Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add

Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
Vraag
nr.
1
2
3
4
Vraag
Antwoord
U heeft als doelstelling om medisch-specialisten te dwingen om het
voorkeursgeneesmiddel voor te schrijven aan minimaal 80% van de
betrokken nieuwe patiënten. Hoe stelt u zich voor dat medisch specialisten
dit beleid toepassen op de bij deze procedure betrokken TNF-alfaremmers
en andere geneesmiddelen, die alle een andere werkzame stof hebben,
terwijl het preferentiebeleid onder het GVS alleen kan worden toegepast
tussen geneesmiddelen die precies dezelfde werkzame stof hebben?
U betoogt dat hier geen sprake is van preferentiebeleid omdat uw beleid
alleen bij nieuwe patiënten wordt toegepast en er een doelstelling van
slechts 80% geldt, maar voor die nieuwe patiënten en dat percentage komt
uw beleid onverkort neer op gedwongen verwisseling, door de
voorschrijver, tussen geneesmiddelen met verschillende werkzame stoffen.
Hoe kan de patiënt aanspraak maken op het voor hem gewenste middel?
In de definitie van de AOC, past u criteria toe die vergelijkbaar zijn aan de
criteria die onder het GVS worden toegepast voor het clusteren van
geneesmiddelen in groepen van onderling vervangbare geneesmiddelen
voor het vaststellen van een vergoedingslimiet. Hoe stelt u zich voor dat
medisch-specialisten deze clustering volgen, en daarmee in de praktijk
gedwongen worden een voorkeursbeleid toepassen bij minimaal 80% van
de betrokken nieuwe patiënten, wanneer deze clustering onder het GVS
niet is bedoeld voor het voeren van een voorkeursbeleid, maar alleen voor
het vaststellen van een vergoedingslimiet?
Onder het GVS is het ZiNL uitsluitend bevoegd geneesmiddelen te clusteren
in groepen van onderling vervangbare geneesmiddelen voor het vaststellen
van een vergoedingslimiet, teneinde de belangen van de patiënt en de
onafhankelijkheid van voorschrijvers en apothekers te beschermen. Hoe
stelt u zich voor dat een zorgverzekeraar deze rol kan vervullen in deze
inkoopprocedure, zonder enige garanties van een onafhankelijk oordeel?
De procedure dwingt artsen niet tot het uitsluiten van producten. Er
is geen sprake van preferentiebeleid. Achmea dwingt niet tot
substitutie.
Er is geen sprake van uitsluiting van geneesmiddelen. De aanspraak
van verzekerden wordt niet (indirect) beperkt.
Hoewel de criteria gelijkenis vertonen, zijn deze wezenlijk anders
(doel, oorsprong). De vergelijking met de GVS-clustering niet op.
Zie antwoord vraag 3.
Pagina 1 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
5
Welke patiëntenverenigingen hebt u geraadpleegd over de inrichting van de
inkoopprocedure en de clusters?
6
Welke specialistenverenigingen hebt u geraadpleegd over de inrichting van
de inkoopprocedure en de clusters?
7
Waarom volgt Achmea niet simpelweg de clusters zoals die zijn vastgesteld
door het ZiNL (voorheen CVZ) toen de betrokken geneesmiddelen nog
onderdeel uitmaakten van het GVS?
Hoe verklaart u dat u ustekinumab heeft ingedeeld in een cluster met TNFalfaremmers, terwijl dat geneesmiddel een interleukineremmer is?
Hoe verklaart u dat u ustekinumab heeft ingedeeld in een cluster met TNFalfaremmers terwijlhet was opgenomen in bijlage 1B Rvv, waaruit volgt dat
volgens het CVZ de eigenschappen van dit middel zodanig verschillen van
TNF-alfaremmers dat clustering met deze TNF-alfaremmers - of met enig
ander geneesmiddel - niet mogelijk was?
U motiveert de uitsluiting van bepaalde geneesmiddelen uit een cluster met
de reden dat deze ongeschikt zouden zijn voor eerste gebruik. Hoe is dat
criterium te rijmen met de definitie van een AOC en met de clustering zoals
die door het ZiNL/CVZ wordt toegepast voor precies deze geneesmiddelen?
Wat waren uw overwegingen om verschil te maken tussen anakinra en
abatacept, die ongeschikt zouden zijn voor eerste gebruik, en ustekinumab,
dat ook ongeschikt zou zijn voor eerste gebruik volgens de behandelrichtlijn
psoriasis?
Speelde bij deze overwegingen de SmPC van de betrokken geneesmiddelen
een rol?
De clustering die Achmea heeft toegepast in de inkoopprocedure lijkt
onvoldoende rekening te houden met het feit dat de TNF-alfa remmers zijn
toegelaten als geneesmiddel voor verschillende indicaties, terwijl uit de
definitie van add-oncluster (AOC) lijkt te volgen dat de geneesmiddelen in
een cluster zijn toegelaten voor dezelfde indicatie. Bent u bereid om voor
iedere indicatie een aparte cluster te bepalen?
8
9
10
11
12
13
Er is met verschillende patiëntverenigingen gesproken over de
gezamenlijke inkoop zoals, maar niet uitsluitend, met de NPCF en
het Reumafonds.
Er is met verschillende artsenorganisaties gesproken over de
gezamenlijke inkoop zoals, maar niet uitsluitend, met de NVR,
NVHB.
De clustering in het GVS is van maart 2009 en daarmee minder
actueel.
Het AOC heet "TNF-alfaremmers" maar beperkt zich niet tot alleen
TNF-alfaremmers.
De aangehaalde clustering doet geen recht aan de praktijk en is
minder actueel.
Deze producten zijn volgens de richtlijnen geen 1e keus.
Bij deze beslissing hebben verschillende overwegingen een rol
gespeeld zoals richtlijnen, SmPC's, adviezen uit het FTK en
gesprekken met zorgverleners.
Ja, zie antwoord op vraag 11.
Nee. Uit de procedure volgt de rangorde. Daarna zal er een
specificatie plaatsvinden naar indicatiegroepen. De rangorde zal per
indicatie toegepast worden voor zover de producten de betreffende
registratie hebben.
Pagina 2 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
14
15
16
17
18
19
Begrijpen wij goed dat de "voorselectie" van geneesmiddelen, zoals die volgt
uit de definitie in paragraaf 1.3 op p. 6 van de leidraad, leid tot het cluster
zoals dit is opgenomen in bijlage 4 bij de leidraad? Wie is betrokken in deze
voorselectie?
Welke criteria zijn daarbij toegepast?
Was dit proces transparant?
Waarom vereist u naleving van de eisen ten aanzien van de registratie zoals
weergegeven in paragraaf 3.1.1 op p. 13 leidraad?
Is aan deze eisen niet al voldaan door alle betrokken geneesmiddelen?
Wat wordt bedoeld met de zinsnede dat ziekenhuizen geen onderhandse
deals sluiten over de geneesmiddelen in het AOC?
20
Hoe kunnen zij dan de producten inkopen van de fabrikanten?
21
Kunt u beschrijven op welke manier ziekenhuizen de clusters kunnen
aanpassen door een bepaald geneesmiddel in of uit een cluster te zetten
(zie definitie van add-oncluster in paragraaf 1.3)?
22
Kan een enkel ziekenhuis besluiten om een middel in of uit een cluster te
houden, of moeten de deelnemende ziekenhuizen daarover eerst consensus
bereiken?
Als enkele ziekenhuizen kunnen besluiten om een middel in of uit een
cluster te houden, hoe gaat Achmea dan om met de verschillende AOC's die
voor de verschillende ziekenhuizen gelden?
Zal Achmea hier transparant over zijn?
Welke controle mogelijkheden zullen in dat geval worden ingebouwd?
Op welk moment kunnen ziekenhuizen besluiten een bepaald geneesmiddel
in of uit een cluster te zetten?
23
24
25
26
Ja, bij de voorselectie zijn diverse partijen betrokken zoals
deelnemende ziekenhuizen, artsen, apothekers en andere
professionals uit het veld.
Wet- en regelgeving, richtlijnen, stand der wetenschap en praktijk
en praktische toepasbaarheid.
Ja.
Paragraaf 3.1.1. is een niet bestaande verwijzing naar de Leidraad.
Zie antwoord vraag 17.
Er mogen geen afspraken gemaakt worden over geneesmiddelen
binnen een AOC door deelnemende partijen in welke zin dan ook,
waarbij de uitkomst van deze inkoopprocedure kan worden danwel
daadwerkelijk wordt gefrustreerd.
Het bestellen e.d. van producten in een AOC kan via de reguliere
weg.
Dit kan alleen in onderling overleg en overeenstemming tussen de
deelnemende ziekenhuizen en Achmea op basis van medisch
inhoudelijke gronden. Dit betreft alleen de indicatiegroepen. Het
AOC staat vast.
Zie antwoord vraag 21.
Zie antwoord vraag 21.
Zie antwoord vraag 21.
Zie antwoord vraag 21.
Zie antwoord vraag 21.
Pagina 3 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
Zal een dergelijk besluit over het in of uit een cluster zetten bekend worden
gemaakt vóór 17 oktober 2014?
Hoe zal een dergelijk besluit over het in of uit een cluster zetten door
ziekenhuizen de 80%-doelstelling beïnvloeden?
Als ziekenhuizen besluiten om een bepaald geneesmiddel uit een cluster te
houden, hoe kunnen zij dan zorgdragen voor de levering van deze
geneesmiddelen, gezien de bepaling dat ziekenhuizen geen onderhandse
deals sluiten over de geneesmiddelen in het AOC (paragraaf 1.5, p. 8
leidraad)?
Als ziekenhuizen een bepaald geneesmiddel in of uit een cluster zetten,
wordt dit middel dan nog steeds volledig vergoed door Achmea aan dat
ziekenhuis?
Kunnen ziekenhuizen zich nog na 17 oktober bij uw opzet aansluiten?
Als het antwoord ja is, hoe rijmt u dat met de gedachte dat het voorwerp
van de inschrijving bepaalbaar en bepaald moet zijn op het moment van de
inschrijving?
Geldt de door Achmea gehanteerde referentieprijs voor niet deelnemende
ziekenhuizen voor alle niet deelnemende ziekenhuizen?
Is deze voor alle ziekenhuizen even hoog?
Is deze voor alle AOC's even hoog?
Zullen de TNF-alfa remmers die uitgesloten zijn van deze inkoopprocedure,
zoals infliximab, anakinra, abatacept and tocilizumab nog steeds
beschikbaar zijn voor de patiënten die verzekerd zijn bij Achmea?
Zo ja, hoe zal deze groep van niet geclusterde geneesmiddelen, die gebruikt
worden voor dezelfde patiëntenpopulatie en voor dezelfde indicaties, de
80%-doelstelling beïnvloeden?
Nee.
De 80%-doelstelling blijft in dat geval bestaan.
Indien de deelnemende ziekenhuizen en Achmea in onderling
overleg en overeenstemming besluiten een middel buiten een
bestaande indicatiegroep te plaatsen ontstaat een nieuwe
indicatiegroep waar het betreffende product in ondergebracht
wordt.
Er verandert niets aan de bekostiging. Zie het antwoord op vraag
29.
Als met 'opzet' de Gezamenlijke Inkoop is bedoeld is het antwoord
'ja'. Voor deze procedure en daarmee deze AOC is het na 1 oktober
niet meer mogelijk aan te sluiten.
Zie antwoord vraag 31.
Deze vraag is niet relevant voor deze inkoopprocedure.
Zie antwoord vraag 33.
Zie antwoord vraag 33.
Ja.
Deze zal de 80% doelstelling niet beïnvloeden.
Pagina 4 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
38
39
40
41
42
43
44
45
Is de 80%-doelstelling haalbaar, nu medische richtlijnen bepalen dat
geneesmiddelen met een andere werkzame stof en die een verschillende
uitwerking kunnen hebben bij verschillende patiënten, slechts kunnen
worden voorgeschreven met in achtneming van de individuele medische
situatie en de bijzonderheden in de behandeling van de betrokken patiënt?
Waaruit blijkt dit?
Verzekerden van Achmea hebben onder de Zorgverzekeringswet aanspraak
op geneeskundige zorg naar de stand van de wetenschap en de praktijk. De
verplichting voor ziekenhuizen om tenminste 80% van de verzekerden met
het voorkeursmiddel te behandelen is niet in overeenstemming met de
stand van de wetenschap en de praktijk. Leidt deze maatregel niet tot een
(in)directe beperking van de aanspraak die verzekerden onder de
Zorgvezekeringswet hebben?
Zo nee waarom niet?
Zo ja: hoe verhoudt dit zich met de zorgplicht van Achmea jegens haar
verzekerden?
Wat is volgens u de invloed van de regel dat een de medisch-specialist
alleen een behandelvoorkeur mag volgen als dit om medische reden
verantwoord is?
Is de 80%-doelstelling haalbaar, gezien het feit dat uit de cijfers die u heeft
verstrekt in bijlage 4 van de leidraad, twee geneesmiddelen op dit moment
worden voorgeschreven aan ongeveer 50% en 40% van de totale
patiëntenpopulatie die op dit moment behandeld worden met een TNFalfaremmer of ander monoklonaal antilichaam, terwijl de 80%-doelstelling
de medisch-specialisten verplicht om één of meer van deze geneesmiddelen
voor te schrijven aan minder dan 20% van alle nieuwe patiënten.
Klopt het dat de 80%-doelstelling van toepassing is op nieuwe patiënten,
patiënten die een behandeling opnieuw starten en switchende patiënten
(zie de definitie van nieuwe gebruiker op p. 6 leidraad)?
Ja.
De 80% compliance afspraak is gemaakt tussen Achmea en de
deelnemende ziekenhuizen.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord op vraag 40.
Zie antwoord op vraag 40.
Deze regel staat niet ter discussie. De arts heeft de plicht om een
medisch verantwoorde behandeling te geven.
Ja.
Nee. De 80%-doelstelling is van toepassing op nieuwe patiënten en
patiënten die een behandeling opnieuw starten.
Pagina 5 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
46
47
48
49
50
51
52
53
Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de verklaring op p. 18 leidraad, dat
switchende patiënten alleen het voorkeursgeneesmiddel voorgeschreven
krijgen indien dit op medische gronden gerechtvaardigd is?
Hoe stelt u zich voor dat een medisch-specialist het goedkoopste product
kan voorschrijven aan herstartende patiënten? Moet de medisch-specialist
het voorkeursmiddel voorschrijven, met een onzekere uitkomst, ook als hij
weet dat de patiënt in kwestie eerder goed reageerde op een ander
geneesmiddel en het de veiligste route zou zijn om in die situatie datzelfde
product het voor te schrijven?
