en Examenregeling Masteropleiding Tandheelkunde 2014

Onderwijs- en Examenregeling
Masteropleiding Tandheelkunde
2014 – 2015
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Inhoudsopgave
Onderwijs- en Examenregeling...................................................................................... 1
Deel A: facultair deel ........................................................................................................... 7
1. Algemene bepalingen ....................................................................................................... 7
Artikel 1.1
Toepasselijkheid regeling
7
2. Vooropleiding en toelating ................................................................................................ 8
Artikel 2.1
Vooropleiding
8
Artikel 2.2
Aanmelding en inschrijving
8
Artikel 2.3
Facultaire toelatingscommissie
8
Artikel 2.4
Toelatingsprocedure
9
Artikel 2.5
Weigering of beëindiging inschrijving (iudicium abeundi)
9
3. Inrichting opleiding ............................................................................................................ 9
Artikel 3.1
Indeling studiejaar
9
Artikel 3.2
Inrichting van de opleiding
9
4. Tentaminering en examinering .......................................................................................... 9
Artikel 4.1
Intekening voor tentamens
9
Artikel 4.2
Vorm van tentaminering
10
Artikel 4.3
Mondelinge tentamens
10
Artikel 4.4
Vaststelling en bekendmaking van de uitslag
10
Artikel 4.5
Herkansing
10
Artikel 4.6
Cijfers
11
Artikel 4.7
Vrijstelling
11
Artikel 4.8
Geldigheidsduur resultaten
11
Artikel 4.9
Inzagerecht
11
Artikel 4.10 Nabespreking
11
Artikel 4.11 Masterexamen
12
Artikel 4.12 Getuigschrift en verklaring
12
Artikel 4.13 Fraude en plagiaat
12
5. Studiebegeleiding en studievoortgang .............................................................................12
Artikel 5.1
Studievoortgangadministratie en studiebegeleiding
12
Artikel 5.2
Aanpassingen ten behoeve van een student met een functiebeperking
12
6. Hardheidsclausule ...........................................................................................................13
7. Overgangs- en slotbepalingen .........................................................................................13
Artikel 7.1
Wijziging en periodieke beoordeling deel A
13
Artikel 7.2
Overgangsbepalingen
13
Artikel 7.3
Bekendmaking
13
Artikel 7.4
Inwerkingtreding
13
3
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Deel B: opleidingsspecifiek deel .......................................................................................15
1. Algemeen ........................................................................................................................15
Artikel 1.1
Gegevens opleiding
15
Artikel 1.2
Instroommoment
15
2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding. ...............................................................15
Artikel 2.1
Doelstelling opleiding
15
Artikel 2.2
Eindtermen
15
3. Nadere toelatingseisen ....................................................................................................23
Artikel 3.1
Toelatingseisen
23
Artikel 3.2
Schakelprogramma
23
Artikel 3.3
Beperkte opleidingscapaciteit
24
Artikel 3.4
Uiterste termijn aanmelding
24
Artikel 3.5
Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige masteropleidingen
24
4. Opbouw van het curriculum .............................................................................................24
Artikel 4.1
Samenstelling opleiding
24
Artikel 4.2
Verplichte onderwijseenheden zijn:
24
Artikel 4.3
Volgordelijkheid tentamens en ingangseisen
25
Artikel 4.4
Deelname aan praktische oefening en werkgroepbijeenkomsten
25
Artikel 4.4a Toegang tot het onderwijs en voorrangsregels
26
Artikel 4.5
Maximale vrijstelling
26
Artikel 4.6
Graad
26
5. Overgangs- en slotbepalingen .........................................................................................26
Artikel 5.1
Wijziging en periodieke beoordeling deel B
26
Artikel 5.2
Overgangsbepalingen
27
Artikel 5.3
Bekendmaking
27
Artikel 5.4
Inwerkingtreding
27
Onderwijs- en Examenprogramma ..............................................................................29
4
Ma1 Blok Afwijkingen van het kaakgewricht en speekselklieren
31
Ma1 Blok Diagnostiek en rehabilitatie
33
Ma1 Blok Functieherstel met uitneembare voorzieningen
35
Ma1 Blok Groei en ontwikkeling
36
Ma1 Blok Medische tandheelkundige interactie II
38
Ma1 Blok Mondziekten, kaakchirurgie en functionele anatomie
39
Ma1 Blok Pijn en trauma
41
Ma1 Blok Specifieke patiëntengroepen
42
Ma1 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, MA1
44
Ma1 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, KV MA1
46
Ma1 Lijn Functieherstel met uitneembare voorzieningen
48
Ma1 Professionaliteit en portfolio
50
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma2 Blok Voorbereiding wetenschappelijke scholing, MA2
52
Ma2 Lijn Diagnostiek en casuïstiek
53
Ma2 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, KV MA2
55
Ma2 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, onderdeel KWS
57
Ma2 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, OWP, MA2
59
Ma2 Lijn Functieherstel met behulp van implantologie en chirurgische parodontologie
62
Ma2 Lijn Functieherstel met behulp van orthodontische behandeling
64
Ma2 Lijn Pedodontologie
65
Ma2 Lijn Praktijkmanagement
67
Ma2 Lijn Stages
68
Ma2 Professionaliteit en portfolio MA2
69
Ma3 Blok Ziekenhuisstage
71
Ma3 Lijn Academische groepspraktijk
73
Ma3 Lijn Klinische profielen
75
Ma3 Lijn Professionaliteit en portfolio
77
Ma3 Lijn Stralingsbescherming
79
Ma3 Lijn Wetenschappelijke verdieping
80
Regels & Richtlijnen........................................................................................................81
1.
Toepassingsgebied
84
2.
Algemeen
84
3.
Samenstelling van de examencommissie
84
4.
Taken examencommissie
84
5.
Werkwijze van de examencommissie
85
6.
Intekening voor tentamens
85
7.
Voertaal bij het tentamen of examen
85
8.
Vragen en opgaven, stof en duur van de tentamens
86
9.
Kwaliteitsborging
86
10.
Orde tijdens de afname van schriftelijke examenonderdelen
86
11.
Hulpmiddelen; eten en drinken tijdens tentamen
86
12.
Surveillance bij tentamens
87
13.
Orde tijdens practica
87
14.
Registratie van de uitslag
87
15.
Examen
87
16.
Judicium
87
17.
Vrijstelling
88
18.
Afwijkingen van de reguliere programma’s
88
19.
Getuigschrift, cijferlijst en diplomasupplement
89
20.
Fraude bij examens en tentamens
89
21.
Procedure en Sancties
90
5
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
22.
Jaarverslag
91
23.
Maatstaven
91
24.
Wijzigingen van deze regels en richtlijnen
91
25.
Niet-voorziene gevallen / hardheidsclausule
91
26.
Inwerkingtreding
91
Bijlagen ..............................................................................................................................93
6
Bijlage A
Procedure aanvraag vrijstelling ACTA
93
Bijlage B
Regels en Richtlijnen preklinische toetsen
94
Bijlage C
Regels en Richtlijnen toetsen Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek
en Lijn academische groepspraktijk
96
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Deel A: facultair deel
1. Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Toepasselijkheid regeling
1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de masteropleiding
Tandheelkunde (hierna ook te noemen: de opleiding) die worden verzorgd aan de Faculteit der
Tandheelkunde van de Universiteit van Amsterdam en de Faculteit der Tandheelkunde van de
Vrije Universiteit Amsterdam, hierna te noemen ACTA.
2. Deze regeling bestaat uit een facultair (A) deel en een opleidingsspecifiek deel (B). Deel A
bevat algemene bepalingen en is van toepassing op het onderwijs en de examens van de
masteropleiding van de Faculteit der Tandheelkunde. Deel B bevat opleidingsspecifieke
bepalingen. Deel A en deel B samen vormen de onderwijs- en examenregeling van de
opleiding.
3. Deze regeling kan van overeenkomstige toepassing worden verklaard op de gezamenlijke
opleidingen en onderwijseenheden, bedoeld in artikel 7.3c WHW, die mede door de faculteit
worden verzorgd.
4. Deze regeling is van toepassing op een ieder die voor de opleiding is ingeschreven, ongeacht
het studiejaar, waarin de student voor het eerst voor de opleiding werd ingeschreven.
5. Deel B van deze onderwijs- en examenregeling kan voor de desbetreffende opleiding
aanvullende algemene bepalingen omvatten.
Artikel 1.2 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. EC (European Credit)
: een studiepunt met een studielast van 28 uren studie;
b. examen
: het masterexamen van de opleiding;
c. fraude en plagiaat
: het handelen of nalaten van een student waardoor een juist
oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of
gedeeltelijk onmogelijk wordt;
d. joint degree
: een graad die een instelling verleent, samen met een of meer
instellingen in binnen- of buitenland, nadat de student een
studieprogramma (een opleiding, afstudeerrichting of specifiek
programma binnen een opleiding) heeft doorlopen waarvoor
de samenwerkende instellingen samen verantwoordelijk zijn;
e. onderdeel
: een onderwijseenheid van de opleiding in de zin van de wet;
f. periode
: een deel van een semester;
g. praktische oefening
: het deelnemen aan een practicum of andere onderwijs
leeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde
(academische) vaardigheden. Voorbeelden van een
praktische oefening:
o het maken van een scriptie of thesis
o het uitvoeren van een onderzoekopdracht
o het behandelen van patiënten
o het deelnemen aan veldwerk of een excursie
o het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit die
gericht is op het verwerven van bepaalde vaardigheden of
o het doorlopen van een stage;
h. programma
: het totaal en de samenhang van de onderdelen, de
onderwijsvormen, de contacturen, de toets- en
tentamenvormen, de voorgeschreven literatuur;
i. scriptie
: een onderdeel dat bestaat uit literatuuronderzoek en/of een
bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek, in alle gevallen
leidend tot een schriftelijk verslag daarover;
7
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
j. SAP/SLcM
k. studiegids
l. studielast
m. studiejaar
n. tentamen
o. toelatingscommissie
p. universiteit
q. wet
r. opleidingsstatuut
: het Studenten Informatie Systeem;
: de gids van de opleiding die een nadere uitwerking van de
opleiding specifieke bepalingen en overige opleiding
specifieke informatie bevat. De studiegids is elektronisch
beschikbaar via www.acta.nl>studieweb>studiegids;
: de studielast van de onderwijseenheid waarop een tentamen
betrekking heeft, uitgedrukt in studiepunten = EC.
(De studielast van 1 jaar (1680 uur) is 60 studiepunten/EC;
: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op
31 augustus van het daarop volgende kalenderjaar;
: onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van
de student betreffende een onderdeel. De beoordeling wordt
uitgedrukt in een eindcijfer. Een tentamen kan in gedeeltes
worden afgenomen met behulp van één of meer
deeltentamens. Een hertentamen bestrijkt altijd dezelfde
materie als het tentamen;
: de commissie die namens de decaan beoordeelt of een
gegadigde aan de eisen voldoet om toegelaten te worden tot
de masteropleiding van zijn keuze.
: de Universiteit van Amsterdam/Vrije Universiteit van
Amsterdam;
: de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek;
: het opleiding specifieke deel van het studentenstatuut
conform artikel 7.59 van de wet.
De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent.
2. Vooropleiding en toelating
Artikel 2.1 Vooropleiding
1. Voor de inschrijving voor een masteropleiding is een bachelor graad vereist, behaald in het
wetenschappelijk onderwijs. Aan welke eisen de bachelorgraad moet voldoen, is bepaald in
Deel B.
2. Ingeval een gegadigde niet beschikt over een bachelorgraad, zoals bedoeld in het eerste lid,
beoordeelt de toelatingscommissie van de opleiding de geschiktheid om tot de opleiding
toegelaten te worden aan de hand van de vereisten, bepaald in Deel B.
Artikel 2.2 Aanmelding en inschrijving
1. De uiterste datum voor aanmelding voor de masteropleiding staat vermeld in artikel 3.4
(deel B).
2. Na een tijdige aanmelding schrijft de student zich vóór 1 september of vóór 1 februari in.
Artikel 2.3 Facultaire toelatingscommissie
De decaan stelt een toelatingscommissie in. De decaan wijst de leden daarvan aan na overleg met
de opleidingsdirecteuren en examencommissie van de desbetreffende opleiding.
8
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Artikel 2.4 Toelatingsprocedure
1. De toelating tot de opleiding is opgedragen aan de toelatingscommissie.
2. Met het oog op de toelating tot de opleiding stelt de toelatingscommissie een onderzoek in naar
de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling op schriftelijke
bewijzen van de gevolgde opleiding(en) kan de commissie bepaalde kennis, inzicht en
vaardigheden laten toetsen door deskundigen in of buiten de universiteit. De commissie betrekt
bij haar onderzoek de kennis van de taal waarin het onderwijs wordt verzorgd.
3. De kandidaat ontvangt een toelatingsbewijs dan wel een afwijzende beslissing. Hiertegen is
binnen zes weken beroep mogelijk bij het College van beroep voor de examens.
Artikel 2.5 Weigering of beëindiging inschrijving (iudicium abeundi)
1. Op grond van het bepaalde in artikel 7.42a van de wet kan de decaan of de examencommissie
in uitzonderlijke gevallen het college van bestuur verzoeken de inschrijving van een student
voor een opleiding te beëindigen dan wel te weigeren, als die student door zijn gedragingen of
uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer
beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische
voorbereiding op de beroepsuitoefening.
2. Indien jegens een student vermoedens van ongeschiktheid bestaan zoals omschreven in het
eerste lid, stelt de examencommissie of de decaan een onderzoek in, waarvan de student
onverwijld op de hoogte wordt gesteld. De examencommissie of de decaan brengt geen advies
uit dan na zorgvuldige afweging van de betrokken belangen en nadat de betrokken student in
de gelegenheid is gesteld te worden gehoord.
3. Inrichting opleiding
Artikel 3.1 Indeling studiejaar
Elke opleiding wordt verzorgd in een jaarindeling met twee semesters.
Artikel 3.2 Inrichting van de opleiding
1. De opleiding omvat de onderwijseenheden die in deel B zijn opgenomen.
2. De opleiding heeft een omvang van 180 EC.
3. Een onderwijseenheid omvat een aantal EC vermeld in deel B.
4. De opleiding bestaat uit een verplicht deel en een individuele masterscriptie/-thesis of
wetenschappelijke stage en, indien van toepassing, een vakspecifiek facultatief deel, zoals
nader bepaald in het opleidingsspecifieke deel.
5. Voorafgaande toestemming van de examencommissie is vereist, indien de student zijn
keuzeruimte in wenst te vullen met een andere onderwijseenheid dan is bepaald in deel B.
6. Indien intekening vereist is voor deelname aan een onderwijseenheid, kan de intekening slechts
plaatsvinden in de daartoe aangewezen periodes.
4. Tentaminering en examinering
Artikel 4.1 Intekening voor tentamens
1. Elke student dient zich voor elke tentamengelegenheid in te tekenen. De intekenprocedure
wordt beschreven in de studiegids of VUnet. Indien de intekening niet of niet tijdig heeft
plaatsgevonden, wordt deelname aan een tentamen geweigerd.
2. In uitzondering op het in het eerste lid bepaalde geldt dat iedere student die zich op de juiste
wijze heeft ingetekend voor deelname aan het onderwijs voor een bepaald vak en hiervoor is
toegelaten, voor dat vak tevens is ingetekend voor het aansluitende tentamen, tenzij door de
opleiding een andere werkwijze is bepaald.
9
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Artikel 4.2 Vorm van tentaminering
1. De wijze waarop en de vorm waarin een onderwijseenheid wordt afgesloten, zijn bepaald in
Deel B.
2. Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een
andere wijze dan in de studiegids is bepaald, wordt afgenomen. Nadere regels hieromtrent zijn,
indien van toepassing, opgenomen in de Regels en richtlijnen van de examencommissie.
3. Van een onderwijseenheid die niet meer wordt verzorgd, wordt in het studiejaar na beëindiging
van dat onderwijs, ten minste tweemaal de gelegenheid gegeven de (deel)tentamen(s) af te
leggen en wordt voor de navolgende tijd een overgangsregeling in het opleiding specifieke deel
opgenomen.
Artikel 4.3 Mondelinge tentamens
1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getentamineerd, tenzij in deel B voor de
desbetreffende onderwijseenheid anders is bepaald.
2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de
examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald. Een student kan een gemotiveerd
verzoek indienen bij de examencommissie om af te wijken van het openbare karakter van de
zitting. De examencommissie weegt het belang van de student tegen het belang van de
openbare zitting af.
3. Bij het afnemen van een mondeling tentamen is een tweede examinator aanwezig, tenzij de
examencommissie anders heeft bepaald.
Artikel 4.4 Vaststelling en bekendmaking van de uitslag
1. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen zo spoedig mogelijk vast, doch
uiterlijk binnen tien werkdagen voor tentamens met uitsluitend meerkeuzevragen en uiterlijk
binnen 15 werkdagen voor tentamens met (ook) open vragen. In afwijking van het bepaalde in
de eerste volzin is de beoordelingstermijn voor scripties en eindopdrachten niet langer dan
twintig werkdagen. De examinator draagt direct hierna zorg voor registratie van de beoordeling
en draagt tevens zorg voor onverwijlde bekendmaking van de beoordeling aan de student, met
in achtneming van de geldende normen van vertrouwelijkheid.
2. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en
maakt deze bekend aan de student. De derde volzin van het eerste lid is van toepassing.
3. Ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen
bepaalt de examencommissie vooraf op welke wijze en binnen welke termijn de student in
kennis wordt gesteld van de uitslag.
4. Bij de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzage- en nabesprekingrecht
als bedoeld in de artikelen 4.8 en 4.9, alsmede op zijn beroepsmogelijkheid bij het College van
beroep voor de examens.
5. Een student kan beroep aantekenen tegen de wijze waarop de uitslag tot stand is gekomen bij
het College van beroep voor de examens binnen een termijn van zes weken na bekendmaking
van de uitslag.
Artikel 4.5 Herkansing
1. Tot het afleggen van tentamens van de opleiding wordt twee maal per studiejaar de
gelegenheid gegeven.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op het herkansen van een onvoldoende voor een stage of
een scriptie. In de desbetreffende stage handleiding of afstudeerregeling zijn de
herkansingsmogelijkheden vermeld.
3. Ingeval van een herkansing geldt de laatste beoordeling.
4. De herkansing voor een tentamen vindt niet plaats binnen 10 werkdagen na de bekendmaking
van de uitslag van het te herkansen tentamen. De uitslag van een (pre)klinische toets moet
minstens 5 werkdagen voor een mogelijke herkansing bekend worden gemaakt.
10
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Artikel 4.6 Cijfers
1. Deelcijfers van tentamens en toetsen kunnen worden uitgedrukt in cijfers met een decimaal. Het
eindcijfer van een examenonderdeel wordt uitgedrukt in hele cijfers op een schaal van 1 tot en
met 10. In plaats van een cijfer kan voor een aantal examenonderdelen ook met een
niveauaanduiding worden volstaan (voldoende etc.).
2. Indien onafgerond ten minste een 5,5 is behaald wordt dit cijfer afgerond op een 6. De
eindbeoordeling van een onderdeel is voldoende bij een 5.5 of hoger.
Artikel 4.7 Vrijstelling
1. De examencommissie kan op schriftelijk verzoek van een student vrijstelling verlenen
voor het afleggen van een of meer tentamens, indien de student een qua inhoud, niveau en
studielast overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft
voltooid dat niet langer dan 5 jaar geleden is behaald, gerekend vanaf de datum van de eerste
inschrijving voor de opleiding.
2. De examencommissie beslist binnen twintig werkdagen na ontvangst van het verzoek.
Artikel 4.8 Geldigheidsduur resultaten
1. De geldigheidsduur van behaalde tentamens is beperkt tot vier jaar volgend op het studiejaar
waarin het desbetreffende onderdeel met goed gevolg is afgelegd. De geldigheidsduur van een
vrijstelling bedraagt vier jaar volgend op het studiejaar waarin de desbetreffende vrijstelling door
de examencommissie is verleend.
2. De geldigheidsduur van een deeltentamen is beperkt tot het studiejaar waarin het is afgelegd, of
tot het einde van het betreffende vak, zoals in deel B voor de desbetreffende onderwijseenheid
is bepaald.
3. De examencommissie kan de beperkte geldigheidsduur van een tentamen of vrijstelling
verlengen, indien een student daarom gemotiveerd verzoekt. De examencommissie kan
besluiten de verlenging van de geldigheid slechts toe te staan nadat de verzoeker een
aanvullend tentamen van de desbetreffende stof met goed gevolg heeft afgelegd.
Artikel 4.9 Inzagerecht
1. Gedurende ten minste twintig werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een
schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk, de
gestelde vragen en opdrachten, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de
beoordeling heeft plaatsgevonden.
2. De examencommissie kan bepalen dat de in het eerste lid bedoelde inzage of kennisneming
uitsluitend geschiedt op een bepaalde plaats en een bepaald tijdstip. De in de vorige volzin
bedoelde plaats en tijd worden bij het tentamen en op de website van de faculteit
bekendgemaakt.
3. Indien de student buiten zijn schuld verhinderd was op de in het tweede lid bedoelde plaats en
tijdstip te verschijnen, wordt hem een alternatieve mogelijkheid geboden.
4. Indien een student voornemens is beroep aan te tekenen tegen de wijze waarop zijn werk is
beoordeeld, kan hem op zijn verzoek een kopie van zijn beoordeelde werk worden verstrekt.
Artikel 4.10 Nabespreking
1. Indien een collectieve nabespreking is georganiseerd, vindt individuele nabespreking eerst
plaats indien de student bij de collectieve bespreking aanwezig is geweest of wanneer hem niet
kan worden verweten niet bij de collectieve bespreking aanwezig te zijn geweest.
2. De student die voldoet aan het vereiste in het eerste lid, kan aan de desbetreffende examinator
om een individuele nabespreking verzoeken. De nabespreking geschiedt op een door de
examinator te bepalen plaats en tijdstip.
11
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Artikel 4.11
Masterexamen
1. De examencommissie stelt de uitslag en de datum van afstuderen vast, indien zij heeft
vastgesteld dat de student de tot de opleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg
heeft afgelegd.
2. Een getuigschrift kan slechts worden uitgereikt, nadat het College van Bestuur heeft verklaard
dat de student aan alle procedurele vereisten heeft voldaan, waaronder de betaling van het
collegegeld.
Artikel 4.12 Getuigschrift en verklaring
1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een
getuigschrift uitgereikt. Het model van het getuigschrift is vastgesteld door het College van
Bestuur. Aan het getuigschrift voegt de examencommissie een diplomasupplement toe dat
inzicht verschaft in de aard en de inhoud van de afgeronde opleiding. Het diplomasupplement is
gesteld in het Engels en voldoet aan het Europese format.
2. Degene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen
getuigschrift als bedoeld in het eerste lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door
de desbetreffende examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens
zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd, met daarbij vermeld welke
onderwijseenheden dit betrof, het aantal EC dat daarmee is verkregen en wanneer de
tentamens zijn behaald.
3. De student kan onder opgave van redenen de examencommissie verzoeken nog niet over te
gaan tot uitreiking van het getuigschrift, tenzij hij het verzoek tot afgifte zelf heeft ingediend.
Artikel 4.13 Fraude en plagiaat
1. Het bepaalde in de Regels en Richtlijnen Examencommissie is onverkort van toepassing.
2. Bij de detectie van plagiaat in teksten kan gebruik worden gemaakt van elektronische
detectieprogramma’s. Met het aanleveren van de tekst geeft de student impliciet toestemming
tot het opnemen van de tekst in de database van het betreffende detectieprogramma.
5. Studiebegeleiding en studievoortgang
Artikel 5.1 Studievoortgangadministratie en studiebegeleiding
1. De decaan is verantwoordelijk voor een goede registratie van de studieresultaten van de
studenten in SAP/SLcM. Iedere student heeft na de registratie van de beoordeling van een
examenonderdeel via SAP/SLcM inzage in de uitslag van dat onderdeel en beschikt via VUnet
tevens over een overzicht van de behaalde resultaten.
2. Ingeschreven studenten kunnen aanspraak maken op studiebegeleiding. De vormen van
studiebegeleiding worden vermeld in deel B.
Artikel 5.2 Aanpassingen ten behoeve van een student met een functiebeperking
1. Een student met een functiebeperking kan op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek, in te
dienen bij de studieadviseur, in aanmerking komen voor aanpassingen in het onderwijs, de
practica en tentamens. Deze aanpassingen worden zoveel mogelijk op hun individuele
functiebeperking afgestemd, maar mogen de kwaliteit of moeilijkheidsgraad van een vak of een
tentamen niet wijzigen. In alle gevallen zal de student moeten voldoen aan de eindtermen van
de opleiding.
2. Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt vergezeld van een aanbeveling van een
studentendecaan. De aanbeveling is niet ouder dan twaalf weken en is mede gebaseerd op een
recente verklaring van een arts of psycholoog.
3. Op verzoeken over aanpassingen van onderwijsorganisatie en -logistiek beslist de decaan of
namens deze de onderwijsdirecteur dan wel opleidingsdirecteur. Op verzoeken voor
12
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
aanpassingen die de tentaminering betreffen beslist de examencommissie.
4. Indien positief op een in het eerste lid bedoelde verzoek is beslist, maakt de student een
afspraak met de studieadviseur om te bespreken hoe de voorzieningen worden vormgegeven.
5. Een verzoek tot aanpassing wordt geweigerd indien toekenning ervan een buitenproportioneel
beslag legt op de organisatie of de middelen van de faculteit of universiteit.
6. Indien de beperking aanleiding geeft tot verlenging van de tijd waarbinnen het tentamen dient te
worden afgelegd, verstrekt de examencommissie een verklaring, waaruit het recht op die
verlenging blijkt. Indien een beperking aanleiding is tot het treffen van andere voorzieningen,
kan de studieadviseur de nodige maatregelen initiëren.
7. De verklaring zoals bedoeld in het zesde lid is ten hoogste één jaar geldig. Op aanbeveling van
een studentendecaan kan de geldigheidsduur worden verlengd.
6. Hardheidsclausule
In gevallen waarin de onderwijs- en examenregeling niet voorziet, en in gevallen waarin sprake is van
onevenredige benadeling of onbillijkheid van overwegende aard, beslist de decaan waaronder de
opleiding valt, tenzij het de bevoegdheid van de examencommissie betreft.
.
7. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 7.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel A
1. Een wijziging van deel A van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan
vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift
verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan.
2. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van het bevoegde
medezeggenschapsorgaan op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede
lid onder a t/m g en v, alsmede het vierde lid WHW betreffen.
3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een
lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden
geschaad.
Artikel 7.2 Overgangsbepalingen
Zie deel B, artikel 5.2.
Artikel 7.3 Bekendmaking
1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke
wijziging daarvan.
2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de website van de faculteit en wordt
geacht te zijn opgenomen in de studiegids.
Artikel 7.4 Inwerkingtreding
Deel A van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2014.
Aldus vastgesteld door de decaan, Amsterdam, 1 september 2014.
Advies opleidingscommissie, d.d. 30-6-2014
Advies ondernemingsraad,
d.d. 28-8-2014
Instemming studentenraad, d.d. 28-8-2014
13
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
14
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Deel B: opleidingsspecifiek deel
1. Algemeen
Artikel 1.1 Gegevens opleiding
1. De masteropleiding Tandheelkunde, CROHOnummer 66588, wordt in voltijdse vorm verzorgd,
en in het Nederlands uitgevoerd.
2. De opleiding heeft een omvang van 180 EC.
3. De omvang van de onderwijseenheden staan vermeld in het Onderwijs en examenprogramma
(deel C)
4. Deze opleiding wordt verzorgd binnen het samenwerkingsverband van de Faculteit
Tandheelkunde van de Universiteit van Amsterdam en de Faculteit Tandheelkunde van de Vrije
Universiteit, hierna te noemen ACTA.
Artikel 1.2 Instroommoment
De opleiding wordt aangeboden met ingang van het eerste semester van een studiejaar
(1 september) en met ingang van het tweede semester (1 februari). Voor elk van deze
instroommomenten geldt dat er sprake is van een studeerbaar onderwijsprogramma dat in de
nominale duur volledig afgerond kan worden.
2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding.
Artikel 2.1 Doelstelling opleiding
1. Met de opleiding wordt beoogd de student:
- voor te bereiden op de beroepsuitoefening als tandarts,
- gespecialiseerde kennis, vaardigheden en inzicht op het gebied van de tandheelkunde bij te
brengen, en
- voor te bereiden op de wetenschapsbeoefening op het gebied van tandheelkunde.
2. De opleiding bevordert voorts de academische vorming van de student, in het bijzonder met
betrekking tot:
- het zelfstandig wetenschappelijk denken en handelen;
- het wetenschappelijk communiceren in de Nederlandse en Engelse taal;
- het hanteren van vakwetenschappelijke kennis in een bredere c.q. wijsgerige en
maatschappelijke context.
3. De opleiding besteedt aandacht aan de persoonlijke ontplooiing van de student, bevordert zijn
maatschappelijke verantwoordelijkheidsbesef en de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands.
Artikel 2.2 Eindtermen
Om het niveau vast te stellen waarop de student de domeinen aan het einde van de bachelorrespectievelijk de masteropleiding verworven dient te hebben, is onderscheid gemaakt in 6 niveaus
(waarvan de eerste vier betrekking hebben op de lerende student en de laatste twee alleen bereikt
kunnen worden na enige jaren praktijkervaring).
De competenties van het opleidingsprofiel van ACTA zijn gebaseerd op het Raamplan
Tandheelkunde 2008.
1. “starter”: er heeft een eerste kennismaking met het vakgebied en zijn onderscheiden delen
plaatsgevonden.
2. “novice”: Het vakgebied en zijn onderscheiden delen zijn theoretisch aan de orde geweest. Een
eerste praktische (preklinische) toepassing kan aan de orde zijn geweest.
3. “learner”: op afzonderlijke gebieden is er sprake van enige bekwaamheid maar zonder inzicht in
het totaal en zonder zelfstandig te kunnen werken.
4. “competent”: er is inzicht in het totaal, dagelijkse problemen kunnen zelfstandig worden
opgelost.
5. “experienced”: er is sprake van een aantal jaren praktijkervaring die is ondersteund met verdere
ontwikkeling van bekwaamheden o.a. door postacademische scholing.
15
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
6. “expert”: er is sprake van een grote ervaring in het vakgebied, een verstrekkend inzicht in de
dynamiek van het vakgebied en erkenning onder vakgenoten als bij uitstek deskundig.
Hieronder wordt per te onderscheiden domein allereerst een omschrijving van het domein
gegeven. Vervolgens wordt aangegeven welke competenties de student aan het einde van zijn
