogvlieger te worden. Wij zijn lange tijd op zoek geweest naar versterking voor onze Raad van Bestuur, zonder veel succes overigens. De mogelijkheid was dan ook zeer reëel dat onze Verbroedering zou worden geïntegreerd in de Vriendenkring Bvr/5 Li of zelfs zou worden opgedoekt. Wanneer de nood het hoogst is, is de redding nabij en inderdaad er is versterking gekomen. Luc Smet en Wim De Greeve zijn voortaan niet alleen lid van ons bestuur, maar zij hebben ook aanvaard om op termijn de functie van respectievelijk voorzitter en secretaris te bekleden. Op uitzondering van de huidige voorzitter blijft voorlopig iedereen aan boord, zodat de continuïteit verzekerd is voor de komende jaren. Bob Antheunis zal zich in de toekomst vooral bezig houden met de relaties met de Brigade Piron, organisatie die ook in de steiger staat voor een helse omwenteling. Zijn ervaring in dit domein zal zeker nog van pas komen. Voor de rest blijft iedereen zijn zelfde functie behouden. Tot besluit zou ik willen zeggen dat ik als voorzitter van de seniorenadviesraad van Koksijde een studie heb gemaakt rond de vergrijzingsproblematiek. Aangezien dit precies de doelgroep is van onze Verbroedering, wens ik deze studie te delen met jullie in deze en de drie volgende Nieuwsbrieven. Vriendelijke groeten en tot 6 mei. Nieuwsbrief Jaargang 35 Nummer 2 Pagina 2 Verbroederingsdag 6 mei 2014 te Leopoldsburg U wordt vriendelijk uitgenodigd om deel te nemen aan onze jaarlijkse Bus transport Verbroederingsdag die zal doorgaan op dinsdag 6 mei te Leopolds 07.00 uur: vertrek van de autocar vanaf de parking aan het burg. Mercatordok te Oostende Programma 07.45 uur: opstapplaats Gentbrugge (afrit 10 - Carpooling) 10.00 uur: ontvangst met koffie en koeken in de Club Silberman van het Kwartier Lt Gen Piron te Leopoldsburg 08.05 uur: opstapplaats afrit Waasmunster (afrit 13) 10.30 uur: welkomstwoord van de voorzitter. Uiteenzetting 08.20 uur: opstapplaats Kruibeke (afrit 16) door Kolonel SBH b.d. Dasseville en zijn echtgenote over hun 10.00 uur: aankomst te Leopoldsburg belevenissen als militair attaché in de Democratische Repu- bliek Congo. Onkosten 11.45 uur: kransneerlegging aan het monument van de gesneu- Koffie en koeken, aperitief en feestmaaltijd: 28 € velden op het paradeplein Bus transport: 10 € per persoon 12.15 uur: aperitief in de Club Silberman Inschrijvingen: 13.15 uur: feestmaaltijd in Villa Astrid Door het verschuldigde bedrag te storten op ons rekeningnummer 735Menu 2233030-78, Verbroedering Bevrijding VZW, 3680 Maaseik, en dit ten laatste op 22 april 2014. Pangasius met gebakken rijst en brunoise groenten Gelieve deze datum te respecteren. Velouté van venkel Kalkoenmedaillon met cumberlandsaus Champions met fruitgarnituur Aardappelgratin Om het werk van de penningmeester te vergemakkelijken, wordt u gevraagd om de bedragen per afzonderlijke overschrijving te willen storten voor: Chocoladebavarois met bosvruchtencoulis de maaltijd met vermelding van het aantal personen Mokka Wijnen: Amelie en Fontareche. Water. de autobus met vermelding van de opstapplaats en het aantal personen Lidgeld 2014 Er zijn nog leden die niet in orde zijn met het lidgeld voor het nieuwe jaar,. Het lidgeld voor 2014, nog altijd 10 €, kan gestort worden op ons rekeningnummer 735-2233030-78 of IBAN BE69 7352 2330 3078, BIC KREDBEBB. Wil je af van dit jaarlijkse wederkerend karwei, wordt dan lid voor het leven. Onze Verbroedering telt reeds 26 leden die hiervoor gekozen hebben. Het lidgeld voor het leven bedraagt 125 €. Om de misverstanden van elk jaar te vermijden: indien je ook lid bent van de Vriendenkring Bevrijding/5Linie, bedraagt het lidgeld aan hen te betalen 2 € en het rekeningnummer is dan BE68 9792 4138 7434. Er is dus een verschil tussen de VERBROEDERING en de VRIENDENKRING, dit zijn twee verschillende verenigingen! Geplande activiteiten in 2014 06 mei Verbroederingsdag 14 september Plechtigheid te Rotselaar 04 september Plechtigheid te Molenbeek 21 tot 25 september Reis naar Normandië 10 september Plechtigheid te Maaseik 4 november Tweede ontmoetingsdag, bezoek aan Kazerne Dossin te Mechelen 11 september Plechtigheid te Thorn 7 november Graventocht Bde Piron Nieuwsbrief Jaargang 35 Nummer 2 Pagina 3 Senioren surfen mee op de golven van socio-economische onzekerheid Artikel ingezonden door Wilfried Heyvaert voorwoord De vergrijzingsexplosie raast als een sneltrein doorheen onze samenleving. De piek zal worden bereikt omstreeks 2040, nadien zal de vergrijzing zich min of meer stabiliseren. De demografische vooruitzichten wijzen op een aangroei van de bevolking tot ongeveer 11,5 miljoen in 2020, 12,5 miljoen in 2030 en 13,5 miljoen in 2060. De toename zal het hoogst zijn in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest met 35%, gevolgd door Wallonië met 25% en Vlaanderen met 23%. Bovendien wijzen de demografische vooruitzichten op een aanzienlijke veroudering van de bevolking, zijnde de leeftijdsgroepen die in aanmerking komen voor pensioen en gezondheidszorg. De grootste aangroei situeert zich in de periode 2020-2040. België telt actueel één 65 plusser per vier personen in de beroepsleeftijd tussen 25 tot 64 jaar. Tegen 2030 zal die verhouding ongeveer één op drie bedragen en tegen 2050 één op twee. Vooral Vlaanderen en de Duitstalige Gemeenschap zullen worden geconfronteerd met een significante vergrijzing. Eenzelfde tendens tekent zich af voor wat betreft het aantal hoogbejaarden, de 85 plussers. Koksijde bedraagt het aandeel 60 plussers in 2014 reeds 44%. De demografische vooruitzichten voorspellen een groei tot 50% in 2020, 58% in 2040 en zo´n 60% in 2060. Reeds in 2010 lag de gemiddelde leeftijd van de bevolking in Koksijde boven de 50 jaar. Dit is een aardverschuiving. Dit kiezerskorps zal bepalend zijn in de toekomst en in toenemende mate wegen op het beleid, zowel op regionaal als lokaal