Hoe stelt u zich voor dat een medisch-specialist het goedkoopste product
kan voorschrijven aan switchende patiënten, bij wie rekening zou moeten
worden gehouden met de redenen waarom het geneesmiddel dat als eerste
werd voorgeschreven niet goed werkte en een beredeneerde keuze moet
worden gemaakt voor een alternatief, gebaseerd op farmacotherapeutische
redenen?
Hoe verhoudt de 80%- doelstelling zich tot de Handleiding Substitutie van
de KNMP?
Heeft u belanghebbenden zoals patiëntorganisaties geraadpleegd over de
80%-doelstelling?
Heeft u belanghebbenden zoals zorgaanbiederorganisaties geraadpleegd
over de 80%-doelstelling?
Kan Achmea garanderen dat de 80%-doelstelling gehaald wordt door de
deelnemende ziekenhuizen en welke middelen zal Achmea aanwenden om
naleving af te dwingen?
Wat is het gevolg van het niet halen van de 80%-doelstelling voor een
betrokken ziekenhuis?
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Zie antwoord vraag 45.
Dit is ter beoordeling van de medisch specialist.
Dit is ter beoordeling van de medisch specialist.
Er bestaat geen verband tussen de 80%-doelstelling en de
Handleiding Substitutie van de KNMP.
De 80%-doelstelling is met belanghebbenden besproken.
De 80%-doelstelling is met belanghebbenden besproken.
Nee, dit is niet te garanderen en zal niet worden afgedwongen. De
compliance zal worden gemonitord en indien nodig zullen er
verbeterafspraken gemaakt worden. De deelnemende
zorgaanbieders hebben bewust gekozen voor deelname aan
gezamenlijke inkoop in dit collectief. Daarmee hebben Achmea en
de deelnemende zorgaanbieders de verplichting om zich maximaal
in te spannen de gemaakte afspraken na te komen.
De 80%-doelstelling zal gemeten worden over alle deelnemende
ziekenhuizen. Indien een individueel ziekenhuis bij herhaling "in
gebreke blijft” zal er met de groep deelnemende ziekenhuizen
beleid gemaakt worden.
Pagina 6 van 54
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
54
63
Zijn er mogelijkheden voor de aanpassing van de 80%-doelstelling door de
betrokken ziekenhuizen?
Zo ja, op welke manier?
Zijn er nog andere omstandigheden waaronder de 80%-doelstelling kan
worden aangepast?
Zo ja welke procedure wordt daarvoor toegepast?
Worden de verzekerden van Achmea geïnformeerd over het feit dat
deelnemende ziekenhuizen tenminste bij tenminste 80% van de nieuwe
patiënten het voorkeursmiddel zullen voorschrijven?
Zo ja, op welke wijze worden de verzekerden van Achmea hierover
geïnformeerd?
Zo ja, wanneer worden de verzekerden van Achmea hierover geïnformeerd?
Hoe verhoudt de (in)directe beperking van de aanspraak door Achmea zich
tot de recente jurisprudentie hierover van het Hof Arnhem Leeuwarden in
de zaak VGZ/Nutricia?
Kunt u de definitie van het begrip "indicatiegroep" in paragraaf 1.3 van de
Leidraad nader toelichten?
Welke indicatiegroepen zijn er en welke indicaties bevatten die?
64
Welke geneesmiddelen maken onderdeel uit van die groepen?
65
66
Hoe verhouden de indicatiegroepen zich tot de AOCs die door Achmea op
dit moment zijn vastgesteld?
Wanneer worden bepaalde indicaties in een groep geplaatst door Achmea?
67
68
Wat zijn daarvoor de criteria?
Worden deze criteria op voorhand inzichtelijk gemaakt?
55
56
57
58
59
60
61
62
Zie antwoord op vraag 52 en 53.
Zie antwoord op vraag 52 en 53.
Zie antwoord op vraag 52 en 53.
Zie antwoord op vraag 52 en 53.
Bij Achmea verzekerden worden door de voorschrijver op eenzelfde
wijze geïnformeerd over de voorgestelde behandeling als op dit
moment het geval is.
Zie antwoord vraag 58.
Zie antwoord vraag 58.
Er is geen sprake van (indirecte) beperking van de aanspraak van
verzekerden. Zie ook de antwoorden op de vragen 1 en 2.
De indicatiegroep is een groep indicaties waarvoor dezelfde
rangorde geldt. Bijvoorbeeld de indicatiegroep 'kinderen'.
Over de definitieve indicatiegroepen vindt momenteel afstemming
plaats met de deelnemende zorgaanbieders. Vooralsnog werken we
met een 4-tal groepen te weten: reuma, dermatologie, MDL,
kinderen.
Een geneesmiddel in het AOC met een registratie in de betreffende
groep.
Op dit moment is er 1 AOC met daarbij vooralsnog 4
indicatiegroepen.
Wanneer het een indicatie betreft die logischerwijs tot die groep
behoort.
De geregistreerde indicaties.
Deze zijn op voorhand inzichtelijk op basis van de SmPC.
Pagina 7 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
69
70
71
72
73
74
75
76
77
Begrijpen wij goed dat nieuw geregistreerde geneesmiddelen vergoed
zullen worden één maand nadat voor dit geneesmiddel een
handelsvergunning is verkregen (paragraaf 4.3 op p. 18 leidraad)?
Zal zo'n middel worden opgenomen in wat een "indicatiegroep" genoemd
wordt, zodat de voorschrijfrangorde zal worden aangepast?
Wordt de voorkeursrangorde apart vastgesteld voor ieder
toepassingsgebied waarvoor TNF-alfa remmers en of monoclonale
antistoffen kunnen worden voorgeschreven, of per indicatiegroep?
De term "meest economisch voordelig" impliceert dat voor wat betreft het
vaststellen van de voorkeursrangorde, behalve met de prijs, ook met andere
aspecten rekening wordt gehouden. Indien deze vooronderstelling klopt,
welke andere criteria zijn dit?
Worden ook kwaliteitseisen en kosteneffectiviteit meegenomen in het
vaststellen van de voorkeursrangorde?
Welk geneesmiddel het meest economisch voordelig is, wordt bepaald door
verschillende parameters, waaronder het kortingspercentage, het totale
bedrag van de korting, de prijs van het middel, de behandelkosten en de
kosteneffectiviteit. Daarbij speelt bijvoorbeeld de precieze dosering, zowel
in de startfase als daarna, van de geneesmiddelen een rol en verschillen in
de gemiddelde gebruiksduur. Neemt Achmea deze parameters, waaronder
de kosteneffectiviteit van verschillende geneesmiddelen in beschouwing bij
het vaststellen van de voorkeursrangorde?
Is het mogelijk een korting aan te bieden die alleen van toepassing is in het
geval het betrokken geneesmiddel gekwalificeerd wordt als het meest
economisch voordelig waarop de 80% norm van toepassing is?
Is de lijst met deelnemende ziekenhuizen en het volume van deze
ziekenhuizen definitief?
Kan Achmea garanties bieden dat deze ziekenhuizen zullen deelnemen en
met het volume zoals nu aangegeven?
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nee, indien nodig zal de rangorde van de betreffende indicatiegroep
zal worden aangepast bij het verkrijgen van een nieuwe registratie.
Zie antwoord op vraag 69.
Per indicatiegroep en per indicatie.
Deze vooronderstelling is niet juist. Voor de definities zie de
Leidraad.
Nee.
Nee.
Nee.
Ja, onder voorbehoud van het sluiten van een zorgovereenkomst
2015 voor Medisch Specialistische Zorg.
Nee. De deelnemende zorgaanbieders hebben bewust gekozen voor
deelname aan gezamenlijke inkoop in dit collectief. Daarmee
hebben Achmea en de deelnemende zorgaanbieders de verplichting
om zich maximaal in te spannen de gemaakte afspraken na te
komen.
Pagina 8 van 54
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
78
79
80
81
82
83
84
85
86
Hoeveel patiënten telt het relevante volume van de deelnemende
ziekenhuizen in totaal?
In bijlage 4 leidraad zijn weliswaar getallen weergegeven voor de bestaande
patiënten die de betrokken geneesmiddelen gebruiken, switchers en
nieuwe gebruikers, maar onduidelijk is of deze getallen zien op het gehele
volume dat de deelnemende ziekenhuizen inbrengen, of bijvoorbeeld alleen
op het volume van patiënten van de deelnemende ziekenhuizen die bij
Achmea verzekerd zijn. Zijn deze getallen berekend over een periode van 7
maanden (1 januari tot en met 31 juli) of zijn de getallen geëxtrapoleerd, in
verhouding tot een periode van 12 maanden?
Mogen fabrikanten een nieuw aanbod doen als een nieuw geregistreerd
geneesmiddel in het aankoopsysteem van Achmea wordt opgenomen
(paragraaf 4.3, p. 18 van het aankoopbeleid)?
Mogen fabrikanten een nieuw aanbod doen als een nieuw geregistreerde
indicatie van een al opgenomen geneesmiddel in een nieuwe indicatiegroep
in het aankoopsysteem van Achmea wordt opgenomen (paragraaf 4.3, p. 18
van het aankoopbeleid)?
Klopt het dat deelnemende ziekenhuizen betalen voor geneesmiddelen die
direct bij de fabrikant besteld worden?
Hoe zal de levering, met betrekking tot aanvragen voor patiënten die bij
andere zorgverzekeraars verzekerd zijn, geregeld worden in het licht van
ziekenhuizen die besluiten het volume in te brengen van andere
verzekeraars dan Achmea?
Het door Achmea voorgestelde inkoopsysteem houdt in dat Achmea zal
optreden als bemiddelaar voor geneesmiddelen in de zin van artikel 39a van
de Geneesmiddelenwet en artikel 85b van Richtlijn 2001/83/EC, zodat
Achmea zich moet registreren als bemiddelaar voor geneesmiddelen en
moet voldoen aan de Richtsnoeren voor Goede Distributiepraktijken voor
geneesmiddelen van 5 november 2013.
Bent u geregistreerd als bemiddelaar?
Kan Achmea informatie verschaffen over haar naleving van deze wet- en
regelgeving?
Deze informatie is terug te vinden in de nieuwe versie van het
digitaal invulbestand van 3 oktober.
Achter de namen van de deelnemende zorgaanbieders is vermeld
of het alleen Achmea dan wel het totaal volume betreft. Het betreft
de declaratiedata over het behandeljaar 2013 welke zijn
gedeclareerd in de periode tot en met juli 2014.
Indien Achmea een nieuwe inkoopprocedure volgt voor hetzelfde
AOC met een nieuwe aanbieder kunnen fabrikanten een nieuwe
bieding doen.
Nee.
Ja.
Dit is aan de deelnemende ziekenhuizen. Het inbrengen van
dergelijk volume heeft alleen effect op de prijsstelling en netto
condities.
Dit betreft geen vraag.
Nee, Achmea is niet geregistreerd als bemiddelaar.
Niet van toepassing, zie antwoord op vraag 85.
Pagina 9 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
Welke vormen van controle en audit zullen beschikbaar zijn om de
declaraties van Achmea te controleren?
Op welke manier wordt zekergesteld dat deelnemende ziekenhuizen en
Achmea enkel korting ontvangen voor de aflevering ten behoeve van
patiënten die verzekerd zijn bij Achmea?
Op welke manier wordt zekergesteld dat deelnemende ziekenhuizen de
betrokken geneesmiddelen niet doorleveren aan derden?
Zal de korting gelden op het gehele volume van ziekenhuizen die volume
inbrengen van andere verzekeraars dan Achmea?
Zo ja, wie ontvangt de korting wanneer geneesmiddelen worden besteld ten
behoeve van patiënten die bij een andere verzekeraar dan Achmea zijn
ondergebracht?
Wat wordt bedoeld met de zinsnede: "Declaraties van andere verzekerden
worden door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd aan een derde
partij" (p. 20, hoofdstuk 5 leidraad)?
Vallen de 80% norm en de voorkeursrangorde onder de
geheimhoudingsplicht zoals ondergebracht in artikel 13 van de
overeenkomst? Of zullen ziekenhuizen en/of Achmea dergelijke informatie
communiceren naar patiënten?
Wat zal de notaris bij de bekendmaking van de uitslag bekend maken?
Zal er geheimhouding worden opgelegd aan de aanwezigen en zo ja, onder
welke voorwaarden?
Zal de notaris bij de bekendmaking van de uitslag de kortingen bekend
maken?
Indien Achmea besluit geen overeenkomst te sluiten met een producent of
de inkoopprocedure afbreekt, hoe garandeert Achmea dan de
geheimhouding van het aanbod?
Wat zijn de voorwaarden van de geheimhoudingsplicht van ziekenhuizen
ten aanzien van de door Achmea bedongen kortingen, in het bijzonder met
betrekking tot ziekenhuizen die besluiten het volume in te brengen van
andere verzekeraars dan Achmea (paragraaf 4.2.1, p. 18 leidraad)?
De creditnota aan inschrijvers kan desgewenst worden voorzien van
een accountantsverklaring.
Niet; Het is voor ziekenhuizen mogelijk ook het volume tbv andere
verzekerden dan Achmea in te brengen.
Zie antwoord vraag 19.
Ja.
Over de verdeling van de inkoopvoordelen zijn afspraken gemaakt
met de deelnemende zorgaanbieders.
Achmea wil en mag geen inzicht hebben in declaratiegegevens van
andere zorgverzekeraars. Om toch tot verrekening over te kunnen
gaan wordt hierbij een Trusted Third Party betrokken.
Zie het antwoord op vraag 58.
Of de inschrijving rechtsgeldig is, m.a.w. compleet.
Nee.
Nee.
De bieding van de inschrijver zal alleen bekend worden bij de direct
betrokken van Achmea en de notaris. Deze zijn alle gehouden aan
geheimhouding.
De deelnemende ziekenhuizen hebben geen geheimhoudingsplicht.
Ziekenhuizen kennen de hoogte van de korting niet, alleen de
rangorde zal worden gedeeld.
Pagina 10 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
99
Wat is het marktaandeel van de deelnemende ziekenhuizen aan de
inkoopkant van de regeling, op de Nederlandse markt voor de inkoop van
deze geneesmiddelen?
