SNA-Keurmerk Update mei | 2014

SNA-Keurmerk Update
Geachte lezer,
Met deze nieuwsbrief informeren wij u over
actualiteiten en ontwikkelingen rondom het
“Blij met strakke evaluatie van
minister Asscher”
SNA-keurmerk, het keurmerk voor alle
uitzendondernemingen en (onder)aannemers
van werk. Het keurmerk is gebaseerd op NEN
4400-1 en NEN 4400-2.
Ondernemingen met het SNA-keurmerk
worden beoordeeld op hun verplichtingen uit
arbeid, te weten:
• De identificatie van de onderneming;
• De aangifte en afdracht van verschuldigde
loonheffingen en omzetbelasting;
• Loonbetaling niet in strijd met de Wml;
• Het uitvoeren van identiteitscontrole en
controle op het gerechtigd zijn tot het
verrichten van arbeid in Nederland;
• Het voorkomen van risico’s op aansprake
lijkstelling en boetes voortvloeiend uit in-
en doorlenen of uitbesteden van werk.
Stichting Normering Arbeid (SNA)
Postbus 90154
5000 LG Tilburg
[email protected]
www.normeringarbeid.nl
www.twitter.com/snakeurmerk
mei | 2014
Medio mei stuurde minister Lodewijk
Asscher zijn evaluatie van de “zelfregulering”
van de uitzendsector naar de Tweede Kamer.
Een tussenbalans over hoe de branche met haar
partners zelf de verantwoordelijkheid nam voor
haar betrouwbaarheid. Een interview met een
eerste reactie van Hubert Bruls, voorzitter van de
stichting SNA. “Ik ben blij met deze brief. Minister
Asscher wil immers hetzelfde als wij: duidelijkheid voor wat iedereen in de zelfregulering doet,
en zichtbaar blijven werken aan concrete verbeteringen, zonder vrijblijvendheid”.
Een van de onderwerpen die de minister aan
snijdt is waar en hoe de verschillende verantwoordelijkheden liggen. Volgens Bruls herkent
de minister de kracht van het samenspel. “Als
SNA runnen en bewaken we ons keurmerk.
Met de eisen waar een zichzelf respecterende
onderneming aan wil voldoen. Maar zo’n keurmerk kan uiteraard alleen maar werken wanneer
iedere partij er omheen zijn eigen rol en verantwoordelijkheden goed invult. Zo zijn wij uiteraard
niet de handhaver; daar hebben we ook geen
enkele wettelijke bevoegdheid toe. Dat is een
rol van de overheid. Het is dan ook goed dat
de minister aangeeft daarin extra inzet te willen
tonen”. Dat is volgens de voorzitter essentieel.
“Voor de zogeheten sluitende aanpak is het
enerzijds belangrijk dat er een goede gegevensuitwisseling komt tussen onze inspecteurs en de
overheid. Zien wij iets verdachts, dan melden we
dat. Prima dus dat de minister die gegevensuitwisseling wil versterken. Maar anderzijds: als
die meldingen niet tot handhaving leiden, tja,
dan creëer je je eigen gaten in het systeem. Dus:
ieder zijn rol. Trouwens, wat voor systeem je
ook maakt: zonder handhaving wordt het niks.
Dat is indertijd bij het vergunningstelsel ook niet
goed gegaan”. Die duidelijke rol geldt voor meer
terreinen. Zo is er nogal eens discussie over het
minimumloon. “Discussie over hoe de normale
arbeidsduur moet worden bepaald, of hoe moet
worden omgegaan met inhoudingen op het loon
of hoe wat dan ook moet worden geïnterpreteerd, mag natuurlijk nooit op het bordje van een
inspecteur komen te liggen. Op dit soort punten
moet een inspecteur gewoon op een glashelder
getal kunnen toetsen, punt uit. Dat heldere getal
is een verantwoordelijkheid van sociale partners
en de wetgever. De Tweede Kamer heeft daar al
eerder toe opgeroepen in een motie. Mooi dat de
minister die behoefte aan duidelijkheid erkent!”.
<zie volgende pag.>
“Ik ben blij met deze brief.
Minister Asscher wil immers
hetzelfde als wij...”
1
SNA-keurmerk zorgt voor onderscheid
“Daarmee beschermt de
norm ook werknemersbelangen”
Eindoordeel
<vervolg pag. 1>
Een heel ander zwaartepunt in de brief is het
pakket aan verbetermaatregelen dat gedetailleerd wordt beschreven. “Dit pakket is
misschien wel het mooiste van de brief. Het
getuigt immers niet alleen van wat goed is
moet altijd beter kunnen, maar vooral ook van
het uitstekende contact dat bestaat tussen alle
partijen rondom de SNA-normen: het ministerie, de bonden, de werkgevers, allemaal.
