Rapportage Kwantitatief onderzoek aardappel(consumptie)

Rapportage kwantitatief onderzoek aardappelconsumptie
Maart 2014
1
Inhoudsopgave
•
Achtergrond van het onderzoek
3
•
Doelstelling van het onderzoek
5
•
Kwantitatief onderzoek
6
•
Conclusies
7
•
Bevindingen boodschappen en inspiratie avondmaaltijd
19
•
Bevindingen kopen aardappelen
30
•
Bevindingen aardappel bereiding en consumptie
•
Bevindingen communicatie
59
•
Bijlage 1: Vragenlijst
63
•
Bijlage 2: Nomogram
77
2
39
Achtergrond van het onderzoek
•
In branche verband, probeert de aardappelsector de consumptie van aardappels door
Nederlandse consumenten te ondersteunen met kennis en inspiratie.
•
In het afgelopen decennium loopt de consumptie van verse (veelal) onbewerkte, verpakte
aardappels sterk terug.
•
Verschillende oorzaken lijken hieraan ten grondslag te (kunnen) liggen (Hypothetisch):
– (Mis)perceptie dat aardappels dikmakers zijn;
– Low carb diets zijn populair;
– Aardappels zijn niet modern, hip;
– Tijd die men in de keuken besteed neemt af. Aardappels kosten veel tijd om klaar te
maken;
– Aardappels zijn niet makkelijk (moet je schillen);
– Aardappels zijn duur(der geworden);
– Jonge mensen eten minder aardappels. Aardappels passen minder makkelijk in een
portie situatie.
3
Achtergrond van het onderzoek
•
Binnen de brancheorganisatie NAO hebben zich een aantal klein-verpakkers zich verenigd
in een vergadering die samen beslist over en geld uitgeeft aan gezamenlijke
promotiecampagnes voor de onbewerkte aardappel.
•
Communicatiebureau 2Met heeft tot op heden middels veelzijdige communicatie-acties via
verschillende media de afgelopen jaren de aardappel onder de aandacht gebracht en
consumptie gestimuleerd.
•
Op dit moment bestaat de behoefte om voor de start van een net zo geslaagde vervolg
campagne, handvaten te genereren voor een nieuwe aanpak gebaseerd op inzichten uit
onderzoek.
4
Doelstelling van het onderzoek
•
Het Doel van het onderzoek is als volgt te omschrijven:
Achterhalen welke redenen er zijn voor de afname van de aardappelconsumptie in
Nederland en onderzoeken in welke mate deze verschillende redenen gelden voor de
Nederlandse bevolking en de verschillende segmenten daarbinnen. Dit teneinde
aanknopingspunten (‘haakjes’) te bieden voor een goede communicatie campagne ter
bevordering van de aardappelconsumptie in Nederland.
•
Met andere woorden, de vraag die beantwoord moet worden is:
•
Wie eet er nu eigenlijk minder aardappelen en waarom en op welke manier kunnen we
deze groep overhalen om meer aardappelen te gaan eten.
5
Kwantitatief onderzoek
Onderzoeksmethode
•Om de bevindingen van het kwalitatief onderzoek uitgevoerd in februari 2014 ook cijfermatig te
kunnen onderbouwen is er ook een kwantitatief onderzoek opgezet.
•Nwsgrg werkt samen met KIEN/Panelwizard voor het kwantitatief onderzoek. Zij beheren een
panel met consumenten die online geraadpleegd kunnen worden.
•Dit zijn consumenten die zich vrijwillig hebben opgegeven om wel eens deel te nemen aan een
online onderzoek.
•Alle respondenten ontvangen een incentive voor hun deelname aan het onderzoek.
Response
•Er zijn 2.431 respondenten uitgenodigd voor het onderzoek, 1.329 respondenten hebben de
gehele vragenlijst in gevuld. De response komt hiermee op 55%.
•Dit onderzoek heeft, in tegenstelling tot het kwalitatief onderzoek, plaatsgevonden onder een
groot aantal respondenten en is representatief voor Nederland op basis van geslacht, leeftijd,
gezinssituatie, regio, arbeidsparticipatie, allochtoon/autochtoon en opleiding.
