Vanaf 2012 hebben we actief ingespeeld op de transitie Jeugdwet. We waren succesvol in onze lobby voor het aanleveren en de aanname van de motie Onafhankelijk vertrouwenswerk (Dijsselbloem, Kooiman en Dibi 5 juli 2012). De motie is, na inspraak van ons en anderen, geheel opgenomen in de aangepaste Jeugdwet. Deze wet is in oktober 2013 door de Tweede Kamer aangenomen; in februari 2014 volgde de Eerste Kamer. We hebben ook voorstellen voor het uitvoeringsbesluit aangeleverd. Deze moeten de Tweede Kamer nog passeren. Borging van het vertrouwenswerk voor toekomstige cliënten is een feit. Vertrouwenswerk is een onderdeel van hun rechtspositie. Beoogd wordt dat de Jeugdwet per 2015 in werking treedt. Gemeenten worden grotendeels lokaal of (boven)regionaal verantwoordelijk voor de financiering en uitvoering van de Jeugdwet. Ook de Wet bopz gaat vervallen en wordt in twee nieuwe wetten ondergebracht: Wet verplichte ggz en Wet zorg en dwang. In beide concept-wetten is het onafhankelijk vertrouwenswerk voor de cliënten geborgd door inzet van onze collega-vertrouwenswerkorganisaties. Voor volwassen verstandelijk beperkte en psychogeriatrische cliënten is dat een nieuw onderdeel van hun rechtspositie. Naar verwachting gaan deze wetten per 2016 in. In het geval van de gedwongen jeugd-ggz blijft het vertrouwenswerk vooralsnog onder de Wet bopz en daarmee onder VWS vallen. In 2014 wordt het advies voor harmoniseren van de rechtspositie in de (gedwongen) zorg verwacht. De rijksoverheid zal zich hierover buigen en mogelijk in de loop van de jaren aanpassingen in nieuwe of dan bestaande zorgwetgeving doen. Transitie Jeugdwet wetgeving AWBZ-gefinancierde (licht) verstandelijk beperkten toegankelijkheid De Vlaamse overheid en parlementsleden hebben ons in 2013 verzocht advies uit te brengen op het decreet Jeugdzorg. Ook bij onze zuiderburen mogen cliënten na aanname van dat decreet een onafhankelijk vertrouwenspersoon raadplegen. Transitie jeugdzorg: onderweg naar samenwerking We hebben onze organisatie flexibel ingericht en zijn innovatief. We kunnen inspelen op de veranderingen die bij meerdere transities en transformaties in de zorg gaan komen. We werken daarin graag samen met andere stakeholders om het vertrouwenswerk als onderdeel van de rechtspositie van onze cliënten te blijven uitvoeren. Interne voorbereidingen op transitie Onze toegankelijkheid is vergroot, met als doel meer (digitaal) in te spelen op de ambulantisering van de zorg en behoefte van de cliënt. Chat, Facebook en Twitter zijn enkele voorbeelden. Samen met de stichting PVP is een voorlichtingsfilm voor kinderen en jongeren door Zwaanproducties gelanceerd. De vertrouwenspersonen draaien de film op de leefgroepen. Jeugdigen in de pleegzorg en ambulante jeugdige cliënten kunnen de film op onze websites bekijken. Op verzoek van twee instellingen is ons vertrouwenswerk aan AWBZgefinancierde (licht) verstandelijk beperkten uitgebreid. Met als resultaat dat onze uitgangspunten ook voor deze doelgroep gelden, met bijstelling van een aantal werkwijzen (meer mondeling dan schriftelijk aankaarten van klachten). We streven ernaar het vertrouwenswerk operationeel samen met andere organisaties uit te voeren. Met een aantal Zorgbelang-stichtingen gebeurt dit al. Verdere samenwerking is in 2013 ook verkend met de PVP, LSR, LSFVP en beroepsgroep CVP. Als start zijn de visie, kernwaarden en werkwijzen met elkaar vergeleken. Daar waar drang en dwang in de (jeugd)zorg aanwezig zijn, dient het vertrouwenswerk namelijk uniform en onafhankelijk van de instellingen uitgevoerd te worden. Ook het verhogen van de effectiviteit en efficiënte inrichting is door ons ieder jaar op de agenda gezet. Met als uitkomst straks één landelijke financier. In 2013 en ook in 2014 geven wij prioriteit aan het bijstaan van (regio)gemeenten en lokale organisaties of buurt/wijkteams, door voorlichting over vertrouwenswerk en inrichtingsvraagstukken. Een budgetvoorstel en ontwerpeisen liggen binnen de VNG klaar ter besluitvorming. De VNG gaat het vertrouwenswerk inkopen. Echter, de (regio)gemeenten richten de Jeugdwet (boven)regionaal en lokaal in. Voor het maken van inhoudelijke afspraken zijn zij straks dus een belangrijke partner. Externe advisering vertrouwenswerk: BMC-onderzoek Het transitiebureau jeugd (VWS, V&J en VNG) heeft adviesbureau BMC verzocht het vertrouwenswerk in kaart te brengen en te adviseren over het organiseren ervan (start juli 2012). BMC adviseert in zijn rapport Een gezicht dichtbij (mei 2013) dat er één landelijke financier moet komen. Deze koopt bij een of meer onafhankelijke rechtspersonen minimaal drie jaar lang het vertrouwenswerk in, waarbij de cliënt laagdrempelig en waar nodig op locatie de ondersteuning geboden krijgt. De leden van de VNG nemen dit advies over (november 2013). Hiermee borgen we de kwaliteit van onze dienstverlening, gaan we effectiever voor de cliënt opereren en gaan we efficiënter om met de beschikbare middelen. Met één landelijke financier kunnen we flexibeler inspelen op de vraag en behoren wachtlijsten aan de poort en op locatie tot het verleden. Eind 2013 start het vervolg op het eerste BMC-onderzoek. De omvang van toekomstig vertrouwenswerk en de ontwerpeisen liggen ter besluitvorming voor aan de VNG-leden (juni 2014). Het deel vertrouwenswerk voor de (licht) verstandelijk beperkte populatie (AWBZdeel) en ambulante jeugd-ggz is moeilijk in te schatten. Het advies is te starten en daarna te bezien of de inzet voldoende is. De ontwerpeisen liggen deels in het verlengde van het eerste advies van BMC: landelijke centrale opvang door middel van informatie en advies én er zijn op locatie (klachtondersteuning en groepsbezoeken in de instelling). Andere eisen zijn leveren van eenduidige beleidsinformatie; innovatie; hbo-geschoolde vertrouwenspersonen; inzicht in kerntaken en functieeisen en uniform uitvoeren van de kerntaken volgens de afgesproken normen. In ieder opzicht voldoen we als AKJ aan deze ontwerpeisen. De continuïteit van ons onafhankelijk vertrouwenswerk kunnen we direct regelen en voortzetten. In 2013 is een nieuw registratiesysteem ontwikkeld, zodat we soepel op de behoefte aan informatie en de veranderende omstandigheden kunnen inspelen. samenwerking bijstaan van (regio)gemeenten flexibel innovatief extern advies 2013 één landelijke financier registratiesysteem Dit is een verkorte versie van ons jaarverslag 2013. Het volledige jaarverslag Transitie jeugdzorg; Onderweg naar samenwerking staat online en is in te zien via onze website: www.akj.nl (www.akj.nl/akj/publicaties/jaarverslagen). AKJ Centraal Bureau Nijenburg 150 1081 GG Amsterdam www.akj.nl T 088 555 10 00 [email protected] twitter.com/stichtingAKJ facebook.com/akj.nl Dit is een uitgave van het AKJ. Eindredactie: Ineke Glissenaar / Redactie: Eva Eising / Ontwerp: Zwart op Wit, Delft / Fotografie: Eric de Vries, Den Haag / Druk: Nivo, Delfgauw / oplage: 500 / Amsterdam, mei 2014 het AKJ in 2013 Wetgeving Transitie jeugdzorg: onderweg naar samenwerking het AKJ in 2013 Het vertrouwenswerk van stichting AKJ Opdrachten, inzet en cliëntregistratie In 2013 zijn cliënten en pleegouders van de jeugdzorg bijgestaan, wanneer zij kampten met gevoelens van onvrede of onmacht over hun (rechts)positie. Deze ondersteuning bestond uit een aantal kerntaken: In 2013 zijn 7.208 cliënten (volwassenen en jeugdigen) met inzet van 55 vertrouwenspersonen (circa 43 fte) en ondersteunende collega’s, verspreid over het land bijgestaan. De kosten lagen rond de € 4 miljoen. We bereiken echter meer cliënten, omdat onze vertrouwenspersonen regelmatig jeugdigen bezoeken in de instellingen. Deze jeugdigen worden pas geregistreerd als AKJ-cliënt, wanneer zij een vraag, klacht of probleem voorleggen aan de vertrouwenspersoon. Wij informeren en adviseren over hulpverlening, cliëntenrechten, klachtenprocedures en medezeggenschap. Daarnaast bieden we (klacht)ondersteuning, waarbij we cliënten helpen bij het verwoorden, indienen en afhandelen van klachten over jeugdzorg. Wij geven voorlichting aan cliënten en professionals, in direct contact en via onze website en sociale media. We melden (structurele) tekortkomingen en incidenten aan de instellingen, opdrachtgevers en de Inspectie. Deze signalering van verbeterpunten in de jeugdzorg zien we als een belangrijke taak van het AKJ. Onze kennis verspreiden we aan onze partners in het jeugdzorgveld. Onze onafhankelijke vertrouwenspersonen ondersteunen telefonisch, per mail en via de chat. Zij bezoeken cliënten ook op locatie. Die bezoeken zijn in opdracht van de regionale en landelijke overheden. In de Wet op de jeugdzorg artikel 57 (straks Jeugdwet, artikel 2.6, lid 2) staat dat verwoord. 