NUT EN NOODZAAK VAN EFRO IN

NUT EN NOODZAAK
VAN EFRO IN
NEDERLANDSE REGIO’S
NUT EN NOODZAAK
VAN EFRO IN
NEDERLANDSE REGIO’S
EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING
EFRO | PAGINA 1
NUT EN NOODZAAK VAN EFRO IN
NEDERLANDSE REGIO’S
De Europese structuurfondsen worden in Nederlandse
regio’s ingezet om de Europa2020-strategie tot stand te
brengen. Zij leveren een directe bijdrage aan slimme,
duurzame en inclusieve groei in Nederland en Europa.
In 2007 startte de huidige programmaperiode van het
Europese regionale beleid (2007-2013). Nederland
ontvangt voor de gehele periode 830 miljoen euro uit het
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).1 De
EFRO-middelen worden via vier landsdelige programma’s
ingezet (zie tabel 1). Bij de inzet van die EFRO-middelen
geldt de verplichting tot cofinanciering: voor iedere euro
uit het EFRO dient minimaal één nationale euro te worden
bijgelegd. Dit mag zowel publiek als privaat geld zijn.
In de praktijk blijkt dat deze cofinanciering door private
inbreng veel hoger uitpakt. Dit wordt het multipliereffect
genoemd. Iedere EFRO-euro uit Brussel levert gemiddeld
3 tot 4 euro aan cofinanciering op (eindrapportage EFRO
programma’s 2000-2006, ex-post evaluatie).
Hierdoor levert het EFRO-budget van 830 miljoen euro
een investeringsbudget op van meer dan 3 miljard
euro! Een onmisbaar budget voor de provincies en
steden in Nederland om de regionale economieën te
stimuleren in nauwe samenwerking met bedrijfsleven en
kennisinstellingen.
De hoeksteen van Europa2020 is innovatie en de uitbouw
van een Europese kenniseconomie. De huidige EFROprojecten zetten nadrukkelijk in om kennis en innovatie
te bevorderen. De vier landsdelen willen dit versterkt
doorzetten in de nieuwe programmaperiode. Met de inzet
van de EFRO-middelen worden
•
nieuwe concepten en nieuwe toepassingen
gelanceerd. Hierbij is specifieke aandacht voor de
lastig financierbare sprong van laboratorium naar
grootschalige markttoepassing;
•
verbindingen tussen clusters gelegd. De meeste
innovaties vinden op het snijvlak van thematische
clusters plaats;
•
kennisnetwerken opgezet;
•
en wordt de kennisinfrastructuur versterkt,
bijvoorbeeld met de aanleg van science parks.
Tabel 1: Bedragen EFRO voor Doelstelling Regionale
concurrentiekracht 2007-2013 per regionaal programma
(x 1.000 euro)
Programma
Noord
Oost
West
Zuid
Totaal
Bedrag
€ 169.400
€ 164.100
€ 310.600
€ 185.900
€ 830.000
Met de EFRO-gelden wordt een basis gelegd voor de
ontwikkeling van clusters op regionale schaal. Dit is
onmisbaar voor het MKB dat sterk regionaal georiënteerd
is. Deze clusters krijgen op die manier een springplank
om uit te groeien tot clusters van Europese importantie.
Hiermee worden bedrijven en onderzoeksinstellingen
versterkt, waardoor zij op termijn kunnen deelnemen
aan het Kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie
van de Europese Commissie (dit wordt in de volgende
programmaperiode Horizon2020 genoemd). Het moet
uiteindelijk leiden tot meer private investeringen in R&D,
dé grote uitdaging voor Nederland op het gebied van
innovatie op dit moment.
Met EFRO worden ook projecten gefinancierd die een
bijdrage leveren aan het bevorderen van de productie van
hernieuwbare energie (bijvoorbeeld getijdenenergie en
walstroom), een belangrijke opgave voor Nederland in het
kader van het Nationaal Hervormingsprogramma (NHP).
Met EFRO wordt daardoor directe uitvoering gegeven aan
het NHP en daarmee aan de Europese vereisten.
Hieronder staan een aantal voorbeeldprojecten
uit de huidige EFRO-programma’s per landsdeel.
