Ktr. Amsterdam 31 januari 2014, ECLI NL RBAMS 2014 621

ECLI:NL:RBAMS:2014:621
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
31-01-2014
Datum publicatie
17-02-2014
Zaaknummer
EA 13-1354
Rechtsgebieden
Civiel recht
Bijzondere kenmerken
Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie
Ontbindingsverzoeken van 14 werknemers. Wens van de werkgever te reorganiseren, de vaste
werknemers te ontslaan en zzp-ers daarvoor in de plaats in te huren.
Niet gebleken dat arbeidsplaatsen komen te vervallen of sprake is van een economische noodzaak.
Afwijzing verzoeken.
Vindplaatsen
Rechtspraak.nl
Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
AFDELING PRIVAATRECHT – TEAM KANTON
Kenmerk : EA 13-1354
Datum : 31 januari 2014
245
Beschikking van de kantonrechter te Amsterdam op het verzoek van:
de besloten vennootschap DUTCH STEIGERS B.V.
gevestigd te Amsterdam
verzoekster, nader te noemen Dutch Steigers
gemachtigde: mr. A.J.C. van Gurp
t e g e n:
[verweerder]
wonende te [woonplaats]
verweerder
gemachtigde: mr. M.D. Melkert (CNV Vakmensen).
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Dutch Steigers heeft op 19 november 2013 een verzoek ingediend dat strekt tot ontbinding van de
tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst. Verweerder heeft op 31 december 2013 een
verweerschrift ingediend. Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 7 januari 2014, tezamen
met nog acht andere door Dutch Steigers ingediende verzoeken tot ontbinding van de
arbeidsovereenkomst. Dutch Steigers heeft voorafgaand aan de zitting nog een nadere toelichting en
producties ingediend.
Dutch Steigers is verschenen bij [naam 1], vergezeld van de gemachtigde en [naam 2]. Verweerder is
verschenen, vergezeld van zijn gemachtigde. Partijen hebben ter zitting hun standpunten nader
toegelicht, Dutch Steigers aan de hand van een pleitnota, en vragen van de kantonrechter
beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt, welke aan het dossier zijn toegevoegd.
Daarna is beschikking bepaald op heden.
BEOORDELING VAN HET VERZOEK
1.
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
1.1.
Verweerder, thans [leeftijd] jaar oud, is sedert [datum 1] in dienst van Dutch Steigers, laatstelijk als
steigerbouwer. Het salaris bedraagt € 2.385,60 bruto per vier weken exclusief vakantiegeld en
overige emolumenten.
1.2.
Dutch Steigers Holding N.V. (verder: Holding) is 100% aandeelhouder van Dutch Steigers en van
zustermaatschappij Dutch Steigers Service B.V. (verder: Service). Dutch Steigers Beheer N.V. (verder:
Beheer) bezit al het steigermateriaal en verhuurt dat aan Dutch Steigers, die dat weer doorverhuurt.
1.3.
De aandeelhouders van Beheer zijn dezelfde personen als die van Holding. Verder bestaat er geen
formele vennootschapsrechtelijke relatie tussen Beheer en Holding. Beheer noch Holding of Service
heeft zelf personeel in dienst.
1.4.
In 2012 zijn de dienstverbanden met zes of zeven medewerkers van Dutch Steigers beëindigd. Per
[datum 2] is een magazijnmedewerker uit dienst gegaan.
1.5.
Thans zijn er bij Dutch Steigers 19 medewerkers in dienst, waaronder acht steigerbouwers, twee
magazijnmedewerkers, twee uitvoerders, een chef magazijn en een hoofd boekhouding. Dutch
Steigers heeft inclusief het onderhavige voor 14 medewerkers een ontbindingsverzoek ingediend,
waarvan er uiteindelijk vijf zijn ingetrokken omdat met hen een regeling is getroffen. Er zijn daarbij
vergoedingen overeengekomen. Over de hoogte van deze vergoedingen heeft Dutch Steigers zich
niet willen uitlaten.
