Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Graaf de Ferrarisgebouw | Koning Albert II-laan 20 bus 19 | B-1000 Brussel Gratis telefoon 1700 | Fax +32 2 553 13 50 Email: [email protected] Web: www.vreg.be Advies van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt van 26 juni 2014 met betrekking tot een stabiel decretaal kader voor de distributienettarieven ADV-2014-2 ADV-2014-2 26/06/2014 Inleiding Overeenkomstig de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming zal de bevoegdheid inzake de distributienettarieven voor elektriciteit en aardgas op 1 juli 2014 overgaan van het federale niveau naar de gewesten. In het advies ADV-2013-8 van 22/11/2013 vroeg de VREG aan de Vlaamse decreetgever om de bevoegdheid van de VREG inzake distributienettarieven uitdrukkelijk te bevestigen, met een aanvulling van: • • art. 3.1.3, 2°, Energiedecreet (taken van de VREG) art. 3.1.4, § 2, Energiedecreet (bijzondere bevoegdheden van de VREG) De verantwoording van deze wijzigingen is terug te vinden in het feit dat de huidige taken en bevoegdheden van de VREG limitatief opgesomd zijn. Een uitdrukkelijke machtiging van de tarifaire bevoegdheid van de VREG, n.a.v. de regionalisering van de materie, maakt het voor de VREG mogelijk om zijn tarifaire bevoegdheid uit te oefenen, zonder dat er een risico bestaat van betwisting van de rechtsgrond van zijn beslissingen. Bij decreet van 14 maart 2014 werd het Energiedecreet in deze zin gewijzigd. 1 Artikel 3.1.3, 2° Energiedecreet werd vervangen door wat volgt: "2° regulerende taken: de regulering van toegang tot en de werking van de elektriciteits- en gasmarkt, inclusief de distributienettarieven voor elektriciteit en aardgas of overgangsmaatregelen hierover, overeenkomstig de bepalingen van dit decreet;" Artikel 3.1.4, § 2 Energiedecreet, werd aangevuld als volgt: "12° het goedkeuren van distributienettarieven voor elektriciteit en aardgas en het vaststellen van de berekeningsmethodes hiervoor, volgens transparante criteria of het nemen van overgangsmaatregelen hierover." De wijzigingen treden in werking op 1 juli 2014. Om een werkelijke bevoegdheidsoverdracht inzake de distributienettarieven vanaf 1 juli 2014 mogelijk te maken, en om de VREG in staat te stellen de nieuwe bevoegdheid vanaf die datum effectief uit te oefenen binnen een stabiel juridisch kader, is het nodig dat de Vlaamse decreetgever zo snel als enigszins mogelijk een initiatief neemt voor de materie van de distributienettarieven in het Vlaamse Gewest. Het advies dat nu voorligt, beoogt de organisatie van een inhoudelijk en procedureel kader waarbinnen de VREG de bevoegdheid inzake distributienettarieven zal uitoefenen. 1 Decreet van 14 maart 2014 houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de omzetting van de Richtlijn van de Europese Unie 2012/27/EU van 25 oktober 2012 betreffende energieefficiëntie en de toekenning van groenestroomcertificaten, warmte-krachtcertificaten en garanties van oorsprong (B.S. 28 maart 2014). Pagina 2 ADV-2014-2 26/06/2014 Bespreking (I) STABIEL DECRETAAL KADER De VREG pleit voor een stabiel wettelijk kader ná de bevoegdheidsoverdracht, en verzoekt de beleidsmakers om een snel decretaal optreden, zodat de rechtszekerheid gevrijwaard en de continuïteit van de tarieven gewaarborgd blijft. De VREG is geen voorstander van een letterlijke overname van de federale voorschriften. De federale voorschriften inzake distributienettarieven zijn: • inhoudelijk zwaar om uit te voeren (tal van inhoudelijke en procedurele verplichtingen); • bijzonder problematisch voor een toepassing op korte termijn (zelfs in het kader van overgangsmaatregelen, moet met de verregaande tarifaire richtsnoeren rekening worden gehouden, terwijl die een diepgaande tarifaire controle vergen); • twijfelachtig op het vlak van hun verenigbaarheid met het Europees recht (cf. ‘Pilot Case’ Europese Commissie). De Vlaamse beleidsmaker dient daarentegen de overdracht van de bevoegdheid inzake distributienettarieven aan te grijpen om eigen Vlaamse accenten te leggen én te verhelpen aan anomalieën in de federale regelgeving. De decretale tarifaire voorschriften kunnen daarbij de federale voorschriften als uitgangspunt nemen. 