© 2014 – WOBRA – Opleiding Redder aan Zee Alle rechten

© 2014 – WOBRA – Opleiding Redder aan Zee
Alle rechten voorbehouden.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in
enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever, zijnde de V.Z.W. WOBRA (West-Vlaams Opleidingscentrum voor Brandweer-,
Reddings- en Ambulancediensten).
Inhoudsopgave:
1. Inleiding
1.1 Definitie
1.2 Communicatieproces
1.3 Communicatiemodel
1.4 Standaardregels
1.5 Vormen en soorten communicatie
1.6 Waarom communicatie
2. Soorten communicatie en middelen
2.1 Klantgerichte communicatie
2.1.1 Definitie
2.1.2 Verbaal
2.1.2.1 Taal
2.1.2.2 Correct stemgebruik-Intonatie-Volume
2.1.2.3 Verband verbale communicatie en lichaamstaal
2.1.2.4 Inlevingsvermogen
2.1.2.5 Directe verbale communicatie met badgasten
2.1.3 Non-Verbaal
2.1.3.1 Middelen
2.1.3.2 Uiterlijk-kledij-lichaamshouding
2.2 Interne communicatie
2.2.1 Definitie
2.2.2 Dienst gerelateerde communicatie
2.2.3 Operationele interne communicatie
2.2.3.1 GSM
2.2.3.2 Portofoonnetwerk
 Repeater : KENWOOD NXR-710E
 Vast station : KENWOOD NX720E
 Draagbare portofoon : MOTOROLA GP340
2.3 Externe communicatie
2.3.1 Definitie
2.3.2 Operationele externe communicatie
2.3.2.1 Gsm en telefoon
2.3.2.2 Portofoon
2.3.3 Communicatie via sociale media
2.3.4 Communicatie met de pers
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 2
3. Radiocommunicatie – Portofoon
3.1 Radiotechniek
3.2 Discipline in het radioverkeer
3.3 Vorm van een radiobericht
3.3.1 Routineverkeer
3.3.2 Noodverkeer
3.3.3 Radio Check
3.4 Standaardregels inzake radioverkeer bij een reddingsopdracht
3.5 Fonetisch alfabet
3.6 Terminologie
4. Praktische voorbeelden van communicatie
4.1 Openen van een strandpost
4.2 Veranderen van vlag
4.3 Sluiten van een strandpost
4.4 (Hoofd)redder-boot
4.5 Voorbeeld van een oefening
5. Specifieke situaties
5.1 Omgaan met agressie bij badgasten
5.2 Omgaan met drank en drugs bij badgasten
Bijlage A : Woordenlijst
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 3
1. INLEIDING
1.1 Definitie:
“Communicatie is het proces waarbij iemand de intentie heeft een boodschap over te
brengen naar één of meerdere personen.”
Men kan dus stellen dat Communicatie = overbrengen van informatie. Dit kan d.m.v.
geluid (spraak & toon), hetzij via vorm, beeld, symboliek of tekst.
1.2 Communicatieproces:
Communicatie is een proces waarbij informatie wordt uitgewisseld.
Iemand (lees:de zender) wil communiceren of informeren en draagt deze informatie (lees:
de boodschap) over naar diegene voor wie de info bestemd is (lees:de ontvanger).
Dit
gebeurt
op
een
bepaalde
manier
(lees:
via
een
kanaal).
Het proces is voltooid als de ontvanger de informatie verwerkt.
Voor een goed begrip: met zender en ontvanger wordt in dit geval NIET de toestellen
bedoeld maar de fysieke personen.
1.3 Communicatiemodel:
De belangrijkste termen op een rijtje





Zender: degene die iets wil overdragen, meedelen en/of wil beïnvloeden
Ontvanger: degene tot wie de boodschap of informatie is gericht
Boodschap: geheel van signalen en symbolen waarmee de zender zijn bedoeling
tracht over te brengen aan de ontvanger
Kanaal: medium via welke gecommuniceerd wordt
Feedback: retour-informatie van ontvanger naar zender; in feite fungeert de
oorspronkelijke ontvanger als zender
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 4
1.4 Standaardregels:
Informatie ontvangen of verstrekken is natuurlijk uiterst belangrijk tijdens je
taak als redder. Daarom is het belangrijk altijd goede informatie te verstrekken.
Hierbij moeten enkele standaardregels altijd in acht genomen worden zodat de
effectiviteit niet in het gedrang komt.
Goede informatie is:
 Tijdig verstrekt en ontvangen.
 Inhoudelijk correct.
 Relevant en bruikbaar.
 Helder en toegankelijk.
 Compleet.
1.5 Vormen en soorten communicatie:
Je kan op verschillende manieren communiceren: een boodschap kan je overbrengen met
woorden (verbaal) of met gebaren, door je gelaatsuitdrukking, je stemgebruik, de gebruikte
intonatie, je lichaamshouding en zelfs door oogcontact (non-verbaal).
Vanzelfsprekend bestaan er veel meer soorten en specifieke communicatievormen, zoals
bijvoorbeeld intentionele communicatie (waarbij iemand bewust wil communiceren en dus een
boodschap overbrengen) of non-intentionele communicatie (communicatie waarbij de zender
niet de bedoeling heeft te communiceren, maar waarbij wel een boodschap overkomt bij de
ontvanger).
Tijdens dit hoofdstuk gaan we ons echter hoofdzakelijk beperken tot de verbale en non-verbale
communicatie. Je zal zien dat heel veel van ons doen en laten als strandredder hierop
betrekking heeft.
1.6 Waarom communicatie?
Alle gedrag is eigenlijk communicatie. Je bent eigenlijk constant bezig met communicatie en
precies daarom is communicatie zo belangrijk in de samenleving, in een organisatie of in een
bedrijf. Als strandredder zijn we, net als in de samenleving constant onderworpen aan dit
gegeven.
We communiceren vanaf het moment dat we ons uniform aandoen tot op het moment dat we
het
terug
uitdoen
als
strandredder
in
al
ons
doen
en
laten.
Het is daarom noodzakelijk dat we dit facet van onze taak als strandredder goed begrijpen,
kunnen toepassen en bovendien uitvoeren op een professionele manier.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 5
2. Soorten Communicatie & Middelen
2.1 Klantgerichte communicatie
2.1.1
Definitie:
Onder klantgerichte communicatie bij het Redder aan Zee zijn verstaan we de
communicatie tussen de strandredders en de badgasten, de baders,
passanten op het strand, kortom alle mensen waar we mee in contact komen
tijdens het uitoefenen van onze job.
Dit is ook de communicatie die start vanaf het moment dat je het uniform
aandoet. Men ziet je immers vanaf dan als strandredder en niet meer als
individu. Je bent, eenmaal in uniform, immers niet alleen een uithangbord
voor je badstad of gemeente maar evenzeer voor IKWV. Je hebt er dus alle
baat bij je correct, professioneel en
voorbeeldig te gedragen en aldus bij te
dragen tot het goede imago van de
strandreddingsdienst!
De mensen op het strand moeten ten allen
tijde een beroep kunnen doen op de
strandredders wanneer zich een noodgeval
voordoet. Daarbij moeten zij geholpen
kunnen worden door een kalme, beleefde
en professionele
strandredder
die
bovendien over de nodige communicatieve
vaardigheden beschikt om hen bij te staan
waar nodig!
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 6
2.1.2
Verbaal:
2.1.2.1 Taal:
Bij het communiceren met de mensen op en rond het strand neemt het
verbaal overbrengen van informatie een belangrijke plaats in. Hierbij dient
men vanzelfsprekend bijzondere aandacht te besteden aan een correct
taalgebruik. Dit zowel tegenover de mensen van dezelfde taalgroep als ten
opzichte van anderstaligen. Een woord of een uitdrukking kan algauw een
eigen leven gaan leiden terwijl je het in feite zo niet bedoelde. Anderstaligen
weten bovendien vaak niet waarover je het hebt als je hen terechtwijst of wil
behoeden voor iets als je het correcte woord of de juiste uitdrukking niet
gebruikt. Veel problemen kunnen vermeden worden als men het juiste woord
in de juiste context en op het juiste moment gebruikt.
