OPWA - NCOB

Het gebruik van dit document is
exclusief voorbehouden
aan deelnemers aan het "Centraal
Gegevens Bestand"
van de Centrale Organisatie NCOB b.v.
(zie deelnemerslijst op onze website)
Misbruik door derden kan (financiële)
consequenties tot gevolg hebben
Omschrijving productgroep
warm asfalt
Voor zowel V- als N-bouwstoffen
op basis van
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN
voor het
NL BSB® productcertificaat
voor
BITUMINEUS GEBONDEN MENGSELS (BRL 9320)
Techniekgebied BsB
Versie: 03 november 2014
(Deze versie vervangt de versie van 01 november 2013)
Omschrijving productgroep warm asfalt op basis van BRL 9320
NCOB b.v., 03 november 2014
Inleiding
NCOB heeft op basis van de tot nu toe onderzochte asfaltmengsels (vanaf 2000 tot
heden) een gegevensbestand opgesteld. Dit bestand is gebaseerd op de
milieuhygiënische analyses enerzijds en de bijbehorende mengselsamenstelling en
samenstellende bouwstoffen anderzijds.
Dit bestand (wat dynamisch is en constant wordt aangepast) levert informatie op over
de hoeveelheid waarin bepaalde samenstellende bouwstoffen (of groepen van
samenstellende bouwstoffen) kunnen worden toegepast. Op basis van de vergaarde
informatie kan, op basis van een mengselsamenstelling, een uitspraak worden gedaan
of deze samenstelling onder NL BSB® geproduceerd kan worden of niet.
Methode
Bij de bepaling van de grenzen is ten eerste gekeken naar de samenstellende
bouwstoffen die ooit in een onderzoek in het kader van het Bouwstoffenbesluit / Besluit
bodemkwaliteit hebben gezeten. Op basis de mengselsamenstelling is bepaald in welke
hoeveelheid de betreffende samenstellende bouwstof veilig toegepast kan worden.
Daarna is op basis van die vergaarde informatie, alsook informatie over de
samenstellende bouwstof zelf (bijv. via de leverancier) beoordeeld of overige
samenstellende bouwstoffen (met een gelijkende samenstelling) ook opgenomen
konden worden. Dit is de tweede ‘lichtgrijze’ categorie geworden.
Als laatst zijn, voor zover bekend, samenstellende bouwstoffen opgesomd waarvan
bekend is dat deze worden (of ooit zijn) toegepast, maar waarvan echter onvoldoende
gegevens beschikbaar zijn om deze op te nemen. Deze hebben derhalve de
bandbreedte nul. Indien een producent een samenstellende bouwstof uit deze categorie
wenst toe te passen, dan dient dit gemeld te worden en dan dient er een
milieuhygiënisch onderzoek uitgevoerd te worden op een asfaltmengsel waarin deze
samenstellende bouwstof voorkomt.
Deze productgroepbeschrijving is een beknopte weergave van het "Centraal Gegevens
Bestand" (CGB) ten behoeve van producenten. Bij NCOB is het totale
gegevensbestand aanwezig. Hierin zijn alle bekende samenstellende bouwstoffen
opgenomen met bekende gedoseerde hoeveelheden op basis van geanalyseerde
asfaltmonsters.
Deze ‘verkorte’ onderbouwing dient voor de producenten voldoende informatie te geven
om te controleren of hun bitumineus gebonden mengsels aan de criteria voldoen.
Pagina 2 van 13
Omschrijving productgroep warm asfalt op basis van BRL 9320
NCOB b.v., 03 november 2014
Afbakening
De afbakening van de productgroep vindt plaats op drie vlakken: allereerst de
bepalingsmethode van het laboratoriumonderzoek, die van de productiemethode
en die van de samenstellende bouwstoffen. Eerst wordt het onderscheid in
laboratoriumonderzoek verklaard, dan wordt de afbakening van de productiemethode
beschreven. Daarna wordt per samenstellende bouwstof een range aangegeven
waarbinnen geproduceerd kan worden.
Laboratoriumonderzoek
Met de invoering van het Besluit bodemkwaliteit per 01-07-2008 voor bouwstoffen is er
een einde gekomen aan de mogelijkheid om gegevens van zowel vormgegeven (Vbouwstof) als niet-vormgegeven (N-bouwstof) bouwstoffen gezamenlijk te beoordelen.
Dit is ook als zodanig beschreven in BRL 9320, § 8.4. Het gevolg hiervan is dat er vanaf
dat moment met 2 (verschillende) productgroepomschrijvingen gewerkt dient te worden.
