1 PLAATSELIJKE REGELS Inleiding Dit overzicht rubriceert

PLAATSELIJKE REGELS
Inleiding
Dit overzicht rubriceert een breed scala aan toegestane Permanente en Tijdelijke Plaatselijke
Regels. Soms is een Plaatselijke Regel (PR) noodzakelijk, gezien een situatie in de baan. Vaak
is het een optie waarvoor gekozen kan worden. De Regelcommissie dient zich te overtuigen
van nut en noodzaak van iedere in te voeren Plaatselijke Regel.
Er worden ook voorbeelden gegeven van Plaatselijke Regels die niet zijn toegestaan. Ten
slotte volgt een toelichting op een aantal van de regels.
Appendix I deel B van de Golfregels geeft voorbeelden van Plaatselijke Regels. Een aantal
daar genoemde, veel gebruikte Regels wordt ook in dit overzicht genoemd, maar raadplegen
van die Appendix voor een volledig overzicht wordt aanbevolen. Daarnaast is het doornemen
van de Decisions onder nummer 33-2a en 33-8 in “Decisions on the Rules of Golf” zeer
zinvol, zowel om te zien wat wel als wat niet mag, en waarom niet.
De Handicap- en Regelcommissie adviseert clubs nog eens kritisch te kijken naar de
Plaatselijke Regels op haar baan. De juiste formulering en de straf bij overtreding ontbreken
op sommige kaarten. De Regiocommissarissen zullen u graag behulpzaam zijn
bij het updaten van de Plaatselijke Regels op uw scorekaart. U kunt uiteraard ook de
formulering van de Plaatselijke Regels eerst toetsen aan de voorbeelden van Plaatselijke
Regels op onze site:
http://www.ngf.nl/static/uploads/documents/VoorbeeldenvanPlaatselijkeRegels.pdf
en deze vervolgens laten toetsen door onze Regiocommissaris.
Uw Regiocommissaris is altijd en graag bereid om u te adviseren bij het opstellen van uw
Plaatselijke Regels. Wilt u een Plaatselijke Regel invoeren die niet in dit overzicht of in
Appendix I deel B van de Golfregels wordt genoemd, dan moet u deze regel eerst voorleggen
aan de Regiocommissaris. Deze zal zo nodig afstemmen met de Handicap en
Regelcommissie.
Algemeen
• Plaatselijke Regels staan op gelijk niveau als de Golfregels, evenals de bepalingen van het
wedstrijdreglement en de Decisions.
• Ze mogen niet in strijd zijn met de Golfregels.
• Ze moeten geen zaken herhalen die al in de Golfregels staan.
• Gedragsregels moeten niet in de Plaatselijke Regels worden opgenomen, maar onder een
apart kopje, bijvoorbeeld “Gedragsregels” of “Gedragsregels en Algemene informatie”.
• Tijdelijke Plaatselijke Regels moeten ook echt tijdelijk zijn; als de reden niet meer bestaat,
moeten ze worden verwijderd. Ze moeten duidelijk zichtbaar op mededelingenborden en
bijvoorbeeld bij de 1ste en 10de tee worden opgehangen.
• De Plaatselijke Regels in Appendix I deel B en de voorbeelden in deze notitie zijn in
overeenstemming met de Golfregels. Met uitzondering van de Plaatselijke Regel
“Plaatsen” blijven Qualifying Condities altijd van kracht bij toepassing van deze regels.
Het gebruik van “Plaatsen” is beperkt tot een vaste periode om Qualifying Condities van
kracht te laten zijn, zie de opmerking bij die regel in onderstaand overzicht (voorbeelden
hoofdstuk 4).
• Voor de tekst blijft men het best zo dicht mogelijk bij de formulering die in de Golfregels
wordt gebruikt, een enkele uitzondering daargelaten. Zo wordt ook in deze notitie grond
in bewerking met GUR afgekort. Zie ook verkorte teksten hieronder.
Plaatselijke Regels 2 januari 2015
1
• Worden de Plaatselijke Regels in het Engels gepubliceerd, dan is raadplegen van Appendix
I van de Engelse uitgave “Rules of Golf” en Decisions 33-2a en 33-8 extra belangrijk voor
de juiste woordkeuze.