Neem voor meer informatie contact op met de
desbetreffende managementautoriteit. Meer projecten
zijn terug te vinden op de speciale website met alle
structuurfondsenprojecten in Nederland:
http://www.europaomdehoek.nl.
1) In totaal ontvangt Nederland tussen 2007 en 2013 1,66 miljard euro uit de
structuurfondsen. Naast middelen uit EFRO, krijgt Nederland ook 830 miljoen
euro uit het Europees Sociaal Fonds (uitvoering via één nationaal programma).
EFRO | PAGINA 3
Regio West,
programma Kansen voor West
Van lab naar markt, voor een koolstofarme economie:
Bio-proces Pilot Facility (BPF)
Eén van de doelstellingen uit de Europa2020-strategie is
de overgang naar een Europese economie die voor haar
energiegebruik minder afhankelijk is van het gebruik
van fossiele brandstoffen. Deze overgang naar een ‘biobased economy’ staat nog in de kinderschoenen. De
stap van laboratoriumschaal naar industriële praktijk is
nu nog de bottleneck bij het omzetten van bio-based
reststromen (zoals landbouwafval) naar grondstoffen voor
bouwmaterialen, chemische en farmaceutische producten
en biobrandstoffen. Het Bio-proces Pilot Facility (BPF)
project is een met EFRO gebouwde proeffaciliteit in Delft.
Hierin kunnen bedrijven en kennisinstellingen testen of
hun ideeën ook op grotere schaal haalbaar zijn. Daarmee
wordt kennisvalorisatie mede met Europese middelen
gefaciliteerd. Opvallend hierbij is dat het private aandeel
in de kosten voor het project ruim 26 miljoen euro van de
totale kosten (41,5 miljoen euro) bedraagt.
Het BPF signaleert en lost problemen op die voor
toepassing op industriële schaal in kaart moeten worden
gebracht. De proeffaciliteit in Delft is wereldwijd de
eerste in haar soort. Zowel de schaalgrootte als het open
karakter maakt de faciliteit uniek. Nederland, en in het
bijzonder de Zuidvleugel van de Randstad, wordt hiermee
in Europa koploper in de ontwikkeling van de bio-based
economy.
Het BPF-project zal bestaan uit losse modules, zoals
een bio-raffinage sectie, een bio-chemicaliën pilot
installatie, geavanceerde bio-processen pilot installatie
en een scheidingstechnologie installatie. De gebruiker
stelt uit de beschikbare modules zelf het proces samen
dat getest zal worden. Hierdoor is de proeffaciliteit
flexibel en afgestemd op de meest uiteenlopende
bedrijfstakken, van klein naar groot, van chemische
industrie tot apparatenbouw. De faciliteit wordt ook
een expertisecentrum, waar studenten van MBO
tot universitair, onderzoekers en technologen de
mogelijkheid hebben om een opleiding of training te
volgen.
Wetenschap en bedrijfsleven realiseren samen een
internationale medische topvoorziening:
VU University Medical PET-MRI Center
Het VU Medisch Centrum is een universitair medisch
centrum met meer dan 7.000 medewerkers. Dit betekent
dat niet alleen patiëntenzorg een kerntaak is, maar
nadrukkelijk ook het verrichten van wetenschappelijk
onderzoek en het verzorgen van opleidingen.
Met de EFRO-investering wordt een zeer modern ‘imaging
center’ ingericht, waar alle beeldvormende technieken bij
elkaar gebracht worden. Ook wordt hiermee de PET-MRI
onderzoeksapparatuur aangeschaft. Een combinatie van
Positron Emission Tomography (moleculaire informatie)
en Magnetic Resonance Imaging (anatomische en
fysiologische informatie).
PAGINA 4 | EFRO
Op slechts enkele plaatsen in de wereld beschikt een
universitair medisch centrum over een vergelijkbaar
imaging center.
Het gebruik van PET-MRI kan een revolutie betekenen
op het gebied van imaging. Deze scanner maakt
geavanceerde beeldvorming mogelijk, die artsen en
wetenschappers helpt bij onderzoek naar nieuwe
diagnose- en behandelmethoden van kanker,
neurologische aandoeningen zoals Alzheimer en
cardiovasculaire aandoeningen.
