Opleiding tot arbeidsdeskundig specialist Studiegids IVA opleiding en training 2015 Studenten die creatief en oplossingsgericht buiten de gebaande paden willen kijken, om het bedrijfsleven goed te kunnen bedienen. Kiezen voor IVA opleiding en training Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 4 Samenvatting verantwoording uren ............................................................................................... 4 Lesprogramma......................................................................................................................................... 5 MODULE 1: De arbeidsdeskundige in de rol van preventie adviseur ................................................. 5 MODULE 2: De arbeidsdeskundige in de rol van beoordelaar ............................................................ 6 MODULE 3: De rol van arbeidsdeskundige als begeleider .................................................................. 7 MODULE “4”: praktijk .......................................................................................................................... 8 Bijlage 1: uitwerking lesdagen ............................................................................................................... 10 Lesdag 1, 11, 24 Professionaliseren .................................................................................................. 10 Lesdag 2a Arbo- en re-integratiedienstverlening.............................................................................. 13 Lesdag 2b) Niosh ............................................................................................................................... 15 Lesdag 3 Duurzame inzetbaarheid .................................................................................................... 16 Lesdag 4, 18, 33 Communicatieve Bekwaamheden .......................................................................... 17 Dag 4: communicatie..................................................................................................................... 19 Lesdag 5 De invloed van organisaties op het voorkomen van (individueel) verzuim ....................... 22 Lesdag 6+, 11a Houding en beweging en fysieke belasting .............................................................. 23 Lesdag 7: Oplossingsgericht werken ................................................................................................. 26 Lesdag 8a: Rapporteren in b1-taal .................................................................................................... 27 Lesdag 8b, 20b, 30b: Intervisie .......................................................................................................... 28 Lesdag 9: Professionaliseren ............................................................................................................. 30 Lesdag 10: Ziekte en arbeidsongeschiktheid..................................................................................... 31 Lesdag 11a: Houding en beweging .................................................................................................... 32 Lesdag 11b: FML en de fysieke belastbaarheid................................................................................. 32 Lesdag 12 / 13: Sociale wetgeving .................................................................................................... 33 Lesdag 14a FML en de mentale belastbaarheid ................................................................................ 35 Lesdag 14b: Kennisniveau en belastbaarheid systemen ................................................................... 36 Lesdag 15 Communicatieve adviesvaardigheden ............................................................................. 38 Lesdag 15, deel 2 communicatieve adviesvaardigheden .............................................................. 38 Lesdag 16: Systeemleer en jobcarving .............................................................................................. 44 2 Lesdag 17 analyse functie en belasting in de taken .......................................................................... 46 Lesdag 18 Belasting-belastbaarheid in de praktijk ............................................................................ 48 Lesdag 19 passende arbeid en loonwaarde ...................................................................................... 50 Lesdag 20a en 30a Rapporteren........................................................................................................ 51 Lesdag 21 Professionaliseren ............................................................................................................ 53 Samenwerken vanuit je kennis als arbeidsdeskundige ................................................................. 53 Lesdag 22 Beïnvloeden van financiële aspecten van het verzuim .................................................... 55 Lesdag 23 AOV ................................................................................................................................... 57 Lesdag 24: Sociale wetgeving ............................................................................................................ 58 Lesdag 25 / 26 Psychische arbeidsongeschiktheid en re-integratie ................................................. 59 Lesdag 27+ Re-integratie ................................................................................................................... 63 Lesdag 28 Communicatieve vaardigheden........................................................................................ 65 Lesdag 29 ethiek ................................................................................................................................ 66 Lesdag 30: rapporteren ..................................................................................................................... 68 Lesdag 30: Intervisie .......................................................................................................................... 68 Bijlage 2: missie en visie van IVA O&T ................................................................................................... 69 Missie: ............................................................................................................................................... 69 Visie: .................................................................................................................................................. 69 3 Inleiding De keuze voor wijze van opleiden ligt in het verlengde van onze missie en visie (zie ook bijlage 2). Het werk van arbeidsdeskundige gaat verder dan een oordeel kunnen geven over de gevolgen van (dis)balans in belasting en belastbaarheid en de gevolgen voor het inkomen (de driehoek mens, werk en inkomen). Het kunnen analyseren van het feitelijke probleem en actief participeren met de klant vindt IVA O&T belangrijk. Om die reden wordt uitgebreid stil gestaan bij aspecten die van invloed kunnen zijn op de belasting en belastbaarheid en het inkomen en deze aspecten ook te kunnen benoemen. Daarmee levert IVA O&T betrokken arbeidsdeskundigen af, die creatief kunnen mee denken met de klant. Betrokkenheid is meer dan een mooi woord voor IVA O&T. IVA O&T is zelf betrokken in het werkveld van arbeidsdeskundigen: als opleidingsinstituut, maar IVA O&T heeft ook nauwe samenwerkingsverbanden met arbeidsdeskundige bedrijven. IVA O&T heeft niet als doelstelling om de meeste studenten arbeidsdeskundigen op te leiden, maar studenten op te leiden tot de beste arbeidsdeskundigen die met het geleerde een kwaliteit toevoegen op de arbeidsmarkt. IVA O&T werkt met docenten die naast hun expertise als docent werkzaam zijn in het kennisgebied waarin zij lesgeven, wat altijd gelieerd is aan een aspect van arbozorg. Daarmee zijn docenten op de hoogte van de laatste ontwikkelingen, maar ook betrokken docenten die hun kennis en ervaring vanuit hun betrokkenheid overdragen aan studenten. IVA O&T uit haar betrokkenheid in het lesprogramma, door expliciet aandacht te geven aan: - Professionaliseren en intervisie - Adviesvaardigheden en communicatie - Oplossingsgericht werken door te zien dat belasting niet alleen kan worden verkleind middels werkplekadviezen en (wettelijke) kaders een middel en niet het doel hoeven te zijn - Te onderwijzen in het kijken naar mogelijkheden van de mens, in het verlengde van zijn belastbaarheid Samenvatting verantwoording uren Onderwerp Arbeid en gezondheid Arbeid en organisatie Wetgeving Professionaliseren Facultatief TOTAAL CADO+ eisen Studiebelasting facultatief 250 Studiebelasting leerdoelen CADO+ 190 Stage 150 90 60 30 150 150 100 800 100 150 50 40 20 530 150 120 70 Tabel 1: verantwoording uren / thema Contactdagen Stage Literatuur Opdrachten EXLUSIEF EXAMEN & VOORBEREIDING 62 dagdelen in 30 dagen / 248 uur 120 uur 217 uur 189 uur 8 uur 18 uur Tabel 2: verantwoording uren, conform ECTS-normen 4 Lesprogramma MODULE 1: De arbeidsdeskundige in de rol van preventie adviseur In module 1 staat de rol van preventieadviseur centraal. In deze module leert de student: - Wat de normaalwaarde is voor gezond werken en hoe de klant daarover te informeren en adviseren; - Vanuit preventief oogpunt de werknemer duurzaam inzetbaar te houden; - Hoe fysieke en psychische klachten kunnen worden voorkomen door anders om te gaan met de arbeidsomstandigheden of belastbaarheid van het individu; - Te adviseren in begrijpelijke taal; - Verder te kijken dan de vraag en een goede analyse te kunnen maken van het daadwerkelijke probleem, zodat oplossingsgericht gewerkt kan worden. Lesdag 1a: Startdag / rol arbeidsdeskundige Lesdag 1b Professionaliseren / competenties - Werkopdracht 1 & 2 arbo- en re-integratie dienstverlening - werkopdracht 3 Niosh - werkopdracht 5Duurzame inzetbaarheid Communicatieve adviesvaardigheden De invloed van organisaties op het voorkomen van (individueel) verzuim Fysieke belasting - Werkopdracht 6 Oplossingsgericht werken Rapporteren / B1 taal - verwerkingsopdracht 4 Intervisie Lesdag 2a Lesdag 2b Lesdag 3 Lesdag 4 Lesdag 5 Lesdag 6+ (3 dagdelen) Lesdag 7 Lesdag 8a Lesdag 8b Henk van Ringen / Geriët van de Vis Henk van Ringen / Geriët van de Vis Jan Doornbusch Dick Belt Maaike de Haan Hans Jaspers Kim Brinkman Joost de Vaan / Jan Doornbusch Herman Gesink Jos Berkhout Elabo In deze module leer je om het individu binnen een organisatiesetting duurzaam aan de slag te houden. Middels kaders vanuit arbowetgeving, duurzame inzetbaarheid, werkscan en ergonomische hulpmiddelen leer je om praktisch te kijken naar mogelijke risico’s en hoe deze te verkleinen en om te buigen naar kansen en verbeteringen binnen het bedrijf. 5 MODULE 2: De arbeidsdeskundige in de rol van beoordelaar In module 2 staat de rol van beoordelaar centraal. In deze module leert de student: - Inzichtelijk te krijgen welk effect beperkingen en ervaren belemmeringen kunnen hebben op het dagelijks functioneren of / en in een werksituatie van een werknemer of ondernemer; - Inzichtelijk te maken wat nu belasting in de functie en de taken is en in welke mate dit van invloed is op het functioneren; - Aan de hand van kaders van de sociale wetgeving tot een werkbaar advies te komen voor mate van arbeids(on)geschiktheid; - Loonwaarde in praktijk vast te stellen; - Een advies te geven over mogelijkheden voor inzet in passend werk; - Te adviseren in begrijpelijke taal. Lesdag 9 Lesdag 10 Lesdag 11a Lesdag 11b Lesdag 12 / 13 Lesdag 14a Lesdag 14b Lesdag 15 Lesdag 16 Lesdag 17 Lesdag 18 Lesdag 19 Lesdag 20a Lesdag 20b Professionaliseren / competenties Verzuimleidraad en omgaan met privacy Ziekte en arbeidsongeschiktheid - werkopdracht 7 Houding en beweging FML en de fysieke belastbaarheid Sociale wetgeving FML en de mentale belastbaarheid Het kennisniveau van de mens Communicatieve adviesvaardigheden Systeemleer en jobcarving - Werkopdracht 8 Analyse functie en belasting in de taken - Werkopdracht 9 Belasting-belastbaarheid in de praktijk - Werkopdracht 10 Passende arbeid en loonwaarde Rapporteren Intervisie Geriët van de Vis Theo Buit Joost de Vaan Dick Belt Turgut Hefti Herman Foeken Maarten Brans Hans Jaspers Dick Belt Geriët van de Vis Gerrie Woltjer Geriët van de Vis Elabo Elabo In deze module leer je de belastbaarheid van de cliënt te vertalen naar mogelijkheden voor de cliënt. Ook wordt uitgebreid ingegaan op het in kaart brengen van belasting in het werk, functie en de taken. Met deze twee kennisgebieden wordt in deze module de vertaalslag gemaakt van het vaststellen van loonwaarde en arbeidsmogelijkheden. 6 MODULE 3: De rol van arbeidsdeskundige als begeleider In module 3 staat de rol van begeleider centraal. In deze module leert de student: - Hoe een plan voor re-integratie vorm gegeven en uitgevoerd kan worden; - Hoe het proces van re-integratie geregisseerd kan worden, op basis van kennis van arbeidsmarkt in de regio, evenals aspecten die plaatsingskansen beïnvloeden; - Aan de hand van arbeidsongeschiktheidspolissen tot een werkbaar advies te komen voor reintegratie en beïnvloeden van mate van arbeids(on)geschiktheid; - Wat de kennis en werkterrein is van arbeidsdeskundigen en hoe dit verreikt kan worden middels samenwerking met andere deskundigen; - Wat de meerwaarde is van de rol van arbeidsdeskundige binnen de begeleiding, rekening houdend met de ethische dilemma’s die daarbij een rol kunnen spelen; - Hoe de sociale wetgeving een middel of financiële stimulans voor zowel de werknemer als ondernemer een kan zijn om re-integratie te bevorderen; - Wat de invloed is van organisatieculturen op verzuim en re-integratie en hoe hiermee om te gaan; - Te adviseren in begrijpelijke taal. Lesdag 21 Lesdag 22 Lesdag 23 Lesdag 24 Lesdag 25 / 26 Lesdag 27+ (3 d.d.) Lesdag 28 Lesdag 29 Lesdag 30a Lesdag 30b Samenwerken vanuit je kennis als arbeidsdeskundige Professionaliseren / competenties Beïnvloeden van financiële aspecten van het verzuim - Werkopdracht 11 Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen - Werkopdracht 12 Aan de slag met sociale zekerheid - Kennistoets Psychische arbeidsongeschiktheid en reintegratie - Werkopdracht 13 Re-integratie in de uitvoering - Werkopdracht 14 Communicatieve adviesvaardigheden Ethische dilemma’s in je rol als arbeidsdeskundige Rapporteren - Werkopdracht 15 Intervisie Maarten Brans Geriët van de Vis Simon Klomp Peter van Ham Turgut Hefti Herman Foeken Loes Louwers Hans Jaspers Herman Foeken Elabo Elabo In deze module leer je alles over en rondom re-integratie: wat zijn re-integratiemodellen, wat kost en hoe beïnvloed je de kosten rondom re-integratie, hoe ga je als arbeidsdeskundige aan de slag in de re-integratie: zowel in de rol van uitvoerend re-integratieadviseur als regisseur van de re-integratie. 7 MODULE “4”: praktijk De stage heeft als doelstelling om het geleerde in de praktijk te herkennen en toe te passen en daarmee de vaardigheden als arbeidsdeskundige te vergroten. Van de stages dient een stageverslag gemaakt te worden. Daarbij dienen vijf arbeidsdeskundige schaduwrapporten te zijn opgesteld van de stages welke mee gelopen zijn bij een arbeidsdeskundige. Voor het meelopen van een onderzoek en het schrijven van een schaduwrapport worden twaalf stage-uren gerekend. Door IVA O&T wordt aan de studenten een digitaal format verstrekt voor het maken van het stageverslag. Voor het schaduwrapport kan gebruik worden gemaakt van de rapportageformat zoals deze door IVA O&T voor de lesdag rapporteren wordt aangereikt. De student dient in totaal 120 stage-uren in te vullen, in de volgende aandachtsgebieden: - Arbeid en gezondheid: 70 uur stage. Stage dient ingevuld te worden bij het UWV (claimbeoordeling), bij een verzekeringsarts, bedrijfsarts of medisch adviseur en bij een bedrijf in voorzieningen / aanpassingen. Daarbij dienen ten minste vijf stages bij een arbeidsdeskundige te worden gevolgd, werkzaam bij particuliere verzekeringsmaatschappij, arbodienst, grote werkgever of een arbeidsdeskundige die als zelfstandige werkzaam is. Tegen vergoeding kan via IVA O&T een stage bij Bartiméus in Ermelo aangevraagd worden. - Arbeid en organisatie: 30 uur stage. Stage dient ingevuld te worden bij gemeente, CWI en / of re-integratiebedrijven (bijvoorbeeld bijwonen IRO-aanvraag) en zo mogelijk bij arbeidsdeskundigen die in deze sector werkzaam zijn. Tegen een vergoeding kan een stageplaats bij de Maasgroep via IVA O&T aangevraagd worden. - Wetgeving: 20 uur stage. Stage dient ingevuld te worden bij een verzekeringsmaatschappij, UWV (toetsen re-integratie inspanningen), arbeidsjurist, adviseur arbeidsomstandigheden, arbeidshygiënist, veiligheidskundige en / of ergonoom . Vanuit IVA O&T worden twee stagedagen bij het UWV aangeboden. Tijdens en na afloop van ieder blok dient stage te worden gelopen. We gaan uit van het model Skillslab, waar in vier fases vaardigheden worden eigen gemaakt. Fase 1 de cognitieve fase bestaat uit beeldvorming, kennis en inzicht welke eigen gemaakt wordt in de modules 1 t/m3. Fase 2 is de oefenfase, fase 3 is de automatiseringsfase en fase 4 is de planningsfase. De student levert in de eerste maand van zijn opleiding een overzicht in van zijn stageplan, hoe en waar hij de stage-uren en accenten over de opleiding verdeeld, rekening houdend met de volgende aspecten: STAGE TIJDENS EN NA MODULE 1 / DE OEFENFASE In de oefenfase is de student in staat om van een cognitief schema naar een handelingsschema middels begeleide oefening en feedback te gaan. - Na afloop van deze module heeft de student een indruk van de diverse disciplines binnen de arbo- en re-integratiewereld. - De student is in staat om middels invulling van stage een advies te geven op gebied van arbeidsomstandigheden in relatie tot voorkomen van verzuim. 