• Teneinde de tekst op de scorekaart kort te houden, kan men verder verwijzen naar tekst in
de Golfregels, Appendix I of gebruik maken van de verkorte teksten onder voorbeelden.
• Vergeet niet de straf bij overtreding op te nemen:
Straf voor overtreding van een Plaatselijke Regel:
Matchplay: verlies van de hole; Strokeplay: 2 slagen.
Voorbeelden van Plaatselijke Regels
Onderstaande voorbeelden zijn een opsomming van Plaatselijke Regels die van toepassing
kunnen zijn. Iedere Regelcommissie dient te bepalen welke volledige, maar niet overmatige
selectie gemaakt moet worden. In Appendix I deel B van de Golfregels staan nog meer
voorbeelden.
Variaties in de tekst om een lokale situatie juist te omschrijven zijn toegestaan, zolang het
wezen van de regel maar onaangetast blijft en de formulering eenduidig is.
Plaatselijke Regel voor Afstandsmeters
Om een afstandsmeter op een baan te mogen gebruiken is een Plaatselijke Regel nodig, die
het gebruik van afstandsmeters toestaat. Wij adviseren de clubs hiervoor de volgende
Plaatselijke Regel te gebruiken:
Afstandsmeters
Een speler mag afstanden bepalen met een apparaat dat uitsluitend afstanden kan
meten. Indien een speler tijdens een vastgestelde ronde een apparaat gebruikt dat
ontworpen is om ook andere gegevens te bepalen die zijn spel zouden kunnen
beïnvloeden (bijv. helling, windsnelheid, temperatuur, stokkeuze), overtreedt hij
Regel 14-3, ongeacht of die extra functie werkelijk is gebruikt of uitgeschakeld is.
Smartphones zijn niet toegestaan als afstandsmeter.
Noot 1: Een afstandsmeter die ook helling/’slope’/gradient kan meten, is niet
toegestaan, zelfs als deze optie is uitgeschakeld.
Noot 2: Een afstandsmeter die de speler advies kan geven (bijvoorbeeld advies over
de stok voor de volgende slag), is niet toegestaan, zelfs als deze optie is
uitgeschakeld.
Noot 3: Voor het gebruik van telefoons in het algemeen, anders dan als
afstandsmeter, wordt verwezen naar: (Clubreglement, het
wedstrijdreglement, etc).
Straf voor het gebruiken van een afstandsmeter die niet is toegestaan:
Diskwalificatie op grond van Regel 14-3.
Wij raden u dringend aan de eerste twee noten toe te voegen ter verduidelijking voor uw
leden en gasten. De derde noot is bedoeld om een beleid over telefoons op uw baan of club
te benadrukken.
Indien u de Plaatselijke Regel in bondige vorm op de scorekaart wilt vermelden, kan dat als
onderstaand. De volledige tekst moet dan wel ergens (website of publicatiebord) beschikbaar
zijn.
Plaatselijke Regels 2 januari 2015
2
Een speler mag afstanden bepalen met een apparaat dat uitsluitend afstanden kan
meten. Smartphones zijn niet toegestaan als afstandsmeter.
Straf voor het gebruiken van een afstandsmeter die niet is toegestaan:
Diskwalificatie op grond van Regel 14-3.
1. Bepaling van grenzen en begrenzingen
Permanente regels
• Buiten de Baan (of Out of Bounds) is gemarkeerd met witte palen/palen met witte
kop/witte band (omschrijf plaats ).
• De grens van Buiten de Baan wordt gemarkeerd door witte lijnen/een hek/muur met
witte markeringen (omschrijf plaats).
• Een bal is buiten de baan, wanneer hij aan de andere zijde van de muur/ hek
(omschrijf plaats) tot stilstand komt.
• Gebieden met kwetsbaar milieu (GKM) worden aangegeven door
blauwe/witte/rode/gele palen met een groene kop.
Deze gebieden zijn dus GUR/buiten de baan/laterale of gewone waterhindernis. Voor
het ontwijken gelden aanvullende regels zie Appendix I deel B en hoofdstuk 3.