Het project is een voorbeeld van de ontwikkeling van
een internationale medische topvoorziening die de
kennisinfrastructuur van het Medisch Centrum van de
VU versterkt. Hierdoor kunnen de VU en aangesloten
bedrijven participeren in nieuwe onderzoekconsortia
in het kader van het Europese Kaderprogramma voor
Onderzoek en Ontwikkeling (Horizon2020).
Via innovatie naar een koolstofarme economie:
Walstroom-projecten
In de provincies Noord- en Zuid-Holland worden
verschillende duurzaamheidsprojecten uitgevoerd
gericht op het terugdringen van de milieubelasting
in combinatie met innovatieve oplossingen voor
het opwekken van duurzame energie. Dit zijn twee
belangrijke doelstellingen uit de Europa2020-strategie.
Een goed voorbeeld daarvan zijn de Walstroom-projecten.
De toepassing van walstroom bij lig-, laad- en losplaatsen
van binnenvaartschepen in of bij binnensteden is een
maatregel voor een duurzame binnenvaartsector.
Schepen hoeven niet langer dieselgestookte
(luchtverontreiniging) generatoren te gebruiken om in
hun elektriciteitsbehoeften te voorzien. In plaats daarvan
kunnen schippers de stroom gebruiksvriendelijk en met
het juiste vermogen via een stekker van de wal krijgen.
Bij elkaar worden ruim 700 innovatieve
walstroomvoorzieningen geplaatst voor de binnenvaart.
Daarnaast worden meetsystemen ontwikkeld,
dienstverlening, service en onderhoud opgezet en een
uniform betalingssysteem tot stand gebracht. Zo krijgt
de binnenvaartsector te maken met een uniform netwerk
van stroomvoorziening.
Walstroom heeft op lange termijn direct effect op de
luchtkwaliteit. Ook heeft de walstroom een positief
effect op de geluidhinder, want dieselgeneratoren zijn
erg luidruchtig. Daarnaast draagt walstroom bij aan het
terugdringen van klimaatverandering, omdat er groene
stroom (duurzame energiebronnen) wordt geleverd. Ten
slotte is de uniforme manier van aansluiting en betaling
een goede basis voor het opzetten van een Europeesbreed netwerk van walstroom.
Regio Oost,
GO-EFRO-programma
Cross-overs tussen sectoren bevorderen: Food and
Cognition Modelsystems
Dankzij EFRO wordt kruisbestuiving gestimuleerd tussen
Topsectoren en zijn de afgelopen jaren dwarsbestanden
ontstaan tussen Food, Health en Techno Valley.
Projectpartners vergroten hiermee hun netwerk en dat
biedt kansen voor innovatie.
Sterke Gelderse bedrijven en kennisinstellingen bundelen
hun kennis en kunde in de regio op het gebied van
voedselinnovatie, brein en praktische ontwikkeling
van systemen om te werken aan een maatschappelijk
probleem. Ze ontwikkelen testsystemen die voorspellen
hoe voeding en brein elkaar kunnen beïnvloeden.
De onderzoekers kijken ook naar wat er in de hersenen
gebeurt bij het eten van voedsel. Welke ingrediënten
dragen bijvoorbeeld bij aan een prettige beleving
van het voedingsproduct. Een voorbeeld: geeft een
zoutarm product nog steeds eenzelfde voldoening of
ga je dan meer of anders eten ter compensatie? Met de
testresultaten kunnen bovendien voedingsingrediënten
of supplementen ontwikkeld worden die bijvoorbeeld
obesitas of ouderdomsaandoeningen zoals Parkinson
of Alzheimer mogelijk positief kunnen beïnvloeden of
mensen langer gezond en in goede (hersen-)conditie
kunnen houden.
Concurrentiekracht MKB vergroten: TIVO
EFRO is ook van belang voor concurrentiekracht van het
MKB te vergroten. De franchiseorganisatie van biologische
slagers ‘de Groene Weg’ heeft met EFRO-subsidie een
technologische en organisatorische infrastructuur
opgezet om de biologische herkomst van varkensvlees
volledig te kunnen traceren. De biologische varkensketen
kan hiermee meer garantie en transparantie aan de
consument geven over de herkomst en kwaliteit van
vlees. Dit sluit aan bij de maatschappelijke trend om
meer zichtbaar te krijgen wat je eet, daarin vertrouwen
te hebben en te voldoen aan de vraag naar eerlijke
(biologische) producten. De innovatie moet de
concurrentiekracht van de keten van (Oost-) Nederlands
biologisch varkensvlees verder versterken.