De ene productgroepomschrijving is specifiek voor vormgegeven bouwstoffen, de
andere voor niet-vormgegeven bouwstoffen (o.a. ZOAB). Dit heeft te maken met het feit
dat het niet wenselijk is beide soorten samenstellende bouwstoffen op één en dezelfde
wijze te onderzoeken. Immers, in het verleden is meermaals gebleken dat onderzoek
middels de kolomproefmethode dikwijls een overschatting liet zien van de uitloging,
waardoor een hogere keuringsfrequentie noodzakelijk was.
Om deze reden is destijds besloten voortaan de uitloging middels de betrouwbaardere
diffusieproef te bepalen. N-bouwstoffen (bv ZOAB) kunnen echter niet met de
diffusieproef geanalyseerd worden. De BRL schept echter wel de mogelijkheid om Nbouwstoffen alsnog met een kolomproef te onderzoeken. Dit heeft vooral nut als
verwacht wordt dat nieuwe samenstellende bouwstoffen niet zullen uitlogen.
Het maximaal toegepaste percentage van de te gebruiken bouwstof staat dan ook
over 2 kolommen verspreid en met ‘% IN’ aangegeven.
Productiemethode
Naast een afbakening van de productgroep op basis van de laboratoriummethodiek en
samenstellende bouwstoffen, is er een afbakening te maken voor wat betreft de
productiemethode.
a) Productietechniek: Asfaltmenginstallatie
De bitumineus gebonden mengsels die door deze productgroep worden afgebakend,
worden geproduceerd in een inrichting, als bedoeld in Bijlage I van het hoofdstuk
‘Asfaltverhardingen’ uit de Standaard RAW.
Pagina 3 van 13
Omschrijving productgroep warm asfalt op basis van BRL 9320
NCOB b.v., 03 november 2014
b) Uitzonderingen
Op basis van de tot nu toe bekende milieuhygiënische analyses, worden de volgende
twee producenten (met afwijkende productiemethode als bedoeld bij a)) van bitumineus
gebonden mengsels, ook in deze productgroep betrokken:
 Versluys & Zn. te Bodegraven, met een stationaire menginstallatie voor (koude)
bereiding van EmulsieAsfalt;
 KWS Infra bv, met een mobiele ‘opmenger’ voor het vervaardigen van
waterbouwasfalt en gietasfalt, waarbij het halfproduct afkomstig is van een bij a)
bedoelde inrichting.
c) Uitsluitingen
Overige productietechnieken zoals zelfrijdende, mobiele menginstallaties (EAB), vallen
hier niet onder.
d) Algemene bereidingswijze
Het minerale aggregaat wordt gemengd met het bitumineuze bindmiddel, de vulstof, het
eigen stof en de eventuele toeslagstoffen, zodanig dat een homogene menging en
omhulling wordt verkregen. Hiertoe wordt de viscositeit van het bindmiddel verlaagd
door verwarmen, emulgeren of schuimen. “Warm bereid koud-asfalt (m.b.v. schuim- of
vloeibitumen) is eveneens mogelijk (bereidingstemperatuur rond de 99 graden Celsius).
Samenstellende bouwstoffen
Opzet
De opgenomen tabellen met samenstellende bouwstoffen zijn,
onderverdeeld in 1, 2 of 3 tabellen met elk een aparte achtergrondtint.
waar
nodig,
De ‘witte’ tabellen betreffen bouwstoffen die daadwerkelijk in een onderzoek hebben
gezeten en waar er bij de NCOB derhalve meetwaarden van aanwezig zijn.
De ‘lichtgrijze’ tabellen betreffen bouwstoffen die zelf niet in een onderzoek hebben
gezeten, maar die ‘afgeleid’ zijn van bouwstoffen die wel in onderzoek hebben gezeten
en een gelijkende samenstelling hebben, of op een andere manier is aangetoond dat
deze opgenomen kunnen worden.
De ‘donkergrijze’ tabellen betreffen (bekende) bouwstoffen welke expliciet niet in een
onderzoek hebben gezeten en welke ook op een andere manier niet aantoonbaar onder
NL BSB® geproduceerd kunnen worden. Derhalve is de bandbreedte voor de
samenstellende bouwstoffen nul.
Bitumineus bindmiddel
Bitumineuze bindmiddelen kunnen onderverdeeld worden in ‘conventionele bitumen’,
‘SBS-gemodificeerd’, ‘EVA-gemodificeerd’, ‘Gekraakt’, ‘SBS- & EVA-gemodificeerd’ en
synthetische bitumen (kunsthars).