100
Welke maatregelen zijn genomen om te garanderen dat de kortingen die
zijn aangeboden aan Achmea niet bekend worden bij de andere
zorgverzekeraars, in het bijzonder met betrekking tot ziekenhuizen die
besluiten het volume in te brengen van andere verzekeraars dan Achmea?
Wat wordt bedoeld met de mededeling dat er nog steeds concurrentie is
tussen de diagnose behandel combinaties en add-on volumes tussen
zorgaanbieders (p. 9. leidraad)?
Hoe denkt u dat onder dit systeem de academische ziekenhuizen die zijn
toegetreden tot deze procedure, kunnen voldoen aan hun verplichtingen
die volgen uit het Nederlandse en Europese aanbestedingsrecht?
Klopt het dat Achmea een inschrijver alleen uitsluit indien deze niet voldoet
aan de eisen van het hebben van een handelsvergunning en/of dat het
geneesmiddel onderdeel uitmaakt van het verzekerde pakket (p. 19 en p. 13
leidraad)?
Beschouwt Achmea zichzelf als een aanbestedende dienst? Zo nee, waarom
niet?
In eerdere berichtgeving over deze inkoopopzet heeft Achmea ook
hemostatica genoemd als groep van gezamenlijk in te kopen
geneesmiddelen. Naar wij begrijpen heeft Achmea daar voor dit jaar van
afgezien. Wat zijn daar de redenen voor?
In het sjabloon “digitaal invulbestand 2015”, hetgeen als bijlage bij de
leidraad voor het indienen van een inschrijving “Inkoop Add-ongeneesmiddelen 2015” is gevoegd, zijn als deelnemende zorgaanbieders
enkele academische ziekenhuizen opgenomen De vraag hierbij is of voor de
academische ziekenhuizen als publiekrechtelijke instellingen de
aanbestedingsplicht van kracht is conform de Europese
aanbestedingsregels?
101
102
103
104
105
106
Dit is op voorhand niet exact te zeggen. Het is mogelijk voor een
inschrijver aan de hand van het rekenvolume (zie digitaal
invulbestand) te berekenen welk aandeel de gezamenlijke inkoop in
de totale afzet heeft.
Zie antwoord vraag 98.
Daarmee wordt bedoeld dat de concurrentie tussen zorgaanbieders
gelijk blijft omdat deze uitgaat van DOT-zorgproductprijzen en
volumes.
De aanbestedingswetgeving is niet van toepassing op onze
inkoopprocedure.
Nee, bij een ongeldige of onvolledige inschrijving zal ook uitsluiting
volgen.
Nee. Volgens de laatste jurisprudentie is een zorgverzekeraar niet
aanbestedingsplichtig.
Het inkoopbeleid op het gebied van hemostatica is nog in
ontwikkeling. Dit zal samen met zorgaanbieders worden
ontwikkeld.
Zie antwoord vraag 102.
Pagina 11 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
107
108
109
110
111
112
113
De leidraad voor deze inkoopprocedure heeft als uitgangspunt een centrale
inkoop op add-on geneesmiddelen Hierdoor wordt geen gelijk speelveld
gecreëerd voor geneesmiddelen die werkzaam zijn in hetzelfde
therapeutische gebied De vraag is hierbij dus of een betaaltitel ‘add-on’ het
juiste criterium is om bij een centrale inkoopprocedure geneesmiddelen te
hanteren?; Geneesmiddelen kunnen echter ook via een andere betaaltitel
(opname in DOT zorgproduct) worden gefinancierd waardoor per definitie
geneesmiddelen in hetzelfde indicatiecluster worden uitgesloten door enkel
de zogenaamde ‘add-ons” in de selectie mee te nemen
Zijn de relevante patiëntenverenigingen betrokken geweest bij de
totstandkoming van deze leidraad? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke
wijze?
Zijn de betrokken beroepsgroepen (voorschrijvers en apothekers)
voorafgaand op de hoogte gebracht van deze leidraad en hebben zij
gelegenheid gekregen om input te geven bij de totstandkoming van deze
leidraad? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?
In hoeverre is rekening gehouden met gelijke aanspraak op farmacotherapie
van verzekerden in de wetenschap dat deze aanspraak door een
gezamenlijke inkoop per verzorgingsgebied van gecontracteerd versus niet
gecontracteerde zorgaanbieder gaat verschillen (postcode)?
Hoe is toegang van de patiënt tot innovatieve nieuwe geneesmiddelen
gewaarborgd via deze centrale inkoopprocedure?
Hoe is de zeggenschap over 1/3 deel van financieel voordeel in het
innovatiefonds georganiseerd?
Gaat Achmea de door haar bepaalde rangorde (alsmede wijzigingen
daarvan), de deelnemende zorginstellingen waarbinnen deze rangorde
geldt, en de consequenties van deze rangorde voor de verzekerde openbaar
maken? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
De selectie voor de producten in het AOC zijn niet op basis van de
add-on status maar de hoge kosten per jaar gebaseerd.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 3.
Er is geen verschil in aanspraak van verzekerden bij deelnemendeof niet deelnemende ziekenhuizen.
Deze inkoopprocedure tast de toegang tot innovatieve nieuwe
geneesmiddelen niet aan.
De zeggenschap zal worden ingevuld in gezamenlijkheid met de
deelnemende zorgaanbieders.
Zie het antwoord op vraag 58.
Pagina 12 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
114
115
116
117
118
119
120
Op basis van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (Wmg, art 40) zijn
verzekeraars verplicht informatie voor verzekerden openbaar te maken ten
aanzien van de eigenschappen van de door hen aangeboden producten en
diensten Worden verzekerden van Achmea actief op de hoogte gebracht
van de door Achmea bepaalde rangorde (alsmede wijzigingen daarvan), van
de deelnemende zorginstellingen waarbinnen deze rangorde geldt, en de
consequenties van deze rangorde voor de verzekerde? Zo ja, op welke wijze
en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
De ‘Beleidsregel informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars en
volmachten 2013’ van de NZa gaat ervan uit dat voor een goede werking
van het zorgstelsel het van belang is dat zorgverzekeraars niet alleen goed
inkopen, maar daarover ook transparant zijn naar hun verzekerden.
Transparantie over (keuze-) informatie is voor de consument immers een
cruciale voorwaarde om keuzes te maken die het best aan zijn wensen
voldoen, aldus de Beleidsregel. Op welke wijze gaat Achmea hieraan
voldoen?
Is of wordt het Beleid Inkoop Add-ongeneesmiddelen 2015’ door Achmea
(alsmede wijzigingen daarvan zoals voorzien in de Leidraad) getoetst aan de
Zorgverzekeringswet en met name aan de impact op de toegankelijkheid
van verzekerde zorg?
Hoe verhoudt zich uw inkoopprocedure tot de uitspraak van de rechter
(Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2014, VGZ ea /Nutricia ea ) dat de
sturing van een zorgverzekeraar niet mag leiden tot een indirecte beperking
van de aanspraak?
In de definitie van het Add-oncluster (AOC) wordt verwezen naar
geneesmiddelen die bij eenzelfde indicatiegebied kunnen worden toegepast
Wat is de door Achmea gehanteerde definitie van het ‘indicatiegebied’?
Door producten off label aan te wijzen stimuleert Achmea off label gebruik
en schendt zij het patentrecht. Hoe gaat Achmea dit voorkomen?
Welke positie krijgen geneesmiddelen die wel voldoen aan uw criteria voor
‘onderling concurrerend’ maar die geen add-on status hebben?
Zie het antwoord op vraag 58.
Op onze website staan alle gecontracteerde zorgaanbieders voor
Medisch Specialistische Zorg. De verzekerden hebben vrije keuze
van zorgaanbieders.
Ja, het inkoopbeleid Add-ongeneesmiddelen is aan alle relevante
wet- en regelgeving getoetst.
Zie het antwoord op vraag 61.
In deze definitie betekent indicatiegebied hetzelfde als
'geregistreerde indicatie'.
Achmea zal geen producten off-label aanwijzen.
De huidige procedure voorziet niet in het opnemen van
geneesmiddelen zonder een add-onstatus.
Pagina 13 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
121
Wie is verantwoordelijk voor de indeling van de clusters?
122
123
Aan de hand van welke criteria worden deze clusters samengesteld?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers
en apothekers) betrokken bij de indeling van de clusters?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties zijn
betrokken bij de indeling van de clusters?
124
125
Op welke wijze is dit proces van clustering transparant voor betrokken
(belanghebbende) partijen?
126
U geeft aan dat geneesmiddelen als onderling concurrerend aangemerkt
indien zij 1 bij een zelfde indicatiegebied kunnen worden toegepast 2 via
een gelijke toedieningsweg worden toegediend en 3 in het algemeen voor
dezelfde leeftijdscategorie zijn bestemd Dit zijn exact dezelfde criteria die
worden gehanteerd voor clustering in het kader van het GVS (art 2 40 lid 1
Rzv) In art 2 40 lid 3 Rzv staat echter ook dat geneesmiddelen niet als
onderling vervangbaar kunnen worden aangemerkt (en dus ook niet
geclusterd kunnen worden), indien er 1 tussen die geneesmiddelen
verschillen in eigenschappen bestaan 2 deze verschillen in eigenschappen
zich voordoen of uit nader omschreven gegevens en bescheiden, blijkt dat
deze verschillen in eigenschappen, tezamen genomen, bepalend zijn voor
de keuze van het geneesmiddel door de arts kunnen voordoen bij de gehele
patiëntenpopulatie, bij welke de geneesmiddelen kunnen worden
toegepast, en 3 uit nader omschreven gegevens en bescheiden, blijkt dat
deze verschillen in eigenschappen, tezamen genomen, bepalend zijn voor
de keuze van het geneesmiddel door de arts Als deze gronden voor
uitzonderingen in het kader van GVS-clustering relevant worden geacht,
waarom heeft u deze niet overgenomen?
De clustering is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Achmea
en de deelnemende zorgaanbieders.
Zie leidraad paragraaf 1.3 (definities).
Het betrekken van de deelnemende zorgaanbieders is de
verantwoordelijkheid van Achmea.
Het betrekken van de patiëntenorganisaties is de
verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
zorgaanbieders.
Aangezien deze clustering een activiteit is van Achmea en de
deelnemende ziekenhuizen is dit per definitief transparant.
Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra de
clustering definitief en de inkoopprocedure gestart. Dit gebeurt
middels de Leidraad.
Wij hebben diverse bronnen gebruikt om tot onze definitief te
komen (richtlijnen, stand der wetenschap en praktijk) en vooral ook
de inbreng van deelnemende zorgaanbieders en artsen.
Pagina 14 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
127
128
129
Dit mede in verband met het feit dat een GVS-cluster een methode van
berekening van een limiet is, doch géén rangorde bepaalt, terwijl de door u
voorgestelde clustering veel verdergaande consequenties heeft, nl het
bepalen van een rangorde die men heeft te respecteren?
In het kader van het preferentiebeleid zijn waarborgen opgenomen in art
2.8 Besluit zorgverzekering (van elke werkzame stof is in ieder geval één
geneesmiddel in dat cluster opgenomen), om ervoor te zorgen dat geen
verschraling en inbreuk op/afbreuk van de professionele autonomie en
aanspraken kan optreden: elke verzekerde moet kunnen rekenen op een
geneesmiddelenpakket dat dezelfde therapeutische breedte dekt (zie Nota
van Toelichting, Staatsblad 2005, 389, blz 43) Hoe verhoudt zich dit
(principiële) uitgangspunt tot de clustering van geneesmiddelen met
verschillende werkzame stoffen?
In de definitie van Add-oncluster (AOC) is aangegeven dat “deelnemende
zorgaanbieders de mogelijkheid hebben een bepaald geneesmiddel uit of in
een cluster te zetten”: a: Onder welke voorwaarden hebben
zorgaanbieders deze mogelijkheid?
b: Wie bewaakt dat proces, de gehanteerde criteria/voorwaarden etc?
c: Krijgt Achmea daarbij nog een entamerende, sturende of bepalende
invloed of zeggenschap?
d: Krijgen patiënten(organisaties) daarbij nog invloed of zeggenschap?
Wat is de definitie van de benoemde clusters: TNF-alfaremmers (met of
zonder indicatiegebied, m.a.w. wel of niet met IL-17 antagonisten die in RA
richtlijn staan), ‘bepaalde’ hemostatica, referentieproducten en biosimilars?
Welke geneesmiddelen vallen daaronder?
Zie het antwoord op vraag 3.
Zie het antwoord op vraag 1 en vraag 2.
Zie het antwoord op vraag 21.
Zie het antwoord op vraag 21.
Zie het antwoord op vraag 21.
Nee.
Deze inkoopprocedure heeft betrekking op de AOC zoals beschreven
in het digitale invulbestand.
Pagina 15 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
130
131
132
Uw opzet gaat uit van clustering, waarbij de inkoopprocedure een rangorde
gaat geven die uitsluitend afhangt van de ‘meest economische bieding’ In
uw Brochure “Impact Collectieve Farma” (22 mei 2014) stelt u op p 8:
“zorgaanbieders leven de gemaakte afspraken na door vakbekwaam steeds
het meest doelmatige middel aan de patiënt voor te schrijven” Hoe
verhouden zich die rangorde en deze opgelegde verplichting (“steeds”) tot
de medische richtlijnen, de professionele autonomie en
verantwoordelijkheid van de voorschrijver en het recht van de patiënt om
het voor hem meest geschikte behandeling te krijgen?
De definitie van economisch meest voordelige inschrijving gaat uit van
“Hoogste percentage korting ten opzichte van het geldende NZamaximumtarief voor het add-on geneesmiddel”
a: Hoe gaat Achmea om met het gegeven dat het middel met de ‘hoogste
percentuele korting’ niet altijd de economisch meest voordelige inschrijving
zal zijn?
b: Hoe is in de beoordeling van de economisch meest voordelige
inschrijving de kwaliteit van de desbetreffende farmacotherapie
meegewogen? (zowel in distributie, toedieningsvorm, gebruiksgemak en
kwaliteit van leven van patiënt)
c: Hoe wordt bij de meest economische inschrijving rekening gehouden met
het economische verschil in totale behandel- of zorgkosten (bijv ziekenhuis
vs thuistoediening)?
d: Is bij de vaststelling van meest voordelige inschrijving ook rekening
gehouden met benodigde hoeveelheid en eventuele spillage?
e: Klopt het dat er in uw opzet wordt geconcurreerd op korting en niet op
prijs? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot de opstelling van zorgverzekeraars in
de extramurale markt, waar men juist is afgestapt van het systeem dat
keuzes worden gemaakt op basis van kortingen en bonussen?