Om je hierbij te helpen vind je in bijlage A een lijst met courante termen die in
verschillende talen hernomen zijn. Laat deze lijst voor jou een handig
hulpmiddel zijn om in geval van twijfel of misverstand tot een oplossing te
komen.
2.1.2.2 Correct stemgebruik – Intonatie - Volume
Woorden zijn enkel een onderdeel van de manier waarop we met elkaar
omgaan maar toch kan de manier waarop we ze uitspreken de communicatie
ofwel bevorderen ofwel verslechteren. Daarom is ook een correct
stemgebruik en de wijze van intonatie van belang in de manier waarop we
met mensen omgaan! De manier waarop je je uitdrukt kan immers een
situatie beïnvloeden. Bovendien heeft ook de toon waarop je spreekt een
invloed op de manier waarop je de boodschap overbrengt en krijgt de toon
daardoor ook een invloed op de inhoud van je boodschap.
Als redder moet je steeds “boven” de situatie
staan en ten allen tijde je kalmte en overzicht
behouden. De “klanten” zullen je steeds in je
hoedanigheid als redder gehoorzamen en
volgen als je kalm en vriendelijk met hen
communiceert. Doe je dat echter niet en roep
of schreeuw je tegen hen wanneer dit niet
nodig is dan bestaat de kans dat ze je negeren
en je bevelen en/of richtlijnen niet zullen opvolgen. Het is dus van belang dat
je de situatie a.h.w. aanvoelt en op “een aan de situatie” aangepaste manier
communiceert met de baders, toeristen of passanten!
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 7
2.1.2.3 Verband verbale communicatie en lichaamstaal:
Verbale communicatie gaat bijna altijd samen met non-verbale communicatie.
Wij mogen daarom bij het verbaal communiceren ook de gebruikte
lichaamstaal niet onderschatten. Als je bijvoorbeeld tegen iemand zegt : “Je
mag daar niet zwemmen!” en je geeft hem of haar daarbij een knipoog dan
spreekt het voor zich dat de aangesproken persoon je boodschap niet te
ernstig zal nemen.
Studies tonen aan dat het overgrote deel van het communiceren tussen
mensen wordt bepaald door de lichaamstaal. Het is dus van belang dat we
daar als redder ook de nodige aandacht aan besteden!
We moeten daarom onze lichaamstaal aanpassen aan de
boodschap die we willen brengen, zodat de boodschap (en de
informatie daaraan verbonden) door de bestemmeling
begrepen zou worden. Samen met een correct, aangepast
stemgebruik zorgt je lichaamstaal er immers voor dat de
ontvanger je boodschap zal begrijpen! In bepaalde situaties
waarbij zwemmers bijgestuurd dienen te worden zal je dus
streng en corrigerend moeten optreden terwijl je kort nadien
een verloren gelopen kindje eerder troostend en
bemoedigend zal moeten toespreken.
2.1.2.4 Inlevingsvermogen:
Als redder wordt vaak van je verwacht dat je helpt in situaties die niet voor de
hand liggen. Natuurlijk moeten wij –zoals hierboven al vermeld- steeds
“boven” de situatie staan en het overzicht behouden, maar een zekere
empathie betuigen tegenover de slachtoffers behoort ook tot onze taak.
Slachtoffers zullen jou zien als de man of vrouw die een oplossing kan geven
voor hun problemen. Het hoeft geen betoog, te zeggen dat je daar als
hulpverlener passend moet mee omgaan. Soms zul je geconfronteerd worden
met mensen in paniek en soms zul je te maken hebben met onmetelijk
verdriet als reddingsacties niet het beoogde effect opleverden. Vaak ben je als
redder dan een eerste aanspreekpunt en kan je empathisch vermogen je
helpen daar mee om te gaan.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 8
Als ouders je komen melden dat hun kind verloren gelopen is, dan hoeft het
geen verdere uitleg dat je als hulpverlener een correcte houding moet
aannemen om hen te helpen hun kind terug te vinden. Zoals altijd dient ook
in dergelijke situaties de kalmte
bewaard te worden zodat in alle
sereniteit maar toch met de nodige
spoed een oplossing kan gevonden
worden. Hetzelfde geldt hier
natuurlijk ook voor het geval een
kindje bij je komt en zegt dat het zijn
ouders kwijt is. In dergelijke gevallen
moet
je
het
nodige
inlevingsvermogen kunnen creëren
zonder daarbij persoonlijke betrokkenheid te tonen. Dit is bijvoorbeeld ook
van toepassing bij situaties waarbij reanimaties moeten uitgevoerd worden.
Als redder moet je op die momenten beroep kunnen doen op al je
communicatieve vaardigheden zodat je op passende wijze kan omgaan met de
slachtoffers zonder daarbij uit het oog te verliezen dat je , samen met je
collega-redders ook moet fungeren als schakel van de reddingsoperatie die
op gang komt of reeds bezig is.
2.1.2.5 Directe verbale communicatie met badgasten:
Wanneer je niet te ver van een probleemsituatie bent verwijderd, is het soms
positief zelf stappen te ondernemen naar de situatie toe.
Deze werkwijze heeft als voordeel dat naast het advies ook het "waarom" kan
meegegeven worden, m.a.w. de motivering kan worden toegevoegd. Dit heeft
een
sterk
opvoedende
waarde,
vooral
bij
kinderen.
Bij volwassenen kan het resulteren in een wederzijds begrip. De redder wordt
minder gezien als verstoorder van rust en vrijheid, maar als veiligheidsman
voor kind en familie. Het is natuurlijk ook belangrijk bij anderstaligen uw
boodschap door te geven.
Als je een zonnebril draagt is het aangewezen deze af te doen
wanneer je gaat praten met een bader of “klant op het
strand”. Ook een glimlach kan wonderen doen als je uitleg wil
geven waarom iets niet mag. Dit garandeert immers een veel
directer en persoonlijker contact tijdens het gesprek .
Voorbeeld: Als je iemand dicht bij een golfbreker ziet zwemmen dan
moet je als redder actie ondernemen en de baders er op wijzen dat dit
niet mag. Je kunt dit doen door reddershoorn en handseinvlag te
hanteren, maar als je er niet te ver van verwijderd bent én de situatie
laat het toe kan je ook op de baders toestappen en hen uitleggen
waarom dit niet mag. Je zult zien dat je in zo’n geval heel vaak nadien
een bader zal hebben die zich begripvol opstelt t.o.v. de situatie.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 9
2.1.3
Non-verbaal:
a. Middelen
Als strandreddingsdienst beschikken we over heel wat non-verbale
middelen om in contact te treden met onze “klanten”. Het is belangrijk
dat we hier het nut van inzien en ook op ieder tijdstip hiermee relevante
informatie verstrekken die bruikbaar, correct, helder en compleet is. Dit
is immers wat de mensen van ons verwachten. Het continu up-to-date
houden van deze middelen is dan ook een taak die met veel zin voor
nauwkeurigheid moet worden uitgevoerd!
De middelen die we tot onze beschikking hebben worden nauwkeurig
beschreven in hoofdstuk 5, toch hier voor de volledigheid een
opsomming:
Groot infobord
Miradorbord
Signalisatieborden
Signalisatieborden bewaakte zones, surfen toegelaten/verboden…
Signalisatievlaggen
Signalisatieboeien
Misthoorn en rode handseinvlag
Mirador
Beachflags
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 10
De misthoorn en handseinvlag zijn heel belangrijke non-verbale hulpmiddelen voor de strandredders!
DE AANWIJZINGEN EN RICHTLIJNEN DIE EEN REDDER VIA HOORN EN VLAG AAN DE BADERS WENST
DOOR TE GEVEN MOETEN DUIDELIJK EN ONDUBBELZINNIG INTERPRETEERBAAR ZIJN!
