SCHOOLGIDS - t Mozaïek

SCHOOLGIDS
2014 - 2015
schoolgids
2014 - 2015
Surinamestraat
2 - 6045 VA Roermond - 0475 329604 - [email protected] 1
1INHOUD
1inhoud3
2voorwoord5
3de school6
3.1
belangrijke schoolgegevens6
3.2
het bestuur7
3.3
karakteristiek en identiteit van de school
8
3.4
de school en het team
11
3.5
schooltijden13
3.6
vakanties en roostervrije dagen
13
3.7
gedragscode14
4het jaarplan15
5
de Inspectie van het Onderwijs
17
6
veilige en gezonde school
18
7de zorg19
7.1
ZAT19
7.2
Centrum Jeugd en Gezin19
8
passend onderwijs en speciale zorg
20
8.1
passend onderwijs20
8.2
extra ondersteuning21
8.3
informatie21
9activiteiten op school22
10
personeel23
10.1
vervanging en ziekte23
10.2
stagiaires23
2
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
3
11
ouders24
2VOORWOORD
11.1
medezeggenschap (MR en GMR)24
11.2
ouderraad24
Beste ouders/verzorgers,
11.3
ouderbijdrage25
11.4
informatievoorziening en communicatie25
Wij hebben de informatie betreffende onze school vastgelegd in twee boekjes:
11.5
privacy26
- De schoolgids
- De schoolkalender
11.5.1
verwerking leerlinggegevens26
Met de schoolgids willen we alle ouders/verzorgers, alle bij de school betrokken functionarissen en alle andere belangstellenden informeren over de belangrijkste zaken van onze school.
De gids kan worden beschouwd als een informatieboekje met gegevens over hoe wij werken, waarmee, waarom, met welke
doelen en uitgangspunten en ook hoe wij ons onderwijs steeds evalueren en bijstellen. Kortom, een gids die duidelijk zal
maken wat wij uw kind (én u als ouder) te bieden hebben.
11.5.2
richtlijnen portretrecht26
11.6
klachten27
11.7
aansprakelijkheid en verzekeringen28
In de schoolkalender leest u onder andere alles over het team, de activiteiten van onze school en belangrijke adressen.
Informatie en foto’s van diverse activiteiten zijn ook te vinden op onze website www.bs-mozaiek.nl.
11.8
leerplicht en verlofaanvragen29
11.9
toelating schorsing en verwijdering30
11.10 overplaatsing van leerlingen binnen stichting Swalm & Roer
In de schoolgids en schoolkalender kan vanzelfsprekend niet alle informatie worden opgenomen.
Mocht het zo zijn dat u na het lezen nog meer specifieke informatie wenst, dan bent u altijd van harte welkom op school
voor een gesprek of rondleiding.
32
12
onderwijsontwikkelingen33
Iedereen is van harte welkom om gedurende de lesdag een bezoekje te brengen aan onze mooie school.
13
de opbrengsten35
Wij wensen al onze leerlingen en ouders een leerzame en leuke tijd toe op basisschool ’t Mozaïek.
13.1
CITO scores35
13.2
leerlingvolgsysteem35
13.3
uitstroomgegevens en begeleiding voortgezet onderwijs
36
14
overblijven en voor- en naschoolse opvang
37
Met vriendelijke groet,
Team en medezeggenschapsraad van basisschool ‘t Mozaïek.
15
bijlagen38
15.1
bijlage: regelgeving omtrent de leerplicht
38
15.2
bijlage: namen en adressen41
15.3
bijlage:jaarplan 2013-201442
4
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
5
3
DE SCHOOL
3.2 HET BESTUUR
3.1 BELANGRIJKE SCHOOLGEGEVENS
Onze school valt onder het bestuur van stichting Swalm & Roer voor Onderwijs en Opvoeding. Deze stichting is verantwoordelijk voor de aansturing van 23 scholen voor primair onderwijs in de gemeenten Roermond en Roerdalen met in totaal
5.279 leerlingen en 520 medewerkers. Het betreft zowel openbare, katholieke, protestants-christelijke als algemeen bijzondere scholen. Hieronder valt ook een school voor speciaal basisonderwijs.
De stichting wordt geleid door een professioneel bestuur bestaande uit een persoon die het College van Bestuur (CvB)
vormt.
Het CvB bepaalt het beleid op strategisch niveau op lange termijn.
De schooldirecteur is integraal en eindverantwoordelijk voor de aan zijn leiding toevertrouwde school. De directeuren zijn
verenigd in het DirecteurenOverleg, een adviesorgaan voor het College van Bestuur.
Het College van Bestuur en de scholen worden ondersteund door een stafbureau op het gebied van onderwijs, financiën,
personeel en beheer.
Basisschool ’t Mozaïek
Surinamestraat 2
6045 VA Roermond
T: 0475-329604
E: [email protected]
I: www.bs-mozaiek.nl
Basisschool ’t Mozaïek maakt deel uit van Stichting Swalm & Roer voor Onderwijs en Opvoeding.
De samenstelling van het CvB is:
Dhr. J.L. (Jos) de Vriend MME, voorzitter College van Bestuur
Het stafbureau van de stichting Swalm & Roer is gevestigd:
Roerderweg 35, Roermond
Postbus 606, 6040 AP Roermond.
T: 0475-345830
I: www.swalmenroer.nl
E: [email protected]
De Raad van Toezicht houdt toezicht op het beleid van het college van bestuur, gericht op de verwezenlijking van de doelstelling van de stichting en de algemene gang van zaken volgens de code Goed Bestuur. Zij treedt op als formele werkgever
van de leden van het college van bestuur en heeft oog voor maatschappelijke ontwikkelingen en de belangen van iedereen die
bij het primair onderwijs is betrokken. Haar werkzaamheden liggen vast in een reglement. De raad bestaat uit tenminste vijf
en ten hoogste zeven personen en legt publiekelijk verantwoording af over het door haar uitgevoerde toezicht.
De volgende personen maken deel uit van de Raad van Toezicht:
•
mevr. B.J.F.M. (Nardie) Berden - van Lier MMO, lid
•
dhr. mr. J.B.Th. (Bart) van ’t Grunewold, lid (op voordracht van de gemeente Roermond)
•
dhr. J.P.M. (Jan Pieter) Janssen, vicevoorzitter
•
mevr. A.J.P. (Anja) Pijls, lid (op voordracht van de GMR)
•
dhr. ir. M.G. (Marc) Schroten, lid
•
dhr. C.P. (Tof) Thissen, voorzitter
•
dhr. P.A. (Ton) Zentjens, lid
Vanuit het motto ‘samen sterker in onderwijszorg, onderwijskwaliteit en onderwijsinnovatie’ is de afgelopen jaren ingezet
op de ontwikkeling van een aantal resultaatgebieden zoals beschreven in de strategische koers van de stichting ‘Bruisend
Onderwijs’ .
De koers t.a.v. innovatief onderwijs, professionalisering van medewerkers, samenwerking met externe partners en interne
kwaliteitszorg is universeel maar er wordt ruimte geboden om in verscheidenheid ‘Bruisend Onderwijs’ te ontwikkelen en
aan te bieden.
In dit schooljaar wordt de strategische koers geëvalueerd en wordt een nieuw strategisch beleidsplan vastgesteld voor de
komende jaren.
Stichting Swalm & Roer maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 31-02 Midden-Limburg.
6
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
7
De visie
3.3 KARAKTERISTIEK EN IDENTITEIT VAN DE SCHOOL
Basiswaarden pedagogische visie
Basisschool ’t Mozaïek maakt vanaf 3 januari 2011 deel van de nieuwe Brede Maatschappelijke Voorziening Kemp / Kitskensberg / Heide. De school is de grootste gebruiker van het gebouw. In het gebouw zijn ook nog twee VVE-peuterspeelzalen en een jongerencentrum gehuisvest.
Verder heeft het gebouw een drietal leerpleinen. Dit zijn ruimtes bij de lokalen die gebruikt worden voor het werken in
groepjes, aan de computers, in hoeken enz.
Ook is er per twee groepen een eigen ingang. Hiervoor is gekozen om de rust in de school te bewaren.
De instroomgroep en de groepen 1 en 2, de schakelklas en de peuterspeelzalen beschikken over een eigen speelzaal. Een
tweede speelzaal wordt onder andere tijdens de verlengde schooldag voor dans en drama gebruikt.
Het samenwerken met de VVE peuterspeelzalen vinden wij in het kader van onder andere doorgaande leerlijnen, afname
en registratie van toetsen en warme overdracht van peuters naar kleuters van groot belang: ‘Samen sterk, voor kwaliteit’.
Kinderen voelen zich veilig op school.
Kinderen ontwikkelen zich op sociaal en emotioneel gebied.
Kinderen worden betrokken bij het opstellen van regels en afspraken.
Kinderen leren samen te werken en samen te leren.
Kinderen ontwikkelen zich tot een zelfstandig persoon.
Wij vinden het belangrijk dat de school een veilige omgeving is waar op een respectvolle, positieve wijze met elkaar wordt
omgegaan.
In een veilig leerklimaat met duidelijke regels en afspraken kan het kind, dat centraal staat, zich ontwikkelen om later zelfstandig te kunnen functioneren in de maatschappij.
Basiswaarden didactische visie
In dit hoofdstuk vindt u een korte en bondige beschrijving van waar wij voor staan: de missie. Wij hebben onze missie geformuleerd op basis van onze kernwaarden.
Het leerstofaanbod van het desbetreffende leerjaar vormt het uitgangspunt, waarbij ruimte is voor het afstemmen op de
behoeftes van de individuele kinderen.
Uitdagend onderwijs vergroot de betrokkenheid van onze kinderen.
Wij maken veelvuldig gebruik van het directe instructie model.
Wij werken met methodes om de einddoelen te behalen.
De doorgaande lijn zorgt voor structuur en duidelijkheid.
Vervolgens leggen wij in onze visie uit waar wij, aangestuurd door onze missie, naar streven. Onze visie geeft aan hoe wij, in
een ideale situatie, de school in de toekomst willen vormgeven. Wij hebben onze visie geformuleerd aan de hand van onze
basiswaarden op het gebied van pedagogiek, didactiek, leerstofaanbod, leerlingenzorg en oudercontacten.
Het onderwijs op basisschool ’t Mozaïek sluit aan bij het leerstofaanbod van het desbetreffende leerjaar. Hierbij is ruimte
voor het afstemmen op de behoeftes van de individuele kinderen, gebruik makend van methodes gebaseerd op de kerndoelen
die de doorgaande lijn door de gehele school waarborgen. Hierbij passen wij veelvuldig het directe instructiemodel toe.
Het team en de directie van basisschool ‘t Mozaïek zijn verantwoordelijk voor het uitdragen van de missie en de visie.
Basiswaarden visie m.b.t. leerstofaanbod
De missie
Aantrekkelijke uitdagende leerstof die het behalen van de einddoelen mogelijk maakt.
De leerstof sluit zoveel mogelijk aan bij de belevingswereld van de kinderen.
Het bieden van structuur d.m.v. methodegericht onderwijs.
Duidelijke structuur in het leerstofaanbod.
Het leerstofaanbod van het desbetreffende leerjaar vormt het uitgangspunt, waarbij ruimte is voor het afstemmen op de
behoeftes van de individuele kinderen.
Vorderingen worden consequent en eenduidig vastgelegd en vormen het uitgangspunt voor het handelen.
De missie en visie van basisschool ‘t Mozaïek
De missie van ‘t Mozaïek luidt:
‘Samen sterk, voor kwaliteit’
De leerlingen worden uitgedaagd door aantrekkelijke methodegebonden leerstof.
Het leerstofaanbod van het desbetreffende leerjaar vormt het uitgangspunt, waarbij ruimte is voor het afstemmen op de
behoeftes van de individuele kinderen.
Deze missie is geformuleerd op grond van de volgende kernwaarden:
Veiligheid
Een fijne, prettige omgeving, waar mensen elkaar respectvol benaderen en waarin iedereen kans krijgt zichzelf te ontwikkelen.
Structuur
Een duidelijke, transparante organisatie met heldere en vastgelegde afspraken.
Afstemming
Het aansluiten op de huidige ontwikkelingsfase van het individu.
