HERZIEN VERSLAG VAN DE VERENIGDE VERGADERING OP 25 SEPTEMBER 2014 VV: 20 november 2014 Aanwezig: voorzitter; de heer mr. M.A.P. van Haersma Buma, dijkgraaf; de heer A. van den Berg, mevrouw mr. A.W. Bom-Lemstra, de heren J.W.A. van Olphen en A.G. Wiegman en mevrouw I.J.A. ter Woorst, hoogheemraden; mevrouw M. Ammerlaan-Romeyn, de heren J.B. van den Berg, mr. P. van den Berg, drs. B. Canton, mevrouw N.J. Dijkshoorn-van Dijk, mevrouw G. Döll, de heer P. van der Ende, mevrouw drs. J. Engels, mevrouw drs. M.J. Hilders, de heren ir. L.P.I.M. Hombergen, J. de Hoog, mevrouw drs. A.C.J. Jans RC, de heren J. de Jong, dr.ir. A.J. Middendorp, drs. L.W. Nanninga, J.Th. Overmeer, drs. A.P. Ranner, R. Reijn, ir. J.A.A.M. van Rossum, mevrouw dr.ir. M.P.M. Ruijghvan der Ploeg, de heren drs. M. Smits en ir. G.A. van der Wedden, hoofdingelanden; de heer H.M.J. Hoogweg, griffier; mevrouw drs. I. Swart, bestuursadviseur. Afwezig: de heren J.M. Batist, C. Kuijvenhoven en B.E. van der Velde, hoofdingelanden, de heer mr.drs. P.I.M. van den Wijngaart, secretaris. Opening De voorzitter opent om 9.00 uur de vergadering. Op de publieke tribune bevindt zich een aantal studenten bestuurskunde uit Leiden, die hij van harte welkom heet. 00.a Advies van de commissie geloofsbrieven inzake toelating mevrouw G. Döll De heer Wiegman deelt mee dat de commissie tot de conclusie is gekomen dat er geen beletselen zijn om mevrouw Döll toe te laten tot de Verenigde Vergadering. Zij adviseert derhalve daartoe over te gaan. Besloten wordt conform het advies van de commissie mevrouw Döll toe te laten als hoofdingeland. Mevrouw Döll legt in handen van de voorzitter de eed af. De voorzitter wenst haar geluk met haar toelating en biedt haar een boeket bloemen aan. 01. Vaststelling agenda Agendapunt B.16. over de vispaaiplaats langs de Casembrootlaan vervalt omdat het overleg met de gemeente Westland nog niet is afgerond. De heer Middendorp verwijst naar een artikel in het Algemeen Dagblad, waarin een woordvoerster van het hoogheemraadschap zegt dat er geen enkel verband is tussen de beperking van de omvang van de vispaaiplaatsen en de wensen van de exploitant van fluisterboten, Booma. In het stuk staat dat de plannen zijn gewijzigd in verband met te verwachten bezwaren van het fluisterbootbedrijf. Hij vraagt wat er precies aan de hand is. De voorzitter weet het niet, er komt ongetwijfeld een antwoord op deze vraag als een nieuw voorstel wordt voorgelegd. De heer J. van den Berg heeft enkele vragen met betrekking tot agendapunt H.14. 2 De heer Van der Wedden verzoekt om behandeling van agendapunt 07.01 in de Commissie Bestuur, organisatie en bedrijfsvoering. De voorzitter zegt dat toe. De heer Middendorp vraagt om behandeling van stuk ter kennisname 6.06 in de Commissie Waterkwaliteit en ingekomen stuk 07.04 in Commissie Bestuur, organisatie en bedrijfsvoering. De voorzitter zegt dat toe. Mevrouw Ruigh vraagt om bespreking van de schriftelijke beantwoording over het Weidevogelpact, 07.03, in de Commissie Bestuur, organisatie en bedrijfsvoering. Zij vraagt daarbij een kopie van de gebruiksovereenkomst te voegen, alsmede om aan te geven onder welke wetgeving die gebruiksovereenkomst valt. De Voorzitter zegt dat toe. 02. Notulen VV d.d. 10 juli 2014 De notulen worden vastgesteld. De voorzitter zal bezien wat moet gebeuren met vragen die de heer Middendorp heeft ingediend. Het desbetreffende stukje van de notulen kan nog in de volgende vergadering aan de orde komen. 03. Mededelingen Er is bericht van verhindering van de heren Batist, Kuijvenhoven en Van der Velde. De heer Overmeer komt later. De heer Van den Wijngaart neemt deel aan een bijeenkomst van secretaris-directeuren elders in het land. Mevrouw Bom deelt mee dat de gemeenschappelijke regeling wateronttrekking DSM aan Delfland heeft gevraagd het aansluitende leidingwerk van de grondwaterputten naar het aan te leggen boostergemaal uit te voeren. Delfland bouwt het boostergemaal voor rekening van de GR. De VV heeft daarvoor een investeringsplan en een uitvoeringskrediet vastgesteld. Delfland neemt de uitvoeringskosten voor 100% in zijn begroting op. Daar staan voor 100% inkomsten vanuit de GR tegenover. De voor de leidingen geraamde kosten zijn circa € 200.000. Dit werk moet voor 15 april 2015 gereed zijn. Delfland kan dat wel doen, maar moet dan het geraamde werk als meerwerk aan de aannemer van de booster opdragen. Het college is voornemens hiermee in te stemmen, vooruitlopend op het besluit van de VV om het krediet voor het investeringsplan en de uitvoering op te hogen, dat in november 2014 kan worden genomen. Er zijn twee argumenten. Het is ook voor Delfland, lid van de GR, van belang om de kosten zo laag mogelijk te houden. Als de GR in april 2015 de bemaling nog niet overneemt van DSM moet er opnieuw met DSM onderhandeld worden over het doorzetten van de bemaling door DSM. Dat kan € 100.000 extra kosten. De kosten van het meerwerk komen voor 100% terug van de GR. Daarom is het financiële risico nihil. Zij meldt dit opdat de VV er nu al kennis van heeft. De heer Ranner wijst erop dat de VV nu nog niet instemt. De voorzitter zegt dat het een en ander daarom in de vorm van een mededeling is gedaan. 04. Insprekers Van het spreekrecht wordt geen gebruik gemaakt. 05. Vragenrondje Van het vragenrondje wordt geen gebruik gemaakt. 06. Stukken ter kennisname De heer Canton is niet duidelijk wat de toezegging aan mevrouw Engels in de notulen van de Commissie Waterveiligheid, over de toelichting op de ontwikkelingen rond faunauittreedplaatsen, naar aanleiding van de motie van 10 juli 2014, behelst. Hij weet niet of de beantwoording voorafgaand aan de commissievergadering schriftelijk plaatsvindt of mondeling in die vergadering. Als het schriftelijk gebeurt zou het handig zijn als de motie als bijlage werd toegevoegd. De voorzitter antwoordt dat de toelichting schriftelijk, met de gevraagde bijlage, zal worden gegeven. 3 De heer Middendorp mist in het stuk over het Visstandbeheerplan, 06.03, wat de inzet en het beleid van Delfland zijn. Hij vraagt of hij daar in de commissie een antwoord op kan krijgen. Mevrouw Ter Woorst zal hierover een mededeling doen in de komende commissievergadering. Het inspraakproces loopt. Delfland brengt het belang van schoon water in. De testen verlopen tot nu toe goed. De stukken onder 06.01 t/m 06.07 worden voor kennisgeving aangenomen. 07. Ingekomen stukken De heer Van der Wedden merkt naar aanleiding van 07.05 op dat de heer Vreugdenhil de VV voortdurend bestookt met post, voor hem reden om de problemen ter plaatse met de heer Vreugdenhil te bekijken. In de Oranjebuitenpolder heeft hij gezien dat het grondsaneringsdepot van de gemeente Rotterdam ongezuiverd pergolaatwater afvoert op de sloten. Er zijn slootkanten al een tijd geleden doodgespoten en nog steeds dood. Hij vraagt zich af hoe het mogelijk is dat er water op het oppervlaktewater wordt geloosd en waarom het vastgoedbedrijf van de gemeente Rotterdam slechts een waarschuwing krijgt. Een boer die een melkemmer omstoot krijgt, in de woorden van de heer Vreugdenhil, meteen € 2.500 boete. De heer Vreugdenhil heeft nog veel meer punten aan de orde gesteld. Is het niet verstandig om eens een ambtenaar met verstand van zaken of een bestuurder van Delfland een rondje te laten rijden met de heer Vreugdenhil? De voorzitter zegt dat de VV een brief krijgt waarin staat hoe met de verschillende vragen van de heer Vreugdenhil is omgegaan. Er is al een paar keer koffie gedronken met de heer Vreugdenhil. Ingelanden kunnen op elk moment een vraag stellen aan het hoogheemraadschap, maar op een gegeven moment moet worden gekeken hoe effectief dat nog is. Dat doet niets af aan de buitengewone betrokkenheid van de heer Vreugdenhil. De stukken onder de nrs. 07.01 t/m 07.13 worden voor kennisgeving aangenomen. Bespreekstukken B.01. 