Correcte procedure bij het gebruik van misthoorn en handseinvlag:
Het gebruik van hoorn en vlag kunnen we in drie fasen onderverdelen.
In alle fasen zijn hoorn en vlag onafscheidelijk met elkaar verbonden.
Aandachtsfase:
De redder staat recht voor de bader(s).
Met geheven vlag trekt hij aandacht door een aantal keren krachtig op de hoorn te blazen.
SCHUCHTERHEID EN BEDEESDHEID WERKEN DE DUIDELIJKHEID NIET IN DE HAND!
Richtingsfase:
Pas nadat de redder merkt dat hij aandacht krijgt, geeft hij zijn aanwijzingen.
Wenst u de baders zijwaarts te doen opschuiven, dan zwaait U, met beide gestrekte armen en
gedraaide romp, in de richting van de gewenste verplaatsing.
Met de ene hand houdt u de vlag vast met de andere het uiteinde van de reddershoorn.
We kunnen dit benadrukken door al zwaaiend in de bewegingsrichting mee te stappen.
Wij blijven kijken naar de bewuste baders. Om de baders diets te maken dat zij te ver zijn gegaan of
uit het water moeten komen, wordt dezelfde werkwijze toegepast maar dan wel met een rugwaartse
dwarse zwaaibeweging naar het strand toe. Achteruit stappen ter accentuering heeft hier weinig zin.
Controlefase:
Het volstaat niet aanwijzingen te geven, men dient ook na te gaan of de aanwijzingen worden opgevolgd.
Blijkt in praktijk een bader geen gevolg te geven aan uw signalen dan kunnen een aantal oorzaken hiervan
aan de basis liggen.
a) Hij heeft u niet begrepen.(Het is dan wenselijk de procedure te herhalen.)
b) Hij negeert uw advies. (Een tactvolle maar kordate aanpak dringt zich op.)
c) De bader in kwestie kan niet meer. (Dan moet zo snel mogelijk worden ingegrepen.)
VERMIJD CONTINU OF VOORTDUREND GEBRUIK VAN DE HOORN.
HIERDOOR VERLIEST HET AUDITIEF SIGNAAL AAN WAARDE EN AANDACHTSVERVAGING
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 11
b. Uiterlijk – Kledij –Lichaamshouding
Wat echter ontegensprekelijk ook een belangrijk aspect uitmaakt van onze nonverbale communicatie, is de manier waarop we ons voorkomen verzorgen.
Daarom is het belangrijk de nodige aandacht te schenken aan onze kledij, aan ons
uiterlijk en aan onze lichaamshouding. Men zegt wel eens: “You will never get a
second chance to give a first impression”. Welnu, dit geldt ook voor strandredders.
Als de persoon, van wie je veronderstelt dat hij of zij je gaat helpen in een noodgeval
een slordige, vuile, onverzorgde en ongeïnteresseerde persoon lijkt, dan is het
evident dat men niet zo veel vertrouwen in jou zal hebben. Terwijl dit misschien
helemaal het geval niet is en de persoon in kwestie de meest onderlegde en
professionele redder is die je maar kan tegenkomen. Moet je daarvoor steeds
opgedirkt op de strandreddingsdienst aankomen? Neen, absoluut niet, maar het is
wel van belang dat je er voor zorgt dat je een verzorgde, propere en professionele
indruk opwekt en nalaat. Je bent immers een uithangbord, niet alleen voor je
gemeente maar ook voor de reddingsorganisatie in zijn geheel!
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 12
SAMENVATTING
KLANTGERICHTE COMMUNICATIE =
COMMUNICATIE MET DE BADGASTEN, DE BADERS, DE PASSANTEN, DE MENSEN OP HET STRAND,…
VERBAAL :
BESTEED AANDACHT AAN:
CORRECT TAALGEBRUIK
CORRECT STEMGEBRUIK
JUISTE INTONATIE EN STEMVOLUME
HOU REKENING MET DE JUISTE LICHAAMSTAAL EN EMPATHIE I.F.V. DE OVER TE BRENGEN INFORMATIE
NON-VERBAAL :
HET VERSTREKKEN VAN INFORMATIE D.M.V. DIVERSE MIDDELEN
EXTRA AANDACHT VOOR UITERLIJK-KLEDIJ-LICHAAMSHOUDING
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 13
2.2 Interne communicatie
2.2.1
Definitie:
Communicatie tussen :
redders onderling
redders  postoverste
redders  hoofdredder
reddingsboten  hoofdredder, postoverste, redders.
We onderscheiden hierin de dienst gerelateerde communicatie en de operationele interne communicatie.
2.2.2
Dienst gerelateerde communicatie:
Alle communicatie betreffende de organisatie en het goed fungeren van de
reddingsdienst waar je tewerkgesteld bent. Dienst gerelateerde communicatie
behelst de dienstregeling van de strandreddingsdienst, interne afspraken,
berichten van de hoofdredder, berichten van IKWV, dienstmededelingen, enz. …
Het spreekt voor zich dat iedere redder persoonlijk verantwoordelijk is voor het
goed opvolgen en naleven van interne afspraken. Je moet er dus voor zorgen dat je
altijd up-to-date bent en maken dat je alle dienst gerelateerde communicaties goed
opvolgt!
Bijvoorbeeld: als redder niet op de hoogte zijn van je dienstrooster en niet op je
dienst verschijnen wanneer dit gepland is, getuigt van een nonchalance die niet kan
getolereerd worden. Hierdoor breng je immers het goed fungeren van de dienst in
gevaar en moet eventueel iemand anders opdraaien voor jouw fout!
Studies hebben uitgewezen dat een organisatie zo goed is
als de kwaliteit van de onderlinge communicatie. We
hebben er als strandreddingsdienst dus alle belang bij dit
aspect van de interne communicatie goed te verzorgen en
uit te bouwen! Aangezien deze communicatie in alle
richtingen verloopt, is het de taak van iedereen die deel
uitmaakt van de strandreddingsdienst deze vorm van
communicatie zo professioneel mogelijk te laten verlopen.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 14
2.2.3
Operationele interne communicatie:
Voor wat betreft de operationele interne communicatie kunnen we als strandreddingsdienst
beroep doen op twee belangrijke middelen: de GSM en een portofoonnetwerk.
Bedoeling van dit onderdeel van de cursus is je wegwijs te maken in de toepassing
en het gebruik van deze middelen. De specifieke radioprocedure die te hanteren is
bij portofoongebruik wordt echter afzonderlijk behandeld.
2.2.3.1 GSM
De dienstgsm’s worden normaliter enkel gebruikt door de hoofdredder en de adjuncthoofdredder. In noodgevallen zijn zij diegenen die met elkaar in verbinding zullen
treden via de dienstgsm. Voor een goed begrip: het gaat hier over de dienstgsm’s die
voorzien worden door en voor de strandreddingsdienst, dus niet om persoonlijke
gsm’s.
Persoonlijke gsm’s zijn niet toegelaten tijdens het uitoefenen van je job als strandredder.
Van de dienstgsm’s zijn de nummers bekend bij de hulpdiensten en ze dienen dus ook
als extern communicatiemiddel bij de exploitatie van de strandreddingsdienst..
In sommige gemeenten beschikken, behalve de hoofdredder en zijn adjunct, ook de
reddersposten zelf soms over een dienstgsm en zelfs vaste lijn om in geval van nood snel
contact te kunnen nemen met de 112.
Ook de nummers van deze vaste lijnen zijn vanzelfsprekend gekend bij de hulpdiensten.
In dat geval wordt de dienstgsm en/of telefoon gebruikt als extern communicatiemiddel.