•Hierbij geldt dat hoe groter het aantal respondenten, hoe kleiner de afwijkingspercentages van
antwoorden (zie bijlage 2 Nomogram).
Vragenlijst
•
De vragenlijst van het onderzoek is in overleg met NAO opgesteld en als bijlage bij dit
rapport opgenomen.
6
4
Conclusies
7
Conclusies overall
De oorzaak die ten grondslag liggen aan het minder eten van aardappels is een complex van
factoren.
De voornaamste reden voor vermindering van de aardappel consumptie is gelegen in het feit
dat men voorkeur geeft aan andere producten zoals pasta en rijst (men varieert meer).
We kunnen stellen dat over het over het algemeen klopt dat :
•Men denkt dat aardappels dikmakers zijn (meer mannen dan vrouwen) maar dat het meevalt
dat aardappel minder worden gegeten omdat ’low carb’ diets populair zijn.
•Jonge mensen minder aardappels eten en dat komt ook tot uitdrukking in het feit dat deze
groep het minst vaak aardappelen eet en de grootste groep respondenten die minder
aardappelen is gaan eten, jonger dan 30 jaar is.
•Aardappelen minder makkelijk in een portie situatie passen, dat blijkt uit de
eenpersoonshuishoudens waar in verhouding minder aardappelen worden gegeten. Men geeft
relatief vaker als reden dat de verpakkingen te groot zijn en in verhouding meer prenesters
aardappelen geven aan dat ze minder aardappelen eten omdat ze deze weg moet gooien.
•Men open staat voor toepassing in de internationale keuken, de aardappel in wereldgerechten,
een deel van de respondenten vindt dat je dit in communicatie zou moeten laten zien.
8
4
Conclusies overall
We zien over het algemeen niet direct terug dat:
•Het imago van aardappelen een drempel is (dat ze niet modern, hip zijn).
•Men aardappelen laat liggen omdat het te veel tijd kost om klaar te maken, dit wordt door
slechts kleine groep (prenesters) als reden gegeven voor verminderde aardappel consumptie en
koken en schillen is de meest gebruikte bereidingswijze.
•Aardappelen als duur(der) worden gezien, dit is slechts voor een heel klein deel van de
respondenten de reden om geen aardappelen te eten.
9
4
Conclusies boodschappen en koken inspiratie
avondmaaltijd
Men koopt over het algemeen vaak bij Albert Heijn, Lidl, Jumbo en C1000 het grootste deel van
de boodschappen, dit zijn ook meestal de supermarkten waar men aardappelen koopt.
Als men boodschappen doet, is dat meestal 1 tot 4 keer per week, slechts ongeveer één op de
tien respondenten koopt 5 keer per week of vaker zelf boodschappen.
Vrouwen doen ook vaker per week boodschappen en koken ook vaker.
Vooral mannen doen 1 keer per week boodschappen, terwijl jonge respondenten <30 jaar in
verhouding vaker, meerdere keren per week boodschappen doen.
Gerechten die al bekend zijn, dienen voor ongeveer de helft van de respondenten als
inspiratiebron, maar ook de winkel en de koelkast bieden inspiratie.
Vooral respondenten jonger dan 30 jaar laten zich in de winkel inspireren voor de avondmaaltijd
en lijken minder vaak een gerecht te maken dat men al kent.
De eenpersoonshuishoudens gebruiken vaker de koelkast als inspiratiebron voor de
avondmaaltijd.
10
4
Conclusies aardappelen kopen
De voornaamste reden voor de laatste aankoop van aardappel is omdat men een gerecht wilde
maken (vooraf bedacht) waar aardappel een onderdeel van was. Ook aanbiedingen of ‘trek’ in
aardappelen worden wel regelmatig genoemd als reden.
Verse aardappelen worden vooral gepland gekocht (het meest in 5 kilo zakken) en over het
algemeen koopt men koelverse aardappelen ook iets vaker gepland dan spontaan.
Prijs, kwaliteit en houdbaarheidsdatum zijn de aspecten waar men het meest op let bij aankoop
van koelverse aardappelen, merk en uitstraling van de verpakking lijken nauwelijks een rol te
spelen.