• Alleen bij het spelen van hole x is een bal buiten de baan als hij voorbij de grens
gevormd door de paaltjes met een witte kop aan de linker/rechterkant van deze hole
ligt. Deze paaltjes zijn vaste obstakels voor spelers die niet hole x spelen.
De grens van intern buiten de baan moet in het oneindige doorlopen of een andere
buiten de baan grens snijden.
2. Waterhindernissen, laterale Waterhindernissen
Permanente regels
• De laterale waterhindernis, links van hole x strekt zich tot in het oneindige uit in
westelijke richting.
• Alle niet gemarkeerd greppels (tussen de rabatten) zijn door de baan.
3. Delen van de baan die beschermd moeten worden, gebieden met een kwetsbaar milieu.
Permanente regels
• Het betreden en spelen uit het Gebied met een kwetsbar Milieu (GKM) gemarkeerd
met … (zie boven hoofdstuk 1) is niet toegestaan. Voor het ontwijken van de
belemmering door GKM is de Plaatselijke Regel zoals opgenomen in Appendix I, deel
B-2b van de Golfregels van toepassing.
• Jonge aanplant gemerkt met blauw lintje/aangepaalde bomen zijn vaste obstakels.
Indien er sprake is van belemmering (zie Regel 24-2a) is de speler verplicht (of: mag de
speler) de belemmering te ontwijken volgens Regel 24-2b. (Kan ook tijdelijk zijn.)
• Mierenhopen zijn GUR. De speler is verplicht te handelen volgens Regel 25-1b.
Tijdelijke Regels
• Zomer-/wintergreens gemerkt met NP (No Play)/blauw paaltje in de hole moeten
ontweken worden als GUR volgens Regel 25-1b.
Plaatselijke Regels 2 januari 2015
3
• Naden van graszoden (niet de graszoden zelf) worden door de baan beschouwd als
GUR. Belemmering van de stand van de speler door een naad wordt op zichzelf niet
beschouwd als een belemmering volgens Regel 25-1. Indien de bal op een naad ligt of
deze raakt, of de naad vormt een belemmering voor de ruimte van de voorgenomen
swing, mag deze ontweken worden volgens Regel 25-1b. Alle naden in het gebied waar
graszoden zijn gelegd worden beschouwd als dezelfde naad.
• GUR op hole x is aangegeven met blauwe paaltjes of witte lijnen. Indien er sprake is
van belemmering (zie Regel 25-1a) is de speler verplicht (of: mag de speler) die
belemmering te ontwijken volgens Regel 25-1b.
4. Baancondities: modder, uitzonderlijk nat, slechte terrein omstandigheden en
bescherming van de baan.
Tijdelijke Regels
• Diepe voren en sleuven ontstaan in de bunkers als gevolg van hevige regenval (erosie)
zijn GUR en mogen worden ontweken volgens Regel 25-1b.
• Schade aangericht door dieren op zoek naar larven en de herstelde schade is GUR en
mag worden ontweken volgens Regel 25-1b.
• Een bal die op een kort gemaaid gedeelte door de baan ligt mag zonder straf worden
gemerkt, opgenomen, schoongemaakt en teruggeplaatst.
• Door de baan (dus ook in de rough) mag een bal die is ingebed in zijn eigen pitchmark
in de grond, zand uitgezonderd, zonder straf worden opgenomen, schoongemaakt en
gedropt zo dicht mogelijk bij plek waar hij lag, maar niet dichter bij de hole. Bij het
droppen moet de bal eerst een deel van de baan raken dat door de baan is.
De uitzonderingen vastgelegd in Appendix I, deel B-4a van de Golfregels zijn van
toepassing.
• Takken en stammen van omgewaaide of afgebroken bomen zijn GUR en mogen
ontweken worden volgens Regel 25-1b.
• Een bal die op een kort gemaaid gedeelte door de baan ligt, mag zonder straf worden
verplaatst of opgenomen en worden schoongemaakt. De speler moet de bal plaatsen
binnen 15 cm. van de plaats waar hij oorspronkelijk lag, maar niet dichter bij de hole.
