Rijksoverheid presentatie

Bijeenkomst
Toelichting
Macrobudget Jeugd
December 2013
Welkom namens Ministerie VWS en V&J
2
Agenda van vandaag
•
Doel en opzet bijeenkomst
•
Budgetten transitie Jeugd in een notendop
•
Verschil macrobudget meicirculaire ‘13 en december ’13
•
Verdieping per onderdeel: Begrotingsgefinancierd, Zvw, AWBZ,
•
•
•
•
Wat gaat over naar de gemeente
Opbouw van het budget
Verschillen met meicirculaire
Verschillen met andere bronnen
•
Volgende stappen: Wat kun je met deze informatie?
•
Vragen en afsluiting
3
Doel en opzet
deze bijeenkomst
4
Doel van de bijeenkomst:
Duidelijkheid en handvatten voor vervolg
Doelen van vandaag
•
•
•
•
•
Inzicht geven in de opbouw van de budgetten
Betekenis van de cijfers verduidelijken
Eenheid in taal en definities versterken
Inzicht geven in mogelijk oorzaken van verschillen met andere bronnen
Vragen inventariseren en beantwoorden
Prangende vragen voordat we starten?
5
Opzet van de bijeenkomst
Op
hoofdlijnen
Inzoom per
onderdeel
Wat kan je
ermee?
6
Afsluiting en
vragen
Budgetten
transitie Jeugd
in een notendop
7
Minder versnippering, zorg om kind….
…..niet alles gaat over naar de Jeugdwet
8
Zvw, AWBZ en subsidies en uitkeringen naar
gemeenten per 1-1-2015
Begrotingsgefinancierde jeugdzorg
Deel van AWBZ
jeugdzorg
Zvw: jeugdGGZ
Provinciaal
gefinancierd
Zonder verblijf
Basis GGZ
Jeugd
reclassering
Met verblijf
SGGZ, zonder
verblijf
Jeugd
bescherming
SGGZ,
met verblijf
Geaccepteerde
aanmelding BJZ
Jeugd en
opvoedhulp
AMK
9
JeugdzorgPlus
Deze onderdelen zie je terug in de opbouw
van het macrobudget
Macrobudget Jeugd
(Bedragen x €1 mln)
337
850
185
Zvw
AWBZ
1180
Doeluitkering VWS
982
Doeluitkering VenJ
JZ-plus VWS
10
Stapsgewijs is meer zekerheid mogelijk
over macrobudget 2015
Mei 2013
Dec 2013
Mei 2014
1.
1’.
2.
Historisch en
indicatief:
Historisch en
indicatief:
Historisch en
definitief:
•Macrobudget ligt nog
niet vast (AR-rapport)
• Verdeling obv
voorlopige
realisatiecijfers 2010
en 2011
• Macrobudget ligt
(nagenoeg) vast
• Verdeling obv betere
cijfers 2010, 2011 en
2012
• Macrobudget 2015
ligt vast
• Verdeling obv
voorlopige
realisatiecijfers 2012
• Uitvoeringskosten
11
Mei 2015
3.
3’.
Voorspellend en
objectief
Voorspellend en
objectief
• Macrobudget 2016
ligt (nagenoeg) vast
• Verdeling obv
objectieve factoren
• Ingroeiperiode voor
de overgang
historisch/objectief
• Macrobudget 2016
ligt vast
• Verdeling obv
objectieve factoren
• Ingroeiperiode voor
de overgang
historisch/objectief
Verschil macrobudget
meicirculaire ‘13 en
december ‘13
12
Het macrobudget is gewijzigd in omvang
en qua toedeling naar gemeenten
Hoogte budget
•
Macrobudget gaat van € 3,3 mld (mei ‘13) naar € 3,5 mld (dec. ‘13). Door:
• Vermindering korting PGB-maatregel
• Ophoging budget voor de jeugd-GGZ
• Kleine correcties
Verdeling budget
•
•
•
Toepassing nieuw woonplaatsbeginsel (invloed op jeugdigen met voogdij)
Verbeterde cijfers over gebruik Jeugdzorgplus
Aanpassingen in berekeningen kosten jeugdbescherming en jeugdreclassering
(aansluiting bij huidige bekostiging)
13
Samenvattend
•
De huidige budgetupdate biedt de op het moment best mogelijke
benadering van het in de meicirculaire 2014 toe te kennen bedrag
•
De huidige budgetupdate biedt betere aansluiting bij nieuwe
regelgeving, historisch zorggebruik en groei
•
Er zijn nieuwe inzichten in de oorzaken voor de verschillen tussen
de verschillende gegevensbronnen
•
De huidige budgetupdate is daarmee een basis om de afspraken
met aanbieders af te maken en daarmee continuïteit van zorg te
realiseren
•
De huidige budgetupdate maakt afspraken mogelijk tussen regio’s
en instellingen omtrent continuïteit van zorg en infrastructuur
14
Verdieping per
onderdeel
Deel van AWBZ
jeugdzorg
Zvw : jeugdGGZ
Begrotingsgefinancierd:
Doeluitkeringen VWS en VenJ
Jeugdzorg-plus VWS
15
Verdieping
Begrotingsgefinancierd
16
Begroting: Alle jeugdzorg gaat over
naar gemeenten
•
•
Alle jeugdzorg tot 18 jaar gaat over naar gemeenten
Ook lopende indicaties tot 23 jaar gaan over naar de gemeenten
•
Al het budget (doeluitkering jeugdzorg VWS en VenJ en
instellingssubsidies JZ-plus VWS) gaan over naar gemeenten
17
Begroting: Opgenomen maatregelen
Begrotingsgefinancierd
Begrotingsgeld 2014
Bedrag in
miljoenen
euro’s
Toelichting
1752 Doeluitkering VWS 2012 (1.207),
Jeugdzorg plus (192,2),
Doeluitkering VenJ 2012 (337),
Aanpassing tbv 2014 (16,2)
Groei
0
Maatregelen
0
Taakstelling
Totaal
macrobudget 2015
-50 3 %
1702 97% van het begrotingsgeld
2014
18
Begroting:
Verschillen met meicirculaire 2013
Hoogte budget
Update budget december v.s. meicirculaire 2013: + € 12 miljoen
• Terugdraaien onterecht opgenomen taakstelling doeluitkering VenJ
Verdeling budget
•
•
•
•
•
Woonplaatsbeginsel kinderen onder voogdij: Niet langer adres van de
statutaire vestigingsplaats voogdij (BJZ), maar adres van jeugdige zelf
(pleeggezin/instelling) (m.n. JB en J&O hulp).