Wij zijn een open school met duidelijke grenzen m.b.t. leerlingenzorg.
Wij bieden onderwijsondersteuning op maat binnen de genoemde grenzen.
Wij maken gebruik van groepsdocumenten, groeps- en individuele handelingsplannen om inzicht te krijgen in de groep en
het groepsproces.
Wij hanteren een samenhangend systeem van leerlingenzorg, van signalering t/m handelingsplanning. Met een vaste procedure die waarborgt dat leerlingen tijdig hulp krijgen. Dit samenhangend systeem wordt het cascademodel genoemd.
Het op schoolniveau werken met groepsdocumenten, groeps- en individuele plannen geeft een duidelijk beeld van de groep
en van individuele leerlingen. Overleg hierover en het leren van elkaar door de leerkrachten en IB-er vinden wij een pré.
De speciale zorg voor de kinderen vindt plaats door leerkrachten, IB-er, tutoring en/of externe instanties.
Ambitie
Het gaan voor het maximaal haalbare.
8
Basiswaarden visie m.b.t. leerlingenzorg
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
9
Basiswaarden visie m.b.t. oudercontacten
3.4 DE SCHOOL EN HET TEAM
Ouders worden betrokken bij het ontwikkelingsproces van hun kind.
Open en heldere communicatie tussen ouders en school.
Ouders zijn onmisbaar.
De 194 leerlingen (1 oktober 2014) van onze school zijn verdeeld over tien groepen. Er wordt gewerkt met het jaarklassensysteem en er is een heterogene groep.
Betrokkenheid van ouders bij het ontwikkelingsproces van hun kind(eren) vinden wij van essentieel belang.
Duidelijke wederzijdse respectvolle communicatie is hier het uitgangspunt.
De verdeling van de leerlingen over de desbetreffende groepen is als volgt:
Instroomgroep : 06 leerlingen (groeit in de loop van het schooljaar uit tot maximaal 30 leerlingen)
Groep 1
: 24 leerlingen
Groep 2
: 24 leerlingen
2/Schakelklas : 17 leerlingen
Groep 3
: 26 leerlingen
Groep 4
: 24 leerlingen
Groep 5
: 22 leerlingen
Groep 6
: 17 leerlingen
Groep 7
: 19 leerlingen
Groep 8
: 14 leerlingen
Op het einde van het schooljaar 2014-2015 zitten er ruim 200 leerlingen op basisschool ’t Mozaïek.
Groep
Leerkracht + dagen
Instroomgroep
Jana Silkens (ma t/m vr)
Groep 1
Groep 2
Romy Simons (ma t/m vr)
Groep 2/Schakelklas
Anke Verheggen (ma-di)
Marie-Louise Meusen (wo t/m vr)
Groep 3
Melissa Jeurninck (ma t/m vr)
Groep 4 Denise Lievense (ma-di-do)
Gertie Boosten (wo t/m vr)
Groep 5 Kim de Kwaadsteniet (ma t/m do)
Lara van Wandelo (wo-vr)
Patty Smeets (ma t/m vr)
Groep 6
Fanny Schmitz (ma t/m wo)
Harriet Puijn (do-vr)
Groep 7
Natascha Evers (ma t/m wo)
Fanny Schmitz (do-vr)
Groep 8
10
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
Linda Maessen (ma t/m vr)
11
Tutor onderbouw
Suzanne Mertens (ma-di)
Interne Begeleider
Pieta Schilder (ma t/m do) 3.5SCHOOLTIJDEN
Coach onderbouw
Coördinator VVE thuis
Coördinator oudermoment
Gedragsspecialist
Aandachtfunctionaris SVIB-er
Truus Jeurissen (ma t/m wo)
Harriet Puijn (ma t/m wo)
Directeur
Jan van Espen (ma t/m vr)
Administratief medewerkster
Conciërge
Astrid Keydeniers (di-vr)
Maandag:
8.30 uur - 12.00 uur
13.00 uur - 15.00 uur
Dinsdag:
8.30 uur - 12.00 uur
13.00 uur - 15.00 uur
Woensdag:
8.30 uur - 12.30 uur
Donderdag:
8.30 uur - 12.00 uur
Vrijdag:
8.30 uur - 12.30 uur
13.00 uur - 15.00 uur
3.6 VAKANTIES EN ROOSTERVRIJE DAGEN
Coen Bongaarts (ma- do)
Herfstvakantie
20-10-2014 t/m 24-10-2014
Kerstvakantie
22-12-2014 t/m 02-01-2015
Carnavalsvakantie
16-02-2015 t/m 20-02-2015
2e Paasdag
06-04-2015
Meivakantie
27-04-2015 t/m 08-05-2015
Hemelvaart
14-05-2015 t/m 15-05-2015
2e Pinksterdag
25-05-2015
Zomervakantie
20-07-2014 t/m 28-08-2015
Studiedagen (leerlingen vrij)
06-10-2014
15-10-2014
04-02-2015
08-06-2015
17-07-2015
12
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
13
4
3.7GEDRAGSCODE
Stichting Swalm & Roer kent een gedragscode die in werking treedt wanneer leerlingen, medewerkers en ouders zich
bedreigd voelen, verbaal of non-verbaal.
In de gedragscode zijn gedragsregels opgesteld op de terreinen:
• seksuele intimidatie en seksueel misbruik
• racisme en discriminatie
• lichamelijk en verbaal geweld
• pesten
• kleding
• gebruik internet en social media
HET JAARPLAN
Het jaarplan is voortgekomen uit de evaluatie van het jaarplan 2013-2014.
Samen met het team hebben we doelen gesteld die we in het schooljaar 2014-2015 willen bereiken. Ook binnen het directieoverleg zijn doelen gesteld die in dit jaarplan zijn opgenomen.
SMART
Per onderdeel wordt in dit jaarplan niet alleen het onderwerp weergegeven, maar ook het specifieke doel, de route om het
doel te bereiken, het tijdspad waarbinnen het doel bereikt zal moeten worden en wie er verantwoordelijk is voor de uitvoering
van taken die naar het doel zullen leiden. Ten slotte wordt aangegeven hoe uiteindelijk meetbaar is of het doel bereikt is.
Aan het eind van het traject zal geëvalueerd worden of dit gelukt is. De doelen zijn op deze manier vertaald in een SMART
opgesteld uitvoeringsplan.
SMART staat voor:
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdgebonden
De gedragscode is te vinden op de website van Stichting Swalm & Roer: www.swalmenroer.nl
Door ontwikkeltrajecten SMART te formuleren, wordt zowel de uitvoering als de beoordeling van resultaten veel gemakkelijker. We weten vooraf specifiek wat we willen bereiken. We formuleren onze doelen realistisch. Er is draagvlak voor deze
doelen bij de betrokken personen. We kunnen achteraf nagaan of het doel bereikt is, binnen een vooraf vastgestelde tijd.
Ook stellen we vooraf vast welke succescriteria we hanteren om achteraf te kunnen vaststellen of het doel bereikt is. Door
deze laatste toevoeging wordt het jaarplan niet alleen een instrument om kwaliteit te verbeteren, maar ook een instrument
om kwaliteit te meten.
Kwaliteitscyclus
In dit jaarplan werken we bij ieder onderdeel volgens de cyclus Plan-Do-Check-Act (PDCA).
In de eerste fase (Plan) bepalen we de kwaliteit die we willen bereiken, meten we de kwaliteiten die we nu hebben en maken
we plannen hoe we van de huidige situatie naar de gewenste situatie kunnen komen. Deze plannen komen tot stand door
de huidige situatie te vergelijken met de geformuleerde missie en visie van de school. Waar dagelijkse praktijk en visie op
onderwijs nog niet met elkaar in overeenstemming zijn, worden beleidvoornemens geformuleerd. Deze plannen worden in
het jaarplan SMART opgesteld, waarbij we er goed op letten ook tussentijdse evaluaties in te plannen en mogelijkheden tot
eventuele bijstelling, mocht de tussentijdse evaluatie daar aanleiding toe geven.
In de tweede fase (Do) voeren we de gemaakte planning uit. Tijdens dit uitvoeringsproces vindt voortdurend trajectbewaking
plaats, veelal door de directie van de school. Ook de medezeggenschapsraad speelt hier een belangrijke rol in. Trajectbewaking betekent dat er voortdurend bewaakt wordt dat de verschillende fases van de kwaliteitsbewaking continu en cyclisch
uitgevoerd worden.
In de derde fase (Check) controleren we, via een tussentijdse evaluatie, of we met onze planning nog wel op de goede weg
zitten.
De vierde fase (Act) volgt eventueel (afhankelijk van de uitkomst van de Check-fase) een bijstelling in de planning.
Daarmee zijn we dus automatisch weer uitgekomen bij fase 1 (de Plan-fase) en wordt de cyclus opnieuw doorlopen.
Vastlegging en borging
Om ervoor te zorgen dat, ook na uitvoering van het jaarplan, de behaalde kwaliteit gewaarborgd blijft, zal elke definitief
vastgestelde beleidsregel worden vastgelegd in een beleidsplan. Hierin staat, na afloop van het proces, weergegeven welke
werkwijzen de school volgt om de onderwijskwaliteit te behalen en te behouden.
14
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
15
Betrokkenheid van team en ouders
Het is specifiek de bedoeling dat het team in hoge mate (mede) verantwoordelijk wordt voor het behalen van de gestelde
doelen. Waar mogelijk zal daarom een werkgroep ingesteld worden die, onder leiding en begeleiding van de directeur, ervoor
zorg zal dragen dat de gestelde doelen binnen de gestelde termijn behaald gaan worden.
Ook zullen de ouders, middels de medezeggenschapsraad, betrokken worden. Zij zullen het jaarplan beoordelen en zo nodig
verbeteringen voordragen. Uiteraard zullen zij steeds goed op de hoogte gehouden worden van de stand van zaken tijdens
het verbeteringsproces.
Monitoring door bestuur
Om het bestuur de kans te geven de voortgang van het jaarplan te monitoren, zal de directeur twee keer per jaar schriftelijk
of mondeling verslag doen van de tot dan toe behaalde resultaten. Ook zal besproken worden welke eventuele aanpassingen
zijn gemaakt in het jaarplan (volgens het PDCA-model)
Doelen
In het schooljaar 2014-2015 zullen we ons opnieuw richten op de continue verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs.
We hebben ons daarvoor een aantal doelen gesteld die we willen bereiken.
Alle doelen voor dit schooljaar staan in het kader van opbrengst gericht werken
5
DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS
Ieder jaar kijkt de inspectie of er aanwijzingen zijn dat een school onvoldoende kwaliteit levert. Op basis van een risicoanalyse
en eventueel nader onderzoek wordt bepaald hoeveel toezicht een school nodig heeft.
Naast de jaarlijkse risicoanalyse doet de inspectie onderzoek in het kader van het onderwijsverslag, themaonderzoek, een
vierjaarlijks bezoek en/of een onderzoek naar de kwaliteit van de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE).
De bevindingen van het vierjaarlijks onderzoek zoals vastgelegd in het ‘Rapport Periodiek Kwaliteitsonderzoek’ worden
gepubliceerd op de website van de inspectie www.onderwijsinspectie.nl (zoek scholen).
Verder controleert de inspectie of voor elke school de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie aanwezig
zijn.
Momenteel hebben alle scholen van Swalm & Roer een basisarrangement, dat wil zeggen dat de inspectie geen aanwijzingen
heeft dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. In het najaar stelt de inspectie het nieuwe
arrangement vast.
De contactgegevens van de inspectie zijn opgenomen in de bijlage 15.3
16
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
17
6
VEILIGE EN GEZONDE SCHOOL
7
DE ZORG
7.1ZAT
Het doel van dit convenant is dat zowel leerlingen, personeel als bezoekers van de school veilig zijn en zich veilig voelen
binnen de school- en leeromgeving. Veiligheid op scholen staat niet los van veiligheid in de wijk, op straat of in publieke gebouwen. Het heeft ook nauwe raakvlakken met veiligheid en geborgenheid in de privésfeer en in het gezin. Veiligheid wordt
steeds meer als een collectieve verantwoordelijkheid beschouwd: iedereen draagt er verantwoordelijkheid voor.