2013 De kernwaarden in ons werk zijn de internationale rechten van het kind en het belang dat de cliënt voor zichzelf ziet. Wij werken oplossingsgericht, onafhankelijk en laagdrempelig. Wij zijn toegankelijk, bereikbaar en beschikbaar voor alle cliënten in de jeugdzorg. Het bieden van kwaliteit en het aangaan van samenwerking staan in ons werk voorop. Opvallend is dat het aantal cliënten in 2013 even hoog is als in 2011. In die twee jaren was de ondersteuning per cliënt ook intensiever dan in 2012. In 2012 deden meer cliënten een beroep op de vertrouwenspersoon. Het verschil betrof circa 500 cliënten. Het werkgebied is uitgebreid. Naast de landelijke inzet (WSG, LJ&R, voormalige LWI’s, VWS en de Raad voor de Kinderbescherming) en de regionale opdrachten vanuit de provincies Limburg, Flevoland, NoordHolland, Overijssel, Utrecht en Zuid Holland en stadsregio’s Amsterdam, Haaglanden en Rotterdam hebben AWBZ-gefinancierde instellingen voor (licht) verstandelijk beperkten ons eveneens gevraagd het vertrouwenswerk uit te voeren (Reinaerde en Vitree). Kijken we naar onze cliënten, dan zien we dat een kleine meerderheid vrouwen/meisjes zijn, 59% tegen 41% mannen/jongens. De volwassenen waren ten opzichte van de jeugdigen net in de minderheid, namelijk 49%. In onderstaande tabel leest u welke juridische status deze volwassenen hebben. De meerderheid heeft het gezag over de kinderen. Daaronder kunnen ook ouders/verzorgers zijn die onder toezicht zijn gesteld. Vertrouwenswerk 5% informatie & advies (klacht)ondersteuning voorlichting kennis Vragen, klachten en problemen Cliënten meldden zich bij het AKJ met vragen (31%), klachten (58%) en problemen (11%). Ieder jaar wordt over bejegening het meest geklaagd. Meest voorkomende vragen 1. Werkwijze vertrouwenswerk/AKJ 2. Werkwijze instelling 3.Wetgeving De vertrouwenspersoon ondersteunt op hun verzoek alle cliënten bij het benaderen van de instelling. In het contact dat hieruit ontstaat, kunnen klachten en vragen worden besproken of anderszins worden afgehandeld. In de meeste gevallen vindt een gesprek plaats met de leidinggevende, soms is daarbij de gezinsvoogd of hulpverlener aanwezig. In onderstaande grafiek ziet u waarbij wij onze cliënten ondersteunden in 2013. Cliëntondersteuning Meest voorkomende klachten 1.Bejegening 2. Uitvoering hulpverlening 3.Beslissingen 4. Gebrekkige informatie 5. Bereikbaarheid en beschikbaarheid hulpverlening en BJZ % 0 10 20 30 40 50 Gesprek met direct leidinggevende Procedure bij de klachtencommissie Gesprek met hulpverlener Schriftelijke afdoening Gesprek met directie of MT Bezwaar/beroep Overige activiteiten Meest voorkomende problemen informatie Transitie jeugdzorg: onderweg naar samenwerking 2013 % 44,9 21,7 19,0 5,4 5,1 0,2 3,7 1. Woonsituatie, groep(sgenoten) 2. Familie, thuis 3. Psychisch, welzijn werkgebied Ondersteuning TAD vertrouwenspersoon chatten bezoek Signalen vechtscheiding klachtenprocedures bejegening Onze ondersteuning Signalen Iedere cliënt krijgt eerst informatie en advies aangeboden door de telefonische adviesdienst (TAD) of via de chatfunctie. Met name volwassenen maken hier gebruik van. Soms kunnen ze na advies zelf verder, een deel (gemiddeld 35% over de laatste vier jaar) heeft meer ondersteuning nodig. Ze worden dan vanuit de centrale dienst doorgeleid naar een vertrouwenspersoon in de eigen AKJ-regio voor meer ondersteuning. Een van onze kerntaken is het geven van signalen. Onze medewerkers melden signalen van (structurele) tekortkomingen en misstanden meteen aan de zorginstelling. Zeker bij signalen over veiligheid kan de instelling dan snel actie ondernemen. Wij hanteren de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en het protocol Signalering. Hierbij gaan we zeer zorgvuldig om met de afspraken rond vertrouwelijkheid en de geheimhoudingsplicht. In 2013 hebben we 14 maal de bestuurders van Bureaus Jeugdzorg of Jeugd & Opvoedhulp primair verantwoordelijk gesteld voor een zeer verontrustend signaal. In bijna alle gevallen is dat signaal actief opgevolgd. In het merendeel van de signalen ging het om een onveilige situatie. Andersoortige signalen zijn door middel van frequente rapportages aan de instellingen doorgegeven. 3% 2% 1% 6% signalering het AKJ in 2013 7% kernwaarden 7% 69% Ouder met gezag Ouder zonder gezag Ouder, gezag onbekend Pleegouder Grootouder Stiefouder Familie Hulpverlener Cijfers inzet onze cliënten Jeugdigen in de instellingen stellen meestal ter plekke hun vragen aan de vertrouwenspersoon, wanneer deze hun instelling bezoekt. In sommige gevallen vindt ook meteen klachtondersteuning plaats. regels pleegzorg Die signalen zijn onder meer: cInstellingen houden vaak intern niet bij welke klachten informeel intern (al dan niet naar tevredenheid van de cliënt) worden afgehandeld. cPlannen van aanpak en rapportages laten soms lang op zich wachten. Ook de procedure bij klachtencommissies duurt vaak langer dan afgesproken. cEr melden zich meer dan in voorgaande jaren cliënten die met een vechtscheiding te maken hebben. Zij hebben veel klachten, maar een klachtenprocedure biedt hierin vaak geen oplossing. cIn de verschillende regio’s worden verschillende termen gebruikt: gezinsvoogd, gezinsmanager, jeugdbeschermer. Dit werkt verwarrend voor cliënten, ook omdat niet duidelijk is wat de bevoegdheid is van deze functionarissen. cOuders klagen het meest over bejegening en beslissingen in de (toeleiding naar de) hulpverlening. cDe hulpverlening stopt vaak abrupt wanneer een kind 18 jaar wordt. Jongeren worden onvoldoende geïnformeerd over de mogelijkheden voor (verdere) hulp. cEen deel van de jeugdigen wordt niet goed in staat gesteld om naar de klachtencommissie te gaan. Niet helder zijn mogelijkheden van verlof, vervoer en kosten wanneer zij naar een andere instelling moeten reizen voor de klachtzitting. cJeugdigen voelen zich niet altijd serieus genomen door Bureau Jeugdzorg. cJeugdigen die wonen in een instelling voor open jeugdzorg klagen veel over opgelegde sancties. cBij groepen waar veel wisseling van personeel plaatsvindt, krijgen vertrouwenspersonen veel klachten over onrust, onduidelijkheid over regels en een vervelende, onveilige sfeer. cJeugdigen - met name uit JeugdzorgPlus - ervaren onvoldoende samenwerking en contact met hun (gezins)voogd. cBij de gesloten jeugdzorg (JeugdzorgPlus) gaan de meeste klachten over bejegening, beslissingen, de hulpverlening en onjuiste toepassing van de Wet op de jeugdzorg (met name daar waar gedwongen zorg aan de orde is (artikel 29). cJongeren in de gesloten jeugdzorg ervaren geregeld onduidelijkheid over hun trajectplan en over regels op de groep. cOpvallend is dat de gang van jongeren naar de klachtencommissie binnen de gesloten jeugdzorg per instelling verschilt. cVoor cliënten van pleegzorg is niet altijd duidelijk waar zij met klachten over pleegouders terecht kunnen. Ook zijn zij niet altijd te spreken over de wijze waarop pleegzorgmedewerkers rapporteren. Meer informatie over deze en andere signalen staat vermeld in het uitgebreide jaarverslag 2013: www.akj.nl/akj/publicaties/jaarverslagen. Het vertrouwenswerk van stichting AKJ Opdrachten, inzet en cliëntregistratie In 2013 zijn cliënten en pleegouders van de jeugdzorg bijgestaan, wanneer zij kampten met gevoelens van onvrede of onmacht over hun (rechts)positie. Deze ondersteuning bestond uit een aantal kerntaken: In 2013 zijn 7.208 cliënten (volwassenen en jeugdigen) met inzet van 55 vertrouwenspersonen (circa 43 fte) en ondersteunende collega’s, verspreid over het land bijgestaan. De kosten lagen rond de € 4 miljoen. We bereiken echter meer cliënten, omdat onze vertrouwenspersonen regelmatig jeugdigen bezoeken in de instellingen. Deze jeugdigen worden pas geregistreerd als AKJ-cliënt, wanneer zij een vraag, klacht of probleem voorleggen aan de vertrouwenspersoon. Wij informeren en adviseren over hulpverlening, cliëntenrechten, klachtenprocedures en medezeggenschap. Daarnaast bieden we (klacht)ondersteuning, waarbij we cliënten helpen bij het verwoorden, indienen en afhandelen van klachten over jeugdzorg. Wij geven voorlichting aan cliënten en professionals, in direct contact en via onze website en sociale media. We melden (structurele) tekortkomingen en incidenten aan de instellingen, opdrachtgevers en de Inspectie. Deze signalering van verbeterpunten in de jeugdzorg zien we als een belangrijke taak van het AKJ. Onze kennis verspreiden we aan onze partners in het jeugdzorgveld. Onze onafhankelijke vertrouwenspersonen ondersteunen telefonisch, per mail en via de chat. Zij bezoeken cliënten ook op locatie. Die bezoeken zijn in opdracht van de regionale en landelijke overheden. In de Wet op de jeugdzorg artikel 57 (straks Jeugdwet, artikel 2.6, lid 2) staat dat verwoord. 2013 De kernwaarden in ons werk zijn de internationale rechten van het kind en het belang dat de cliënt voor zichzelf ziet. Wij werken oplossingsgericht, onafhankelijk en laagdrempelig. Wij zijn toegankelijk, bereikbaar en beschikbaar voor alle cliënten in de jeugdzorg. Het bieden van kwaliteit en het aangaan van samenwerking staan in ons werk voorop. Opvallend is dat het aantal cliënten in 2013 even hoog is als in 2011. In die twee jaren was de ondersteuning per cliënt ook intensiever dan in 2012. In 2012 deden meer cliënten een beroep op de vertrouwenspersoon. Het verschil betrof circa 500 cliënten. Het werkgebied is uitgebreid. Naast de landelijke inzet (WSG, LJ&R, voormalige LWI’s, VWS en de Raad voor de Kinderbescherming) en de regionale opdrachten vanuit de provincies Limburg, Flevoland, NoordHolland, Overijssel, Utrecht en Zuid Holland en stadsregio’s Amsterdam, Haaglanden en Rotterdam hebben AWBZ-gefinancierde instellingen voor (licht) verstandelijk beperkten ons eveneens gevraagd het vertrouwenswerk uit te voeren (Reinaerde en Vitree). Kijken we naar onze cliënten, dan zien we dat een kleine meerderheid vrouwen/meisjes zijn, 59% tegen 41% mannen/jongens. De volwassenen waren ten opzichte van de jeugdigen net in de minderheid, namelijk 49%. In onderstaande tabel leest u welke juridische status deze volwassenen hebben. De meerderheid heeft het gezag over de kinderen. Daaronder kunnen ook ouders/verzorgers zijn die onder toezicht zijn gesteld. Vertrouwenswerk 5% informatie & advies (klacht)ondersteuning voorlichting kennis Vragen, klachten en problemen Cliënten meldden zich bij het AKJ met vragen (31%), klachten (58%) en problemen (11%). Ieder jaar wordt over bejegening het meest geklaagd. Meest voorkomende vragen 1. Werkwijze vertrouwenswerk/AKJ 2. Werkwijze instelling 3.Wetgeving De vertrouwenspersoon ondersteunt op hun verzoek alle cliënten bij het benaderen van de instelling. In het contact dat hieruit ontstaat, kunnen klachten en vragen worden besproken of anderszins worden afgehandeld. In de meeste gevallen vindt een gesprek plaats met de leidinggevende, soms is daarbij de gezinsvoogd of hulpverlener aanwezig. In onderstaande grafiek ziet u waarbij wij onze cliënten ondersteunden in 2013. Cliëntondersteuning Meest voorkomende klachten 