Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van het subacromiaal pijnsyndroom (SAPS) 2012 dr. Carel Bron, manueel fysiotherapeut praktijk voor nek-, schouder- en armklachten, Groningen Scientific Institute for Quality of Healthcare, UMC Radboud, Nijmegen Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van het subacromiaal pijnsyndroom (SAPS) 2012 • Nederlandse Orthopedische Vereniging, Prof. dr. R.L. Diercks, dr. O. Dorrestijn, dr. W.J. Willems • Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, dr. C. Bron • Nederlands Huisartsen Genootschap, dr. J.C. Winters • Nederlandse Vereniging voor Radiologie, dr. H.J. van der Woude • Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen, dr. C. Meskers, drs. T.J.W. de Ruiter • Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfskunde, drs. R.J. Naber ! MET ONDERSTEUNING VAN van de Orde van Medisch Specialisten Interview o t u A n A r t s e 13 09/20 Hoogleraar interstitiële longgeneeskunde Marjolein Drent (57), tegenwoordig ook verbonden aan Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede, doet de dingen anders dan onder veel collega’s gebruikelijk is. Zo geeft zij een geheel eigen invulling aan het fenomeen professionele distantie. Drent: “Ik heb geleerd dat het niet goed is om uitsluitend de richtlijnen te volgen.” “ Anders? Ik zou bijna zeggen: hoezo anders? Wat mij betreft is het heel gewoon. Maar het klopt wel een beetje; ik pak de dingen enigszins anders aan dan veel artsen. Niet beter of slechter, maar wel wat afwijkend. Zo bel ik bijvoorbeeld gerust voor een patiënt naar een zorgverzekeraar. Bijvoorbeeld als een bepaald geneesmiddel (waar de patiënt baat bij heeft) niet wordt vergoed. ‘Bent u van het louter naleven van de regels?’, vraag ik dan aan de medisch adviseur aan de andere kant van de lijn. ‘Zo ja, dan hoeven we niet verder te praten. Zo nee, dan wil ik u een voorstel doen.’ Ik vind dat ik als arts ten minste iets meer moet doen dan alleen een recept voorschrijven voor een middel dat wel vergoed wordt. Patiënten zijn vaak erg blij met de manier waarop ik ze bejegen, maar van collega’s heb ik in het verleden ook behoorlijk veel kritiek gehad. Niet op mijn medisch-inhoudelijk functioneren, maar wel op de manier waarop ik betrokken ben bij patiënten. Voorheen gaf ik ze ‘Een arts mo ook zelf nad Mijn ervaring is dat men dat alleen maar doet als de nood echt heel hoog is en op zo’n moment kan het me niets schelen. Ik word vrijwel nooit gestoord door patiënten. Alleen al het idee dat ze me kunnen bereiken, is kennelijk genoeg. Ik zie vooral chronisch zieke patiënten met vaak ingewikkelde en ernstige ziektebeelden. Die mensen zijn zonder uitzondering bezorgd. Als ze naar mij worden doorverwezen, hebben ze vaak vooral veel vragen. Ik neem dan ook uitgebreid de tijd voor ze. Want het is mijn stellige overtuiging dat goed luisteren helpt om tot de juiste diagnose te komen. En het helpt ook om te beslissen welke onderzoeken je wilt laten doen. Ik investeer dus veel tijd en energie in het begin van de werkrelatie met de patiënt, maar die investering betaalt zichzelf terug in het overslaan van onnodige onderzoeken en minder belasting voor de patiënt. De kosten van zorg zijn ook onze verantwoordelijkheid. Ik weet zeker dat die in de tweede lijn naar beneden kunnen, als de medisch specialisten allemaal veel meer tijd zouden nemen voor de