Aanvankelijk onderrapportage Jeugdzorgplus door BJZ in aantal regio’s.
Correctie leidt tot herverdeling jeugdigen en budget.
Verbeterde berekening aantal OTS korter of langer dan een jaar
Aanpassingen berekening jeugdreclassering op zorgdagen per maatregel
Verbeterde gegevens BJZ Amsterdam over aanmeldingen jeugdzorg
19
Begroting:
Verschillen cijfers met andere bronnen
Andere veelgebruikte bronnen
• Gegevens van de provincie en Bureau Jeugdzorg
• Eigen gegevensuitvraag
Door taakstelling is het macrobudget naar verwachting 3% lager dan het
budget van 2012
Oorzaak verschillen provincie
•
•
Sommige provincies investeren ook eigen gelden in jeugdzorg. Deze gelden
worden in 2015 niet overgeheveld naar de gemeente, wel vanaf 2016
overheveling van 90 mln uit Provinciefonds.
Woonplaatsbeginsel (vooral bij residentiële zorg)
Belangrijkste oorzaken verschillen eigen gegevensuitvraag
•
•
Woonplaatsbeginsel is niet goed toegepast (o.a. voogdij)
JeugdzorgPlus en buitenregionaal werkende instellingen zijn incompleet
meegenomen
20
Begroting:
Denkrichtingen voor gemeenten
Provincies
•
•
•
Gegevens op basis van de gelden die overgeheveld worden
Budgetten per instelling, kunnen gebruikt worden om gegevensuitvraag te
verifiëren
Betrokkenheid gemeenten bij Uitvoeringsprogramma en eventueel
afspraken over de inzet van provinciale middelen
Bureau Jeugdzorg
•
•
Kan op basis van de indicaties informatie verschaffen over het aantal
jeugdigen
Kan een lijst verzorgen van relevante JeugdzorgPlus instellingen in de regio
Instellingen
•
Woonplaatsbeginsel kan niet met terugwerkende kracht uit de
administratieve systemen gehaald worden, maar deze systemen kunnen
wel aangepast worden voor de toekomst
21
Verdieping
Zvw
22
Zvw: alle jeugd-GGZ gaat over
naar gemeenten
•
Alle jeugd-GGZ tot 18 jaar gaat over naar de jeugdwet.
• DBC’s zijn inclusief zorg aan ouders, kapitaallasten etc.
• Vergoeding aan eerstelijnspsychologen gaat over naar het macrobudget
jeugd
Per 31 december 2014 worden alle DBC’s door aanbieders gesloten,
gemeenten kunnen eventueel DBC opnieuw laten openen;
23
Zvw: opbouw budget zvw
ZVW
Bedrag in
miljoenen
euro’s
Toelichting
Schatting uitgaven
2012
798 Curatieve jeugd-GGZ tot 18 jaar
(632), Schatting vrijgevestigd 1elijn (20), Behandeling ouders
(150), Correctie (-4)
Groei
+80 BKZ-volume (40) en zorgakkoord
(40)
Maatregelen
0
Taakstelling
Totaal macrobudget
-28 3,5%
850 106% van de schatting
uitgaven 2012
24
Zvw: Verschillen met meicirculaire 2013
Hoogte budget
Update budget december v.s. meicirculaire 2013: + € 146 miljoen
• + € 150 miljoen behandeling van ouders van jeugdigen
• - € 4 miljoen te veel meegenomen budget uit het zorgakkoord (loopt in
2016 wel mee)
Verdeling budget
•
Geen wijzigingen
25
Zvw: Verschillen tussen bijstelling en
andere bronnen
Andere veelgebruikte bronnen
• Vektis
• Eigen gegevensuitvraag
Door opname groei en taakstelling is het macrobudget naar verwachting 6 %
hoger dan het budget van 2012
Oorzaak verschillen Vektis
•
•
•
2010 of 2011 ipv 2012
Vektis bevat ongeveer 85% van de schadelast 2011
Woonplaatsbeginsel (vooral bij residentiële/intramurale zorg)
Belangrijkste oorzaken verschillen eigen gegevensuitvraag
•
•
•
•
•
Foutief gehanteerde leeftijdsgrens (ook 18+ opgenomen)
Vrijgevestigden niet opgenomen