Toepassing (kruimig, vastkokend) is het belangrijkste keuzecriterium bij verse aardappelen.
Prijs komt daarna. Merk, seizoen en uitstraling van de verpakking lijken nauwelijks een rol te
spelen.
11
4
Conclusies aardappel consumptie frequentie
De helft van de respondenten eet 3 tot 4 keer per week een avondmaaltijd waar aardappel een
onderdeel van is.
Iets minder dan één op de tien respondenten eet minder dan 1 maal per week een gerecht met
aardappel.
Leeftijd lijkt zeker invloed te hebben op de frequentie van het eten van aardappel.
Kort gezegd: hoe ouder hoe vaker men aardappel eet of jonge mensen eten minder aardappel.
Ook de gezinssituatie heeft invloed op de frequentie van het eten van maaltijden met aardappel,
eenpersoonshuishoudens eten relatief minder vaak aardappelen.
Respondenten met een laag inkomen lijken vaker aardappelgerechten te eten, en dit geldt ook
voor niet werkende respondenten.
12
4
Conclusies aardappel consumptie (soort)
Schillen en koken is de meeste gebruikte bereidingswijze voor verse aardappelen, gevolgd door
bakken en het verwerken van aardappelen in stamppot.
Verse aardappelen worden het meeste gegeten, gevolgd door koelverse aardappelen en
aardappel producten uit de diepvries.
13
4
Conclusies aardappel consumptie - reden voor eten
Aardappelen worden vooral gegeten omdat men ze lekker vindt of graag een (Hollandse)
maaltijd met aardappelen, vlees en groente eet.
Als jongeren (<30 jaar) aardappelen eten is dat omdat ze, ze lekker vinden. En ook lijken zijn
aardappelen relatief goedkoop te vinden.
14
4
Conclusies aardappelconsumptie t.o.v 3 jaar geleden
Bijna twee derde eet nu even vaak aardappelen als dat men 3 jaar geleden deed en
ongeveer één op de tien respondenten is vaker aardappelen gaan eten.
Een kwart van de ondervraagden geeft aan nu minder vaak aardappelen te eten.
Wie eten er minder aardappelen?
Vooral respondenten jonger dan 30 jaar geven aan dat ze in vergelijking met 3 jaar geleden,
minder vaak aardappelen zijn gaan eten.
Als we kijken naar levensfase zien we dat met name prenesters minder vaak aardappelen zijn
gaan eten.
De respondenten met een lage opleiding lijken het meest ‘stabiel’ in hun aardappel consumptie,
hoog opgeleiden het minst.
Wie eten vaker aardappelen?
Iets minder mannen dan vrouwen geven aan vaker aardappelen te zijn gaan eten.
Gezinnen (nesters) zijn vaker aardappelen gaan eten.
Degene die vaker aardappelen zijn gaan eten zijn iets vaker 30-39 jaar.
Relatief meer niet westerse allochtonen dan autochtonen geven aan vaker aardappelen te zijn
gaan eten.
15
4
Conclusies reden verminderde aardappelconsumptie
De voorkeur voor andere producten zoals pasta of rijst is de voornaamste reden om
minder aardappelen te eten.
Terwijl in verhouding meer vrouwen dan mannen aangeven minder aardappelen te eten omdat
ze te veel koolhydraten bevatten, geven meer mannen dan vrouwen aan dat aardappelen
dikmakers zijn. Vooral vrouwen eten minder aardappelen omdat zij minder AVG gerechten eten.
De grootte van de verpakking is vooral voor eenpersoonshuishoudens en een issue.
Prenesters geven in verhouding vaker aan minder aardappelen te eten omdat ze geen tijd
hebben voor de bereiding en/of het schillen. En ook het ‘weggooien’ van aardappelen speelt
meer bij deze groep dan bij de andere groepen.
16
4
Conclusies reden (toegenomen) aardappelconsumptie
De voornaamste reden waarom men vaker aardappelen eet, is omdat men meer AGV
maaltijden geniet.