Pagina 4 van 13
Omschrijving productgroep warm asfalt op basis van BRL 9320
NCOB b.v., 03 november 2014
Minerale bouwstoffen
De minerale bouwstoffen kunnen onderverdeeld worden in:
 Grind
 Steenslag
 Zand
 Vervangende producten (zoals fosforslakken)
Veel van deze samenstellende bouwstoffen (kunnen) worden geleverd onder bv NLBsb®-certificaat (steenslag in ongebonden toepassingen, BRL 9324). Indien dit het
geval is, mag de samenstellende bouwstof onbeperkt (tot 99%) worden toegepast. Alle
tot op heden genoemde steenslag- en grindsoorten zijn van natuurlijke afkomst. De
afkomst verschilt per wingebied. Op basis van de tot nu toe beschikbare informatie, is er
geen wingebied dat redelijkerwijs als risicovol zou kunnen worden bestempeld.
Vulstoffen
De vulstoffen kunnen onderverdeeld worden in zeer zwak, zwak, middel en
gehydroxeerd middel. Voor de afbakening van de milieuhygiënische kwaliteit, is dit
echter niet van belang. Daarnaast is het mogelijk een deel van de vulstof te ‘vervangen’
door ‘eigen stof’.
Alle, in asfalt te gebruiken vulstoffen mogen alleen geleverd worden indien de
levering voorzien is van en KOMO-productcertificaat conform BRL 9041.
Toeslagstoffen
Toeslagstoffen worden in het kader van deze productgroep onderverdeeld in:
 Toevoegingen, zoals vezels, afdruipremmers, etc.
 Kleurstoffen
De afbakening van de productgroep wordt navolgend per samenstellende bouwstof
weergegeven door middel van bandbreedtes. Voor alle bouwstoffen geldt als
ondergrens 0%, uitgezonderd bitumen, omdat er anders geen sprake zou zijn van
een bitumineus gebonden mengsel én er geen inkapseling plaatsvindt van eventueel
uitlogende samenstellende bouwstoffen.
Met uitzondering van het hoofdstuk bitumen, is in de overige hoofdstukken geen
ondergrens apart vermeld, deze is dan altijd 0%).
De bovengrenzen zijn bepaald op basis van toegepaste hoeveelheden in de reeds
onderzochte mengsels en literatuuronderzoek. Daarnaast is nu de mogelijkheid om
samenstellende bouwstoffen toe te voegen op basis van 'overige bewijsmiddelen' die
zijn afgebakend in de notitie 'Onderbouwing afwijkende grenzen Productgroep Warm
Asfalt'.
De notitie 'Onderbouwing maximaal toepasbaar' is toegepast om de percentages, waar
toegestaan, af te ronden naar boven om een zo ruim mogelijke tolerantie te verkrijgen.
Een bitumineus gebonden mengsel voldoet aan deze productgroep als de hoeveelheid
bouwstof binnen de hierin aangegeven grenzen vallen én de productietechniek
overeenkomt met hetgeen hiervoor beschreven.
Pagina 5 van 13
Omschrijving productgroep warm asfalt op basis van BRL 9320
NCOB b.v., 03 november 2014
Bindmiddel (bitumen)
(Vet en schuin zijn de wijzigingen t.o.v. de vorige versie!)
Soort
(benaming)
Minimaal
toe te passen
Maximaal toepasbaar (% IN)
N-bouwstoffen
V-bouwstoffen
PEN Bitumen (straight run, alle soorten)
DuBoBit
Eshalite CF (koudasfalt mengemulsie)
ExxonMobil Flexxipave 316 (vh X-DA)
ExxonMobil Multigrade
Liesen Polybitum ® 65A
Liesen Polyflex 106
Liesen Polyflex 106 Extra
RESB 1
Sealoflex SFB 3-xx
Sealoflex SFB 5-xx
Shell Cariphalte (alle soorten)
Shell Mexphalte C (alle soorten)
Topflex TFB -2
VBK (Vloeibitumen voor koudasfalt)
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
25,0
10,0
0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
6,0
25,0
10,0
8,5
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
6,0
Bitucolor
Bituflex K
BP Olexobit
BP Structopave
Esha Periphalt (alle soorten)
Esha ECO-Periphalt Colourless
Esha ECO-Periphalt (overige soorten)
Exxon Multipave (vh Multigrade 20/30)
ExxonMobil Flexxipave 216 (vh 106)
ExxonMobil Polybilt 106
Kromatis
Liesen Polybitum ® 45A
Modiseal F1, FP, FX, FM
Modulotal 10/20 - 15/25
Multiflex
Nynas EME / Multigrade
Nynas Nypol (25, 45, 65, 50/99, 85/135)
Nynas Nypol HR / PA
Q8 Qualityfalt 25/55-55
Rubberbitumen (S)
RESB 2
Sealoflex Bright / Color
Sealoflex SFB 4-100
Sealoflex SFB 8-xx
SFB 45A
Shell Mexphalte HS 60 (voorheen Evaphalte ES)
Shell Multiphalte
Styrelf (alle soorten)
Verbit-M
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1.0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10.0
10,0
10,0
6,5
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10.0
10,0
10,0
6,5
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
Toelichting grenzen:
Bij bitumen wordt nog maar één ondergrens onderscheiden: totaal oud (PR) + (eventueel) nieuw toe te voegen bitumen. De
hierboven genoemde ondergrens de ondergrens voor het TOTAAL aan bitumen, dus ook bij gebruik van regeneratie.