intake. Hier in Ede staat men open voor allerlei e-health toepassingen. Ze vragen van iedere patiënt bijvoorbeeld ook het e-mailadres. Ik vind het heerlijk om in zo’n vooruitstrevende organisatie te werken. Het kan me niet schelen of een consult via Skype wel of niet wordt vergoed. en richtlijnen. Ik heb gelee nodig is uitsluitend de rich gen. Als het om een mense om de kwaliteit daarvan, m ook zelf nadenken. Ik zal een voorbeeld geve van nog geen 40 jaar – moe kinderen – stond op de wac een longtransplantatie. Ze stig ziek en kon op een bep helemaal niets meer. Op ee ik gebeld door een collega u ‘Aan stu bejegening was een long beschikbaar, z de patiënt te bereiken, maa telefoon niet op. Ik had 20 m regelen dat deze patiënt als zen naar Leuven, anders gi long naar iemand anders. I kon dus eigenlijk niet weg, ik toch gedaan. Op de verpl heb ik geregeld dat een ver die toevallig bij de patiënt i woonde, bij haar zou gaan k wist zeker dat ze thuis zou vrouw was totaal bedlegeri „Ik heb geleerd dat het niet goed is om uitsluitend de richtlijnen te volgen" Interview Hoogleraar interstitiële longgeneeskunde Marjolein Drent (57), tegenwoordig ook verbonden aan Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede, doet de dingen anders dan onder veel collega’s gebruikelijk is. Zo geeft zij een geheel eigen invulling aan het fenomeen professionele distantie. Drent: “Ik heb geleerd dat het niet goed is om uitsluitend de richtlijnen te volgen.” “ Anders? Ik zou bijna zeggen: hoezo anders? Wat mij betreft is het heel gewoon. Maar het klopt wel een beetje; ik pak de dingen enigszins anders aan dan veel artsen. Niet beter of slechter, maar wel wat afwijkend. Zo bel ik bijvoorbeeld gerust voor een patiënt naar een zorgverzekeraar. Bijvoorbeeld als een bepaald geneesmiddel (waar de patiënt baat bij heeft) niet wordt vergoed. ‘Bent u van het louter naleven van de regels?’, vraag ik dan aan de medisch adviseur aan de andere kant van de lijn. ‘Zo ja, dan hoeven we niet verder te praten. Zo nee, dan wil ik u een voorstel doen.’ Ik vind dat ik als arts ten minste iets meer moet doen dan alleen een recept voorschrijven voor een middel dat wel vergoed wordt. Patiënten zijn vaak erg blij met de manier waarop ik ze bejegen, maar van collega’s heb ik in het verleden ook behoorlijk veel kritiek gehad. Niet op mijn medisch-inhoudelijk functioneren, maar wel op de manier waarop ik betrokken ben bij patiënten. Voorheen gaf ik ze mijn telefoonnummer bijvoorbeeld. Dat hoeft tegenwoordig niet meer, want nu hebben we e-mail. Maar dat betekent dus dat patiënten mij kunnen bereiken op momenten waarop ik niet aan het werk ben. Dat vinden veel artsen te ver gaan, want dan kan de patiënt je storen in privétijd. 036 september 2013 ArtsenAuto ‘Een art ook zelf Mijn ervaring is dat men dat alleen maar doet als de nood echt heel hoog is en op zo’n moment kan het me niets schelen. Ik word vrijwel nooit gestoord door patiënten. Alleen al het idee dat ze me kunnen bereiken, is kennelijk genoeg. Ik zie vooral chronisch zieke patiënten met vaak ingewikkelde en ernstige ziektebeelden. Die mensen zijn zonder uitzondering bezorgd. Als ze naar mij worden doorverwezen, hebben ze vaak vooral veel vragen. Ik neem dan ook uitgebreid de tijd voor ze. Want het is mijn stellige overtuiging dat goed luisteren helpt om tot de juiste diagnose te komen. En het helpt ook om te