Download - SWV Noord

Schoolondersteuningsprofiel
2014
Adriaan Roland Holstschool
te Bergen
1. Inleiding
Passend onderwijs is de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben, wordt georganiseerd. Het gaat om zowel lichte als zware vormen van ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een
speciale school.
Onderscheiden worden de basisondersteuning en extra ondersteuning.
Basisondersteuning is door het samenwerkingsverband afgesproken ondersteuning die een school aan
alle leerlingen moet kunnen bieden.
Het samenwerkingsverband van scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs in Noord-Kennemerland
geeft scholen ook de beschikking over ondersteuningsmiddelen waarmee zij extra ondersteuning op
maat kunnen inzetten. Een school kan deze extra middelen gebruiken om de basisondersteuning verder te verbreden met expertise vanuit de school zelf of met expertise van buitenaf. Extra ondersteuning kan licht en kortdurend van aard zijn, maar ook zwaar en langdurig en plaatsvinden binnen of buiten de school.
Het schoolondersteuningsprofiel is als het ware een foto van de stand van zaken en bevat tevens de
ambities van de school. Het biedt het ouders de mogelijkheid om per school te beoordelen of het ondersteuningsniveau van een school past bij wat hun kind nodig heeft.
Het schoolondersteuningsprofiel is een beknopt document: voor meer informatie kan worden gekeken
in het schoolplan of het zorgplan van de school of op ‘Vensters voor Verantwoording’. Deze laatste
website is een project van de VO-raad waarbij allerlei cijfermatige informatie over scholen voor voortgezet onderwijs, afkomstig van de onderwijsinspectie en van de scholen zelf, verzameld en gevisualiseerd wordt in één systeem.
Het schoolondersteuningsprofiel is tot stand gekomen op basis van een format van het Samenwerkingsverband VO en is door de school verder ingevuld. De medezeggenschapsraad van de school heeft
directie en team daarbij geadviseerd.
Alle in dit schoolondersteuningsprofiel genoemde websites en documenten zijn te bereiken via de website van de school.
2. Algemene informatie
In dit hoofdstuk worden de contactgegevens van de school en de kengetallen van de leerlingpopulatie
weergegeven. Ook wordt kort weergegeven wat de school als haar opdracht ziet, vooral in het kader
van passend onderwijs: de onderwijsvisie.
2.1
Contactgegevens
Naam
Type school
Adres
Telefoon
E-mail
Website
2.2
Adriaan Roland Holstschool
Vmbo-t / Havo / Vwo
Loudelsweg 38, 1861 TG Bergen NH
072 - 589 72 19
[email protected]
www.arh.nl
Onderwijsvisie en visie op ondersteuning
De Stichting voor Voortgezet Vrijeschoolonderwijs in Noord-Holland richt zich in haar onderwijs
op de Vrije School pedagogiek, gebaseerd op de pedagogisch-didactische inzichten van Rudolf
Steiner.
In 1919 schreef Rudolf Steiner dat je in het onderwijs niet moet uitgaan van de hedendaagse
maatschappij bij het bepalen van de lesstof, maar dat je uit zou moeten gaan van wat in de
2
Schoolondersteuningsprofiel Adriaan Roland Holstschool, 2014
leerlingen ontwikkeld kan worden. Alleen daardoor kan de maatschappij voortdurend vernieuwd worden op basis van de idealen van de opeenvolgende generaties.
Deze zienswijze bevat de kern van de missie van de Adriaan Roland Holstschool: leerlingen van
12 tot 19 jaar zo naar hun volwassenheid toe begeleiden, dat zij als vrij denkende, voelende en
strevende mensen hun bijdrage aan de maatschappij vorm kunnen gaan geven, op basis van
hun eigen idealen.
Samengevat: ‘Worden wie je bent’.
Het ideaal is: de leerling verlaat de vrije school met een passend diploma, met veel sociale bagage en een gezond oordeelsvermogen. Daarbij heeft de leerling een gelukkige schooltijd gehad
waarin hij gestimuleerd is zijn talenten optimaal te ontplooien.
De school heeft aandacht gehad voor de innerlijke ontwikkeling van de leerling. Het gaat daarbij om hoofd, hart en handen. Door die innerlijke ontwikkeling kan de leerling in de maatschappij van betekenis zijn.
Kernpunten zijn:







De school is een inspirerende omgeving: leraren inspireren, er is een veilig schoolomgeving,
de leerling is zichzelf en voelt zich uitgedaagd.
De school geeft Kunstzinnig onderwijs: leraren geven betekenisvolle lessen met aandacht
voor de vraag wat de leerling nodig heeft om zich verder te ontwikkelen en de leraar heeft
een voorbeeldfunctie.
De school stimuleert de wilsontwikkeling: de school biedt ambachtelijk onderwijs (denk
daarbij aan smeden, houtbewerking), de leerling wordt geconfronteerd met zijn grenzen,
zijn weerstanden en zijn antipathieën en moet zich daarmee uiteenzetten en de leerling
leert in figuurlijke zin de handen uit de mouwen te steken
De school geeft ruimte aan cognitieve ontwikkeling: kennis vergaren is een belangrijk doel
voor elke school, leerlingen verlaten de school met het bij hen passende diploma.
De school is een ontmoetingsplaats voor het sociale: door de ontmoeting ontwikkelt de
leerling zijn eigen sociale bewustzijn, leerlingen helpen elkaar en hebben oog voor wat de
ander nodig heeft.
De school is een lerende omgeving: door voortdurend bezig te zijn met de eigen ontwikkeling, ontwikkelen alle betrokkenen bij de vrijeschool elkaar, ook de leraar leert, net als de
leerling.
De school stimuleert het oordeelsvermogen: de leerling wordt aangemoedigd een genuanceerd oordeelsvermogen te ontwikkelen, op basis waarvan hij tot innerlijk vrij en zelfstandig handelen kan komen.
Visie op ondersteuning
De kracht van de school is het veilige, sociale klimaat. Het is een echte cultuurschool, een minisamenleving. Docenten en leerlingen hebben een informele omgangsnorm. Leerlingen en docenten stellen zich kwetsbaar op, door euritmie, koor, traditionele spelen. Leerlingen laten elkaar in elkaars waarde. Leerlingen die extra zorg behoeven moeten, om succesvol te zijn op de
Adriaan Roland Holstschool, zich kunnen verbinden met de manier van werken die op een vrijeschool gebruikelijk is. Leerlingen en ouders moeten primair voor het vrijeschoolonderwijs kiezen en niet voor de school kiezen omdat het een kleine school betreft. De ervaring is dat dit
slecht uitwerkt.
Acting-out gedrag, externaliserende problemen, dat is gedrag dat de school niet kan hanteren.
Deze leerlingen vallen buiten de groepsnorm en zetten zichzelf buitenspel. Agressie wordt niet
getolereerd.
De school wil eventuele problemen van diverse aard vroegtijdig signaleren en leerlingen ondersteuning bieden, daar waar dat nodig is. Hierbij is het uitgangspunt dat de leerlingen zoveel
mogelijk deel uit blijft maken van de gemeenschap die de school als geheel vormt. Daar waar
de zorg de mogelijkheden van de school overstijgt, zoekt de school in overleg met de ouders
contact met zorginstellingen buiten de school.
De school heeft qua gebouw en leerlingpopulatie wel enkele beperkingen ten aanzien van de
ondersteuningsmogelijkheden:
3
Schoolondersteuningsprofiel Adriaan Roland Holstschool, 2014