Het is goed te zien dat minister Asscher en
zijn ambtenaren de maatregelen zoals we
die als SNA-partners zelf aangaven hebben
omarmd. Zo komen er negen belangrijke
CAO-elementen in de norm. Daarmee beschermt de norm meer en meer ook werknemersbelangen.”
Bruls verwelkomt de aankomende wetgeving
waarin malafide ondernemers buiten de markt
kunnen worden gehouden: “Wetgeving om
criminele en foute ondernemers als persoon
uit de markt te kunnen houden…. Geweldig!
Eindelijk een harde lijn op die paar honderd
criminelen die het beeld voor de hele uitzendsector steeds zo vervuilen….”. De SNAvoorzitter vervolgt: “De minister wil over een
jaar kijken hoe het allemaal uit heeft gepakt.
Een eindoordeel over de zelfregulering dus. Ik
zie dat met alle vertrouwen tegemoet. Temeer,
zeer belangrijk, dan óók onder gezamenlijke
verantwoordelijkheid van de minister en SNA
het werkelijke effect van de zelfregulering zal
zijn onderzocht. Ieder systeem, ook dit, wordt
afgerekend op haar resultaten. Een objectief
resultatenonderzoek is dus essentieel. Dan
hebben we het tenminste over feiten, en niet
over beeldvorming vanuit enkele incidenten.
Want SNA ontstond uiteindelijk vanuit een
heldere wens om met een keurmerk bonafide
partijen te onderscheiden in de markt. Een
keurmerk bovendien dat niet van bovenaf
werd opgelegd, maar wel breed wordt gedragen en waarmee honderdduizenden mensen
een bonafide en nette werkkring wordt
geboden!
2
pa
U d
Aanpak malafiditeit uitzendbranche door
versteviging publiek-private samenwerking
Op 10 september 2013 informeerde minister
Asscher de Tweede Kamer voor het laatst over
de voortgang van de aanpak van malafide
uitzendbureaus (AMU). Inmiddels zijn we ruim
twee jaar verder sinds de start van het programma AMU. In die twee jaar zijn er door de
publieke en private partners samen belangrijke
stappen gezet naar een gerichte aanpak van
de malafiditeit. De minister bevestigt dit in zijn
recente evaluatiebrief. De aanpak is alleen nog
niet sluitend, zo ziet ook SNA. Daarom hebben
de partners samen een pakket van maatregelen
opgesteld die de aanpak moet versterken. De
focus ligt daarbij op het versterken van de handhaving en de opsporing en het vergroten van de
transparantie van de uitzendbranche.
De zelfregulering kan, met wat voor een versterking dan ook, alleen maar werken wanneer iedere
partij, zowel publiek als privaat, zijn eigen rol en
verantwoordelijkheden goed invult. Het pakket
aan verbetermaatregelen straalt vertrouwen
uit, niet alleen door de opgenomen maatregelen, maar ook door het brede draagvlak dat er
bestaat om met daadkracht invulling te geven
aan de maatregelen. SNA gaat voortvarend
aan de slag met haar deel van de maatregelen,
zoals onder meer het verbreden van de norm
met cao-elementen. SNA verwelkomt daarnaast
de maatregelen die de overheid gaat nemen en
de extra inzet van de overheid om het keurmerk
te ondersteunen en de sluitende aanpak van de
malafiditeit te versterken.
Vanaf de start van het SNA-keurmerk is continu
gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit,
dan wel het beter borgen van de kwaliteit. In dit
kader is de norm veelvuldig aangepast en zijn
nadere regels in reglementen opgenomen. SNA
heeft samen met bij SNA betrokken partijen
haar deel van de maatregelen opgesteld (onder
begeleiding van Berenschot). Deze maatregelen, waar SNA er deels al een aantal van heeft
ingevoerd, zijn in te delen in vier categorieën:
Toezicht, de Norm, Kwaliteit en Overheid.
1. De maatregelen m.b.t. toezicht zijn er op gericht de onafhankelijkheid en de kwaliteit van de
inspecties, inspectie-instellingen en inspecteurs
te verbeteren en te borgen.
2. De norm vormt de basis van het keurmerk.
Belangrijk is dat de norm naar aanleiding van
veranderde wet- en regelgeving, maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen in de
markt actueel blijft en aansluit bij de beoogde
scope.
3. De kwaliteit van de inspecteurs bepaalt in
grote mate de kwaliteit van het keurmerk. Ook de
processen bij de inspectie-instellingen en bij SNA
zijn hierop van invloed.
