24092014_versie2_studiegids1415 (2)

inhoudsopgave
Bachelor studiegids Natuur- en Sterrenkunde
2014-2015
1 How to read this study guide
1.1
1.2
1.3
Aim of the study guide of Physics and Astronomy
Some basic concepts: credits, levels and course codes
Overview of study guide structure
2 De Bacheloropleiding
2.1
2.2
2.2.1
2.2.2
2.2.3
2.2.4
2.2.5
2.2.6
2.2.7
2.2.8
2.3
2.3.1
2.3.2
2.3.3
2.4
2.4.1
2.4.2
2.4.3
2.5
2.6
2.7
2.8
2.9
2.10
2.11
2.12
Inleiding
Het standaardprogramma
Inleiding
Verplichte majorcursussen en onderzoek
Major keuzecursussen
Profileringsruimte
Academische vaardigheden
Het eerste studiejaar
Het tweede studiejaar
Het derde studiejaar
Het twinprogramma ns-wis
Inleiding
Informatie over wiskunde
Indeling 1e, 2e en 3e studiejaar
Het twinprogramma ns-sch
Inleiding
Informatie over scheikunde
Indeling 1e, 2e en 3e studiejaar
Keuzeruimte en profilering: loopbaanoriëntatie
Honoursprogramma
Samenwerking Technische Universiteit Eindhoven
Studeren in het buitenland
Studiebegeleiding
Bindend studieadvies
Harde knip
Cum Laude
3 Aanbevolen studiepaden
3.1.1
3.1.2
3.1.3
Studiepaden voor masterprogramma’s binnen Natuur- en Sterrenkunde
Andere masterprogramma’s en minoren aan de UU
Andere Nederlandse universiteiten
4 The Master Programs
4.1
Introduction
versie 2, d.d. 24-9-2014
inhoudsopgave
4.2
Admissions requirements
4.3
Applications and deadlines
4.4
Description of the programs
4.4.1
Nanomaterials: Chemistry & Physics
4.4.2
Experimental Physics
4.4.3
Meteorology, Physical Oceanography and Climate (MPOC)
4.4.4
Theoretical Physics
4.4.5
History and Philosophy of Science
5 General information about studying
5.1
Introduction
5.2
Study information and supervision
5.3
Do’s and don’ts for courses and exams
5.4
Retakes
5.5
Approval of courses/activities that are not part of a standard BSc or MSc
program
5.6
Graduation procedure
5.7
Complaints
6 Belangrijke adressen
BIJLAGE A
A.
B.
Orientatiecursussen
Vervolgcursussen en minoren
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 1
1 HOW TO READ THIS STUDY GUIDE
1.1 AIM OF THE STUDY GUIDE OF PHYSICS AND ASTRONOMY
This is the study guide 2013/2014 of the bachelor degree program in Physics and
Astronomy. It aims to inform students, lecturers and interested others about the
study program and the courses delivered as part of the bachelor degree program. Although the information in this course catalogue is partly in Dutch, the
parts that are important for prospective master students are in English.
In addition to this study guide, you can use the online resources listed below to
find information.
1. The student tracking system Osiris. Through Osiris you can sign up for courses; de-enrol yourself from courses; register for exams; view your exam results; monitor your academic progress; pass on your new address and access
your personal course schedule.
2. The educational pages of the Faculty of Science. Here you find information on
time schedules of courses and examinations.
3. Blackboard, a so-called Electronic Learning Environment that functions as a
support tool in a number of lecture courses. It contains, for example, subjectspecific information and coursework results.
4. The teaching and examination regulations (OER) and the Student's Charter
(studentenstatuut). These documents set out the rights and obligations of the
student, the lecturer and the department; the rules and regulations for (interim) exams; the procedure for making a complaint etc. They also contain a list
of useful addresses.
5. The University Study guide (Onderwijscatalogus UU) which describes the
course offerings of all departments of Utrecht University.
6. Announcements and changes in the study programs will be communicated by
e-mail and on Blackboard.
You have to read your e-mail daily
If you have any comments on this study guide, please contact Mrs P. Wilmes,
Minnaert Building, room 122, 030 253 3610.
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 1
1.2 SOME BASIC CONCEPTS: CREDITS, LEVELS AND COURSE CODES
Europe has a uniform system for crediting courses: the 'European Credit Transfer
System' (ec). 1 ec is equivalent to 28 hours of study; a full program consists of
60 ec per year.
Each course has a level: level 1 means 'introductory', level 2 means 'deepening',
level 3 'advanced' and level M 'master level'.
Each course also has a course code, which is unique. The course codes also give
information about the course:
• The first 3 symbols are characteristic for the department that is responsible for
the course. Physics and Astronomy has 'NS-'; Mathematics 'WIS'.
• Master courses then have 2 letters, indicating the program to which the course
belong: NM=Nanomaterials, HP=History and Philosophy of Science,
MO=Meteorology, Physical Oceanography and Climate, PP/EX=Experimental
physics, TP=Theoretical Physics.
• The first number gives the level of the course: '1' means level 1; '2' level 2, '3'
level 3.
• At the end of the code: 'B' stands for Bachelor course, 'BP' for non-major optional course (profileringscursus) and 'M' for Master course.
1.3 OVERVIEW OF STUDY GUIDE STRUCTURE
Chapters 2 and 3 contain the information that you will probably need to look up
most often. Chapter 2 (completely in Dutch) lists the bachelor degree program in
Physics and Astronomy. Chapter 3 describes the study advisory paths
(‘studiepaden’) to guide you in choosing your program from the available optional courses. Chapter 4 (in English) deals with an introduction in the master degree
programs.
Please note that you can find up-to-date course timetables via 'Osirisstudent' or
the 'Onderwijscatalogus UU'.
Chapter 5 presents some rules and regulations with respect to course administration, exams, supervision and counselling.
Chapter 6 lists a number of addresses that may be useful to you during your
studies. It also contains a calendar with the academic year schedule.
This study guide can be changed during the academic year, note the version date
in the footnote.
We wish you every success with your studies.
September 2014.
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 2
2 DE BACHELOROPLEIDING
2.1 INLEIDING
De standaard bacheloropleiding heeft een omvang van 180 ec, verdeeld over
drie jaarprogramma's van 60 ec.
Het hart van de bacheloropleiding wordt de major genoemd, de wetenschapsdiscipline waarin de student studeert. In de major zitten de verplichte cursussen waarin de belangrijkste natuurkundige theorieën en vaardigheden worden
geïntroduceerd. Een belangrijk onderdeel is ook de wiskunde, de taal waarin de
fysische wetten geformuleerd worden. Naast de verplichte cursussen biedt de
major een groot aantal major keuzecursussen die aansluiten bij het onderzoek
en de masterprogramma’s van het departement. De major wordt afgesloten met
het bacheloronderzoek.
Naast de major is er de profileringsruimte waar je een eigen invulling aan kunt
geven. Dit kan een verdere verdieping of verbreding binnen natuur- en sterrenkunde zijn, maar het kan ook een ruimere verbreding van de studie inhouden
naar andere wetenschapsdisciplines aangeboden door de Universiteit Utrecht.
Binnen de profileringsruimte kan ook een minor worden gedaan: een samenhangend pakket van cursussen in een bepaald vakgebied.
Naast het standaardprogramma worden twee twinprogramma’s aangeboden:
1. double major natuur- en sterrenkunde en wiskunde (ns-wis) en 2. double major natuur- en sterrenkunde en scheikunde (ns-sch).
1. Het twinprogramma ns-wis richt zich op studenten met belangstelling voor
theoretische fysica, (zuivere) wiskunde en de vele raakvlakken daartussen.
2. Het twinprogramma ns-sch is een combinatie van een major natuur- en sterrenkunde en een major scheikunde. Dit programma is vooral aantrekkelijk voor
studenten die een extra uitdaging zoeken, interesse hebben in de raakvlakken
tussen beide wetenschappen en interesse hebben in multidisciplinair onderzoek.
Een twin- of dubbelprogramma is zwaarder dan het standaardprogramma: het
bevat de verplichte onderdelen van beide afzonderlijke majors, is qua omvang
217,5 ec en bevat minder profileringsruimte. Door de afgestemde roostering is
het mogelijk om de dubbele bachelor in 3 jaar af te ronden. Om een twin- of
dubbelprogramma te volgen moet je voor beide opleidingen zijn ingeschreven,
dus zowel voor de opleiding Natuur- en Sterrenkunde als voor de opleiding Wiskunde dan wel Scheikunde. Het maakt niet uit welke opleiding de eerste inschrijving is. Voor een volledig overzicht van de mogelijkheden van beide programma’s zijn de studiegidsen van de relevante opleidingen nodig.
Alle bachelorcursussen worden aangeboden op drie cursusniveaus: inleidend
(niveau 1), verdiepend (niveau 2) en gevorderd (niveau 3).
De niveaus zijn terug te vinden in de cursuscode (zie paragraaf 1.2).
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 2
2.2 HET STANDAARDPROGRAMMA
2.2.1 Inleiding
Het gehele bachelorprogramma (180 ec) bestaat uit de volgende 3 onderdelen:
1. verplichte majorcursussen
82,5 ec
• 45 ec op niveau 1
• 22,5 ec op niveau 2
• 15 ec op niveau 3 (bacheloronderzoek)
2. major keuzecursussen
52,5 ec
• 7,5 ec op niveau 1
• 15 ec op niveau 2
• 30 ec op niveau 3
3. profileringsruimte
45 ec
• waarvan minstens 15 ec op niveau 2
Binnen de profileringsruimte kunnen één of meer minoren worden gevolgd.
In schema ziet dat er als volgt uit:
Niveau 1
Major verplicht
45
Major keuze
7,5
Profilering (evt. minor)
7,5*
Totaal
60
Niveau 2
22,5
15
22,5*
60
Niveau 3
15
30
15*
60
Totaal
82,5
52,5
45
180
* Voorwaarde: minstens 15 ec op niveau 2. De verdeling over de niveaus van de profileringsruimte
mag dus ook anders dan hier wordt gesuggereerd. Indien de profilering bijv. volledig buiten natuur- en sterrenkunde wordt ingevuld is een verdeling: 22,5 ec op niveau 1, 15 ec op niveau 2 en
7,5 ec op niveau 3 meer voor de hand liggend.
De cursussen die behoren tot de verschillende onderdelen staan hieronder.
In paragraaf 2.2.6, 2.2.7 en 2.2.8 staan suggesties voor de planning van het onderwijs in respectievelijk het 1e, 2e en 3e studiejaar.
2.2.2 Verplichte majorcursussen en onderzoek
In de major natuur- en sterrenkunde zijn de volgende cursussen verplicht.
Op niveau 1:
NS-106B Relativistische en klassieke mechanica
NS-108B Golven en optica: theorie en praktijk
NS-109B Data acquisitie en toegepaste analyse
NS-112B Elektromagnetisme
WISN101 Wiskundige technieken 1
WISN102 Wiskundige technieken 2
Totaal op niveau 1: 45 ec
Op niveau 2:
NS-202B Kwantummechanica
NS-204B Statistische fysica
WISN203 Wiskundige technieken 3
Totaal op niveau 2: 22,5 ec
Op niveau 3:
NS-310B Bacheloronderzoek
7,5
7,5
7,5
7,5
7,5
7,5
ec
ec
ec
ec
ec
ec
7,5 ec
7,5 ec
7,5 ec
15
ec
Het bacheloronderzoek is het verrichten van een experimenteel onderzoek of
het schrijven van een scriptie over een onderwerp uit de natuurkunde. Voorop
staat een zelfstandige inbreng, het schrijven van een verslag en presentatie van
de resultaten.
Het bacheloronderzoek kan op ieder vakgebied binnen het departement Natuuren Sterrenkunde worden gedaan (zie ook paragraaf 2.2.8.2).
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 2
2.2.3 Major keuzecursussen
Er is een groot aanbod van keuzecursussen binnen de major. De cursussen zijn
geconcentreerd rond de verschillende onderzoeksrichtingen van het departement
Natuur- en Sterrenkunde. Dit zijn theoretische natuurkunde, nanomaterialen,
meteorologie en fysische oceanografie, deeltjesfysica en geschiedenis en
grondslagen van de natuurkunde. De onderzoeksrichtingen zijn verbonden met
masterprogramma’s die als vervolg op de bacheloropleiding gevolgd kunnen
worden. In dit hoofdstuk is ook een paragraaf 'aanbevolen studiepaden'
opgenomen waarin suggesties worden gedaan voor de keuze.