8 - De student beheerst deelaspecten van de arbeidsdeskundige vaardigheden in het bijzonder op gebied van werkplekonderzoek. Hiertoe heeft de student tijdens zijn stage-opdrachten een werkplekonderzoek bijgewoond of uitgevoerd en hiervan een rapport opgesteld. STAGE TIJDENS EN NA MODULE 2 / DE AUTOMATISERINGSFASE: In deze stages worden studenten gestimuleerd zodanig te oefenen dat een zekere mate van stabilisatie en generalisatie bereikt worden. - De student kan verschil tussen een oriënterend/inventariserend en beoordelend arbeidskundig onderzoek omschrijven. - De student kan verwoorden wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen de aangeleerde kennis en vaardigheden vanuit de theorie en hoe dit wordt gezien in de praktijk. De student kan daarbij bespreken hoe de handelwijze moet worden aangepast op de situatie in de praktijk. - De student oefent zijn vaardigheid door stages uit te voeren waarin hij gaat meewerken en / of gaat observeren en ten minste vier functies volledig heeft uitgewerkt in termen van belasting. - De student heeft van zijn stage bezoeken, ten minste een arbeidsdeskundige “schaduw”rapportages opgesteld. Daarin is terug te lezen: organisatorische aspecten in relatie tot het arbeidsdeskundig onderzoek, een functie-taak-analyse en de weging van belasting in relatie tot de belastbaarheid, met de daarbij horende conclusie en beschouwing. Tegen een vergoeding kan een stageplaats bij de Maasgroep via IVA O&T aangevraagd worden. STAGE TIJDENS EN NA MODULE 3 / DE PLANNINGSFASE In deze fase gaat de student aan de slag en dienen de technische, begeleidende en coördinerende aspecten geïntegreerd te worden. - De student kan aangeven wat het verschil is tussen diverse soorten onderzoeken door aan te geven welke handelingen / onderwerpen op dat moment aan de orde moeten komen. Daartoe heeft de student (onderdelen) van het arbeidsdeskundig onderzoek zelfstandig uitgevoerd en dit uitgewerkt in een arbeidsdeskundig rapport. - Hiertoe heeft de student ten minste vier afspraken met een arbeidsdeskundige bijgewoond. - Het integreren van de technische, begeleidende en coördinerende aspecten komt aan bod bij het uitvoeren van het onderzoek, waar zowel (technische) kennis, als communicatie als tijdsbewaking en dergelijke aan de orde komen. In deze stage dient expliciet (onderdelen van) een arbeidsdeskundig onderzoek zelfstandig te worden opgepakt, inclusief het schrijven van het arbeidsdeskundig rapport. Accent ligt daarbij op een volledige uitschrijving van de belasting in werk in relatie tot de belastbaarheid van het individu en het geven van een re-integratieadvies inclusief de loonwaarde. Aan het eind van module drie zijn er dan ook vier arbeidsdeskundige rapporten volledig uitgewerkt, conform het format zoals aangereikt door IVA O&T. Tegen een vergoeding kan een ervaringsplaats bij de Maasgroep via IVA O&T aangevraagd worden. EINDEXAMEN Het eindexamen bestaat uit een assessment, waarin de competenties (kennis, vaardigheden en houding) definitief worden getoetst. 9 Bijlage 1: uitwerking lesdagen Lesdag 1, 11, 24 Professionaliseren Doel De student kan diensten die in de driehoek van mens, werk en inkomen herkennen en daartoe de rol en mogelijkheden voor inzet van arbeidsdeskundige benoemen. De student kent de doelstelling van het NVVA en de gedragsregels van het SRA. Kan de verschillen en overeenkomsten tussen de instituten SRA, AKC en NVvA De student kan de eisen en voorwaarden voor certificering en registratie benoemen. De student kent de belangrijkste werkvelden waarbinnen de arbeidsdeskundig opereert De student kent de inhoud van de thema’s van het professioneel handelen en maakt inzichtelijk in welke mate hij daarin kwalitatief vaardig is, ten aanzien van: a. Competenties ontwikkelen b. Besluitvaardig c. Probleemanalyse De student is in staat om de opleiding volgens het vast gestelde lesrooster te volgen en tijdig zijn opdrachten af te ronden. Daartoe heeft de student een tijdsplan opgesteld, persoonlijke doelstellingen geformuleerd, prioriteiten gesteld, samenwerking en feedback gezocht en activiteiten ondernomen om dit plan te realiseren. De student heeft een persoonlijk competentiedossier leerdossier opgesteld, waarbij hij een analyse heeft gemaakt van zijn beginsituatie en zijn ontwikkelingen, waarbij hij kan aangeven waar zijn kwaliteiten als (beginnend) arbeidsdeskundige liggen en welke kwaliteiten en op welke wijze hij zich nog verder wil gaan ontwikkelen Inhoud Lesdag professionaliseren bestaat uit, behandelen van - Casuïstiek in de rol van respectievelijk preventieadviseur, beoordelaar, begeleider o Wat is de rol van de arbeidsdeskundige? o Wie zijn de partijen? Welke spelers heb je om je heen? - Inhoud van de thema’s van professioneel handelen in relatie tot persoonlijk competentie leerdossier - Bespreken voortgang professioneel handelen in relatie tot persoonlijk competentie leerdossier van de student (mentorgesprekken) - Doelstelling NvvA / gedragsregels SRA, in relatie tot eisen certificering / registratie Tijd Doorlezen syllabus: 4 uur Lesdag: 24 uur Uitwerking persoonlijk competentie leerdossier: 12 uur Uitwerken sociale kaart: 12 uur Materialen en bronnen Syllabus persoonlijk competentiedossier NVVA Powerpoint persoonlijk competentiedossier en professionaliseren IVA O&T 10 Opdrachten / activiteiten Vooropdracht: - Lezen syllabus persoonlijk competentiedossier - Invullen vragenlijst (voor lesdag 1) - Invullen persoonlijk competentie leerdossier (na dag 1, voor lesdag 11 en 24) Bij de start van de opleiding tot arbeidsdeskundige wordt jouw persoonlijk competentieprofiel in relatie tot het vak van arbeidsdeskundige vast gesteld. Hiervoor heeft IVA O&T een eigen professionaliseringsdocument ontwikkeld, wat afgeleid is van het beroepscompetentieprofiel van de NVvA. Dit beroepscompetentieprofiel is de basis van het beroep van arbeidsdeskundige. Voor de start van de opleiding is een vragenlijst ingevuld en opgestuurd, we gaan hier de 1e dag op in. Zo oefent de student al gelijk in een van de competenties uit het beroepscompetentieprofiel, n.l. competenties ontwikkelen in de loop van de opleiding komt het persoonlijk competentieprofiel een aantal keren aan de orde. Van de student wordt verlangd dat hij een Persoonlijk Competentie Leerdossier gedurende zijn opleiding bijhoudt. Dit dossier maakt deel uit van het examen. Afsluiting Werkopdracht 1: Persoonlijk Competentie Leerdossier Vanaf de eerste lesdag wordt een start gemaakt met het Persoonlijk Competentie Leerdossier. Hierin kies je voor het ontwikkelen van één of meer competenties van de arbeidsdeskundige zodoende houd je je eigen beroepsontwikkeling bij als arbeidsdeskundige i.o.. In de loop van de opleiding komen we hier op terug, namelijk bij de lesdagen professionaliseren / competenties, waar ook de individuele voortgangsgesprekken plaats vinden. De start van de opdracht bestaat uit het opstellen van jouw doelen voor het Persoonlijk Competentie Leerdossier, volgens bijgevoegd format. Deze staat ook op de USB stick. Dit dossier is onderdeel van het eindexamen en heeft de examinator inzicht in je leertraject/competentieontwikkeling gedurende de opleiding. Werkopdracht 2: Sociale kaart Maak een begin met jouw professionele documentatie “de sociale kaart”, die relevant is voor jouw werk als arbeidsdeskundige. Houd daarbij rekening met de kerntaken, die jij als arbeidsdeskundige verricht (dit kan verschillen) en de kennisvelden die jij met betrekking tot die kerntaken dient te beheersen. Met sociale kaart wordt in algemene zin gedoeld op een overzicht van organisaties en instellingen die zich bewegen op een bepaald sociaal maatschappelijk terrein. De reikwijdte van deze informatie wordt enerzijds bepaald door het beroepsdomein van de taak die wordt verricht of verricht moet worden (bepaald door de werkgever c.q. de opdrachtgever). Anderzijds moet worden gesteld, dat deze net zo smal of omvangrijk is als de AD vindt dat die moet zijn. Toelichting Als arbeidsdeskundige verricht jij werkzaamheden die een overlap vertonen met de activiteiten van andere beroepsbeoefenaren en instituten. In het kader van jouw professionalisering is het van groot belang: Dat je op de hoogte bent van het bestaan van en de werkwijze van deze beroepsbeoefenaren en instituten (inclusief de onderlinge relaties); 11 Dat je kunt aangeven op welke wijze dit de resultaten van jouw werk beïnvloedt en hoe je door jouw eigen inzet en interventie de andere beroepsbeoefenaren en instituten kunt (moet) beïnvloeden (dit uiteraard geredeneerd vanuit de rol of rollen die je dient te vervullen; dit kunnen de rollen zijn zoals ze beschreven zijn voor de AD functie van de UWV, maar het kunnen natuurlijk ook andere rollen zijn); Dat je zicht krijgt op datgene wat zich binnen de beroepsgroep afspeelt (denk aan methodieken, protocollen, gedragscodes e.d.) Door middel van deze opdracht krijg je inzicht in het netwerk wat je inmiddels hebt gevormd en hoe je dat in de toekomst verder kunt uitbreiden. De sociale kaart dient als bijlage bij het Persoonlijk Competentie Leerdossier worden gevoegd (zie werkopdracht 1). 12 Lesdag 2a Arbo- en re-integratiedienstverlening Doel • De student kan de arbo-wetgeving en andere relevante voorschriften (o.a. CAO’s, arbocatalogi, etc.) interpreteren en toepassen in het belang van het arbeidsdeskundig handelen. • De student kan het volgende benoemen: o Art. 3 tot en met 12 van de Arbeidsomstandighedenwet en art. 658 BW in relatie tot het recht op algemeen geaccepteerd werk, re-integratie in werk en eventueel compensatie bij arbeid gebonden letsel) o Het onderscheid benoemen tussen de Arbeidsomstandighedenwet en het Burgerlijk Wetboek, respectievelijk straf- en privaatrecht in verband met verlies van werk vanwege ziekte en/of gebrek en re-integratie in werk en compensatie van opgelopen schade. o De meerwaarde van een risico-inventarisatie en -evaluatie in verband met behoud van werk of re-integratie bij ziekte en\of gebrek. o De meerwaarde van de “gecertificeerde kerndeskundigen” voor het arbeidsdeskundig handelen in belang van de werknemer en de werkgever. • bronnen op het internet zoals bijv. "arboportaal” “overheid” en “Inspectie SZW” in verband met effectiviteit van het arbeidsdeskundig handelen. • De student kan een advies uitbrengen aan de werknemer en de werkgever waardoor verbetering of aanpassing van arbobeleid en/of ziekteverzuimbeleid bereikt wordt. • • De student weet welke type hulpmiddelen en / of deskundigen invloed hebben op de belasting (de waarden ten aanzien van geluid, trilling, klimaat, straling, licht kunnen meten) en weet hoe deze deskundigen in te schakelen zijn. De student weet wat de richtlijn is van de norm of wat kwaliteitseisen zijn over werk- en rusttijden, geluid, trilling, klimaat, straling, licht, gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en / of kan deze terug vinden en opzoeken. Inhoud Tijdens de lesdag zullen de opmerkelijke zaken uit de opdracht worden besproken en gerelateerd worden aan de syllabus en eventueel aangevuld worden met een uitleg. Dit omdat er een grote discrepantie blijkt te bestaan tussen de theorie en de praktijk waar een arbeidsdeskundige doorgaans mee te maken heeft. De student zal tijdens de lesdag geconfronteerd worden met diverse vormen van belasting die in arbeid veelvuldig voorkomen, zowel fysiek als mentaal, en die doorgaans zowel belemmerend werken op de inzetbaarheid als op de re-integratie van werknemers. De student zal deze leren inventariseren en leren evalueren/ beoordelen om uiteindelijk de grondbeginselen eigen te maken waarmee deze efficiënte maatregelen kan voorstellen, die de continuïteit van een werknemer in werk (al dan niet met een functionele beperking) garanderen. Daarnaast zal de student de grondbeginselen eigen maken waarop een werkplek voorziening/aanpassing afgedwongen kan worden, al dan niet met behulp van subsidiëring vanuit UWV of Overheid. Tijd Doorlezen syllabus: 4 uur Lesdag: 4 uur 13 Uitwerking opdracht: 8 uur Materialen en bronnen syllabus internet feedback van docent opgedane ervaringen Opdrachten / activiteiten • Bestudeer de syllabus “Arbowetgeving” waarin tevens is opgenomen ”Welzijn bij de arbeid”. • Toets het Arbo- en ziekteverzuimbeleid van het bedrijf waar je werkzaam bent aan de informatie die in de syllabus staat en noteer de eventuele verschillen. Trek vervolgens een conclusie en leg alles schriftelijk vast opdat de docent feedback kan geven voor dat de lesdag aanvangt. (Mocht je eigen bedrijf niet geschikt zijn, neem dan een ander bedrijf voor de opdracht.) Werkopdracht arbo- en re-integratiedienstverlening Beschrijf in maximaal 2 A4-tjes op welke punten jij de eerder getrokken conclusie eventueel bijstelt na het volgen van het college en beschrijf hoe jij, in je arbeidsdeskundige professie, de beginselen uit de Arbowet denkt te gaan gebruiken/toepassen. Afsluiting n.v.t. 14 Lesdag 2b) Niosh Doel De student kan een berekening maken van een tilsituatie, waarbij hij de NIOSH-techniek toepast. Daartoe kan hij: a. de ergonomische normen ten aanzien van staand werk benoemen b. de ergonomische normen ten aanzien van fysiek belastend werk uiteenzetten c. vanuit eigenschappen van de mens (fysiek en perceptie mentaal) werkplekken inrichten en/of aanpassen Inhoud Theorie Niosh-methode; vergelijking met tillen uit de FML en Niosh. Casus Niosh: een tilhandeling wordt gesimuleerd en cursisten maken een berekening. Ergonorm: gebruik van het softwareprogramma “ergonorm” bij beeldschermwerk, staand werk en Niosh. Voorbespreking werkopdracht. Tijd Doorlezen syllabus : 2 uur Lesdag: 4 uur Werkopdracht: 10 uur Materialen en bronnen Syllabus Ergonomie Software programma Ergonorm Beamer; white board/flip-over Opdrachten / Activiteiten Vooropdracht: Lees de syllabus ergonomie door Afsluiting Werkopdracht: Niosh Beoordeel een werkplek waarbij tilarbeid plaats vindt conform Niosh; stel verbeteringen voor; Bespreek de verbeteringsvoorstellen met de betrokkene of de werkgever van betrokkene; Kwantificeer de verbeteringen middels een hernieuwde Niosh-berekening. Beoordeling werkopdracht door de docent + cijfer. De beoordeling wordt schriftelijk teruggekoppeld. 15 Lesdag 3 Duurzame inzetbaarheid Doel Studenten kunnen vanuit preventief oogpunt mee denken over het aan het werk houden van mensen; De student kan benoemen welke aspecten, naast belasting in het werk en belastbaarheid van de persoon, van invloed zijn op het aan het werk blijven. Inhoud Uitleg van Duurzame inzetbaarheid aan de hand van het Huis van Werkvermogen en de Werkscan Tijd Voorbereiding: 8 uur Lesdag: 8 uur Materialen Module huis van werkvermogen Module Werkscan Opdrachten - Lees beide modules door - Maak een Werkscan van jezelf Afsluiting n.v.t. 16 Lesdag 4, 18, 33 Communicatieve Bekwaamheden Doelen lesdag 4: • • • • De student kan drie verschillende gespreksmodellen benoemen. De student herkent eigen verbale en non-verbale communicatie en kan dit toepassen in een gesprek en zijn communicatie zo nodig aanpassen om misverstanden of conflicten te voorkomen. De student kent de definities en kan deze in een gesprek toepassen, van: o BOB o Transactionele analyse De student is in staat om een gesprek te voeren, waarbij volgende elementen terug te zien zijn: o De student gaat een dialoog aan, waarbij hij BOB-model adequaat toepast. o De student past zijn gespreksniveau aan, aan zijn gesprekspartner. Hij sluit daarbij zowel aan op rationeel, emotioneel en intentioneel niveau als op inhouds- / betrekkingsniveau. o De student is in staat om de juiste toon en bewoordingen te kiezen, passend bij zijn gesprekspartner. Subdoelen:A.Willen, voelen, denken en gedrag (doen) in communicatieve relaties AD’n: 1. Begrijpen het verband tussen behoeften, gevoelens, gedachten en gedrag in communicatieve relaties met hun gesprekspartners 2. Zijn vaardig in het achterhalen van de redenen waarom gesprekspartners verbaal of nonverbaal boos, bang, teleurgesteld of tevreden zijn 3. Kunnen gesprekspartners stimuleren om hun gevoelens te gebruiken om haalbare en uitvoerbare opties te bedenken en uit te voeren zodat zij hun problemen oplossen en doelen halen 4. Kunnen vastlopende gesprekken met hun gesprekspartners weer vlot trekken 5. Kunnen weerstand/tegenwerking van gesprekspartners ombuigen naar samenwerking 6. Weten wanneer verder werken met hun gesprekspartners/cliënten geen zin heeft en verwijzen deze gesprekspartners/cliënten door naar andere hulpverleners of functionarissen 7. Kunnen bij zichzelf bepalen welk aandeel zij hebben (gehad) in een vastlopend gesprek en leren daarvan 8. Kunnen hun gedrag bijstellen in een vastlopend gesprek zonder het contact met zichzelf of de gesprekspartner te verliezen 9. Zijn in staat om inhoudelijke informatie uit te wisselen en tegelijk het effect daarvan te observeren bij hun gesprekspartners 10. Kunnen hun gedrag zowel inhoudelijk als procesmatig bijstellen op basis van de reacties van hun gesprekspartners zonder zijn doelstellingen uit het oog te verliezen B. Drie kernfasen in gesprekken AD’n: 1. Kennen de drie fasen van een gesprek met gesprekspartners/cliënten: informatie verzamelen (beeldvorming, contact maken), het maken van afspraken door middel van goed overleg (contract afsluiten) en het uitvoeren van afspraken. 