2 In het voorstel dat hierna voorligt worden onder meer de bepalingen rechtgezet die strijdig of moeilijk verenigbaar zijn met de Derde Elektriciteitsrichtlijn 3 en de Derde Gasrichtlijn 4. Daarnaast worden ook de eerder formele elementen aangepast (aanpassingen aan de regionalisering, actualisering of interne contradicties). Er worden ook enkele nieuwe tarifaire voorschriften gesuggereerd. De federale voorschriften die betrekking hebben op tariefstructuurelementen werden ongewijzigd overgenomen. Het komt aan de beleidsmakers toe om richtsnoeren uit te vaardigen over de tariefstructuur. De verantwoording van de belangrijkste voorgestelde wijzigingen aan de tekst worden telkens in cursief aangegeven in het tekstvoorstel. Aangaande de transparantie- en motiveringsplicht van de regulator, en dan meer specifiek voor wat de tariefbeslissingen betreft, stellen de Europese regels dat een energieregulator zijn werkingsregels moet bekendmaken en zijn besluiten volledig moet motiveren en verantwoorden op grond van objectieve criteria en methoden die publiek beschikbaar worden gesteld (waarbij de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie behouden blijft). Ook de toepasselijke regels van intern recht inzake formele motivering en openbaarheid van bestuur, verzekeren dit. De VREG biedt ter zake al voldoende transparantie inzake de wijze van het nemen van beslissingen en de inhoud van 2 3 4 De VREG vertrekt in het decretaal tekstvoorstel van de federale voorschriften in artikel 12bis van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt (hierna: Elektriciteitswet) en artikel 15/5ter van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen (hierna: Gaswet). Voor de tarifaire voorschriften voor gesloten distributienetten baseert de VREG zich op artikel 18bis, §3 van de Elektriciteitswet en artikel 15/9bis, §3 van de Gaswet. Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van richtlijn 2003/54/EG. Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG. Pagina 3 ADV-2014-2 26/06/2014 beslissingen, wat in samenlezing met het nieuwe art. 3.1.4, § 2 van het Energiedecreet voldoende garanties op transparantie en publieke verantwoording biedt. In 2012 heeft de CREG beslist om de bestaande tarieven te verlengen voor een periode van 2 jaar, zijnde de jaren 2013 en 2014. 5 De termijn loopt dus af op 31 december 2014. Het is noodzakelijk dat de VREG tegen 1 december 2014 nieuwe tarieven goedkeurt, die in werking treden op 1 januari 2015. Conform de Derde Elektriciteits- en Gasrichtlijn, moeten nettarieven “voldoende ruim voor” hun inwerkingtreding worden goedgekeurd, en moeten ze worden bekendgemaakt vooraleer toegepast te worden. In het bijzonder de leveranciers vragen dat nieuwe tarieven minstens één maand bij voorbaat bekend zijn, zodat zij hun facturatieprocessen kunnen aanpassen. De VREG moet vaststellen dat de procedure om te komen tot een tariefmethodologie met de daarbij vooropgestelde timing, die voorzien is in de Elektriciteits- en Gaswet, niet toelaat om tegen 1 december 2014 nieuwe tarieven, voor een nieuwe regulatoire periode, goed te keuren. Voorstel decretaal kader: Er moet een decretaal kader worden ingevoerd, vertrekkend van de bepalingen van artikel 12bis van