De speler mag de bal eenmaal verplaatsen of plaatsen en nadat de bal is verplaatst of
geplaatst is hij in het spel.
(Let op: buiten de periode 1 november-30 april is er geen sprake van Qualifying
Condities als deze regel van kracht is, tenzij de NGF via de Regiocommissaris
dispensatie heeft verleend (EGA Handicap Systeem 2012-2015, paragraaf 2.6).
• Een speler mag de belemmering voor zijn stand door een gat, hoop of spoor gemaakt
door een gravend dier niet ontwijken (bijvoorbeeld hard card NGF, EGA).\
• De club mag met Local Rule bepalen of herten, ganzen, zwanen of schapen
uitwerpselen als GUR of als los natuurlijk voorwerp worden gekwalificeerd. (zie ook op
pagina 7 de Plaatselijke Regel voor schapengebieden.
• Ganzen, zwanen, herten of schapenpoep mag beschouwd worden als GUR of als los
natuurlijk voorwerp, naar keuze van de speler. Wordt de ganzenpoep als GUR
beschouwd dan mag belemmering (Regel 25-1a) worden ontweken volgens Regel 25-1b.
In een waterhindernis is ontwijken van een belemmering door GUR niet toegestaan.
Zie ook blz. 7 voor de Plaatselijke Regel voor Schapengebieden.
Plaatselijke Regels 2 januari 2015
4
5. Obstakels
Permanente regels
• Alle paden en wegen zijn integrale onderdelen van de baan met uitzondering van de
weg die loopt van…/ het pad dat de fairway van hole x kruist/ de geasfalteerde weg
naast…
• Grond bedekt met houtsnippers is een integraal deel van de baan. De houtsnippers
zijn losse natuurlijk voor werpen. (Kan ook tijdelijk zijn.)
• Stenen in bunkers zijn losse obstakels. Regel 24-1 is van toepassing.
• Een vast obstakel op of binnen 2 stoklengten van de green en binnen twee stoklengten
van de bal mag worden ontweken volgens de procedure in Appendix I, deel B6 van de
Golfregels als aan de daar genoemde voorwaarden wordt voldaan. De bal moet worden
gedropt zo dicht mogelijk bij de plek waar de belemmering wordt ontweken.
• Indien een bal een hooggespannen elektrische leiding, kabel of de bijbehorende mast
raakt, moet de speler de slag laten vervallen en zonder straf opnieuw slaan. Regel 20-5
is van toepassing. Indien de bal niet onmiddellijk is terug te krijgen, mag hij door een
andere bal worden vervangen.
Tijdelijke Plaatselijke Regels
• Een kunstgras afslagmat is een integraal onderdeel van de baan, wanneer in gebruik
als afslagplaats.
• Stenen op een kort gemaaid gedeelte door de baan zijn obstakels. Een dergelijke steen
mag worden weggenomen volgens Regel 24-1 of worden ontweken volgens Regel 24-2
als het respectievelijk een los of vast obstakel is.
6. Droppingzones
Permanente regels
• Bij WH:
Indien de bal in de in de waterhindernis (omschrijf plaats) ligt mag de speler:
1. handelen volgens Regel 26-1 of
2. als extra mogelijkheid, met een strafslag, een bal droppen in de droppingzone
(omschrijf plaats en aanduiding, zie toelichting voor verschillende mogelijkheden voor
het aanduiden van een DZ).
• Bij GUR:
Indien er sprake is van belemmering (zie Regel 25-1a) door GUR (omschrijf plaats) is
de speler verplicht/mag de speler die belemmering te ontwijken:
1. volgens de procedure van Regel 25-1b of
2. door gebruik te maken van de (eventueel dichtstbijzijnde) droppingzone (omschrijf
plaats en aanduiding).
Voorbeelden van Plaatselijke Regels die NIET zijn toegestaan
Staat al in de Golfregels
• Waterhindernissen worden aangegeven met rode palen.
• Schelpenpaden/paden met bedekt met houtsnippers/bestrate of geasfalteerde paden zijn
vaste obstakels.
• Afslagborden/banken/vlaggenmasten/sproeikoppen zijn vaste obstakels.