2. Kunnen doelgerichte vraaggesprekken (interviews) uitvoeren zodat zij een voldoende beeld van de problematische (werk)situatie van hun gesprekspartner/cliënt hebben 3. Kunnen op basis van het beeld over de gesprekspartner/cliënt hun eigen visie, opvatting en oordeel geven over het probleem van de gesprekspartner/cliënt en de doelgerichte opties die kunnen bijdragen aan de oplossing van cliënt’s probleem 4. Kunnen slecht nieuws gesprekken doelgericht uitvoeren 5. Kunnen adviesgesprekken doelgericht uitvoeren 17 6. Kunnen onderhandelingsgesprekken doelgericht uitvoeren 7. Kunnen op een lijn komen met hun gesprekspartner/cliënt op basis waarvan afspraken gemaakt worden over wat de AD en de cliënt gaat doen 8. Kunnen op basis van de gemaakte afspraken met cliënt het gedrag van de cliënt in de uitvoering van de gemaakte afspraken evalueren, confronteren, sanctioneren of eventueel de gemaakte afspraken bijstellen 9. Kunnen negatieve en positieve erkenning geven aan de gesprekspartner/cliënt op het goede moment met het doel cliënt’s gedrag in de goede richting te bekrachtigen C. Het activeren van het probleemoplossend vermogen van en nemen van verantwoordelijkheid door de gesprekspartner/cliënt AD’n: 1. Zijn in staat om de verantwoordelijkheid van de gesprekspartner/cliënt voor het doelgericht oplossen van zijn problemen bij de cliënt te laten en niet over te nemen door te gaan Redden of Aanklagen. 2. Kunnen cliënten die een hulpeloze zielige Slachtoffer rol op zich nemen prikkelen om zelf volwassen en logisch na te denken en te handelen 3. Weten het onderscheid tussen Redden en behulpzaamheid, tussen Aanklagen en duidelijk zijn en tussen Slachtoffergedrag en kwetsbaarheid 4. Zijn in staat om aan het begin van het gesprek duidelijkheid te geven over doel, werkwijze, aanpak en onderwerpen van het gesprek zodat cliënt weet waar hij aan toe is 5. Kunnen cliënten/gesprekspartners positief confronteren met de ineffectiviteit van hun gedrag waardoor problemen onopgelost blijven 6. Kunnen een opkomende escalatie van negatief gedrag tijdig signaleren en reduceren. 7. Kunnen in gesprekken congruent blijven en hun binnenkant op acceptabele wijze naar buiten brengen richting gesprekspartners/cliënten 8. Kunnen inschatten welke reactie zij het best kunnen geven richting cliënt om de samenwerking tussen AD en cliënt te bevorderen 9. Kunnen duidelijk grenzen aangeven aan cliënt over wat wel en niet acceptabel is voor de AD 10. Kunnen onder stressvolle omstandigheden zichzelf blijven en een adequaat gesprek voeren 11. Kunnen hun eigen behoeften, gevoelens en gedachten zo uiten dat de samenwerking met cliënt gehandhaafd blijft. 12. Kunnen hun non-verbale en verbale uitingen op elkaar afgestemd houden in gesprekken 13. Kunnen in gesprekken voor een open, veilig en ondersteunend klimaat zorgen. Opzet lesdag: - Theorie wordt afgewisseld met oefeningen, waarbij theorie in rollenspellen wordt toegepast. - Zie bijlage 1 Tijd: Voorbereiding: lezen 12 uur, vooropdracht 2 uur, (stage)opdrachten nav lesdag: 10 uur Lesdagen: 24 uur Materiaal: Hans Jaspers: Anderen stimuleren en jezelf motiveren Tijdens de les wordt gebruik gemaakt van flapover Opdrachten (zie bijlage 2) Vooropdracht … Maken van een schriftelijke toets bij aanvang / einde lesdag 18 Spelen van rollenspelen, waarbij rol van arbeidsdeskundige, cliënt en observator wordt gewisseld. Feedback aan de hand van observatielijst Dag 4: communicatie Voorstellen. Docent stelt zichzelf voor en deelnemers (oefening 1) interviewen elkaar in groepjes van twee over wie ben je, wat doe je, wat is moeilijk voor je in communicatie, wat wil je leren en wat vind je vervelend als er zou gebeuren tijdens deze twee dagen. De interviewer vat de antwoorden samen van de geïnterviewde in de na de interviews volgende plenaire bijeenkomst. Duur: circa 30 min, afh. van de grootte van de groep. 1. Uitleg kolom van de schakelbak: uitvoeren van overeengekomen afspraken tussen AD en cliënt inclusief onderhandelen Bij dit onderdeel komt antwoord op de vraag hoe te handelen als een cliënt zijn afspraken niet nakomt en dit niet aan overmacht is toe te schrijven. De vaardigheden van confronteren, positief en negatief sanctioneren en grenzen stellen door de AD, evalueren en het eventueel bijstellen van de gemaakte afspraken worden dan uitgelegd. Ook het verschil tussen kunnen (denken en doen) en willen (behoeven en voelen) wordt duidelijk gemaakt. In een onderhandelingsoefening kunnen deze vaardigheden toegepast worden. Zoals gezegd komt bij dit onderdeel ook het onderhandelen aan de orde: 1. Positioneel onderhandelen uitmondend in een compromis waarin het maximaal haalbare resultaat 50% is voor beide partijen 2. Probleemoplossend onderhandelen waarin partijen hun doelen en belangen voor 100% halen ook al lijken de verschillen tussen partijen onoplosbaar. Bij dit onderdeel worden de studenten zich bewust van: Welke factoren altijd een rol spelen bij het oplossen van verschillen door onderhandelen (klimaat, regie, flexibiliteit, het object van onderhandelen) Welke stappen en criteria noodzakelijk zijn om tot succesvol probleemoplossend onderhandelen te komen Welke stijlen onderhandelaars kunnen hanteren bij het onderhandelen en hoe daar op te reageren Het altijd te verkiezen is eerst met probleemoplossend onder handelen te beginnen, lukt dat niet dan overschakelen naar compromissen. Duur: 30 minuten Oefening : onderhandelen waarbij in drietallen een oefening wordt gedaan, twee partijen hebben belang bij de aankoop van een product waarvan er maar een is en geen twee. Dat nodigt uit tot een strijd maar is helemaal niet noodzakelijk. De derde deelnemer zit er weer als observator bij. De opdracht is dat partijen een oplossing vinden waar zij beiden tevreden over zijn. Duur : 20 minuten, docent is telkens enkele minuten aanwezig bij de groepen en geeft aanwijzingen. Daarna plenaire nabespreking en discussie 19 Duur : 20 minuten Daarna brengen de studenten zelf hun stijlen in kaart die zij volgen bij het omgaan met verschillen en het oplossen ervan door onderhandelen. Dit doen zij door een meetinstrument in te vullen waarin zij hun patroon van verschillende na elkaar volgende stijlen zichtbaar maken aan de hand van percentielscores. Als zij klaar zijn wordt de betekenis van het patroon uitgelegd en wordt dit in verband gebracht met de drama- en winnaarsdriehoek. Duur: 25 min. 1. COMMUNICEREN ONDER STRESS 2. Wat is stress? Behandeling van wat stress is (stressoren, stressreactie en stresseffecten) en welke effecten stress heeft op het functioneren van mensen inclusief hun arbeidsvermogen. Een van de effecten is dat stress vroeger ontstane overlevingspatronen activeert en het beperkende invloed heeft op het gedrag van mensen waardoor zij in een ongezonde afhankelijkheid schieten. Dat neemt vaak weerstand met zich mee tegen het doelgericht oplossen van problemen waar cliënten nu voor staan als het om ziekte, gebreken en arbeidsvermogen gaat. De studenten leren hoe zij het best passend kunnen reageren op deze stress en de overlevingsmechanismen die stress oproept. In het kort komen de overlevingsmechanismen aan de orde zodat studenten deze ook beter leren observeren en een bast passend gedrag kunnen kiezen in hun communicatie. Deze onderwerpen zijn vrij confronterend voor de studenten die daardoor ook nog beter gaan zien welk aandeel zij hebben in een stroef lopend gesprek. Duur: 45 minuten. Lunch: 60 minuten 3. Communiceren in een stressvolle situatie Om een stressvolle situatie te scheppen waaronder toch gecommuniceerd moet worden start ik een oefening (oefening ) waarin mondeling examen gedaan moet worden. Na een korte uitleg wordt een mondelinge stressvolle examensituatie nagespeeld waarin de rollen van een examinandus, een examinator en een procesbegeleider worden ingevuld. Deze oefening is plenair zodat de anderen daar ook van kunnen leren. Duur van de oefening circa 20 minuten. Nabespreking neemt circa 15 minuten. Daarin wordt in gegaan op de disfunctionele neigingen in het communiceren onder stress van de deelnemers. Vaak wil er nog een ander drietal de examenoefening doen De deelnemers leren veel om hun gedrag onder stress adequaat te houden: Geef antwoord op vragen en draai er niet om heen Vraag om verduidelijking als een vraag vaag is Geef aan dat je soms last hebt van de non-verbale toon of mimiek waarmee een vraag gesteld wordt Toets of je een vraag of de bedoeling van een ander goed begrepen hebt waar dat nodig is 20 Vraag waar nodig even bedenktijd als je in je geheugen moet zoeken naar de juiste informatie Zeg ook als je een antwoord niet weet Presenteer je zelf als een duidelijke en overtuigende aankomend AD met een eigen identiteit Wees duidelijk in je bedoelingen (persoonlijk, maatschappelijk) met jouw AD werk Hou contact met jezelf en de ander in stressvolle situaties Vraag om een time-out als de spanning blokkerend gaat werken 4. Functionele ego posities in stressvolle communicatieve situaties Behandeld worden een vijftal ego posities van waaruit mensen positief kunnen communiceren in stressvolle situaties: Kritische ouder die grenzen aangeeft, duidelijk en assertief is Zorgende ouder die behulpzaam is en niet betuttelend Volwassene die logisch, realistisch doelgericht nadenkt en plannen maakt en uitvoert Aangepast kind die voor adequate aanpassing zorgt in de realiteit van nu Vrij kind die creativiteit, spontaniteit en innovatie inzet. Ook komt aan de orde wanneer activatie van welke ego positie het best passend is en hoe het contact tussen AD en cliënt weer hersteld kan worden als het mis is gegaan. Oefening: om zojuist genoemde beter in de vingers te krijgen wordt er een plenaire oefening gedaan waarbij een student een probleem inbrengt en dat samen met een ander uitspeelt. Zowel vanuit de groep als van de docent volgen dan aanwijzingen die het verbeteren van vaardigheden ondersteunen. Duur: 25 minuten. Evaluatieformulieren uitdelen en invullen: 10 min. 21 Lesdag 5 De invloed van organisaties op het voorkomen van (individueel) verzuim Doel • De student kan werkdruk inzichtelijk maken aan de hand van de Werkscan. • De student kan de meerwaarde van de Werkscan in relatie tot een preventief instrument uitleggen. • De student is in staat om verzuimkosten te berekenen die voortkomen uit verzuimcijfers. Inhoud In de ochtend wordt uitgebreid stil gestaan bij theoretische modellen en de Werkscan. In de middag gaat men praktisch aan de slag bij het maken van een analyse van een bedrijf. Hierbij wordt ingegaan op hoe kenmerken van de organisatie (organogram, cultuur, medewerkersopbouw, functiebelasting, communicatie) en arbobeleid, verzuim en re-integratie (RI&E, verzuimbeleid, verzuimcijfers, begeleiding arbodienst en derden) te beïnvloeden zijn. Tijd Voorbereiding: 10 Lesdag: 8 uur Materialen en bronnen Werkscan Internet: www.kieconsultancy.nl Opdrachten / Activiteiten - Lees vooraf de syllabus door Vooropdracht: Oriënteer op (je eigen) bedrijf en neem hiervan de volgende gegevens mee: - Organogram, - Kenmerken van medewerkers (bedenk zelf wat relevant is en wat je aan gegevens kan krijgen) - Functieprofielen - Communicatiebeleid / richtlijnen - RI&E - Verzuimcijfers - Protocollen en contracten aangaande arbobeleid Afsluiting In de les wordt aan de hand van een casus de Werkscan en een analyse toegepast. 22 Lesdag 6+, 11a Houding en beweging en fysieke belasting Doel Doelen De student heeft inzicht in de verschillende soorten fysieke belasting ervaren en inzicht in de gevolgen van bepaalde soorten fysieke belasting op het ontstaan van klachten aan het bewegingsapparaat. De student weet welke methoden bestaan om vormen van fysieke belasting te kwantificeren en te beoordelen. De student heeft inzicht in de principes van belasting en belastbaarheid Welke methoden zijn er om het risico ten gevolge van fysieke belasting te kwantificeren. De student krijgt inzicht on de relatie tussen fysieke belasting en klachten aan het bewegingsapparaat. De student heeft inzicht in de relatie tussen fysieke activiteit, fysieke fitheid en gezondheid. De student weet wat het model van Bouchard en Shephard inhoudt. Kan een computerwerkplek instellen op een individueel persoon De student kent het effect van arbeidsmiddelen en weet hoe deze in te zetten is om de belasting te verlagen. Competenties Competenties zullen aan de orde komen binnen de verschillende thema’s. Op verschillende manieren kun je tijdens het practicum de benodigde beroepscompetenties (aan)leren. te denken valt aan: Samenwerken Mondelinge en schriftelijke communicatie Analyse (probleemanalyse) Besluitvaardigheid Inhoud Een arbeidsdeskundige is specialist op het gebied van mens, werk en inkomen. Wanneer deze drie factoren met elkaar in evenwicht zijn, zal iemand meestal lekker in zijn vel zitten. Wanneer de balans verkeerd uitslaat, kan een arbeidsdeskundige ideeën en maatregelen aandragen waarmee het evenwicht hersteld kan worden. Tot de taken van de arbeidsdeskundigen behoren onder andere: het bepalen van de mate van arbeids(on)geschiktheid, vaststellen van het verlies aan arbeidsvermogen en de beoordeling van het resterende arbeids- en verdienmogelijkheden. Middels dit practicum willen wij de toekomstige arbeidsdeskundige meer kennis en vaardigheden aanbieden op het gebied van fysieke belasting. In dit practicum staat de vraag centraal: "hoe krijgt de arbeidsdeskundige, ter onderbouwing van zijn beoordelingen, meer inzicht in de zwaarte van fysieke belasting.” Tijdens deze twee dagen vindt het practicum Fysieke belasting plaats. Gedurende dit practicum kunt u diverse aspecten van fysieke belasting zelf ervaren en de belasting beoordelen op basis van algemeen geaccepteerde criteria (bijvoorbeeld NIOSH methode bij het tillen). De uitkomsten van het practicum worden vertaald naar arbeidsgeschiktheid en interventies. Het theoretische kader richt zich vooral op de onderbouwing van duurbelasting, energetische belastbaarheid en normen en grenzen van belastbaarheid. 23 Dagindeling Dag 6 (drie dagdelen) Ochtend: Presentatie Het nieuwe werken irt beeldschermwerk Casussituatie: EMG analyse bij instellen werkplek Plenaire bespreking Lunch: Presentatie productergonomie Rondgang ergonomie studio Middag: Presentatie energetische belasting Praktijk bepalen fysieke belastbaarheid irt fysieke fitheid Plenaire bespreking Avond: Presentatie kort cyclische arbeid, tillen en dragen Praktijk subjectieve beoordeling van fysieke belasting Plenaire bespreking Dag 14 Uitleg houding- en bewegingsapparaat en de daaruit voortkomende belastbaarheidskenmerken Terminologie belasting en belastbaarheid in relatie tot het houding- en bewegingsapparaat Werkwijze Door middel van practica, casuïstiek, literatuur en discussie krijgt u ervaring met en inzicht in diverse aspecten van fysieke belasting. Door toepassing en uitwerking van casuïstiek uit uw dagelijkse praktijk wordt een koppeling gemaakt tussen eigen praktijk en de theoretische onderbouwing. Tijd: - Lezen en schrijven van vooropdracht: 12 uur - Lestijd: 16 uur - Werkopdracht: 10 uur Materialen en bronnen Literatuurlijst Contact, G. Zakboek fysieke belasting. Kerckebosch. November 2013. Peereboom KJ, Langen de NCH. Handboek Fysieke belasting. Een complete methode voor het inventariseren en oplossen van knelpunten. Zesde herziene versie editie 2012. Kuiper C, Heerkens Y, Balm M, Bieleman A, Nauta N. Arbeid en Gezondheid. Preventie, behandeling en re-integratie. Een handboek voor paramedici. Houten 2005. Diehl PJ, Stoffelsen JM. Vitaliteit en arbeid in 100 vragen. Kluwer 2007. Diehl PJ, Stoffelsen JM, Wijlhuizen E. Handboek vitaliteit. Vitale medewerkers hebben recht op een vitale organisatie. Kluwer 2008. Lange de AH, Heijden van der BJIM. Een leven lang inzetbaar. Duurzame inzetbaarheid op het werk: interventies, best practices en integrale benaderingen. Mei 2013. 