Elektriciteitswet en artikel 15/5ter van de Gaswet, maar met de volgende wijzigingen voor het Vlaamse Gewest : o het woord “commissie” moet telkens vervangen worden door “VREG”; o het woord “de Kamer van volksvertegenwoordigers” moet telkens vervangen worden door “het Vlaams Parlement”; o in paragraaf 1 van artikel 12bis Elektriciteitswet, moeten de woorden “de netten die een transmissiefunctie hebben en geregeld worden door artikel 12” vervangen worden door “het plaatselijk vervoersnet van elektriciteit”; o in het eerste lid van paragraaf 2 moeten de woorden “overleg met de regionale regulatoren en na” worden geschrapt; o in het eerste lid van paragraaf 2 moeten de woorden “en de andere belanghebbenden” worden toegevoegd na het woord “distributienetbeheerders”; o in het tweede lid van paragraaf 2 moeten de punten (iii), (iv) en (v) respectievelijk de punten (ii), (iii) en (iv) worden; o in de paragraaf 2, derde lid, 1°, van art. 12bis Elektriciteitswet en van art. 15/5ter Gaswet, moeten de woorden “en maakt deze op haar website bekend” ingevoegd worden na de woorden “overlegvergaderingen naar de distributienetbeheerders” en moet de zinsnede “, in de taal van de distributienetbeheerder,” worden geschrapt; o in de paragraaf 2, derde lid, 2°, van art. 12bis Elektriciteitswet en van art. 15/5ter Gaswet, moet het woord “distributienetbeheerders” vervangen worden door de woorden “aanwezige partijen”; o in de eerste zin van paragraaf 2, derde lid, 3°, van art. 12bis Elektriciteitswet en van art. 15/5ter Gaswet, moeten de woorden “en de andere belanghebbenden” ingevoegd worden na het woord “distributienetbeheerders”; o in de eerste zin van paragraaf 3 van art. 12bis Elektriciteitswet en van art. 15/5ter Gaswet, moeten de woorden “en de andere belanghebbenden” ingevoegd worden na het woord “distributienetbeheerders”; Noot: de raadpleging van de andere belanghebbenden ontbreekt in de paragrafen 2 en 3. 5 De CREG heeft die beslissing genomen met toepassing van artikel 12quater, §2, van de Elektriciteitswet en artikel 15/5quinquies, §2, van de Gaswet. Pagina 4 ADV-2014-2 26/06/2014 o in het eerste lid van paragraaf 4 moeten de woorden “ten laatste zes maanden vóór de datum waarop het tariefvoorstel moet worden ingediend bij de commissie” geschrapt worden; Noot: de verenigbaarheid met het Europees recht van paragraaf 4, eerste lid (mededeling van de methode 6 maanden voor de toepassing ervan) is twijfelachtig. o paragraaf 4, tweede lid, van art. 12bis Elektriciteitswet en van art. 15/5ter Gaswet, moet worden geschrapt; Noot: het tweede lid van paragraaf 4 (van kracht blijven van de methodologie gedurende de volledige tariefperiode) is kennelijk in strijd met art. 37(10) Derde Elektriciteitsrichtlijn en 41(10) Derde Gasrichtlijn. De regulator moet in staat zijn om de tarifaire methode op elk ogenblik te wijzigen, indien het nodig wordt geacht. o in paragraaf 5 van art. 12bis Elektriciteitswet en van art. 15/5ter Gaswet, moet het punt 2° geschrapt worden; Noot: de onduidelijke formulering van § 5, 2° (dekking van al de kosten) is het resultaat van een gebrekkige aanpassing van een vorige versie van deze bepaling, om die wat richtlijnconformer te maken. Deze bepaling riskeert in de huidige vorm aanleiding te geven tot veel betwistingen c.q. zal stelselmatig kunnen worden ingeroepen tegen de verwerping van kosten. o o o in paragraaf 5, 4° van art. 12bis Elektriciteitswet moeten de woorden “, zoals deze in voorkomend geval zijn goedgekeurd door de bevoegde regionale overheden” geschrapt worden; in paragraaf 5, 4° van art. 15/5ter Gaswet moeten de woorden “zoals, in voorkomend geval, goedgekeurd door de bevoegde reguleringsoverheden” geschrapt worden; in paragraaf 5 van