Radio Filharmonisch Orkest, Groot Omroepkoor

serie:
richard strauss
tros klassiek
avro klassiek
vier jubilarissen 24 januari 2014, 20.15 uur
muzikale meesterwerken inleiding Michel Khalifa 19.30 uur
ton koopman & peter eötvös
tros vocaal Radio Filharmonisch Orkest
Groot Omroepkoor
Nationaal Kinderkoor
Dit concert duurt ca. 85
minuten en heeft geen
pauze.
Markus Stenz dirigent
Martin Wright dirigent Groot Omroepkoor
Wilma ten Wolde dirigent Nationaal Kinderkoor
JEANNE D’ARC Guillemette
Laurens spreekstem
Dutrieux spreekstem
FRÈRE DOMINIQUE Sébastien
1ER RÉCITANT: HÉRAUT III | L’ANE | BEDFORD | JEAN DE
LUXEMBOURG | HEURTEBISE | UN PAYSAN
Benoît
De Leersnyder spreekstem
2E RÉCITANT: L’APPARITEUR | REGNAULT DE CHARTRES |
GUILLAUME DE FLAVY | PERROT | UN PRÊTRE
Arnaud Richard
spreekstem
LA VIERGE Monique Krüs sopraan
MARGUÉRITE An De Ridder sopraan
CATHÉRINE Élodie Méchain alt
UNE VOIX | PORCUS | HÉRAUT | LE CLERC Donald
Litaker
tenor en spreekstem
UNE VOIX | HÉRAUT II | UN AUTRE PAYSAN Ludovic
Provost
bariton en spreekstem
LA MÈRE AUX TONNEAUX Daphne Druijf spreekstem (GOK)
UNE VOIX D’ENFANT lid van het Nationaal Kinderkoor (NKK)
KOORSOLISTEN Judith Petra sopraan, Falco van Loon tenor
Arthur Honegger Jeanne d’Arc au bûcher (1938)
1892-1955 oratorium voor solisten, spreekstemmen, koor en orkest
in een proloog en elf scènes
boventiteling: Jurjen Stekelenburg
de concertseries van
2
In het Radio 4 Concerthuis: Jordi Savall
Met een eigen platenlabel en maar liefst drie ensembles
richt de Catalaanse gambist, componist en dirigent
Jordi Savall zich volledig op de oude muziek. Niet
alleen als uitvoerend musicus, maar ook als docent en
onderzoeker. Hij weet een breed publiek voor de oude
muziek te winnen. In het Radio 4 Concerthuis een
portret van Jordi Savall - met muziek uit Renaissance
en Barok, gespeeld door Savalls drie ensembles.
➜ RADIO4.NL/CONCERTHUIS
Webcast
Van dit concert wordt
een live video-registratie
gemaakt. Deze is tot tien
dagen na het concert
terug te zien via www.
radio4.nl, en na een
maand opnieuw terug te
zien via www.radio4.nl
onder ‘uitzending gemist’
➜ WWW.RADIO4.NL
Word vrienden met De Vrijdag van Vredenburg
op Facebook!
Op deze pagina houden we u graag op de
hoogte over de concerten, achtergronden
van musici en ook zijn er regelmatig
kaarten te winnen!
Ga nu naar /facebook.com/vrijdagvanvredenburg/ en
laat ons meteen weten wat u vond van het concert
van vanavond!
Drankje en pre-war jazz na afloop
Live-uitzending
Na afloop kunt u genieten
van een gratis drankje en
muziek. Bouke Feleus
(gitaar) en Roelof Rosendal (slagwerk/brushes)
spelen pre-war jazz en
roaring twenties-muziek.
De AVROTROS zendt
dit concert vanuit
Vredenburg Leidsche
Rijn live uit op Radio 4.
Denkt u eraan dat uw
mobiele telefoon uitstaat
en uw horloge geen
geluid kan maken?
Presentatie voor Radio
4 vanuit de zaal door
Maartje Stokkers.
➜ WWW.RADIO4.NL
vrijdag 24 januari 2014, 20.15 uur
Jeanne d’Arc op de brandstapel
Het oratorium Jeanne d’Arc au bûcher is
sinds de eerste uitvoering in mei 1938
een van Honeggers meest succesvolle
en geprezen werken. De opdracht
kwam voort uit een wens van de welgestelde danseres en choreografe Ida
Rubinstein, met wie de componist al
meerdere malen had samengewerkt.
Het was haar idee zowel het antieke
drama als het middeleeuwse mysteriespel in ere te herstellen. Het eerste realiseerde zij met de opdracht aan Igor
Stravinsky voor Perséphone (1934), het
tweede resulteerde in Jeanne d’Arc au
bûcher. Beide opdrachtwerken kennen
een nauw verbond tussen gesproken
woord en muziek, zoals we dat al langer
kennen uit het melodrama. Bovendien
zijn de antieke ‘choroi’ terug te vinden
in de belangrijke koorpartijen.
Perséphone is bovendien, zoals het
antieke drama, een ballet. Jeanne d’Arc
au bûcher is daartegenover een oratorium
waarin het beeld uitsluitend door de
woord en klank wordt weergegeven.
Hoop
Voor het libretto van Jeanne d’Arc benaderde Rubinstein de bekende katholieke schrijver Paul Claudel. Deze
weigerde echter. Er bestonden immers
genoeg goede, bruikbare teksten over
de maagd van Orléans. Korte tijd later
beleefde hij echter in de trein van
Parijs naar Brussel een mystieke
ervaring: hij zag voor zich de twee
geboeide handen van een meisje een
kruisteken slaan. Enkele weken later
lag de complete tekst over Jeanne bij
Honegger op de deurmat.
De daarop volgende maanden werkten
componist en tekstschrijver zij aan zij
aan het oratorium, dat eind augustus
1935 in schets gereed was en waarvan
nog hetzelfde jaar op de dag voor
Kerstmis de orkestratie kon worden
afgerond. Desondanks duurde het nog
ruim twee jaar voordat het werk op 12
mei 1938 in Basel in première kon
gaan, met Ida Rubinstein zelf in de
hoofdrol.
De opdracht kwam voort uit een wens van de welgestelde danseres
en choreografe Ida Rubinstein. Het was haar idee zowel het antieke
drama als het middeleeuwse mysteriespel in ere te herstellen.
3
4
Zes jaar later
voegden
Honegger en
Claudel nog
een proloog
aan het werk
toe, waarin
op het meest
uitzichtloze
Arthur Honegger
moment van
de Tweede Wereldoorlog Jeanne d’Arc
au bûcher een bijzondere toegevoegde
lading heeft gekregen. In Jeanne’s tijd
hadden de Engelsen, gesteund door de
Bourgondiërs, vrijwel het gehele noorden en westen van Frankrijk in handen. In 1944 waren het de Duitsers die
vooral het noorden en oosten bezet
hielden. In beide gevallen wachtte
men verlamd door de ontberingen op
redding. De figuur van Jeanne en haar
wonderbaarlijke verhaal verschafte de
Fransen hoop. Claudels vertelling kon
daarin voorzien doordat zijn tekst zo
is opgebouwd dat alles gericht is op
hoop en verlossing.