Overgangsbudgetten compensatie DBC-systematiek opgenomen
Kapitaalslasten zijn niet via de Normatieve Huisvestingscomponent maar
(gedeeltelijk) op basis van nacalculatie doorgegeven (NHC is correcte wijze)
Er is uitgegaan van maximale tarieven of productieafspraken
26
Zvw: Denkrichtingen voor gemeenten
Instellingsbudgetten
•
•
Afstemming met instellingen over wat er wel en niet overgeheveld wordt
naar de Jeugdwet
De Vektiscijfers zijn niet beschikbaar voor 2012 en ook 2011 is nog niet
volledig, maar kunnen wel gebruikt worden om het gesprek aan te gaan
Vrijgevestigden
•
Macroschatting: circa 10-11% van het ZVW-budget
Zorgverzekeraars
•
•
Kunnen kleuring geven bij de cijfers voor de regio en de manieren waarop
zij hier nu al op sturen
Hebben gedeeltelijke informatie over aandeel vrijgevestigden in de regio
27
Verdieping
AWBZ
28
Extramuraal: BG, Kort verblijf,
PV & Behandeling VG naar Jeugdwet
Extramuraal (0-18) wordt:
Grondslag
Somatische
aandoening
Lichamelijk
gehandicapt
Zintuiglijk
gehandicapt
Begeleiding
J
J
J
(Licht)
verstandelijk
gehandicapt
J
Psychiatrische
stoornis
J
IKZ en PTZ
Kortdurendverblijf
J
J
Persoonlijke verzorging
J
J
J
Jeugdwet
J
J
J
J
J
PV speciaal, IKZ en PTZ
Verpleging
Zvw
Zvw
nvt
nvt
nvt
Behandeling
Zvw
Zvw
Zvw
J
nvt
IKZ= intensieve kindzorg (medisch specialistische verpleging thuis na ziekenhuisopname)
PTZ= palliatieve terminale zorg
Groen = Jeugdwet (J) per 2015 (als functie resp. zorgzwaartepakket).
Rood = Zorgverzekeringswet (Zvw) per 2015.
Oranje = Wet langdurige zorg (Wlz).
29
ZG: V/A= Visueel resp. Auditief.
nvt = betreffende grondslag biedt geen toegang tot die functie.
Intramuraal: VG(ZZP 1-3), LVG en GGZ
naar Jeugdwet
Verpleging &
Verzorging
(V&V)
Intramuraal (0-18) wordt:
Lichamelijk
Zintuiglijk
gehandicapt
gehandicapt (ZG)
(LG)
zzp
1
zzp
1
naar
zzp
1 V/A
naar
2
3
2
3
Wlz
2 V/A
3 V/A
4
4
Wlz
5
6
7
Wlz
Wlz
Wlz
5
6
7
8
9
10
naar
Wlz
Wlz
Wlz
Wlz
Wlz
Wlz
Verstandelijk
gehandicapt
(VG)
zzp
naar
1
J
Licht
verstandelijk
gehandicapt
(VG)
zzp
naar
1
J
Geestelijke
gezondheidszo
rg (GGZ) (>
12 mnd.)
zzp
naar
1 b/c
J
Wlz
Wlz
2
3
J
J
2
3
J
J
2 b/c
3 b/c
J
J
4 V/A
Wlz
4
Wlz
4
J
4 b/c
J
5V
Wlz
5
6
7
8
Wlz
Wlz
Wlz
Wlz
5
J
5 b/c
6 b/c
7b
J
J
J
Groen = Jeugdwet (J) per 2015 (als functie resp. zorgzwaartepakket).
Rood = Zorgverzekeringswet (Zvw) per 2015.
nvt = betreffende grondslag biedt geen toegang tot die functie.
30
ZG: V/A= Visueel resp. Auditief.
GGZ: b/c= wonen met behandeling/wonen met bescherming.
Oranje = Wet langdurige zorg (Wlz).
Wit = extramuraliseren
Hoe is het budget opgebouwd
AWBZ
Schatting uitgaven 2012
Bedrag in
miljoenen
euro’s
Toelichting
1185 Zorg in natura (593),
PGB (610)
Correctie leeftijdsgrens (-18)
Correcties
0
Groei
+19
Maatregelen
-180 PGB (-70), AWBZ-korting (- 90),
vervoer (-20)
Taakstelling
Totaal macrobudget
-42 4%
982 82,9% van de uitgaven
31
Hoe is het budget opgebouwd
AWBZ
Beginstanden
Jeugd-GGZ VG en
AWBZ
LVG
BG/PV/KVB Totaal
86
244
855
Correcties
- PGB-maatregel
- korting BG/PV/KVB
- toeslag vervoer
Taakstelling
Groei
Totaal
bedragen * € mln
1.185
-70
-90
-70
-90
-20
-20
-3
-9
-30
-42
2
4
13
19
84
219
679
982
32
AWBZ: Verschillen met meicirculaire 2013
Hoogte budget
Update budget december v.s. meicirculaire 2013: + € 28 miljoen
• + € 35 miljoen minder stringente toepassing PGB maatregel.