Met dit convenant spreken de partners af zich gezamenlijk in te zetten voor de veiligheid in en om de basisschool. Hiertoe
worden samenwerkingsafspraken gemaakt. Het voorliggende convenant beschrijft de intentie tot samenwerking en biedt
handvatten om te komen tot een concrete en heldere invulling van verantwoordelijkheden, en heldere taakverdeling en afspraken tussen de school en de andere partners.
In de kadernota Integrale Veiligheid Roermond 2012-2014 en het uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid Roermond
2012 is benadrukt dat het onderwijs partner is in de veiligheidsketen.
Met ingang van 1 januari 2015 treedt de nieuwe Jeugdwet in werking. Gemeenten worden verantwoordelijk voor het leveren
van alle jeugdhulp. Door intensivering van preventie en ambulante jeugdhulp wordt complexere en duurdere hulp voorkomen.
Met ingang van het schooljaar 2014-2015 komen de Zorg- en AdviesTeams (ZATs) in alle basisscholen te vervallen en gaan
2 stedelijke ZATs 0 tot 13 jaar van start. Wekelijks is er een bijeenkomst van het stedelijk ZAT waar ook de jeugd- en gezinswerkers aan deelnemen. Dit betekent in principe geen wachtlijsten; ouders worden (altijd) betrokken bij het bespreken van
de casus van hun zoon of dochter en er wordt gewerkt met de methodiek ‘één gezin één plan’.
De jeugd- en gezinswerker is een generalist en opereert als de begeleider van een gezin. Hij of zij biedt pedagogische ondersteuning aan het gezin en coördineert ook alle activiteiten en interventies in een ondersteuningstraject. Ook heeft de
jeugd- en gezinswerker als taak problemen te signaleren en haalt hij of zij, waar nodig, specialisten erbij. Vertrekpunt in de
ondersteuning door jeugd- en gezinswerkers is de behoefte en mogelijkheden van ouders en jeugdigen, niet het beschikbare
aanbod.
Dat betekent dat jeugd- en gezinswerkers per schoollocatie ook worden ingezet voor advisering, ondersteuning en counseling.
Hierover worden pas na de zomervakantie concrete afspraken gemaakt.
7.2 CENTRUM JEUGD EN GEZIN
Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is een laagdrempelige voorziening voor ouders met opvoedvragen en voor jeugdigen met opgroeivragen. Het CJG is er voor alledaagse twijfels en praktische vragen over onderwerpen als schoolkeuze, voeding, huiswerk, zakgeld en gezondheid. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is gratis en werkt anoniem. Ze geven kortdurende
ondersteuning in de vorm van informatie, advies en licht pedagogische hulp.
Ouders kunnen bellen, e-mailen, de website (www.onscjg.nl) bezoeken en binnenlopen op inloopuren. Voor de jeugd 12+ is
er een eigen website (www.area0475.nl) ontwikkeld. Deze site bevat veel betrouwbare informatie over onderwerpen die met
opgroeien te maken hebben.
Tel. 088-4388300
E-mail: [email protected]
Bezoekadres: Donderbergweg 47-49, Roermond
18
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
19
8
8.2 EXTRA ONDERSTEUNING
PASSEND ONDERWIJS EN SPECIALE ZORG
Voor leerlingen met intensieve en/of specifieke ondersteuningsbehoeften geldt een nieuwe regeling.
De leerlinggebonden financiering (rugzak) verdwijnt en de wijze waarop leerlingen worden verwezen en toegelaten tot het
speciaal (basis)onderwijs is anders geregeld.
8.1 PASSEND ONDERWIJS
Vanaf 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht.
In een nieuw gevormd Samenwerkingsverband (SWV) Passend Onderwijs Midden-Limburg hebben alle schoolbesturen
nu de taak voor alle leerlingen die wonen binnen de regio van dit SWV een zo passend mogelijke plek in het onderwijs te
bieden. Dit noemen we de zorgplicht van het samenwerkingsverband. Passend Onderwijs is in principe voor alle leerlingen
op de basisscholen en scholen voor speciaal (basis)onderwijs bedoeld, maar zoomt in op leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften.
Belangrijkste doelstellingen van passend onderwijs zijn:
•
Zo passend mogelijk onderwijs aanbieden en daarbij kijken naar de onderwijsbehoeften van de leerlingen en minder naar de beperkingen.
Leraren beter toerusten: passend onderwijs en extra ondersteuning van een leerling in de klas valt of staat met de mogelijkheden en competenties van de leerkracht(en).
Minder bureaucratie: het complexe systeem van toekenning van extra zorg verdwijnt. Geen onnodige administratieve last, geen wachtlijsten, geen lange indicatieprocedures.
•
Het financiële systeem dat bij de nieuwe regeling Passend Onderwijs hoort moet beheersbaar en transparant zijn.
•
Geen thuiszitters: alle kinderen verdienen een plek in het onderwijs.
•
Er moet afstemming zijn tussen onderwijs en jeugdhulp. Gemeenten worden verantwoordelijk voor jeugdhulp. Daarmee moet er afstemming plaatsvinden tussen het ondersteuningsplan van het SWV en het jeugdbeleid van •
•
gemeenten.
Het SWV Midden-Limburg bestaat uit de schoolbesturen voor regulier en speciaal onderwijs in de gemeenten Roermond,
Roerdalen, Echt-Susteren, Maasgouw en Leudal.
Het bestuur van het SWV heeft een ondersteuningsplan vastgesteld. In dit plan beschrijft men het ‘wat’ en het ‘hoe’ van het
SWV voor de periode 2014-2018. Dit plan is na instemming van de ondersteuningsplanraad, samengesteld uit een afvaardiging van ouders en personeel, en met instemming van de betrokken gemeenten vastgesteld.
De schoolbesturen en hun scholen werken samen aan de uitvoering van dit plan. Daarin staan zij niet alleen. Ze worden
daarbij ondersteund door de bovengenoemde gemeenten en door organisaties als bijv. het Centrum voor Jeugd en Gezin
(CJG), de Jeugd GezondheidsZorg (JGZ) enz .
Voor alle scholen is een ambitieus niveau van de basisondersteuning vastgesteld. Alle scholen beschrijven in hun schoolondersteuningsprofiel het niveau van de basisondersteuning op dit moment. Om het ambitieuze niveau van basisondersteuning
te bereiken krijgen scholen begeleiding van ondersteuningsteams. Aan elke school of cluster van scholen wordt een klein
ondersteuningsteam gekoppeld, dat de school adviseert, begeleidt en ondersteunt in het versterken van de kwaliteit van
onderwijs en de leerlingondersteuning in het bijzonder.
Indien de ondersteuningsvraag van een leerling de mogelijkheden van de school waar de leerling wordt aangemeld overstijgt,
kan de school samen met ouders en het ondersteuningsteam een deskundigenadvies formuleren.
Wanneer het deskundigenadvies een aanvraag voor plaatsing in het speciaal(basis)onderwijs inhoudt, wordt dit deskundigenadvies aan een Bovenschools ToetsingsOrgaan (BTO) aangeboden. Het BTO geeft dan een ToeLaatbaarheidsVerklaring
(TLV) af, op basis waarvan de leerling kan worden geplaatst in het SBO of het SO.
In principe geeft het BTO altijd een tijdelijke TLV af, behalve voor die leerlingen waarvan door de complexiteit van de
problematiek en intensiteit van ondersteuningsbehoeften duidelijk is dat opvang in een specialistische setting voor langere
duur noodzakelijk is.
8.3INFORMATIE
Voor verdere informatie over het ondersteuningsteam of het BTO kunt u contact opnemen met de IB-er van de school.
Het ondersteuningsplan van het SamenWerkingsVerband (SWV) Midden-Limburg staat, evenals het bestuursondersteuningsplan van het schoolbestuur ‘op weg naar passend onderwijs’, op de website van stichting Swalm & Roer (www.swalmenroer.nl)
in de rubriek ‘Passend Onderwijs’.
Op dit moment wordt gewerkt aan een website voor het nieuwe SWV Midden-Limburg.
Zodra deze ‘in de lucht is’, krijgt u hiervan bericht.
Algemene informatie over Passend Onderwijs kunt u vinden op de site: www.passendonderwijs.nl.
Het adres van het SWV Passend Onderwijs Midden-Limburg is:
SWV PO 31-02 Midden-Limburg
Vlasstraat 1
6093 EE Heythuysen
T: 0475-550449
E: [email protected]
Een ondersteuningsteam bestaat uit een psycholoog of orthopedagoog, een specialist uit het speciaal (basis)onderwijs en een
jeugd- en gezinswerker. Gesprekspartner vanuit de school is in elk geval de Intern Begeleider.
Door het inzetten van ondersteuningsteams op alle scholen hopen we de vastgestelde kwaliteiten van basisondersteuning te
realiseren.
20
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
21
9
ACTIVITEITEN OP SCHOOL
10PERSONEEL
10.1 VERVANGING EN ZIEKTE
Natuurlijk schenken we op onze school aan bepaalde bijzondere gebeurtenissen extra aandacht. We denken dan bijvoorbeeld
aan: Sinterklaas, Kerstmis, Carnaval, Pasen, sport- en speldag, moeder- en vaderdag, sporttoernooien, jaarafsluiting, schoolverlatersdagen, enz..
Wanneer een leerkracht wegens ziekte of buitengewoon verlof niet aanwezig kan zijn, zal de school zorgen voor vervanging.
In eerste instantie gebeurt dit door een van de eigen leerkrachten of door leerkrachten uit de zogenaamde vervangerspool.
Al deze activiteiten proberen we te realiseren in samenspraak met én met hulp van de ouderraad.
Van alle bijzondere activiteiten ontvangt u steeds ruim van tevoren bericht, meestal via Kidoki en/of per brief.
Regelmatig worden er digitale foto’s gemaakt tijdens bijzondere activiteiten. Deze foto’s worden soms ook geplaatst op de
website van de school.
10.2STAGIAIRES
Vanuit verschillende opleidingsinstituten zijn ook het komende schooljaar op ’t Mozaïek weer studenten zich aan het scholen
en bekwamen op hun toekomstige carrière. Allereerst zijn dat studenten van verschillende PABO’s.
Studenten uit de eerste opleidingsjaren krijgen de mogelijkheid om begeleid te worden door leerkrachten van de school.
De LIO- studenten (Leraren in Opleiding van PABO) zijn startbekwaam en mogen zelfstandig de verantwoordelijkheid voor
een klas dragen, waarbij de eindverantwoordelijkheid bij de leerkracht van de school blijft liggen. Deze LIO-studenten zijn
‘afstudeerbekwaam’ en het is de bedoeling dat zij alle activiteiten die een leerkracht verricht, mede verrichten.
Dat wil zeggen: zelfstandig lessen geven, deelnemen aan werkgroepen of commissies van de school, groepssplannen mede
opstellen, oudergesprekken voeren enz.. Zij zijn gekoppeld aan leerkrachten van de verschillende bouwen van de school.
Verder zijn er onderwijsassistenten van de Gilde Opleidingen.
Deze studenten leren leerkrachten te ondersteunen bij alle activiteiten in en om de groep.
22
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
23
11OUDERS
11.3OUDERBIJDRAGE
11.1 MEDEZEGGENSCHAP (MR EN GMR)
Het Nederlandse basisonderwijs, voor zover bekostigd door de overheid, is gratis.
Een inspraakmogelijkheid voor ouders (én leerkrachten) is geregeld via de Wet Medezeggenschap Scholen. Aan elke school
moet een Medezeggenschapsraad (MR) verbonden zijn, die opereert volgens een medezeggenschapsreglement. In de wet is
ook geregeld, dat ouders en leerkrachten over een groot aantal zaken betreffende het beleid van de school mogen meepraten.
Bij heel veel zaken heeft de raad adviesrecht en vaak mag het beleid zelfs niet worden uitgevoerd zonder instemming van de
medezeggenschapsraad. De raad probeert bij haar adviezen/instemming altijd het belang van zowel de ouders en personeelsleden als de schoolorganisatie in het oog te houden.
