Rapport project De Kanteling 2014 Resultaten ontwerpfase GEMEENTE DE BILT, BILTHOVEN, JUNI ,2014 Voorwoord Voor u ligt de rapportage van de bevindingen van de ontwerpfase van de Kanteling. In deze fase is de gekantelde werkwijze door de gemeente en Stichting MENS gezamenlijk vormgegeven. Na besluitvorming kan de stap naar de implementatie gezet worden opdat per 1 januari 2015, als de wet daadwerkelijk van kracht is, er ook volgens deze nieuwe werkwijze gewerkt kan worden. Kantelen betekent een nieuwe manier van werken in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het principe van de Kanteling gaat uit van de eigen kracht van de burger en betekent een omslag van claim- en aanbodgericht werken (voorzieningen en hulpmiddelen) naar vraagen resultaatgericht werken (participatie en zelfredzaamheid). De gemeenteraad heeft de stichting MENS aangewezen als spil van de uitvoering van de huidige en de toekomstige Wmo-taken. Stichting MENS heeft als doel dat zoveel mogelijk mensen kunnen meedoen in de samenleving. Dit doet zij door de kracht van individuen, groepen mensen en netwerken te ondersteunen, te versterken en te verbinden. Haar kracht zit met name in haar preventieve, outreachende, vraaggerichte en verbindende werkwijze. Dat maakt MENS de aangewezen partner om uitvoering te geven aan de Kanteling binnen de WMO en om mensen mee te nemen in het zoeken van oplossingen binnen de nulde en eerste lijn. Op die manier wordt de toegang tot maatschappelijke ondersteuning zoveel mogelijk dicht bij de burger georganiseerd en kan de gemeente zich als regievoerder op dit gebied ontwikkelen Om te kantelen moet de stichting MENS haar organisatie per 1 januari 2015 zo ingericht hebben dat zij delen van de (toekomstige) Wmo taken uit kan voeren en dat de toegang en toeleiding tot maatschappelijk zorg georganiseerd is. Ten tijde van de start van deze fase waren de wetteksten voor de nieuwe wet maatschappelijke ondersteuning nog niet bekend. Toch zijn we, met aannames, aan de slag gegaan en gaandeweg wordt er steeds meer duidelijk. Ook op moment van schrijven is het wettelijk kader nog steeds niet definitief. Het wetsvoorstel os op 24 april 2014 aangenomen in de Tweede Kamer. De behandeling in de Eerste Kamer is voorzien op 8 juli 2014. Ina van den Berge, Programmamanager transities Gemeente De Bilt Evelien Ribbens, Directeur Stichting MENS Inhoudsopgave Voorwoord 3 Inhoudsopgave 5 1 7 Inleiding 1.1 1.2 2 3 7 8 Gevoerd proces 11 2.1 2.1.1 2.2 2.3 2.4 11 11 12 12 12 Projectorganisatie Projectstructuur Team MENS op Maat Biltse methode Communicatie en factor C Resultaten 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.4 4 Doelstelling project Achtergronden project 13 Nieuwe organisatiestructuur en werkwijze Positionering Front Office bij Stichting MENS Werkwijze Team MENS op Maat De ketenpartners- het werkveld Formatieberekening De vorm en procedure van overgang Vorm Procedure Communicatie Vervolgaanpak Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage 1 2 3 4 5 Front- en Backoffice Samenwerking met de ketenpartners Formatieberekening Personele consequenties Communicatieplan 14 14 15 19 21 22 22 22 24 25 26 29 32 37 38 1 Inleiding De gemeente De Bilt heeft, bij het vaststellen van het Wmo beleidskader 1, de stichting MENS aangewezen als spil van de uitvoering van de huidige en de toekomstige Wmo-taken. De achtergrond van deze keuze is gelegen in het gedachtegoed van de Kanteling. De Kanteling staat voor een omslag voor gemeenten, maatschappelijke organisaties en burgers om te zorgen dat kwetsbare burgers betere kansen hebben om volwaardig mee te doen aan de maatschappij. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) introduceerde de term in 2008. Een jaar later startte de VNG het landelijke project “De Kanteling”. De beweging die de VNG daarmee in gaat is door middel van dit plan van aanpak lokaal ingevuld. Kantelen betekent een nieuwe manier van werken in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het principe van de Kanteling gaat uit van de eigen kracht van de burger en het stimuleren daarvan door het aanspreken van het eigen netwerk, de informele hulp en algemene voorzieningen. Daarna komen algemene en collectieve voorzieningen in beeld en tot slot wordt gekeken naar een individuele voorziening. De Kanteling betekent een omslag van claim- en aanbodgericht werken (voorzieningen en hulpmiddelen) naar vraag- en resultaatgericht werken (participatie en zelfredzaamheid) 2. Om de huidige manier van werken te “kantelen” vond er tussen september 2012 en maart 2013 de pilot Wmo de Kanteling plaats. De pilot is afgerond met het eindverslag: Geloven dat het anders kan van 28 juni 2013. Er is besloten om verder te gaan met De Kanteling via een projectmatige aanpak. Deze voorliggende notitie geeft de resultaten weer van de ontwerpfase van het project De Kanteling. De uitgangspunten van deze fase waren: - Het project richt zich op de toekomstige (gekantelde) vormgeving van de toegang tot de zorgvoorzieningen waarvoor de gemeente en stichting MENS verantwoordelijk zijn; Het project past binnen de totale structuur voor de uitvoering van de Wmo-taken en draagt daarmee bij aan de ontwikkeling van MENS tot een organisatie die een centrale rol kan vervullen bij de Wmo- kanteling en ketensamenwerking Het project moet aansluiten op het landelijk en gemeentelijk beleid; Het project moet ervoor zorgen dat de procedures op termijn eenvoudiger voor de burger worden (minder bureaucratisch) en efficiënter en effectiever worden. - 1.1 Doelstelling project Per 1 januari 2015 moet de stichting MENS haar organisatie zo ingericht hebben dat zij delen van de (toekomstige) Wmo taken uit kan voeren. De doelstelling van het project is duidelijk krijgen: 1. Welke taken de Stichting MENS heeft per 1 januari 2015 (in het kader van de toegang en toeleiding) 2. Hoe de gemeente en Stichting MENS dat per 1 januari 2015 organiseren. 1 2 Kadernotitie Maatschappelijke Ondersteuning, gemeente De Bilt, november 2012 bron: AdSysCo, : eenvoudigste loket van NL; www.invoeringwmo.nl 7 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT De stichting MENS heeft hierbij een zogenoemde poortwachtersfunctie. De 2 taken die de stichting MENS dan ingericht moet hebben zijn: Toegang: de toegang van de burger tot “loket”/ het intakegesprek; Toeleiding: de doorverwijzing naar voor die burger relevante ondersteuning bij de ketenpartners. De uitvoering van deze taken moet geschieden via de uitgangspunten van de gemeentelijke Wmo visie en moet passen binnen de kaders van Good Governance. 1.2 Achtergronden project Verantwoordelijkheid gemeente Als gevolg van de transitie AWBZ per 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor begeleiding en kortdurende opname van mensen met een beperking. Dit geldt voor ouderen maar ook voor mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking of een psychiatrische aandoening. De gemeente mag binnen de kaders van de wet zelf bepalen op basis van welke indicaties men toegang krijgt tot het begeleiding- en verzorgingsaanbod binnen de Wmo. De gemeente moet zorgen voor de organisatie van maatschappelijke ondersteuning binnen het veld en de regie op de samenhang tussen de 1e en de 2e lijnszorg. Toegang en toeleiding tot maatschappelijke ondersteuning De toegang en de toeleiding tot de maatschappelijke ondersteuning (zowel voor de 1 e als de 2e lijn) wordt vanaf 2015 georganiseerd via stichting MENS. Een van de onderwerpen van onderzoek is: waarvoor, hoe en door wie de indicatiestelling wordt gedaan vanaf 2015. Dit is als een van de onderwerpen in dit plan van aanpak opgenomen. Verschuiving van de 2e naar de 1e lijn3 Het ministerie VWS beschrijft een gekantelde kijk op het sociaal domein. Daarvoor is een verschuiving van de 2e lijn (gespecialiseerde individuele zorg en begeleiding) naar de 1e lijn (kortdurende- professionele- hulp) en naar de 0de lijn (zelfredzaamheid, eigen kracht, sociale netwerk informele zorg) vereist. De uitdaging is om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten participeren in de samenleving, voordat zij gebruik gaan maken van de „dure‟ 2 e lijns zorg. Dat betekent dat stichting MENS een belangrijke taak krijgt om (via toeleiding) ervoor te zorgen dat er zoveel mogelijk in de 0-lijn opgelost wordt. Waar nodig/ mogelijk wordt de 1e lijn betrokken voor de ondersteuning en vergroting van de eigen kracht en zelfredzaamheid. De 2 e lijn wordt alleen bij noodzaak toegepast4. Stichting MENS is al actief in de 0e en 1e lijn. Schematisch wordt deze verschuiving als volgt weergegeven: 3 4 8 SeinstravandeLaar B.V. 11 juli 2013, Decentralisaties in het sociale domein De “toegang en toeleiding” is waar de burger terecht kan voor hem relevante maatschappelijke ondersteuning. Deze functie kan gezien worden als een “poort” die een expliciete taak heeft om als filter en toetser op te treden voor de zorgbehoevende die een beroep wil doen op de dure trajecten uit de Wmo-zorg. (bron:SeinstravandeLaar B.V. 11 juli 2013, Decentralisaties in het sociale domein). RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT 2e lijn specialistische zorg "poortwachter", stichting MENS 1e lijn kortdurende- profesionele- hulp, signialeren en versterken van de eigen kracht van de burger 0- lijn zelfredzaamheid, eigenkracht, sociale netwerk Financiën Het bedrag dat vanuit het Rijk zal overkomen is nog niet definitief. Als onderdeel van de hervorming van de langdurige zorg, zullen de middelen voor cliëntondersteuning zoals nu uitgevoerd bijvoorbeeld door MEE, overgeheveld worden naar de Wmo, dus de gemeente. Voor zover nu bekend is duidelijk dat er minder geld komt voor de nieuwe taken (20-25%) en dat er wordt gekort op de hulp bij het huishouden (40%). Het is een extra taak om de zorg efficiënter in te richten. Samenhang decentralisaties5 De gemeente krijgt te maken met drie decentralisaties waarbij taken en middelen van het rijk overkomen. De kanteling is een onderdeel van de AWBZ decentralisatie. De drie transities zijn: 1. Er komt een Participatiewet die de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wet arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet wajong) samen voegt. De inwerkingtreding is voorzien per 1 januari 2015. 