De infrastructuur bestaat uit de gezamenlijke inzet
van elektronische identificatie, DNA-profilering,
een geïntegreerd informatiesysteem en een
ketenorganisatiemodel. Enkele Gelderse bedrijven en
een kennisinstelling bundelen hun expertise om een
goed systeem te realiseren: Wageningen Universiteit en
Researchcentre, International Pig Genetics, NEDAP en De
Groene Weg BV.
De samenwerkende partners zijn Donders Center of
Cognitive Neuroscience (Radboud Universiteit), Humane
Voeding (Wageningen Universiteit), Packaging Design and
Management (Universiteit Twente), Noldus, NIZO Food
Research, H.J. Heinz en andere bedrijven.
Project Nirion
EFRO | PAGINA 5
Versterken innovatiekracht en concurrentiepositie MKB:
Nirion & NirionPlus
Het project Nirion is de ontwikkeling van een nieuw
meetinstrument, een soort minilaboratorium met
wegwerpchip waarmee een nierpatiënt zelf - met slechts
één druppel bloed - calcium, kalium, fosfaat en cretinine
in het bloed kan meten. NirionPlus is het vervolgproject
dat twee medische multi-lab-chips ontwikkelt en
klinisch test. Met deze chips kunnen in één handeling
meerdere stoffen worden gemeten in bloed en urine.
Het consortium bestaat uit Medimate BV, Micronit
Microfluidic BV, Hortec BV, UMC St. Radboud en KLC
Isala Klinieken. Aanvrager Medimate is eind 2011 een
strategische alliantie aangegaan met Achmea en Friesland
Zorgverzekeraars. Het project levert een belangrijke
bijdrage aan zorgpreventie en dus aan de vermindering
van zorgkosten. Bovendien creëert het een grotere
betrokkenheid bij patiënten doordat ze zelf hun waardes
kunnen meten.
NirionPlus draagt bij aan het versterken van de
innovatiekracht en concurrentiepositie van de
deelnemende MKB-bedrijven en de kennispositie van Isala
Klinieken en UMC St. Radboud. Het project sluit aan bij
de Europe 2020-strategie gericht op smart specialisation
en het landelijke Topsectorenbeleid rond Life Sciences/
Health en maakt deel uit van de Twente Innovatieroute.
Bovendien geeft het project invulling aan de Redmedtech
strategie. Dit is een samenwerking op het gebied van
medische technologie in Oost-Nederland met uitlopers
naar Limburg, Groningen en Münster. Deze strategie
wordt door Health Valley wordt gestimuleerd. Ook de
provincie Overijssel heeft zich in het kader van de OostNederlandse samenwerking hieraan verbonden.
PAGINA 6 | EFRO
Kennis-kunde-kassa (kennisvalorisatie):
Innovation 2 Industrialisation
(MKB-)bedrijven in de micro- en nanotechnologie krijgen
ondersteuning bij het toepasbaar maken van de door hen
ontwikkelde technologieën en het vermarkten daarvan.
De samenwerking biedt meerwaarde bij concrete
innovatieprojecten zoals te ontwikkelen microtechnische
medische instrumenten voor bloed- en vochtafname en
echografie. In vergelijking met bestaande instrumenten
zijn deze compacter, eenvoudiger te bedienen en te
onderhouden. Voor bepaalde onderzoeken hoeft de
patiënt niet meer naar het ziekenhuis, maar kan de
huisarts of in sommige gevallen de patiënt zelf de meting
uitvoeren. Dit vermindert zorgkosten, is minder belastend
voor de patiënt en levert tijdwinst op. De Radboud
Universiteit, Universiteit Twente en samenwerkende
Oost-Nederlandse bedrijven bundelen hun krachten in
dit project om de kennisinfrastructuur, innovatiekracht en
concurrentiepositie van deelnemende MKB-bedrijven in
Oost-Nederland te versterken. Hiermee worden minimaal
371 banen gecreëerd.