4. Ondanks de maatregelen die SNA zelf neemt
en heeft genomen, heeft zij ook te maken met
knelpunten die ze niet zelf kan oplossen. Hiervoor is vooral ondersteuning van de overheid
nodig. Met name op het gebied van eenduidige
wet- en regelgeving en pubiek-private gegevensuitwisseling.
Voorbeelden van SNA maatregelen
1. Controle op cao-elementen: Op dit moment is de naleving van cao-bepalingen nog geen
onderdeel van het SNA-keurmerk. SNA acht de juiste naleving van de van toepassing zijnde cao
echter wel van belang. Per 1 juli 2014 worden negen essentiële cao-elementen aan het keurmerk
toegevoegd, o.a. aansluiting bij een pensioenfonds en reservering vakantiedagen.
2. Waarneming ter plaatse: SNA heeft geen wettelijke opsporing- en toezichtbevoegdheden.
Toch wil zij waarnemingen ter plaatse gaan uitvoeren als er een vermoeden is van een niet-zuivere
contracting constructie (geen aanneming van werk, maar ter beschikking stellen van arbeid) of in
specifieke gevallen van overtreding van wet- en regelgeving. De consequentie van weigering van
een waarneming is dat een melding wordt gedaan bij Inspectie SZW en Belastingdienst.
3. Onafhankelijkheid: Doordat SNA zich laat accepteren als schemabeheerder, valt SNA op dit
punt onder controle van de RvA, wat haar onafhankelijkheid vergroot. Daarnaast wordt ook de onafhankelijkheid van de inspectie-instellingen beter geborgd via onder meer een “Protocol onafhankelijkheid”.
ae
t
Voorkom risico’s, ga voor zekerheid
Vernieuwde wet- en regelgeving
versterkt SNA-keurmerk en blokkeert
de “draaideur-criminelen”
Samenwerking en transparatie
tegen uitbuiting
Nederland en Polen gaan nauwer samenwerken
om schijnconstructies en malafide werkgevers
aan te pakken en daarmee uitbuiting van
werknemers tegen te gaan. Minister Asscher en
de Poolse minister Kosiniak-Kamysz hebben
een verklaring ondertekend om de gegevensuitwisseling tussen de landen te verbeteren. In juli
2013 maakte de minister ook al afspraken met
Roemenië en Bulgarije om samen op te trekken
in de strijd tegen uitbuiting van werknemers uit
die landen in Nederland. Betere gegevensuitwisseling helpt de Inspectie SZW en de inspectie
in Polen malafide werkgevers die grensoverschrijdend opereren aan te pakken. SNA is
positief over deze samenwerking die er toe moet
leiden dat voor Nederlandse en buitenlandse
werknemers dezelfde arbeidsvoorwaarden
gelden voor gelijk werk. SNA bekijkt momenteel
hoe zij buitenlandse constructies een plek kan
geven binnen de norm. Een duidelijke verbetering dus voor zowel het publieke als private
toezicht op de uitzendbranche.
Blokkeer “draaideurcriminelen”
die steeds weer terug komen
In aanvulling hierop wil het kabinet met een
strengere aanpak van faillissementsfraude effectiever malafide bestuurders gaan bestrijden.
Door een wetsvoorstel van minister Opstelten
kan een rechter straks frauderende bestuurders
een bestuursverbod opleggen waardoor zij maximaal vijf jaar niet meer mogen besturen. Het
De kracht van
zelfregulering
kabinet wil verhinderen dat frauderende bestuurders hun activiteiten kunnen blijven voortzetten
door hun fraudeleuze activiteiten te verbloemen
onder een web van rechtspersonen of door
steeds nieuwe ondernemingen op te richten en
deze vervolgens failliet te laten gaan.
SNA is zeer verheugd met deze wetgeving die
voorkomt dat “draaideur-criminelen” met steeds
weer nieuwe bureautjes terugkeren op de markt.
Wordt n.a.v. de nieuwe wet een bestuursverbod
opgelegd, dan kan de betrokkene bij geen enkele rechtspersoon aanblijven als bestuurder.
Ook kan hij niet opnieuw als bestuurder of commissaris worden benoemd. Hiervoor komt een
register dat de Kamer van Koophandel in staat
stelt snel na te gaan of een persoon die een
onderneming wil oprichten of als bestuurder wil
worden ingeschreven een bestuursverbod heeft.
Is dat het geval, dan verleent de Kamer van
Koophandel geen medewerking bij de oprichting of inschrijving. Dit zal SNA enorm helpen bij
het filteren van de aanmeldingen op dit soort
bestuurders.
De kracht van zelfregulering is dat partijen
gemotiveerd zijn om eraan te blijven voldoen.
