Cognitieve capaciteitentest

Instructiebrochure voor kandidaten
Cognitieve capaciteitentest
hbo en academisch niveau
1. Introductie
1.1
Het doel van deze brochure
Deze brochure geeft u inzicht in de testprocedure die u te wachten staat. Het is voor u van belang
dat u goed geïnformeerd aan de tests begint en dat onzekerheden over het hoe en wat van tests in
de procedure bij u zijn weggenomen.
De brochure geeft antwoord op de volgende vragen:
•
•
•
1.2
Welke capaciteiten worden getest?
Met wat voor vragen en opgaven krijgt u te maken?
Welke nuttige tips voor testafname zijn er te geven?
Waarom wordt er getest?
Tests worden gebruikt om een zo objectief mogelijk beeld van de kandidaat te krijgen. Elke
kandidaat krijgt een groot aantal vragen te beantwoorden en opgaven te maken. De test is voor
elke kandidaat hetzelfde. De resultaten van de kandidaat worden vergeleken met resultaten van
een grote groep mensen die dezelfde test hebben gemaakt en die een gelijkwaardige opleiding
hebben genoten. De resultaten van die mensen zijn verwerkt tot een vergelijkingstabel, ook wel
normentabel genoemd.
Tests geven in het algemeen een betrouwbaar beeld van iemands verstandelijke vermogens en
persoonlijke kenmerken. Kenmerken die niet relevant zijn zoals ras, sexe of uiterlijk, hebben geen
invloed op de uitslag.
Ten slotte worden tests gebruikt omdat ze een relatief hoge voorspellende waarde hebben. Er
wordt onderzoek gedaan naar het verband tussen de testresultaten en (later) gedrag in de functie.
Als bijvoorbeeld blijkt dat veel mensen met een bepaalde testuitslag goed functioneren in een
bepaald beroep, dan kunnen we van iemand die een vergelijkbare testuitslag heeft verwachten dat
hij of zij dat beroep ook goed zal vervullen.
1.3
Hoe kunt u zich voorbereiden?
Het belangrijkste is dat u fris en uitgerust bent. Mocht u zich niet goed voelen op de testdag, laat
u dat dan vooraf (eventueel telefonisch) weten bij de testassistent. Als u de test maakt, is de
uitslag geldig. Als alternatief kunt u (indien mogelijk) op een andere dag getest worden.
Bij de afname van de tests krijgt u uitleg over hoe u de verschillende onderdelen dient te maken.
Het is verstandig deze brochure vooraf door te nemen, zodat u weet wat u te wachten staat en u
zich maximaal op de opdrachten kunt concentreren.
Cognitieve capaciteitentest hbo – academisch niveau
1
1.4
De cognitieve capaciteitentest
U krijgt in deze testsituatie te maken met de test voor cognitieve capaciteiten.
De totale afnameduur van de tests bedraagt ongeveer 1½ uur. De tests worden in zijn geheel op
de computer afgenomen. De vragen verschijnen op het beeldscherm, waarna u uit een aantal
mogelijke antwoorden een keuze maakt. Dit gaat met behulp van de muis of het toetsenbord. Uw
antwoorden worden door de computer nagekeken en opgeslagen.
Voordat de test op de computer start, krijgt u uitleg over hoe u met de computer uw antwoorden
kiest. We raden u aan deze brochure mee te nemen, zodat u die erbij kunt nemen als dat nodig is.
Bij het maken van de test krijgt u de gelegenheid bij ieder onderdeel de instructie nogmaals door
te nemen op de computer.
1.5
De bescherming van persoonlijke gegevens
U zult zich misschien afvragen hoe het staat met de bescherming van de in de computer
ingevoerde gegevens. Maatregelen zijn getroffen om te voorkomen dat uw persoons- en
testgegevens, die in de computer opgeslagen zijn, toegankelijk zijn voor onbevoegden. Uw
persoonlijke gegevens worden zó in een bestand opgeslagen, dat personen voor wie de informatie
niet is bedoeld er geen toegang toe hebben. Op deze wijze zijn uw privé-gegevens beschermd.
Cognitieve capaciteitentest hbo – academisch niveau
2
2. De Capaciteitentest
De capaciteitentest is een test voor cognitieve (intellectuele) capaciteiten, zoals logisch redeneren
en probleemoplossend vermogen. Deze versie is bedoeld voor functies op vwo- hbo- of universitair
niveau.