Omdat een mengsel pas een bitumineus gebonden mengsel mag heten indien er minimaal 1% bitumen aan is toegevoegd,
zijn de maximale percentages “IN” van oa mineraal aggregaat gewijzigd van 100% naar 99%.
Pagina 6 van 13
Omschrijving productgroep warm asfalt op basis van BRL 9320
NCOB b.v., 03 november 2014
Granulaat en slakken
(Vet en schuin zijn de wijzigingen t.o.v. de vorige versie!)
Voor asfaltgranulaat geldt: het dient als oorsprong een asfaltmengsel voor een verharding te betreffen. Dit kan zowel
afkomstig zijn uit een eerder aangebrachte verharding, als een niet milieuhygiënisch verontreinigd mismengsel dat
direct na productie als recycling wordt bestempeld. Ook retourvrachten behoren hiertoe. Het heeft in dit laatste geval
dus niet werkelijk als verharding gediend, maar werd wel met dit doel geproduceerd.
Bii de slakken worden twee soorten onderscheiden: staalslakken en fosforslakken. Binnen de fosforslakken zijn
diverse namen bekend (bijv. FF-slak, Fosforslak, FS-Steenslak, etc.). De samenstelling van deze slakken zullen
echter slechts in detail verschillen. Derhalve is alleen onderscheid gemaakt in de soort slak.
Soort
(benaming)
Samenstelling
Maximaal toepasbaar (% IN)
N-bouwstoffen
V-bouwstoffen
PR/frees etc.
Secundair bitumengranulaat
Secundair bitumengranulaat
Secundair bitumengranulaat
Asfaltgranulaat
GRM-50 (Recycle-dakleer)
GSM-30 (Productieafval-dakleer)
GTM-40 (Combinatie GRM 50 en GSM 30)
70
2,5
2,5
2,5
70*
2,5
2,5
2,5
Bitumenvervanger (gedeeltelijk)
GBSM (productieafval dakshingles)
10.0
10.0
RubberPave
Granulaat van gerecyceld rubber
4,0
4,0
AV-granulaat (LightRock®)
AEB-granulaat
25
25
Granova
AEC materiaal
0
25,5
Staalslak
Electro Oven Slak (EOS, Microville)
95
95
LiDonit
LD-staalslak
99
99
Silicum carbide
silicumcarbonaat
30
30
* Indien asfalt geproduceerd wordt in een HERA installatie, is hergebruik tot 100% toegestaan (V-bouwstoffen).
Toelichting grenzen:
Asfaltgranulaat: Een onderzoek conform Besluit bodemkwaliteit op een asfaltmengsel met een toegevoegde hoeveelheid
asfaltgranulaat van 59,94 % (IN), zet hierbij de grens. De bovengrens is hier naar boven afgerond om de toleranties te verruimen
De milieuhygiënische samenstelling van asfaltgranulaat kan sterk verschillen, met name door invloeden van buitenaf die tijdens
gebruik als verharding zijn opgetreden. Derhalve is voldoende inkapseling met nieuwe bitumen van belang. Op dit moment zijn er
geen milieuhygiënisch onderbouwde gegevens van asfaltmengsels met meer asfaltgranulaat dan de aangegeven 70%. Als
aanvullende eis geldt dat het asfaltgranulaat niet meer dan 75 ppm aan PAK10(VROM) mag bevatten.
Secundair bitumengranulaat: samenstelling van maximaal 2,5% bitumenvervanging.
Indien het maximale % AV-granulaat (LightRock®) of Granova gebruikt wordt voor een asfaltmengsel, is het niet
toegestaan om tegelijkertijd meer dan 50% asfaltgranulaat toe te passen.
Staalslakken: Een onderzoek conform Bouwstoffenbesluit op een asfaltmengsel met een toegevoegde hoeveelheid Electroovenslakken van 94% (op), zet hierbij de grens voor alle tot nu toe bekende staalslakken. De bovengrens is hier naar boven
afgerond om de toleranties te verruimen. Hierbij is aangenomen dat de verschillen in types zich beperken tot naamgeving, en dat de
eventuele verschillen in samenstelling tussen de types niet significant is.