Voor een verdere uitgebreide uitwerking van het gebruik van de GSM en telefoon als
extern communicatiemiddel zie pag. 23 : 2.3.2.1. GSM en Telefoon.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 15
2.2.3.2 Portofoonnetwerk
Onze reddingsdiensten zijn uitgerust met een volledig communicatienet bestaande uit
draadloze zend- en ontvangstapparatuur.
Repeater
Gemeente A
Vaste radio
Gemeente A
Vaste radio
Gemeente A
HFST 2 – COMMUNICATIE
Portofoon
Gemeente A
Pagina 16
Beschrijving onderdelen
REPEATER : KENWOOD NXR-710E
Standaard gebeurt alle communicatie tussen vaste stations en portofoons binnen eenzelfde badplaats
op een radiokanaal met een toegewezen toonslot, via een repeater. Het gebruik van toonslots
garandeert dat radiocommunicatie binnen een badplaats de radiocommunicatie in een andere
badplaats niet hindert.
Een repeater is een radio unit welke het ontvangen radiosignaal opnieuw versterkt uitzendt, zonder
vertragingen of creatie van storende echo’s. Enkel het toonslot van de gemeente wordt opnieuw
uitgezonden. Elke repeater is uitgerust met een buitenantenne en is geïnstalleerd op de best mogelijke
locatie. Hierdoor wordt de radiodekking binnen een gemeente maximaal. (bv. voor Knokke is dit op de
watertoren).
Alle communicatie tussen de vaste radio’s en de portofoons binnen de gemeente gaat over de
repeater. Dit induceert echter geen echo, je merkt hier dus als gebruiker totaal niets van!
Een repeater versterkt enkel het signaal: het heeft dus geen microfoon. Er is wel een luidspreker
aanwezig: hierop kan de communicatie die over de repeater gaat worden uitgeluisterd.
Alle radio’s horen de communicatie die via de repeater gebeurt.
REPEATER
HFST 2 – COMMUNICATIE
ANTENNE
Pagina 17
VASTE STATIONS : KENWOOD NX720E
Diverse hulpposten zijn uitgerust met een vaste radio waarop een aantal radiokanalen zijn ingesteld.
Voordelen van gebruik van een vaste radio t.o.v. een portofoon: dit is een ideale oplossing voor vaste
locaties waarbij de radio niet verplaatst moet worden en waarbij het bereik verhoogd wordt door
gebruik van een buitenantenne.
De vaste stations zijn zo ingesteld dat er kan gecommuniceerd worden binnen de eigen gemeente, de
buurgemeentes en K67* (en in sommige gemeentes ook de frequentie van de surfclubs).
De vaste stations zijn opgesteld op vaste locaties, zijn voorzien van een buitenantenne en kunnen
eenvoudig op hoger vermogen gezet worden.
Groot voordeel t.o.v. portofoon: hogere buitenantenne, groter vermogen => groter bereik
Elke radio heeft een display waarop duidelijk afgelezen wordt op welk kanaal men schakelt.
Per vaste radio zijn er vier kanalen geprogrammeerd:
> de eigen frequentie
> volgende gemeente
> vorige gemeente (uitgezonderd bij De Panne)
> maritiem kanaal K67*
*K67 =
Internationaal SAR Kanaal waarop alle communicatie bij opzoekings- en reddingsacties verloopt
(zie ook pagina 25)
Het toestel biedt de mogelijkheid te scannen en te luisteren waar er communicatie is.
Men zet het best zijn portofoon uit als men zich in de nabijheid van een vast station bevindt!
Opgelet: bij het opstarten wordt de radio ingesteld op het laatst geselecteerde kanaal!
VAST STATION
HFST 2 – COMMUNICATIE
ANTENNE op de hulppost
Pagina 18
Portofoon : MOTOROLA GP340
Een portofoon is een draagbaar, klein, licht radio zend -en ontvangtoestel dat gebruikt wordt voor
communicatie tussen meerdere personen.
Het goed kunnen communiceren met een portofoon in noodsituaties kan van levensbelang zijn. Onder
druk van de omstandigheden is het zaak om het hoofd koel te houden en toch duidelijk en effectief te
kunnen communiceren bij incidenten en ongevallen. Een goede kennis van en het goed kunnen
werken met de ter beschikking gestelde portofoon is dus van onmetelijk belang bij het uitbaten van de
strandreddingsdienst. Iedere reddingspost beschikt over minstens één portofoon. Ideaal is dat ook de
patrouilleboten van portofoons zijn voorzien (wat meestal zo is).
De portofoon die momenteel in gebruik is bij IKWV is de Motorola GP340.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 19
Bedieningselementen:
1. Kanaalselectieknop (16 posities): Hiermee stelt u de portofoon in op verschillende kanalen.
2. AAN/UIT- / volumeknop: Met deze knop kunt u de portofoon aan- en uitzetten, en het volume van
de portofoon aanpassen.
3. Zijknop 1 (programmeerbaar): Aanbevolen als knop voor Uitluisteren/Annuleren.
4. Zendtoets (Push To Talk): Houd deze knop ingedrukt als u wilt spreken; laat de knop los om te luisteren.
5. Zijknop 2 (programmeerbaar)
6. Zijknop 3(programmeerbaar)
7. Knop aan de bovenzijde (programmeerbaar): Aanbevolen als noodtoets.
8. Lampje: Groen: portofoon aangezet, test OK.
Groen, knipperend: bezig met scannen.
Rood: bezig met uitzenden.
Rood, knipperend: kanaal bezet – tijdens ontvangst.
Geel: portofoon is opgeroepen.
Geel, knipperend: oproepherinnering portofoon.
Rood, knipperend: waarschuwing lage batterijspanning – tijdens uitzenden.
9. Microfoon: Spreek duidelijk in de microfoon wanneer u een bericht uitzendt.
10. Antenne
11. Accessoire-aansluiting: Hier kunt u hoofdtelefoons, externe luidsprekers/microfoons en andere
accessoires aansluiten. Plaats de meegeleverde stofkap terug als u deze aansluiting niet gebruikt.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 20
Belangrijke informatie bij het dagelijks gebruik van de portofoon:
Opladen portofoons:
- Op het einde van de dag worden de portofoons uitgeschakeld en in een daartoe voorzien
oplaadsysteem geplaatst.
- Naargelang de plaatselijke situatie van het opbergen en het opladen van portofoons kan men laders
aantreffen voor meerdere portofoons.
- Bij het insteken van de portofoon in de lader, zich er steeds van vergewissen dat de portofoon uit is,
portofoon met de oplaadplaatjes naar de contactpunten steken en controleren of het controlelampje
van de lader aanslaat.
Beschermhoes portofoon:
- De grootste vijand van de portofoon is het zeewater.
- Geen enkel type portofoon is waterdicht, en daarom dienen alle portofoons in een spatwaterdichte
beschermhoes te worden geplaatst.
Voor het opladen dienen de portofoons uit de beschermhoes verwijderd te worden.
- Controleer dagelijks de waterdichtheid van de beschermhoes.
- Damp of waterdruppels duiden op een gaatje in de hoes.
- Bij de minste beschadiging aan de hoes, de hoofdredder verwittigen.
- De portofoons worden gedragen in de waterdichte beschermhoes aan het lichaam bevestigd, hoog
op de borst via een driepuntsgordel.
- Probeer te vermijden dat de beschermhoes in contact komt met scherpe voorwerpen en let vooral
op bij het verplaatsen van de mirador en bij het kantelen van de motor bij het werken met de
interventieboot.
Indien door één of andere reden de portofoon in contact komt met het
zeewater, hoe miniem het ook is,schakel het toestel ogenblikkelijk uit en
verwijder de batterij van het toestel !!!!!
Verwittig daarna onmiddellijk de hoofdredder met een ander toestel !!!