art. 12bis Elektriciteitswet en van art. 15/5ter Gaswet, moet het punt 11° geschrapt worden; Noot: § 5, 11° automatische toevoeging van de belastingen: de tweede zin van deze bepaling is onduidelijk en lijkt niet verenigbaar met de eerste. Het is een “historisch” gebrek: de eerste zin leek in strijd met het Europees recht. I.p.v. deze aan te passen, werd een tweede zin toegevoegd, die het tegendeel van de eerste zegt. o in paragraaf 5 van art. 12bis Elektriciteitswet en van art. 15/5ter Gaswet, moet het punt 12° geschrapt worden; Noot: § 5, 12° (aankopen verricht met inachtneming van de wetgeving inzake overheidsopdrachten): idem. De oorspronkelijke formulering werd in strijd geacht met het Europees recht. I.p.v. de bepaling te schrappen werd die vervolledigd met de bewoordingen “desgevallend onder voorbehoud van de beoordelingsbevoegdheid van de commissie”. Met deze precisering heeft de bepaling weinig zin, zo niet geen enkele toegevoegde waarde. o o Pagina 5 in paragraaf 5, 14° van art. 12bis Elektriciteitswet en van art. 15/5ter Gaswet, moeten de woorden “en de andere kosten dan deze bedoeld in § 2 (ii) van dit artikel” geschrapt worden; in paragraaf 5 van art. 12bis Elektriciteitswet en van art. 15/5ter Gaswet, moet het punt 15° geschrapt worden; ADV-2014-2 26/06/2014 Noot: de oorspronkelijke formulering (integrale dekking van de kosten voor de DNB’s die een gemiddelde efficiëntie hebben) was kennelijk in strijd met het Europees recht. O.b.v. bezwaren van o.a. de Europese Commissie, werd gepreciseerd “onder voorbehoud van de conformiteitscontrole van de commissie”. Deze precisering is vrij onduidelijk en onvoldoende. Zelfs een vermoeden van integrale dekking van de kosten, voor zover de DNB’s zich in de gemiddelde efficiëntie bevinden, is o.i. richtlijnstrijdig. Te noteren: de bepaling werd bij het Grondwettelijk hof aangevochten, maar het arrest laat het betrokken middelonderdeel onbeantwoord. De rest van punt 15° kan de uitoefening van benchmarking moeilijk maken. Dat wordt dus beter geschrapt. Het punt 17° (inhoudelijk: productiviteitsinspanningen blijven houdbaar) is o.i. voldoende om aan de achterliggende bekommernis te voldoen. o o o o o in paragraaf 5, 19° van art. 12bis Elektriciteitswet moeten de woorden “, zoals, desgevallend, goedgekeurd door de bevoegde gewestelijke reguleringsoverheden” geschrapt worden; in paragraaf 5, 18° van art. 15/5ter Gaswet moeten de woorden “zoals, desgevallend, goedgekeurd door de bevoegde gewestelijke instanties” geschrapt worden; in paragraaf 5 van de Elektriciteitswet moet onder punt 20° de zinsnede “en de andere kosten dan deze bedoeld in § 2 (ii)” weggelaten worden; in paragraaf 5, van art. 12bis Elektriciteitswet moet het punt 20° geschrapt worden; in paragraaf 5 van art. 15/5ter Gaswet, moet het punt 19° geschrapt worden; Noot : de uitsluiting van bepaalde kosten van benchmarkingmogelijkheden of van “bevorderende regelgeving” is kennelijk in strijd met het Europees recht. Dit werd door het Grondwettelijk Hof bevestigd m.b.t. § 2, (ii) van de betrokken bepalingen (overweging B.27.6 van het arrest 117/2013). De betrokken richtsnoeren werden uiteraard gevalideerd in overweging B.31.58, laatste zin, van het voormelde arrest, maar met een interne contradictie. De validering gebeurt immers dankzij een verwijzing naar overweging B.27.6., terwijl die overweging een vernietigingsmotief is. Het punt is geenszins theoretisch: kosten van ODV’s vormen een groot onderdeel van het budget van de DNB’s, en in meerdere gevallen hebben de DNB’s de keuze van de middelen die zij aan de uitvoering van deze ODV’s besteden. Zelfs voor belastingen, bestaat er rechtspraak van het Hof van beroep waarin vastgesteld werd dat een