24 Websites http://www.arbokennisnet.nl/images/dynamic/Dossiers/Fysieke_belasting/D_Tillen_kracht_zetten.p df https://www.fnvbondgenoten.nl/themas/Veilig_en_gezond_werken/lichamelijke_belasting/ http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gezond-en-veilig-werken/fysieke-belasting http://arbeidsbelasting.arbozone.nl/artikelen/energetische-belasting http://assortiment.bsl.nl/files/38e65a0b-f2fe-494d-a427-abbfbbc76970/h1.pdf Opdrachten Vooropdracht Doorlezen: - Contact, G. Zakboek fysieke belasting. Kerckebosch. November 2013. - Peereboom KJ, Langen de NCH. Handboek Fysieke belasting. Een complete methode voor het inventariseren en oplossen van knelpunten. Zesde herziene versie editie 2012. Afsluiting Werkopdracht 6: Na de lesdag bezoek je een bedrijf en beschrijf je een werkplek waar fysiek belastende factoren aan de orde zijn, beschrijf de belastende(risico) factoren, de mogelijkheden de belasting in de functie te verminderen en de mogelijkheden van inzet van ergonomische hulpmiddelen en eventueel aanpassen van de werkplek. 25 Lesdag 7: Oplossingsgericht werken Doel De student kan benoemen wat de effectiviteit van (verander)processen in organisaties is en wat dit voor het individu kan betekenen. De student kan dit toepassen in een situatie zoals de cliënt die zich wenst. Vanuit het Structura Model zijn de volgende doelen te omschrijven: Kennis van het Structura Model (analyse) en de invloed van de velden op het proces Belang van visie strategie en mensbeeld, en de relatie tot de persoonlijke ontwikkeling en de bedrijfsontwikkeling Kennis van BOB beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming en signaleren, confronteren en corrigeren Kennis van organisatie en communicatiestructuur Kennis van de cliënten: voorbijgangers, klagers, probleemhouders en zelfstandigen Inhoud Algemeen: De “Solution-Focused Therapie” is ontwikkeld door Steve de Shazer en Insoo Kim Berg van het Brief Family Therapie Centre in Milwakee. De aandacht is vooral gericht op het versterken van wat er al goed is en op het ontdekken en versterken van eigen krachten. Verder gaat deze methode er vanuit dat elke klant de oplossing van zijn probleem in zich draagt. Oftewel zij zijn de expert. Lesdag: In de lesdag leren studenten de basisprincipes van oplossingsgericht werken toepassen. In de lesdag komt de therapie aan bod evenals oefeningen en rollenspellen. Uitgangspunt daarbij is de praktijksituatie van de studenten. Tijd Voorbereiding: 4 uur Lesdag: 8 uur Materialen en bronnen Youtube: De Solution-focused therapie Boek: het Structura Model www.structura-Academie.nl Opdrachten / Activiteiten Vooropdracht 1: Ter voorbereiding moet de student een case uit de praktijk meenemen. Bijvoorbeeld een klant die niet wil bewegen, zichzelf niet als probleem ziet. Vooropdracht 2: Omschrijf je persoonlijke ambitie/passie o Geef aan of die past in je huidige werkkring, waarom wel en waarom niet Afsluiting Met een vraag: Wat heb jij toegevoegd aan de ontwikkeling van je bedrijf waar je werkt? Wat is jouw veranderbehoefte? Deze eigen reflectie is gelijk aan de reflectie van cliënten 26 Lesdag 8a: Rapporteren in b1-taal Doel • De student is in staat om zowel mondeling als schriftelijk - in B1-taal - een samenvatting te geven van het bedrijf, functie en de gevoerde gesprekken. • De rapportage voldoet aan de richtlijnen van de privacy wetgeving en de wensen en verwachtingen die gecreëerd zijn bij de klant Inhoud In de les wordt uitleg gegeven over • het begrip B1-taal • Wet op Bescherming Persoonsgegevens in relatie tot rapporteren Tijd Doorlezen syllabus en rapporten: 8 uur Lesdag: 4 uur Werkopdracht: 8 uur Materialen en bronnen • Uit syllabus rapporteren: richtlijn begrijpelijk schrijven voor de arbeidsdeskundige Opdrachten / Activiteiten Vooropdracht • Lezen syllabus • Lees een vijftal arbeidsdeskundige rapporten door: o Bedenk wat de overeenkomsten en verschillen zijn ten aanzien van deze rapportages. o Bedenk hoe de leesbaarheid is en hoe is omgegaan met de uitvoering van de Wet op Bescherming Persoonsgegevens. Afsluiting Verwerkingsopdracht • In de les wordt een voorbeeld rapport uitgereikt, herschrijf het rapport zodanig dat deze voldoet aan de normen van B1-taal en Wet op Bescherming Persoonsgegevens. 27 Lesdag 8b, 20b, 30b: Intervisie Doel De student is in staat om geleerde kennis toe te passen aan de hand van casuïstiek, waarbij zij kunnen uitleggen óf en welke rol de arbeidsdeskundige in dat geval kan innemen. Inhoud Lesdag 8: Aan de hand van een organisatieprofiel gaan studenten groepsgewijs aan de slag, waarbij zij aan het eind van de intervisiebijeenkomst een advies geformuleerd hebben over: “de gezondheid” van het bedrijf, op gebied van organisatiekenmerken en arbo- en verzuimbeleid De “gezondheid” van de werknemers, op basis van begrippen vanuit Duurzame Inzetbaarheid en / of Werkscan Een passend advies om de gezondheid van individuele werknemers te beïnvloeden, waarbij kennis van arbobeleid, duurzame inzetbaarheid, aanpassingen van werkplek / omstandigheden en oplossingsgericht werken wordt mee genomen. Lesdag 20 In een workshop belasting – belastbaarheid wordt een casus van een supermarkthouder uitgewerkt. - In een eerste ronde krijgen studenten informatie over de openingstijden van een supermarkt, een opsomming van de taken binnen en buiten openingstijden en een globale omschrijving van de kenmerkende belastbaarheid van de verzekeringsnemer/supermarkthouder. Op basis hiervan dienen zij (in groepjes) aan te geven welke verdere aanvullende gegevens gewenst zijn om te kunnen komen tot een goede beoordeling van werkbelasting in relatie tot belastbaarheid c.q. het bepalen van de mate van arbeidsongeschiktheid. - In een tweede ronde krijgen zij informatie over de tijdsbesteding behorende bij een aantal werkzaamheden en krijgen zij een nadere uitleg over het gebruikte beoordelingssysteem m.b.t. de belastbaarheid. Op grond hiervan dienen zij een functieomschrijving met logisch gerangschikte taken van de supermarkthouder op te stellen. Tevens dienen zij, op basis van een uitwerking van werkbelasting in relatie tot belastbaarheid, een uitspraak te doen of en in welke mate er sprake is van uitval in taken. (N.b. toepassing 7-klassensysteem) - In een derde ronde krijgen studenten aanvullende informatie over het bedrijf. Op basis van die informatie moeten zij gemotiveerd aangeven of via taakverschuiving en/of organisatie aanpassing de mate van arbeidsgeschiktheid in positieve zin beïnvloed kan worden. Bij de terugkoppelingen tussen de rondes door en aan het einde komen onder meer aan bod: de verschillende systemen van belasting-belastbaarheid, schatten in onzekerheid, hoe werkzaamheden logischerwijs te groeperen tot taken en het belang van consensus met verzekerde. Lesdag 30 In een workshop re-integratie wordt een re-integratie van zowel een zelfstandig ondernemer als een medewerker in loondienst uitgewerkt. Daarbij dient de student - Het onderscheid te maken tussen de werknemer en ondernemer qua verzekeringen en mogelijke verzekeringspolissen 28 - Een plan van aanpak met re-integratietraject voor een casus uit te werken. Tijd Voorbereiding: 3 x 8 = 24 uur Lestijd: 12 uur Materialen en bronnen Syllabus en materialen van de gevolgde module Opdrachten / Activiteiten De intervisie is een afrondende groepsopdracht, waarbij geleerde wordt gekoppeld aan casuïstiek. De student dient ter voorbereiding de lesdagen en materialen die aan bod gekomen zijn tijdens de module vooraf doornemen. Afsluiting n.v.t. 29 Lesdag 9: Professionaliseren Zie beschrijving bij lesdag 1, waarbij in lesdag 9 een dagdeel specifiek aandacht wordt besteedt aan de verzuimleidraad: Doelstelling verzuimleidraad De student kent de doelstelling van het NVVA en de gedragsregels van het SRA. o Kan de verschillen en overeenkomsten tussen de instituten SRA, AKC en NVvA benoemen. Kan aangeven waar de verzuimleidraad voor staat. o Kan aangeven waar de verzuimleidraad en de gedragsregels elkaar raken. De student kent de inhoud van de thema’s van het professioneel handelen en maakt inzichtelijk in welke mate hij daarin kwalitatief vaardig is, ten aanzien van: Ondernemend gedrag i. Kan zelf de doelstellingen van de opdracht formuleren ii. Begrijpt hoe hij collega’s , samenwerkingspartners en opdrachtgevers aan op gedrag en aanpak bespreekbaar kan maken. iii. Combineert activiteiten die met elkaar samenhangen iv. Maakt een realistische planning en voert deze uit v. Signaleert kansen en risico’s en weegt deze zakelijk af Ethisch en integer handelen i. Geeft aan wat nodig is voor een goed advies, mondeling, schriftelijk of anders ii. Bewaakt de eigen professionele rol in complexe situaties, waarin diverse belangen spelen. iii. Laat een onbevooroordeelde houding zien, zowel verbaal als non-verbaal iv. Gaat effectief om met feedback\Handelt volgens de gedragscode, wanneer er sprake is van een ethisch dilemma\Maakt onafhankelijke keuzes en laat zich niet beïnvloeden door opdrachtgever of andere partij v. Beschrijft het doel, de taak en positie van de arbeidsdeskundige\Reflecteert op het eigen beroepsmatig handelen Inhoud Toepassen verzuimleidraad aan de hand van casuïstiek Tijd + 8 uur: lezen verzuimleidraad Materialen en bronnen Verzuimleidraad (zie www.arbeidsdeskundigen.nl) Opdrachten / Activiteiten Lees voorafgaand aan de lesdag de verzuimleidraad door Afsluiting Tijdens de les worden opdrachten gemaakt om de verzuimleidraad praktisch toe te passen. 30 Lesdag 10: Ziekte en arbeidsongeschiktheid Doel • De student kan aangeven wat het verschil is tussen ziekte en arbeidsongeschiktheid. • De student kan voor de meest voorkomende aandoeningen verklaren wat de belemmerende factoren van (toekomstig) functioneren kan zijn. • De meest voorkomende aandoeningen zijn bijvoorbeeld de top 5 aandoeningen: hart- en vaatziekten, artrose, borstkanker, respiratoire aandoeningen en depressie. • De student is in staat om beperkingen af te leiden die voortkomen uit o hart, longen en vaten o hersenen en zenuwstelsel o spijsverteringsstelsel o zintuigen De student kan concreet maken welke beperkingen cq belemmeringen cliënten ervaren, in het dagelijks functioneren. Inhoud Het individu en fysiek / mentale klachten aan de hand van: • Ziektebeleving • Verzuimgedrag • Richtlijnen en interventies volgens STECR / NVAB / AKC / … • Tijdscontingent vs klachtencontingent re-integreren • Regie modellen op verzuim (eigen regie model) Specifiek betreft het de beperkingen en mogelijkheden, voortkomend uit klachten: • Hart, longen en vaten (UWV richtlijnen urenbeperking? Daarin mee nemen?) • Hersenen en zenuwstelsel (NPO daarin mee nemen?) • Spijsverteringsstelsel • Zintuigen Tijd Voorbereiding: 20 uur Lesdagen: 8 uur Opdracht: 10 uur Materialen en bronnen - syllabus arbeid en gezondheid Opdrachten / Activiteiten Vooropdracht: lees de syllabus door Neem de module van e-learning met de bijbehorende opdrachten door Afsluiting Werkopdracht: ziekte en belastbaarheidsprofiel Er worden je een tweetal ziektebeelden of klachtenpatronen per mail toegezonden. Maak over deze gegeven ziektebeelden / klachtenpatronen een FML op en motiveer de door jou aangegeven scores. 31 Lesdag 11a: Houding en beweging Zie omschrijving lesdag 6 Lesdag 11b: FML en de fysieke belastbaarheid Doel De student kan van een functie in de praktijksituatie de fysieke belasting beschrijven, in termen van mate, duur of frequentie, conform de items van een belastbaarheidsprofiel (zoals bijvoorbeeld het FML). a. Kent de definities van de verschillen items uit de rubrieken IV en V, dynamische en statische aspecten. b. Weet hoe de belasting per item beoordeeld moet worden. Inhoud In het werkveld van de arbeidsdeskundige is het belangrijk dat de toekomstige beroepsbeoefenaar de definities en de interpretatie van de termen in de belastbaarheid herkent en kan toepassen. Per item wordt stilgestaan bij de definitie en hoe door de arbeidsdeskundige te scoren; ingegaan wordt op de overwegingen die een arts heeft bij het scoren van de belastbaarheid. Bij relevante items wordt gewezen op de verschillen tussen statische en dynamische belasting (bijvoorbeeld buigen en gebogen actief zijn) Met behulp van scenes uit de video inpakster worden diverse items getoond. Voorgaande wordt afgewisseld met video clips uit de bouw, een distributiebedrijf, wegwerkzaamheden waarbij cursisten zelf aangeven welke kenmerkende items in beeld gebracht worden. Besproken wordt hoe de relatie ligt tussen een input-output analyse (productiegegevens) en de belasting, met name in geval de frequentie van belang is. Casus: cursisten scoren aan de hand van een video op het item Tillen. Tijd Doorlezen syllabus: 4 uur Lesdag : 4 uur Materialen en bronnen Syllabus CBBS Diverse videofragmenten White board/ Flip over; Beamer Opdrachten / activiteiten Lees de syllabus CBBS door Afsluiting Geen verdere afsluiting 32 Lesdag 12 / 13: Sociale wetgeving Doel: De student weet wie wanneer aanspraak heeft op een AAW/WAO/WAZ-uitkering De student weet wat een ZW-uitkering is, wat de voorwaarden voor toekenning zijn, wat de hoogte van de uitkering is en wat de duur van de uitkering De student weet wat een WW-uitkering is, wat de voorwaarden voor toekenning zijn, wat de hoogte van de uitkering is en wat de duur van de uitkering is De student kent de definities en doelstelling van het begrip o maatmanfunctie o restverdiencapaciteit o arbeidshandicap o SFB o bezwaar en beroep De student weet wat de verschillen tussen een IVA- en een WGA-uitkering voor werkgever zijn als een werknemer volledig arbeidsongeschikt is De student weet wat een WGA-uitkering is, hoe hoog deze uitkering is en vanaf welk moment je deze uitkering kunt aanvragen De student weet wat een IVA-uitkering is, hoe hoog deze uitkering is en vanaf welk moment je deze uitkering kunt aanvragen De student weet welke eisen WvP aan de re-integratie inspanningen van werknemer en werkgever stelt De student kan rechten en plichten benoemen die voortkomen uit de wetgeving rondom verzuim en re-integratie De student weet wat een WWB-uitkering, een Wajong-uitkering en een WSW-indicatie is De student weet wie er tot de doelgroep van de Participatiewet hoort, wie aanspraak kunnen maken op uitkering en re-integratie ondersteuning De student weet hoe de ontslagprocedure via de Kantonrechter en UWV werkbedrijf verloopt De student weet wat een vaststellingsovereenkomst is Inhoud les: Tijdens lesdag wordt besproken wat: - de voorwaarden zijn om voor een AAW/WAO/WAZ-uitkering in aanmerking gebracht te worden - de voorwaarden zijn om voor een ZW-uitkering in aanmerking gebracht te worden - de voorwaarden zijn om voor een WW-uitkering in aanmerking gebracht te worden - de begrippen maatmanfunctie, restverdiencapaciteit, arbeidshandicap, SFB en bezwaar en beroep betekenen - welke verschillende financiële consequenties de WGA- en IVA-uitkering voor een werkgever hebben - de voorwaarden zijn om voor een WGA- of IVA-uitkering in aanmerking gebracht te kunnen worden - De student weet wat een deskundigenoordeel is, wie waar het deskundigenoordeel kan aanvragen en wat de kosten van een deskundigenoordeel - een deskundigenoordeel is, wie het deskundigenoordeel uitvoert en wat de kosten zijn - welke eisen de Wet verbetering poortwachter aan de re-integratie inspanningen van werknemer en werkgever stelt - welke eisen de Wet verbetering poortwachter stelt en wat de rol van het UWV is - de voorwaarden zijn om voor een Wajong-uitkering, WWB-uitkering en WSW-indicatie in aanmerking te kunnen komen 33 - Tijd: - wat de voorwaarden zijn om voor ondersteuning vanuit de Participatiewet in aanmerking te kunnen komen hoe de ontslagprocedure via de Kantonrechter en UWV werkbedrijf verloopt welke kenmerken de vaststellingsovereenkomst is, wanneer het wel en niet kan worden ingezet en wat de voor- en nadelen voor werknemer en werkgever kunnen zijn voorbereiding: 28 uur lesdagen: 2 x 8 uur en 1 x 8 uur casuïstiekbespreking Materialen en bronnen: - Praktische informatie over sociale zekerheid (Kluwer) - Arbeidsrecht voor de professional - Handboek wet verbetering poortwachter - Internetsites, waaronder www.werk.nl Opdrachten en activiteiten: - Bestudering Praktische informatie over sociale zekerheid (Kluwer) - Bestudering Handboek wet verbetering poortwachter - Bestudering verschillende internetsites - Bestudering Arbeidsrecht voor de professional - Maken van vooropdracht Vooropdracht Sociale wetgeving: - Bestudeer uit Praktische informatie over sociale zekerheid voor aanvang van het cursusonderdeel de volgende hoofdstukken: 1, 3, 4, 5 en 17. - Neem daarnaast globaal de hoofdstukken 11, 12, 13, 14 en 15 door. Vooropdracht arbeidsrecht Vooraf globaal doorlezen uit Arbeidsrecht voor de professional van M. van de Graaf: Hoofdstuk 2: volledig, behalve 2.6 t/m 2.9 Hoofdstuk 3: volledig Hoofdstuk 5: volledig Hoofdstuk 6: volledig Hoofdstuk 7: volledig Hoofdstuk 9: volledig Hoofdstuk 12: volledig Hoofdstuk 13: volledig Hoofdstuk 14: volledig Hoofdstuk 18: volledig Afsluiting: - Volg tenminste 2 stages waarin sociale wetgeving en/of arbeidsrecht een rol spelen. 