1.Bejegening 2. Uitvoering hulpverlening 3.Beslissingen 4. Gebrekkige informatie 5. Bereikbaarheid en beschikbaarheid hulpverlening en BJZ % 0 10 20 30 40 50 Gesprek met direct leidinggevende Procedure bij de klachtencommissie Gesprek met hulpverlener Schriftelijke afdoening Gesprek met directie of MT Bezwaar/beroep Overige activiteiten Meest voorkomende problemen informatie Transitie jeugdzorg: onderweg naar samenwerking 2013 % 44,9 21,7 19,0 5,4 5,1 0,2 3,7 1. Woonsituatie, groep(sgenoten) 2. Familie, thuis 3. Psychisch, welzijn werkgebied Ondersteuning TAD vertrouwenspersoon chatten bezoek Signalen vechtscheiding klachtenprocedures bejegening Onze ondersteuning Signalen Iedere cliënt krijgt eerst informatie en advies aangeboden door de telefonische adviesdienst (TAD) of via de chatfunctie. Met name volwassenen maken hier gebruik van. Soms kunnen ze na advies zelf verder, een deel (gemiddeld 35% over de laatste vier jaar) heeft meer ondersteuning nodig. Ze worden dan vanuit de centrale dienst doorgeleid naar een vertrouwenspersoon in de eigen AKJ-regio voor meer ondersteuning. Een van onze kerntaken is het geven van signalen. Onze medewerkers melden signalen van (structurele) tekortkomingen en misstanden meteen aan de zorginstelling. Zeker bij signalen over veiligheid kan de instelling dan snel actie ondernemen. Wij hanteren de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en het protocol Signalering. Hierbij gaan we zeer zorgvuldig om met de afspraken rond vertrouwelijkheid en de geheimhoudingsplicht. In 2013 hebben we 14 maal de bestuurders van Bureaus Jeugdzorg of Jeugd & Opvoedhulp primair verantwoordelijk gesteld voor een zeer verontrustend signaal. In bijna alle gevallen is dat signaal actief opgevolgd. In het merendeel van de signalen ging het om een onveilige situatie. Andersoortige signalen zijn door middel van frequente rapportages aan de instellingen doorgegeven. 3% 2% 1% 6% signalering het AKJ in 2013 7% kernwaarden 7% 69% Ouder met gezag Ouder zonder gezag Ouder, gezag onbekend Pleegouder Grootouder Stiefouder Familie Hulpverlener Cijfers inzet onze cliënten Jeugdigen in de instellingen stellen meestal ter plekke hun vragen aan de vertrouwenspersoon, wanneer deze hun instelling bezoekt. In sommige gevallen vindt ook meteen klachtondersteuning plaats. regels pleegzorg Die signalen zijn onder meer: cInstellingen houden vaak intern niet bij welke klachten informeel intern (al dan niet naar tevredenheid van de cliënt) worden afgehandeld. cPlannen van aanpak en rapportages laten soms lang op zich wachten. Ook de procedure bij klachtencommissies duurt vaak langer dan afgesproken. cEr melden zich meer dan in voorgaande jaren cliënten die met een vechtscheiding te maken hebben. Zij hebben veel klachten, maar een klachtenprocedure biedt hierin vaak geen oplossing. cIn de verschillende regio’s worden verschillende termen gebruikt: gezinsvoogd, gezinsmanager, jeugdbeschermer. Dit werkt verwarrend voor cliënten, ook omdat niet duidelijk is wat de bevoegdheid is van deze functionarissen. cOuders klagen het meest over bejegening en beslissingen in de (toeleiding naar de) hulpverlening. cDe hulpverlening stopt vaak abrupt wanneer een kind 18 jaar wordt. Jongeren worden onvoldoende geïnformeerd over de mogelijkheden voor (verdere) hulp. cEen deel van de jeugdigen wordt niet goed in staat gesteld om naar de klachtencommissie te gaan. Niet helder zijn mogelijkheden van verlof, vervoer en kosten wanneer zij naar een andere instelling moeten reizen voor de klachtzitting. cJeugdigen voelen zich niet altijd serieus genomen door Bureau Jeugdzorg. cJeugdigen die wonen in een instelling voor open jeugdzorg klagen veel over opgelegde sancties. cBij groepen waar veel wisseling van personeel plaatsvindt, krijgen vertrouwenspersonen veel klachten over onrust, onduidelijkheid over regels en een vervelende, onveilige sfeer. cJeugdigen - met name uit JeugdzorgPlus - ervaren onvoldoende samenwerking en contact met hun (gezins)voogd. cBij de gesloten jeugdzorg (JeugdzorgPlus) gaan de meeste klachten over bejegening, beslissingen, de hulpverlening en onjuiste toepassing van de Wet op de jeugdzorg (met name daar waar gedwongen zorg aan de orde is (artikel 29). cJongeren in de gesloten jeugdzorg ervaren geregeld onduidelijkheid over hun trajectplan en over regels op de groep. cOpvallend is dat de gang van jongeren naar de klachtencommissie binnen de gesloten jeugdzorg per instelling verschilt. cVoor cliënten van pleegzorg is niet altijd duidelijk waar zij met klachten over pleegouders terecht kunnen. Ook zijn zij niet altijd te spreken over de wijze waarop pleegzorgmedewerkers rapporteren. Meer informatie over deze en andere signalen staat vermeld in het uitgebreide jaarverslag 2013: www.akj.nl/akj/publicaties/jaarverslagen. Het vertrouwenswerk van stichting AKJ Opdrachten, inzet en cliëntregistratie In 2013 zijn cliënten en pleegouders van de jeugdzorg bijgestaan, wanneer zij kampten met gevoelens van onvrede of onmacht over hun (rechts)positie. Deze ondersteuning bestond uit een aantal kerntaken: In 2013 zijn 7.208 cliënten (volwassenen en jeugdigen) met inzet van 55 vertrouwenspersonen (circa 43 fte) en ondersteunende collega’s, verspreid over het land bijgestaan. De kosten lagen rond de € 4 miljoen. We bereiken echter meer cliënten, omdat onze vertrouwenspersonen regelmatig jeugdigen bezoeken in de instellingen. Deze jeugdigen worden pas geregistreerd als AKJ-cliënt, wanneer zij een vraag, klacht of probleem voorleggen aan de vertrouwenspersoon. Wij informeren en adviseren over hulpverlening, cliëntenrechten, klachtenprocedures en medezeggenschap. Daarnaast bieden we (klacht)ondersteuning, waarbij we cliënten helpen bij het verwoorden, indienen en afhandelen van klachten over jeugdzorg. Wij geven voorlichting aan cliënten en professionals, in direct contact en via onze website en sociale media. We melden (structurele) tekortkomingen en incidenten aan de instellingen, opdrachtgevers en de Inspectie. Deze signalering van verbeterpunten in de jeugdzorg zien we als een belangrijke taak van het AKJ. Onze kennis verspreiden we aan onze partners in het jeugdzorgveld. Onze onafhankelijke vertrouwenspersonen ondersteunen telefonisch, per mail en via de chat. Zij bezoeken cliënten ook op locatie. Die bezoeken zijn in opdracht van de regionale en landelijke overheden. In de Wet op de jeugdzorg artikel 57 (straks Jeugdwet, artikel 2.6, lid 2) staat dat verwoord. 2013 De kernwaarden in ons werk zijn de internationale rechten van het kind en het belang dat de cliënt voor zichzelf ziet. Wij werken oplossingsgericht, onafhankelijk en laagdrempelig. Wij zijn toegankelijk, bereikbaar en beschikbaar voor alle cliënten in de jeugdzorg. Het bieden van kwaliteit en het aangaan van samenwerking staan in ons werk voorop. Opvallend is dat het aantal cliënten in 2013 even hoog is als in 2011. In die twee jaren was de ondersteuning per cliënt ook intensiever dan in 2012. In 2012 deden meer cliënten een beroep op de vertrouwenspersoon. Het verschil betrof circa 500 cliënten. Het werkgebied is uitgebreid. Naast de landelijke inzet (WSG, LJ&R, voormalige LWI’s, VWS en de Raad voor de Kinderbescherming) en de regionale opdrachten vanuit de provincies Limburg, Flevoland, NoordHolland, Overijssel, Utrecht en Zuid Holland en stadsregio’s Amsterdam, Haaglanden en Rotterdam hebben AWBZ-gefinancierde instellingen voor (licht) verstandelijk beperkten ons eveneens gevraagd het vertrouwenswerk uit te voeren (Reinaerde en Vitree). Kijken we naar onze cliënten, dan zien we dat een kleine meerderheid vrouwen/meisjes zijn, 59% tegen 41% mannen/jongens. De volwassenen waren ten opzichte van de jeugdigen net in de minderheid, namelijk 49%. In onderstaande tabel leest u welke juridische status deze volwassenen hebben. De meerderheid heeft het gezag over de kinderen. Daaronder kunnen ook ouders/verzorgers zijn die onder toezicht zijn gesteld. Vertrouwenswerk 5% informatie & advies (klacht)ondersteuning voorlichting kennis Vragen, klachten en problemen Cliënten meldden zich bij het AKJ met vragen (31%), klachten (58%) en problemen (11%). Ieder jaar wordt over bejegening het meest geklaagd. Meest voorkomende vragen 1. Werkwijze vertrouwenswerk/AKJ 2. Werkwijze instelling 3.Wetgeving De vertrouwenspersoon ondersteunt op hun verzoek alle cliënten bij het benaderen van de instelling. In het contact dat hieruit ontstaat, kunnen klachten en vragen worden besproken of anderszins worden afgehandeld. In de meeste gevallen vindt een gesprek plaats met de leidinggevende, soms is daarbij de gezinsvoogd of hulpverlener aanwezig. In onderstaande grafiek ziet u waarbij wij onze cliënten ondersteunden in 2013. Cliëntondersteuning Meest voorkomende klachten 1.Bejegening 2. Uitvoering hulpverlening 3.Beslissingen 4. Gebrekkige informatie 5. Bereikbaarheid en beschikbaarheid hulpverlening en BJZ % 0 10 20 30 40 50 Gesprek met direct leidinggevende Procedure bij de klachtencommissie Gesprek met hulpverlener Schriftelijke afdoening Gesprek met directie of MT Bezwaar/beroep Overige activiteiten Meest voorkomende problemen informatie Transitie jeugdzorg: onderweg naar samenwerking 2013 % 44,9 21,7 19,0 5,4 5,1 0,2 3,7 1. Woonsituatie, groep(sgenoten) 2. Familie, thuis 3. Psychisch, welzijn werkgebied Ondersteuning TAD vertrouwenspersoon chatten bezoek Signalen vechtscheiding klachtenprocedures bejegening Onze ondersteuning Signalen Iedere cliënt krijgt eerst informatie en advies aangeboden door de telefonische adviesdienst (TAD) of via de chatfunctie. Met name volwassenen maken hier gebruik van. Soms kunnen ze na advies zelf verder, een deel (gemiddeld 35% over de laatste vier jaar) heeft meer ondersteuning nodig. Ze worden dan vanuit de centrale dienst doorgeleid naar een vertrouwenspersoon in de eigen AKJ-regio voor meer ondersteuning. Een van onze kerntaken is het geven van signalen. Onze medewerkers melden signalen van (structurele) tekortkomingen en misstanden meteen aan de zorginstelling. Zeker bij signalen over veiligheid kan de instelling dan snel actie ondernemen. Wij hanteren de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en het protocol Signalering. Hierbij gaan we zeer zorgvuldig om met de afspraken rond vertrouwelijkheid en de geheimhoudingsplicht. In 2013 hebben we 14 maal de bestuurders van Bureaus Jeugdzorg of Jeugd & Opvoedhulp primair verantwoordelijk gesteld voor een zeer verontrustend signaal. In bijna alle gevallen is dat signaal actief opgevolgd. In het merendeel van de signalen ging het om een onveilige situatie. Andersoortige signalen zijn door middel van frequente rapportages aan de instellingen doorgegeven. 