Programmaboekje

deSingel
wo 26 feb 2014
Blauwe Zaal Grote podia
Marc-André Hamelin piano
Anthony Marwood viool
Martin Fröst klarinet
inleiding Adeline Boeckaert | 19.15 uur | Blauwe foyer
begin 2
0 uur| pauze omstreeks 20.45 uur| einde omstreeks 21.55 uur
carte blanche hamelin
2013-2014
Rotterdams Philharmonisch Orkest olv. Yannick Nézet-Séguin
Marc-André Hamelin piano
za 12 okt 2013
Marc-André Hamelin
solorecital
wo 6 nov 2013
arc-André Hamelin piano & Anthony Marwood viool
M
& Martin Fröst klarinet
wo 26 feb 2014
Marc-André Hamelin piano & Pacifica Quartet
do 27 mrt 2014
Marc-André Hamelin
interview
do 27 mrt 2014
teksten programmaboekje Adeline Boeckaert
coördinatie programmaboekje deSingel, Eveline Heylen
Als herinnering om uw gsm uit te schakelen hoort u vanavond de
‘Ringtone Waltz’ van Marc-André Hamelin
© 2008 Theodore Presser Company. Alle rechten voorbehouden. Gebruikt met toestemming.
Marc-André Hamelin piano
Anthony Marwood viool
Martin Fröst klarinet
Franz Schubert (1797-1828)
Rondo (‘Rondeau brillant’) in b voor viool en piano, D895, opus 70 15’
Andante
Allegro - Più mosso
Claude Debussy (1862-1918)
Première Rhapsodie voor klarinet en piano, L116
Igor Stravinsky (1882-1971)
Suite ‘L’Histoire du Soldat’ voor viool, klarinet en piano
The Soldier’s March
The Soldier’s Violin
The Little Concert
Tango-Waltz-Ragtime
The Devil’s Dance
8'
15’
pauze
Gelieve uw GSM uit te schakelen.
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be
Selecteer hiervoor voorstelling | concert | tentoonstelling van uw keuze.
REAGEER
& WIN
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, …
betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen.
Selecteer hiervoor voorstelling | concert | tentoonstelling van uw keuze.
Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets
te winnen.
Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER,
Kasteeldreef 6 | Schilde | +32 (0)3 384 29 70 | www.tklavervier.be
Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur
informatie en reserveren: +32 (0)3 237 71 00 | www.grandcafedesingel.be
drankjes | hapjes | snacks | uitgebreid tafelen
Francis Poulenc (1899-1963)
Sonate voor klarinet en piano, FP184
Allegro tristamente
Romanza
Allegro con fuoco
Claude Debussy
Sonate in g voor viool en piano, L140
Allegro vivo
Intermède. Fantastique et léger
Finale. Très animé
Béla Bartók (1881-1945)
Contrasten voor viool, klarinet en piano, Sz111, BB116
Verbunkos (Recruiting Dance)
Piheno (Relaxation)
Sebes (Fast Dance)
14’
13’
17'
Contrasten en harmonieën
ranz Schubert (1797-1828)
F
Rondo (‘Rondeau brillant’) in b voor viool en piano, D895, opus 70
Rond 1824 zette Schubert zijn activiteiten als onderwijzer stop en
besliste hij om zich enkel aan het componeren te wijden. Zo werd
hij de eerste, echt vrije componist uit de geschiedenis; de eerste
die genoot van de nieuwe status van componist. “De staat moet
mij onderhouden, zodat ik vrij en zorgeloos kan componeren” was
zijn leuze. Gelukkig kon hij steeds op de steun van zijn vrienden
rekenen, telkens dat nodig bleek.