2e Bestuursrapportage 2014 De heer Smits wenst mevrouw Döll van harte geluk met haar beëdiging. Hij vindt het opmerkelijk dat er nu meer woordmeldingen zijn dan bij de behandeling van de 1e Bestuursrapportage. De voorliggende Bestuursrapportage vertoont veel minder spanning dan vorige bestuursrapportages. In het verleden moest regelmatig worden geconstateerd dat de voorspellende waarde van de bestuursrapportages niet zo groot was. De loepzuiverheid van de Bestuursrapportage is toegenomen, waarvoor hij complimenten uit. Hij vraagt zich af of het ritme waarin bestuursrapportages worden uitgebracht niet moet worden herzien. Wordt de bestuursrapportage in april of mei uitgebracht, dan kan in de zomer al de begroting voor het volgende jaar worden voorbereid. Dit kan en moet wat hem betreft punt van discussie zijn voor de Verenigde Vergadering in nieuwe samenstelling. De administratieve organisatie van Delfland is aanzienlijk verbeterd. Ook dat heeft geleid tot de grotere voorspellende waarde van de Bestuursrapportage. Dit jaar is bij het nalopen van een aantal posten geconstateerd dat afschrijvingen die al in het verleden hadden moeten plaatsvinden nog niet hadden plaatsgevonden. Dat is nu in een keer gebeurd, hetgeen er naar zijn smaak op duidt dat de administratieve organisatie nog niet helemaal op orde is. Hij zou het op prijs stellen indien hij nader werd geïnformeerd over de afschrijvingen en ook over het oordeel van de accountant daarover. Het verzuim had bij een goede accountantscontrole geconstateerd moeten worden. In het verleden is ooit een Voorlichtingsnota vastgesteld. De voorlichting is nu prima. Inmiddels gaan de ontwikkelingen, vooral op digitaal gebied, ontzettend snel. In de komende zittingsperiode zou nog eens bekeken moeten worden of het voorlichtingsbeleid niet moet worden geactualiseerd. Hij koppelt dat aan het OESO-rapport van maart 2014, waarin is geconstateerd dat de waterschappen noodzakelijk zijn voor het voortbestaan van Nederland, maar dat dit absoluut niet tussen de oren van de inwoners zit. 4 De heer P. van den Berg is in het algemeen tevreden over de Bestuursrapportage. Het behalen van de doelen ligt op schema, binnen de financiële kaders. De investeringen laten geen grote afwijkingen zien. Het enige punt van aandacht is naar zijn mening de exploitatie, die volgens de 1e Bestuursrapportage 4 miljoen voordeliger zou uitvallen, hetgeen nu is bijgesteld naar 8 miljoen. Dat sterkt hem in de gedachte dat er te conservatief wordt begroot. Het PPScontract en de personeelskosten zijn voor 4 miljoen bijgesteld, maar dit moet wel de opmaat zijn naar een realistischer vaststelling van de komende begroting. Het aangekondigde instrument van een begrotingswijziging pal na de vaststelling van de begroting kan daar een prima middel voor zijn. Hij vindt dit een belangrijk aandachtspunt omdat met de kennis van nu de vraag kan worden gesteld of de tarieven wel verhoogd hadden moeten worden in de mate zoals is gedaan. De begroting moet een goede afweging van wijzigingen in de tarieven en verbetering van de schuldenpositie op de lange termijn mogelijk maken. Hij heeft er vertrouwen in dat bij de komende begroting een nieuwe stap zal worden gezet. De heer Van Rossum sluit zich graag aan bij de uitgedeelde complimenten. Hij reageert ad hoc op het idee van de heer Smits om het aantal bestuursrapportages terug te brengen tot een per jaar. Zijn probleem is dat op het moment dat de heer Smits noemt de cijfers nog maar beperkt bekend zijn. De Burap zou daarom meer in het midden van het jaar moeten worden uitgebracht. Hij roept het college op om werk te maken van enkele punten die in de commissie al zijn gemeld, bijvoorbeeld het niet gebruiken van een beloningspost bij innovatie van de lozing van gezuiverd afvalwater en de gedachten over een zoetwaterfabriek. Mevrouw Hilders pleit ervoor bij de evaluatie van doorspoelbeleid ook de frequentie van doorspoelen die nodig is te betrekken. Doorspoelen is eigenlijk geen duurzame maatregel. Zij verwacht meer van brongericht beleid, in samenhang met een goed plan voor vergunningverlening en handhaving. Een monitoring van de visstand is beschikbaar, maar wordt niet regulier gedeeld met de VV. Zij vraagt om dit in het vervolg wel te doen. De heer Canton heeft de indruk dat Delfland niet wil, niet kan en het niet eens probeert. Hij leest met regelmaat dat de doelrealisatie op schema ligt, maar niet welk schema. Vanwege de bezuinigingsoperatie worden natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen die de VV zelf als inspanningsverplicht heeft aangemerkt niet aangelegd. Dat is maar een van de voorbeelden. Vooral in het programma Schoon water zijn klappen gevallen, alleen maar om een schuld op te lossen. Destijds werd geroepen dat de belastingen met 10% moesten worden verhoogd, maar een jaar later was dat nog maar 1%. Het wordt ook niet geprobeerd, want bij bijna alle projecten is sprake van onderinvesteringen. Hij vraagt zich af waarom op sommige projecten niet meer wordt geïnvesteerd dan misschien aanvankelijk was begroot. Dat kan worden gecompenseerd met de onderinvesteringen op andere projecten. Uiteindelijk zien de cijfertjes er leuk uit, maar de doelen worden niet gehaald. Misschien kan het ook niet. De structurele besparing op de exploitatie is niet 8 miljoen maar bijna 13 miljoen. De organisatie is fors ingekrompen. Zij is misschien wel te veel afgeslankt om nog voldoende natuurvriendelijke oevers aan te kunnen leggen en om de waterdieren de ruimte te kunnen geven. De organisatie is zo afgeslankt dat de investeringen niet meer organisatorisch kunnen worden weggezet. Daar maakt zijn fractie zich grote zorgen over. Mevrouw Jans maakt net als andere sprekers het college complimenten voor de Bestuursrapportage. Er is een duidelijke opgaande lijn in de kwaliteit, ook zichtbaar in andere stukken van de P&C-cyclus. Het logo van het hoogheemraadschap heeft een oranje banier met “725 jaar” gekregen. Ook daarvoor spreekt zij complimenten uit. Zij herinnert zich dat in een van de eerste vergaderingen van de commissie BOB waarin zij, nog als plaatsvervanger, aanwezig was de dijkgraaf tot haar grote verbazing zei dat Delfland niet in control was. Haar persoonlijke reactie was dat dit niet geaccepteerd kon worden, omdat dan het bestuur voor de rest van de zittingsperiode met handen gebonden was. Gelukkig heeft het college zich dit ter harte genomen. De resultaten liggen nu voor. 5 In 2013 heeft de dijkgraaf toegezegd dat in 2014 aan de slag zou worden gegaan met prestatie-indicatoren. Daar werd steeds om gevraagd. Dat is zichtbaar geweest in begroting en Burap. Zij is blij met de toezegging dat er een informatieve VV komt over het gebruik van de prestatie-indicatoren. Zij vraagt om een deel van die informatieve VV de vorm