3% 2% 1% 6% signalering het AKJ in 2013 7% kernwaarden 7% 69% Ouder met gezag Ouder zonder gezag Ouder, gezag onbekend Pleegouder Grootouder Stiefouder Familie Hulpverlener Cijfers inzet onze cliënten Jeugdigen in de instellingen stellen meestal ter plekke hun vragen aan de vertrouwenspersoon, wanneer deze hun instelling bezoekt. In sommige gevallen vindt ook meteen klachtondersteuning plaats. regels pleegzorg Die signalen zijn onder meer: cInstellingen houden vaak intern niet bij welke klachten informeel intern (al dan niet naar tevredenheid van de cliënt) worden afgehandeld. cPlannen van aanpak en rapportages laten soms lang op zich wachten. Ook de procedure bij klachtencommissies duurt vaak langer dan afgesproken. cEr melden zich meer dan in voorgaande jaren cliënten die met een vechtscheiding te maken hebben. Zij hebben veel klachten, maar een klachtenprocedure biedt hierin vaak geen oplossing. cIn de verschillende regio’s worden verschillende termen gebruikt: gezinsvoogd, gezinsmanager, jeugdbeschermer. Dit werkt verwarrend voor cliënten, ook omdat niet duidelijk is wat de bevoegdheid is van deze functionarissen. cOuders klagen het meest over bejegening en beslissingen in de (toeleiding naar de) hulpverlening. cDe hulpverlening stopt vaak abrupt wanneer een kind 18 jaar wordt. Jongeren worden onvoldoende geïnformeerd over de mogelijkheden voor (verdere) hulp. cEen deel van de jeugdigen wordt niet goed in staat gesteld om naar de klachtencommissie te gaan. Niet helder zijn mogelijkheden van verlof, vervoer en kosten wanneer zij naar een andere instelling moeten reizen voor de klachtzitting. cJeugdigen voelen zich niet altijd serieus genomen door Bureau Jeugdzorg. cJeugdigen die wonen in een instelling voor open jeugdzorg klagen veel over opgelegde sancties. cBij groepen waar veel wisseling van personeel plaatsvindt, krijgen vertrouwenspersonen veel klachten over onrust, onduidelijkheid over regels en een vervelende, onveilige sfeer. cJeugdigen - met name uit JeugdzorgPlus - ervaren onvoldoende samenwerking en contact met hun (gezins)voogd. cBij de gesloten jeugdzorg (JeugdzorgPlus) gaan de meeste klachten over bejegening, beslissingen, de hulpverlening en onjuiste toepassing van de Wet op de jeugdzorg (met name daar waar gedwongen zorg aan de orde is (artikel 29). cJongeren in de gesloten jeugdzorg ervaren geregeld onduidelijkheid over hun trajectplan en over regels op de groep. cOpvallend is dat de gang van jongeren naar de klachtencommissie binnen de gesloten jeugdzorg per instelling verschilt. cVoor cliënten van pleegzorg is niet altijd duidelijk waar zij met klachten over pleegouders terecht kunnen. Ook zijn zij niet altijd te spreken over de wijze waarop pleegzorgmedewerkers rapporteren. Meer informatie over deze en andere signalen staat vermeld in het uitgebreide jaarverslag 2013: www.akj.nl/akj/publicaties/jaarverslagen. Het vertrouwenswerk van stichting AKJ Opdrachten, inzet en cliëntregistratie In 2013 zijn cliënten en pleegouders van de jeugdzorg bijgestaan, wanneer zij kampten met gevoelens van onvrede of onmacht over hun (rechts)positie. Deze ondersteuning bestond uit een aantal kerntaken: In 2013 zijn 7.208 cliënten (volwassenen en jeugdigen) met inzet van 55 vertrouwenspersonen (circa 43 fte) en ondersteunende collega’s, verspreid over het land bijgestaan. De kosten lagen rond de € 4 miljoen. We bereiken echter meer cliënten, omdat onze vertrouwenspersonen regelmatig jeugdigen bezoeken in de instellingen. Deze jeugdigen worden pas geregistreerd als AKJ-cliënt, wanneer zij een vraag, klacht of probleem voorleggen aan de vertrouwenspersoon. Wij informeren en adviseren over hulpverlening, cliëntenrechten, klachtenprocedures en medezeggenschap. Daarnaast bieden we (klacht)ondersteuning, waarbij we cliënten helpen bij het verwoorden, indienen en afhandelen van klachten over jeugdzorg. Wij geven voorlichting aan cliënten en professionals, in direct contact en via onze website en sociale media. We melden (structurele) tekortkomingen en incidenten aan de instellingen, opdrachtgevers en de Inspectie. Deze signalering van verbeterpunten in de jeugdzorg zien we als een belangrijke taak van het AKJ. Onze kennis verspreiden we aan onze partners in het jeugdzorgveld. Onze onafhankelijke vertrouwenspersonen ondersteunen telefonisch, per mail en via de chat. Zij bezoeken cliënten ook op locatie. Die bezoeken zijn in opdracht van de regionale en landelijke overheden. In de Wet op de jeugdzorg artikel 57 (straks Jeugdwet, artikel 2.6, lid 2) staat dat verwoord. 2013 De kernwaarden in ons werk zijn de internationale rechten van het kind en het belang dat de cliënt voor zichzelf ziet. Wij werken oplossingsgericht, onafhankelijk en laagdrempelig. Wij zijn toegankelijk, bereikbaar en beschikbaar voor alle cliënten in de jeugdzorg. Het bieden van kwaliteit en het aangaan van samenwerking staan in ons werk voorop. Opvallend is dat het aantal cliënten in 2013 even hoog is als in 2011. In die twee jaren was de ondersteuning per cliënt ook intensiever dan in 2012. In 2012 deden meer cliënten een beroep op de vertrouwenspersoon. Het verschil betrof circa 500 cliënten. Het werkgebied is uitgebreid. Naast de landelijke inzet (WSG, LJ&R, voormalige LWI’s, VWS en de Raad voor de Kinderbescherming) en de regionale opdrachten vanuit de provincies Limburg, Flevoland, NoordHolland, Overijssel, Utrecht en Zuid Holland en stadsregio’s Amsterdam, Haaglanden en Rotterdam hebben AWBZ-gefinancierde instellingen voor (licht) verstandelijk beperkten ons eveneens gevraagd het vertrouwenswerk uit te voeren (Reinaerde en Vitree). Kijken we naar onze cliënten, dan zien we dat een kleine meerderheid vrouwen/meisjes zijn, 59% tegen 41% mannen/jongens. De volwassenen waren ten opzichte van de jeugdigen net in de minderheid, namelijk 49%. In onderstaande tabel leest u welke juridische status deze volwassenen hebben. De meerderheid heeft het gezag over de kinderen. Daaronder kunnen ook ouders/verzorgers zijn die onder toezicht zijn gesteld. Vertrouwenswerk 5% informatie & advies (klacht)ondersteuning voorlichting kennis Vragen, klachten en problemen Cliënten meldden zich bij het AKJ met vragen (31%), klachten (58%) en problemen (11%). Ieder jaar wordt over bejegening het meest geklaagd. Meest voorkomende vragen 1. Werkwijze vertrouwenswerk/AKJ 2. Werkwijze instelling 3.Wetgeving De vertrouwenspersoon ondersteunt op hun verzoek alle cliënten bij het benaderen van de instelling. In het contact dat hieruit ontstaat, kunnen klachten en vragen worden besproken of anderszins worden afgehandeld. In de meeste gevallen vindt een gesprek plaats met de leidinggevende, soms is daarbij de gezinsvoogd of hulpverlener aanwezig. In onderstaande grafiek ziet u waarbij wij onze cliënten ondersteunden in 2013. Cliëntondersteuning Meest voorkomende klachten 1.Bejegening 2. Uitvoering hulpverlening 3.Beslissingen 4. Gebrekkige informatie 5. Bereikbaarheid en beschikbaarheid hulpverlening en BJZ % 0 10 20 30 40 50 Gesprek met direct leidinggevende Procedure bij de klachtencommissie Gesprek met hulpverlener Schriftelijke afdoening Gesprek met directie of MT Bezwaar/beroep Overige activiteiten Meest voorkomende problemen informatie Transitie jeugdzorg: onderweg naar samenwerking 2013 % 44,9 21,7 19,0 5,4 5,1 0,2 3,7 1. Woonsituatie, groep(sgenoten) 2. Familie, thuis 3. Psychisch, welzijn werkgebied Ondersteuning TAD vertrouwenspersoon chatten bezoek Signalen vechtscheiding klachtenprocedures bejegening Onze ondersteuning Signalen Iedere cliënt krijgt eerst informatie en advies aangeboden door de telefonische adviesdienst (TAD) of via de chatfunctie. Met name volwassenen maken hier gebruik van. Soms kunnen ze na advies zelf verder, een deel (gemiddeld 35% over de laatste vier jaar) heeft meer ondersteuning nodig. Ze worden dan vanuit de centrale dienst doorgeleid naar een vertrouwenspersoon in de eigen AKJ-regio voor meer ondersteuning. Een van onze kerntaken is het geven van signalen. Onze medewerkers melden signalen van (structurele) tekortkomingen en misstanden meteen aan de zorginstelling. Zeker bij signalen over veiligheid kan de instelling dan snel actie ondernemen. Wij hanteren de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en het protocol Signalering. Hierbij gaan we zeer zorgvuldig om met de afspraken rond vertrouwelijkheid en de geheimhoudingsplicht. In 2013 hebben we 14 maal de bestuurders van Bureaus Jeugdzorg of Jeugd & Opvoedhulp primair verantwoordelijk gesteld voor een zeer verontrustend signaal. In bijna alle gevallen is dat signaal actief opgevolgd. In het merendeel van de signalen ging het om een onveilige situatie. Andersoortige signalen zijn door middel van frequente rapportages aan de instellingen doorgegeven. 