• -/- € 7 mln andere toerekening generieke taakstelling (zie begroting)
Verdeling budget
• Geen wijzigingen
33
AWBZ: Verschillen cijfers met
andere bronnen I
Andere veelgebruikte bronnen
• Vektis
• Eigen gegevensuitvraag
Door opname groei, overige maatregelen en taakstelling zijn de budgetten op
macroniveau naar verwachting 18% lager. Dit percentage verschilt per
zorgvorm en kan dus per regio verschillen
Oorzaak verschillen Vektis
•
•
Woonplaatsbeginsel (vooral bij intramurale zorg zijn jeugdigen in de
Vektiscijfers veelal opgenomen in de gemeente waar de instelling staat)
Gegevens over PGB’s zijn van 2011
34
AWBZ: Verschillen cijfers met
andere bronnen II
Belangrijkste oorzaken verschillen eigen gegevensuitvraag:
•
•
•
•
•
Foutief gehanteerde leeftijdsgrens (Ook 18+ opgenomen)
Incorrecte afbakening van zorgvormen en grondslagen (zie overzicht)
PGB’s zijn niet meegenomen of juist dubbel geteld
Kapitaalslasten zijn niet via de Normatieve Huisvestingscomponent maar
(gedeeltelijk) op basis van nacalculatie doorgegeven (NHC is correcte
wijze)
Er is niet uitgegaan van de werkelijk gedraaide omzet, maar van maximale
tarieven of productieafspraken
35
AWBZ: denkrichtingen voor gemeenten
Inzicht in zorgvormen
•
Verifiëren afbakening gegevensuitvraag. Bij veel instellingen was
onduidelijkheid over wat er precies overgeheveld wordt naar de Jeugdwet
(zie schema in de bijlage voor verduidelijking)
Inzicht in bezuinigingen
voor een inschatting van het effect van de bezuinigingen is informatie op
detailniveau nodig
• Aandeel PGB’s
• Aandeel begeleiding/persoonlijke verzorging
• Aandeel vervoer
Inzicht PGB’s
•
Kosten PGB’s kunnen niet volledig uitgevraagd worden, maar wel uit de
Vektiscijfers van juli en oktober geschat worden
36
Volgende stappen:
Wat kun je met deze
informatie?
37
Continuïteit van zorg en infrastructuur
dichterbij brengen
De huidige budgetupdate maakt afspraken mogelijk tussen regio’s en
instellingen omtrent continuïteit van zorg en infrastructuur
Met verbeterde inschatting macrobudget en inzicht in verdeelmodel:
•
•
•
Sluit het bedrag voor regio’s (en gemeenten) meer aan bij nieuwe
regelgeving, historisch zorggebruik en groei
Zijn eerdere vragen grotendeels beantwoord en is onzekerheid
teruggebracht (niet weg).
Zijn oorzaken van verschillen grotendeels inzichtelijk
De huidige budgetupdate is op dit moment de best mogelijke
benadering van het in de meicirculaire 2014 toe te kennen budget.
38
Overblijvende onzekerheden
Er blijven echter ook een beperkt aantal onzekerheden:
• Zorgkosten per aanbieder en zorgsoort in AWBZ en Zvw domein
vaak nog minder compleet en actueel (Vektis)
• Het zorggebruik in 2012 dat basis is voor meicirculaire 2014 kent
verschuivingen:
 op macroniveau zijn de verschillen klein
 per regio kunnen de verschillen al groter zijn en
 per gemeente kunnen de verschillen hoog oplopen (vooral voor laag
frequente en dure diensten als JZ-Plus)
Naar verwachting kan het macrobedrag in de meicirculaire maximaal
2,5% hoger zijn dan de huidige budget update.
Hoewel er vragen blijven is er een grote basis om cijfers omtrent het
macrokader als uitgangspunt te gebruiken voor afspraken met
aanbieders
39
Maar hierop is wel te anticiperen: vrijheidsgraden,
verhoudingsgetallen en deelbudget
Hierop is wel te anticiperen:
•
Vrijheidsgraden
• Door een voorbehoud te maken voor de meest actuele inschatting van het
zorggebruik
•
Verhoudingsgetallen
• Met behulp van verhoudingsgetallen over aandeel zorgproducten en
aanbieders in andere databronnen (Vektis, Uitvraag bij instellingen, etc.)
•
Niet gehele budget
• Afspraken te maken met aanbieders voor een deel van het budget
(voldoende voor continuïteit met genoeg vrijheid voor gemeenten)
•
Risico-deling in de regio
• Door (op onderdelen) afspraken te maken op regionaal of bovenregionaal
niveau wordt de onzekerheid kleiner.
40
Tools
Meer informatie
•
De bijlage bevat een checklist die u kan helpen in de analyse en
aanscherping van uw regionale gegevensuitvraag en de vergelijking met de
budgetten uit de decemberupdate. De checklist bevat een overzicht van
veelvoorkomende onduidelijkheden of onjuistheden en kunt u samen met
de aanbieders in uw regio doorlopen.
•
Op www.voordejeugd.nl wordt een aparte FAQ bijgehouden over het
cijfermateriaal
41
Vragen en afsluiting
42
Zijn er nog vragen?
43
BIJLAGEN
Cijfers over de sector
45
Cijfers over de sector
Het SCP heeft een studie
uitgevoerd over het gebruik en
de kosten van jeugdzorg in het
verleden en een raming
gemaakt van de verwachte
groei (Groeit de jeugdzorg
door? Het beroep op de
voorzieningen: realisatie 20012011 en raming 2011-2017).
Cijfers en verklaringen voor
groei zijn afkomstig uit dit
rapport.