vlak. Het uittekenen van het ouderenbeleid, zowel op korte, middellange als lange termijn moet worden gezien tegen een achtergrond van financiële en economische onzekerheid. Economisch kruipen wij op het eerste gezicht geleidelijk uit het dal, maar België is een relatief kleine economie binnen het immense mondiale economische systeem. De binnenlandse markt is eerder klein en er moet dus worden gemikt op uitvoer. Dit maakt onze economie afhankelijk van de internationale conjunctuur en als dusdanig kwetsbaar voor crises. Op financieel vlak worden wij geconfronteerd met een torenhoge staatsschuld, het Dexiazwaard van Damocles boven ons hoofd en ondraaglijk hoge belastingen. Zelfs als de lucht iets of wat aan het uitklaren is, kan worden gesteld dat de financiële storm nog bijlange niet is overgewaaid. De noden voor de ouderen zullen in de toekomst aanzienlijk stijgen, terwijl de beroepsbevolking zal dalen en in correlatie daarmee de inkomsten. Er zal naar een rechtvaardig, betaalbaar sociaal model moeten worden gezocht, naar een maatschappij waar iedereen zijn plaats heeft, op een decente manier kan leven en waar geen plaats is voor excessieve ongelijkheid. Falen is de deur open zetten voor chaos, voor De vergrijzingsproblematiek zal de komende jaren een substantieel onrust. Politici zullen moeten leren de schaarste te beheren en niet impact hebben op het politieke beleid, vergrijzingsproblematiek die langer de overvloed die op krediet werd gekocht. moet worden ingebed in een globale maatschappelijke visie. Een waaier van politieke keuzes dienen te worden gemaakt, gaande van sociale Deze studie is geen wetenschappebijstand, over gezondheidszorg, gezin, werkgelegenheid, financiën, lijk of literair werk, maar een pragimmigratie, wonen, mobiliteit enz. De uitdagingen inzake vergrijzing matische en “illustratieve” denkoereiken verder dan wat morrelen aan de pensioenen of aan de ouderenfening met als doel de vergrijzorg. De aangroei van het aantal zorgbehoevende ouderen zal wegen zingsproblematiek te plaatsen in op het collectieve solidariteitssysteem. Een slinkende beroepsbevoleen globaal maatschappelijk kader. king zal de sociale uitkeringen moeten financieren voor een stijgend Vele vragen moeten op een ondubaantal niet-actieven. De specifieke behoeften van senioren zullen in belzinnige manier worden beantheel wat domeinen aanpassingen vergen: mobiliteit, huisvesting, rustwoord. Welke zijn de omgevingshuizen, thuiszorg enz. Door de fasering van de evolutie van de vergrijfactoren die een invloed hebben op zing zal tot 2030 de grootste uitdaging de financiering zijn van de het uittekenen van een ouderenbepensioenen van de naoorlogse babyboomgeneratie. Op langere termijn, leid, welke zijn de problemen tot 2060, zal de grote stijging van het aantal hoogbejaarden aanleiding gelieerd aan het ouder worden, wat geven tot een forse toename van het aantal personen met een beperkte zijn de mogelijke oplossingen, wat zelfredzaamheid. Deze fenomenen zullen uitgesprokener zijn in Vlaanzijn de politieke verantwoordelijkheden enz. Wij moeten durven de deren en het Duitstalige landsgedeelte, dan in de rest van België. problemen bij naam te noemen. Wij mogen ons niet laten leiden door De verschillende politieke niveaus zijn uiteraard betrokken bij de aan- pessimisme, maar evenmin door misplaatst optimisme. Het enige alterpak van de vergrijzingsproblematiek, maar de lokale besturen zijn en natief is om op een objectieve manier de maatschappelijke evolutie en blijven het belangrijkste niveau. Zij staan het dichtst bij de bevolking noden te onderkennen en de maatregelen te nemen die zich opdringen, en kunnen het best oordelen over de noden die de vergrijzing met zich dit volgens een prioriteitsorde in overeenstemming met de financiële meebrengt en over de prioritaire maatregelen die moeten worden geno- draagkracht. Het is een moeilijke denkoefening met verschillende men. Het lokale beleid moet focussen op een versteviging van het actoren. Op regionaal vlak is er een minister voor de jeugd, waarom sociale weefsel, het aanpakken van het huisvestings- en mobiliteitspro- niet voor senioren? Ook op lokaal vlak moet er een overkoepelende bleem, het aanbieden van een waaier van sociale diensten en verzor- verantwoordelijkheid zijn. Coördinatie zal de sleutel zijn voor succes gingsinstellingen, de strijd tegen armoede en vereenzaming, met andere woorden de mogelijkheid bieden aan onze senioren om te genieten Omgevingsfactoren voor uittekenen van een decente, gelukkige oude dag. ouderenbeleid Een belangrijk fenomeen is de electorale impact van de ouderen, impact dat op sommige plaatsen zal evolueren naar een meerderheid. Het percentage kiezers ouder dan 65 jaar zal nationaal evolueren van 22,3% in 2010 naar meer dan 32% in 2040. Rekening houdend met de SOCIo-ECONOMISCHE CRISIS problematisch voor meest sterk uiteenlopende demografische evolutie zal dit aandeel in bepaalde kwetsbare bevolkingsgroepen arrondissementen en gemeenten veel hoger liggen, tot boven de 40%. De prognose voor het aantal 60 plussers in de regio Veurne-Diksmuide loopt op tot 35% in 2020 en 43% in 2040. In een kustgemeente als Onze maatschappij beleeft een keerpunt op socio-economisch vlak. De Nieuwsbrief Jaargang 35 Nummer 2 Pagina 4 gouden jaren zijn definitief voorbij. Gouden jaren waar het geld binnen stroomde en vaak op een ondoorzichtige en onverantwoorde manier door ramen en deuren werd gegooid. Politici wiens lange termijnvisie niet verder reikte dan de lopende legislatuur wilden, om hun eigen carrière veilig te stellen, hun achterban wat extra snoepgoed aanbieden. Mede door de complexe staatsstructuur en de veelheid aan diametraal tegenover elkaar staande politieke partijen en ideeën, was het geen sinecure om iedereen tevreden te stellen en een deel van de koek aan te reiken. Dit fenomeen, verweven in onze