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 21
SAMENVATTING
INTERNE COMMUNICATIE =
COMMUNICATIE TUSSEN DE REDDERS ONDERLING TUSSEN REDDERS EN POSTOVERSTE,
TUSSEN HOOFDREDDER EN POSTOVERSTE, TUSSEN REDDERS EN HOOFDREDDER,
TUSSEN DE REDDINGSBOTEN, …
DIENST GERELATEERDE COMMUNICATIE TOV OPERATIONELE INTERNE COMMUNICATIE
GEBRUIKTE MIDDELEN BIJ OPERATIONELE INTERNE COMMUNICATIE:
GSM (=dienstgsm)
PORTOFOONNETWERK (repeater-vaste stations-portofoons)
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 22
2.3 Externe communicatie
2.3.1 Definitie:
Onder operationele externe communicatie verstaan we :
 Operationele externe communicatie met andere hulpdiensten
 Communicatie via sociale media (Facebook,Twitter,…)
 Communicatie met de pers
De operationele externe communicatie met andere hulpdiensten (brandweer, politie,…) is
voorbehouden voor de hoofdredder en adjunct-hoofdredder.
Iedere strandredder moet op de hoogte zijn van de communicatie via sociale media en weten dat een
ongeoorloofd gebruik van deze media schade kan berokkenen aan de werkgever ..
Voor wat betreft de communicatie met de pers wordt de strandredder geacht op de hoogte zijn van wat
wel en niet kan binnen de IKWV strandreddingsdienst.
2.3.2 Operationele externe communicatie:
Als communicatiemiddelen binnen dit domein beschikt de strandreddingsdienst over volgende
middelen:
GSM en telefoon en de portofoon
2.3.2.1 GSM en telefoon
Zoals reeds aangehaald bij het item “Operationele interne communicatie”
zijn de dienstgsm en telefoon belangrijke communicatiemiddelen in geval
van een interventie. Iedereen weet hoe men een telefoon en GSM moet
gebruiken. Omdat de telefoon enkel binnenin een locatie kan gebruikt
worden wordt meer en meer gebruik gemaakt van de dienstgsm’s.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 23
Toch heeft de GSM ook beperkingen:
1. Er bestaan geen voorrangsregels. Indien het nummer dat u opbelt, bezet
is of het netwerk verzadigd is, is het niet mogelijk om uw oproep op een
andere oproep te laten voorgaan. Een noodoproep zal onbeantwoord
blijven zolang de lijn bezet blijft.
2. Er wordt een telefonische oproep tussen twee punten tot stand
gebracht. U kunt slechts een communicatie tot stand brengen indien het
telefoonnummer van de andere partij bekend is. Wanneer de
communicatie tot stand gebracht is, kunt u geen andere berichten horen.
Dat is wenselijk voor privégesprekken maar niet voor nood-, spoed- en
veiligheidsverkeer.
3. Direct contact met de aankomende hulp (bv. ambulance, heli,…) is niet
mogelijk, de coördinatie van de reddingsoperaties wordt dan ook
bemoeilijkt.
4. Bij overbelasting is het mogelijk dat het mobiele-telefoonnet volledig
geblokkeerd wordt.
5. Het is mogelijk dat de verbinding voor min of meer lange tijd
onderbroken wordt.
6. De batterij van je gsm kan op het slechtst mogelijke moment leeg zijn.
Het gebruik van een gsm waarborgt dus helemaal niet de communicatie in
geval van nood. Het is echter ontegensprekelijk een meerwaarde om
bijkomende communicatie te verzorgen.
Vanzelfsprekend gelden bij het gebruik van de dienstgsm geen specifieke
procedures maar hou er toch rekening mee dat in geval van nood enkel
correcte, relevante, beknopte, to-the-point informatie bruikbaar is voor de
hulpdiensten. Het volstaat bijgevolg om korte volzinnen te gebruiken in
plaats van een ellenlange uitleg te geven waarmee je enkel de lijn bezet
houdt. Vermeld ook steeds je naam wanneer je externe communicatie
verzorgt via een dienstgsm, zodat de hulpdiensten of andere instanties je
steeds terug kunnen bereiken indien dit nodig is.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 24
2.3.2.2 Portofoon
De portofoon kan NIET ALLEEN gebruikt worden als operationeel INTERN
communicatiemiddel maar evengoed als operationeel EXTERN
communicatiemiddel.
Als de portofoon beschikt over een kanaal waarmee men kan communiceren
met andere hulpdiensten dan wordt hij evengoed beschouwd als operationeel
extern communicatiemiddel.
In de meeste badplaatsen zijn de hoofdredder en de adjunct-hoofdredder
de enigen die in het bezit zijn van een portofoon waarop het internationaal
SAR kanaal 67 (156,375 MHz) geprogrammeerd is (zie ook pagina 18).
[Volledigheidshalve dient hier gezegd te worden dat in sommige badplaatsen ook de bootportofoons
over kanaal 67 beschikken.]
Dit kanaal is het Internationaal zoek- en reddingskanaal (SAR). Dit kanaal
wordt gebruikt voor SAR operaties (Search and Rescue) op zee.
Door te beschikken over dit kanaal kan de hoofdredder en/of zijn adjunct
meeluisteren op K67 wanneer interventies gaande zijn waarbij de inbreng
van meerdere hulpdiensten vereist is.
Een zoekactie op zee waarbij de strandreddingsdienst betrokken is zal altijd
gecoördineerd worden zoals het voorzien is in de “Afsprakenregeling
drenkelingen”. Men vindt het schema hiervan terug in Hoofdstuk 1.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 25
2.3.3 Communicatie via sociale media:
De reglementering die hiervoor van toepassing is voor de IKWV strandreddingsdienst staat
nauwkeurig beschreven in hoofdstuk 1 van de opleiding Redder aan Zee.
Smartphones, digitale camera’s en allerhande computertoepassingen zorgen ervoor dat men bijna
gelijktijdig tekst, beeld en uitleg op het internet kan plaatsen. Dit impliceert niet alleen dat
iedereen kan zien waar je mee bezig bent maar dit heeft eveneens tot gevolg dat er over alles
bewijsmateriaal bestaat. Practical jokes, nonchalance, onbeleefdheid, onachtzaamheid: ga er maar
van uit dat iemand het gezien heeft en dat de mogelijkheid bestaat dat het “wereldkundig”
gemaakt wordt…Dit kan er natuurlijk alleen maar toe bijdragen dat de uitvoering van de job uiterst
professioneel gebeurt!
IKWV heeft als overkoepelende organisatie een Facebook-pagina en een Twitteraccount waarbij
gecontroleerd informatie gedeeld wordt via het internet.
Let ook op met wat je (wanneer je niet van dienst bent) op Facebook, Youtube of Twitter zet dat de
strandreddingsdienst of IKWV ook maar in het minste geval in diskrediet kan brengen! En laat het
duidelijk zijn: het gebruik van digitale media tijdens de dienst is een ernstige inbreuk!
Bij het gebruik van sociale media deel je niet alleen informatie maar maak je tegelijkertijd
potentieel bewijsmateriaal (pro of contra) voor iedereen toegankelijk .
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 26
2.3.4 Communicatie met pers:
Zoals in hoofdstuk 1 duidelijk bepaald wordt: het is ten strengste verboden om als redder zonder
voorafgaande toestemming van de secretaris de pers te woord te staan.
Dit is zeker het geval bij (grote) incidenten. De secretaris van IKWV is woordvoerder en zal indien
nodig ter plaatse komen om de pers de nodige uitleg te geven. Voor kleine interviews over de
plaatselijke reddingsdienst kan toestemming gegeven worden aan de hoofdredder en zijn team. Hou
er echter rekening mee dat je in de meeste gevallen nog de toestemming moet vragen van de stad of
gemeente waar je werkzaam bent!
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 27
SAMENVATTING
EXTERNE COMMUNICATIE =
OPERATIONELE EXTERNE COMMUNICATIE MET ANDERE HULPDIENSTEN
GSM&TELEFOON - PORTOFOON
Beperkingen GSM
COMMUNICATIE VIA SOCIALE MEDIA
Let op hoe je sociale media gebruikt!!!
COMMUNICATIE MET PERS
Beperkingen op omgang met pers!!!
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 28
3. RADIOCOMMUNICATIE – PORTOFOON
3.1 Radiotechniek:

VOORZORGSMAATREGELEN
Vóór elke uitzending moet men zich ervan vergewissen dat geen enkele andere verbinding zal
worden gestoord. Die bepaling geldt in het bijzonder voor noodverkeer, dat absolute voorrang
geniet.
 TE GEBRUIKEN TECHNIEK





Hou steeds de microfoon of handset ongeveer 10 cm van de mond
Denk eerst na over wat men gaat zeggen alvorens de zendknop in te drukken
Let er op eerst de zendknop in te drukken en dan pas te spreken, NIET simultaan!
Spreek steeds klaar en duidelijk
Ritme:
o Tekst indelen in korte en volledige zinsdelen
o Gescheiden door rustpauzes
o Zelden woord voor woord



Snelheid: trager dan normale spreeksnelheid! (=”dicteersnelheid “)
Sterkte: iets luider dan gewone spreektoon (maar niet roepen noch schreeuwen!)
Druk nooit op de zendknop wanneer een bericht wordt ontvangen
Zelfs wanneer er veel lawaai rondom je is, is het niet nodig om te roepen. Blijf op normale toonhoogte spreken.
Probeer, indien beschikbaar, op een zo’n rustig mogelijke, beschutte plaats te staan.
Als dit niet kan, ga dan met je rug in de wind staan en probeer de microfoon te
beschermen tegen achtergrondlawaai. Wind geeft immers veel geruis.
Als je richtlijnen of instructies gaat geven aan collega-redders, probeer dan de situatie
in te schatten zoals zij ze zullen zien. Bijvoorbeeld: hun linkerkant kan jouw
rechterkant zijn en omgekeerd. Probeer te denken vanuit hun positie. Desgevallend
kan je je eventueel uitdrukken in de windrichtingen : bv. ten oosten van positie boot
(is voor iedereen hetzelfde), ten westen van mirador,…
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 29
3.2 Discipline in het radioverkeer:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Beperk radioverkeer tot het strikt noodzakelijke minimum
Pas de procedureregels nauwgezet toe
Enkel professionele gesprekken worden gevoerd over de radioverbindingen:  GEEN privé-verkeer
Niet langer dan noodzakelijk op de zendknop drukken
Geen muziek uitzenden
Geen onwelvoeglijke taal gebruiken
Indien men het woord aan de gesprekspartner wenst te verlenen zegt men het woord “OVER”.
Wanneer men een gesprek wil beëindigen, moet men het woord “UIT “gebruiken.
“OVER en UIT” bestaat NIET!!!
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 30
3.3 Vorm van een radiobericht:
3.3.1 ROUTINEVERKEER
VORM VAN DE OPROEP
1. Ten hoogste driemaal de identificatie van het opgeroepen station
2. “HIER"
3. Ten hoogste driemaal de identificatie van het oproepende station.
4. OVER
OF
UIT
“OVER” (indien je gedaan hebt met spreken en wacht op antwoord)
“UIT” (indien je gedaan hebt met spreken en geen antwoord meer verwacht)
“ OVER en UIT” bestaat niet!
Na het tot stand komen van het contact mag de naam van het station slechts éénmaal worden uitgesproken.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 31
3.3.2 NOODVERKEER
VORM VAN DE OPROEP
1. Ten hoogste driemaal RADIOSTILTE – ALARMSITUATIE
2. "HIER"
3. Ten hoogste driemaal de identificatie van het oproepende station.
4. “OVER”
“OVER” (indien je gedaan hebt met spreken en wacht op antwoord)
Radiostilte Alarmsituatie is een extra indicatie die meteen de aandacht van de opgeroepen posten
verscherpt en zo weet meteen iedereen van de strandreddingsdienst die een portofoon hanteert dat
het menens is!
Deze oproep heeft 2 gevolgen:
o
o
Het net vrij maken van routineverkeer (m.a.w. radiostilte)
De hoofdpost verwittigen dat er mogelijk bijkomende hulp of assistentie vereist is.
Einde radiostilte wordt aangegeven door de hoofdredder of dienst plaatsvervanger
Voorbeeld uit de praktijk
Situatie : Drenkeling op zone Kinkhoorn (W-kant) te Oostende waarbij “redder x” te water gaat
Bericht via portofoon:
Radiostilte - Alarmsituatie , Radiostilte – Alarmsituatie, Radiostilte - Alarmsituatie
HIER Kinkhoorn
1 drenkeling aan de W-zijde van zone Kinkhoorn; “redder x” gaat te water
OVER
Antwoord:
Kinkhoorn Hier Centrale, begrepen, OVER
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 32
3.3.3 RADIO CHECK:
Op geregelde tijdstippen kan een controle van de verbinding uitgevoerd worden.
Hierbij moet aangegeven worden wat de actuele kwaliteit van de verbinding is.
Om de kwaliteit van het gesprek te quoteren wordt een cijfer gebruikt tussen 1 en 5.
Criteria:
1.
2.
3.
4.
Onverstaanbaar
Heel slecht verstaanbaar, soms verstaat men hier en daar een woord
Verstaanbaar maar toch nog gestoord
Verstaanbaar met nagenoeg geen storing
5. Perfect verstaanbaar
Deze vorm van bericht bestaat steeds uit vraag en antwoord:
Aanvraag: Reddingspost3 (ten hoogste 3x) Hier Hoofdredder “RADIO CHECK” OVER
Antwoord: Hoofdredder Hier Reddingspost3 “Ik ontvang U 5 op 5” OVER
Antwoord: Reddingspost3 Hier Hoofdredder “Ik ontvang U 4 op 5” UIT
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 33
3.4 Standaardregels inzake radioverkeer bij een reddingsopdracht
Wanneer een redding wordt uitgevoerd zullen de redders volgende informatie steeds doorgeven aan
de hoofdredder/hoofdpost:
a. Aard van het probleem (bv. Zwemmer in nood)
b. Aantal personen (indien meer dan 1)
c. Plaatsbepaling d.m.v. een eenduidig punt dat iedereen kan verstaan
(bv. Zwemmer in nood t.h.v. casino Middelkerke – recht voor casino)
d. Vordering (hoe verloopt de reddingsactie).
 Dit betekent steeds nieuwe, relevante info geven indien dit noodzakelijk is!
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 34
3.5 Het fonetisch alfabet:
Wanneer men eigennamen of plaatsnamen moet doorgeven via de portofoon of marifoon, dan doet
men dit, indien ook maar de minste verwarring kan ontstaan met behulp van het internationaal
fonetisch alfabet.
Over te zenden letter
Codewoord
Uitspraak van het codewoord
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
Alfa
Bravo
Charlie
Delta
Echo
Foxtrot
Golf
Hotel
India
Juliett
Kilo
Lima
Mike
November
Oscar
Papa
Quebec
Romeo
Sierra
Tango
Uniform
Victor
Whiskey
X-ray
Yankee
Zulu
AL FAH
BRA VO
TCHA LI of CHAR LI
DEL TA
EK O
FOX TROTT
GOLF
HO TELL
IN DI AH
DJOU LI ETT
KI LO
LI MAH
MA IK
NO VEMM BER
OSS KAR
PAH PAH
KE BEK
RO MI O
SI ER RAH
TANG GO
YOU NI FORM of OU NI FORM
VIK TAR
OUISS KI
EKSS RE
YANG KI
ZOU LOU
Voorbeeld :
Men is op zoek naar een verloren gelopen kindje genaamd “Shania”, dan kan men deze naam in de
radiocommunicatie spellen met behulp van het fonetisch alfabet:
De berichtgeving wordt dan als volgt :
“…meisje heet SHANIA IK SPEL Sierra Hotel Alfa November India Alfa…”
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 35
3.6 Terminologie
Voor OEFENING-OEFENING-OEFENING : Wordt gebruikt bij alle communicatie direct voorafgaand aan
de eigenlijke radiocommunicatie bij een oefening. Dit om
iedereen er van op de hoogte te stellen dat de radiocommunicatie
die volgt een oefening betreft en geen reële situatie.
Alle posten: Met “alle posten” doe je een oproep aan alle posten van het net
Begrepen: Ik heb het begrip goed begrepen en zal het gevraagde uitvoeren
Spreek langzaam: Je spreekt te snel : spreek op dicteersnelheid
Radiostilte: Dit betekent dat alle routineverkeer ophoudt en nog enkel de direct bij de actie
betrokken eenheden relevante info betreffende de interventie mogen communiceren.
De hoofdredder (of centrale post) heft de radiostilte weer op door een bericht aan alle
posten : “Einde radiostilte”.
Ik spel : Wat volgt is een moeilijk woord gespeld d.m.v. het fonetisch alfabet
Over: Ik heb gedaan met spreken en wacht op antwoord
Uit: Ik heb gedaan met spreken en verwacht geen antwoord meer
Noot:
“OVER EN UIT” bestaat NIET!! Alleen: “UIT” of alleen “OVER”!
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 36
SAMENVATTING RADIO PROCEDURE
Radiotechniek:
-Geen enkele andere, aan de gang zijnde verbinding, storen
-Noodverkeer heeft absolute voorrang
-Ritme: korte en volledige zinsdelen
-Snelheid: trager dan normale spreeksnelheid
-Volume: iets luider praten
Discipline in het radioverkeer:
-Radioverkeer beperken tot noodzakelijke minimum
-Procedures strikt toepassen
-Geen privé-verkeer
-Niet langer op zendknop duwen dan noodzakelijk
-Geen muziek en zeker geen onwelvoeglijke taal
OVER= woord verlenen aan gesprekspartner(s)
UIT= gesprek beëindigen
Vorm van een radiobericht:
Onderscheid routine verkeer – noodverkeer – radiocheck
Standaardregels bij een reddingsopdracht:
-Aard van het probleem
- Hoeveel personen betrokken
- Plaatsbepaling : altijd t.o.v. éénduidig punt dat iedereen kan verstaan
-Vordering van de reddingsactie
Fonetisch Alfabet : kennen en weten wanneer dit toegepast wordt
Standaard terminologie : kennen en juiste woord op juiste moment gebruiken
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 37
4.Praktische voorbeelden van communicatie
Belangrijke noot!
In dit katern komen enkele voorbeelden van communicatie aan bod zoals ze zouden kunnen gebruikt
worden in een strandreddingsdienst. Dit zijn natuurlijk niet dé procedures die moeten gebruikt
worden, dit zijn enkel voorbeelden en dienen bijgevolg om je een idee te geven van hoe de reeds
besproken procedures in de realiteit kunnen toegepast worden.
4.1 Voorbeeld 1: Openen van een strandpost
Bericht via portofoon:
Alle posten –Alle posten –Alle posten Hier Hoofdredder
Om 10u30 gaan we over tot groene vlag OVER
Antwoord:
Hoofdredder Hier post 1 : begrepen UIT
Hoofdredder Hier post 2: begrepen UIT
…
Hiermee wordt simultaan de post geopend en wordt meegegeven met welk kleur van vlag de dienst
zal aanvangen. Ook andere mededelingen kunnen eventueel via deze boodschap worden meegedeeld.
Normaliter zal deze communicatie plaatsvinden tussen 10u en 10u25, zodat de post volledig operationeel
is vanaf 10u30.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 38
4.2 Voorbeeld 2: Veranderen van vlag
Bericht via portofoon:
Alle posten –Alle posten –Alle posten Hier Hoofdredder
Om 13u30 gaan we over naar gele vlag OVER
Antwoord:
Hoofdredder Hier post 1 : begrepen UIT
Hoofdredder Hier post 2: begrepen UIT
…
Hiermee wordt bepaald dat op het opgegeven uur de vlag zal veranderen.
Indien nodig kan steeds bijkomende info meegedeeld worden.
Randinfo: Wat gebeurt er praktisch in uitvoering van dit bericht?
Eén redder gaat enkele minuten voor het afgesproken uur naar de redderspost en neemt reeds de
miradorvlag mee. Hij verandert op het meegedeelde uur de vlag aan de mast t.h.v. de redderspost.
Van zodra de nieuwe vlag aan de mast hangt, kan worden overgegaan tot het uit het water halen van
de eventuele baders met drijvende voorwerpen (gele vlag…).
In de praktijk wordt best gewacht totdat de miradorvlag aan de waterlijn aanwezig is omdat dit voor
de baders visueel beter waar te nemen valt dan de vlaggenmast verderop het strand.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 39
4.3 Voorbeeld 3: Sluiten van een strandpost
Bericht via portofoon:
Alle posten –Alle posten –Alle posten Hier Hoofdredder
Binnen XX minuten is het 18hr30, gelieve dit duidelijk kenbaar te maken aan de resterende baders
OVER
Antwoord:
Hoofdredder Hier post 1 : begrepen UIT
Hoofdredder Hier post 2: begrepen UIT
…
Hiermee wordt bepaald dat op het opgegeven uur de strandpost zal sluiten en alle resterende baders
uit het water moeten gehaald worden.
Indien nodig kan natuurlijk steeds bijkomende info meegedeeld worden.
Randinfo: Wat gebeurt er praktisch in uitvoering van dit bericht?
Dit gebeurt normaliter rond 18u25.
Belangrijk hierbij is dat de resterende redder(s) aan de waterlijn exact om 18u30 dit duidelijk kenbaar
maakt/maken aan de eventueel resterende baders via :
- met het gezicht gericht naar de waterlijn, beide armen in de lucht steken en een kruis vormen,
typisch met hoorn in de ene hand en vlag in andere hand (=visueel signaal)
- enkele keren kort en krachtig op de hoorn blazen (=auditief signaal)
 De redder moet direct hierna vertrekken en mag dus niet aan de waterlijn blijven
wachten totdat alle baders uit het water zijn gegaan.
Indien de redder aan de waterlijn zou blijven staan kan mogelijks de indruk worden
gewekt dat de reddingsdienst nog operationeel is.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 40
4.4 Voorbeeld 4: (HOOFD)REDDER-BOOT
Bericht via portofoon:
Reddingsboot2 – Reddingsboot2 Hier Hoofdredder
Begeef je naar reddingspost CASINO voor interventie OVER
Antwoord:
Hoofdredder Hier reddingsboot2 : begrepen UIT
De reddingsboot begeeft zich naar reddingspost CASINO.
Eenmaal aangekomen :
Hoofdredder - Hoofdredder Hier Reddingsboot2
Ter plaatse en help met de interventie OVER
Reddingsboot2 Hier Hoofdredder
Begrepen OVER
Hier volgt OVER omdat er ongetwijfeld verdere communicatie zal volgen.
Eenmaal de interventie afgelopen is kan de hoofdredder de communicatie afsluiten met UIT.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 41
4.5 Voorbeeld 5: Communicatie bij een oefening
Bericht via portofoon:
VOOR OEFENING-OEFENING-OEFENING
Alle posten hier Reddingspost 3
Drenkeling ter hoogte van westelijke gele boei - redder gaat te water – vragen bootassistentie OVER
Antwoord:
Reddingspost 3 hier Hoofdredder : Voor oefening – oefening – oefening – Ik kom ter plaatseUIT
Reddingspost 3 hier Reddingsboot 1 : Voor oefening-oefening-oefening – Ik begeef me ter plaatse UIT
Andere reddingsposten mogen hier “Begrepen UIT” op antwoorden maar dit hoeft niet! De plaats van
de oefening is reddingspost 3 en enkel diegenen die van belang zijn voor de oefening hoeven hierin
mee te spelen. Alle posten wordt in deze gebruikt omdat iedereen zou weten dat er een oefening is op
reddingspost 3.