netbeheerder op zijn belastingen gespeculeerd had, om zijn winstmarge kunstmatig te verhogen. o in paragraaf 5 van art. 12bis Elektriciteitswet, moet een punt toegevoegd worden: “De tarieven weerspiegelen de kostenbesparingen in netten die worden behaald vanuit vraagzijde en vraagresponsmaatregelen en gedistribueerde opwekking, waaronder besparingen door het verlagen van de leveringskosten of van netinvesteringen en een betere werking van het net. De tarieven beletten netbeheerders of energiedetailhandelaren niet systeemdiensten beschikbaar te stellen voor vraagresponsmaatregelen, vraagbeheer en gedistribueerde opwekking op georganiseerde elektriciteitsmarkten. De tarieven kunnen een dynamische prijsstelling ondersteunen voor vraagresponsmaatregelen door eindafnemers.”; Noot: De Energie-efficiëntierichtlijn voorziet in art. 15(1) dat de lidstaten ervoor zorgen dat, wat elektriciteit betreft, nettarieven voldoen aan de criteria van bijlage XI bij deze richtlijn. 6 o 6 in paragraaf 5 van art. 12bis Elektriciteitswet, moet een punt toegevoegd worden: Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energieefficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG. Pagina 6 ADV-2014-2 26/06/2014 “De tarieven voor de distributie van elektriciteit uit installaties die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen zijn een realistische weergave van de kostenvoordelen die kunnen voortvloeien uit de aansluiting van die installaties op het net en het gebruik van het net.”; Noot: De Richtlijn Hernieuwbare Energiebronnen voorziet in art. 16(8) dat de lidstaten erop toezien dat de tarieven die door beheerders van distributiesystemen in aanmerking worden genomen voor de distributie van elektriciteit uit installaties die gebruikmaken van hernieuwbare energiebronnen, een realistische weergave zijn van de kostenvoordelen die kunnen voortvloeien uit de aansluiting van die installaties op het net. Dergelijke kostenvoordelen kunnen voortvloeien uit het directe gebruik van het laagspanningsnet. 7 o in paragraaf het woord mogelijkheid tariefperiode 8, 8° van art. 12bis Elektriciteitswet en van art. 15/5ter Gaswet, moeten vóór “indien” de volgende woorden toegevoegd worden: “onverminderd de van wijziging van de tarieven of van de tariefmethodologie gedurende de op initiatief van de VREG,”; Noot : zie de verantwoording van de afschaffing van paragraaf 4, tweede lid. o in paragraaf 8, 7° en 8° van art. 12bis Elektriciteitswet en van art. 15/5ter Gaswet, moeten de woorden “, met dien verstande dat de bedoelde termijnen gehalveerd worden” geschrapt worden; Noot: in § 8, 7° en 8°, is het tweede lid zinloos: men verwijst naar de termijnen van de basisprocedure (1° tot 6°) die gehalveerd zouden zijn. Terwijl die termijnen “redelijke termijnen” zijn. Men kan geen “half-redelijke termijnen” hebben. De incoherentie komt door het feit dat, in voorontwerpen van wettekst, de basisprocedure vaste termijnen bevatte. N.a.v. opmerkingen van de RvS werden die vervangen door “redelijke termijnen”, maar men heeft de punten 7° en 8° niet aangepast. o o in paragraaf 12 van art. 12bis Elektriciteitswet en van art. 15/5ter Gaswet, moeten de woorden “1 oktober 2011” vervangen worden door “1 oktober 2014”; paragraaf 14 van art. 12bis Elektriciteitswet en van art. 15/5ter Gaswet, moet geschrapt worden. Noot: de Raad van State is reeds bevoegd als beroepsorgaan tegen de beslissingen van de VREG. A fortiori is de toegevoegde waarde van § 14 in dit geval niet duidelijk. O.i. kan het ganse § 14 worden geschrapt. Voor wat de tarifaire voorschriften voor gesloten distributienetten betreft, kan paragraaf 3 van artikel 18bis van Elektriciteitswet en artikel 15/9bis van de Gaswet overgenomen