3% 2% 1% 6% signalering het AKJ in 2013 7% kernwaarden 7% 69% Ouder met gezag Ouder zonder gezag Ouder, gezag onbekend Pleegouder Grootouder Stiefouder Familie Hulpverlener Cijfers inzet onze cliënten Jeugdigen in de instellingen stellen meestal ter plekke hun vragen aan de vertrouwenspersoon, wanneer deze hun instelling bezoekt. In sommige gevallen vindt ook meteen klachtondersteuning plaats. regels pleegzorg Die signalen zijn onder meer: cInstellingen houden vaak intern niet bij welke klachten informeel intern (al dan niet naar tevredenheid van de cliënt) worden afgehandeld. cPlannen van aanpak en rapportages laten soms lang op zich wachten. Ook de procedure bij klachtencommissies duurt vaak langer dan afgesproken. cEr melden zich meer dan in voorgaande jaren cliënten die met een vechtscheiding te maken hebben. Zij hebben veel klachten, maar een klachtenprocedure biedt hierin vaak geen oplossing. cIn de verschillende regio’s worden verschillende termen gebruikt: gezinsvoogd, gezinsmanager, jeugdbeschermer. Dit werkt verwarrend voor cliënten, ook omdat niet duidelijk is wat de bevoegdheid is van deze functionarissen. cOuders klagen het meest over bejegening en beslissingen in de (toeleiding naar de) hulpverlening. cDe hulpverlening stopt vaak abrupt wanneer een kind 18 jaar wordt. Jongeren worden onvoldoende geïnformeerd over de mogelijkheden voor (verdere) hulp. cEen deel van de jeugdigen wordt niet goed in staat gesteld om naar de klachtencommissie te gaan. Niet helder zijn mogelijkheden van verlof, vervoer en kosten wanneer zij naar een andere instelling moeten reizen voor de klachtzitting. cJeugdigen voelen zich niet altijd serieus genomen door Bureau Jeugdzorg. cJeugdigen die wonen in een instelling voor open jeugdzorg klagen veel over opgelegde sancties. cBij groepen waar veel wisseling van personeel plaatsvindt, krijgen vertrouwenspersonen veel klachten over onrust, onduidelijkheid over regels en een vervelende, onveilige sfeer. cJeugdigen - met name uit JeugdzorgPlus - ervaren onvoldoende samenwerking en contact met hun (gezins)voogd. cBij de gesloten jeugdzorg (JeugdzorgPlus) gaan de meeste klachten over bejegening, beslissingen, de hulpverlening en onjuiste toepassing van de Wet op de jeugdzorg (met name daar waar gedwongen zorg aan de orde is (artikel 29). cJongeren in de gesloten jeugdzorg ervaren geregeld onduidelijkheid over hun trajectplan en over regels op de groep. cOpvallend is dat de gang van jongeren naar de klachtencommissie binnen de gesloten jeugdzorg per instelling verschilt. cVoor cliënten van pleegzorg is niet altijd duidelijk waar zij met klachten over pleegouders terecht kunnen. Ook zijn zij niet altijd te spreken over de wijze waarop pleegzorgmedewerkers rapporteren. Meer informatie over deze en andere signalen staat vermeld in het uitgebreide jaarverslag 2013: www.akj.nl/akj/publicaties/jaarverslagen. Het vertrouwenswerk van stichting AKJ Opdrachten, inzet en cliëntregistratie In 2013 zijn cliënten en pleegouders van de jeugdzorg bijgestaan, wanneer zij kampten met gevoelens van onvrede of onmacht over hun (rechts)positie. Deze ondersteuning bestond uit een aantal kerntaken: In 2013 zijn 7.208 cliënten (volwassenen en jeugdigen) met inzet van 55 vertrouwenspersonen (circa 43 fte) en ondersteunende collega’s, verspreid over het land bijgestaan. De kosten lagen rond de € 4 miljoen. We bereiken echter meer cliënten, omdat onze vertrouwenspersonen regelmatig jeugdigen bezoeken in de instellingen. Deze jeugdigen worden pas geregistreerd als AKJ-cliënt, wanneer zij een vraag, klacht of probleem voorleggen aan de vertrouwenspersoon. Wij informeren en adviseren over hulpverlening, cliëntenrechten, klachtenprocedures en medezeggenschap. Daarnaast bieden we (klacht)ondersteuning, waarbij we cliënten helpen bij het verwoorden, indienen en afhandelen van klachten over jeugdzorg. Wij geven voorlichting aan cliënten en professionals, in direct contact en via onze website en sociale media. We melden (structurele) tekortkomingen en incidenten aan de instellingen, opdrachtgevers en de Inspectie. Deze signalering van verbeterpunten in de jeugdzorg zien we als een belangrijke taak van het AKJ. Onze kennis verspreiden we aan onze partners in het jeugdzorgveld. Onze onafhankelijke vertrouwenspersonen ondersteunen telefonisch, per mail en via de chat. Zij bezoeken cliënten ook op locatie. Die bezoeken zijn in opdracht van de regionale en landelijke overheden. In de Wet op de jeugdzorg artikel 57 (straks Jeugdwet, artikel 2.6, lid 2) staat dat verwoord. 2013 De kernwaarden in ons werk zijn de internationale rechten van het kind en het belang dat de cliënt voor zichzelf ziet. Wij werken oplossingsgericht, onafhankelijk en laagdrempelig. Wij zijn toegankelijk, bereikbaar en beschikbaar voor alle cliënten in de jeugdzorg. Het bieden van kwaliteit en het aangaan van samenwerking staan in ons werk voorop. Opvallend is dat het aantal cliënten in 2013 even hoog is als in 2011. In die twee jaren was de ondersteuning per cliënt ook intensiever dan in 2012. In 2012 deden meer cliënten een beroep op de vertrouwenspersoon. Het verschil betrof circa 500 cliënten. Het werkgebied is uitgebreid. Naast de landelijke inzet (WSG, LJ&R, voormalige LWI’s, VWS en de Raad voor de Kinderbescherming) en de regionale opdrachten vanuit de provincies Limburg, Flevoland, NoordHolland, Overijssel, Utrecht en Zuid Holland en stadsregio’s Amsterdam, Haaglanden en Rotterdam hebben AWBZ-gefinancierde instellingen voor (licht) verstandelijk beperkten ons eveneens gevraagd het vertrouwenswerk uit te voeren (Reinaerde en Vitree). Kijken we naar onze cliënten, dan zien we dat een kleine meerderheid vrouwen/meisjes zijn, 59% tegen 41% mannen/jongens. De volwassenen waren ten opzichte van de jeugdigen net in de minderheid, namelijk 49%. In onderstaande tabel leest u welke juridische status deze volwassenen hebben. De meerderheid heeft het gezag over de kinderen. Daaronder kunnen ook ouders/verzorgers zijn die onder toezicht zijn gesteld. Vertrouwenswerk 5% informatie & advies (klacht)ondersteuning voorlichting kennis Vragen, klachten en problemen Cliënten meldden zich bij het AKJ met vragen (31%), klachten (58%) en problemen (11%). Ieder jaar wordt over bejegening het meest geklaagd. Meest voorkomende vragen 1. Werkwijze vertrouwenswerk/AKJ 2. Werkwijze instelling 3.Wetgeving De vertrouwenspersoon ondersteunt op hun verzoek alle cliënten bij het benaderen van de instelling. In het contact dat hieruit ontstaat, kunnen klachten en vragen worden besproken of anderszins worden afgehandeld. In de meeste gevallen vindt een gesprek plaats met de leidinggevende, soms is daarbij de gezinsvoogd of hulpverlener aanwezig. In onderstaande grafiek ziet u waarbij wij onze cliënten ondersteunden in 2013. Cliëntondersteuning Meest voorkomende klachten 1.Bejegening 2. Uitvoering hulpverlening 3.Beslissingen 4. Gebrekkige informatie 5. Bereikbaarheid en beschikbaarheid hulpverlening en BJZ % 0 10 20 30 40 50 Gesprek met direct leidinggevende Procedure bij de klachtencommissie Gesprek met hulpverlener Schriftelijke afdoening Gesprek met directie of MT Bezwaar/beroep Overige activiteiten Meest voorkomende problemen informatie Transitie jeugdzorg: onderweg naar samenwerking 2013 % 44,9 21,7 19,0 5,4 5,1 0,2 3,7 1. Woonsituatie, groep(sgenoten) 2. Familie, thuis 3. Psychisch, welzijn werkgebied Ondersteuning TAD vertrouwenspersoon chatten bezoek Signalen vechtscheiding klachtenprocedures bejegening Onze ondersteuning Signalen Iedere cliënt krijgt eerst informatie en advies aangeboden door de telefonische adviesdienst (TAD) of via de chatfunctie. Met name volwassenen maken hier gebruik van. Soms kunnen ze na advies zelf verder, een deel (gemiddeld 35% over de laatste vier jaar) heeft meer ondersteuning nodig. Ze worden dan vanuit de centrale dienst doorgeleid naar een vertrouwenspersoon in de eigen AKJ-regio voor meer ondersteuning. Een van onze kerntaken is het geven van signalen. Onze medewerkers melden signalen van (structurele) tekortkomingen en misstanden meteen aan de zorginstelling. Zeker bij signalen over veiligheid kan de instelling dan snel actie ondernemen. Wij hanteren de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en het protocol Signalering. Hierbij gaan we zeer zorgvuldig om met de afspraken rond vertrouwelijkheid en de geheimhoudingsplicht. In 2013 hebben we 14 maal de bestuurders van Bureaus Jeugdzorg of Jeugd & Opvoedhulp primair verantwoordelijk gesteld voor een zeer verontrustend signaal. In bijna alle gevallen is dat signaal actief opgevolgd. In het merendeel van de signalen ging het om een onveilige situatie. Andersoortige signalen zijn door middel van frequente rapportages aan de instellingen doorgegeven. 