Dit project is het resultaat van een sterk
samenwerkingsverband tussen zowel Gelderse als
Overijsselse partners. Het legt een dwarsverband tussen
Health & Technology. Met het project wordt de collectieve
kennis van het micro- en nanocluster in Oost-Nederland
vergroot en bovendien gedeeld met nationale (zoals
ASML) en internationale contacten. Een voorbeeld
hiervan is een gezamenlijk platform voor bedrijven die
actief zijn in de branches medical systems, aerospace,
industry en automotive. Innovation 2 Industrialisation
geeft een impuls aan het profileren van Oost-Nederland
als internationale kennis- en expertiseregio voor microen nanotechnologie. Ook hier geldt dat regionale
(publieke) partners door het inbrengen van zowel kennis
als financiële middelen een belangrijke bijdrage aan de
totstandkoming hebben geleverd.
Regio Noord,
SNN
Bouwen aan kennisclusters: ERIBA
Eén van de pijlers onder het noordelijke ‘healthy ageing’cluster is ERIBA: het ‘European Research Institute on the
Biology of Ageing’.
ERIBA, is een excellent Europees onderzoeksinstituut,
waar topwetenschappers met hun onderzoeksgroepen
fundamenteel onderzoek doen naar het
verouderingsproces en ziekten die daarmee gepaard
gaan. Op het terrein van het UMCG wordt speciaal voor
dit instituut een nieuw gebouw neergezet, voorzien van
alle faciliteiten voor toponderzoek naar de biologie van
veroudering.
ERIBA bundelt in de toekomst 150 onderzoekers rond
10 onderzoeksgroepen van wereldfaam, op één locatie.
Door de fysieke bundeling wordt de uitwisseling
kennisintensiever en de kans op doorbraken groter.
ERIBA maakt gebruik van data uit LifeLines. LifeLines, de
andere pijler onder het ‘healthy ageing’-cluster, valideert
en bouwt voort op de theoretische doorbraken in ERIBA.
De totale investeringen voor de bouw van het instituut
ERIBA worden begroot op 24,7 miljoen euro. Voor de
financiering van deze 24,7 miljoen euro zijn EFRO en
Rijkscofinanciering ingezet: samen in totaal 7 miljoen
euro. De overige financiering wordt verzorgd door de
RuG, met 13,2 miljoen euro, de provincie Groningen met
2 miljoen euro en private partijen met in totaal circa 2,5
miljoen euro.
Project ERIBA
Cross-overs tussen sectoren bevorderen:
SAWA, Sensors and Water
SAWA is een noordelijk innovatieproject waarin
grotendeels noordelijke bedrijven en kennisinstellingen
geavanceerde sensoren ontwikkelen voor toepassingen
op het gebied van drinkwaterkwaliteit. Het project is
een initiatief van Waterlaboratorium Noord (WLN), N.V.
NOM, Waterbedrijf Groningen, Waterleidingmaatschappij
Drenthe en Sensor Universe.
De vijftien partners van SAWA brengen verschillende
kennis in. Bijvoorbeeld een werkende sensor die geschikt
gemaakt moet worden voor toepassing in drinkwater.
Andere partners hebben een meetprincipe waar een
sensor voor ontwikkeld moet worden. De waterbedrijven
weten welke informatie zij nodig hebben voor het
verbeteren van bestaande processen. Deze partijen
werken in SAWA samen aan onderzoek om te komen tot
een breed toepasbare sensor.
Sensoren kunnen de kwaliteit van het drinkwater realtime,
ter plekke en voortdurend meten en bewaken. Daardoor
kunnen drinkwaterproductie en -distributie worden
verbeterd. Hiermee neemt de kwaliteit en efficiëntie van
de drinkwatervoorziening toe.
Sensoren die drinkwaterkwaliteit in de volle breedte
kunnen meten, bestaan nog niet. De kennis om dit
te kunnen doen is wel grotendeels beschikbaar. Het
feitelijk ontwikkelen van een bruikbare sensor is
echter nog een enorme stap. In SAWA hebben sensor
ontwikkelbedrijven, waterbedrijven, kennisinstituten en
een onderwijsinstelling de krachten gebundeld om deze
stap te zetten.