Verdere communicatie totdat de oefening afgelopen is wordt telkens voorafgegaan door :
“Voor oefening-oefening-oefening”
Eenmaal de interventie afgelopen is kan de hoofdredder de oefening afsluiten met :
Alle Posten – Alle Posten - Alle Posten hier Hoofdredder : einde oefening reddingspost 3 UIT.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 42
5.Specifieke situaties
5.1 Omgaan met agressie bij badgasten
5.1.1 Wat is agressie?
We spreken van agressie wanneer iemand andermans grenzen overschrijdt,
bewust schade berokkent of met woede probeert iets te bereiken.
Bij het omgaan met agressieve
mensen is de manier van
communiceren van belang,
omdat jouw gedrag een
reactie uitlokt bij de ander.
Door je eigen manier van
communiceren
goed
te
kennen (en te kiezen) kun je
beter omgaan met agressieve
mensen.
Omdat we tijdens de uitoefening van onze job als strandredder kunnen
geconfronteerd worden met mensen die agressief kunnen optreden, is het van
belang dat we ook hier weten hoe we in zo’n geval moeten optreden.
5.1.2. Inschatten van de situatie en aanpak:
 Het leren inschatten van een conflictsituatie is vanzelfsprekend iets wat in deze cursus niet kan
aangeleerd worden. Dit gaat immers gepaard met de eigenheid van ieder individu, zijn/haar
ervaring, zijn/haar persoonlijke instelling, enz…
 Wat we echter wel kunnen is jullie tips en trucs meegeven die jullie kunnen aanwenden wanneer je
ooit in zo’n situatie zou terecht komen.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 43
 Men kan, wanneer men met agressie geconfronteerd wordt, op verschillende manieren reageren:

De situatie ontwijken, zo snel mogelijk vermijden of zelfs vluchten
Als strandredder is dat laatste natuurlijk ‘not done’!

Probeer de agressie te doen afnemen, m.a.w. af te bouwen of om te buigen om
dan verder te praten
Als strandredder de meest plausibele oplossing!

Op een assertieve manier de agressor confronteren met zijn gedrag om de
agressie stop te zetten
Als strandredder niet aan te raden, omdat dit vaak kan leiden tot geweld
wat wij ten allen tijde moeten vermijden!
 Aanpak:
 Probeer steeds KALM te blijven en toon dat je de situatie controleert!
Probeer dit te doen zonder dit uiterlijk te laten merken.
 Roep hulp in van collega-redders, indien nodig vraag bijstand van de politie!
 Reageer steeds in overeenstemming met je taak als strandredder (m.a.w. ga niet
in op agressief gedrag!). Respecteer steeds de normen en waarden die eigen zijn
aan je job!
 Let op je non-verbale communicatie: oogcontact, mimiek, afstand, positie,
houding, handen en armen, zitten, ademhaling…
 Hou afstand!
 Grijp snel in en laat niet escaleren.
 Keer nooit je rug naar de agressor maar daag hem of haar ook niet uit!
 Probeer –als dat nodig is- een gesprek aan te knopen en reik eventueel een
oplossing aan.
 ZEKER NOOIT DOEN:
 Waarom-vragen
 Zelf dreigementen uiten
 In de verdediging gaan
 Jezelf boven de agressor proberen te plaatsen
 Denigrerende opmerkingen maken
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 44
5.2 Omgaan met drank en drugs bij badgasten
Alcohol- en drugsintoxicatie zijn één van de meest voorkomende oorzaken van verdrinking. Het
spreekt vanzelf dat iemand waarvan we het vermoeden hebben dat ze ofwel zat ofwel
drugsgeïntoxiceerd zijn, de toegang tot de zee zullen moeten ontzeggen!
Alcohol zorgt voor een daling van de lichaamstemperatuur en zal de zwemvaardigheid doen
afnemen. Samen met drugs zorgt alcohol ervoor dat je inschattingsvermogen volledig de mist
ingaat en je risico’s zult nemen die je anders nooit zou nemen.
Badgasten waarvan je ook maar het minste vermoeden hebt dat ze geïntoxiceerd zijn laat je nooit
ofte nimmer de zee ingaan! Dit zal je als redder alleen maar problemen opleveren!
Hou er wel rekening mee dat deze mensen soms agressief uit de hoek kunnen komen wanneer je
dat doet. Dan gelden vanzelfsprekend alle tips en trucs die we hiervoor in 5.1 al bespraken.
Word je echter op het strand geconfronteerd met overmatig drankgebruik en druggebruikers,
roep dan onmiddellijk de hulp in van de hoofdredder of zijn assistent!
Vaak zal hier politie aan te pas komen en daar kan jij je als bewuste strandredder niet mee
moeien aangezien je de badgasten moet bewaken die gaan zwemmen! Rapporteren behoort
echter wel tot één van jouw kerntaken dus blijf bij de situatie tot de hoofdredder het van je
overneemt.
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 45
Bijlage A – Woordenlijst
NEDERLANDS
AUF DEUTSCH
IN ENGLISH
EN FRANÇAIS
Anti-verdwaalarmbandje ein anti-Verlaufarmband
an anti-disappearance Bracelet un bracelet antidisparition
/ orientation bracelets
Baden en zwemmen
toegelaten
(Groene vlag)
Baden und
schwimmen sind
erlaubt (gestattet)
(Grüne Fahne)
Swimming and bathing
allowed
(green flag)
Baignade et nage
autorisées
(drapeau vert)
baden en zwemmen
gevaarlijk, drijvende
voorwerpen voorwerpen
verboden
(Gele vlag)
Baden und schwimmen
sind gefährlich,
aufblasbare
Gegenstände sind
verboten (untersagt)
(Gelbe Fahne)
Swimming and bathing
dangerous, no inflatables
allowed
(yellow flag)
baignade et nage
dangereuse, objects
gonflable interdits..
(drapeau jaune)
baden en zwemmen
verboden
(rode vlag)
Baden und Schwimmen Swimming and bathing
sind verboten (untersagt) prohibited
(Rote Fahne)
(red flag)
baignade et nage
interdites
(drapeau rouge)
Bewaakte badzone
Ein bewachten Zone
The surveilled swim zone
La zone surveillée
Onbewaakte badzone Ein Unbewachten
Zone
The non-surveilled swim
zone
La zone nonsurveillée
Boeien (gele)
Die Gelbe Bojen
The yellow buoys
Les bouées jaunes
Gevaarlijk
Gefährlich
Dangerous
dangereux
Golfbreker
Ein Wellenbrecher
A breakwater
Une brise-lames
Hoogwater
Die Flut / bei Flut
The tide is in / at high tide
La marée haute
Hulppost
Die Ambulanz (vom
Roten Kreuz)
First-aid post
Une poste de
secours
Laagwater
Die Ebbe / bei Ebbe
The tide is out / at low tide
La marée basse
Mirador of
Redderstoel
Ein Retterstuhl
The lifeguards chair
(tower /stand)
Une chaise de
sauveteur
Reddersboot
Das Rettungsboot
Lifeboat
Un bateau de
sauvetage
Redder
Der Retter
Lifeguard
Une sauveteur
Signalisatievlaggen
Die Signalfahnen
The beach warning flags
Les drapeaux de
signalisation
Golfbreker
Der Wellenbrecher
Groyne / breakwater
Une brise - l’ames
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 46
Toegelaten
Erlaubt
Authorised/allowed
autorisé
Verboden
verboten
forbidden
interdit
Vlag
Die Fahne / Flagge
Flag
Un drapeau
Vlieger
Ein Drachenflieger
Kite
Un cerf-volant
Zandbank
Die Sandbank
Sandbank
Un banc de sable
Zee
Das Meer
The Sea
La mer
Zeestroming
Die Meeresströmung
Current
Le courant de mer
HFST 2 – COMMUNICATIE
Pagina 47