De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) is een advies- en instemmingorgaan. Enerzijds adviseert zij het college van bestuur gevraagd en ongevraagd, anderzijds geeft of weigert zij instemming aan stichtingsbeleid. De GMR bestaat
uit een personeelsgeleding en een oudergeleding. De GMR functioneert op basis van het door het college van bestuur voor
een bepaalde periode vastgestelde ‘reglement gemeenschappelijke medezeggenschapsraad’.
Scholen bieden onderwijs aan dat moet voldoen aan bepaalde wet- en regelgeving, maar deze laten de richting en de inrichting
vrij. Dat is onze vrijheid van onderwijs: ouders kiezen zelf de school voor hun kinderen, zodat zij onderwijs krijgen dat tegemoet
komt aan de wensen en overtuigingen van hun ouders. Dat neemt niet weg dat scholen een vrijwillige ouderbijdrage mogen
vragen voor aanvullende activiteiten. Het moet daarbij altijd gaan om dingen die niet essentieel zijn voor het onderwijs. De
vrijwillige ouderbijdrage is dus een bijdrage van, voor en door de ouders zelf.
Activiteiten van de ouderraad/oudervereniging, betaald uit de bijdrage van ouders, kunnen ook onder schooltijd vallen.
Denk aan schoolreisjes, Sinterklaas, Kerst en dergelijke.
De vrijwillige ouderbijdrage op basisschool ’t Mozaïek bedraagt € 17,50. Voor de kinderen die instromen na de Kerstvakantie
bedraagt de ouderbijdrage € 8,75.
Het innen van deze bijdrage gebeurt door de Ouderraad.
11.2OUDERRAAD
Wanneer u uw kind op onze school plaatst, bent u automatisch lid van de oudervereniging. De doelstelling van de oudervereniging luidt als volgt: ‘een actieve bijdrage leveren aan de opvoeding en ontwikkeling van onze kinderen op school’.
Naast het meepraten en meedenken over allerlei schoolse zaken en het leveren van allerlei hand- en spandiensten, wordt
er een financiële bijdrage, de vrijwillige ouderbijdrage gevraagd, om een aantal niet gesubsidieerde festiviteiten mogelijk te
maken. Enkele voorbeelden van die activiteiten zijn:
•
•
•
•
•
•
•
•
11.4 INFORMATIEVOORZIENING EN COMMUNICATIE
Alle belangrijke informatie van, voor en vanuit de school, het schoolteam, de werkgroepen, andere betrokkenen en instanties
wordt via de Kidoki app, per brief en/of via de website van school gecommuniceerd.
het financieren en mee verzorgen van een aantal traditionele feesten en vieringen, zoals Sinterklaas, Kerstmis, Carnaval, Pasen enz.
het meefinancieren en mee begeleiden van diverse excursies.
het meefinancieren van het jaarlijkse schoolreisje.
het meefinancieren van het schoolverlaterskamp in groep 8.
inbreng leveren in diverse werkgroepen om samen met de leerkrachten in die werkgroepen nog andere schoolfeesten te organiseren.
uitvoeren van de luizencontrole.
het participeren in de ouderraad, de groep die alle ouders vertegenwoordigd in het overleg met het schoolteam over allerlei praktische zaken.
het mede verbeteren van de sfeer en speelgelegenheid op het schoolplein.
En natuurlijk blijft het zo, dat ouderraad en team altijd openstaan voor nieuwe, frisse, originele andere voorstellen en aandachtspunten.
24
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
25
11.5PRIVACY
11.5.1
11.6KLACHTEN
VERWERKING LEERLINGGEGEVENS
De gegevens van de leerlingen die de school verzamelt in het ZAT, maar ook de informatie die de school krijgt van de ouders,
of de meer algemene informatie over de leerling (zoals naam en adres, verzuim, toetsresultaten enz.) komen allemaal in het
leerlingdossier van de leerling te staan.
Al deze informatie is nodig om de leerling goed onderwijs en goede zorg te kunnen geven.
We gaan heel zorgvuldig om met deze gegevens. Dat moeten we ook, omdat deze vallen onder de Wet Bescherming
Persoonsgegevens. Wilt u meer weten over deze wet kijk dan op http://www.cbpweb.nl. Deze wet is er om ervoor te zorgen
dat gegevens over personen zorgvuldig gebruikt worden, en dat er geen misbruik van deze gegevens gemaakt wordt. Daarom
mogen de gegevens van het leerlingdossier alleen binnen de school gebruikt worden. De ouders moeten dan ook altijd eerst
toestemming geven als de school informatie over de leerling wil bespreken met anderen, of als anderen informatie over een
leerling willen vragen bij de school.
Als u vragen hebt over het leerlingdossier of over het zorgoverleg in de school, neem dan contact op met de Interne Begeleider.
De school is een omgeving waar mensen intensief met elkaar omgaan. Botsingen en meningsverschillen zijn dan ook niet
bijzonder en worden vaak in onderling overleg bijgelegd.
Soms is een meningsverschil van dien aard, dat iemand een klacht hierover wil indienen. Die mogelijkheid is er. Voor de
school is een klachtenprocedure vastgesteld.
Deze is voor iedereen die bij de school betrokken is in te zien op de website (www. swalmenroer.nl) en het intranet van
Stichting Swalm & Roer.
Het wordt op prijs gesteld indien iemand die wil klagen dat eerst kenbaar maakt bij de directie.
Mogelijk kan de klacht eenvoudig opgelost worden.
Stichting Swalm & Roer heeft twee vertrouwenspersonen aangesteld, één voor ouders/verzorgers en één voor medewerkers.
De taken van de vertrouwenspersoon zijn onder meer het bijstaan van de klager en advisering van het bevoegd gezag.
De vertrouwenspersoon voor ouders is Karin van der Steen.
Zij is bereikbaar op telefoonnummer 06-23873888 of per e-mail: [email protected]
De vertrouwenspersoon voor medewerkers is Nicole Claessens.
Zij is bereikbaar op telefoonnummer 06-22809402 of per e-mail: [email protected]
11.5.2
RICHTLIJNEN PORTRETRECHT
School Video Interactie Begeleiding (SVIB) is één van de begeleidingsmethodieken, die de school hanteert om het onderwijs
zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen. Op onze school wordt het middel voornamelijk ingezet om de leraren te
ondersteunen bij hun onderwijstaak.
De school is voor de behandeling van klachten tevens aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie: ‘de Landelijke
KlachtenCommissie onderwijs’ (LKC). De LKC onderzoekt de klacht en beoordeelt (na een hoorzitting en/of via ‘hoor en
wederhoor’) of deze gegrond is. De LKC brengt advies uit aan het bevoegd gezag en kan aan haar advies aanbevelingen verbinden. Het bevoegd gezag neemt over de afhandeling van de klacht en het opvolgen van de aanbevelingen de uiteindelijke
beslissing.
De methodiek wordt zowel ingezet bij vragen rondom leerlingenzorg, als bij vragen rondom onderwijsvernieuwing.
Aan de school zijn enkele gespecialiseerde school-video-interactie begeleiders (SVIB-ers) verbonden, die video-opnames
maken in de klas en dit vervolgens met de leraar nabespreken. Net zo als dat bij andere begeleidingsfunctionarissen het geval
is, hanteert de SVIB-er een beroepscode, waarin o.a. staat dat de gemaakte opnames niet voor andere doeleinden gebruikt
worden. Zo blijven de videobeelden die in de klas gemaakt worden, onder het beheer van de SVIB-er en worden niet zonder
zijn uitdrukkelijke toestemming en die van de betrokken leraar aan anderen vertoond.
Een klacht kan bij het bevoegd gezag (het College van Bestuur van de Stichting Swalm & Roer) of rechtstreeks schriftelijk
bij de LKC worden ingediend. De externe vertrouwenspersoon kan u daarbij behulpzaam zijn als u dat wenst.
lndien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingvragen van één of meer leerlingen, dan worden de ouders/verzorgers
hiervan in kennis gesteld en om toestemming gevraagd.
U kunt ook de website raadplegen www.onderwijsgeschillen.nl of een e-mail sturen naar [email protected] .
Bevoegd gezag Stichting Swalm & Roer – Postbus 606, 6040 AP te Roermond.
De LKC is te bereiken bij Onderwijsgeschillen, Postbus 85191, 3508 AD Utrecht, telefoon 030-2809590.
Ouders/verzorgers wordt in het aanmeldingsformulier om toestemming gevraagd of schoolgerelateerde foto`s op de website en/of op de schoolkalender mogen worden geplaatst.
26
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
27
11.8 LEERPLICHT EN VERLOFAANVRAGEN
11.7 AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERINGEN
Het schoolbestuur heeft voor alle leerlingen een collectieve ongevallenverzekering afgesloten onder de volgende voorwaarden:
•
Tijdens officiële schooltijden, ouderavonden/gesprekken en schoolfeestjes, het verblijf op de speelplaats, in het schoolgebouw, sportveld, gymnastieklokaal, zwembad, excursieplaatsen, schoolverlaterkamp onder verantwoorde-
lijkheid en onder toezicht van bevoegde leraren.
•
Gedurende de directe route op weg van huis naar school en van school naar huis.
•
Er is geen vergoeding mogelijk voor materiële schade zoals aan brillen, kleding, fietsen, etc.
Tevens heeft het schoolbestuur een schadeverzekering afgesloten voor in- en opzittenden van motorrijtuigen en niet gemotoriseerde vervoersmiddelen. Deze verzekering dekt ook de schade als ouders of andere vrijwilligers hun vervoermiddel
gebruiken voor schoolactiviteiten.
De ouders/verzorgers van leerlingen van stichting Swalm & Roer worden in de gelegenheid gesteld om een aanvullende verzekering af te sluiten. Deze verzekering dekt alle schade waaronder diefstal van eigendommen van uw kind tijdens schooltijd
en schade die is ontstaan tijdens het rechtstreeks gaan naar en komen van school.
Meer informatie is te verkrijgen bij de schoolleiding.
De gemeente Roermond voert de leerplichtwet uit voor de gemeenten Roermond, Roerdalen, Echt-Susteren en vanaf 16 jaar
ook voor de gemeente Maasgouw.
Vanaf het moment dat een kind 4 jaar wordt mag het naar de basisschool. Het kind moet echter naar school op de eerste
dag van de maand nadat een kind 5 jaar wordt, vanaf dat moment is hij/zij ook leerplichtig. De leerplicht eindigt na het
schooljaar waarin uw kind 16 jaar is geworden. Daarna is uw kind kwalificatieplichtig totdat hij/zij 18 jaar wordt of een
startkwalificatie heeft behaald (diploma havo/vwo of mbo niveau 2).
Bij ziekte dienen ouder(s) / verzorger(s) de leerling ziek te melden voor aanvang van de lestijd.
Er is sprake van ongeoorloofd schoolverzuim, als de leerling zonder toestemming van de directeur afwezig is. De directeur
is dan verplicht ongeoorloofd schoolverzuim aan de leerplichtambtenaar door te geven. Deze zal dan onderzoek doen naar
de reden van het ongeoorloofd schoolverzuim.
Welk schoolverzuim wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar?
•
Relatief verzuim (spijbelen)
•
Luxeverzuim (vakantieverlof)
•
Absoluut verzuim (een kind staat op geen enkele school ingeschreven)
•
Veelvuldig te laat komen (preventief)
•
Twijfelachtig ziekteverzuim (preventief)
Extra verlof:
Bij bepaalde bijzondere omstandigheden kunnen kinderen extra vrij krijgen van school. Hiervoor dient u een officiële
aanvraag te doen bij de directeur. Aanvraagformulieren zijn hiervoor verkrijgbaar op de school. De directeur beslist over
een verlofaanvraag van maximaal 10 schooldagen. Als de verlofaanvraag meer dan 10 schooldagen betreft, beslist de leerplichtambtenaar.
Een overzicht van omstandigheden waarin extra verlof is toegestaan is opgenomen in de bijlage 15.2
28
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
29
11.9
TOELATING SCHORSING EN VERWIJDERING
Omdat de meeste kinderen die ingeschreven worden in groep 1 zullen instromen, beschrijven wij hieronder de procedure
zoals die voor hen geldt. Voor oudere kinderen geldt dezelfde procedure, maar in plaats van contacten met de peuterspeelzaal, wordt contact gelegd met de voorgaande school.