traditionele wafelijzerpolitiek, heeft geleid tot een enorme staatsschuld en een ondraaglijke belastingdruk, waardoor wij vandaag pal met de wind op kop rijden. Drukkingsgroepen, die in hetzelfde bedje ziek zijn, focussen zich in hun egoïstische denk- en leefwereld enkel op vandaag en verliezen hierdoor de toekomst uit het oog. Met alle consequenties van dien voor de komende generaties, voor onze kinderen en kleinkinderen, die het slachtoffer zullen zijn van de hebzucht van de naoorlogse babyboom generatie. Maar ook de gewone man in de straat draagt een verschroeiende verantwoordelijkheid. “ The sky was the limit”. Alles moest wijken voor het ongebreidelde materialisme. Het resultaat van dit egoïstische consumptiestreven is ons ondertussen genoegzaam bekend. Het openbarsten van de financiële zeepbel heeft iedereen met beide voeten terug op de grond gekatapulteerd. Het geld dat voordien met bakken werd uitgegeven, komen wij nu te kort om te voldoen aan de welzijnsbehoeften van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, waaronder de ouderenzorg. Het zijn uiteraard niet alleen de ouderen die in troebel water zijn terechtgekomen. Alle geledingen van de maatschappij lijden onder de financiële malaise. Het is een multidisciplinair probleem, dat zorgvuldig en op een pragmatische manier moet worden geanalyseerd en tot werkbare actiepunten leiden, actiepunten die nadien volgens bepaalde criteria en prioriteiten worden geïmplementeerd. Dit proces is slechts mogelijk wanneer wordt gewerkt volgens de meest elementaire managementprincipes: vooruitzien-organiseren-leidencoördineren en controleren. Gezien het multidisciplinaire karakter speelt coördinatie een primordiale rol en hier wringt vaak het schoentje. Iedereen wil zelf scoren en gunt de andere partij vaak het licht niet in de ogen. Zolang deze bekrompenheid niet kan worden overstegen en het gemeenschappelijke belang geen prioriteit krijgt op het eigenbelang, is het moeilijk om een succesvolle politiek te voeren. Het is niet alleen het federale niveau dat met de vinger moet worden gewezen, ook het Vlaamse niveau moet onverwijld een tandje bijsteken. Wij moeten opletten dat wij in Vlaanderen niet achteruit bollen door ons te veel te wentelen in zelfgenoegzaamheid, een soort misplaatste euforie van wat wij zelf doen, doen wij beter. Zo veel beter doen wij het niet op dit ogenblik, integendeel. Onze regio behoort wel nog, dank zij de successen uit het verleden, tot de “staart” van het Europese koppeloton, maar is in een slipstream van stagnatie terechtgekomen en stagnatie leidt onherroepelijk tot achteruitgang. Wij moeten een inspanning doen om uit die slipstream weg te komen en vooral extra op de pedalen duwen om terug aansluiting te krijgen bij de absolute top. Het probleem van de politiek is niet dat wij niet beschikken over bekwame mensen, integendeel. Het probleem is dat door de verschillende partijbelangen, de verschillende partijvisies, een democratische consensus moet worden uitgewerkt om elke achterban een beetje tevreden te stellen. Een dergelijke politiek leidt zelden tot dwingende, doortastende maatregelen, maar meestal tot een flauw afkooksel, waar elke politieke partij weliswaar een klein beetje wint, maar de gemeenschap in haar totaliteit ter plaatse blijft trappelen. Wanneer wij afdalen naar de lagere regionen, naar gemeente of zelfs adviesraden zoals de seniorenadviesraad, moeten wij uiterst voorzichtig zijn om niet in dezelfde fouten te vervallen. Politieke partijen zijn gecreëerd om het algemene welzijn van alle burgers te ondersteunen, boven alle partijpolitieke gekissebis heen. Adviesraden moeten in dezelfde context het algemene welzijn van hun doelgroep behartigen. De grote uitdaging voor alle actoren is om de stijgende levensverwachtingen uit te bouwen met slinkende financiële middelen. Dit zal van iedereen inzet, efficiëntie en creativiteit vragen. Er is nog veel werk aan de winkel, zowel in België, in Vlaanderen als in de verschillende steden en gemeenten. Eén van de grote problemen waarmee wij vandaag worden geconfronteerd is de groeiende ongelijkheid in onze maatschappij. ONGELIJKHEID VORMT GROOT MAATSCHAPPELIJK RISICO Ongelijkheid is de kortste weg naar revolutie De rijkste 85 miljardairs op deze planeet hebben een gezamenlijk vermogen van 1.250 miljard euro. Dit is evenveel als de armste helft van de wereldbevolking, een leger van 3,5 miljard mannen en vrouwen. Het rijkste procent van de wereldbevolking heeft 46% van het wereldvermogen in handen. Voor zover een klein artikel in De Standaard van dinsdag 21 januari 2014. Artikel dat niet alleen de wenkbrauwen doet fronsen, maar een gevoel van opstandigheid teweeg brengt. Een gevoel van wanneer gaat de politiek nu eindelijk haar verantwoordelijkheid nemen en paal en perk stellen aan deze mistoestanden of wanneer gaat de “massa” dit onrecht niet langer pikken en het recht in eigen handen nemen? Het is onmogelijk om op een eerlijke manier zo een rijkdom bijeen te harken. De groeiende ongelijkheid is trouwens één van de grootste risicofactoren in de wereld. Dit staat in het Global Risk Report 2014, een publicatie van het Wereld Economisch Forum (WEF) in Davos. Alhoewel onze politici zich hard op de borst slaan en triomfantelijk uitschreeuwen dat België de crisis zeer goed heeft aangepakt en de armoede en werkloosheid binnen aanvaardbare limieten hebben gehouden, is ook hier enige bescheidenheid en realisme op zijn plaats. Het is een feit dat de groeiende kloof tussen arm en rijk in ons land minder uitgesproken is dan in bepaalde andere landen, maar ook bij ons worden de rijken rijker en de armen armer. Een dergelijke evolutie bedreigt de sociale en politieke stabiliteit en de economische ontwikkeling. Door de crisis is de middenklasse gekrompen, terwijl de globalisering heeft gezorgd voor scherpere inkomenscontrasten. De wedden van