beslissen welke onderzoeken je wilt laten doen. Ik investeer dus veel tijd en energie in het begin van de werkrelatie met de patiënt, maar die investering betaalt zichzelf terug in het overslaan van onnodige onderzoeken en minder belasting voor de patiënt. De kosten van zorg zijn ook onze verantwoordelijkheid. Ik weet zeker dat die in de tweede lijn naar beneden kunnen, als de medisch specialisten allemaal veel meer tijd zouden nemen voor de intake. Hier in Ede staat men open voor allerlei e-health toepassingen. Ze vragen van iedere patiënt bijvoorbeeld ook het e-mailadres. Ik vind het heerlijk om in zo’n vooruitstrevende organisatie te werken. Het kan me niet schelen of een consult via Skype wel of niet wordt vergoed. Ik laat toch geen ernstig verzwakte patiënten het hele land door reizen, als ze alleen maar een vraag hebben die hun eigen dokter even niet kan beantwoorden? Skypen, bellen, mailen; ik deed het allemaal allang. Het mag of mocht niet, maar als de nood aan de man is, ga ik me niet opwinden over regels, vergoedingen richt·lijn (v(m); meervoud: richtlijnen) aan or o v g n i z wij g a r d e g n e g l o te v David Sackett Best Available! Evidence Individual ! Clinical Expertise Evidence-! based ! clinical ! practice Patients’ Values & Expectations Charles S. Neer, II, MD (1917–2011) The treatment of the impingement is to remove the anterior edge and undersurface of the anterior part of the acromion with the attached coraco-acromial ligament. Anastasios Papadonikolakis, MD, Mark McKenna, MD, Winston Warme, MD, Brook I. Martin, PhD, MPH, and Frederick A. Matsen III, MD “We$are$not$the$first$to$suggest$a$revision$of$the$historical$approach$ to$the$rotator$cuff$disorders$previously$included$under$the$term$ impingement$syndrome$and$the$use$of$acromioplasty$to$treat$it.” Het profiel van de patient Profiel van de patiënt 70% versus 30% 2011 2012 2013 30 22,5 15 7,5 0 <10 <30 <50 <70 <90 Profiel van deze patiënten 2011 2012 2013 30 66 jaar 22,5 15 42 jaar 7,5 0 <10 <30 <50 <70 <90 Prognose is slechter •> 3 maanden last (N1) Reilingh van Der Windt ! •bij slechter functie en meer pijn in het begin(lagere Constant-Murley score) (N3) ! •patiënten van middelbare leeftijd (45-54 jaar) (N1) ! •Psychosociale factoren lijken een rol te spelen bij chronische schouderklachten (N2) 49% 41% 50% 33% ½ jaar > 1 jaar AANBEVELING! ! Voorkom chroniciteit en houd rekening met de leeftijd van de patiënt Preventie •Voorkóm •hoge (psychosociale) werkdruk, •repeterende bewegingen, hoog trillingsniveau •veel of langdurig kracht leveren (N1) ! •Regelmatig sporten verlaagt het ziekteverzuim t.g.v. schouderklachten (N3) ! •Juiste techniek en uitvoering van belang bij bovenhandse sporters (geen wetenschappelijk bewijs voor, maar common sense) AANBEVELING: houd rekening met de arbeidsomstandigheden. ! Lichamelijk onderzoek dr. Richard Hawkins Lichamelijk onderzoek •De diagnose SAPS niet vast te stellen op basis van één enkele positieve fysisch diagnostische test (N1).! ! ! •Gebruik een combinatie van tests (N2)! ! •de passieve abductie en exorotatie te testen (DD: capsulitis adhaesiva)! ! • de palpatie van het AC gewricht op pijn (DD AC arthritis/arthrose)! ! Jobe Empty can test de combinatie Neer Hawkins-Kennedy lichamelijk onderzoek TEST Sens Spec Likelihood+ Likelihood - Neer sign/test 0.72 0.6 1.79 0.47 Hawkins-K. 0.80 0.56 1.84 0.35 Painful