Bij het kiezen geldt voor het standaardprogramma als voorwaarde dat:
1. tenminste 30 ec aan cursussen op niveau 3 ligt en
2. tenminste 15 ec aan cursussen op niveau 2 ligt. Dit aantal mag worden verminderd in de mate waarin het minimum op niveau 3 wordt overschreden.
NB: deze randvoorwaarden betekenen dat op niveau 1 binnen de major maximaal 7,5 ec aan major keuzecursussen kan worden opgevoerd. Kiest men meer
cursussen op niveau 1 dan komen deze ten laste van de profileringsruimte.
Onderstaande major keuzecursussen worden dit studiejaar aangeboden. Voor
de beschrijving van de inhoud van de cursussen zie de universitaire onderwijscatalogus.
Op niveau 1 (geschikt voor 1e jaars studenten):
Code
Cursus
NS-155B De wetenschappelijke revolutie
NS-156B Inl. in de bouw en ontwikkeling van sterren
NS-157B Atmosfeer en oceaandynamica
Per./timeslot
4/C
4/A
3/D
Op niveau 2 (tenminste 1 uit 2):
NS-265B
Stromingsleer en transportverschijnselen
NS-266B
Structuur van de materie
3/D
3/C
Op niveau 2 (tenminste 1 uit 4):
NS-251B
Elektrodynamica
NS-255B
Klimaat, straling en thermodynamica
NS-256B
Numerieke methoden voor fysici en astronomen
NS-276B
Experimentele onderzoeksstage
4/D
4/A
4/C
4/B
Op niveau 3 (ook geschikt voor 2e jaars studenten):
NS-350B
Voortgezette mechanica
2/B
Op niveau 3:
NS-352B
Moderne gecondenseerde materie
2/A
NS-353B
Geofysische stromingsleer
1/A
NS-361B
Geschiedenis van de moderne natuurkunde
4/D
NS-363B
Klimaatdynamica
3/A
NS-364B
Klassieke veldentheorie
3/C
NS-369B
Subatomaire fysica
3/D
NS-370B
Voortgezette statistische fysica
1/C
NS-371B
Kwantummaterie
4/C
NS-374B
Observationele & theoretische kosmologie
4/A
NS-375B
Voorgezette Quantummechanica
2/C
Het is ook toegestaan om, uitsluitend na toestemming van de studieadviseur en
de docent, op niveau 3 cursussen uit de masterprogramma’s, Experimental physics, Meteorology, Physical Oceanography and Climate (MPOC), Theoretical Phyversie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 2
sics en cursussen met NS-code uit de masterprogramma's History & Philosophy
of Science en Nanomaterials: Chemistry and Physics op te voeren als majorgebonden keuzecursussen.
Pas op: deze cursussen kunnen dan niet opgevoerd worden als later het masterprogramma gevolgd wordt!
2.2.4 Profileringsruimte
In de profileringsruimte kunnen alle cursussen aangeboden door de Universiteit
Utrecht gekozen worden, inclusief cursussen behorende bij de eigen major. De
enige voorwaarde is dat minstens 15 ec van niveau 2 (of hoger) is. Deze cursussen zijn te vinden in de Utrechtse onderwijscatalogus.
NB. Houd er rekening mee dat andere opleidingen andere inschrijfperiodes kunnen hebben.
In de profileringsruimte kunnen ook cursussen worden opgenomen -na goedkeuring van de examencommissie- verzorgd door een andere Nederlandse of een
buitenlandse universiteit.
Natuur- en sterrenkunde biedt een aantal cursussen aan voor de profileringsruimte:
NS-194B
Klimaatverandering in context 1
3/D
NS-257B
Filosofie en grondslagen van de natuurkunde
2/A
Indien voor een samenhangend geheel van cursussen bij een opleiding wordt gekozen dan kan dit onder de aanduiding 'minor' op het getuigschrift van het examen worden vermeld. Een minor is een samenhangend pakket van cursussen
met een omvang van 30 of 45 ec, waarvan ten minste 7,5 ec op niveau 2 of hoger. De minor mag niet op het vakgebied van de major liggen.
Een uitzondering is de minor Geschiedenis en Filosofie van de Natuurwetenschappen waarin de cursussen De wetenschappelijke revolutie (NS-155B) en Geschiedenis van de moderne natuurkunde (NS-361B) opgenomen mogen worden.
Deze cursussen kunnen dan niet meer als major keuzecursussen worden opgevoerd.
Voor meer informatie zie de onderwijscatalogus en de minorenwebsite.
Men kan ook zelf een minor samenstellen en ter goedkeuring voorleggen aan de
betreffende examencommissie. Bespreek je ideeën vooraf met de studieadviseur
(dr. G.J.H. Roelofs, 030 253 6962, BBG 1.80).
De Faculteit Bètawetenschappen biedt verschillende minoren aan:
http://www.uu.nl/minors > minor zoeken > aangeboden door > Faculteit Bètawetenschappen.
2.2.5 Academische vaardigheden
Onder academische vaardigheden wordt, specifiek voor de natuur- en sterrenkunde, verstaan:
• een probleem analytisch kunnen benaderen;
• een ingewikkeld probleem kunnen reduceren naar een model;
• het kunnen opstellen van een onderzoeksplan;
• een wetenschappelijk artikel kunnen lezen;
• het schriftelijk en mondeling kunnen presenteren van de resultaten van een
onderzoek;
• het kunnen hanteren van wetenschappelijke computersoftware;
1
Vanwege enige overlap kan deze cursus niet gekozen worden in combinatie met NS-157B Atmosfeer- en oceaandynamica.
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 2
•
het inzicht hebben in het maatschappelijke belang van de natuurwetenschappen.
Het aanleren van vaardigheden is ondergebracht in verschillende cursussen.
De cursus 'DATA' richt zich op het aanleren van computertalen, ict-vaardigheden
en methoden voor de verwerking van data.
In het 'practicum' worden onderzoeksvaardigheden aangeleerd zoals het leren
opstellen van een onderzoeksplan, het leren experimenteren en het presenteren
van de resultaten.
In veel keuzecursussen lezen studenten een of meer wetenschappelijke artikelen
en/of presenteren ze resultaten van eigen werk.
In de cursussen 'de wetenschappelijke revolutie' en 'geschiedenis van de moderne natuurkunde' wordt vakwetenschappelijke kennis in een bredere wijsgerige
context geplaatst.
Tenslotte is er het afsluitende bacheloronderzoek waarin een groot aantal academische vaardigheden samenkomen.
2.2.6 Het eerste studiejaar
Bachelorstudenten met een major Natuur- en Sterrenkunde kunnen in hun eerste
studiejaar het beste de volgende cursussen volgen:
1. alle verplichte cursussen van de major op niveau 1, totaal 45 ec;
2. een majorgebonden keuzecursus op niveau 1 of hoger en
3. een cursus uit de profileringsruimte (kan ook een majorgebonden keuzecursus zijn).
Hieronder staat de verdeling van de studiebelasting over de perioden, met het
aantal ec.
Blok 1
Relativistische en klassieke
mechanica (ns-106b)
Wiskundige technieken 1
Totaal:
Blok 3
Golven & optica: theorie en
praktijk (ns-108b)
Keuze
Totaal:
7,5
15
Blok 2
Data acquisitie en toegepaste
analyse (ns-109b)
Wiskundige technieken 2
Totaal:
7,5
15
7,5
Blok 4
Elektromagnetisme (NS-112B)
7,5
7,5
7,5
15
Keuze
Totaal:
7,5
7,5
15
Op donderdag 14 13 november 2014 van 13.00 – 15.00 uur wordt een uitgebreide voorlichting gegeven over de (majorgebonden) keuzecursussen zodat tot een goede invulling van de perioden 3
en 4 gekomen kan worden.
De keuzeruimte zit dus in blokken 3 en 4. Met name blok 3 is erg geschikt om te
oriënteren op (1) mogelijke interessegebieden, ook buiten de natuur- en sterrenkunde, (2) toekomstige loopbaan, (3) een andere opleiding, als de studie toch
niet aan de verwachtingen lijkt te voldoen. De meeste Bèta-opleidingen bieden in
blok 3 een of meer cursussen aan die door studenten van buiten gevolgd kunnen
worden, bijv. om te oriënteren op een mogelijk vervolg als minor, of zelfs als
(nieuwe) major. Er is ook een aantal Bètabrede cursussen waarin multidisciplinaire aspecten van actuele (maatschappijrelevante) wetenschappelijke onderwerpen
aan bod komen. Hier komt de student in aanraking met een mix van studenten
van andere Bèta-opleidingen. Ook zijn er oriëntatie cursussen voor wetenschapen techniekcommunicatie en de onderwijspraktijk. Lees hierover meer in de paversie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 2
ragraaf ‘Keuzeruimte en profilering: loopbaanoriëntatie’. Bezoek voor informatie
en een overzicht over alle mogelijkheden de informatiebijeenkomst op donderdag
14 november.
2.2.7 Het tweede studiejaar
In het tweede studiejaar is er naast het verplichte deel ruimte voor 5 (majorgebonden en profilering) keuzecursussen. Kijk bij de invulling van de keuze naar
de niveaueisen en naar de plannen voor een toekomstige masteropleiding.
Hieronder staat per periode de verdeling van de verplichte onderdelen en het
aantal ec keuze waarvoor ruimte is om tot een volledig programma te komen.
Blok 1
Statistische fysica
Wiskundige technieken 3
Totaal:
7,5
7,5
15
Blok 3 minimaal 1 uit 2 (à 7,5)
1. Structuur van de materie
2. Stromingsleer en transportverschijnselen
Keuze
7,5
Totaal:
15
Zie ook de informatie over roosters.
Blok 2
Kwantummechanica
Keuze
Totaal:
7,5
7,5
15
Blok 4 minimaal 1 uit 4 (à 7,5)
1. Electrodynamica
2. Klimaat, straling en thermodynamica
3. Numerieke methoden
4. Experimentele onderzoeksstage
Keuze
Totaal:
7,5
15
2.2.8 Het derde studiejaar
Het derde studiejaar bestaat uit twee onderdelen:
1. zes keuzecursussen (45 ec)
2. bacheloronderzoek (15 ec)
2.2.8.1 Keuzecursussen
Bij de keuze van cursussen moet je rekening houden met:
• de eisen aan de majorgebonden keuzecursussen (minstens 15 ec op niveau 2
en minstens 30 ec op niveau 3);
• de eisen voor de profileringsruimte (minstens 15 ec op niveau 2) of voor de
eventuele minoren;
• de eventuele toelatingseisen voor masterprogramma’s waarin men geïnteresseerd is.
Zorg voor een goede verdeling van de studielast over het jaar, liefst 15 ec per
blok. We raden je aan je plannen, vooral als er bijzondere omstandigheden zijn,
te bespreken met de studieadviseur (dr. G.J.H. Roelofs, 030 253 6962, BBG 1.80).
2.2.8.2 Bacheloronderzoek
De bachelor wordt afgesloten met een bacheloronderzoek (ns-310b), waarin je
onder begeleiding van een staflid, postdoc, en/of promovendus leert om onderzoek te doen op één van de onderzoeksgebieden binnen het departement Natuur- en Sterrenkunde of daaraan gelieerde groepen. Dit zal vaak experimenteel
onderzoek betreffen, maar projecten met een sterk theoretisch of computationeelkarakter behoren ook tot de mogelijkheden. De nadruk ligt enerzijds op het
verdiepen van de kennis op een specifiek onderwerp en anderzijds op het opdoen
van onderzoekservaring en op het leren van vaardigheden zoals de bestudering
van bestaande literatuur, het stellen van een goede onderzoeksvraag, het opstelversie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 2
len van een onderzoeksplan, het formuleren van de bevindingen in een (wetenschappelijk) verslag en het presenteren van onderzoeksresultaten aan onderzoekers en medestudenten.
Wanneer?
Het onderzoek voer je in principe uit in het laatste jaar van de opleiding. Het onderzoek heeft een omvang van 15 ec gedurende een semester en vereist een
aanwezigheid van 5 à 6 dagdelen per week in dat semester.
Ingangseis: alle verplichte vakken en minimaal 90 ec afgerond.
Rooster:
De aanvang van het BONZ is mogelijk in het eerste en in het derde blok. In het
academisch jaar 2014-2015 gelden de volgende (harde) aanvangs- en einddata:
1. maandag 1september 2014 – vrijdag 23 januari 2015.
2. maandag 2 februari 2015 – vrijdag 26 juni 2015.
Aanwezigheid bij de aanvangs- en slotbijeenkomst is verplicht.