Aansluitend op deze ontvoogding componeerde Schubert
voornamelijk voor professionele uitvoerders en nam hij afstand
van de praktijk van de 'Hausmusik', d.i. de vertolking thuis in
familiekring of onder vrienden. In oktober 1826 schreef hij zijn
‘Rondeau brillant’ in b. Met deze krachtige en virtuoze compositie
blies Schubert nieuw leven in een genre dat hij meer dan tien jaar
lang niet had beoefend. Het is een van de weinige werken die
tijdens zijn leven werd uitgegeven én uitgevoerd. De première werd
gespeeld door violist Josef Slavik, die in 1826 in Wenen arriveerde
en door Chopin als “de tweede Paganini” werd betiteld, en pianist
Karl Maria von Bocklet.
Het Rondo is typerend voor Schubert. Daar waar Beethoven het
toonbeeld is van structuur en verwevenheid van motieven, heeft
Schubert een meer poëtische, intuïtieve kijk op de dingen. Hij kiest
bewust voor sterk wisselende en contrasterende muzikale ideeën
met verschillende tempi. Het werk opent met een proloog, een
breed Andante waarvan de gepunte ritmes een nostalgische Franse
sfeer uitademen. De proloog eindigt met een kort motief – twee
stijgende gepunte noten – dat herhaald wordt bij het begin van het
daaropvolgende Allegro. Dit refrein, met een briljante virtuositeit
waarin mineur en majeur, lyrisme en bravoure elkaar afwisselen,
wordt gevolgd door een episode in een andere toonaard. Dit
virtuoze moment sluit af met een onverwacht cantabile. Nadat het
refrein voor een tweede keer te horen is, komt een zeer tedere
passage voor waarin viool en piano afwisselend een melodie zingen
met een dartel en fragiel motief, alvorens het refrein voor een
laatste keer optreedt. Ten slotte vermengt een weelderige coda alle
motieven. De ritmes versnellen en het werk eindigt uitbundig met
twee akkoorden in de viool en de piano.
laude Debussy (1862-1918)
C
Première Rhapsodie voor klarinet en piano, L116
“Er wordt te veel aandacht geschonken aan compositiemethodes, aan
formules en aan vakmanschap. Componisten hebben onvoldoende
belangstelling voor de geluiden om hen heen, ze luisteren niet naar de
muziek die de natuur hen schenkt. Dit is volgens mij de nieuwe weg”,
liet Debussy in 1909 optekenen tijdens een interview.
In dat zelfde jaar vroeg Gabriël Fauré hem om zitting te nemen
in het 'conseil superieur' van het conservatorium in Parijs. In die
hoedanigheid componeerde Debussy in 1910 twee stukken voor het
klarinetexamen: een ‘Rhapsodie’ als repertoirestuk en een ‘Petit
Pièce’ als zichtlezing. In de ‘Première Rhapsodie’ voor klarinet en
piano slaagt Debussy erin om een evenwicht te bereiken tussen
technisch vertoon, waarin de solist zijn technische vaardigheden kan
demonstreren, én een beklijvende muzikale inhoud waarin de thema’s
méér zijn dan een aanleiding tot louter acrobatische kunsttoeren voor
de klarinettist. Op 8 juli 1910 schreef Debussy een ietwat vreemde
brief aan zijn uitgever Jacques Durand: “Heb zondag medelijden met
mij, ik moet maar liefst elf keer mijn rapsodie voor klarinet aanhoren.
Als ik dit overleef, zal ik verslag uitbrengen.” En zo geschiedde. Een
week later, op 15 juli 1910 pende Debussy volgende bevindingen
neer: “Het klarinetexamen was voortreffelijk, en – te oordelen naar de
reacties van mijn collega’s – kwam de Rhapsodie er bijzonder goed
uit. Nogmaals bedankt voor de zichtlezing! Een van de studenten, een
zekere Vandercruyssen, speelde het werk uit het hoofd en bovendien
zeer muzikaal, anderen speelden nauwkeurig maar haalden slechts
een doorsnee niveau.” Debussy beschouwt zijn ‘Première Rhapsodie’
als een van de meest charmante stukken die hij ooit geschreven heeft.