arc 0.53 0.76 2.25 0.62 Empty Can 0.74 0.30 1.05 0.86 Exorotatie R-test (pain) 0.33 0.90 3.3 0.74 De diagnose SAPS niet vast te stellen op basis van één enkele positieve fysisch diagnostische test. Hegedus. Br J Sports Med 2012;46:964–978. lichamelijk onderzoek combinatie van testen Test! combination Pathology Hawkins-Kennedy, Neer, Painful Arc, Empty Subacromial impingement Can, Resisted ER Age≥65 AND Weakness in ER (Infraspinatus Test) AND Night Pain Age>39, Painful Arc, Self-report of Popping or Clicking RC Tear Author Sens Spec LR + LR - ! 75 74 2.93 0.34 Litaker 49 95 9.84 0.54 ! 75 81 3.82, 0.32, 3 positive tests 38 99 32.20 0.63 Michener ≥ 3 positive tests Chew Supraspinatus Tendinopathy ≥ 2 positive tests; Combinations of Shoulder Physical Examination tests provide better accuracy, but marginally so. These findings seem to provide support for stressing a comprehensive clinical examination including history and physical examination. 1. Eric J Hegedus1, Adam P Goode2, Chad E Cook3, Lori Michener4, Cortney A Myer5, Daniel M Myer6,7, Alexis A Wright1 Br J Sports Med 2012;46:964-978 doi:10.1136/bjsports-2012-091066 lichamelijk onderzoek combinatie van testen Combinations of Shoulder Physical Examination tests provide better accuracy, but marginally so. These findings seem to provide support for stressing a comprehensive clinical examination including history and physical examination. 1. Eric J Hegedus1, Adam P Goode2, Chad E Cook3, Lori Michener4, Cortney A Myer5, Daniel M Myer6,7, Alexis A Wright1 Br J Sports Med 2012;46:964-978 doi:10.1136/bjsports-2012-091066 3 1 20 e t a d p U ! There is insufficient evidence… Br J Sports Med. 2013 Sep;47(14):886-92. doi: 10.1136/bjsports-2012-091573. Epub 2012 Oct 18. ! Diagnostic accuracy of scapular physical examination tests for shoulder disorders: a systematic review. Wright AA, Wassinger CA, Frank M, Michener LA, Hegedus EJ. test Sens spec LR+ LR- Scapular dyskinesis 0.24 0.71 0.83 1.07 Winging scapula 0.11 0.86 0.79 1.03 Tilting scapula 0.33 0.78 1.5 0.86 Conclusions Overall, no physical examination test of the scapula was found to be useful in differentially diagnosing pathologies of the shoulder. Medische Beeldvorming Echografie is zeer geschikt voor het aan te tonen van fullthickness rupturen (N1) en tendinopathie, bursitis, bicepspeesscheuren en tendinitis calcarea (N2) Echografie is zeer geschikt voor het aan te tonen van fullthickness rupturen (N1) en tendinopathie, bursitis, bicepspeesscheuren en tendinitis calcarea (N2) Abnormal findings on MRI of asymptomatic shoulders Sher et al, J.BONE JOINT SURG[AM] 1995;77:10-15 full thickness 15% partial thickness 20% geen ruptuur 65% ! No statistical significant difference ! between male and female ! between dominant and non-dominant 80 ! no relation to exertional activities ! Lineair relation to age 70% versus 30% 70 ! 55 34 18 0 5 5 30-39 11 11 40-49 15 5 10 0 50-59 60-69 leeftijd 15 0 70-79 0 0 80-99 stage I stage II stage III Prevalence and risk factors of a rotator cuff tear in the general population Yamamoto et al. J. Shoulder Elbow Surgery 2010 ruptuur 50 50 45,8 37,5 25 25,6 12,5 0 12,8 0 2,5 20s 30s 6,7 40s 50s 60s 70s 80s Long-term follow-up of cases of rotator cuff tear treated conservatively. Kijima et al. J Shoulder Elbow Surg 2012. n= 43 shoulders pain during ADL 12% In cases of rotator cuff tears treated