Hoe zijn de afspraken met concurrerende zorgverzekeraars ingevuld bij
gunning over het totale volume van een deelnemende zorgaanbieders,
waarbij naast het volume van Achmea ook volume van andere
zorgverzekeraars is meegenomen?
In de afspraken met de zorgaanbieders is ruim voldoende voorzien
in de mogelijkheid om af te wijken van het voorkeursbeleid. Zie ook
de antwoorden op de vragen 1 en 2.
Volgens de gehanteerde definitief is de inschrijving met de hoogste
procentuele korting de economisch meest voordelige bieding.
Zie het antwoord op vraag 131a.
Zie het antwoord op vraag de131a..
Zie het antwoord vraag 131a.
Nee.
Dit is onderdeel van de afspraken tussen Achmea en de
deelnemende zorgaanbieders.
Pagina 16 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
133
134
135
136
137
138
139
140
In hoeverre wordt vrijheid van voorschrijven aan de verantwoordelijke
specialist gelaten bij patiënten die eerder een AOC geneesmiddel hebben
gebruikt ondanks het feit dat dit gebruik al minstens 6 maanden geleden is?
Achmea houdt in het kader van IDEA rekening met de ‘Handleiding
Substitutie van de KNMP’ Wordt bij de indeling van de clusters rekening
gehouden met deze Handleiding? Zo nee, waarom in dit geval niet? Zo ja, op
welke wijze?
In een brief van 15 mei 2014 heeft Minister van VWS aan de Tweede Kamer
onder meer gemeld: “Voorschrijven conform behandelrichtlijnen en
medische noodzaak gaat altijd voor financiële (budget) afspraken De
patiënt heeft aanspraak en recht op verantwoorde zorg overeenkomstig de
stand van de wetenschap en de praktijk, zoals onder andere vastgelegd in
behandelrichtlijnen ” En: “De problematiek dat voorschrijvers
belemmeringen in het voorschrijven ervaren en wellicht hierdoor om nietmedische redenen patiënten switchen vind ik zeer zorgwekkend (Tweede
Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 29 248, nr 269) Hoe verhoudt zich uw
opzet tot deze uitspraken?
Wat is de definitie van ‘onvoldoende respons’? Welke criteria zijn hiervoor
vastgesteld?
Wat is de definitie van ‘teveel bijwerkingen’?
Bij de bepaling van de volgorde staat het add-on geneesmiddel centraal die
het meest economisch voordelig is. In hoeverre wordt de stand van
wetenschap en praktijk en positionering in de medische richtlijnen van het
geneesmiddel hierin meegewogen?
Voorschrijvers hebben de verplichting om verantwoorde zorg te leveren.
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat zij dat in de voorgestelde opzet nog
kunnen doen?
Krijgen patiënten te maken met vertraging in de beschikbaarheid van
bepaalde geneesmiddelen die ‘lager’ in de rangorde staan? Zo ja, hoe
verhoudt zich dat dan tot de zorgplicht van Achmea?
Zie antwoord vraag 1 en 2 en 47.
Zie antwoord vraag 49. Er is geen sprake van substitutie. Daarnaast
lijkt de handleiding substitutie van de KNMP op dit moment
ontoereikend voor intramuraal gebruik.
In deze procedure zijn geen belemmeringen voor de voorschrijvers.
De arts heeft vrije keuze bij het voorschrijven van geneesmiddelen.
Dit is ter beoordeling van de voorschrijver.
Dit is ter beoordeling van de voorschrijver.
Voorschrijvers dienen te handelen conform de Stand der
Wetenschap en praktijk.
In onze opzet is nergens opgenomen dat artsen onverantwoorde
zorg moeten leveren. De deelnemende zorgaanbieders hebben
bewust gekozen voor deelname aan gezamenlijke inkoop in dit
collectief.
Nee, er is geen sprake van vertraging in de beschikbaarheid.
Pagina 17 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
151
Wat wordt bedoeld met een “selectie van concurrerende add-on
geneesmiddelen om tot een AOC te komen”?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers
en apothekers) bij deze selectie zijn betrokken?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze
selectie zijn betrokken?
Op welke wijze is dit proces van selectie transparant voor betrokken
(belanghebbende) partijen?
Wie maakt de voorselectie en welke criteria worden daarbij gehanteerd?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers
en apothekers) bij deze voorselectie zijn betrokken?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze
voorselectie zijn betrokken?
Op welke wijze is dit proces van voorselectie transparant voor betrokken
(belanghebbende) partijen?
In de inkoopprocedure wordt aangegeven dat het voorkeursbeleid van
Achmea kan worden gewijzigd gedurende de looptijd, bijvoorbeeld als
gevolg van een nieuwe introductie. Is door Achmea rekening gehouden met
het feit dat het tussentijds schrappen van een preferent product een
significante impact kan hebben op het voorraadbeheer van specialistische
geneesmiddelen en het creëren van niet-inzetbare overschotten tot
significante financiële schade kan leiden bij de verantwoordelijke
vergunninghouder(s)?
Wat houdt een nieuwe introductie van een geneesmiddel in voor de
bestaande rangorde? Wordt deze altijd als laatste in de rangorde geplaatst?
Welke mogelijkheid heeft een fabrikant om een nieuwe introductie alsnog
te laten mee doen in de procedure?
Een AOC wordt bepaald in onderling overleg en overeenstemming
tussen Achmea en de deelnemende zorgaanbieders.
Zie het antwoord op vraag 141.
Zie het antwoord op vraag 124.
De clustering is een activiteit van Achmea en de deelnemende
ziekenhuizen en daarmee per definitief transparant.
Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra
een AOC definitief is en de inkoopprocedure start. Dit gebeurt
middels de Leidraad.
Zie de antwoorden op de vragen 141-144.
Zie de antwoorden op de vragen 141-144.
Zie de antwoorden op de vragen 141-144.
Zie de antwoorden op de vragen 141-144.
Ja.
Bij een nieuwe introductie bestaat de mogelijkheid een nieuwe
inkoopprocedure te starten. Een nieuwe middel zal niet per definitie
als laatste aan de rangorde worden toegevoegd.
Het AOC voor de huidige procedure staat vast en kan niet wijzigen.
Pagina 18 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
152
153
154
155
156
157
158
Indien voorkeursbeleid wordt gewijzigd door een nieuwe inkoopprocedure
uit te voeren, wat zijn dan de uitgangspunten in de periode vanaf wijziging
tot vaststelling van gunning van voorkeursgeneesmiddelen?
In de uitgangspunten is opgenomen dat de financiële voordelen in gelijke
mate ten goede komen aan de deelnemende zorgaanbieders, Achmea en
gewenste innovaties. Hoe wordt deze korting in financieel voordeel
geeffectueerd als het verzekerden betreft van concurrerende
zorgverzekeraars?
In de uitgangspunten van de inkoopprocedure is opgenomen dat de
geboden kortingen ‘onder couvert’ zijn en daarmee niet zichtbaar voor
andere marktpartijen Hoe wordt deze vertrouwelijkheid van de korting
gewaarborgd op het moment dat de korting wordt uitbetaald?
In de leveringsvoorwaarden is aangegeven dat andere voorwaarden van de
inschrijver expliciet worden uitgesloten. Hoe gaat Achmea om met
bestaande overeenkomsten tussen zorgaanbieders en leveranciers met
aanvullende voorwaarden over levering, data-uitwisseling, kwaliteits-,
service-elementen, etc…?
In de voorbehouden is onder 2.3.4 opgenomen dat voor ‘sommige’ AOC’s
geen overeenkomst wordt gesloten. Welke criteria worden voor dit
voorbehoud gehanteerd?
Voorbehouden in deze inkoopprocedure
a. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers
en apothekers) bij deze wijziging(en) zijn betrokken?
b. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij
deze wijziging(en) zijn betrokken?
c. Op welke wijze is dit proces van wijziging transparant voor betrokken
(belanghebbende) partijen?
Tot het moment van vaststellen van de nieuwe rangorde blijft het
oude beleid van kracht.
zie antwoord op vraag 69 en vraag 70.
De afrekening van de korting met zorgaanbieders gebeurt op AOCniveau.
Achmea staat buiten (lopende) afspraken met zorgaanbieders voor
zover het geen onderhandse deals betreft (zie antwoord vraag 19).
Deze vraag is op dit moment niet opportuun gelet op het feit dat de
inkoopprocedure voorziet in de inkoop van slechts 1 (één) AOC.
Dit is de verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
zorgaanbieders.
Dit is de verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
zorgaanbieders.
Deze wijziging betreft een activiteit van Achmea en de deelnemende
ziekenhuizen en is daarmee per definitie transparant.
Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra
een wijziging definitief is.
Er kunnen redenen zijn voor een aanbieder een geneesmiddel om niet te in
te schrijven, of er kunnen redenen zijn dat Achmea een bepaalde aanbieder
uitsluit (bijv. vanwege onvolkomenheden of tegenstrijdigheden, zie blz. 12).
Pagina 19 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
159
160
161
162
a. Wat betekent dit voor de toegankelijkheid van dat specifieke
geneesmiddel?
b. Hoe wordt de aanspraak van patiënten gewaarborgd?
Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht, die (o.a.) inhoudt dat zij
geneesmiddelen die onderdeel uitmaken van het verzekerde pakket,
beschikbaar moeten maken voor patiënten die daarop zijn aangewezen.
Alleen extramuraal mag een zorgverzekeraar het pakket in die zin beperken,
dat per werkzame stof één variant wordt aangewezen (art. .2.8 Besluit
zorgverzekering). Achmea eist dat het geneesmiddel waarvoor een
inschrijving wordt gedaan “(…) 2) onderdeel uitmaakt van het verzekerde
pakket”. Intramuraal zijn er geen beperkingsmogelijkheden zoals genoemd
in art. 2.8 Besluit zorgverzekering. Tegelijkertijd gaat uw opzet uit van
uitsluiting, voorselectie, rangorde etc.. Hoe verhoudt zich dat tot het
wettelijk systeem van aanspraken en grenzen aan beperkingen die de
zorgverzekeraar daarop mag stellen (noch direct, noch indirect, zie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2014, VGZ e.a./Nutricia e.a.)?
In 3.5.2.F is aangegeven dat de kosten van distributie worden geacht te zijn
opgenomen in de geoffreerde prijs.
a. Hoe gaat Achmea om met aanvullende vergoeding voor kosten die de
doelmatige inzet en kwaliteit van zorg ten goede komen?
b. Hoe worden dergelijke waarde toevoegende kosten in de totale
vergoeding meegenomen?
Onder 4.2.1. te offreren kortingen wordt aangegeven dat de geboden
korting van toepassing is op alle add-on declaraties over het gerealiseerde
volume. Welke afstemming is gemaakt met concurrerende
zorgverzekeraars?
In de tweede alinea staat: “Als een product tijdens de realisatiefase wordt
geregistreerd en daarmee in een nieuwe indicatiegroep past, zal de
rangorde van de betreffende indicatiegroep worden aangepast met ingang
van de eerste van de maand volgend op het verkrijgen van de betreffende
registratie.”
a. Wat bedoelt u met “een nieuwe indicatiegroep“?
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Dit heeft geen effect op de toegankelijkheid.
Zie de antwoorden op vraag 2 en vraag 158a.
Zie het antwoord op vraag 61.
Deze vallen buiten de geoffreerde prijs.
Dergelijke kosten dienen direct tussen aanbieder en zorgaanbieder
te worden verrekend.
Er is geen afstemming met andere verzekeraars.
Een andere indicatie dan tot voor dat bewuste moment.
Pagina 20 van 54
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
163
b. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers
en apothekers) bij deze aanpassing(en) zijn betrokken?
c. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij
deze aanpassing(en) zijn betrokken?
d. Op welke wijze is dit proces van aanpassing van de rangorde transparant
voor betrokken (belanghebbende) partijen?
In de vierde alinea staat dat zorgaanbieders bij nieuwe gebruikers in
minimaal in 80% van de gevallen het voorkeursgeneesmiddel (zijnde het
geneesmiddel waarvoor het hoogste kortingspercentage is geboden)
moeten voorschrijven.
a. Wie heeft het percentage van 80% bepaald, op basis van welke criteria en
volgens welke procedure?
b. Geldt dit percentage voor alle clusters? Zo ja, waarop is dat gebaseerd?
c. Zijn bij de vaststelling van dit percentage de betrokken beroepsgroepen
(voorschrijvers/apothekers) en patiëntenorganisaties betrokken? Zo ja, op
welke wijze? Zo nee, waarom niet?
d. Op welke gronden acht Achmea het percentage van 80% verantwoord
voor al deze clusters?
e. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat – met dit opgelegde percentage voorschrijvers hun verplichting tot het bieden van kwalitatief verantwoorde
zorg kunnen nakomen? Zij zijn immers uit dien hoofde verplicht om voor
elke patiënt, met inachtneming van de individuele omstandigheden van het
geval, te handelen in overeenstemming met hun richtlijnen en de stand van
de wetenschap en praktijk?
f. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat Achmea haar zorgplicht op grond
van de Zorgverzekeringswet kan nakomen, die inhoudt dat zij ervoor dient
te zorgen dat de zorg die tot het verzekerde pakket behoort (want behoort
tot de stand van wetenschap en praktijk), ook daadwerkelijk beschikbaar is
voor de patiënt?
Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
ziekenhuizen.
Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
ziekenhuizen.
Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
ziekenhuizen.
Dit is vastgesteld door Achmea samen met de deelnemende
zorgaanbieders.
Ja, dit geldt voor alle clusters. Dit op basis van de gangbare praktijk.
Nee, het betreft een inschatting van Achmea en de deelnemende
zorgaanbieders, inclusief medisch specialisten.
Zie het antwoord op de vragen 163a en 163c.
Dat klopt. Door aan de ene kant ruimte in te bouwen (20%) om af te
kunnen wijken en aan de andere kant de medisch inhoudelijke
afwegingen van de individuele arts altijd te laten prevaleren boven
de 80%-doelstelling. Zie ook antwoord vraag 51 tot en met 57.
Gelet op het feit dat onze opzet op geen enkele manier de
aanspraak inperkt dan wel de zorgplicht is er geen reden dit op een
andere manier te waarborgen.