Daarnaast wordt ook de zin in aardappelen en de wijziging van de samenstelling van het
huishouden vaak genoemd.
17
4
Conclusies communicatie
Informatie over voedingswaarden (vitamine C of voedingstoffen in vergelijking met pasta of rijst)
is informatie die het meest aanspreekt over aardappelen (uit de voorgelegde keuzes).
Volgens respondenten zou communicatie over de aardappel vooral moeten laten zien dat:
Er veel variatie mogelijk is met aardappelen (ook wereldgerechten).
Dat aardappelen gezond zijn.
18
4
Bevindingen boodschappen en inspiratie avondmaaltijd
19
Dagelijkse boodschappen
Men koopt over het algemeen vaak bij Albert Heijn, Lidl, Jumbo en C1000 het grootste
deel van de boodschappen (deze vraag is aan iedereen gesteld).
20
4
Dagelijkse boodschappen
Als men boodschappen doet, is dat meestal 1 tot 4 keer per week, slechts ongeveer één
op de tien respondenten koopt 5 keer per week of vaker zelf boodschappen.
•Een derde (33%) doet 2 maal per week boodschappen en iets meer dan een kwart (26%) één
maal per week.
21
4
Dagelijkse boodschappen
•
Mannen doen vaker 1 keer per week boodschappen (31% versus 22% van de vrouwen).
•
Als we kijken naar leeftijd, zien we dat vooral jonge respondenten <30 jaar vaker (5-6 keer
per week) boodschappen doen (17% versus 9% gemiddeld).
22
Verse avondmaaltijd
•
Ruim de helft van de respondenten (56%) bereidt 5 tot 7 dagen per week een verse
avondmaaltijd.
•
Iets minder dan een kwart doet dit 3 tot 4 keer per week.
23
Verse avondmaaltijd
Vrouwen koken vaker dan mannen.
•Ongeveer één op de tien mannen (11%) geeft aan (bijna) nooit een verse avondmaaltijd te bereiden
t.o.v. 3% van de vrouwen, en bijna de helft van de vrouwen (48%) geeft aan 5 tot 6 keer per week
een verse avondmaaltijd te bereiden, t.o.v een derde van de mannen (33%).
•Daarnaast zien we dat respondenten van 60 jaar en ouder vaker niet koken, maar ook vaker 7 dagen
per week koken.
24
Inspiratie voor avondmaaltijd
Gerechten die al bekend zijn, dienen voor ongeveer de helft van de respondenten als
inspiratiebron, maar ook de winkel en de koelkast bieden inspiratie.
•
Ongeveer een vijfde (18%) kijkt in de koelkast naar wat men nog heeft of laat zich in de
winkel inspireren voor de laatst bereidde avondmaaltijd (18%).
25
Inspiratie voor avondmaaltijd
Vooral respondenten jonger dan 30 jaar laten zich in de winkel inspireren voor de
avondmaaltijd en lijken minder vaak een gerecht te maken dat men al kent.
•
39% van de respondenten jonger dan 30 jaar maakte een gerecht dat men al kende voor de
laatste avondmaaltijd, t.o.v. 52% gemiddeld.
•
Online recepten zijn in verhouding iets minder vaak (resp. 3% en 4%) een inspiratiebron voor
50+ respondenten dan voor de overige groepen (10% gemiddeld).
26
Inspiratie voor avondmaaltijd
De eenpersoonshuishoudens gebruiken vaker de koelkast als inspiratiebron voor de
avondmaaltijd.
•
Een kwart (25%) van de alleenwonenden heeft de laatste maaltijd gekozen op basis van wat
er nog in de koelkast lag.
27
Basis voor de avondmaaltijd
Volgens twee vijfde van de respondenten is groente het eerste bestanddeel dat men kiest
voor de avondmaaltijd. Daarna komt vlees/vis/vleesvervanger en de koolhydraat
component lijkt het minst vaak als eerste gekozen te worden.
•
41% kiest groente als eerste component, en 27 kiest eerst voor de vlees of viscomponent
•
7% kan geen volgorde aangeven als het gaat om de basis waarop men de maaltijd
samenstelt.