2. Het kabinet hevelt delen van de AWBZ (de functie begeleiding en kortdurende opname) per 2015 over naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). 3. De gemeente is per 2015 verantwoordelijk voor grote delen van de jeugdzorg. De transities in de Jeugd-, AWBZ en de Participatiewet hebben alle drie de grondgedachte: participatie. Op het niveau van de doelgroep, van de (kwetsbare) burger, vragen alle transities om meer eigen verantwoordelijkheid en meer zelfregie: eerst zelf oplossen samen met het sociale netwerk of andere (informele) verbanden zoals vrijwilligersorganisaties. Eigen kracht aanboren en optimaal benutten. Maatschappelijke participatie is één uiting van het nemen van meer verantwoordelijkheid voor het eigen leven. Om deze ambities te realiseren, worden op lokaal niveau oplossingen gezocht. Dit vraagt van de organisaties in het sociale domein om een andere manier, een gekantelde manier van werken. Vanuit het Rijk wordt ook beoogd een einde te maken aan de praktijk waarbij vele hulpverleners langs elkaar heen werken bij de ondersteuning van één gezin. „Eén gezin, één plan en één regisseur‟ is het uitgangspunt bij de decentralisaties op het sociale domein. Integrale aanpak en een efficiencyslag is daarom noodzakelijk. Gemeentelijke Kadernotitie Maatschappelijke ondersteuning 6 De Bilt streeft naar een samenleving waarin de inwoners zelfstandige individuen zijn, die een bijdrage willen leveren aan de samenleving, bijvoorbeeld als vrijwilliger. Centraal punt is de opvatting dat niemand aan de kant mag blijven staan, dat iedereen meedoet. Bij deze visie worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: 5 Op weg naar duurzame maatschappelijke ondersteuning. De inhoudelijke samenhang tussen de 3 decentralisaties en de Wmo. Movisie 6 Kadernotitie Maatschappelijk Ondersteuning, gemeente De Bilt, vastgesteld in november 2012 9 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT Inwoners vragen niet onnodig formele ondersteuning, maar doen eerst zelf wat ze kunnen en schakelen hun eigen steuncircuits in. Op basis daarvan kan de gemeente zorgen dat mensen die daarna nog ondersteuning nodig hebben, dat ook krijgen. Iedereen die hulp of ondersteuning krijgt, probeert naar vermogen iets voor de gemeenschap terug te doen. Hierbij wordt gedacht aan de inzet als vrijwilliger in de wijk. Maar ook zij die geen steun nodig hebben, worden gestimuleerd te investeren in de gemeenschap (actief burgerschap). Beleidsnota Wmo In september 2014 wordt de uitvoeringsnota AWBZ Wmo aan de raad voorgelegd waarbij o.a. de volgende functies van de stichting MENS worden vastgesteld (in bijlage 1 zijn deze schematisch weergegeven): 1. informatie verstrekken 2. onderzoek na een melding 3. cliëntondersteuning 4. casus/ dossier beheer Daarnaast ligt er in de uitvoeringsnota een voorstel over de vormgeving van de indicatiestelling. Notitie governance gemeente De Bilt en Stichting MENS 7 Tijdens de behandeling van de Kadernotitie maatschappelijke ondersteuning heeft de raad haar bezorgdheid geuit over de vele taken die de stichting MENS krijgt in relatie tot de (toenemende) verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare inwoners en de (grote) financiële verantwoordelijkheid die hiermee gepaard gaat. Ter uitvoering van de motie is de Notitie governance gemeente De Bilt en Stichting MENS opgesteld. Deze notitie vormt de basis voor de invulling van inhoud en vorm van de afspraken tussen de gemeente en de stichting over de rollen, verhoudingen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. 7 Notitie governance gemeente De Bilt en Stichting MENS, vastgesteld door het college oktober 2013 10 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT 2 Gevoerd proces Na de vaststelling van het plan van aanpak door het college is het projectteam aan de slag gegaan met uitvoering van project en realisering van de deelresultaten. 2.1 Projectorganisatie 2.1.1 Projectstructuur In de onderstaande figuur is te zien hoe de projectstructuur eruit ziet en hoe de rapportageverplichtingen lopen. 11 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT 2.2 Team MENS op Maat Tijdens het project is er in de praktijk proefgedraaid om de deelproducten van het project te ontwikkelen. Het proefdraaien is gebeurd door het team MENS op Maat. Dit team is in 2012 bij de pilot van de kanteling ontstaan toen de adviseurs Wonen/Welzijn/Zorg, een indicatieadviseur van het zorgloket en de Praktijkondersteuners van de huisartsen (van GHCDB) dit team hebben gevormd. Doelstelling van de pilot was de informatie-uitwisseling vergroten en de dubbelingen in de huisbezoeken terug dringen. De pilot is in april 2013 afgerond en kreeg een vervolg met het project de Kanteling. Het team MENS op Maat heeft wekelijks casuïstiek met elkaar doorgesproken om zo kennis aan elkaar over te dragen. Het team heeft aanvragen van elkaar over genomen, en bekijkt in gezamenlijkheid wat er nodig is aan o.a scholing en ondersteuning, om de onderlinge vervangbaarheid te optimaliseren en om gekanteld te kunnen werken. Per april 2014 maken de praktijkverpleegkundigen ouderen van de huisartsen geen onderdeel meer uit van het team. Er wordt wel nauw mee samengewerkt. 2.3 Biltse methode Via de Biltse methode is het proces van de werkwijze van de team MENS op Maat in beeld gebracht. De Biltse Methode is een methode om procesmatig werken te bevorderen en te beleggen binnen de organisatie. Hierbij wordt met behulp van de medewerkers die de werkzaamheden uitvoeren het meest optimale proces beschreven. Dit optimale proces wordt vergeleken met de huidige werkwijze. Vervolgens worden de knelpunten in beeld gebracht die verhinderen om te werken volgens dit optimale proces. Vervolgens kan – door een afweging te maken tussen de kosten voor de oplossing van het knelpunt en de voordelen die ontstaan als gevolg van het optimale proces – het meest optimale proces worden geïmplementeerd met acceptatie van die geaccepteerde (resterende) knelpunten. Op deze wijze worden de processen binnen de beperkingen zo optimaal mogelijk uitgevoerd en wordt de uitvoering geborgd binnen de organisatie. Binnen het project is door het team MENS op Maat de Biltse methode doorlopen, samen met het unithoofd van het zorgloket en de projectleider Kanteling vanuit stichting MENS. Dit onder leiding van een procesmanager van de gemeente. 2.4 Communicatie en factor C Aan het begin van het project is binnen de projectgroep een factor C sessie gehouden om in beeld te krijgen met welke partijen we in het project precies te maken hebben en welke rol en positie zij hebben. Deze factor C sessie is input geweest voor het communicatieplan en voor het beschrijven van de positie van de ketenpartners in het project. Het communicatieplan is als bijlage 5 bij dit stuk gevoegd. 12 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT 3 Resultaten Inleiding In de ontwerpfase is een viertal onderwerpen waarover besluitvorming moet plaatsvinden zowel bij de gemeente als bij de Stichting MENS. Deze onderwerpen wijken op onderdelen af van de gevraagde resultaten uit het plan van aanpak. In de uitwerking bleek soms dat bepaalde deelresultaten in gezamenlijkheid beschreven moesten worden of dat onderdelen beter in de voorbereidingsfase uitgewerkt kunnen worden of in een ander beleidsdocument opgenomen kunnen worden. De onderdelen die besluitvorming behoeven zijn: 1. Nieuwe organisatiestructuur en werkwijze; waaronder het overdragen van de taken van het zorgloket naar Stichting MENS 2. De formatie die daarbij hoort en overgaat 3. De vorm en procedure van overgang 4. Het communicatieplan Hieronder wordt kort aangegeven waar welke deelresultaten uit het plan van aanpak zijn ondergebracht. 