2.3
Het gebouw is sterk verouderd. Er is geen mogelijkheid om een drempelloze school te
bouwen. Er is geen werkende lift. Leerlingen met een rolstoel kunnen daarom niet worden
opgevangen. Daarnaast is het onderwijs gehuisvest op vier locaties in de gemeente Bergen.
Mobiliteit is daarom een vereiste.
Leerlingen met externaliserend probleemgedrag: gedrag dat naar buiten, op anderen is gericht. De Adriaan Roland Holstschool kent in de leerlingondersteuning historisch meer wat
stillere naar binnen gekeerde leerlingen. De ervaring leert dat deze groep leerlingen niet
goed matcht met de huidige schoolpopulatie.
Kengetallen leerlingpopulatie
Hieronder worden de belangrijkste kengetallen van de school weergegeven. Meer specifieke informatie is te vinden op Vensters voor Verantwoording. 1
Aantal leerlingen
per 1/10
Verwijzing naar
SVO
Leerlingen met
REC-indicatie
Leerlingen met
dyslexieverklaring
2010-2011
499
0
12
83
2011-2012
550
0
12
90
2012-2013
625
0
13
92
Onderwijsresultaten
Slaagpercentage 2012-2013
Onderwijssoort Plus
Aantal deelnemers Aantal geslaagden
Percentage geslaagden
vmbo-(g)t
43
41
95,3 %
havo
41
40
97,6 %
vwo
20
18
90,0 %
Slaagpercentage drie meest recente schooljaren
1
www.venstersvoorverantwoording.nl
4
Schoolondersteuningsprofiel Adriaan Roland Holstschool, 2014
Doorstroom van leerlingen in de onderbouw en bovenbouw 2011-2012
Vervolgopleiding oud-leerlingen
2011-2012 | vmbo-(g)t
Landelijk gemiddelde
VO
MBO
Overig
2011-2012 | havo
Landelijk gemiddelde
VO
HBO
Overig
2011-2012 | vwo
Landelijk gemiddelde
HBO
WO
Overig
5
Schoolondersteuningsprofiel Adriaan Roland Holstschool, 2014
3. Basisondersteuning
3.1
Inleiding
Op de scholen voor regulier voortgezet onderwijs in Noord-Kennemerland wordt een schematisch overzicht van aspecten van basisondersteuning gehanteerd.
U vindt dit overzicht in bijlage 1.
Basisondersteuning kenmerkt zich door het nauwgezet volgen van de ontwikkeling van de leerlingen en een intensief intern overleg daarover. Basisondersteuning is geen vast gegeven: scholen zijn en blijven in ontwikkeling en de inhoud van de basisondersteuning zal dan ook regelmatig worden aangepast.
Voor alle scholen geldt dat het onderwijs wordt zoveel mogelijk wordt afgestemd op de onderwijs- en ontwikkelingsbehoeften van de leerling en waar nodig wordt extra tijd en aandacht aan
de individuele leerling geschonken. Indien nodig biedt de school een scala aan ondersteuningsmogelijkheden en hulpmaterialen en onderhoudt zij - waar nodig - actief werkrelaties met
externe deskundigen.
De scholen ontwikkelen zich daarbij voortdurend en besteden veel aandacht aan de professionalisering van de medewerkers.
3.2
Basisondersteuningsprofiel
De Adriaan Roland Holstschool heeft recent in kaart gebracht hoe zij staat ten opzichte van het
gewenste niveau van basisondersteuning met behulp van het genoemde overzicht van de basisondersteuning. De uitkomst van deze analyse is als bijlage bij dit schoolondersteuningsprofiel
gevoegd. (bijlage 1)
Uit de analyse blijkt dat de school nog ontwikkeling behoeft in de opbouw en vormgeving van
de basisondersteuning.
Het is van belang duidelijk te maken dat de school basis- en extra ondersteuning alleen waar
kan maken binnen de grenzen van de mogelijkheden van de school en haar externe partners. In
voorkomende gevallen zal de school hierover met de ouders communiceren en deze - voor zover
mogelijk en aanwezig – wijzen op alternatieve ondersteuningsmogelijkheden.
3.3
Onderwijsondersteuningsstructuur
De school onderscheidt dan 1e-, 2e- en 3e-lijnsondersteuning.
Uitgangspunt is dat de leerling zoveel mogelijk wordt opgevangen in de eigen groep door de eigen vakdocent en mentor: de 1e-lijns ondersteuning.
Indien deze ondersteuning niet voldoende is, worden de interne deskundigen ingeschakeld: de
2e-lijns ondersteuning. In het zorgteam wordt besproken welke specifieke ondersteuning leerlingen nodig hebben. De school biedt deze ondersteuning meestal zelf maar verwijst ook door
naar zorgpartners buiten de school.
Indien de school vermoedt de ondersteuning niet (geheel) zelf te kunnen bieden, vindt doorverwijzing plaats naar het zorgadviesteam, het ZAT. Dit is een multidisciplinair overleg waarin
externe deskundigen participeren. (3e-lijns ondersteuning)
Schematisch ziet de ondersteuningsstructuur van de school er als volgt uit:
6
Schoolondersteuningsprofiel Adriaan Roland Holstschool, 2014
Interne deskundigen
e
2 -lijns ondersteuning
e
3 -lijns ondersteuning
(zie overzicht onder het
schema)
Externe
deskundigen
en
instellingen
Zorg Advies Team (ZAT)
Interne en externe deskundigen
Leerling
Zorgteam
1e-lijns ondersteuning
Mentoren
Vakdocenten
Coördinator Middenbouw
Toelichting op de niveaus van ondersteuning
Niveau
1e-lijns
ondersteuning
2e-lijns
ondersteuning
Ondersteuningsmogelijkheden
 De eerste lijn betreft medewerkers van school die in hun primaire
taakstelling lesgeven of die een brede taakstelling hebben, maar in die
taakstelling te maken hebben met leerlingondersteuning om zo de
primaire taak goed te laten verlopen.
 Het betreft de vakdocent, de mentor en de coördinator middenbouw.
 De mentor is de spil. Hij bepaalt of hij zelf de benodigde ondersteuning
kan bieden, collega’s raadpleegt of de coördinator om advies vraagt. Er
kan besloten worden de teamvergadering te raadplegen.
 Gaat de ondersteuning de draadkracht en de competentie van de mentor te boven, dan meldt hij de zorg bij het zorgteam: de 2 e-lijns ondersteuning wordt dan ingeschakeld.
 Het is de mentor die ouders informeert over de lopende acties en uitkomsten binnen de school als hieronder beschreven.
 De eerst aangewezen contactpersoon voor ouders is - als er zorgen zijn
- dan ook de mentor. In veel gevallen zal de mentor de zorgen weg
kunnen nemen of de vraag kunnen beantwoorden.
 De tweede lijn betreft medewerkers die specifieke taken hebben in de
leerling-zorg.
 Het betreft de zorgcoördinator, remedial teacher, vertrouwenspersoon, leerlingbegeleider en ambulant begeleider.
7
Schoolondersteuningsprofiel Adriaan Roland Holstschool, 2014
3e-lijns
ondersteuning




Als het probleem van dien aard is, dat het niet binnen de school kan
worden opgevangen, wordt advies ingewonnen bij externe instanties:
de 3e lijn.
Advisering door of verwijzing naar externe instanties loopt via het
zorgadviesteam (ZAT).
In het ZAT worden leerlingen met een gerichte hulpvraag ingebracht
en voorgelegd aan externe hulpverleners die in het ZAQT participeren.
Dit levert ofwel een advies op waarmee de school intern tot een oplossing van de problematiek kan komen, ofwel een doorverwijzing naar
buitenschoolse hulpverleningsinstanties.
Het PCL beschikt over de diensten van een schoolpsycholoog, inzetbaar voor diagnostiek en advies.
Ondersteuningsdeskundigen
Voor het begeleiden en ondersteunen van de leerlingen heeft de Adriaan Roland Holstschool
een aantal gespecialiseerde medewerkers in dienst. Enkelen zijn reeds genoemd in het bovenstaande schema, hieronder een overzicht met een korte aanduiding van de taken en verantwoordelijkheden. Een uitgebreide beschrijving is te vinden in het zorgbeleidsplan van de school,
te vinden via de website.
Ook het zorgteam en het zorgadviesteam worden hieronder nader beschreven.