Pagina 21 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
164
165
166
167
168
169
In de laatste alinea op blz. 18 wordt gesproken over de situatie waarin een
patiënt “moet worden overgezet op een ander geneesmiddel binnen een
cluster (een “switcher”)”. Hoe verhoudt zich deze kennelijk onvermijdelijke
omzetting zich tot de uitspraken van de Minister van VWS in een brief van
15 mei 2014 aan de Tweede Kamer, waarin zij duidelijk heeft gesteld:
“Voorschrijven conform behandelrichtlijnen en medische noodzaak gaat
altijd voor financiële (budget) afspraken. De patiënt heeft aanspraak en
recht op verantwoorde zorg overeenkomstig de stand van de wetenschap
en de praktijk, zoals onder andere vastgelegd in behandelrichtlijnen.” en:
“De problematiek dat voorschrijvers belemmeringen in het voorschrijven
ervaren en wellicht hierdoor om niet-medische redenen patiënten switchen
vind ik zeer zorgwekkend.”. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 29
248, nr. 269)?
De leidraad stelt dat eventuele bezwaren voor de sluitingsdatum voor het
indienen van vragen kenbaar moeten worden gemaakt, bij gebreke waarvan
de inschrijver hierop geen rechtsgeldig beroep kan doen en zijn rechten
heeft verspeeld. Al onze vragen dienen als bezwaar te worden beschouwd.
Wat gaat Achmea doen wanneer er lopende het kalenderjaar biosimilars
voor een betreffend geneesmiddel op de Nederlandse markt komen? Wat
betekent dit concreet voor de gesloten contracten?
Kan Achmea meer specifiek aangeven wanneer zij gebruik maakt van het
voorbehoud (p. 10) om het voorkeursbeleid te wijzigen
Indien Achmea het voorkeursbeleid wijzigt o.b.v. wijzigingen in de markt,
kan een fabrikant dan haar aanbod terugtrekken of een nieuw
kortingspercentage indienen? Zo nee, waarom niet. Zo ja, onder welke
voorwaarden is dit mogelijk?
Worden bij het uitbrengen van de definitieve nota van inlichtingen tevens
alle definitief deelnemende ziekenhuizen bekend gemaakt en wordt er
aangegeven voor welk deel zij mee doen met ICF? Indien zij alleen voor het
Achmea deelnemen, geeft Achmea dan aan welk percentage het Achmea
deel is?
Zie antwoord vraag 135.
Dit betreft geen vraag.
Indien er een nieuw geneesmiddel op de markt komt dat in het AOC
past (op aangeven Achmea en de deelnemende ziekenhuizen) kan
er een nieuwe inkoopprocedure starten.
In het geval er een product met betere positie in de rangorde een
nieuwe registratie verkrijgt zal het voorkeursbeleid voor wat betreft
de bewuste indicatie wijzigen.
Het terugtrekken van de bieding is niet mogelijk. In het geval er een
nieuwe inkoopprocedure volgt en het betreffende product is
opgenomen in het AOC kan er een nieuwe bieding worden gedaan.
In het digitaal invulbestand van 3 oktober 2014 is opgenomen welke
zorgaanbieders deelnemen en of het 'Achmea volume' betreft of
het gehele volume van de zorgaanbieder. Indien het alleen Achmea
volume betreft kan niet worden aangegeven welk percentage dit is
van het totale volume omdat Achmea dat niet kent.
Pagina 22 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
170
171
172
173
174
Wanneer Achmea gaat inkopen voor deelnemende Academische centra
dient zij de Europese aanbestedingsregels inclusief de daarbij behorende
tijden te volgen. Is Achmea van mening dat de Europese
aanbestedingsregels bij ICF van toepassing zijn? Indien Achmea van mening
is dat de Europese aanbestedingsregels in deze situatie niet van toepassing
zijn, welke onderbouwing heeft Achmea hier dan voor?
Op pagina 8 staat: ‘deelnemende zorgaanbieders sluiten geen onderhandse
deals over de geneesmiddelen in de AOC’. Welke zaken, afspraken etc.
verstaat Achmea onder ‘onderhandse deals over de geneesmiddelen in de
AOC’, kunt u dit specifiek benoemen.
Gestanddoening: Wanneer achteraf blijkt dat er per 1 januari 2015 geen
geldende overeenkomstig is voor het leveren van geneesmiddelen aan de
deelnemende zorgaanbieders, bijvoorbeeld omdat er een juridische kwestie
heeft gespeeld,dan betekent dit dat de betrokken ziekenhuizen geen
korting hebben bedongen en zij feitelijk de lijstprijs verschuldigd zijn.
Garandeert Achmea dat zij deze aan de inschrijver betalen? Zo nee,
betekent dit dat Achmea dit risico volledig bij de deelnemende ziekenhuizen
legt?
Op pagina 13 schrijft Achmea over ‘irreële inschrijving”. Kunt u meer
specifiek beschrijven wat u onder irreële inschrijving verstaat?
Enkele zorgaanbieders nemen deel aan ICF onder specifieke voorwaarden.
Wij achten het noodzakelijk om over deze informatie te beschikken om een
bod uit te kunnen brengen rekening houdende met de gestelde
voorwaarden en maken bezwaar tegen het ontbreken van deze informatie
ten tijde van het publiceren van de leidraad. Legt u deze voorwaarden over
aan de genodigde inschrijvers bij de definitieve nota van inlichtingen? Zo
nee, wat is daarvoor uw argumentatie?
Zie het antwoord op vraag 102.
Zie het antwoord op vraag 19.
De situatie waarin de inkoopprocedure geen resultaat geeft is
onderwerp van gesprek tussen de deelnemende ziekenhuizen en
Achmea. Dit heeft geen betrekking op de inkoopprocedure.
Een bieding is irreëel indien deze tot doel heeft dan wel de
uitwerking heeft de inkoopprocedure te frustreren.
De eventuele voorwaarden zijn onderdeel van het contract Medisch
Specialistische Zorg en betreffen andere aspecten dan welke
relevant zijn voor de inkoopprocedure.
Pagina 23 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
175
176
177
178
179
Per indicatiegroep (Pag. 18) zal een specifieke rangorde worden vastgesteld.
Daarbij wordt uitgegaan van de geregistreerde indicatie(s) (peildatum 1
oktober 2015). Als een product tijdens de realisatiefase wordt geregistreerd
en daarmee in een nieuwe indicatiegroep past, zal de rangorde van de
betreffende indicatiegroep worden aangepast met ingang van de eerste van
de maand volgend op het verkrijgen van de betreffende registratie. Bent u
ook van mening dat hier ‘peildatum 1 oktober 2014’ dient te staan?
Betekent dit dat zonder dat voor de desbetreffende indicatie een bod is
uitgebracht, buiten de inschrijfprocedure een wijziging in rangorde wordt
aangebracht?
Bij gelijke bieding bepaalt loting de positie. (pag. 18). Stelt u hiermee dat bij
gelijke korting geen gelijke positie geboden wordt? Zo ja, kunt u het
juridisch kader beschrijven op grond waarvan u meent dat dit toegestaan is
in deze specifieke situatie?
Indien Achmea geen of geen rechtsgeldige inschrijvingen ontvangt, wordt
de AOC buiten de inkoopprocedure gehouden. Hoe verantwoordt Achmea
dit rechtsgeldig en hoe verhoudt dit zich met het recht op aanspraak van de
verzekerde?
Deelnemende zorgaanbieders hebben de mogelijkheid een bepaald
geneesmiddel uit of in een cluster te zetten. Kunt u toelichten wat hiermee
bedoeld wordt en welke consequenties deze maatregel heeft op geboden
kortingen en het gebruik/uitsluiten van het geneesmiddel binnen de
dynamische groep van patiënten? Kunt u uiterlijk in de nota van toelichting
aangeven welke zorgaanbieders van deze mogelijkheid gebruik hebben
gemaakt of dit overwegen en op welke wijze?
Op basis van welke verifieerbare Nederlandse marktgegevens gegevens
heeft Achmea de referentietarieven vastgesteld? Indien Achmea niet
Nederlandse marktgegevens heeft meegenomen in haar overwegingen/
besluitvorming hoe beargumenteerd zij de toepasbaarheid hiervan op de
Nederlandse markt?
Het is correct dat de peildatum 1 oktober 2014 moet zijn. Wij gaan
er van uit dat fabrikanten zelf op de hoogte zijn van eventuele
uitbreiding van de geregistreerde indicaties en dat er rekening mee
gehouden zal worden bij de bieding. Gelet op het feit dat er geen
bod uitgebracht kan worden per indicatie kan het tweede deel van
de vraag niet voor komen.
De loting zal voorafgaand aan het opnemen van de enveloppen
plaats vinden. Indien er twee gelijke biedingen zijn heeft het lot dus
vooraf bepaald welke positie de gelijke biedingen t.o.v. van elkaar
krijgen in de rangorde. Het juridisch kader is de Leidraad waarin
deze procedure is beschreven.
De situatie waarbij er geen- of geen rechtsgeldige biedingen worden
ontvangen is beschreven in de Leidraad en daarmee rechtsgeldig.
Dit heeft geen effect op de aanspraak van verzekerden.
Zie antwoord vraag 21.
Achmea heeft het referentietarief vastgesteld op basis van o.a.
declaratiedata, marktgegevens van zorgaanbieders en de effecten
historische marktontwikkelingen.
Pagina 24 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
180
181
182
183
184
185
186
In de modelovereenkomst (pag.27) wordt er gesproken over inkopende
zorgverzekeraar, Achmea en ‘opdrachtgever’. Wil Achmea aangeven welke
term er gebruikt gaat worden.
In de modelovereenkomst (pag.27/28) ontbreekt een bepaling die de
rangorde contractueel vastlegt. Gaat Achmea deze bepaling toevoegen en
zo ja, in welke bewoordingen, zo nee, waarom niet?
In de modelovereenkomst (pag.30; art 8 sub 2: 2) staat het volgende: De
daadwerkelijk door opdrachtnemer aan opdrachtgever verschuldigde
korting per geneesmiddel in een AOC behelst de in bijlage 4 per
geneesmiddel opgenomen korting. Indien het NZa maximumtarief
gedurende de looptijd wijzigen, dan zal bij neerwaartse bijstelling de nieuwe
prijs worden gehanteerd en bij opwaartse bijstelling het huidige tarief
worden behouden. Waarom wordt er bij opwaartse bijstelling deze niet
doorgevoerd door Achmea en blijft bij een neerwaartse bijstelling van het
NZa maximumtarief de overeengekomen korting gehandhaafd?
In de modelovereenkomst (pag.29; art4 sub 2). Verzoek aan Achmea tot
aanpassen in: ‘Alle in redelijkheid gemaakte kosten..”
In de modelovereenkomst (pag.30; art 9 sub 1). Verzoek aan Achmea tot
aanpassen in: Kosten en schade beperken tot directe kosten en schade.
In de modelovereenkomst (pag.32; art 12 sub 3).Verzoek aan Achmea tot
aanpassen in: Wederkerig maken, dient ook te gelden voor opdrachtgever
en zorgaanbieders.
In de modelovereenkomst (pag.32; art 14 ‘en haar globale inhoud’). Verzoek
aan Achmea tot verwijderen van deze zinsnede
Het betreft de inkopende verzekeraar (handelend onder de naam
Achmea) welke tevens opdrachtgever is.
Zie het antwoord op vraag 17.
Dit is gedaan om de belangen van onze verzekerden zo goed
mogelijk te behartigen.
Hiermee kan Achmea niet akkoord gaan.
Hiermee kan Achmea niet akkoord gaan.
Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste
modelovereenkomst.
Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste
modelovereenkomst.
Pagina 25 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
187
188
189
190
191
In de modelovereenkomst (pag.34; art 18: Indien zich tijdens de duur van
deze overeenkomst van overheidswege een voor Partijen ingrijpende
wijziging van de zorgverzekeringswet en/of bijbehorende besluiten en/of
regelingen voordoet waarmee (de inhoud van) deze overeenkomst strijdig is
of waardoor er ernstige onduidelijkheden ontstaan over de verplichtingen
van Partijen onder deze overeenkomst, kan Achmea deze overeenkomst per
datum van de overheidsmaatregel beëindigen. Verzoek aan Achmea tot
aanpassen in: Partijen dienen eerst met elkaar in overleg te treden om te
bezien of de overeenkomst gewijzigd kan worden, indien wetswijziging
zodanig is dat dit niet door een van beide partijen gevergd kan worden
komt beëindigen aan de orde.
Leidraad pag. 19: ‘Opdrachtnemer is niet gerechtigd zonder toestemming
van opdrachtgever de rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst
over te dragen aan een derde.…’ Verzoek aan Achmea tot aanpassen in:
Deze toestemming zal niet onredelijk worden onthouden.
‘Economisch meest voordelige inschrijving’. Achmea lijkt geen rekening te
houden met de huidige marktaandelen en de door Achmea gehanteerde
omschrijving hoeft dus ook niet het ‘Economisch meest voordelige
inschrijving’ te zijn. Waarom heeft Achmea marktaandelen niet
meegenomen in de bepaling van de ‘Economisch meest voordelige
inschrijving’?
‘Economisch meest voordelige inschrijving’. Er zijn verschillen in gemiddelde
doseringen per geneesmiddel per patient per jaar. Houdt Achmea hier
rekening mee bij het vaststellen van de volgorde van de ‘economisch meest
voordelige inschrijving’? Zo nee, waarom niet?
Kunnen er verschillende kortingen worden gegeven per indicatie en zo ja,
worden de kortingen dan ook alleen per indicatiegebied gebruikt? M.a.w.
gelden voor de andere indicaties de NZa maximum tarieven wanneer wij
daar niet op geboden hebben? Zo nee waarom niet?
Hier kan Achmea niet mee akkoord gaan.
Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste
modelovereenkomst.
Gelet op de huidige prijsstelling van de betreffende producten is het
marktaandeel irrelevant voor de prijsvorming. De definitie van
'economisch meest voordelige bieding' is opgenomen in de
Leidraad.
Nee. De bepaling van de rangorde is beschreven in de Leidraad.
Het is niet mogelijk een bieding per indicatie te doen. Er kan slecht 1
kortingspercentage geboden worden wat, zoals beschreven in de
Leidraad, van toepassing zal zijn op alle declaraties van het
betreffende middel.
Pagina 26 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
192
Achmea heeft een dynamische groep berekend van ± 35%, bestaande uit
nieuwe patiënten en switchers samen. Op welke wetenschappelijke
verifieerbare data zijn deze percentages gebaseerd en hoe verhouden deze
percentages zich per indicatiegebied: Reuma, MDL en Psoriasis patiënten.