1. Gekantelde methoden van gespreksvoering zijn ingevoerd Gewenst resultaat Uitvoering/ verankering Methodes van gespreksvoering zijn gekozen Behoeft geen besluitvorming; Door team MENS op Maat proefgedraaid en wordt in vervolg verder aangescherpt Team MENS op Maat heeft training gespreksvoering doorlopen. Verdere uitwerking scholingsplan volgt in voorbereidingsfase Behoefte geen besluitvorming, is opgesteld en verankerd in nieuwe werkwijze Behoeft geen besluitvorming, is opgesteld en verankerd in nieuwe werkwijze Zie paragraaf 3.1 Nieuwe organisatiestructuur en werkwijze Scholingsplan voor gespreksvaardigheden Format aanmeldformulier Format verslaglegging (gecombineerd met onderdeel ondersteuningsplan) Beschrijving van de werkwijze van het team 2. Samenwerking met de ketenpartners is vormgegeven Gewenst resultaat Uitvoering/ verankering Plan voor hoe de diverse instellingen met Behoeft geen besluitvorming. Een beschrijving van elkaar gaan samenwerken, hoe de toegang de ketenpartners is bij paragraaf 3.1 Nieuwe tot de zorg geregeld gaat worden en een organisatiestructuur en werkwijze opgenomen. doorkijk naar de toekomst MEE, Amw, huisartsenpraktijken, CJG. 3. Voorstel over indicatiestelling Gewenst resultaat Uitvoering/ verankering Waarvoor gaan we indiceren Wordt opgenomen in de beleidsnota WMO en de verordening Wordt opgenomen in de beleidsnota WMO en de verordening Opgenomen in paragraaf 3.1 Nieuwe organisatiestructuur en werkwijze Wijze van indicering Duidelijkheid over waar de verbinding ligt tussen de stichting en de gemeente 13 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT Voorstel voor aanpassing van de verordening Voorstel voor financiële afwikkeling Verordening voor 2014 is vastgesteld. Aanpassing verordening voor 2015 volgt in de voorbereidingsfase. Opgenomen in paragraaf 3.3 Vorm en Procedure van overgang. Voorstel gaat uit van minimale financiële wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie. 4. Casus/ dossier beheer is georganiseerd Gewenst resultaat Uitvoering/ verankering Onderzoek naar een klantvolgsysteem ICT ondersteuning kiezen Volgt in de voorbereidingsfase*. Uitvoering volgt voor alle drie transities gezamenlijk; Volgt in de voorbereidingsfase* Opgenomen in de WMO beleidsnota; voortzetting van regulier beleid. Onderzoek naar methodieken voor het meten van klanttevredenheid *De keuze is gemaakt dat vooralsnog (voor het jaar 2015) met het bestaande systeem (GWS van Centric) wordt gewerkt. Geregeld wordt dat MENS ook hier toegang toe krijgt binnen bepaalde randvoorwaarden (privacy e.d.). Voor alle transities samen wordt een programma van eisen opgesteld voor de informatievoorziening. In de voorbereidingsfase van de Kanteling zal dit voor dit onderdeel nader uitgewerkt worden. 5. Voorstel voor het (organisatie)structuur inclusief de consequenties Gewenst resultaat Uitvoering/ verankering Organisatieschema van toegang en toeleiding (wie doet wat, rollen intern/ extern.) Globale beschrijving taken en processen opgenomen in paragraaf 3.1 Nieuwe organisatiestructuur en werkwijze opgenomen in paragraaf 3.1 Nieuwe organisatiestructuur en werkwijze Opgenomen in paragraaf 3.3 Vorm en Procedure van overgang. Opgenomen in paragraaf 3.3 Vorm en Procedure van overgang. opgenomen in paragraaf 3.1 Nieuwe organisatiestructuur en werkwijze Opgenomen in paragraaf 3.3 Vorm en Procedure van overgang. Behoeft nog geen besluitvorming. Wel opgesteld en volgt. Procedure benoemd in paragraaf 3.3 Vorm en Procedure van overgang. Opgenomen in paragraaf 3.2 Formatieberekening Opgenomen in paragraaf 3.3 Vorm en Procedure van overgang. Behoeft geen besluitvorming. Team MENS op Maat heeft training gespreksvoering doorlopen. Verdere uitwerking volgt in voorbereidingsfase Juridische implicaties: rechtsvorm etc. Financiële consequenties in kaart brengen Uitgangspunten voor de huisvesting vaststellen Personele consequenties zijn bekend Functiebeschrijvingen Formatieberekening Rechtspositionele gevolgen in kaart Cursussen en trainingen n.a.v. nieuwe functie/ taken 3.1 Nieuwe organisatiestructuur en werkwijze 3.1.1 Positionering Front Office bij Stichting MENS De organisatie van de indicatiestelling is bepalend voor de organisatievorm van de gehele toegang en toeleiding van de WMO zorg. Vanuit de nieuwe wet WMO 2015 was de verplichting opgenomen om de indicatiestelling bij een bestuursorgaan te houden. Inmiddels is, door het indienen van het amendement “Van Dijk” toch mogelijk om de indicatiestelling te mandateren naar de Stichting MENS. Het is wenselijk de indicatiestelling bij de gemeente te houden. De 14 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT reden hiervoor is dat de indicatiestelling de objectieve en onafhankelijke positie van „het gesprek‟ kan verhinderen. Als de komende jaren blijkt dat dit niet het geval is, kan besloten worden de indicatie alsnog te mandateren aan de Stichting MENS. Vanwege de hierboven beschreven redenen wordt voorgesteld om een scheiding aan te brengen tussen een Front Office en een Back-Office. De indicatiestelling vindt dan plaats bij de Back-Office. De Front-Office die het gesprek voert komt onder aansturing van de Stichting MENS. Uitgangspunt hierbij is dat het gespreksverslag van de Front Office voldoende basis biedt om de indicatie te kunnen bepalen. Het is niet wenselijk dat de BackOffice de taken van de Front Office nogmaals over doet. Alleen in bijzondere gevallen en bij bijvoorbeeld medisch advies van derden kan en moet door de Back Office extra informatie ingewonnen worden. Deze opzet betekent dat een aantal taken die nu bij de gemeente uitgevoerd worden binnen het WMO loket geheel of gedeeltelijk onder aansturing komen van de Stichting MENS. Hier wordt in paragraaf 3.2 en 3.3 nader op ingegaan. De uitgangspunten en randvoorwaarden van de overgang van taken van gemeente naar de stichting zijn hieronder opgenomen: - De Front-Office is belast met het voeren van de gesprekken bij de burger thuis of, als het kan, telefonisch en het uitwerken van de gespreksverslagen. - De Front_Office is belast met het begeleiden van de burger, indien noodzakelijk, naar de ketenpartners door middel van een “warme overdracht”. - De Back-Office stelt de indicatie voor de WMO-voorziening op basis van het gespreksverslag, stelt de beschikking op, en zorgt dat de WMO-voorziening wordt afgeleverd. Het streven is om het overhevelen van front-office taken naar de stichting MENS vóór 1 januari 2015 te laten plaatsvinden. Mens volgt werk. Een verdere toelichting op de splitsing van de taken is opgenomen in bijlage 1 Front en Back Office. 3.1.2 Werkwijze Team MENS op Maat Functie en samenstelling van het team MENS op Maat In de nieuwe organisatiestructuur neemt het team MENS op Maat een belangrijke positie in. Het Team heeft de functie van de FrontOffice van het gemeentelijk Zorgloket. De BackOffice zit niet in het team MENS op Maat. De Adviseurs MENS op Maat zijn degenen die het gesprek voeren en het plan op maat opstellen. In de Wmo verordening is opgenomen dat de Gemeente naar aanleiding van een melding een gesprek voert met de burger/ mantelzorger. Dat kan telefonisch,aan het loket of via een huisbezoek. Dit gesprek leidt tot een Plan op Maat, dit is een advies over mogelijke inzet van ondersteuning door het eigen sociale netwerk, vrijwilligers, welke professionele ondersteuning noodzakelijk is en bevat afspraken met de klant over wat in „eigen kracht‟ kan worden opgepakt. Voor deze „nieuwe‟ functie van Front Office medewerker of Adviseur Team MENS op Maat zijn binnen het project competentieprofielen opgesteld. Deze zijn bij het opstellen van de functiebeschrijvingen meegenomen. De directe taken van het team MENS op Maat zijn: Vraagverheldering Informeren en adviseren Opstellen plan op Maat Doorverwijzen naar ketenpartners Cliëntondersteuning Kortdurende begeleiding (even mee oplopen) 15 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT De adviseurs beschikken over competenties en vakinhoudelijke deskundigheden. Voor meer specialistische deskundigheden wordt samengewerkt met de ketenpartners. De samenwerking met de ketenpartners wordt in paragraaf 3.1.3 beschreven. Het team Mens op Maat is gehuisvest op de Henica van Erpweg. Daar zijn ook de praktijkverpleegkundigen ouderen en chronisch zieken van Gezondheidscentrum De Bilt gehuisvest, evenals de casemanagers dementie, de thuiszorg van Vitras, de thuiszorg en huishoudelijke hulp van de Bilthuysen, en het steunpunt Mantelzorg. Daarmee zijn er in de praktijk korte lijnen tussen de verschillende organisaties en disciplines. Allereerst volgt nu een beschrijving van de werkwijze van het team en de samenwerking met de Back Office. Werkwijze team MENS op Maat en samenwerking Back Office. Het Team MENS op Maat heeft de gewenste werkprocessen in kaart gebracht met behulp van de Biltse methode. Hieronder volgt een korte beschrijving op hoofdlijnen van de stappen die genomen moeten worden vanaf een eerste melding tot aan het getekende gespreksverslag en een eventueel besluit over een WMO beschikking. In de figuur op de volgende pagina is de werkwijze verbeeld. 