46
Cijfers over de sector
Gebruik
•
•
•
•
•
Ongeveer 7,5% van de Nederlandse kinderen heeft in 2010 een beroep op
de jeugdzorg gedaan. Dit betreft ca 262.500 kinderen
In totaal hebben zij in 2010 ca 398.000 keer een beroep op de jeugdzorg
gedaan
De totale kosten bedroegen ca 3,1 miljard
De jeugd GGZ betreft 48% van het gebruik, terwijl dit 22% van de totale
kosten betreft
Jeugdzorg Plus betreft 0,3% van het gebruik, maar heeft een aandeel van
6% in de totale kosten
47
Cijfers over de sector
•
Wat betreft de groei blijkt dat in 2001-2011 het beroep op bijna
alle jeugdzorgvoorzieningen aanzienlijk is toegenomen
48
Cijfers over de sector
•
•
•
•
•
•
Met name de jeugdhulp, de jeugd-GGZ en de jeugdreclassering
kennen een hoge gemiddelde jaarlijkse groei.
De gemiddelde jaarlijkse groei over de periode 2001-2011 vertoont
grote verschillen van jaar tot jaar.
De groei die zich in de periode 2001-2011 voordeed, kan niet worden
herleid tot een toename van het aantal jongeren dat tot de groep
behoort die een risico loopt om van jeugdzorg gebruik te maken.
Door de ontwikkeling van de onderzochte risicogroepen (o.a. jongeren
met een lage opleiding, opgroeiend in eenoudergezin of in een
huishouden met verslavingsproblemen) zou het beroep op de
jeugdzorg naar verwachting juist zijn afgenomen.
Achter de werkelijke ontwikkeling van het beroep op
jeugdzorgvoorzieningen in de periode 2001-2011 gaat een
ontwikkeling schuil die losstaat van de risicokenmerken die de kans op
een beroep op jeugdzorg verhogen.
49
Cijfers over de sector
Jeugd-GGZ
• Voor de jeugd-GGZ ligt de jaarlijkse groei tussen 2% en 15%.
• In 2007 steeg het beroep op de jeugd-GGZ met 27%. De overheid stelde
in dat jaar extra geld beschikbaar om de wachtlijsten weg te werken.
• Vanaf 2008-2010 is de jaarlijkse groei hoger dan ervoor. Mogelijk heeft de
overheveling van de GGZ naar de Zvw hierin een rol gespeeld. Een
verandering in de bekostigingsstructuur zou een prikkel tot productie
kunnen zijn. Dit is echter niet onderzocht
Jeugd-VB
• Gerapporteerde aantallen zijn indicaties en niet de daadwerkelijke vraag.
• Wijzigingen in de gegevensverzameling in de periode 2001-2011
veroorzaken waarschijnlijk het grillige patroon in de groei.
• Toename in 2001-2002 is waarschijnlijk het gevolg van de toename van
het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs en de mogelijkheid om
gebruik te maken van het ‘rugzakje’.
• Na 2008 valt de groei bijna stil.
50
Cijfers over de sector
Provinciale jeugdzorg
• Jeugdhulp is sterk gegroeid, vooral in 2004. Een mogelijke verklaring zou
de invoering van de Wet op de jeugdzorg op 1 januari 2005 kunnen zijn.
Hierin neemt Bureau Jeugdzorg een centrale plaats in en is daardoor
bekender geworden. Vooruitlopend hierop zou men al eerder bij Bureau
Jeugdzorg aangeklopt kunnen hebben.
• De grotere bekendheid van Bureau Jeugdzorg zou daarmee een
aanzuigende werking kunnen hebben gehad op het beroep op de
verschillende diensten die Bureau Jeugdzorg biedt.
• Vraag naar tijdelijk verblijf is over het algemeen afgenomen in de periode
2005 -2011 met uitzondering van 2008.
51
Cijfers over de sector
Provinciale jeugdzorg
• De vraag naar pleegzorg is vooral sinds 2001 sterk toegenomen, in
recentere jaren is de groei minder groot.
• Verloop van pleegzorg is grillig, jaren van daling worden doorgaans
opgevolgd door jaren van stijging.
• De uitschieters in het beroep op het 24-uurs verblijf in 2007 en 2008 zijn
waarschijnlijk het gevolg van extra geld van VWS om de lange
wachtlijsten in de provinciale jeugdzorg weg te werken. Dit lijkt vooral bij
de 24-uurs verblijf terecht gekomen te zijn.
• De groei in de jeugdbescherming is grillig, maar is toegenomen na 2006.
Een aantal incidenten in voorgaande jaren kan hiervoor een verklaring
zijn.
52
Cijfers over de sector
•
•
•
Jeugdreclassering heeft vooral in de periode tot 2005 een sterke
groei doorgemaakt. Een mogelijke verklaring is dat deze vorm van
zorg destijds relatief nieuw was. Na 2006 komt de groei niet meer
boven de 10% uit.
Jeugdzorg Plus: pas vanaf 2008, tot 2008 kwamen jongeren
terecht in de niet-strafrechtelijke voorzieningen van een JJI.
Het beroep op Jeugdzorg Plus is de gemiddelde bezetting van de
instellingen en niet de daadwerkelijke vraag. Inzicht in het aantal
zorgvrager is echter niet te verkrijgen.