EFRO | PAGINA 7
API Emmen
De chemische industrie in Drenthe heeft op het gebied
van toegepaste kunststofinnovaties een unieke positie
in Nederland en in Europa. Vooral op het gebied van
industriële garens en technische textiel. Veel op aardolie
gebaseerde grondstoffen uit de petrochemie worden
in de toekomst vervangen door biogrondstoffen. De
regionale agrosector speelt hierbij een rol. In Emmen
is begin 2009 een nieuwe kennis- en onderwijsfaciliteit
opgezet op het gebied van kunststoffen onder de naam
Applied Polymer Innovations Emmen (API Emmen). Het
moet leiden tot een nieuw kenniscluster vezelchemie dat
zorgt voor een versnelde vergroening en baanbrekende
innovatieve toepassingen in de chemie, waardoor
regionale innovaties en starters worden gestimuleerd
en aangejaagd. Er wordt samengewerkt met andere
toonaangevende Nederlandse bedrijven. API Emmen is
een van de initiatiefnemers van het kunststoffencentrum
aan de Kennis Campus Emmen van Stenden University en
ondersteunt dit centrum door studenten en postdocs te
begeleiden.
Ondervangen onrendabele top:
Ontwikkeling van Groen Gas in Noord Nederland
Een Groen Gas Hub is een efficiënt productiemodel
voor grootschalige groen gas-productie. Decentrale
producenten van biogas, zoals agrariërs, kunnen via een
(collectie)leiding gekoppeld worden aan een centrale
installatie waar ze hun eigen geproduceerde biogas
aanleveren. Daar wordt het biogas opgewaardeerd naar
aardgaskwaliteit (groen gas) en kan het worden ingevoed
in het aardgasnet. Dit kan het regionaal transportnet van
de Gasunie zijn, maar ook een lokaal distributienet.
Binnen API Emmen worden nieuwe hoogwaardige
biokunststoffen en vezels ontwikkeld op basis van
plantaardig materiaal, in plaats van de traditionele
aardolieproducten. De regionale agrosector zorgt voor
de aanvoer van de benodigde grond- en reststoffen, zoals
groenafval en slib.
De vraagstukken richten zich op vijf potentiële groen gas
hubs in Noord-Nederland:
•
Biogasleiding Noordoost Friesland (Essent, Enexis en
Stedin);
•
Locatie Oude Haske (Omrin);
•
Locatie Vierverlaten (Suikerunie);
•
Locatie Wijster (Attero);
•
Locatie Groningen (Vagron) (Attero).
Op dit moment worden vier projecten van API Emmen
ondersteund met EFRO-financiering:
•
Kunstgras
•
Rayon Like PET
•
Mooring Ropes
•
Coloured Safety Belt
PAGINA 8 | EFRO
Op dit moment wordt groen gas niet grootschalig
geproduceerd, omdat de kennis over de
economische, technische en energetische mogelijkheden
nog te beperkt is. De productie van groen gas kent een
grote onrendabele top, zowel aan de investerings- als aan
de exploitatiekant. In dit project worden onderzoeken
uitgevoerd om de vereiste kennis te krijgen die nodig
is om grote investeringen in groen gas-infrastructuur
mogelijk te maken.
Regio Zuid,
OP-Zuid
Versterken concurrentiekracht en innovatievermogen
MKB: Speciale subsidieregelingen voor MKB
Door het beschikbaar stellen van subsidieregelingen
speciaal voor het MKB heeft het OP-Zuid een
laagdrempelig karakter en is het rechtstreeks toegankelijk
voor het MKB, de belangrijkste motor van een
innovatieve en competitieve economie. Investering in het
concurrentievermogen van MKB’ers is van groot belang
voor het economische herstel. De subsidie vergoedt een
deel van risicovolle ontwikkelingsprojecten die gericht
zijn op een betere concurrentiepositie, versterking van
het innovatiepotentieel en een structurele toename van
de bedrijfsactiviteit. Met de projecten worden breed te
vermarkten producten en diensten beoogd, waardoor
extra werkgelegenheid in de regio ontstaat. De regelingen
stimuleren ook samenwerking met andere MKB-bedrijven,
kennisinstellingen en niet-MKB-bedrijven. Als een bedrijf
in samenwerking met één of meerdere partners een
dergelijk ontwikkelingsproject onderneemt, kan de
subsidie tot maximaal 50% van de totale projectkosten
worden toegekend, tot een maximum van 1.000.000
euro. Voor de uitvoering van de MKB-subsidieregelingen
wordt intensief samengewerkt met Syntens en de
regionale ontwikkelingsmaatschappijen (Industriebank
LIOF voor Limburg, Economische Impuls Zeeland voor
Zeeland, de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij voor
Noord-Brabant, REWIN voor West-Brabant en Brainport
Development specifiek voor de regio Eindhoven).