Studielast: 15 ec, verdeel over twee blokken. Per blok kan dus maximaal 1 cursus naast BONZ worden gevolgd.
Aandachtspunten bij het verrichten van onderzoek
1. Een goede tijdsplanning is noodzakelijk. Omdat het onderzoek een semester
duurt, lijkt er in het begin tijd voldoende te zijn. Uitstelgedrag in het begin
leidt onvermijdelijk tot problemen. Snel stof inhalen zoals bij veel reguliere
cursussen mogelijk is, werkt niet bij onderzoek. Het onderzoek heeft een zekere inherente traagheid.
2. Onderzoek is (meestal) niet te voorspellen en teleurstellingen zijn dan ook
onvermijdelijk. Het omgaan met tegenslagen is een onderdeel van onderzoek.
3. Ervaring leert dat het schrijven van het verslag wordt onderschat en vaak
veel meer tijd vergt dan verwacht. Begin er dus niet te laat mee, halverwege
de onderzoekstijd is een goed startpunt.
4. Onderzoek is nooit af maar de duur van het bacheloronderzoek is beperkt.
Verslagen kunnen altijd mooier en uitgebreider. Een extra meting kan het resultaat nog mooier maken. Allemaal waar, maar zowel student als begeleider
dienen te weten dat het onderzoek voor de einddatum afgerond moet worden.
5. De praktijk is dat veel verslagen in het Engels geschreven worden. Dit wordt
aangeraden maar is geen voorschrift.
Onderzoekbeschrijving
Is een onderzoek gekozen dan moet je samen met je begeleider(s) een
application form invullen en inleveren bij het Studiepunt (BBG 1.84). Dit formulier
kun je downloaden in Blackboard.
Coördinator is de heer dr. R. Holzinger.
2.3 HET TWINPROGRAMMA NS-WIS
2.3.1 Inleiding
Natuur- en Sterrenkunde biedt samen met Wiskunde een bachelorprogramma
aan dat twee majors heeft en leidt tot een dubbel bachelordiploma: één in de Natuur- en Sterrenkunde en één in de Wiskunde.
Het twin-programma is vooral aantrekkelijk (maar niet noodzakelijk) voor studenten die overwegen het masterprogramma theoretische natuurkunde te gaan
volgen. In totaal bevat het twinprogramma 217,5 ec.
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 2
De inhoud bestaat uit de volgende onderdelen:
1. het natuurkundedeel van het verplichte standaardprogramma van Natuur- en
Sterrenkunde; dit zijn alle verplichte natuurkundecursussen van het eerste en
tweede studiejaar, in totaal 45 ec;
2. de wiskundecursussen infinitesimaalrekening A en B, lineaire algebra, Wat is
wiskunde, Inleiding analyse, Inleiding kansrekening en statistiek en vier cursussen uit: Groepen, Functies en reeksen, Numerieke wiskunde, Differentiaalvergelijkingen, Inleiding topologie, Complexe functies, Discrete wiskunde.: totaal 75 ec waarvan 45 ec op niveau 1 en 30 ec op niveau 2 of 3
3. keuze uit major natuurkundecursussen, 30 of 37,5 ec, afhankelijk van waar
het bacheloronderzoek wordt uitgevoerd. Ten minste 22,5 ec dient van niveau
3 te zijn;
4. keuze uit wiskundecursussen, 15 of 22,5 ec, afhankelijk van waar het bacheloronderzoek wordt uitgevoerd;
5. een bacheloronderzoek van 15 ec, uit te voeren bij Natuur- en Sterrenkunde
of Wiskunde. Indien het onderzoek bij Natuur- en Sterrenkunde wordt uitgevoerd is de keuze natuurkunde 30 ec en wiskunde 22,5 ec. Indien het onderzoek bij wiskunde wordt uitgevoerd is de verdeling 37,5 ec natuurkunde en 15
ec wiskunde;
6. profilering (30 ec) waarbij tenminste 15 ec op niveau 2.
In schema zou dat er als volgt uit kunnen zien:
Niveau 1 Niveau 2
Natuurkunde verplicht
30
15
Wiskunde verplicht
45
30
Bacheloronderzoek
Natuurkunde major keuze
7,5
Wiskunde major keuze
7,5
Profilering (evt. minor)
15
Totaal
75
75
Niveau 3
15
22,5
15
15
67,5
In bovenstaand voorbeeld wordt het bacheloronderzoek bij natuurkunde uitgevoerd.
Totaal
45
75
15
30
22,5
30
217,5
2.3.2 Informatie over wiskunde
Voor een toelichting op de diverse onderdelen kan men de toelichtingen op het
standaardprogramma raadplegen (zie paragraaf 2.2).
De major wiskunde keuzecursussen zijn:
Voor de major wiskunde keuzecursussen verwijzen we naar de bijlage OER van
wiskunde: OER 2014-2015 (overzicht 2. Keuzeonderdelen major)
2.3.3 Indeling 1e, 2e en 3e studiejaar
In het eerste studiejaar kunnen twin-studenten het beste alle verplichte cursussen van niveau 1 doen. Hieronder staat de verdeling van de studiebelasting over
de blokken in ec:
Blok 1
Relativistische en klassieke
mechanica (ns-106b)
Infinitesimaalrekening A
Wat is wiskunde
Totaal:
Blok 3
versie 2, d.d. 24-9-2014
7,5
7,5
7,5
22,5
Blok 2
Data acquisitie en toegepaste
analyse (ns-109b)
Lineaire algebra
Totaal:
Blok 4
7,5
7,5
15
hoofdstuk 2
Golven en optica: theorie en
praktijk (ns-108b)
Infinitesimaalrekening B
Keuze
Totaal:
7,5
Elektromagnetisme (ns-112b)
7,5
7,5
7,5
Inleiding Analyse
Inleiding Kansrekening en
statistiek
Totaal:
7,5
7,5
22,5
22,5
Op donderdag 13 november 2014 van 13.00-15.00 uur is er een uitgebreide voorlichting over de
(majorgebonden) keuzecursussen natuurkunde, zodat de perioden 3 en 4 goed ingevuld kunnen
worden.
In het tweede studiejaar is er naast de verplichte cursussen ruimte voor acht
(majorgebonden en profilering) keuzecursussen van 7,5 ec. Kijk bij de invulling
van de keuze goed naar de niveaueisen en naar de aanbevelingen voor de
masteropleiding die je wilt gaan doen (zie paragraaf 2.5).
Hieronder staat per blok de verdeling van de verplichte onderdelen en het aantal
ec keuze waarvoor ruimte is om tot een volledig programma te komen.
Blok 1
Statistische fysica (NS)
Keuze 4 uit 7 (WISK)
7,5
7,5
Keuze
Totaal:
7,5
22,5
Blok 3
Keuze 1 uit 2 (NS)
Keuze 4 uit 7 (WISK)
Keuze
Totaal:
7,5
7,5
7,5
22,5
Blok 2
Kwantummechanica (NS)
Keuze 4 uit 7 (WISK)
7,5
7,5
Totaal:
15
Blok 4
Keuze 1 uit 4 (NS):
Keuze 4 uit 7 (WISK)
7,5
7,5
Totaal:
15
Het derde studiejaar vraagt een zeer zorgvuldige planning.
Als enige vaste punt moet het bacheloronderzoek gedaan worden, maar vooral
dat onderdeel vraagt een vroegtijdige voorbereiding. Zie voor meer informatie
paragraaf 2.2.8.2. Als twinstudent kun je je onderzoek bij natuurkunde of bij
wiskunde doen. Meer informatie hierover is te vinden in de studiegidsen.
Bij de keuze van cursussen moet je rekening houden met:
• de eisen van aan de majorgebonden keuzecursussen (zowel wat betreft niveau
als verdeling over wiskunde en natuurkunde);
• de eisen voor de profileringsruimte (minstens 15 ec op niveau 2) of voor de
eventuele minoren en
• de aanbevolen cursussen voor de masterprogramma’s.
Zorg voor een goede verdeling van de studielast over het jaar; bijvoorbeeld
afwisselend 15 of 22,5 ec per periode, zoals in de schema's hierboven. Het is aan
te bevelen de plannen te bespreken met de studieadviseur dr. G.J.H. Roelofs (030
253 6962, BBG 1.80), vooral als er knelpunten zijn.
2.4 HET TWINPROGRAMMA NS-SCH
2.4.1 Inleiding
Natuur- en Sterrenkunde biedt samen met Scheikunde een bachelorprogramma
aan dat twee majors heeft en leidt tot een dubbel bachelordiploma: één in de Natuur- en Sterrenkunde en één in de Scheikunde.
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 2
Deze dubbele bachelor is vooral aantrekkelijk voor studenten die een extra uitdaging zoeken, interesse hebben in de raakvlakken tussen beide wetenschappen
en interesse hebben in multidisciplinair onderzoek. In totaal omvat de dubbele
bachelor 217,5 ec.
De inhoud bestaat uit de volgende onderdelen:
1. het natuurkundedeel van het verplichte standaardprogramma van Natuur- en
Sterrenkunde; dit zijn alle verplichte natuurkundecursussen van het eerste en
tweede studiejaar, in totaal 45 ec;
2. het scheikundedeel van het verplichte standaardprogramma van Scheikunde;
dit zijn alle verplichte scheikundecursussen van het eerste en tweede studiejaar, in totaal 45 ec;
3. de wiskundecursussen Wiskundige technieken 1, 2 en 3: totaal 22,5 ec
4. keuze uit major natuurkundecursussen, 22,5 of 30 ec, afhankelijk van waar
het bacheloronderzoek wordt uitgevoerd. Ten minste 22,5 ec dient van niveau
3 te zijn;
5. keuze uit major scheikundecursussen, 22,5 of 30 ec, afhankelijk van waar het
bacheloronderzoek wordt uitgevoerd;
6. keuze uit overlappende natuurkunde-scheikundecursussen: 7,5 ec;
7. een bacheloronderzoek van 15 ec, uit te voeren bij Natuur- en Sterrenkunde of
Scheikunde. Indien het onderzoek bij Natuur- en Sterrenkunde wordt uitgevoerd is de keuze natuurkunde 22,5 ec en scheikunde 30 ec. Indien het onderzoek bij Scheikunde wordt uitgevoerd is de verdeling 30 ec natuurkunde en
22,5 ec scheikunde;
8. profilering (30 ec) waarbij tenminste 15 ec op niveau 2.
In schema zou dat er als volgt uit kunnen zien:
Niveau 1 Niveau 2
Natuurkunde verplicht
26,25
18,75
Scheikunde verplicht
26,25
18,75
Wiskundige technieken
15
7,5
Bacheloronderzoek
Natuurkunde major keuze
7,5
Scheikunde major keuze
7,5
Nat/Schei major keuze
Profilering (evt. minor)
15
Totaal
67,5
75
Niveau 3
15
22,5
15
7,5
15
75
Totaal
45
45
22,5
15
30
22,5
7,5
30
217,5
In bovenstaand voorbeeld wordt het vak Biomoleculaire chemie in jaar 2 gevolgd en het bacheloronderzoek
wordt bij scheikunde uitgevoerd.
2.4.2 Informatie over scheikunde
Voor een toelichting op de diverse onderdelen kan je de toelichtingen op het
standaardprogramma raadplegen (zie paragraaf 2.2).
De major scheikunde keuzecursussen zijn:
Code
Naam
Organische chemie 2
Anorganische en vaste stofchemie
Fysische chemie 2
Nanomaterialen
Katalyse
ASSM
Vaste stoffen en oppervlakken
Fysische chemie 3
Organische chemie 3
versie 2, d.d. 24-9-2014
Per.timeslot
hoofdstuk 2
2.4.3 Indeling 1e, 2e en 3e studiejaar
In het eerste studiejaar volgen de studenten de verplichte cursussen van niveau
1. Hieronder staat de verdeling van de studiebelasting over de blokken in ec:
Blok 1
Relativistische en klassieke
mechanica 1)
Organische chemie en spectroscopie 2)
Wiskundige technieken 1
Totaal:
Blok 3
Golven en optica: theorie en
praktijk (ns-108b)
Spectroscopie en analyse
Totaal:
7,5
15
Blok 2
Data acquisitie en toegepaste
analyse (ns-109b)
Fysische en anorganische
chemie
Wiskundige technieken 2
Totaal:
7,5
22,5
7,5
Blok 4
Elektromagnetisme (ns-112b)
7,5
3,75
3,75
7,5
15
Kwantumchemie en anorganische chemie
Biomoleculaire chemie 3)
Totaal:
7,5
7,5
7,5
7,5
22,5
1) Het vak Klassieke en relativistische mechanica wordt verdeeld over jaar 1 en 2.