Omdat ze er zelf voor hebben gekozen en
er zorg voor dragen. Dat is een heel ander
mechanisme dan als een onderneming een
regel krijgt opgelegd.
De inzet van SNA en de sector is er op gericht
om misstanden in de sector aan te pakken
en te zorgen voor een gelijk speelveld zonder
concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Streven
is dan ook om de verbetermaatregelen snel
te implementeren. Een stevig en breed door
de sector gedragen (en betaald) keurmerk
en een goede publiek-private samenwerking, maakt dat bonafide ondernemingen zich
kunnen onderscheiden en dat missstanden
en malafiditeit adequaat kunnen worden
aangepakt. Zo’n “zelf-gedragen systeem”
werkt altijd beter dan een van buitenaf
opgelegd alternatief.
De zelfregulering in combinatie met een
goede publiek-private samenwerking heeft de
toekomst om misstanden en malafide praktijken te blijven tegengaan.
“De zelfregulering in combinatie met een goede
publiek-private samenwerking heeft de toekomst om
misstanden en malafide praktijken te blijven
tegengaan”.
3
7 9
2 3 5
Waarborgen
inspecties en
instellingen
Voor registratie in het Register van SNA
worden inspectiecertificaten geaccepteerd
van inspectie-instellingen die een erkenning
(accreditatie) hebben op basis van de eisen
in NEN-EN-ISO/IEC 17020 en voldoen aan
de onafhankelijkheidscriteria voor een type
A-keuringsinstelling (gedefinieerd in NEN-ENISO/IEC 17020).
De aan SNA verbonden instellingen voeren
samen jaarlijks ruim 7.300 inspecties uit.
De wijze waarop de inspecties door de
inspectie-instellingen worden uitgevoerd kent
veel waarborgen. Zo accepteert SNA alleen
inspectieresultaten van geaccrediteerde
inspectie-instellingen.
De Raad voor Accreditatie (RvA) ziet toe
op de onafhankelijkheid van de inspecties.
De RvA is een bij wet ingestelde accrediterende overheidsinstantie die er voor zorgt
dat belanghebbenden een gerechtvaardigd
vertrouwen kunnen hebben in alle onder haar
toezicht uitgegeven conformiteitsverklaringen
en beoordelingsrapporten.
Daarnaast hercontroleren de interne inspecteurs van SNA ook zelf de uitvoering en de
kwaliteit van de inspecties. Dat gebeurt zeker
wanneer een onderneming wenst over te
stappen naar een andere inspectie-instelling.
Uitgesloten moet worden dat wordt overgestapt om onder verbetereisen uit te komen die
de oude inspectie-instelling heeft opgelegd
wegens gebleken tekortkomingen. SNA volgt
dan precies wat er gebeurt. Opportunistisch
shopgedrag krijgt hierdoor geen kans.
Teneinde de objectiviteit van de inspecteurs
verder te borgen zijn verschillende maatregelen ontwikkeld. Zo mag een inspecteur nooit
meer dan twee achtereenvolgende volledige
inspecties uitvoeren bij dezelfde onderneming. Ook mogen inspecteurs in geen enkel
opzicht adviseren of begeleiden bij de
ondernemingen die zij inspecteren.
Gecertificeerde ondernemingen
De Stichting Normering Arbeid is begin 2007 van start gegaan met het Register Normering Arbeid,
het register van ondernemingen met het SNA-keurmerk. In de afgelopen zes jaar is het Register
gegroeid tot 3.691 ondernemingen eind december 2013. Dat is een groei van 19% ten opzichte van
dezelfde periode vorig jaar.
4.250
3.750
3.250
2.750
2.250
1.750
1.250
750
250
Doorgehaalde ondernemingen
In 2013 werd bij 530 ondernemingen het SNA-keurmerk doorgehaald. Dat zijn 37% meer doorhalingen dan in 2012.
600
500
400
300
200
100
0
doorhalingen
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
71
135 264 331 336 386 530
Uitgevoerde inspecties
In 2013 zijn 1.068 initiële inspecties uitgevoerd bij ondernemingen die het keurmerk wilde verkrijgen.
Daarnaast werden ruim 6.200 reguliere inspecties uitgevoerd bij ondernemingen die reeds in het
bezit waren van het keurmerk. Ondernemingen worden in de regel tweemaal per jaar geïnspecteerd.
Dat maakt dat er momenteel gemiddeld circa 600 inspecties per maand en ruim 7.300 inspecties per
jaar worden uitgevoerd.
650
600
550
500
450
400
350
300
250
gemiddeld
4
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
1.023 1.780 2.105 2.394 2.665 3.108 3.691
2009
341
2010
394
2011
450
2012
488
2013
609