34 Lesdag 14a FML en de mentale belastbaarheid Doelen: Kan de begrippen van de FML, voor categorie I en II – persoonlijk en sociaal functioneren uitleggen (wat de normaalwaarde is) en kan afwijkingen / beperkingen van deze begrippen opzoeken en toepassen. De student kent het nut en de betrekkelijkheid van de FML en andere formaliseringen van de belastbaarheid De student kan een voorbeeld aangeven, waarin de wisselwerking tussen de belasting in arbeid en mentale belastbaarheid in relatie tot gezondheid voorkomt. De student kan aan de hand van een voorbeeld van een cliënt met psychische problemen uitleggen wat dit voor invloed heeft op het dagelijks leven. Inhoud Dagprogramma Inventariseren leerwensen. Wat vinden ze moeilijk, wat willen ze straks beter in de vingers hebben. En wat maakt dat het moeilijk is voor ze ? ik verwacht dat we dan veel krijgen over de FML bij re- kwesties, zowel WVP als spoor 2. Bespreken van de diverse rollen en soorten opdrachten van een arbeidsdeskundige Bespreken van een beslishulp om te kijken hoe precies en letterlijk de belastbaarheidsgegevens moeten worden gebruikt Bespreken hoe het er bij de diverse artsen aan toe gaat Toelichting zoektocht naar wijsheid (de paradigmagroep, de inzetbaarheidslijst) Zelf vaststellen wat voor jouw klant concentratie / deadlines etc precies is. Oefenen op elkaar, vooral in open doorvragen. Geef eens voorbeelden van wat heel moeilijk was en wat heel makkelijk was. Wat maakte, etc. Hoeft niet met alle categorieën, ze kiezen zelf welke de moeilijkste is De definities uit de FML doornemen in de categorieën 1 t/m 7 uit rubriek 1 en 6 t/m 9 plus 12 uit rubriek 2. Wat is er moeilijk ? Casussen doen. Van mij en eventueel van hen. De mijne zijn uitgeschreven arbeidsdeskundige rapportages. Tijd: Voorbereiding / lezen syllabus FML: 8 uur Lesdag: 4 uur Materiaal : syllabus en handout. De FML en bijbehorende toelichting Afsluiting: Tijdens de les worden regelmatig opdrachten gegeven. Hiermee kunnen de docent en de student het leerproces bewaken. 35 Lesdag 14b: Kennisniveau en belastbaarheid systemen Doelen De student kan het nut en de meerwaarde van een belastbaarheidsprofiel, zoals het FML uitleggen. De student kan een drietal criteria benoemen (eigen werk, passend werk en gangbare arbeid) waarop arbeidsongeschiktheidsbeoordelingen worden gebaseerd. De student kan minimaal tweetal belastbaarheidsystemen noemen, zijnde FIS en FML. De student kan minimaal 3 belangrijke verschillen benoemen tussen FIS en FML. De student kent de verschillende onderwijsniveaus en/of kan deze opzoeken. De student kan het opleidingsniveau bepalen aan de hand van de gevolgde opleiding en werkervaring. De student kan de functie van het CBBS bij een claimbeoordeling uitleggen. De student weet hoe het CBBS is opgebouwd en kan daarbij concreet een aantal kenmerken benoemen zoals omvang functiebestand, SBC, maatmanloon en arbeidsongeschiktheidscriterium. De student weet hoe de resterende verdiencapaciteit wordt vastgesteld en wat daarin de toegevoegde waarde van de arbeidsdeskundige is bij de professionele eindselectie. Subdoel: a) De student kan in navolging van doel 3 het verschil aangeven tussen een werknemer en een zelfstandig ondernemer qua wijze van beoordeling van arbeidsongeschiktheid. b) De student kan in termen van FIS en FML uitleggen wat belasting in arbeid betekent. c) De student kan aan de hand van een praktijkopdracht de belasting in een functie scoren/weergeven in termen van FIS of FML in termen van mate, duur en frequentie. De student weet daarbij ook wat een normaalwaarde is. Inhoud Eerst algemene uitleg over waar belastbaarheidsystemen voor zijn bedoeld en door wie ze worden ingevuld. Daarbij wordt tevens uitgelegd dat beoordelingen ten aanzien van arbeidsongeschiktheid op meerdere dimensies toepasbaar zijn: eigen werk, passend werk en gangbare arbeid. Ook wordt daarbij het verschil uitgelegd tussen een werknemer en een zelfstandig ondernemer. Daarna volgt een uitleg over het bepalen van passende arbeid en waarom het belangrijk is dat de arbeidsdeskundige daarbij het functieniveau vast kan stellen. Bij het bepalen van het functieniveau worden 3 dimensies beoordeeld namelijk opleidingsniveau, zelfstandigheid en probleemoplossend vermogen. Het gemiddelde van die 3 dimensies (op een schaal van 7) bepaalt het functieniveau. Daarbij wordt globale uitleg gegeven over het onderwijssysteem in Nederland met daarbij alle voorkomende onderwijsniveaus. Vervolgens moeten studenten in een concrete casus het functieniveau bepalen van een beroepsbeoefenaar kijkend naar de drie eerder geschetste dimensies. Vervolgens wordt uitleg verstrekt over het FIS en de relevante kenmerken van dit systeem. Er wordt toegelicht wat binnen het FIS belasting in arbeid betekent. Door middel van een praktijkopdracht gaan studenten in drie tot vier groepjes van drie tot vier de werkbelasting in termen van mate, duur en frequentie scoren van een bepaalde functie die zij (menen te) kennen. Na uitleg over het FIS, volgt informatie over de FML en de relevante kenmerken van dit systeem. Er wordt stil gestaan bij de verschillen tussen de twee systemen. Er wordt toegelicht wat binnen de FML belasting in arbeid betekent. Door middel van een praktijkopdracht gaan studenten in drie tot vier 36 groepjes van drie tot vier de werkbelasting in termen van mate, duur en frequentie scoren van een bepaalde functie die zij (menen te) kennen. In het laatste deel van de lesdag wordt aandacht besteed aan het CBBS, dat een hulpmiddel is bij het vaststellen van de mate van arbeidsongeschiktheid op basis van het criterium gangbare arbeid. Er wordt onder meer stil gestaan bij onderwerpen als: - hoe het CBBS wordt gevuld met functies - de omvang, opbouw, kenmerken en onderhoud van het functiebestand - invoer door verzekeringsarts en arbeidsdeskundige (selecteert onder meer het arbeidsongeschiktheidscriterium) - SBC - geautomatiseerde voorselectie, ordening, professionele eindselectie en daarbij behorende begrippen als resterende verdiencapaciteit, mediane loonwaarde en bepaling van de mate van arbeidsongeschiktheid Tijd voorbereidingsuren: 4 contacturen: 4 Materialen en bronnen 2 Syllabi over CBBS/FML en FIS. Een drietal casussen binnen het lesonderdeel die betrekking hebben op het vaststellen van het functieniveau, het scoren van belasting in termen van FIS en het scoren van belasting in termen van FML. White board/ Flip over Opdrachten en activiteiten n.v.t Afsluiting n.v.t. 37 Lesdag 15 Communicatieve adviesvaardigheden Doel: • De student weet welke processen / activiteiten er kunnen spelen in (groeps)gesprekken en vergaderingen, zoals besluitvorming, conflicthantering, onderhandelen en presenteren en weet deze te herkennen en benoemen. • In het gesprek formuleert de student een standpunt cq arbeidsdeskundige visie en verdedigt deze op basis van goede argumenten. Dag vijftien Zoals in de eerste dag is overeengekomen wordt het programma vervolgd met als eerste de vraag of er nog vragen, opmerkingen of aanmerkingen zijn naar aanleiding van de eerste dag zowel qua inhoud als naar proces/presentatie. Meestal komen er nog vragen waarvan de beantwoording circa 15 minuten vergt. Lesdag 15, deel 2 communicatieve adviesvaardigheden 1. Overeenkomen programma Mede op basis van interviewresultaten wordt een programma overeengekomen tussen docent en deelnemers over: welke inhoud aan de orde komt, op welke wijze de inhoud aan de orde komt, doelstellingen (te leren vaardigheden), oefeningen, discussie, en onderwerpen als ieder zorgt goed voor zichzelf, is zijn eigen leider, mag verkennen en experimenteren met nieuw gedrag, hoe meer fouten je maakt hoe beter, hoe meer je vraagt hoe meer je krijgt, etc. Achterliggend doel hiervan is de deelnemers op een veilige manier te prikkelen tot actieve deelname. Dat lukt omdat het programma aansluit op wat ze willen leren. En wat deelnemers meestal niet willen is een zoveelste herhaling van de klassieke communicatielessen (slecht nieuws, interviewen, etc.) die ze eerder in hun opleiding meermalen hebben gehad. In deze IVA opleiding worden klassieke gesprekstypen wel geraakt en gaat het meer om een verdieping van wat er aan de binnenkant gebeurt bij gesprekspartners, de mate waarin zij dat op welke wijze naar buiten brengen verbaal en non-verbaal, hoe de binnenkant meer op tafel te krijgen (zodat er geen geheimen onder tafel blijven) en hoe daar dan mee om te gaan. Ook het communiceren met lastige lieden komt duidelijk aan bod. Duur: circa 20 min. 3. BASISMODEL OVER HET VERBAND TUSSEN BEHOEVEN,VOELEN, DENKEN EN DOEN IN RELATIE TOT DE CONTEXT EN DE RELATIE DAARVAN MET DE EERSTE KERNFASE IN EEN GESPREK (SCHAKELBAK): INFORMATIE VERZAMELEN EN BEELDVORMEN (BEELDVORMING). DE FASEN OP EEN LIJN KOMEN MET CLIENT (OORDEELSVORMING) INCLUSIEF AFSPRAKEN MAKEN EN 38 UITVOERING VAN AFSPRAKEN INCLUSIEF EVALUEREN, CONFRONTEREN, SANCTIONEREN EN BIJSTELLEN (BESLUITVORMING) KOMEN LATER AAN DE ORDE. In de behandeling van het basismodel worden studenten zich onder anderen ervan bewust dat: behoeften de motor vormen van gedrag doelen een operationele vorm van behoeften zijn gevoelens (boos, bang, verdriet, blij, lichamelijk pijnvrij zijn, walging en verassing/verwondering) vooral ontstaan omdat er behoeften achter zitten gevoelens mensen signaleren dat er met een achterliggende behoefte of doel iets aan de hand is gevoelens gebruikt moeten worden om het probleemoplossend denkvermogen aan te zetten om plannen te maken die uitvoerbaar en haalbaar zijn gegeven de situatie waarmee wij onze doelen kunnen halen en voldoening kan ontstaan problemen altijd een emotionele component hebben die het moeilijk maakt om in beweging te komen gemaakte plannen kunnen uitvoeren die tot voldoende voldoening leiden. zij niet verantwoordelijk zijn(schuldig zijn, de oorzaak zijn) voor het gedrag, de gedachten en gevoelens en behoeften van de ander maar dat zij daar wel invloed op kunnen nemen het in contact blijven met zichzelf en de ander van essentieel belang is het voortdurend observeren van de betekenis die een interventie van de Ad heeft voor de ander van groot belang is Vanuit dit basismodel wordt duidelijk gemaakt dat de eerste kernfase uit de schakelbak (informatie verzamelen) van groot belang is om de problemen, klachten, onzekerheden, doelen, etc. van cliënten in kaart te brengen op het niveau van willen, voelen, denken en doen (gedrag). Dit dmv positief aansluiten, open vragen stellen, samenvatten. Als beeld duidelijk is dan pas komen met de eigen visie van de AD op de moeilijkheden van cliënt. Tijdsbeslag: 50 min. Oefening 2: studenten gaan in drietallen aan de slag. Een iemand brengt een probleem in dat hij of zij heeft en niet weet hoe dat nu aan te pakken. Een ander is de gesprekspartner en die poogt om het probleem samen met de ander boven tafel te krijgen en de ander aan te zetten om daar zelf over na te denken en opties te bedenken voor een aanpak. De derde deelnemer observeert aan de hand van een observatieschema het proces en houdt bij wat er gebeurt. Als het gesprek vastloopt dan mag dat stil gelegd worden om te bespreken wat er nu wanneer mis is gegaan. Daarbij heeft de observator een stevige rol en kan hij goed bijdragen aan het gesprek. Dan gaat het officiële gesprek weer door maar anders, nl. in de lijn van wat net besloten en besproken is. Als docent zit ik bij elk groepje een tijdje erbij en geef dan ook terugkoppeling. Vrijwel altijd gaat het mis in gesprekken omdat er voorbij wordt gegaan aan gevoelens (en achterliggende behoeften) die in het gesprek doorschemeren. Het aansluiten daarop vinden deelnemers moeilijk omdat ze bang zijn dat de ander dan denkt dat zij het dan met hem eens zijn of dat er dan een niet meer te hanteren situatie ontstaat. Geen van beiden kloppen. Het gaat erom dat de ander zich begrepen voelt ook in emotioneel opzicht. Tijdbeslag: 45 min. Daarna plenaire bespreking van de resultaten en het proces ernaar toe. En ook van wat de deelnemers bij zich zelf ontdekt hebben. Andere deelnemers leren daar ook van. En het stimuleert de deelnemers tot verdere verwerking en verankering van de leerstof. En het doet recht aan de 39 leerstijlen van Kolb omdat theorie, oefenen, experimenteren, discussie en evaluatie van de leerstof allen aan de orde komen. Tijdsbeslag: circa 30 minuten. Ergens tussendoor als er behoefte aan is een korte pauze van 15 minuten. Ook geeft de behandeling en uitleg van leerstof veel reden tot vragenstellen en kleine tussendoor discussies hetgeen zeker 25 minuten neemt. Lunchpauze: circa 60 min. 4. STAGNATIE IN GESPREKKEN (WEERSTAND, TEGENWERKING BIJ AD EN CLIENT) EN HOE DEZE OM TE BUIGEN NAAR SAMENWERKING( TEGEN DE ACHTERGROND VAN HET BASISMODEL WILLEN, VOELEN, DENKEN EN DOEN) , MEDE IN RELATIE TOT DE TWEEDE KERNFASE VAN DE SCHAKELBAK: OP EEN LIJN KOMEN. Het op een lijn komen tussen Ad en cliënt is een lastige opgave. De kans bestaat dat escalatie plaats vindt, dat het gesprek stagneert, dat er veel gejamaar plaats vindt, dat cliënt bedreigend wordt, dat AD en cliënt het niet eens worden, etc. Via de stappen inventariseren, prioriteren en alternatieven leren AD’n op een lijn te komen met cliënt. Hier komen slecht nieuwsgesprekken en adviesgesprekken kort aan de orde. Studenten worden zich ervan bewust dat: gelijkwaardigheid tussen partijen van groot belang is het negatief veroordelen, verwijten en doordrukken of het negatief betuttelen van cliënten door de AD niets oplost en vooral tot vermoeidheid leidt het duidelijk zijn van en het grenzen stellen door de AD structuur geeft aan het gesprek met de cliënt zodat die ook veel beter weet waar hij of zij aan toe is als een doel van een cliënt onhaalbaar of onacceptabel is voor de AD dit niet wil zeggen dat de behoefte opgegeven moet worden door een cliënt maar uitnodigend gebruikt kan worden door de AD om cliënt te stimuleren na te denken welke andere doelen nog meer passen bij de behoefte empathie, eigen identiteit van de AD zelf en cliënt en flexibiliteit van groot belang zijn voor het wel slagen van een gesprek verschillen in referentiekader tussen AD en cliënt gezien en gebruikt kunnen worden om tot betere oplossingen te komen die en voor AD en voor cliënt acceptabel zijn cliënten die tegenwerken vaak in de drama driehoek verzeild zijn geraakt en of een hulpeloze of een bloed onder de nagels zuigende betekenis hebben voor de AD en hoe hij daar het best op kan reageren het scheppen van een veilig en open klimaat een vereiste is voor een succesvol gesprek Duur: 30 min. Oefening 3: aan de hand van een uitgeschreven casus uit de praktijk gaan de studenten in drietallen een rollenspel oefening doen waarin de een de AD, de ander de cliënt en de derde de rol van observator op zich neemt. In dit gesprek is het de bedoeling dat kernfase 1 en 2 uit de schakelbak wordt toegepast en dat het probleem van de cliënt duidelijk wordt, welke achterliggende doelen en gevoelens een rol spelen, dat de Ad de cliënt stimuleert na te denken over opties om het probleem op te lossen en dat AD en cliënt het eens worden en op een lijn komen. Duur: 45 min. 40 Daarna plenaire nabespreking over resultaat en proces waarbij ik ook mijn eigen input lever omdat ik bij elk groepje een tijdje observeer. Duur: 25 min. a. Uitleg Dramadriehoek In de terugkoppeling die ik geef n.a.v. oefening 3 komt ongezonde afhankelijkheid tussen Ad en cliënt aan de orde via de rollen Aanklager, Redder en Slachtoffer en wat de effecten daarvan zijn: vermoeidheid, veel energieverlies, geen doelen halen en geen problemen oplossen. Ook krijgen de deelnemers begrip voor het feit dat en waarom mensen in een drama kruipen. Behalve het leren observeren van dramagedrag bij zichzelf als Ad en bij de cliënt leren deelnemers nog meer hoe uit dit drama te blijven en hoe de cliënt hieruit te halen. Duur: 35 min. Oefening 4: een vergelijkbare oefening als oefening 3 met dezelfde doelen maar dan met een heel ander soort problematiek en waarin drama meer aan de orde komt. Duur: 30 min. Plenaire nabespreking over proces, resultaten, wat deelnemers ontdekt hebben, en inbreng van mijn eigen observaties Duur: 20 min. 4.2. Uitleg winnaarsdriehoek Hierin komt aan de orde wat mensen beter in de plaats kunnen zetten van de dramatische rollen Aanklager, Redder en Slachtoffer: duidelijkheid, grenzen stellen, assertiviteit, behulpzaamheid en open zijn t.a.v. eigen gevoel en behoeften/doelen. Samenwerking krijgt dan meer kansen waarin partijen goed aan gesloten zijn op elkaar en problemen doelgericht leren en kunnen oplossen. Duur: 20 min. Inmiddels is het dik tijd en is de energie gewoon op. Ook omdat studenten geconfronteerd worden met hun eigen aandeel in moeilijk verlopende gesprekken. Einde dag 1. Bijlage 2: Items bij onderwijsdoelen cursusonderdeel communicatie. Bij doel A1 en A2 1. Emoties: a. Signaleren mensen dat er iets aan de hand is met achterliggende doelen en behoeften b. Kunnen het sein geven om probleemoplossend na te denken ten einde plannen te maken waarmee achterliggende doelen gerealiseerd kunnen worden. Geef het juiste antwoord: A. Het onder a genoemde is juist, het onder b genoemde is onjuist B. Het onder b genoemde is juist, het onder a genoemde is onjuist C. Het onder a en b genoemde is onjuist D. Het onder a en b genoemde is juist. Bij doel A4 en A5 41 2. Als de spanning in een gesprek oploopt en het gesprek stagneert wat kun je dan het beste doen om te de-escaleren? A. B. C. D. Negeren en op vriendelijke toon doorgaan Aangeven dat het gesprek niet goed loopt en vragen naar de achterliggende reden ervan Duidelijk maken dat de ander wel mee moet werken omdat het anders niets wordt Verontwaardigd opmerken dat de ander irriteert Bij doel C1 en C3 3. Een cliënt geeft er in het gesprek blijk van dat hij het allemaal niet weet, allemaal niet kan, het niet durft, het veel te moeilijk vindt en gedraagt zich op deze wijze passief. Wat kun je het beste doen om cliënt uit zijn passiviteit te halen? A. B. C. D. Cliënt tegemoet komen door allerlei opties voor hem te bedenken Cliënt ervan beschuldigen dat hij niet meewerkt met de AD Cliënt constructief confronteren met zijn passiviteit en zijn denken te prikkelen Van cliënt’s gedrag niets aantrekken en doorgaan met gesprek Bij doel B2 en B1 4. Welke communicatieve elementen zijn er in een gesprek nodig om een beeld van de cliënt en zijn problemen te krijgen? A. B. C. D. Positief aansluiten, open vragen stellen, samenvatten en dan eigen mening of visie geven Positief aansluiten, gesloten vragen stellen, samenvatten en dan pas confronteren Vragen stellen, eigen mening geven, confronteren en dan pas conclusies trekken Door vragen, preciseren, samenvatten en dan pas richten op oplossing Bij doel B9 5. Positief aansluiten in een gesprek betekent dat: a. De een het eens is met de ander en omgekeerd b. De een zich begrepen voelt door de ander en omgekeerd. Geef het meest juiste antwoord aan: A. Het onder a genoemde is juist, het onder b genoemde is onjuist B. Het onder b genoemde is juist, het onder a genoemd is onjuist C. Het onder a en b genoemde is juist D. Het onder a en b genoemde in onjuist Bij doel B4 6. Zet de fasen van een slechtnieuws gesprek in de goede volgorde a. b c. d. Betekenis slecht nieuws, Ontstane problemen Oplossingen Klap uitdelen Welke volgorde van zojuist genoemde fasen is de meest juiste? A. b, a, c, d B. d, a, b, c C. c, d, a, b 42 D. c, d, b, a Bij doel C1 7. Wat is het verschil tussen reddend betuttelen en realistisch behulpzaam zijn? a. Bij reddend betuttelen neemt de een de verantwoordelijkheid van de ander over b. Bij realistisch behulpzaam zijn blijft de een verantwoordelijk voor oplossing van zijn probleem c. Bij reddend betuttelen remt de een de zelfstandigheid van de ander d. Bij realistisch behulpzaam zijn stimuleert de een de zelfstandigheid van de ander Geef het meest juiste antwoord aan: A. a, b, c, en d zijn allen onjuist B. a, b, en d zijn juist, c is onjuist C. c en d zijn juist, a en b zijn onjuist D. a, b, c, d zijn allen juist Bij doel B6 8. Welke 4 elementen zijn van groot belang bij probleemoplossend onderhandelen? Kies het meest juiste alternatief A. Inhoud, macht, klimaat en flexibiliteit B. Mens, belangen, opties en criteria C. Strategie, positie, aftasten en afronding D. Geen van genoemde alternatieven is juist 43 Lesdag 16: Systeemleer en jobcarving Doel De student is in staat om een analyse te maken van een organisatie, waarbij hij bestaande structuren omschrijft en de (on)mogelijkheden voor creëren van inclusieve arbeidsorganisatie (bijvoorbeeld jobcarving) kan benoemen. Hiertoe kan de student: een probleemstelling beschrijven een structuur aanbrengen van probleemstelling tot en met oplossing kent hij de 20-80 regel (Wet van Pareto) en kan deze toepassen middels de helicoptermethode, een analyse van probleemstelling tot oplossing uitvoeren een processen-werkvelden analyse maken een objectanalyse maken een input output analyse maken en de relatie leggen tussen deze analyse en de afweging belasting-belastbaarheid. Inhoud Theorie van de systeemleer: structureren, wet van Pareto, helikopter-methode; aspect analyse vs object-analyse. Casus probleemstelling (in groepjes): De vier elementen van een probleemstelling: norm, afwijking, onbekendheid en functionaliteit. Terugkoppeling resultaten casus: invloed van het formuleren van de norm, als onderdeel van de probleemstelling, op het oplossingsgebied. Discussie over het belang van consensus over de probleemstelling tussen de betrokken partijen; professionele rol van de arbeidsdeskundige; ethische kwesties: in hoeverre volgt men wensen van betrokken partijen. Bespreking analyse model systeemleer en de toepassing ervan bij re-integratievraagstukken. Casus inpakster: video + opdracht object-analyse; de relatie tussen objecten en functie-inhoud. Casus inpakster + opdracht input-output analyse; de relatie tussen input-output analyse en de diverse items uit het FML als hulpmiddel om de belasting weer te geven. Procesanalyse: beschrijving en ordening werkzaamheden binnen een bedrijf Definities processen, werkvelden, functie, werkzaamheden, elementaire handelingen ` Analyse model systeemleer: bespreking opzet functie-analyse. Casus processen werkvelden analyse; een eerste analyse van de voorkomende functies in een bedrijf Bespreking werkopdracht: inhoud en beoordelingscriteria Tijd Doorlezen syllabus: 3 uur Maken vooropdracht: 2 uur Lesdag: 8 uur Werkopdracht: 8 uur 44 Materialen en bronnen Syllabus systeemleer Video van 15 minuten van een inpakster van huishoudelijke apparaten. White board/ Flip over; Beamer Opdrachten/ activiteiten Lees de syllabus Systeemleer door Vooropdracht: Verwoord een probleem uit de eigen praktijkervaring in termen van de systeemleer. Afsluiting Werkopdracht systeemleer Analyseer een bedrijf en stel een procesbeschrijving op, een input output analyse alsmede een processen werkvelden schema en licht deze onderdelen kort toe. Beoordeling van de werkopdracht vindt plaats door de docent inclusief cijfer. De beoordeling wordt schriftelijk teruggekoppeld. 45 Lesdag 17 analyse functie en belasting in de taken Doel: Functie, taak analyse De student kan uitleggen wat het begrip belasting in arbeid betekent. De student kan bij elkaar horende werkzaamheden clusteren of op basis van technisch/organisatorische verwantschap of op basis van vergelijkbare werkbelasting. De student kan van een functie in de praktijksituatie de fysieke belasting beschrijven, in termen van mate, duur of frequentie, conform de items van een belastbaarheidsprofiel (zoals bijvoorbeeld het FML). Kan van een werkplek de mentale belasting die voorkomt op die werkplek beschrijven, in de termen van FML in termen van mate, duur en / of frequentie Kan op basis van een beperkingenprofiel een maatman functie (zoals uitgevoerd door één persoon) in kaart brengen, waarbij hij naast de kenmerkende belasting ook de belasting weet te beschrijven. Doel Arbeid en organisatie De student kan de verschillende fases van organisaties in ontwikkeling, beschreven door de heer B. Lievegoed, benoemen en herkennen. De student kan zes dimensies van bedrijfsculturen, als omschreven door Hofstede, Sanders en Neuijen, benoemen en herkennen. De student is in staat om een organisatiestructuur aan de hand van een praktijkvoorbeeld uit te leggen. De student is in staat om een analyse te maken van een organisatie, waarbij hij bestaande structuren omschrijft en de (on)mogelijkheden voor creëren van inclusieve arbeidsorganisatie (bijvoorbeeld middels jobcarving) kan benoemen. Inhoud - Aan de hand van theorie wordt verbinding gemaakt met arbeidsdeskundige relevantie, ten aanzien van ontwikkelingen, bedrijfscultuur en bedrijfsstructuur. Hiervoor wordt een vooropdracht gebruikt en verwerkt in de les - Vanuit systeemleer wordt de koppeling gemaakt naar analyseren van de organisatie (werkvelden / processen) en belasting in het werk (input / output) - Aan de hand van casuïstiek wordt de arbeidsdeskundige methodiek van analyse van beroep naar functie, naar taken naar belasting in taken uitgewerkt. Tijd: - Lezen en schrijven van vooropdracht: 8 uur - Lestijd: 8 uur - Stage-opdracht: 40 uur Materialen en bronnen: - Syllabus analyse belasting en belastbaarheid, hoofdstuk 1 t/m 9 - Casuïstiek Opdrachten / activiteiten: Vooropdracht; Bestudeer de syllabus en beantwoord daarbij de volgende vragen: 46 1. Geef een korte schets weer van de structuur van de organisatie waar jij werkzaam bent 2. Als je kijkt naar de verschillende groei- en ontwikkelcriteria die een bedrijf kenmerken, in welke fase bevindt het bedrijf zich waar jij voor werkzaam bent? 3. Welke cultuur / dimensie past bij jouw bedrijf? Neem een voor jou interessant bedrijf mee naar de les (qua beschrijving in termen van organisatiestructuur. Werk daarbij één functie uit, met een verdeling in taken. Werkopdracht: functielab Bezoek vier verschillende beroepen en maak hiervan een uitwerking in functie, taak, verrichting en de daarbij horende belasting. De uren voor het mee kijken / mee werken en in kaart brengen van deze werkzaamheden worden gerekend als stageuren. Afsluiting De les is noodzakelijk als voorbereiding op de werkopdracht “donderen” en uitwerking van de werkopdracht. 47 Lesdag 18 Belasting-belastbaarheid in de praktijk Doel: De student leert de arbeidsdeskundige aspecten van kijken naar werk te herkennen en gaat deze aspecten middels uitvoerende taken van werkzaamheden op de boerderij ervaren; De student kan relevante informatie vooraf verzamelen en uit een observatie van werk halen. De student leert om prioriteit en weging te geven aan detailniveau van relevante informatie; Daarmee kan de student concreet aangeven welke informatie relevant is en welke informatie niet noodzakelijk is; De student leert om belasting van werk zo objectief mogelijk te omschrijven; De student leert om een afweging te maken tussen de belastbaarheid van een persoon in relatie tot de uit te voeren werkzaamheden. Inhoud Om de doelen van deze cursusdag te realiseren gaan we naar de Maatschap Hartlief-Lammers te Donderen (ligt bij Assen). Het programma is globaal als volgt: 10.00 uur ontvangst en korte presentatie 11.00 uur tot 12.00 uur rondleiding 12.00 uur tot 13.00 uur lunch 13.00 uur tot 17.30 uur workshops boxen strooien tractor rijden boxen uitmesten & schoonspuiten melken 17.30 uur evaluatie, gelegenheid tot het stellen van vragen 18.00 uur einde Tijd: - Lezen en schrijven van vooropdracht: 8 uur - Lestijd: 8 uur - Werkopdracht: 16 uur Materialen en bronnen: - Syllabus analyse belasting en belastbaarheid, hoofdstuk 5, 7 t/m 9, 11 - Ter voorbereiding van vooropdracht kun je ook internet raadplegen. Opdrachten / activiteiten: Vooropdracht: Bij een arbeidsdeskundig onderzoek wordt verwacht dat jij inzicht hebt in de belasting die werken in een functie met zich mee brengt. Immers jij bent of wordt de expert in werk. Als expert wordt van je verwacht dat je in grote lijnen weet hoe de te beoordelen functie wordt uitgevoerd. De vooropdracht kan dan ook worden gezien worden als voorbereiding op een door jou uit te voeren arbeidskundig onderzoek. Beantwoord de volgende vragen: 1. Benoem bij de volgende vier taken: boxen strooien, tractor rijden, boxen uitmesten / schoonspuiten en melken drie belangrijke werkzaamheden. 48 2. Beschrijf bij deze vier taken de belasting die kenmerkend is voor het werk, met daarbij de relevante aspecten die voorkomen in relatie tot het vastgestelde belastbaarheidsprofiel. 3. Geef drie werkzaamheden in een melkveehouderij aan waar trekker rijden voorkomt Als je vragen hebt, noteer deze. Tijdens de dag kun je deze vragen stellen. Afsluiting Werkopdracht: Tijdens de lesdag proberen we de belasting van de vier taken die we hebben uitgevoerd, in kaart te brengen. Aan het eind van de dag krijg je de werkopdracht waarin beperkingen van een specifieke melkveehouder staan. Het is de bedoeling dat je beoordeelt of met deze beperkingen de vier taken die we hebben gedaan, uitgevoerd kunnen worden. Met andere woorden: Wat betekenen de aangegeven beperkingen voor de taken die tijdens de workshops zijn uitgevoerd? Daarbij is het van belang dat er een korte taakomschrijving wordt gegeven, er eventueel werkzaamheden worden benoemd, de belasting in relatie tot de belastbaarheid in kaart is gebracht en er een motivatie is waarom jij vindt dat de taak wel / niet/ gedeeltelijk (in %) kan worden gedaan. 49 Lesdag 19 passende arbeid en loonwaarde Doel: De student kent de kaders van passende arbeid voor de WW, ZW, Wet Verbetering Poortwachter en AOV Kan bij ongeschiktheid voor het oorspronkelijke eigen werk aangeven of door middel van taakverschuiving, organisatie aanpassingen of werkplekaanpassing volledige geschiktheid voor (aangepast eigen) werk kan worden bereikt. Hierbij wordt rekening gehouden met de belastbaarheid van de cliënt, de werkomstandigheden, hulpmiddelen, organisatie en werktijden. De student kan een uitspraak doen over de praktische loonwaarde die te realiseren is in eigen of ander passend werk. Inhoud Studenten worden middels een verwerkingsopdracht gevraagd om verschil in passende arbeid voor Wet Verbetering Poortwachter, WW, ZW en AOV uit te zoeken Aan de hand van deze opdracht wordt het begrip passende arbeid verder toegelicht. Aan de hand van casuïstiek wordt methodiek van loonwaarde uitgelegd. Tijd: - Lezen en schrijven van vooropdracht: 8 uur - Lestijd: 8 uur Materialen en bronnen: - Syllabus analyse belasting en belastbaarheid, hoofdstuk 12 – 13 - AKC module validering loonwaarde vaststelling, onderzoekscahier 13A - Casuïstiek Opdrachten / activiteiten: Vooropdracht; Voor het lesdeel passende arbeid zijn er twee syllabi welke voor de lesdag gebruikt worden: 1. Uit de module belasting – belastbaarheid ( gebruikt bij lesdag analyse bedrijf, functie, taak): dient als voorbereiding de hoofdstukken 12, 13 en 14 van de module gelezen te worden. De module dient meegenomen te worden naar de les. 2. De module passende arbeid (gevuld met casuïstiek): dient bij de lesdag meegenomen te worden, deze wordt gebruikt tijdens de les. Beide module dienen mee genomen te worden naar de les, om de lesopdrachten te kunnen maken. Afsluiting n.v.t. 50 Lesdag 20a en 30a Rapporteren Doel • • • • • • • De student kent de opbouw van een arbeidsdeskundige rapportage en werkt deze items uit in zijn rapportage. De student is in staat om - in B1-taal - een samenvatting te geven van het bedrijf, functie en de gevoerde gesprekken. De student is in staat om relevante onderwerpen die noodzakelijk zijn voor de onderbouwing van de arbeidsdeskundige visie, te selecteren en deze kernachtig te beschrijven. De student schrijft een arbeidsdeskundige rapportage, waarbij hij op basis van wetgeving en analysetechnieken zijn arbeidsdeskundige visie en beoordeling, op juiste wijze verwoord. De rapportage voldoet aan de richtlijnen van de privacy wetgeving en de wensen en verwachtingen die gecreëerd zijn bij de klant. In de rapportage zijn onderzoeksbevindingen op objectieve wijze beschreven en niet conflicterend met belangen van de betrokken partijen. De studenten kan een schriftelijk advies opstellen, conform BOB-model. In het advies is de samenwerking met een collega terug te vinden en / of wordt verwezen naar een andere discipline om tot een oplossing te komen. Inhoud Neem op de lesdag zelf, in 4-voud, deze opgestuurde rapportage mee ter bespreking. Geadviseerd wordt om in de rapportage in ieder geval de 4 kernaspecten van het arbeidskundige werk op te nemen: een taak-functieanalyse, een beschrijving van de belasting in de verschillende deeltaken, de weging belasting-belastbaarheid (de bepaling en motivatie van de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid) en tenslotte een re-integratievisie. Waar vooral op gelet wordt bij deze vooropdracht zijn de technische elementen rondom het rapporteren. Tijd Voorbereiding Lesdag Werkopdracht 16 uur 2 x 4 uur 16 uur Materialen - Syllabus rapporteren Opdrachten Vooropdracht Schrijf een arbeidsdeskundige rapportage. Deze rapportage wordt door de docent doorgenomen en waar nodig en mogelijk krijgt de student tips en adviezen. Afsluiting 51 Werkopdracht Werk een volledig arbeidsdeskundig rapport uit, waarin ten minste de volgende elementen zijn terug te lezen: - Functie – taak analyse Visie over mogelijkheden in spoor 1 Visie over mogelijkheden spoor 2 Arbeidsdeskundige beschouwing Let op: dit dient een ander rapport te zijn, dan als ingeleverd is voor de vooropdracht. 52 Lesdag 21 Professionaliseren Zie input lesdag 1 Daarbij wordt in deze lesdag een dagdeel besteedt aan samenwerken met diverse artsen en andere disciplines vanuit je rol als arbeidsdeskundige. Samenwerken vanuit je kennis als arbeidsdeskundige Doelen De student kan het verschil tussen enerzijds een arbo-arts en anderzijds een bedrijfsarts en/of verzekeringsarts benoemen, ook in termen van gevolgde opleiding/specialisatie. De student kent de belangrijkste werkvelden waarbinnen de arbeidsdeskundig opereert. Daarbij kan de student aangeven binnen welke kaders/context wordt samengewerkt met bedrijfsarts, verzekeringsarts en/of medisch adviseur. De student kan valkuilen benoemen in de samenwerking tussen bedrijfs-/verzekeringsarts en arbeidsdeskundige. Aan de hand van een tweetal praktische casussen kan de student een visie vormen over de wenselijke samenwerking tussen arts en arbeidsdeskundige De student kan de stakeholders benoemen die van belang zijn bij re-integratie. De student kan de aanvulling en overeenkomsten in samenwerking met deze stakeholders benoemen aan de hand van uitgewerkte casuïstiek. Subdoelen o Een correct gebruik van gegevens over de belastbaarheid van de cliënt in relatie tot de werkbelasting. Te weten: kan op basis van gegevens over de belastbaarheid van de cliënt, zijn- of haar - functie in kaart brengen, waarbij hij naast de kenmerkende belasting ook de relevante belasting weet te beschrijven o Kan een vergelijking maken met de belasting in het werk in relatie tot de belastbaarheid van de persoon en een oordeel geven of dit past bij de belastbaarheid van de persoon of de belastbaarheid overschreden wordt, waarmee er sprake is van arbeids(on)geschiktheid voor het eigen werk / beroep. Inhoud Eerst algemene uitleg over de opleiding van een bedrijfsarts en verzekeringsarts waarbij eveneens oog is voor de cultuur binnen de opleiding en de gezondheidszorg. Vervolgens wordt samen met studenten geïnventariseerd wat de werkvelden van de arbeidsdeskundige zijn en hoe er binnen deze werkvelden in de regel wordt samen gewerkt met bedrijfsarts, verzekeringsarts en/of medisch adviseur, casemanagers, re-integratiespecialisten en andere samenwerkende partijen. Daarbij wordt eveneens de vooropdracht besproken waarin studenten hebben aangegeven welke voetangels en klemmen er zijn in de samenwerking tussen arts en arbeidsdeskundige. Daarna worden achtereenvolgens twee casussen ingebracht. Per casus wordt de groep studenten onderverdeeld in 3 tot 4 subgroepen. Deze subgroepen focussen zich op de volgende vragen: wat is wenselijk qua samenwerking tussen arts en arbeidsdeskundige, respectievelijk wat is de 53 samenwerking tussen de arts en de casemanager / re-integratiespecialist, welke gegevens worden gebruikt over de belastbaarheid van een cliënt en wat is uitgaande van de weging van werkbelasting versus belastbaarheid de visie op arbeids(on)geschiktheid voor het eigen werk/beroep. Tijd + vooropdracht 4 uren Materialen en bronnen Syllabus waarin opgenomen onder meer richtlijnen NVAB (achtergrondinformatie) en voorbeeldrapportages/casuïstiek die wordt gebruikt voor de les samenwerking arts en arbeidsdeskundige. Een tweetal casussen waarin duidelijk wordt hoe (belangrijk) samenwerking is tussen diverse partijen. Diverse bladzijdes met tekst die bij de gevalsbehandeling worden uitgedeeld aan studenten White board/ Flip over Opdrachten en activiteiten Beschrijf in 1 tot 2 A-4tjes tekst wat mogelijke voetangels en klemmen zijn in de samenwerking tussen arts en arbeidsdeskundige. Verdiep je hiertoe in achtergrondinformatie over dit onderwerp en/of interviewen beroepsbeoefenaren. Afsluiting n.v.t. 54 Lesdag 22 Beïnvloeden van financiële aspecten van het verzuim Doel • De student kan de financiële gevolgen van verzuim, re-integratie en arbeidsongeschiktheid voor zowel het individu als voor een organisatie uitleggen. • De student kan benoemen in welke gevallen premiekorting voor een werkgever mogelijk is en welke vormen van premiekorting er bestaan. • De student kan aangeven wat het verschil is tussen hybride stelsel van publiek versus private uitvoering (ERD). Inhoud Aan de hand van casuïstiek worden financiële aspecten toegelicht en uitgelegd. Tijd Voorbereiding: 16 uur Lesdag: 8 uur Uitwerking: Materialen Financiële risico’s van arbeidsongeschiktheid voor de werkgever Opdrachten Vooropdracht Financiële risico’s voor de werkgever • Bestudeer uit het boek financiële risico’s van arbeidsongeschiktheid voor de werkgever de hoofdstukken 7 en 8 en blader de overige hoofdstukken door. • Beantwoordt de volgende vragen over de casus: Het gaat om werknemer X met de volgende gegevens: 1. Arbeidsverleden jaar; 2. Eerste ziektedag ..; 3. Inkomen €-; 4. Verdiencapaciteit €-; 5. X zal vanaf de eerste WIA-dag aan het werk zijn voor €20.000 -; Verdere gegevens: 6. Max. SV-loon € 50.000,7. Minimumloon € 19.000,8. Tabel WGA-vervolguitkering: Mate van a.o. Uitkeringspercentage 35-45% 28% 45-55% 35% 55-65% 42% 65-80% 50,75% Vooropdracht 1 1. Benoem de situatie van betrokkene 2. Bereken de eventuele WIA-uitkeringen; beginfase en vervolgfase De werknemer is geen eigen risicodrager voor de uitkeringen van de WGA. Verder weet je dat de financiële verantwoordelijkheid voor de werkgevers voor WGA-uitkeringen is vastgesteld op 10 jaar. 55 Vooropdracht 2 Geef in algemene beschrijvingen aan: Op welke wijze en voor welk bedragen de werkgever financieel verantwoordelijk is voor de maximale termijn van 10 jaar. Let op: er hoeft geen gedifferentieerde premie berekend te worden. Het gaat om de uitkeringsbedragen. Vooropdracht 3 In welk jaar wordt de WGA-uitkering van X voor het eerst doorbelast aan de werkgever? Hoe hoog is in dat jaar het uitkeringsbedrag dat wordt vertaald naar een hogere premie? Zal dit in jouw ogen leiden tot een stijging van de WGA-gedifferentieerde premie voor deze werkgever? De werkgever schrikt van het lange termijn effect van zijn financiële verantwoordelijkheid en vraagt aan je of er nog enige mogelijkheden zijn om de financiële gevolgen van de WIA-instroom van de heer X te beperken. Vooropdracht 4 Geef aan welke mogelijkheden er zijn. Vooropdracht Product en Poliswaarden: Bestudeer het gehele boek “De ondernemer en het risico van arbeidsongeschiktheid”. Vooropdracht voor werknemers onder de studenten: zoek uit welke verzekeringsvormen jouw werkgever gesloten heeft voor het dekken van het risico van arbeidsongeschiktheid van jou (dus niet voor het risico van de werkgever, zoals een verzuimverzekering of een WGA eigen risicodragers verzekering). Denk hierbij ook aan je pensioenregeling. Vooropdracht voor zelfstandigen onder de studenten: zoek uit welke verzekering je hebt gesloten en welk arbeidsongeschiktheidscriterium van toepassing is. Zoek deze op en schrijf de definitie over. Afsluiting Werkopdracht: financiële aspecten Volg een stage bij een verzekeraar (afdeling collectieve verzekeringen) of assurantietussenpersoon die verzekeringen voor de collectieve markt verkoopt. Maak van deze stage een verslag waarbij in ieder geval de volgende aspecten worden beschreven: Welke vormen van collectieve verzekeringen voor verzuimkosten zijn er? o Wat zijn de verschillen o Welke voor- en nadelen zie je (gesplitst in werkgever en werknemer) Wat wordt bedoeld met schadelastbeheersing en hoe wordt dat ingevuld op jouw stage adres? 56 Lesdag 23 AOV Doel De student kan aangeven welke verzekeringspolissen er in het kader van AOV zijn en wat het verschil daar tussen is. De student kan het verschil tussen een claimbeoordeling bij het UWV en bij een particulier verzekeraar uitleggen. De student kan een tweetal belangrijke aspecten van de polisvoorwaarden van de particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) benoemen. De student heeft kennis van het proces van claimbeoordeling in de AOV en kan uitleggen wat daarin de rol van arbeidsdeskundige is bij de arbeidskundige beoordeling in de AOV. De student kan aangeven wat het verschil is bij re-integratie van arbeidsongeschikte ondernemers in relatie tot re-integratie van werknemers, voor zowel re-integratie in het eigen bedrijf als daarbuiten. Inhoud • • • • Behandeling van de polisvoorwaarden AOV en de voor de AD belangrijkste aspecten. Behandeling van het proces van claimbeoordeling en de arbeidskundige beoordeling (bedrijfsanalyse, taak- en functieanalyse, beoordeling op deeltaken) Behandeling van de relevante jurisprudentie Behandeling van de verschillende re-integratiemethodieken Tijd Voorbereiding Lesdag Uitwerking 8 uur 8 uur 6 uur Materialen • Syllabus IVA • Door docent uit te reiken lesstof en casuïstiek Opdrachten • Bestudeer de standaard voorwaarden van een AOV. • Bestudeer de definitie van beroepsarbeidsongeschiktheid en bedenk voorbeelden van volledige beroepsongeschiktheid, aanpassing van werkzaamheden en taakverschuiving. • Stel, eventueel na eigen onderzoek, een taak- en functieanalyse van een rijwielhandelaar op (werkzaam in de werkplaats en de verkoop). • Benoem deeltaken en de kenmerkende belasting per deeltaak. Afsluiting Werkopdracht De student ontvangt aan het einde van de lesdag een casus (deel van een AD-rapport). De student stuurt de docent zijn visie op de mate van arbeidsongeschiktheid en de mogelijkheden tot reintegratie. 57 Lesdag 24: Sociale wetgeving Doel: De student is in staat om aan de hand van individuele casuïstiek de relevante wetgeving te benoemen en kan een aantal scenario’s voor deze individuele casuïstiek bespreken. De student kan een oordeel geven aan de hand van een individuele casus of re-integratiekansen optimaal zijn ingevuld volgens de Wet Verbetering Poortwachter en kan aangeven wat de kansen zijn op instroom in de WIA. De student is in staat om relevante trends en (historische) ontwikkelingen rond de sociale zekerheid – en met name in relatie tot het arbeidsdeskundige beroep – uit te leggen. Inhoud Sociale wetgeving wordt aan de hand van casuïstiek toegelicht, zie ook toelichting bij lesdag 15 / 16 In deze dag bestaat de mogelijkheid om eigen casuïstiek, problemen, vragen aan de docent voor te leggen die in de praktijk zijn voor gekomen. Daarnaast gaat de docent verder in op sociale wetgeving, bezwaar, beroep en arbeidsrecht. Tijd: - Voorbereiden en inbrengen casuïstiek: 4 uur - Lestijd: 8 uur Materialen en bronnen: - Zie lesdag 15 / 16 Opdrachten / activiteiten: Vooropdracht; Mail interessante casuïstiek vooraf naar de docent. Afsluiting Kennistoets Aan het einde van deze lesdag wordt een kennistoets “Sociale Wetgeving en Arbeidsrecht” afgenomen. Deze kennistoets is op basis van een open boek tentamen. 58 Lesdag 25 / 26 Psychische arbeidsongeschiktheid en re-integratie Hoofddoel: de psychische belastbaarheid in termen van arbeidsmogelijkheden en de veranderingen daarin kunnen analyseren en verwerken in een advies/ actieplan. Doelen: De student kan aangeven wat het verschil is tussen ziekte en arbeidsongeschiktheid. De student kan uitleggen wat het verschil is tussen aandoening / ziekte, beleving en beperking conform het classificatiesysteem ICF, het model van “van Dijk en Dormolen” en het psychologisch model . Dat wil zeggen: de logica van de modellen begrijpen en kunnen toepassen in de arbeidsdeskundige praktijk De student kan uitleggen of en welke invloed cultuur kan hebben op ziekte en arbeidsongeschiktheid. De student kan voor psychische, psychosociale en psychomotorische problematiek verklaren wat de belemmerende factoren van (toekomstig) functioneren kan zijn en uitleggen wat dit voor invloed heeft op het dagelijks leven. De student kan vanuit de modellen overleggen en handelen, met alle betrokken partijen, als diverse artsen, de cliënt /werknemer, de cliënt / werkgever en alle anderen die in het cliënt systeem en voor de opdracht relevant zijn. Inhoud Langs de tijds-as kunnen kijken naar belastbaarheid. De kern is dat de arbeidsdeskundige de opdracht en de vraag ziet als onderdeel van een film, en niet als foto. De cliënt heeft een voorgeschiedenis en een toekomst. Relevante veranderingen kunnen analyseren, duiden, bespreken. De aanleiding voor het contact (doorgaans de schademelding) heeft een plaats in het leven van cliënt. Er is iets veranderd in de balans tussen draagkracht en draaglast, en dat heeft gevolgen voor de belastbaarheid. Het is de vraag welke gevolgen precies. Dit gebruiken in een re- plan, dus kennis en inzicht kunnen toepassen. Daarbij goed onderscheid kunnen maken tussen pijn en verdriet enerzijds en arbeidsmogelijkheden anderzijds. Dit gebruiken om over passend werk te praten Intro van het dynamisch model van Lancee als kapstok voor procesanalyse Dag 1, ochtend Een analyse van het begrip “ziek” zoals gebruikt door dokters, patiënten, wetten en verzekeringen. Thema’s: Het begrip suggereert een ja/nee situatie en in de wetten en polissen heeft het die harde en beslissende positie. In werkelijkheid is het dat soms , bv bij been breuk, maagbloeding, griep. Veel vaker is het een lang bestaande conditie die op een bepaald moment zoveel last geeft dat de cliënt de dokter opzoekt, waarna die conditie ”ziek” wordt genoemd. Door de ja/nee aard van het begrip en de polissen is er een grensoverschrijding bij ziekmelding: van plichten naar rechten, van subject naar object, van iets moeten naar niets hoeven, etc. Door de noodzaak in wetten en polissen grenzen te definiëren moet alles noodzakelijk in het medisch model worden beschreven. Dat model houdt in dat er een diagnose wordt gesteld en dat er vergaand in mechanische termen van oorzaak en gevolg wordt geanalyseerd en ge (be) handeld. Dat moge zo zijn voor de wetstoepassing, het bederft vaak de weg naar voren (en dat is het programma voor dag 2). 