16 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT Figuur 3.1: nieuwe werkwijze toegang en toeleiding WMO zorg MENS Frontoffice/ helpdesk Verkorte aanvraag Digitaal voorportaal om als inwoner “de toegang tot zorg” te onderzoeken. Maakt beschikkingen. Wmo indicatieadviseur Back-Office Kwaliteit/toetsing/ financiële afhandeling. Centraal Meldpunt MENS is belast met: Registratie klantvraag -> breed. Bedient de telefoon, kan incidenteel ook de vraag afhandelen en vastleggen in het systeem. Heeft ook een doorverwijzende functie naar Ketenpartners. Overige ketenpartners Centraal meldpunt MENS Het team Mens op Maat levert in sommige gevallen een case manager bij complexe aanvragen waar meer speelt dan alleen een enkelvoudig probleem. Klantvraag (algemeen) Kan ingediend worden door de burger of door de professional/huisarts/ mantelzorger Melding Wmo Mee wordt ingeschakeld als de klant onafhankelijk ondersteund wil worden. Indien er sprake is van een complexe aanvraag door naar Team MENS op Maat MEE/Clientenondersteuning De praktijkverpleegkundige wordt geraadpleegd als de cliënt al bekend is bij de PV. (wordt duidelijk uit het aanmeldformulier) praktijkverpleegkundige AWBZ Zorg/begeleiding AMW Team Mens op Maat Het gesprek Gespreksverslag eventueel aangevuld met een “plan op maat”. Mantel zorg Algemene voor ziening Eigen kracht Vrijwilligers Getekend gespreksverslag = aanvraag In hoofdlijnen worden de volgende stappen genomen: 1. De burger meldt zich met een vraag De aanvraag komt binnen bij “het centraal meldpunt MENS”. Voordat de aanvraag binnen komt heeft de burger al via het digitaal voorportaal kunnen kijken wat de mogelijkheden zijn voor hem of haar. Dit digitaal voorportaal is nog in ontwikkeling. Tijdens de implementatiefase van de Kanteling wordt nader onderzocht in welke vorm dit exact een plek kan krijgen in het proces. Als het digitale voorportaal niet benut wordt, dan kan de vraag/aanvraag/melding/of anderszins ook rechtstreeks bij het “centaal meldpunt” worden ingediend. Per 1 januari 2015 komen alle vragen en meldingen binnen bij MENS en worden deze centraal geregistreerd. De gemeente De Bilt delegeert deze taak per die datum naar het Team MENS op Maat van Stichting MENS. In afwijking van de werkwijze bij ander gemeenten, behandelt het Team MENS op Maat ook vragen van mensen die geen Wmo-melding hebben gedaan maar zich bijvoorbeeld melden met een algemenere hulpvraag bij servicecentra, buren, vrijwilligers, of andere professionals. Dit is 17 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT een belangrijke taak van het team, juist om in een heel vroeg stadium te signaleren, het gesprek te voeren en zo een (onnodige) formele aanvraag voor te zijn. De klantvragen komen binnen via verschillende kanalen. Burgers kunnen zich melden bij de gemeente, of stellen hun vraag aan de hulpverlener met wie ze contact hebben. De klantvragen kunnen ook binnenkomen bij een van de servicecentra van Stichting MENS. Deze servicecentra vangen deze vragen zoveel mogelijk zelf af. Er zal een linking pin vanuit team MENS op Maat naar de servicecentra worden georganiseerd. Op deze manier kunnen eenvoudige vragen (meldingen) vanuit Team MENS op Maat worden doorgezet naar de servicecentra en andersom. 2. Gesprek met de Front Office/ Team MENS op Maat Conform de WMO moet de Gemeente naar aanleiding van een melding een gesprek voeren met de burger/ mantelzorger ( dat kan telefonisch, aan het loket of via een huisbezoek). Analyse van de vraag: niet alle vragen behoeven een breedte gesprek. Alle klantvragen die binnen komen bij het team MENS op Maat worden ingeboekt en beoordeeld of er een ‟breed gesprek‟ nodig is. De medewerkster “centraal meldpunt” van het team MENS op Maat beoordeelt de vraag van de klant en handelt deze zelf af of zet deze door naar de Wmo indicatieadviseur in de Back Office of een ketenpartner. Bij een complexe melding wordt deze in het team MENS op Maat besproken. Deze beoordeling is vooral mensenwerk en vergt ervaring en inzicht. Hier zijn geen eenduidige „criteria‟ vooraf aan te verbinden en wordt overgelaten aan de professionele deskundigheid van de adviseur die de beoordeling doet. Vaak zal een eerste telefonisch contact/ gesprek al veel informatie kunnen verschaffen en wordt duidelijk of een “huisbezoek of breed gesprek wenselijk is. Deze taak noemen we „analyse van de hulpvraag‟ (schifting) en zal integraal onderdeel zijn van het werk van de adviseur, eventueel met ondersteuning van een administratief medewerker. Het breedte gesprek, plan op maat, monitoring en terugkoppeling. De Adviseur MENS op Maat gaat in gesprek/ op huisbezoek. Afhankelijk van de complexiteit zal er één of meerdere gesprekken nodig zijn. Het bezien van de mogelijkheden om tot een goed plan op maat voor ondersteuning te komen, vraagt vertrouwen tussen klant en adviseur en vergt een open en een brede blik van beide kanten. Indien gewenst kan de klant zich laten bijstaan door een onafhankelijk gesprekspartner/ ondersteuner8. Om dit gesprek goed te kunnen voeren worden teamleden getraind in onder meer gesprekstechnieken. Belangrijke pijler is de eigen verantwoordelijkheid, het beroep kunnen doen op partners, familie en eigen sociale netwerk. Op basis van VNG voorbeelden is een gespreksformulier opgesteld. Met ingang van 11 maart 2014 werken de Adviseurs MENS op Maat met dit gespreksformulier. De pijlers van het gespreksformulier zijn: Versterking van de eigen mogelijkheden, Sociale netwerk en vrijwilligers Algemene voorzieningen Activiteiten: wat kan iemand zelf voor een ander doen. Maatwerk Het ingevulde formulier is een plan op maat, waarin de inzet van de eigen kracht , sociaal netwerk én de mogelijkheden voor (inzet van vrijwilliger nadrukkelijk) een plek krijgt. Is er een maatwerkvoorziening nodig? Dan fungeert het door de klant getekende gespreksverslag als WMO-aanvraag. In alle gevallen wordt het plan op maat naar de klant teruggekoppeld om te checken of de gemaakte afspraken kloppen. Concreet betekent dit dat het gespreksverslag altijd teruggaat 8 Onafhankelijke clientondersteuning zoals MEE die kan vervullen. Hierover zijn nog geen concrete afspraken gemaakt, maar het is goed om het hier nu alvast te noemen omdat dit in de toekomst wellicht een waardevolle toevoeging kan vormen bij de „nieuwe doelgroepen‟. 18 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT naar de klant. Als het een WMO aanvraag wordt, dan stuurt de klant het gespreksverslag getekend retour naar het „Centraal Meldpunt MENS‟. Daar wordt het getekende gespreksverslag - wat nu een officiële aanvraag is- direct doorgestuurd naar de WMO Back Office. Het team draagt zorg voor monitoring van de gemaakte afspraken totdat er daadwerkelijk sprake is van overdracht of dat gemaakte afspraken zijn gerealiseerd of afgesloten. 3. WMO- Aanvraag Indien sprake is van een advies voor een maatwerkvoorziening, dan geldt het, door de burger getekende, gespreksverslag als WMO-aanvraag. De Adviseur MENS op Maat maakt een objectief gespreksverslag en laat het ondertekenen door de klant. Deze aanvraag wordt ingediend bij de gemeente (back-office). Dit gespreksverslag (wat nu een aanvraag is) geldt niet als bindend maar wel als zwaarwegend advies. In een aantal gevallen zal (medisch) advies van derden nodig zijn. 4. Passende ondersteuning Bij een WMO aanvraag gaat het gespreksverslag naar de Back Office (gemeente) en neemt de gemeente een besluit. De medewerker van de Back Office zal soms nog meer gedetailleerde informatie willen. In dat geval wendt hij/ zij zich voor nadere informatie tot de Adviseur MENS op Maat die als gesprekspartner van de klant fungeert. In uitzonderingsgevallen kan het nodig zijn dat de medeweker BackOffice nog een huisbezoek aflegt. 5. Monitoring en terugkoppeling Zodra de Back Office een beschikking heeft afgegeven aan de klant, zal dit tevens kenbaar moeten worden gemaakt aan de Adviseur Team MENS op Maat. De Back Office zal ook monitoren of de maatwerkvoorziening ook daadwerkelijk wordt geleverd. Terugkoppeling naar de adviseurs vergt nu nog een extra handeling en moet in een cliëntvolgsysteem worden ingebouwd. 3.1.3 De ketenpartners- het werkveld De adviseurs uit het team MENS op Maat beschikken over competenties en vakinhoudelijke deskundigheden. In de advisering en voor meer specialistische deskundigheden wordt samengewerkt met de ketenpartners. Onder ketenpartners wordt verstaan de organisaties met wie het team MENS op Maat nauw samenwerkt om de vragen van de klant zo goed mogelijk te kunnen beantwoorden. Deze ketenpartners kunnen verschillende rollen hebben in het geheel van ondersteuning van de klant. De verschillende rollen worden uitgebreid beschreven in bijlage 2 Samenwerking met de Ketenpartners Onderstaande figuur laat kort zien welke rollen de ketenpartners in het geheel kunnen hebben. Eén ketenpartner kan soms verschillende rollen hebben. Zo zijn de huisartsen leveranciers van klantvragen maar zijn zij tevens leverancier van de medische en verpleegkundige zorg. Ook Stichting MENS heeft meerdere rollen. Stichting MENS is leverancier van klantvragen (wijkservicecentra , huisbezoeken 75 plus, steunpunt mantelzorg) en tevens leverancier van informele zorg, algemene en individuele voorzieningen (clientondersteuning, versterking eigen kracht, ondersteuning mantelzorger, faciliteren bij de inzet van vrijwilligers, en het activeren van mensen om vrijwilliger te worden). 