Het oratorium begint met het somberste moment: Jeanne is veroordeeld, de
brandstapel staat gereed, en broeder
Dominique neemt haar de biecht af.
Via een aantal flashbacks volgen we
vervolgens de beestachtige rechtspraak, de overwinningen van Jeanne
als aanvoerder van de Franse legers en
de triomftocht samen met de koning
naar Reims, het verraad, haar jeugd en
roeping en ten slotte de laatste momenten op de brandstapel. Zo begint
ook de muziek somber, aards, venijnig,
schrijnend, snerend, maar ontwikkelt
zich tot stralend, hymnisch en hemels.
Honegger bespeelt het orkest als een ervaren filmcomponist. Hij mengt stijlen
van koralen tot jazz, past effecten toe,
zoals door het gebruik van de Ondes
Martenot met zijn joelende glissandi,
en reist door de tijd van de vroege vijftiende tot in de twintigste eeuw. Het
resultaat is even fascinerend als enerverend en ten slotte zeker ook verheffend. We leven met Jeanne mee.
De inhoud
Het oratorium Jeanne d’Arc au bûcher
bestaat uit een proloog en elf scènes.
Proloog: Het is oorlog. Het verwoeste
land ligt er desolaat bij. De bevolking
gaat gebukt onder de plunderingen en
brandschattingen van de Engelsen en
hun Bourgondische bondgenoten. Karel
VI, de Franse koning van het huis van
Valois, had zijn zoon onterfd en als
rechtmatige troonsopvolger de Engelse
koning Hendrik V aangewezen. Tegelijk
claimt de hertog van Bourgondië rechten op de troon. Desondanks is Karel
VII sinds 1422 koning van Frankrijk, al
moet hij zich ten zuiden van de Loire,
in Bourges verschansen. Karel is echter
nog niet gekroond, want dat kan uitsluitend in Reims, dat nu juist in Engelse handen is.
Met de komst van Jeanne, het tienermeisje dat in 1412 in Domrémy in
Het oratorium begint met het
somberste moment: Jeanne
is veroordeeld, de brandstapel staat gereed.
Lotharingen was geboren en door verschillende visioenen de opdracht had
gekregen de Franse koning te hulp te
schieten en naar Reims te brengen,
keert echter het tij voor Karel. Orléans
wordt heroverd op de Engelsen en de
tocht naar Reims verloopt in triomf. In
1429 wordt Karel inderdaad gekroond.
Wanneer hij meer dan dertig jaar later
overlijdt, is Frankrijk niet alleen van
de Engelsen verlost, maar tevens omvangrijker dan ooit te voren. Alleen in
Calais zitten de Engelsen nog (tot 1558).
Jeanne wordt in 1430 echter door de
Bourgondiërs gevangen genomen en
aan de Engelsen verkocht, die haar
vervolgens in Rouen berechten. De bisschop van Beauvais, Pierre Cauchon,
treedt op als rechter. Hij is een bondgenoot van de Engelsen en maakt van de
rechtspraak een gênante vertoning vol
list en bedrog. Het resultaat: Jeanne
moet op de brandstapel. Zij kan onmogelijk eigenhandig de koning hebben
geholpen en Frankrijk hebben gered.
Daar moet een pact met de duivel achter zitten. Na een gedeeltelijke schuldbekentenis mag Jeanne terug naar de
gevangenis. Maar uiteindelijk, een
week later, herroept zij haar bekentenis en is de doodstraf onherroepelijk.
Zij sterft op 30 mei 1431 op de Oude
Markt van Rouen. Ondanks het verzoek van de kardinaal van Winchester
haar lichaam driemaal te verbranden,
opdat werkelijk niets meer overblijft
dat als reliek aangegrepen kan worden, wordt Jeanne al spoedig een
volksheld en martelaar. In 1920 wordt
zij heilig verklaard.
De elf scènes
Eerste scène: De stemmen uit de hemel –
De zuiverheid van Jeanne klinkt in de
fluit en wordt tegenover het kwaad
geplaatst met het huilen van de honden
in de nacht.
Tweede scène: Het boek – Jeanne is inmiddels op de brandstapel en broeder
Dominique neemt haar de biecht af.
Derde scène: De stemmen van de aarde –
Jeanne wordt door de geestelijken en
de volksmassa beschuldigd van godslastering, toverij en afvalligheid. Zij
wordt met bezwerende teksten in potjeslatijn toegeschreeuwd. De kwaadaardigheid joelt in de Ondes Martenots
door het orkest.
Vierde scène: Jeanne aan de beesten overgeleverd – Het zijn echter geen priesters
maar beesten die hier recht spreken.
Bisschop Cauchon, wiens naam op
cochon lijkt, dus varken, spreekt recht.
De jury bestaat uit blatende schapen.
De griffier is een ezel. Zo wordt de
rechtspraak een angstaanjagende parodie. Jeanne heeft de Engelsen niet eigenhandig verslagen. En dat geeft zij toe,
want God heeft haar geholpen. Dat is
onmogelijk, meent de jury. Het moet
de duivel zijn geweest.
Vijfde scène: Jeanne op de brandstapel –
We pikken de draad vanaf de tweede
scène weer op. Opnieuw met hondengehuil, likkende vlammen en een verdwaasde en verdoofde Jeanne…
Zesde scène: De koningen, of de uitvinding
van het kaartenspel – Drie vorsten (Bourgondië – de vrek, Engeland – de trots,
en Frankrijk – de domheid) strijden
om het bezit van Jeanne. Samen met
5
6
hun edelen leggen zij er een kaartje om.
Engeland wint.
Zevende scène: Catharine et Margaret – De
heiligen Sint Catharina en Sint Margaretha richten zich vanuit de hemel tot
Jeanne, terwijl de vlammen om haar
heen slaan.
Achtste scène: De koning gaat naar Reims
– Feestelijke tocht van de koning naar
zijn kroning in Reims. Hij wordt vergezeld van een triomferende Jeanne. Het
volk juicht langs de route, en is in afwachting van de koning alsof de Messias
in aantocht is. Deze en de volgende
scène behoren tot de langste van het
oratorium en vormen het hart ervan,
als muzikaal antidotum na het venijn
en de haat van de vorige scènes.
Negende scène: Het zwaard van Jeanne – In
een gesprek met broeder Dominique
hallucineert Jeanne, begeleid door haar
lievelingsheiligen, over haar jeugdjaren in Domrémy. Zij legt uit dat haar
zwaard niet ‘haat’ maar ‘liefde’ heet.