Deze test meet uw capaciteiten op het vlak van:
• algemeen niveau van analytische capaciteiten
• verbaal denken, waaronder redeneren met begrippen
• cijfermatig denken, waaronder rekenvaardigheid
• visueel denken, waaronder ruimtelijk inzicht
De
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
capaciteitentest bestaat uit de volgende onderdelen:
Woordenschat
Figuurreeksen
Analogieën
Syllogismen
Cijferreeksen
Kubussen
Sommen
Voor alle onderdelen van de capaciteitentest gelden de volgende regels:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Voor elke vraag heeft u beperkt tijd beschikbaar. De tijd wordt aangegeven bij het starten van
de test.
Houd de tijd goed in de gaten. Deze is bij het maken van de test in beeld zichtbaar.
Zorg ervoor dat u altijd een antwoord hebt gegeven voordat de tijd om is! Als u het antwoord
niet weet, gok dan. Er worden geen punten afgetrokken voor foute antwoorden.
Laat u tijdens de test niet opjutten. Uw score wordt niet hoger als u de test sneller maakt.
Alleen het aantal goede antwoorden telt.
U kunt uw antwoord net zo vaak veranderen als u wilt. Het laatst gegeven antwoord wordt
opgeslagen.
U kunt niet terugbladeren naar vorige vragen om uw antwoord te veranderen.
Tijd die u over hebt bij een vraag levert geen extra tijd op voor de volgende vraag.
Gebruik eventueel pen en papier.
Gebruik geen rekenmachine bij de rekentests of een woordenboek bij de verbale onderdelen.
De vragen voor elk testonderdeel staan in volgorde van moeilijkheidsgraad. Vooraan staan de
gemakkelijke vragen, later worden de vragen steeds moeilijker.
Bij het maken van de test wordt bij ieder onderdeel nogmaals een instructie gegeven.
Op de volgende pagina’s vindt u een overzicht van alle testonderdelen. Bij iedere test worden twee
oefenopgaven gegeven. De oefenopgaven geven een indruk van waar het bij het betreffende
testonderdeel om gaat. De vragen in de daadwerkelijke test kunnen wat betreft moeilijkheid
verschillen van de oefenopgaven. De antwoorden daarvan vindt u achterin deze brochure.
Cognitieve capaciteitentest hbo – academisch niveau
3
1
Woordenschat
Het onderdeel woordenschat onderzoekt welke woorden u kent en begrijpt en meet het niveau van
verbale kennisverwerving.
U krijgt een woord te zien. De opdracht is om uit een rijtje van vier woorden het woord te kiezen
dat dezelfde betekenis heeft.
Voorbeeld:
ingenieus
1. technisch
2. vindingrijk
3. kunstig
4. verstandig
Het goede antwoord is 2:vindingrijk.
Oefenopgave 1:
lacune
1. inham
2. wraakzucht
3. leemte
4. melkproduct
Oefenopgave 2:
amorf
1. innig
2. vormloos
3. kruik
4. dwerg
Cognitieve capaciteitentest hbo – academisch niveau
4
2
Figuurreeksen
Dit onderdeel meet de vaardigheid om patronen te ontdekken in figuurreeksen.
Er wordt een rij van vier figuren getoond. Deze figuren vormen een reeks, waarin op systematische
wijze iets verandert. Het gaat erom de figuur te vinden die de reeks voortzet.
Voorbeeld 1:
1
2
3
4
In de figuren van voorbeeld 1 heeft elke volgende figuur een lijn meer dan de vorige figuur.
Bovendien verandert de plaats waarin de lijnen staan tegen de richting van de klok in. Het goede
antwoord is dus antwoord 3.
Voorbeeld 2:
1
2
3
4
In de cirkels hierboven verandert een bolletje met de klok mee van plaats. Ook zit het bolletje
beurtelings binnen en buiten de cirkel. Een derde aspect is nog de wit/zwart wisseling van het
bolletje. Het goede antwoord is 2. Het balletje zit weer aan de binnenkant en is wit en het is weer
een stukje met de klok meegedraaid.
Cognitieve capaciteitentest hbo – academisch niveau
5
Oefenopgave 1:
1
2
3
4
3
4
Oefenopgave 2:
1
2
Cognitieve capaciteitentest hbo – academisch niveau
6
3
Analogieën
Het onderdeel analogieën meet het vermogen om relaties tussen woorden te ontdekken.
In de test komen telkens twee woorden in beeld, met daaronder vier antwoordmogelijkheden. Het
gaat erom dat u de relatie tussen de twee woorden ontdekt en uit de antwoorden het woordpaar
kiest met de relatie die daar het meest op lijkt.
Voorbeeld:
mens - huis
1. bloem -vaas
2. vos - hol
3. worm - grond
4. kip - ei
5. paard - erf
Het goede antwoord is ‘vos - hol’. De relatie is ‘woont in’: zoals een mens in een huis woont,
woont een vos in een hol.