19 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT Figuur 3.2: verschillende rollen van ketenpartners 1. Leveranciers van klantvragen en signalen Klantvragen en signalen komen via diverse kanalen binnen. Denk aan de huisartsen, Stichting MENS, casemanagers dementie, maatschappelijk werk e.d. 2. Expertise team MENS op Maat tijdens de gespreksvoering De Adviseurs team MENS op Maat beschikken over algemene en brede kennis van (cliënt)ondersteuning. Op dit moment bestaat het team uit een Wmo-indicatie-adviseur en twee adviseurs WWZ. De meer specifiek kennis van doelgroepen moet worden betrokken bij de ketenpartners. Daarvoor consulteren zij nu de professionals van o.a. CJG, AMW, Kwintes, Altrecht, MEE, praktijkverpleegkundige ouderen, casemanagers dementie en de consulenten mantelzorgondersteuning. Voor specifieke doelgroepen (gehandicapten, GGZ, dementie) zal het team meer gestructureerd de expertise betrekken bij de instellingen die over de expertise beschikken. Het team MENS op Maat zal gebruik maken van de kennis die aanwezig is bij deze instellingen. Dit kan door afspraken over samenwerking- inhuur- detachering. Wellicht moet deze expertise in het team worden ingebouwd, dan wel makkelijk ingevlogen kunnen worden. Dat kan door bijvoorbeeld een functionaris van MEE toe te voegen aan het team. 3. Leveranciers informele zorg Informele zorg wordt geboden door diverse instanties en vrijwilligersorganisaties. Stichting MENS is zelf onder meer leverancier van informele zorg, bijvoorbeeld via steunpunt mantelzorg. Noodzakelijk voor het doorverwijzen van de informele zorg is een goed functioneren de sociale kaart waar formele en informele zorg wordt weergegeven. 4. Leveranciers algemene voorzieningen Voor de algemene voorzieningen is geen beschikking nodig en volstaat veelal een lichte toets. Het team MENS op Maat kan daarvoor doorverwijzen naar de bestaande algemene voorzieningen die geleverd worden door MENS- huisbezoeken 75 plus en andere partners (sociale alarmering, dagactiviteiten) 5. Leveranciers geïndiceerde maatwerkvoorzieningen De samenwerking met deze organisaties is aan de orde zodra HH of WMO- zorg is geïndiceerd. Het betreft bijvoorbeeld leveranciers van huishoudelijke hulp, dagbesteding, individuele begeleiding of respijtzorg. 20 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT 6. Doorverwijzing naar gespecialiseerde zorg en cliëntondersteuning Voor de meer gespecialiseerde zorg en ondersteuning die geleverd wordt vanuit AWBZ en ZVW wordt vanuit het team MOM in het Netwerk 18+ met deze partners samengewerkt. Het betreft onder meer gespecialiseerde zorg, cliëntondersteuning (MEE), behandeling, verpleging en verzorging. Cliënten kunnen ook zelf een beroep doen op MEE indien zij ondersteuning in het proces wensen. 3.2 Formatieberekening Het nieuwe organisatiemodel brengt met zich mee dat een aantal taken die nu bij de gemeente uitgevoerd worden binnen het WMO loket geheel of gedeeltelijk onder aansturing komen van de Stichting MENS. Om grip te krijgen op deze overgang van taken is van belang inzicht te hebben in: - Welke taken er nu bestaan - Welke taken in de nieuwe werkwijze nodig zijn Welke taken bestaan er nu: Per 1 januari 2014 bestaat de formatie (en de bezetting) van de WMO/Zorgloket uit 4,28 fte indicatieadviseur (zowel Front Office als Back Office taken) en 0,33 fte administratieve ondersteuning. Totaal is dit 4,62 fte. Dit is exclusief aansturing en ondersteunende taken zoals financieel consulent/ management informatie en functioneel beheer. Bij de Stichting MENS zijn 2 adviseurs WWZ (wonen, welzijn, zorg) in dienst voor in totaal 1 FTE. In totaal is voor het huidige proces dus 5,62 FTE nodig. Welke taken zijn in de nieuwe werkwijze nodig? Voor de toekomstige situatie na 1 januari 2015 kunnen we 5 functies onderscheiden: - medewerker Front Office - medewerker Back Office - administratieve ondersteuning - applicatiebeheerder - meewerkend teamleider Voor deze toekomstige situatie is een berekening gemaakt van het benodigde aantal FTE voor de Front en Back Office, inclusief administratieve taken en de functioneel leidinggevende taken van een meewerkend teamleider. Dit is gedaan op basis van de huidige aantallen aanvragen 2013 (Wmo en WWZ), gegevens Victis (AWBZ gegevens) en de gegevens van het BMC formatieonderzoek 2011. In de berekening is rekening gehouden met de transitie AWBZ en de verschuiving van taken die hierbij op de gemeente af komen. Voor wat betreft het aantal te verwachte meldingen nieuwe taken AWBZ geldt dat hier een aanname is gedaan gebaseerd op gegevens van Viktis. Uit de formatieberekening voor deze nieuwe werkwijze met verschuiving van taken blijkt dat in de Front Office een verwachte bezetting nodig is van 3,47 FTE en in de Back Office van 2,5 FTE. In totaal is dus 5,97 FTE nodig. De berekening en onderbouwing hiervan is opgenomen in bijlage 3 Formatieberekening Daarnaast is er inzet nodig van een applicatiebeheerder. De exacte invulling van de ICT wordt in de voorbereidingsfase nader uitgewerkt in samenhang met de andere transities. Uitgangspunt is nu dat de bestaande applicatie GWS wordt uitgerold naar MENS. Afhankelijk van de uitkomst van dit onderzoek zal duidelijk worden hoeveel en hoeveel uur beheer voor de applicatie nodig is. Vooralsnog is er voor de Front Office nog geen formatie voor de applicatiebeheer opgenomen. 21 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT Tijdelijke extra formatie nodig Om een goede start te kunnen maken is het wenselijk dat de Front-Office “schoon” over gaat naar MENS. Dat wil zeggen dat de er geen achterstand in het aantal meldingen is. Op dit moment is er een wel een achterstand zowel in het aantal meldingen als in de afhandeling van aanvragen en aanpassingen. Om schoon over te gaan is het noodzakelijk om de formatie van het huidige zorgloket voor het resterende deel van 2014 uit te breiden. Daarnaast gaat een deel van de inzet in het eerste jaar (2015) naar noodzakelijke scholing van het Team voor de nieuwe taken AWBZ en naar het daadwerkelijk opzetten en laten draaien van de Front-Office en de Back-Office (aanpassen van bestaande werkprocessen, het creëren van nieuwe werkwijzen, het eigen maken van de nieuwe taken overgekomen uit de AWBZ). Om te voorkomen dat er in het eerste jaar achterstanden ontstaan is het noodzakelijk om in te zetten op extra FTE. Deze inzet betreft zowel de Front-Office als de Back-Office. Het verdient door de voorkeur om tijdelijk per 01-07-2014 een fulltime allround consulent Wmo aan te nemen voor 1½ jaar. Deze kan eerst ingezet worden voor de “schoon over actie” en kan in 2015 verder worden ingezet in zowel de Front als Back Office. Evaluatie Omdat de Kanteling een nieuwe werkwijze betreft is de formatieberekening geen vast gegeven maar een representatieve aanname van een aantal factoren. Gedurende het eerste jaar (2015) zal blijken of deze aanname overeenkomt met de werkelijkheid of dat de formatie zal moeten worden bijgesteld. 3.3 De vorm en procedure van overgang 3.3.1 Vorm Bij de voorgestelde nieuwe organisatievorm is er sprake van het afstoten van een deel van de werkzaamheden van het taakveld WMO/Zorgloket naar een private partij. Omdat de Kanteling een nieuwe werkwijze betreft is de formatieberekening nog geen vast gegeven. Daardoor kan de formatie nog geen definitieve status krijgen. Voorgesteld wordt om de medewerkers van het zorgloket in 2015 voor minimaal een jaar te detacheren bij de Stichting Mens. Zo wordt voorkomen dat medewerkers die nu werkzaam zijn als ambtenaar in dienst komen bij de stichting en vervolgens toch weer terug moeten naar de gemeente omdat de formatieberekening misschien moet worden bijgesteld. In de praktijk komt het er op neer dat de gemeente formatie beschikbaar stelt voor taken die Stichting MENS moet uitvoeren. Na het eerste jaar (2015) zal geëvalueerd worden of de formatie en functieomschrijving aanpassing behoeven. Daarna kan hierover een definitief besluit genomen worden en kan bekeken worden welke functies en formatie over gaan naar stichting MENS. 3.3.2 Procedure Bij het afstoten van een deel van de werkzaamheden van het taakveld WMO/Zorgloket naar een private partij dient bij de voorbereiding van het daadwerkelijk overgaan van deze taken rekening gehouden te worden met een organisatiewijziging met „personele gevolgen‟. Als gevolg hiervan zal de OR (adviesrecht) hier in gekend moeten worden. 22 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT Op grond van artikel 1:2 van het Sociaal Statuut 2012 -2016 van gemeente De Bilt is het Sociaal Statuut niet van toepassing als er sprake is van ingrijpende personele gevolgen voor minder dan 5 fte. Als dat het geval is dan is het Sociaal Statuut niet van toepassing en valt de besluitvorming over de personele gevolgen binnen de bevoegdheid van het managementteam. Het managementteam zal - op basis van de rechtspositieregeling (en in de geest van het Sociaal Statuut) van onze gemeente - handelen. Daarnaast is bij het overgaan van taken van de gemeente naar de stichting MENS het uitgangspunt „Mens volgt werk‟. Dit houdt in dat als taken overgaan van gemeente naar stichting, de mensen die deze taken nu uitvoeren ook meegaan. In de praktijk is het zo dat bij de gemeente de mensen gedeeltelijk de taken doen die overgaan naar de Front Office en gedeeltelijk de taken die achter blijven in de Back Office. Rekening houdend met bovenstaande randvoorwaarden wordt de volgende procedure voor de overgang voorgesteld: 1. Voor de Front Office en de Back Office worden nieuwe functieprofielen opgesteld. Binnen het project zijn competentiebeschrijvingen opgesteld die mede als input gelden voor deze nieuwe functieprofielen. De functieprofielen worden door het unithoofd zorgloket samen met de P&O functionaris en de directeur van stichting MENS in concept vastgesteld. 