De heilige Catharina en Margaretha
bevestigen haar als dochter van God.
De muziek is idyllisch en betoverend.
Tiende scène: Trimazo – Deze scène is het
vervolg van de vorige. Kinderstemmen
zingen een volksliedje – Jeanne
droomt van de groene velden van haar
jeugd. Trimazo is de eerste zondag van
mei, waarop drie meisjes (tri mazot) in
het wit gekleed met bloemen en linten
in hun haar (denk aan de Venus van
Botticelli) een lied zingen.
Elfde scène: Jeanne d’Arc in de vlammen
– Vergezeld door enkele hymnes van
Sint Franciscus van Assisi wordt Jeanne
aan de vlammen overgeleverd. De maagd
Maria zingt haar toe dat ze niet alleen
is. Maar Jeanne is bang. Een priester
vraagt Jeanne een valse bekentenis te
ondertekenen. Maar dat kan zij niet.
Zij kan niet liegen. Ten slotte verlaat
haar ziel haar lichaam, in het orkest
weergegeven door een opstijgende lijn
in de Ondes Martenots. Daarna wordt
opnieuw een hymne aangeheven.
Leo Samama
“Muziek schrijven is het oprichten van
een ladder zonder deze tegen een
muur te kunnen steunen. Geen steiger;
het gebouw in aanbouw blijft slechts
in evenwicht door het wonder van een
soort interne logica, van een innerlijke
zin voor verhoudingen. Ik ben tegelijk
architect en toeschouwer van mijn
werk; ik werk en kijk toe. Als een onverhoedse hindernis mij tegenhoudt,
verlaat ik mijn werktafel, zet mij in de
stoel van de toehoorder en zeg tot
mijzelf: ‘Wat zou ik, na gehoord te
hebben wat voorafgaat, nu gaarne
horen willen, wat mij, zoal niet de huiverig van het genie, dan toch de indruk van welslagen kan geven? Wat
zou er logisch moeten volgen om mij
te voldoen?’ En ik tracht het vervolg te
vinden, niet de banale formule, die
iedereen kan zien, maar een nieuw
element, waarbij de belangstelling
opveert. Van stukje tot stukje groeit
volgens deze methode mijn partituur.”
Arthur Honegger,
Je suis compositeur (1951).
uitvoerenden
Markus Stenz, dirigent
de Munt in Brussel, bij English National
Opera, de Lyric Opera of Chicago, San
Francisco Opera, de opera’s van Stuttgart en Frankfurt, bij de Glyndebourne
Festival Opera en tijdens de festivals
van Edinburgh en Salzburg. Sinds zijn
debuut als operadirigent in La Fenice
in Venetië met Elegy for Young Lovers
van Hans Werner Henze leidde hij vele
(wereld-)premières, waaronder Henze’s
Das verratene Meer in Berlijn, Venus und
Markus Stenz
NARCO BORGGREVE
Markus Stenz is tot 2014 Generalmusikdirektor van de stad Keulen en
Gürzenich-Kapellmeister (chef-dirigent
van het Gürzenich-Orchester en de
Opera van Keulen). Sinds september
2012 is hij chef-dirigent van het Radio
Filharmonisch Orkest. Hij is bovendien
eerste gastdirigent van het Hallé
Orchestra. Eerder was Markus Stenz
artistiek leider van het Montepulciano
Festival (1989-1995) en chef-dirigent
van London Sinfonietta (1994-1998).
Beide functies vervulde hij bij het
Melbourne Symphony Orchestra (19982004), dat hij in 2000 leidde tijdens de
eerste tournee door Europa. Stenz
bracht het Gürzenich-Orchester in
2008 naar China, en dirigeerde in datzelfde jaar het eerste optreden dat het
orkest maakte tijdens de BBC-Proms in
de Londense Royal Albert Hall. In 2010
leidde hij in China de Keulse Opera in
de complete Ring des Nibelungen in
Sjanghai en Don Giovanni in Peking,
plus nog concerten in beide steden.
Om het 25-jarige bestaan van het
gebouw van de Kölner Philharmonie
luister bij te zetten, dirigeerde hij
tweemaal Mahlers Achtste symfonie met
het Gürzenich-Orchester en 400
zangers uit de regio Keulen/Bonn.
Stenz trad op in de Scala in Milaan, in
7
8
Adonis bij de Bayerische Staatsoper in
München en L’Upupa und der Triumph
der Sohnesliebe tijdens de Salzburger
Festspiele van 2003. In Keulen bracht
Stenz onder andere de Ring des Nibelungen, Lohengrin, Tannhäuser en Die Meister°fa en Kát’a
singer von Nürnberg, Jenu
Kabanová, Don Giovanni, en Love and
other Demons van Peter Eötvös. Ook bij
de Lyric Opera of Chicago leidde hij
Kát’a Kabanová, en in december 2009
bracht hij Mahlers Vierde symfonie met
het Chicago Symphony Orchestra.
Markus Stenz dirigeerde orkesten als
het Koninklijk Concertgebouworkest,
de Münchner Philharmoniker, het
Gewandhausorchester Leipzig, de Berliner Philharmoniker, het TonhalleOrchester Zürich, Los Angeles Philharmonic, Boston Symphony, Minnesota
Orchestra en de symfonieorkesten van
Dallas, Houston en Seattle. Markus
Stenz studeerde aan de Hochschule für
Musik in Keulen bij Volker Wangenheim, en in Tanglewood bij Leonard
Bernstein en Seiji Ozawa. Hij is drager
van het Honorary Fellowship van het
Royal Northern College of Music.