Bachelor-, respectievelijk Masteropleiding minimaal verworven dient te hebben en op welk niveau.
Het betreft hier competenties die elke student in de loop van de opleiding moet hebben verworven,
onafhankelijk van een eventueel gekozen profiel. Op deze wijze wordt tevens een kort,
overzichtelijk en samenhangend overzicht gepresenteerd van de minimumeisen die worden
gesteld aan inhoud en niveau van de zesjarige opleiding tandheelkunde.
De afgestudeerde van de opleiding heeft in ieder geval kennis en inzicht in het vakgebied
Tandheelkunde zoals beschreven in de zeven domeinen van het Raamplan Tandheelkunde 2008,
te weten:
DOMEIN I - HANTEREN VAN KLINISCH-TANDHEELKUNDIGE PROBLEMEN
Omschrijving van het domein:
De tandarts bezit de tandheelkundige kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het inventariseren en
analyseren van klinische problemen, zodat beslissingen worden genomen die leiden tot het bereiken en
handhaven van een optimale mondgezondheid.
Hij is zich tevens bewust van zijn beperkingen daarin en bezit voldoende kennis en vaardigheden om
klinische beslissingen af te wegen tegen de achtergrond van de individuele medische en psychosociale
status van de patiënt.
Competenties Domein I
Hanteren van klinisch-tandheelkundige problemen
a) neemt een anamnese af, omvattende de klachten en
wensen van de patiënt, alsmede het fysiek en mentaal
functioneren en de relevante tandheelkundige, medische,
psychosociale en culturele achtergronden van de patiënt
b) integreert aspecten van algemene lichamelijke en
mentale gezondheid die van invloed zijn op de
mondgezondheid en de mondzorg, en neemt maatregelen
om schadelijke invloeden te voorkomen, dan wel te
beperken
c) voert lege artis intra- en extra-oraal onderzoek uit en legt
de bevindingen adequaat vast
d) herkent afwijkingen van het normale beeld van de
weefsels en functies van het oro-faciale gebied en
beoordeelt de mate van afwijking
e) kiest effectief en efficiënt aanvullend diagnostisch
onderzoek, voert deze uit, interpreteert de bevindingen
en legt deze adequaat vast
f) beoordeelt de algemene gezondheid van de patiënt,
waaronder het gebruik van geneesmiddelen, in relatie tot
de mondgezondheid en de te verlenen mondzorg en neemt
in voorkomende gevallen maatregelen om een
ongewenste interactie tussen algemene gezondheid en
tandheelkundige pathologie dan wel tandheelkundig
ingrijpen te voorkomen
16
Opleidingsprofiel Opleidingsprofiel
3-jarige
3-jarige
bacheloropleiding masteropleiding
ACTA
ACTA
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
g) herkent orale manifestaties van systeemziekten
h) herkent manifestaties van afwijkingen van botpathologie
met behulp van relevante diagnostische
hulpmiddelen
i) herkent factoren die wijzen op een risico op ontstaan en/of
progressie van oro-faciale ziekte of afwijking
j) past de methoden van diagnostisch redeneren toe om te
komen tot een (differentiaal) diagnose van (mogelijke)
afwijkingen in het oro-faciale gebied op grond van
klinische bevindingen, aanvullend diagnostisch
onderzoek kennis van ziekteverloop, predisponerende
factoren en epidemiologische gegevens
k) stelt samen met de patiënt een zorgplan op langere
termijn op, gebaseerd op de prognose van ontstaan en
verloop van ziekten en afwijkingen, waarin opgenomen de
frequentie van periodiek onderzoek, te monitoren
fenomenen, professionele preventie en eventueel te
verdelen taken binnen samenwerkingsverbanden
l) integreert de kennis van de verschillende relevante
disciplines om te komen tot een individueel, adequaat,
eventueel gefaseerd behandelingsplan en waar mogelijk
alternatieve behandelingsplannen, gebaseerd op de
gestelde diagnose en wensen en mogelijkheden en
beperkingen van de patiënt
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
DOMEIN II - WETENSCHAPPELIJK DENKEN EN HANDELEN
Omschrijving van het domein:
De tandarts is bekend met de grondbeginselen van wetenschappelijk onderzoek en heeft actief
kennisgemaakt met de uitvoering daarvan. Hij beschikt over een gedegen wetenschappelijke
achtergrond en kan gezondheidsproblemen systematisch benaderen en oplossen. Hij beoordeelt
kritisch medische en tandheelkundige informatie.
Hij toetst zijn kennis en vaardigheden aan de stand van de wetenschap en bevordert de verbreding en
ontwikkeling van wetenschappelijke vakkennis. Hij ontwikkelt en onderhoudt zijn kennis en
vaardigheden door middel van persoonlijke bij- en nascholingsactiviteiten. Hij bevordert de
deskundigheid van zijn medewerkers.
Competenties Domein II
Wetenschappelijk denken en handelen
a) kent de grenzen van eigen kennen en kunnen en kan
hierop reflecteren
b) houdt de wetenschappelijk gefundeerde recente
inzichten met betrekking tot alle aspecten van de
mondzorg bij
c) past synthetische activiteiten toe op recente
wetenschappelijke inzichten en kan deze in een kader
plaatsen
d) past de principes van wetenschappelijke redeneren,
reflecteren en oordeelsvorming toe bij besluitvorming in
de te verlenen mondzorg en bij de beoordeling van
literatuur en andere informatiebronnen
Opleidingsprofiel
3--jarige
bacheloropleiding
ACTA
Opleidingsprofiel
3-jarige
masteropleiding
ACTA
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
17
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
e) evalueert systematisch ieder aspect van de eigen
beroepsuitoefening en neemt op grond daarvan
maatregelen om de eigen kennis en vaardigheden op
wetenschappelijk niveau te houden
f) integreert wetenschappelijk denken, handelen en het
doen van onderzoek in de klinische besluitvorming
volgens de principes van evidence based dentistry, best
practices en analyseert de effecten en resultaten van de
verleende mondzorg ten behoeve van
kwaliteitsbewaking en –bevordering en ontwikkelt
daarmee kennis en inzicht.
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
DOMEIN III - COMMUNICEREN EN SAMENWERKEN
Omschrijving van het domein:
De tandarts bouwt een effectieve en respectvolle behandelrelatie met patiënten op en verkrijgt door
goed te luisteren de relevante informatie. Deze informatie deelt en bespreekt hij met de patiënt en met
collegae en andere zorgverleners die bij het bereiken en handhaven van de mondgezondheid van de
patiënt zijn betrokken.
Binnen het tandheelkundig team is de tandarts in staat om in voorkomende gevallen als primus inter
pares bij de behandeling van de individuele patiënt op te treden.
Hij legt de bevindingen zodanig vast dat samenwerking en overdracht ongestoord kunnen plaatsvinden.
De tandarts overlegt doelmatig en met respect voor ieders competenties met collegae en andere
zorgverleners. Hij verwijst adequaat, vraagt doeltreffend en tijdig intercollegiaal consult en draagt zo bij
aan een doeltreffende interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg.
Competenties Domein III
Communiceren en samenwerken
a) inventariseert met de patiënt en/of zijn wettelijke
vertegenwoordiger over zijn mondgezondheid met het
oog op wederzijdse verwerving van kennis en begrip
inzake wensen, mogelijkheden en verwachtingen
b) verstrekt alle informatie aan de patiënt en/of zijn wettelijke
vertegenwoordiger over de toestand van de
mondgezondheid, ondersteunt de patiënt bij de
besluitvorming met betrekking tot de keuzes van
preventieve en curatieve zorg en bij de keuze en
toepassing van maatregelen in de zelfzorg.
c) verkrijgt informed consent voor uit te voeren
behandelingen, gegeven de wettelijke kaders
d) geeft leiding aan/regisseert het zorgproces rondom de
individuele patiënt, door mondeling en schriftelijk te
communiceren met collegae en andere zorgverleners
over zaken die de mondgezondheid en mondzorg van
patiënten aangaan en past daarbij de beginselen van
effectieve en efficiënte samenwerking met collegae en
andere zorgverleners in de (mond)zorg toe, waaronder
taakdelegatie en (horizontale) verwijzing, en is
verantwoordelijk voor het inhoudelijk coördineren van
werkzaamheden
18
Opleidingsprofiel
3-jarige
bacheloropleiding
ACTA
Opleidingsprofiel
3-jarige
masteropleiding
ACTA
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
e) onderhandelt met betrokkenen, overbrugt eventuele
meningsverschillen en handelt zo nodig klachten af
f) evalueert en rapporteert over de resultaten van verleende
mondzorg in praktijk en regio
g) consulteert collegae en andere zorgverleners in de monden gezondheidszorg
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
DOMEIN IV - MAATSCHAPPELIJK HANDELEN
Omschrijving van het domein:
De tandarts kent en herkent de determinanten van mond(on)gezondheid. Hij bevordert de
mondgezondheid van patiënten en de gemeenschap als geheel en handelt volgens de relevante
wettelijke bepalingen en gedragsregels. Bij vermoeden van huiselijk geweld of verwaarlozing meldt hij
dit op adequate wijze aan de daartoe aangewezen instanties. Bij fouten, complicaties en klachten in de
mondzorg treedt hij adequaat op.
Competenties domein IV
Maatschappelijk handelen
a) herkent tekenen van fysiek en/of emotioneel misbruik en/of
verwaarlozing of andere externe factoren en schakelt de
daarvoor bestemde instanties in of neemt maatregelen ter
bestrijding van die invloed..
b) is in staat relevante wet- en regelgeving toe te passen op
de beroepsuitoefening en mondzorg
c) onderkent de sociale en economische ontwikkelingen en
analyseert de effecten daarvan op de mondzorg
d) past wetenschappelijk gefundeerde maatregelen toe
gericht op doelmatigheid aangaande alle aspecten van de
mondzorg, zowel aan individuen als aan groepen,
rekening houdend met beschikbare menskracht en
economische middelen ten behoeve van voorlichting en
informatie aan groepen uit de samenleving
e) bevordert in de samenleving de functie van de mondzorg
en de rol van de beroepsbeoefenaren daarin
Opleidingsprofiel
3-jarige
bacheloropleiding
ACTA
Opleidingsprofiel
3-jarige
masteropleiding
ACTA
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 3
19
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
DOMEIN V - ORGANISEREN VAN ZORG
Omschrijving van het domein:
De tandarts organiseert het werk op zodanige wijze dat er een balans is tussen patiëntenzorg en zijn
persoonlijke ontwikkeling. De organisatie is zodanig dat de mondgezondheidszorg voor de patiënten
optimaal kan plaatsvinden en de risico’s voor de eigen gezondheid en die van de medewerkers
worden geminimaliseerd. Hij werkt doeltreffend en doelmatig en besteedt de beschikbare middelen
voor de patiëntenzorg op verantwoorde wijze.
Competenties domein V
Organiseren van zorg
a) past bedrijfskundige uitgangspunten toe voor een
effectieve en efficiënte opzet en organisatie van de
tandartspraktijk, met de daarbij behorende effectieve en
controleerbare financiële administratie, bedrijfsvoering
en ondernemersvaardigheden
b) voert een personeelsbeleid dat gericht is op
arbeidsvreugde en ontplooiing van de medewerkers,
gegeven wettelijke en andere arbeidsvoorwaardelijke
kaders
c) past de gebruikelijke vormen van informatietechnologie
en informatiemanagement toe
d) treft alle maatregelen inzake infectiebeheersing, milieuen stralingsbescherming binnen wettelijke kaders en
algemeen gehanteerde normen en leeft deze na
e) stelt binnen de eigen praktijkvoering richtlijnen en
protocollen op inzake behandeling en praktijkvoering,
evalueert deze tijdig en past ze waar nodig aan
f) handelt binnen en overeenkomstig de structuur,
organisatie en financiering van de Nederlandse
gezondheidszorg in het algemeen en de mondzorg in het
bijzonder alsmede de recente geschiedenis er van,
begrijpen, kunnen beschrijven en toepassen
g) legt de gegevens van patiënten doelmatig vast in een
dossier en beheert deze binnen de gegeven wettelijke
kaders
h) creëert voor zichzelf en zijn medewerkers een veilige
werkomgeving, daarbij rekening houdend met de
werkhouding, verlichting, de unit en het instrumentarium
i) neemt maatregelen voor zichzelf en zijn medewerkers
ter preventie van mentale belasting, stress en specifieke
beroepsziekten
j) beoordeelt de bekwaamheden van medewerkers in
verband met het opdragen van voorbehouden
handelingen
20
Opleidingsprofiel Opleidingsprofiel
3-jarige
3-jarige
bacheloropleiding masteropleiding
ACTA
ACTA
Niveau 1
Niveau 4
Niveau 1
Niveau 3
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 1
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
DOMEIN VI - TANDHEELKUNDIG HANDELEN
Omschrijving van het domein:
De tandarts besluit op basis van een verantwoorde diagnostische afweging tot een tandheelkunde
interventie en bezit daartoe de tandheelkundigen technische kennis en vaardigheden. Hij is zich bewust
van zijn beperkingen daarin en is in staat, als hij zelf niet over de benodigde kennis en/of vaardigheden
beschikt, deze elders te (laten) verkrijgen.
Competenties Domein VI
Tandheelkundig handelen
a) voorkomt, dan wel handelt zodanig in medische
noodsituaties die zich al dan niet als gevolg van
tandheelkundig handelen in de praktijk voordoen, dat de
patiënt in een stabiele toestand komt en kan blijven totdat
adequate hulp beschikbaar is
b) verleent mondzorg aan specifieke groepen, zoals
extreem angstigen, gehandicapten, oudere, medisch
gecompromitteerde patiënten en patiënten met
psychiatrische aandoeningen
c) verleent mondzorg, inclusief curatieve zorg buiten de
praktijk, thuis of in een instelling voor gezondheidszorg
d) voert effectieve en efficiënte professionele preventie uit
en ondersteunt zelf- en/of mantelzorg
e) selecteert en schrijft geneesmiddelen voor in het kader
van te verlenen mondzorg
f) beoordeelt eerder gerestaureerde gebitselementen op
gezondheid, esthetiek en functie
g) behandelt aangetaste, beschadigde of in hun
ontwikkeling geremde gebitselementen
h) dient in voorkomende gevallen en waar nodig lokaal
anaesthesie toe, rekening houdend met beoogd effect en
mogelijke ongewenste bijwerkingen
i) behandelt ontstoken, geïnfecteerd dan wel necrotisch
pulpaweefsel
Opleidingsprofiel Opleidingsprofiel
3-jarige
3-jarige
bacheloropleiding masteropleiding
ACTA
ACTA
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 4
j) extraheert gebitselementen en wortelresten
Niveau 1
Niveau 4
k) behandelt parodontale ontsteking en/of botafbraak
Niveau 3
Niveau 4
l) herstelt esthetische problemen van gebitselementen
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 1
Niveau 3
Niveau 1
Niveau 4
p) behandelt aandoeningen van de mucosale weefsels
Niveau 1
Niveau 3
q) behandelt trauma van het gebit en de alveole en
eenvoudige weke delenverwondingen van het
mondslijmvlies en de lippen
Niveau 1
Niveau 4
m) herstelt esthetiek en functie bij het ontbreken van alle of
een deel van de gebitselementen
n) voert dento-alveolaire en pre-prothetische/pre
implantologische ingrepen uit in niet-gecompliceerde
situaties
o) behandelt storingen van het mandibulaire
bewegingsapparaat
21
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
r) behandelt ontwikkelingsstoornissen van de oro-faciale
weefsels
s) behandelt ontstekingen en infecties van mucosa en
kaakbot van dentogene oorsprong
t) behandelt, met eenvoudige orthodontistische apparatuur,
dan wel verwijst, stoornissen in groei en ontwikkeling van
het kaakstelsel
Niveau 1
Niveau 3
Niveau 2
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
u) verleent tandheelkundige noodhulp
Niveau 2
Niveau 4
v) maakt barrières die de mondgezondheid in de weg staan
zoals pijn, angst en schadelijk gedrag hanteerbaar of
neemt ze weg
Niveau 2
Niveau 4
DOMEIN VII - PROFESSIONALITEIT
Omschrijving van het domein:
Het domein Professionaliteit verbindt de zes genoemde onderscheiden domeinen met elkaar en
overkoepelt deze. De tandarts is in staat om in zijn dagelijks handelen deze competenties te integreren,
er verantwoordelijkheid voor te nemen en te verantwoorden. Deze drie kernbegrippen van
professionaliteit (integreren, verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen) worden
hieronder kort toegelicht.
Integreren competenties
De tandarts toont bekwaamheid en deskundigheid op het gebied van de verschillende competenties en
kan deze integreren. Hij kent de grenzen van de eigen competenties en handelt daarbinnen, voor het
overige verwijst of delegeert hij. Hij heeft kennis van protocollen, richtlijnen en standaarden, ontwikkelt
deze en past ze toe ten behoeve van de zorg voor de individuele patiënt.
Verantwoordelijkheid nemen
De tandarts handelt ethisch en toont respect voor de (integriteit) van de patiënt. Hij houdt rekening met
de persoonlijke omstandigheden van de individuele patiënt bij onderzoek, advies, behandeling en
begeleiding. Hij gaat zorgvuldig om met ‘kwetsbare’ groepen in de mondzorg en onderneemt actie om
goede mondzorg te leveren en de continuïteit hierin te garanderen. De tandarts toont een houding van
levenslang leren en kent de grenzen van de eigen belastbaarheid en die van zijn team. Hij deelt
verantwoordelijkheid met patiënten, beroepsgenoten en andere professionals in de mondzorg en werkt
met duidelijke afspraken over taken, verantwoordelijkheden en regie in de mondzorg. Het nemen en
afleggen van verantwoordelijkheid wordt gevangen in het begrip professioneel gedrag.
Verantwoording afleggen
De tandarts toont reflectieve vaardigheden en is zelfkritisch. Hij zorgt voor systematische organisatie
van de kwaliteit van de praktijk en legt verantwoording af aan de patiënt (informatieplicht, financiële
consequenties), binnen de beroepsgroep (deelname aan intercollegiale toetsing, kennis van
professionele standaard, aanspreken van collega’s die niet aan de professionele standaard voldoen),
binnen wetenschappelijke kaders (kritische wetenschappelijke probleemoplossende houding) en aan de
samenleving (zorgverzekeraars, overheid). De tandarts kent de grenzen van zijn professionele
autonomie.
Competenties Domein VII
Professionaliteit
Integreren van competenties, verantwoordelijkheid
nemen en verantwoording afleggen (reflectie)
22
Opleidingsprofiel
3-jarige
bacheloropleiding
ACTA
Niveau 4
Opleidingsprofiel
3-jarige
masteropleiding
ACTA
Niveau 4
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
3. Nadere toelatingseisen
Artikel 3.1 Toelatingseisen
1. Toelaatbaar tot de masteropleiding is degene die aantoont te beschikken over de vereisten van
het eindniveau Bachelor volgens het Raamplan Tandheelkunde 2008 (zie artikel 2.2). De hier
vermelde eisen aan kennis, inzicht en vaardigheden zijn op het niveau van een bachelorgraad,
behaald aan een instelling voor wetenschappelijk onderwijs.
2. Toegang tot de opleiding wordt gegeven aan de volgende personen:
I. Bezitters van een bachelor diploma tandheelkunde behaald aan ACTA uiterlijk twee jaar
voorafgaand aan de start van de masteropleiding.
II. Bezitters van een bachelor diploma tandheelkunde behaald aan een andere Nederlandse
universiteit, voor zover:
a. die universiteit dezelfde bachelor eindtermen hanteert;
b. het bachelor diploma is behaald uiterlijk twee jaar voorafgaand aan de start van de
masteropleiding;
c. de capaciteit van de opleiding het toestaat.
III. Bezitters van een buitenlands (maar binnen de Europese Unie behaald) bachelor diploma
tandheelkunde, met dien verstande dat:
a. de student moet kunnen aantonen dat hij de Nederlandse taal zodanig machtig is dat hij
in de Nederlandse gezondheidszorg kan functioneren. Hiertoe moet het staatsexamen
Nederlands als Tweede Taal, examen II (NT2 II), of de Interuniversitaire Toelatingstoets
(ITN), of de CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens
PAT
en
PTHO, of door de universiteit aangewezen buitenlandse eindexamens, waarvan
Nederlands deel uitmaakte, met goed gevolg zijn afgelegd;
b. de examencommissie, na bestudering van de gevolgde opleiding, kan bepalen dat
additionele eisen worden gesteld;
c. de capaciteit van de opleiding het toestaat.
IV. Bezitters van een HBO-bachelor diploma Mondzorgkunde behaald aan een Nederlandse
hogeschool, met dien verstande dat:
a. de student moet kunnen aantonen dat hij met goed gevolg het vereiste ACTA schakeljaar
heeft voltooid;
b. de capaciteit van de opleiding het toestaat.
3. Of een belangstellende voldoet aan de toelatingseisen wordt onderzocht door de
toelatingscommissie.
4. In geval van aantoonbare onredelijkheid of onbillijkheid van overwegende aard kan door de
examencommissie van het vereiste van een behaald bachelor diploma voor een te bepalen
periode worden afgeweken
5. Aanvang van de opleiding is mogelijk met ingang van het eerste semester van een studiejaar
(‘september’) en met ingang van het tweede semester (‘februari’).
6. Bij aanvang van de opleiding dient gegadigde het bachelor programma dan wel het
schakelprogramma dat toegang geeft tot de opleiding volledig te hebben afgerond.
Artikel 3.2 Schakelprogramma
1. Degene die over een afgeronde opleiding Mondzorgkunde beschikt kan worden toegelaten tot
het schakelprogramma.
2. Het schakelprogramma telt 60 EC.
3. Een bewijs van een met goed gevolg afgerond schakelprogramma geldt als bewijs van toelating
tot de daarin vermelde masteropleiding in het aansluitende studiejaar.
23
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Artikel 3.3 Beperkte opleidingscapaciteit
De decaan maakt, indien noodzakelijk, voorafgaande aan het begin van het studiejaar de
maximale opleidingscapaciteit van de opleiding bekend.
Artikel 3.4 Uiterste termijn aanmelding
Een gegadigde dient via Studielink een verzoek in te worden toegelaten tot de opleiding.
Artikel 3.5 Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige masteropleidingen
De student die zijn vooropleiding niet in een Nederlandstalig land heeft genoten, toont aan dat hij
het Nederlands voldoende beheerst om het wetenschappelijk onderwijs met succes te kunnen
volgen.
Aan de eis kan worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van één van de volgende
examens:
- het staatsexamen Nederlands Tweede Taal, examen II (NT2 II); of
- CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens PAT and PTHO; of
- door de VU/UvA aangewezen buitenlandse examens, waarvan Nederlands deel
uitmaakte.
4. Opbouw van het curriculum
Artikel 4.1 Samenstelling opleiding
De opleiding omvat verplichte onderwijseenheden.
Artikel 4.2 Verplichte onderwijseenheden zijn:
Studiejaar 2014/2015
MASTER 1
Objectcode
Module
Studielast
T_AFWIJKKKSP
Afwijkingen van het kaakgewricht en speekselklieren
4
T_DIAGREHAB
Diagnostiek en rehabilitatie
4
T_FUNCTIEHER
Functieherstel met uitneembare voorzieningen
4
T_GROEIONTW
Groei en ontwikkeling
6
T_M1LEBKKLIN
Lijn evidence based tandheelkunde in de kliniek, MA1
12
T_M1LEBKKV
Lijn evidence based tandheelkunde in de kliniek, KV MA1
3
T_LFUNCVOOR
Lijn functieherstel met uitneembare voorzieningen
6
T_MONDKAAK
Mondziekten, kaakchirurgie en functionele anatomie
8
T_M1MTI II
Medische tandheelkundige interactie II, MA1
3
T_PIJNTRAUM
Pijn en trauma
4
T_M1PROFPORT
Professionaliteit en portfolio MA1
1
T_M1SPECPAGR
Specifieke patientengroepen, MA1
5
60
24
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
MASTER 2
Objectcode
Module
Studielast
T_LDIAGCAS
Lijn diagnostiek en casuïstiek
3
T_M2LEBKKV
Lijn evidence based tandheelkunde in de kliniek, KV MA2
3
T_LEBKKWS
Lijn evidence based tandheelkunde in de kliniek, KWS
4
T_M2LEBKOWP
Lijn evidence based tandheelkunde in de kliniek, OWP, MA2
23
T_M2LFICP
Lijn functieherstel mbv implantologie en chirurgische paro
10
T_LFORTHO
Lijn functieherstel mbv orthodontische behandeling
5
T_LPEDO
Lijn pedodontologie
3
T_LPRAKTIJK
Lijn praktijkmanagement
2
T_LSTAGES
Lijn stages
3
T_M2PROFPORT
Professionaliteit en portfolio MA2
2
T_M2VWS
Voorbereiding wetenschappelijke scholing, MA2
2
60
MASTER 3
Objectcode
Module
Studielast
T_M3ACGRPRAK
Lijn academische groepspraktijk
20
T_M3KLINPROF
Klinische profielen
7
T_M3PROFPORT
Lijn professionaliteit en portfolio
5
T_M3STRALB
Lijn stralingsbescherming
1
T_M3WETVDIEP
Wetenschappelijke verdieping
16
T_M3ZKHSTAGE
Ziekenhuisstage
11
Artikel 4.3 Volgordelijkheid tentamens en ingangseisen
1. Aan het onderwijs van het tweedejaars masterprogramma kan slechts worden deelgenomen
indien het onderwijs van alle onderdelen van het eerstejaars masterprogramma is gevolgd. Aan
het onderwijs van het derdejaars masterprogramma kan slechts worden deelgenomen indien
het onderwijs van alle onderdelen van het tweedejaars masterprogramma is gevolgd.
2. Voor de Lijn academische groepspraktijk van Master 3 geldt als ingangseis een voldoende
e
e
resultaat voor de volledige lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek (1 en 2 jaar).
3. De lijn Klinische profielen van Master 3 heeft als ingangseisen dat de onderdelen van de Master
1 en 2 Lijnen Evidence based kliniek (KWS, KV en OWP) met een voldoende resultaat moeten
zijn afgerond en dat alle blokken en lijnen uit Master 2 moeten zijn doorlopen.
4. In bijzondere gevallen kan de examencommissie op gemotiveerd verzoek van de student al dan
niet onder voorwaarden afwijken van de in de vorige leden genoemde volgorde.
Artikel 4.4 Deelname aan praktische oefening en werkgroepbijeenkomsten
1. In geval van een practicum is de student verplicht 100% van de practicumbijeenkomsten bij te
wonen. In geval de student minder dan 100% heeft bijgewoond dient het practicum opnieuw te
worden gevolgd, dan wel kan de examencommissie aanvullende opdracht(en) laten
verstrekken.
2. In geval van werkgroepbijeenkomsten is de student verplicht de werkgroepbijeenkomsten bij te
wonen conform de eisen in het Onderwijs en Examenprogramma. Ingeval de student minder
dan de vereiste bijeenkomsten heeft bijgewoond dient de werkgroep opnieuw te worden
gevolgd, dan wel kan de examencommissie aanvullende opdracht(en) laten verstrekken.
3. In bijzondere gevallen kan de examencommissie, op verzoek van de student, van deze
verplichting vrijstelling verlenen in geval het onderzoek naar en de beoordeling van de beoogde
vaardigheden naar haar oordeel ook kan plaatsvinden bij een geringer deelnamepercentage, al
dan niet onder oplegging van aanvullende eisen.
25
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
4. Bij deelname aan het klinisch practicum c.q. de patiënten behandeling in de onderwijspraktijk
dient de student de richtlijnen te volgen zoals omschreven in de richtlijnen voor de kliniek, die te
inden zijn op het Zorgnet.
5. Indien een student bij aanvang van de masteropleiding gedurende een periode van zes
maanden of langer geen patiënten heeft behandeld, dient hij, alvorens toegang tot de patiënten
behandeling wordt verkregen, een proeve van bekwaamheid (de OSCE-toets of een alternatief
programma) met voldoende resultaat af te leggen. Dispensatie hiervan kan bij de
examencommissie worden gevraagd.
6. Indien een student een aaneengesloten periode van zes maanden of meer niet heeft
deelgenomen aan het klinisch practicum c.q. de patiënten behandeling van een
onderwijsonderdeel, dan is de coördinator verplicht na te gaan of deze student (wederom) een
proeve van bekwaamheid (de OSCE-toets of een alternatief programma) dient af te leggen.
Indien de coördinator hiertoe besluit, dient de proeve van bekwaamheid met voldoende
resultaat te worden afgelegd, alvorens de student het practicum c.q. de patiënten behandeling
in de onderwijspraktijk kan hervatten.
Artikel 4.4a Toegang tot het onderwijs en voorrangsregels
1. Elke student dient zich voor niet-verplichte onderdelen van blokken aan te melden volgens de
op studieweb aangegeven procedure. Indien de aanmelding niet of niet tijdig heeft
plaatsgevonden, kan deelname aan het onderwijs worden geweigerd.
2. Elke student wordt voor de verplichte onderdelen van het onderwijs ingedeeld.
3. Toelating voor de cursussen met een beperkte capaciteit vindt plaats op basis van vooraf in
het Onderwijs- en examenprogramma vastgestelde en gepubliceerde toelatingscriteria en
voorrangsregels, met dien verstande dat voor de opleiding ingeschreven studenten voorrang
genieten bij de cursussen die behoren tot het verplichte deel van hun opleiding.
4. Een student kan, mits hij voldoet aan de in bijlage III genoemde voorwaarden voor inschrijving
voor het desbetreffende onderdeel, één maal deelnemen aan het onderwijs van een
praktische oefening.
5. Indien de student uiterlijk één week voor aanvang van het onderwijs de aanmelding voor het
onderwijs van een praktische oefening annuleert, behoudt hij het recht op deelname aan het
onderwijs van een praktische oefening voor het desbetreffende onderdeel.
6. De student kan worden uitgesloten van een praktische oefening als hij de verplichtingen van
de werkgroep die het onderwijs verzorgt, niet nakomt.
Artikel 4.5 Maximale vrijstelling
Maximaal 36 studiepunten van het onderwijsprogramma kunnen worden behaald op basis van
verleende vrijstellingen.
Artikel 4.6 Graad
Aan de student die het masterexamen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Master of
Science verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift vermeld. In geval het een
gezamenlijke opleiding (‘joint degree’) betreft, wordt dat vermeld op het getuigschrift.
5. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 5.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B
1. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling van deel B wordt door de decaan
vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift
verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan.
26
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
2. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van het bevoegde
medezeggenschapsorgaan op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede
lid onder a t/m g en v, alsmede het vierde lid WHW betreffen en de toelatingseisen tot de
masteropleiding.
3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een
lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor niet aantoonbaar worden
geschaad.
Artikel 5.2 Overgangsbepalingen
In afwijking van de vigerende onderwijs- en examenregeling geldt een overgangsbepaling voor
studenten die met de opleiding zijn begonnen onder een eerdere onderwijs- en examenregeling:
1. Voor onderwijsonderdelen waaraan de student begonnen is in het tweede semester van het
studiejaar 2013-2014 en die doorlopen tot na 1 september 2014, gelden tot 1 februari 2015 de
bepalingen uit de Onderwijs- en Examenregeling 2013-2014 betreffende die
onderwijsonderdelen.
2. Aan studenten uit studiejaar 2013-2014 of eerder wordt voor de hiernavolgende onderdelen uit
Master 1 twee keer gelegenheid geboden om te herkansen in studiejaar 2014-2015.
Medische tandheelkundige interactie II
4 studiepunten
Specifieke patiëntengroepen
4 studiepunten
Pedodontologie
2 studiepunten
3. De klinische verdieping MTI-KREST van Master 2 zal worden voortgezet in een apart onderdeel
KREST in Master 2 en het onderdeel MTI verhuist naar Master 1. De nieuwe klinische
verdieping MTI in Master 1 zal bestaan uit een praktisch deel (reanimatie en training in
medische calamiteiten) en een theoretisch deel, alsmede het bijwonen van
patiëntenbesprekingen. Het reanimatiepracticum in het blok MTI-2 vervalt vanaf 2014-2015.
Studenten die in september 2014 of februari 2015 instromen in Ma2 hebben het
reanimatiepracticum al gevolgd bij het blok MTI-2. Deze studenten dienen het theoretische deel
nog te doen door 5 patiëntenbesprekingen verplicht bij te wonen. De studenten van Ma2 of Ma3
e
die het 4 jaars reanimatiepracticum van het blok MTI-2 nog niet gedaan hebben, krijgen
gedurende het jaar alsnog de mogelijkheid dit in te halen.
Artikel 5.3 Bekendmaking
1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke
wijziging daarvan.
2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de website van de faculteit en wordt
geacht te zijn opgenomen in de studiegids.
Artikel 5.4 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2014.
Aldus vastgesteld door de decaan op 1 september 2014.
Advies opleidingscommissie,
Instemming bevoegd medezeggenschapsorgaan,
d.d. 30 juni 2014
d.d. 28 augustus 2014
27
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
28
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Onderwijs- en Examenprogramma
Masteropleiding Tandheelkunde
2014 – 2015
29
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma1 Blok Afwijkingen van het kaakgewricht en speekselklieren







Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
 Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_AFWIJKKKSP
semester 1
4.0
Nederlands
ACTA
mw. dr. C.M. Visscher
mw. dr. G. Aarab, M. Gilijamse, W Knibbe, dr. M. Koutris,
prof. dr. F. Lobbezoo, dr. L Smeele, mw. dr. C.M. Visscher,
P. Wetselaar, Gasten van Orale Kinesiologie
: Hoorcollege, Practicum, Werkgroep
Doel vak
I : c(3), d(3), e(3), j(3)
III : d(3)
VI : o(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
De meest voorkomende oorzaak van pijn in de orofaciale regio betreft een aandoening van de
dentoalveolaire structuren, gevolgd door pijnklachten uitgaande van de kauwspieren en
kaakgewrichten (temporomandibulaire dysfunctie- (TMD-)pijn. Daarnaast zijn er vele, meer zeldzame,
oorzaken van klachten in de orofaciale regio, zoals bijv. aandoeningen van de
speekselklieren. In dit blok leert u TMD-pijn te onderscheiden van andere pijn in het orofaciale gebied,
waaronder pijn uitgaande van de speekselklieren, en komen verschillende behandelopties aan bod
(zowel theoretisch als praktisch). Ook zullen functieproblemen van het kauwstelsel,
bewegingsstoornissen, gebitsslijtage en slaapstoornissen (met hun tandheelkundige consequenties)
aan bod komen.
Toetsvorm
Het blok wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan:
- Voldoende voor het tentamen (schriftelijk en/of digitaal)
- Deelgenomen aan de verplichte werkgroepen en practica
Literatuur
• Baart JA, Waal I van der (red). Mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie. Houten: Bohn
Stafleu van Loghum, 2008.
• Baat C de, Nieuw Amerongen A van, Lobbezoo F (red). Gebitsslijtage. Een praktische handreiking
voor preventie, diagnostiek en behandeling.Houten: Prelum Uitgevers, 2009.
• Naeije M, Loon LAJ van (red). Craniomandibulaire functie en dysfunctie. Houten/Diegem:
Bohn Stafleu Van Loghum, 1998.
• Naeije M, Lobbezoo F, Loon LAJ van, Savalle WPM, Zaag Jac. van der, Huddleston Slater JJR,
Meulen MJ van der, Visscher CM. ACTA behandelprotocol
Craniomandibulaire Dysfunctie. (zie
BlackBoard).
• de hand-outs van de colleges
Overige informatie
De stof uit het bachelor blok ‘Vorm en Functie’ dient als basiskennis voor het blok AKS en wordt als
bekend verondersteld.
31
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ter voorbereiding op het blok vindt u op BlackBoard een casus, waarmee u kennis kunt maken met de
Orale Kinesiologie. Tevens vindt u op BlackBoard de tekst "Behandelprotocol CMD-versie NL", die
bestudeerd dient te worden als voorbereiding op de werkgroepen en practica.
32
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma1 Blok Diagnostiek en rehabilitatie







Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
 Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_DIAGREHAB
semester 2
4.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. D. Wismeyer
prof. dr. D. Wismeyer, prof.dr. B. Loos, dr. A.J.P. van Strijp, A. Braun,
J.V. Laverman
: Hoorcollege, Werkgroep
Doel vak
I : a(4), d(4), e(4), i(4), j(4), l(4)
II : b(4), c(4), d(4), f(4)
III : a(4), b(4), d(4), g(3)
VI : f(4), g(4), i(4), k(4), l(4), m(4), n(2), t(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
Tandheelkundige problematiek dient zich zelden aan in een zich tot één discipline beperkende
pathologie. Meestal komen verschillende ziektebeelden, soms met dezelfde etiologie, tegelijkertijd
voor. Rehabilitatie van het sterk gemutileerd gebit vereist derhalve veelal een multidisciplinaire
aanpak. In dit blok komt de geïntegreerde diagnostiek, indicatie en behandelplanning aan de orde. In
dit kader breidt de student zijn reeds eerder opgedane kennis op het terrein van de parodontologie en
functieherstel met vaste en uitneembare prothetische voorzieningen uit met de mogelijkheden die
implantaten, het orthodontisch verplaatsen van gemigreerde gebitselementen, alsmede pre- en
postchirurgische orthodontie bieden bij de behandeling van het gemutileerde gebit. Tevens wordt in dit
blok aandacht besteed aan het inschatten van de risico’s voor het ontstaan en de progressie van
cariës en parodontitis, en hoe hier met preventieve interventies op kan worden ingespeeld. Hetzelfde
geldt ten aanzien van de kwaliteit en prognose van endodontisch te behandelen en behandelde
gebitselementen en de wijze waarop deze worden gerestaureerd.
Als afgestudeerd tandarts kunt u met behulp van de competenties van dit blok, binnen de beperkingen
van de algemene praktijk, de problemen van patiënten met een gemutileerd gebit diagnosticeren en,
eventueel tezamen met andere (mond) zorgverleners, behandelen.
Toetsvorm
Tentamen met gesloten en/of open vragen.
Literatuur
Vakgebieden cariologie en endodontologie
• Penning C., e.a. Cariëslaesies. Diagnose en behandeling. Houten: Prelum Uitgevers, 2007.
• Loveren C. van, Weijden G.A. van der, Preventieve tandheelkunde. Op weg naar een doelmatige
aanpak. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2000.
• Ivoren Kruis. Advies Preventie van erosieve gebitsslijtage. 2008
• Fejerskov O., Kidd E. Dental Caries. The disease and its clinical management. Blackwell
2008.
e
• Thoden van Velzen S.K., Wesselink P.R. (red.) Endodontologie. 3 druk, Houten: Bohn
Stafleu Van Loghum, 2010.
33
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Vakgebied parodontologie
• Lindhe J. e.a. Clinical Periodontology and Implant Dentistry. 5th edition, Blackwell
Munksgaard, 2008.
• Beertsen W, Quirynen M. Steenberghe D van, Velden U van der. Parodontologie. Houten:
Bohn Stafleu Van Loghum, 2009.
Vakgebieden orale implantologie en prothetische tandheelkunde
• Meyer H, De Lange G. Prothetiek en orale implantologie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum
• Jokstad A. Osseointegration and dental implants. Wiley-Blackwell, 2009.
• Wismeijer D, Buser D, Belser U. ITI Treatment Guide Volume 4. Quintessence Publishing Co, Ltd.
2010.
• Kanno T, Carlsson GE. A review of the shortened dental arch concept focusing on the work by the
Käyser/Nijmegen group. J Oral Rehabilitation, 2006;33(11):850-862.
• Schaub RMH. Het zorgplan; de basis voor de mondzorg. ACTA-QP, 2006.
• Pjetursson BE, Lang NP. Prosthetic treatment planning on the basis of scientific evidence. J Oral
Rehabil 2008;(35)Supplement 1:72- 79.
• De Kloet HJ, Van Pelt AWJ. Het dynamisch behandelconcept. Uit: Tandheelkundig jaar
1998 (red. Käyser AF et al.) Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 1998.
Vakgebied orthodontie
• Graber T, Vanarsdall R. Orthodontics. Current principles and techniques. Third edition.
Mosby, 2000.
• Proffit WR, Fields HW. Contemporary Orthodontics. Second edition. Mosby. Sectie VIII:
Treatment for adults.
Overige informatie
De werkgroepen zijn niet verplicht. De besproken stof wordt wel getoetst.
In de werkgroepen worden multidisciplinaire cases besproken waarna centraal de in de groepen
uitgewerkte cases worden besproken met stafleden van de diverse secties.
34
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma1 Blok Functieherstel met uitneembare voorzieningen








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_FUNCTIEHER
semester 1
4.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. D. Wismeyer
mw. N. van Wagensveld, F.R. Langhorst, dr. C. Kleverlaan
Hoorcollege
Doel vak
I : c(3), d(3), e(3)
VI : m(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
In dit blok komt het functieherstel door middel van uitneembare gebitsprotheses bij de (partieel)
edentate patiënt aan bod. De student leert de theoretische achtergronden die een rol spelen bij het
vervaardigen van volledige en partiële gebitsprotheses en krijgt inzicht in de beperkingen en de
problemen ten gevolge van het (moeten) dragen van gebitsprotheses. In de colleges materiaalkunde
wordt duidelijk gemaakt hoe de keuze, de verwerking en biocompatibiliteit van prothesematerialen
samenhangen met het klinisch functioneren van uitneembare protheses.
Toetsvorm
Tentamen met gesloten en/of open vragen
Literatuur
• Kalk W. et al. (redactie). De volledige gebitsprothese in woord en beeld. Houten/Diegem:
Bohn Stafleu Van Loghum 2001. ISBN 90 313 2175 3
• Kalk W. et al (redactie). De overkappingsprothese. Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van
Loghum 2005. ISBN 90 313 1152 9
• Jepsom NJA, Waas MAJ van(Nederlandse redactie). De partiële prothese in theorie en
praktijk. Houten: Prelum Uitgevers 2008. ISBN 978 90 8562 021 1.
• Andel AG van. Handleiding frameprothese. ACTA 2013. Digitale uitgave op Blackboard.
• Waas MAJ. Van, Pardoen G, Hartman M, Liem J. Tevredenheid met partiële frameprothesen.
ACTA QP 2007;3:31-36.
• McCabe JF, Walls AWG. Applied dental materials. Blackwell Science.
• Creugers NHJ, Witter DJ, Baat C de, Keltjens HMAM. De partiële gebitsprothese. Houten:
Bohn Stafleu Van Loghum 2012. ISBN 9789031375752.
• Hand-outs van de colleges (via Blackboard).
35
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma1 Blok Groei en ontwikkeling







Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
:
:
:
:
:
:
:
T_GROEIONTW
semester 2
6.0
Nederlands
ACTA
K. van Westing
dr. W.E.R. Berkhout, dr. A. Bronckers, dr. G.E.J. Langenbach,
dr. A.H.B. Schuurs, K. van Westing, orthodontisten i.o.
 Lesmethode(n) : Hoorcollege, Practicum
Doel vak
I : a(3), d(3), i(3), j (3), k(2)
II : a(3)
III : d(4), g(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
De opbouw van het onderwijs binnen dit blok is onderverdeeld in 4 hoofdonderwerpen:
1. Algemene groei: Voor de geboorte: wat houdt de zwangerschap in voor de (aanstaande) moeder.
Met welke veranderingen zal de tandarts rekening moeten houden. Na de geboorte: de groei en
ontwikkeling zowel geestelijk als lichamelijk.
2. Groei van het hoofd: Voor de geboorte: uit welke kieuwbogen ontstaat het hoofd en hoe
ontwikkelen de botten zich. Na de geboorte: hoe, waar en wanneer groeit het hoofd, hoe wordt dit
gedocumenteerd en gevolgd. Hoe past de gebitsontwikkeling daarin?
3. Afwijkende groei van het hoofd: Voor de geboorte: hoe ontstaan craniofaciale afwijkingen. Na de
geboorte: herkennen van aangeboren dan wel verworven afwijkende tandkaakontwikkelingen.
Welke mogelijkheden zijn er voor diagnostiek en behandeling?
4. Abnormale ontwikkelingen na de geboorte: Aan bod komen numerieke en morfologische
elementafwijkingen, structuurstoornissen van tandweefsels (incl. cement), cariës, erosie, resorptie,
gebitsveroudering, traumata en verkleuringen.
Toetsvorm
Het blok wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan:
- Voldoende voor het tentamen (open boek).
- Deelgenomen aan de verplichte practica en werkbesprekingen.
Literatuur
• Syllabus Hoofd-Hals Embryologie, ACTA 2006
• Johnson DR, Moore WJ, Anatomy for Dental Students. 3e ed.,Oxford,Oxford University press,1996
• Berkovitz BKB, Holland GR, Moxham BJ, Oral Anatomy, Histology,and Embryology, 3e ed.,
Edinburgh, Mosby, 2002
• Ten Donkelaar HJ, Lohman AHM (red.), Klinische Anatomie en Embryologie, deel 2, Maarssen,
Elsevier gezondheidszorg, 2001
• Sadler TW, Langman’s Medical Embryology, 9th ed, Philadelphia, Lippincott, Williams and
Wilkins, 2004
• Larsen WJ, Human Embryology, 3rd ed, New York, Churchill Livingstone, 2001
• Moore KL, Persaud TVN, The Developing Human, 7th ed, Philadelphia, Saunders, 2003
• Schuurs, A.H.B, Pathology of the dental hard tissues, Wiley & Blackwell, 2012
• Profitt, Contemporary orthodontics 4th edition 2006
• NTvT Select: Syndromen (ISBN 90 313 3876 1)
36
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
•
•
•
•
•
•
Sylabus cephalometrie (zie Blackboard)
Syllabus orthodontische diagnostiek (zie Blackboard)
Collegedictaten
Whaites E. Radiography and radiology for dental care professionals, 2nd ed., Churchill
Livingstone/Elsevier, 2009. ISBN: 0702030406
Gilsanz V, Ratib O. Hand Bone Age: A Digital Atlas of Skeletal Maturity. Springer, 2005. ISBN 3540-20951-4.
Garant P; Oral Cells and Tissues.
Overige informatie
Voor deelname aan de Ma2 Lijn Functieherstel met behulp van orthodontische behandeling verdient
het aanbeveling dat het blok Groei en ontwikkeling is gevolgd.
37
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma1 Blok Medische tandheelkundige interactie II