1.6.
Voor de volgende medewerkers van Dutch Steigers is geen ontbinding verzocht: [naam 1] (directie),
[naam 3] (manager), [naam 4] (magazijnmedewerker), [naam 5] (projectadministratie) en [naam 6]
(chauffeur).
1.7.
Na de indiening van het verzoek is verweerder uit zijn functie gehaald en te werk gesteld in het
magazijn.
Verzoek
2.
Dutch Steigers verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen in de
zin van een verandering in de omstandigheden van zodanige aard dat de arbeidsovereenkomst
tussen partijen billijkheidshalve dadelijk behoort te eindigen. Daartoe stelt Dutch Steigers - kort
gezegd - dat in 2013 voor het zoveelste jaar op rij verlies is geleden. Dat maken de cijfers tot en met
30 september 2013 duidelijk. Als “bouw gerelateerd” bedrijf voelt Dutch Steigers de crisis extra sterk.
Zonder verregaande maatregelen zal 2013 een zeer groot verliesgevend jaar worden. Inmiddels is
een situatie ontstaan die niet langer aanvaardbaar is en ook niet meer te dragen is door de
vennootschap. Alleen door op de personeelskosten te besparen en het aantal personeelsleden terug
te brengen, ziet Dutch Steigers nog mogelijkheden om vanaf het boekjaar 2014 weer uit het dal te
kruipen en hopelijk dat jaar met een neutraal resultaat af te sluiten.
3.
Al eerder zijn arbeidsplaatsen bij Dutch Steigers komen te vervallen. Dutch Steigers heeft zoveel
mogelijk geprobeerd om verdere ontslagen te voorkomen, maar gezien de cijfers valt er niet aan te
ontkomen dat thans nog 14 medewerkers voor ontslag worden voorgedragen. Dutch Steigers heeft
daarbij waar nodig het afspiegelingsbeginsel gehanteerd met als peildatum 1 november 2013. De
noodzaak voor de reorganisatie is voor de medewerkers klip en klaar.
4.
Dutch Steigers heeft besloten onder andere de functie steigerbouwer te laten vervallen. Dat betreft
de functie van verweerder. De functie is onderling niet uitwisselbaar, zodat verweerder voor ontslag
in aanmerking komt. Er zijn geen mogelijkheden tot herplaatsing gelet op de slechte financiële
situatie en er zijn evenmin andere passende werkzaamheden voorhanden of ruimte om nieuwe
functies te creëren.
5.
In haar later ingediende toelichting heeft Dutch Steigers nog opgemerkt dat zij de steigerbouwactiviteiten niet staakt, maar dat zij zich meer wil gaan richten op het verhuren van steigers, waarvoor zij
geen steigerbouwers nodig heeft. Dutch Steigers wil daarnaast scherper gaan inspelen op bepaalde
steigerbouwprojecten, om een betere marge te kunnen behalen. Dutch Steigers zal dan ZZP-ers
inzetten. De kosten staan dan op voorhand vast, zodat Dutch Steigers een (hogere) marge creëert en
daarmee haar bestaansrecht. Dutch Steigers voldoet daarmee aan de uitvoeringsinstructie van UWV
Werkbedrijf voor het uitbesteden van werk aan ZZP-ers.
6.
Aangezien Dutch Steigers per 30 september 2013 een negatief eigen vermogen heeft van € 550.637,, wat nog verder zal oplopen, doet Dutch Steigers een beroep op de habe-nichts exceptie. Er is geen
ruimte voor enige vergoeding. Wel staat Dutch Steigers er niet afwijzend tegenover om de betrokken
medewerkers na het einde van de arbeidsovereenkomst als ZZP-er in voorkomende gevallen werk
aan te bieden.
Verweer
7.