28
4
Basis voor de avondmaaltijd
Als we kijken naar leeftijd zien we dat jongere respondenten vaker de koolhydraat
component als eerste kiezen en oudere respondenten eerder de groente component.
•
48% van de respondenten jonger dan 30 jaar kiest eerst de koolhydraat component.
•
De helft van de emptynesters (50%) kiest groente als eerste bestanddeel van de maaltijd.
29
Bevindingen kopen aardappelen
30
Aardappelen supermarkt
Men koopt over het algemeen vaak bij Albert Heijn, Jumbo, Lidl en C1000, dit zijn ook de
supermarkten waar men het meeste de boodschappen doet (zie sheet 21).
Bij anders namelijk wordt onder andere
genoemd:
De boer
De markt
De groenteboer
31
4
Reden laatste aankoop aardappel
De voornaamste reden voor de laatste aankoop van aardappel is omdat men een gerecht
wilde maken (vooraf bedacht) waar aardappel een onderdeel van was. Ook aanbiedingen
of ‘trek’ in aardappelen worden wel regelmatig genoemd als reden.
•44% geeft aan aardappelen te hebben gekocht omdat ze nodig waren voor het gerecht dat
men voor ogen had.
•Aanbiedingen hebben 14% over de streep getrokken bij de laatste aankoop en 13% geeft aan
dat de trek in aardappelen hen tot aanschaf heeft doen overgaan.
•Bij anders namelijk wordt meestal genoemd: “aardappelen waren op/ik had ze nodig”.
32
Aardappelen kopen, spontaan of gepland?
Verse aardappelen worden vooral gepland gekocht en over het algemeen koopt men
koelverse aardappelen ook iets vaker gepland dan spontaan.
•Bijna drie op de tien respondenten geeft aan koelverse aardappelen of aardappelgerechten
(28%) vaker spontaan dan gepland te kopen.
•‘Slechts’ één op de tien respondenten (11%) koopt verse aardappelen vaker spontaan dan
gepland, 68% koopt ze vaker gepland dan spontaan.
33
Keuzecriteria koelverse aardappelen
Prijs, kwaliteit en houdbaarheidsdatum zijn de aspecten waar men het meest op let bij
aankoop van koelverse aardappelen, merk en uitstraling van de verpakking lijken
nauwelijks een rol te spelen.
34
Keuzecriteria verse aardappelen
Toepassing (kruimig, vastkokend) is het belangrijkste keuzecriterium bij verse
aardappelen. Prijs komt daarna. Merk, seizoen en uitstraling van de verpakking lijken
nauwelijks een rol te spelen.
35
Verse aardappelen kopen, gewicht verpakking
Als het gaat om verse aardappelen worden de 5 kilo zakken in verhouding het meest
gekocht.
•Ruim een derde (36%) koopt verse aardappelen in een 5 kilo zak.
•Een vijfde koopt verse aardappelen in een zak van 2,5 kilo en één op de tien respondenten
geeft aan doorgaans verse aardappelen in een zak(je) van 1 kilo te kopen.
36
Verse aardappelen kopen, gewicht verpakking
Als we kijken naar leeftijd zien we over het algemeen dat hoe ouder de respondenten hoe
groter de verpakkingen die men koopt. Vooral jonge respondenten (<30 jaar) kopen
kilozakken aardappelen.
•
Ruim een derde (35%) van de respondenten jonger dan 30 jaar koopt kiloverpakkingen.
37
Verse aardappelen kopen, gewicht verpakking
Ook eenpersoonshuishoudens kopen vaker kilozakken verse aardappelen. En binnen de
groep gezinnen zien we dat als de leeftijd van de kinderen stijgt de grootte van de
verpakking voor verse aardappelen ook stijgt.
•
Ruim een kwart (26%) van de eenpersoonshuishoudens koopt een kilo verpakking ten
opzichte van 11% gemiddeld.
•
Iets meer dan de helft (51%) van de huishoudens met kinderen met het jongste kind in de
leeftijd van 13 tot en met 17 jaar, koopt 5 kilo zakken ten opzichte van 36% gemiddeld.