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_M1MTI II
semester 2
3.0
Nederlands
ACTA
mw. dr. D.E. van Diermen
mw. dr. D.E. van Diermen, Prof. dr. J.H. Ravesloot, dr. J. Hugtenburg
Hoorcollege en Werkcollege
Doel vak
I : a(2), b(2), f(3), g(3)
III : a(4), b(3), c(3), d(3)
IV : a(2), b(3)
VI : a(4), e(3), h(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
Dit blok is een voortzetting van de bachelorblokken De Zieke Mens en MTI en zal ziektebeelden
behandelen die nog niet in de bacheloropleiding aan bod gekomen zijn. De interacties van
geneesmiddelen met de mondgezondheid komen aan de orde.. Aan de hand van virtuele patiënten
zal de student zich bekwamen in het opstellen van behandelplannen voor Medisch
Gecompromitteerde Patiënten.
Toetsvorm
Het blok wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan:
- Voldoende voor het tentamen (digitaal)
- Alle patiëntendemo’s zijn gevolgd
Ter voorbereiding op werkcolleges en de patiëntendemonstraties kunnen er drie thema-opdrachten
worden gemaakt. Voldoende gemaakte en op tijd ingeleverde thema-opdrachten leveren per opdracht
maximaal 0,3 tentamenpunt op, in totaal kunnen maximaal 0,9 tentamenpunten gehaald worden.
Deze bonuspunten zijn alleen geldig bij de eerstvolgende tentamengelegenheid en vervallen daarna.
Recidivisten mogen de opdrachten ook maken en insturen per mail naar [email protected].
Literatuur
• Marieb, E.N., “Human Anatomy & Physiology”, 9e druk. Pearson Benjamin Cummings 2012
• Sitsen, J.M.A. e.a. (red), “Farmacologie”, 4e druk. Utrecht: Wetenschappelijke uitgeverij
Bunge 2009.
• Neal, M.J., “ Medical Pharmacology at a glance” , 7th edition, Oxford, Blackwell Sciences, 2012.
e
• Brand, H.S., Diermen, D.E., Makkes, P. (red), “Algemene Ziekteleer voor tandartsen”, 3 druk,
2012. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
• Recente relevante publicaties in wetenschappelijke tijdschriften.
• CVZ. Farmacotherapeutisch Kompas 2011 of 2012. Houten: Prelum Uitgevers, 2011.
Overige informatie
Het digitale tentamen is gebaseerd op werkelijke casuïstiek van patiënten en vraagt zowel naar
fysiologische principes, klinische verschijnselen, geneesmiddelen en medisch-tandheelkundige
interacties van de behandelde ziektebeelden. Een PAK-toets is altijd onderdeel van het tentamen.
Voor studenten die in september 2014 of februari 2015 instromen in master 2 geldt een
overgangsregeling. Zie OER deel B, art 5.2
38
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma1 Blok Mondziekten, kaakchirurgie en functionele anatomie







Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
 Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_MONDKAAK
semester 1
8.0
Nederlands
ACTA
dr. M.D. Lagerweij
J.A. Baart, F.S. Kroon, K.H. Karagozoglu, dr. J.H. Koolstra,
dr. G.E.J. Langenbach, prof. dr. E.A.J.M. Schulten, prof. dr. L.E. Smeele,
J.G. Tuk
: Hoorcolleges, practica, digitale oefentoetsen
Doel vak
I : d(3), g(3), i(3), j(3)
II : f(3)
VI : e(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
In dit blok wordt vooral de pathologie van weke delen en bot in en rond de mondholte bestudeerd.
Hierbij wordt aandacht besteed aan de verschijningsvormen, de etiologie, de diagnostiek en de
behandelingsmogelijkheden. In het blok wordt ook aandacht besteed aan de diagnostiek van veel
voorkomende, voor de tandarts relevante huidafwijkingen, afwijkende mondgewoonten, sinusitis en de
ring van Waldeyer problematiek. Bij het onderdeel oncologie gaat de aandacht vooral uit naar de
vroege diagnostiek en preventie van premaligne en maligne aandoeningen in de mond en het hoofdhalsgebied, alsmede de verschillende behandelmogelijkheden. Tevens wordt aandacht besteed aan
aspecten van screening en de algemene aspecten van radiotherapie en radiobiologie. Hierbij wordt in
het bijzonder stilgestaan bij de gevolgen van radiotherapie in het hoofdhalsgebied. Bij de onderdelen
orale pathologie en oral medicine worden de epidemiologie, de etiologie, de pathogenese, de klinische
en, waar van toepassing, röntgenologische en histopathologische aspecten van de gangbare
afwijkingen in en rond de mond behandeld met inbegrip van de differentiële diagnose, het natuurlijke
beloop en eventuele preventie en behandelingsvormen. Tevens wordt aandacht besteed aan orale
bijwerkingen van geneesmiddelen. Het anatomieonderwijs omvat een gedetailleerde behandeling van
de organen van het hoofd-halsgebied. De aandacht is daarbij vooral gericht op de structuren die de
mondholte omgeven. Tevens wordt in dit multidisciplinaire blok ingegaan op de samenhang tussen de
verschillende medische specialismen die zich bezig houden met de diagnostiek en behandeling van
afwijkingen in en rond de mondholte. Ook wordt in een van de thema’s aandacht besteed aan het
onderwerp ‘verwijzen of niet’.
Toetsvorm
Digitaal tentamen (gesloten boek) dat bestaat uit meerkeuzevragen en een aantal vragen naar
aanleiding van één of meer cases.
Literatuur
• Syllabus hoofd-hals Anatomie, ACTA 2005
• COO-programma’s Hoofd-hals anatomie, Kauwspieren en kaakgewricht, Zenuwvoorziening van
hoofd en hals
• Schunke M, Schulte E, Schumacher U (red). Anatomische atlas Prometheus Hoofd, hals en
neuroanatomie, 2e druk. Houten, Bohn Stafleu Van Loghum, 2010
• Baart JA, Van der Waal I, Mondziekten, kaak-en aangezichtschirurgie Bohn Stafleu Van
Loghum, Houten, 2009
39
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
•
•
Vries J de, Roodenburg JLN, Waal I vd, Bender W (red). Oncologie voor de tandheelkundige
praktijk. Van Gorcum, Assen, 2006. ISBN 90-232-4250-5/
978902342505
Syllabus Forensische Tandheelkunde 2010
Overige informatie
Practica zijn niet verplicht, deelname op inschrijving.
40
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma1 Blok Pijn en trauma








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docenten
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_PIJNTRAUM
semester 1
4.0
Nederlands
ACTA
dr. H. Shemesh
J. A. Baart, A.K. Braun, L. Dubois, M. Koutris, C.J. Warnsinck,
Hoorcollege, Werkgroep
Doel vak
I : a(4), b(4), d(4), e(4), f(4), h(4), i(4), j(4), l(4)
III : b(4), c(4), d(3), f(3), g(3)
IV : a(4)
VI : a (4), d(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(3), j(3), o(3), q(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
Het onderwijs van dit blok richt zich op onderzoek, diagnose en behandeling van pijn van (non)dentogene aard, craniomandibulaire dysfunctie en traumata van gebitselementen en het aangezicht.
De definitie van pijn wordt besproken in termen van acute en chronische pijn. Aan de orde komen
perifere en centrale mechanismen van pijntransmissie en -modulatie, alsmede pijn van preoperatieve, operatieve en postoperatieve oorsprong. Daarnaast worden ook non-farmacologische en
farmacologische vormen van pijnbeheersing en -bestrijding onderwezen.
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Literatuur
• Baart, J.A. Waal, van der I., Mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie, Houten, Bohn
Stafleu Van Loghum 2009 ISBN 97890 3135321-7
• Syllabus: Traumata van gebitselementen, Wesselink, P.R., ACTA 2012.
• NMT-Praktijkrichtlijn Tandletsel, NMT, Nieuwegein 2010.
de
• Thoden van Velzen, S.K, Wesselink PR (red.), "Endodontologie", 3 geheel herziene druk.
Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2010.
• Naeije, M., Loon, van L.A.J., Craniomandibulaire functie en dysfunctie, Houten: Bohn Stafleu Van
Loghum 1998.
Overige informatie
Uitvoerend coördinator: C.J. Warnsinck
Het onderwijs vindt plaats in de vorm van hoorcolleges en werkgroepen (niet verplicht). De
werkgroepen zijn multidisciplinair en interactief.
41
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma1 Blok Specifieke patiëntengroepen







Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
 Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_M1SPECPAGR
semester 2
5.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. A. de Jongh
prof. dr. A. de Jongh, mw. R.C. van der Knaap, drs. S. de Vries,
drs. A. van Andel, mw. drs. D. Broers, drs. J. Oortwijn, dr. T.R.V. Nys
: Hoorcollege, Werkgroepen, Practicum
Doel vak
I : a(3), a(4), b(3), b(4), d(4), e(3), f(3), h(4), i(3), j(4), k(3), k(4), l(4)
II : a(2), a(4), b(2)
III : a(3), a(4), b(3), c(3)
IV : a(2), d(2)
VI : a(3), b(2), d(3), g(1), h(3), j(2), v(2)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
In het blok ‘Specifieke patiëntengroepen’ staan patiëntencategorieën centraal die als afzonderlijke
groep kenmerkend zijn voor bepaalde tandheelkundige ziektebeelden of behandelingsproblematiek.
Zo komt onder andere de behandeling aan de orde die specifiek is bij moeilijk behandelbare kinderen,
zeer angstige volwassenen, mensen met psychiatrische ziektebeelden, ouderen, mensen met een
lichamelijke of verstandelijke beperking of geïnstitutionaliseerde patiënten. Er wordt geleerd specifieke
groepen patiënten te onderscheiden, er mee om te gaan en deze te behandelen, gericht op
gezondheids-bevordering en behandelingstoegankelijkheid. De bijzondere zorgcategorieën worden
tevens bestudeerd in het licht van het ethisch handelen van de tandarts. Daarnaast wordt, behalve het
benodigde theoretische kader, uitgebreid aandacht besteed aan casuïstiek, onder andere aan de
hand van videomateriaal van patiënten.
Binnen een serie practica vindt training in klinische vaardigheden plaats, waaronder het afnemen van
een psycho-sociale anamnese en het voeren van een diagnostisch gesprek met patiënten met
pathologische angst voor de tandheelkundige behandeling. In andere, parallel verlopende, groepen
wordt een aantal digitale cases van kinderen behandeld met als doel inzicht te verkrijgen in hoe
leeftijd en gedrag van een kind van invloed zijn op het tandheelkundig handelen.
Toetsvorm
Het blok wordt met een voldoende afgesloten wanneer aan de volgende eisen is voldaan:
- Alle verplichte Blackboard opdrachten zijn aan het eind van het blok en voorafgaande aan het
tentamen ingeleverd.
- Alle 3 dagdelen van het angst practicum zijn gevolgd.
- Alle 4 dagdelen van het practicum/discussiebijeenkomsten van Pedodontologie zijn gevolgd.
- Een voldoende resultaat voor het tentamen (open vragen) dat bestaat uit vragen over één of meer
cases.
- Er is sprake van ‘professioneel gedrag’, in termen van positieve participatie tijdens de practica.
Literatuur
 Amerongen van W.E. (red) et al., "Kindertandheelkunde 1", Houten: Bohn, Stafleu, van Loghum
2009
 Amerongen, W.E. van (red) et al. (2013). Kindertandheelkunde 2, Houten: Bohn, Stafleu,van
Loghum.
42
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
 Jongh, A. de (2004). ‘Lastige’ patiënten in de tandartspraktijk: over psychische problemenen de
gevolgen voor het behandelplan. Bohn Stafleu en van Loghum: Houten [ISBN 90313 4253].
 Jongh, A. de (2012). Angst voor de tandheelkundige behandeling. Van Gorcum: Assen [ISBN 978




90 232 4785 2]
Linden van F.P.G.M. "Gebitsontwikkeling bij de mens", Bohn, Stafleu, van Loghum 2010
Nuy, M., Gordijn, B., & Truin G.-J. (2002). De Prudente Tandarts, Uitgeverij SWP, Amsterdam.
Handouts en artikelen die in de studiehandleiding zijn aangegeven en van Blackboard zijn te
downloaden.
Collegedictaat (inclusief de stof die tijdens de discussiebijeenkomsten besproken wordt)
Overige Informatie
Dit blok is bedoeld als voorbereiding op het klinisch practicum Pedodontologie binnen de Ma2 lijn
Pedodontologie.
43
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma1 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, MA1








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_M1LEBKKLIN
semester 1 en semester 2
12.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. J. Roeters
Tandartsdocenten,
Hoorcollege, Practicum, Werkgroep, Portfoliobeheer, Overig
Doel vak
I : a(4), b(3), c(4), d(3), e(3), f(3), g( 2), h(3), i(3), j(3), k(3), l(3)
II : a(4), b(3), c(3), d(3), e(3), f(3)
III : a(4), b( 4),c( 4), d(3), e(2), g(3)
IV : a(2), b(3), c(2), d(3), e(3)
V : c(3), d(4), e(3), f(3), g(4), h(4), i(3)
VI : a(4), e(3), f( 4), g(3), h( 4), i(3), k(3), l(3), m(3), o( 2), q(2), s( 2), v( 2)
VII: 4
Voor verklaring van de competenties zie OER, bijlage I.
Inhoud vak
Doel van de Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, MA1 (Lijn EBK, MA1) is het toepassen
en integreren van tot dan toe opgedane kennis en vaardigheden bij patiënten. Dat vindt plaats in een
geïntegreerde setting, waarin de diagnostiek en indicatie/behandelingsplanning multidisciplinair
worden aangepakt. De student wordt voortdurend bevraagd over de actualiteit van zijn kennis en de
reikwijdte van de tandheelkundige wetenschap. Van de student wordt verwacht dat hij/zij kritisch
denkt, zichzelf voortdurend vragen stelt en hierop (wetenschappelijke) antwoorden formuleert.
In het onderwijs ligt de nadruk op een gestructureerde en zo nodig gefaseerde aanpak van de bij de
individuele patiënt voorkomende problematiek. Dit gebeurt binnen het kader van een
zorgdoel/zorgplan, opgesteld volgens de DIB-(Diagnose-Indicatie-Behandelplanning) systematiek. Het
zorgplan omvat de te ondernemen preventieve en curatieve activiteiten en geeft aan welke
zorgverleners bij de uitvoering van deze activiteiten betrokken zullen zijn. De studenten werken in
koppels onder begeleiding van een tandartsdocent.
De Lijn EBK, MA1 richt zich onder andere op:
 Het bereiken van de hierboven genoemde competentieniveaus.
 Het maken van zorg/behandelplannen (op het niveau DIB 2 en 3).
 Het zelfstandig verrichten van klinische handelingen op het op hem of haar afgestemde
competentieniveau.
 Klinische Wetenschappelijke Scholing (KWS).
 Het overdragen van kennis middels hoorcolleges.
Toetsvorm
De Lijn EBK, MA1 wordt met een voldoende (cijfer) afgerond als aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
- De student heeft binnen de EBK tandheelkundige zorg verleend en aan zorg gerelateerde taken
verricht gedurende alle ingeroosterde activiteiten. Een deelname van 100% is verplicht.
Afwezigheid (om welke reden dan ook) dient gecompenseerd te worden in ingeroosterde
vakantiepractica;
- De student heeft deelgenomen aan 10 ingeroosterde KWS- werkbesprekingen met master 2
studenten;
44
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
- De entree indirecte restauratietoets op de Simodont moet behaald zijn;
- De student heeft ten minste tweemaal per jaar de voortgang in zijn professionele ontwikkeling op
de 7 competentiedomeinen van de tandarts algemeen practicus besproken met zijn tandartsdocent
en daarop gereflecteerd. Het voortgangsgesprek EBK vindt plaats op basis van het portfolio.
Literatuur
De literatuur, leerstof en klinische handleidingen behorende bij de onderwijsblokken van zowel de
bachelor- als de masteropleiding.
Overige informatie
Een voldoende resultaat voor de Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, MA1, is een van de
toelatingsvoorwaarden tot de Ma3 Lijn Academische groepspraktijk (LAG) en de Ma3 Lijn Klinische
profielen.
Het verlenen van tandheelkundige zorg en verrichten van aan zorg gerelateerde taken houdt het
volgende in:
- Er geldt een 100% aanwezigheidsplicht (zie hierboven: hier geldt alleen de ingeroosterde tijd,
exclusief wettelijke feest- en vrije dagen). Daarvan is 50% in de rol van hoofdbehandelaar en 50%
als assisterende. Indien geroosterde tijd uitvalt, omdat bijvoorbeeld de patiënt niet op zijn afspraak
verschijnt, dienen in overleg met de docent vervangende werkzaamheden (Simodont oefeningen,
fantoomoefeningen, assistentie, etc.) te worden uitgevoerd.
- Als voorbereiding op de EBK-eindpresentatie (Lijn EBK, OWP MA2) wordt geadviseerd alvast op
zoek te gaan naar een voor dat doel geschikte patiëntencasus.
- Met betrekking tot de klinische paro toets, zoals genoemd in Lijn EBK OWP Ma2, wordt
geadviseerd alvast op zoek te gaan naar een geschikte paro patiënt.
De in de Lijn EBK OWP MA2 genoemde klinische cario-, paro en indirecte restauratietoetsen mogen
na toestemming van de docent(en) ook in de Lijn EBK, MA1 worden uitgevoerd.
Een voldoende resultaat voor de niet-patiënt gebonden klinische endotoets is voorwaarde voor het
mogen uitvoeren van wortelkanaalbehandelingen bij patiënten (zie de Lijn EBK, KV MA1).
Na het behalen van de niet-patiënt gebonden klinische endotoets dient de student in de gehele
periode Master 1 en Master 2 EBK ten minste drie endokanalen (ongeacht het aantal behandelde
elementen) bij (een) klinische patiënt(en) te hebben vervaardigd op z-niveau.
Een voldoende resultaat voor de Simodont entree-indirecte restauratie toets is een voorwaarde voor
het deelnemen aan de klinische indirecte restauratietoets en het mogen vervaardigen van kronen bij
patiënten.
In het uiterste geval, indien de student aantoonbaar niet in staat is geweest de klinische indirecte
restauratie te realiseren en te toetsen, worden aan het eind van Master 2 EBK twee verschillende
Simodont indirecte restauratie oefeningen en een niet-patiëntgebonden klinische indirecte
restauratietoets op fantoom als uittree-toets afgenomen die met een voldoende dienen te worden
afgerond.
Uitgangspunt is dat alle practica effectief en volledig worden benut, hetgeen betekent dat bijvoorbeeld
bij uitval van een patiënt de vrijgekomen tijd gebruikt wordt voor werken op fantoom of om te oefenen
op de Simodont.
45
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma1 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, KV MA1








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_M1LEBKKV
semester 1 en semester 2
3.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. J. Roeters
dr. R. Özok, mw. dr. D.E. van Diermen, prof. dr. D. Wismeijer
Hoorcollege, Practicum, Werkgroep, Overig
Doel vak
I : a(3), b(3), c(4), d(3), e(3), f(3), g(3), h(3), i(3), j(3), k(3), l(3)
II : a(4), b(3), c(3), d(3), e(3), f(3)
III : a(4), b(3), c(3), d(3), e(2), g(3)
IV : a(2), b(3), c(2), d(3), e(3)
V : c(3), d(4), f(3), g(3)
VI : a(4), b(3), e(3), f(3), g(3), h(3), i(3), m(3), o(3), q(2), s(3), v(3)
VII: 4
Voor verklaring van de competenties zie OER, bijlage I.
Inhoud vak
De Lijn EBK, KV MA1 bestaat uit een drietal onderdelen en dient ter voorbereiding voor specifieke
handelingen binnen de lijn EBK, MA1 en de lijn EBK, OWP, MA2 en de LAG.
Het vak is opgedeeld in drie delen:
1. Klinische verdieping endodontologie
2. Klinische verdieping MTI (Medische Tandheelkundige Interactie)
3. Hoorcolleges Orale Functieleer
1. Klinische verdieping endodontologie (KV-endo)
Het onderdeel Klinische verdieping Endodontologie bereidt de student voor op het zelfstandig
kunnen uitvoeren van wortelkanaalbehandelingen en bestaat uit werkbesprekingen en practica.
Het onderdeel wordt afgesloten met de niet-patiëntgebonden endotoets.
Na afloop van de KV-endo is de student:
- in staat om een diagnose van endodontische en periapicale afwijkingen op grond van klinische
bevindingen te stellen, een daarop gebaseerd endodontisch behandelplan te maken, en de risico’s
van de behandeling in te schatten;
- in staat om ontstoken, geïnfecteerd dan wel necrotisch pulpaweefsel te behandelen;
- in staat om de principes van evidence based tandheelkunde in de klinische en endodontologische
besluitvorming te integreren;
- zich bewust van de grenzen van het eigen kennen en kunnen en kan hij/zij hierop reflecteren.
2. Klinische verdieping MTI
Bij medisch gecompromitteerde patiënten worden uitgebreide DIB’s besproken en eventueel
uitgevoerd. Veel aandacht wordt besteed aan het afnemen van de medische anamnese en aan
mogelijke medisch-tandheelkundige interacties. Tijdens de patiëntenbesprekingen is er aandacht
voor MTI-aspecten, zoals effecten van ziekten en geneesmiddelen op de mondgezondheid,
allergieën voor tandheelkundige materialen en het voorkómen van (acute) medische problemen
tijdens of door de tandheelkundige behandeling.
46
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Studenten zullen in koppels patiënten behandelen met ASA score 3 en 4.
De student
- zal in staat zijn de interacties tussen tandheelkunde en geneeskunde te herkennen en te
interpreteren, om zo een optimaal behandelplan te kunnen opstellen;
- zal kennis opdoen van de bijwerkingen van geneesmiddelen teneinde tandheelkundige
problemen te kunnen verklaren;
- zal kennis en vaardigheden opdoen met betrekking tot reanimatie en acute situaties, alsmede
gebruik van de medische noodkoffer.
3. Hoorcolleges Orale Functieleer
Er zullen in de loop van het jaar enkele hoorcolleges Orale Functieleer worden gehouden met
daarin onderwerpen die betrekking hebben op de voorbereiding van klinische vaardigheden op het
gebied van de prothetische tandheelkunde zoals kroon- en brugwerk.
De student
- zal instaat zijn de theoretische kennis opgedaan in de hoorcolleges toe te passen in de klinische
setting;
Toetsvorm
De Lijn EBK, KV MA1 wordt met een voldoende afgerond als aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
- De student heeft de Klinische verdieping Endodontologie gevolgd en de niet-patiëntgebonden
endotoets met voldoende resultaat afgerond;
- De student heeft alle verplichte onderdelen van de Klinische verdieping MTI gevolgd;
- De student heeft de hoorcolleges Orale Functieleer gevolgd.
- Voor al deze onderdelen geldt een aanwezigheidsplicht.
Literatuur
• Thoden van Velzen, S.K., Wesselink, P.R. (red.) et al., (2010). Endodontologie. Houten / Diegem:
Bohn Stafleu Van Loghum 3e druk.
• Vertucci (1984). Root canal anatomy of the human permanent teeth. Oral Surg Oral Med Oral
Pathol, 58; 589-99.
• Nekoofar MH et al., (2006). The fundamental operating principles of electronic root canal length
measurement devices. Int Endod J, 39; 595-609.
• Van der Sluis et al., (2007). Passive ultrasonic irrigation of the root canal: a review of the literature.
Int Endod J, 40; 415-426.
• Sathorn et al., (2007). Antibacterial efficacy of calcium hydroxide intracanal dressing: a systematic
review and meta-analysis. Int Endod J, 40; 2-10.
• Whitworth J (2005). Methods of filling root canals: principles and practices. Endod Topics, 12; 2-24.
e
• Brand HS, Van Diermen DE, Makkers PC. Algemene ziektenleer voor tandartsen, 3 druk. Bohn
Stafleu van van Loghum, Houten 2013.
Overige informatie
Een voldoende resultaat voor de niet-patiënt gebonden endotoets is voorwaarde voor het mogen
uitvoeren van wortelkanaalbehandelingen bij patiënten.
Een voldoende resultaat voor het onderdeel Lijn EBK, KV MA1 is één van de toelatingsvoorwaarden
tot de Ma3 Lijn Academische Groepspraktijk (LAG) en de Ma3 Lijn Klinische profielen.
47
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma1 Lijn Functieherstel met uitneembare voorzieningen