van een workshop te geven, zodat de leden van de VV ook kunnen ervaren hoe lastig het kan zijn om goede indicatoren te formuleren en de VV daaraan haar bijdrage kan leveren. De VV kan dan mede de doelen formuleren. Zij ondersteunt het verzoek van de fractie van de VVD om te zoeken naar een samenhangend stelsel van realistische doelen en uit te voeren beleid. Zij herinnert zich ook dat de dijkgraaf in 2013 zei dat het college de begroting zodanig wilde uitvoeren dat de afwijkingen van de begroting niet groter zouden zijn dan 10%. Zij heeft dat ironisch een mooie doelstelling genoemd. Tot haar schrik ziet zij nu dat de afwijking van de geraamde exploitatie bijna 15% is. De afwijking van de geraamde investeringen is niet groot. Zij vraagt zich af of een raming van investeringen van 50 miljoen in 2015, als doelstelling uitgesproken in de Kaderbrief, realistisch is. Wat zijn de consequenties voor de tarieven? De Algemene Waterschapspartij meent dat de tarieven niet meer mogen stijgen dan de inflatie. Voor haar is heel belangrijk dat Delfland in 2015 de kostentoedeling aan burgers ook zeker niet tot de uiterste wettelijke mogelijkheden moet oprekken. De heer Canton memoreert dat de Algemene Waterschapspartij enkele jaren geleden een motie voorstelde om de belastingen met 5% te laten stijgen. De inflatie was op dat moment lager. In hoeverre is de context gewijzigd, zodat nu een ander standpunt wordt ingenomen? Mevrouw Jans brengt naar voren dat standpunten moeten worden geactualiseerd. De heer J. van den Berg schaart zich achter de waardering voor de Burap, die gunstig afwijkt van de begroting. Dat is prettiger dan een ongunstige afwijking. De ambitie moet wel blijven om begroting en realisatie dichter bij elkaar te krijgen. Het verheugt hem dat de doelen in het kader van de veiligheid gehaald worden. Ook de ontwikkelingen in de zuivering zijn gunstig. De oude installatie van de warmtekrachtkoppeling zou in 2017 afgeschreven zijn, maar de afschrijving is versneld doordat een gunstige vervanging mogelijk bleek. Hij vraagt hoe de kosten van het afschrijven over de laatste drie jaren zich verhouden tot de gunstige aankoop. Ook de projecten voor Schoon water liggen op schema, maar op het punt van de chemische waterkwaliteit moet Delfland zijn best blijven doen. Hij hoopt dat de effecten van de doorspoeling gunstig zullen zijn. Mevrouw Engels constateert dat de resultaten van de begroting zowel wat betreft investeringen als wat betreft exploitatie moeilijk te voorspellen blijven. De afwijkingen zijn nu wel op een zeer gedetailleerd niveau toegelicht. De prestatie-indicatoren zien er goed uit. De chemische waterkwaliteit blijft een aandachtspunt. Het aangesloten houden van de tuinbouwbedrijven op het riool blijkt van groot belang voor de waterkwaliteit. Zij vraagt of er sinds 30 juni 2014 meer indicaties zijn in welke mate maatregelen als doorspoelen en kwaliteitsbaggeren effectief zijn. De grote meerderheid van de plannen voor voldoende water en stevige dijken ligt op koers. In de risicoparagraaf wordt gemeld dat er met de provincie wordt gesproken over de normen, maar niet zozeer over het versnellen van projecten, hetgeen haar meer zou aanspreken. Tot haar geruststelling is haar gebleken dat het college daar wel degelijk naar streeft. Tot haar genoegen is Delfland van plan regenwater meer dan in de afgelopen periode van de riolering af te koppelen, onder andere om te zorgen dat redelijk schoon water niet wordt afgevoerd naar de Noordzee. Dit zal ongetwijfeld zijn effecten hebben op de afvalwaterzuivering en de heffingen van Rijkswaterstaat. Hoe wordt dit aangepakt? De regelmatige overstorten zijn Water Natuurlijk nog steeds een doorn in het oog. Zij hoort graag welke aanpak het college mogelijk acht. Er dient maar af en toe externe expertise te worden ingehuurd voor de inbreng van Delfland in planvormingsprocessen. Veel prestatie-indicatoren zijn gehaald, zoals het exploitatieresultaat van 13 miljoen en het te verwachten positief vermogen van 33 miljoen, nog voortkomend uit de inspanningen bij de uitvoering van de motie-Dijkema c.s. De crisisorganisatie is op orde. Er zijn workshops gehouden voor het team Handhaving en toezicht ter voorbereiding van het uitvoeringsplan Handhaving en toezicht. Onder andere door de huidige samenstelling van het personeelsbestand is er minder uitgegeven, maar daartegenover staat wel de 4,4 miljoen die is begroot voor het nieuwe Delflandse werken en het onderzoek huisvesting. Het is goed dat deze uitgaven nu duidelijk zijn opgenomen in de Burap. 6 De heer Hombergen spreekt ook complimenten uit voor de Burap. Hij voegt zich bij de aansporing van de heer Smits om te streven naar optimalisatie van het proces. De VV moet niet alleen kijken naar de stand van zaken, maar ook of er nog moet worden bijgestuurd. Hij heeft daar nog geen oplossingen voor, maar er moet eens bij worden stilgestaan. Structureel wordt nu elk jaar meer geld in de begroting opgenomen dan daarna wordt uitgegeven. Er is een tendens tot onderuitputting. Er moet worden gezocht naar een methode om niet alleen de uitgaven, maar vooral ook de inkomsten realistisch te begroten. Daar doen zich schommelingen voor, die goed in beeld moeten zijn, ook om meegenomen te worden bij de eerstvolgende begroting. De heer Overmeer komt ter vergadering. De heer Wiegman geeft aan dat een goede Burap, waarvoor veel complimenten zijn uitgesproken, alleen mogelijk is door de inzet van de medewerkers. Hij geeft de complimenten graag aan hen door. Hij zal in het college de suggestie van de heer Smits om het aantal buraps te beperken tot een per jaar naar voren brengen. Die zou kunnen worden gekoppeld aan de begroting en vervolgens de brief over begrotingswijzigingen in december. Hij zal de organisatie vragen de consequenties daarvan te overzien. Hij betreurt het dat op enkele posten versnelde afschrijvingen aan de orde zijn. Die worden veroorzaakt doordat een analyse is gemaakt van de gevolgen van wijzigingen in de huisvesting, het verlaten van twee complexen. De investeringen in die gebouwen moeten versneld worden afgeschreven. Hij wil best duidelijk maken voor de VV wat nu in beeld is. Bij de gemaakte analyse is men ook een aantal posten tegengekomen waarop al eerder afgeschreven had moeten worden. Dat zal nog aan de accountant worden voorgelegd. Op korte termijn zal daarin inzicht worden gegeven. Volgend jaar zal de VV moeten beslissen over eventuele centralisatie van de huisvesting. Pas dan wordt duidelijk tot welke afschrijvingen dat precies leidt. Er zal dan pas een compleet plaatje van de afschrijvingen gepresenteerd kunnen worden. De voorzitter vult aan dat voor de huisvesting een stapsgewijze aanpak is gekozen. De fractievoorzitters hebben al enig financieel inzicht gekregen. De heer Wiegman acht het noodzakelijk dat de VV een goed inzicht heeft in het proces dat plaatsvindt, ook in de financiële consequenties. De VV moet een beeld krijgen van de projecten waarover op termijn een versnelde afschrijving moet worden doorgevoerd. Het exploitatieresultaat van 8 miljoen is enerzijds het gevolg van incidentele meevallers, maar anderzijds ook van structurele meevallers. Er moet tegen worden gewaakt om incidentele meevallers te koppelen aan tariefontwikkelingen, want de effecten van tariefontwikkelingen zijn altijd