conservatively, at 13 years after diagnosis, about 90% of patients had no or only slight pain and about 70% had no disturbance in activities of daily life. However, the younger patients tended to have more significant pain or disorder in daily life more than 10 years after diagnosis. no pain 41% slight pain 13% Slight pain during manual work 34% Shoulder Pain and Disability: Comparison with MR Findings. Krief and Huguef. ARJ 2006 CONCLUSION: ! No statistical relationship was found between the level of pain and disability and the size and location of full-thickness tears of the rotator cuff (n=1079). Meetinstrumenten Visuele inschatting van de ROM hooguit voldoende adequaat voor links-rechts verschillen(N2). smartphone www.amazon.com Het gebruik van een goniometer (of inclinometer) kan de betrouwbaarheid van de metingen vergroten;! het is eenvoudig in het gebruik en goedkoop in de aanschaf (N2). ! ! Wanneer het echter om herhaalde metingen gaat is het raadzaam deze door dezelfde persoon te laten! uitvoeren, gezien de lage inter-beoordelaar betrouwbaarheid (N2). ICC kleinst detecteerbaar verschil Isokinetisch 0,69 - 0,92 21 - 43% twijfelachtig Isometrisch 0,81 - 0,87 ??? valide voor spierkrachtmetingen www.schoudernetwerk.nl ➠ therapeuten ➠ vragenlijsten De werkgroep adviseert minimaal één van de volgende meetinstrumenten te gebruiken voor evaluatie van behandeling van SAPS (N2/3): ! ! Disabilities of the Arm, Shoulder and Hand (DASH-DLV) ! (0=best; 100=slecht)! ! Dutch Oxford Shoulder Score (DOSS) ! ! ! ! ! ! (12=best; 60=slecht)! ! ! ! ! (dichotoom, 0= slecht; 12=best)! Shoulder Disability Questionnaire (SDQ-NL)!! ! ! ! (dichotoom, 0=best; 100=slecht) ! Dutch Simple Shoulder Test (DSST) !! ! ! Conservatieve Therapie Conservatieve Therapie • NSAID! • Injectietherapie! • Oefentherapie! • Mobilisatie/manipulatie! • Massage /Trigger point behandeling! • Laser! • Shockwave Therapie! • Immobilisatie! • Multidisciplinaire biopsychosociale revalidatie! Het voorschrijven van NSAIDs gedurende een of twee weken in de acute fase bij hevige pijn (N3). Ibuprofen Diclofenac Meloxicam Naproxen Aspirine De werkgroep adviseert injectie met corticosteroïden bij hevige pijn, met name in de eerste acht weken en niet als enige therapie (N1). Subacromial ultrasound guided or systemic steroid injection for rotator cuff disease: randomised double BMJ 2009 blind study Ekeberg et al. local injection unlikely more effective than systemic injection n = 106 local systemic SPADI (sd) SPADI (sd) baseline 53 (18) 51 (17) 2 weeks 32 (25) 28 (23) 6 weeks 29 (21) 32 (23) 2 1 0 2 g u A Het verbetert de precisie, ! maar niet de therapeutische effecten! voorlichting + relatieve rust geleidelijke opbouw v.d. oefentherapie! ! laag intensief/ hoog frequent! ! excentrisch binnen de pijngrens! ! stabilisatie van de scapula! ! training van de rotator cuff! ! ontspanning! ! juiste houding Progressive Resistance Training in Patients With Shoulder Impingement Syndrome: A Randomized Controlled Trial. Lombardi et al. Arthritis and Rheumatism 2008. control experimental VAS REST 4,4 3,3 2,2 1,1 0 baseline VAS Movement 8 6 4 2 0 baseline after 2 months control experimental DASH 2 50 37,5 25 12,5 0 baseline after 2 months after 2 months DASH 3 46 34,5 23 11,5 0 baseline after 2 months Role of physiotherapy in the treatment of subacromial impingement syndrome: a