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_LFUNCVOOR
semester 1 en semester 2
6.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. D. Wismeyer
mw. N. van Wagensveld, F.R. Langhorst
Practicum, Werkbesprekingen
Doel vak
I : a(3), b(3), c(3), d(3), e(3), f(3)
VI : b(3), m(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
Het doel van dit lijnonderwijs is het onder specialistische, intensieve begeleiding behandelen van een
volledig edentate patiënt evenals het preklinisch vervaardigen van een overkappingsprothese op
natuurlijke pijlers of op implantaten. Daarnaast leert de student een frameprothese te ontwerpen. Dit
laatstgenoemde onderwijs wordt deels via hand-on training gegeven (surveycursus) en deels via het
studieweb waarbij de student via discussielijsten feedback krijgt van de docent of van zijn
medestudenten op het door hem ontworpen frame.
Toetsvorm
De lijn wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan:
- Voldoende voor het preklinisch werkstuk VP.
- Voldoende voor de klinische VP.
- Voldoende voor het practicum overkappingsprothese (POP).
Het eindresultaat is het gemiddelde van de drie practicumonderdelen.
Literatuur
 Koopmans A.S.F. De vervaardiging van de preklinische volledige gebitsprothese. Handleiding
2010-2011.
 Koopmans A.S.F. Klinische handleiding voor de vervaardiging van een volledige
gebitsprothese. Handleiding 2010-2011.
 Kalk, W. et al. De overkappingsprothese op natuurlijke pijlerelementen en implantaten,
Bohn Stafleu Van Lochum, Houten/Zaventem 2005. ISBN 90 313 1152 9
 Kalk, W. et al. De volledige gebitsprothese in woord en beeld. Uitgangspunten voor diagnostiek en
behandeling van de edentate patiënt. Bohn Stafleu Van Lochum, Houten/Diegem 2001. ISBN 90
313 2175 3
 Andel, A.G. van. Handleiding frameprothese. ACTA 2013.
 Andel, A.G. van. Hand-outs college partiële prothetiek. Versie september 2012.
 Jepson N.J.A., Waas M.A.J. van (Nederlandse redactie). De partiële prothese in theorie en praktijk.
Houten: Prelum uitgevers 2008. ISBN 978-90-8562-021-1.
 Creugers NHJ, Witter DJ, Baat C de, Keltjens HMAM. De partiële gebitsprothese. Houten:
Bohn Stafleu Van Loghum 2012. ISBN 9789031375752.
48
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Overige informatie
Om binnen de lijn tot de klinische VP-stage te worden toegelaten, moet de student de preklinische VP
onderdelen met een voldoende hebben afgesloten. Zie de preklinische handleiding VP voor de criteria
waaraan moet zijn voldaan.
49
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma1 Professionaliteit en portfolio






Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
:
:
:
:
:
:
T_M1PROFPORT
semester 1 en semester 2
1.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. C. van Loveren
Doel vak
I: a(3), b(3), c(3), d(3), e(3), f(3), g(3), h(3), i(3), j(3), k(3), l(3)
II: a(4), b(3), c(3), d(3), e(3), f(3)
III: a(4), b(3), c(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
De student legt de voortgang in zijn professionele ontwikkeling op de 7 competentie-domeinen van de
tandarts algemeen practicus vast in zijn portfolio. Hij doet dit middels schriftelijke reflectieverslagen en
verslagen van de bespreking over zijn ontwikkeling met de docent. Ook alle studieresultaten van de
Lijn EBK worden opgenomen in dit portfolio.
In het portfolio worden ook de resultaten van de Overalltoets (OAT) en deelname aan de
nabespreking hiervan vastgelegd. Bij de OAT krijgt de student een patiëntencasus voorgelegd met
daarbij een aantal (voornamelijk meerkeuze)vragen die beogen de student te toetsen op het
vermogen om adequaat een verband te leggen tussen een klinische situatie of een klinisch probleem
en de onderliggende theorie. De jaarlijkse OAT is een goede voorbereiding op de EBKeindpresentatie (Ma2), omdat daar vergelijkbare vragen worden gesteld. Een groot deel van de
vragen voor de OAT en de onderbouwing daarvan, wordt in Ma2 en Ma3 door de studenten zelf
ontwikkeld. Het resultaat op de OAT levert de student inzicht in de eigen ontwikkeling in relatie tot die
van de medestudenten uit hetzelfde studiejaar en de overige studiejaren.
Toetsvorm
Dit blok kan worden afgerond als aan de volgende eisen is voldaan:
- Het portfolio is volledig ingevuld.
- De OAT is afgelegd en de nabespreking is gevolgd.
- Er staan geen meldingen open bij de Commissie Professioneel Gedrag.
Literatuur
Handleiding portfolio: https://portfolio.uva.nl/portal
Overige informatie
Aandachtspunten en beoordelingsformulieren aangaande Professioneel Gedrag zijn op Blackboard te
vinden. Andere informatie en handleidingen rondom het portfolio zijn ook in de betreffende
Blackboardcursus te vinden.
Ernstige overschrijdingen van professioneel gedrag zowel binnen als buiten de kliniek kunnen als
incident gemeld worden bij de Commissie Professioneel Gedrag (CPG). In samenspraak met de
student en de melder zal de CPG een traject opstellen om de overschrijding te corrigeren. De melding
wordt teniet gedaan indien het corrigerende traject afgelegd is naar tevredenheid van de student, de
melder en de CPG.
50
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Uitvoering incidentmelding PG
Indien een docent voornemens is om een incident PG te melden dan vult hij het daartoe bestemde
formulier in. Dit formulier wordt mede ondertekend door de blok- of lijncoördinator en wordt door
de coördinator ingeleverd bij de CPG.
De commissie PG stelt de student en de coördinator van de Lijn Professionaliteit en Portfolio
schriftelijk op de hoogte en nodigt de student uit voor een gesprek.
De commissie PG voert een gesprek met de docent die het incident PG heeft gemeld.
In samenspraak met de student en de melder zal de CPG een verbetertraject opstellen,
inhoudende een periode waarin, alsook een wijze waarop, de student kan laten zien over
voldoende PG te beschikken om alsnog een voldoende eindoordeel PG te behalen. Het
verbetertraject kan onder andere bestaan uit het volgen van remedial teaching of een
doorverwijzing naar externe hulpverlening. De melding wordt teniet gedaan als het verbetertraject
is afgelegd naar tevredenheid van de student, de melder en de CPG. De voldoende beoordeling
voor PG wordt gemeld bij de coördinator van de Lijn Professionaliteit en Portfolio.
Aan het eind van Master 1, 2 en 3 gaat de coördinator van de lijn Professionaliteit en Portfolio na
of er meldingen PG open staan.
Als de CPG van mening is dat het gedrag van de student dusdanig ernstig is dat het belang van
de patiënt, de beroepsgroep of ACTA in het geding is, dan wordt dit per ommegaande schriftelijk
aan de Examencommissie doorgegeven. In een dergelijk uitzonderlijk geval kan aan het College
van Bestuur worden voorgesteld de inschrijving van de student definitief te beëindigen.
Uitvoerend coördinator Portfolio: drs. T. M. Monsma
Uitvoerend coördinator OAT: drs. H.P. Wiegman
Uitvoerend coördinator PG: H. Bussink MSc
Gedetailleerde informatie over de Overalltoets is te vinden in de Blackboardcursus ‘Overalltoets 20142015’.
51
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma2 Blok Voorbereiding wetenschappelijke scholing, MA2








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_M2VWS
semester 1 of semester 2
2.0
Nederlands
ACTA
dr. T.J.M. van Steenbergen
dr. T.J.M. van Steenbergen, dr. A.J. van Wijk
Werkgroep, Hoorcollege
Doel vak
II: a(3), b(3), c(3), d(3), e(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
e
Dit blok is een voorbereiding op het blok Wetenschappelijke Verdieping in het 3 studiejaar van de
e
Masterfase. De student maakt in dit blok een keuze voor een onderwerp waaraan hij in het 3 jaar
wetenschappelijk onderzoek zal verrichten. Tevens maakt de student een onderzoeksopzet voor dit
onderzoek. Het blok bevat ook werkgroepen waarin zal worden geoefend met het vertalen van een
vraagstelling in een onderzoeksopzet.
Toetsvorm
Het blok wordt met een voldoende afgesloten wanneer aan de volgende eisen is voldaan:
- Actieve participatie in de werkgroepen.
- Een goedgekeurde paper (werkstuk/opdracht), waarin de onderzoekopzet wordt beschreven.
De eindbeoordeling vindt plaats op het niveau van onvoldoende of voldoende.
Literatuur
De gebruikte literatuur wordt door de student grotendeels zelf verzameld en wordt bepaald door het
gekozen onderwerp.
Overige informatie
Een voldoende resultaat voor dit blok is een toelatingseis voor de lijn Wetenschappelijke Verdieping
uit Master 3.
52
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma2 Lijn Diagnostiek en casuïstiek








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_LDIAGCAS
semester 1 en semester 2
3.0
Nederlands
ACTA
prof.dr. J. Roeters
docenten uit diverse klinische secties
Klinische les, Zelfstudie
Doel vak
I : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(4), j(4), k(4), l(4)
II : a(4), b(4), c(4), d(4), f(4)
III : a(4), b(4), c(4)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
Tandheelkundige problematiek dient zich zelden aan in een zich tot één discipline beperkende
pathologie. Meestal komen verschillende ziektebeelden, soms met dezelfde etiologie, tegelijk voor bij
één en dezelfde patiënt. Zowel voor diagnostiek als voor behandeling wordt van de student vereist dat
deze de aanwezige problematiek in onderlinge samenhang kan herkennen en doorgronden.
In deze lijn wordt in een maandelijkse cyclus in een zogenaamd ‘Klinisch Forum’ door deskundigen uit
diverse klinische vakgebieden aan de hand van klinische casussen besproken hoe aan deze vereisten
kan worden voldaan, waar mogelijk onderbouwd met wetenschappelijke literatuur.
Een videoregistratie van ieder Klinisch Forum, de bijbehorende presentatie en ten minste één
wetenschappelijk artikel worden na afloop op Blackboard geplaatst ten behoeve van zelfstudie en het
maken van de verplichte toetsen. Ter bevordering van de interactie tussen de sprekers en de
studenten wordt de casus (met ten minste 2 bijpassende artikelen) ruim tevoren op Blackboard
geplaatst. Van de studenten wordt verwacht dat zij zich voorbereiden op het Klinisch Forum door
bestudering van casus en artikelen. Indien van tevoren beschikbaar dienen de studenten ook
antwoorden te formuleren op een aantal door de sprekers aangeleverde vragen. Tijdens het Klinisch
Forum kunnen studenten worden uitgenodigd/aangewezen hun antwoorden te presenteren en toe te
lichten.
Toetsvorm
De lijn wordt met een voldoende afgerond als aan de volgende eisen is voldaan:
- De student is aanwezig geweest bij alle Klinische Fora.
- De student heeft na iedere sessie op Blackboard de digitale toets gemaakt bestaande uit 3
meerkeuzevragen.
Het eindcijfer wordt bepaald door het resultaat behaald bij de digitale deeltoetsen.
Indien de student niet bij alle Klinische Fora aanwezig is geweest, moet het aantal gemiste klinische
fora worden ingehaald in het volgende studiejaar.
Overgangsregeling
Voor studenten, die al in het studiejaar 2013-2014 zijn begonnen aan deze lijn, maar de lijn nog niet
hebben afgerond, geldt een overgangsregeling. Zij kunnen kiezen voor het volgen van 5 Klinische
Fora volgens de nieuwe eisen, ofwel voor het volgen van 9 Klinische Fora volgens de regeling van
2013-2014 (dus inclusief 9 deeltoetsen en een afsluitend tentamen). Studenten die dit betreft, dienen
hun keuze voor 15 september 2014 bekend te maken.
53
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Literatuur
De bij de presentaties op Blackboard geplaatste literatuur.
De in de verschillende vakgebieden reeds onderwezen en bestudeerde literatuur wordt bekend
verondersteld.
Overige informatie
Het Klinisch Forum vindt plaats op alternerende weekdagen, telkens van 17.45 tot 18.45 uur.
Uitvoerend coördinator: H.P. Wiegman.
Deelname aan het Klinisch Forum is verplicht voor Ma2-studenten.
De in klinische problematiek geïnteresseerde Ma1-studenten en overige belangstellenden zijn van
harte welkom.
54
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma2 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, KV MA2








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_M2LEBKKV
Semester 1 en Semester 2
3.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. J. Roeters
dr. C. Kleverlaan, tandartsdocenten.
Practicum, Werkgroep, Hoorcollege, Portfoliobeheer.
Doel vak
I : a(4), b(3), c(4), d(4), e(4), f(4), g(3), h(3), i(3), j(4), k(4), l(4)
II : a(4), b(4), c(3), d(4), e(3), f(3)
III : a(4), b(4), c(4), d(4)
IV : a(3), b(3), c(3), d(3)
V : c(4), d(4), g(4)
VI : a(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(4), k(4), l(4), m(4), o(3), s(3), v(3)
VII: 4
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
Het onderwijs binnen de Klinische Verdieping REST van de Ma2 Lijn EBK (Lijn EBK,KV MA2) richt
zich op de praktische en theoretische achtergronden van de restauratieve tandheelkunde in de volle
breedte van het woord. Er worden preklinische oefeningen gedaan, die hoofdzakelijk betrekking
hebben op de complexere restauratieve tandheelkunde. Tevens is er aandacht voor MTI-aspecten,
zoals effecten van ziekten en geneesmiddelen op de mondgezondheid, allergieën voor
tandheelkundige materialen en het voorkómen van (acute) medische problemen tijdens of door de
tandheelkundige behandeling.
De student
 zal ervaring opdoen met complexere restauratieve behandelingen;
 zal de diagnostiek, de indicatie en de behandelplanning (DIB) bij patiënten met
gemutileerde dentities/esthetische problemen adequaat weten te interpreteren;
 zal in staat zijn preklinisch uitgebreid restauratief en esthetisch werk uit te voeren;
 zal in staat zijn de interacties tussen tandheelkunde en geneeskunde te herkennen en te
interpreteren, om zo een optimaal behandelplan te kunnen opstellen;
 zal kennis opdoen van de bijwerkingen van geneesmiddelen teneinde tandheelkundige problemen
te kunnen verklaren;
 zal kennis en vaardigheden opdoen met betrekking tot reanimatie en acute situaties, alsmede
gebruik van de medische noodkoffer.
Toetsvorm
De Lijn EBK, KV MA2 wordt met een voldoende afgerond als aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
- De student heeft een voldoende beoordeling van de preklinische oefeningen;
- De student heeft alle verplichte onderdelen van de KV MTI gevolgd.
55
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Literatuur
Alle voorafgaande leerstof.
Overige informatie
- Een 100% deelname is verplicht. Afwezigheid (om welke reden dan ook) dient gecompenseerd te
worden in ingeroosterde vakantiepractica.
- Een voldoende resultaat voor de Lijn EBK,KV MA2 is toelatingsvoorwaarde tot de
Ma3 Lijn Academische groepspraktijk (LAG) en de Ma3 Lijn Klinische profielen.
56
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma2 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, onderdeel KWS








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_LEBKKWS
semester 1 en semester 2
4.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. J. Roeters
Tandartsdocenten, docenten van de secties
Werkgroep, Hoorcollege, Practicum
Doel vak
I : a(4), b(4), d(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(4), j(4), k(4), l(4)
II : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4)
III : a(4), b(4), c(4)
IV : a(3), b(3), c(3), d(3)
V : c(4), d(4), f(3), g(4)
VI : a(4), e(4), f(4)
VII: 4
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
Het doel van de Ma2 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, onderdeel Klinisch
Wetenschappelijke Scholing (Lijn EBK, KWS) is de student te trainen in complexe klinische
besluitvorming. Tijdens de werkbesprekingen, worden studenten aangezet tot kritisch nadenken en
leert men op systematische wijze problemen op te lossen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van PICOvragen (Problem, Intervention, Comparison, Outcome) en het zoeken van antwoorden op die vragen
in de tandheelkundige
wetenschappelijke literatuur. De nauwe samenwerking tussen de
tandartsdocenten en de docenten van de wetenschappelijke secties waarborgt dat de student
voortdurend wordt bevraagd over de actualiteit van zijn kennis en over de reikwijdte van de
tandheelkundige wetenschap.
De student leert om op een steeds hoger niveau patiënten met een DIB 3, 4 of 5 te presenteren.
Daarnaast worden er korte werkcolleges gegeven door docenten van de secties ter verdieping van
reeds eerder aangeboden stof.
Toetsvorm
De Ma2 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, onderdeel KWS wordt met een voldoende
afgerond als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- De student heeft actief deelgenomen aan de werkbesprekingen in de vorm van klinisch
wetenschappelijke scholing. Een 100% deelname is verplicht. Afwezigheid (in welke vorm dan
ook) dient gecompenseerd te worden in ingeroosterde vakantiepractica;
- De student dient met een voldoende resultaat binnen de Ma2 minimaal drie patiënten met een DIB
3, 4 of 5 besproken te hebben;
- De student dient met voldoende resultaat vier PICO-vragen te hebben geformuleerd, uitgewerkt
en gepresenteerd;
- Bovengenoemde studieresultaten dient de student opgenomen te hebben in het portfolio.
Literatuur
Alle voorafgaande leerstof. Daarnaast de literatuur nodig voor het oplossen van de PICO-vragen.
57
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Overige informatie
Een voldoende resultaat voor de Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, Klinisch
Wetenschappelijke Scholing, is een van de toelatingsvoorwaarden tot de Ma3 Lijn Academische
groepspraktijk (LAG) en de Ma3 Lijn Klinische profielen.
58
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma2 Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, OWP, MA2








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_M2LEBKOWP
Semester 1 en Semester 2
23.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. J. Roeters
Tandartsdocenten
Practicum, Werkgroep, Hoorcollege, Overig
Doel vak
I : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(4), j(4), k(4), l(4)
II : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4) f(3)
III : a(4), b(4), c(4), e(3), g(3)
IV : a(4), b(3), d(3), e(3)
V : c(3), d(4), e(3), f(4), g(4), h(4), i(4), j(3)
VI : a(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(4), j(2), k(4), l(4), m(4), n(3), o(3), q(3), s(4), u(3), v(4)
VII: 4
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
Doel van de Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, OWP (Ma2 Lijn EBK, OWP) is het
toepassen en integreren van tot dan toe opgedane kennis en vaardigheden bij patiënten. Dat vindt
plaats in een geïntegreerde setting, waarin de diagnostiek en indicatie/behandelingsplanning
multidisciplinair worden aangepakt. De student wordt voortdurend bevraagd over de actualiteit van zijn
kennis en de reikwijdte van de tandheelkundige wetenschap. Van de student wordt verwacht dat hij/zij
kritisch denkt, zichzelf voortdurend vragen stelt en hierop (wetenschappelijke) antwoorden formuleert.
In het onderwijs ligt de nadruk op een gestructureerde en zo nodig gefaseerde aanpak van de bij de
individuele patiënt voorkomende problematiek. Dit gebeurt binnen het kader van een
zorgdoel/zorgplan, opgesteld volgens de DIB-(Diagnose-Indicatie-Behandelplanning) systematiek. Het
zorgplan bepaalt de te ondernemen preventieve en curatieve activiteiten en geeft aan welke
zorgverleners bij de uitvoering van deze activiteiten betrokken zullen zijn. De studenten werken in
koppels onder begeleiding van een tandartsdocent ter bevordering van de mondzorg van de
patiënten.
Andere speerpunten binnen de EBK Master 2 zijn het verlenen van tandheelkundige eerste hulp
(polikliniek), het verlenen van tandheelkundige zorg met een hogere mate van complexiteit en het
toepassen van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBo).
De Ma 2 lijn EBK richt zich onder andere op:
 Het bereiken van de hierboven genoemde competentieniveaus.
 Het benoemen van een zorgdoel, het maken van zorg/behandelplannen (op het niveau DIB 2, 3, 4
en 5).
 Het zelfstandig, de op hem of haar competentieniveau afgestemde, klinische handelingen
verrichten.
 Het vervullen van taken (intake en pijnklachten) op de Polikliniek.
59
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Toetsvorm
De Lijn EBK,OWP MA2 wordt met een voldoende afgerond als aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
- De student heeft tandheelkundige zorg verleend en aan zorg gerelateerde taken verricht binnen de
EBK gedurende alle ingeroosterde activiteiten. Een 100% deelname is verplicht. Afwezigheid (met
welke reden dan ook) dient gecompenseerd te worden in ingeroosterde vakantiepractica;
- De student heeft twee maal per jaar tijdens het voortgangsgesprek EBK met zijn tandartsdocent
zijn persoonlijke professionele ontwikkeling op de 7 competentiedomeinen van de tandarts
algemeen practicus besproken. Hij heeft zijn persoonlijke professionele ontwikkeling aangetoond
door middel van reflectie en zijn studieresultaten, die hij in zijn portfolio heeft opgenomen. Het EBK
eindgesprek wordt met een voldoende afgesloten wanneer de professionele ontwikkeling van de
student naar het oordeel van de student en de klinisch docent als voldoende beoordeeld wordt op
(onderdelen van) het niveau van beginnend professional.
- De student heeft alle onderdelen Lijn EBK, MA1 (inclusief de daarbij vermelde toetsen) afgerond
met een voldoende resultaat;
- De student heeft:
a. de cariologietoets behaald;
b. de paro-toets (een initiële parodontale behandeling bij een patiënt) behaald;
c. de Simodont entree-indirecte restauratietoets voorafgaande aan de klinische indirecte
restauratietoets bij een patiënt behaald.
d. De klinische indirecte restauratietoets bij een patiënt behaald;
e. ten minste drie endodontische kanalen bij (een) klinische patiënt(en) op niveau z behandeld;
- De student heeft de EBK-eindpresentatie met goed gevolg afgerond.
Literatuur
De literatuur, leerstof en klinische handleidingen behorende bij de onderwijsblokken van zowel de
bachelor- als de masteropleiding.
Overige informatie
Een voldoende resultaat voor de Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek, OWP, is een van
de toelatingsvoorwaarden tot de Ma3 Lijn Academische groepspraktijk (LAG) en de Ma3 Lijn Klinische
profielen.
Het verlenen van tandheelkundige zorg en verrichten van aan zorg gerelateerde taken houdt het
volgende in:
- Er geldt een 100% aanwezigheidsplicht (zie hierboven: hier geldt alleen de ingeroosterde tijd,
exclusief wettelijke feest en vrije dagen). Daarvan is 50% in de rol van hoofdbehandelaar en 50%
als assisterende. Uitgangspunt is dat alle practica effectief en volledig worden benut. Indien
geroosterde tijd uitvalt omdat bijvoorbeeld de patiënt niet op zijn afspraak verschijnt, dienen in
overleg met de docent vervangende werkzaamheden (Simodont oefeningen, fantoomoefeningen,
assistentie, etc.) te worden uitgevoerd.
- Het vervullen van politaken volgens rooster voor 100%.
Een voldoende resultaat voor de niet-patiënt gebonden klinische endotoets is voorwaarde voor het
mogen uitvoeren van wortelkanaalbehandelingen bij patiënten (zie de Lijn EBK, KV MA1).
Na het behalen van de niet-patiënt gebonden klinische endotoets dient de student in de gehele
periode Master 1 en Master 2 EBK ten minste drie endokanalen bij (een) klinische patiënt(en) te
hebben vervaardigd op z-niveau.
Een voldoende resultaat voor een Simodont entree-indirecte restauratietoets is een voorwaarde voor
het deelnemen aan de klinische indirecte restauratietoets en het mogen vervaardigen van kronen bij
patiënten.
60
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
In het uiterste geval, indien de student aantoonbaar niet in staat is geweest de klinische indirecte
restauratie te realiseren en te toetsen, worden aan het eind van Master 2 EBK twee verschillende
Simodont indirecte restauratieoefeningen en een niet-patiëntgebonden klinische indirecte
restauratietoets op fantoom als uittree-toets afgenomen, die met een voldoende dienen te worden
afgerond.
In het uiterste geval, indien de student aantoonbaar niet in staat is geweest de klinische
parobehandeling (klinische parotoets) te realiseren, wordt aan het eind van Master 2 EBK een nietpatiëntgebonden parotoets als uittree-toets afgenomen, die met een voldoende resultaat moet
worden afgerond.
61
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma2 Lijn Functieherstel met behulp van implantologie en chirurgische
parodontologie








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_M2LFICP
semester 1 en semester 2
10.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. D. Wismeyer
prof. dr. D. Wismeyer, prof. dr. B. Loos, mw. prof. dr. J. Klein Nulend
hoorcollege, practicum, werkgroep
Doel vak
I : e(4), k(4), l(4)
II : a(4)
III : c(4), d(4)
VI : m(4), n(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
De lijn leert de student welke mogelijkheden de orale implantologie voor de (bijna) afgestudeerde
tandarts biedt en geeft inzicht in de voordelen en beperkingen van deze behandeloptie. Daartoe
komen de basisprincipes van implanteren aan de orde zoals diagnostiek en indicatie, genezing en
inheling, esthetiek en implantaatsystemen, als ook verschillende behandelsituaties en verschillende
soorten suprastructuren met behandelprocedures. De student doet preklinische oefeningen wat betreft
de chirurgie. Verder doet hij preklinische oefeningen om de specifieke vaardigheden te leren
betreffende het maken van afdrukken van implantaten. De student dient bij de EBK patiënten die hij
behandelt te assisteren tijdens het plaatsen van implantaten.
Toetsvorm
De lijn wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan:
- de student een voldoende resultaat voor het tentamen (open/gesloten vragen) heeft behaald;
- de student heeft deelgenomen aan alle werkgroepen;
- de student geslaagd is voor de preklinische toets ‘het afdrukken van implantaten’;
- de student voor minstens één (EBK-OWP) patiënt de diagnostiek, indicatie en
behandelingsplanning van één of meer implantaten heeft uitgevoerd, aanwezig is
geweest bij
het plaatsen van het implantaat of implantaten en bij een eigen of een andere (EBK-OWP) patiënt
implantaten heeft afgedrukt ten behoeve van de te vervaardigen suprastructuur en deze ook
heeft geplaatst en hiervoor een voldoende heeft behaald;
- een goedgekeurd verslag van deze klinische implantologiestage is toegevoegd aan het
portfolio;
- de student een halve dag stage heeft gelopen bij de paro-polikliniek en hiervan een
goedgekeurd verslag heeft toegevoegd aan het portfolio;
- de student heeft geassisteerd bij een door een medewerker van de afdeling Parodontologie
uitgevoerde flapoperatie.
Literatuur
Vakgebied implantologie
 Broggini N, Buser D, Cochran DL. Glossary of oral and maxillofacial implants. Quintessence
Publisching Co, Ltd. 2009. (woordenboek)
 Coulthard P. Prevention. Part 5: preventive strategies for patients requiring
osseointegrated oral
implant treatment. Br Dent J 2003;195:187-194.
62
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015