Martin Wright, instudering
Groot Omroepkoor
Martin Wright was artistiek leider van
het Koor van de Nederlandse Opera van
2006 tot 2012. Van 1984 tot 1997 was
hij koordirigent van de San Diego Opera
en bekleedde vergelijkbare functies bij
de Los Angeles Opera, de Arizona Opera,
de Music Academy of the West, de Wolf
Trap Foundation for the Performing
Arts en het Rundfunkchor Berlin. Als
Martin Wright
zanger vertolkte hij meer dan dertig
operarollen en trad hij concertant op
met orkesten in de VS, Azië en Europa
alwaar hij in 1981 debuteerde tijdens
het Holland Festival. Hij was muzikaal
directeur van de San Diego Master
Chorale en eerste gastdirigent van de
Lyric Opera San Diego. Hij dirigeerde
er onder meer Candide, Il barbiere di
Siviglia, Die Entführung aus dem Serail,
Die Fledermaus en La Cenerentola. Bij
andere gezelschappen dirigeerde hij
onder meer Don Giovanni, La traviata,
Carmen, La finta giardiniera van Mozart
en Jenu°fa van Janáˇ
cek. Van 1993 tot
2002 was Martin Wright chef-dirigent
van het Groot Omroepkoor waar hij
nog regelmatig terugkeert als gastdirigent. In zijn hoedanigheid als chefdirigent van het Groot Omroepkoor
was hij onder andere drie keer dirigent
tijdens het Prinsengrachtconcert
waarbij hij het koor en respectievelijk
Cheryl Studer, Nelly Miricioiù en José
Cura dirigeerde. Tijdens zijn chefdirigentschap van het Groot Omroepkoor heeft hij ook twee keer als solist
opgetreden bij concerten van het
Groot Omroepkoor, als baritonsolist
tijdens een concert met het Metropole
Orkest en het Groot Omroepkoor in
diverse composities uit Amerikaanse
musicals en tijdens een concert met
het Radio Filharmonisch Orkest in
Roussels Évocations. Martin Wright
maakte ook twee keer deel uit van de
jury van het Internationaal Vocalisten
concours. Met ingang van seizoen 20132014 is Martin Wright benoemd als
koordirigent van de Deutsche Staatsoper Unter den Linden in Berlijn.
Guillemette Laurens JEANNE D’ARC
Guillemette Laurens studeerde aan het
conservatorium van Toulouse. Ondanks
haar achtergrond als barokzangeres,
zong zij op haar twintigste in de Parijse
Opéra Comique onder leiding van
Sylvain Cambreling Mother Goose in
Stravinsky’s The Rake’s Progress. Daar
zong ze ook als Enrichetta in I Puritani
naast June Anderson en als Cybèle in
Atys van Lully onder leiding van William
Christie. Recentelijk vierde ze er haar
comeback als Madame Grenu in
Ciboulette van Reynaldo Hahn. Met het
Belgische muziektheatergezelschap
Transparant zong ze recentelijk als
Geneviève in Pelléas et Mélisande, een rol
die ze binnenkort onder andere aan de
opera van Toulon zal zingen. Guillemette Laurens zong mee in Mozarts La
clemenza di Tito en Le nozze di Figaro naast
Véronique Gens, in Brittens The rape of
Lucretia o.l.v. Mirella Giardelli naast
Sandrine Piau en in Roland Auzets
Panama Al Brown. Ze doceert zang aan
9
Guillemette Laurens
de conservatoria van Toulouse en
Toulon en wordt regelmatig gevraagd
masterclasses te leiden in Daroca in
Spanje, Dieppe, St Bertrand de Comminges, Arcal en aan de operastudio
Bastille in Parijs. In 2002 verleende de
Franse regering haar de prestigieuze
eretitel Chevalier des Arts et des Lettres.
Guillemette Laurens werkte mee aan
meer dan zestig cd-opnamen.
Sébastien Dutrieux FRÈRE
DOMINIQUE
De Belgische acteur Sébastien Dutrieux
vertolkte klassiek toneelrepertoire als
Shakespeare’s Measure for measure,
Poesjkins Mozart en Salieri, Crommelyncks Les amants puérils, Feydeaus On
purge bébé en modern repertoire als
Caryl Churchills Copies, Fausto Paravidino’s Nature morte dans un fossé, David
Hare’s L’heure verticale, en David Lewis’
The Monkey’s Uncle. Sébastien Dutrieux
werkte in diverse theaters in België,
10
MARCO BORGGREVE
Sébastien Dutrieux
zoals het Nationaal Theater, Le Rideau
in Brussel en het Centrum voor Schone
Kunsten. Verder trad hij op in een Franstalige versie van De zwarte monnik van
Tsjechov door Denis Marleau. De voorstelling ging in Montréal, Ottawa,
Québec en diverse steden in Frankrijk
en België. Sébastien Dutrieux trad op
als verteller in Le carnaval des animaux
van Saint-Saëns in Brussel, in Le neveu
de Rameau van Diderot, in Le roi David
van Honegger (in Utrecht en Haarlem),
in l’Histoire de Babar van Poulenc, in
Peer Gynt van Grieg en De vuurvogel van
Stravinsky. Sébastien Dutrieux wordt
regelmatig uitgenodigd voor openbare
lezingen van auteurs als Thomas
Mann en Shakespeare. Hij werkte
samen met dirigenten zoals Sylvain
Cambreling, Michael Schønwandt,
Daniel Klajner, Cornélius Meister,
Ariane Matiakh, Jacques Mercier,
Boudewijn Jansen en Laurent Gendre.
Benoît De Leersnyder RÉCITANT
Benoît De Leersnyder studeerde rechten
en zang en was in 2000 laureaat van
de Operastudio Vlaanderen. Hij werkte
samen met regisseurs als Ronny
Lauwers, Philippe Sirieul, François de
Benoît De Leersnyder
Carpentries, Willy Decker, Guy Joosten,
Christof Loy en Waut Koeken. Hij zong
de rol van Schlendrian in Bachs Kaffeekantate (Pocketopera), Conte Almaviva
in Le nozze di Figaro (Operastudio Koninklijke Muntschouwburg), Malatesta
in Don Pasquale (Zomeropera Alden
Biesen) en Papageno in de Toverfluitproductie van Waut Koeken. Voorts
nam hij deel aan Les mamelles de Tirésias
(Grand Théâtre du Luxembourg), en
aan Death in Venice (in de regie van
Deborah Warner), een voorstelling
waarin Benoît De Leersnyder na De
Munt ook zijn debuut maakte in La
Scala in Milaan (2011). Verder zong hij
in Lulu in De Munt in Brussel.
In het hedendaags repertoire verleende
hij zijn medewerking aan concerten
met muziek van Claude Coppens,
Dieter Schnebel, John Cage, Karlheinz
Stockhausen en creëerde hij werken
van Alvaro Guimaraes en Johan De
Smet. In 2011 zong hij de hoofdrol in
de wereldcreatie van Der Turm van
Claude Lenners (Théâtre du Luxembourg, regie Waut Koeken). Benoît De
Leersnyder is ook actief als regisseur.
Recentelijk regisseerde hij bij Operastudio Vlaanderen Die Zauberflöte en
11
scenische producties van Winterreise en
een voorstelling rondom liederen van
Hugo Wolf. Hij staat regelmatig regisseurs als Laurent Pelly, Waut Koeken
en Michael Haneke bij.