Voorlopige inschrijving
De integraal directeur vult samen met de ouders/verzorgers het algemene inschrijfformulier en het formulier toestemming
voor het opvragen van verdere informatie in. Beide formulieren worden door de ouders/verzorgers ondertekend. De leerkracht van groep 1 ontvangt deze formulieren en neemt t.z.t. contact op met externe instanties zoals: peuterspeelzaal, het
consultatiebureau en de schoolarts. Het doel hiervan is om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de nieuwe leerling en
de thuissituatie.
Intake gesprek
De leerkracht van groep 1 neemt ruim voordat het kind vier wordt contact op met de ouders/verzorgers om een afspraak te
maken voor een intake gesprek. Het intake gesprek vindt bij voorkeur in de thuissituatie plaats, aan de hand van het formulier
intake gesprek onderbouw. Met al deze informatie proberen we een zo goed mogelijk beeld te krijgen van het kind en de
thuissituatie. Speciale omstandigheden en mogelijke zorgen zijn dan van te voren helder. De Interne Begeleider wordt door
de leerkracht van groep 1 zowel schriftelijk als mondeling op de hoogte gebracht. Indien nodig brengt de Interne Begeleider
de directie op de hoogte en neemt vervolgens contact op met externe instanties en ouders/verzorgers.
Definitieve inschrijving
Ook onze school heeft haar grenzen wat betreft de mogelijkheden tot het bieden van het juiste onderwijs. Kernvraag bij het
bepalen van deze grens zal steeds zijn of wij als reguliere basisschool het kind het onderwijs kunnen bieden dat het nodig
heeft. Is het antwoord daarop positief dan kunnen we het kind een plek aanbieden op de school en gaan we over tot definitieve inschrijving. Indien wij als school vinden binnen redelijkheid en billijkheid niet in staat te zijn tot het geven van adequaat
onderwijs, of dat wij als school vinden dat het onderwijs aan andere leerlingen hieronder gaat lijden, dan zullen wij het kind
geen plek aanbieden op school.
Schorsing van leerlingen
Het bevoegd gezag kan een leerling voor een beperkte periode schorsen, nooit voor onbepaalde tijd. Schorsing vindt in
principe plaats na overleg met de leerling, de ouders en de groepsleerkracht.
Het bevoegd gezag deelt het besluit tot schorsing schriftelijk aan de ouders mee. In dit besluit worden de reden voor schorsing, de aanvang en tijdsduur en eventuele andere genomen maatregelen vermeld.
Verwijdering van leerlingen
Procedure school
Voordat het bevoegd gezag besluit tot verwijdering hoort het bevoegd gezag de betrokken groepsleerkracht. Definitieve
verwijdering van een leerling vindt niet eerder plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft zorggedragen dat een andere
school, een speciale basisschool, een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal voortgezet onderwijs of een
instelling voor speciaal en/of voortgezet speciaal onderwijs bereid is de leerling toe te laten. Indien aantoonbaar gedurende
acht weken zonder succes is gezocht naar een school of instelling waarnaar kan worden verwezen, kan tot definitieve verwijdering worden overgegaan. Indien tegen de beslissing bezwaar is gemaakt, beslist het bevoegd gezag binnen vier weken
na ontvangst van het bezwaarschrift.
Procedure ouder
Als het bevoegd gezag weigert een leerling toe te laten dan wel een leerling verwijdert, maakt het het besluit daartoe,
schriftelijk en met redenen omkleed, bekend door toezending of uitreiking aan de ouders. De ouders worden vóór de
beslissing gehoord.
Binnen zes weken na de bekendmaking kunnen de ouders bij het bevoegd gezag schriftelijk bezwaar maken tegen de beslissing.
Het bevoegd gezag beslist binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. Alvorens te beslissen hoort het bevoegd
gezag de ouders.
Indien het kind kan worden toegelaten, vindt er op school een definitieve inschrijving plaats. Deze wordt, ondertekend en
vergezeld van een kopie identiteitsbewijs en document burgerservicenummer, ingeleverd op school.
Vanaf het schooljaar 2011-2012 wordt i.s.m. met ouders/verzorgers en school een samenwerkingsovereenkomst opgesteld
en ondertekend. In dit contract worden specifieke aandachtspunten en zorgafspraken opgenomen.
Onder bepaalde omstandigheden zal bekeken worden in hoeverre een leerling voorlopig kan instromen in groep 1 (onder
welke omstandigheden, op welk tijdstip, is het noodzakelijk een traject te bewandelen). Gezamenlijk overleg met de Interne
Begeleider, de leerkracht van groep 1 en eventueel de directie staat hier centraal. Bij zorgen kan de leerling eventueel binnen
het Zorg Advies Team (ZAT) worden besproken en worden gevolgd.
Kleuters kunnen vanaf hun vierde verjaardag binnen de kleuterbouw worden toegelaten. In overleg met de ouders/verzorgers worden een aantal gewenningsdagen (10 dagdelen) afgesproken.
30
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
31
12ONDERWIJSONTWIKKELINGEN
11.10 OVERPLAATSING VAN LEERLINGEN BINNEN STICHTING SWALM & ROER
Om de overplaatsing van leerlingen binnen de scholen van Swalm en Roer zo goed mogelijk te laten verlopen is onderstaand
protocol opgesteld, dat duidelijkheid geeft voor zowel de scholen als de ouders.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
Ouders/verzorgers nemen contact op met de school en vragen om informatie betreffende de school. Hierbij gaat het om plaatsing van een leerling.
De directeur vraagt naar de reden. Dit kan verhuizing zijn of tussentijdse overplaatsing.
Als het gaat om overplaatsing van een andere school vraagt de directeur of de directeur van de huidige school op de hoogte is van de zoekactie van de ouders/verzorgers.
Zo niet dan deelt de directeur mede dat er binnen Swalm & Roer de afspraak is om eerst melding te maken bij de huidige school. Er bestaat een ‘gentleman agreement’, dat wil zeggen dat er onderling informatie wordt uitgewisseld.
De ouders/verzorgers krijgen de tijd om dit te melden en nemen vervolgens contact op met de ‘nieuwe school’.
De directeur neemt daarna contact op met de directeur waar het kind staat ingeschreven.
Willen de ouders/verzorgers niet dat de huidige directeur op de hoogte gesteld wordt dan vindt er geen verder ge-
sprek plaats.
De informatieverstrekking aan de ouders/verzorgers kan plaatsvinden na afspraak. Hierbij is het belangrijk te luisteren naar het verhaal van de ouders/verzorgers, maar ook duidelijk te maken dat er een collegiale samenwerking bestaat tussen de scholen onderling.
Ouders/verzorgers geven bij de directeur waar het kind staat ingeschreven aan welke keuze ze gemaakt hebben.
De nieuwe school vraagt gegevens op van de leerling bij de oude school (zie aannamebeleid).
Directeuren overleggen met elkaar en maken afspraken over de verdere afwikkeling waarbij het belang van het kind altijd voorop staat.
Plaatsing kan alleen gedurende het schooljaar als dit in het belang is van het kind.
De nieuwe school schrijft de leerling in en stuurt de gegevens door.
De oude school schrijft de leerling uit. Het onderwijskundig rapport wordt opgestuurd en indien nodig volgt er een warme overdracht.
In het schooljaar 2014-2015 zullen we ons opnieuw richten op de continue verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs.
We hebben ons daarvoor een aantal doelen gesteld die we willen bereiken. Deze doelen worden hierna verder uitgewerkt.
Alle doelen voor dit schooljaar staan in het kader van opbrengst gericht werken.
Naast de SMART uitgewerkte doelstellingen zullen we in het schooljaar 2014-2015 aan de slag gaan met de volgende onderwerpen:
Passend Onderwijs
Vanaf augustus 2014 hebben de basisscholen zorgplicht.
In het school-ondersteuningsprofiel wordt een beeld gegeven van de mogelijkheden, grenzen en ambities die de school heeft
als het gaat om het bieden van Passend Onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Het schooljaar 20142015 staat in het teken van de invoering van Passend Onderwijs.
Jaarwerkplan kleuterbouw/ peuterspeelzalen
De evaluatie van het jaarwerkplan schooljaar 2013-2014 vormt het uitgangspunt voor het jaarplan 2014-2015. Hier staat
beschreven hoe beide partijen samenwerken en met welke thema’s. Dit in het kader van één kind één plan en bevordert de
communicatie tussen beide partijen in het belang van de leerlingen.
Activerende directe instructie model
Het borgen en bewaken (groepsbezoeken) van de afstemming op drie niveaus d.m.v. het instructiemodel voor strategisch
handelen.
Woordenschat
Het borgen en bewaken (groepsbezoeken) van het woordenschatonderwijs.
Rekenen
In het schooljaar 2013-2014 is er een nieuwe rekenmethode uitgezocht. In het schooljaar 2014-2015 wordt deze rekenmethode
geïmplementeerd. De rekencoördinatoren hebben bij de implementatie een coachende rol d.m.v. o.a. groepsbezoeken.
Methode Engels
In het schooljaar 2013-2014 is er een nieuwe methode voor Engels aangeschaft. In het schooljaar 2014-2015 wordt deze
methode in de groepen 1 en 2 en de groepen 7 en 8 geïmplementeerd.
Begeleiding nieuwe leerkrachten
In het schooljaar 2013-2014 is er beleid ontwikkeld m.b.t. het begeleiden van nieuwe leerkrachten. In het schooljaar 2014-2015
wordt dit beleid uitgevoerd.
Schoolveiligheidsbeleid
In het schooljaar 2014-2015 wordt het veiligheidsplan geëvalueerd en eventueel aangepast.
Protocol medicijn gebruik
Het vastleggen van afspraken op het gebied van geneesmiddelenverstrekking en het verrichten van medische handelingen.
32
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
33
Doelstelling 1:
Het implementeren van Weerbaarheid op schoolniveau a.d.h.v. methode A en B.
13
Achtergrond:
Het leerlingenaantal op basisschool ’t Mozaïek is in het schooljaar 2013-2014 enorm toegenomen. Leerlingen zijn zowel
in de kleutergroepen als in midden- en bovenbouwgroepen gedurende het schooljaar ingestroomd. Een goed pedagogisch
klimaat heeft een positieve invloed op het welbevinden van de leerlingen en verdient zodoende onze voortdurende aandacht.
Succescriteria:
Dit traject is succesvol als de leerkrachten bekend zijn met de uitgangspunten, doelstellingen en werkwijzen van de methodiek en deze vervolgens structureel toepassen, zodat de leerlingen leren omgaan met prikkels, leren ontspannen en grenzen
van zichzelf leren herkennen en respecteren.
Doelstelling 2:
Ontwikkelen van een visie m.b.t. actief burgerschap en sociale integratie
Achtergrond:
Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve
bijdrage aan te leveren. Met sociale cohesie wordt de deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond)
aan de samenleving bedoeld. Scholen zijn wettelijk verplicht aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie.
DE OPBRENGSTEN
13.1 CITO SCORES
De CITO-eindtoets wordt afgenomen in groep 8. Ook deze toets meet op alle leerstofgebieden het prestatieniveau van de
kinderen. Dit om te komen tot een gedegen advies betreffende de keuze voor voortgezet onderwijs.
De resultaten van de afgelopen acht schooljaren zijn hieronder in een tabel weergegeven.
’t Mozaïek (correctie LG)
Landelijk gemiddelde
Eindtoets 2007525,6534,8
Eindtoets 2008530,4534,9
Eindtoets 2009534,4535,2
Eindtoets 2010538,6535,2
Eindtoets 2011539,5535,3
Eindtoets 2012539,2535,3
Eindtoets 2013539,7534,8
Eindtoets 2014536,1534,6
Wij zijn trots te concluderen dat de opbrengst van ons onderwijs over het algemeen goed tot zeer goed te noemen is.
Succescriteria:
Dit traject is succesvol wanneer actief burgerschap en sociale integratie planmatig in ons onderwijsaanbod verankerd is.
13.2LEERLINGVOLGSYSTEEM
Doelstelling 3:
Succesvol werken met Acadin om zodoende getalenteerde leerlingen nog meer uit te dagen en beroep te laten doen op hun
(denk)vaardigheden.