CEO´s zijn buitenproportioneel t.o.v. de wedden van gewone arbeiders en bedienden. Hoe lang zullen werknemers en bedienden nog aanvaarden dat een CEO miljoenen euro´s verdient en terzelfdertijd duizenden mensen worden ontslagen of niet vervangen en hun wedde niet mee evolueert met de stijgende levensduurte. De maatschappelijke kritiek bij de loondiscussies in Belgacom en BPost was terecht. Het is hallucinant dat een CEO 2,5 miljoen euro verdient per jaar, terwijl vele mensen het moeten rooien met een wedde van pakweg 35.000 euro per jaar, dus 70 maal minder. Zelfs het argument van een loodzware verantwoordelijkheid kan nooit een rechtvaardig criterium zijn voor een dergelijk loonverschil. Het is begrijpelijk dat er een maatschappelijke afkeer bestaat tegenover de exuberante lonen van topmanagers, maar het is onbegrijpelijk Nieuwsbrief Jaargang 35 Nummer 2 Pagina 5 dat er zeer weinig kritiek komt op de waanzinnige inkomens van topsporters, zij het tennissers, golfers of voetballers. Sommige topvoetballers verdienen meer dan 30 miljoen euro per jaar. Dit betekent 2,5 miljoen euro per maand, 600.000 euro per week of zo´n 125.000 euro per dag. De gemiddelde werknemer moet 3,5 jaar werken voor wat deze heren op 1 dag binnenrijven. Sportatleten, van gelijk welke discipline, verdienen ons aller respect voor hun opofferingen en prestaties, maar het populaire voetbalbalspel is op “topniveau” verworden tot een platte commercie, een witwasmachine van dubieus geld. Geld dat beter zou worden geïnvesteerd in armoedebestrijding, onderwijs, ouderenzorg, kinderopvang, medische onderzoeken en andere relevante maatschappelijke noden. Dit is immoreel, pure waanzin, dit is een maatschappelijk onrecht, vooral als men de vergelijking doortrekt naar het pensioen dat onze senioren ontvangen. Vele van deze mensen moeten rondkomen met amper een goede duizend euro per maand, onvoldoende zelfs om de onkosten van een woonzorgcentrum te betalen. Dit na een leven van werken en wroeten. Een ander probleem dat grote risico´s inhoudt is de problematiek van de werkloosheid. De generatie die zich nu aanbiedt voor het arbeidscircuit, wordt geconfronteerd met een hoge werkloosheid en onzekere werkomstandigheden. Hierdoor wordt het opbouwen van een toekomst problematischer, wat uiteraard het risico op sociale onrust aanzienlijk verhoogt. Volgens de Wereldbank heeft ongeveer een kwart van de jongeren in de wereld geen productieve baan. Het gaat om zowat 300 miljoen mensen. Daarnaast zijn er nog ongeveer 300 miljoen jongeren actief in laag betaalde baantjes. Elk jaar komen er 120 miljoen jongeren bij op de arbeidsmarkt, de meesten in de ontwikkelingslanden. Niet alleen de ontwikkelingslanden hebben problemen, ook in de eurozone heeft bijna een kwart van alle min 25 jarigen, omgerekend 3,7 miljoen jongeren, geen job. Ook België scoort marginaal inzake jeugdwerkloosheid, die 19,8 procent bedraagt. Dit is weliswaar beter dan in de Zuid-Europese landen, maar slechter dan het Europese gemiddelde van 18,9 procent. Deze cijfers zijn vooral te wijten aan de zeer hoge jeugdwerkloosheid in Wallonië en in Brussel, respectievelijk 29,6 en 35 procent. Ook in Vlaanderen moeten wij niet euforisch doen met een jeugdwerkloosheid van 13,5 procent, beduidend meer dan de 11,4 procent in Duitsland en vooral de 7,3 procent in Nederland. Deze cijfergegevens betekenen meer dan een paar statistische gegevens. Zij betekenen vooral persoonlijke tragedies, met daaraan gekoppeld een toegenomen risico op sociale onrust en extremisme. In combinatie met de stijgende kosten voor levensonderhoud is dit een explosieve cocktail die op elk ogenblik en overal kan ontploffen. De combinatie van jeugdwerkloosheid, waardoor jonge mensen hun houvast, hun toekomstperspectief verliezen en opstandig worden, gekoppeld aan de inkrimping van de middenklasse en de vergrijzing van onze maatschappij, waardoor wij afstevenen op 1 gepensioneerde per 2 werkenden, kan ook België in zwaar onweer doen terecht komen. Als er geen structurele maatregelen worden genomen, als wij verder doen alsof de financiële en economische crisis is overgewaaid, zijn sociale onrust en politieke instabiliteit ook in ons land niet uit te sluiten. De financiële zeepbel van weleer schuift stilaan op richting economische zeepbel. Korte termijnvisies en misplaatste “good news shows” moeten worden vervangen door een eerlijk, kordaat en realistisch beleid op korte, middellange en lange termijn, wars van alle politieke spelletjes. Indien wij deze boot missen kan worden gevreesd voor een verschrompeling van onze levensstandaard, met een significante verhoging van de armoede tot gevolg. Niet alleen de meest kwetsbare groepen, zoals de ouderen, zullen hieronder lijden, vooral de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen wordt ernstig gehypothekeerd. Sociale onrust/sociale Revolutie Sociale ongelijkheid en uitbuiting zijn door de eeuwen heen een smet geweest op het blazoen van het establishment. Sociale onrust en socia- le revolutie zijn geen nieuwe fenomenen, maar gaan terug tot de periode vóór Christus, ten tijde van de Romeinen. Deze periode werd gekenmerkt door grote sociale onrust, ten gevolge van de jammerlijke economische toestand die indertijd in Italië heerste. Het grootste gedeelte van de “lagere bevolkingsklassen” leefde in erbarmelijke omstandigheden, in de aller diepste ellende. De socio-economische verbeteringen, die de leiders van de “volkspartij” langs legale weg hadden willen introduceren, werden telkens getorpedeerd door de eendrachtige tegenstand van de “bezittende klasse”. Dit systeem van maatschappelijke onrecht heeft de eeuwen getrotseerd en manifesteert zich tot de dag van vandaag, alhoewel er sedert de 19 e eeuw wel een kentering op gang is gekomen, vooral in onze Westerse wereld. Hierdoor is het onderscheid tussen arm en rijk, in ons deel van