meerjarig. De som van 8 miljoen is op een exploitatie van 240 miljoen een substantieel bedrag, maar wel een paar procenten op het totaal. Exploitatiemeevallers zijn af en toe niet te voorkomen. Die heeft hij overigens liever dan tegenvallers. Er moet wel op een zo realistisch mogelijk resultaat worden gekoerst. Alle investeringsramingen vinden plaats via de SSK-methodiek, hetgeen inhoudt dat er heel nauwkeurig wordt geraamd. Afwijkingen zijn het gevolg van externe omstandigheden. Een aanbesteding kan veel lager uitvallen, bijvoorbeeld doordat de concurrentie enorm is toegenomen. De doelenrealisatie is op schema, op enkele punten na. Een behoorlijk deel van het voor 2015 voorziene investeringsniveau van 50 miljoen, ongeveer 12 miljoen, heeft te maken met de huisvesting. Het college beraadt zich bij de voorbereiding van de begroting over de ontwikkeling van de tarieven. De VV krijgt daarover te zijner tijd bericht. Het college zet de laatste tijd sterk in op realistisch begroten. Ontwikkelingen in de inkomsten zijn, bijvoorbeeld ten gevolge van het kwijtscheldingsbeleid, vaak pas achteraf zichtbaar. De laatste jaren gaan ook nogal eens bedrijven failliet, hetgeen leidt tot oninbaarheid van aanslagen. De heer Van Olphen wijst erop dat het afkoppelen van regenwater van de riolering niet een zaak van het waterschap is, al stimuleert het waterschap dat wel, maar van de gemeente. Onder andere bij nieuwbouw wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn, ook om overstort te voorkomen. Redelijk schoon water moet niet in grote hoeveelheden bij de zuiveringsinstallaties terechtkomen. Bij afkoppeling kan dat water overigens ook op een later tijdstip bij de zuiveringsinstallaties komen. Het wordt dan wel beter gedoseerd aangevoerd, zodat de instal- 7 laties niet overbelast raken ten gevolge van enorme hoosbuien. Overigens is regenwater ook weer niet zo schoon als veel mensen denken. Op het ogenblik is er veel discussie over zink in het water, door de zinken dakgoten. Dat zink zou ook in sloot en boezemwater komen. De nieuwe installatie voor warmtekrachtkoppeling was erg goedkoop, doordat zij na een calamiteit elders overcompleet was. Zij is spiksplinternieuw en voorzien van alle garanties. Natuurlijk is berekend of dat opwoog tegen de extra afschrijving. Misschien wordt ook nog wat terugverdiend door verkoop van de oude installatie. Ook zonder die verkoop was overname al voordeliger. Mevrouw Ter Woorst bevestigt dat het programma Schoon water op schema ligt. Er zijn grote slagen gemaakt. Wie door Delft fietst, kan zien dat de gemeente daar veel inspanningsverplichte natuurvriendelijke oevers aanlegt. Zij klapt een beetje uit de school, omdat de evaluatie van de doorspoeling pas later volgt, maar de eerste maanden zijn al effecten vastgesteld. Voor de daaropvolgende maanden zijn die effecten nog niet te zien, maar aan de hand van de evaluatie zal daar nader op kunnen worden ingegaan. Daarnaast is het bronbeleid belangrijk. De heer De Hoog verwijst naar een groot landelijk onderzoek van Deltares. De resultaten zijn erg wisselend. Oorzaken zijn onder andere schraal water en de onvoldoende doorstroming van sloten. Mevrouw Ter Woorst kent het rapport van Deltares niet. Zij meent dat een landelijk onderzoek ook niet zonder meer van toepassing kan worden verklaard voor Delfland. Zij verwijst naar de evaluatie die volgt. De heer De Hoog merkt op dat er in Delfland wel kwelwater is. Mevrouw Ter Woorst zegt dat er ook veel andere bronnen zijn, waarop mevrouw Hilders terecht wijst. Bestrijdingsmiddelen komen niet uit het kwelwater. Zij verwijst naar het plan Handhaving en toezicht om aan te geven dat er maatregelen zijn genomen in het kader van het bronbeleid. Dat plan komt nog in de commissie aan de orde. Zij wil de resultaten voor de visstand delen met de VV, maar kan nog niet zeggen op welke manier dat kan, via de waterkwaliteitsrapportage of via een brief. Om de drie jaar zijn er nieuwe gegevens, dus ze moeten niet meteen worden verwacht. De voorzitter meent dat in de volgende zittingsperiode eens moet worden bekeken of het voorlichtings- en communicatiebeleid nog op koers is of moet worden geactualiseerd. Dat er volgend jaar waterschapsverkiezingen zijn is nog maar weinig bekend. De Unie werkt daar wel aan. Delfland zal ook een inspanning doen om er meer bekendheid aan te geven. Anders dreigt de discussie te zeer te worden gemonopoliseerd door de landelijke politiek, in verband met de toekomstige samenstelling van de Eerste Kamer. Een aantal voorstellen over de personele begroting is door de VV via de Kadernota overgenomen. Die zal niet langer bestaan uit een aantal losse posten, die moeilijker te beheren zijn. Er zullen een vaste schil en een flexibele schil zijn, waarmee kan worden ingespeeld op allerlei ontwikkelingen. De uitkomsten van de cao-onderhandelingen zijn bijvoorbeeld nog niet bekend. Er wordt nu één bedrag vastgesteld. De ontwikkelingen binnen die post worden goed gevolgd. Er is behoorlijk strak op gestuurd, maar vanuit Schoon water komen er nu weer nieuwe verlangens op het terrein van handhaving. Daarbij gaat het niet zozeer over aantallen, maar over de methoden die moeten worden gebruikt. Er worden nu op een bepaald gebied extra inspanningen gedaan. Er blijken per bedrijf veel meer uren nodig te zijn dan vooraf werd gedacht. Binnen de personeelsbegroting kan nog tijdelijk wat meer worden geleverd voor handhaving. De begrotingspost wordt daardoor niet hoger. Wat de handhaving betreft, is er de verantwoordelijkheid van teler en bedrijf, die niet moeten denken dat de overheid wel voor oplossingen zorgt. Overheid en bedrijf moeten daar wel goed over communiceren. Het was voor hem prettig om geciteerd te worden door mevrouw Jans en te constateren dat die citaten ook zijn uitgekomen. Naar zijn mening zijn VV en college er goed in geslaagd de organisatie terug in control te krijgen. De heer Wiegman heeft de organisatie ermee gecomplimenteerd. Het systeem van prestatie-indicatoren werkt steeds beter. Voordat hij iets toezegt wil hij even met mevrouw Jans bespreken wat zij bedoelt met werkshops in de informatieve VV. Hij houdt vast aan zijn opmerking dat een afwijking van 10% van begrotingsposten redelijk kan zijn. Ook wat betreft de exploitatie is de tendens nu in die richting. Hij meent dat Delfland ook hier op een goede koers zit. 8 De heer Smits constateert dat het college telkens weer vorderingen maakt. Hij ziet graag een rapportage over de mogelijkheid van een ander ritme in de behandeling van bestuursrapportages tegemoet. Hij is ook blij dat er meer informatie over afschrijvingen komt. Mevrouw Hilders zou heel blij zijn met de begeleidende notitie waarin een aantal dwarsverbanden worden gelegd tussen doorspoeling en handhaving. Het lijkt haar nuttig om eens na te denken over slim handhaven. De informatie over de visstand ziet zij met belangstelling tegemoet. Voor de heer Canton is het nu duidelijker hoe er is begroot. Politieke keuzen die destijds zijn gemaakt zijn dankzij de Bestuursrapportage nu vele helderder. Zijn fractie steunt die niet. Zij zal de volgende begroting specifiek op onderinvesteringen en overinvesteringen kritisch bekijken. Mevrouw Jans acht het verstandig om afwijkingen tussen begroting en resultaat afzonderlijk te bezien voor de baten en voor de