3% 2% 1% 6% signalering het AKJ in 2013 7% kernwaarden 7% 69% Ouder met gezag Ouder zonder gezag Ouder, gezag onbekend Pleegouder Grootouder Stiefouder Familie Hulpverlener Cijfers inzet onze cliënten Jeugdigen in de instellingen stellen meestal ter plekke hun vragen aan de vertrouwenspersoon, wanneer deze hun instelling bezoekt. In sommige gevallen vindt ook meteen klachtondersteuning plaats. regels pleegzorg Die signalen zijn onder meer: cInstellingen houden vaak intern niet bij welke klachten informeel intern (al dan niet naar tevredenheid van de cliënt) worden afgehandeld. cPlannen van aanpak en rapportages laten soms lang op zich wachten. Ook de procedure bij klachtencommissies duurt vaak langer dan afgesproken. cEr melden zich meer dan in voorgaande jaren cliënten die met een vechtscheiding te maken hebben. Zij hebben veel klachten, maar een klachtenprocedure biedt hierin vaak geen oplossing. cIn de verschillende regio’s worden verschillende termen gebruikt: gezinsvoogd, gezinsmanager, jeugdbeschermer. Dit werkt verwarrend voor cliënten, ook omdat niet duidelijk is wat de bevoegdheid is van deze functionarissen. cOuders klagen het meest over bejegening en beslissingen in de (toeleiding naar de) hulpverlening. cDe hulpverlening stopt vaak abrupt wanneer een kind 18 jaar wordt. Jongeren worden onvoldoende geïnformeerd over de mogelijkheden voor (verdere) hulp. cEen deel van de jeugdigen wordt niet goed in staat gesteld om naar de klachtencommissie te gaan. Niet helder zijn mogelijkheden van verlof, vervoer en kosten wanneer zij naar een andere instelling moeten reizen voor de klachtzitting. cJeugdigen voelen zich niet altijd serieus genomen door Bureau Jeugdzorg. cJeugdigen die wonen in een instelling voor open jeugdzorg klagen veel over opgelegde sancties. cBij groepen waar veel wisseling van personeel plaatsvindt, krijgen vertrouwenspersonen veel klachten over onrust, onduidelijkheid over regels en een vervelende, onveilige sfeer. cJeugdigen - met name uit JeugdzorgPlus - ervaren onvoldoende samenwerking en contact met hun (gezins)voogd. cBij de gesloten jeugdzorg (JeugdzorgPlus) gaan de meeste klachten over bejegening, beslissingen, de hulpverlening en onjuiste toepassing van de Wet op de jeugdzorg (met name daar waar gedwongen zorg aan de orde is (artikel 29). cJongeren in de gesloten jeugdzorg ervaren geregeld onduidelijkheid over hun trajectplan en over regels op de groep. cOpvallend is dat de gang van jongeren naar de klachtencommissie binnen de gesloten jeugdzorg per instelling verschilt. cVoor cliënten van pleegzorg is niet altijd duidelijk waar zij met klachten over pleegouders terecht kunnen. Ook zijn zij niet altijd te spreken over de wijze waarop pleegzorgmedewerkers rapporteren. Meer informatie over deze en andere signalen staat vermeld in het uitgebreide jaarverslag 2013: www.akj.nl/akj/publicaties/jaarverslagen. Vanaf 2012 hebben we actief ingespeeld op de transitie Jeugdwet. We waren succesvol in onze lobby voor het aanleveren en de aanname van de motie Onafhankelijk vertrouwenswerk (Dijsselbloem, Kooiman en Dibi 5 juli 2012). De motie is, na inspraak van ons en anderen, geheel opgenomen in de aangepaste Jeugdwet. Deze wet is in oktober 2013 door de Tweede Kamer aangenomen; in februari 2014 volgde de Eerste Kamer. We hebben ook voorstellen voor het uitvoeringsbesluit aangeleverd. Deze moeten de Tweede Kamer nog passeren. Borging van het vertrouwenswerk voor toekomstige cliënten is een feit. Vertrouwenswerk is een onderdeel van hun rechtspositie. Beoogd wordt dat de Jeugdwet per 2015 in werking treedt. Gemeenten worden grotendeels lokaal of (boven)regionaal verantwoordelijk voor de financiering en uitvoering van de Jeugdwet. Ook de Wet bopz gaat vervallen en wordt in twee nieuwe wetten ondergebracht: Wet verplichte ggz en Wet zorg en dwang. In beide concept-wetten is het onafhankelijk vertrouwenswerk voor de cliënten geborgd door inzet van onze collega-vertrouwenswerkorganisaties. Voor volwassen verstandelijk beperkte en psychogeriatrische cliënten is dat een nieuw onderdeel van hun rechtspositie. Naar verwachting gaan deze wetten per 2016 in. In het geval van de gedwongen jeugd-ggz blijft het vertrouwenswerk vooralsnog onder de Wet bopz en daarmee onder VWS vallen. In 2014 wordt het advies voor harmoniseren van de rechtspositie in de (gedwongen) zorg verwacht. De rijksoverheid zal zich hierover buigen en mogelijk in de loop van de jaren aanpassingen in nieuwe of dan bestaande zorgwetgeving doen. Transitie Jeugdwet wetgeving AWBZ-gefinancierde (licht) verstandelijk beperkten toegankelijkheid De Vlaamse overheid en parlementsleden hebben ons in 2013 verzocht advies uit te brengen op het decreet Jeugdzorg. Ook bij onze zuiderburen mogen cliënten na aanname van dat decreet een onafhankelijk vertrouwenspersoon raadplegen. Transitie jeugdzorg: onderweg naar samenwerking We hebben onze organisatie flexibel ingericht en zijn innovatief. We kunnen inspelen op de veranderingen die bij meerdere transities en transformaties in de zorg gaan komen. We werken daarin graag samen met andere stakeholders om het vertrouwenswerk als onderdeel van de rechtspositie van onze cliënten te blijven uitvoeren. Interne voorbereidingen op transitie Onze toegankelijkheid is vergroot, met als doel meer (digitaal) in te spelen op de ambulantisering van de zorg en behoefte van de cliënt. Chat, Facebook en Twitter zijn enkele voorbeelden. Samen met de stichting PVP is een voorlichtingsfilm voor kinderen en jongeren door Zwaanproducties gelanceerd. De vertrouwenspersonen draaien de film op de leefgroepen. Jeugdigen in de pleegzorg en ambulante jeugdige cliënten kunnen de film op onze websites bekijken. Op verzoek van twee instellingen is ons vertrouwenswerk aan AWBZgefinancierde (licht) verstandelijk beperkten uitgebreid. Met als resultaat dat onze uitgangspunten ook voor deze doelgroep gelden, met bijstelling van een aantal werkwijzen (meer mondeling dan schriftelijk aankaarten van klachten). We streven ernaar het vertrouwenswerk operationeel samen met andere organisaties uit te voeren. Met een aantal Zorgbelang-stichtingen gebeurt dit al. Verdere samenwerking is in 2013 ook verkend met de PVP, LSR, LSFVP en beroepsgroep CVP. Als start zijn de visie, kernwaarden en werkwijzen met elkaar vergeleken. Daar waar drang en dwang in de (jeugd)zorg aanwezig zijn, dient het vertrouwenswerk namelijk uniform en onafhankelijk van de instellingen uitgevoerd te worden. Ook het verhogen van de effectiviteit en efficiënte inrichting is door ons ieder jaar op de agenda gezet. Met als uitkomst straks één landelijke financier. In 2013 en ook in 2014 geven wij prioriteit aan het bijstaan van (regio)gemeenten en lokale organisaties of buurt/wijkteams, door voorlichting over vertrouwenswerk en inrichtingsvraagstukken. Een budgetvoorstel en ontwerpeisen liggen binnen de VNG klaar ter besluitvorming. De VNG gaat het vertrouwenswerk inkopen. Echter, de (regio)gemeenten richten de Jeugdwet (boven)regionaal en lokaal in. Voor het maken van inhoudelijke afspraken zijn zij straks dus een belangrijke partner. Externe advisering vertrouwenswerk: BMC-onderzoek Het transitiebureau jeugd (VWS, V&J en VNG) heeft adviesbureau BMC verzocht het vertrouwenswerk in kaart te brengen en te adviseren over het organiseren ervan (start juli 2012). BMC adviseert in zijn rapport Een gezicht dichtbij (mei 2013) dat er één landelijke financier moet komen. Deze koopt bij een of meer onafhankelijke rechtspersonen minimaal drie jaar lang het vertrouwenswerk in, waarbij de cliënt laagdrempelig en waar nodig op locatie de ondersteuning geboden krijgt. De leden van de VNG nemen dit advies over (november 2013). Hiermee borgen we de kwaliteit van onze dienstverlening, gaan we effectiever voor de cliënt opereren en gaan we efficiënter om met de beschikbare middelen. Met één landelijke financier kunnen we flexibeler inspelen op de vraag en behoren wachtlijsten aan de poort en op locatie tot het verleden. Eind 2013 start het vervolg op het eerste BMC-onderzoek. De omvang van toekomstig vertrouwenswerk en de ontwerpeisen liggen ter besluitvorming voor aan de VNG-leden (juni 2014). Het deel vertrouwenswerk voor de (licht) verstandelijk beperkte populatie (AWBZdeel) en ambulante jeugd-ggz is moeilijk in te schatten. Het advies is te starten en daarna te bezien of de inzet voldoende is. De ontwerpeisen liggen deels in het verlengde van het eerste advies van BMC: landelijke centrale opvang door middel van informatie en advies én er zijn op locatie (klachtondersteuning en groepsbezoeken in de instelling). Andere eisen zijn leveren van eenduidige beleidsinformatie; innovatie; hbo-geschoolde vertrouwenspersonen; inzicht in kerntaken en functieeisen en uniform uitvoeren van de kerntaken volgens de afgesproken normen. In ieder opzicht voldoen we als AKJ aan deze ontwerpeisen. De continuïteit van ons onafhankelijk vertrouwenswerk kunnen we direct regelen en voortzetten. In 2013 is een nieuw registratiesysteem ontwikkeld, zodat we soepel op de behoefte aan informatie en de veranderende omstandigheden kunnen inspelen. samenwerking bijstaan van (regio)gemeenten flexibel innovatief extern advies 2013 één landelijke financier registratiesysteem Dit is een verkorte versie van ons jaarverslag 2013. Het volledige jaarverslag Transitie jeugdzorg; Onderweg naar samenwerking staat online en is in te zien via onze website: www.akj.nl (www.akj.nl/akj/publicaties/jaarverslagen). AKJ Centraal Bureau Nijenburg 150 1081 GG Amsterdam www.akj.nl T 088 555 10 00 [email protected] twitter.com/stichtingAKJ facebook.com/akj.nl Dit is een uitgave van het AKJ. Eindredactie: Ineke Glissenaar / Redactie: Eva Eising / Ontwerp: Zwart op Wit, Delft / Fotografie: Eric de Vries, Den Haag / Druk: Nivo, Delfgauw / oplage: 500 / Amsterdam, mei 2014 het AKJ in 2013 Wetgeving Transitie jeugdzorg: onderweg naar samenwerking het AKJ in 2013 Vanaf 2012 hebben we actief ingespeeld op de transitie Jeugdwet. We waren succesvol in onze lobby voor het aanleveren en de aanname van de motie Onafhankelijk vertrouwenswerk (Dijsselbloem, Kooiman en Dibi 5 juli 2012). De motie is, na inspraak van ons en anderen, geheel opgenomen in de aangepaste Jeugdwet. Deze wet is in oktober 2013 door de Tweede Kamer aangenomen; in februari 2014 volgde de Eerste Kamer. We hebben ook voorstellen voor het uitvoeringsbesluit aangeleverd. Deze moeten de Tweede Kamer nog passeren. Borging van het vertrouwenswerk voor toekomstige cliënten is een feit. Vertrouwenswerk is een onderdeel van hun rechtspositie. Beoogd wordt dat de Jeugdwet per 2015 in werking treedt. Gemeenten worden grotendeels lokaal of (boven)regionaal verantwoordelijk voor de financiering en uitvoering van de Jeugdwet. Ook de Wet bopz gaat vervallen en wordt in twee nieuwe wetten ondergebracht: Wet verplichte ggz en Wet zorg en dwang. In beide concept-wetten is het onafhankelijk vertrouwenswerk voor de cliënten geborgd door inzet van onze collega-vertrouwenswerkorganisaties. Voor volwassen verstandelijk beperkte en psychogeriatrische cliënten is dat een nieuw onderdeel van hun rechtspositie. Naar verwachting gaan deze wetten per 2016 in. In het geval van de gedwongen jeugd-ggz blijft het vertrouwenswerk vooralsnog onder de Wet bopz en daarmee onder VWS