53
Cijfers over de sector
•
Voor een volledig beeld kan de hoeveelheid gevraagde jeugdzorg is
het ook van belang de kostprijzen van de verschillende
voorzieningen mee te nemen. Dit resulteert in een gemiddelde
groei van 4,6% per jaar (gebaseerd op kostprijzen 2009).
54
Budgetberekening
jeugdzorg
55
Budgetberekening jeugdzorg
Waar zijn de indicatieve budgetstromen op gebaseerd?
Onderdeel
Basisgegevens mei / dec 2013
Basisgegevens mei 2014
Eerste lijn
Gedeclareerde zorg 2011 (Vektis)
Gedeclareerde zorg 2012 (Vektis)
Tweede lijn
Gebudgetteerde instellingen:
Gedeclareerde dbc's 2012 (Vektis)
ZVW
mei: aandeel jeugd in budgetten 2012
(Nza)
dec: gedeclareerde dbc's 2011 (Vektis)
met extrapolatie naar 2012
niet gebudgetteerde instellingen: dbc ‘s
2011 (Vektis)
Gedeclareerde dbc's 2012 (Vektis)
PGB's
Geregistreerde PGB's 2011 (Vektis)
Geregistreerde PGB's 2012 (Vektis)
Zorg in Natura
Totale productieafspraken over 2012 (Nza,
worden in 2011 gemaakt) -/- aandeel 18+
Totale productieafspraken over 2013
(Nza, worden in 2012 gemaakt) -/aandeel 18+
Doeluitkering VWS
Stand 2014 in begroting 2013
Stand 2014 in begroting 2013
Doeluitkering V en J
Stand 2014 in begroting 2013
Stand 2014 in begroting 2013
Rijk jeugdzorgplus
Stand 2014 in begroting 2013
Stand 2014 in begroting 2013
AWBZ
Begrotingsgefinancierd
56
Opbouw
macrobudget mei en
november 2013 en
verschilanalyse
57
Opbouw macrobudget meicirculaire 2013
nader uiteengezet
Macrobudget meicirculaire 2013 bestaat uit:
•
•
•
•
•
•
•
Begrotingsgelden voor 2014 van de ministeries van VWS en VenJ (op basis
van begroting 2013)
Productieafspraken 2012 voor de jeugdzorg AWBZ en jeugd-GGZ + een
volumegroei (2% in 2013 en 2,5% in 2014)
Korting van €120 mln over totale macro-budget (voor 2016 en 2017 hogere
korting)
Korting AWBZ-begeleiding en persoonlijke verzorging van € 90 mln
Korting PGB-maatregel van € 105 mln
Korting toeslag persoonlijk vervoer van € 20 mln
Toevoeging €40 mln in kader van zorgakkoord
Resultaat macro-budget van €3,3 mld
58
Opbouw macrobudget november 2013
nader uiteengezet
Macrobudget november 2013 ten opzichten van mei 2013:
•
•
•
Ophoging budget voor de jeugd-GGZ met €150 mln
Andere berekening volumegroei jeugd-GGZ: (2,5% in 2013,
2014, 1% 2015)
Korting PGB-maatregel van € 70 mln (in plaats van € 105 mln)
Resultaat macro-budget van €3,5 mld
59
1,5% in
Verschil mei en november ‘13 in verdeling
macrobudget naar gemeenten
Wijzigingen ten opzichte van meicirculaire 2013
• Het woonplaatsbeginsel is gewijzigd. Gemeente waar degene die gezag heeft
over kind is verantwoordelijk (ook residentieel)
• Betere aansluiting kinderen met een voogdijmaatregel bij woonplaatsbeginsel
• Betere berekening kosten jeugdbescherming en jeugdreclassering
• Budget Jeugdzorgplus op basis van aantal geplaatste jeugdigen 2012 in plaats
van door middel van indicaties.
60
Verwachte wijzigingen in opbouw
macrobudget meicirculaire 2014
Macrobudget meicirculaire 2014 verandert nog door:
•
•
•
•
Gerealiseerde uitgaven 2012 in plaats van productieafspraken
Aanpassing volumegroei verwachtingen
Toevoeging persoonlijke verzorging (behalve verpleegkundige handelingen)
Besluitvorming over het adolescentenstrafrecht en de vrijvallende
uitvoeringskosten
Verdeling naar gemeenten verandert door:
•
•
•
Gebruik van recentere informatie over zorggebruik
Gebruik verblijfcijfers bij AWBZ-zorg in plaats van indicaties
Toepassing woonplaatsbeginsel op de AWBZ en Zvw zorg
61
Historisch
verdeelmodel
62
Historisch verdeelmodel
Historisch verdeelmodel
•
•
•
•
Voor de onderdelen die overgaan naar de gemeenten zijn realisatiecijfers
over 2011 en 2012 gebruikt.
Op basis van deze gegevens zijn de aantallen cliënten en de zorgkosten per
cliënt bepaald per gemeente.
De sommatie van deze gegevens over de gemeenten geeft een beeld van
de werkelijke kosten.
De betrokken budgetten zijn vervolgens gebaseerd op deze werkelijke
kosten, maar zijn geijkt op de beschikbare macrobudgetten.