38
Bevindingen aardappelen bereiding en consumptie
39
Bereiding verse aardappelen
Schillen en koken is de meeste gebruikte bereidingswijze voor verse aardappelen,
gevolgd door bakken en het verwerken van aardappelen in stamppot.
•Bijna twee vijfde (38%) schilt en kookt meerdere keren per week aardappelen.
•Bijna één op de tien respondenten (9%) bakt meerdere keren per week verse aardappelen.
40
Frequentie aardappel maaltijd
Ongeveer de helft van de respondenten eet 3 tot 4 keer per week een avondmaaltijd waar
aardappel een onderdeel van is.
Iets minder dan één op de tien respondenten eet minder dan 1 maal per week een gerecht
met aardappel.
•48% eet 3 tot 4 keer per week een gerecht met aardappel en 15% eet 5 keer per week of vaker
een maaltijd met aardappel.
41
Frequentie aardappel maaltijd
Leeftijd lijkt zeker invloed te hebben op de frequentie van het eten van aardappel.
Kort gezegd: hoe ouder hoe vaker men aardappel eet.
•
Een kwart (25%) van de 60 plussers eet 5 tot 6 keer per week een gerecht met
aardappelen (ten opzichte van 4% van de respondenten jonger dan 30 jaar).
•
14% van de respondenten jonger dan 30 jaar eet minder dan 1 keer per week een gerecht
met aardappel.
42
Frequentie aardappel maaltijd
Ook de gezinssituatie heeft invloed op de frequentie van het eten van maaltijden met
aardappel, eenpersoonshuishoudens eten relatief minder vaak aardappelen.
•6% van de éénpersoons huishoudens eet (bijna) nooit een gerecht waar aardappel in zit (t.o.v.
3% gemiddeld) en 12% eet dit minder dan 1 keer per week (t.o.v. 5% gemiddeld).
43
Frequentie aardappel maaltijd
Respondenten met een laag inkomen lijken vaker aardappelgerechten te eten, en dit geldt
ook voor niet werkende respondenten.
•
Terwijl van de hoog opgeleide Nederlanders 12%, vijf tot zes keer per week aardappelen
eet, is dit bij de laag opgeleide Nederlanders een vijfde (20%).
44
Eetfrequentie aardappelvarianten
Verse aardappelen worden van alle aardappelvarianten het meeste gegeten, gevolgd
door koelverse aardappelen en aardappel producten uit de diepvries.
•Bijna één op de tien respondenten geeft aan elke dag verse aardappelen te eten, ongeveer de
helft (48%) doet dit meerdere keren per week.
45
Redenen eten aardappel
Aardappelen worden vooral gegeten omdat men ze lekker vindt of graag een (Hollandse)
maaltijd met aardappelen vlees en groente eet (of stamppot).
•Ongeveer een derde (29%) geeft aan aardappelen te eten omdat ze gezond zijn en eveneens
circa een derde (32%) eet graag aardappel omdat je er goed mee kunt variëren.
46
Redenen eten aardappel
Als jongeren (<30 jaar) aardappelen eten is dat omdat ze, ze lekker vinden. En ook lijken
zijn aardappelen relatief goedkoop te vinden.
•
Ongeveer een vijfde (23%) van de respondenten jonger dan 30 geeft aan aardappelen te
eten omdat ze relatief goedkoop zijn, terwijl maar 10% van de 60+ dit als reden aangeeft
om aardappelen te eten.
47
Aardappelconsumptie
Bijna twee derde eet nu even vaak aardappelen als dat men 3 jaar geleden deed en
ongeveer een op de tien respondenten is vaker aardappelen gaan eten.
Een kwart van de ondervraagden geeft aan nu minder vaak aardappelen te eten.
48
Aardappelconsumptie
Iets minder mannen dan vrouwen geven aan vaker aardappelen te zijn gaan eten. Vooral
respondenten jonger dan 30 jaar geven aan dat ze in vergelijking met 3 jaar geleden,
minder vaak aardappelen zijn gaan eten. Degene die vaker aardappelen zijn gaan eten
zijn iets vaker 30-39 jaar.