193
Betreft pagina 5: Uw definitie Add-on cluster. Hierin wordt ondermeer
gesteld dat geneesmiddelen in een cluster zitten als ze bij een zelfde
indicatie gebied kunnen worden toegepast. Is Achmea van mening dat alle
door hen geselecteerde geneesmiddelen in de AOC toepasbaar zijn voor alle
indicaties? Zo ja, waar baseert Achmea dit op? Zo nee, waarom heeft
Achmea dan de betreffende middelen in eenzelfde cluster geplaatst? Kunt u
in uw beantwoording meenemen waarom Infliximab niet opgenomen is in
de AOC?
Wanneer (graag zo specifiek mogelijk definiëren) zal Achmea gebruik maken
van het voorbehoud op pagina 10, om voor sommige AOC’s geen
overeenkomst te sluiten
Achmea verplicht zorgaanbieders dat zij, bij nieuwe patiënten, in 80% het
meest voordeligste middel voorschrijven. Op basis van welke gepubliceerde
wetenschappelijke literatuur/onderzoek stelt Achmea dat 80 % van de
nieuwe patiënten op het preferente middel kan worden gezet en meent
Achmea dat dit percentage voor alle patiëntengroepen (reuma, MDL en
psoriasis) hetzelfde is? Zo ja, op welke verifieerbare gegevens baseert
Achmea dit? En hoe denkt Achmea deze percentages daadwerkelijk te
borgen zonder ongeoorloofd invloed uit te oefenen op het
voorschrijfgedrag van artsen?
194
195
De percentages zijn gebaseerd op de declaratiegegevens van
Achmea over de periode H2-2012 - H1-2013. Patiënten zijn hierbij
als "nieuw" aangemerkt als ze tenminste 180 dagen geen TNFi
hebben gebruikt. Patiënten die binnen een periode van 180 dagen
van stof zijn veranderd worden als "switcher" aangeduid.
Bij de analyse is geen onderscheid gemaakt naar de verschillende
indicatiegebieden. Het is dus een indicator die representatief is voor
de landelijke situatie.
Achmea is niet van mening dat alle geselecteerde geneesmiddelen
kunnen worden toegepast bij alle indicaties. Binnen de AOC zijn
echter wel geneesmiddelen met dezelfde indicaties die onderling
concurreren. Infliximab is niet opgenomen vanwege de
toedieningsvorm (IV).
Op dit moment is er slechts 1 AOC in procedure. Alleen in het geval
er geen- of geen rechtsgeldige inschrijving komt zal Achmea geen
overeenkomst sluiten.
Zie antwoord vraag 39. Achmea zal nimmer ongeoorloofde invloed
uitoefenen op het voorschrijfgedrag.
Pagina 27 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
196
197
198
199
200
201
202
Wordt in de AOCs een onderverdeling gemaakt o.b.v. indicatiegroepen per
geneesmiddelen omdat niet ieder geneesmiddel voor dezelfde indicaties
ingezet kan worden. Zo ja kunt u aangeven hoe de groepen specifiek zijn
gedefinieerd en op basis van welke verifieerbare data? Zo nee, waarom
niet?
Voor welk percentage van de TNF alfaremmers markt koopt Achmea in voor
2015?
Achmea heeft de rekenvolumes in bijlage 4, gebaseerd op eigen data en die
van Vektis. Daarnaast heeft Achmea inschattingen gemaakt voor zowel het
aantal nieuwe patiënten als switch patiënten. Welke berekeningen en
formules heeft Achmea voor deze berekeningen gebruikt? Is Achmea bereid
deze berekeningen te overleggen en hier een controle op te laten verrichten
door een onafhankelijke partij? Zijn in deze getallen alle door de
zorgaanbieders ingebrachte eventuele volumes meegenomen?
Het rekenvolume is een op feiten gebaseerde best mogelijke schatting
waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Wat gebeurt er als het
beoogd volume niet wordt gehaald? Is Achmea bereid een bandbreedte
overeen te komen met inschrijvende partijen en compensatie aan te bieden
wanneer men hier buiten komt?
NZa maximum tarieven voor 2015. Omdat deze tarieven nog niet definitief
zijn vastgesteld: Kan Achmea aangeven welke bron zij gebruikt voor de NZa
maximumtarieven? Is Achmea voornemens om de door de NZa te
publiceren definitieve maximumtarieven te gaan hanteren? Zo nee, waarom
niet?
We kunnen korting geven op het NZa-maximumtarief 2015 voor onze
producten. Kunnen we dit voor elke SKU verschillend aanpakken? Kunnen
we ook een % korting geven dat verschillend is voor 1ste, 2de of 3de keus?
Wie is/wordt er uitgenodigd om bij het openen van de enveloppen
aanwezig te zijn en welke informatie wordt daar bekend gemaakt?
Zie de antwoorden op de vragen 62,63,64,65,66,67 en 68.
Zie het antwoord op vraag 99.
Bij het verschijnen van de nota van inlichtingen zal de aangepaste
opgave van de deelnemende zorgaanbieders, het volume en of het
Achmea- of totaal volume betreft mede gepubliceerd worden in het
digitaal invulbestand van 3 oktober 2015. Achmea maakt hierbij
gebruik van de eigen declaratiedata, Vektis gegevens en de opgave
van de deelnemende zorgaanbieders.
Het kan voorkomen dat de volume ontwikkeling anders verloopt
dan op dit moment ingeschat kan worden. Er zijn diverse afspraken
van kracht waarbij er sterk gestuurd wordt op doelmatigheid en
gepast gebruik. Het aanbieden van een compensatie bij 'het niet
halen van het volume' is niet mogelijk.
De gebruikte bron is te vinden op een openbare pagina van de
NZa:http://www.nza.nl/regelgeving/tarieven/ziekenhuiszorg/tarieve
nDBCDOT/tarieven-prestaties-DBC-DOT/
Nee, er kan slechts 1 kortingspercentage worden aangeboden.
Geïnteresseerde belanghebbende kunnen aanwezig zijn bij het
openen van de enveloppen. Zie verder de antwoorden op de vragen
94, 95 en 96.
Pagina 28 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
203
204
205
206
207
208
209
Welke partijen zijn er (contractueel) aan gehouden om de informatie
vertrouwelijk te behandelen? Welke straf staat op het openbaar maken van
vertrouwelijke informatie waaronder de ingediende prijzen? Zijn er partijen
die niet tot vertrouwelijkheid gehouden zijn? Zo ja welke partijen zijn dit en
waarom?
Welke informatie vanuit de tender krijgen deelnemende zorgaanbieders?
Alleen volgorde en prijsverschil tussen de ingeschreven geneesmiddelen? En
welke overige informatie?
Welke maatregelen neemt Achmea om te voorkomen dat vertrouwelijke
informatie wordt openbaargemaakt door deelnemende zorgaanbieders of
anderen?
Kan Achmea garanderen dat kortingspercentages niet bekend worden bij
zorgaanbieders? Niet via een directe weg noch dat de zorgaanbieder
achteraf kortingspercentages zelf kan berekenen?
Is Achmea bereid om een Trusted Third Party (TTP) in het proces van
opstellen van kosten, het uitvoeringsproces verrekening van kortingen en
ter verificatie van data et cetera aan te stellen? Zo nee, waarom niet? Zo ja
wat zijn dan de procedures en afspraken die er met de TTP worden
gemaakt?
De kosten die de distributie van de inschrijver naar zorgaanbieder en/of
groothandel met zich meebrengt, worden geacht te zijn opgenomen in de
geoffreerde prijs? Bij andere tenders ontvangen inschrijvers een standaard
vergoeding voor distributie. Waarom is dit thans niet het geval?
Achmea zal periodiek een onderbouwde creditnota voor het afrekenen van
de korting aanleveren aan de inschrijver. Op welke databronnen zal dit
worden gebaseerd, welke periodes zullen worden gehanteerd en welke
mogelijkheden krijgt de inschrijver om deze gegevens te controleren?
De personen die kennis hebben over de inhoud van de
inschrijvingen zijn contractueel gehouden aan geheimhouding. Voor
het overige heeft iedereen zich te houden aan de relevante wet- en
regelgeving.
De deelnemende zorgaanbieders krijgen alleen informatie over de
rangorde.
Achmea maakt hierover afspraken met de deelnemende
zorgaanbieders. Geheimhouding is in het belang van alle betrokken
partijen.
Zie het antwoord op vraag 154.
Ja, Achmea is bereid hiervoor een TTP in te schakelen. Over de
procedures en de afspraken worden partijen die daadwerkelijk een
rechtsgeldige bieding hebben gedaan later geconsulteerd.
Er zijn uiteenlopende vormen van distributie die het werken met
een standaard vergoeding onmogelijk maken.
De gebruikte databronnen betreffen de declaratiegegevens van de
deelnemende ziekenhuizen. De gehanteerde periode zal worden
afgestemd met de inschrijvers, deelnemende ziekenhuizen en de
TTP. De controle mogelijkheden zijn onderwerp van de genoemde
consultatie in het antwoord op vraag 207.
Pagina 29 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
210
211
212
213
214
215
216
Hoe verlopen de financiële en logistieke stromen als het ziekenhuis heeft
besloten om Achmea centraal te laten inkopen voor haar gehele patiënten
populatie en hoe vindt dan rapportage plaats over het deel dat bestemd is
voor de niet Achmea patiënten populatie in het ziekenhuis? Hoe wordt er
inzicht gegeven in de niet Achmea gegevens?
Paragraaf 4.2.1 Te offreren kortingen. Hier wordt gesteld dat “De geboden
korting is van toepassing op alle add-on declaraties over het gerealiseerde
volume van de deelnemende zorgaanbieders. De afrekening van de korting
vindt plaats op basis van declaraties in het schadejaar 2015”. Hoe gaat
Achmea inschrijvers inzicht bieden in de juistheid van deze gegevens?
Graag uw toelichting op het punt 3.5.2. ad. C (pagina 15): Orders
aanpassen/weigeren: wat bedoelt Achmea hier mee?
Met betrekking tot punt 3.5.2. ad. D, (pagina 15). Inschrijvers hebben geen
controle over de voorraad (beschikbaarheid NL markt) wanneer deze
distributiecentra van de inschrijver heeft verlaten. Gaat Achmea daarom
voorraadbeheer ten gunste van deelnemende zorgaanbieders regelen met
groothandels in Nederland?
In de modelovereenkomst (pag.28) staat; Opdrachtnemer levert conform de
in artikel 2 genoemde overeenkomstdocumenten aan opdrachtgever de aan
hem op basis van de inkoopprocedure gegunde AOC geneesmiddelen
binnen 3 werkdagen na een order van een groothandel en/of
zorgaanbieder. Wat is locatie waar afgeleverd dient te worden, hoe regelt
Achmea de opslag, het transport en draagt Achmea zelf zorg voor de
distributie?
Stel dat een deelnemende zorgaanbieder 25% of een hoger percentage van
nieuwe patiënten op een ander dan het door Achmea vastgestelde meest
doelmatigste middel dient te zetten, wat doet Achmea in dit geval en hoe
staat Achmea hier ten opzichte van het recht op aanspraak van de
verzekerde?
Is deze onderbouwing voor alle indicaties en alle middelen van toepassing?
Aan de logistieke en financiële stromen verandert niets. De
rapportage zal ook voor dit deel van het volume worden gebaseerd
op de declaratiegegevens welke verwerkt worden door de TTP.
Zie het antwoord vraag 207.
Deze bepaling is onderdeel van de leveringszekerheid.
Nee, Achmea gaat hierover geen bijzondere afspraken maken met
groothandels.
Nee, Achmea zal niet betrokken zijn bij het orderproces, de
distributie, de opslag of het transport. De strekking van het
betreffende artikel is het in stand houden van de huidige praktijk
maar daarbij wel een garantie vragen op tijdige verwerking van
orders in het kader van de leveringsbetrouwbaarheid.
Zie het antwoord op vraag 163.
Ja.
Pagina 30 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
217
218
219
220
221
222
223
224
225
Welke afspraken heeft Achmea gemaakt met de deelnemende
zorgaanbieders m.b.t. afdoende registratie van gebruikte merken,
batchnummers, eventuele bijwerkingen en effectiviteitmeting van gebruikte
geneesmiddelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke?
Is Achmea, gezien het feit dat zij ‘switchen’ bij TNFi’s in haar leidraad en in
haar inkoopbeleid bespreekt met zorgaanbieders, van mening dat zij
verantwoording draagt op het gebied van het verloop van switchen?
Hoe gaat Achmea het proces van switch monitoren en bewaken en welke
garanties gaat Achmea afgeven dat er niet om andere, dan medische
redenen, geswitcht gaat worden?
Welke penalty’s heeft Achmea opgenomen indien zorgorganisaties toch
switchen om NIET medische redenen en hoe gaat Achmea om met de
informatie verstrekking hierover?
Het IC farma model stuurt op Prijs en Volume. Worden inschrijvende
partijen ook betrokken bij kwaliteit en innovatie? Zo ja, hoe?
Hoe ziet Achmea de rol van de niet inschrijvende partijen en nietdeelnemende ziekenhuizen op het terrein van kwaliteit en innovatie gezien
het feit dat Achmea bij hen ook verantwoordelijkheid draagt?
Welke maatregelen heeft Achmea getroffen om onderbehandeling te
signaleren en aan te pakken?
Hoe worden inschrijvende partijen betrokken bij de punten kwaliteit en
innovatie? En de rol van de niet inschrijvende partijen en niet-deelnemende
ziekenhuizen?
Op welke gronden mogen zorgaanbieders besluiten om geneesmiddelen uit
te sluiten?
Nee, hierover zijn geen bijzondere afspraken gemaakt aangezien dit
niet relevant is voor de gezamenlijke inkoop of de inkoopprocedure.
Nee. De voorschrijver is de eindverantwoordelijke voor het bepalen
van het geneesmiddel wat een patiënt dient te gebruiken.
Achmea en de deelnemende zorgaanbieders zullen relevante
gegevens monitoren en indien nodig met elkaar bespreken. Zie
verder antwoord vraag 218.
Er zijn geen penalty's afgesproken. Zie ook antwoord vraag 218 en
vraag 219.
Het kan zijn dat inschrijvende partijen betrokken worden bij het
invullen van de innovatieagenda welke leidend zal zijn voor het
besteden van de innovatiegelden. Dit is afhankelijk van de
onderwerpen die Achmea samen met deelnemende zorgaanbieders
agendeert.
Achmea acht deze vraag niet relevant voor deze inkoopprocedure.
Deze vraag is te onduidelijk gesteld om te kunnen beantwoorden.
Zie het antwoord op vraag 221 en 222.
Deze vraag is te onduidelijk gesteld om adequaat te kunnen
beantwoorden.
Pagina 31 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
226
227
228
229
230
231
De rangorde (pag.18) is bepalend bij de keuze van het geneesmiddel bij
nieuwe gebruikers. De zorgaanbieders dienen bij nieuwe gebruikers een
compliance op het voorkeursgeneesmiddel te behalen van minimaal 80
procent. Kunt u aangeven op welke verifieerbare gegevens u dit percentage
baseert? Tevens zijn wij van mening dat door het niet op voorhand
onderbouwen van deze informatie de leidraad en de procedure als zodanig
niet juist is uitgevoerd. Wat is de reactie van Achmea op dit standpunt?
Het strikt opleggen van 80 procent compliance om het voorkeursmiddel
voor te schrijven kan in strijd zijn met de vrijheid van een arts om altijd het
juiste middel voor te schrijven bij nieuwe patiënten. Zal Achmea bij
voorkomende gevallen de 80 procent regel handhaven? Zo, ja wat zijn dan
de maatregelen waar de voorschrijver mee te maken krijgt?
AOC omschrijving: Zoals ook blijkt uit format 4, worden subcutaan en
intraveneus van elkaar onderscheiden en wordt vervolgens in deze
inkoopprocedure intraveneus buiten beschouwing gelaten. Wat is de reden
voor dit onderscheid en het vervolgens buiten beschouwing laten van iv?
Ontstaat daarmee niet een ongelijk speelveld tussen deze twee groepen,
aannemende dat ze bij nieuwe patienten medisch uitwisselbaar zijn?
AOC omschrijving: wat betekent de zinsnede dat deelnemende
zorgaanbieders de mogelijkheid hebben “een bepaald geneesmiddel uit of
in een cluster te zetten”? Dit maakt het te verwachten volume voor
inschrijvers nog onzekerder dan het toch al is. Wordt voorafgaand aan de
inschrijving dit kenbaar gemaakt aan de inschrijvers?
Hier staat dat Achmea in voorkomende gevallen een nieuwe
inkoopprocedure kan uitvoeren. Wat betekent dat voor de op dat moment
(op basis van de eerdere inkoopprocedure) bestaande afspraken met
leveranciers? Zie ook de omschrijving van het begrip “realisatiefase” op
pag. 6: fase van 1/1/2015 t/m 31/12/2015 waarin het voorkeursbeleid geldt
voor de deelnemende zorgaanbieder.
kortingen “onder couvert”: wie komen dit te weten?
Zie antwoorden op de vragen 38-53. Achmea is van mening van de
Leidraad en de procedure juist zijn uitgevoerd.
Zie de antwoorden op de vragen 38-53.
Het buiten de procedure houden van IV is gedaan op aangeven van
(potentieel) deelnemende zorgaanbieders. Of er een ongelijk
speelveld ontstaat is afhankelijk van het beleid ten aanzien van de
uitgesloten producten. Dit beleid maakt geen onderdeel uit van
deze inkoopprocedure.
Zie de antwoorden op de vragen 21 tot en met 30.
Zie het antwoord op vraag 3.
De hoogte van de biedingen zullen bekend zijn bij Achmea team
intramurale farmacie (inkopers + manager), de notaris en bij de TTP.
Pagina 32 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
232
wat wordt hier bedoeld met “onderhandse deals” en hoe controleert
Achmea hier op?
233
Kan Achmea ziekenhuizen die ook t.a.v. de inkoop voor niet Achmea
verzekerden meedoen aan de Gezamenlijke Inkoop juridisch binden aan de
compliance afspraken voor de niet-Achmea verzekerden en zo ja wat zijn
bij niet naleving dan de sanctiemogelijkheden?
Wat wordt er precies bekend gemaakt aan de aanwezigen bij de
bijeenkomst bij de notaris op 20 oktober 2014?
Voorbehouden. Hoe kan het zijn dat Achmea tussentijds (dus bijvoorbeeld
ook nadat de inschrijvers hun bieding hebben gedaan) het voorkeursbeleid
mag wijzigen? Dit recht wordt hier ongeclausuleerd en zonder plicht tot
schadevergoeding geclaimd. Dat maakt de positie van de inschrijvers wel
zeer onzeker.
234
235
236
237
Hier wordt gesproken over de voorwaarden t.a.v. houdbaarheid en daarbij
wordt verwezen naar de modelovereenkomst in Hoofdstuk 8 van de
Leidraad. Daarin staat echter geen artikel t.a.v. houdbaarheid. Wat zijn de
eisen c.q. Voorwaarden t.a.v. de houdbaarheid?
uitsluitingsgronden. Het is begrijpelijk dat Achmea zich ervan wil
vergewissen dat zij met betrouwbare leveranciers te maken heeft. Van
grote bedrijven kan echter niet worden verlangd in de volle breedte van het
bedrijf te voldoen aan álle genoemde punten onder 3.4. Dat geldt vooral bij
het 4e en 6e punt. Waar het hier ons in ziens in deze procedure om gaat, is
dat de inschrijver/leverancier op de voor deze inkoop relevante gebieden
geen juridische kwesties heeft en/of kwesties met de Inspectie. Kan Achmea
deze passage daarop toespitsen?
Zie antwoord vraag 19. Achmea zal hier niet actief op controleren of
op voorhand sancties instellen. Beleid op dit punt zal worden
gemaakt samen met de deelnemende zorgaanbieders.
Ja, de 80%-doelstelling betreft het gehele volume dat ingebracht is
door de deelnemende zorgaanbieder. Zie verder de antwoorden op
de vragen 40,45,52,53 en 54.
Zie antwoord vragen 94, 95 en 96.
De rangorde staat vast en kan niet wijzigen. De uitwerking binnen
een indicatiegroep kan wel wijzigen in het geval dat een product een
nieuwe geregistreerde indicatie verkrijgt. Bv product op positie 1 in
de rangorde maar zonder registratie voor indicatie Y heeft initieel
niet de voorkeur voor indicatie Y. Zodra dit product de registratie Y
krijgt zal het voorkeursproduct zijn voor indicatie Y. Immers had het
product in de rangorde de beste positie.
De te leveren producten dienen dezelfde houdbaarheidstermijn te
hebben als de producten geleverd in de afgelopen 12 maanden.
Dit zijn voor een inkoopprocedure gangbare vereisten en Achmea
handhaaft deze vereisten onverkort.
Pagina 33 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
238
239
240
241
242
243
244
245
246
247
248
leveringszekerheid: als een ziekenhuis aan wie wij leveren niet aan zijn
(betaal-) verplichtingen voldoet, hebben wij geen leveringsplicht. Dit geldt
ook voor “ICF ziekenhuizen”. Hoe houdt Achmea hiermee rekening? Let wel:
Het ICF model vergt nog steeds wel dat er ook een leveringscontract is
tussen farmaceutisch bedrijf en ziekenhuis.
Aan welke eisen en voorwaarden dient een onderaannemer te voldoen?
De afrekening gaat over declaraties “in het schadejaar 2015”: wat wordt
daarmee bedoeld? Gaat het niet om de declaraties van verleende zorg in
het jaar 2015? En tot hoe lang kan dit declaratieproces in de tijd doorlopen?
Wat is de periodiciteit van de afrekening?
wat is de reden om bij daling van het NZa maximumtarief voor een add on
de nieuwe prijs te hanteren als grondslag en bij stijging het huidige tarief te
behouden? Is dat niet een erg eenzijdige benadering?
hoe zien de indicatiegroepen er uit? Dit wordt ook niet duidelijk uit Format
4. Hiermee samenhangend: uit eerdere informatie van Achmea kregen wij
de indruk dat er onderscheid zou worden gemaakt tussen drie
indicatiegroepen: indicaties mdl, indicaties dermatologie, indicaties reuma.
Is dat niet meer aan de orde? Het lijkt er nu op dat alle indicaties bijeen
worden genomen in één groep.
er wordt gesproken over peildatum 1 oktober 2015. Moet dit niet zijn 2014?
wat is de sanctie voor een ziekenhuis als de geheimhoudingsplicht t.a.v. de
afrekening wordt geschonden?
bij gelijke bieding volgt loting. Is dat redelijk bij een procedure waar het om
een zo groot (financieel) belang gaat?
Over welk volume wordt de compliance bepaald: betreft dit alle patienten
die gebruik maken van TNF middelen of alleen de patienten die subcutane
middelen gebruiken?
Wat gebeurt er indien een zorgaanbieder niet aan de 80% compliance eis
voldoet (sancties?) en wordt dit voor ons (per ziekenhuis) inzichtelijk?
Welke compensatie ontvangt de inschrijver die daardoor volume mist?
Er zal inderdaad een leveringscontract moeten zijn tussen de
zorgaanbieder en een groothandel / fabrikant. Achmea voorziet niet
op voorhand in de situatie waarin een ziekenhuis niet aan haar
betaalverplichtingen kan voldoen. Mocht deze situatie zich
voordoen zal Achmea in overleg treden met betrokken partijen.
Aan dezelfde eisen en voorwaarden als de hoofdaannemer.
Het betreft in 2015 aan de patiënt afgeleverde geneesmiddelen. Het
declaratieproces kan tot medio 2016 lopen.
Zie het antwoord op vraag 209.
Zie het antwoord op vraag 182.
Zie het antwoord op de vragen 193 en 196.
Zie het antwoord op vraag 17.
Zie het antwoord op vraag 205.
Achmea acht dit objectief, transparant en daarmee ook redelijk.
De compliance zal worden gemeten over het totale volume binnen
het AOC. Hierbij zal gekeken worden naar het percentage nieuwe
gebruikers op een voorkeursmiddel versus het totaal aantal nieuwe
gebruikers.
Zie het antwoord vraag 21.
Pagina 34 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
249
250
251
252
253
254
255
256
Waarop is het percentage van 80% compliance gebaseerd.?
hier wordt gesproken over “switcher”. Kan Achmea bevestigen dat switchen
louter kan op medische gronden? Wij adviseren het begrip “switcher” toe te
voegen aan de definitielijst onder 1.3.
Is het juridisch vol te houden dat in geval van beëindiging op grond van een
rechterlijke uitspraak er in geen enkel geval sprake kan zijn van vergoeding
van kosten of schade bij de contractant (= inschrijver/leverancier)?
declaraties via “derde partij”: hoe zorgt Achmea er voor dat dit een
zorgvuldige en juiste procedure is?
Achmea resp. een derde partij enerzijds en leveranciers anderzijds hebben
belang bij een creditnota waarover geen discussie ontstaat (bijvoorbeeld
over volumes, over welke zorgverzekeraar het betreft, over datum van
zorglevering, over Nederlands vs buitenlands specialité etc.) en waar beide
partijen vertrouwen in hebben. Hoe gaat Achmea daar voor zorgen? Zou
Achmea willen overwegen hier gebruik te maken van de inzet van een
trusted third party die onafhankelijk toeziet op de juistheid van de gegevens
die ten grondslag liggen aan de creditnota? (denk aan accountant)
Aan de inkoopprocedure nemen ook academische ziekenhuizen deel. Zoals
bekend, worden academische ziekenhuizen beschouwd als
publiekrechtelijke organen waarop Europese Aanbesteding van toepassing
is. Is dat dat nu voor deze ICF procedure ook niet het geval?
Kan Achmea bevestigen dat de in format 4 genoemde deelnemende
ziekenhuizen onvoorwaardelijk akkoord zijn met de voorwaarden van ICF
zoals in de eerdere ICF brochure vermeld? Kernpunt daarin: compliance op
het voorkeursmiddel van minimaal 80%. Zie ook het gestelde op pag. 8 en
18.
in format 4 worden aantallen patienten genoemd. Zijn dit cijfers op
jaarbasis? Is het mogelijk deze aantallen te specificeren naar indicatie?
Zie het antwoord op vraag 21.
Zie het antwoord op vraag 21.
Ja, dit acht Achmea redelijk. Het is ook transparant en daarmee is
dit een helder standpunt.
Zie het antwoord vraag 21.
Nee.
Zie het antwoord op vraag 102.
Ja, Achmea kan bevestigen dat alle zorgaanbieders
onvoorwaardelijk akkoord zijn met de gestelde voorwaarden aan
deelname aan de gezamenlijke inkoop.
Zie het antwoord op vraag 79. Achmea zal deze cijfers niet
specificeren per indicatie.
Pagina 35 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
257
258
Onlangs is door de rechter bevestigd dat een zorgverzekeraar een
aanbestedingsplichtige publiekrechtelijke instelling is. Daarnaast blijkt uit
de Leidraad en de bijlagen daarbij dat Achmea de onderhavige
inkoopprocedure mede uitvoert in opdracht van en namens academische
ziekenhuizen.
Vraag: Kan Achmea bevestigen dat de Aanbestedingswet 2012 van
toepassing is op onderhavige inkoopprocedure? Zo Ja, is Achmea bereid de
bepalingen in de Leidraad en de Modelovereenkomst aan te passen
overeenkomstig de vereisten van de Aanbestedingswet 2012? Indien
Achmea van mening is dat de Aanbestedingswet 2012 niet van toepassing is
op de onderhavige inkoopprocedure, kan Achmea toelichten waarom zij
meent dat dit niet het geval is?
De inkoopprocedure heeft onder meer betrekking op Add-oncluster (AOC)
TNF-Alfaremmers. Uit format 4 bij de Modelovereenkomst maken wij op
dat de inkoopprocedure meer specifiek betrekking heeft op de
geneesmiddelen adalimumab (Humira), certolizumab pegol (Cimzia),
etanercept (Enbrel), golimumab (Simponi) en ustekinumab (Stelara). Deze
geneesmiddelen zijn blijkens hun handelsvergunning geregistreerd voor
verschillende indicaties. Dat betekent dat sommige geneesmiddelen voor
meer of andere indicaties zijn geregistreerd dan andere geneesmiddelen
binnen het AOC. De door de NZa vastgestelde add-ons zijn gekoppeld aan
de indicaties waarvoor de betreffende geneesmiddelen zijn geregistreerd.
Blijkens paragraaf 4.3. van de Leidraad wordt per indicatiegroep een
specifieke rangorde vastgesteld waarbij wordt uitgegaan van de
geregistreerde indicatie(s) per peildatum 1 oktober 2015 (bedoeld is
waarschijnlijk 1 oktober 2014).