Mentor: in het kader van de ondersteuning bewaakt de mentor de studievoortgang en de
sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling, hij signaleert, onderneemt actie, stelt zo
nodig een handelingsplan op, informeert alle betrokkenen en bewaakt het groepsproces.
Eventueel brengt hij een leerling in bij het zorgteam.
Zorgcoördinator: coördineert de werkzaamheden in het kader van de leerlingbegeleiding
en ondersteuningsactiviteiten.
Decaan: de decaan helpt de leerlingen bij het kiezen van een schooltype, een profiel en
een vervolgstudie of beroep.
Remedial teacher: screent, begeleidt leerlingen bij leerachterstanden, leerproblemen of
dyslexie en adviseert vakdocenten, mentoren en coördinatoren.
Leerlingbegeleider: deze begeleiden in samenwerking met de mentor leerlingen en ondersteunen docenten bij de aanpak van problemen.
Vertrouwenspersonen: Als een leerling zich niet veilig voelt kan hij contact opnemen met
zijn mentor of met de vertrouwenspersonen.
Verzuimcoördinator: beoordeelt rechtmatigheid van verzuim en onderneemt eventueel actie.
Trainingen
De school biedt de volgende trainingen aan leerlingen die dat nodig hebben:


Faalangstreductietraining.
Rots en Water: dit is een weerbaarheidsprogramma waarbij weerbaarheid binnen een breder pedagogisch perspectief wordt geplaatst. Er worden fysieke, mentale en sociale vaardigheden ontwikkeld, waarbinnen de thema's solidariteit, innerlijke kracht en richting een
centrale rol kunnen vervullen. In groepsgesprekken is er ruimte voor zelfreflectie en het
maken van korte opdrachten.
Zorgteams
Zorgteam
Het zorgteam, samengesteld uit medewerkers van de school, kijkt welke ondersteuning door de
vakdocent is gegeven. Als de ondersteuningsbehoefte van de leerling de draagkracht en de
competentie van de vakdocent te boven gaat, neemt het zorgteam de ondersteuning over. Het
zorgteam bestaat uit de zorgcoördinator, de leerlingbegeleider en de schoolmaatschappelijk
werker.
8
Schoolondersteuningsprofiel Adriaan Roland Holstschool, 2014
Het zorgteam bekijkt of het probleem binnen de mogelijkheden van de school valt of dat er
specialistische hulp nodig is Indien de ondersteuning binnen de school geboden kan worden,
handelt het zorgteam dit af
Is er specialistische hulp nodig dan wordt met ouders/verzorgers overlegd over een vervolg.
Ouders geven zo nodig toestemming voor het inschakelen van gespecialiseerde hulp.
Het zorgteam kan ook besluiten de hulpvraag voor te leggen aan het zorgadviesteam. (ZAT)
Bij ondersteuning intern worden de leerlingbegeleider, remedial teacher, zorgcoördinator, coordinator, mentor en/of docenten ingeschakeld. Bij externe ondersteuning worden bijvoorbeeld schoolmaatschappelijk werk betrokken of adviseren we ouders om een externe psycholoog te betrekken. Het zorgteam volgt de gebeurtenissen en handelt op advies van externe
hulp.
Zorgadviesteam (ZAT)
Het zorgadviesteam bestaat uit acht personen:








Rector.
Zorgcoördinator.
Leerlingbegeleider.
Leerplichtambtenaar.
Schoolarts.
Vertegenwoordiger van de (jeugd)politie.
Vertegenwoordiger van het schoolmaatschappelijk werk van Bureau Jeugdzorg.
Vertegenwoordiger van het schoolmaatschappelijk werk van ‘de Wering’
Het ZAT komt 5 keer per jaar bijeen. De bijeenkomsten worden voorgezeten door de schoolleider, de zorgcoördinator functioneert als secretaris. Er zijn afspraken met GGD, bureau Jeugdzorg, leerplicht en politie over inzet en deelname aan het ZAT.
De school beschikt over een privacyreglement waarin regels zijn uitgewerkt met betrekking tot
de verwerking van persoonsgegevens binnen de school en in het ZAT.
De voornaamste doelstellingen van het ZAT zijn:



Bijdragen aan oplossingen voor problemen/hulpvragen van leerlingen.
Tijdig realiseren van passende hulp of ondersteuning..
Zorgen voor afstemming en samenhang in hulp en zorg.
2010-2011
2011-2012
2012-2013
Aantal leerlingen besproken in het ZAT
9
13
15
Externe deskundigen en instellingen, waarmee de school naast de bij het ZAT genoemde organisaties, samenwerkt, zijn:





GGZ.
Gedragpunt (v/h REC-4)
Ambulante begeleiders REC-1 en -2..
Samenwerkingsverband VO/VSO Noord-Kennemerland
Het Samenwerkingsverband beheert twee bovenschoolse voorzieningen, het Orthopedagogisch en didactisch centrum (opdc) en Keerpunt.
Het Orthopedagogisch en Didactisch Centrum (opdc) richt zich vooral op vmbo-leerlingen,
die gebruik maken van Leerweg Ondersteunend Onderwijs. (lwoo)
Keerpunt is voor leerlingen, van wie vermoed wordt dat een Rec-4 plaatsing noodzakelijk is
en voor leerlingen die tijdelijk een andere plaats nodig hebben (doel is dan terugplaatsing
op een school voor regulier onderwijs).
9
Schoolondersteuningsprofiel Adriaan Roland Holstschool, 2014