Achtergrond:
Het uitgangspunt van basisschool ’t Mozaïek m.b.t. het beleidsplan ‘kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong’ is dat ieder
kind recht heeft op passend onderwijs, waarbij tegemoet gekomen wordt aan de leerstijlen en ontwikkelingsmogelijkheden
van kinderen. Wij gaan ervan uit dat er verschillen zijn tussen kinderen. Vanuit dit uitgangspunt willen we zoveel mogelijk
recht doen aan een doorgaande ontwikkelingslijn voor (hoog) begaafde leerlingen, rekening houdend met hun verschillen,
werkend in een leerstofjaarklassensysteem met de grootst mogelijke interne groepsdifferentiatie die op dat moment mogelijk
is.
Succescriteria:
Dit traject is succesvol wanneer op schoolniveau Acadin structureel wordt ingezet om af te stemmen op interesses, mogelijkheden en behoeftes van (hoog)begaafde leerlingen.
Doelstelling 4:
Borgen van de groepsplannen en wegzetten van de groepsplannen.
Achtergrond:
Afgelopen zes jaar is er gewerkt met groepsplannen. In het schooljaar zal de aandacht liggen op het borgen van de groepsplannen en het coachen van nieuwe collega’s bij het opstellen en het uitvoeren van de groepsplannen.
Alle gegevens van de leerlingen worden opgeslagen in het (digitale) leerlingvolgsysteem. De ontwikkeling die het kind doormaakt wordt hier ook in vastgelegd. Om zicht te krijgen op de ontwikkeling wordt de leerling regelmatig getoetst. Dat kan
met toetsen die bij een methode horen, met CITO-toetsen en observatielijsten.
Doordat de laatstgenoemde toetsen een paar keer per jaar (op een van te voren vastgestelde tijd) worden afgenomen, ontstaat
er in de loop van de jaren een helder overzicht van de ontwikkeling van de leerling en kan dit ook worden vergeleken met de
scores van leerlingen van andere basisscholen.
NSCCT (Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test)
Leerkrachten maken een inschatting van de cognitieve capaciteiten van hun leerlingen. De NSCCT geeft hierover een
objectieve ‘second opinion’.
Sommige leerlingen laten op school minder zien dan wat ze in werkelijkheid kunnen: ‘ze presteren onder hun niveau’. De
NSCCT helpt deze leerlingen op te sporen.
De NSCCT geeft aan het begin van het schooljaar in het begin van de groepen 4, 6 en 8 van de basisschool een snelle
algemene weergave van de algemene cognitieve capaciteiten van de leerlingen. Hiermee kunnen leerlingen die onder hun
niveau presteren opgespoord worden. De test geeft een betrouwbare indruk van het niet-schoolse cognitieve niveau ten
opzichte van de landelijke populatie. Dit kan de leerkracht helpen bij de inschatting van de leermogelijkheden of met andere
woorden het leerpotentieel van de leerlingen. Vóór de testafname moet de leerkracht een inschatting maken van de
mogelijkheden van de leerlingen op dezelfde schaal als de genormeerde testscore. Door de testscore te vergelijken met
de eigen inschatting komt de leerkracht te weten welke leerlingen onder (of boven) hun niveau presteren.
Succescriteria:
Dit traject is succesvol wanneer de afspraken en de kwaliteit omtrent de groepsplannen zijn geborgd. Nieuwe collega’s zijn
gecoacht om zelfstandig de groepsplannen op te stellen en vervolgens uit te voeren.
34
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
35
14
13.3 UITSTROOMGEGEVENS EN BEGELEIDING VOORTGEZET ONDERWIJS
OVERBLIJVEN EN VOOR- EN NASCHOOLSE OPVANG
Stichting Kinderopvang Roermond organiseert het overblijven (TussenSchoolse Opvang) op ’t Mozaïek.
Schooltype
Verwijzingen
2009
Praktijkonderwijs
VMBO
VMBO
Theoretisch
VMBO
Basis/Kader
VMBO
Kader
VMBO
Basis
VMBO
Gemengd T
VMBO T
14
7
Verwijzingen
2013
Verwijzingen
2014
1
Kinderopvang Roermond zorgt voor het drinken tijdens deze pauze: er is altijd melk en chocomel. In de wintermaanden is
er tevens bouillon en in de zomermaanden ranja. Voor de TussenSchoolse Opvang (TSO) betaalt u per kind € 2,50 per dag.
Wilt u meer informatie over de TSO dan kunt u op school een informatieboekje vragen. Of een afspraak maken met Sylvia
Geurts (coördinator van de TSO). Zij is op maandag, dinsdag en donderdag tussen 11.45 en 13.15 aanwezig.
3
2
2
Het telefoonnummer van het Centraal Bureau is: 0475-337049.
1
3
1
1
2
1
2
5
4
1
2
17
15
2
2
2
3
2
3
1
VWO
36
Verwijzingen
2012
1
HAVO
Totaal
Verwijzingen
2011
1
MAVO/HAVO
HAVO/VWO
Verwijzingen
2010
4
1
1
1
2
3
2
1
4
14
18
13
4
15
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
37
Notitie onderwijs en toptalenten met betrekking tot het verlenen van verlof
15 BIJLAGEN
1.
Rol leerplichtambtenaar
De leerplichtambtenaar kan op grond van de leerplichtwet geen vrijstelling verlenen voor toptalenten.
15.1 BIJLAGE: REGELGEVING OMTRENT DE LEERPLICHT
Onder welke omstandigheden is extra verlof mogelijk?
• bij een wettelijke verplichting, voor zover dat niet buiten de lesuren kan geschieden
• bij verhuizing (1 schooldag)
• bij het huwelijk in Nederland van een bloed- of aanverwant t/m 3e graad (1-2 schooldagen)
• bij het huwelijk in het buitenland van een bloed- of aanverwant t/m 3e graad (max. 5 schooldagen)
• bij een ernstige ziekte van een bloed- of aanverwant t/m de 3e graad (duur in overleg met de directeur)
• bij het overlijden van bloed- en aanverwant in de 1e graad (max. 5 schooldagen)
• bij het overlijden van bloed- en aanverwant in de 2e graad (max. 2 schooldagen)
• bij het overlijden van bloed- en aanverwant in de 3e en 4e graad (max. 1 schooldag)
• bij het overlijden van bloed- en aanverwant t/m de 4de graad in het buitenland (max. 5 schooldagen)
• bij 12,5-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van (groot)ouder(s)/verzorger(s) (max. 1 schooldag)
• bij 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum van (groot)ouder(s)/verzorger(s) (max. 1 schooldag)
• bij andere naar het oordeel van de directeur gewichtige omstandigheden
• vakantie is nooit een gewichtige omstandigheid!
Wanneer wordt zeker géén toestemming gegeven voor extra verlof ?
• familiebezoek in het buitenland
• vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding
• uitnodiging van familie of vrienden om buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan
• eerder vertrekken of later terugkomen in verband met verkeersdrukte
• verlof voor een kind omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn
• bij een voor de ouder ongunstige verdeling van vakantieweken door de werkgever die buiten de reguliere school-
vakantie vallen
Vakantie onder schooltijd vanwege specifieke aard van het beroep van ouders (art. 11f)
De Leerplichtwet stelt heel duidelijk dat vakantie onder schooltijd vrijwel onmogelijk is.
Alleen als voldaan wordt aan àlle drie de volgende voorwaarden kan een schooldirecteur op verzoek extra vakantie toestaan:
1.
Als tenminste één van de ouders een beroep heeft met seizoensgebonden werkzaamheden.
(Sommige beroepen in de horeca en aanverwante bedrijven en sommige agrariërs.) Hiervan dient bewijs overlegd te worden, namelijk een accountantsverklaring waarin wordt aangegeven dat het merendeel van de jaarlijkse inkomsten in de vakantieperiode(s) wordt omgezet.
2.
Als het gezin in géén van de schoolvakanties (dus zowel niet in de zomer-, herfst-, kerstvakantie als tijdens een van de andere vakantieperiodes) in één schooljaar 2 weken aansluitend met vakantie kan.
3.
De extra vakantie valt niet in de eerste twee weken van het schooljaar.
N.B.
Alle verlofaanvragen dienen, indien mogelijk, minimaal 8 weken van te voren schriftelijk te worden aangevraagd. De verlofaanvragen dienen voor zover redelijkerwijze mogelijk te worden vergezeld van bewijsmiddelen.
Religieuze feestdagen
Er zijn een aantal religieuze feestdagen waarop verlof mogelijk is. Deze dagen zijn bekend bij de directeur van de school.
Verlof is enkel mogelijk op de religieuze feestdagen behorende bij de eigen religie / geloofsovertuiging.
2.
Sporttalenten
Wanneer is er sprake van een sporttalent?
Aan de hand van een status kan bepaald worden of iemand een bijzonder sporttalent heeft. Er moet sprake zijn van:
• een landelijke status A (beste 8 van de wereld), B (beste 16 van de wereld) of HP (High Potential, jonge sporter die doorstroomt naar wereldtop)
• een internationaal talent, nationaal talent of belofte
• bij te jonge leeftijd voor een belofte: een erkenning door de sportbond als talent en ondersteuning door het Olympisch Netwerk
De sportbonden en/of NOC*NSF bepalen of de sporter voor de onder 1 en 2 genoemde statussen in aanmerking komt.
Voor voetballers stelt de betaald voetbalorganisatie (SVO) vast of een sporter een status heeft.
Procedure en voorwaarden bij vrijstelling toptalent op het gebied van sport
• De ouder/verzorger van de leerling dient een schriftelijk verzoek in bij de directie van de school waar de leerling staat ingeschreven,
• De ouder/verzorger levert bewijsstukken van NOC*NSF/Olympisch Netwerk of de sportbond waaruit status 1, 2 of 3 blijkt alsmede een overzicht van wedstrijden, toernooien of trainingen.
• De data van afwezigheid dienen in principe aan het begin van het schooljaar c.q. kalenderjaar door de ouders aan de school te worden doorgegeven.
• De school maakt een plan van aanpak voor het aangepaste onderwijsprogramma.
• De school sluit een overeenkomst met de ouders/leerling en de trainer van de leerling over de gemaakte afspraken.
• Indien de leerling zich niet aan de afspraken houdt of onvoldoende presteert op school kan de overeenkomst door ouders, school of trainer worden opgezegd.
• School informeert de leerplichtambtenaar.
• School stemt af met de inspectie hoe zij hier over geïnformeerd wil worden.
3.
Kunst/cultuur talenten
Wanneer is er sprake van een kunst/cultuur talent?
Een landelijke normering voor cultuurtalenten is er niet. Dat betekent niet dat er geen initiatieven zijn. In Den Haag is er
bijvoorbeeld een school voor jong talent die samenwerkt met het Koninklijk Conservatorium. Jongeren van groep 7/8 BAO,
het VMBO TL, de HAVO of het VWO, met een bijzonder talent voor muziek, kunnen daar terecht.
Procedure en voorwaarden bij vrijstelling toptalent op het gebied van kunst/cultuur
• De ouder/verzorger van de leerling dient een schriftelijk verzoek in bij de directie van de school waar de leerling staat ingeschreven.
• De data van afwezigheid dienen in principe aan het begin van het schooljaar c.q. kalenderjaar door de ouders aan de school te worden doorgegeven.
• De school maakt een plan van aanpak voor het aangepaste onderwijsprogramma.
• De school sluit een overeenkomst met de ouders/leerling en de begeleider van de leerling over de gemaakte afspraken.
• De ouders leveren een bewijs waaruit blijkt dat er toestemming is van de arbeidsinspectie (indien van toepassing).
• Indien de leerling zich niet aan de afspraken houdt of onvoldoende presteert op school kan de overeenkomst door ouders, school of begeleider worden opgezegd.
• School informeert de leerplichtambtenaar.
• School stemt af met de inspectie hoe zij hier over geïnformeerd wil worden.
Vragen?
Voor verdere informatie of ondersteuning bij leerplichtzaken kunt u terecht bij het team Leerplicht van de gemeente Roermond op het nummer 0475- 359 999.