Fosforslakken: Een onderzoek conform Bouwstoffenbesluit op een asfaltmengsel met een toegevoegde hoeveelheid “FF-slakken”
van 57 % (op), zet hierbij de grens voor alle tot nu toe bekende fosforslakken. De bovengrens is hier naar boven afgerond om de
toleranties te verruimen. Hierbij is aangenomen dat de verschillen in types zich beperken tot naamgeving, en dat de eventuele
verschillen in samenstelling tussen de types niet significant is.
Granulaten en/ of slakken die AANTOONBAAR geleverd wordt met een NL BSB® productcertificaat kan, in uitzondering op
bovenstaande hoeveelheden, zonder meer maximaal worden toegepast (maximaal 99% “IN”).
Pagina 7 van 13
Omschrijving productgroep warm asfalt op basis van BRL 9320
NCOB b.v., 03 november 2014
Steenslag en grind
(Vet en schuin zijn de wijzigingen t.o.v. de vorige versie!)
Daar waar redelijkerwijs kan worden verwacht dat verschillen in types niet van invloed kunnen zijn op de
milieuhygiënische kwaliteit, zijn niet alle types binnen een soort opgesomd, echter alleen de soort zelf. Steenslag en
grind is verkrijgbaar in verschillende gradaties, die worden aangeduid door de korrelgroottes in millimeters (2/6, 4/8,
8/11, etc.). Aangezien de korrelgrootte (‘gradatie’) geen invloed heeft op de milieuhygiënische samenstelling, is dit
achterwege gelaten en wordt alleen de soort genoemd (bijv. ‘Ned. Steenslag’, ‘Graniet’, etc.). Verder zijn merknamen
van hetzelfde product zoveel mogelijk vermeden. Voorbeeld: Graziet, Gramac, Grauwacke zijn verschillende
merknamen van de soort grauwkwartsiet. Dit geldt ook voor de vele benamingen van Belgische zand- en kalksteen.
Soort
(benaming)
Andesit (augitporphyriet)
Basalt (lavasteen)
Bestone (Noorse zandsteen)
Cloburn Red (rood graniet)
ECO-granulaat (grind uit th. gereinigd TAG (ATM & ReKo)
Recyclesplit (gebroken, gereinigd spoorwegballast)
Diabas (Hessisch Neu Grun, doleriet)
Grauwacke
Gres, diverse groeves
Gritstone/ Greywhacke
Karbon
Labradorith
Riviergrind
Morene / Moraine (gebroken grind)
Nederlandse steenslag (gebroken grind)
Noorse graniet
Porfier
Schotse graniet
Taben-Rodt
Tilrood/ Tilred
Zeegrind (ontzilt) *
Zeegrind (niet ontzilt)
Calcit (Arnsberg-Holzen)
Glass Cullet´s
Diverse groeves / benamingen
Graniet grau-gelb (Ansdorfer granit)
Granurose
Granusil
Fjord Stone
HaBro split (Glimmerkies)
Karbon-quarzit
KWW-split
Luxovit
Lysit (anortosiet)
Micro-dioriet
Mixed glass cullets (bont glas)
Reflexing White (anortosiet)
Rhyolite (Quarzporphyr)
Schelpen (ontzilt) *
Schelpen (niet ontzilt)
Scottisch Brown
Petrografische
Samenstelling
stollingsgesteente
zwart stollingsgesteente
Noorse zandsteen
rood graniet
grind
grind
groen stollingsgesteente
Duitse zandsteen
Belgische zandsteen
Ierse zandsteen
kalksteensplit
veldspaat
riviergrind Bovenrijn
gebroken Rijngrind
gebroken Maasgrind
stollingsgesteente
stollingsgesteente
stollingsgesteente
rood stollingsgesteente
rood stollingsgesteente
grind
grind
kalksteensplit
glas
Belgische kalksteen
stollingsgesteente
kwarts
kwarts
Noorse zandsteen
glasslak
kwarts
kwartsrijke grauwacke
kwarts
wit stollingsgesteente
stollingsgesteente
(gerecyceld) glas
wit stollingsgesteente
stollingsgesteente
organische kalk
organische kalk
rood-bruin graniet
Maximaal toepasbaar (% IN)
N-bouwstoffen
V-bouwstoffen
99
99
99
99
65
80
99
99
99
99
30
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
40
99
20
99
80
99
99
99
99
95
95
99
99
95
15
99
99
99
40
80
99
99
99
99
65
80
99
99
99
99
30
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
40
99
20
99
80
99
99
99
99
95
95
99
99
95
15
99
99
99
40
80
Toelichting grenzen:
NB: Het ECO-granulaat dient vergezeld te gaan van één of meerdere documenten waaruit blijkt dat het aangeleverde product
teervrij is ( PAK(10) < 75 ppm).