eSKeeb: biedt een passend onderwijs-arrangement aan. Hoe dit arrangement er uit komt
te zien voor een leerling, wordt bepaald tijdens het intakegesprek. Het onderwijs wordt
gegeven in klein groepsverband op de locatie Keerpunt.
Gastleerlingschap bij een collega-school uit het samenwerkingsverband.
Permanente Commissie Leerlingenzorg-breed (PCL-breed)
De PCL-breed heeft als voornaamste doelstelling de optimalisering van de zorgstructuur
van de aangesloten VO-scholen, beleidsontwikkeling ter voorkoming van voortijdige
schooluitval en het bereiken van een netwerk van zorg met ketenpartners
PCL-smal: de PCL-smal is een besluitvorming- en advieslichaam. Besluitvorming vindt plaats
over toekenning ondersteuningsgelden van het samenwerkingsverband (Regionaal Budget)
aan scholen, toeleiding tot de reboundvoorzieningen. Verder wordt geadviseerd over gevallen van dreigende of manifeste schooluitval, ernstige handelingsverlegenheid van een
school, zij-instroom in het opdc, bemiddeling bij gastleerlingschap en bij leerlingen die RECprocedures moeten doorlopen.
In de schoolgids en het zorgbeleidsplan van de school is meer informatie over het bovenstaande
te vinden.
3.4
Planmatig werken
In principe komt elke leerling in aanmerking voor de ondersteuning die hij/zij nodig heeft indien
de ondersteuningsvraag past binnen het schoolondersteuningsprofiel. De hulpvraag van de
leerling is de basis van het plan.
De ondersteuningsvraag wordt geformuleerd door de school in samenwerking met de leerling
en de ouders. De ondersteuningsvraag moet zijn onderbouwd. Bij leerlingen met dyslexie/
dyscalculie wordt bijvoorbeeld een officiële verklaring verlangd. Na overleg met ouders en leerling beslist de school uiteindelijk over de inzet van de ondersteuning.
Individuele handelingsplannen worden in ieder geval gemaakt voor:

Alle Lwoo-leerlingen
Lwoo-leerlingen participeren zoveel als mogelijk in het reguliere proces. Voor het vmbo
probeert de school de klas klein te houden (circa 24 leerlingen). In de kunstvakken wordt
de groep kleiner (18 leerlingen gemiddeld). Voor lwoo-leerlingen proberen de school
maatwerk te leveren: geen stempel maar gerichte interventies waar nodig.

Leerlingbegeleiding
Leerlingen van wie de schoolloopbaan of het persoonlijk welbevinden in het geding is en
die zonder interventie vastlopen, worden – indien de problematiek daartoe aanleiding
geeft - opgenomen in de leerlingbegeleiding. Voor deze leerlingen worden handelingsplannen opgesteld door de leerlingbegeleider in overleg met de zorgcoördinator.

Leerlingen die in het zorgadviesteam worden besproken
Alle leerlingen, die risico lopen ten aanzien van hun studievoortgang (o.a. uitval/afstroom
of met een ondersteuningsbehoefte die de mogelijkheden van de docent en mentor - 1elijns ondersteuning - te boven gaat), worden structureel in het zorgadviesteam besproken.
Voor deze leerlingen wordt een plan van aanpak opgezet, dat wil zeggen: er wordt bepaald
welke stappen wenselijk zijn. Zo nodig wordt een individueel handelingsplan opgesteld.
In het zorgadviesteam wordt afgesproken wie het plan van aanpak opstelt en wat de inhoud ervan dient te zijn. Hierbij wordt ook de verdere procedure vastgelegd.
Voor de genoemde groepen worden handelingsplannen opgesteld in directe relatie tot de vastgestelde ondersteuningsbehoefte(en). Zie onderstaand schema.
Alle informatie betreffende de handelingsplannen wordt bijgehouden in het schooladministratie-leerlingvolgsysteem (Lvs): Magister. Op deze wijze kunnen de ontwikkelingen door alle be-
10
Schoolondersteuningsprofiel Adriaan Roland Holstschool, 2014
trokkenen nauwgezet worden gevolgd en is de benodigde informatie steeds direct bereikbaar
voor alle ondersteuners.
3.5
Basiskwaliteit van het onderwijs
De inspectie Voortgezet Onderwijs heeft de Adriaan Roland Holstschool het zogenaamde basisarrangement (basistoezicht) toegekend. Hiermee wordt uitgedrukt dat de kwaliteit van het geboden onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving in orde is.
Maar ook de school zelf hanteert tal van instrumenten om de kwaliteit van de school te borgen
en verder te optimaliseren:
Er wordt gekozen voor een PDCA cyclus als kwaliteitsinstrument. Dat wil zeggen dat jaarlijks deze cyclus doorlopen wordt; het beleidsplan en de schoolplannen hebben dus een PDCA cyclus.
PDCA-cyclus:
De stappen kunnen als volgt worden beschreven:




Plan: bedenken van een plan, het definiëren van meetpunten , normen en targets.
Do: plan uitvoeren, meetpunten analyseren en gebruiken voor actie en procesverbetering.
Check: het plan en uitvoering beoordelen, met elkaar praten over scores om de meetpunten en de analyses.
Act: het plan, de normen en targets bijstellen of de uitvoering bijsturen.
Een ander kwaliteitsinstrument is de zogeheten SWOT-analyse. Het betreft een sterktezwakteanalyse, een bedrijfskundig model dat intern de sterktes en zwaktes en in de omgeving
de kansen en bedreigingen analyseert; op basis hiervan worden vervolgens de strategie en beleid bepaald
Ten slotte de leerling- en oudertevredenheid over de school:
De leerlingen benadrukken de prettige sfeer en veiligheid binnen de school: deze worden zeer
hoog gewaardeerd. Dat geldt ook voor de wijze van begeleiding binnen de school en het onderlinge respect. De ouders onderstrepen dit in hun beoordelingen en benadrukken ook de duidelijke regelgeving. Gedetailleerde informatie is te vinden op Vensters voor Verantwoording. 2
2
www.venstersvoorverantwoording.nl
11
Schoolondersteuningsprofiel Adriaan Roland Holstschool, 2014
4. Extra ondersteuning
4.1 Inleiding
Het samenwerkingsverband geeft de scholen ook de beschikking over ondersteuningsmiddelen
waarmee zij naast de basisondersteuning voor leerlingen extra ondersteuning op maat kan inzetten.
De scholen kunnen deze extra middelen gebruiken om de basisondersteuning verder te verbreden met expertise vanuit de school zelf of met expertise van buitenaf. De scholen kunnen er ook
voor kiezen om de ondersteuningsmiddelen te gebruiken om een tijdelijke plaatsing op het speciaal onderwijs of het speciaal basisonderwijs in te kopen.
Deze extra ondersteuning werd voorheen bekostigd vanuit de zogenaamde ‘rugzakjes’, die op
korte termijn worden afgeschaft.
4.2 Arrangementen
De Adriaan Roland Holstschool kent in het kader van de extra ondersteuning het volgende arrangement:
Arrangement voor
Ondersteuning Op
Maat (OOM)
Doelgroep
Doelstellingen
Extra ondersteuning





Leerlingen die zonder interventies niet hun diploma kunnen halen.
Leerlingen die voorheen werden begeleid door een rugzakbegeleider.
Leerlingen met internaliserende gedragsproblematiek.
Leerlingen het diploma doen behalen dat past bij het basisschooladvies.
Leerlingen moeten zich veilig kunnen ontwikkelen tot jong volwassenen.
Voldoen aan de identiteitsdoelen: worden wie je bent…. en soms is
daar een duwtje in de rug voor nodig.
Leerlingen zo begeleiden dat de kans op succes op school zo groot
mogelijk wordt.
Ondersteuning op maat bieden met behulp van een handelingsplan, opgesteld in overleg met de ouders.
Voeren van gesprekken met leerlingen: coaching op gedrag.
Ondersteuning en advisering van docenten.
De leerlingen voelen zich veilig binnen de klas en de school.
De betrokken docenten en onderwijs ondersteunend personeel zijn
geïnformeerd en voeren (zo nodig) de handelingsadviezen met betrekking tot de leerlingen uit.
Signaleren wanneer meer ondersteuning en hulp nodig is en verwijzen.
RT-materiaal.
Trainingen op maat
Lokaal 13: een eigen lokaal, centraal gelegen in de school



Aanbieden van scholing aan docenten
Samenwerking met externe partners.
Ten behoeve van: scholing, training, intervisie.











Beschikbare materialen
Ruimtelijke
omgeving
Deskundigheid
Samenwerking met
externe instanties
12
Schoolondersteuningsprofiel Adriaan Roland Holstschool, 2014
5. Ambities
Het is de ambitie van de Adriaan Roland Holstschool om geheel te gaan voldoen aan de kwaliteitseisen, die aan de basisondersteuning, zoals weergegeven in bijlage 1, mogen worden gesteld.
Andere ambities in het kader van passend onderwijs zijn de volgende:


Leerlingen moeten hun eigenheid kunnen bewaren. Extra hulp bieden zonder stempel of label.
Het werk wordt zoveel mogelijk gedaan vanuit de eigen groep, de sociale context.
6. Afsluiting
Voor alle vragen, die tijdens het lezen van dit schoolondersteuningsprofiel bij u zijn gerezen, kunt u
zich wenden tot de school.
Overigens vindt u ook op de website van de school en in de vele documenten die u via de website gemakkelijk kunt bereiken, uitgebreide informatie over wat in deze notitie aan de orde is gesteld.
13
Schoolondersteuningsprofiel Adriaan Roland Holstschool, 2014
Bijlage 1
Overzicht basisondersteuning Adriaan Roland Holstschool
Vooropmerking
Indien in onderstaand schema het kruisje in de kolom ‘In ontwikkeling’ uiterst rechts is geplaatst, dan betekent dat dat de ontwikkeling reeds in een vergevorderd stadium is.
Aspecten
1. Beleid met betrekking tot passend onderwijs
a
De school heeft de intentie om leerlingen met een (extra) ondersteuningsbehoefte in principe aan te nemen, mits het ondersteuningsaanbod toereikend kan zijn
b
De school meet minimaal één keer per twee jaar de tevredenheid van leerlingen en ouders/verzorgers
c
De school bepaalt jaarlijks hoe de zorgmiddelen worden ingezet
d
De school evalueert jaarlijks het rendement van geboden ondersteuning en gebruikt de
conclusie als input voor het ondersteuningsbeleid
e
Middelen die toegekend zijn voor ondersteuning worden daarvoor ingezet
2. Passende begeleiding
a
De school brengt onderwijsbehoeften in kaart door het verzamelen van informatie uit
overdrachtsgegevens, warme overdracht en gesprek met de ouders
b
De school voorziet in op maat gemaakte onderwijsarrangementen voor leerlingen die dat
nodig hebben
c
De school werkt met (groeps)handelingsplannen met een vaste structuur
d
(Groeps)handelingsplannen bevatten handelingsgerichte, direct toepasbare adviezen
e
De school gaat altijd na welke opbrengsten handelingsplannen opleveren
f
De school beschikt over een goed functionerend leerling volg systeem (LVS) waarin de
ondersteuning wordt vastgelegd
g
Docenten en mentoren voeren leerlinggegevens m.b.t. onderwijsresultaten, sociaalemotionele ontwikkeling en andere relevante informatie structureel in in het LVS
h
Minimaal twee keer per jaar vinden leerlingbesprekingen plaats op basis van deze individuele informatie en m.b.t. groepssituaties
i
De school stelt de informatie over onderwijsbehoeften van leerlingen ter beschikking van
professionals, waarmee wordt samengewerkt.
j
De mentor stelt informatie over onderwijsbehoeften van leerlingen structureel beschikbaar
aan medewerkers van de school die hiervan op de hoogte dienen te zijn
k
De school besteedt structureel aandacht aan de competenties van docenten en begeleiders
in relatie tot de ondersteuningsproblematiek die speelt
l
De school beschikt over goed getrainde mentoren die in staat zijn adequaat te signaleren en
te interveniëren (binnen hun taakstelling)
m De school maakt gebruik van (eventueel externe)( specialisten als het gaat om extra ondersteuning
n
De school zet externe zorgpartners preventief in ten behoeve van een vroegtijdige signalering, zodat eerder lichte ondersteuning kan worden ingezet
o
Voor speciale onderwijsbehoeften schakelt de school zo nodig diagnostische expertise van
buiten de school in
3. Continuïteit van de passende begeleiding
a
De verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de ondersteuning is ondergebracht bij
één of meer functionarissen
b
Begeleidingsgegevens (al vanaf het BaO) worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem
c
De school participeert in de overgangsprocedures BaO/VO zoals afgesproken
d
De school participeert in de overgangsprocedures VO/MBO zoals afgesproken
e
De school heeft afspraken over hoe de ‘warme overdracht’ wordt vormgegeven vastgelegd
4. Basisondersteuning voorziet in opvang van leerlingen met een algemene hulpvraag
a
De school verzorgt leerwegondersteuning (LWO)
b
De school vangt leerlingen met een PRO-beschikking op in het VMBO met LWO
c
Inzetten LWOO-ondersteuningsmiddelen (verantwoording begroting/jaarverslag)
d
De school biedt leerwerktrajecten
Aspecten
3
4
In
ontwikkeling
Aanwezig
x
x
x
x
x
x
x
Nvt
Nvt
Nvt3
Nvt
x
x
x
x
x
x4
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Nvt
x
Nvt
In
Aanwezig
De school hanteert geen groepshandelingsplannen.
Dit is een taak van de zorgcoördinator.
14
Schoolondersteuningsprofiel Adriaan Roland Holstschool, 2014
e
f
g
h
5
a
b
c
d
De school beschikt over een onderwijsaanbod voor hoogbegaafden
De school werkt met het doorstartconvenant Samenwerkingsverband
De school biedt schoolloopbaan begeleiding
De school heeft een verzuimcoördinatie en -registratie
Differentiatie en competenties docenten
Mentoren zijn in staat te bepalen wanneer basisondersteuning niet meer toereikend is
Docenten kunnen reflecteren op eigen handelen en op grond van reflectie bijstellen
Docenten zijn in staat handelingsgerichte leerlingbesprekingen te voeren
Docenten zijn in staat handelingsgerichte gesprekken met leerlingen, ouders en collega’s te
voeren
e
Docenten betrekken ouders bij de onderwijsondersteuning
f
Docenten reageren op signalen van leerlingen en/of ouders door zelf actie te ondernemen
of door de signalen door te spelen
g
Docenten kunnen beperkingen van leerlingen vertalen in behoeften en daar de vereiste
ondersteuning aan koppelen
h
Docenten maken zo nodig aanpassingen in de lessen
i
Er wordt door de docenten tijdens de lessen gedifferentieerd op grond van:
. Docenten kunnen differentiëren naar tempo en niveau