vallen. In 2014 wordt het advies voor harmoniseren van de rechtspositie in de (gedwongen) zorg verwacht. De rijksoverheid zal zich hierover buigen en mogelijk in de loop van de jaren aanpassingen in nieuwe of dan bestaande zorgwetgeving doen. Transitie Jeugdwet wetgeving AWBZ-gefinancierde (licht) verstandelijk beperkten toegankelijkheid De Vlaamse overheid en parlementsleden hebben ons in 2013 verzocht advies uit te brengen op het decreet Jeugdzorg. Ook bij onze zuiderburen mogen cliënten na aanname van dat decreet een onafhankelijk vertrouwenspersoon raadplegen. Transitie jeugdzorg: onderweg naar samenwerking We hebben onze organisatie flexibel ingericht en zijn innovatief. We kunnen inspelen op de veranderingen die bij meerdere transities en transformaties in de zorg gaan komen. We werken daarin graag samen met andere stakeholders om het vertrouwenswerk als onderdeel van de rechtspositie van onze cliënten te blijven uitvoeren. Interne voorbereidingen op transitie Onze toegankelijkheid is vergroot, met als doel meer (digitaal) in te spelen op de ambulantisering van de zorg en behoefte van de cliënt. Chat, Facebook en Twitter zijn enkele voorbeelden. Samen met de stichting PVP is een voorlichtingsfilm voor kinderen en jongeren door Zwaanproducties gelanceerd. De vertrouwenspersonen draaien de film op de leefgroepen. Jeugdigen in de pleegzorg en ambulante jeugdige cliënten kunnen de film op onze websites bekijken. Op verzoek van twee instellingen is ons vertrouwenswerk aan AWBZgefinancierde (licht) verstandelijk beperkten uitgebreid. Met als resultaat dat onze uitgangspunten ook voor deze doelgroep gelden, met bijstelling van een aantal werkwijzen (meer mondeling dan schriftelijk aankaarten van klachten). We streven ernaar het vertrouwenswerk operationeel samen met andere organisaties uit te voeren. Met een aantal Zorgbelang-stichtingen gebeurt dit al. Verdere samenwerking is in 2013 ook verkend met de PVP, LSR, LSFVP en beroepsgroep CVP. Als start zijn de visie, kernwaarden en werkwijzen met elkaar vergeleken. Daar waar drang en dwang in de (jeugd)zorg aanwezig zijn, dient het vertrouwenswerk namelijk uniform en onafhankelijk van de instellingen uitgevoerd te worden. Ook het verhogen van de effectiviteit en efficiënte inrichting is door ons ieder jaar op de agenda gezet. Met als uitkomst straks één landelijke financier. In 2013 en ook in 2014 geven wij prioriteit aan het bijstaan van (regio)gemeenten en lokale organisaties of buurt/wijkteams, door voorlichting over vertrouwenswerk en inrichtingsvraagstukken. Een budgetvoorstel en ontwerpeisen liggen binnen de VNG klaar ter besluitvorming. De VNG gaat het vertrouwenswerk inkopen. Echter, de (regio)gemeenten richten de Jeugdwet (boven)regionaal en lokaal in. Voor het maken van inhoudelijke afspraken zijn zij straks dus een belangrijke partner. Externe advisering vertrouwenswerk: BMC-onderzoek Het transitiebureau jeugd (VWS, V&J en VNG) heeft adviesbureau BMC verzocht het vertrouwenswerk in kaart te brengen en te adviseren over het organiseren ervan (start juli 2012). BMC adviseert in zijn rapport Een gezicht dichtbij (mei 2013) dat er één landelijke financier moet komen. Deze koopt bij een of meer onafhankelijke rechtspersonen minimaal drie jaar lang het vertrouwenswerk in, waarbij de cliënt laagdrempelig en waar nodig op locatie de ondersteuning geboden krijgt. De leden van de VNG nemen dit advies over (november 2013). Hiermee borgen we de kwaliteit van onze dienstverlening, gaan we effectiever voor de cliënt opereren en gaan we efficiënter om met de beschikbare middelen. Met één landelijke financier kunnen we flexibeler inspelen op de vraag en behoren wachtlijsten aan de poort en op locatie tot het verleden. Eind 2013 start het vervolg op het eerste BMC-onderzoek. De omvang van toekomstig vertrouwenswerk en de ontwerpeisen liggen ter besluitvorming voor aan de VNG-leden (juni 2014). Het deel vertrouwenswerk voor de (licht) verstandelijk beperkte populatie (AWBZdeel) en ambulante jeugd-ggz is moeilijk in te schatten. Het advies is te starten en daarna te bezien of de inzet voldoende is. De ontwerpeisen liggen deels in het verlengde van het eerste advies van BMC: landelijke centrale opvang door middel van informatie en advies én er zijn op locatie (klachtondersteuning en groepsbezoeken in de instelling). Andere eisen zijn leveren van eenduidige beleidsinformatie; innovatie; hbo-geschoolde vertrouwenspersonen; inzicht in kerntaken en functieeisen en uniform uitvoeren van de kerntaken volgens de afgesproken normen. In ieder opzicht voldoen we als AKJ aan deze ontwerpeisen. De continuïteit van ons onafhankelijk vertrouwenswerk kunnen we direct regelen en voortzetten. In 2013 is een nieuw registratiesysteem ontwikkeld, zodat we soepel op de behoefte aan informatie en de veranderende omstandigheden kunnen inspelen. samenwerking bijstaan van (regio)gemeenten flexibel innovatief extern advies 2013 één landelijke financier registratiesysteem Dit is een verkorte versie van ons jaarverslag 2013. Het volledige jaarverslag Transitie jeugdzorg; Onderweg naar samenwerking staat online en is in te zien via onze website: www.akj.nl (www.akj.nl/akj/publicaties/jaarverslagen). AKJ Centraal Bureau Nijenburg 150 1081 GG Amsterdam www.akj.nl T 088 555 10 00 [email protected] twitter.com/stichtingAKJ facebook.com/akj.nl Dit is een uitgave van het AKJ. Eindredactie: Ineke Glissenaar / Redactie: Eva Eising / Ontwerp: Zwart op Wit, Delft / Fotografie: Eric de Vries, Den Haag / Druk: Nivo, Delfgauw / oplage: 500 / Amsterdam, mei 2014 het AKJ in 2013 Wetgeving Transitie jeugdzorg: onderweg naar samenwerking het AKJ in 2013 Vanaf 2012 hebben we actief ingespeeld op de transitie Jeugdwet. We waren succesvol in onze lobby voor het aanleveren en de aanname van de motie Onafhankelijk vertrouwenswerk (Dijsselbloem, Kooiman en Dibi 5 juli 2012). De motie is, na inspraak van ons en anderen, geheel opgenomen in de aangepaste Jeugdwet. Deze wet is in oktober 2013 door de Tweede Kamer aangenomen; in februari 2014 volgde de Eerste Kamer. We hebben ook voorstellen voor het uitvoeringsbesluit aangeleverd. Deze moeten de Tweede Kamer nog passeren. Borging van het vertrouwenswerk voor toekomstige cliënten is een feit. Vertrouwenswerk is een onderdeel van hun rechtspositie. Beoogd wordt dat de Jeugdwet per 2015 in werking treedt. Gemeenten worden grotendeels lokaal of (boven)regionaal verantwoordelijk voor de financiering en uitvoering van de Jeugdwet. Ook de Wet bopz gaat vervallen en wordt in twee nieuwe wetten ondergebracht: Wet verplichte ggz en Wet zorg en dwang. In beide concept-wetten is het onafhankelijk vertrouwenswerk voor de cliënten geborgd door inzet van onze collega-vertrouwenswerkorganisaties. Voor volwassen verstandelijk beperkte en psychogeriatrische cliënten is dat een nieuw onderdeel van hun rechtspositie. Naar verwachting gaan deze wetten per 2016 in. In het geval van de gedwongen jeugd-ggz blijft het vertrouwenswerk vooralsnog onder de Wet bopz en daarmee onder VWS vallen. In 2014 wordt het advies voor harmoniseren van de rechtspositie in de (gedwongen) zorg verwacht. De rijksoverheid zal zich hierover buigen en mogelijk in de loop van de jaren aanpassingen in nieuwe of dan bestaande zorgwetgeving doen. Transitie Jeugdwet wetgeving AWBZ-gefinancierde (licht) verstandelijk beperkten toegankelijkheid De Vlaamse overheid en parlementsleden hebben ons in 2013 verzocht advies uit te brengen op het decreet Jeugdzorg. Ook bij onze zuiderburen mogen cliënten na aanname van dat decreet een onafhankelijk vertrouwenspersoon raadplegen. Transitie jeugdzorg: onderweg naar samenwerking We hebben onze organisatie flexibel ingericht en zijn innovatief. We kunnen inspelen op de veranderingen die bij meerdere transities en transformaties in de zorg gaan komen. We werken daarin graag samen met andere stakeholders om het vertrouwenswerk als onderdeel van de rechtspositie van onze cliënten te blijven uitvoeren. Interne voorbereidingen op transitie Onze toegankelijkheid is vergroot, met als doel meer (digitaal) in te spelen op de ambulantisering van de zorg en behoefte van de cliënt. Chat, Facebook en Twitter zijn enkele voorbeelden. Samen met de stichting PVP is een voorlichtingsfilm voor kinderen en jongeren door Zwaanproducties gelanceerd. De vertrouwenspersonen draaien de film op de leefgroepen. Jeugdigen in de pleegzorg en ambulante jeugdige cliënten kunnen de film op onze websites bekijken. Op verzoek van twee instellingen is ons vertrouwenswerk aan AWBZgefinancierde (licht) verstandelijk beperkten uitgebreid. Met als resultaat dat onze uitgangspunten ook voor deze doelgroep gelden, met bijstelling van een aantal werkwijzen (meer mondeling dan schriftelijk aankaarten van klachten). We streven ernaar het vertrouwenswerk operationeel samen met andere organisaties uit te voeren. Met een aantal Zorgbelang-stichtingen gebeurt dit al. Verdere samenwerking is in 2013 ook verkend met de PVP, LSR, LSFVP en beroepsgroep CVP. Als start zijn de visie, kernwaarden en werkwijzen met elkaar vergeleken. Daar waar drang en dwang in de (jeugd)zorg aanwezig zijn, dient het vertrouwenswerk namelijk uniform en onafhankelijk van de instellingen uitgevoerd te worden. Ook het verhogen van de effectiviteit en efficiënte inrichting is door ons ieder jaar op de agenda gezet. Met als uitkomst straks één landelijke financier. In 2013 en ook in 2014 geven wij prioriteit aan het bijstaan van (regio)gemeenten en lokale organisaties of buurt/wijkteams, door voorlichting over vertrouwenswerk en inrichtingsvraagstukken. Een budgetvoorstel en ontwerpeisen liggen binnen de VNG klaar ter besluitvorming. De VNG gaat het vertrouwenswerk inkopen. Echter, de (regio)gemeenten richten de Jeugdwet (boven)regionaal en lokaal in. Voor het maken van inhoudelijke afspraken zijn zij straks dus een belangrijke