De volgende evenementen komen in aanmerking voor een vrijstelling aan het vastgestelde onderwijsprogramma:
• deelname aan muziekconcoursen met een nationaal of internationaal karakter
• deelname aan film gemaakt voor de Nederlandse bioscoop
• deelname aan televisiedrama, televisieseries, eindrondes talentenjachten of daarmee vergelijkbare programma’s die op het landelijk net worden uitgezonden
• optreden in musicals en theaterproducties met een nationaal karakter
38
schoolgids 2014 - 2015
basisschool ‘t Mozaïek
39
Niet in aanmerking komen:
• deelname aan reclamespotjes
• deelname voorrondes talentenjachten, zoals ‘The Voice of Holland’ en ‘Idols’
15.2 BIJLAGE: NAMEN EN ADRESSEN
Nadere regeling kinderarbeid
Indien er sprake is van meedoen aan televisieprogramma’s, theatershows en dergelijke waarbij een financieel voordeel
is te behalen voor het kind of de ouders, zijn er regels betreffende kunstkinderen opgenomen in de ‘Nadere regeling
Kinderarbeid’.
Kinderen tot 7 jaar kunnen per schooljaar een vergunning voor één optreden krijgen van de Arbeidsinspectie. Kinderen
tussen 7 tot 12 jaar mogen met een vergunning van de Arbeidsinspectie 12 keer per jaar optreden.
De rol van het kind moet wel beperkt zijn. Jongeren vanaf 12 jaar krijgen in de ‘Nadere regeling Kinderarbeid’ meer ruimte
om werkzaamheden te verrichten.
40
basisschool ‘t Mozaïek
Inspectie van het Onderwijs
Postbus 2730
3500 GS Utrecht
T 088-669 60 00
E [email protected]
I www.onderwijsinpectie.nl
De vertrouwensinspecteur is tijdens kantooruren bereikbaar op 0900-1113111
Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 31-02 Midden-Limburg
Vlasstraat 1
6093 EE Heythuysen
T 0475-550449
E [email protected]
I www.onderwijsinspectie.nl
Leerplichtambtenaar
T 0475 - 359 999
E [email protected]
GGD Limburg-Noord, afdeling Midden
Postbus 11
5900 AA Venlo
Oranjelaan 21
6042 BA Roermond
T 088- 119 12 00
E [email protected]
Centrum voor Jeugd en Gezin Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdalen en Roermond.
Postbus 1312
6040 KH Roermond
Locatie Roermond: Donderbergweg 47-49, Roermond
T 088-4388300
E [email protected]
I www.onscjg.nl
Advies- en meldpunt kindermishandeling
Bureau Jeugdzorg Limburg
T 088-0072975
E [email protected]
I www.bjzlimburg.nl/algemeen/taken/advies-en-meldpunt-kindermishandeling
I www.amk-nederland.nl
Bureau Jeugdzorg Midden-Limburg
Mariagardestraat 64, 6041 HM, Roermond
T 088-0072950
E [email protected]
I www.bjzlimburg.nl
schoolgids 2014 - 2015
41
Betrokkenheid van team en ouders
Het is specifiek de bedoeling dat het team in hoge mate (mede) verantwoordelijk wordt voor het behalen van de gestelde
doelen. Waar mogelijk zal daarom een werkgroep ingesteld worden die, onder leiding en begeleiding van de directeur, ervoor
zorg zal dragen dat de gestelde doelen binnen de gestelde termijn behaald gaan worden.
15.3 BIJLAGE: JAARPLAN 2013-2014
Aanleiding
Dit jaarplan is voortgekomen uit de evaluatie van het jaarplan 2012-2013.
Samen met het team hebben we doelen gesteld die we in het schooljaar 2013-2014 willen bereiken. Ook binnen het directieoverleg zijn doelen gesteld die in dit jaarplan zijn opgenomen.
SMART
Per onderdeel wordt in dit jaarplan niet alleen het onderwerp weergegeven, maar ook het specifieke doel, de route om het
doel te bereiken, het tijdspad waarbinnen het doel bereikt zal moeten worden en wie er verantwoordelijk is voor de uitvoering
van taken die naar het doel zullen leiden. Ten slotte wordt aangegeven hoe uiteindelijk meetbaar is of het doel bereikt is.
Aan het eind van het traject zal geëvalueerd worden of dit gelukt is. De doelen zijn op deze manier vertaald in een SMART
opgesteld uitvoeringsplan.
SMART staat voor:
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdgebonden
Monitoring door bestuur
Om het bestuur de kans te geven de voortgang van het jaarplan te monitoren, zal de directeur twee keer per jaar schriftelijk
of mondeling verslag doen van de tot dan toe behaalde resultaten. Ook zal besproken worden welke eventuele aanpassingen
zijn gemaakt in het jaarplan (volgens het PDCA-model)
Doelen
In het schooljaar 2013-2014 zullen we ons opnieuw richten op de continue verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs.
We hebben ons daarvoor een aantal doelen gesteld die we willen bereiken. Deze doelen worden hierna verder uitgewerkt.
Alle doelen voor dit schooljaar staan in het kader van opbrengst gericht werken
Naast deze SMART uitgewerkte doelstellingen zullen we in het schooljaar 2013-2014 aan de slag gaan met de volgende
onderwerpen:
Door ontwikkeltrajecten SMART te formuleren, wordt zowel de uitvoering als de beoordeling van resultaten veel gemakkelijker. We weten vooraf specifiek wat we willen bereiken. We formuleren onze doelen realistisch. Er is draagvlak voor deze
doelen bij de betrokken personen. We kunnen achteraf nagaan of het doel bereikt is, binnen een vooraf vastgestelde tijd.
Ook stellen we vooraf vast welke succescriteria we hanteren om achteraf te kunnen vaststellen of het doel bereikt is. Door
deze laatste toevoeging wordt het jaarplan niet alleen een instrument om kwaliteit te verbeteren, maar ook een instrument
om kwaliteit te meten.
Kwaliteitscyclus
In dit jaarplan werken we bij ieder onderdeel volgens de cyclus Plan-Do-Check-Act.
In de eerste fase (Plan) bepalen we de kwaliteit die we willen bereiken, meten we de kwaliteiten die we nu hebben en maken
we plannen hoe we van de huidige situatie naar de gewenste situatie kunnen komen. Deze plannen komen tot stand door
de huidige situatie te vergelijken met de geformuleerde missie en visie van de school. Waar dagelijkse praktijk en visie op
onderwijs nog niet met elkaar in overeenstemming zijn, worden beleidsvoornemens geformuleerd. Deze plannen worden in
het jaarplan SMART opgesteld, waarbij we er goed op letten ook tussentijdse evaluaties in te plannen en mogelijkheden tot
eventuele bijstelling, mocht de tussentijdse evaluatie daar aanleiding toe geven.
In de tweede fase (Do) voeren we de gemaakte planning uit. Tijdens dit uitvoeringsproces vindt voortdurend trajectbewaking
plaats, veelal door de directie van de school. Ook de medezeggenschapsraad speelt hier een belangrijke rol in. Trajectbewaking betekent dat er voortdurend bewaakt wordt dat de verschillende fases van de kwaliteitsbewaking continu en cyclisch
uitgevoerd worden.
In de derde fase (Check) controleren we, via een tussentijdse evaluatie, of we met onze planning nog wel op de goede weg
zitten.
De vierde fase (Act) volgt eventueel (afhankelijk van de uitkomst van de Check-fase) een bijstelling in de planning.
Daarmee zijn we dus automatisch weer uitgekomen bij fase 1 (de Plan-fase) en wordt de cyclus opnieuw doorlopen.
Vastlegging en borging
Om ervoor te zorgen dat, ook na uitvoering van het jaarplan, de behaalde kwaliteit gewaarborgd blijft, zal elke definitief
vastgestelde beleidsregel worden vastgelegd in een beleidsplan. Hierin staat, na afloop van het proces, weergegeven welke
werkwijzen de school volgt om de onderwijskwaliteit te behalen en te behouden.
42
Ook zullen de ouders, middels de medezeggenschapsraad, betrokken worden. Zij zullen het jaarplan beoordelen en zo nodig
verbeteringen voordragen. Uiteraard zullen zij steeds goed op de hoogte gehouden worden van de stand van zaken tijdens
het verbeteringsproces.
basisschool ‘t Mozaïek
Jaarwerkplan kleuterbouw/ peuterspeelzalen
De evaluatie van het jaarwerkplan schooljaar 2012-2013 vormt het uitgangspunt voor het jaarplan 2013-2014. Hier staat
beschreven hoe beide partijen samenwerken en met welke thema’s. Dit in het kader van één kind één plan en bevordert de
communicatie tussen beide partijen in het belang van de leerlingen.
Kwaliteitsinstrument
Onze school staat onder het bestuur van de stichting Swalm en Roer. In de stichting wordt door een werkgroep onderzocht
welk kwaliteitsinstrument het beste aansluit bij de scholen, bekeken vanuit de visie van de stichting. Als school sluiten we
hier bij aan.
Activerende directe instructie model
Het borgen en bewaken (groepsbezoeken ) van de afstemming op drie niveaus d.m.v. het instructiemodel voor strategisch
handelen.
Ouderbetrokkenheid
Vanaf het schooljaar 2013-2014 zal de coördinator oudermomenten een rol hebben in het opstarten van de oudermomenten
in de groepen 7 en 8. Tevens coördineert zij de oudermomenten van de groepen 1 t/m 6.
Methode Engels
De huidige methode Engels is sterk verouderd. De leerkrachten van groep 7 en 8 gaan zich verdiepen in een voor ’t Mozaïek
geschikte methode Engels.
Verkeers methode
De huidige methode Claxon is sterk verouderd. Het team gaat zich verdiepen in een voor ’t Mozaïek geschikte verkeersmethode.
Ten slotte zullen wij op directieniveau aan de slag gaan met:
•
Het opstellen van het schoolformatieplan 2014-2015, inclusief de bezetting (mei)
•
Het opstellen van de schoolgids 2014-2015 (mei)
•
Het evalueren van het jaarplan 2013-2014. (maandelijks en eindevaluatie in mei)
•
Het opstellen en communiceren van het jaarverslag 2013-2014 (juni)
•
Het opstellen van het taakbeleid 2014-2015 (juni)
•
Het opstellen van het jaarplan 2014-2015, mede op basis van de evaluatie van het jaarplan 2013-2014. (juni)
schoolgids 2014 - 2015
43
Doelstelling 1:
Invoering van referentieniveaus voor taal en rekenen.
Doelstelling 2:
Borgen van de groepsplannen en wegzetten van de groepsplannen in combinatiegroepen/heterogene groepen.
Achtergrond:
In 2008 zijn in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en wetenschap referentieniveaus voor taal en rekenen
geformuleerd. Deze referentieniveaus geven aan wat leerlingen van ongeveer 12, 16 en 18 jaar moeten kennen, kunnen en
begrijpen op het gebied van taal en rekenen. Scholen zijn sinds 1 augustus 2010 wettelijk verplicht de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in het onderwijsaanbod als uitgangspunt te nemen.
Achtergrond:
Afgelopen vijf jaar is er gewerkt met groepsplannen. Komend schooljaar zal de aandacht hoofdzakelijk liggen op het wegzetten van groepsplannen in combinatiegroepen.
Succescriteria:
De referentieniveaus als optimaal instrument waarmee – binnen de totale werkwijze van het opbrengstgericht werken – doelen kunnen worden vastgesteld en leerprestaties van individuele leerlingen worden gemeten, gevolgd en waar nodig kunnen
worden bijgesteld.
Evaluatie september:
De collega’s hebben tijdens de bijeenkomst van 16 september kennis gemaakt met de referentie niveaus. D.m.v. stellingen
m.b.t. referentie niveaus werden de belangrijkste punten en vragen geïnventariseerd, deze komen op de bijeenkomst van 25
november aan de orde. Aan het einde van de bijeenkomst werd in kleine groepjes de aanvulzin: Referentieniveaus kunnen
het onderwijs in de basisvaardigheden versterken doordat….
afgemaakt.
Evaluatie november:
Tijdens de bijeenkomst in november zijn de collega’s aan de slag gegaan met het referentiespel. Doel van het spel is het
kennis maken met de beschrijvingen en begrippen van de verschillende referentieniveaus en het in gesprek komen over het
taal- en rekenbeleid, over de leerlingen en over methoden.