worden, waaraan de volgende wijzigingen moeten worden aangebracht: o 7 in paragraaf 3 van artikel 18bis van de Elektriciteitswet moeten de woorden “deze wet en met name van haar artikel en 12 tot 12quinquies” vervangen worden door de woorden “dit decreet”; Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG. Pagina 7 ADV-2014-2 o o o o o o o o o o o o o o 26/06/2014 in paragraaf 3 van artikel 15/9bis van de Gaswet moeten de woorden “deze wet en met name haar artikel en 15/5 tot 15/5quinquies” vervangen worden door de woorden “dit decreet” in paragraaf 3 van artikel 18bis van de Elektriciteitswet en artikel 15/9bis van de Gaswet moeten de woorden “een gesloten industrieel net alsook iedere beheerder van” geschrapt worden; in paragraaf 3 van artikel 18bis van de Elektriciteitswet moet de zinsnede “, voor zover de toepasselijke regionale bepalingen een regime van gesloten distributienet implementeren,” geschrapt worden; in paragraaf 3 van artikel 15/9bis van de Gaswet moet de zinsnede “, voor zover de toepasselijke regionale bepalingen een regime van gesloten distributienet implementeert,” geschrapt worden; in paragraaf 3, 2° van artikel 18bis van de Elektriciteitswet en artikel 15/9bis van de Gaswet moeten de woorden “industrieel of het gesloten” geschrapt worden; in paragraaf 3, 2° van artikel 18bis van de Elektriciteitswet en artikel 15/9bis van de Gaswet moeten de woorden “bevoegde regulatoren” vervangen worden door “VREG”; in het eerste deel van paragraaf 3, 3° van artikel 18bis van de Elektriciteitswet moeten de woorden “industrieel of” tweemaal geschrapt worden; de laatste zin van paragraaf 3, 3° van artikel 18bis van de Elektriciteitswet moet geschrapt worden; in het eerste deel van paragraaf 3, 3° van artikel 18bis van de Elektriciteitswet moeten de woorden “industrieel of” tweemaal geschrapt worden; in het eerste deel van paragraaf 3, 3° van artikel 15/9bis van de Gaswet moeten de woorden “een gesloten industrieel net of van” geschrapt worden; de laatste zin van paragraaf 3, 3° van artikel 15/9bis van de Gaswet moet geschrapt worden; in paragraaf 3, 4° van artikel 18bis van de Elektriciteitswet moeten de woorden “industrieel of” geschrapt worden; in paragraaf 3, 4° van artikel 15/9bis van de Gaswet moeten de woorden “het gesloten industrieel net of van” geschrapt worden; in paragraaf 3, 5° van artikel 15/9bis van de Gaswet moeten de woorden “het gesloten industrieel net of van” tweemaal geschrapt worden. (II) OPHEFFING VAN DE FEDERALE TARIFAIRE VOORSCHRIFTEN De federale voorschriften inzake distributienettarieven, zoals opgenomen in de Elektriciteitswet en de Gaswet, moeten opgeheven worden. Het gaat om volgende artikelen: • art. 12bis Elektriciteitswet en 15/5ter Gaswet, m.b.t. o.a. de procedure ter vaststelling van de tariefmethodologie en van de tarieven, en tarifaire richtsnoeren; • art. 12ter Elektriciteitswet en 15/5quater Gaswet, in de mate dat deze artikelen de distributie betreffen: o motiverings- en publicatieplicht van de tarifaire beslissingen; • art. 12quater, § 2, tweede lid, Elektriciteitswet en 15/5quinquies, § 2, tweede lid, Gaswet, in de mate dat deze artikelen de distributie betreffen: o overgangsmaatregelen inzake tarieven, met verwijzing naar tarifaire richtsnoeren; • art. 18bis, § 3, Elektriciteitswet en 15/9bis, § 3, Gaswet, in de mate dat deze artikelen de distributie betreffen: Pagina 8 ADV-2014-2 26/06/2014 o tarieven van gesloten distributienetten. Verantwoording: Deze federale voorschriften blijven van toepassing totdat het Vlaamse Gewest, naar aanleiding van de regionalisering, van zijn bevoegdheid gebruik maakt. Gelet op deze decretale regeling, moeten ze expliciet worden afgeschaft. Pagina 9
© Copyright 2024 ExpyDoc