Arnaud Richard RÉCITANT
Arnaud Richard studeerde met hoogste
onderscheiding af aan het conservatorium van Caen. Hij brak internationaal
door als Aeneas in Purcells Dido and
Aeneas in 2010. Meer recent werkte hij
mee aan L’Ecume des jours (als Nicolas)
van Edison Denisov (Opera van Stuttgart). Verder zong hij in Atys van Lully
met Les Arts Florissants onder William
Christie in Aix-en-Provence, Versailles
en New York in 2011, in David et Jonathas
(Charpentier), eerst als Guerrier in Aixen-Provence, later als Saül aan de
Opéra Comique in Parijs en de opera
van Caen, opnieuw met Les Arts Florissants onder leiding van William
Christie. Verder zong hij Schumanns
Das Paradies und die Peri in de Salle
Gaveau in Parijs. En afgelopen oktober
zong hij in La Grande Messe des Morts
van Gossec in de Sainte Chapelle van
het kasteel van Versailles.
Arnaud Richard
Monique Krüs
Monique Krüs LA VIERGE
Monique Krüs studeerde aan het conservatorium van haar geboortestad
Utrecht en aan het Mozarteum in Salzburg. Drie jaar was de sopraan vast
verbonden aan het operahuis van Essen.
Sindsdien zong ze in operahuizen en
concertzalen in binnen- en buitenland.
Met haar dramatische coloratuursopraanstem beheerst ze een repertoire
variërend van Violetta in La traviata of
Konstanze in Die Entführung aus dem
Serail tot hedendaags werk. Zo zong ze
bij de Staatsoper Stuttgart in de wereldpremière van Giuseppe e Sylvia van
Hölsky, tijdens de Warschauer Herbst
in Tattooed Tongues van Martijn Padding,
en in Amsterdam bij De Nederlandse
Opera in Hiero van Guus Janssen. Zij
werkt met vele Nederlandse orkesten
en met dirigenten als Reinbert de
12
Leeuw, Peter Eötvös en Michael Schønwandt. Ze zong in het Stabat Mater van
Pergolesi in de Nederlandse vertaling
van Willem Wilmink door het Orkest
van het Oosten o.l.v. Jaap van Zweden.
In de NTR ZaterdagMatinee was zij te
horen in o.a. het Requiem van Ligeti, in
Arabella van Strauss, de virtuoze Cantata alla Fiaba estrema van Henze en de
Three Shakespeare Songs van Ton de
Leeuw, en onlangs in de hoofdrol in
Hôtel de Pékin van Willem Jeths. Bij de
An De Ridder
oprichting van Opera Spanga in Friesland was zij nauw betrokken, en ook
bij het populaire Utrechtse Oudegracht
Opera Concert, waarvan zij artistiek
leider was. Ook als componist is
Monique Krüs actief. In 2007 vertolkte
zij de sopraanpartij in haar eerste eigen
opera God’s Videotheque op uitnodiging
van Opera Spanga. Voor Orkest Zuid
maakte zij Grief of Gravity, een cantate
voor symfonisch blaasorkest, koor en
sopraan, uitgevoerd o.a. in het Muziekgebouw aan ’t IJ. In opdracht van de
gemeente Utrecht schreef zij voor de
herdenking van de Vrede van Utrecht
in 2013 een opera op een libretto van
Arthur Japin.
An De Ridder MARGUERITE
De sopraan An De Ridder studeerde aan
het conservatorium van Maastricht,
waar ze zowel de opleiding solozang
als de operaklas cum laude afsloot. Ze
volgde daarna lessen en masterclasses
bij o.a. Malcolm Martineau (Britten
Pears Programme 2009), Craig
Rutenberg, Margreet Honig, Roberta
Alexander, Niels Muus, Rudolf Jansen,
Susanna Eken, Michael Chance,
Michael Eliasen en Pietro Rizzo. An
Élodie Méchain
De Ridder was ensemble-lid van Operastudio Nederland in 2007-2008. Snel
volgde haar debuut bij de Vlaamse
Opera als Pamina in Die Zauberflöte, en
zong ze als Nannetta in Falstaff bij Opera
Zuid, L’enfant in L’enfant et les sortilèges
bij het European Opera Centre en Adèle
in Die Fledermaus bij Zomeropera in
Alden Biesen. An De Ridder was in
2010 finalist in de Merola Auditions in
New York. Bij het Amsterdamse Grachtenfestival zong An De Ridder in 2008
als Janthe in Marschners Der Vampyr, en
als Nanetta in Falstaff was ze in 2009 te
gast bij Opera Zuid in Maastricht. In
seizoen 2010/11 debuteerde ze als Adele
in Die Fledermaus bij het Staatstheater
in Wiesbaden en in 2013 was ze bij de
Vlaamse Opera in Antwerpen als Blumenmädchen in Parsifal te horen. Liedrecitals gaf An De Ridder in Liverpool,
Amsterdam en Brussel.
Élodie Méchain CATHÉRINE
Élodie Méchain studeerde zang bij
Annie Tasset en Gundula Janowitz, en
bij Margreet Honig in Amsterdam. Zij
was laureaat van het concours Voix
Nouvelles 98, en in 2000 Révélation
Artiste Lyrique de l’Adami. Zij was te
horen in Mozarts Krönungsmesse in
Straatsburg, in Rossini’s Le comte Ory in
Luik, in Pelléas et Mélisande in Toulon, en
in Dido and Aeneas in Rennes. Ander repertoire dat zij vertolkte was Wagners
Wesendonk-Lieder, Roméo et Juliette van
Berlioz, Die Zauberflöte van Mozart en
Giulio Cesare van Händel. Élodie Méchain
heeft een voorliefde voor Franse (Debussy, Fauré, Ravel, Chausson) en Duitse
(Brahms, Schubert, Schumann, Strauss,
Wagner) liedkunst. Ze werkte mee aan
de eerste opname van de oorspronkelijke
versie met piano van Debussy’s Pelléas
et Mélisande. De afgelopen seizoenen
zong ze in Manon met het Bayerische
Rundfunkorchester, in Ariane à Naxos
(Dryade) in Lyon, in Die Zauberflöte in
Toulouse, Genève en Parijs, in Dido and
Aeneas in Rennes, in Pelléas et Mélisande
(Geneviève) in Toulon, Nancy, Rouen
en Amsterdam met het Concertgebouw
Orkest, in Rusalka tijdens het Glyndebourne Festival, in Le Roi David van
Honegger in Amsterdam en bij het
National Symphony Orchestra of Ireland en als Quickly in Falstaff in Metz.
Donald Litaker, tenor
De Amerikaanse tenor Donald Litaker
studeerde bij Daniel Ferro (Juilliard
School, New York) en behaalde diploma’s aan de North Carolina School of
the Arts, de Manhattan School of Music (Master of Music) en de Accademia
Musicale Chigiana in Siena waar hij
studeerde bij Giorgio Favaretto. Zijn
carrière begon met Das Rheingold in
Keulen en met Salome en Der fliegende
Holländer in Bonn. Internationaal brak
Donald Litaker
hij door in Tannhäuser in Florence en
met Salome in Catania. In het Concertgebouw in Amsterdam was hij te horen
in Stravinsky’s Œdipus Rex, Enesco’s
Œdipe, Cherubini’s Lodoïska, Glucks
Alceste en Hindemiths Cardillac. In
Rotterdam zong hij in Gounods Faust
en Verdi’s Un ballo in maschera. Verder
zong hij diverse rollen in Frankrijk en
New York. Concertmuziek, missen en
oratoria zong Donald Litaker onder
meer in Oostenrijk, Frankrijk, de VS,
Japan, Israël, Engeland, Portugal en
Spanje. Donald Litaker verzorgde
masterclasses in Israël en Italië en is
docent aan de Staatliche Hochschule
für Musik in Karlsruhe.