Verweerder betwist dat er gewichtige redenen voor ontbinding zijn in de door Dutch Steigers
bedoelde zin en verzet zich tegen de gevraagde ontbinding. Verweerder verzoekt voor het geval de
arbeidsover-eenkomst toch zal worden ontbonden hem een vergoeding van € 6.977,50 bruto ten
laste van Dutch Steigers toe te kennen en om rekening te houden met de fictieve opzegtermijn.
8.
Verweerder voert allereerst aan dat in februari 2012 voor een deel van de medewerkers waarvoor nu
ontbinding wordt gevraagd, ontslagvergunningen zijn aangevraagd bij het UWV. Die heeft de vergunningen toen niet verleend, omdat – kort samengevat – de gestelde werkvermindering onvoldoende
aannemelijk was gemaakt. Verder was het UWV uiterst kritisch over het feit dat Dutch Steigers
besloten had het werk uit te besteden aan ZZP-ers.
9.
Voorts voert verweerder – kort gezegd – aan dat (ook thans) de slechte bedrijfseconomische
omstandigheden niet aannemelijk zijn gemaakt. Zo ontbreekt een toelichting op het gebied van
omzet, prognoses, onderhandenwerk en winstmarges in combinatie met de omzetdaling en
werkvermin-dering. Daarnaast wordt veel verdiend aan verhuur en verkoop van steigermateriaal,
maar gaan de winsten hiervan naar Beheer, terwijl de kosten in Dutch Steigers blijven. Dat is een
kunstmatige scheiding van geldstromen waardoor het lijkt alsof Dutch Steigers in de rode cijfers zit.
Dutch Steigers vaart bewust een koers om zich op een goedkope manier van zijn personeel te
ontdoen en vervolgens uitsluitend met ZZP-ers, onderaannemers en uitzendkrachten te gaan
werken. Zo blijkt niet op welke wijze het ontslagcriterium is gehanteerd, waarbij ook de in de
onderneming werkzame ZZP-ers of flexibele krachten zijn betrokken.
10.
Volgens verweerder zijn de steigerbouwers, sinds is verteld dat ze ontslagen zouden worden, alleen
nog in het magazijn te werk gesteld. De tientallen ZZP-ers en enkele uitzendkrachten doen nu het
werk. De uitzendkrachten, die sinds 2013 worden ingehuurd, zijn veel duurder dan vast personeel.
Dat blijkt uit de cijfers en van een kostenbesparing is volgens verweerder dan ook geen sprake. Er zijn
inmiddels collega’s met een financiële regeling vertrokken en onlangs is aan twee werknemers nog
een beëindigingsvergoeding aangeboden. Mocht er ontbinding volgen, dan maakt verweerder ook
daarom aanspraak op een vergoeding.
11.
Verweerder stelt daarbij nog dat hij dreigt op oneigenlijke wijze te worden ontslagen, terwijl hij een
hypotheek en twee jonge kinderen heeft. Verweerder heeft een groot belang bij behoud van zijn
werk.
Beoordeling
12.
Dutch Steigers heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst gebaseerd op de grond
dat sprake is van een verandering van omstandigheden, gevormd door bedrijfseconomische
omstandigheden, welke bestaan uit een dalende omzet gedurende de laatste drie jaar en een
negatief bedrijfsresultaat over 2013 (tot en met september 2013). Ter illustratie heeft Dutch Steigers
jaarcijfers overgelegd en gesteld dat zij bij onveranderd beleid op een faillissement afstevent.
13.
Allereerst wordt geoordeeld dat uit de ingebrachte stukken niet de conclusie valt te trekken dat er
sprake is van een dusdanige ernstige financiële situatie dat een faillissement dreigt. Noch de dalende
omzet van de afgelopen drie jaar, noch het resultaat tot en met september 2013 noopt tot die
gevolgtrekking. Uit de ingebrachte financiële stukken blijkt wel dat er al goed op de kosten wordt
gelet en dat dit reeds vruchten afwerpt; de bedrijfskosten zijn bijna gehalveerd.