49
Aardappelconsumptie
De respondenten met een lage opleiding lijken het meest ‘stabiel’ in hun aardappel
consumptie, hoog opgeleiden het minst.
•Bijna drie kwart (72%) van de laag opgeleide respondenten is even vaak aardappelen blijven
eten de afgelopen drie jaar, ten opzichte van 59% van de hoog opgeleide respondenten.
50
Aardappelconsumptie
Relatief meer niet westerse allochtonen dan autochtonen geven aan vaker aardappelen te
zijn gaan eten.
•
20% van de allochtonen geven aan vaker aardappelen te zijn gaan eten, terwijl dit
percentage voor allochtonen 8% bedraagt.
51
Aardappelconsumptie
Als we kijken naar levensfase zien we dat met name prenesters minder vaak aardappelen
zijn gaan eten. Terwijl gezinnen (nesters) vaker aardappelen zijn gaan eten.
•
31% van de prenesters (alleenstaande of samenwonende zonder kinderen) geeft aan
minder vaak aardappelen te zijn gaan eten de afgelopen 3 jaar ten opzichte van 21% van
de empty nesters (kids uit huis) en 22% van de gezinnen.
•
In verhouding geven meer gezinnen (14% t.o.v. 8% prenesters en 3% empty nesters) aan
vaker aardappelen te zijn gaan eten.
52
Redenen voor verminderde aardappelconsumptie
De voorkeur voor andere producten zoals pasta of rijst is de voornaamste reden om
minder aardappelen te eten.
53
Redenen voor verminderde aardappelconsumptie
Terwijl in verhouding meer vrouwen dan mannen aangeven minder aardappelen te eten
omdat ze te veel koolhydraten bevatten, geven meer mannen dan vrouwen aan dat
aardappelen dikmakers zijn. Vooral vrouwen eten minder aardappelen omdat zij minder
AVG gerechten eten.
54
Redenen voor verminderde aardappelconsumptie
De grootte van de verpakking is vooral voor eenpersoonshuishoudens een issue.
55
Redenen voor verminderde aardappelconsumptie
De grootte van de verpakking is in verhouding vaker voor prenesters een issue.
Prenesters geven in verhouding vaker aan minder aardappelen te eten omdat ze geen tijd
hebben voor de bereiding en/of het schillen. En ook het ‘weggooien’ van aardappelen
speelt meer bijj deze groep dan bij de andere groepen.
56
Ergernissen aardappelen
Bijna één derde heeft geen ergernissen als het gaat om het kopen, bereiden of eten van
aardappelen. Schillen en uitlopers zijn voor een vijfde een ergernis met betrekking tot
aardappelen.
•Slechts 7% geeft aan dat de bereidingstijd een ergernis is als het gaat om aardappelen
bereiden.
57
Redenen voor stijgen aardappelconsumptie
De voornaamste reden waarom men vaker aardappelen eet, is omdat men meer AGV
maaltijden geniet. Daarnaast wordt ook de zin in aardappelen en de wijziging van de
samenstelling van het huishouden vaak genoemd.
•
46% eet vaker aardappelen omdat men meer AGV maaltijden eet en een derde (33%) geeft
aan meer zin te hebben in gerechten met aardappel terwijl voor 30% de gewijzigde
huishoudsamenstelling de oorzaak is van de stijging van aardappelconsumptie.
58
Bevindingen communicatie
59
Aansprekende feiten aardappelen
Informatie over voedingswaarden (vitamine C of voedingstoffen in vergelijking met pasta
of rijst) is informatie die het meest aanspreekt over aardappelen (uit de voorgelegde
keuzes).
•
Dat aardappelen als groente worden gezien in veel landen, lijkt het minst aan te spreken.
60
Aansprekende feiten aardappelen
Volgens respondenten zou communicatie over de aardappel vooral moeten laten zien dat
er veel variatie mogelijk is met aardappelen (ook wereldgerechten) en dat aardappelen
gezond zijn.
Slechts 8% geeft aan dat men in de winkel meer verleidt zou moeten worden en 6% geeft aan
dat het aardappelschap anders ingericht zou moeten worden.