• Er mogen geen hulpmiddelen voor het bepalen van afstanden worden gebruikt.
Plaatselijke Regels 2 januari 2015
5
In strijd met Golfregels of het zijn gedragsregels
• Afwateringskanalen/geulen/greppels zijn GUR.
• Afwateringsgeulen/waterhindernissen mogen ontweken worden conform Regel 24-2b.
• Hole x is buiten de baan als u afslaat op hole y.
• Op hole x moet uw bal de lange Buiten de baan paal/gemerkte lichtmast altijd rechts
passeren.
• Op hole x mag niet over de Buiten de baan grens richting green gespeeld worden.
• Het is verboden sloot- en walkanten te betreden.
• Er is een droppingzone bij hole 9 (zonder verdere toelichting/regelgeving).
• Voorrang geven aan greenkeepers etc.
• Richtlijnen marshal opvolgen.
• Het is niet toegestaan met driving range ballen te spelen.
• Spelers komend van hole x hebben voorrang op…
• Plaggen terugleggen, pitchmarks repareren.
• Plaatsen verplicht.
• Verboden proefslagen op de tees te maken.
Toelichting bij de voorbeelden van Plaatselijke Regels
1. Bepaling van grenzen en begrenzingen
• De wijze of wijzen waarop de begrenzing van buiten de baan is aangegeven, moet in
de Plaatselijke Regels staan; de Golfregels zeggen er niets over. Het is gebruikelijk ook
de plaats aan te geven.
• Bomen met een witte band zijn een slechte begrenzing van buiten de baan; het is dan
onduidelijk waar de grens precies over de grond loopt. Beter is er dan een paaltje voor
te zetten.
• Als een hek (afrastering) de grens van buiten de baan aangeeft, dan moet het gaas aan
de baanzijde zijn aangebracht. Is dit niet het geval, dan blijven de palen van de
afrastering de grens bepalen maar zullen sommige spelers het gaas ten onrechte als
de grens van OB beschouwen.
• De grens van een intern buiten de baan gebied moet bij voorkeur aansluiten op de
normale grens van buiten de baan, en in ieder geval van voor de afslag tot voorbij de
green lopen, zodanig dat er nooit onduidelijkheid kan ontstaan. Om te voorkomen dat
spelers de kortste weg kiezen via een andere hole is het vaak afdoende dicht bij de
afslag zodanige beplanting aan te brengen dat een interne OB niet nodig is.
• Een (interne) buiten de baan grens geldt voor alle slagen van alle spelers op de hole.
De grens alleen van toepassing maken voor de afslag mag niet.
2. Waterhindernissen, laterale Waterhindernissen
• De definitie van een waterhindernis omvat, vrij vertaald, ook iedere greppel, slenk of
sloot die water kan bevatten. Dus ook als die niet gemarkeerd zijn met rode of gele
paaltjes. Als niet gemarkeerde greppels e.d. niet als waterhindernis beschouwd moeten
worden, maar als door de baan ( e.g. rabatten), moet dat in een Plaatselijke Regel
worden vastgelegd.
• Er is geen algemene richtlijn te geven voor het markeren van de overkant van een sloot
op de grens van de baan. De baanzijde en de overkant kunnen als laterale
waterhindernis gemarkeerd zijn als het van de afslag goed te zien is waar de bal
Plaatselijke Regels 2 januari 2015
6
terechtkomt en er geen twijfel kan bestaan of de bal in de waterhindernis ligt. Indien de
omstandigheden van zicht en begroeiing zo zijn dat er gemakkelijk onduidelijkheid kan
ontstaan en dus kans op regelovertredingen, is het beter aan de baanzijde een buiten
de baan grens te markeren. Als het gebied aan de overkant van de sloot OB is, moet de
grens met witte palen zijn gemarkeerd. Er zijn ook nog andere mogelijkheden
denkbaar. Uw Regiocommissaris is altijd en graag bereid om u ter plekke te adviseren.
3. Delen van de baan die beschermd moeten worden, gebieden met een kwetsbaar milieu.
• Een GKM mag uitsluitend vastgesteld worden door de bevoegde (overheids)instantie.