lasten. Het streven moet zijn om tot een afwijking van nul procent te komen. De voorzitter heeft nog nooit een overheid of een bedrijf meegemaakt dat zo’n resultaat behaalde. Dat is niet realistisch. Er zijn altijd meevallers en tegenvallers, incidentele gebeurtenissen et cetera. Als een aanbesteding goedkoper uitvalt, zegt Delfland niet tegen de aannemer dat hij het extra geld maar moet houden, omdat het anders zo moeilijk uit te leggen is. Mevrouw Jans voert aan dat naarmate het resultaat steeds kleiner wordt elke afwijking groter is. Zij meent dat het college op een andere manier moet meten of de begroting goed wordt uitgevoerd en realistisch is. Zij wacht de brief met voorlopige resultaten over 2014 met spanning af. Nieuwe huisvesting vindt waarschijnlijk nog niet plaats in 2015. Het voorstel inzake de tarieven is daar wel op gebaseerd. Zij vraagt hoe realistisch dat is. Zij dankt de voorzitter voor diens toezegging over de opzet van de informatieve vergadering over de prestatie-indicatoren. Mevrouw Ruijgh is het eens met de PvdD dat het college niet zozeer de originele doelstellingen haalt, maar wel op het schema van bijgestelde doelstellingen ligt. Zij voelt nog steeds spijt omdat de doelstellingen bijgesteld moesten worden. Zij heeft er steeds voor gepleit na de bijstelling binnen de ruimte voor Schoon water daar het maximale uit te halen. De hoogheemraad bleek heel veel te kunnen doen voor nog minder geld. Zij heeft daar bewondering voor, maar zij vraagt zich nog steeds af waarom de financiële ruimte die er voor was niet volledig is benut om meer natuur te creëren. Zij hoopt dat bij de uitvoering van het Waterbeheerplan het maximale er uit wordt gehaald, met alle kennis die is verworven. De doelstellingen worden dan misschien niet pas in 2027 maar al in 2021 gehaald. De heer Middendorp stemt hier namens de AWPD helemaal mee in. De heer J. van den Berg heeft een antwoord gemist inzake de verruiming van de normen die de provincie gaat hanteren. Hij is heel nieuwsgierig naar de effecten voor de polders. Hij verneemt graag of de polders bij calamiteiten meer water te verwerken krijgen. Mevrouw Engels begrijpt dat er bij de afkoppeling van regenwater van de riolering technische problemen kunnen zijn. Haar is onduidelijk hoe Delfland de gemeenten denkt te stimuleren. Er was een subsidieregeling, maar die is afgeschaft. Water Natuurlijk zou het fantastisch vinden als de Europese doelstellingen al in 2021 in plaats van 2027 gehaald werden. De heer Hombergen ondersteunt ook de strekking van het betoog van mevrouw Ruijgh. Ook steunt zijn fractie het streven om de handhaving effectiever te maken en te intensiveren. Hij ziet wel wat in de ideeën van de heer Smits ter verbetering van het proces rond de buraps. Hij vraagt of de Rekeningcommissie daarbij kan worden betrokken. Hij vraagt de portefeuillehouder financiën om de VV frequenter op de hoogte te houden van de belastinginkomsten, zodat de leden die informatie kunnen gebruiken bij hun overwegingen. 9 De heer Wiegman duidt aan dat de begroting nu wordt voorbereid en in november 2014 wordt behandeld. Daarna kunnen zich nog wijzigingen voordoen. Afgesproken is dat de VV in december 2014 een brief voorgelegd krijgt met mogelijke wijzigingen. Als over de investeringen in huisvesting niet wordt besloten in 2015 maar later, zou dat invloed kunnen hebben op de tarieven. De tariefontwikkeling komt pas aan de orde bij de begroting, in november 2014. Dan kan de VV haar oordeel geven over de tariefontwikkeling in relatie tot het investeringsplan. Hij zegt een frequentere informatie over de belastinginkomsten toe. De heer Van Olphen verwijst naar de uitgebreide discussie in de commissie over de afkoppeling van regenwater. Bij de behandeling van gemeentelijke rioleringsplannen stimuleert Delfland in woorden en daden mogelijkheden om af te koppelen. Een goed voorbeeld is het waterplein in Rotterdam, waar regenwater tijdelijk kan worden opgevangen. Het is een goed voorbeeld hoe met werk werk kan worden gemaakt. Overigens gaat het water er later nog wel degelijk naar de waterzuivering en niet de sloten of de boezem in. De heer A. van den Berg deelt mee dat het overleg van de waterschappen met de provincie Zuid-Holland in feite gaat over het op een betere wijze uitvoeren van niet-kosteneffectieve projecten. Daarbij wordt ook gelet op een verantwoorde behandeling van de maatschappelijke kosten. Mevrouw Ter Woorst verzekert dat voortvarend wordt gewerkt aan het programma Schoon water. De eerste resultaten zijn zichtbaar. Er zijn bij voorbeeld twee zwemwaterlocaties bij gekomen. Haar staat ook voor ogen dat, zoals ook verwoord in het deelstroomgebiedplan voor de KRW, al in 2021 de geformuleerde doelstellingen worden bereikt. De voorzitter geeft aan dat er nog gesproken wordt over de relatie tussen uitvoering en handhaving en een brongericht waterkwaliteitsbeleid. De VV zal daarover te gelegener tijd worden bericht. De Verenigde Vergadering besluit conform het voorstel. B.02. Investeringsplan bergingsgebied en vispaaiplaats Molenvlietpark (Hoge Broekpolder, Den Haag) De heer Smits is als Hagenaar zeer verheugd over de aanleg van de Rotterdamsebaan. Soortgelijke verbindingen zijn in het verleden van de stad heel wat minder voortvarend gerealiseerd. Nog groter is zijn vreugde omdat dit infrastructurele project wordt aangegrepen om extra waterberging en vispaaiplaatsen te realiseren. Hij hoopt dat de komende jaren meer waterbergingen worden gekoppeld aan infrastructurele projecten die gemeenten moeten uitvoeren. Hij is niet bereid tot realisering tot elke prijs. De gemeente Den Haag heeft zelf ook een groot belang bij goede waterberging. Hij ziet het als een voorwaarde dat Delfland niet verder dan nodig hoeft bij te dragen. Er is gezocht naar een goede locatie voor de waterberging. Die kon niet worden gevonden in de directe nabijheid van het project. Hij vraagt of Delfland beschikt over een aantal locaties voor waterberging. De heer De Jong heeft nog wel een paar vragen bij de opmerking in het stuk dat zich voor Delfland een unieke kans voordoet om een waterberging en een vispaaiplaats aan te leggen tegen relatief gunstige kosten. Zo vraagt hij of de grond eigendom wordt van Delfland dan wel of Delfland een miljoenenproject uitvoert op andermans eigendom, met alle risico’s van dien. Er wordt vastgehouden aan een nieuw aan te leggen aanvoertracé, voor veel geld. De watergang langs de berging zou niet breed genoeg zijn. Het is hem niet duidelijk of Delfland de plannen maakt of de projectgroep van de verschillende partijen. Regelmatig wordt verwezen naar vergelijkbare situaties in de Hoekpolder of de Bergboezem Berkel. In de Hoekpolder is een berging met een inlaat van 6 m3 per seconde gerealiseerd, met een watergang van ruim 19.000 m3 voor de inlaat. De berging is na twaalf uur helemaal vol. Langs de nieuw aan te leggen berging Molenvlietpark ligt de Kansjesmolensloot, met een inhoud van bijna 10.000 m3. Met een inlaat met een capaciteit van 3 m3 per seconde zou de berging in ruim vijf uur 10 vol zijn. Deze gegevens komen uit de legger van Delfland. Voor hem is het de vraag of de berging sneller gevuld moet kunnen worden en tegen welke meerprijs dat dan moet. Rond de berging zouden nieuwe kades kunnen komen met de hoogte van boezemkeringen. Daardoor is er boven