Meijer H, De Lange G. Prothetiek en orale implantologie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum
2007. Naslagwerk
Feine JS, Carlsson GE. Implant overdentures. Quintessence Publisching Co, Ltd. 2003.
Goodacre CJ. Clinical complications of osseointegrated implants. J. Prosthet Dent
2003;90:121-132
Jokstad A. Osseointegration and dental implants. Wiley-Blackwell, 2009.
Lindhe J. Clinical periodontology and implant dentistry. John Wiley and Sons:5th revised
edition, 2008.
Pjetursson BE, Lang NP. Prosthetic treatment planning on the basis of scientific evidence.
J
Oral Rehabil 2008; (35) Supplement 1:72-79.
Van Waas MAJ, Van der Beld AW. Het behandelplan, ACTA QP, 2006.
Wismeijer D, Buser D, Belser U. ITI treatment Guide Volume 1 Quintessence Publishing
Co,
Ltd. 2010
Wismeijer D, Buser D, Belser U. ITI treatment Guide Volume 2 Quintessence Publishing
Co,
Ltd. 2010
Wismeijer D, Buser D, Belser U. ITI treatment Guide Volume 4 Quintessence Publishing
Co,
Ltd. 2010
Wismeijer D, Langhorst FR. Handleiding voor het plaatsen van een suprastructuur op Straumann
implantaten. Amsterdam: ACTA 2014
Wismeijer D. Fijnheer C. De chirurgische fase met behulp van het Straumann Dental Implant
System. Amsterdam: ACTA 2014.
Wismeijer D. Fijnheer C. Guided surgery met behulp van het Straumann Dental Implant
System. Amsterdam: ACTA 2014.
Langhorst FR. Afdrukken van implantaten. Amsterdam: ACTA 2014
Avoort PGGL van der, Fijnheer C. Nazorg bij implantaten: diagnostiek en uitvoering. Amsterdam:
ACTA 2014.
Vakgebied orale celbiologie
 Tadjoedin ES et al. Histological observations on biopsies harvested following sinus Floor
elevation using a bioactive glass material of narrow size range. Clinical Oral Implants Research
2000;334-344.
 Zerbo IR et al. Localisation of osteogenic and osteoclastic cells in porous beta-tricalcium
phosphate particles used for human maxillary sinus floor elevation. Biomaterials
2005;12:1445-1451.
 Terheyden H, Lang NP, Bierbaum S, Stadlinger B. Osseointegration – communication of
cells. Clin Oral Impl Res 2012;23:1127-1135. (met 3D-animatie op dvd Cell-to-Cell).
Vakgebied parodontologie
 Beertsen W. et al. Parodontologie: Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 2009.
 Kaldahl WB, Kalkwarf KL, Patil KD, Molvar MP, Dyer JK.Long-term evaluation of
periodontal
therapy: I. Response to 4 therapeutic modalities. J Periodontol. 1996 Feb;67(2):93-102.
 Quirynen M, Abarca M, Assche N van, Nevins M, Steenberghe D van. Impact of supportive
periodontal therapy and implant surface roughness on implant outcome in patients with a history of
periodontitis. Journal of Clinical Periodontology 2007;34:805–815.
63
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma2 Lijn Functieherstel met behulp van orthodontische behandeling







Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
 Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_LFORTHO
semester 1 en semester 2
5.0
Nederlands
ACTA
K. van Westing
prof. dr. A. Zentner, prof. dr. D.B. Tuinzing, prof. dr. F. Lobbezoo,
prof.dr. E. Hakman, K. van Westing, mw. dr. C. Prahl, mw. dr. A. Bos,
dr. N.M.B.K. Willems, J.C. Baart, mw. M.L. Koning, dr. R.B. Kuitert,
dr. G.J.C. Kramer, Orthodontisten i.o.
: Hoorcollege, Werkcollege, Practica
Doel vak
I : a(4), c(3), d(3), e(3), i(4), j(4), k(3), l(3)
II : a(4)
III : g(4)
VI : f(4), l(2), r(2), t(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
Centraal in deze lijn staat het geven van inzicht in de mogelijkheden die orthodontie biedt bij
functieherstel, esthetische problemen en profielcorrecties. Het maken van een individueel en
adequaat zorgplan wordt gebaseerd op de prognose van ontstaan en verloop van de afwijking.
Daarnaast maakt de student kennis met eenvoudige orthodontische handelingen (brackets principes,
retentieprotocollen, orthodontische noodhulp etc.). De behandelplanning van afwijkingen die door
middel van orthodontie behandeld kunnen worden komt aan de orde. Om een behandelplan te kunnen
maken moet de student op de hoogte zijn van de verschillende behandelmogelijkheden. Denk hierbij
aan uitneembare en vaste apparatuur bij osteotomie, implantologie en prothetische voorzieningen.
Ook de psychosomatische implicaties van de behandeling zullen aan de orde komen, alsmede
gedragsaspecten bij therapietrouw (compliance).
Toetsvorm
De lijn wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan:
- schriftelijk tentamen met voldoende resultaat (gedeeltelijk meerkeuze vragen en gedeeltelijk open
vragen).
- deelname aan de verplichte practica en werkcolleges.
Literatuur
• Profitt, Contemporary orthodontics 4th edition 2006
• Baart, J.A. et al, ‘’Kaakchirurgie’’. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 1998
• Selectie van wetenschappelijk literatuur;beschikbaar via Blackboard i.c. docent
• Aanvullingen op bovenstaande literatuur worden zo spoedig mogelijk op Blackboard
gezet.
Overige informatie
Voor deelname aan de Lijn Functieherstel met behulp van orthodontische behandeling verdient het
aanbeveling dat het Ma1 Blok Groei en ontwikkeling reeds is gevolgd.
64
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma2 Lijn Pedodontologie







Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
 Lesmethode(n)
: T_LPEDO
: semester 1 of semester 2
: 3.0
: Nederlands
: ACTA
: mw. dr. C.C. Bonifácio
: mw. dr. C.C. Bonifácio, mw. T. Brethouwer, dr. B. Özen,
mw. I. van der Pas, mw. A. Schmeitink, mw. M.M.A. Schoenmakers,
mw. D.S. Schutte, dhr. R.F.A. Ubbink, kindertandartsen in opleiding
: Werkgroep, Practicum
Doel vak
I : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4), j(4), k(4)
II : a(4), c(4), d(4), f(4)
III : a(4), b(4), c(4), d(4), f(4), g(4)
V : c(4), d(4), g(4), h(4)
VI : a(4), b(3), d(4), f(4), g(4), h(4), j(4), q(4), t(3), u(4), v(4)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
Het doel van het lijnonderwijs is dat de student leert zelfstandig kinderen te behandelen met aandacht
voor preventie en behandelbaarheid en dat de student leert een volledig behandelplan op te stellen, te
onderbouwen en uit te voeren. Daartoe dient de student zich te trainen in gedragsbeïnvloeding en
sociale en klinische vaardigheden.
Door nauwe samenwerking met studenten mondzorgkunde HinH leert de student om te gaan met
taakdelegatie.
Het onderwijs bestaat uit preklinische oefeningen ter voorbereiding op de patiëntenbehandeling en uit
het behandelen van patiënten in de leeftijdscategorie van vier tot veertien jaar met uitloop tot achttien
jaar.
Bij afwezigheid van patiënten en om vaardigheden verder te trainen, kunnen preklinische oefeningen
worden ingelast, kan geoefend worden met papieren patiënten of kan bij kindertandartsen (in
opleiding) worden geassisteerd op de stafkliniek Pedodontologie.
De student werkt zo veel mogelijk met een assistent, in ieder geval bij curatieve (be)handelingen.
Deze assistent kan een medestudent zijn of een student mondzorgkunde.
Toetsvorm
De lijn wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan:
- Schriftelijk tentamen met voldoende resultaat (hierin wordt de student getoetst op het uitvoeren
van een juiste diagnostiek en het opstellen van een behandelplan op de korte en de lange termijn
bij een papieren patiënt).
- Verplichte aanwezigheid zowel bij de werk-, voor- en nabesprekingen als bij het (pre)klinisch
practicum.
- Mondelinge presentaties. De student presenteert tijdens de werkgroepen in een koppel een
onderwerp uit de kindertandheelkunde en een casus uit het klinisch practicum.
- Portfolio: De student toont in zijn digitaal portfolio aan dat hij alle onderdelen van de lijn
heeft doorlopen en dat hij de beoogde competenties van de lijn heeft behaald.
65
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Literatuur
• Studiehandleiding Lijn Pedodontologie 2014-2015
• Studentenhandleiding Digitaal Portfolio Lijn Pedodontologie 2014-2015
• Amerongen WE van, Martens LC, Stel G, Veerkamp JSJ. Kindertandheelkunde deel 1.
Houten/Diemen: Bohn Stafleu van Loghum; 2009.
• Amerongen WE van, Martens LC, Stel G, Veerkamp JSJ. Kindertandheelkunde deel 2.
Houten/Diemen: Bohn Stafleu van Loghum; 2013.
nd
• Fejerskov O, Kidd EAM, editors. Dental caries: the disease and its clinical management. 2 ed.
Oxford: Blackwell Munksgaard; 2008.
• Linden FPGM van der. Gebitsontwikkeling bij de mens. Houten/Diemen: Bohn Stafleu van Loghum
2010.
Overige informatie
Doorstroomeis binnen de lijn:
De student dient het preklinisch practicum met een voldoende te hebben afgerond voordat hij/zij deel
kan nemen aan de patiëntenbehandeling.
66
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma2 Lijn Praktijkmanagement








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_LPRAKTIJK
semester 1
2.0
Nederlands
ACTA
dr. J. den Dekker
dr. J. den Dekker,ing. A.M. Dijksterhuis, dr. T.R.V. Nys, R. de Raat
Hoorcollege
Doel vak
II : a(3)
III : b(3), c(3), d(3)
IV : b(3), c(3), e(3)
V : a(3), b(3), e(3), f(3), g(3), j(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
Het doel van deze lijn is de voorbereiding op de praktijkuitoefening vanuit sociaal-tandheelkundige
invalshoek. Aan de orde komen de beroepsontwikkeling, de organisatie van de (mond)zorg,
medisch/tandheelkundige ethiek, wetgeving, verzekering en financiering, praktijkvoering
(personeelsbeleid, taakverdeling), kwaliteit, klachtbehandeling, toezicht en doelmatigheid van zorg.
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen met open vragen.
Literatuur
• Dekker J den. Mondzorg in sociaal perspectief. Tweede, herziene uitgave. Houten: Bohn
Stafleu Van Loghum, 2012.
• Ozar D, Sokol D. Dental Ethics at Chairside: Professional Principles and Practical
Applications.Washington: Georgetown University Press, 2002
th
• Beauchamp T, Childress J. Principals of Biomedical Ethics (4 edition). New York: Oxford
University Press, 1994.
• Diebels M, Blankemeijer R. In- en uitstroom in 100 vragen. Alphen aan den Rijn: Kluwer,
2007.
• Door de docenten uitgereikte teksten.
Overige informatie
Dit onderwijs wordt alleen in het eerste semester ‘live’ aangeboden. Studenten zijn in het tweede
semester aangewezen op het studieweb voor de video-opnamen.
67
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma2 Lijn Stages








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_LSTAGES
semester 1 of semester 2
3.0
Nederlands
ACTA
mw. dr. M.A. Klaassen
mw. dr. M.A. Klaassen
Werkgroep, Overig, Hoorcollege
Doel vak
I : b(4), i(4)
III : a(4), b(4), d(3), g(4)
IV : d(4), e(3)
VI : b(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
Doel van deze lijn is om inzicht te krijgen in en kennis te maken met de bijzondere tandheelkunde
buiten de tandheelkundige praktijk en met de maatschappelijke verantwoordelijkheid die de tandarts
heeft. Tevens maakt de student kennis met het werk van een tandtechnisch laboratorium (TTL). De
lijn “Stages” borduurt voort op het theoretische Ma1 blok “Specifieke patiëntengroepen”. Specifieke
patiëntengroepen zijn bijvoorbeeld ouderen, mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke
beperking, gedetineerden.
Het onderwijs zal bestaan uit een externe stage bij een specifieke patiëntengroep, of een korte
buitenlandstage (in overleg met de coördinator) en een bezoek aan een TTL. In een werkgroep heeft
men de gelegenheid een presentatie van zijn/haar stage te doen.
Toetsvorm
De lijn wordt met een voldoende afgerond als aan de volgende eisen is voldaan:
1. Inleveren van een compleet dossier met daarin:
 sollicitatiebrief
 stagewerkplan
 stageovereenkomst
 stageverslag
 eindbeoordelingsformulier van de stage bij de specifieke patiëntengroep
 TTLverslag
2. Presentatie van de stage
Literatuur
Afhankelijk van de stageplek dient de student zich theoretisch voor te bereiden.
Overige informatie
De externe stage dient zelf geregeld te worden, hiervoor moet tijdig een sollicitatiebrief worden
gestuurd naar de instelling van uw keuze. ACTA heeft een aantal stageplekken waarop moet worden
gesolliciteerd. Op eigen initiatief een instelling zoeken is dus nodig om gegarandeerd een stageplek te
hebben. De lijst met stageplekken kunt u inzien bij de secretaresse.
68
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma2 Professionaliteit en portfolio MA2






Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
:
:
:
:
:
:
T_M2PROFPORT
semester 1 en semester 2
2.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. C. van Loveren
Doel vak
I : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4), g(3), h(4), i(4), j(4), k(4), l(4)
II : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4)
III : a(4), b(4), c(4)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
De student legt de voortgang in zijn professionele ontwikkeling op de 7 competentiedomeinen van de
tandarts algemeen practicus vast in zijn portfolio. Hij doet dit middels schriftelijke reflectieverslagen en
verslagen van de bespreking over zijn ontwikkeling met de docent. Bij de Overalltoets (OAT) krijgt de
student een patiëntencasus voorgelegd met daarbij een aantal (voornamelijk meerkeuze)vragen die
beogen de student te toetsen op het vermogen om adequaat een verband te leggen tussen een
klinische situatie of een klinisch probleem en de onderliggende theorie. De jaarlijkse OAT is een
goede voorbereiding op de EBK-eindpresentatie (Ma2), omdat daar vergelijkbare vragen worden
gesteld. Een groot deel van de vragen voor de OAT en de onderbouwing daarvan, wordt in Ma2 en
Ma3 door de studenten zelf ontwikkeld. Het resultaat op de OAT levert de student inzicht in de eigen
ontwikkeling in relatie tot die van de medestudenten uit hetzelfde studiejaar en de overige studiejaren.
Toetsvorm
Dit blok kan worden afgerond als aan de volgende eisen is voldaan:
- Het portfolio is volledig ingevuld.
- De OAT is afgelegd en de nabespreking is gevolgd.
- Er staan geen meldingen open bij de Commissie Professioneel Gedrag.
Literatuur
Handleiding portfolio: https://portfolio.uva.nl/portal
Overige informatie
Aandachtspunten en beoordelingsformulieren aangaande Professioneel Gedrag zijn op Blackboard te
vinden. Andere informatie en handleidingen rondom het portfolio zijn ook in de betreffende
Blackboardcursus te vinden.
Ernstige overschrijdingen van professioneel gedrag zowel binnen als buiten de kliniek kunnen als
incident gemeld worden bij de Commissie Professioneel Gedrag (CPG). In samenspraak met de
student en de melder zal de CPG een traject opstellen om de overschrijding te corrigeren. De melding
wordt teniet gedaan indien het corrigerende traject afgelegd is naar tevredenheid van de student, de
melder en de CPG.
69
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Uitvoering incidentmelding PG
Indien een docent voornemens is om een incident PG te melden dan vult hij het daartoe bestemde
formulier in. Dit formulier wordt mede ondertekend door de blok- of lijncoördinator en wordt door
de coördinator ingeleverd bij de CPG.
De commissie PG stelt de student en de coördinator van de Lijn Professionaliteit en Portfolio
schriftelijk op de hoogte en nodigt de student uit voor een gesprek.
De commissie PG voert een gesprek met de docent die het incident PG heeft gemeld.
In samenspraak met de student en de melder zal de CPG een verbetertraject opstellen,
inhoudende een periode waarin, alsook een wijze waarop, de student kan laten zien over
voldoende PG te beschikken om alsnog een voldoende eindoordeel PG te behalen. Het
verbetertraject kan onder andere bestaan uit het volgen van remedial teaching of een
doorverwijzing naar externe hulpverlening. De melding wordt teniet gedaan als het verbetertraject
is afgelegd naar tevredenheid van de student, de melder en de CPG. De voldoende beoordeling
voor PG wordt gemeld bij de coördinator van de Lijn Professionaliteit en Portfolio.
Aan het eind van Master 1, 2 en 3 gaat de coördinator van de lijn Professionaliteit en Portfolio na
of er meldingen PG open staan.
Als de CPG van mening is dat het gedrag van de student dusdanig ernstig is dat het belang van
de patiënt, de beroepsgroep of ACTA in het geding is, dan wordt dit per ommegaande schriftelijk
aan de Examencommissie doorgegeven. In een dergelijk uitzonderlijk geval kan aan het College
van Bestuur worden voorgesteld de inschrijving van de student definitief te beëindigen.
Uitvoerend coördinator Portfolio_EBK: drs. T. M. Monsma
Uitvoerend coördinator OAT: drs. H.P. Wiegman
Uitvoerend coördinator PG: H. Bussink MSc
Gedetailleerde informatie over de Overalltoets is te vinden in de Blackboardcursus ‘Overalltoets 20142015’.
70
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma3 Blok Ziekenhuisstage






Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
:
:
:
:
:
:
T_M3ZKHSTAGE
semester 1 en semester 2
11.0
Nederlands
ACTA
dr. M.D. Lagerweij
Doel vak
I : a(4), b(4), c(4), d(4), f(4), g(4), h(4), i(4), j(4)
II : b(4)
VI : e(4), h(4), j(4), n(3), p(3), s(4).
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
De ziekenhuisstage richt zich op patiënten met problemen op het gebied van mondziekten, kaak- en
aangezichtschirurgie. De student leert:
- de patiënt systematisch te onderzoeken
- het probleem te omschrijven
- behandelingsvoorstellen te doen
- (eenvoudige) behandelingen zelf uit te voeren of
- de patiënt voor consult en/of behandeling te verwijzen.
Daarnaast leert de student voorlichting te geven over kaakchirurgische ingrepen en over de te
verwachten nabezwaren en het eindresultaat. Tevens vormt de student zich een beeld omtrent de
samenwerking en taakverdeling tussen tandarts en kaakchirurg.
De stage wordt gedurende 4 weken gevolgd in VUmc of AMC en vervolgens gedurende 4 weken in
MCA, Kennemergasthuis, LUMC, Erasmus of UMCU.
Toetsvorm
De student wordt beoordeeld op de volgende punten:
- verloop van de stage: aanpak van de verschillende werkzaamheden, gedrag, inzet en opstelling;
de omgang met patiënten en staf, communicatieve vaardigheden e.d.; toepassing van kennis van
de mondziekten en kaakchirurgie, orale pathologie, en algemene ziekteleer.
- een portfolio met ten minste 4 KPF’s, 2 OSAT’s en 1 CAT.
- extractie van ten minste 10 gebitselementen.
- 5 korte digitale toetsen.
- een zelfde portfolio m.b.t. de externe klinieken.
Het verloop van de stage en de casuspresentaties worden door de staf beoordeeld. Voor elk van de
afzonderlijke onderdelen moet ten minste een 6.0 worden behaald.
Indien het verloop van de stage en/of de casuspresentaties na 4 weken als onvoldoende
wordt/worden beoordeeld, wordt men in de gelegenheid gesteld één week extra stage te lopen, met
een individueel programma. Wordt ook deze extra stage als onvoldoende beoordeeld of wordt hieraan
niet deelgenomen, dan zal de gehele stage opnieuw moeten worden gelopen.
71
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Literatuur
• Baart JA, Van der Waal I, Mondziekten, kaak-en aangezichtschirurgie, BohnStafleu Van
Loghum, Houten, 2009
• Baart JA, Brand HS, Lokale anesthesie in de tandheelkunde, BohnStafleu Van Loghum,
Houten, 2006
• Studiehandleiding coassistenten, sept. 2013
Vereiste voorkennis
U hebt zich voorbereid op de stage MKA door vóóraf de volgende literatuur te bestuderen:
Baart JA, Van der Waal I, Mondziekten, Kaak-en Aangezichtschirurgie. BohnStafleu Van Loghum,
Houten, 2009
Overige informatie
Studiehandleidingen, docenten en overige informatie is te vinden op BlackBoard.
72
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma3 Lijn Academische groepspraktijk








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docent(en)
Lesmethoden
:
:
:
:
:
:
:
:
T_M3ACGRPRAK
semester 1 en semester 2
20.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. J. Roeters
tandartsdocenten, dr. J. den Dekker
Practicum, werkbesprekingen, werkgroepen, zelfstudie,
portfoliobeheer
Doel vak
I : a-g(4), i-l(4)
II : a-f(4)
III : a-f(4)
IV : a-e(4)
V : a-j(4)
VI : a(4), b(4), d-v(4)
VII : a (4)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
Binnen het onderwijs van de Lijn Academische groepspraktijk (LAG) ligt het zwaartepunt op het
zelfstandig leren werken, het communiceren met de patiënt, het samenwerken met verschillende
zorgverleners, het verrichten van managementtaken en op het tonen van professioneel gedrag.
Het onderwijs in de LAG wordt aangeboden in de vorm van een gecontroleerde algemene praktijk. Dit
e
houdt in dat de 3 jaar Master studenten in een team samenwerken met studenten van de opleiding
mondzorgkunde (OMZ), onder begeleiding van tandartsdocenten en OMZ docenten. Dit team is
gezamenlijk verantwoordelijk voor de zorg van een groep patiënten. Iedere student bekwaamt zich in
verschillende taken. In de rol van teamleider is men verantwoordelijk voor de organisatie binnen het
team, de verdeling van de zorg-gerelateerde taken tussen de zorgverleners en de kwaliteitsbewaking
van de geleverde zorg.
De student leert op deze wijze samen te werken met anderen, verantwoordelijkheden te nemen en te
delen en leiding te geven. De student ontwikkelt zich zo tot een tandheelkundige professional.
Op basis van de in voorgaande jaren opgedane kennis en vaardigheden (competenties) verleent de
student op een gestructureerde wijze zorg aan patiënten met een tandheelkundige problematiek van
allerlei aard. In een voor de individuele patiënt opgesteld zorgplan staan de gewenste preventieve en
curatieve activiteiten en deze bepalen welke zorgverleners betrokken zijn bij de uitvoering van het
plan. De patiëntenzorg binnen de LAG omvat naast het verlenen van tandheelkundige zorg aan het
bestaande patiëntenbestand ook de pijnklachtenopvang, de intake van nieuwe patiënten en het
behandelen van bijzondere zorggroepen waaronder kinderen. Op deze wijze bereidt de student zich
voor op de zelfstandige beroepsuitoefening.
Aan de hand van casuspresentaties en PICO-vragen bekwaamt de student zich verder in het
wetenschappelijk beargumenteerd klinisch handelen. Daarbij komen ook facetten van professioneel
handelen aan bod zoals ethisch redeneren, communicatieve- en onderzoeks-vaardigheden, kritisch
reflecteren op eigen handelen en het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid.
73
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Praktijkmanagement vormt een onderdeel van de LAG. Hierbij wordt aandacht besteed aan het
ontwikkelen van professioneel gedrag bij de student. Onder andere beroepsethiek,
personeelsmanagement (HRM), kwaliteit van de zorg en maatschappelijk handelen komen aan de
orde.
Toetsvorm
De lijn wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan:
- Het (zelfstandig) tandheelkundige zorg verleend hebben in een team volgens rooster;
- Aanwezig zijn geweest (100% verplicht) en actief deelgenomen hebben aan practica,
werkbesprekingen en werkcolleges;
- Driemaal kwalitatief beoordeeld zijn geweest op competenties uit de domeinen III, IV ,V en VII;
- Voldoende verslaglegging gedaan hebben in het portfolio van: de verleende zorg, de
casuspresentaties, de gehouden voortgangsgesprekken en de 360° feedback met
behulp
van
Korte Klinische Beoordelingen;
- Het met een voldoende afgesloten hebben van het portfolio eindgesprek; dit gesprek wordt
met
een voldoende afgesloten wanneer de professionele ontwikkeling van de student op de 7
competentiedomeinen van de tandarts algemeen practicus door student en de docenten
beoordeeld is op het niveau van beginnend professional;
- Het met een voldoende afgesloten hebben van de Objective Structured Clinical Examination
(OSCE);
- Het met een voldoende afgesloten hebben van de 4 opdrachten van Praktijkmanagement.
Literatuur
 Dekker J. den. Mondzorg in sociaal perspectief. Tweede, herziene uitgave. Houten: Bohn
Stafleu Van Loghum, 2012.
 Ozar DT, Sokol DJ. Dental ethics at chairside: professional principles and practical
applications.
Georgetown University Press, 2002.
 Beauchamp T, Childress J. Principles of Biomedical ethica. Oxford University Press, 2008.
 Diebels M, Blankemeijer R. In- en uitstroom in 100 vragen. Kluwer, 2007.
 Door de docenten uitgereikte teksten.
 De literatuur en leerstof behorende bij de onderwijsblokken van zowel de bachelor- als de
masteropleiding. Daarnaast zoekt de student zelf de literatuur nodig voor het oplossen van de
PICO-vragen.
Overige informatie
Ingangseisen:
- De onderdelen van de Master 1 en 2 Lijnen Evidence based kliniek (KWS, KV en OWP) moeten
met een voldoende resultaat zijn afgerond.
- Alle blokken en lijnen uit Master 2 moeten zijn doorlopen.
Instromen in de lijn LAG kan maandelijks, met uitzondering van januari, juni en het zomerreces: juli en
augustus. Indien men kiest voor een buitenlandstage kan men tweemaal per jaar instromen (week 8
en 36).
Uitvoerend coördinator: mw. E.M.C.Kleiss.
74
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma3 Lijn Klinische profielen







Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docenten
 Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
T_M3KLINPROF
semester 1 en semester 2
7.0
Nederlands
ACTA
prof. dr. F. Lobbezoo
dr. W.E.R. Berkhout, mw. dr. K.J.M. de Jong,
prof. dr. A. de Jongh, dr. G.J.C. Kramer, dr. C. Kleverlaan,
dr. M.D. Lagerweij, J.G.C. Tuk, C.J. Warnsinck, prof. dr. D. Wismeyer,
P. Wetselaar, mw. dr. I.R. Zerbo
: Practicum, Werkgroep
Doel vak
I : a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(4), j(4), k(4), l(4)
II : a(4), b(4), d(4), e(4), f(4)
III : a(4), b(4), c(4), d(4)
VI : a(4), b(3), c(3), d-m(4), n(3), o(4), p(3), q(4), r(3), s(4), t(3), u(4), v(4)
De competenties in dit domein verschillen per profiel (zie “Inhoud vak”)
VII
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
In het blok “Klinische profielen” maakt de student verder kennis met een klinisch deelgebied van de
tandheelkunde. Het gekozen profiel bereidt de student voor op een mogelijke keuze voor een
tandheelkundige differentiatie of specialisatie. De student kan een keuze maken uit de volgende
profielen, die allen een eigen profielcoördinator hebben (zie hierboven; “Docenten”):











Profiel “Bijzondere Zorggroepen”
Profiel “Endodontologie”
Profiel “Kindertandheelkunde”
Profiel “Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie AMC”
Profiel “Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie VUmc”
Profiel “Orale Implantologie”
Profiel “Orale Kinesiologie”
Profiel “Orale Radiologie”
Profiel “Orthodontie”
Profiel “Parodontologie”
Profiel “Restauratieve Tandheelkunde-MTI
Daarnaast kan een student er voor kiezen om het Klinisch profiel buiten ACTA of in het buitenland te
volgen. Daartoe zoekt de student contact met een van de profielcoördinatoren, teneinde de
vakinhoudelijke begeleiding vanuit ACTA te waarborgen.
Voor ieder profiel is een korte beschrijving beschikbaar, waarin achtereenvolgens aan bod komen: de
gegevens van de profielcoördinator, een korte beschrijving van de inhoud van het profiel, de
leerdoelen, de instroommogelijkheden en -momenten, en de dagen/dagdelen waarop het profiel wordt
aangeboden. In totaal dient de student 192 uren in detail te verantwoorden, waarvan er maximaal 40
aan zelfstudie mogen worden besteed. Bovendien maakt de student een verslag van de
werkzaamheden waar zelfreflectie deel van uitmaakt. Hierbij wordt onder andere aangegeven of de
leerdoelen zijn gehaald. Bij aanvang van het blok maakt de student afspraken met de begeleider en
75
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
de medebegeleider en legt deze schriftelijk vast. Aan het einde van het blok wordt de student door
beide begeleiders beoordeeld, waarbij naast de urenverantwoording en het verslag ook het profiel als
geheel wordt beoordeeld. De punten die bij die beoordeling aan bod komen staan op het
beoordelingsformulier. In de studiehandleiding is na te lezen hoe het eindcijfer tot stand komt.
Toetsvorm
De volgende onderdelen worden getoetst: het profiel als geheel, de urenverantwoording en het
verslag. Het verslag bevat een zelfreflectie, waarin de student onder andere wordt gevraagd om aan
te geven in hoeverre en hoe de profiel-specifieke leerdoelen zijn gehaald. Uit die beschrijving blijkt
tevens het individueel behaalde beheersingsniveau.
Literatuur
Per profiel wordt de student profiel-specifieke literatuur aangeboden die helpt bij het verdiepen van het
inzicht van de student. Deze literatuur zal vooral recente wetenschappelijke publicaties behelzen.
Overige informatie
Ingangseis:
- De onderdelen van de Master 1 en 2 Lijnen Evidence based kliniek (KWS, KV en OWP) moeten
met een voldoende resultaat zijn afgerond.
Niet alle klinische profielen hebben een maandelijkse instroom. Zie hiervoor de studiehandleiding.
76
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma3 Lijn Professionaliteit en portfolio






Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
:
:
:
:
:
:
T_M3PROFPORT
semester 1 en semester 2
5.0
Nederlands
ACTA
prof.dr. C. van Loveren
Doel vak
I: a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4), g(4), h(4), i(4), j(4), k(4), l(4)
II: a(4), b(4), c(4), d(4), e(4), f(4)
III: a(4), b(4), c(4)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
De student legt de voortgang in zijn professionele ontwikkeling op de 7 competentie-domeinen van de
tandarts algemeen practicus vast in zijn portfolio. Hij doet dit middels schriftelijke reflectieverslagen en
verslagen van de bespreking over zijn ontwikkeling met de docent.
De student doet verslag in het portfolio van de verleende zorg binnen de LAG, van de
casuspresentaties, van de maandelijkse voortgangsgesprekken, van de 360° feedback met behulp
van Korte Klinische Beoordelingen.
Ernstige overschrijdingen van professioneel gedrag zowel binnen als buiten de kliniek kunnen als
incident gemeld worden bij de Commissie Professioneel Gedrag (CPG). Doorgaans zal dit gebeuren
via tussenkomst van een blok- of lijncoördinator. In samenspraak met de student en de melder zal de
CPG een traject opstellen om de overschrijding te corrigeren. De melding wordt teniet gedaan indien
het corrigerende traject afgelegd is naar tevredenheid van de student, de melder en de CPG.
De invulling en verantwoording van de Vrije studieruimte (extracurriculaire activiteiten) worden ook in
het portfolio vastgelegd. Tijdens Master 3 moet de student ten minste 100 studielasturen besteden
aan extracurriculaire activiteiten. Dit kunnen allerlei activiteiten zijn op academisch leer-, werk-, of
denkniveau zoals een student-assistentschap om zich te verdiepen in bepaalde aspecten van de
tandheelkunde, een studieonderdeel volgen bij een andere faculteit, een voordracht houden bij een
wetenschappelijke bijeenkomst, congresbezoek, etc. Binnen 1 maand na aanvang van Master 3 moet
de student zijn plannen ter goedkeuring voorleggen aan de blokcoördinator. Dit plan beschrijft ten
minste de inhoud van de activiteiten en de wijze waarop uitvoering ervan getoetst wordt. Aan het eind
van Master 3 moet de student bewijs leveren dat hij de vrije studieruimte conform het ingediende plan
heeft uitgevoerd en een reflectieverslag inleveren waarin hij beschrijft wat hij geleerd heeft tijdens
deze activiteiten.
Daarnaast maakt de Overalltoets (OAT) deel uit van deze lijn.
Naar aanleiding van een patiëntencasus krijgt de student in de OAT een aantal (voornamelijk
meerkeuze)vragen voorgelegd die beogen het vermogen van de student te toetsen om adequaat een
verbinding te leggen tussen (de oorzaken van) een klinische situatie of een klinisch probleem en de
onderliggende theorie.
Hiermee vormt het jaarlijks maken van de OAT niet alleen een stimulans om dit soort vragen te stellen
en te beantwoorden tijdens het klinisch onderwijs. Een groot deel van de vragen voor de OAT en de
onderbouwing daarvan, wordt in Ma2 en Ma3 door de studenten zelf ontwikkeld.
Het jaarlijks maken van de OAT levert de student daarnaast inzicht in de studievoortgang, gerelateerd
aan die van de medestudenten uit hetzelfde studiejaar en de overige studiejaren.
77
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Toetsvorm
De lijn professionaliteit en portfolio wordt afgesloten aan het einde van Master 3 wanneer aan de hand
van het portfolio blijkt dat:
- Het portfolio volledig is ingevuld.
- De student de invulling en verantwoording (reflectie) van de vrije studieruimte (extracurriculaire
activiteiten) heeft vastgelegd in het portfolio.
- De OAT met een voldoende resultaat is afgerond.
- Er geen meldingen Professioneel gedrag openstaan.
Literatuur
Handleiding portfolio: https://portfolio.uva.nl/portal
Overige informatie
Aandachtspunten en beoordelingsformulieren aangaande Professioneel Gedrag zijn op Blackboard te
vinden. Andere informatie en handleidingen rondom het portfolio zijn ook in de betreffende
Blackboardcursus te vinden.
Ernstige overschrijdingen van professioneel gedrag zowel binnen als buiten de kliniek kunnen als
incident gemeld worden bij de Commissie Professioneel Gedrag (CPG). In samenspraak met de
student en de melder zal de CPG een traject opstellen om de overschrijding te corrigeren. De melding
wordt teniet gedaan indien het corrigerende traject afgelegd is naar tevredenheid van de student, de
melder en de CPG.
Uitvoering incidentmelding PG
Indien een docent voornemens is om een incident PG te melden dan vult hij het daartoe bestemde
formulier in. Dit formulier wordt mede ondertekend door de blok- of lijncoördinator en wordt door
de coördinator ingeleverd bij de CPG.
De commissie PG stelt de student en de coördinator van de Lijn Professionaliteit en Portfolio
schriftelijk op de hoogte en nodigt de student uit voor een gesprek.
De commissie PG voert een gesprek met de docent die het incident PG heeft gemeld.
In samenspraak met de student en de melder zal de CPG een verbetertraject opstellen,
inhoudende een periode waarin, alsook een wijze waarop, de student kan laten zien over
voldoende PG te beschikken om alsnog een voldoende eindoordeel PG te behalen. Het
verbetertraject kan onder andere bestaan uit het volgen van remedial teaching of een
doorverwijzing naar externe hulpverlening. De melding wordt teniet gedaan als het verbetertraject
is afgelegd naar tevredenheid van de student, de melder en de CPG. De voldoende beoordeling
voor PG wordt gemeld bij de coördinator van de Lijn Professionaliteit en Portfolio.
Aan het eind van Master 1, 2 en 3 gaat de coördinator van de lijn Professionaliteit en Portfolio na
of er meldingen PG open staan.
Als de CPG van mening is dat het gedrag van de student dusdanig ernstig is dat het belang van
de patiënt, de beroepsgroep of ACTA in het geding is, dan wordt dit per ommegaande schriftelijk
aan de Examencommissie doorgegeven. In een dergelijk uitzonderlijk geval kan aan het College
van Bestuur worden voorgesteld de inschrijving van de student definitief te beëindigen.
Uitvoerend coördinator portfolio: mw. drs. E. Kleiss
Uitvoerend coördinator OAT: drs. H.P. Wiegman
Uitvoerend coördinator PG: H. Bussink MSc
Mailadres met betrekking tot de Vrije Studieruimte: [email protected]
Gedetailleerde informatie over de Overalltoets is te vinden in de Blackboardcursus ‘Overalltoets 20142015’.
78
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma3 Lijn Stralingsbescherming








Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
Docenten
Lesmethode(n)
:
:
:
:
:
:
:
:
T_M3STRALB
semester 1 of semester 2
1.0
Nederlands
ACTA
dr. W.E.R. Berkhout
dr. W.E.R. Berkhout, dr. G.C.H. Sanderink
Hoorcollege, Werkgroep
Doel vak
I : e(4), h(4)
IV : b(4)
V : e(4), i(4), j(4)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
De tandarts is in het kader van zijn/haar werkzaamheden met ioniserende straling verplicht kennis te
hebben over het gebruik van en bescherming tegen (röntgen)straling. In deze lijn wordt aandacht
besteed aan het risico dat het werken met straling met zich meebrengt, de biologische effecten en de
bescherming daartegen van patiënt, tandheelkundig personeel en de omgeving. De werking van het
röntgentoestel en de invloed van de belichtingsparameters op de dosis voor patiënt en omgeving
komen aan bod, alsmede de werkingsprincipes van röntgendetectoren en hun invloed op de dosis en
de kwaliteit van het diagnostisch beeld. Het samenstellen van een stralingsrisicoanalyse voor de
tandartspraktijk is een belangrijk onderdeel van het onderwijs in de lijn.
Stralingsbescherming in de tandheelkunde betekent ook het diagnostisch optimaal gebruik maken van
straling. De kwaliteit van de indicatiestelling van röntgenopnamen, de opnametechniek en de
diagnostiek worden in een individuele opdracht behandeld.
Toetsvorm
De lijn wordt met een voldoende afgesloten als aan de volgende eisen is voldaan:
- een voldoende resultaat voor het tentamen (open vragen);
- verplichte aanwezigheid bij de werkgroepen, incl opdracht bespreking individuele opnamen;
- de opdrachten zijn voorafgaand aan de werkgroepen ingeleverd;
Literatuur
• Stelt, P.F. van der et al. (red.); Tandheelkundige radiologie. Houten:Bohn Stafleu Van Loghum
1997. (wordt digitaal beschikbaar gesteld)
• Practicumhandleiding Stralingsbescherming. Syllabus ACTA, 2006.
• Door de docenten uitgereikte teksten.
Overige informatie
Na het met goed resultaat afronden van deze lijn is de student opgeleid tot Stralingsdeskundige
niveau 5A/M / Stralingshygiënisch Geschoold Beroepsbeoefenaar: Tandarts, conform de eisen van
het ministerie van SZW.
79
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Ma3 Lijn Wetenschappelijke verdieping