In het voorbeeld zijn er nog meer relaties die mens en huis gemeenschappelijk kunnen hebben met
andere woordparen. Een worm woont ook in de grond, maar heeft die grond niet zelf gemaakt.
Bovendien is de grond geen afgebakende ruimte, zoals een huis en een hol.
Daarom is vos - hol een betere oplossing dan worm - grond. Deze relatie lijkt meer op die tussen
mens en huis.
Oefenopgave 1:
boom - blaadjes
1. vrouw - kleren
2. auto - aanhanger
3. vis - schubben
4. bad - schuim
5. stoel - tribune
Oefenopgave 2:
uitstellen - annuleren
1. weggooien - begraven
2. verbergen - vernietigen
3. stoppen - vertragen
4. naderen - bereiken
5. uitnodigen - afbellen
Cognitieve capaciteitentest hbo – academisch niveau
7
4
Syllogismen
Het onderdeel syllogismen bekijkt of u logisch kunt redeneren.
De opgaven in deze test bestaan steeds uit twee uitspraken. Het gaat erom een conclusie te
trekken die geldig is op grond van deze uitspraken. Het gaat er niet om of de uitspraken iets
uitdrukken wat in werkelijkheid zo is. Het gaat er alleen om of de conclusie logischerwijze volgt uit
de uitspraken.
Voorbeeld:
Alle beren zijn groen.
Alle groene dingen zijn flessen.
1. Alle flessen zijn groen.
2. Sommige beren zijn niet groen.
3. Alle flessen zijn beren.
4. Alle beren zijn flessen.
Het goede antwoord is 4: Alle beren zijn flessen.
Het kan makkelijk zijn om de informatie op kladpapier te tekenen, zoals hieronder te zien is.
Alle beren zijn groen.
groen
beren
De verzamelingen beren is onderdeel van de verzameling van alle groene dingen die er zijn.
Alle groene dingen zijn flessen.
flessen
groen
De verzameling van groene dingen is onderdeel van de verzameling flessen.
Beide stellingen in één plaatje ziet er als volgt uit:
flessen
groen
beren
Conclusie: Alle beren zijn flessen.
Cognitieve capaciteitentest hbo – academisch niveau
8
Oefenopgave 1:
Alle vrijgezellen zijn gehuwd.
Sommige vrijgezellen zijn gelukkig.
1. Alle ongehuwden zijn vrijgezel.
2. Alle gelukkigen zijn vrijgezel.
3. Sommige gehuwden zijn niet gelukkig.
4. Geen enkele gehuwde is gelukkig.
Oefenopgave 2:
Sommige vrouwen zijn kaal.
Alle kaalhoofdigen zijn man.
1. Geen enkele vrouw is een man.
2. Geen enkele man is een vrouw.
3. Alle vrouwen zijn mannen.
4. Sommige mannen zijn een vrouw.
Cognitieve capaciteitentest hbo – academisch niveau
9
5
Cijferreeksen
Het onderdeel cijferreeksen meet uw vermogen patronen in een reeks getallen te ontdekken.
De opgaven bestaan uit een rij met getallen. Het gaat erom de relatie tussen de getallen te vinden
en de reeks voort te zetten met twee getallen volgens hetzelfde patroon. In een reeks zijn
combinaties mogelijk van optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Voorbeeld:
-2
0
3
5
8
1. 10, 12
2. 10, 13
3. 11, 13
4. 11, 14
Antwoord 2 geeft de juiste aanvulling. Er wordt afwisselend 2 en 3 bij het vorige getal opgeteld.
Het kan prettig werken om de opgave op kladpapier uit te zetten. Dit kan bijvoorbeeld zo:
+2
↓
-
+2
+2
↓
↓
2 0
3
5
↑
↑
+3
+3
8
?
?
↑
+3
Oefenopgave 1:
16
8
12
6
10
12
8
1. 5, 12
2. 4, 8
3. 5, 9
4. 4, 9
Oefenopgave 2:
10 11
1.
2.
3.
4.
9
10,
7,
9,
5,
13
12
14
15
12
Cognitieve capaciteitentest hbo – academisch niveau
10
Kubussen
6
Het onderdeel kubussen meet uw ruimtelijk inzicht.
U krijgt hiervoor kubussen te zien. Het is belangrijk dat u begrijpt hoe de kubussen eruit zien:
•
•
•
van elke kubus zijn vier van de zes vlakken beschilderd met een bepaalde afbeelding
de andere twee vlakken zijn leeg (dus onbeschilderd)
iedere afbeelding komt maar één keer voor op een kubus
De kubus kan op allerlei wijzen worden gedraaid, maar de beschildering op de vlakken blijft gelijk.