de wereld, minder uitgesproken dan in bepaalde andere landen en/of continenten. Dit is echter geen reden om vreugdevuren aan te steken, integendeel. De weg naar sociale gelijkheid is, ook in ons land, nog mijlen verwijderd van de eindstreep en ligt bezaaid met allerlei obstakels. De economische en financiële problemen zijn nog niet uit de gevarenzone en blijven als een zwaard van Damocles boven onze Europese hoofden zweven. Door de economische crisis leven miljoenen Europeanen in onzekerheid. Ze zijn onzeker over wat de toekomst brengt. Dit leidt tot traumatische toestanden, wanhoop en depressies. In vergelijking met 2009 staan nu meer mensen in de rij voor voedselbedelingen, kunnen meer mensen hun medicijnen niet betalen en hebben meer mensen geen toegang tot de gezondheidszorg. Miljoenen zijn werkloos en heel wat mensen die wel nog werk hebben kunnen hun gezin niet fatsoenlijk onderhouden door ontoereikende lonen en gestegen consumptieprijzen. Ook in ons land moeten duizenden mensen met een job bijkomende steun vragen aan de OCMW om de eindjes aan mekaar te knopen. De massale werkloosheid, vooral bij jongeren, heeft ertoe geleid dat 120 miljoen Europeanen onder de armoedegrens leven Ook mensen uit de middenklasse zijn in de armoede beland. Daarnaast stelt zich het probleem van de toenemende illegale immigratie, met toenemende vreemdelingenhaat in de gastlanden tot gevolg. De crisis leidt niet alleen tot persoonlijke tragedies, maar verhoogt aanzienlijk het risico op sociale onrust, extremisme en politieke instabiliteit. Samen met de gestegen kosten voor levensonderhoud is dit een zeer explosieve cocktail. De langetermijngevolgen van deze crisis moeten zich nog manifesteren. De problemen zullen decennialang voelbaar zijn, zelfs indien de economie zich herstelt in de nabije toekomst. De toekomst van Europa is onzekerder dan ze ooit was na de tweede wereldoorlog. De plaats van België in deze ganse problematiek moet in een Europese, zelfs ruimere context worden gezien. Wij zijn geen eiland in deze geglobaliseerde wereld, wij zijn een onderdeel van een groter geheel. Ondanks de positieve praatjes van onze politici, dat wij het beter doen dan de ons omringende landen, zullen wij alles uit de kast moeten halen om de rol niet te lossen en ons te kunnen handhaven in het Europese peloton. Een schuldenberg van bijna 100% van het BBP en de financiële Dexia strop rond onze nek nopen tot bescheidenheid, efficiëntie, pragmatisme en een lange termijnvisie, gedragen door alle politieke partijen. Laat dit laatste nu net het grote probleem zijn in ons versnipperd politieke landschap. Falen is geen optie en zou ongetwijfeld leiden tot sociale onrust of misschien erger. Wij mogen niet vergeten dat de aanleiding van de revoluties in Tunesië en Egypte grotendeels socio-economisch gemotiveerd waren. Werkloosheid, armoede, voedseltekorten en een gebrek aan toekomstperspectief waren de druppel die de emmer deed overlopen. De onlusten in Brazilië, nochtans één van de economische groeilanden, zijn een aanklacht tegen de armoede en de sociale ongelijkheid, waar fortuinen worden verspild aan de organisatie van het wereldkampioenschap voetbal in 2014 en ondertussen miljoenen mensen in erbarmelijke omstandigheden Nieuwsbrief Jaargang 35 Nummer 2 Pagina 6 moeten leven in de troosteloze favela´s. Ook de oorlog in het voormalige Joegoslavië had een socioeconomisch tintje (er waren uiteraard nog andere oorzaken). Op het einde van de jaren tachtig was het sociale klimaat er zeer explosief. De sociale malaise leidde ertoe dat een nieuw gevoel van veiligheid werd gezocht binnen de eigen etnisch-nationale gemeenschap. Het rijkere Slovenië en Kroatië waren niet langer geneigd hun kapitaal richting het armere zuiden te versluizen en zochten hun heil in onafhankelijkheid. Het resultaat was een burgeroorlog, die alle deelrepublieken meesleepte in collectieve waanzin en acht jaar zou duren. De gevolgen voor de bevolking waren dramatisch. Bosnië-Herzegovina werd begin februari 2014 geconfronteerd met hevige rellen o.a. in de steden Sarajevo, Tuzla en Mostar. Een woedende menigte heeft regeringsgebouwen vernield en in brand gestoken Het waren de hevigste rellen sinds het einde van de burgeroorlog in 1995. De rellen waren niet etnisch gerelateerd, maar een uitbarsting van woede over de hoge werkloosheid en het gebrek aan daadkracht of bekwaamheid van de regering om daar verbetering in te brengen. Ongeveer 40% van de Bosniërs zijn werkloos. zijn om mensen, en vooral de zwakkeren, die hun hele leven hebben gewerkt en bijgedragen aan de huidige levensstandaard, in de kou te laten staan, aan hun lot over te laten. Er is nog zeer veel werk aan de winkel, niet alleen voor de politiek. De ganse maatschappij draagt een grote verantwoordelijkheid, ook wij. Problemen gelieerd aan vergrijzing armoede Vlaanderen behoort tot de rijkste regio´s van de wereld. Dit plaatje klopt echter slechts voor een deel van de bevolking, niet voor iedereen. Ongeveer 1 op 10 Vlamingen is arm en voor de ouderen loopt dit op tot 1 op 5, 20%.!!! Ongeveer 215.000 vijfenzestig plussers hebben een inkomen dat onder de armoedegrens ligt. Voor Brussel en Wallonië zijn de cijfers nog hallucinanter. Er zijn nog tal van andere voorbeelden van socio-economische kruitvaten, zelfs in de Europese Unie, denken wij maar aan Griekenland. Ook de start van de onlusten in Oekraïne zijn gelieerd aan armoede, corruptie en de graaicultuur van de elite. De wereldwijde politieke en sociale onrust is een kruitvat dat ook in Europa kan ontploffen. België staat zeker niet op de eerste rij voor het uitbreken van dergelijke chaotische toestanden, maar denken dat zoiets bij ons niet kan gebeuren is gevaarlijk en opportunistisch. Geen enkele Joegoslaaf dacht in 1990, één jaar vóór het uitbreken van de oorlog, dat een dergelijke barbarij bij hen zou uitbreken en