het boezempeil 40 centimeter extra bergingscapaciteit, 20.000 m3. Die kan worden gevuld met de noodpompen, als die op tijd aanwezig zijn. De fractie van bedrijfsgebouwd vindt dat deze optie in de overeenkomst moet worden meegenomen, zodat er een berging ontstaat van 80.000m3. Haar insteek is: meer kubieke meters voor minder geld. De heer Canton beschouwt de Rotterdamsebaan als een geldverslindend project, waarbij natuur en milieu de grote verliezers zijn. Een geluk bij een ongeluk is dat het voor Delfland kansen biedt. In de oostboezem is er veel te weinig ruimte voor het opgroeien van vissen en waterinsecten. Het project is nu goedkoper en zekerder dan alternatieven. Aangezien zijn partij de Rotterdamsebaan in de VV niet kan tegenhouden, is het niet meer dan logisch dat zij het voorstel wel steunt. Hij vraagt hoe luid en hoe duidelijk Delfland tegen sterk verstedelijkte gemeenten zoals Den Haag in wil adviseren om geen nieuwe weg aan te leggen, omdat de wateropgave groot is en de belastingbetalers erg duur uit zijn. De heer Van der Wedden wil de, wellicht niet helemaal ideale, kans die zich nu voordoet aangrijpen. Alternatieven in stedelijk gebied zijn nog duurder en doen zich eigenlijk niet voor. Mevrouw Dijkshoorn kan het risico op lange termijn van het voorstel niet overzien. Delfland is erg afhankelijk van de eigenaar van de grond vóór de berging. Nut en noodzaak van de berging ziet zij wel, maar de gemeente Den Haag ziet die helaas nog niet. In de gesprekken met Den Haag moet er de nadruk op gelegd blijven worden dat de gemeente meer moet doen voor het waterbeheer. Het plan ligt al bij de gemeente ter inzage. Zij vraagt welke invloed Delfland nu nog heeft. Ligt de locatie al vast in het bestemmingsplan, zodat Delfland er te allen tijde nog een waterberging kan maken? Het waterplein in Rotterdam en de berging bij de kassen in het Westland moeten als voorbeeld onder de aandacht van Den Haag worden gebracht. Net als de fractie van bedrijfsgebouwd heeft zij vragen over de toevoer. Is er een mogelijkheid om een vlotterkering te gebruiken voor extra berging? Zij zou graag zien dat de extreme kosten van de aanvoer naar de berging kunnen worden verminderd. Mevrouw Engels acht uitvoering van het plan voor waterberging en vispaaiplaatsen nu nog niet strikt noodzakelijk, maar later wordt het misschien veel moeilijker om een locatie voor waterberging te vinden in het gebied. Wel vindt zij de kosten, die Delfland niet alleen zelf kan beheersen, hoog. Haar positieve instelling wordt getemperd. Haar fractie heeft voorwaarden geformuleerd en komt tot een voorzichtig “ja/mits”. Door onderzoek zou moeten worden aangetoond dat de Driemanspolder geen echt alternatief is. De kosten zouden in een redelijke verhouding moeten zijn met die van de aanleg van de berging in de Hoekpolder. Tot nu toe heeft zij gehoord dat belangrijke kosten nog niet in het voorstel zijn vermeld. Voorts moet de gemeente Den Haag zelf duidelijk stappen zetten om de doorstroming en waterberging op plekken in het centrum mogelijk te maken. Een waterplein als in Rotterdam zou heel nuttig zijn in Den Haag. Deze voorwaarden moeten worden vervuld wil Water Natuurlijk aan het plan meewerken. De heer Ranner ziet als voordelen van het plan dat wat wordt gedaan aan de piekwaterstanden en aan de waterveiligheid en dat er een prachtig park en een vispaaiplaats komen. In de stukken staat ook dat de berging niet noodzakelijk is om aan de huidige inundatienormen te voldoen. Er is geen substantiële besparing in het programma voor regionale keringen. De Driemanspolder, met een capaciteit van 300.000 m3 was al bedoeld als reservering voor de lange termijn. Dat is altijd nog een alternatief voor de vermindering van het waterpeil van de Vliet dat onderzocht moet worden. In het voorjaar nog kreeg de VV een notitie over een implementatieplan om een beleidsnota over de bepaling van wateroverlast te ontwikkelen. Daarin staat dat de investeringskosten in verhouding moeten staan tot de vermeden schade. In vergelijking met investeringen in vier andere polders voor waterberging blijkt het Molenvlietpark, hoe men het ook wendt of keert, heel duur. Hij ziet het belang voor de provincie en de gemeente, maar vraagt zich nog af wat het belang voor Delfland is. Er is een uitbreiding van de groene long en de landgoederen. Er is een heel direct belang voor de omwonenden. Met de 11 heer De Jong is hij het eens dat de kades hoger zouden kunnen worden gemaakt, maar dat gebeurt niet omdat er sprake moet zijn van een parklandschap. Hij vraagt zich af of Delfland niet betaalt voor het belang van andere overheden. De voorzitter had het genoegen dit infrastructuurproject te mogen aansturen. Er was een kans om bij het project aan te haken, aan de hand van het waterplan Den Haag, om een waterberging toe te voegen. Een groot verschil met andere projecten is dat in grootstedelijk gebied de kosten van elke actie hoger zijn dan elders. Den Haag gaat in elk geval een park aanleggen. Daarin is een berging gepland, maar die kan nog vervallen. Na vandaag zal daar duidelijkheid over zijn. Het park is direct naast Drievliet gepland. De Vlietzone wordt de komende jaren steeds verder ontwikkeld. Er worden recreatieve voorzieningen aangebracht. De kwaliteit van het gebied wordt groter. De creatie van een stadspark is de verantwoordelijkheid van de gemeente Den Haag. Op grond van de huidige normen is een waterberging er niet direct nodig. De aanleg zal pas gereed zijn in 2018-2020. In oktober 2014 is het na overvloedige regenval kantje boord geweest. Delfland kroop door het oog van de naald doordat het ophield met regenen. Op dat moment was wel de vraag aan de orde wat er zou gebeuren als het bleef regenen. Afvoeren naar Rijnland zou niet zo maar gaan. Het zou enige tijd kosten voordat de nodige vergunningen er waren, het gemaal Mr.dr. Dolk in werking kon worden gezet, et cetera maar er was nauwelijks tijd. Uiteindelijk moet al het water richting Rotterdam worden afgevoerd. Uit het oogpunt van bestrijding van calamiteiten juicht hij peilverlaging waar dat mogelijk is toe. De regen houdt zich niet altijd aan de normen. In de voorbije zomer waren er problemen in Alphen aan de Rijn, Kockengen en elders. De steeds heftiger regenval stelt nieuwe eisen, waarop Delfland nog niet helemaal is ingesteld. Daarop moet worden geantwoord met berging, waterplannen, innovaties et cetera. Daarover moet verder worden gediscussieerd met de gemeenten in het kader van het Deltaprogramma voor de klimaatadaptieve stad. Hij meent dat zich nu een mooie kans voordoet voor een financieel verantwoorde oplossing. Het past in het Waterbeheerplan 5, want de schade in het gebied bij overstromingen waar dan ook zal behoorlijk zijn. Den Haag betaalt de grond en legt het park aan. Delfland bekostigt de aanleg van de waterberging. Als Delfland zijn bestaansrecht wil houden, moet het zijn verantwoordelijkheid nemen voor droge voeten. De landgoederenzone wordt niet beter van de berging. Die zal toch niet zo snel onderlopen. De provincie speelt op dit punt geen rol. Delfland is uit het project Driemanspolder gestapt omdat de daardoor bereikte verbetering minimaal was. Op termijn is berging daar misschien weer interessant. Voorlopig wordt dit idee in reserve gehouden. De prijs van een verbinding daarheen is veel hoger dan voor het Molenvlietpark. 