2. Daarna wordt gestart met oriënterende gesprekken met medewerkers van de gemeente. Van deze gesprekken worden gespreksverslagen gemaakt die door het unithoofd zorgloket en de medewerker worden ondertekend 3. In deze fase worden ook de OR om advies gevraagd over de organisatiewijziging. 4. Er wordt een definitief collegebesluit genomen over de organisatiewijziging. 5. Bij een positief besluit van het college volgt een officiële belangstellingsregistratie voor de Front en Back Office functies. Deze registratie wordt door stichting MENS en gemeente gezamenlijk gedaan. 6. Omdat het een nieuwe functie betreft wordt voorgesteld eerst een jaar „proef te draaien‟ waarna het functieprofiel eventueel nog aangescherpt kan worden. De concept functieprofielen blijven in concept totdat de profielen in een functieronde opnieuw worden vastgesteld. In overleg met P&O wordt bepaald in welke onderhoudsronde de profielen definitief worden vastgesteld. 7. De definitieve belangstellingsregistratie wordt voorgesteld aan het MT 8. Na instemming van het MT kunnen de medewerkers geïnformeerd worden over de definitieve plaatsing. Financiële gevolgen Personeel in dienst van de gemeente valt onder de gemeentelijke personele begroting. De mensen die gedetacheerd worden naar Stichting MENS blijven op de gemeentelijke personele begroting staan. In de uitvoeringsovereenkomst, behorende bij de subsidieovereenkomst van de gemeente met Stichting MENS, worden afspraken gemaakt over de nieuwe uit te voeren taken en het personeel dat daarvoor deoor de gemeente beschikbaar wordt gesteld. Daarnaast is er sprake van inrichtings- en opstartkosten van het nieuwe team en de nieuwe werkwijze. Het betreft onder meer kosten voor extra werkplekken, communicatie van de nieuwe werkwijze, nieuwe ICT ondersteuning e.d.. In de voorbereidingsfase wordt een totaal begroting gemaakt voor de overheveling van de taken en het personeel en de opstartkosten. De kosten hiervoor kunnen gedekt worden uit het budget uitvoeringskosten van de transitie Wmo van het gemeentefonds. Het budget hiervoor wordt in de meicirculaire bekend gemaakt en zal leidend zijn bij het opstellen van de begroting. De overheadkosten voor het personeel dat gedetacheerd wordt, wordt meegenomen in de subsidieaanvraag van Stichting MENS voor 2015. Indien er in de toekomst besloten zal worden dat medewerkers in dienst komen van de Stichting Mens (op zijn vroegst in 2016) dient er dan een uitgebreid personeelstraject opgestart te worden, bijvoorbeeld om te kijken waar de verschillen in beide CAO‟s liggen. 23 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT 3.4 Communicatie Voor het project is een communicatieplan opgesteld. Belangrijke onderdelen hierin zijn de kernboodschap voor de verschillende doelgroepen en de communicatiekalender. De kernboodschap is de rode draad binnen alle communicatie-uitingen en sluit aan bij de verschillende doelgroepen. In de communicatiekalender is op basis van de mijlpalen in het project De Kanteling ingevuld welke communicatieacties moeten worden uitgevoerd per doelgroep. De kalender is een dynamisch document dat steeds gedetailleerder wordt naarmate er meer mijlpalen in het project bekend zijn. De communicatie over het project De Kanteling wordt in principe tot 1 januari 2015 door de gemeente gedaan volgens dit communicatieplan. Daarna neemt de Stichting MENS het over. Op onderdelen binnen het project De Kanteling kan in de tussentijd de communicatie al door Stichting MENS gedaan worden, bijvoorbeeld over het team MENS op Maat. Hierover vindt afstemming plaats tussen de gemeente en Stichting MENS. De afzender van de boodschap wordt ook aangegeven in de communicatiekalender. De belangrijkste mijlpaal is op dit moment het bekend maken van de nieuwe organisatievorm en het presenteren van het MENS op Maat team in de samenleving. Het gehele communicatieplan is opgenomen in bijlage 5 Communicatieplan 24 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT 4 Vervolgaanpak Na besluitvorming door het college kan de ontwerpfase worden afgerond en gestart worden met de voorbereidingsfase. In de voorbereidingsfase zal een implementatieplan worden opgesteld waarbij aan de orde komt: Personeel en overgang: Het doorlopen van de stappen voor het overgaan van het personeel waaronder het vaststellen van de nieuwe functieprofielen en het vaststellen van de belangstellingsregistratie - Naar aanleiding van de invulling van de formatie het scholingsplan voor het team op maat maken en uitvoeren. - Verder proefdraaien met het nieuwe Team en de nieuwe werkwijze ICT De ICT ondersteuning verder invullen zodanig dat de Front en Back Office per 1 januari 2015 over eenzelfde systeem kunnen beschikken. Hierbij dient ook het klantvolgsysteem betrokken te worden en dient de formatie voor de applicatiebeheerder voor de Front Office bepaald te worden. Begroting Het uitwerken van de begroting voor de overheveling van de taken en het personeel. In de uitwerking komt aan de orde: - inrichtings- en opstartkosten van het nieuwe team (extra werkplekken, communicatie van de nieuwe werkwijze) scholingskosten voor het nieuwe team nieuwe ICT ondersteuning (in combinatie met de andere transities) uitbreiding formatie Voor de uitvoering van deze WMO taken is geld beschikbaar via het budget uitvoeringskosten van de transitie Wmo van het gemeentefonds. Het budget hiervoor wordt in de meicirculaire bekend gemaakt en zal leidend zijn bij het opstellen van de begroting 25 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT Bijlage 1 Front- en Backoffice Onderstaand wordt schematisch in concept weergegeven waar de verschillende taakvelden worden uitgevoerd. Het schema is met name gericht op de behandeling van complexere WMO vragen. De taken van de front-office bij de intake zijn breder dan alleen onderstaande. Een exacte uitwerking hiervan is opgenomen in de bijlage met de beschrijving van de werkwijze. Daarnaast zijn er ook diverse ondersteunende taken die niet in dit concept zijn opgenomen, zoals het functioneel beheer, bieden van management informatie en bijvoorbeeld de taak van financieel consulent. Front-Office: Stappen 1. Aanmelding (kort) 2. Gesprek (kort of lang) 3. Gespreksverslag 4. Vervolg 26 Taak 1. Administratief (NAW-gegevens). 2. Juridisch (melding van de vraag) 3. Beleidsmatig voor St.MENS en de gemeente (hoeveel meldingen en uit welke wijk) 1. Duidelijkheid over de geuite vraag (bijv. HH) 2. Vraag achter de vraag (bijv. eenzaamheid) 3. Situatie op andere leefgebieden ivm de doelen WMO 4. Eigen kracht/inzet sociaal netwerk 5. Ondersteuningsbehoefte: algemene voorziening/ maatwerkvoorziening. 6. Integrale aanpak (contact leggen met PHO etc.) 1. Inhoudelijk: vastleggen van de vraag, de behoefte en het ondersteuningsarrangwement wat samen met de klant is ontwikkeld. Een onderdeel daarvan kan een WMO voorziening zijn. Opgesteld door professional en ondertekend door burger. 2. Juridisch (ivm vervolg, maatwerkvoorziening) 3. Beleidsmatig voor St. MENS/gemeente: naar welke (algemene) voorzieningen vraag is/moeten ontwikkeld worden. 1. Toeleiding naar algemene voorziening. 2. Toeleiding naar onbetaalde (informele) zorg 3. Toeleiding naar betaalde (formele) zorg. (Naar indicatie; cliënt stuurt getekend gespreksverslag door naar backoffice). RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT Uitvoering kort/simpel (NAW- gegevens en de ondersteuningsvraag Huisbezoek (lang) of telefonisch (kort) a.d.h.v. een vaste „vragenlijst‟. De vragenlijst is een hulpmiddel voor het gesprek en voor het verslag 1. De geuite ondersteuningsvraag; 2. De ondersteunings- vraag n.a.v. gesprek. 3. De eigen mogelijkheden van de inwoner. 