Crimineel heeft weer iets te verliezen

10
centraal
WOENSDAG 19 MAART 2014
Oud-topvechters Kamal
Chabrani en Nordin
Bensellam proberen wat
niemand anders lukt: de
moeilijkste categorie
jonge criminelen uit de
misdaad halen voordat
die zich weer laten
werven voor zware
misdrijven.
tekst PAUL VUGTS foto RINK HOF
Z
Nordin Bensellam (achteraan) en Kamal Chabrani (rechts) met een deelnemer van het project.
e hebben wat de
meeste
andere
hulpverleners
moeten missen: enig aanzien op
straat. Ook, of juist, van de groep die
ze uit de criminaliteit willen trekken:
jonge mannen die zich zonder lang
nadenken door zware criminelen laten inzetten voor de rotklussen, als ze
maar geld en status worden beloofd.
De jongens, zwakbegaafd veelal, die
eenvoudig zijn te porren om drugs te
koerieren, rivalen te volgen, op de uitkijk te staan of een geweldsklus op te
knappen. Jongens van het kaliber van
de verdachten van de liquidaties in
de Staatsliedenbuurt eind 2012 of de
daarmee verwante moorden.
Het zijn de jongens bij wie alle eerdere pogingen hebben gefaald en die
zich door geen hulpverlener nog wat
laten vertellen. Dan lukt het de gewezen topvechters Nordin Bensellam en
Kamal Chabrani soms alsnog, vooral
omdat die wél de mores van de straat
ademen en tot ze doordringen.
Chabrani werd driemaal Europees
kampioen kickboksen, eenmaal
kampioen van de Benelux en eenmaal wereldkampioen. Hij vocht
naast een loopbaan als sportinstructeur en trainer van jongeren met (ge-
drags)stoornissen, vooral in het Jongeren Opvang Centrum (JOC): de Amsterdamse jeugdinrichting waar veel
jongens zitten met jeugd-tbs.
Bensellam was in 2005 Nederlands
kampioen freefight. Hij is een jongere
broer van Saïd Bensellam, die het van
portier schopte tot succesvol jongerenwerker en in een verkiezing van
deze krant werd uitgeroepen tot Amsterdammer van het Jaar 2006. De
Bensellams groeiden op in de straatcultuur van Bos en Lommer. Met de
mannen die de verkeerde afslag namen en nu vastzitten voor misdrijven
zoals overvallen en liquidaties.
Bensellam kende Chabrani uit de
vechtsportwereld en liet zich ook opleiden in het JOC. Hij zag hoe in Amsterdam-West vele gezinnen om hulp
‘Ze wanen zich
Tony Montana.
Dat zijn ze niet,
leren we ze’
verlegen zaten omdat licht verstandelijk beperkte zoons nergens meer
terechtkonden, vooral omdat ze hun
agressie niet beheersen.
C
habrani en Bensellam begonnen in 2009 Multi Plus Zorg
(MPZ): eerst met dagbesteding,
maar al snel met 24 uursopvang. Ze
helpen velerlei jongeren met ernstige
gedragsproblemen en psychische
stoornissen, onder wie de criminelen
op wie we ons hier richten. Inmiddels
beheren ze in Amsterdam-West tientallen sloopwoningen waar ze jongeren onderbrengen en laten ze die
klussen of in de groenvoorziening
werken. Een begeleiderswoning is 24
uur per dag bemand, op een kantoor
kunnen de jongens met post terecht,
zodat de administratie niet weer in de
soep loopt. De muren zijn bont beschilderd: het mag niet op een verhoorkamer lijken.
In het Gooi heeft MPZ een eigen
buurtsuper en een drogisterij – want
de jongeren maken geen kans op een
stageplek. Het bedrijf werkt samen
met garagist Ali Kadraoui, bij wie de
jongens auto’s poetsen of zich laten
opleiden tot monteur. Vlakbij komt
een eigen garage. Om te oefenen.
Sommige jongens worden in het buitenland ondergebracht zodra ze uit
de cel komen om te voorkomen dat ze
meteen door hun oude milieu worden
ingepalmd. Dan gaan ze voor maanden of langer met een begeleider naar
Marokko, Spanje, Tsjechië, Polen of
Thailand, om helemaal los te komen
uit hun oude leefstijl en uiteindelijk
een nieuw leven op te bouwen ver
buiten hun oude stad.
“Die jongens komen met hun vuilniszak met spullen buiten,” zegt Bensellam. “Wij houden ze weg uit hun
oude omgeving, zodat ze de kans krijgen weerbaar te worden. Of wij zeggen hun oude opdrachtgevers dat die
jongens nu bij ons zijn. Omdat ze weten dat wij niet aan die jongens verdienen, leggen ze zich daarbij neer.”
Momenteel heeft Multi Plus Zorg 43
cliënten, van (ex-)criminelen tot jongeren met enkel zware stoornissen,
op 28 begeleiders. 85 procent is verstandelijk beperkt.
Bensellam heeft niet de illusie ze allemaal uit de misdaad te houden.
“Als we het écht goed doen, lukt dat
bij zes van de tien jongens, maar misschien moeten we blij zijn met twee
van de tien. Ruim de helft laat zich
voor alles inhuren omdat ze denken