. Speciale psychologische of sociaal-emotionele kenmerken
. Een meer of minder dan gemiddelde intelligentie
. Verschillende leerstijlen
j
Gedifferentieerde onderwijsprogramma’s zijn beschikbaar in het vakwerkplan
k
Onderwijsprogramma’s voor leerlingen met fysieke beperkingen:
. Goed ingerichte Elektronische Leer Omgeving (ELO)
. Aangepaste onderwijskundige leer- en hulpmiddelen
. Aangepast rooster
. Beperkte lokaalwisseling
. Ruimte voor verrichten van medische handelingen
6
Expertise op het gebied van deskundigheid, materialen en omgeving
a
Er is binnen de school een cultuur waarin professionaliteit met elkaar gedeeld wordt (intervisie)
b
Docenten kunnen extra aandacht besteden aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften
c
Het zorgteam/ondersteuningsteam heeft expertise in:
. Handelingsgericht werken
. Individueel ontwikkelingsperspectief
. Individuele leerlijnen
d
Er is een teamaanpak op gedrag in de klassen
e
Binnen school is kennis over onderwijszorgvoorzieningen in regio Samenwerkingsverband
f
Bekwaamheid/kennis van docenten wordt op peil gehouden voor wat betreft:
. Signaleren speciale onderwijsbehoeften voor leren en gedrag
. Kennis en aanpak dyslexie
. Kennis en aanpak dyscalculie
. Kennis en aanpak AD(H)D
. Kennis en aanpak ASS
. Kennis en aanpak faalangst
g
Binnen school is kennis over gedragsontwikkelingsstoornissen en gedragsproblemen
h
Binnen school is kennis over onderwijsachterstanden andere culturen
i
Er zijn programma’s gericht op vergroten van sociale vaardigheden
j
Er zijn programma’s gericht op vergroten van studievaardigheid
k
Beschikbare trainingen en andere ondersteuning
. Faalangst reductie training
. Weerbaarheidstraining/ assertiviteitstraining
. Dyslexie-ondersteuning (r.t.)
Aspecten
. Dyscalculie-ondersteuning (r.t.)
5
6
7
ontwikkeling
Nvt
Nvt
x
x5
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x6
x
x
Nee
x
Nee7
x
x
x
x
x
x
x
x
Nvt
x
x
x
x
x
x
Nvt
x
x
In
ontwikkeling
x
x
x
Aanwezig
x
Via de decaan.
Vooroverleg noodzakelijk of de wens tot de mogelijkheden van de school behoort.
Personeel van de school verricht geen medische handelingen.
15
Schoolondersteuningsprofiel Adriaan Roland Holstschool, 2014
l
m
n
o
p
7
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
8
a
b
c
d
8
9
10
11
12
13
14
. Inzet externe coaches (o.a. OPDC, REC, Keerpunt)
Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kunnen gebruik maken van een eigen plek
Er is voor mentoren en docenten tijd beschikbaar van het Zorgadviesteam (ZAT)
Leerlingen krijgen de gelegenheid elkaar te helpen
De school heeft expertise m.b.t. de volgende moeilijke doelgroepen:
. Leerlingen die voortdurend drugs gebruiken
. Leerlingen met een schoolfobie/ zware blokkade om op school te komen
. Leerlingen die een bedreiging zijn voor de veiligheid
. Leerlingen die blijven spijbelen
. Hoogbegaafde onderpresteerders
. Leerlingen in het Praktijkonderwijs met frequent optredende, ernstige gedragsproblemen
. Leerlingen met ASS (stoornis in het autistische spectrum) met een ondersteuningsbehoefte, waaraan het regulier onderwijs niet aan kan voldoen, maar die ook niet verwezen
kunnen worden naar het VSO omdat het onderwijsaanbod daar tekort schiet
De school heeft een werkend protocol voor medische handelingen
Samenwerking externen met betrekking tot ondersteuning en zorg
De school heeft een goed functionerend Zorg Advies Team (ZAT)
De doelstellingen van en de procedures rond het ZAT zijn voor alle medewerkers duidelijk
Het beleid rond het ZAT is vastgelegd in een beleidsdocument (zorgplan)
De school participeert in de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL)- POVO
De school participeert in het VMBO-MBO-overleg
De school participeert in het VO-MBO-project (betreft overdracht zorgdossier VO-MBO via
Intergrip)
De school maakt gebruik van VAVO
De school kent samenwerking met het HBO
De school kent samenwerking met de Universiteit
De school werkt samen met de voorzieningen van het samenwerkingsverband (OPDC, Keerpunt, Herstart/Op de Rails
De wijze van samenwerking met de ouders van leerlingen die extra zorg en ondersteuning
behoeven is beschreven
Ouders kunnen problemen m.b.t. de zorgplicht aankaarten bij de Medezeggenschapsraad:
procedures zijn opgenomen in het reglement van de MR
De school kent een klachtenprocedure
Arbitragezaken worden voorgelegd aan de geschillencommissie Passend Onderwijs, waarbij
het bestuur van de school is aangesloten
Veilige school
Er is een programma voor een veilig klimaat
De school heeft de volgende voorzieningen in het kader van een veilig schoolklimaat:
. Pestprotocol
. Vertrouwenspersoon
. Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld
. Er zijn gezamenlijke afspraken en gedragscodes voor docenten
. Verzuimprotocol
De school zorgt voor fysieke toegankelijkheid
De school is bereid om in verband met fysieke beperkingen aanpassingen te realiseren
Nee
Nvt
Nvt
x
Nee8
Nvt9
Nvt10
x
x
Nee
Nee
Nee
Nvt
Nee
Nee
Nee
Nee
Nvt
Nee
Nee
Nee11
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Nvt
Nvt12
x
x
x
Nee
Nee
x
x
x
x
x
Nee13
Nee14
De school beschikt niet over daarvoor geschikte aparte ruimtes.
Dit is de taak van de zorgcoördinator.
Er is geen systeem van tutoring.
Personeel van de school verricht geen medische handelingen, wel hulpverlening tot op BHV-niveau. (BHV = Bedrijfs Hulp Verlening).
Verloopt via de klachtenregeling van de school.
Het gebouw biedt daartoe geen mogelijkheden.
Idem.
16
Schoolondersteuningsprofiel Adriaan Roland Holstschool, 2014