* Ontzilt : Chloride gehalte maximaal 200 mg/kg ds.
Steenslag of grind dat AANTOONBAAR geleverd wordt met een NL BSB® productcertificaat kan, in uitzondering op
bovenstaande hoeveelheden, zonder meer maximaal worden toegepast (maximaal 99% “IN”).
Pagina 8 van 13
Omschrijving productgroep warm asfalt op basis van BRL 9320
NCOB b.v., 03 november 2014
Zand
(Vet en schuin zijn de wijzigingen t.o.v. de vorige versie!)
Onderstaand een lijst met verschillende soorten zand, waaronder ook brekerzand, dat qua korrelgrootte tot de
zandfractie behoort. Binnen het centrale gegevensbestand wordt er onderscheid gemaakt in natuurlijk gewonnen
zand (put- en rivierzand), zand afkomstig van het breken van steen (brekerzand), zand gewonnen in zoutwater
(zeezand) en zand dat na een reinigingsproces beschikbaar wordt gesteld voor de asfaltproductie (gereinigd zand).
In principe moeten alle gebruikte zandsoorten binnen deze genoemde categorieën onder te verdelen zijn.
Net als bij steenslag en grind, is zand veelal verkrijgbaar in verschillende fracties. De grootte van de korrel is echter
niet van invloed op de milieuhygiënische kwaliteit.
Maximaal toepasbaar (% IN)
N-bouwstoffen
V-bouwstoffen
Soort
(benaming)
Brekerzand
Cariras
gereinigd zand (met (analyse)certificaat, bouwstof Niet-vormgegeven)
gereinigd zand (zonder (analyse)certificaat)
put / rivierzand
Zeezand (ontzilt) ** OF bouwstof Niet-vormgegeven
Zeezand (niet ontzilt)
*
20
99
40
99
99
40
*
20
99
40
99
99
40
Toelichting grenzen:
Voor zand dat zonder verdere bewerking toegepast kan worden, geldt hetzelfde als voor natuurlijk gewonnen steenslag en grind: op
basis van de tot nu toe beschikbare informatie is er geen wingebied (behalve uit zee) dat redelijkerwijs als risicovol zou kunnen
worden bestempeld.
* De toe te passen hoeveelheid brekerzand kan afgelezen worden uit de categorie Steenslag en Grind. Dit omdat het
brekerzand veelal de kleinste fractie is van deze steenslag.
** Ontzilt : Chloride gehalte maximaal 200 mg/kg ds.
De niet-natuurlijk gewonnen zandfracties én de zandfracties die na winning eerst moeten worden bewerkt, zijn risicovoller. Vanuit
zee kan bijvoorbeeld een hoge concentratie chloor aanwezig zijn. Verder kan er zand gebruikt worden dat afkomstig is uit
bodemsaneringsprojecten. Hiervoor geldt dat dit gereinigd dient te zijn.
Zand dat AANTOONBAAR geleverd wordt met een NL BSB® productcertificaat kan, in uitzondering op bovenstaande
hoeveelheden, zonder meer maximaal worden toegepast (maximaal 99% “IN”).
Pagina 9 van 13
Omschrijving productgroep warm asfalt op basis van BRL 9320
NCOB b.v., 03 november 2014
Vulstof
(Vet en schuin zijn de wijzigingen t.o.v. de vorige versie!)
Hierna volgt een lijst met verschillende soorten vulstof. Vulstof is te verdelen in zeer zwak, zwak, middel en al dan
niet gehydrateerd. Uit literatuurinformatie (NEVUL-boekje, IKOB / Benoir (BE)-certificaten) valt deels op te maken wat
de samenstelling van de meeste vulstoffen is (primair en/of secundair). Primair wil zeggen kalksteenmeel, secundair
is veelal een mengsel van diverse soorten vliegassen. Onder andere op basis hiervan is de onderste (lichtgrijze)
categorie samengesteld.