61
Suggesties respondenten
Meer lekkere recepten tonen aan de consumenten.
Meer lekkere recepten tonen aan de consumenten.
Recepten bij de aardappelen leggen.
Veel mensen zijn te dik: laat zien dat bv. gekookte
aardappelen weinig calorieën bevatten.
Voor kinderen zeggen dat patat wordt gemaakt van
aardappelen.
Niet op de oubollige toer van ‘authentiek, oma’s stamppot, kom
eens met iets goeds, iets nieuws, idd koppel het aan
wereldgerechten.
Supermarkt magazine met aardappel thema.
Niet alleen standaard aardappels zoals bintjes en dore’s in de winkel
leggen. Mensen bekend maken met Roseval, Ratte d’Ardeche en
biologische aardappel zoals Agria, Sapro, Mira.
Mensen laten proeven van diverse soorten
aardappelen.
Maak de aardappel sexy. Product heeft een saaie
uitstraling.
62
De Nederlander weer terug brengen
naar hun eigen vaste kost,
Aardappelen vlees en groente.
Misschien verstandig om aan te geven dat
aardappelen goede koolhydraten bevat, juist in de
hype met afvallen zijn koolhydraten de grootste bottle
neck voor veel mensen die op hun gewicht willen
letten.
Bijlage:
vragenlijst
nomogram
63
Bijlage 1: Vragenlijst
64
Bijlage 1: Vragenlijst
65
Bijlage 1: Vragenlijst
66
Bijlage 1: Vragenlijst
67
Bijlage 1: Vragenlijst
68
Bijlage 1: Vragenlijst
69
Bijlage 1: Vragenlijst
70
Bijlage 1: Vragenlijst
71
Bijlage 1: Vragenlijst
72
Bijlage 1: Vragenlijst
73
Bijlage 1: Vragenlijst
74
Bijlage 1: Vragenlijst
75
Bijlage 1: Vragenlijst
76
Kwantitatief onderzoek
Betrouwbaarheid en significantie
•Bij een steekproefonderzoek worden uitkomsten verkregen die slechts met inachtneming van een
bepaalde waarschijnlijkheid mogen worden vertaald naar de totale populatie, in dit geval
Nederlanders.
•Statistiek geeft de mogelijkheid om op grond van de steekproefgrootte en de gevonden uitkomsten
van het onderzoek zogenaamde betrouwbaarheidsintervallen te berekenen. Deze
betrouwbaarheidsintervallen geven aan tussen welke twee waarden de uitkomst in de totale
populatie valt indien de steekproefuitkomst naar de totale populatie vertaald wordt. Het
betrouwbaarheidsinterval ligt altijd rond de uitkomst die in de steekproef is gevonden, met
afwijkingsmarges naar boven en beneden. Normaliter werkt men met ‘95%betrouwbaarheidsintervallen’ (ook wel: 'een significantieniveau van 95%'). Deze geven met 95%
zekerheid aan tussen welke twee grenswaarden de betreffende waarde in de populatie valt.
•Het nomogram in de bijlage geeft de afwijkingsmarges in procenten voor de gevonden
steekproefuitkomst (horizontale as) en steekproefgrootte (verticale as) bij een
betrouwbaarheidsniveau van 95%. Men dient hierbij onder steekproefgrootte de netto steekproef te
verstaan: het aantal respondenten dat de betreffende vraag heeft beantwoord. Uit het nomogram
valt bijvoorbeeld af te lezen dat wanneer van 500 respondenten 50,0 procent een bepaald antwoord
heeft gegeven, dit betekent dat we met 95% zekerheid kunnen zeggen dat het werkelijke
percentage in de gehele populatie tussen 45,6 en 54,4 procent ligt (50,0% +/- 4,4%).
77
4
Kwantitatief onderzoek
Nomogram
Afwijkingsmarges bij 95% betrouwbaarheid:
78
4
Nwsgrg – Nieuwsgierig Onderzoek
Catelijne Rutten
Frans van Mierisstraat 121H
1071RR Amsterdam
06-13550958
[email protected]
www.nwsgrg.nl
79