Deze GKM zijn in het algemeen waterhindernissen (maar uitsluitend als het aan de
definitie van een waterhindernis voldoet!) of buiten de baan en bij uitzondering,
noodgedwongen, GUR.
• Wanneer een wintergreen die (nog) niet gebruikt wordt niet makkelijk als een
“verkeerde green” te herkennen is, valt de regel deze tot GUR te verklaren te
overwegen. De normale (zomer) green dient ontweken te worden volgens Regel 25-3,
wanneer de wintergreen in gebruik is. Deze green tot GUR verklaren en als zodanig
aangeven hoeft niet maar mag wel.
4. Baancondities: modder, uitzonderlijk nat, slechte terrein omstandigheden en
bescherming van de baan.
• Het schoonmaken en droppen (niet plaatsen!) van de bal kan worden toegestaan na
bijvoorbeeld het zanden van de fairways of bij uitzonderlijke natte omstandigheden
met mogelijk veel modder aan de bal. De baan blijft qualifying als deze regel van kracht
is.
• Wanneer een bunker, bijvoorbeeld door defecte drainage, langere tijd voor een
belangrijk deel onder water staat, kan de bunker door de baan verklaard worden. Een
speler kan dan het tijdelijke water op de normale wijze ontwijken zonder een strafslag
te krijgen als droppen binnen de bunker volgens Regel 25-1b-(ii)-(a) niet mogelijk is.
• Het door de baan verklaren van een bunker die geheel tot GUR verklaard is,
bijvoorbeeld wegens werkzaamheden, is niet meer nodig sinds de publicatie van D
25/13.
5. Obstakels
• Verharde paden een integraal onderdeel maken van de baan is vooral aan te raden als
de randen van het pad niet duidelijk zijn zoals dat bij lavagruis, houtsnippers en
schelpen het geval is. Na enige tijd zal het gras er op onregelmatige wijze ingroeien en
spelen van dat materiaal levert geen gevaar op
• Houtsnippers die met een machine zijn gemaakt, zijn losse obstakels. Een enkele
houtsnipper is als zodanig niet te herkennen en is dus een los natuurlijk voorwerp. Als
men wil voorkomen dat de bal mag worden opgepakt, alle snippers op die plek worden
weggehaald en de bal weer wordt gedropt, is een PR nodig waarmee ze tot losse
natuurlijke voorwerpen worden verklaard.
• Grond bedekt met houtsnippers is “kunstmatig bedekt” en dus een vast obstakel. Als
dat een pad is, is het vast obstakel maar men kan het pad ook tot een integraal
onderdeel van de baan verklaren. Liggen de houtsnippers echter bijvoorbeeld hier en
daar in de bosrand of in een perk om het onkruid tegen te houden, dan zou ontwijken
een groot voordeel kunnen opleveren en is het aan te bevelen die plekken tot een
integraal deel van de baan te verklaren. Dat moet dan gelden voor alle delen van de
baan die bedekt zijn met houtsnippers
Plaatselijke Regels 2 januari 2015
7
• Bij het ontwijken van een sprinklerput op de speellijn moet dus gedropt worden zo
dicht mogelijk bij de plek waar de belemmering wordt ontweken, en niet binnen 1
stoklengte van dat punt. Dit als verduidelijking toevoegen aan de plaatselijke regel kan
fouten voorkomen.
• Markeringen van GUR/waterhindernissen/afstanden/routebordjes zijn of vaste
obstakels of niet. Het verdient geen aanbeveling losse obstakels tot vast te verklaren.
Dat veroorzaakt slechts onnodig droppen en oponthoud.
6. Droppingzone
• De wijze van uitvoering van een droppingzone staat vrij. Het kan bijvoorbeeld een met
lijnen aangegeven gebied zijn, of een tegel of paaltje waar binnen 1 stoklengte gedropt
moet worden. Waar de DZ voorzien is van een afslagmat moet de bal op de afslagmat
geplaatst worden. De Noot in Appendix I, Deel B-8 van de Golfregels is van toepassing.
Plaatselijke Regel voor Schapengebieden.