Meer informatie over de in deze berekening gebruikte kosten en bronnen is te
vinden in de documenten van het SCP:
• Verdeling historische middelen jeugdzorg 2011 (juni 2013)
• Bijstelling verdeling historische middelen jeugdzorg 2011 (december 2013)
63
Toekomstig objectief verdeelmodel
Toekomstig objectief verdeelmodel
•
•
•
Wordt ingezet om de beschikbare middelen vanaf 2016 objectief te
verdelen over de gemeenten. Dit wordt definitief in de meicirculaire van
2015.
SCP en Cebeon ontwikkelen dit model en hebben in mei 2014 een eerste
versie gereed op basis van gegevens uit 2011 en in het najaar 2014 op
basis van gegevens uit 2012.
Vanuit een verklaringsmodel van de vraag naar en de kosten van jeugdzorg
op gemeentelijk niveau wordt vervolgens een verdeelmodel ontwikkeld.
64
Toekomstig objectief verdeelmodel
Toekomstig objectief verdeelmodel
•
•
•
In dit model wordt informatie meegenomen op microniveau (kenmerken
van de jeugdigen en het gezin), op mesoniveau (wijken, gemeenten,
zorgregio’s en provincies) en macroniveau (landelijk).
Daarnaast worden ook beleids- en aanbodfactoren meegenomen in het
model.
Aanvullende informatie over de bepaling van risicokenmerken op
microniveau is te vinden in het rapport ‘Terecht in de jeugdzorg’ van het
SCP.
65
Woonplaatsbeginsel
66
Nieuwe definitie woonplaatsbeginsel in het
wetsvoorstel Jeugdwet
•
•
•
Het woonplaatsbeginsel welke gemeente verantwoordelijk is voor
het inzetten van jeugdhulp of de uitvoering van de maatregel
jeugdbescherming of jeugdreclassering.
Daarmee is het woonplaatsbeginsel cruciaal in het bepalen van de
bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheidsverdeling.
De omschrijving van het begrip «woonplaats» komt als volgt te
luiden:
1. De hoofdregel is dat de woonplaats van de gezagdrager (als bedoeld in
artikel 12 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek) geldt (=bijna altijd
de ouder, kan ook pleegoudervoogd zijn);
2. Ingeval de voogdij over de jeugdige berust bij een instelling als bedoeld
in artikel 302 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek: de plaats van het
werkelijke verblijf van de jeugdige;
3. Ingeval de woonplaats, bedoeld onder 1. en 2. onbekend is dan wel
buiten Nederland is: de plaats van het werkelijke verblijf van de
jeugdige op het moment van de hulpvraag.
67
Nieuwe woonplaatsbeginsel is toegepast in
de verdeling van jeugdzorgmiddelen
•
•
•
•
Bij de gegevens die betrekking hebben op verzekerde zorg (Zvw,
AWBZ) is uitgegaan van het adres dat is opgenomen in de
administratie van de zorgverzekeraar.
In hoeverre dit in alle gevallen correspondeert met het
woonplaatsbeginsel is op dit moment niet goed vast te stellen. Met
name bij zorg met verblijf wordt in de administratie van de
zorgverzekeraars overwegend het instellingsadres gebruikt.
Daarom is bij zorg met verblijf voor jeugdigen met een
beperking/handicap gebruik gemaakt van de indicatiegegevens
van het CIZ voor verstandelijk gehandicapten.
In mei 2014 zal het woonplaatsbeginsel voor Zvw en AWBZ beter
zijn toegepast
68
Nieuwe woonplaatsbeginsel is toegepast in
de verdeling van jeugdzorgmiddelen
•
•
•
•
Bij de provinciale jeugdzorg en JeugdzorgPlus is waar mogelijk
uitgegaan van het adres van de gezag dragende ouder(s) van het
kind. Bij de bepaling van het adres is uitgegaan van het woonadres
van de gezag dragende ouders van het betreffende kind op 1
januari 2011.
Vast staat dat niet in alle gevallen het adres van herkomst van de
ouders kon worden gebruikt. Dat betreft met name jeugdigen die
al langdurig in een instelling verblijven. Hoewel het in verhouding
om geringe aantallen gaat, betreft dit wel cliënten waarmee
relatief hoge kosten zijn gemoeid.
Bij de voogdij is uitgegaan van de woonplaats van de betrokken
jeugdige. Dit is doorgaans het adres van de pleegouder(s) en in
een enkele geval het adres van de instelling.
Bij de JeugdzorgPlus wordt uitgegaan van het adres van de ouders
(88%), maar bij een onbekend aantal voogdijkinderen in
JeugdzorgPlus is dit onjuist omdat eigenlijk het eigen adres had
moet worden genomen.
69
Nieuwe woonplaatsbeginsel is toegepast in
de verdeling van jeugdzorgmiddelen
•
•
Met name voor intramurale vormen van ondersteuning en zorg
voor jeugd is de vaststelling van de gemeente van herkomst van
belang. Dit uitgangspunt is met de op dit moment gebruikte
gegevens grotendeels, maar niet altijd, goed te reconstrueren.
Het doel is dat de verdeling van het macrobudget van mei 2014
volledig gebaseerd is op het nieuwe woonplaatsbeginsel.