prospective study • baseline Victoria A. Dickens, James L. Williams, Manjit S. Bhamra after 6 months no surgery requred surgery required totaal physiotherapy 11 34 45 50 control 0 40 40 25 totaal 11 74 85 100 Constant-Murley 75 0 Physio + Home exercises Home exercises Effect of specific exercise strategy on need for surgery in patients with subacromial impingement syndrome: randomised controlled study Holmgren et al, BMJ 2012 What this study adds ! oefening 1 2 3 4 5 6 1-4 weken! a) This specific exercise strategy is effective in improving shoulder function and pain in patients with persistent subacromial impingement syndrome in whom earlier conservative treatment has failed. By extension, this could reduce the need for surgery within three months The standardised exercise protocol provides guidance about content, dose, and progression, which enables implementation into everyday practice 5-8 weken! b) 9-12 weken! 2 x daags [a,b] en 1 c) x daags 15 x [c]! [a,b 15en x c] 10 10 x [c] 15[a,b] x [a,b] x[c] 15 x [a,b] 10 x [c] van 10 naar 15 x [b], 10 tot x 45 3 x 30 seconden oefening 1-4 weken! a) 5-8 weken! b) 9-12 weken! c) 2 x daags [a,b] en 1 x daags [c]! 3 series 1 15 x [a,b en c] 2 15 x [a,b] 10 x [c] 3 15 x [a,b] 10 x[c] 4 15 x [a,b] 10 x [c] 5 van 10 naar 15 x [b], 10 x 6 3 x 30 tot 45 seconden Passieve gewrichtsmobilisaties bij SAPS worden niet geadviseerd. october 2011 | volume 41 | number 10 | journal of orthopaedic & sports physical therapy we cannot conclude that the combination of therapeutic exercise and joint mobilization is superior to therapeutic exercise alone for pain reduction Operatieve Therapie •na uitputtende conservatieve behandeling, valt subacromiale decompressie/ bursectomie) te overwegen. ! operatieve behandeling van symptomatische rotator cuff scheuren alleen bij relatief jonge en actieve patiënten. ! tendinosis calcarea? afwachtend/conservatief. Zelden is een chirurgische interventie geïndiceerd. • • Massage dan wel myofasciale triggerpoint behandeling lijkt van toegevoegde waarde bij het verminderen van pijn, verbeteren van de beweeglijkheid en daarmee het algeheel functioneren bij patiënten met chronische schouderpijn (N2). De relatief nieuwe techniek “dry-needling” kan wellicht ook gezien worden als myofasciale triggerpoint behandeling.! ! Hierover is nog geen goede literatuur voorhanden. Het gebruik van hoge energie ESWT valt te overwegen bij aangetoonde subacromiale kalkdeposities. SWT in de acute fase wordt ontraden (N1). Laserbehandeling lijkt effectiever dan placebo of ultrageluid behandeling in het verminderen van pijn na twee tot vier weken (N3). Behandeling van SAPS bij sporters beïnvloeding van de gehele keten (Kennedy et al 2009) Behandel:! ! 1. glenohumerale beperking! 2. spierbalans! 3. micro-instabiliteit ! Er is echter geen enkele studie gedaan naar de effecten van deze interventies op de klachten specifiek bij sporters. Strikte immobilisatie wordt afgeraden ! De werkgroep is van mening dat bewegen binnen de pijngrens gewenst is. Multidisciplinaire biopsychosociale revalidatie (MBR)! ! Een systematische review (n=2 onderzoeken) onderzocht het effect van MBR bij nek en schouderklachten in de arbeidspopulatie (Karjalainen et al., 2003). Geen verschil in effectiviteit (pijn, functioneren, in staat om te werken) tussen interventie- en controlebehandeling. Revalidatie in de tweede