Evaluatie januari:
D.m.v. het werken in sub groepen en de dialoog tussen de collega’s heeft het team kennis genomen en zich georiënteerd hoe
de referentieniveaus van taal zijn opgebouwd.
Evaluatie maart:
D.m.v. het werken in subgroepen en de dialoog tussen de collega’s heeft het team kennis genomen en zich georiënteerd hoe
de referentieniveaus van rekenen zijn opgebouwd.
Succescriteria:
Dit traject is succesvol wanneer we zijn gekomen tot een eenduidig groepsplan/ overzicht voor combinatiegroepen en de
uitvoering hiervan, tevens borging van de kwaliteit van de groepsplannen in homogene groepen.
Evaluatie september:
De leerkrachten hebben o.a. tijdens de administratiedag van 4 september gewerkt aan de groepsplannen. Tijdens geplande
IB-overleggen worden de groepsplannen met de IB-er besproken.
Evaluatie november:
Een aantal groepsbezoeken en feedbackgesprekken hebben plaatsgevonden.
Conclusie n.a.v. de tussentijdse evaluatie is dat we constateren dat de groepsplannen en de uitvoering hiervan van een kwalitatief hoog niveau zijn.
Evaluatie februari:
Groepsoverzichten en groepsplannen zijn opgesteld en worden uitgevoerd.
Evaluatie juni:
De IB-er heeft de groepsbezoeken m.b.t. de groepsplannen afgerond. Afspraken op schoolniveau omtrent de groepsplannen
worden nageleefd en de uitvoering is van een hoog tot zeer hoog niveau. De groepsoverzichten zijn aangepast en de warme
overdrachten hebben plaatsgevonden.
Eindevaluatie:
De inhoudelijke kwaliteit en de uitvoering van de groepsplannen is van een hoog niveau.
Doelstelling 2: ”Borgen van de groepsplannen en wegzetten van de groepsplannen in combinatiegroepen/heterogene groepen” is behaald.
Evaluatie mei:
Het beleid omtrent referentieniveaus in combinatie met groepsplannen wordt in het groepsplan als volgt beschreven:
Referentieniveaus op basisschool ’t Mozaïek:
Wij streven ernaar dat alle leerlingen de 1F-doelen binnen het betreffende leerjaar behalen. Leerlingen die de 1F-doelen beheersen, dagen wij uit
d.m.v. verrijkings- en verdiepingsmateriaal. Leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong werken óp of boven het 1F niveau d.m.v. het talentenkamp.
Alléén voor de bovenbouw:
Voor de leerlingen die eind groep 5 de 1F-doelen voor rekenen en/of begrijpend lezen niet behalen wordt waar nodig een OPP opgesteld.
Eindevaluatie:
De leerkrachten hebben kennis van de referentieniveaus en zetten de referentieniveaus als instrument in binnen de werkwijze
van het opbrengstgericht werken. Naast de huidige kerndoelen voor het taal-een rekenonderwijs worden ook de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen als uitgangspunt voor de inrichting van het onderwijs genomen.
Doelstelling 1: “Invoering van referentieniveaus voor taal en rekenen” is behaald.
44
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
45
Doelstelling 3:
Keuze en implementatie rekenmethode.
Eindevaluatie:
Zie evaluatie juli.
Achtergrond:
De huidige rekenmethode “Wis en Reken” is aan vervanging toe. De nieuwe methode moet nog beter aansluiten bij de missie
en visie van het onderwijs op basisschool ’t Mozaïek.
Doelstelling 3: “Keuze en implementatie rekenmethode” is behaald.
Succescriteria:
Het implementatietraject is succesvol als alle leerkrachten zijn bekend met de uitgangspunten, doelstellingen en werkwijzen
van de methode. Daarnaast zijn de leerkrachten in staat het realistisch reken wiskunde onderwijs uit te voeren, zoals uitgewerkt binnen de methode.
Evaluatie augustus:
Tijdens de teamvergadering van 19 augustus is er o.l.v. de rekenwerkgroep met het team een sterkte -zwakte analyse gemaakt
van ons rekenonderwijs. Met de opbrengst van deze bijeenkomst wordt het traject verder vormgegeven.
Evaluatie september:
De werkgroep heeft ter voorbereiding van het teamoverleg van 1 oktober een rekenspecialist uitgenodigd om informatie te
verzamelen m.b.t. ontwikkelingen binnen het vakgebied rekenen.
Evaluatie oktober:
De werkgroep heeft de nieuwe ontwikkelingen binnen het rekenonderwijs besproken en vervolgens samen met het team een
top 10 samengesteld met criteria waaraan de nieuwe rekenmethode aan moet voldoen.
Evaluatie november:
Op 3 november heeft de rekengroep een bijeenkomst op school bijgewoond waar een adviseur van Heutink nieuwe rekenmethodes presenteerde.
Evaluatie december:
De werkgroep heeft op basis van de oriëntatie een criterialijst opgesteld en gepresenteerd aan het team. Tevens hebben zij
de bevindingen m.b.t. de meest relevante methodes n.a.v. de presentatie van de adviseur van Heutink teruggekoppeld aan
het team.
Evaluatie februari:
De rekenmethodes: Pluspunt, Alles telt en De Wereld in Getallen zijn gepresenteerd. Het team heeft criterialijsten (opgesteld
16 december) m.b.t. deze methodes ingevuld.
De rekenmethodes: Rekenrijk en Rekenzeker komen tijdens de bijeenkomst op 15 april aan de orde. De rekenwerkgroep
analyseert vervolgens alle criterialijsten om te komen tot een tweetal methodes.
Evaluatie april:
De rekenmethodes: Rekenrijk en Rekenzeker zijn tijdens deze bijeenkomst aan de orde geweest. In kleine groepen zijn de
methodes kritisch bekeken. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in afspraken m.b.t. uitproberen van de methodes: Wizwijs en
De Wereld in getallen.
Evaluatie juni/juli:
De methodes Wizwijs en De Wereld in Getallen zijn in de groepen uitgeprobeerd.
Evaluatie juli:
De rekenwerkgroep heeft tijdens de teambijeenkomst van 7 juli geïnventariseerd welke methode n.a.v. het “uitproberen” in
de groepen en n.a.v. de opgestelde criterialijsten de voorkeur heeft. De uiteindelijke keuze is gevallen op de methode: De
Wereld in Getallen.
De methode wordt voor de groepen 1 t/m 8 aangeschaft. De leerkracht van groep 8 zal eventuele hiaten m.b.t. rekenen
ondervangen door de methode Wis en Reken in te zetten naast de nieuwe methode De Wereld in Getallen.
De rekencoördinatoren gaan de implementatie van de methode De Wereld in Getallen in het schooljaar 2014-2015 begeleiden en de collega’s op de werkvloer coachen.
46
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
47
Doelstelling 4:
Woordenschatontwikkeling verder optimaliseren (excellent niveau).
Doelstelling 5:
Beleid m.b.t. kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong verder ontwikkelen en uitvoeren.
Achtergrond:
Vanaf het schooljaar 2009-2010 wordt er met de methodes “Kleuterplein” en “Zin in Taal” gewerkt. Uit de opbrengsten
is naar voren gekomen dat woordenschatontwikkeling een aandachtspunt blijft. Dit traject wordt begeleid door Jacqueline
Devens.
Achtergrond:
Het uitgangspunt is dat ieder kind recht heeft op passend onderwijs, waarbij tegemoet wordt gekomen aan de leerstijlen en
ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen. Basisschool ’t Mozaïek biedt vanaf 12 oktober 2012 leerarrangementen aan kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong.
Succescriteria:
De resultaten van woordenschat zijn minstens op niveau t.a.v. vergelijkbare scholen.
Succescriteria:
Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong zowel op pedagogisch als onderwijskundig gebied zoveel mogelijk op hun eigen
niveau bedienen conform het vastgesteld beleid.
Evaluatie augustus:
De samenvatting toetsanalyse geeft o.a. de resultaten van ons woordenschatonderwijs per leerjaar als op schoolniveau weer.
De resultaten zijn besproken tijdens de teamvergadering van 26 augustus.
Evaluatie maart:
De studiemiddag staat in het teken van evaluatie en voortgang. Collega’s van het AZC de Brink, Alfonsusschool en ’t Mozaïek
gaan n.a.v. twee artikelen in gesprek over woordenschatontwikkeling en eigenaarschap. Leerkrachten vullen individueel het
werkblad m.b.t. de eigen leerkrachtvaardigheden in en krijgen vervolgens feedback van een collega (plaats in de competentieladder). De CITO resultaten en methodegebonden toetsen van de groep worden ook besproken. De leerkrachten vullen
op de data muur de competentieladder in. N.a.v. het feedbackgesprek en de competentieladder maakt een ieder een plan van
aanpak. In mei vinden er groepsbezoeken m.b.t. woordenschat plaats.
Evaluatie juli:
Collega’s van de deelnemende scholen hebben een aantal groepsbezoeken a.d.h.v. opdrachten afgelegd en vervolgens teruggekoppeld. De studiebijeenkomsten hebben voor het team van ’t Mozaïek relatief onvoldoende opgeleverd. Het niveau
verschil tussen de teams was groot en er werd onvoldoende op niveau afgestemd.
Eindevaluatie:
Zie evaluatie juli.
Evaluatie augustus:
Het beleid m.b.t. kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong is waarnodig aangepast en/of bijgesteld. Tijdens het teamoverleg van 10 september wordt dit met het team besproken.
Evaluatie september:
Het beleid m.b.t. kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong is tijdens het teamoverleg van 10 september door de aandachtsfunctionaris en de aandachtsfunctionaris S&R besproken.
De selectie criteria voor deelname aan het talentenkamp zijn tijdens het overleg tussen de aandachtsfunctionaris en de IB-ers
verder geconcretiseerd.
De aandachtsfunctionaris heeft het team tijdens het teamoverleg van 25 september geïnformeerd m.b.t. de quickscan. Vervolgens hebben de leerkrachten voor de gehele groep de quickscan ingevuld. De presentatie die voor de ouders op 9 oktober
plaatsvindt, is tijdens dit overleg ook aan de orde geweest.
Evaluatie oktober:
Kritisch overleg heeft plaatsgevonden tussen de aandachtsfunctionaris en de IB-ers m.b.t. de selectie van de leerlingen n.a.v.
de quickscan en het te ontwerpen evaluatie formulier portfolio. Na ieder thema wordt het evaluatieformulier ingevuld en
wordt deze bijvoorbeeld tijdens IB gesprekken, oudergesprekken en bouwvergaderingen besproken.
De aandachtsfunctionaris heeft tijdens het oudermoment op 9 oktober het beleid aan de ouders/verzorgers gepresenteerd.
De ouders/verzorgers vonden het interessant en juichen deze ontwikkeling op schoolniveau toe.
Doelstelling 4: “Woordenschatontwikkeling verder optimaliseren (excellent niveau)” is behaald.
Evaluatie december:
N.a.v. de evaluatie van afgelopen schooljaar heeft de aandachtsfunctionaris het doel en de inrichting van het talentenkamp
met het team besproken. Wij streven erna het talentenkamp zo effectief mogelijk in te inrichten.
Evaluatie januari:
De aandachtsfunctionaris heeft de beschikbare materialen voor de meer –en hoogbegaafde leerlingen gepresenteerd. Vervolgens zijn de collega’s zelf aan de slag gegaan met de diverse materialen. De bevindingen zijn op teamniveau kort gepresenteerd.
Eindevaluatie:
De kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong worden zowel op pedagogisch als onderwijskundig gebied zoveel mogelijk
op hun eigen niveau bedient conform het vastgesteld beleid. In het schooljaar 2014-2015 gaan we op schoolniveau aan de
slag met Acadin om zodoende getalenteerde leerlingen nog meer uit te dagen en beroep te laten doen op hun (denk-)vaardigheden.
Doelstelling 5: “Beleid m.b.t. kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong verder ontwikkelen en uitvoeren” is behaald.
48
basisschool ‘t Mozaïek
schoolgids 2014 - 2015
49
50
basisschool ‘t Mozaïek