4. De ondersteuning- behoefte 5. Algemeen toegankelijke voorziening 6. Maatwerkvoorziening Resultaat is een ondersteuningsarrangement waarmee de klant voldoende geholpen is. Back-Office: Stappen 5. Indicatie 6. Toewijzing maatwerkvoorziening Taak 1. Toegang tot de WMO-voorzieningen op basis van het gespreksverslag; Uitvoering 1. Korte indicatie 2. Indicatie lang (met inzet van med.advies) 2. Beschikking afgeven. Gevolgen Front- en Back-Office voor functieprofielen en personele bezetting Bij het opzetten van een Front- en Back-Office wordt het uitgangspunt gehanteerd dat de Front-Office onder aansturing van de Stichting MENS komt. De Back-Office blijft bij de gemeente. Dit betekent dat een aantal taken die nu bij de gemeente uitgevoerd worden binnen het WMO loket geheel of gedeeltelijk onder aansturing komen van de Stichting MENS. Om grip te krijgen op deze overgang van taken is van belang inzicht te hebben in: - Welke taken er nu bestaan (functieprofielen en fte) - Welke taken in de toekomst nodig zijn (vertalen in functieprofielen en fte) - De uitgangspunten en randvoorwaarden van de overgang van taken van gemeente naar de stichting - Het proces van overgang van taken van gemeente naar de stichting. Uitgangspunten en randvoorwaarden van de overgang van taken Uitgangspunten: - De Front-Office is belast met het voeren van de gesprekken bij de burger thuis of, als het kan, telefonisch en het uitwerken van de gespreksverslagen. - De Back-Office stelt de indicatie voor de WMO-voorziening op basis van het gespreksverslag, stelt de beschikking op, en zorgt dat de WMO-voorziening wordt afgeleverd. - Het streven is om het overhevelen van front-office taken naar de stichting MENS per 1 januari 2015 te laten plaatsvinden. - Mens volgt werk. 27 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT 28 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT Bijlage 2 Samenwerking met de ketenpartners Ketenpartners van het Team MENS op Maat Het project Kanteling kent een aantal deeltrajecten. Deeltraject 2 gaat over de samenwerking met de ketenpartners. Volgens het projectplan leidt dit deeltraject tot het volgende product: Een plan voor hoe de diverse instellingen met elkaar gaan samenwerken, hoe de toegang tot de zorg geregeld gaat worden en een doorkijk naar de toekomst MEE, Amw, huisartsenpraktijken, CJG. (projectplan Kanteling vastgesteld 3 december 2013.) In deeltraject 1 is de organisatie, samenstelling en werkwijze van team MENS op Maat beschreven. De voorliggende notitie beschrijft de samenwerking van het team MENS op Maat met de ketenpartners en de acties die nodig zijn om de samenwerking te verbeteren en te borgen. Omschrijving ketenpartners De organisaties met wie het team MENS op Maat nauw samenwerkt om de vragen van de klant zo goed mogelijk te kunnen beantwoorden. Rollen Ketenpartners 1. Leveranciers van klantvragen en signalen Huisartsen MENS ( servicecentra – huisbezoeken- vrijwilligersprojecten- steunpunt mantelzorg) Casemanagers dementie Maatschappelijk werk GGZ instellingen Instelling gehandicaptenzorg Thuiszorg Netwerk 18 plus 2. Leveranciers van expertise tijdens het proces van gespreksvoering door MoM Aanbieders van aanvullende expertise zoals informatie, advies en clientondersteuning als het gaat om speciale en/ of nieuwe doelgroepen die onder verantwoordelijkheid van de gemeente komen met ingang van de nieuwe Wmo 2015 ( Jeugd, mensen met een verstandelijk en/ of lichamelijke handicap of mensen met een psychische stoornis) 3. Leveranciers van informele zorg Vrijwilligersorganisaties MENS, team mens met elkaar MENS / VIA MENS/ steunpunt mantelzorg 4. Leveranciers 29 MENS : boodschappenplusbus, tafeltje dekje, RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT algemene collectieve / en voorzieningen Aanbieders sociale alarmering, maaltijdenservice, dagopvang , huisbezoek 75 plus 5 Leveranciers van geïndiceerde maatwerkvoorzieningen Aanbieders huishoudelijke hulp Aanbieders individuele begeleiding Aanbieders dagbesteding Aanbieders respijtzorg 6. Doorverwijzen naar gespecialiseerde zorg/ ondersteuning (AWBZ,zorg of ZVW) Gespecialiseerde zorg , ondersteuning, behandeling, verpleging en verzorging (onder anderen AMW, INDIGO, Altrecht, Kwintes, Ziderus, Reinaerde, MEE, Thuiszorg- begeleiding VITRAS, De Bilthuysen –Cordaan Bemoeizorg Kwintes ) 1. Leveranciers van klantvragen en signalen Klantvragen en signalen komen via diverse kanalen binnen. Via het netwerk 18 plus en andere samenwerkingsvormen bestaan er in de praktijk korte lijnen met de diverse organisaties. MENS MENS is een ketenpartner van team MENS op Maat. MENS is leverancier van klantvragen ( wijkservicecentra , huisbezoeken 75 plus, steunpunt mantelzorg) en tevens leverancier van informele zorg, algemene en individuele voorzieningen ( clientondersteuning, versterking eigen kracht, ondersteuning mantelzorger, faciliteren bij de inzet van vrijwilligers, en het activeren van mensen om vrijwilliger te worden). Veel vragen zullen binnen gaan komen en in de toekomst “afgevangen” gaan worden op de frontOffice van MENS. Via de huisbezoeken 75 plus worden veel signalen doorgezet naar team MENS op Maat. Er wordt bij de meest klantvragen ingezet op activering, versterking van eigen kracht en sociaal netwerk, of toeleiding naar een collectieve voorziening. Deze zaken zijn belegd bij MENS. De expertise van vrijwilligers, mantelzorg en versterking van sociaal netwerk zit bij MENS en team MENS op Maat zal dan ook korte lijnen hebben met deze „diensten‟ van MENS. Actie: niet nodig binnen project Kanteling, is een organisatie- vraagstuk binnen MENS. Huisartsen De huisarts is de poortwachter in de gezondheidszorg en als zodanig een ‟ leverancier „ van klantvragen voor het team MENS op Maat. Tevens is de huisarts degenen naar wie het team MENS op Maat zal doorverwijzen, als leverancier van de medische en verpleegkundige zorg. Actie : De samenwerking met de huisartsen moet verder worden vormgegeven. Stand van zaken: Team MENS op maat werkt nauw samen met de praktijkverpleegkundige ouderen van stichting gezondheidscentra De Bilt en zitten samen onder een dak op de HvE. Op dit moment is gezondheidscentrum De Bilt met drie praktijkverpleegkundigen ouderen betrokken bij de samenwerking. Indien er patiënten bij andere huisartsenpraktijk zijn, dan neemt team MENS op Maat (indien nodig) contact op met betreffende huisarts/ pvk en wordt de nieuwe werkwijze uitgelegd. Ander huisartsenpraktijken moeten op de hoogte worden gesteld. De adviseurs van het team MENS op Maat gaan van start met een rondje langs alle huisartspraktijken om hun werkwijze uit te leggen en afspraken te maken over informatie-uitwisseling. 2. Expertise team MENS op Maat tijdens de gespreksvoering De Adviseurs team MENS op Maat beschikken over algemene en brede kennis van (cliënt)ondersteuning. Op dit moment bestaat het team uit een Wmo-indicatie-adviseur en twee adviseurs WWZ. De meer specifiek kennis van doelgroepen moet worden betrokken bij de ketenpartners. Daarvoor consulteren zij nu de professionals van o.a. CJG, AMW, Kwintes, 30 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT Altrecht, MEE, praktijkverpleegkundige ouderen, casemanagers dementie en de consulenten mantelzorgondersteuning. Voor specifieke doelgroepen ( gehandicapten, GGZ, dementie) zal het team meer gestructureerd de expertise betrekken bij de instellingen die over de expertise beschikken. Het team MENS op maat zal gebruik maken van de kennis die aanwezig is bij deze instellingen. Dit kan door afspraken over samenwerking- inhuur- detachering. Wellicht moet deze expertise in het team worden ingebouwd. Team MENS op Maat zal meer en meer te maken krijgen met vragen van mensen met een handicap en ggz. Deze expertise moet in het team worden ingebouwd dan wel makkelijk ingevlogen kunnen worden. Dat kan door een functionaris van MEE toe te voegen aan het team. Actie 1: Wie: Stand van zaken: Actie 2 : Wie: Expertise mensen met een handicap en GGZ problematiek inbouwen binnen team MENS op Maat MENS Gesprekken met MEE zijn gestart. MEE heeft een contactpersoon voor team mens op maat beschikbaar. Nu is afgesproken dat een MEE functionaris kan worden ingevlogen, samen met een medewerker van het team MENS op MAAT een huisbezoek doet en een tijdje mee oploopt met de cliënt. MEE kan dit ook voor GGZ. Bij ingewikkelde problematiek die hun expertise te boven gaat moet Altrecht geconsulteerd kunnen worden. Hierover zijn nog geen gesprekken gevoerd. Mogelijke constructie kan zijn deze expertise te leveren is Altrecht wellicht via fact-team op consultatieve basis. Expertise toevoegen aan team MENS OP MAAT Het voorstel is om een functionaris Algemeen maatschappelijk werk toe te voegen aan het team. Er moet een plan komen om een of meer Amw-ers in dienst van MENS te nemen, of te detacheren. MENS, gemeente, AMW 3. Leveranciers informele zorg Informele zorg wordt geboden door diverse instanties. MENS is zelf leverancier van informele zorg. Vanuit het Team MOM lopen er korte lijnen Acties: geen 4. Leveranciers algemene voorzieningen Voor de algemene voorzieningen is geen beschikking nodig en volstaat veelal een lichte toets. Het team MENS op Maat kan daarvoor doorverwijzen naar de bestaande algemene voorzieningen die geleverd worden door MENS- huisbezoeken 75 plus en andere partners ( sociale alarmering, dagactiviteiten) Acties: geen actie nodig binnen project Kanteling. Wel aandacht voor goede sociale kaart en korte lijnen. 5. Leveranciers geïndiceerde maatwerkvoorzieningen De samenwerking met deze organisaties is aan de orde zodra HH of WMO- zorg is geïndiceerd. Van belang is te weten wie de geïndiceerde zorg gaat leveren. Geen verder actie nodig binnen het project De kanteling 6. Doorverwijzing naar gespecialiseerde zorg en ondersteuning Voor de meer gespecialiseerde zorg en ondersteuning die geleverd wordt vanuit AWBZ en ZVW wordt vanuit het team MOM in het Netwerk 18+ met deze partners samengewerkt. Actie: geen. Wellicht kan het netwerk worden uitgebouwd naar sociale wijkteams. 