zijn werkgebied. De winst zit in belangrijke dingen: tijd,
spoorcapaciteit, veiligheid en geld.
Spoorbeheerders zijn enthousiast over de innovatie en de
toegevoegde waarde die het product biedt. In opdracht
van Prorail en Keyrail werken Dual Inventive en hun
partners aan omvangrijke pilotprojecten op Nederlandse
spoortrajecten. Daarbij gaat het niet alleen om de levering
van de kortsluitlans, maar om de totaalaanpak van
veiligheid, capaciteit en efficiency op het Nederlandse
spoor. Soortgelijke pilots zullen binnenkort ook in
Engeland en België opgestart worden met respectievelijk
Network Rail en Infrabel.
Project Energie uit getijdenstroming en golfslag
Werken aan meerdere maatschappelijke doelen:
Veiliger en efficiënter werken aan het spoor
Het Brabantse Dual Inventive is één van de MKB-bedrijven
die subsidie ontvangen hebben voor hun innovatieproject
op het gebied van veiligheid voor de baanwerker op het
spoor. Om hun nieuwste product te ontwikkelen, had het
team van Dual Inventive niet alleen partners nodig, maar
ook extra financiering. Met EFRO-subsidie konden ze aan
de slag.
De maatschappij vraagt om meer capaciteit op het spoor
en de NS geeft aan tot 2020 met 30% te willen groeien.
Een lastige opgave. De sporen zitten vol, er zijn meerdere
partijen actief op het railnetwerk en nu al komt het
reguliere onderhoud in de verdrukking. Om duurzaam
te groeien in de capaciteit, gaat het er om producten te
ontwikkelen die de groei duurzaam mogelijk maken en
dus op de lange termijn ook nog werken. Dual Inventive
ziet de mogelijke capaciteitsgroei vooral in de processen
rond het onderhoud aan het spoor. In 2010 vonden er
32.000 geplande onderhoudswerken aan het Nederlandse
spoor plaats – exclusief nieuwbouw en het verhelpen
van storingen. Dat onderhoud onttrekt capaciteit aan
het spoor. Dual Inventive optimaliseert de flexibiliteit
tussen benutting en onderhoud. Door de zelfregulerende
kortsluitlans, die ontwikkeld is met behulp van de
subsidie, is de veiligheid beter en sneller gewaarborgd
en worden al in het planproces de veiligheidsprocedures
uitvoeringsklaar gezet. Het systeem werkt zo dat de
baanwerker via een handheld zijn eigen veiligheid op
afstand activeert en met behulp van de zelfregulerende
kortsluitlans de treinen technisch toegang onthoudt tot
EFRO | PAGINA 9
Nieuwe duurzame energiebronnen:
Energie uit getijdenstroming en golfslag
Het opwekken van getijdenenergie in open water
staat wereldwijd nog in de kinderschoenen, omdat
het technisch gezien een lastige kwestie is. Er komen
namelijk enorme krachten bij vrij. Een groot voordeel
van getijdenenergie is echter de voorspelbaarheid van
de energieproductie, in tegenstelling tot windenergie
waarbij zich vaak situaties voordoen van overproductie of
stilstand.
In Zeeland is met behulp van EFRO-subsidie een tweetal
getijdeninstallaties gebouwd. Eerst is op de Westerschelde
een proefopstelling gebouwd waarmee zo’n 30 kW
elektriciteit werd opgewekt uit zowel getijdenstroming als
golfslag. De doelstelling van dit project was een jaar lang
de technologie te testen en nieuwe investeringen aan te
trekken waarmee grotere installaties gebouwd kunnen
worden.
De positieve ervaringen met de proefopstelling, hebben
geleid tot nieuwe investeringen en een tweede OP-Zuid
project: de bouw en installatie van een grootschalige
getijdeninstallatie in de Oosterschelde stormvloedkering.
Het gaat om drie molens, die elk een vermogen van
500 kW kunnen leveren. Bij elkaar is dat genoeg voor
ongeveer 1.000 huishoudens. De verwachting is dat de
installatie in 2013 in gebruik genomen zal worden en in
elk geval tot 2026 groene stroom zal produceren, met de
optie op een verlenging tot na 2030. Met dit project wordt
ervaring opgedaan met een offshore getijdeninstallatie.
Voor de bouw en installatie van deze getijdeninstallatie,
maar ook voor de afname van groene stroom zijn
inmiddels diverse Nederlandse partners aangetrokken.
Nieuwe, soortgelijke projecten zullen voor alle
partners werk genereren. De kennis die in Zeeland
wordt opgedaan, kan namelijk worden toegepast op
producten die aan het buitenland worden verkocht.
Soortgelijke offshore getijeninstallaties kunnen in
Frankrijk, Noorwegen, maar ook bij duizenden eilanden
in de Indische Oceaan geplaatst worden. Onafhankelijke
studies hebben aangetoond dat wereldwijd de productie
van getijdenenergie de komende jaren een grote vlucht
zal nemen.
PAGINA 10 | EFRO
Hulp en faciliteiten voor het MKB: Ondernemershuis
Met EFRO-subsidie is in de regio Westelijke Mijnstreek in
Limburg een pilot gestart om een Ondernemershuis op te
starten. Signalen in de regio gaven aan dat ondernemers
het moeilijk hadden, bijvoorbeeld met vergunningen,
personeel, een financiering of productverbetering.
Opvallend was dat ze soms aan de andere kant van de
wereld naar de oplossing zochten, terwijl hun buurman
mogelijk ook had kunnen helpen.
Met een Ondernemershuis kan enerzijds de
dienstverlening verbeterd worden en anderzijds kunnen
bedrijven in de regio met elkaar en elkaars product
in contact komen. De Kamer van Koophandel en de
Rabobank hebben vertrouwen in het idee. Het concept
kreeg in 2008 meer vorm met medewerking van de
Hogeschool Zuyd en andere adviseurs. Inmiddels hebben
al meer dan 20 bedrijven en de gemeente Sittard-Geleen
hun plaats ingenomen in het Ondernemershuis.
Bij de samenstelling van de diensten van het
Ondernemershuis draait alles om de wensen en
behoeften van de ondernemer in de Westelijke Mijnstreek.
In het Ondernemershuis zijn alle diensten bijeen gebracht.
Zo wordt met het Ondernemershuis een bijdrage geleverd
aan een goed klimaat dat ondernemingen aantrekt
en behoudt. De samenwerking van dienstverleners,
op één locatie, leidt tot veel leermomenten. Het
Ondernemershuis biedt bovendien de mogelijkheid
om netwerkbijeenkomsten of andere vergaderingen te
organiseren.
Contactgegevens managementautoriteiten:
Noord-Nederland
(Friesland, Groningen en Drenthe)
Uitvoeringsorganisatie SNN
Postbus 779
9700 AT Groningen
Tel: (050) 5224940
Fax: (050) 5276091
E-mail: [email protected]
Website: http://www.snn.eu
Oost-Nederland
(Overijssel en Gelderland)
Provincie Gelderland EU-programmasecretariaat GO-EFRO
Postbus 9090
6800 GX Arnhem
Tel: (026) 3599724
Fax: (026) 3599209
E-mail: [email protected]
Website: http://www.go-oostnederland.eu/
Zuid-Nederland
(Zeeland, Noord-Brabant, Limburg)
Stimulus Programmasecretariaat
Postbus 585
5600 AN Eindhoven
Tel: (040) 2370100
E-mail: [email protected]
Website: http://www.op-zuid.nl/
West-Nederland
(Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Flevoland)
Managementautoriteit Kansen voor West
Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Rotterdam
Tel: (010) 4893667
E-mail: [email protected]
Website: http://www.kansenvoorwest.nl
EFRO | PAGINA 11
NUT EN NOODZAAK
VAN EFRO IN
NEDERLANDSE REGIO’S