2) Voor dubbele bachelor studenten is er geen practicum verbonden aan Organische chemie en
spectroscopie. Daarvoor in de plaats is er in jaar 2 blok 1 een aangepast projectdeel van de cursus Organische chemie en spectroscopie 3,75 ec.
3) Biomoleculaire chemie kan ook in blok 4 van jaar 2 gevolgd worden.
Voor studenten die in blok 3 een extra keuzecursus willen volgen is op donderdag 13 november
2014 van 13.00-15.00 uur is een uitgebreide voorlichting over de (majorgebonden) keuzecursussen natuurkunde.
In het tweede studiejaar is er naast de verplichte cursussen ruimte voor vijf
(majorgebonden en profilering) keuzecursussen van 7,5 ec. Kijk bij de invulling
van de keuze goed naar de niveaueisen en naar de aanbevelingen voor de
masteropleiding die je wilt gaan doen (zie paragraaf 2.5).
Hieronder staat per blok de verdeling van de verplichte onderdelen en het aantal
ec keuze waarvoor ruimte is om tot een volledig programma te komen.
Blok 1
Relativistische en klassieke
mechanica 1)
Organische chemie en spectroscopie 2)
Statistische fysica
Wiskundige technieken 3
Totaal:
Blok 3
Röntgendiffractie óf NMRspectroscopie
Structuur van de
materie óf Stromingsleer en
transportverschijnselen
Totaal
3,75
Blok 2
Kwantummechanica (NS)
7,5
3,75
Keuzevak 1
7,5
Keuzevak 2
7,5
7,5
7,5
22,5
Totaal:
7,5
Blok 4 3)
Keuzevak 1
7,5
7,5
Keuzevak 2
7,5
15
Totaal
1) Het vak Klassieke en relativistische mechanica wordt verdeeld over jaar 1 en 2.
versie 2, d.d. 24-9-2014
22,5
15
hoofdstuk 2
2) Voor dubbele bachelor studenten is er geen practicum verbonden aan Organische chemie en
spectroscopie. Daarvoor in de plaats is er in jaar 2 blok 1 een aangepast projectdeel van de cursus Organische chemie en spectroscopie 3,75 ec.
3) Het eerstejaars vak Biomoleculaire chemie kan ook in blok 4 van jaar 2 gevolgd worden.
Het derde studiejaar vraagt een zeer zorgvuldige planning.
Als enige vaste punt moet het bacheloronderzoek gedaan worden, maar vooral
dat onderdeel vraagt een vroegtijdige voorbereiding. Zie voor meer informatie
paragraaf 2.2.8.2. Als dubbele bachelor-student kun je je onderzoek bij natuurkunde of bij scheikunde doen. Meer informatie hierover is te vinden in de studiegidsen.
Bij de keuze van cursussen moet je rekening houden met:
• de eisen van aan de majorgebonden keuzecursussen (zowel wat betreft niveau
als verdeling over wiskunde en natuurkunde);
• de eisen voor de profileringsruimte (minstens 15 ec op niveau 2) of voor de
eventuele minoren en
• de aanbevolen cursussen voor de masterprogramma’s.
Zorg voor een goede verdeling van de studielast over het jaar. Het is aan te
bevelen de plannen, vooral als er knelpunten zijn, n te bespreken met de studieadviseur dr. G.J.H. Roelofs (030 253 6962, BBG 1.80).
2.5 KEUZERUIMTE EN PROFILERING: LOOPBAANORIËNTATIE
Tijdens je studie maak je voortdurend keuzes: de invulling van je profileringsruimte, de keuze voor een masteropleiding, en daarna een promotietraject, een
traineeship, een lerarenopleiding, of….. De keuzes die je nu maakt zijn medebepalend voor je verdere loopbaan, en het is handig om al vroeg in je studie een
beeld te ontwikkelen van je gedroomde loopbaan en van de vaardigheden die
daarvoor nodig zijn.
Of je loopbaan nu begint aan een onderzoeksinstelling of daarbuiten, je zult
naast je vakspecialisme ook andere academische vaardigheden nodig hebben. De
bèta-faculteit biedt een aantal cursussen waarin je zulke vaardigheden ontwikkelt
en waarin je kunt ervaren in welk soort beroepsomgeving je je thuis voelt: Wetenschap- en Techniekcommunicatie, Oriëntatie op de Onderwijspraktijk, Bèta in
Bedrijf en Beleid, Normen en waarden van het wetenschappelijke bedrijf. Je leest
er meer over in Bijlage A. Je kunt deze cursussen opvoeren in je profileringsruimte. De oriëntatiecursussen zijn toegankelijk voor eerstejaars studenten vanaf
blok 3 en voor ouderejaars. In je tweede en derde jaar kun je je beroepsprofiel
verder invulling geven in de vorm van vervolgcursussen, stages en/of een minor.
Lees er meer over in Bijlage A. Voor verdere informatie zie:
sec.science.uu.nl/loopbaan
2.6 HONOURSPROGRAMMA
Het honoursprogramma is een selectief, deels extracurriculair programma dat
start in de tweede helft van het eerste jaar van de bacheloropleiding, met de bedoeling de student al in een vroeg stadium in contact te brengen met toponderzoek. Het programma vormt een onderdeel van de Science Honours Academy en
staat open voor getalenteerde en gemotiveerde studenten, die geselecteerd worden uit de eerstejaars studenten. Het programma heeft een totale studielast van
45 ec.
Het honoursprogramma kent de volgende verplichte activiteiten.
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 2
a. Studentenseminarium over actuele onderwerpen in de natuurkunde, oriëntatie
op het onderzoek en uiteindelijk presentaties van het eigen onderzoek.
Extracurriculair, 7,5 ec.
b. Interdisciplinair onderdeel samen met studenten van de Science Honours Academy. Extracurriculair, 7,5 ec.
c. Vroegstartend en uitgebreid bacheloronderzoek in een van de onderzoeksgroepen van het departement Natuur- en Sterrenkunde of een van de partner
instituten 30 ec, waarvan 15 ec extracurriculair
Selectie van deelnemers gebeurt na de eerste helft van het eerste jaar door een
selectiecommissie op basis van experimentele vaardigheid, theoretische kennis,
behaalde studiepunten, een motivatiebrief en eventueel een gesprek. De top 1015% van de jaarklas wordt uitgenodigd om te solliciteren. Overige studenten
mogen ook solliciteren door het opsturen van een motivatiebrief met een lengte
van maximaal 500 woorden.
2.7 SAMENWERKING TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN
Met de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) bestaat een structurele samenwerking. Dit betekent dat je als UU student cursussen aan de TU/e kunt volgen
en deze op kunt voeren in de major keuzeruimte. De inhoud van deze cursussen
is aanvullend op het pakket aan UU cursussen. Voor het opvoeren van deze cursussen is geen toestemming van de examencommissie vereist. TU/e cursussen
hebben een omvang van 5 ec. Bij het gereedkomen van deze studiegids was de
definitieve lijst van cursussen en de precieze regeling nog niet bekend. Nadere
informatie zal in de loop van de eerste twee studieperiodes worden gecommuniceerd, en in de volgende versie van deze studiegids worden opgenomen.
2.8 STUDEREN IN HET BUITENLAND
Ga voor meer, ga op uitwisseling!
De opleiding Natuur- en Sterrenkunde is op het gebied van internationalisering
actief bezig. Ons uitgangspunt is dat studeren in het buitenland "er gewoon bij
hoort". Het model van de UU (uitgebreide keuzeruimte) is goed geschikt om hier
gebruik van te maken. Bovendien biedt het feit dat de opleiding na 3 jaar met
een bachelordiploma afsluit vele mogelijkheden de studie in het buitenland voort
te zetten. Ter voorbereiding daarop is een 'semester abroad' een uitstekende gelegenheid.
Wanneer?
Het meest geschikt om op uitwisseling te gaan zijn het tweede semester van het
tweedejaar of het eerste semester van het derdejaar. Houd er wel rekening mee
dat het verstandig is alle verplichte onderdelen uit de major te hebben afgerond
voor het vertrek!
Wat?
Bij een uitwisseling worden vaak cursussen gevolgd die anders zijn dan de cursussen hier, of die hier zelfs helemaal niet bestaan. Het is dus verstandig om nog
enige profileringsruimte (45 ec) over te hebben om eventueel te gebruiken voor
dit soort cursussen. Eén semester op uitwisseling betekent ongeveer 30 ec aan
cursussen. Hoe meer van deze vrije ruimte wordt ingezet, des te vrijer is de keuze van wat precies te doen.
Als men vakken tijdens zijn uitwisseling wil laten opnemen in de majorgebonden
keuzeruimte dan zal men bij terugkomst een verzoek in moeten dienen bij de
examencommissie van de bacheloropleiding. Het is aan te raden om van te voren
al in te laten schatten, door de studieadviseur, of de vakken die men op het oog
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 2
heeft in orde zijn.
Bij onderzoek tijdens de uitwisseling is een goede begeleiding van groot belang.
Wordt het gehele onderzoek buiten de deur gedaan dan is een tweede begeleider
hier in Utrecht noodzakelijk. Wordt maar een deel van het onderzoek elders gedaan, dan is het raadzaam hierover goede afspraken te maken met de BONZ coordinator en de afstudeerbegeleider.
Een uitgebreid overzicht van de uitwisselingsprogramma's en beurzen is te vinden op de website.
2.9 STUDIEBEGELEIDING
De natuurkunde studieadviseur draagt zorg voor de studiebegeleiding van alle
bachelor natuurkunde studenten. Dat houdt in advies en assistentie bij studievaardigheden, planning, keuzes, problemen en bijzondere omstandigheden.
Dat kan individueel of groepsgewijs, op initiatief van de studieadviseur of de student zelf.
Studievertragende omstandigheden zoals ziekte moet je altijd zo spoedig mogelijk bij de studieadviseur melden.
Je bent welkom in BBG 180, of maak een afspraak bij het studiepunt Bètawetenschappen of mail naar dr. G.J.H. Roelofs.
Als eerstejaars word je ingedeeld in een tutorgroep van ongeveer 10 studenten,
met wie je intensief samen studeert. De tutorgroep komt regelmatig samen met
de studenttutor: een ouderejaars student, die je met het studeren kan helpen.
Elke tutorgroep heeft ook een staflid-tutor: een ervaren docent, onderzoeker
en/of hoogleraar. Met deze tutor heb je een paar maal per jaar een gesprek, o.a.
over je studie, ambities en academische vaardigheden.
Bij het Studiepunt (BBG 1.84) kun je terecht met vragen over de administratieve
kant van het onderwijs, zoals het inschrijven voor vakken, tentamens, cijfers,
aanmelding voor bachelordiploma.
Tijdens de introductie (week 36) maak je kennis met bovengenoemde personen,
docenten, zalen en gewoontes. Je ontvangt ook een rooster en hebt de eerste
afspraak met je tutor.
2.10 BINDEND STUDIEADVIES
Tweemaal in je eerstejaar ontvang je een officieel studieadvies.
Deze adviezen worden uitgebracht door de opleidingsdirecteur, die zich laat adviseren door een commissie van docenten, studieadviseur en een hoogleraar als
voorzitter.
Het eerste niet-bindende studieadvies, eind januari, is gebaseerd op de behaalde
resultaten in de eerste periode en de evaluatie van je vorderingen in de tweede
periode. In twijfelgevallen wordt overlegd met de tutor. Je ontvangt dan een positief advies (ga zo door), een waarschuwingsadvies (studiemethode verbeteren)
of een negatief advies (uitschrijven voor 1 februari).
Het tweede bindend studieadvies (BSA) vindt plaats begin juli. Het BSA criterium
voor een positief advies is minimaal 45 ec waarvan 30 ec voor de verplichte vakken, alles behaald in dit studiejaar.
Een negatief studieadvies kan omgezet worden in een positief advies als je na de
herkansingsperiode in augustus alsnog aan de criteria voldoet. Voor de precieze
regels en rechten zie het onderwijs- en examenreglement.
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 2
2.11 HARDE KNIP
De harde knip houdt in dat je bachelor geheel afgerond moet zijn voordat je aan
het masterprogramma en het bijbehorende onderwijs mag beginnen. Dit geldt
voor alle masterprogramma’s. Dit houdt tevens in dat je mastercursussen die je
tijdens je bachelor gevolgd hebt niet mee kunt nemen naar je master.
Voor meer informatie zie de OER van het masterprogramma van je keuze.
2.12 CUM LAUDE
Het judicium 'cum laude' wordt toegekend aan het bachelorexamen, indien voldaan is aan elk van de volgende voorwaarden:
- voor de onderdelen van de bacheloropleiding is gewogen gemiddeld tenminste
het cijfer 8,0 behaald en voor het bacheloronderzoek/bachelor scriptie een 8,0
of hoger;
- in de loop van de studie is maximaal 1 onderdeel overgedaan;
- voor maximaal 60 studiepunten zijn niet-meetellende vrijstellingen verkregen;
- er geen beslissing is van de examencommissie (als bedoeld in art. 5.14, lid 4
onder b) inhoudend dat vanwege vastgestelde fraude/plagiaat de student niet
meer in aanmerking komt voor een positief judicium (cum laude);
- het bachelorexamen binnen vier jaar is behaald.
NB Deze tekst is overgenomen uit het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van de bacheloropleiding natuur- en sterrenkunde.
Cum laude double major Natuur- en Wiskunde
Voor studenten die de twinopleiding Natuur- en Wiskunde volgen, wordt het judicium cum laude voor natuurkunde toegekend, indien voldaan is aan elk van de
volgende voorwaarden:
- voor de verplichte cursussen natuurkunde (45 ec), de cursussen in de
profileringsruimte, de keuzevakken natuurkunde, de wiskunde cursussen
Infinitesimaalrekening A en B (WISB132 en WISB137), en Lineaire Algebra
(WISB121), is gemiddeld tenminste het cijfer 8,0 behaald;
- voor het bacheloronderzoek is tenminste het cijfer 8,0 of hoger behaald
- in de loop van de studie is maximaal 1 onderdeel volledig overgedaan;
- voor maximaal 60 studiepunten zijn niet-meetellende vrijstellingen verkregen;
- er geen beslissing is van de examencommissie (als bedoeld in art. 5.12, lid 4
onder b) inhoudend dat er vanwege vastgestelde fraude/plagiaat de student
niet meer in aanmerking komt voor een positief judicium (cum laude);
- het bachelorexamen binnen vier jaar is behaald. In afwijking van art. 6.2 geldt
deze eis niet voor studenten die vóór 1 september 2011 voor de twin opleiding
Natuur- en wiskunde ingeschreven waren tot en met het studiejaar 20142015.
NB Deze tekst is overgenomen uit het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van de bacheloropleiding natuur- en sterrenkunde.
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 3
3 AANBEVOLEN STUDIEPADEN
Het bachelorprogramma wordt vooral in het tweede en derde studiejaar gekenmerkt door een grote keuzevrijheid. De beschikbare keuzeruimte binnen de
major en de profileringruimte samen bedraagt 97,5 ec (82,5 ec voor Twin) of,
omgerekend, 13 cursussen (11 voor Twin) van 7,5 ec. Het is aan te raden om bij
de invulling van deze keuzeruimte rekening te houden met een eventuele vervolgopleiding, c.q. aansluiting bij een later te kiezen masterprogramma. Hoewel
de afronding van een bachelorprogramma altijd toegang geeft tot minstens één
door Natuur- en Sterrenkunde aangeboden masterprogramma's, is het belangrijk
om al in een vroeg stadium een goed en samenhangend programma samen te
stellen. Een dergelijk programma geeft niet alleen een goede indruk van wat in
het masterprogramma verwacht kan worden, maar zorgt er ook voor dat geen
deficiëntiecursussen in de masterfase ingehaald hoeven te worden.
3.1.1 Studiepaden voor masterprogramma’s binnen Natuur- en Sterrenkunde
De aanbevolen studiepaden voor de diverse masterprogramma’s die Natuur- en
Sterrenkunde aanbiedt, zien er als volgt uit.
3.1.1.1 Theoretical Physics
In het masterprogramma Theoretical Physics kom je in aanraking met moderne
fysische theorieën en modellen op het gebied van de hoge-energie fysica (zoals
kwantumveldentheorie, stringtheorie, algemene relativiteitstheorie), de kwantum
gecondenseerde materie (zoals Bose-Einsteincondensatie, supergeleiding, magnetisme), de zachte gecondenseerde materie (zoals colloïdale nanodeeltjes, zelfassemblage, polymeren), en de mathematische fysica. Het programma vereist
een goede vaardigheid in het hanteren van abstracte wiskunde bij fysische problemen.
Aanbevolen keuzes:
tweede jaar blok 2
blok 3
derde jaar
algemeen
Voortgezette mechanica
Structuur van de materie en/of Stromingsleer en
transportverschijnselen
blok 4
Elektrodynamica
blok 1
Voortgezette statistische fysica
blok 2
Voortgezette kwantummechanica
blok 3
Klassieke veldentheorie
blok 4
Kwantummaterie
wiskundecursussen op niveau 2 en 3
3.1.1.2 Nanomaterials: Chemistry and Physics
Het masterprogramma Nanomaterials: Chemistry and Physics brengt je in aanraking met het grensvlak van experimenteel natuurkundig en scheikundig onderzoek op het gebied van nanomaterialen, zoals dat in het Debye Institute for Nanomaterial Science in Utrecht beoefend wordt. Het onderzoek bestrijkt het natuurkundig onderzoek in de sectie Soft Condensed Matter and Biophysics en de
sectie Nanophotonics aan zachte gecondenseerde materie (colloïden), harde gecondenseerde materie en koude kwantumgassen. Ook kun je in aanraking komen
met onderzoek in de nanofotonica op het FOM-Instituut AMOLF in Amsterdam en
in de plasmafysica op het FOM-Instituut DIFFER in Nieuwegein. Je maakt kennis
met moderne lasertechnieken, geavanceerde elektron- en optische microscopieversie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 3
technieken, optische en elektrische spectroscopie maar ook computersimulaties
toegepast op nanomaterialen, devices, fotonische kristallen en kwantummaterie.
Naast een goede natuurkundige basiskennis zijn bij experimenteel onderzoek het
kunnen werken in teamverband en het kunnen concretiseren van ideeën in werkbare oplossingen vereiste vaardigheden.
Voor een goede basis in de natuurkunde worden de cursussen Moderne Gecondenseerde Materie, Voortgezette Mechanica en Elektrodynamica aanbevolen en
één of meer van de theoretische cursussen Voortgezette Kwantummechanica,
Voortgezette statistische fysica of Klassieke veldentheorie.
Programmeervaardigheden en simuleren van fysische problemen komen aan de
orde in het vak Numerieke methoden voor fysici en astronomen. Voor een verdere verdieping van experimentele onderzoekvaardigheden is de cursus Experimentele Onderzoekstage van belang.
Aanbevolen keuzes:
tweede jaar blok 2
blok 3
blok 4
derde jaar
blok 1
blok 2
blok 3
blok 4
Voortgezette mechanica
Structuur van de materie en/of Stromingsleer en
transportverschijnselen
Experimentele onderzoekstage, Numerieke methoden voor fysici en astronomen, Electrodynamica
Voortgezette statistische fysica
Voortgezette kwantummechanica, Moderne gecondenseerde materie
Klassieke veldentheorie
Kwantummaterie
3.1.1.3 Experimental Physics
Het masterprogramma Experimental Physics behoort tot de experimentele natuurkunde. Experimental physics is gericht op fundamenteel onderzoek naar materie onder extreme condities, bijvoorbeeld materie bij extreem lage of extreem
hoge temperaturen. In Utrecht wordt in eigen laboratoria onderzoek gedaan naar
Bose-Einstein condensaten en licht-materie interacties. In Geneve, met grote
deeltjesversnellers op het CERN, vindt het onderzoek naar materie met extreem
hoge temperaturen plaats. De experimentele onderzoeken variëren van handen
aan de knoppen met nieuwe detector ontwikkeling tot aan computersimulaties en
data-analyse. Omdat de data-analyse vaak grote hoeveelheden data omvat
wordt de analyse gedaan met grote wereldwijde computerclusters. Kennis van
programmeertalen (met name C++) is dan onmisbaar voor een onderzoeksproject. Naast een goede natuurkundige basiskennis zijn het kunnen werken in
teamverband en het kunnen concretiseren van ideeën in werkbare oplossingen
vereiste vaardigheden.
Een introductie in het vakgebied wordt gegeven in de keuzecursussen Structuur
van de Materie, Moderne gecondenseerde materie en Subatomaire Fysica.
Voor een goede basis in de natuurkunde worden Voortgezette Mechanica, Elektrodynamica en voortgezette Kwantummechanica aanbevolen.
Programmeervaardigheden en simuleren van fysische problemen komen aan de
orde in het vak Numerieke methoden voor fysici en astronomen. Voor een verdere verdieping van experimentele onderzoekvaardigheden is de cursus Experimentele Onderzoekstage van belang.
Aanbevolen keuzes:
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 3
tweede jaar
blok 2
blok 3
blok 4
derde jaar
blok 2
blok 3
blok 4
Voortgezette mechanica
Structuur van de materie en/of Stromingsleer en
transportverschijnselen
Experimentele onderzoekstage, Numerieke methoden voor fysici en astronomen, Electrodynamica
Voortgezette kwantummechanica, Moderne gecondenseerde materie
Subatomaire fysica
Kwantummaterie
3.1.1.4 Meteorology, Physical Oceanography and Climate
Het masterprogramma Meteorology, Physical Oceanography and Climate richt
zich op moderne onderzoeksmethoden en natuurkundige kennis die noodzakelijk
zijn voor het onderzoeken van vragen over het klimaat en de dynamica van de
atmosfeer en de oceanen. Je komt in aanraking met tal van aspecten van de meteorologie, de wisselwerking tussen atmosfeer, straling en de oceanen, de rol
van chemische processen in de atmosfeer en de evolutie van het globale klimaat.
De genoemde onderwerpen komen bij uitstek aan de orde in de keuzecursussen
op het gebied van het klimaat. Stromingsleer en transportverschijnselen en Klimaat en straling in het tweede jaar en Geofysische stromingsleer en Klimaatdynamica in het derde jaar worden aanbevolen. Voor een goede natuurkundige
basis wordt Voortgezette mechanica aanbevolen.
Aanbevolen keuzes:
eerste jaar
blok 3
tweede jaar blok 2
blok 3
blok 4
derde jaar
algemeen
Atmosfeer oceaan dynamica
Voortgezette mechanica
Stromingsleer en transportverschijnselen
Klimaat en straling, Numerieke methoden voor
fysici en astronomen
blok 1
Geofysische stromingsleer
blok 3
Klimaatdynamica
Voor de theoretisch gerichte onderzoeken wordt de wiskundekeuzecursus Differentiaalvergelijkingen aanbevolen.
3.1.1.5 History and Philosophy of Science
In het masterprogramma History and Philosophy of Science maak je kennis met
historische en wijsgerige vraagstukken over de ontwikkeling, de aard en de
werkwijze van de natuurwetenschappen, evenals de interpretatie van natuurwetenschappelijke resultaten. Je kunt zelf accenten leggen door je bijvoorbeeld bezig te gaan houden met de interpretatie van kwantummechanica en relativiteitstheorie; met de geschiedenis van de natuurkunde; maar ook met de natuurwetenschappen in het algemeen, waartoe ook de wiskunde en levenswetenschappen gerekend worden.
Een goede introductie tot dit masterprogramma wordt verkregen door het volgen
van de keuzecursussen op niveau 1, 2 of 3 op het gebied van de grondslagen en
geschiedenis van de natuurkunde. Het is ook mogelijk een samenhangend
pakket aan cursussen op dit gebied op te voeren als minor, raadpleeg hiervoor
de minorensite te bereiken via de onderwijspagina. Let op: als hierin de cursussen Wetenschappelijke revolutie en/of Geschiedenis van de moderne natuurkunversie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 3
de opgenomen zijn, kunnen deze cursussen niet meer als major keuzecursussen
worden opgevoerd.
Aanbevolen keuzes:
Eerste jaar
blok 4
tweede jaar blok
derde jaar
blok
Wetenschappelijke revolutie
Filosofie en grondslagen van de natuurkunde
(profilering)
Geschiedenis van de moderne natuurkunde.
Studenten die verder willen met Grondslagen van de kwantummechanica en/of
statistische fysica wordt aangeraden de keuzecursussen Voortgezette kwantummechanica en Kwantummaterie en/of Voortgezette statistische fysica te volgen.
3.1.2 Andere masterprogramma’s en minoren aan de UU
Er zijn vele masters aan de Universiteit Utrecht die toegankelijk zijn voor een
student die de bachelor Natuur- en Sterrenkunde heeft afgerond. De UU geeft
een mastergids uit en er is elk jaar minstens één voorlichtingsdag (meestal
medio februari) met betrekking tot de masters in Utrecht, ruim voor de aanmeldingsdeadline voor een start in september van hetzelfde jaar. Maak van deze
informatiemogelijkheden gebruik om je vroegtijdig te oriënteren op een master.
In deze paragraaf worden een paar mogelijkheden genoemd.
3.1.2.1 Natural Sciences Masters
Met een bachelor Natuur- en Sterrenkunde en een goed ingevulde profileringsruimte kan men zich voor vrijwel alle Natural Sciences Masters kwalificeren.
Binnen de Undergraduate School of Natural Sciences zijn naast evidente
onderzoeksmasters zoals Mathematical Sciences, ook enigszins toepassinggeoriënteerde programma’s zoals Business Informatics, Science and Innovation,
Science Education and Communication en Science and Business Management.
3.1.2.2 Life Sciences Masters
De meeste master programma’s in Life Sciences veronderstellen een biologische,
biochemische of biomedische achtergrond, maar de programma’s Biomedical
Imaging Science, Neuroscience and Cogition en, in iets mindere mate, Theoretical Biology Bioinformatics (track van Molecular and Cellular Life Sciences) liggen
meer in de richting van natuurkunde. Als je geïnteresseerd bent in deze richtingen is het verstandig vroeg in het bachelorprogramma cursussen te kiezen uit
die richting voor een optimale aansluiting.
3.1.2.3 Overige UU programma’s
Voor informatie over het overige Master aanbod aan de Universiteit Utrecht kun
je kijken op de masterkiezerssite. Minder voor de handliggende maar wel mogelijke keuzes zijn een Master in de economische of sociaal wetenschappelijke richting.
3.1.3 Andere Nederlandse universiteiten
Met een Utrechts Natuurkunde Bachelordiploma kan men ook bij andere natuurkunde masters aan Nederlandse universiteiten terecht. Het is wel aan te raden
goed naar de inhoud van de verschillende programma’s te kijken. Houd er
rekening mee dat bij overstappen naar een MSc in een technische richting de
aansluiting niet vanzelfsprekend is.
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 4
4 THE MASTER PROGRAMS
4.1 INTRODUCTION
When you are a Bachelors’ student, your final year is not only the year in which
you prepare to graduate, but also a year to finally consider what you will be doing next. This often boils down to one of the following three options:
- becoming a graduate student in a Master’s program in Utrecht, somewhere else
in the Netherlands, in Europe or abroad;
- seeking employment on the basis of your BSc degree;
- taking a 'gap year' period for travelling or jobbing.
Most students from the Bachelor's program in Physics and Astronomy will choose
the first option. This chapter of your study guide attempts at giving you some
overview of the offering of graduate programs in Utrecht that are accessible with
a BSc in Physics and Astronomy. A substantial number of foreign students enter
at the Master’s level. They come from all over the world, from inside the European Union as well as from Asia and the Americas. Therefore the language of instruction in all programs is English.
Offering in Utrecht
Utrecht University has organized its graduate programs in so-called Graduate
Schools. Graduate schools harbor MSc as well as PhD programs; in the Netherlands and most of Europe you must have obtained an MSc before you can start
on a PhD. The Faculty of Science is home to two graduate schools: the Graduate
School of Life Sciences and the Graduate School of Natural Sciences . Both are
offering programs that are of interest to students graduating in Physics and Astronomy.
Orientation and Applying
For all these programs you will have to apply before certain deadlines, and the
selection courses that you have completed for your BSc may influence your
chances to be accepted for one of these programs. As a result it is wise to start
thinking about what you want soon enough, for example during your second
year. Also start applying well ahead of time, especially if you want to do your
Master’s outside of Utrecht. Utrecht University and the department of Physics
and Astronomy will organize several orientation events related to choosing your
Master’s. They will be announced on bulletin boards, the websites and electronic
newsletters. Make sure that you attend these events!
4.2 ADMISSIONS REQUIREMENTS
All Master's programs have a selection procedure. For the different Master's programs the admissions criteria are given in the Education and Exam Regulations
(OER) of the Graduate School available on the website of the School. For all programs the student should:
- have a completed Bachelor’s of Science
- be able to motivate their choice in writing, and possibly in an interview,
- have achieved competence in the English language.
For the particular Masters there are further criteria regarding the content of the
Bachelor's degree. These can be found in the OER.
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 4
4.3 APPLICATIONS AND DEADLINES
You can apply for admission to any of the programs of the Graduate School of
Natural Sciences by using a short form available at the Science information desk
in the Buys Ballot Building, room 184b or from your BSc study advisor. Your application should include a letter of motivation. You can hand in this form at the
information desk Science and they will also include a recent copy of your study
results.
For a start in September your application should be in preferably by March the
1st, but no later than June the 1st. For a start in February your application should
have been received preferably by September 1st but no later than December the
1st. In special circumstances your application can be considered after these
deadlines, depending on the leniency of the admissions committees.
Acceptance: As a result of your application you will hopefully get a 'Letter of
Acceptance' with which you can register for the program, or a 'Acceptance for 6
months' stating that you can start with the program but still need to complete
less than 15 ec for your BSc program within 6 months. If you do obtain your BSc
degree within that period you will be automatically accepted, if not then the
Graduate School will contact you and your study advisor.
Conditional Acceptance: Some students will receive a 'conditional Letter of
Acceptance' stating explicitly which conditions you need to satisfy to get an
unconditional acceptance. Such a letter can also list MSc courses that you will be
allowed to take. With a conditional letter you cannot yet register as a MSc
student, however if the Conditional letter of acceptance lists MSc courses you
requested for then you can register for these courses as a BSc student through
the Science information desk. These MSc courses will then count towards your
MSc degree and not towards your BSc degree.
Non-Acceptance: Finally there is a possibility that you will receive a 'Letter of
Non-acceptance' if you do not satisfy the admissions criteria.
4.4 DESCRIPTION OF THE PROGRAMS
The programs are described briefly below. Detailed and up-to-date information is
available on the web. We have only included those programs in which the
department of Physics and Astronomy is involved in terms of research activities.
4.4.1 Nanomaterials: Chemistry & Physics
This programme can be taken towards a degree in Chemical Sciences or a degree
in Physics and Climate Science. The Master Nanomaterials: Chemistry & Physics
emphasizes the experimental aspec of research on nano-scale systems from the
perspectives of physics and/or chemistry.
Course part (1 year, 60 ec) :
Nanomaterials (SK-MNCCN)
Primary optional courses
Secondary optional courses
7,5 ec
22,5 ec
30 ec
Research part (1 year, 60 ec):
Thesis
60
versie 2, d.d. 24-9-2014
ec
hoofdstuk 4
Primary optional courses are courses offered by the Debye Institute for Nanomaterials Science. The primary optional courses of this year are (for course descriptions see the university course cataloq):
Course code Course
Per./timeslot
NS-NM427M
Photon physics (P)
3,4/C
NS-NM429M
Soft condensed matter (P/C)
1,2/C
NS-TP432M
Modeling and simulation (P/C)
3,4/B
NS-NM431M
Computational quantum mechanics (P/C)
3,4/C
NS-NM433M
Topics in light & electron microscopy
1,2/D
NS-TP453M
Soft condensed matter theory (P)
3,4/D
GEO-SEP
Solar energy physics
4/A
SK-MAKC
Adsorption, kinetics and catalysis (C)
3/A
SK-MASPN
Advanced spectroscopy of nanomaterials (C)
1,2/A
SK-MOCHC
Organometallic chemistry (C)
3,4/D
SK-MOSS
Advanced organic synthesis strategies (C)
4/C
SK-MPC3
Advanced physical chemistry (C/P)
3/D
SK-MSOLS
Solids and surfaces (C)
2/C
SK-MSYNA
Synthesis of complex nanostructures (C)
1/B
Nanomaterials: catalysis, colloids and nanoSK-MNCCN
photonics (C/P)
The primary optional courses have a physics (P) and/or chemistry (C) signature.
Students working toward an MSc in Physics and Climate Science must choose
three primary optional courses with a physics signature (P or P/C).
Secondary optional courses can be level-three bachelor courses, i.e. to meet entry requirements (see below), or be chosen from the primary courses or all master's courses offered in the Faculty of Science. Alternatively, short or longer projec in industry, research institutes or university groups can be accommodated,
after approval by the programme management.
One year is devoted to the thesis project involving fundamental research in one
of the sections of the Debye Institute or, after approval by the program management, in FOM-Institutes (AMOLF, DIFFER), industry (e.g. Philips) or abroad.
Course work and thesis research may overlap: it is intended that the student
joins the research group as early as possible in the programme.
To be admissible to the Master in Chemistry and Physics the prospective student
needs to have a completed Bachelor of Science with a major in physics, chemistry or a major in Science with a strong component in physics and/or chemistry.
For admission to the master's program Nanomaterials: Chemistry & Physics for a
degree in Physics and Climate Science, you should have completed two of the
following courses:
- Electrodynamica (NS-251B),
- Voortgezette mechanica (NS-350B),
- Moderne gecondenseerde materie (NS-352B),
- Klassieke veldentheorie (NS-364B),
- Voortgezette quantummechanica (NS-375B),
- Voortgezette statistische fysica (NS-370B).
More information: dr. A. Imhof
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 4
4.4.2 Experimental Physics
This Master’s programme offers courses on Experimental Physics, with a strong
emphasis on quantum matter. The courses describe our current understanding of
matter under extreme conditions, like at ultra-high or at ultra-low temperatures.
It specifically describes, how this knowledge has been obtained through state-ofthe-art experiments. The students study aspects of light-matter interaction,
condensed matter physics and the Standard Model of Particle Physics. Research
in this field is at the forefront of fundamental experimental physics. The Particle
Physics group in Utrecht focuses in particular on the strong interaction and the
Nanophotonics group focuses on Bose-Einstein condensation and light-matter interaction.
Some of the fundamental questions in Experimental Physics that are addressed
are:
• What are the building blocks of matter, how do they interact and how can we
study these interactions in the lab?
• How does matter behave under extreme conditions, such as at ultra-low temperatures and at ultra-high temperatures?
• How can the properties of the elementary constituents (particles) explain the
properties of matter as we know it?
• How do light and matter interact on a length-scale smaller than the wavelength of light?
The Particle Physics research is performed in international collaborations at research centres in the USA and in Europe. Nationally, the Particle Physics group
cooperates in the Nikhef consortium. For the teaching programme in the MSc
there is a strong cooperation with the Amsterdam universities. The nanophotonics group has strong ties to the FOM-Institute AMOLF.
Courses:
Mandatory courses
Primary electives
Secondary electives
Research part
Total
Mandatory courses
Course code Course
NS-EX403M
Amsterdam
NS-NM427M
Photon physics
NS-EX401M
Experimental quantum physics
Attendance
Experimenta physics colloquium (1,5 ec)
22,5 ec
22,5 ec
15 ec
60 ec
120 ec
1/A
3/4C
Primary electives
A choice from the following list of courses, with at least 6 ec in Nikhef Master
courses:
Course code Course
Per./timeslot
Utrecht courses:
NS-EX403M
Particle physics 1 (6 ec)
NS-EX404M
Particle physics 2 (6 ec)
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 4
NS-NM431M
NS-TP432M
NS-TP401M
NS-TP402M
NS-EX402M
Shared Nikhef
NS-EX405M
NS-EX406M
NS-EX407M
NS-EX408M
NS-EX409M
NS-EX410M
NS-EX411M
NS-EX412M
NS-EX413M
NS-EX414M
Advanced quantum modelling
Modelling and simulation
Quantum field theory (10 ec)
Statistical field theory (10 ec)
Strong interactions (6 ec)
master courses:
Computational methods (6 ec)
CERN summer student program (6 ec)
Astroparticle physics (6 ec)
Particle detection (6 ec)
Nikhef project (6 ec)
Beyond the standard model (3 ec)
CP violation (3 ec)
Gravitational waves (3 ec)
Programming C++ (3 ec)
Statistical data analysis (6 ec)
Secondary electives
For the remaining 15 ec, several options are possible such as any MSc course offered by the Graduate Schools of Natural and Life Sciences or other courses,
such as 3rd year bachelor courses, with permission from the programme director, or an internship of at most 15 ec outside Utrecht University. Selection of
courses should be discussed with the program coordinators. Internships can start
as soon as the mandatory and primary elective courses have been finished, or
sooner with permission of the programme director.
Secondary electives can also be those courses required to fulfil the admission requirements in the case of deficiencies. The programme director decides which
courses need to be followed during the master’s programme. Deficiencies will be
stated in the Letter of Admission.
Research part
The student may start with his/her research project before the completion of the
mandatory courses with the permission of his/her supervisor. The research part
consists of a thesis project of 60 ec. Research is usually done at the Particle
Physics or Nanophotonics sections of the UU.
You should discuss the selection of primary and secondary optional courses with
Prof. R.J.M Snellings.
To be admissible to this program you should obtain a BSc degree with a substantial focus on physics and mathematics. For students who have a bachelor’s degree of Utrecht University: at least one of the following courses must have been
completed:
one course of
- Modern condensed matter (NS-352B)
- Subatomic physics (NS-369B)
The following course is strongly recommended
- Advanced quantum mechanics (NS-375B)
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 4
More information: Prof. R.J.M. Snellings
4.4.3 Meteorology, Physical Oceanography and Climate (MPOC)
The master's program in Meteorology, Physical Oceanography and Climate emphasizes the dynamical and physical aspects of the climate system, and the role
of atmospheric chemical trace species in the radiative balance of the Earth system. The students have one full year of training in the basics of and interaction
between the different components of the climate system, with emphasis on fundamental processes. Students can either specialize in meteorology, in the dynamics of ice caps and glaciers, in physical oceanography, in atmospheric physics
and chemistry or in combinations of these. Interdisciplinary courses ensure that
the students obtain a broad overview of the dynamics, physics and chemistry of
the climate system.
Course part (1st year, 60 ec):
Dynamical oceanography (NS-MO401M)
Dynamical meteorology (NS-MO402M)
Atmospheric composition and chemical processes (NSMO405M)
7,5 ec
7,5 ec
7,5 ec
Primary optional courses
Secondary optional courses
15 ec or more
15 ec or less
Research part (2nd year, 60 ec):
Simulation of ocean, atmosphere & climate (NS-MO501M)
Making, analyzing and interpr.observations (NS-MO502M)
Thesis
7,5 ec
7,5 ec
45 ec
The primary optional courses of this year are (for course descriptions see the
university course cataloq):
Course code Course
Per./timeslot
NS-MO412M
Bounderay layers, transport & mixing
3/4D
NS-MO426M
Physics of coastal systems
1/B
NS-MO427M
Ice and climate
2/B
NS-MO434M
Current themes in climate change
3,4/C
NS-MO442M
Remote sensing
3,4C
NS-MO447M
Wave attractors
3,4/B
Secondary optional courses are all master's courses offered of other master programs of the master Physics and Climate Science.
To be admissible to the master's program Meteorology, Physical Oceanography
and Climate the prospective student needs to have a completed Bachelor of Science with a major in Physics, or a major in Science with strong component in
physics. Students with a Bachelor in Physics and Astronomy from Utrecht University are, in general, admissible to this program. These students should have
completed elective BSc courses in fluid dynamics (geofysische stromingsleer NS353B), otherwise they will be required to take these courses in the MSc program.
More information: dr. A.J. van Delden
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 4
4.4.4 Theoretical Physics
In recent decades the developments of theoretical physics and mathematics have
been strongly intertwined. This may be illustrated by examples such as the close
relationship between the progress in string theory and that in super algebras and
the mathematics of Riemann surfaces; the inroads made into quantum gravity by
combinatorial and statistical methods, the successful description of particle physics by the non-abelian gauge theories of the standard model, the application of
conformal field theories in statistical mechanics of critical phenomena, and the
field theoretical descriptions of super fluids, quantum Hall systems, and Casimir
forces in (soft) condensed matter physics. At the heart of all of this is field theory
in its various guises. For this reason every student will receive a thorough training in field theory. He or she will be taught the fundamentals and be exposed to
its unifying power as well as to applications in various sub fields of theoretical
physics.
For talented students there is an option of completing a Masters in Mathematics
within approximately 6 months following your Masters in Theoretical Physics.
To enable you to do such a double degree in the given time: contact your studyadvisor during your first year and discuss the options with him.
Course part (1st year, 65 ec):
Quantum field theory (NS-TP401M)
10 ec
Statistical field theory (NS-TP402M)
10 ec
Primary optional courses
22,5 ec (3 courses) or more
Mathematics course
7,5 ec (1 course)
Secondary optional courses
15 ec (2 courses) or less
Research part (2nd year, 55 ec):
Student seminar (NS-TP501M)
10 ec
Research project with thesis (NS-TP510M) 45 ec
Theoretical physics colloquium (NS-TP502M): participation in 18 sessions is
required.
The primary optional courses (all 7,5 ec) of this year are (for course descriptions
see the university course cataloq):
Course code
Course
Per./timeslot
NS-TP425M
Cosmological inflation
1,2/A
NS-TP428M
General relativity
1,2/D
NS-TP430M
Cosmology
3,4/C
NS-TP432M
Modeling and simulation
3,4/B
NS-TP433M
Advanced topics in theoretical physics I
3,4/A,C
NS-TP453M
Soft condensed matter theory
3,4/D
NS-TP530M
Advanced topics in theoretical physics II
1,2/A,C
NS-TP526M
String theory
3,4/C
NS-TP529M
Field theory in particle physics
3,4/D
NS-TP531M
Theory for technology (with TU/e)
3,4
Secondary optional courses are all master's courses offered within the Graduate
School of natural Sciences (e.g. experimental physics, chemistry and physics,
mathematics, computer science), including the primary optional courses of the
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 4
Theoretical Physics master program. A written master’s thesis and an oral
presentation invariably conclude the research project. This research is theoretical
and usually not only contains a literature study to get familiar with the subject,
but also a new topic on which original research is performed. As part of the research training, the student will also enhance his/her academic skills by following
the student seminar, where the students work through assignments and literature in an interactive and collaborative manner. This is done in plenary discussion sessions and/or small working groups, in which students give presentations
of their work.
To be admissible to the master's program Theoretical Physics the prospective
student needs to have a completed Bachelor of Science with a major in physics,
or a major in Science with strong component in physics. These students are
strongly recommended to have completed courses that contain the contents of
the following UU bachelor courses:
- Advanced quantum mechanics (Voortgezette quantummechanica, NS-375B)
- Advanced statistical physics (Voortgezette statistische fysica, NS-370B)
- Quantum matter (Kwantum materie, NS-371B)
- Classical Field Theory (Klassieke veldentheorie, NS-364B)
Students who did not pass such courses with high grades (average 7 or more)
are generally advised not to choose this Master's program.
There is no automatic admission to this program.
More information: prof. C. de Morais Smith or prof. R. van Roij
4.4.5 History and Philosophy of Science
The master's program in History and Philosophy of Science consists of two years
of training, teaching and research: one full year of solid training in history and
philosophy of science and the humanities, mostly in the form of seminars, and
another full year of research, at the end of which students submit a substantial
master’s thesis. The program is sufficiently broad and flexible to allow students
to tailor it to their particular interests and background. Apart from three core
courses, providing a general introduction at graduate level to the history and philosophy of science, and the history of the humanities, all courses in the program
are optional. By suitably choosing their courses, students can put together a program that emphasizes either the history or the philosophy of any specific branch
of science and the humanities as well interdisciplinary aspects. The philosophical
part of the program lays particular stress on fundamental issues in physics, biology, mathematics, mind, nature, and ethics.
Course part (1st year, 60 ects):
History, role and impact of the natural sciences
(NS-HP401M)
Philosophy of Science (NS-HP402M)
History, role and impact of the humanities
(OGVMV05006)
Primary optional courses
Secondary optional courses
Research part (2nd year, 60 ects):
Research Seminar (NS-HP501M)
versie 2, d.d. 24-9-2014
7,5 ec
7,5 ec
7,5 ec
30 ec (4 courses) or more
7,5 ec (1 course) or less
7,5 ec
hoofdstuk 4
Thesis
52,5 ec
or 37,5 ec combined with an
internship (preferably
abroad) of 15 ec
Students who have shown academic promise in science, history, and/or philosophy, and who have acquired some basic knowledge of history and philosophy of
science or the humanities, considered sufficient by the admission committee, will
be eligible to apply.
To be admissible to the Masters in History and Philosophy of Science the prospective student needs to have completed either 1. a Bachelor’s degree in one of
the sciences, 2. a Bachelor’s degree in one of the humanities, 3. any other Bachelor’s degree.
There is no automatic admission into this program.
More information: prof. L.T.G. Theunissen
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 5
5 GENERAL INFORMATION ABOUT STUDYING
5.1 INTRODUCTION
In this chapter we will mention a few rules and regulations that are important for
all students. In full, these rules can be found in 'The teaching and examination
regulations' (OER) and the 'Student's Charter' (Studentenstatuut).
5.2 STUDY INFORMATION AND SUPERVISION
For information and supervision there are several places to turn to. Probably the
most important source of information is the science education page.
An other valuable source for study information is the science information desk
where you will find answers for your questions or help to find the right person to
turn to.
You can find this desk at the Buys Ballot Gebouw (BBG), room 184, tel. 030 253
5555.
Students from the Bachelor's program can seek advice from their tutor (first year
students) or the study adviser dr. G.J.H. Roelofs. Appointments can be made at
the science information desk, tel. 030 253 5555.
For study related information about master's programs or advice about possible
bachelor research projec you can turn to the study advisers of the various
master's programs:
Nanomaterial: Chemistry & Physics: dr. A. Imhof
Experimental Physics: prof. R.J.M. Snellings
History and Philosophy of Science: prof. L.T.G. Theunissen
Meteorology, Physical Oceanography and Climate: dr. A.J. van Delden
Theoretical Physics: prof. C. de Morais Smith or prof. R. van Roij
5.3 DO’S AND DON’TS FOR COURSES AND EXAMS
NB. It is necessary to read your e-mail daily (also see note at the end of this
paragraph)
Course registration and -withdrawal:
1. Registering for or withdrawing from a course is done on Osiris.
2. Register for a course as soon as possible but at least one week before a new
period starts.
Note: Some departments of faculties of the university demand that you
strictly observe these times.
When you have registered for the course you are automatically registered for
the first exam, for the e-mail list of the course and (if present) for the
Blackboard module.
3. You can register for a maximum of 22,5 ec per block. If you wish to enroll in
more courses you have to make a request at the science information desk.
4. Withdrawal from a course is possible until one week after the course started.
If you do so you also have withdrawn from the exam. After one week you can
only withdraw at the science information desk. If you haven’t withdrawn from
a course you will receive an assessment.
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 5
Exams:
1. At the exam you have to identify yourself with an official document (student
card)
2. Information about 'in between' exams (time, place, result) will be communicated on Blackboard; information about the final exam (including the final result) will be on Osiris.
E-mail and forwards
All students of the UU have an e-mail address that ends with @students.uu.nl
called Solis mail. This address is used for mailings sent by the department or
the university. If you have other e-mail addresses you can also put a forward on
your Solis-mail: go to Solis-ugids.uu.nl and log in with your Solis-id.
5.4 RETAKES
Central in the procedure on the rules and regulations around the retake of a
course is the article in the OER (in Dutch) that regulates retakes:
Indien de student aan alle inspanningsverplichtingen tijdens de cursus heeft voldaan en hem niettemin
geen voldoende is toegekend, maar wel het eindcijfer van ten minste een 4,0, wordt hij eenmaal in de gelegenheid gesteld een aanvullende of een vervangende toets af te leggen.
Thus, a retake is offered to students who have met the obligation to participate
actively in the course, but have nevertheless failed with a grade 4,0 or higher.
No retake is offered with a grade less than 4.
N.B. There also no option for a retake for students who have passed the course.
Nonetheless, it may be possible that you are eligible for a retake due to special
circumstances, even though your result does not match the requirements in the
OER. Examples are (long-term) illness, family circumstances such as death or
marriage. You can find it on the request form for additional or substitute test.
In order to qualify for a retake, you should:
a) File a request with the Board of Examiners, along with:
b) Approval of the study advisor, and
c) Supporting documents.
5.5 APPROVAL OF COURSES/ACTIVITIES THAT ARE NOT PART OF A STANDARD
BSC OR MSC PROGRAM
For approval of such courses and activities as part of your BSc MSc, you need
permission of the exam committee Physics & Astronomy. To request this permission, fill out and submit this form.
Further instructions can be found on the form itself. Your request needs to be
supported by your study advisor.
Requests for approval of courses and activities that are not part of a
standard BSc or MSc program should receive the exam committee no later than 6 weeks before your intended graduation date.
versie 2, d.d. 24-9-2014
hoofdstuk 5
5.6 GRADUATION PROCEDURE
When you have passed all courses and other requirements for a bachelor you will
receive a message from the science information desk that your file will be forwarded to the exam committee. After approval, the exam committee will determine your diploma date. NB: the diploma date is not the graduation date (see
below). You will find the graduation procedure on the internet.
The granting of the diploma is just an administrative and festive formality at
which family and friends are also invited. This graduation ceremony takes place
at the 'Academiegebouw' at the Domplein in Utrecht. In 2013/2014 we have the
following examination dates :
Wednesday
Thursday
Monday
Monday
Monday
Monday
Septembre
Novembre
February
June
September
November
17
27
16
8
21
16
2014
2014
2015
2015
2015
2015
11.00
10.00
14.00
13.00
10.00
10.00
hour
hour
hour
hour
hour
hour
If you want to graduate in a month in which there is no ceremony, you can get a
certificate, stating that you fulfilled all obligations for your degree.
To obtain this you have to turn to the secretary of the exam committee.
This certificate can be important for accepting a PhD position or a job.
If you want to withdraw from the graduation you have to report this as soon as
possible to the Science information desk.
Guideline for determining the honours designation of the master’s degree.
For this, consult the conditions in the 'Onderwijs en Examenreglement' (OER),
for BSc: Bachelor-OER
for MSc: Master-OER
5.7 COMPLAINTS
If you have complaints about exams, assessments, treatment by teachers, etc.
you can turn to the secretary of the exam committee.
versie 2, d.d. 24-9-2014
Hoofdstuk 6
6 BELANGRIJKE ADRESSEN
Universiteit Utrecht
Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht. Postbus 80.125, 3508 TC Utrecht, (030) 253
3550 (algemene informatielijn).
Natuur- en Sterrenkunde
De bacheloropleiding Natuur- en Sterrenkunde maakt deel uit van de Undergraduate School (UGS) van de faculteit Bètawetenschappen.
De zorg voor de inhoud en kwaliteit van de opleiding ligt bij de opleidingsdirecteur dr. A.M. Vredenberg. De zorg voor de bemensing en financiering van het
onderwijs ligt bij de onderwijsdirecteur prof. H.E. de Swart.
♦ Onderwijsinstituut van de opleiding Natuur- en Sterrenkunde
Minnaertgebouw, Leuvenlaan 4, Postbus 80.195, 3508 TD Utrecht.
Onderwijscoördinator: mevr. P. Wilmes, (030) 253 3610/1046
♦ Studiepunt Bètawetenschappen
Geopend van maandag t/m vrijdag tussen 10.00 – 13.30 uur.
Buijs Ballotgebouw, kamer 184, Princetonplein 5,
Postbus 80.195, 3508 TD Utrecht, (030) 253 5555.
♦ Studieadviseurs
- Bachelornatuurkunde
- History and Philosophy of Science
- Meteorology, Physical oceanography and Climate
- Nanomaterials: chemistry and phisics
- Experimental Physics
- Theoretical Physics
dr. G.J. Roelofs
prof. L.T.G. Theunissen
dr. A.J. van Delden
dr. A. Imhof
prof. R.J.M. Snellings
prof. C. de Morais Smith
♦ A-Eskwadraat
Buys Ballotgebouw, kamer 2.61, 030 253 4499.
♦ Studenten Overleg Natuur- en Sterrenkunde (SONS)
Buys Ballotgebouw, kamer 7.73, 030 253 4049. Elke dinsdag is er om 12.45
uur overleg in het Minnaertgebouw, kamer 133.
Informatiebalie Studenten Service
Geopend van maandag t/m vrijdag tussen 10.00-12.00 uur en 13.00–15.00 uur,
030 253 7000.
Informatie Beheer Groep
Herman Gorterstraat 40, 3511 EW Utrecht, (050) 599 7755 of www.ib-groep.nl
versie 2, d.d. 24-9-2014
YEAR SCHEDULE 2014-2015
volgt
Timeslots:
Monday
Morning
09.00-10.45
Aa
Morning
11.00-12.45
Ab
lunchtime from 12.45 till 13.15 hr
Afternoon
13.15-15.00
Ca
Afternoon
15.15-17.00
Ca
Afternoon
17.15-19.00
C
versie 2, d.d. 24-9-2014
Tuesday
Wednes.
Thursd.
Friday
Ba
Ab
Ca
Da
Bb
Aa
Cb
Db
Cb
Da
Ba
Db
Cb
Da
Bb
Db
A
D
B
X
BIJLAGE A
Keuzeruimte en profilering: loopbaanoriëntatie
A. Orientatiecursussen
Wetenschap- en Techniekcommunicatie (BETA-B2WTC)
“Onderzoek heeft aangetoond…”, maar wie zit daar op te wachten? Zorg jij dat
wetenschappelijke vondsten op een aantrekkelijke manier gepresenteerd worden
aan het publiek, dat mensen een eerlijk beeld ontwikkelen van de voor- en nadelen van nieuwe technologieën, en dat er draagvlak is voor de wetenschap van de
toekomst? In deze cursus maak je kennis met wetenschapsjournalistiek, risicocommunicatie, gezondheidscommunicatie en informele educatie. Je ontmoet professionals uit verschillende deelgebieden van de wetenschapscommunicatie en je
ontdekt waar je rekening mee moet houden als je met een breed publiek over
onderzoek communiceert, of dat nu je eigen onderzoek is of dat van anderen.
Mogelijk vervolg: stage Wetenschaps- en Techniek communicatie; master Science Education and Communication; master History and Philosophy of Science
Oriëntatie op de Onderwijspraktijk (BETA-B2OOP)
Veel bèta´s komen vroeger of later in een onderwijssituatie terecht: als studentassistent, of wetenschappelijk medewerker, als leraar, of als onderdeel van een
heel andere loopbaan. Anderen inwijden in het vak waar je zelf enthousiast over
bent kan een inspirerende ervaring zijn. De basisvaardigheden die je daarvoor
nodig hebt, zoals presenteren, orde houden, rekening houden met de voorkennis
van je doelgroep zijn te leren. Het Nederlandse onderwijs schreeuwt om jonge
universitair opgeleide bèta-leraren, en er is een groot aantal routes om tijdens of
na je studie een onderwijsbevoegdheid te halen.
Mogelijk vervolg: Educatieve minor (beperkte onderwijsbevoegdheid); bijbaan
als assistent-leraar; student-assistentschappen, o.a. bij je eigen opleiding of bij
het Junior College Utrecht; Master Science Education and Communication (1e
graads bevoegdheid); Post-master: o.a. Eerst de Klas (icm. Leiderschapsprogramma bedrijfsleven)
Bèta in Bedrijf en Beleid (BETA-B2BBB)
Ligt jouw toekomst in de high-tech industrie of de consultancy; wil je vanuit je
wetenschappelijke achtergrond bijdragen aan de ontwikkeling van overheidsbeleid; of droom je toch vooral van een eigen start-up? Deze cursus biedt je een
breed beeld van je mogelijke rol in een commerciële of beleidsgerichte omgeving
en de vaardigheden die je daar nodig hebt: o.a. het identificeren van kansen;
strategisch onderzoeksbeleid; het maken van businessplannen; projectmatig
werken; onderhandelen; adviseren en overtuigen. Je maakt kennis met ondernemende wetenschappers en wetenschappelijke ondernemers.
Mogelijk vervolg: minor Entrepreneurship; master Science and Business management; master Business Informatics
Normen en waarden van het wetenschappelijke bedrijf (BETA-B2WB)
We zien de wetenschap graag als een zoektocht naar waarheid, maar het bestaan van een wetenschapper is ook een harde strijd om posities, publicaties en
prestige. In een lab ben je op elkaar aangewezen, maar je bent soms ook elkaars concurrent. Wanneer ben je een integere wetenschapper? Zijn er richtlijversie 2, d.d. 24-9-2014
nen voor integer gedrag? Hoe pas je die toe in de praktijk? Bestaat er een ‘grijs
gebied’, en wat betekent dat dan voor onze kijk op het wetenschappelijk bedrijf
als geheel? We beginnen met een klassiek model van wetenschappelijke normen
en waarden, samen te vatten als ‘openheid, universaliteit, onafhankelijkheid, originaliteit, scepsis en eerlijkheid’. Je onderzoekt de bruikbaarheid van dat model
in verschillende contexten en stuit daarbij op de praktijkdilemma’s van de wetenschap. Je ontwikkelt strategieën om hiermee om te gaan.
Mogelijk vervolg: vervolgcursussen wetenschapsgeschiedenis en –filosofie; research op je eigen vakgebied; master History and Philosphy of Science.
B. Vervolgcursussen en minoren
Educatieve Minor natuurkunde
De educatieve minor leidt je in een traject van 30 EC op tot een onderwijsbevoegdheid voor vmbo-t, onderbouw van havo en vwo. Het programma bestaat
voor ongeveer de helft uit stage op school, in de andere helft volg je onderwijs
en trainingen op het gebied van ‘classroom management’, lesontwerp, leerpsychologie en vakdidactiek. Voorbeelden van activiteiten: observeren en evalueren
van lessen (op video), onderwijsontwerp maken en uitvoeren. Anders dan je in
veel bèta-cursussen gewend bent heb je zelf een belangrijk aandeel in het vaststellen van je einddoelen en de weg daar naar toe: je maakt op basis van je beginsituatie een persoonlijk ontwikkelingsplan en je documenteert je vorderingen
in een portfolio.
De educatieve minor bestaat uit twee halfjaarcursussen van ieder 15 EC:
•
•
AS-202B: Cursus leraar vmbo-T, onderbouw havo/vwo 1 (blok 3 en 4)
AS-304B: Cursus leraar vmbo-T, onderbouw havo/vwo 2 (blok 1 en 2)
Voorkennis/Ingangseis: je hebt tenminste 60 EC behaald. De cursus “Oriëntatie
op de onderwijspraktijk (BETA-B2OOP 2)” biedt een goede oriëntatie op de
minor, maar is niet verplicht.
Aanmelden: om te starten met deze minor meld je je in OSIRIS aan voor de cursus AS-202B. Studenten die niet de oriëntatiecursus BETA-B2OOP gevolgd
hebben sturen gelijktijdig met hun inschrijving een motivatiebrief van
maximaal 1 A4 naar de contactpersoon (cursuscoördinator, zie OSIRIS onderwijscatalogus). In je motivatiebrief geef je aan waarom je deze cursus
wilt doen en waarom je denkt dat je de capaciteiten hebt om docent te
worden. Studenten worden geselecteerd op basis van de motivatiebrief en
op basis van een evenwichtige spreiding over de schoolvakken. Bericht
over plaatsing volgt binnen tien werkdagen na sluiting van de inschrijfdeadline.
Voor meer info: www.uu.nl/university/minors/NL/educatieveminor
LET OP: de inschrijving voor de eerste cursus sluit mogelijk vroeger dan bij jouw
opleiding gebruikelijk is (zie OSIRIS).
LET OP: voor het schoolvak biologie komt het regelmatig voor dat het aantal
aanmeldingen het aantal plaatsen overtreft.
Entrepreneurship (english spoken)
Entrepreneurship has become increasingly prominent in knowledge based economies. Individuals have to become more alert for how they can create new value
in all kind of settings. The creation of new knowledge is a source for all kind of
new opportunities, and jobs for life are a thing of the past. How do people suc2
Deze cursus is nieuw in studiejaar 2014-2015, als alternatief kan ook de orientatiecursus AS-305b of BBB3OCEP05 gevolgd worden (uitlopend, voor het laatst aangeboden in 2014-2015).
versie 2, d.d. 24-9-2014
cessfully identify, evaluate and pursue opportunities for new value creation? In
this minor you will be made aware of the different types of entrepreneurship you
can pursue, and you will get acquainted with the relevant knowledge and skills
for acting entrepreneurially, and building new ventures.
This minor is accessible and even designed for all UU students, from all disciplinary backgrounds.
The Entrepreneurship Minor consists of the following courses:
•
•
•
•
Essentials of Business and Entrepreneurship
(EC2EBE1/EC2EBE2/EC2EBE3/EC2EBE4, level 2)
Financial Accounting and External Accountability (ECB1IBE period 2, level 1);
Venture Marketing (EC3VM period 4, level 3);
One of the following two courses: Corporate Entrepreneurship (ECB3CI, level 3) or
Internship Entrepreneurship & Innovation (ECB2IEI, level 2).
During the year many entrepreneurship events and other activities are organized
by the Utrecht Center for Entrepreneurship (see: www.utrechtce.nl ).
For more information see: www.uu.nl/university/minors/NL/entrepreneurship
versie 2, d.d. 24-9-2014