lijn kan overwogen worden bij chronische, therapieresistente SAPS en/of klachten bij patiënten met pijnonderhoudend gedrag. voorlichting uitleg geruststelling NSAID’s eerste 14 dagen subacromiale injectie maximaal eerste 8 weken scapula stabilisatie Samenvattend Oefentherapie excentrisch➠ concentrisch rotator cuff massage Oefentherapie EMG feedback triggerpoint behandeling TrP dry needling Shockwave alleen bij kalk en niet in de acute fase operatieve decompressie zelden of nooit Lichamelijk onderzoek Anamnese! +! uitgebreid lichamelijk onderzoek KNGF Evidence Statement Subacromiale klachten Methodisch handelen zonder verwijzing/ screening Rode vlaggen verwijzing • ernstige en/of persisterende klachten, dubbelzijdige schouderklachten, lichamelijke klachten elders, koorts, malaise of gewichtsverlies • heftige uitstralende pijn, tintelingen in arm of hand, samenhangend met nekbewegingen of verminderde kracht van arm- of handspieren • dyspneu, pijn op de borst (pneumonie, angina pectoris, acuut coronair syndroom) • gewrichtsklachten elders, reumatoïde artritis in de voorgeschiedenis, tekenen van synovitis, zoals warmte of koorts • klachten die niet passen bij de leeftijd, bijvoorbeeld bewegingsbeperkingen op jonge leeftijd Bron: NHG-Standaard Schouderklachten. (aanvullende) anamnese Beloop • herstel bij (algemene) schouderklachten - na 6 weken ~30% van de patiënten - na 6 maanden ~50% - na 12 maanden ~60% • beloop afhankelijk van de leeftijd van de patiënt en aard van het letsel (noot 1*) Ongunstige prognostische factoren • • • • • • • onderzoek geleidelijk ontstaan (noot 2) lange duur van de klachten (noot 2) ernstige pijn (noot 2) nekklachten (noot 3 en 4) aanleiding: (repeterende bewegingen in) werk/sport/ADL (noot 3 en 4) predisponerend voor instabiliteit (noot 5): armdominantie, werk/sport/ADL, kenmerken van hyperlaxiteit scapulothoracale disfunctie (noot 6) (zie onderzoek) Inspectie • pijnzone rond de schouder(top)/bovenarm • vorm / statiek / positie scapula onderzoek Inspectie • pijnzone rond de schouder(top)/bovenarm • vorm / statiek / positie scapula Actief onderzoek • cervicale wervelkolom / cervicothoracale overgang / thoracale wervelkolom • glenohumerale gewricht / scapulohumeraal ritme • scapulothoracale gewricht (disfunctie) (noot 6) Passief onderzoek • • • • X X cervicale wervelkolom / cervicothoracale overgang / thoracale wervelkolom glenohumeraal gewricht acromioclaviculaire, sternoclaviculaire en scapulothoracale gewricht spierlengtes Diagnosegroep 2 Diagnosegroep 3 schouderklachten mét passieve bewegingsbeperking, voornamelijk in exorotatie en/of abductie (noot 7) schouderklachten zónder passieve bewegingsbeperkingen en mét een pijnlijk traject in de abductie schouderklachten zónder passieve beperkingen en zónder pijn in abductietraject (noot 7) denk aan frozen shoulder of artrose van het glenohumerale gewricht Vermoeden van subacromiale klachten algemene impingement (noot 8): • Teken van Neer • Hawkins-Kennedy test integriteit van de structuur (noot 9): • Drop-arm test • Jobe-test * De noten zijn opgenomen in de volledige tekst van de Evidence Statement, zie www.kngfrichtlijnen.nl. V-22/2011 X Diagnosegroep 1 denk aan instabiliteit van het glenohumerale gewricht of stoornissen in het acromi0- of sternoclaviculaire gewricht X e d in E www.carelbron.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc