deSingel wo 26 feb 2014 Blauwe Zaal Grote podia Marc-André Hamelin piano Anthony Marwood viool Martin Fröst klarinet inleiding Adeline Boeckaert | 19.15 uur | Blauwe foyer begin 2 0 uur| pauze omstreeks 20.45 uur| einde omstreeks 21.55 uur carte blanche hamelin 2013-2014 Rotterdams Philharmonisch Orkest olv. Yannick Nézet-Séguin Marc-André Hamelin piano za 12 okt 2013 Marc-André Hamelin solorecital wo 6 nov 2013 arc-André Hamelin piano & Anthony Marwood viool M & Martin Fröst klarinet wo 26 feb 2014 Marc-André Hamelin piano & Pacifica Quartet do 27 mrt 2014 Marc-André Hamelin interview do 27 mrt 2014 teksten programmaboekje Adeline Boeckaert coördinatie programmaboekje deSingel, Eveline Heylen Als herinnering om uw gsm uit te schakelen hoort u vanavond de ‘Ringtone Waltz’ van Marc-André Hamelin © 2008 Theodore Presser Company. Alle rechten voorbehouden. Gebruikt met toestemming. Marc-André Hamelin piano Anthony Marwood viool Martin Fröst klarinet Franz Schubert (1797-1828) Rondo (‘Rondeau brillant’) in b voor viool en piano, D895, opus 70 15’ Andante Allegro - Più mosso Claude Debussy (1862-1918) Première Rhapsodie voor klarinet en piano, L116 Igor Stravinsky (1882-1971) Suite ‘L’Histoire du Soldat’ voor viool, klarinet en piano The Soldier’s March The Soldier’s Violin The Little Concert Tango-Waltz-Ragtime The Devil’s Dance 8' 15’ pauze Gelieve uw GSM uit te schakelen. De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling | concert | tentoonstelling van uw keuze. REAGEER & WIN Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling | concert | tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6 | Schilde | +32 (0)3 384 29 70 | www.tklavervier.be Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren: +32 (0)3 237 71 00 | www.grandcafedesingel.be drankjes | hapjes | snacks | uitgebreid tafelen Francis Poulenc (1899-1963) Sonate voor klarinet en piano, FP184 Allegro tristamente Romanza Allegro con fuoco Claude Debussy Sonate in g voor viool en piano, L140 Allegro vivo Intermède. Fantastique et léger Finale. Très animé Béla Bartók (1881-1945) Contrasten voor viool, klarinet en piano, Sz111, BB116 Verbunkos (Recruiting Dance) Piheno (Relaxation) Sebes (Fast Dance) 14’ 13’ 17' Contrasten en harmonieën ranz Schubert (1797-1828) F Rondo (‘Rondeau brillant’) in b voor viool en piano, D895, opus 70 Rond 1824 zette Schubert zijn activiteiten als onderwijzer stop en besliste hij om zich enkel aan het componeren te wijden. Zo werd hij de eerste, echt vrije componist uit de geschiedenis; de eerste die genoot van de nieuwe status van componist. “De staat moet mij onderhouden, zodat ik vrij en zorgeloos kan componeren” was zijn leuze. Gelukkig kon hij steeds op de steun van zijn vrienden rekenen, telkens dat nodig bleek. Aansluitend op deze ontvoogding componeerde Schubert voornamelijk voor professionele uitvoerders en nam hij afstand van de praktijk van de 'Hausmusik', d.i. de vertolking thuis in familiekring of onder vrienden. In oktober 1826 schreef hij zijn ‘Rondeau brillant’ in b. Met deze krachtige en virtuoze compositie blies Schubert nieuw leven in een genre dat hij meer dan tien jaar lang niet had beoefend. Het is een van de weinige werken die tijdens zijn leven werd uitgegeven én uitgevoerd. De première werd gespeeld door violist Josef Slavik, die in 1826 in Wenen arriveerde en door Chopin als “de tweede Paganini” werd betiteld, en pianist Karl Maria von Bocklet. Het Rondo is typerend voor Schubert. Daar waar Beethoven het toonbeeld is van structuur en verwevenheid van motieven, heeft Schubert een meer poëtische, intuïtieve kijk op de dingen. Hij kiest bewust voor sterk wisselende en contrasterende muzikale ideeën met verschillende tempi. Het werk opent met een proloog, een breed Andante waarvan de gepunte ritmes een nostalgische Franse sfeer uitademen. De proloog eindigt met een kort motief – twee stijgende gepunte noten – dat herhaald wordt bij het begin van het daaropvolgende Allegro. Dit refrein, met een briljante virtuositeit waarin mineur en majeur, lyrisme en bravoure elkaar afwisselen, wordt gevolgd door een episode in een andere toonaard. Dit virtuoze moment sluit af met een onverwacht cantabile. Nadat het refrein voor een tweede keer te horen is, komt een zeer tedere passage voor waarin viool en piano afwisselend een melodie zingen met een dartel en fragiel motief, alvorens het refrein voor een laatste keer optreedt. Ten slotte vermengt een weelderige coda alle motieven. De ritmes versnellen en het werk eindigt uitbundig met twee akkoorden in de viool en de piano. laude Debussy (1862-1918) C Première Rhapsodie voor klarinet en piano, L116 “Er wordt te veel aandacht geschonken aan compositiemethodes, aan formules en aan vakmanschap. Componisten hebben onvoldoende belangstelling voor de geluiden om hen heen, ze luisteren niet naar de muziek die de natuur hen schenkt. Dit is volgens mij de nieuwe weg”, liet Debussy in 1909 optekenen tijdens een interview. In dat zelfde jaar vroeg Gabriël Fauré hem om zitting te nemen in het 'conseil superieur' van het conservatorium in Parijs. In die hoedanigheid componeerde Debussy in 1910 twee stukken voor het klarinetexamen: een ‘Rhapsodie’ als repertoirestuk en een ‘Petit Pièce’ als zichtlezing. In de ‘Première Rhapsodie’ voor klarinet en piano slaagt Debussy erin om een evenwicht te bereiken tussen technisch vertoon, waarin de solist zijn technische vaardigheden kan demonstreren, én een beklijvende muzikale inhoud waarin de thema’s méér zijn dan een aanleiding tot louter acrobatische kunsttoeren voor de klarinettist. Op 8 juli 1910 schreef Debussy een ietwat vreemde brief aan zijn uitgever Jacques Durand: “Heb zondag medelijden met mij, ik moet maar liefst elf keer mijn rapsodie voor klarinet aanhoren. Als ik dit overleef, zal ik verslag uitbrengen.” En zo geschiedde. Een week later, op 15 juli 1910 pende Debussy volgende bevindingen neer: “Het klarinetexamen was voortreffelijk, en – te oordelen naar de reacties van mijn collega’s – kwam de Rhapsodie er bijzonder goed uit. Nogmaals bedankt voor de zichtlezing! Een van de studenten, een zekere Vandercruyssen, speelde het werk uit het hoofd en bovendien zeer muzikaal, anderen speelden nauwkeurig maar haalden slechts een doorsnee niveau.” Debussy beschouwt zijn ‘Première Rhapsodie’ als een van de meest charmante stukken die hij ooit geschreven heeft. Op compositorisch vlak laveert hij tussen (verwijd) tonale passages en vrij gecomponeerde delen. Hij maakt gebruik van melodieën en akkoorden die op zich niet atonaal zijn, maar hij combineert deze op een eigenzinnige manier, met een enorme artistieke vrijheid, en een erg persoonlijke stijl als resultaat. Eigen aan het genre van de rapsodie zijn de snelle stemmingswisselingen en de grote contrasten tussen virtuositeit en intimiteit. De ‘Première Rhapsodie’ is opgedragen aan Prosper Mimart, die tevens de klarinetpartij voor zijn rekening nam tijdens de eerste publieke uitvoering van het werk op 16 januari 1911. onate in g voor viool en piano, L140 S Debussy’s laatste jaren werden overschaduwd door de Eerste Wereldoorlog en een extreem pijnlijke kanker. In 1915 zette Debussy zich aan het schrijven van een zestal sonates voor uiteenlopende bezetting, opgedragen aan zijn tweede vrouw Emma-Claude. Alleen de eerste drie sonates kreeg hij op papier. In deze composities zette Debussy zich bewust af tegen de Duitse romantiek in het algemeen en tegen Richard Wagner in het bijzonder. Tegelijk was hij zich sterk bewust van zijn eigen Franse identiteit: “composées par Claude Debussy, musicien françaix” staat op de titelpagina van de sonates. Debussy vond inspiratie voor zijn ‘Sonate voor viool en piano’ in de Franse barokmuziek van onder meer François Couperin en JeanPhilippe Rameau. Deze sonate uit 1917 werd zijn zwanenzang op het gebied van de kamermuziek. Debussy, doodziek en onder de morfine, schreef over de ontstaansgeschiedenis: “Ik werk in het luchtledige, me uitputtend in kleine knutselpartijen, die me nog wanhopiger maken. Nooit heb ik me zo afgemat gevoeld door deze achtervolging van het onbereikbare.” Toch klinkt de sonate opgewekt en grillig. Bovendien etaleert Debussy niet alleen hoe hij schatplichtig is aan de geschiedenis, maar geeft hij ook gestalte aan zijn eigen ideeën over de vorm. Vooral het cyclisch principe, waarbij het hoofdthema uit het eerste deel al dan niet aangepast in de andere twee delen terugkeert, is hierbij van belang. Op 5 mei 1917 voerde Debussy in de Salle Gaveau in Parijs zijn vioolsonate nog zelf uit met violist Gaston Poulet. “Men heeft de Intermède willen bisseren, waartegen ik me met klem verzet heb, om de eenheid van de compositie te eerbiedigen; dus hebben we de hele sonate nog een keer moeten spelen.” Dit was zijn laatste publieke optreden. Igor Stravinsky (1882-1971) Suite ‘L’Histoire du Soldat’ voor viool, klarinet en piano Igor Stravinsky is geboren in Rusland, stierf als Amerikaans staatsburger en werd begraven in Venetië. Ook had hij een paar jaar lang de Franse nationaliteit en verbleef hij tijdens de oorlogsjaren een tijdje in Zwitserland waar hij in ballingschap verkeerde. In 1917 componeerde Stravinksky zijn ‘L’Histoire du Soldat’, in samenwerking met de Zwitserse schrijver Charles-Ferdinand Ramuz die zich hiervoor baseerde op een oude Russische fabel van Aleksandr Afanasjev. Het geheel groeit uit tot een melodrama in twee delen “om te lezen, te spelen en te zingen” zoals de partituur vermeldt. Het verhaal gaat over een soldaat die zijn ziel en viool verkoopt aan de duivel voor een boek met geld en het vermogen de economie te voorspellen. Aanvankelijk overwint hij de duivel en redt hij 'en passant' een prinses, maar uiteindelijk krijgt de duivel hem toch weer in zijn macht. De kracht van ‘L’Histoire du Soldat’ ligt niet alleen in het aansprekende verhaal, het zijn vooral de theatrale zetting en de muziek die garant staan voor het uiteindelijke succes. Het werk is bedoeld voor een 'théâtre ambulant', een rondreizend theater. Het werk moest in elk theater, op elke plaats, zelfs in de open lucht uitgevoerd kunnen worden. De totale bezetting bestaat uit een spreker, twee acteurs, een danser en een septet van viool, contrabas, klarinet, fagot, cornet, trombone en slagwerk. Doel van deze eerder kleine bezetting was om een groot publiek te bereiken zonder veel kosten te maken. Op compositorisch vlak is ‘L’Histoire du Soldat’ exemplarisch voor de versobering die kenmerkend is voor de wijze waarop Stravinsky tijdens de Eerste Wereldoorlog componeerde. Typerend zijn de eenvoudige melodieën; een motorisch, zeer gearticuleerde speelstijl; veel dynamiek, ook in de accentuering; en het veelvuldig gebruik van mars- en dansritmen (tango, wals, ragtime). Als je echter grondig luistert blijkt de muziek toch uiterst inventief te zijn, vooral op ritmisch vlak. Vaak lopen verschillende lagen met hun eigen metrum door elkaar. Zoals in het begin, waarin het ritme van de soldaat constant 'doormarcheert', terwijl de melodie in een vrije afwisseling van maatsoort, haar eigen verloop heeft. ‘L’Histoire du Soldat’ ging op 28 september 1918 in het Théâtre Municipal de Lausanne in première onder leiding van Ernest Ansermet en dat dankzij de financiële steun van de Zwitserse geldschieter Werner Reinhart, een begenadigd amateurklarinettist. Op diens vraag arrangeerde Stravinsky het theaterwerk een jaar later voor viool, klarinet en piano. rancis Poulenc (1899-1963) F Sonate voor klarinet en piano, FP184 “Een zwanenzang... zo heerlijk als altijd” zo beschrijft een recensent de ‘Sonate voor klarinet en piano’ van Francis Poulenc. De première op 10 april 1963 in de Carnegie Hall in New York maakte Poulenc niet meer mee, hij stierf op 30 januari van dat jaar aan een hartaanval. De flamboyante dirigent-pianist Leonard Bernstein, tevens opdrachtgever van deze compositie, stond klarinettist Benny Goodman bij. Deze klarinetsonate is opgedragen aan de in 1954 overleden componist Arthur Honegger. De compositie begint met een Allegro tristamente, als verklaring voor de droefheid die er heerst. Daarna komt een zacht en melancholisch Romanza, gevolgd door een stormachtig Allegro con fuoco. Dit laatste deel typeert Poulencs stijl ten voeten uit. Een stuwende ritmiek primeert, ten koste van een diepgaande verwerking van het melodische materiaal. Op muzikaal-technisch vlak was Poulenc geen grote vernieuwer, maar dat deerde hem niet. Hij vond dat er ook in de twintigste eeuw nog steeds voldoende ruimte was om te componeren binnen de grenzen van de tonaliteit. De beste samenvatting van zijn plaats in de muziekgeschiedschrijving gaf hij zelf: “Ik weet maar al te goed dat ik niet tot de componisten behoor die harmonische vernieuwingen doorvoerden, zoals Igor (Stravinsky), Ravel of Debussy, maar ik geloof dat er plaats is voor nieuwe muziek die geen rekening houdt met andermans akkoorden. Was dat niet ook het geval bij Mozart en Schubert?” Joseph Szigeti (viool), Benny Goodman (klarinet) en Béla Bartók (piano) tijdens de opname van 'Contrasts' in New York, 1940. © G. D. Hackett éla Bartók (1881-1945) B Contrasten voor viool, klarinet en piano, Sz111, BB116 Béla Bartók componeerde ‘Contrasten’ op vraag van de vermaarde jazzklarinettist Benny Goodmann, die op zijn beurt aangespoord werd door de Amerikaans-Hongaarse vioolvirtuoos Joseph Szigeti. Hoewel de opdrachtgevers een soort rapsodie in twee bewegingen voor viool, klarinet en piano van 6 à 7 minuten bestelden, mondde het resultaat uit in een driedelig werk dat maar liefst 15 minuten duurde. De première van deze uiteindelijke versie vond plaats op 21 april 1940 in de Carnegie Hall in New York, met als solisten Goodman, Szigeti en Endre Petri aan de piano. Het eerste deel, Verbunkos, is geïnspireerd op een volksdans die gebruikt werd om jonge mannen te rekruteren voor het leger. Het thema wordt geïntroduceerd door de klarinet, waarna ook de viool en de piano erop variëren. Het deel eindigt met een cadens voor de klarinet. Hierna verandert de sfeer en volgt er een meditatief deeltje, met als titel Pihenö (letterlijk: rust of verpozing). De finale tenslotte, is een Sebes (letterlijk: snel), een snelle rondedans met een cadens voor viool, die het stuk zeer energiek afsluit. Zoals de titel al laat vermoeden, speelt de idee van de tegenstelling een cruciale rol. Centraal staat zowel het contrast tussen melodische lijnen en slagstoten, als de grote diversiteit qua klankkleur van de gebruikte instrumenten. ‘Contrasten’ kan worden gezien als een pittig trio waarin vooral de viool en de klarinet op het voorplan treden en waarin de piano zich eerder beperkt tot tremolo’s en enkele percussie-achtige uitbarstingen. Marc André Hamelin Marc-André Hamelin werd geboren in Montreal. Hij studeerde in Philadelphia aan de Vincent d’Indy School of Music en de Temple University. Zijn belangrijkste leraren waren Yvonne Hubert, Harvey Wedeen en Russell Sherman. In 1985 werd hij winnaar van de Carnegie Hall Competition. Sindsdien geeft hij wereldwijd concerten. In het seizoen 2011-2012 speelde Hamelin een Liszt recital en Rachmaninovs ‘Rapsodie op een thema van Paginini’ met het BBC National Orchestra of Wales op de BBC Proms. Tevens debuteerde hij met de Berliner Philharmoniker in Szymanowski’s Symfonie nr 4 en gaf hij concerten met het Basel Symphony Orchestra, het Deens Radio Orkest en de Helsingborg Symphony. In de VS is hij een vaste gast bij de symfonische orkesten van Chicago, Montreal, Quebec en Seattle. Hamelin is tevens een stamgast in de Wigmore Hall in Londen en op het Luzern Festival, en hij wordt steeds opnieuw uitgenodigd in de grote zalen van Denemarken, Duitsland, Italië, Portugal, Rusland, Zweden en Azië. In het seizoen 2014 is Hamelin op verschillende concertpodia artiest in residentie en worden er concertreeksen aan hem gewijd: The Celebrity Series in Boston, San Francisco Performances, deSingel in Antwerpen en de Wigmore Hall in Londen. Hij geeft er solorecitals, speelt kamermuziek met Het Pacifica en het Takács Quartet, met violist Anthony Marwood, klarinettist Martin Fröst, pianist Emanuel Ax, en speelt de wereldcreatie van het Piano Concerto van Mark-Anthony Turnage met het Rotterdams Philharmonisch Orkest olv. Yannick Nezet-Séguin. Andere hoogtepunten dit seizoen zijn recitals in de Philharmonie Berlijn, Zankel Hall in Carnegie Hall New York, Théâtre de Champs-Elysées in Parijs, Herkulessaal in München en het Muziekgebouw aan ‘t Ij in Amsterdam. Tevens geeft hij concerten met de New York Philharmonic olv. Sir Andrew Davis, Chicago Symphony olv. Bernard Labadie, London Symphony olv. Osmo Vänska, Danish Radio Orchestra olv. Rafael Frühbeck de Burgos en een Europese tournee met Montreal Symphony olv. Kent Nagano. Hamelin heeft een exclusief contract met Hyperion. Recent verscheen op dit label de opname van de klavierconcerti van Haydn met Les Violons du Roy olv. Bernard Labadie. Dit seizoen zal de cd met late pianowerken van Busoni verschijnen. Andere recent verschenen opnamen zijn de drie dubbel-cd’s met sonates van Haydn en een cd met solowerken van Liszt. De cd met zijn eigen composities ‘Hamelin: Ètudes’ werd in 2010 voor een Grammy genomineerd (zijn negende) en werd bekroond met een eerste prijs van de Deutsche Schallplattenkritik. Op Hyperion verschenen verder ook nog Hamelins opnamen van concerti en solowerken van Alkan, Catoire, Godowsky, Grainger, Reger, Roslavets, Rzewski, Brahms, Schumann, Villa-Lobos en de complete sonates van zowel Medtner als Skrjabin. Marc-André Hamelin ontving een ‘lifetime achievement prize’ van de Deutsche Schallplattenkritik en hij werd benoemd tot ‘Officer of the Order of Canada’, ‘Chevalier de l’Ordre du Québec’ en is lid van de Royal Society of Canada. www.marcandrehamelin.com Marc-André Hamelin © Fran Kaufman deSingel tijdlijn woe 26 feb 2014 Marc-André Hamelin & Anthony Marwood & Martin Fröst Schubert, Debussy, Stravinsy, Poulenc, Bartók woe 6 nov 2013 Marc-André Hamelin Hamelin, Medtner, Alkan, Debussy za 12 okt 2013 Marc-André Hamelin & Rotterdams Philharmonisch Orkest olv. Yannick NézetSéguin Prokofjev, Turnage, Stravinsky do 29 nov 2012 Marc-André Hamelin Bach, Fauré, Ravel, Hamelin, Rachmaninov […] ma 15 apr 2002 Marc-André Hamelin Mozart, Alkan, Schubert, Hamelin Anthony Marwood Anthony Marwood is een van de meest vooraanstaande violisten van zijn generatie. Internationaal gerenommeerd als solist en directeur, werkt hij regelmatig samen met diverse ensembles van over de hele wereld . Deze omvatten de Academy of St Martin in the Fields, het Australian Chamber Orchestra, Les Violons du Roy en de Irish Chamber Orchestra (waarvan hij artistiek directeur was). Als solist trad hij op aan de zijde van vooraanstaande dirigenten als Valery Gergiev, Sir Andrew Davis, Douglas Boyd, Yan Pascal Tortelier, Marin Alsop, David Robertson, Martyn Brabbins en Ilan Volkov. In het seizoen 2013-2014 reist Anthony drie keer naar Noord-Amerika: eerst als solist en directeur met de St Louis Symphony in een compleet Mozartprogramma, dan voor de wereldpremière van het Violin Concerto van Samuel Carl Adams, een voor hem geschreven werk in opdracht van het Berkeley Symphony Orchestra, tot slot keert hij terug voor trioconcerten met Martin Fröst en Marc-André Hamelin in Boston en San Francisco ism. Les Violons du Roy in Quebec. In Australië leidt hij voor het vierde opeenvolgende jaar een project aan de Australian National Academy of Music. In Europa debuteert Marwood met de Kymi Sinfonietta, de Odense Symphony en de Iceland Symphony Orchestras en treedt hij eveneens op als solist met het Zweedse Kamerorkest en de Tapiola Sinfonietta. Hij keert ook terug naar de BBC Scottish Symphony en de London Mozart Players. Op het gebied van kamermuziek sluit hij zich aan bij Steven Isserlis en vrienden in Wigmore Hall, evenals bij Thomas Adès in een concert ter gelegenheid van de opening van de nieuwe concertzaal aan de Guildhall School in Londen, Milton Court. Trio-optredens met Martin Fröst en Marc-André Hamelin zijn gepland voor Nederland, België en de Londense Wigmore Hall. Tot recente concerten behoren een veelgeprezen tournee met het Amsterdam Sinfonietta en een tour in Australië met recitalpartner Aleksandar Madzar. Marwood werkt regelmatig samen met hedendaagse componisten, zo werden er vioolconcerten voor hem gecomponeerd waaronder ‘Concentric Paths’ van Thomas Adès, een concerto van Sally Beamish in 1995 en een concerto van Ross Harris met een première ism. de New Zealand Symphony Orchestra . Het concerto van Adès werd voor het eerst uitgevoerd in Berlijn en bij de BBC Proms met het Chamber Orchestra of Europe olv. de componist alvorens een groot aantal nationale premières over de hele wereld te geven. EMI lanceerde in 2010 een opname die alom geprezen werd. Anthony Marwoods meest recente cd bevat vioolsonates van Schumann uitgebracht bij het bekroonde Wigmore Live label. Recente releases bij het label Hyperion bevatten late werken van Schumann voor viool en orkest en viool- en dubbelconcerto’s van Britten met het BBC Scottish Symphony Orchestra. In totaal heeft Anthony meer dan 30 cd’s opgenomen voor Hyperion, gaande van de kern van het triorepertoire met het Florestan Trio, tot Stravinsky’s complete muziek voor viool en piano (met Thomas Adès) en de vioolconcerten van Kurt Weill en Peteris Vasks. Geboren in Londen, studeerde Anthony Marwood bij Emanuel Hurwitz aan de Royal Academy of Music, bij David Takeno aan de Guildhall School of Music en nam hij lessen bij Sandor Végh en Daniel Phillips bij IMS Prussia Cove. De Royal Philharmonic Society bekroonde Anthony Marwood als Instrumentalist van het Jaar in 2006. Hij is de co-artistiek directeur van het Peasmarsh Chamber Music Festival en doceert jaarlijks aan het Yellow Barn Festival in Vermont. Hij speelt op een Carlo Bergonzi viool uit 1736, verworven door een een syndicaat van kopers. www.anthonymarwood.com Anthony Marwood © Pia Johnson deSingel tijdlijn woe 26 feb 2014 Marc-André Hamelin & Anthony Marwood & Martin Fröst Schubert, Debussy, Stravinsy, Poulenc, Bartók za 25 okt 2008 Florestan Trio Saint-Saëns, Fauré, Ravel do 2 feb 2006 Florestan Trio Schumann woe 1 feb 2006 Florestan Trio Schumann woe 2 apr 2003 Florestan Trio Mendelssohn-Bartholdy, Weir, Schumann Martin Fröst In mei 2014 zal Martin Fröst de Leonie Sonning Music Prize ontvangen die algemeen wordt erkend als een van ‘s werelds langst bestaande en hoogste muzikale onderscheidingen. Hij is de eerste klarinettist die deze prijs ontvangt voor zijn buitengewone bijdrage aan de muziek. Eerder ging deze bekroning al naar Igor Stravinsky, Daniel Barenboim, Alfred Brendel en Simon Rattle. In de herfst van 2013 zag een release met het 'Klarinetconcerto' van Mozart bij BIS het levenslicht, wat Martin verbindt met de Deutsche Kammerphilharmonie Bremen, het 'Kegelstatt Trio' met Leif Ove Andsnes en Antoine Tamestit, alsook met Janine Jansen, Boris Brovtsyn, Maxim Rysanov en Torleif Thedéen. Fröst voert het Mozarconcerto ook uit tijdens zijn debuut met het Gewandhausorchester Leipzig (Sir Roger Norrington), het Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin (Stanisław Skrowaczewski), het Orpheus Chamber Orchestra in Carnegie Hall en de Bamberger Symphoniker (Jonathan Nott). Op tournee voerde hij het werk uit met het Gewandhausorchester Leipzig (Riccardo Chailly), Camerata Salzburg (Louis Langrée), het Australian Chamber Orchestra, Academy of St Martin in the Fields en het Swedish Chamber Orchestra (Thomas Dausgaard). Andere hoogtepunten die eraan komen voor Fröst zijn een debuut bij het Koninklijk Concertgebouw Orkest (Lutosławski’s ‘Dance Preludes’ en Hillborgq ‘Peacock Tales’ ism. Xian Zhang), het Orchestre National de France (Copland Concerto met David Zinman) en de Bamberger Symphoniker (Kalevi Aho ‘s Concerto met Osmo Vänskä), Tonhalle Zürich (Herbert Blomstedt), het Orchestre de la Suisse Romande (Neeme Järvi), het Luzerner Sinfonieorchester (James Gaffigan), de Cincinnati Symphony (Louis Langree), de Houston Symphony (Andres OrozcoEstrada) en het Washington National Symphony Orchestra (Osmo Vänskä). Verder in de toekomst verschijnt Martin Fröst als Artist in Residence bij de Gothenburg Symphony, het Concertgebouw in Amsterdam en de Londense Wigmore Hall waar hij zal samenwerken met artiesten als Miah Persson, Maxim Rysanov, Roland Pöntinen, het Apollon Musagète Kwartet en Academy of St Martin in the Fields. De uitgebreide discografie voor BIS van Fröst bevat de veelgeprezen ‘Dances to a Black Pipe’, de samenwerking zal in het voorjaar van 2014 verhoogd worden met de release van Brahms 'Klarinetkwintet' waarvoor hij zich herenigt met Janine Jansen, Boris Brovtsyn, Maxim Rysanov en Torleif Thedeen. Frösts passie voor het uitbreiden van het klarinetrepertoire heeft van hem een kampioen gemaakt voor werken zoals die van Anders Hillborg, Kalevi Aho ‘s, Rolf Martinsson en Bent Sørensens 'Klarinetconcerto' dat hij vorig seizoen in première bracht met het Nederlands Radio Kamerorkest in het Concertgebouw in Amsterdam en de Philharmonie Keulen olv. Michael Schønwandt. Fröst werkt ook als dirigent en verschijnt met het Oslo Philharmonic, de Royal Stockholm Philharmonic, de Norrköping Symphony en de Detroit Symphony Orchestras alsook met de Deutsche Kammerphilharmonie Bremen. Het jaar 2014 markeert het 10de seizoen van Vinterfest in Mora in Zweden waarvan Martin Fröst artistiek directeur is. Hij neemt ook de functie van artistiek directeur van het Internationaal Kamermuziek Festival in Stavanger in Noorwegen waar. www.martinfrost.se Martin Fröst © Mats Bäcker deSingel tijdlijn woe 26 feb 2014 Marc-André Hamelin & Anthony Marwood & Martin Fröst Schubert, Debussy, Stravinsy, Poulenc, Bartók za 3 dec 2011 Australian Chamber Orchestra olv. Richard Tognetti Haydn, Mozart binnenkort in deSingel Marc-André Hamelin piano & Pacifica Quartet Simin Ganatra,Sigurbjörn Bernhardsson viool Masumi Per Rostad altviool Brandon Vamos cello Marc-André Hamelin © Sim Canetty Clarke M-A Hamelin Passacaglia for Piano Quintet (2002) A Dvorák Pianokwintet nr 2 in A, opus 81 L Ornstein Piano Quintet (1927) do 27 mrt 2014 | 20 uur | Blauwe zaal gratis inleiding Waldo Geuns | 19.15 uur | Blauwe foyer interview Marc-André Hamelin | na concert | Blauwe foyer € 22, 18 (basis) | € 18, 14 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar) architectuur theater dans muziek www.desingel.be t +32 (0)3 248 28 28 Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen f deSingelArtCity deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van de Provincie en de Stad Antwerpen. mediasponsors
© Copyright 2024 ExpyDoc