13
14
van Britten, Melisso in Alcina van Händel, Curio in Giulio Cesare van Händel,
Puccini’s Gianni Schicchi, Macrobio in
La Pietra del Paragone van Rossini en
Mercutio in Roméo et Juliette van Gounod.
Daphne Druijf, spreekstem
Ludovic Provost
Ludovic Provost, bariton
Ludovic Provost studeerde aan het
conservatorium van zijn geboortestad
Perpignan en in Parijs. Hij debuteerde
in 1997 bij La Maîtrise du Centre de
Musique baroque de Versailles en vervolgde zijn studie bij Yves Sotin. Later
studeerde hij bij de Dutch National
Opera Academy onder leiding van
Alexander Oliver, en bij Margreet
Honig. Hij was finalist van onder meer
het Concours Lyrique en Marmandais.
Ludovic maakte deel uit van Het Nederlands Kamerkoor, de Nederlandse
Bachvereniging en Les Arts Florissants
en is nu bariton in het Groot Omroepkoor. Hij zingt ook als solist onder leiding van Alfredo Bernardini, William
Christie, Richard Egarr, Christophe
Rousset en Olivier Schneebeli. Momenteel is hij ook lid van de hedendaagsemuziekensemble Vocaallab. Ludovic
Provost zong rollen als Mozarts Figaro,
Demetrius in Midsummernight’s Dream
De sopraan Daphne Druijf volgde
zanglessen bij Erna Spoorenberg en
Aafje Heynis en studeerde in 1991 af
aan de operaklas van het Sweelinck
Conservatorium in Amsterdam. Ze
vervolgde haar vocale training met de
zomercursus van het Internationaal
Opera Centrum Nederland en masterclasses bij Jard van Nes en Roberta
Alexander. Op haar repertoire staan
rollen in opera’s en operettes als Nella
in Gianni Schicchi, Rosalinde in Die
Fledermaus, Saffi in Der Zigeunerbaron,
Hanna in Die Lustige Witwe en Silva in
Die Csárdásfürstin. Ook in musical is zij
thuis. Zo was zij te zien in Nederland
en België als Carlotta in The Phantom of
the Opera, als Zuster Margaretta in The
Daphne Druijf
Sound of Music en als Bianca Castafiore
in Kuifje-De Musical. Als concertzangeres
trad Daphne Druijf o.a. op met het
Concertgebouw Kamer Orkest en dirigent Charles de Wolff in het Requiem
van Mozart en het Magnificat van Bach
en bij het Groot Omroepkoor en dirigent Uwe Gronostay in het Requiem van
Daniël de Lange. Voor de NPS-Radio
zong zij bij het Radio Symfonie
Orkest onder leiding van James Wood
de wereldpremière van Bloed 1 van
Cornelis de Bondt.
Het RFO werkte samen met befaamde
gastdirigenten als Leopold Stokowski,
Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Riccardo Muti, Kurt Masur, Charles Dutoit, Mariss Jansons, Michael Tilson
Thomas, Gennady Rozhdestvensky,
Peter Eötvös, Vladimir Jurowsky en
Valery Gergiev. Het RFO levert belangrijke bijdragen aan de NTR ZaterdagMatinee en Het Zondagochtend Concert in het Amsterdamse Concertgebouw, en aan De Vrijdag van Vredenburg te Utrecht. Het RFO excelleert in
bijzonder geprogrammeerde symfoniRadio Filharmonisch Orkest
sche concerten en concertante operaHet Radio Filharmonisch Orkest (RFO) uitvoeringen, waarbij het regelmatig
bezet een prominente plaats in het
eerste uitvoeringen in Nederland en
Nederlandse muziekleven. Door een
wereldpremières betreft. Naast de cononuitputtelijk streven naar de hoogste certen in de omroepseries was het RFO
artistieke kwaliteit en een uitgebalan- onder andere te horen op het Festival
ceerde programmering groeide het
Musica 2008 en tijdens de BBC Proms
momenteel honderd musici sterke or- 2011 in de Royal Albert Hall.
kest uit tot een van de beste orkesten
Het Radio Filharmonisch Orkest heeft
van Nederland. Het orkest werd in
een indrukwekkende plaat- en cd-cata1945 opgericht door Albert van Raalte logus opgebouwd. Op verschillende
en werd nadien geleid door achtereen- labels verschenen vanaf de jaren ’70
volgens Paul van Kempen, Bernard
legendarische grammofoonplaten met
Haitink, Jean Fournet, Willem van Ot- dirigenten als Leopold Stokowski en
terloo, Hans Vonk, Sergiu Comissiona, Antal Doráti. Onder leiding van Jean
Fournet werd een serie cd’s gerealiseerd
Edo de Waart en Jaap van Zweden. In
2012 werd Markus Stenz aangesteld als met Frans repertoire. Opnamen van de
chef-dirigent. De Amerikaanse dirigent complete symfonieën van Mahler onder
leiding van Edo de Waart verschenen
James Gaffigan is vaste gastdirigent
op cd, alsook een unieke Wagner-box
sinds het seizoen 2011-2012. Met inen de complete orkestwerken van
gang van augustus 2013 maakt het
RFO deel uit van de Stichting Omroep Rachmaninov. Cd’s met werken van
Muziek, samen met het Groot Omroep- hedendaagse componisten als Jonathan
Harvey, Klas Torstensson en Jan van
koor en de productie-afdeling van de
Vlijmen werden onderscheiden met
concertseries van Radio 4 (NTR en
prijzen en eervolle vermeldingen. Met
AVROTROS).
15
16
dirigent Mark Wigglesworth werden
de symfonieën van Sjostakovitsj op cd
vastgelegd, en onder leiding van Jaap
van Zweden verscheen een Brucknercyclus. De live-registratie van Wagners
Parsifal, in de NTR ZaterdagMatinee
onder leiding van Van Zweden, werd
onderscheiden met de Edison Klassiek
2012 in de categorie Opera.