partner. Externe advisering vertrouwenswerk: BMC-onderzoek Het transitiebureau jeugd (VWS, V&J en VNG) heeft adviesbureau BMC verzocht het vertrouwenswerk in kaart te brengen en te adviseren over het organiseren ervan (start juli 2012). BMC adviseert in zijn rapport Een gezicht dichtbij (mei 2013) dat er één landelijke financier moet komen. Deze koopt bij een of meer onafhankelijke rechtspersonen minimaal drie jaar lang het vertrouwenswerk in, waarbij de cliënt laagdrempelig en waar nodig op locatie de ondersteuning geboden krijgt. De leden van de VNG nemen dit advies over (november 2013). Hiermee borgen we de kwaliteit van onze dienstverlening, gaan we effectiever voor de cliënt opereren en gaan we efficiënter om met de beschikbare middelen. Met één landelijke financier kunnen we flexibeler inspelen op de vraag en behoren wachtlijsten aan de poort en op locatie tot het verleden. Eind 2013 start het vervolg op het eerste BMC-onderzoek. De omvang van toekomstig vertrouwenswerk en de ontwerpeisen liggen ter besluitvorming voor aan de VNG-leden (juni 2014). Het deel vertrouwenswerk voor de (licht) verstandelijk beperkte populatie (AWBZdeel) en ambulante jeugd-ggz is moeilijk in te schatten. Het advies is te starten en daarna te bezien of de inzet voldoende is. De ontwerpeisen liggen deels in het verlengde van het eerste advies van BMC: landelijke centrale opvang door middel van informatie en advies én er zijn op locatie (klachtondersteuning en groepsbezoeken in de instelling). Andere eisen zijn leveren van eenduidige beleidsinformatie; innovatie; hbo-geschoolde vertrouwenspersonen; inzicht in kerntaken en functieeisen en uniform uitvoeren van de kerntaken volgens de afgesproken normen. In ieder opzicht voldoen we als AKJ aan deze ontwerpeisen. De continuïteit van ons onafhankelijk vertrouwenswerk kunnen we direct regelen en voortzetten. In 2013 is een nieuw registratiesysteem ontwikkeld, zodat we soepel op de behoefte aan informatie en de veranderende omstandigheden kunnen inspelen. samenwerking bijstaan van (regio)gemeenten flexibel innovatief extern advies 2013 één landelijke financier registratiesysteem Dit is een verkorte versie van ons jaarverslag 2013. Het volledige jaarverslag Transitie jeugdzorg; Onderweg naar samenwerking staat online en is in te zien via onze website: www.akj.nl (www.akj.nl/akj/publicaties/jaarverslagen). AKJ Centraal Bureau Nijenburg 150 1081 GG Amsterdam www.akj.nl T 088 555 10 00 [email protected] twitter.com/stichtingAKJ facebook.com/akj.nl Dit is een uitgave van het AKJ. Eindredactie: Ineke Glissenaar / Redactie: Eva Eising / Ontwerp: Zwart op Wit, Delft / Fotografie: Eric de Vries, Den Haag / Druk: Nivo, Delfgauw / oplage: 500 / Amsterdam, mei 2014 het AKJ in 2013 Wetgeving Transitie jeugdzorg: onderweg naar samenwerking het AKJ in 2013 Vanaf 2012 hebben we actief ingespeeld op de transitie Jeugdwet. We waren succesvol in onze lobby voor het aanleveren en de aanname van de motie Onafhankelijk vertrouwenswerk (Dijsselbloem, Kooiman en Dibi 5 juli 2012). De motie is, na inspraak van ons en anderen, geheel opgenomen in de aangepaste Jeugdwet. Deze wet is in oktober 2013 door de Tweede Kamer aangenomen; in februari 2014 volgde de Eerste Kamer. We hebben ook voorstellen voor het uitvoeringsbesluit aangeleverd. Deze moeten de Tweede Kamer nog passeren. Borging van het vertrouwenswerk voor toekomstige cliënten is een feit. Vertrouwenswerk is een onderdeel van hun rechtspositie. Beoogd wordt dat de Jeugdwet per 2015 in werking treedt. Gemeenten worden grotendeels lokaal of (boven)regionaal verantwoordelijk voor de financiering en uitvoering van de Jeugdwet. Ook de Wet bopz gaat vervallen en wordt in twee nieuwe wetten ondergebracht: Wet verplichte ggz en Wet zorg en dwang. In beide concept-wetten is het onafhankelijk vertrouwenswerk voor de cliënten geborgd door inzet van onze collega-vertrouwenswerkorganisaties. Voor volwassen verstandelijk beperkte en psychogeriatrische cliënten is dat een nieuw onderdeel van hun rechtspositie. Naar verwachting gaan deze wetten per 2016 in. In het geval van de gedwongen jeugd-ggz blijft het vertrouwenswerk vooralsnog onder de Wet bopz en daarmee onder VWS vallen. In 2014 wordt het advies voor harmoniseren van de rechtspositie in de (gedwongen) zorg verwacht. De rijksoverheid zal zich hierover buigen en mogelijk in de loop van de jaren aanpassingen in nieuwe of dan bestaande zorgwetgeving doen. Transitie Jeugdwet wetgeving AWBZ-gefinancierde (licht) verstandelijk beperkten toegankelijkheid De Vlaamse overheid en parlementsleden hebben ons in 2013 verzocht advies uit te brengen op het decreet Jeugdzorg. Ook bij onze zuiderburen mogen cliënten na aanname van dat decreet een onafhankelijk vertrouwenspersoon raadplegen. Transitie jeugdzorg: onderweg naar samenwerking We hebben onze organisatie flexibel ingericht en zijn innovatief. We kunnen inspelen op de veranderingen die bij meerdere transities en transformaties in de zorg gaan komen. We werken daarin graag samen met andere stakeholders om het vertrouwenswerk als onderdeel van de rechtspositie van onze cliënten te blijven uitvoeren. Interne voorbereidingen op transitie Onze toegankelijkheid is vergroot, met als doel meer (digitaal) in te spelen op de ambulantisering van de zorg en behoefte van de cliënt. Chat, Facebook en Twitter zijn enkele voorbeelden. Samen met de stichting PVP is een voorlichtingsfilm voor kinderen en jongeren door Zwaanproducties gelanceerd. De vertrouwenspersonen draaien de film op de leefgroepen. Jeugdigen in de pleegzorg en ambulante jeugdige cliënten kunnen de film op onze websites bekijken. Op verzoek van twee instellingen is ons vertrouwenswerk aan AWBZgefinancierde (licht) verstandelijk beperkten uitgebreid. Met als resultaat dat onze uitgangspunten ook voor deze doelgroep gelden, met bijstelling van een aantal werkwijzen (meer mondeling dan schriftelijk aankaarten van klachten). We streven ernaar het vertrouwenswerk operationeel samen met andere organisaties uit te voeren. Met een aantal Zorgbelang-stichtingen gebeurt dit al. Verdere samenwerking is in 2013 ook verkend met de PVP, LSR, LSFVP en beroepsgroep CVP. Als start zijn de visie, kernwaarden en werkwijzen met elkaar vergeleken. Daar waar drang en dwang in de (jeugd)zorg aanwezig zijn, dient het vertrouwenswerk namelijk uniform en onafhankelijk van de instellingen uitgevoerd te worden. Ook het verhogen van de effectiviteit en efficiënte inrichting is door ons ieder jaar op de agenda gezet. Met als uitkomst straks één landelijke financier. In 2013 en ook in 2014 geven wij prioriteit aan het bijstaan van (regio)gemeenten en lokale organisaties of buurt/wijkteams, door voorlichting over vertrouwenswerk en inrichtingsvraagstukken. Een budgetvoorstel en ontwerpeisen liggen binnen de VNG klaar ter besluitvorming. De VNG gaat het vertrouwenswerk inkopen. Echter, de (regio)gemeenten richten de Jeugdwet (boven)regionaal en lokaal in. Voor het maken van inhoudelijke afspraken zijn zij straks dus een belangrijke partner. Externe advisering vertrouwenswerk: BMC-onderzoek Het transitiebureau jeugd (VWS, V&J en VNG) heeft adviesbureau BMC verzocht het vertrouwenswerk in kaart te brengen en te adviseren over het organiseren ervan (start juli 2012). BMC adviseert in zijn rapport Een gezicht dichtbij (mei 2013) dat er één landelijke financier moet komen. Deze koopt bij een of meer onafhankelijke rechtspersonen minimaal drie jaar lang het vertrouwenswerk in, waarbij de cliënt laagdrempelig en waar nodig op locatie de ondersteuning geboden krijgt. De leden van de VNG nemen dit advies over (november 2013). Hiermee borgen we de kwaliteit van onze dienstverlening, gaan we effectiever voor de cliënt opereren en gaan we efficiënter om met de beschikbare middelen. Met één landelijke financier kunnen we flexibeler inspelen op de vraag en behoren wachtlijsten aan de poort en op locatie tot het verleden. Eind 2013 start het vervolg op het eerste BMC-onderzoek. De omvang van toekomstig vertrouwenswerk en de ontwerpeisen liggen ter besluitvorming voor aan de VNG-leden (juni 2014). Het deel vertrouwenswerk voor de (licht) verstandelijk beperkte populatie (AWBZdeel) en ambulante jeugd-ggz is moeilijk in te schatten. Het advies is te starten en daarna te bezien of de inzet voldoende is. De ontwerpeisen liggen deels in het verlengde van het eerste advies van BMC: landelijke centrale opvang door middel van informatie en advies én er zijn op locatie (klachtondersteuning en groepsbezoeken in de instelling). Andere eisen zijn leveren van eenduidige beleidsinformatie; innovatie; hbo-geschoolde vertrouwenspersonen; inzicht in kerntaken en functieeisen en uniform uitvoeren van de kerntaken volgens de afgesproken normen. In ieder opzicht voldoen we als AKJ aan deze ontwerpeisen. De continuïteit van ons onafhankelijk vertrouwenswerk kunnen we direct regelen en voortzetten. In 2013 is een nieuw registratiesysteem ontwikkeld, zodat we soepel op de behoefte aan informatie en de veranderende omstandigheden kunnen inspelen. samenwerking bijstaan van (regio)gemeenten flexibel innovatief extern advies 2013 één landelijke financier registratiesysteem Dit is een verkorte versie van ons jaarverslag 2013. Het volledige jaarverslag Transitie jeugdzorg; Onderweg naar samenwerking staat online en is in te zien via onze website: www.akj.nl (www.akj.nl/akj/publicaties/jaarverslagen). AKJ Centraal Bureau Nijenburg 150 1081 GG Amsterdam www.akj.nl T 088 555 10 00 [email protected] twitter.com/stichtingAKJ facebook.com/akj.nl Dit is een uitgave van het AKJ. Eindredactie: Ineke Glissenaar / Redactie: Eva Eising / Ontwerp: Zwart op Wit, Delft / Fotografie: Eric de Vries, Den Haag / Druk: Nivo, Delfgauw / oplage: 500 / Amsterdam, mei 2014 het AKJ in 2013 Wetgeving Transitie jeugdzorg: onderweg naar samenwerking het AKJ in 2013
© Copyright 2025 ExpyDoc