60.000 m 3 is zeker de moeite waard. De berging in de Hoekpolder grenst aan boezemwater. De inlaat die daar is gemaakt is qua kosten vergelijkbaar. Het grootste verschil in kosten vindt zijn oorsprong in de verbinding. Er wordt nog met Den Haag gesproken over de beste oplossing voor de inlaat. Er zijn vandaag nog suggesties gedaan, maar tot nu toe lijkt het dat de capaciteit van de Kansjesmolensloot onvoldoende is om snel veel water te verwerken en dat die watergang daarom zou moeten worden verbreed. Zowel de gemeente als Delfland zijn tot die conclusie gekomen. Daar wordt nog verder naar gekeken. In het investeringsplan van Delfland zijn geen grondkosten opgenomen. Daarover wordt onderhandeld. Op de beste technische oplossingen wordt nog teruggekomen. Bij de bestrijding van calamiteiten moet men zich niet van te voren rijk rekenen, maar in geval van een calamiteit is er nog een extra capaciteit van 10.000 m3 zonder dat de kaden extra moeten worden opgehoogd. De noodpompen hebben een capaciteit van 20 m3 per minuut, maar de vulcapaciteit van de berging is 5 m3 per seconde. De berging kan dus zonder pompen snel worden gevuld. De risico’s zijn goed te overzien. De investering is verantwoord. Het gebied is eigendom van Den Haag. Het is niet gewenst dat Delfland grond overneemt. Er moet een overeenkomst worden gesloten over de manier waarop de berging kan worden gebruikt. In vergelijking met de polderberging in het waterspoorpark in Leidschendam-Voorburg zijn de kosten voor Delfland aanzienlijk minder. Er is sprake van grootstedelijk gebied, waar de kosten nog hoger zijn dan elders. De gemeente Den Haag neemt ter verlichting van de druk op de Neherkade maatregelen in de Binckhorst in het kader van het gemeentelijke waterplan. In de binnenstad van Den Haag zijn niet veel mogelijkheden. Daar zijn maatregelen genomen aan de Veenkade. Den Haag bekijkt 12 wat de waterpleinen in andere grote steden opleveren, maar grote steden zoeken vaak eigen oplossingen. De heer Smits is overtuigd door het antwoord op zijn inbreng. Hij heeft er alle vertrouwen in dat ernaar wordt gestreefd de kosten voor Delfland zo beperkt mogelijk te houden. Hij zou het op prijs stellen om gaandeweg, wellicht vertrouwelijk, geïnformeerd te worden over de voortgang van het proces. De heer De Jong heeft er moeite mee dat Delfland een project gaat uitvoeren op andermans eigendom. In de gebruiksovereenkomst zal duidelijk moeten worden gemaakt voor welke termijn dat gebeurt. Het mag niet voorkomen dat de waterberging weer moet worden ingeleverd als er een projectontwikkelaar met een dikke portemonnee bij het armlastige Den Haag komt. De Kansjesmolensloot is 1250 meter lang en 9,5 meter breed. De leggerdiepte is vastgesteld op een meter, maar er wordt getolereerd dat die 80 centimeter is. Hij vraagt zich af of het billijk is dat wordt gezocht naar een alternatieve aanvoerroute, waar een behoorlijk prijskaartje aan hangt. Er is kennelijk een marge van 10.000 m3. Betekent dit dat voor de feitelijke inhoud is uitgegaan van 50.000 m3 of komt het totaal op 70.000 m3? De voorzitter interrumpeert dat het 70.000 m3 is. De heer De Jong zegt dat men met een goede pomp die 5000 m3 per uur levert in een uur tijd 10.000 m3 extra kan inlaten. De heer Van Rossum deelt mee dat zijn fractie het voorstel steunt. De heer Canton herhaalt zijn vraag hoe luid en duidelijk Delfland in voorkomend geval een gemeente zo vroeg mogelijk laat weten dat een project beter niet kan doorgaan, gelet op de belastingdruk die eruit voortkomt en ook voor de burgers van die gemeente voelbaar is. De voorzitter voelt zich niet geroepen, zeker niet zonder schorsing om met het college te spreken, om zoiets tegenover de gemeente Den Haag uit te spreken. Dat was niet de vraag van de heer Canton. Zijn vraag was algemener bedoeld, voor de toekomst. De voorzitter zet uiteen dat het hoogheemraadschap als het bijvoorbeeld reageert op een structuurvisie van de provincie niet uitspreekt dat een bepaald project tot ongewenste economische ontwikkelingen of zoiets leidt. Het hoogheemraadschap is alleen betrokken bij de aspecten van waterbeheer. De heer Van der Wedden vraagt zich, gelet op de vele waterbergingen die in het Westland zijn aangelegd, af waarom andere partijen zo tegen de onderhavige plannen zijn. Stedelijk waterbeheer en ruimtelijke adaptatie zijn belangrijke thema’s voor de toekomst. Door aan dit project mee te werken zit Delfland aan tafel bij de gemeente Den Haag. Het is belangrijk dat er bij calamiteiten in dit deel van het gebied van Delfland extra knoppen zijn om aan te draaien. Mevrouw Ruijgh sluit zich aan bij de aandacht die bedrijfsgebouwd heeft gevraagd voor de verschillende manieren om een berging te vullen en de snelheid daarvan. Zij zal niet tegen het voorstel stemmen, maar acht het belangrijk om de kosten zo laag mogelijk te houden, want de berging zal niet vaak nodig zijn. Zij zou iets terug willen vragen van Den Haag, bijvoorbeeld om bij de ontwikkeling van de Neherkade tot een veel natuurvriendelijker inrichting te komen, als bijdrage aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water. Mevrouw Dijkshoorn is blij dat nog met Den Haag wordt gesproken over de beste oplossing. Zij is niet tegen de berging, maar heeft ook vragen omtrent de inlaat. Bij de uitwerking moet goed naar de kosten worden gekeken. Zij zou ook graag zien dat regelmatig naar de VV werd teruggekoppeld over de voortgang. Dan kan zij instemmen met het voorstel. Mevrouw Engels heeft nu begrepen dat de Driemanspolder gebruikt zou kunnen worden, maar veel duurder is dan wat nu voorligt. De grond die nodig is voor de inrichting van de aanvoer blijft van de gemeente Den Haag. Zij vraagt wat dit betekent voor de extra kosten van die aanleg. Zij voelt zich aangesproken door het idee van mevrouw Ruigh dat de gemeente Den Haag nog een handreiking zou kunnen doen door natuurvriendelijke oplossingen op andere plekken. 13 De heer Ranner merkt op dat de fractie van de PvdA, met twee Hagenaars in haar midden, het idee van een waterberging in het Molenvlietpark wel omarmt, maar hoopt dat er efficiënt wordt gehandeld. Delfland doet wel een heel grote investering om de problematiek rond de Vliet op te lossen. Hij is er niet voor dat De Haag de revenuen plukt en Delfland via de waterschapsbelasting de lasten verdeelt. Ook hij pleit ervoor Den Haag een tegenprestatie te vragen. Ook de problemen van het Haagse centrum moeten zo worden opgelost. Voorts moeten alle mogelijkheden worden aangegrepen om de bedragen die nu worden genoemd te verlagen. Zijn fractie is realistisch. Zij heeft belangen bij de coalitie. Zij legt zich neer bij het voorstel. De voorzitter zet uiteen dat er nog heel wat gesproken moet worden over de inlaat voor de waterberging Molenvlietpark. Daarbij zal ook naar de gegevens in de legger worden gekeken. Als bij de uitwerking blijkt dat de nu geschatte kosten kunnen worden gereduceerd, wordt dat natuurlijk ook gedaan. Op dit moment kan hij dat niet overzien. Als men een alternatief wil voor de nu voorziene watergang, dan moet wellicht gebruik worden gemaakt van grond die nu van anderen dan de gemeente is. Die eigendom zou dan moeten worden overgenomen. Er wordt een overeenkomst met de gemeente gemaakt zoals dat bij de Hoekpolder is