➜ WWW.RADIOFILHARMONISCHORKEST.NL
➜ Volg het Radio Filharmonisch
Orkest op twitter (@radiofilhorkest)
en facebook
Groot Omroepkoor
omroep, en wordt daarnaast met enige
regelmaat uitgenodigd door het
Koninklijk Concertgebouworkest, het
Rotterdams Philharmonisch Orkest en
de Berliner Philharmoniker. In de NTR
ZaterdagMatinee voerde het koor vele
wereldpremières uit, en werken van
hedendaagse componisten als Ligeti,
Boulez, Birtwistle, Kagel, Reich,
Wagemans, Adès en Adams. Op cd’s
schittert het Groot Omroepkoor in een
breed repertoire, met opnamen van
onder meer Keuris, MacMillan,
Mahler, Poulenc, Rossini en Wagner.
De eerste officiële chef-dirigent van
het Groot Omroepkoor was Kenneth
Montgomery. Na hem waren respectievelijk Robin Gritton, Martin Wright,
Simon Halsey en Celso Antunes chefdirigent van het koor. Sinds het
seizoen 2012-2013 is Gijs Leenaars
chef-dirigent. Michael Gläser is vaste
gastdirigent van het koor sinds september 2010. Vanaf augustus 2013
maakt het Groot Omroepkoor deel uit
van de Stichting Omroep Muziek,
samen met het Radio Filharmonisch
Orkest en de productie-afdeling van de
concertseries van Radio 4 (NTR en
AVROTROS).
Het Groot Omroepkoor is met zestig
vocalisten het grootste professionele
koor van Nederland. Sinds de oprichting in 1945 brengt het koor een breed
repertoire, uiteenlopend van barok tot
en met eigentijdse muziek. Voor de
uitvoering van dit repertoire werkt het
koor in wisselende bezettingen, afhankelijk van het werk en de wens van de
dirigent. Het Groot Omroepkoor werkte
samen met gastdirigenten als Marcus
Creed, Peter Dijkstra, Stefan Parkman
¸ s. met oude-muzieken Kaspars Putninˇ
specialisten als Frans Brüggen, Philippe
Herreweghe, Nikolaus Harnoncourt
en Ton Koopman. In het grote koor➜ WWW.GROOTOMROEPKOOR.NL
symfonische repertoire en concertante ➜ Volg hetGroot Omroepkoor via
twitter (@grootomroepkoor) en
operaproducties werd opgetreden onfacebook
der leiding van dirigenten als Jaap van
Zweden, Riccardo Chailly, Peter Eötvös,
Sir Simon Rattle en Mariss Jansons.
Het Groot Omroepkoor treedt veelal
op met het Radio Filharmonisch Orkest
in de concertseries van de publieke
Nationaal Kinderkoor &
Wilma ten Wolde
Het Nationaal Kinderkoor (11 t/m 15
jaar) zingt meestal klassieke muziek en
werkt regelmatig mee aan producties
van orkesten als het Koninklijk Concertgebouworkest en de Berliner Philharmoniker. Dit jaar maakt het Nationaal
Kinderkoor de dvd ‘Sing and Perform
in Style’, een instructie-dvd voor kinderkoordirigenten en basisschoolleerkrachten. In 2010 is het Nationaal
Kinderkoor uitgenodigd als gastkoor in
het Europäischer Jugendchor Festival
Basel. Met het Radio Filharmonisch
Orkest wordt het War Requiem van Benjamin Britten uitgevoerd. De kinderen
wonen verspreid over het land en een
team van zestien docenten verzorgt de
opleiding. De wekelijkse lessen worden gegeven in regionale lesplaatsen
(Amersfoort, Amsterdam, Den Haag,
Groningen, Rotterdam, Tilburg,
Utrecht, Zuidwolde en Zutphen). Eens
in de maand verzamelen de kinderen
zich voor een landelijke studiedag of
studieweekend. Voor kinderen van zes
tot tien jaar zijn er voorbereidende
zangklassen en opleidingskoren. Het
Nationaal Kinderkoor wordt georganiseerd door Vocaal Talent Neder-
MARCO BORGGREVE
Nationaal Kinderkoor
land, een nationaal opleidingsinstituut
met als missie om muzikaal getalenteerde kinderen (vanaf zes jaar) en jongeren (vanaf zestien jaar) tot bloei te
brengen. De stichting biedt een opleidingstraject aan voor zangonderwijs,
solfège, ensemblezang en algemene
muziekleer. Uitgangspunt is om kinderen en jongeren vaardigheden aan te
reiken om zelfstandig te kunnen musiceren. De stichting organiseert drie
nationale koren, het Nationaal Kinderkoor, het Nationaal Jongenskoor en het
Nationaal Jeugdkoor. Beschermheer van
de stichting is Sir Simon Rattle, chefdirigent van de Berliner Philharmoniker.
Dirigent en artistiek leider is Wilma
ten Wolde, een internationaal vooraanstaand deskundige op het gebied
van de training van jonge zangers. Zij
geeft masterclasses in binnen- en
buitenland en is jurylid bij diverse
internationale festivals. Eerder was zij
docent aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag op de vakgebieden
solfège en ensemblezang. Zij coacht
een aantal Nederlandse kinderkoordirigenten. Wilma ten Wolde bereidde
koorproducties voor met Vocaal Talent
Nederland voor dirigenten als Sir Simon
Rattle, Mstislav Rostropovitsj, Bernhard
Haitink,
Nikolaus
Harnoncourt,
Riccardo
Chailly, Jaap
van Zweden,
Ed Spanjaard
en Iván
Wilma ten Wolde
Fischer.