59 Er is in de volksmond veel mode, moreel oordeel en cultuur in de omgang met ziekte en klachten. Ziektebeelden veranderen met de tijd en de plaats op aarde. Dokters hebben nog maar weinig kennis van psychische ziekten waardoor diagnostiek weinig precies is. Bespreking van het DSM en ICF model van diagnostisering Debriefing en feedback : wat moet je als arbeidsdeskundige met de stof van vanochtend ? Dag 1, middag Modellen om vanuit de biologie en ontwikkelingspsychologie persoonlijkheidsvorming en omgang met stress toe te lichten. De hersenen zijn in de evolutie zodanig ontwikkeld dat er bij mensen erg veel wordt geregeld in het angstcentrum. We denken zelf graag dat het allemaal gebeurt in het bewuste, denkcentrum. We zijn als beestje onderhevig aan eenvoudige mechanismen die ons helpen te overleven maar ons ook wel eens in de weg zitten- zoals angstreflexen. Die ontwikkelen zich soms tot ziektes Bij het opgroeien en opvoeden passen we ons aan; dat kan tot onpraktisch of voor anderen onmogelijk gedrag leiden – neuroses, aanpassingsstoornissen, angsten Debriefing en feedback : wat moet je en wat kun als arbeidsdeskundige met de stof van deze dag. Aandachtspunten: o Denk en communiceer in termen van belasting en belastbaarheid en niet in pijn en emotie o Houd de pijn en de emotie wel goed in het achterhoofd bij je traject- keuzes o Houd de communicatie open en vraag naar de betekenis van gebeurtenissen. Vroeger ging het goed en nu niet meer; wat precies is er gebeurd. o Anker de belastbaarheid in FML termen aan adl- aspecten Dag 2, ochtend: stress Wat is stress eigenlijk Inputmodel (zeg maar: de arbeidsinspectie) Outputmodel (het medisch denken) Interactiemodel (de psychologie) Combinatiemodellen: WEB en Van Dijk Theorie van veranderingsprocessen. Het nut en de waarde van systeemdenken, en het zoeken naar ankerpunten Theorie van rouwprocessen. Leed en afscheid horen bij het leven, ze spelen ook bij veranderingen. Soms heeft men wat minder energie. Hoe erg is dat en wat doe je er mee in de analyse van arbeidsmogelijkheden en de begeleiding naar werk Debriefing en feedback : wat moet je en wat kun als arbeidsdeskundige met de stof van deze dag. Aandachtspunten: o Denk en communiceer in termen van belasting en belastbaarheid en niet in pijn en emotie o Houd de pijn en de emotie wel goed in het achterhoofd bij je traject- keuzes o Houd de communicatie open en vraag naar de betekenis van gebeurtenissen. Vroeger ging het goed en nu niet meer; wat precies is er gebeurd. o Anker de belastbaarheid in FML termen aan adl- dingen 60 Dag 2, middag: het dynamisch model van belasting en belastbaarheid Nogmaals het model als geheel Analyse van de stabiele uitgangspositie- hoe was dat en wat maakte dat de persoon zoals die toen was haar/zijn leven en werk kon uitvoeren De knik- wat gebeurde er waardoor de weegschaal voortdurend scheef ging hangen- de regelmechanismen schoten tekort; welke en hoe De ziekmelding - wat gebeurde er en welke betekenis heeft dat voor de belastbaarheid. Hoe ziek is de persoon en wat precies is de beperking in de belastbaarheid De put -wat gebeurt/ gebeurde er in de time-out / ziekte/ therapie fase. Wat is er veranderd in het systeem, in de belasting, in de belastbaarheid ? De weg naar boven. Realistische doelen stellen na een systeemanalyse en met inachtneming van de medische belastbaarheidsgegevens Tijd/ contingente re- integratie. Waarom, waar let je op, hoe voer je het uit Debriefing en feedback: als eerder, en nu met de eigen casus uit de vooropdracht Tijd: Vooropdracht: 2 uur Lesdagen: 16 uur Toetsopdracht: 8 uur Materiaal : syllabus en handout. Uitgebreide literatuuropgave met toelichting, geen verplichte leesstof Afsluiting: De student krijgt per mail feedback over de toets opdracht. Beoordeling: Beoordeeld wordt of je toont in een arbeidsdeskundigenrol *) zelfstandig een analyse te kunnen maken van de arbeidsmogelijkheden van een cliënt met psychische klachten, en of je vanuit die analyse een behandelplan kunt opstellen met gebruikmaking van het model van Lancee. Opdrachten : Vooropdracht Psychische Arbeidsongeschiktheid Kies een casus van iemand in je omgeving die uitviel met psychische klachten. Maak een korte gevalsbeschrijving (max ½ A4) van het verloop. In de cursus moet die casus dienen om bij jezelf de behandelde stof scherp te krijgen. Denk na over de volgende zaken (en die hoef je dus niet uit te schrijven): Hoe reageerde het thuisfront Hoe reageerden baas en collega’s Wat gebeurde er allemaal met de zieke Hoe ziek was hij of zij Wat kun je zeggen over het leven dat die persoon leidde voor de ziekmelding Wat kun je zeggen over de veranderingen in dat leven na de ziekmelding Wat was de aanleiding voor de ziekmelding Wat was de oorzaak van de ziekmelding Wat maakt dat die oorzaak en aanleiding problemen waren voor die persoon 61 Hoe reageerde de huisarts Hoe reageerde de bedrijfsarts Wie doet wat om het herstel te bevorderen Werkopdracht: Psychische arbeidsongeschiktheid Dit is een toets, om te zien of je de stof en het model begrijpt en er mee kunt werken. Het is tevens de voortzetting van je leerproces. Beoordeling: Beoordeeld wordt of je toont in een arbeidsdeskundigenrol *) zelfstandig een analyse te kunnen maken van de arbeidsmogelijkheden van een cliënt met psychische klachten, en of je vanuit die analyse een behandelplan kunt opstellen met gebruikmaking van het model van Lancee. *) De arbeidsdeskundigenrol: zie de studiewijzer, zie het beroepscompetentie-dossier. Kort gezegd is een arbeidsdeskundige iemand die SMART denkt en handelt over passend werk Uitvoering: maak een arbeidskundige probleemanalyse en behandelplan en rapporteer daar over. Lever minimaal 4 en maximaal 6 kantjes A4 in per e-mail. Kies uit je eigen praktijk een casus van iemand met psychische klachten en gebruik bij het uitvoeren van de opdracht die je met deze persoon uitvoert het herstelmodel van Lancee en de stof van de lesdagen en syllabus. Gebruik het model dus voor het kiezen van je stappen in de beoordeling, begeleiding en re-integratie van je cliënt. Er moet dus een probleem analyse worden gemaakt en er moeten arbeidsmogelijkheden en beperkingen worden beschreven. Dat mag uit het verhaal van de cliënt, uit een FML of uit jouw analyse. Vervolgens moet worden beschreven in hoeverre iemand met die beperkingen al dan niet arbeidsgeschikt is voor die taak. Tenslotte geef je aan wat je advies aan werkgever en werknemer is voor het verbeteren van de inzetbaarheid. Bij vragen over de opdracht kun je contact opnemen : met Herman Foeken 06 13227995 of : [email protected] Voor alle duidelijkheid een toelichting: “werknemer is depressief en kan niet werken” is dus fout. Als de werknemer in kwestie zijn gedachten niet kan ordenen is er voor sommig werk een probleem, nl als dat werk concentratie vereist. En als dat door een kwaal komt is hij wellicht verzekerd voor een uitkering. “werknemer voelt zich onzeker” is geen voor mij begrijpelijke beperking. “werknemer is ADHD-er (borderliner, PDD-NOS-er, etc )” zegt helemaal niks over enige beperking. Het is misschien wel een fantastisch voordeel als hij standwerker is. Heb het met de artsen en met de werknemer over wat hij wel en niet kan, en gebruik het model om te kijken en te bespreken hoe het vroeger ging want toen had hij die kwaal ook al “geleidelijk beginnen” kan heel nuttig zijn maar geef vooral aan hoe jij die geleidelijkheid ziet in taak-zwaarte en niet alleen in uren. Geef je eigen mening, en heb het over arbeids(on)geschiktheid. De pijn en de emotie hebben daar niet noodzakelijk mee te maken, en niet vanzelfsprekend. Wees SMART 62 Lesdag 27+ Re-integratie Doel Aan het eind van de lesdag is de student in staat om een cliënt aan te zetten tot re-integratie / participatie De student kan de werking van de arbeidsmarkt uitleggen, waarbij hij zijn visie kan geven op de trends en ontwikkelingen die daarin een rol spelen. De student is in staat om een sociale kaart, relevant voor arbeidsdeskundigen, op te stellen. De student weet welke eisen WvP aan de re-integratie inspanningen van werknemer en werkgever stelt De student weet wat een deskundigenoordeel is, wie waar het deskundigenoordeel kan aanvragen en wat de kosten van een deskundigenoordeel zijn Subdoelen: - Student weet welke rol hij/zij heeft in de re-integratie - Student weet een analyse te maken van de arbeidsmarkt. - Student weet hoe sociale media / netwerk kan worden ingezet in de re-integratie. - Student weet hoe het UWV de re-integratie bij de claim beoordeeld. - Student kent verschillende re-integratie instrumenten en weet wanneer/hoe in te zetten. - Student is in staat te jobcoachen en kent andere in te zetten voorzieningen. - Student weet welke subsidies, mogelijkheden er zijn voor een werkgever / werknemer bij plaatsing ihkv re-integratie (denk bijvoorbeeld aan detachering) Inhoud Ochtenddeel: 1. Discussie over de rol van de arbeidsdeskundige in de re-integratie. - wat is eigenlijk re-integratie? - welke doelen zijn na te streven (denk ook aan re-integratie in de letselschade dossiers, optimale/maximale plaatsing, voorkomen loonsanctie) - welke rollen heeft de arbeidsdeskundige? - waarin kan hij zich onderscheiden in vergelijk met een re-integratieconsulent, -coach? - Visie van de overheid, politiek (participatievisie) - Gebruik van fml in re-integratie - Verschillen in re-integratie vanuit werk-werk, van bijstand-werk, van WGA-werk (verschil van aanpak, financiers, belangen) 2. Arbeidsmarkt - wat zijn de arbeidsmarktontwikkelingen in Nederland? - hoe ziet de arbeidsmarkt in Nederland eruit? (regionale verschillen, kansen, bedreigingen, demografie) - de arbeidsmarkt van de arbeidsdeskundige in kaart brengen? - hoe is de “arbeidsmarkt” van het bedrijf waar de student in werkt? (in groepen van 4 personen per vraag uitwerken en klassikaal bespreken) Eind van de ochtend een powerpoint presentatie over de arbeidsmarkt en de ontwikkelingen. En over hoe beoordeel je dit? Hoe kom je erachter hoe een arbeidsmarkt eruit ziet (vraag/aanbod)? Middagprogramma 3. Gezamenlijk inventariseren welke re-integratie-instrumenten er bekend zijn in de groep - Discussie wanneer is scholing aan de orde?? (kosten, visie uwv) 63 - (omgaan met veranderingen (rouwverwerking), grip op loopbaan, levensloop en biografie, 360 graden-opdracht, sollicitatietraining, netwerktraining, psychologische test, scholing). Powerpoint over re-integratie-instrumenten en wanneer in te zetten 4. Netwerk en sociale media - Gebruik facebook, twitter, linked-in, inzet persoonlijke netwerk theorie hoe je een netwerkopdracht kan geven in de re-integratie opdracht: breng je eigen netwerk in kaart Dagdeel 3 5. Terugkoppeling sociale kaart 6. Beoordeling UWV re-integratiedossiers - Powerpoint: theorie beoordelingskader, rol van deskundigenoordeel (welke vragen stel je, wanneer inzet do, waarde van het deskundigenoordeel, kosten) - voorbeelden, inbreng casuïstiek, discussie. 7. - Jobcoach en/of andere persoonlijke voorzieningen Wanneer in te zetten, hoe aan te vragen, wat te doen als jobcoach, rol arbeidsdeskundige. Subsidiemogelijkheden, voordelen werkgever bij plaatsing) powerpoint, inbreng casuïstiek, discussie. 8. Huiswerkopdracht bespreken: het schrijven van een re-integratievisie en een reintegratieplan naar aanleiding van een ingebrachte casus. Tijd: Vooropdracht: 8 uur Lesdag: 12 uur Werkopdracht: 12 uur Materialen en bronnen - nader in te vullen Opdrachten / activiteiten Vooropdracht: Bezoek voorafgaand aan de lesdag een netwerkbijeenkomst, het CWI – werkplein, een reintegratiebedrijf en bekijk welke producten voor re-integratiedienstverlening er aangeboden worden. Afsluiting Werkopdracht re-integratie Opdracht 1 / zie ook werkopdracht 2: - Stel een sociale kaart op van je eigen netwerk cq te ontwikkelen netwerk - Maak een analyse van de kansen en bedreigingen van de arbeidsmarkt in de eigen regio Opdracht 2: 64 Schrijf een re-integratievisie en re-integratieplan met daarin concrete acties, stappen, reintegratierichting Lesdag 28 Communicatieve vaardigheden Doel: • • • • • De student weet welke processen / activiteiten er kunnen spelen in (groeps)gesprekken en vergaderingen, zoals besluitvorming, conflicthantering, onderhandelen en presenteren en weet deze te herkennen en benoemen. De student kan aangeven welke culturele verschillen er zijn en hoe dit de communicatie beïnvloed. De student kan het doel van het gesprek helder verwoorden aan zijn cliënt. De student kan beroeps technische zaken, als wetgeving, begrijpelijk uitleggen. De student is in staat om - in B1-taal - een samenvatting te geven van het bedrijf, functie en de gevoerde gesprekken. Inhoud Ochtend Conflicthantering Feedback en feedforward procedures, stappen en criteria Culturele verschillen en de invloed op verbale en non-verbale communicatie Middag: • Casuïstiek / oefenen met praktijkvoorbeelden, waarin volgende doelstelling terugkomt: • De student kan het doel van het gesprek helder verwoorden aan zijn cliënt. • De student kan beroeps technische zaken, als wetgeving, begrijpelijk uitleggen. • De student is in staat om - in B1-taal - een samenvatting te geven van het bedrijf, functie en de gevoerde gesprekken. Tijd: Voorbereiding: 3 uur Lesdag: 8 uur Benodigde Materialen Hans Jaspers: Anderen stimuleren en jezelf motiveren Eigen casuïstiek Boeken/Literatuur Hans Jaspers: Anderen stimuleren en jezelf motiveren Belangrijke Websites Opdrachten / activiteiten: Voorbereiding: Neem een casus mee (maximaal 1 A4) die in je allergie zit en die je op deze lesdag kan uitspelen. De casus bevat summiere informatie voor het rollenspel: - Informatie over de cliënt, ervaren beperkingen en type persoon 65 - Informatie over werk, taken en bijzonderheden daarbij Bijzonderheden die van belang zijn voor het gesprek Lesdag 29 ethiek Doelen: De student weet wat een ethische vraag of dilemma betekent en kan deze herkennen. De student kent de gedragsregels van het SRA en kan hier adequaat mee omgaan aan de hand van methoden en hulpmiddelen, zoals aangereikt in de les. Inhoud Oefening: beoordelen van de inzetbaarheid van een schizofreen vanuit twee posities: hulpverlener en uitkeringsinstantie. Het bepalen van je positie uit de beschikbare info en opdracht Theorie SRA, waarden vierkant met de morele kwestie in het midden Opzoeken van de eigen dominante waarden, en discussie over de ethische dilemma’s waartoe dat kan leiden in de beroepspraktijk Hulpjes in nood: o Communicatiemuur o Veilige triades maken en zoeken o TA, uit de ouderrol en in de volwassen modus o Socrates o Middag: complexe casussen doornemen en stap voor stap alternatieven en dilemma’s bespreken Tijd: Vooropdracht: 8 uur Lesdag: 8 uur Verwerkingsopdracht: 8 uur Materiaal : o syllabus en handout. o Literatuurlijst, niet verplicht o Boek SRA / syllabus gedragscode Opdrachten / activiteiten: Vooropdracht: Lees het handboek SRA door, waarbij met name hoofdstuk … goed bestudeerd dient te worden. Verwerkingsopdracht, behorend bij werkopdracht 1: Neem in je persoonlijk competentiedossier een voorbeeld op vanuit de lesdag of van een casus waarmee je werd geconfronteerd met een ethisch vraagstuk of dilemma en geef aan hoe dit je leerproces als arbeidsdeskundige beïnvloed heeft. Afsluiting: Tijdens de les worden regelmatig opdrachten gegeven. Hiermee kunnen de docent en de student het leerproces bewaken. 66 67 Lesdag 30: rapporteren Zie informatie bij lesdag 20 Lesdag 30: Intervisie Zie informatie bij lesdag 8. Daarbij wordt het examen doorgenomen en voorbereid. Voor het examen dient alle lesstof nogmaals doorgenomen te worden, met name de vakken van professioneel handelen en mondelinge en schriftelijke communicatie. Het oefenen met casuïstiek / voeren van gesprekken met cliënten is van meerwaarde en wordt aangeraden voor het goed afronden van het assessment. Examentijd: 8 uur Voorbereidingstijd examen: 18 uur 68 Bijlage 2: missie en visie van IVA O&T Missie: Wij willen het bedrijfsleven ondersteunen bij het optimaal inzetbaar houden en krijgen van mensen. Daartoe leidt IVA O&T mensen op die creatief en oplossingsgericht naar mensen en het werk kijken. Visie: IVA O&T heeft de ambitie om de nummer één opleidingen te zijn voor mens- en arbeid gerelateerde vraagstukken voor het bedrijfsleven. Wij zien dat het bedrijfsleven en het speelveld van mens, werk en inkomen sterk aan het veranderen is: mensen werken niet meer hun hele arbeidzame leven bij één bedrijf, er zijn meer bepaalde tijd contracten, er wordt veel verwacht van het werk, maar ook van de werknemer of ondernemer. Verzuim en re-integratie kosten veel geld, terwijl adviezen lang niet altijd lijken aan te sluiten bij de mens of bij het bedrijf. De aandeelhouderswaarde krijgt een steeds minder prominente rol en Return of Investment maakt plaats voor Return on Involvement. Verzekeraars krijgen te maken met nieuwe collectieven. De kwaliteit van bedrijven wordt straks ook afgemeten aan inzetbaarheid en inclusiviteit. In deze veranderende omgeving kan de arbeidsdeskundige kennis het verschil maken. Juist nu is kennis van belasting en belastbaarheid gekoppeld aan een beleid van duurzame inzetbaarheid cruciaal. Kennis moet geënt zijn op de praktijk van echte bedrijven en echte werkende mensen. In plaats van te kijken naar investering en kosten, kijken wij naar betrokkenheid. In onze visie zal een betrokken mens altijd aan de slag komen of blijven. Zonder betrokkenheid zal geen enkel traject of advies meerwaarde hebben. Om betrokken te blijven is ontwikkeling essentieel. Het zien van uitdagingen en groeimogelijkheden op zowel kennis als kwaliteiten vinden wij belangrijk. IVA O&T heeft haar opleidingen dan ook zo ingericht dat de student zich kan blijven ontwikkelen, op ieder niveau. IVA O&T onderscheidt zich door arbeidsdeskundige kennis op verschillende niveaus, van meewerkend casemanager tot arbeidsdeskundig specialist tot beleidsadviseur, maar altijd gelieerd aan daadwerkelijke werksituaties te onderwijzen. IVA O&T richt zich op het doceren van kennis over de relatie tussen sociale wetgeving met de werkende mens, waarbij wij praktische handvatten geven in de lessen over onder meer beperkingen die voortkomen uit ziekte, het maken van functieanalyses en dit vertalen naar loonwaarde. Wij hebben ruim vijftien jaar ervaring en nauwe samenwerking met partijen die in het bedrijfsleven werkzaam zijn en zijn proactief binnen de beroepsvereniging voor arbeidsdeskundigen. IVA O&T is daarmee een opleiding die ontwikkelingen op de voet volgt en haar kennis continue aanpast aan de hedendaagse situatie. Daarmee biedt IVA O&T opleidingen aan studenten die zich willen ontwikkelen. Studenten die creatief en oplossingsgericht buiten de gebaande paden willen kijken, om het bedrijfsleven goed te kunnen bedienen. Dit doet IVA O&T door theorie te koppelen aan de praktijk, middels praktijk-, stage- of verwerkingsopdrachten. 69
© Copyright 2024 ExpyDoc