Vakcode
Periode
Credits
Voertaal
Faculteit
Coördinator
:
:
:
:
:
:
T_M3WETVDIEP
semester 1 en semester 2
16.0
Nederlands / Engels
ACTA
dr. T.J.M. van Steenbergen
Doel vak
II : a(3), b(3), c(3), d(3), e(3), f(3)
III : f(3)
Voor verklaring van de competenties zie OER, deel B, art. 2.2.
Inhoud vak
Dit blok is bedoeld om studenten een wetenschappelijk onderzoek te laten doen in een deel van de
tandheelkunde, dan wel een gerelateerd bio- medisch vakgebied. Door niet alleen over onderzoek te
lezen, maar ook door het zelf uitvoeren ervan wordt een kritische wetenschappelijke houding
bevorderd. Dit is o.a. van belang om nieuwe ontwikkelingen in het klinisch handelen goed te kunnen
beoordelen. Het blok bestaat uit een onderzoekstage. In deze onderzoekstage doet de student een
eigen (deel) onderzoek of verricht een uitgebreide literatuurstudie.
Toetsvorm
Het blok wordt afgesloten met een scriptie (masterthesis). De beoordeling geschiedt op basis van de
wijze van uitvoering van het project (40%), de scriptie (40%) en de eindpresentatie (20%). Elk van
deze drie onderdelen dient met een voldoende afgesloten te worden.
Literatuur
De gebruikte literatuur wordt door de student grotendeels zelf verzameld en wordt bepaald door het
gekozen project.
Vereiste voorkennis
Ingangseis voor deze lijn is dat het blok Voorbereiding wetenschappelijke scholing, MA2 met een
voldoende afgerond moet zijn.
Overige informatie
Gedurende het blok maakt de student zoveel mogelijk deel uit van de afdeling/sectie van waaruit het
project wordt begeleid. Aan het eind van het blok presenteert iedere student de uitkomsten van
zijn/haar project en beschrijft de resultaten van het onderzoek in een scriptie.
80
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Regels & Richtlijnen
Opleiding Tandheelkunde
2014 – 2015
81
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Regels en Richtlijnen examencommissie (2014-2015)
Inhoud
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
Toepassingsgebied
Algemeen
Samenstelling van de examencommissie
Taken van de examencommissie
Werkwijze van de examencommissie
Intekening voor tentamens
Voertaal bij het tentamen of examen
Vragen en opgaven, stof en duur van de tentamens
Kwaliteitsborging
Orde tijdens de afname van schriftelijke examenonderdelen
Hulpmiddelen; eten en drinken tijdens tentamen
Surveillance bij tentamens
Orde tijdens practica
Registratie van de uitslag
Examen
Judicium
Vrijstelling
Afwijkingen van de reguliere programma’s
Getuigschrift, cijferlijst en diplomasupplement
Fraude bij examens en tentamens
Procedure en Sancties
Jaarverslag
Maatstaven
Wijzigingen van deze regels en richtlijnen
Niet-voorziene gevallen / hardheidsclausule
Inwerkingtreding
Bijlage A
Procedure aanvraag vrijstelling ACTA 2014-2015
Bijlage B
Regels en Richtlijnen preklinische toetsen
Bijlage C
Regels en Richtlijnen toetsen Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek en Lijn academische
groepspraktijk
83
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
1.
Toepassingsgebied
Regels en Richtlijnen zoals bedoeld in artikel 7.12b, derde lid, WHW, en vastgesteld door de
Examencommissie.
Deze Regels en Richtlijnen zijn van toepassing op de tentamens en examens in de bacheloren masteropleiding Tandheelkunde van de faculteit en sluiten aan bij de Onderwijs- en
Examenregelingen (OER) van deze opleidingen, vast te stellen door de decaan.
Deze regeling is van toepassing op een ieder die de opleiding in dit studiejaar volgt, ongeacht
het moment, waarop hij de opleiding is begonnen.
2.
Algemeen
1. De in de voor de betreffende opleiding geldende OER omschreven begrippen zijn ook van
toepassing op deze regeling. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan
toekent.
2. In het geval dat een bepaling in deze regeling in strijd is met een bepaling uit de voor de
betreffende opleiding geldende OER geldt de bepaling uit de OER.
3.
Samenstelling van de examencommissie
1. De examencommissie bestaat uit vier leden, allen deskundig op het terrein van de
opleidingen. Ten minste één lid is als docent verbonden aan de opleiding of één van de
opleidingen waarvoor deze Regels en Richtlijnen zijn bedoeld. Ten minste één lid is afkomstig
1
van buiten de opleiding(en) . Leden van het College van Bestuur of
personen
die
anderszins financiële verantwoordelijkheid dragen binnen de instelling
kunnen geen deel
uitmaken van een examencommissie.
2. De leden van de examencommissie worden benoemd door de decaan op basis van hun
deskundigheid op het terrein van de opleiding(en).
3. De examencommissie wijst één van haar leden, met uitzondering van het externe lid, aan als
voorzitter. De voorzitter is belast met de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie.
Hij wijst een ander lid aan om hem te vervangen bij zijn afwezigheid.
4. Alvorens een lid wordt benoemd hoort de decaan de examencommissie over de voorgenomen
benoeming.
5. Een lid van de examencommissie wordt voor drie jaar benoemd en kan worden herbenoemd.
6. De decaan draagt er zorg voor dat het onafhankelijk en deskundig functioneren van de
examencommissie wordt gewaarborgd.
4.
Taken examencommissie
De taken van de examencommissie zijn geregeld in de wet. Hiertoe behoort het vaststellen van
regels over de uitvoering van de taken en bevoegdheden en het nemen van maatregelen met
betrekking tot
- het op objectieve en deskundige wijze vaststellen of een student voldoet aan de
voorwaarden die de OER stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig
zijn voor het verkrijgen van een graad;
- het borgen van de kwaliteit van tentamens en examens;
- het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen binnen het kader van de OER om de uitslag van
de tentamens en examens te beoordelen en vast te stellen;
- het verlenen van vrijstellingen voor het afleggen van een of meer tentamens;
- het treffen van maatregelen in geval van fraude;
- het aanwijzen van examinatoren voor het afnemen van tentamens en het vaststellen van de
uitslag daarvan;
- het uitreiken van het getuigschrift, met daaraan toegevoegd het diplomasupplement, ten bewijze
dat het examen met goed gevolg is afgelegd;
1
Wettelijk verplicht m.i.v. 1 september 2015
84
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
-
-
het verlenen van toestemming aan een student om een vrij onderwijsprogramma te volgen,
waarvan het examen leidt tot het verkrijgen van een graad;
het uitreiken van een verklaring van behaalde tentamens aan degene die meer dan één
tentamen met goed gevolg heeft afgelegd maar aan wie niet een getuigschrift kan worden
uitgereikt;
het jaarlijks opstellen van een verslag van haar werkzaamheden.
5.
Werkwijze van de examencommissie
1. De examencommissie vergadert in de regel één keer per maand of wanneer haar voorzitter
zulks nodig acht. De vergadering is niet openbaar.
2. De decaan kan een ambtelijk secretaris aan de examencommissie toevoegen.
3. Bij een verzoek of klacht, waarbij een lid van de examencommissie is betrokken, geschiedt
behandeling buiten aanwezigheid van het betrokken lid.
4. Een verzoek of klacht is in ieder geval voorzien van een motivering van het verzoek of
omschrijving van de klacht.
5. De examencommissie neemt een beslissing uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van een
verzoekschrift.
6.
Intekening voor tentamens
1. De intekening voor schriftelijke tentamens geschiedt via internet binnen de daarvoor gestelde
regels.
2. Een student is verplicht tijdig in te tekenen voor een tentamen.
3. Intekenen voor een (her)tentamen is mogelijk vanaf maximaal 6 weken tot 2 weken voor de
datum van het betreffende tentamen door middel van het VUnet.
4. De aanmelding voor een tentamen verplicht de student tot het afleggen van het
desbetreffende tentamen. Desalniettemin is afmelding voor een tentamen toegestaan op
voorwaarde dat dit geschiedt door middel van uitschrijving, via VUnet tot uiterlijk twee (2)
weken voordat het desbetreffende tentamen plaatsvindt en daarna tot 2 dagen voordat het
desbetreffende tentamen plaatsvindt schriftelijk bij de onderwijsbalie, emailadres:
[email protected]. Hierna kan een student zich niet meer afmelden.
5. Intekening voor mondelinge tentamens dient te geschieden door het invullen van het daarvoor
bestemde formulier in overleg met de examinator.
6. Indien een student zich meldt bij een tentamen, maar niet ingeschreven blijkt te staan, kan hij
deelnemen aan het tentamen onder de voorwaarde dat de uitslag van het tentamen alleen
wordt verstrekt na betaling van € 25,- administratiekosten.
7. Indien een student door ziekte of overmacht niet in staat is geweest deel te nemen aan een
tentamen waarvoor hij zich niet heeft afgemeld, stelt hij binnen één (1) week na het tentamen
de examencommissie schriftelijk op de hoogte van de reden van de afwezigheid. Deze
schriftelijke melding wordt bij voorkeur ondersteund met een overmachtverklaring.
8. Indien de student het gestelde in lid 7 verzuimt of de examencommissie oordeelt dat de reden
voor afwezigheid niet voldoende legitiem was, ontvangt de student een signalering van nietprofessioneel gedrag in zijn dossier professioneel gedrag.
9. Op schriftelijk verzoek van de student, kan de examencommissie in bijzondere gevallen
afwijken van het bepaalde in de voorgaande leden.
7.
Voertaal bij het tentamen of examen
1. De tentamens, met uitzondering van de masterscriptie, worden afgenomen in de Nederlandse
taal.
2. De literatuur die bij een bepaalde onderwijseenheid bestudeerd dient te worden, kan in een
andere taal zijn gesteld dan het Nederlands.
85
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
8.
Vragen en opgaven, stof en duur van de tentamens
1. De vragen en opgaven van het tentamen gaan de tevoren bekend gemaakte tentamenstof,
niet te buiten. Deze tentamenstof wordt voor de aanvang van het onderwijs dat op het
tentamen voorbereidt, in hoofdzaak bekend gemaakt. Uiterlijk vier weken voor het afnemen
van het tentamen wordt de precieze omvang
van de stof definitief bekend gemaakt.
2. Ingeval van een hertentamen in een volgend studiejaar legt de student het hertentamen af
over de stof die voor dat volgende studiejaar is vastgesteld, tenzij de examencommissie op
verzoek van de examinator anders bepaalt.
3. De duur van elk tentamen is zodanig dat de student redelijkerwijs voldoende tijd heeft
om
de vragen te beantwoorden.
9.
Kwaliteitsborging
1. De examencommissie ziet toe op de kwaliteit van de tentamens en de examens.
2. De examencommissie hanteert bij het borgen van de kwaliteit van tentamens en examens het
‘ACTA Draaiboek schriftelijke en digitale tentamens’ en het ‘ACTA toetsbeleid’.
10. Orde tijdens de afname van schriftelijke examenonderdelen
1. De student is verplicht bij deelname aan een tentamen zijn collegekaart met pasfoto, óf zijn
wettig legitimatiebewijs óf zijn ACTA toegangspas te tonen.
2. De student is verplicht 15 minuten vóór aanvang van het officieel vastgestelde
aanvangstijdstip van het tentamen aanwezig te zijn. De student die na aanvang van het
tentamen verschijnt, is van deelname aan het tentamen uitgesloten.
3. Het is niet toegestaan de ruimte waar het tentamen wordt afgenomen, binnen een half uur na
aanvang van het tentamen te verlaten.
4. Niet eerder dan 1,5 uur na het officieel vastgestelde aanvangstijdstip kan worden toegestaan
de ruimte waar het tentamen wordt afgenomen voor toiletbezoek te verlaten. In geval van een
toiletbezoek wijst een surveillant een toilet aan.
5. De student die binnen de gestelde termijn van het toilet gebruik moet kunnen maken als
gevolg van een acute aandoening, overhandigt voorafgaand aan het tentamen een medische
verklaring aan de hoofdsurveillant.
6. Per groep die een bepaald tentamen aflegt, mag één student per keer het toilet bezoeken.
7. Als de student het toilet wil bezoeken, laat hij al het uitgereikte tentamenmateriaal met een
blind blad naar boven achter op de plaats waar hij het tentamen aflegt.
8. Bij het verlaten van de ruimte waar het tentamen wordt afgenomen, moet al het uitgereikte
tentamenmateriaal worden ingeleverd bij de surveillant.
9. Een student, die niet voldoet aan de bepalingen van dit artikel, kan door de examencommissie
of examinator worden uitgesloten van verdere deelname aan het desbetreffende tentamen.
11. Hulpmiddelen; eten en drinken tijdens tentamen
1. Alle eigendommen, maar in het bijzonder boeken, dictaten, draagbare telefoons of andere
zaken die als hulpmiddel kunnen dienen, worden buiten de tentamenruimte achtergelaten,
dan wel neergelegd op door de surveillanten aan te wijzen plaatsen in de tentamenruimte.
Een looppad tussen de tafels dient vrij te blijven.
2. In afwijking van lid 1 is het gebruik van een hulpmiddel tijdens het tentamen door de student
toegestaan, als dat hulpmiddel vooraf als zodanig is aangemerkt door de examinator of
examencommissie aan de studenten. De toegestane hulpmiddelen worden tevens op het
voorblad van het tentamen vermeld.
3. De student die een hulpmiddel, dat niet is aangewezen als een toegestaan hulpmiddel, binnen
zijn bereik blijkt te hebben tijdens het afleggen van het tentamen of bij bezoek aan het toilet
tijdens het tentamen, pleegt fraude.
4. Eten tijdens het afleggen van een tentamen is niet toegestaan.
5. Drinken van water zonder koolzuur uit een flesje zonder etiket tijdens de toets is toegestaan.
86
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
12. Surveillance bij tentamens
1. De verantwoordelijke examinator van het tentamen treedt als inhoudsdeskundige op tijdens
het surveilleren. Deze examinator is in ieder geval het eerste half uur van het tentamen
aanwezig, daarna is hij oproepbaar. Indien de verantwoordelijke examinator om dringende
redenen verhinderd is, dient hij zelf voor een daartoe bevoegde vervanger te zorgen.
2. Andere surveillanten dan de examinator worden door de examencommissie aangezocht en
treden op namens de examencommissie. Student-assistenten mogen slechts surveilleren in
aanwezigheid en onder toezicht van de verantwoordelijke examinator.
3. De examinator kan, bij gebruikmaking van een gemeenschappelijke tentamenruimte, de zorg
voor aanwezigheid van voldoende surveillanten overdragen aan het daartoe aangewezen
centrale organisatieonderdeel.
4. Per 30 studenten dient er een surveillant aanwezig te zijn, met een minimum van twee
surveillanten per tentamen.
5. De student is verplicht de aanwijzingen van de surveillant(en) te volgen.
13. Orde tijdens practica
1. De practicumleiding, dan wel de leiding van de onderzoeksgroep, zorgt ervoor dat ten
behoeve van de (practicum)proeven zo nodig assistenten worden aangewezen, die er op
toezien dat het practicum of onderzoek in goede orde verloopt.
2. De student is verplicht zich op verzoek van of namens de examencommissie te legitimeren
door middel van zijn collegekaart met pasfoto óf zijn wettig legitimatiebewijs óf zijn ACTA
toegangspas.
3. De student is verplicht de aanwijzingen van de practicumleiding, die voor of tijdens het
practicum worden gegeven, onverwijld op te volgen.
4. Een student die niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens het tweede of derde lid, kan
door of namens de examencommissie worden uitgesloten van verdere deelname aan het
desbetreffende practicum. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag wordt vastgesteld.
Voordat de examencommissie een besluit tot uitsluiting neemt, stelt zij de student in de
gelegenheid te worden gehoord.
14. Registratie van de uitslag
1. De uitslag van tentamens wordt geregistreerd door het onderwijsbureau van de faculteit.
2. De student kan kennisnemen van de beoordeling via VUnet door middel van een beveiligde
toegang.
3. De student kan beroep aantekenen tegen de wijze, waarop de beoordeling tot stand is
gekomen. Zie hiervoor het Studentenstatuut van de Vrije Universiteit of van de Universiteit van
Amsterdam (te vinden op de website van de VU en UvA).
15. Examen
1. Indien de tentamens van de tot de opleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg
zijn afgelegd, is het examen afgelegd.
2. In afwijking van lid 1 kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de kennis
en/of vaardigheden van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten
van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar
daartoe aanleiding geven, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen.
16. Judicium
1. Als een student uitmuntend of met (veel) genoegen heeft gepresteerd, kan een predicaat “cum
laude” worden toegekend. Het predicaat wordt op het getuigschrift vermeld.
87
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
2. Bachelor
a. Een bachelorstudent heeft uitmuntend (cum laude) gepresteerd als hij gemiddeld over alle
onderdelen van het examen een cijfer van ten minste 8 heeft behaald, geen cijfer lager dan
7 heeft behaald en voor de Wetenschappelijke stage een cijfer van ten minste 8. De
student heeft alle tentamens in één keer behaald.
b. Bij de bepaling van cum laude worden de door de Examencommissie verleende
vrijstellingen niet meegewogen.
c. Er wordt geen cum laude toegekend als aan de student vrijstellingen zijn verleend ter
waarde van 60 EC of meer.
3. Master
a. Een masterstudent heeft uitmuntend (cum laude) gepresteerd als hij gemiddeld over alle
onderdelen van het examen een cijfer van ten minste 8, geen cijfer lager dan 7 heeft
behaald en voor de klinische en wetenschappelijk verdieping een cijfer van ten minste 8.
De student heeft alle tentamens in één keer behaald.
b. Bij de bepaling van cum laude worden de door de Examencommissie verleende
vrijstellingen niet meegewogen.
c. Er wordt geen cum laude toegekend als aan de student vrijstellingen zijn verleend ter
waarde van 20% van het totaal aantal studiepunten van de master.
17. Vrijstelling
1. Een verzoek om vrijstelling van het afleggen van een tentamen wordt uiterlijk zes weken voor
aanvang van het betreffende onderdeel ingediend bij de secretaris van de Examencommissie.
Het hiertoe bestemde aanvraagformulier voor vrijstelling is te vinden op het studieweb of op te
halen bij het onderwijsbureau. Zie voor de verdere procedure Bijlage A.
2. De Examencommissie kan na advies van de desbetreffende examinator te hebben
ingewonnen, vrijstelling verlenen van een tentamen of practicum op grond van een eerder,
maar niet langer dan 5 jaar geleden gerekend vanaf de datum van de eerste inschrijving voor
de opleiding, met goed gevolg afgelegd tentamen of practicum in het hoger onderwijs binnen
Nederland of daarbuiten, dat wat inhoud, niveau en studielast betreft overeenkomt met het
onderdeel waarvoor vrijstelling wordt verzocht.
3. Indien een student aan de eisen van bepaalde tentamens wenst te voldoen door studie aan
een andere faculteit of (Nederlandse of buitenlandse) universiteit, is vooraf goedkeuring van
de examencommissie vereist.
4. De Examencommissie neemt binnen twintig werkdagen na ontvangst van het verzoek (of
indien deze periode geheel of gedeeltelijk in de academische onderwijsvrije periode valt,
binnen twintig werkdagen na afloop van die periode) een gemotiveerde beslissing. De termijn
kan worden verlengd, indien de vereiste informatie niet tijdig is gekregen. De verzoeker wordt
van de opschorting op de hoogte gesteld.
5. De verzoeker wordt van het besluit schriftelijk in kennis gesteld.
18. Afwijkingen van de reguliere programma’s
1. Een verzoek om af te wijken van het curriculum moet schriftelijk en met reden omkleed
ingediend worden bij de examencommissie. De examencommissie beslist binnen een maand
na ontvangst van het verzoek. Op het verzoek wordt in ieder geval negatief beslist, als er geen
vervangend onderdeel wordt gevolgd van ten minste hetzelfde niveau en omvang als het te
vervangen onderdeel.
2. Het verzoek om een onderdeel van de opleiding te volgen aan een andere universiteit in
binnen- of buitenland behoeft goedkeuring van de examencommissie vóór aanvang van het
onderwijs aan die andere universiteit. Indien goedkeuring wordt verkregen, worden de
studieresultaten die worden behaald aan die andere universiteit in het persoonlijk
studieprogramma van de student ingepast.
88
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
3. Een student die is ingeschreven voor een opleiding aan de UvA/VU kan zelf uit
onderwijsonderdelen die door de UvA/VU worden verzorgd, een programma samenstellen,
waaraan een examen is verbonden. Een dergelijk programma behoeft toestemming van de
examencommissie die tevens aangeeft tot welke opleiding van de UvA/VU het programma
wordt geacht te behoren voor de toepassing van de wet.
19. Getuigschrift, cijferlijst en diplomasupplement
1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie
een getuigschrift uitgereikt, nadat het College van Bestuur heeft verklaard dat aan de
procedurele eisen voor afgifte is voldaan. Het getuigschrift wordt in ieder geval ondertekend
door de voorzitter van de examencommissie en de student.
2. Op het getuigschrift, dan wel op een bijgeleverde cijferlijst op het diplomasupplement worden
de tot het examen behorende onderdelen en de behaalde resultaten vermeld. Daarenboven
worden de niet tot het examen behorende onderdelen vermeld waarin, voordat de uitslag van
het examen is vastgesteld, op verzoek van de student is geëxamineerd, mits die onderdelen
met goed gevolg zijn afgelegd.
3. Bij de uitreiking van het getuigschrift behoort de kandidaat persoonlijk aanwezig te zijn.
4. Uitreiking van het getuigschrift vindt doorgaans plaats in de maand volgend op de datum van
afstuderen.
5. Aan degene die zijn studie afbreekt, wordt op verzoek een verklaring uitgereikt waarin de
tentamens zijn vermeld die met goed gevolg zijn afgelegd alsmede de praktische oefeningen
die met goed gevolg zijn doorlopen. De verklaring wordt ondertekend door de voorzitter en
ambtelijk secretaris van de examencommissie.
20. Fraude bij examens en tentamens
a. Fraude
Onder fraude wordt verstaan elk handelen of nalaten van een student dat erop is gericht het
vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of
gedeeltelijk onmogelijk te maken.
b. Fraude tijdens schriftelijke tentamens en/of toetsen
1. Wanneer tijdens het afleggen van een schriftelijk tentamen fraude wordt geconstateerd of
vermoed, tekent de examinator dit in het bijzijn van de student terstond aan op het
antwoordblad. Na afloop van het tentamen maakt de examinator een schriftelijk verslag op
van de geconstateerde of vermoede fraude. Daarbij is de examinator of surveillant
bevoegd de bij de fraude gebruikte materialen of apparatuur als bewijsstuk in te nemen,
voor zover en zo lang als voor controle noodzakelijk is.
2. Onder fraude wordt in ieder geval verstaan:
a. tijdens het tentamen/toets in het bezit zijn van hulpmiddelen (voorgeprogrammeerde
rekenmachine, mobiele telefoon, boeken, syllabi, aantekeningen etc.), waarvan de
raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan;
b. tijdens het tentamen/toets afkijken of, binnen of buiten de tentamenruimte uitwisselen
van informatie;
c. zich tijdens het tentamen/toets uitgeven voor iemand anders;
d. zich tijdens het tentamen/toets door iemand anders laten vertegenwoordigen;
e. zich voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit
stellen van de opgaven van het desbetreffende tentamen;
f. fingeren en/of vervalsen van enquête- of interviewantwoorden of onderzoekgegevens.
89
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
c. Fraude bij het vervaardigen van werkstukken
1. Onder werkstuk wordt verstaan iedere schriftelijke, audiovisuele of digitale productie die
door de student wordt ingeleverd om een onderdeel van het curriculum af te ronden met
een beoordeling.
2. Onverminderd het bepaalde in de wet is het verboden, in een werkstuk een bestand, al dan
niet in bewerkte vorm, op te nemen zoals een tekst, een illustratie, een digitaal en een
audiovisueel bestand, zonder vermelding van de auteur en van de vindplaats van het
bestand, dan wel, indien er geen auteur te identificeren is, zonder vermelding van de
vindplaats van het bestand (ook wel ‘plagiaat’ genoemd).
3. Onder plagiaat wordt in ieder geval verstaan:
a. het gebruik maken dan wel overnemen van andermans teksten, gegevens of ideeën
zonder volledige en correcte bronvermelding;
b. het presenteren als eigen werk of eigen gedachten van de structuur dan wel het
centrale gedachtegoed uit bronnen van derden, zelfs indien een verwijzing naar andere
auteurs is opgenomen;
c. het niet duidelijk aangeven in de tekst, bijvoorbeeld via aanhalingstekens of een
bepaalde vormgeving, dat letterlijke of bijna letterlijke citaten in het werk werden
overgenomen, zelfs indien met een correcte bronvermelding;
d. het parafraseren van de inhoud van andermans teksten zonder voldoende
bronverwijzingen;
e. het overnemen van beeld-, geluids- of testmateriaal, software en programmacodes van
anderen zonder verwijzing en zodoende laten doorgaan voor eigen werk;
f. het indienen van een eerder ingediende of daarmee vergelijkbare tekst voor opdrachten
van andere opleidingsonderdelen;
g. het overnemen van werk van medestudenten en dit laten doorgaan voor eigen werk;
h. het indienen van werkstukken die verworven zijn van een commerciële instelling of die
(al dan niet tegen betaling) door iemand anders zijn geschreven.
d. Fraude, geconstateerd na afloop van het tentamen of de toets
1. Wanneer na het afleggen van een schriftelijk tentamen of een toets fraude wordt
geconstateerd of vermoed, wordt dit door de examinator terstond gemeld aan de
examencommissie onder overlegging van bewijsstukken.
2. De examencommissie stelt een onderzoek in naar de vermeende fraude aan de hand van
de stukken die de examinator heeft overhandigd.
21. Procedure en Sancties
1. Indien de examinator vaststelt dan wel een grondig vermoeden heeft dat van fraude sprake is,
maakt hij hiervan onmiddellijk schriftelijk melding bij de examencommissie.
De examencommissie stelt de student schriftelijk in kennis van deze melding.
2. De examencommissie nodigt de student uit om te worden gehoord over de vermeende fraude
en besluit op grond van de stukken en zo mogelijk op de informatie die ingebracht is door de
student tijdens de hoorzitting of al dan niet sprake is van fraude. Van de examinator kan een
nadere toelichting worden verlangd.
3. Ingeval de examencommissie tot de overtuiging is gekomen dat er sprake is van fraude, wordt
een sanctie opgelegd.
4. De examencommissie kan met inachtneming van de beginselen van rechtsgelijkheid en
proportionaliteit, het tentamen, de toets of het werkstuk waarop de fraude betrekking heeft,
ongeldig verklaren en bovendien de student uitsluiten van het eerstvolgende desbetreffende
tentamen of desbetreffende toets.
5. In geval van recidive of een ernstige vorm van fraude kan de examencommissie de student
uitsluiten van deelname aan een of meer aan te wijzen tentamens/toetsen of examens aan de
universiteiten voor maximaal een jaar.
90
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
6. Wordt een zeer ernstige vorm van fraude vastgesteld, dan kan de examencommissie aan het
College van Bestuur voorstellen de inschrijving van de student definitief te beëindigen.
7. Door de examencommissie wordt geen vrijstelling verleend voor een tentamen dat, gedurende
de periode waarin de student is uitgesloten van het deelnemen aan tentamens, aan een
zusterfaculteit is afgelegd.
8. De student kan rechtstreeks beroep aantekenen tegen de beslissing van de
examencommissie bij het College van Beroep voor de Examens binnen zes weken na
bekendmaking van de beslissing.
9. In spoedeisende gevallen waarin deze Regels en Richtlijnen met betrekking tot fraude niet
voorzien, beslist de examencommissie, met inachtneming van de beginselen van een
behoorlijke procedure.
22. Jaarverslag
Voor 1 december stelt de examencommissie een verslag op van haar werkzaamheden
over
het voorafgaande studiejaar. De examencommissie doet het jaarverslag toekomen aan
de
decaan. Desgevraagd kan het jaarverslag of delen daarvan ter beschikking worden gesteld aan
belanghebbenden.
23. Maatstaven
De examencommissie c.q. examinator neemt bij beslissingen tot richtlijn de volgende
maatstaven, en weegt bij strijdigheid het belang van de ene maatstaf tegen de andere af:
1. het behoud van kwaliteits- en selectie-eisen van een examen of tentamen;
2. doelmatigheidseisen, onder meer tot uitdrukking komend in een streven om onnodig tijdverlies
voor studenten bij de voorbereiding van een examen of tentamen zoveel mogelijk te
voorkomen;
3. mildheid ten opzichte van studenten die door omstandigheden buiten hun schuld in de
voortgang van hun studie vertraging hebben ondervonden.
24. Wijzigingen van deze regels en richtlijnen
Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopend studiejaar, tenzij de
belangen van de studenten hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad.
25. Niet-voorziene gevallen / hardheidsclausule
Indien bij deze Regels en Richtlijnen in enige situatie niet wordt voorzien of in gevallen waar de
bepalingen van deze regeling onredelijk en onbillijk uitwerken voor de student , beslist de
Examencommissie.
26. Inwerkingtreding
Deze Regels en Richtlijnen treden in werking op 1 september 2014.
Aldus vastgesteld door de Examencommissie op 8 juli 2014.
Bijlage A
Procedure aanvraag vrijstelling ACTA
Bijlage B
Regels en Richtlijnen preklinische toetsen
Bijlage C
Regels en Richtlijnen toetsen Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek en Lijn academische
groepspraktijk
91
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
92
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Bijlagen
Bijlage A
Procedure aanvraag vrijstelling ACTA
De procedure voor het aanvragen van een vrijstelling is als volgt:
1. De student haalt bij het onderwijsbureau een aanvraagformulier voor vrijstelling of download dit
formulier van het studieweb.
2. De student vult op dit formulier de vooropleiding in en vermeldt voor welke examenonderdelen een
vrijstelling wordt gevraagd. Het formulier dient vergezeld te gaan van een kopie van het diploma en
de cijferlijst en er dient aangegeven te zijn welke vakken relevant zijn voor het examenonderdeel
waar een vrijstelling voor wordt aangevraagd. Tevens dient dit alles voorzien te zijn van een
degelijke motivatie.
3. De gegevens worden ingeleverd bij de examencommissie.
4. Zie voor de overige informatie de relevante artikelen uit de OER en de Regels en Richtlijnen.
93
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Bijlage B
Regels en Richtlijnen preklinische toetsen
1.
Algemeen
1. De toetsen waarop deze regels en richtlijnen van toepassing zijn, zijn de toetsen uit de lijnen
Tandheelkundige Vaardigheden I, II A, IIB, III en Tandheelkundige Preventie.
2. Voor de organisatie van de toetsen (data, specifieke aanwijzingen en regels etc.) wordt
verwezen naar de studiehandleidingen van de betreffende lijnen op Blackboard.
3. Een toetsgelegenheid waar een student zich voor heeft ingeschreven wordt als gebruikt
beschouwd, ook al is hij niet in staat geweest deel te nemen.
4. Eventuele wijzigingen in data van toetsgelegenheden worden minimaal één week voor de
toets kenbaar gemaakt. Ook de examencommissie wordt hiervan op de hoogte gesteld.
2.
Orde tijdens de afname van toetsen
1. De student dient zich met zijn collegekaart met pasfoto, zijn ACTA-toegangspas of zijn wettig
legitimatiebewijs te kunnen identificeren.
2. De student is verplicht 15 minuten vóór aanvang van het officieel vastgestelde
aanvangstijdstip van de toets op zaal aanwezig te zijn. De student mag de toetsruimte vanaf
dat moment niet zonder toestemming verlaten. De student die na aanvang van de toets
verschijnt, is van deelname aan de toets uitgesloten.
3. De studenten dienen plaats te nemen aan de werkplekken die hiervoor zijn aangegeven.
4. Voor het begin van de toets dient de student de werkplek en de apparatuur te controleren. Bij
mankementen kan de student in overleg met een docent een andere plaats kiezen.
5. De voorbereidingstijd van de student is geen onderdeel van de toetstijd.
6. Zodra de student merkt dat er tijdens de toets aan de apparatuur iets hapert waardoor niet
verder gewerkt kan worden, moet direct een docent worden gewaarschuwd. Als duidelijk is dat
in deze situatie sprake is van overmacht kan de practicumleiding de toetstijd naar rato
verlengen of, in overleg met de examencommissie, de gelegenheid als "niet gebruikt"
verklaren.
7. Tijdens de toetspractica mogen alleen studenten die deelnemen aan toetsen aanwezig zijn in
de toetsruimte.
8. Tijdens de toets gelden de voorschriften voor boxindeling en hygiëne op de prekliniek en de
regels voor Professioneel Gedrag.
9. Voorts dienen het instrumentarium en de materialen conform de voorschriften, zoals
beschreven in de (pre)klinische handleidingen te worden gebruikt.
10.Tijdens de toets is onderling overleg niet toegestaan. De student dient de toets geheel
zelfstandig uit te voeren.
11.Als de toetstijd is verstreken, levert de student zijn werkstuk in en verlaat zo spoedig mogelijk
en rustig de zaal.
12.Als het werkstuk te laat wordt ingeleverd, wordt het ingeleverde werkstuk ongeldig verklaard.
13.Als het toetsnummer niet is aangebracht in het toetselement (en eventuele buurelementen) of
niet voldoende leesbaar is, wordt het ingeleverde werkstuk ongeldig verklaard.
14.Pas nadat het laatste toetswerkstuk is ingeleverd, mag de zaal weer door de student worden
betreden indien de practicumleiding daarvoor toestemming geeft.
15.Een eenmaal ingeleverd toetswerkstuk wordt niet meer aan de student teruggegeven.
3.
Onreglementair handelen en fraude
Indien de student tijdens de toets handelt in strijd met de Regels en Richtlijnen en/of in strijd met
de toetsregeling zoals vermeld in de studiehandleiding of in de Blackboardcursus van de lijn, dan
wordt dit door de practicumleiding in een verslag vastgelegd. Dit verslag wordt, ondertekend door
twee leden van de practicumleiding, verzonden aan de examencommissie. De examencommissie
kan, in overleg met de practicumleiding en na de betrokken student te hebben gehoord, een
sanctie opleggen. Indien er tijdens de toets fraude wordt vermoed of geconstateerd, gelden
artikelen 21 en 22 van Regels en Richtlijnen 2012-2013 van de examencommissie.
94
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
4.
Toetsbeoordeling en feedback
1. Het toetswerkstuk wordt door twee docenten onafhankelijk van elkaar beoordeeld. Het
eindoordeel wordt gegeven op basis van consensus.
2. Zodra alle werkstukken beoordeeld zijn, wordt de uitslag op één van de prikborden of via
Blackboard bekend gemaakt.
3. De student krijgt na de toets, op een door de practicumleiding vastgesteld moment, inzage in
en feedback op het beoordeelde werk.
5.
Slotbepaling
Indien bij deze regels en richtlijnen in enige situatie niet wordt voorzien, beslist de
examencommissie.
95
Masteropleiding tandheelkunde 2014-2015
Bijlage C
Regels en Richtlijnen toetsen Lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek en
Lijn academische groepspraktijk
1.
Algemeen
De hieronder vermelde regels en richtlijnen zijn van toepassing op de toetsen en de bijbehorende
reflectieverslagen uit de lijn Evidence based tandheelkunde in de kliniek en de Lijn academische
groepspraktijk.
2.
Aantal gelegenheden
Er zijn twee toetsgelegenheden per academisch jaar.
3.
Beoordeling van de toets en het toetsverslag
De toets wordt beoordeeld door twee docenten. De criteria die bij de beoordeling worden
gehanteerd moeten door beide docenten onafhankelijk worden gescoord. De criteria zijn te
vinden op BlackBoard. Het reflectieverslag wordt beoordeeld door de twee docenten die ook de
toets hebben beoordeeld. De criteria waar het reflectieverslag aan moet voldoen en waar het op
wordt beoordeeld zijn te vinden op BlackBoard. Pas nadat ook het reflectieverslag is
goedgekeurd, is de toets met een voldoende afgerond. Indien de twee toetsdocenten het niet
eens zijn over de uitslag van de toets treden zij in overleg en wordt de uitslag op basis van
consensus vastgesteld. Als er geen overeenstemming wordt bereikt, wordt een derde
beoordelaar ingeschakeld.
4.
Uitslag en feedback
De definitieve uitslag van de toets wordt pas bekend gemaakt als zowel de toets als het
reflectieverslag beoordeeld zijn. Een voorlopige uitslag wordt na overleg met de toetsdocenten
gegeven. De definitieve uitslag wordt uiterlijk 5 werkdagen na het inleveren van het
reflectieverslag bekend gemaakt. Daarna vindt binnen 10 werkdagen feedback op de toets en het
reflectieverslag plaats.
5.
Gedetailleerde informatie
Deze is te vinden op de BlackBoardcursus van de betreffende lijn.
*****
96