17
18
Radio Filharmonisch Orkest
BESCHERMHEER
Bernard Haitink
CHEF-DIRIGENT
Markus Stenz
HONORARY CHIEF
CONDUCTOR
Jaap van Zweden
ERE-DIRIGENT
Edo de Waart
VASTE GASTDIRIGENT
James Gaffigan
EERSTE VIOOL
Joris van Rijn
Semjon Meerson
Alexander Baev
Fred Gaasterland
Roswitha Devrient
Maria Escarabajal
Alberto Facanha Johnson
Josje ter Haar
Julija Hartig
Kerstin Kendler
Anna Korpalska
Pamela Kubik
Pedja Milosavljevic
Gerrie Rodenhuis
Pieter Vel
Ruud Wagemakers
TWEEDE VIOOL
Casper Bleumers
Andrea van Harmelen
Sarah Loerkens
Zofia Balcar
Ian van den Berk
Yvonne Hamelink
Annemarie van Helderen
Esther Kövy
Renate van Riel
Alexander van den Tol
Nina de Waal
Frits Wagenvoorde
Paul Hendriks
Robbert Honorits
ALTVIOOL
Francien Schatborn
Huub Beckers
Arjan Wildschut
Annemijn den Herder
Annemarie
Konijnenburg
Erik Krosenbrink
Igor Bobylev
Lotte de Vries
Ewa Wagner
Maartje van Lent
Ruben Sanderse
Stanislava Stoeva
CELLO
Michael Stirling
Anton Istomin
Eveline Kraayenhof
Winnyfred Beldman
Mirjam Bosma
Crit Coenegracht
Sebastiaan van Eck
Anneke Janssen
Ansfried Plat
Arjen Uittenbogaard
TROMPET
Hessel Buma
Hans van Loenen
Raymond Rook
Hans Verheij
CONTRABAS
Rien Wisse
Walter van Egeraat
Annika Hope
Edward Mebius
Jim Schultz
Sjeng Schupp
Stephan Wienjus
Marijn van Prooijen
PAUKEN
Bas Voorter
FLUIT
Barbara Deleu
Maike Grobbenhaar
PIANO / CELESTA
Stephan Kiefer
Reinier Houdt
Pauline Post
HOBO
Aisling Casey
Yvonne Wolters
KLARINET
Arjan Woudenberg
Esther Misbeek
Diede Brantjes
FAGOT
Hajime Konoe
Freek Sluijs
Birgit Strahl
Desirée van Vliet
SAXOFOON
Femke IJlstra
Niels Bijl
Lars Niederstrasser
TROMBONE
Herman Nass
Jaume Gavilan Agullo
Victor Belmonte Albert
Brandt Attema
SLAGWERK
Hans Zonderop
Mark Haeldermans
Vincent Cox
Esther Doornink
Gerda Tuinstra
ONDES MARTENOT
Fabienne Martin-Besnard
Groot Omroepkoor
Nationaal Kinderkoor
CHEF-DIRIGENT
Gijs Leenaars
Laura Akhmetchina
Madeleine Bartels
Emma Becker
Antonia Besselink
Gizella van Beveren
Femke Bruggeman
Sofie Cai
Lina Campanella
Xenia Dees
Floor van Dijk
Noor Eddes
Camí Engelbrecht
Diana van Faassen
Sophia Faltas
Sacha Gijsbers
Fenna Heijbroek
Jet van de Hoeve
Iris Holleman
Neeltje Kanneworff
Annefleur Kirpensteijn
Ada Korteknie
Anna Sofie Krämer
Marileen van Leeuwen
Rosa Ligtermoet
Leonie Meijer
Joelle Ocheng
Nimaro Ocheng
Levy Pletting
Dora Raykova
Hella de Ridder
Adriana Rio
Noëmi Schermann
Floor Smeets
Hille Steenhuis
Pien Stegeman
Karen Stok
Clara Vliet
Anna Vroegindeweij
Roos Wijker
Yente Wilms
VASTE GASTDIRIGENT
Michael Gläser
SOPRANEN
Annelie Brinkhof
Elma van den Dool
Daphne Druijf
Loes Groot Antink
Anitra Jellema
Margo van Laack
Simone Manders
Bauwien van de Meer
Tanja Obalski
Judith Petra
Margo Post
Maja Roodveldt
Annette de Rozario
Mijke Sekhuis
Sharon Snellenberg
(stagiaire)
Liesbeth Vanderhallen
Dorien Verheijden
Yuko Yagishita
TENOREN
Alan Belk
Kevin Doss
Boguslaw Fiksinski
Mattijs Hoogendijk
Gerben Houba
Peter-Paul Houtmortels
Marius Kwaks
Falco van Loon
Ioan Micu
Aart Mateboer
Matthew Minter
Matthew Smith
Henk Vels
John Vredeveldt
Deniz Yilmaz
ALTEN
Yvonne Benschop
Femke de Boer
Nicoline Bovens
Ans van Dam
Marjan van Eldik
Kazue Goto
Jose Kamminga
Anneke Leenman
Els Liebregt
Suzanne Meessen
Marga Melerna
Netty Otter-Visser
Anjolet Rotteveel
Lisinka de Vries
Harda van Wageningen
Anke Zuithoff
Pierrette de Zwaan
BASSEN
Gert-Jan Alders
Yonathan van den Brink
(stagiaire)
Mathias Dirks
Peter Duyster
Joep van Geffen
Geert van Hecke
Henk van Heijnsbergen
Pieter Hendriks
Palle Fuhr Jørgensen
Itamar Lapid
Gilad Nezer
Ludovic Provost
Menno van Slooten
Lars Terray
Allard Veldman (stagiair)
Hans de Vries
Nanco de Vries
19
KOMENDE CONCERTEN IN
20
SERIE RICHARD STRAUSS / AVRO KLASSIEK
SERIE MUZIKALE MEESTERWERKEN
7 februari 2014, 20.15 uur
inleiding Leo Samama 19.30 uur
14 februari 2014, 20.15 uur
inleiding Huib Ramaer 19.30 uur
Een zonnig hoornconcert
Ton Koopman 70 jaar
Radio Filharmonisch Orkest
Amsterdam Baroque Orchestra
o.l.v. Ton Koopman orgel
Alexander Vedernikov dirigent
Stefan Dohr hoorn
Szymanowski Concertouverture
Richard Strauss Hoornconcert nr. 1
Badings Symfonische proloog
Sjostakovitsj Symfonie nr. 6
Alexander Vedernikov
Tini Mathot orgel
Klaus Mertens bas
Verena Gropper sopraan
Ariel Hernandez tenor
J.S. Bach Orgelconcert BWV 1059R
(naar cantate BWV 35)
J.S. Bach Sinfonia uit cantate BWV 209
(‘Non sa che sia dolore’)
J.S. Bach ‘Schweigt stille, plaudert nicht’
Kaffeekantate BWV 211
C. Schaffrath Concert in a voor twee
orgels en orkest (Ton Koopman en Tini
Mathot, orgel)
J.C.F. Bach Sinfonia in Bes
colofon
PROGRAMMERING
RANDPROGRAMMERING AVROTROS RADIO4
REDACTIE PROGRAMMABOEK
Astrid in ’t Veld
Thea Derks en Victor Striker
Clemens Romijn
PRODUCTIE
EINDREDACTIE RADIO4 AVROTROS
EINDREDACTIE
Manon Tuynman en Sandra Eil
Tim Moen
Onno Schoonderwoerd
PUBLICITEIT & PRODUCTIE JONG TALENT
CASTING DIRECTOR
VORMGEVING
Anne Marie van Doorn
Mauricio Fernández
Dorine Verharen
ADMINISTRATIE EN FINANCIËN
ARTISTIEK LEIDER
DRUK
Anneke de Vries
Kees Vlaardingerbroek
Van der Weij BV Hilversum
PRESENTATIE RADIO 4
PROGRAMMATOELICHTING
OMSLAGILLUSTRATIE
Mark Brouwers, Ab Nieuwdorp
en Maartje Stokkers
Leo Samama
Gustav Klimt, schets voor een
fries in Palais Stoclet, Brussel,
1908-10.