Voorbeeld 1:
In het onderstaande plaatje is dezelfde kubus te zien vanuit twee verschillende hoeken.
Als men kubus 1 één slag met de klok mee draait, ziet hij er hetzelfde uit als kubus 2. De twee
kubussen zijn dus identiek.
In de opgaven in deze test krijgt u steeds een kubus te zien. De kubus moet gedraaid worden. Van
de vier kubussen die eronder staan, kan er maar één het resultaat zijn van het draaien van de
gegeven kubus.
Voorbeeld 2:
Cognitieve capaciteitentest hbo – academisch niveau
11
In bovenstaand voorbeeld kan alleen de derde kubus het resultaat zijn van het draaien van de
opgavekubus. Hiervoor moet de kubus naar rechtsvoor gekanteld worden.
Hieronder vindt u oefenopgaven. Bovenaan staat de opgavekubus, eronder staan de vier
alternatieven.
Oefenopgave 1:
1
2
3
4
2
3
4
Oefenopgave 2:
1
Cognitieve capaciteitentest hbo – academisch niveau
12
7
Sommen
Dit onderdeel onderzoekt uw rekenkundig inzicht. U krijgt een tekst met een rekenprobleem. Uit de
gegeven informatie moet u afleiden hoe u het antwoord op de vraag correct kunt uitrekenen.
Voorbeeld:
Jan leest 20 bladzijden in een half uur.
Piet leest twee keer zo snel als Jan.
Hoeveel bladzijden leest Piet in twee uur?
1. 40
2. 80
3. 120
4. 160
Het goede antwoord is 4.
Piet leest twee keer zo snel als Jan, dat is 40 bladzijden in een half uur. Twee uur is 4 x een half
uur.
Dus Piet leest 4 x 40 = 160 bladzijden in twee uur.
U mag bij rekenopgaven geen rekenmachine gebruiken, wel kladpapier.
Oefenopgave 1:
Voor het vullen van een kinderbadje is 136 liter water nodig.
Water wordt gehaald in een emmer van 16 liter.
Tijdens het transport klotst steeds 15% over de rand van de emmer.
Hoeveel emmers water zijn nodig om het badje te vullen?
1. 9
2. 10
3. 11
4. 12
Oefenopgave 2:
Een boer heeft een weiland met een omtrek van 300 meter.
De lengte is tweemaal de breedte. Op het weiland grazen
100 schapen. Hoeveel vierkante meter heeft ieder schaap?
1. 25
2. 30
3. 50
4. 100
Cognitieve capaciteitentest hbo – academisch niveau
13
3. Antwoorden op de oefenopgaven
Woordenschat
1. 3
2. 2
Figuurreeksen
1. 3
2. 4
Analogieën
1. 3
2. 2
Er staat afwisselend een rondje en een vierkantje met stip. Het vierkant
staat steeds links en rechtsom.
De driehoek wordt steeds een kwart slag gedraaid en over de lange as
gespiegeld. Het balletjes verplaatst zich van de rechte hoek naar de
meest scherpe, vervolgens naar de minder scherpe hoek en zo verder.
De relatie is ‘onderdeel van’. Blaadjes zijn onderdeel van een boom. Schubben zijn
onderdeel van een vis.
Bij uitstellen gaat iets tijdelijk niet door, terwijl bij annuleren iets
definitief niet doorgaat. Dezelfde relatie bestaat tussen verbergen en
vernietigen. Bij verbergen is iets tijdelijk niet aanwezig of zichtbaar, bij
vernietigen wordt dat definitief.
Verbale syllogismen
1. 3
Zie diagram:
2. 4
Cijferreeksen
1. 3
2. 2
Kubussen
1. 1
2. 3
Zie diagram:
Er wordt afwisselend door 2 gedeeld en 4 erbij opgeteld.
De reeks is: +1 -2 +3 -4 +5.
De kubus is naar linksachter gekanteld en vervolgens 1 slag tegen de klok in
gedraaid.
De kubus is 1 slag naar links gedraaid.
Rekenopgaven
1. 2
In iedere emmer blijft 85% van 16 liter water over. Dat is 13,6 liter.
Voor 136 liter water moet de emmer dus 10 keer gevuld worden.
2. 3
De omtrek is 300 meter, dus lengte plus breedte is 150 meter. De
lengte is twee keer de breedte, dus dan is de lengte 100 meter en de
breedte 50. De oppervlakte is dan 50 x 100 = 5000 m2. Er staan 100
schapen, dus dat is 5000/100 = 50 m2 per schaap.
Cognitieve capaciteitentest hbo – academisch niveau
14
Cognitieve capaciteitentest hbo – academisch niveau
15