In toenemende mate worden er schapen op golfbanen ingezet. Vaak is dat functioneel,
bijvoorbeeld om heide of rough te onderhouden. Lopen de schapen los dan zijn het “outside
agencies”, aparte regelgeving is meestal niet nodig. Daarbij blijven de schapen normaliter ver
buiten de speellijn.
Maar meestal staan ze in gebieden afgezet met een verplaatsbare afrastering. Dan is een
plaatselijke regel wél nodig. Deze regel is zowel ter bescherming van de schapen als ter
bescherming van spelers die zich liever niet over het schrikdraad of tussen de schapen
begeven.
Twee opties zijn mogelijk. Men kan het afgezette gebied tot GUR of tot een Tijdelijk Vast
Obstakel (Temporary Immovable Obstruction, TIO) verklaren. Een bekend voorbeeld van een
TIO zijn de tribunes bij belangrijke wedstrijden. Niet alleen bij belemmering door een TIO
maar ook als de TIO zich op de speellijn ligt mag een speler die belemmering ontwijken.
Voordeel van het tot TIO verklaren is dat daarmee voorkomen wordt dat een bal over de
schapen moet worden geslagen. In praktijk blijkt dit echter niet of nauwelijks tot problemen
te leiden.
Nadeel van het tot TIO verklaren is dat de regelgeving complex is (pagina 150-153 in
Golfregels), voor velen lastig correct is toe te passen en kan leiden tot aanmerkelijk voordeel.
De voorkeur wordt daarom gegeven aan het tot GUR verklaren van het afgezette graasgebied.
Het instellen van een dropping zone voorkomt dat spelers die zich niet tussen de schapen
willen begeven onredelijk nadeel ondervinden. De plaats van de dropping zone moet zo
gekozen worden dat de bodembedekking min of meer gelijk is aan het gebied dat tot GUR is
verklaard en de speler geen onredelijk voor- of nadeel verkrijgt uit het gebruiken van de
dropping zone. De plaats moet ook zo gekozen worden dat bij een normale speelrichting de
bal niet over de schapen gaat.
De verplaatsbare afrastering wordt tot vast obstakel verklaard om te voorkomen dat de
omheining “even” omlaag wordt geklapt door een speler die over de afrastering moet slaan.
Het GUR-gebied wordt 1 stoklengte groter gemaakt dan het afgezette gebied. Hierdoor mag
(in feite: moet) een bal die vlak bij de afrastering ligt, maar daar geen belemmering van
ondervindt, tóch ruim van de afrastering gedropt worden. De vaak intens nieuwsgierige
schapen komen dan wel kijken, maar staan op redelijke afstand van speler en bal. Daarnaast
Plaatselijke Regels 2 januari 2015
8
voorkomt dit dat de speler eerst dropt om de GUR te ontwijken, en dan opnieuw moet
droppen bij belemmering door de afrastering.
Dit alles leidt tot de volgende tijdelijke plaatselijke regel.
In de baan kunt u een met schrikdraad afgezet gebied met schapen aantreffen. Dit gebied is
GUR. De GUR strekt zich uit tot 1 stoklengte buiten de afrastering. De afrastering en de
daarbij geplaatste apparatuur (schrikdraadvoeding) zijn een vast obstakel.
Indien er sprake is van belemmering (zie Regel 25-1a) is de speler verplicht de belemmering
te ontwijken volgens Regel 25-1b. De bal moet daarbij dus opgepakt en geïdentificeerd
worden.
Indien het bekend of praktisch zeker is dat de bal in de GUR ligt maar de bal is of niet
gevonden of de speler besluit de bal niet op te pakken dan mag de speler handelen volgens
regel 25-1c.
Als extra mogelijkheid, naast het toepassen van Regel 25-1b of 1c, mag de speler zonder straf
een bal droppen binnen een stoklengte van de paal gemerkt “DZ”. De Noot in Appendix I,
Deel B-8 (pagina 155-156 van Golfregels) is daarbij van toepassing.
Straf voor overtreding van deze Plaatselijke Regel:
Matchplay: verlies van de hole; Strokeplay: 2 slagen
Plaatselijke Regels 2 januari 2015
9