gebeurd. Hij maakt zich geen zorgen dat Den Haag opeens met een ontwikkelaar aan zou komen. Het gebied wordt begrensd door Drievliet en door een autoweg. Daarom is woningbouw er niet aantrekkelijk. Het water is niet zozeer een probleem voor het centrum van Den Haag, het probleem is vooral dat de mogelijkheden tot afvoer richting Rotterdam aan grenzen gebonden zijn. Delfland is gehouden om voldoende capaciteit in de boezem te hebben om het water te kunnen opvangen. Als het water niet via de Trekvliet naar de Vliet kan, is dat een probleem voor Den Haag. Overal in het gebied van Delfland heeft het hoogheemraadschap de taak aan de oplossing van zulke problemen mee te werken. Hij verwijst, zoals de heer Van der Wedden deed, naar de boezembergingen in het Westland, die door Delfland zijn betaald. Met de andere grote steden wordt bekeken of betere rioleringen en zuiveringsleidingen kunnen bijdragen aan het voorkomen van wateroverlast. Hij vermoedt dat er geen mogelijkheden meer zijn voor natuurvriendelijke oevers langs de Neherkade, maar de betrokken collega’s zullen nog eens goed kijken of er langs de Neherkade mogelijkheden zijn. De heer De Jong stelt nut en noodzaak van de berging absoluut niet ter discussie. Hij ziet alleen graag dat er zo zuinig mogelijk te werk wordt gegaan. Als zich dan nog ergens een kans voordoet, kan die ook worden gegrepen, omdat er nog geld beschikbaar is. Door middel van het gemaal Ypenburg wordt ruim 2000 m3 water per uur gepompt naar de watergang richting Molenvlietpark. Dat kan direct naar de berging gaan. Zou dat niet gebeuren, dan gaat het eerst naar de Vliet en dan vanaf de Vliet weer naar de berging. Hij wil dat dit onderwerp wordt meegenomen in de discussie over de capaciteit van de Kansjesmolensloot. De voorzitter geeft aan dat het water vanaf het gemaal Ypenburg als dat nodig is direct naar de berging gaat. De heer De Jong leest dit nergens in de stukken. De voorzitter zegt dat dit ook niet hoeft. Daarin worden de te verwerken kubieke meters genoemd, maar niet waar die vandaan komen. Mevrouw Engels deelt mee dat Water Natuurlijk instemt met het voorstel, met het dringende verzoek om de kosten naar beneden te brengen, ook al hoeft het niet op een koopje. De voorzitter beschouwt de aansporingen door de VV om goed op de kosten te letten als een steun in de rug bij de onderhandelingen met Den Haag. Dat geldt ook voor de opmerkingen van de heer De Jong. Hij kan vandaag niet zeggen waar dat precies toe leidt. De heer P. van den Berg merkt op dat zijn fractie, zoals de heer De Jong al heeft aangegeven, de noodzaak van de berging volop erkent. Zij vraagt zich nog af of maximaal is onderzocht hoe de kosten van de aanleg van de berging zo beperkt mogelijk kunnen worden gehouden. Hij houdt het ongemakkelijke gevoel dat op de alternatieven die de heer De Jong in de commissie en nu weer heeft aangedragen geen overtuigend antwoord wordt gegeven. Zijn fractie neemt genoegen met de toezegging die de voorzitter heeft gedaan, maar hoort in de commissie graag hoe de alternatieven zijn onderzocht en met welk resultaat. Ook de fractie van de heer Ranner heeft nog vraagtekens bij informatie die nu naar voren is gekomen, maar in de stukken niet is aangetroffen. Zij hecht aan een regelmatige terugkoppe- 14 ling over de voortgang. De gemeente Den Haag moet onder druk worden gezet om meer te doen aan waterberging. Mevrouw Dijkshoorn stemt in met het voorstel, maar wenst net als de fractie bedrijfsgebouwd dat nog goed wordt gekeken naar de inlaat et cetera. Ook zij verlangt een duidelijke terugkoppeling. De Verenigde Vergadering besluit conform het voorstel. B.14. Aanpassing investeringsplan en aanvraag uitvoeringskrediet verbreding van en aanleg natuurvriendelijke oevers Slinksloot (gemeente Midden-Delfland) De heer J. van den Berg was in de commissie niet aanwezig. Zijn collega stelde daar door hem geformuleerde vragen. De fractie Ongebouwd heeft nog zorgen over de waterbeheersing in de Zouteveense en Holierhoekse polder. Door de aanleg van de A4 wordt de Slinksloot over een heel grote lengte, 2½ kilometer, omgeleid naar het gemaal. Volgens het voorstel worden vlakbij het gemaal twee bruggen vervangen. Heel kort voor het gemaal is er nog een vrij oude brug, die misschien wel wat breder is dan de andere bruggen. Hij vraagt zich af of dit niet een belemmering is om het water goed naar het gemaal aan te voeren. Hij vraagt zich ook af of het totale project goed doorgenomen is met de in de omgeving betrokken families. Zijn er duidelijke afspraken? Zijn die geaccordeerd? De heer A. van den Berg verzekert dat de doorstroming bij de bruggen goed is geanalyseerd. Er wordt voldaan aan de normen. De polder wordt ook aan de andere kant van de A4 door een gemaal bediend. Vandaar gaat het water richting de Schie. Bij storm waait het daar ook heen en niet de andere kant op. Er is een goede doorrekening gemaakt van de doorstroming naar de Vlaardingsevaart. De organisatie heeft gemeld dat er goede afspraken zijn gemaakt. De betrokkenen zijn er tevreden mee. De heer J. van den Berg is van mening dat het omleidingstracé ertoe leidt dat het water met een behoorlijke vertraging bij het gemaal komt. De heer A. van den Berg wijst erop dat het voorstel vooral betrekking heeft op vispaaiplaatsen en natuurlijkvriendelijke oevers. De omleiding is aan de orde geweest bij de maatregelen voor de aanleg van de A4. Daar zijn toen ook goede berekeningen over gemaakt, maar dat heeft in feite met het onderhavige voorstel niets te maken. De Verenigde Vergadering besluit conform het voorstel. Hamerstukken H.03. Besluit Harmonisatie en modernisering rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers H.04. Bemensing commissies H.05. Investeringsplan, ontwerp en uitvoeringskrediet duiker Meloenlaan (gemeente Westland) H.06. Aanvraag uitvoeringskrediet waterberging en stuw Ackerdijkse Plassen (Pijnacker-Nootdorp) H.07. Investeringsplan, ontwerp en uitvoeringskrediet Vrijenban H.08. Bijdrage vervanging duiker + aanleg stuw in Delft Zuid-Oost H.09. Herziening overeenkomst Brielse Meer H.10. Partiële wijziging Legger Wateren 2011 (2014-01) – natuurvriendelijke oevers H.11. Peilbesluiten Polder van Nootdorp, Hoge Broekpolder, polder Ypenburg/Lage Broekpolder (gemeenten Rijswijk, Den Haag, PijnackerNootdorp en Delft) H.12. Peilbesluit Het Waalblok en Heen- en Geestvaartpolder-Noord (gemeente Westland) 15 H.13. Peilbesluiten Woudse Polder, Woudse Droogmakerij, Klaas Engelbrechtpolder, Duifpolder, Harnaschpolder, Hooipolder en Commandeurspolder (gemeenten Midden-Delfland, Westland en Delft) H.15. Investeringsplan en aanvraag uitvoeringskrediet vispassage gemaal Westland H.17. Lokale knelpunten Saliestraat H.18. Investeringsplan en uitvoeringskrediet vispaaiplaats Wennetjessloot De Verenigde Vergadering besluit conform deze voorstellen. De voorzitter constateert dat geen der leden nog opmerkingen wil maken over de notulen van de besloten Verenigde Vergadering van 10 juli 2014, zodat het niet nodig is de vergadering in beslotenheid voort te zetten. Deze notulen worden ongewijzigd vastgesteld. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 11.36 uur. Aldus vastgesteld in de Verenigde Vergadering van 20 november 2014. De Griffier, De Voorzitter, H.M.J. Hoogweg mr. M.A.P. van Haersma Buma
© Copyright 2024 ExpyDoc