70
Volledige checklist
budgetschatting obv
gegevensuitvraag
71
Checklist
Onderdelen
Ja/nee
Voor alle zorgvormen
Veranderd woonplaatsbeginsel is duidelijk en is correct geïmplementeerd (zie de definitie die in november
2013 is gepubliceerd op www.voordejeugd.nl)
Er is rekening gehouden met een budget voor Instellingen in het landelijk arrangement en deze budgetten zijn
niet dubbel geteld
Er is uitgegaan van de cijfers van 2012
Begrotingsgefinancierde zorg
Omzet is inclusief verlengde indicaties tot 23 jaar
JeugdzorgPlus en buitenregionaal werkende instellingen zijn opgenomen
Er is alleen omzet meegenomen die samenhangt met de doeluitkering van de provincie, geen additionele
provinciale gelden
72
Checklist vervolg
Onderdelen
Ja/nee
Verzekerde zorg
Alleen jeugdigen tot 18 jaar meegenomen
Bedragen exclusief eventuele overgangsbudgetten die nu bestaan ter compensatie van DBC-systematiek
Bedragen kapitaalslasten volledig op basis van Normatieve Huisvestings-component in de DBC’s (nacalculatie
overgangsregime niet meegenomen)
Er is rekening gehouden met onderhanden werk 2012 en de bedragen hiervoor zijn goed onderbouwd door de
instellingen
Bedragen inclusief zorg voor ouders bij behandeling kind
Bedragen residentiële zorg inclusief psychofarmaca
Er is uitgegaan van de werkelijk gedraaide omzet, niet van maximale tarieven of productieafspraken
Er is een bedrag gebudgetteerd voor vrijgevestigden die niet opgenomen zijn in de uitvraag
AWBZ-gefinancierde zorg
Alleen jeugdigen tot 18 jaar meegenomen
Correcte afbakening van zorgvormen en grondslagen (zie overzicht in bijlage)
Bedragen kapitaalslasten volledig op basis van Normatieve Huisvestings-component (nacalculatie
overgangsregime niet meegenomen)
Bedragen inclusief kosten voor vervoer
Er is uitgegaan van de werkelijk gedraaide omzet, niet van maximale tarieven of productieafspraken
Er is een bedrag gebudgetteerd voor PGB’s die niet opgenomen zijn in de uitvraag
73
Afbakening AWBZ
74
Afbakening AWBZ
Kinderen 0-18 jaar met een AWBZ-indicatie, indeling in nieuwe stelsels:
Extramuraal (0-18) wordt:
Intramuraal (0-18) wordt:
Grondslag
Somatis
che
aandoe
ning
Licham
elijk
gehandi
capt
Zintuiglijk
gehandica
pt
(Licht)
verstandelij
k
gehandicapt
Psychiatri
sche
stoornis
Verpleging &
Verzorging (V&V)
Lichamelijk gehandicapt
(LG)
Zintuiglijk gehandicapt
(ZG)
Verstandelijk
gehandicapt (VG)
Licht verstandelijk
gehandicapt (VG)
Geestelijke
gezondheidszorg
(GGZ) (> 12
mnd.)
Begeleiding
J
J
J
J
J
zzp
zzp
zzp
zzp
naar
zzp
naar
zzp
naar
1
J
1
J
1 b/c
J
naar
naar
naar
IKZ en PTZ
Kortdurendverbl
ijf
J
J
J
J
J
1
1
Persoonlijke
verzorging
J
J
J
J
J
2
2
Verpleging
Zvw
Zvw
nvt
nvt
nvt
3
3
Behandeling
Zvw
Zvw
Zvw
J
nvt
4
4
1 V/A
Wlz
2 V/A
Wlz
2
J
2
J
2 b/c
J
3 V/A
Wlz
3
J
3
J
3 b/c
J
Wlz
4 V/A
Wlz
4
Wlz
4
J
4 b/c
J
5V
Wlz
5
Wlz
5
J
5 b/c
J
PV speciaal, IKZ en PTZ
5
Wlz
5
Wlz
6
Wlz
6
Wlz
6
Wlz
6 b/c
J
7
Wlz
7
Wlz
7
Wlz
7b
J
8
Wlz
8
Wlz
9
Wlz
10
Wlz
IKZ= intensieve kindzorg (medisch specialistische verpleging thuis na ziekenhuisopname)
PTZ= palliatieve terminale zorg
Groen = Jeugdwet (J) per 2015 (als functie resp. zorgzwaartepakket).
Rood = Zorgverzekeringswet (Zvw) per 2015.
nvt = betreffende grondslag biedt geen toegang tot die functie.
75
ZG: V/A= Visueel resp. Auditief.
GGZ: b/c= wonen met behandeling/wonen met bescherming.
Oranje = Wet langdurige zorg (Wlz).
Wit = extramuraliseren
Verschillen tussen
de regio’s
76
Verschillen tussen en binnen regio’s
Tussen en binnen regio’s kunnen bezuinigingen verschillend
uitpakken. De oorzaak ligt in de verschillen in de mix van
zorgvormen. Naast natuurlijke verschillen, kan dit ook culturele
oorzaken hebben, o.a.:
•
•
Jeugd- en opvoedhulp en GGZ zijn op onderdelen communicerende vaten.
Een voorkeur voor één van beide kan bijvoorbeeld samenhangen met
stedelijkheid, sociaaleconomische factoren of de meest gebruikelijke
toegang (rol van de huisarts).
Met name in plattelandsgebieden wordt vaak relatief veel gebruik gemaakt
van PGB’s en minder van zorg in natura.
Bij de budgetverdeling op historische gronden wordt rekening
gehouden met deze verschillen. In het licht van het toekomstige
objectieve verdeelmodel zijn deze verschillen een belangrijk
aandachtspunt voor gemeenten.
77