Op compositorisch vlak laveert hij tussen (verwijd) tonale passages
en vrij gecomponeerde delen. Hij maakt gebruik van melodieën en
akkoorden die op zich niet atonaal zijn, maar hij combineert deze op
een eigenzinnige manier, met een enorme artistieke vrijheid, en een
erg persoonlijke stijl als resultaat. Eigen aan het genre van de rapsodie
zijn de snelle stemmingswisselingen en de grote contrasten tussen
virtuositeit en intimiteit. De ‘Première Rhapsodie’ is opgedragen aan
Prosper Mimart, die tevens de klarinetpartij voor zijn rekening nam
tijdens de eerste publieke uitvoering van het werk op 16 januari 1911.
onate in g voor viool en piano, L140
S
Debussy’s laatste jaren werden overschaduwd door de Eerste
Wereldoorlog en een extreem pijnlijke kanker. In 1915 zette Debussy
zich aan het schrijven van een zestal sonates voor uiteenlopende
bezetting, opgedragen aan zijn tweede vrouw Emma-Claude. Alleen
de eerste drie sonates kreeg hij op papier. In deze composities zette
Debussy zich bewust af tegen de Duitse romantiek in het algemeen
en tegen Richard Wagner in het bijzonder. Tegelijk was hij zich sterk
bewust van zijn eigen Franse identiteit: “composées par Claude
Debussy, musicien françaix” staat op de titelpagina van de sonates.
Debussy vond inspiratie voor zijn ‘Sonate voor viool en piano’ in de
Franse barokmuziek van onder meer François Couperin en JeanPhilippe Rameau. Deze sonate uit 1917 werd zijn zwanenzang op het
gebied van de kamermuziek. Debussy, doodziek en onder de morfine,
schreef over de ontstaansgeschiedenis: “Ik werk in het luchtledige,
me uitputtend in kleine knutselpartijen, die me nog wanhopiger
maken. Nooit heb ik me zo afgemat gevoeld door deze achtervolging
van het onbereikbare.” Toch klinkt de sonate opgewekt en grillig.
Bovendien etaleert Debussy niet alleen hoe hij schatplichtig is aan de
geschiedenis, maar geeft hij ook gestalte aan zijn eigen ideeën over
de vorm. Vooral het cyclisch principe, waarbij het hoofdthema uit het
eerste deel al dan niet aangepast in de andere twee delen terugkeert,
is hierbij van belang.
Op 5 mei 1917 voerde Debussy in de Salle Gaveau in Parijs zijn
vioolsonate nog zelf uit met violist Gaston Poulet. “Men heeft de
Intermède willen bisseren, waartegen ik me met klem verzet heb, om
de eenheid van de compositie te eerbiedigen; dus hebben we de hele
sonate nog een keer moeten spelen.” Dit was zijn laatste publieke
optreden.
Igor Stravinsky (1882-1971)
Suite ‘L’Histoire du Soldat’ voor viool, klarinet en piano
Igor Stravinsky is geboren in Rusland, stierf als Amerikaans
staatsburger en werd begraven in Venetië. Ook had hij een paar jaar
lang de Franse nationaliteit en verbleef hij tijdens de oorlogsjaren
een tijdje in Zwitserland waar hij in ballingschap verkeerde. In 1917
componeerde Stravinksky zijn ‘L’Histoire du Soldat’, in samenwerking
met de Zwitserse schrijver Charles-Ferdinand Ramuz die zich hiervoor
baseerde op een oude Russische fabel van Aleksandr Afanasjev. Het
geheel groeit uit tot een melodrama in twee delen “om te lezen, te
spelen en te zingen” zoals de partituur vermeldt. Het verhaal gaat over
een soldaat die zijn ziel en viool verkoopt aan de duivel voor een boek
met geld en het vermogen de economie te voorspellen. Aanvankelijk
overwint hij de duivel en redt hij 'en passant' een prinses, maar
uiteindelijk krijgt de duivel hem toch weer in zijn macht.
De kracht van ‘L’Histoire du Soldat’ ligt niet alleen in het
aansprekende verhaal, het zijn vooral de theatrale zetting en de
muziek die garant staan voor het uiteindelijke succes. Het werk
is bedoeld voor een 'théâtre ambulant', een rondreizend theater.
Het werk moest in elk theater, op elke plaats, zelfs in de open lucht
uitgevoerd kunnen worden. De totale bezetting bestaat uit een
spreker, twee acteurs, een danser en een septet van viool, contrabas,
klarinet, fagot, cornet, trombone en slagwerk. Doel van deze eerder
kleine bezetting was om een groot publiek te bereiken zonder veel
kosten te maken. Op compositorisch vlak is ‘L’Histoire du Soldat’
exemplarisch voor de versobering die kenmerkend is voor de wijze
waarop Stravinsky tijdens de Eerste Wereldoorlog componeerde.
Typerend zijn de eenvoudige melodieën; een motorisch, zeer
gearticuleerde speelstijl; veel dynamiek, ook in de accentuering;
en het veelvuldig gebruik van mars- en dansritmen (tango, wals,
ragtime). Als je echter grondig luistert blijkt de muziek toch uiterst
inventief te zijn, vooral op ritmisch vlak. Vaak lopen verschillende
lagen met hun eigen metrum door elkaar. Zoals in het begin, waarin
het ritme van de soldaat constant 'doormarcheert', terwijl de melodie
in een vrije afwisseling van maatsoort, haar eigen verloop heeft.
‘L’Histoire du Soldat’ ging op 28 september 1918 in het Théâtre
Municipal de Lausanne in première onder leiding van Ernest Ansermet
en dat dankzij de financiële steun van de Zwitserse geldschieter
Werner Reinhart, een begenadigd amateurklarinettist. Op diens vraag
arrangeerde Stravinsky het theaterwerk een jaar later voor viool,
klarinet en piano.
rancis Poulenc (1899-1963)
F
Sonate voor klarinet en piano, FP184
“Een zwanenzang... zo heerlijk als altijd” zo beschrijft een recensent
de ‘Sonate voor klarinet en piano’ van Francis Poulenc. De première
op 10 april 1963 in de Carnegie Hall in New York maakte Poulenc niet
meer mee, hij stierf op 30 januari van dat jaar aan een hartaanval. De
flamboyante dirigent-pianist Leonard Bernstein, tevens opdrachtgever
van deze compositie, stond klarinettist Benny Goodman bij.
Deze klarinetsonate is opgedragen aan de in 1954 overleden
componist Arthur Honegger. De compositie begint met een Allegro
tristamente, als verklaring voor de droefheid die er heerst. Daarna
komt een zacht en melancholisch Romanza, gevolgd door een
stormachtig Allegro con fuoco. Dit laatste deel typeert Poulencs
stijl ten voeten uit. Een stuwende ritmiek primeert, ten koste van
een diepgaande verwerking van het melodische materiaal. Op
muzikaal-technisch vlak was Poulenc geen grote vernieuwer, maar
dat deerde hem niet. Hij vond dat er ook in de twintigste eeuw
nog steeds voldoende ruimte was om te componeren binnen de
grenzen van de tonaliteit. De beste samenvatting van zijn plaats in
de muziekgeschiedschrijving gaf hij zelf: “Ik weet maar al te goed dat
ik niet tot de componisten behoor die harmonische vernieuwingen
doorvoerden, zoals Igor (Stravinsky), Ravel of Debussy, maar ik
geloof dat er plaats is voor nieuwe muziek die geen rekening houdt
met andermans akkoorden. Was dat niet ook het geval bij Mozart en
Schubert?”
Joseph Szigeti (viool), Benny Goodman (klarinet) en Béla Bartók (piano) tijdens de opname van 'Contrasts'
in New York, 1940. © G. D. Hackett
éla Bartók (1881-1945)
B
Contrasten voor viool, klarinet en piano, Sz111, BB116
Béla Bartók componeerde ‘Contrasten’ op vraag van de vermaarde
jazzklarinettist Benny Goodmann, die op zijn beurt aangespoord
werd door de Amerikaans-Hongaarse vioolvirtuoos Joseph Szigeti.
Hoewel de opdrachtgevers een soort rapsodie in twee bewegingen
voor viool, klarinet en piano van 6 à 7 minuten bestelden, mondde het
resultaat uit in een driedelig werk dat maar liefst 15 minuten duurde.
De première van deze uiteindelijke versie vond plaats op 21 april 1940
in de Carnegie Hall in New York, met als solisten Goodman, Szigeti en
Endre Petri aan de piano.
Het eerste deel, Verbunkos, is geïnspireerd op een volksdans die
gebruikt werd om jonge mannen te rekruteren voor het leger. Het
thema wordt geïntroduceerd door de klarinet, waarna ook de viool
en de piano erop variëren. Het deel eindigt met een cadens voor de
klarinet. Hierna verandert de sfeer en volgt er een meditatief deeltje,
met als titel Pihenö (letterlijk: rust of verpozing). De finale tenslotte,
is een Sebes (letterlijk: snel), een snelle rondedans met een cadens
voor viool, die het stuk zeer energiek afsluit.
Zoals de titel al laat vermoeden, speelt de idee van de tegenstelling
een cruciale rol. Centraal staat zowel het contrast tussen melodische
lijnen en slagstoten, als de grote diversiteit qua klankkleur van de
gebruikte instrumenten. ‘Contrasten’ kan worden gezien als een
pittig trio waarin vooral de viool en de klarinet op het voorplan treden
en waarin de piano zich eerder beperkt tot tremolo’s en enkele
percussie-achtige uitbarstingen.
Marc André Hamelin
Marc-André Hamelin werd geboren in Montreal. Hij studeerde in Philadelphia
aan de Vincent d’Indy School of Music en de Temple University. Zijn belangrijkste
leraren waren Yvonne Hubert, Harvey Wedeen en Russell Sherman. In
1985 werd hij winnaar van de Carnegie Hall Competition. Sindsdien geeft hij
wereldwijd concerten. In het seizoen 2011-2012 speelde Hamelin een Liszt
recital en Rachmaninovs ‘Rapsodie op een thema van Paginini’ met het
BBC National Orchestra of Wales op de BBC Proms. Tevens debuteerde hij
met de Berliner Philharmoniker in Szymanowski’s Symfonie nr 4 en gaf hij
concerten met het Basel Symphony Orchestra, het Deens Radio Orkest en
de Helsingborg Symphony. In de VS is hij een vaste gast bij de symfonische
orkesten van Chicago, Montreal, Quebec en Seattle. Hamelin is tevens een
stamgast in de Wigmore Hall in Londen en op het Luzern Festival, en hij wordt
steeds opnieuw uitgenodigd in de grote zalen van Denemarken, Duitsland,
Italië, Portugal, Rusland, Zweden en Azië. In het seizoen 2014 is Hamelin op
verschillende concertpodia artiest in residentie en worden er concertreeksen
aan hem gewijd: The Celebrity Series in Boston, San Francisco Performances,
deSingel in Antwerpen en de Wigmore Hall in Londen. Hij geeft er solorecitals,
speelt kamermuziek met Het Pacifica en het Takács Quartet, met violist
Anthony Marwood, klarinettist Martin Fröst, pianist Emanuel Ax, en speelt
de wereldcreatie van het Piano Concerto van Mark-Anthony Turnage met
het Rotterdams Philharmonisch Orkest olv. Yannick Nezet-Séguin. Andere
hoogtepunten dit seizoen zijn recitals in de Philharmonie Berlijn, Zankel Hall in
Carnegie Hall New York, Théâtre de Champs-Elysées in Parijs, Herkulessaal
in München en het Muziekgebouw aan ‘t Ij in Amsterdam. Tevens geeft hij
concerten met de New York Philharmonic olv. Sir Andrew Davis, Chicago
Symphony olv. Bernard Labadie, London Symphony olv. Osmo Vänska, Danish
Radio Orchestra olv. Rafael Frühbeck de Burgos en een Europese tournee met
Montreal Symphony olv. Kent Nagano. Hamelin heeft een exclusief contract met
Hyperion. Recent verscheen op dit label de opname van de klavierconcerti van
Haydn met Les Violons du Roy olv. Bernard Labadie. Dit seizoen zal de cd met
late pianowerken van Busoni verschijnen. Andere recent verschenen opnamen
zijn de drie dubbel-cd’s met sonates van Haydn en een cd met solowerken van
Liszt. De cd met zijn eigen composities ‘Hamelin: Ètudes’ werd in 2010 voor een
Grammy genomineerd (zijn negende) en werd bekroond met een eerste prijs
van de Deutsche Schallplattenkritik. Op Hyperion verschenen verder ook nog
Hamelins opnamen van concerti en solowerken van Alkan, Catoire, Godowsky,
Grainger, Reger, Roslavets, Rzewski, Brahms, Schumann, Villa-Lobos en de
complete sonates van zowel Medtner als Skrjabin. Marc-André Hamelin ontving
een ‘lifetime achievement prize’ van de Deutsche Schallplattenkritik en hij werd
benoemd tot ‘Officer of the Order of Canada’, ‘Chevalier de l’Ordre du Québec’ en
is lid van de Royal Society of Canada.
www.marcandrehamelin.com
Marc-André Hamelin © Fran Kaufman
deSingel tijdlijn
woe 26 feb 2014
Marc-André Hamelin & Anthony Marwood & Martin Fröst
Schubert, Debussy, Stravinsy, Poulenc, Bartók
woe 6 nov 2013
Marc-André Hamelin
Hamelin, Medtner, Alkan, Debussy
za 12 okt 2013
Marc-André Hamelin & Rotterdams Philharmonisch Orkest olv. Yannick NézetSéguin
Prokofjev, Turnage, Stravinsky
do 29 nov 2012
Marc-André Hamelin
Bach, Fauré, Ravel, Hamelin, Rachmaninov
[…]
ma 15 apr 2002
Marc-André Hamelin
Mozart, Alkan, Schubert, Hamelin
Anthony Marwood
Anthony Marwood is een van de meest vooraanstaande violisten van zijn
generatie. Internationaal gerenommeerd als solist en directeur, werkt hij
regelmatig samen met diverse ensembles van over de hele wereld . Deze
omvatten de Academy of St Martin in the Fields, het Australian Chamber
Orchestra, Les Violons du Roy en de Irish Chamber Orchestra (waarvan hij
artistiek directeur was). Als solist trad hij op aan de zijde van vooraanstaande
dirigenten als Valery Gergiev, Sir Andrew Davis, Douglas Boyd, Yan Pascal
Tortelier, Marin Alsop, David Robertson, Martyn Brabbins en Ilan Volkov. In het
seizoen 2013-2014 reist Anthony drie keer naar Noord-Amerika: eerst als solist
en directeur met de St Louis Symphony in een compleet Mozartprogramma, dan
voor de wereldpremière van het Violin Concerto van Samuel Carl Adams, een
voor hem geschreven werk in opdracht van het Berkeley Symphony Orchestra,
tot slot keert hij terug voor trioconcerten met Martin Fröst en Marc-André Hamelin
in Boston en San Francisco ism. Les Violons du Roy in Quebec. In Australië leidt
hij voor het vierde opeenvolgende jaar een project aan de Australian National
Academy of Music. In Europa debuteert Marwood met de Kymi Sinfonietta, de
Odense Symphony en de Iceland Symphony Orchestras en treedt hij eveneens
op als solist met het Zweedse Kamerorkest en de Tapiola Sinfonietta. Hij keert
ook terug naar de BBC Scottish Symphony en de London Mozart Players. Op
het gebied van kamermuziek sluit hij zich aan bij Steven Isserlis en vrienden in
Wigmore Hall, evenals bij Thomas Adès in een concert ter gelegenheid van de
opening van de nieuwe concertzaal aan de Guildhall School in Londen, Milton
Court. Trio-optredens met Martin Fröst en Marc-André Hamelin zijn gepland
voor Nederland, België en de Londense Wigmore Hall. Tot recente concerten
behoren een veelgeprezen tournee met het Amsterdam Sinfonietta en een tour
in Australië met recitalpartner Aleksandar Madzar. Marwood werkt regelmatig
samen met hedendaagse componisten, zo werden er vioolconcerten voor hem
gecomponeerd waaronder ‘Concentric Paths’ van Thomas Adès, een concerto
van Sally Beamish in 1995 en een concerto van Ross Harris met een première
ism. de New Zealand Symphony Orchestra . Het concerto van Adès werd voor
het eerst uitgevoerd in Berlijn en bij de BBC Proms met het Chamber Orchestra
of Europe olv. de componist alvorens een groot aantal nationale premières over
de hele wereld te geven. EMI lanceerde in 2010 een opname die alom geprezen
werd. Anthony Marwoods meest recente cd bevat vioolsonates van Schumann
uitgebracht bij het bekroonde Wigmore Live label. Recente releases bij het label
Hyperion bevatten late werken van Schumann voor viool en orkest en viool- en
dubbelconcerto’s van Britten met het BBC Scottish Symphony Orchestra. In
totaal heeft Anthony meer dan 30 cd’s opgenomen voor Hyperion, gaande van
de kern van het triorepertoire met het Florestan Trio, tot Stravinsky’s complete
muziek voor viool en piano (met Thomas Adès) en de vioolconcerten van Kurt
Weill en Peteris Vasks. Geboren in Londen, studeerde Anthony Marwood bij
Emanuel Hurwitz aan de Royal Academy of Music, bij David Takeno aan de
Guildhall School of Music en nam hij lessen bij Sandor Végh en Daniel Phillips bij
IMS Prussia Cove. De Royal Philharmonic Society bekroonde Anthony Marwood
als Instrumentalist van het Jaar in 2006. Hij is de co-artistiek directeur van het
Peasmarsh Chamber Music Festival en doceert jaarlijks aan het Yellow Barn
Festival in Vermont. Hij speelt op een Carlo Bergonzi viool uit 1736, verworven
door een een syndicaat van kopers.
www.anthonymarwood.com
Anthony Marwood © Pia Johnson
deSingel tijdlijn
woe 26 feb 2014
Marc-André Hamelin & Anthony Marwood & Martin Fröst
Schubert, Debussy, Stravinsy, Poulenc, Bartók
za 25 okt 2008
Florestan Trio
Saint-Saëns, Fauré, Ravel
do 2 feb 2006
Florestan Trio
Schumann
woe 1 feb 2006
Florestan Trio
Schumann
woe 2 apr 2003
Florestan Trio
Mendelssohn-Bartholdy, Weir, Schumann
Martin Fröst
In mei 2014 zal Martin Fröst de Leonie Sonning Music Prize ontvangen die
algemeen wordt erkend als een van ‘s werelds langst bestaande en hoogste
muzikale onderscheidingen. Hij is de eerste klarinettist die deze prijs ontvangt
voor zijn buitengewone bijdrage aan de muziek. Eerder ging deze bekroning al
naar Igor Stravinsky, Daniel Barenboim, Alfred Brendel en Simon Rattle. In de
herfst van 2013 zag een release met het 'Klarinetconcerto' van Mozart bij BIS het
levenslicht, wat Martin verbindt met de Deutsche Kammerphilharmonie Bremen,
het 'Kegelstatt Trio' met Leif Ove Andsnes en Antoine Tamestit, alsook met
Janine Jansen, Boris Brovtsyn, Maxim Rysanov en Torleif Thedéen. Fröst voert
het Mozarconcerto ook uit tijdens zijn debuut met het Gewandhausorchester
Leipzig (Sir Roger Norrington), het Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin (Stanisław
Skrowaczewski), het Orpheus Chamber Orchestra in Carnegie Hall en de
Bamberger Symphoniker (Jonathan Nott). Op tournee voerde hij het werk uit
met het Gewandhausorchester Leipzig (Riccardo Chailly), Camerata Salzburg
(Louis Langrée), het Australian Chamber Orchestra, Academy of St Martin in
the Fields en het Swedish Chamber Orchestra (Thomas Dausgaard). Andere
hoogtepunten die eraan komen voor Fröst zijn een debuut bij het Koninklijk
Concertgebouw Orkest (Lutosławski’s ‘Dance Preludes’ en Hillborgq ‘Peacock
Tales’ ism. Xian Zhang), het Orchestre National de France (Copland Concerto
met David Zinman) en de Bamberger Symphoniker (Kalevi Aho ‘s Concerto met
Osmo Vänskä), Tonhalle Zürich (Herbert Blomstedt), het Orchestre de la Suisse
Romande (Neeme Järvi), het Luzerner Sinfonieorchester (James Gaffigan), de
Cincinnati Symphony (Louis Langree), de Houston Symphony (Andres OrozcoEstrada) en het Washington National Symphony Orchestra (Osmo Vänskä).
Verder in de toekomst verschijnt Martin Fröst als Artist in Residence bij de ​​
Gothenburg Symphony, het Concertgebouw in Amsterdam en de Londense
Wigmore Hall waar hij zal samenwerken met artiesten als Miah Persson, Maxim
Rysanov, Roland Pöntinen, het Apollon Musagète Kwartet en Academy of St
Martin in the Fields. De uitgebreide discografie voor BIS van Fröst bevat de
veelgeprezen ‘Dances to a Black Pipe’, de samenwerking zal in het voorjaar van
2014 verhoogd worden met de release van Brahms 'Klarinetkwintet' waarvoor
hij zich herenigt met Janine Jansen, Boris Brovtsyn, Maxim Rysanov en Torleif
Thedeen. Frösts passie voor het uitbreiden van het klarinetrepertoire heeft van
hem een kampioen gemaakt voor werken zoals die van Anders Hillborg, Kalevi
Aho ‘s, Rolf Martinsson en Bent Sørensens 'Klarinetconcerto' dat hij vorig seizoen
in première bracht met het Nederlands Radio Kamerorkest in het Concertgebouw
in Amsterdam en de Philharmonie Keulen olv. Michael Schønwandt. Fröst werkt
ook als dirigent en verschijnt met het Oslo Philharmonic, de Royal Stockholm
Philharmonic, de Norrköping Symphony en de Detroit Symphony Orchestras
alsook met de Deutsche Kammerphilharmonie Bremen. Het jaar 2014 markeert
het 10de seizoen van Vinterfest in Mora in Zweden waarvan Martin Fröst artistiek
directeur is. Hij neemt ook de functie van artistiek directeur van het Internationaal
Kamermuziek Festival in Stavanger in Noorwegen waar.
www.martinfrost.se
Martin Fröst © Mats Bäcker
deSingel tijdlijn
woe 26 feb 2014
Marc-André Hamelin & Anthony Marwood & Martin Fröst
Schubert, Debussy, Stravinsy, Poulenc, Bartók
za 3 dec 2011
Australian Chamber Orchestra olv. Richard Tognetti
Haydn, Mozart
binnenkort in deSingel
Marc-André Hamelin piano
& Pacifica Quartet
Simin Ganatra,Sigurbjörn
Bernhardsson viool Masumi Per
Rostad altviool Brandon Vamos cello
Marc-André Hamelin © Sim Canetty Clarke
M-A Hamelin Passacaglia for Piano Quintet (2002)
A Dvorák Pianokwintet nr 2 in A, opus 81
L Ornstein Piano Quintet (1927)
do 27 mrt 2014 | 20 uur | Blauwe zaal
gratis inleiding Waldo Geuns | 19.15 uur | Blauwe foyer
interview Marc-André Hamelin | na concert | Blauwe foyer
€ 22, 18 (basis) | € 18, 14 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar)
architectuur
theater
dans
muziek
www.desingel.be
t +32 (0)3 248 28 28
Desguinlei 25
B-2018 Antwerpen
f deSingelArtCity
deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van de Provincie en de Stad Antwerpen.
mediasponsors