31 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT Bijlage 3 Formatieberekening Formatieberekening zorgloket Gemeente De Bilt samen met de formatie FrontOffice Wonen/Welzijn/Zorgadviseurs. Er is een overzicht gemaakt voor de berekening van benodigde FTE voor de bemensing van de Front-Office en de Backoffice (Gemeente/WWZ-adviseurs/nieuwe taken AWBZ) op basis van de huidige aantallen aanvragen 2013 (Wmo en WWZ), gegevens Victis (AWBZ gegevens) en de gegevens van het BMC formatieonderzoek 2011. Als aandachtspunt moeten worden opgemerkt dat in deze berekening rekening is gehouden met de transitie AWBZ en de verschuiving van taken die hierbij op de gemeente af komen. Voor wat betreft het aantal te verwachte meldingen nieuwe taken AWBZ geldt dat hier een aanname is gedaan gebaseerd op gegevens van Viktis. In de formatieberekening worden uren geraamd voor “de meewerkend voorman”. Wij gaan hier uit van de bestaande situatie bij MENS. Op dit moment worden er 8 uur per week ingezet voor ondersteunende taken en functioneel leidinggeven. Hoewel de bezetting van het team toeneemt, wordt er vanuit gegaan dat 8 uur per week functioneel leidinggeven voldoende moet zijn om het team Mens op Maat aan te sturen. ICT is een onderdeel van het project “de Kanteling”. Over de daadwerkelijke invulling van de ICT is nog geen besluit genomen. We gaan er voor nu vanuit dat de bestaande applicatie GWS wordt uitgerold naar Mens. Of dit mogelijk is en hoe dit moet gaan plaatsvinden zal het komend half jaar duidelijk moeten worden. Afhankelijk van de uitkomst van dit onderzoek ICT zal ook duidelijk worden hoeveel en hoeveel uur beheer voor de applicatie nodig is. Vooralsnog is er geen formatie voor de applicatiebeheer opgenomen. Afgesproken is dat de Front-Office “schoon” over gaat naar Mens. Dit wil zeggen dat de er geen achterstand in het aantal meldingen is. Op dit moment is er een wel een achterstand zowel in het aantal meldingen als in de afhandeling van aanvragen en aanpassingen. Om schoon over te gaan is het noodzakelijk om de formatie van het huidig zorgloket op te plussen. Ook gezien de noodzakelijke scholing voor de nieuwe taken AWBZ en de implementatietijd voor het opzetten van de Front-Office en de BackOffice is extra formatie nodig. Niet opplussen betekent het in stand houden van achterstanden. Vanaf 01 januari 2015 zal er gewerkt gaan worden met een Front-Office en een BackOffice. Dit betekent het aanpassen van bestaande werkprocessen, het creëren van nieuwe werkwijzen, het eigen maken van de nieuwe taken overgekomen uit de AWBZ en belangrijk het bijhouden van de bestaande werkvoorraden. Om te voorkomen dat er in het eerste jaar (2015) achterstanden ontstaan is het noodzakelijk om in te zetten op extra FTE. Deze inzet betreft zowel de Front-Office als de Back-Office. De eerder benoemde FTE voor de “schoon over actie” kan in 2015 verder worden ingezet. Het verdient door de voorkeur om tijdelijk per 01-07-2014 een fulltime allround consulent Wmo aan te nemen voor 1½ jaar. d.d. 26-05-2014 Tolinda de Vries Marita Meulmeester. 32 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT 33 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT Aantal aanvragen 2013 Benodig de uren. FTE Administratief medewerker 1650 825 0,57 FO Wordt uitgevoerd door “team MENS op Maat”. 1000 3500 2,45 FO De complexe aanvragen Wmo zullen in het team MENS op Maat worden behandeld en daar waar nodig “warm” worden overgedragen naar de ketenpartners. 650 325 0,23 FO FRONTOFFICE MENS. BO/ FO Min. Inboeken aanvraag Aanmaken dossier Plannen huisbezoeken Telefoon beantwoorden overige voorkomende werkzaamheden. Huisbezoek Gespreksverslag schrijven Extra klantcontact. Doorverwijzen naar de ketenpartners.. Functioneel leidinggevende taken 30 210 30 Bestaande taken van het Team “Mens op Maat” (8 uur per week) 0,22 4250 Totaal Front Office 3,47* FTE *Uitgangspunt formatie: -Gemeente = 1 FTE 1425 uur (uitgangspunt voor deze berekening) Bij de berekening is alleen rekening gehouden met de directe uren (=1425 uur) Een full-time medewerker werkt 1872 uur op jaarbasis. Het verschil tussen 1872 en 1425 uur (=447) zijn indirecte uren die ingezet moeten/kunnen worden voor o.a. verlof, studiedagen, bijwonen van externe bijeenkomsten, vergaderingen ect. 34 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT BACK-OFFICE GEMEENTE Aantal aanvragen 2013 Benodigd e uren. FTE BO/FO Opstellen rapportage 60 Opstellen van rapportage naar aanleiding van gespreksverslagen. 750 750 BO Beschikking 30 Besluit door de gemeente. 750 375 BO Opstellen pve 60 Voor woningaanpassingen of complexe rolstoelen. 150 150 BO Opvragen extern advies of offertes Extra cliëntcontact 30 Indien van toepassing 250 125 BO 15 Gemiddeld 15 minuten 1000 250 BO Administratieve afhandeling van eenvoudige (herhaling)aanvrag en. Mutaties 45 Inclusief enkelvoudige beëindigingen, pasjes uitgeven, geen indicatie nodig. 1000 750 BO 10 NAW gegevens aanpassen, wisseling zorgaanbieder. 300 50 BO Heronderzoeken Wmo 60 Periodiek navragen bij klanten of voorzieningen nog adequaat zijn. N.B.: kan soms telefonisch/administratie, soms meer werk. 150 150 BO Afhandelen van gehandicapten Parkeerkaarten/ plaatsen 120 Aanvragen van adviezenschrijven van rapportage en beschikkingen uitzetten van tellingen 200 400 BO 35 per cliënt. Beantwoorden van vragen bv over voortgang. Veronderstelt wordt dat de behoefte aan extra cliëntcontact per aanvraag verschilt. Vaak zal het niet nodig zijn, terwijl soms 15 minuten niet voldoende is. RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT PGB Aanvullend op „normale aanvraag‟ 90 Inclusief tweejaarlijkse controles. Gaat over naar de SVB - Jaaractiviteit per cliënt 15 Doorgeven aan CAK, rapporteren aan cliënt. Gaat over naar de SVB - Kwaliteit Toetsen van elke beschikking Kwalitatief beheer van de BO Beroep en Bezwaar 8 Beroep en Bezwaar uitgebreid 375 50 Verweerschrift, zitting bijwonen. 50 Totaal formatie BO Applicatiebeheer (aparte functie.) 36 Onderhouden van de applicatie en het genereren van managementsrapportages RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT 10 BO 230 BO 320 BO 3560 2.5 FTE 700 0,5 FTE Bijlage 4 Personele consequenties Randvoorwaarden Kanteling WMO Het college heeft opdracht gegeven te onderzoeken hoe de gehele toegang en toeleiding van de WMO-zorg vorm moet krijgen. Aangezien er sprake is van een onderzoek waarbij gedacht wordt aan het privatiseren van taken dient rekening gehouden te worden met het volgende. Onderzoek (artikel 1.3 Sociaal Statuut) Als onze gemeente het voornemen heeft om een organisatiewijziging te onderzoeken, worden het betrokken personeel, de Ondernemingsraad (OR), de commissie voor Georganiseerd Overleg (het GO) in een vroeg stadium geïnformeerd. De OR maakt zijn mening kenbaar over het onderzoek. Het personeel, de OR en het GO worden op de hoogte gehouden van de vorderingen van het onderzoek. De rapportage van dit onderzoek wordt ter kennisgeving gestuurd naar de OR en het GO. OR Adviesrecht Op grond van artikel 25 van de Wet op de Ondernemingsraden dient aan de OR advies gevraagd te worden over het overhevelen van een aantal taken van de WMO . Er is nl. sprake van overdracht van zeggenschap over een onderdeel van de onderneming, het beëindigen van de werkzaamheden, een belangrijke inkrimping of andere wijziging van de onderneming. Privatisering Indien het college besluit om een deel van de werkzaamheden van het taakveld WMO/Zorgloket af te stoten aan een private partij dient bij de voorbereiding van het besluit rekening gehouden te worden met een organisatiewijziging met “personele gevolgen”. Als gevolg hiervan zal het GO en de OR (adviesrecht) hier in gekend moeten worden. Werking Sociaal Statuut (artikel 1:2 Sociaal Statuut) Op grond van artikel 1:2 van het Sociaal Statuut 2012 -2016 van onze gemeente is het Sociaal Statuut niet van toepassing als er sprake is van ingrijpende personele gevolgen voor minder dan 5 fte. Als dat het geval is dan is het Sociaal Statuut niet van toepassing en valt de besluitvorming over de personele gevolgen binnen de bevoegdheid van het managementteam. Het managementteam zal - op basis van de rechtspositieregeling (en in de geest van het Sociaal Statuut) van onze gemeente - handelen. Personele gevolgen In hoofdstuk 3 van het Sociaal Statuut wordt aangegeven hoe - bij privatisering en/of een publiekrechterlijke taakoverheveling – omgegaan dient te worden met het personeel. Het managementteam zal in de geest van dit hoofdstuk handelen. Bij het knippen van functies, het overhevelen van taken, functies en personeel naar de stichting MENS zal het managementteam in de geest van dit hoofdstuk handelen (o.a. rechtspositievergelijking, het opstellen van een Sociaal plan, enz.). 37 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT Bijlage 5 Communicatieplan Deze bijlage wordt bij de definitieve besluitvorming toegevoegd. 38 RAPPORT PROJECT DE KANTELING 2014, GEMEENTE DE BILT
© Copyright 2025 ExpyDoc