14.
Voorts wordt geoordeeld dat het Dutch Steigers als ondernemer vrijstaat haar onderneming naar
eigen inzichten in te richten, ook als dat betekent dat werkzaamheden komen te vervallen en
arbeids-plaatsen verloren gaan. Dat behoort tot de beleidsvrijheid van Dutch Steigers. In onderhavig
geval echter, is niet gebleken dàt er werkzaamheden of arbeidsplaatsen, waaronder die van
verweerder, zijn of zullen komen te vervallen. Dutch Steigers heeft in haar toelichting gesteld dat zij
wel activiteiten met betrekking tot de steigerbouw blijft doen, maar dat zij dit op andere wijze dan
voorheen, namelijk op projectmatige basis, wil vorm geven. Dat impliceert niet noodzakelijkerwijs
dat (onder meer) de arbeidsplaats van verweerder is of komt te vervallen. Integendeel, het is niet
goed denkbaar dat de projectmatige bouw van steigers kan plaatsvinden zonder transport of de open afbouw van steigers. Dutch Steigers heeft verder geen informatie, zoals bijvoorbeeld een
bedrijfsplan, verstrekt over hoe zij haar bedrijf dan anders zou willen inrichten.
15.
Voor zover Dutch Steigers bedoelt dat zij in verband met een noodzakelijk geachte verdere kostenreductie genoodzaakt is alle arbeidsplaatsen van de steigerbouwers te laten vervallen, wordt overwogen dat om te komen tot vermindering van de personeelskosten Dutch Steigers (eerst of ook)
andere maatregelen ten dienste staan, zoals het niet meer inzetten van de flexibele krachten (als de
uitzendkrachten en de ZZP-ers: de zogenaamde flexibele schil) en/of het juist flexibel inzetten van de
vaste krachten. Dutch Steigers heeft niet ontkend dat thans reeds ZZP-ers voor de werkzaamheden
van de steigerbouwers worden ingezet, terwijl de steigerbouwers zelf (al dan niet in verband met
deze procedure) in het magazijn te werk zijn gesteld. Dat dergelijke maatregelen niet tot het
gewenste resultaat van Dutch Steigers kunnen leiden of zelfs maar in overweging zijn genomen, is
niet gesteld.
16.
Nog daargelaten dat de kantonrechter niet is gebonden aan een uitvoeringsinstructie van het UWV
Werkbedrijf, voldoet Dutch Steigers met haar verzoek ook niet aan die instructie op het gebied van
het uitbesteden van werk. Het lijkt hier niet te gaan om het uitbesteden van werk aan echte
zelfstandigen maar eerder om het inwisselen van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd van
medewerkers voor opdrachtovereenkomsten met (deels dezelfde) medewerkers, functionerend als
(schijn-) zelfstandigen met maar één opdrachtgever. In die situatie zal - naar de kantonrechter mag
hopen - ook het UWV Werkbedrijf geen ontslagvergunning verlenen.
17.
Het voorgaande impliceert dat niet is komen vast te staan dat er sprake is van een verandering van
omstandigheden, op grond waarvan de arbeidsovereenkomst tussen partijen billijkheidshalve dient
te worden ontbonden. Het verzoek van Dutch Steigers wordt dan ook afgewezen.
18.
Aan beoordeling van de gegrondheid van het verzoek van verweerder om toekenning van een
vergoeding komt de kantonrechter, gelet op het hiervoor overwogene, niet toe.
19.
Gelet op de afloop van het geding wordt Dutch Steigers veroordeeld in de proceskosten gevallen aan
de zijde van verweerder.
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst het verzoek af;
veroordeelt Dutch Steigers in de proceskosten aan de zijde van verweerder gevallen, te stellen op
€ 545,00 aan salaris van zijn gemachtigde, voor zover verschuldigd, inclusief btw.
Aldus gegeven door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 31 januari
2014 in aanwezigheid van de griffier.