toch is het gebeurd. Zoals we weigeren onze ogen te sluiten voor mensonterend geweld, zo mogen we onze ogen niet sluiten voor mensonterende armoede. Het leven van deze mensen wordt sterk gemarginaliseerd door deze onrechtvaardige situatie. Wie verstrengeld geraakt in de kringloop van het armoedecircuit wordt niet alleen geconfronteerd met financiële problemen, maar verliest voeling met het maatschappelijke leven, verliest zijn waardigheid en zelfrespect. Mensen in armoede hebben vaker een slechtere gezondheid, leven in slechtere woningen, voelen De dramatische gebeurtenissen in Oekraïne zijn een les voor al zich vaker eenzaam dan anderen, nemen minder deel aan het vereniwie de verworvenheden van meer dan een halve eeuw Europese gingsleven en aan vrijetijdsactiviteiten als sport en cultuur. integratie vanzelfsprekend en onaantastbaar acht, voor al wie denkt dat vrede en voorspoed voor eeuwig gemeengoed zijn. Europa heeft een nieuwe politieke en socio-economische dynamiek nodig, een globale aanpak van de problemen en geen optelsom van 28 afzonderlijke baronieën. persoonlijke reflectie De financiële crisis die in 2008 ons maatschappelijk systeem op de rand van het failliet heeft gebracht, zindert nog altijd na. Deze crisis zal nog vele jaren aanslepen en een groot impact hebben op ons samenlevingsmodel. De schaarsere budgetten zullen oordeelkundig moeten worden aangewend om tegemoet te komen aan de stijgende maatschappelijke noden. Dit zal van iedereen, niet alleen van de politici, een pragmatische, efficiënte en creatieve aanpak vergen. Eén van Deze mensen leven op de rand van de vergeetput. de grote problemen die op ons afkomt is de vergrijzing. Een vergrijzing die zich zal nestelen in het globale kader van maatschappelijke evoluties, noden en problemen, zoals hierboven beschreven. Een vergrijzing met, voor vele senioren, kans op inhumane nevenaspecten als armoede en vereenzaming, op hun beurt voedingsbodem voor andere risico´s zoals ondervoeding, slechte huisvesting, gezondheidsproblemen, culturele duisternis enz. Aspecten die een decente oude dag, waar elke oudere recht op heeft, onmogelijk maken. Het zou immoreel Nieuwsbrief Jaargang 35 Nummer 2 Pagina 7 ZELFSTANDIGEN: Brutobedragen gewaarborgd minimumpensioen voor zelfstandigen bij volledige loopbaan sedert 1 september 2013 gezinspensioen per maand per jaar 1.403,73 € 16.844,72 € pensioen alleenstaande of overlevingspensioen 1.060,94 € 12.731,29 € INKOMENSGARANTIE VOOR OUDEREN (IGO) Brutobedragen inkomensgarantie voor ouderen sedert 1 september 2013. Bijstandsregeling die de overheid verstrekt aan ouderen die de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar bereikt hebben en die door Enkele cijfergegevens betreffende de armoede voor België in zijn totaliteit De armoedegrens in België bedraagt zo´n 1.000 euro per maand voor een alleenstaande en 2.100 euro voor een huishouden van twee volwassenen en twee kinderen. -15,3 % van de Belgische bevolking leeft onder deze armoedegrens. -het armoederisico bij jongeren jonger dan 15 jaar loopt op tot 18,5 %. -38,5 % van de eenoudergezinnen leeft onder deze armoedegrens. -20,2 % van de ouderen (65+) leeft onder de armoedegrens. -het armoederisico voor laaggeschoolden is 25,4 %. -37,8 % van de werklozen leeft onder de armoedegrens. -4,2 % van de werkenden lopen het risico onder deze armoedegrens te zakken (vooral bij jongeren en eenoudergezinnen). PENSIOENen omstandigheden geen of geen voldoende loopbaan hebben kunnen opbouwen. per maand per jaar (1) Gehuwde of samenwonende 674,46 € 8.093,52 € alleenstaande 1.011,70 € 12.140,40 € LEEFLOON Nettobedragen van kracht sedert 1 september 2013 per maand per jaar Cat. 1: samenwonende per soon 544,91 € 6.538,91 € Cat. 2: alleenstaande per soon 817,36 € 9.808,37 € 1.089,82 € 13.077,84 € Cat. 3: per soon die samenwoont met De voornaamste oorzaak voor armoede bij ouderen is het kleine pensioen dat deze mensen ontvangen. Pensioenen in België behoren tot de laagste van Europa. Werknemers op rust houden gemiddeld netto 66 % over van hun laatste loon. Meestal is dit zelfs een stuk lager, waaarbij de berekeningen werd uitgegaan van een mannelijke werknemer die met pensioen gaat op 65-jarige leeftijd en 40 jaar voltijds heeft gewerkt. Dat is in ons land eerder de uitzondering dan de regel. Bijliggend enkele cijfergegevens. een gezin te zijnen laste Vooral alleenstaande oudere vrouwen, 25%, tegenover 17,5% bij de mannen, lopen kans om binnen te duiken in een wereld van armoede en miserie.. Deze cijfergegevens bewijzen dat het grootste gedeelte van de senioren ondergewaardeerd wordt voor de bijdrage die zij hebben geleverd aan de opbouw, de levensstandaard van het land. Het is onmogelijk om met een dergelijk bescheiden pensioen een decente oude dag te slijten. Ook de vooruitzichten zijn niet bijster hoopgevend. De politici zijn in het verleden vergeten om in de toekomst te kijken, begaan als MINIMUMPENSIOENEN zij waren om “in real time” snoepjes uit te delen, zodat hun volgende WERKNEMERS: Brutobedragen gewaar- verkiezing niet in het gedrang zou komen. Initiatieven als het zilverfonds zijn een doekje voor het bloeden, in feite een lege doos. Wij borgd minimumpensioen van werknemers voor zullen dit gebrek aan politieke visie dubbel en dik betalen, ondanks de bescheiden pogingen die op dit ogenblik worden ondernomen om de een volledige loopbaan sedert 1 september 2013 toekomst enigszins beheersbaar te maken. Ons sociale systeem dreigt onbetaalbaar te worden. Er zal een grondige analyse moeten worden per maand per jaar Rustpensioen: gezinsbedrag 1.403,73 € 16.844,72 € Rustpensioen: bedrag alleenstaande 1.123,34 € 13.480,03 € Overlevingspensioen 1.105,67 € 13.268,09 € Nieuwsbrief Jaargang 35 Nummer 2 Pagina 8 gemaakt om precies te bepalen welke mensen in aanmerking komen voor welke steun. Er zal moeten worden geraakt aan heilige