Categorie
Soort
(handelsnaam)
Maximaal toepasbaar (% IN)
N-bouwstoffen
V-bouwstoffen
Zwak
Wigro
Asphacal R40 (vh Rhecal 40)
Wigras 40K
Vulprofite (voor Belgie: Vulprofite 40)
Vulcom 40K
Duras Filler 15k
Duras Filler 18k (voor Belgie:2K)
ECO-vulstof (ReKo)
99,0
99,0
10,0
10,0
10,0
30,0
10,0
10,0
99,0
99,0
10,0
10,0
10,0
30,0
10,0
10,0
Zeer Zwak
BSH 30
Duras Filler 15
Asphacal R30 (vh Rhecal 30)
Viamix 30
Bestone®Filler
BSH 40
Keerkring 1
Ready K40
Wigro 50K
Asphacal R50 (vh Rhecal 50)
Rhecom 50
Duras filler 18
BSH 50
Vulcom 60K
Wigras 60
BSH 60
Wigro 60K
Rhecom 60
Asphacal R60 (vh Rhecal 60)
Kwartsmeel
99,0
99,0
99,0
10,0
99,0
99,0
99,0
99,0
99,0
99,0
10,0
10,0
99,0
10,0
10,0
99,0
99,0
10,0
99,0
99,0
99,0
99,0
99,0
10,0
99,0
99,0
99,0
99,0
99,0
99,0
10,0
10,0
99,0
10,0
10,0
99,0
99,0
10,0
99,0
99,0
Zwak
Zwak + hydroxide
Middel
Middel + hydroxide
Overigen
Toelichting grenzen:
De grenzen zoals genoemd in het ‘witte’ gedeelte zijn afkomstig uit werkelijk gemeten waarden. De grenzen in de ‘lichtgrijze’
categorie zijn afgeleid door middel van literatuuronderzoek naar de samenstelling van de vulstof.
‘Eigen stof’ is bewust niet opgenomen, omdat dit geen samenstellende bouwstof is die werkelijk ‘gedoseerd’ wordt, maar ‘als
vanzelf’ in het mengsel terechtkomt. Derhalve zijn hier ook geen grenzen aan te verbinden.
Verder dient nog vermeld te worden dat vulstoffen AANTOONBAAR geleverd dienen te worden met een KOMOproductcertificaat conform BRL 9041.
Pagina 10 van 13
Omschrijving productgroep warm asfalt op basis van BRL 9320
NCOB b.v., 03 november 2014
Toevoeging (excl. Pigment)
(Vet en schuin zijn de wijzigingen t.o.v. de vorige versie!)
Toevoegingen worden in kleine hoeveelheden gedoseerd. De functie van deze stoffen is uiteenlopend van
hechtverbeteraar tot verjonging voor bitumen, alsook afdruipremmers, etc. Toevoegingen zijn in potentie geen
risicovolle factor, omdat het veelal natuurlijke producten zijn.
Maximaal toepasbaar (% IN)
N-bouwstoffen
V-bouwstoffen
Soort
(handelsnaam)
Arbocel ZZ 8/1(S)
LynPave®
CF 31500 LR
Exxsol D 99
Innocell
JongRo X4
KARAcell K225
Polybilt 106
Polyram L200
Rheofalt HP-EM
Technocell
Viatop 66 premium
Viatop 80 Premium
1,0
1,0
1,0
3,0
1,0
0,6
1,0
1,0
1,0
2,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
3,0
1,0
0,6
1,0
1,0
1,0
2,0
1,0
1,0
1,0
Armaverre Glassfiber
Esha Poclon ®
Evatane
Finaprene ®
Genicel
Gerecycleerd polystyreen-poeder
Gilsonite / Uintaite
HSTAbit
JongRo X5
KARAcell K050
KARAcell K99
Panacea
Rheofalt LT/70
Rheofalt WKR-2
Sasobit
Steel Fiber
Thiopave
Topcel
Viatop (90) Premium
Viatop Superior (voorheen Viatop Em)
Viscocel 315 LR
Dipropyleentriamine
Gasolie
Petroleumhars (Nevchem)
Polypropyleen
Promak F4 HB-SI
Promak F4HB
Tego ® - F4 HB
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
0,6
1,0
1,0
1,0
4,0
2,0
0,4
2,5
1,5
1,0
1,0
1,0
1,0
0
0
0
0
0
0
0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
0,6
1,0
1,0
1,0
4,0
2,0
0,4
2,5
1,5
1,0
1,0
1,0
1,0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting grenzen:
Alle bovengrenzen in het ‘witte’ gedeelte zijn afkomstig uit werkelijke meetwaarden en literatuuronderzoek. Het lichtgrijze gebied is
alleen op basis van literatuuronderzoek hiervan afgeleid. De onderste (donkergrijze) categorie is op dit moment nog een risico.
Hiervan is nog onvoldoende informatie bekend.
Pagina 11 van 13
Omschrijving productgroep warm asfalt op basis van BRL 9320
NCOB b.v., 03 november 2014
Pigment (Kleurstof)
(Vet en schuin zijn de wijzigingen t.o.v. de vorige versie!)