huisjes, om zij die het echt nodig hebben een correcte uitkering te kunnen geven. Wat de pensioenen betreft is de veiligste oplossing naar de toekomst toe het wettelijke pensioen aan te vullen met een aanvullend pensioen, dat wordt opgebouwd terwijl men werkt, en het pensioensparen, waar iedereen naar eigen vermogen zelf bepaalt welk bedrag hij wil opzij zetten voor de oude dag. Eerlijkheidshalve dient gezegd dat ambtenarenpensioenen niet in eenzelfde context mogen worden gezien, maar men spreekt hier over een relatief beperkt deel van de bevolking. Ook het pensioen van zelfstandigen moet uit een ander perspectief worden bekeken. Grote zelfstandigen hebben vaak een aardig kapitaal opgebouwd tijdens hun actieve loopbaan en kunnen de herfst van hun leven op een royale manier doorbrengen. Het zijn vooral de arbeidersklasse en de kleine zelfstandigen die het financieel moeilijk hebben en dit manifesteert zich in verschillende neveneffecten. In de volgende Nieuwsbrief zullen de neveneffecten van armoede en de neveneffecten van ouder worden aan bod komen Wilfried Heyvaert Uit de oude doos Foto’s ingezonden door Didier Dufrasne. Foto’s LINKS: 1956 in Kamp Vogelsang met Lt Dufrasne Foto BOVEN: 1957 met 2de van LINKS Lt Jean-Marie Dudrasne en 3de van LINKS Olt Lucas Foto’s ingezonden door Herman Van Meir Foto LINKS: 1966, van LINKS naar RECHTS: KRO Vanderlinden, KRO Herman Van Meir, KRO Schoeters, en Kapitein Roes Foto RECHTS: 1966 zelfde personen met LINKS Dokter Catry Nieuwsbrief Jaargang 35 Nummer 2 Pagina 9 Focus op Kolonel Stafbrevethouder b.d De Vleeschouwer Oud-korpscommandant van het Bataljon Bevrijding Hij start zijn militaire carrière op 16 augustus 1960 in de Koninklijke Cadettenschool van Lier waar hij de afdeling Latijn-Wiskunde volgt. In 1963 wordt hij toegelaten tot de Koninklijke Militaire School (KMS) en wordt ingelijfd met de 103de Promotie Alle Wapens. verhuis te eindigen met dit Hoofdkwartier in Evere. Op 01 oktober 1999 verlaat hij de actieve dienst maar gaat nog twee jaar verder in de Reserve als Tweede Commandant van de Provincie Oost-Vlaanderen. Van 15 december 1999 tot 19 mei 2000 vinden we hem terug in SaraOp 26 december 1965 wordt hij aange- jevo (Bosnië – Herzegovina) waar hij in het HK SFOR de “Diensten steld tot onderluitenant. toegevoegd aan de Staf Chef” leidde. Hij verlaat in januari 1968 de KMS nadat hij gekozen had voor de infanterie Kol SBH De Vleeschouwer heeft twee dochters, vier kleindochters en en meer bepaald voor het Bataljon Betwee kleinzonen. vrijding. Na de cursus in de Infanterie School voegt hij zich in 1968 bij het Bataljon Bevrijding in SIEGEN en wordt pelotonscommandant fuseliers in de C Compagnie. Na enkele maanden wordt hij dan verkenner. Als luitenant wordt hij 2de Commandant en Compagniecommandant in de B Compagnie. In het vooruitzicht van de cursus kandidaat majoor wordt hij dan eerst S2 en later Adjunct S3 bij Majoor Vanslembrouck. Na de tweede cyclus in het Koninklijk Hoger Instituut van Defensie (KHID) vinden we hem terug in de Staf Landmacht op de dienst GSPR – Infra en later, gedurende 5 jaar in de Sectie G3 van de Staf 1 (BE) Corps in Weiden. Van daaruit vertrekt hij naar de 3de cyclus in het KHID en wordt Stafbrevethouder. Vanuit Brussel gaat hij naar Verviers en wordt er G2 in de Staf 1 Divisie. Later volgt hij André Van Dierendont op als G3 en in 1989 als Korps Commandant van het Bataljon Bevrijding. Hij wordt bevorderd tot Kolonel en keert terug naar het KHID als professor Defensieproblemen en Internationaal Recht in Gewapende conflicten. Twee jaar later vinden we hem terug als “Chief Current Operations” in de Staf van het NAVO Hoofdkwartier van LANDCENT in Heidelberg. Weer twee jaar later keert hij terug naar België om G3 te worden van het Intermachten Territoriaal Commando (ITC) in Tervuren om na de Groepsfoto van de effectieve leden van de statutaire vergadering van 13 maart 2014 te Leopoldsburg Nieuwsbrief Jaargang 35 Nummer 2 Pagina 10 Even voorstellen Majoor b.d. Luc SMET Toekomstig nieuwe voorzitter van onze Verbroedering Na het verblijf in het bataljon werd hij in 1998 aangeduid voor de staf Luc Smet is geboren in Wille- Landmacht sectie Logistiek, waar hij bureelchef werd in het bureel broek op 2 maart 1957 en infanterie, bureel verantwoordelijk voor al het infanteriematerieel. woont te LEOPOLDSBURG. In 2002 gedurende de reorganisatie, waar hij afgevaardigde was van de Hij is gehuwd met Karina Staf Landmacht sectie Logistiek, werd hij aangeduid voor het DirectoHollants en is vader van drie raat Generaal Material Resources (DGMR) als bureelchef van alle kinderen Tom, Marc en Ruby infanteriemateriaal. en grootvader van Alycia. Na zijn studies en opleiding begon hij als pelotonscommandant in het Achtste Linie bataljon, anti-tankbataljon van de Eerste Brigade. Hij vervulde er meerdere functies, pelotonscommandant MILAN, JPK en Tankjagers. Hij beëindigde zijn carrière in het Achtste Linie als personeelsofficier (S1). In November 2002 vertrok hij naar UNTSO (United Nations Truce Supervision Organisation) als UNMO (United Nations Military Observer) waar hij werd aangeduid voor OGL (Observer Group Lebanon). Na een verblijf in een waarnemersteam (Team ZULU op OPHIN) werd hij aangeduid als DCOGL (Deputy Chief OGL) voor een periode van negen maand. In december 2003 werd hij aangeduid voor het Directoraat Generaal Human Resources (DGHR) als directeur van het bureel Reglementering in de sectie beleidsvoorbereiding. In oktober 2004 werd hij aangeduid als tweede commandant van het In 1986 muteerde hij naar het bataljon Bevrijding-5Linie, functie die hij vervulde tot november Bataljon Bevrijding waar hij de functies pelotonscommandant MILAN 2007. Tijdens deze periode nam hij deel aan de operatie KFOR (Kosovo Force) missie (BELKOS 25) als Senior National Representaen officier Maintenance uitoefende. tive (SNR) met als functie Officier operaties in het Bureel Operaties van het Franse bataljon waarvan de Belgische compagnie deel uitNa het overlijden van zijn echtgenote in 1987 muteerde hij in 1988 maakte, in de Multi National Task Force North in Mitrovica. naar de Mobilisatie Kern 21. Hier was hij Tweede commandant van Depot 21 en Tweede commandant en in cumul Officier Personeel (S1) In januari 2008 ging hij over naar de landcomponent als officier vervan de Staf van de Mobilisatiekern. antwoordelijk voor de evaluaties, zowel de logistieke als de operationele. In 1991 keerde hij terug naar het Bataljon Bevrijding waar hij Officier Logistiek (S4) werd, in deze functie nam hij deel met het Tweede Belgische Bataljon (BELBAT 2) aan de operatie UNPROFOR in Oost In november 2008 werd hij aangeduid als defensie attaché op de Belgische ambassade in Beiroet (Libanon), functie die hij na een korte opSlavonie van september 1992 tot maart 1993. leiding bekleedde van februari 2009 tot augustus 2012. Aansluitend werd hij adjunct officier operaties (AS3) en officier operaties (S3), functie die hij vervulde nadat hij voor de cursus kandidaat Na zijn terugkeer was hij in afwachting van zijn op ruststelling op 1 april 2013 tewerkgesteld binnen ACOS IS in het bureel Midden Oosmajoor (van september 1994 tot juni 1995) was geslaagd. ten. Groepsfoto genomen tijdens de ontmoetingsdag van 25 februari 2014 te Leopoldsburg Nieuwsbrief Jaargang 35 Nummer 2 Pagina 11 Even voorstellen Ere-Luitenantkolonel Willy De Greeve Toekomstig nieuwe secretaris van onze Verbroedering 01/07/1980: mutatie naar St en Cie HK/1PsInfBde Juli 1980 - Augustus 1983: Cie Comd Cie HK 1 PsInfBde 16/08/1983: mutatie naar 8 Li Augustus 1983 – Augustus 1985: Comd Cie Msl 8Li Augustus 1985 – Januari 1986: S1/8Li 28/01/1986: mutatie naar Bn Bevrijding bij ontbinding/ herstructurering van 8Li Januari 1986 – Augustus 1986: Cie Comd Sp Cie (heroprichting in kader van de herstructurering van de Ps Inf Bn) September 1986 – Juni 1987: Cursus “kandidaat Majoor” aan het KHID Privé: Willy DE GREEVE Geboren te Hasselt op 11/05/50 Gehuwd sinds 05/04/1972 met Martens, Anne-Marie Wonende te 3500 Hasselt, Bosstraat 94 Vader van 2 dochters, grootvader van 3 kleinkinderen Burger studies: 1956 – 1962: Lager onderwijs aan het Koninklijk Atheneum te Hasselt 1962 – 1968: Humaniora (Latijn-Grieks) aan het Koninklijk Atheneum te Hasselt 1968 – 1969: Bijzonder Wiskundige Afdeling – Sint Jan Berghmans College te Antwerpen Militaire studies en vorming 1969 – 1973: basisvorming Militaire vorming 6 maanden in de Infanterieschool te Arlon Stage als OOffr in Bn Bevrijding Voorbereidingsschool tot de graad van Onderluitenant (EPSL) Militaire vorming tot PlComd /PsInf in de Infanterieschool te Arlon Cursus hulpmonitor LOS in het KMILO te Eupen 1976: Cursus Onderrichter MILAN en KNAG 1977: Cursus NBC Def Officier in de Genieschool te Jambes 1982: Cursus Cie Comd in de Infanterieschool te Arlon 1983: Cursus Staftechniek aan het KHID 1986 (Sep) – 1987 (Juni): Cursus Kandidaat Majoor 1991 – 1995: informatiecursussen m.b.t. het politioneel werk. Mijn militaire loopbaan 01/12/1969: in dienst van het Belgisch Leger als Kandidaat Beroepsofficier (Examen “A) 01/06/1970 – 23 oktober 1970 : Sgt KBO in de C Cie van het Bn Bevrijding (stage van 5 maanden) Oktober 1973: toegekomen als OLt in Bn Bevrijding te Leopoldsburg Oktober 1973 – september 1976: Pl Comd en 2Comd Cie in de A Cie September 1976 – oktober 1978: Comd Pl Maint en 2 Comd Staf Cie Oktober 1978 – Augustus (01 augustus) 1980: Cie Comd A Cie 29/06/1987: mutatie naar 1 Cy Juli 1987 – Mei 1988 : S3 Mei 1988 – Maart 1989: S3 en 2Comd Bn 18/03/1989: mutatie naar de Staf BS 28 Maart 1989 – 23 Februari 1996: Korps Comd 4 Cie MP te Evere Gedurende die periode: Februari 1993 – April 1993 : ECMM Monitor in Ex- Joegoslavië 02 November 1994 - 12 April 1995: Comd van het BE/NL Detachement “International Police Monitors” – Operatie “Columbus” binnen de US Operatie “Uphold Democracy - Haïti” 23/02/1989: overgegaan naar de St/ITC 05 Maart 1996 – 09 September 1996: UN Provost Marshal UNTAES 1 in Ex-Joegoslavië 20/09/1996: mutatie van St ITC naar de St Gpg Lt Avn 05 Oktober 1996 – 09 Juni 1998: Korps Comd Staf en Cie HK/ Gpg Lt Avn 09/06/1998: mutatie naar HQ AFCENT – later HQ/AFNORTH 09 Juni 1998 – 30 Oktober 2002: Offr Support Plans and Training/ Exercice Fund Manager ASG 05/11/2002: mutatie naar Distributiecentrum Atritie reserve in Zutendaal 30 Oktober 2002 – 30 Juni 2005: Offr Adjunct/Administratie, Logistiek en Infrastructuur 01/07/2005: met pensioen en op 01/08/2005 opgenomen in het Reservekader bij ACOS/Strat 5 opdrachten (3 maanden) uitgevoerd als (BE)Liaisonofficier ISAF bij het Einsatzfűhrungskommando der Bundeswehr in Potsdam (DBR) 01/07/2010: ontslagen uit het Reservekader en met definitief verlof Nieuwsbrief Jaargang 35 Nummer 2 Pagina 12 Samenstelling van het Bestuur Voorzitter Wilfried Heyvaert Telefoon: 058.518408 E-mail: [email protected] Bestuurslid Sylvain Weuts Telefoon: 011.344756 E-mail: [email protected] Ondervoorzitter Julien Saenen Telefoon: 011.344817 E-mail: [email protected] Bestuurslid Secretaris Bob Antheunis Telefoon: 011.551104 E-mail: [email protected] Bestuurslid Penningmeester, webmaster, redactie Jos Van Erum Telefoon: 0479.800348 E-mail: [email protected] Vaandeldrager Gaston Cannaerts Telefoon: 011.343107 Feestcommissaris Herman Dillen Telefoon: 011.343931 E-mail: [email protected] Reservevaandeldrager Mon Zmyslony Telefoon: 011.401590 E-mail: [email protected] Luc Smet Telefoon: 0498.045954 E-mail: Wim De Greeve Telefoon: 0485.280983 E-mail: [email protected] Lidgelden Secretariaat Jaarlijkse bijdrage: minimum 10 € Lidgeld voor het leven: 125 € Te storten op rekening BE69 7352 2330 3078 Bob Antheunis Klachtloopstraat 30 3920 Lommel BIC KREDBEBB
© Copyright 2024 ExpyDoc