Net als toevoegingen, leveren kleurstoffen in potentie geen verhoogd risico. Alleen “Cobaltblauw” en “Chroomoxide”
zouden (in milieuhygiënisch opzicht) risicovol kunnen zijn, omdat zowel Cobalt als Chroom parameters uit het Besluit
bodemkwaliteit zijn. Echter, analyses op mengsels met toevoeging van deze grondstoffen hebben geen enkele
verhoging aangetoond.
Maximaal toepasbaar (% IN)
N-bouwstoffen
V-bouwstoffen
Soort
(handelsnaam)
Bayferrox 130 C
Chroomoxid Grün (Bayer)
Ferroxon rood 430
Ferroxon rood 435/130 S
Ferroxon 750 (groen)
Lichtblau G 2828
Oxide rood 135
5,5
3,0
5,5
5,5
3,0
3,0
5,5
5,5
3,0
5,5
5,5
3,0
3,0
5,5
Bayferrox® 110 C (rood)
Bayferrox® 120 N (rood)
Bayferrox® 140 (rood)
Bayferrox® 160 (rood)
Bayferrox® 180 (rood)
Bayferrox® 645 T (bruin)
Bayferrox® 920 C (geel)
Bitumox Red 10/1055
Chromoxide groen type vert CCR
Colorfalt V (wit, geel & rood)
Colorfalt V (groen & blauw)
Eisenoxid rot SB 110 APL
Ferroxon® 145 (wit)
Ferrotint F-17 B (groen)
Ferrotint EP 2135 (rood)
Ferrotint F-28C (blauw)
Ferrotint F-31 (wit)
Ferrotint F-3005 (rood)
Ferrotint F-3330 (rood) (vh Red iron oxide SA130)
Ferrotint F-5050 (geel)
Ferroxon® 177 (Halbach grijs)
Ferroxon® 410 AG
Ferroxon® 510 (maisgeel)
Ferroxon® 560 (goudgeel)
Ferroxon® 810 (blauw)
Gelb HS 2960 P
IJzeroxide geel HS 920 P (voorheen G 024)
IJzeroxide geel type ZBLM
IJzeroxide rood HS 130 APL
IJzeroxide rood HS 65637
IJzeroxide rood type P3B
IJzeroxide rood type P-RC 130
Titaandioxid 145
Titaandioxide wit G 2515
Titaanwit 902
Titandioxid A
Titaniumdioxide (white) type R-02
Universeel blauw HS 62226
Universeel groen G 1080
Zementblau HS 62226
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5.5
5,5
5,5
3,0
5,5
3,0
5,5
5,5
5,5
5,5
3,0
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
3,0
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
3,0
3,0
3,0
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5.5
5,5
5,5
3,0
5,5
3,0
5,5
5,5
5,5
5,5
3,0
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
3,0
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
5,5
3,0
3,0
3,0
Toelichting grenzen:
Alle bovengrenzen in het ‘witte’ gedeelte zijn afkomstig uit werkelijke meetwaarden en literatuuronderzoek. Het lichtgrijze gebied is
alleen op basis van literatuuronderzoek hiervan afgeleid.
Pagina 12 van 13
Omschrijving productgroep warm asfalt op basis van BRL 9320
NCOB b.v., 03 november 2014
Tot slot
Zoals uit voorgaande is op te maken, zijn er feitelijk geen percentages gewijzigd, terwijl
er toch is overgegaan van percentage ‘OP’ naar ‘IN’. Onderstaand per samenstellende
bouwstof worden de effecten op rij gezet. Hierbij kan nog opgemerkt te worden dat er
natuurlijk niets is veranderd in de mengverhoudingen.
Minerale bouwstoffen
Na (intern) onderzoek is gebleken dat de verschillen voornamelijk zitten in de
hoeveelheid toegepaste steenslag. Omdat de meeste soorten steenslag al tot 99%
toegepast mogen worden, verandert hier dus niets aan.
Bitumineus bindmiddel
Wat betreft de bindmiddelen: de verhouding tussen percentage ‘OP’ en ‘IN’ is in de
mengsels vrijwel gelijk gebleven.
Toeslagstoffen en pigmenten
De percentages toevoegingen waren al zo beperkt (veelal < 1%), dat dit verder geen
milieuhygiënisch effect heeft. Ook voor de pigmenten verandert er feitelijk niets: Die
pigmenten welke eventueel milieuhygiënisch kritiek zijn (chroom en kobalt), hebben in
het verleden (door middel van onderzoek) al laten zien dat hiervoor geen aanwijzingen
zijn.
Pagina 13 van 13