Vragen:
a. Betekent het bovenstaande dat per indicatie waarvoor het
geneesmiddel is geregistreerd een korting dient te worden aangeboden en
dat Achmea voor iedere geregistreerde indicatie afzonderlijk een rangorde
zal vaststellen? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea
nader toelichten hoe de indicatiegroepen zijn samengesteld?
Zie het antwoord op vraag 102.
Er kan geen korting worden geboden per indicatie maar slechts 1
(één) kortingspercentage. De rangorde zal worden toegepast per
indicatie voor zover de producten de betreffende registratie
hebben. Zie ook het antwoord op vraag 13.
Pagina 36 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
259
Toelichting: Binnen een hoofdindicatie zijn er verschillende geregistreerde
indicaties. Zo kunnen als voorbeelden van geregistreerde indicaties binnen
de hoofdindicatie reumatoïde artritis worden genoemd: behandeling van
ernstige, actieve en progressieve reumatoïde artritis bij patiënten die niet
eerder behandeld zijn met methotrexaat en behandeling als monotherapie
van patiënten met reumatoïde artritis die intolerant zijn voor methotrexaat.
b. De aanname is dat er een adviesraad betrokken is geweest bij de
samenstelling van de add-onclusters. Kan Achmea bevestigen dat dit het
geval is en, zo ja, kan Achmea toelichten wie er zitting hebben in deze
adviesraad? Indien er geen adviesraad betrokken is geweest bij de
samenstelling van de add-onclusters, op welke wijze zijn de medisch
specialisten van de deelnemende zorgaanbieders betrokken geweest bij de
samenstelling van het AOC en de samenstelling van de indicatiegroepen en
hoe zijn patiëntenorganisaties hierbij betrokken geweest?
c.
Kan Achmea bevestigen dat de opname van geneesmiddelen in
indicatiegroepen geschiedt aan de hand van de geregistreerde indicatie?
Indien het antwoord op deze vraag “nee” luidt, kan Achmea dit nader
toelichten?
Op grond van een inschatting gebaseerd op de Achmea-populatie komt
Achmea tot een dynamische populatie in de periode H2-2012 – H1-2013
van ongeveer 25% (1636 van het totaal 4617). Bovendien stelt Achmea dat
de deelnemende zorgaanbieders bij nieuwe patiënten een compliance op
het voorkeursmiddel dienen te behalen van 80%: dat wil zeggen dat bij
minimaal 80% van de nieuwe gebruikers wordt gestart met het
voorkeursmiddel. Achmea zorgt voor informatievoorziening en monitoring
over compliance en stimuleert zorgaanbieders om het percentage van 80%
compliance te behalen. In geval van “switchers” hebben de deelnemende
zorgaanbieders een verplichting om bij keuze van het geneesmiddel de
rangorde aan te houden voor zover dit medisch inhoudelijk
verantwoordelijk is.
Er is geen adviesraad betrokken geweest bij het vaststellen van het
AOC. Zie verder de antwoorden op vraag 5,6,14 en 15.
Ja.
Vragen:
Pagina 37 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
a. Zijn de cijfers van Achmea over de omvang en samenstelling van de
dynamische populatie geverifieerd door de desbetreffende specialisten van
de deelnemende zorgaanbieders en komen deze overeen met algemeen
bekende gegevens en behandelrichtlijnen?
b. Kan Achmea nader toelichten waarop zij het compliance percentage
van minimaal 80% baseert? Daarbij wordt Achmea verzocht het volgende in
aanmerking te nemen:
i.
In de NVR richtlijn voor axiale SpA staat dat de verschillende TNF
blokkers een ander effect kunnen bezitten op extra-axiale manifestaties. De
richtlijn stelt dat dit bij de keuze in de praktijk relevant kan zijn. Extra axiale
manifestaties komen bij meer dan 20% van de axiale SpA patiënten voor.
Hoe verhoudt dit zich tot het compliance percentage van minimaal 80%?
ii. De keuze voor een biological is een zorgvuldige afweging tussen arts en
patiënt. Zo staat in de NVDV richtlijn psoriasis 2012 dat de
behandelingskeuze die een arts in samenspraak met de patiënt maakt,
multifactorieel is bepaald. De belangrijkste overwegingen betreffen de
unieke situatie van de patiënt (preferentie, comorbiditeit, therapeutische
voorgeschiedenis, leefstijlfactoren, geslacht e.d.), de karakteristieken van de
mogelijke behandelingen (effectiviteit, veiligheid, toedieningswijze, kosten,
e.d.) en de ervaring van de behandelend arts.). Hoe verhoudt deze richtlijn
zich tot het compliance percentage van 80%?
iii. Zijn er door Achmea of door de deelnemende zorgaanbieders
objectieve criteria vastgesteld op basis waarvan deelnemende
zorgaanbieders de keuze mogen maken voor een ander AOC geneesmiddel
dan het voorkeursgeneesmiddel? Zo nee, is Achmea bereid om een lijst met
objectieve criteria te ontwikkelen (lijst met uitzonderingen) op basis
waarvan afgeweken mag worden van het voorkeursbeleid en die voor de
sluiting van de inschrijving bekend te maken aan inschrijvers en
zorgaanbieders?
Nee, deze cijfers zijn gebaseerd op Achmea declaratiedata. Zie ook
antwoord op vraag 192.
Zie het antwoord op de vragen 38, 39, 45, 46 en 47.
Deze richtlijn past in de gemaakte afspraken met de deelnemende
ziekenhuizen.
Deze richtlijn past in de gemaakte afspraken met de deelnemende
ziekenhuizen.
Dit is niet nodig en zelfs onwenselijk. Dit is ter beoordeling van de
medisch specialist.
Pagina 38 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
c.
De Leidraad vermeldt in paragraaf 1.3 dat een nieuwe gebruiker een
patiënt is die niet eerder een AOC geneesmiddel heeft gebruikt of een
patiënt is die moet switchen naar een ander AOC geneesmiddel als gevolg
van onvoldoende respons en/of teveel bijwerkingen bij gebruik van een
eerder AOC geneesmiddel of een patiënt is die eerder een AOC
geneesmiddel heeft gebruikt maar waarbij bij gebruik volgens voorschrift de
laatste toediening tenminste 6 maanden geleden is.
i.
Waarop is de termijn van 6 maanden na de laatste toediening bij
patiënten die eerder een AOC geneesmiddel hebben gebruikt gebaseerd?
ii. Bij behandeling van patiënten met reumatoïde artritis wordt gekeken
of patiënten kunnen stoppen met het gebruik van hun biological nadat zij
enige tijd in remissie zijn. Wanneer de patiënt een opleving van de ziekte
krijgt na bijvoorbeeld 7 maanden dan is deze patiënt volgens de definitie in
paragraaf 1.3 van de leidraad een nieuwe gebruiker. Kan Achmea
bevestigen dat deze patiënten niet als nieuwe gebruiker worden
aangemerkt en worden teruggezet op het initiële biological?
d. Geldt het compliance percentage van minimaal 80% per indicatiegroep
of heeft het compliance percentage van minimaal 80% betrekking op het
gehele OAC?
e. Op welke wijze kan dit compliance percentage worden gegarandeerd
en/of en op welke wijze is dit percentage vastgelegd in de overeenkomst
tussen Achmea en de deelnemende zorgaanbieders? In dit verband wordt
Achmea gevraagd tevens toe te lichten of aan non-compliance met het
percentage van minimaal 80% sancties of andere maatregelen zijn
verbonden en op welke wijze Achmea zorgaanbieders “stimuleert” om zich
aan de afgesproken compliance percentages te houden?
f.
Hoe verhouden de hiervoor bedoelde afspraken met de
zorgaanbieders zich tot het verbod voor zorgverzekeraars om op welke
wijze dan ook het voorschrijfgedrag van de arts te beïnvloeden?
Door verschillende zorgaanbieders wordt een termijn van 3
maanden aangehouden. Achmea heeft er voor gekozen hier 6
maanden van te maken.
Nee. Dit is ter beoordeling van de medisch specialist.
Dit heeft betrekking op het gehele AOC.
Zie het antwoord op vraag 52.
In deze procedure zijn geen belemmeringen voor de voorschrijvers.
De arts heeft vrije keuze bij het voorschrijven van geneesmiddelen.
Achmea geeft wel invulling aan haar regisseursrol op het gebied van
doelmatig voorschrijven.
Pagina 39 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
260
261
Paragraaf 4.1. van de Leidraad vermeldt dat inschrijvers in hun bieding
dienen aan te geven dat de inschrijver de Modelovereenkomst, zoals
opgenomen in hoofdstuk 8 van de Leidraad onvoorwaardelijk accepteert
en akkoord gaat met de daarin gestelde eisen en contractvoorwaarden.
Uit de Leidraad en de Modelovereenkomst en de daarbij behorende
bijlagen lijkt te volgen dat inschrijvers slechts één enkel
kortingspercentage kunnen opgeven.
Vraag: Aangezien het te verwachten volume afhankelijk is van de
uiteindelijke plaats in de rangorde per indicatiegroep, is Achmea bereid de
inkoopprocedure zodanig in te richten dat inschrijvers verschillende
kortingspercentages kunnen aanbieden voor de verschillende
indicatiegroepen en of afhankelijk van de plaats in de rangorde die
uiteindelijk zal worden verkregen?
Format 4 bij de Modelovereenkomst bevat een lijst van deelnemende
zorgaanbieders en een lijst van de volumes per AOC geneesmiddel.
Vragen:
a. Kan Achmea bevestigen dat deze lijst en het ingebrachte volume
gedurende de looptijd van de overeenkomst niet wordt gewijzigd?
i. Het is bekend dat Achmea na publicatie van de
Leidraad via twitter heeft gecommuniceerd dat de inschrijvingsperiode voor
deelnemende zorgaanbieders is heropend en verlengd tot 1 oktober 2014.
Kan Achmea bevestigen dat op 3 oktober 2014 een definitieve lijst van
deelnemende zorgaanbieders en het door hen ingebrachte volume bekend
zal worden gemaakt en dat, indien deze afwijkt van de lijst van
deelnemende zorgaanbieders die bij de Leidraad is gevoegd, de
inschrijftermijn wordt verlengd tot 24 oktober 2014 om 17.00 uur zodat
inschrijvers hun berekeningen en afwegingen kunnen aanpassen aan het
gewijzigde volume?
Nee, het is niet mogelijk een bieding te doen die afhankelijk is van
de plaats in de rangorde.
Zie het antwoord op vraag 198.
Zie het antwoord op vraag 198. Achmea zal de inschrijftermijn niet
aanpassen.
Pagina 40 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
262
ii. Kan Achmea, ongeacht het antwoord op de
voorgaande vraag, bevestigen dat na het tijdstip van publicatie van de
definitieve nota van inlichtingen c.q. na het beantwoorden van de laatste
vraag aan inschrijvende partijen een periode van ten minste twee weken
wordt geboden tot de sluitingsdatum voor het indienen van de offerte?
b. Achmea heeft de volumes bestaande patiënten, nieuwe gebruikers,
switch en dynamische populatie per geneesmiddel weergegeven en niet per
deelnemende zorgaanbieders en per indicatie. Is Achmea bereid ten
behoeve van de inschrijvers inzicht te verschaffen in het totale volume van
de betreffende geneesmiddelen per zorgaanbieder en/of per indicatiegroep
en/of per indicatiegroep per zorgaanbieder omdat de inschrijvers betere
berekeningen en scherpere aanbiedingen kunnen doen wanneer deze
gegevens bekend zijn?
c.
Is er bij het berekenen van de volumes per deelnemende
zorgaanbieder uitgegaan van een groei in het volume voor 2015 en, zo ja,
welk groeipercentage is gehanteerd?
d. Hoe is het totale volume per zorgaanbieder bepaald? Is bij het bepalen
van het volume per deelnemende zorgaanbieder, het Achmea volume
omgerekend naar een totaal volume en, zo ja, waarop is dit gebaseerd?
Add-onclusters worden gedefinieerd als een groep van addongeneesmiddelen met onderlinge concurrentie. Geneesmiddelen worden
als onderling concurrerend aangemerkt indien zij bij een zelfde
indicatiegebied kunnen worden toegepast, via een gelijke toedieningsweg
worden toegediend, en/of in het algemeen voor dezelfde
leeftijdscategorie zijn bestemd.
Vragen:
De publicatie van de nota van inlichtingen is op 3 oktober en de
sluitingsdatum voor het indienen van een bieding op 17 oktober.
Nee, Achmea zal dit inzicht niet verschaffen.
Nee, hierin is geen groei opgenomen.
Deze gegevens komen uit Vektis Zorgprisma.
Pagina 41 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
a. Voor etanercept geldt dat het geneesmiddel zowel als injectiepoeder
als injectievloeistof in de handel is en dat daarvoor verschillende addondeclaratiecodes gelden: 193349 injectiepoeder en 193350
injectievloeistof. Betekent dit dat de desbetreffende leverancier twee
verschillende aanbiedingen kan c.q. moet doen: een aanbieding voor
etanercept injectiepoeder en een aanbieding voor etanercept
injectievloeistof?
b. Hoewel sprake is van dezelfde toedieningsweg wordt de
injectievloeistof geprefereerd door artsen en patiënten hetgeen blijkt uit de
omzetcijfers die voor de injectievloeistof vele malen hoger zijn dan voor het
injectiepoeder.
i.
In het belang van de patiënt is het in het algemeen
onwenselijk dat een injectiepoeder variant als voorkeursgeneesmiddel
wordt aangewezen. Een patiënt wordt geacht om etanercept poeder zelf te
reconstitueren. Dit vergt vele extra handelingen (die fysiek onmogelijk
kunnen zijn voor bijvoorbeeld een patiënt met reumatoïde artritis) terwijl
een voorgevulde spuit of een injectiepen direct klaar zijn voor gebruik. Is
Achmea bereid de inkoopprocedure zodanig in te richten dat alleen
geneesmiddelen met de toedieningsvorm injectievloeistof worden
opgenomen in het AOC?
ii.
Kan Achmea de weergegeven volumes voor
etanercept splitsen in etanercept injectiepoeder en etranercept
injectievloeistof? Wat zijn de volumes voor etanercept injectiepoeder en
etanercept injectievloeistof per zorgaanbieder en of per indicatiegroep?
De betreffende fabrikant kan per product een bieding doen.
Nee, Achmea is niet bereid te procedure op deze manier aan te
passen.
Nee, Achmea zal dit inzicht niet verschaffen.
Pagina 42 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
263
c.
Ingevolge de definitie van “onderling concurrerend” worden
geneesmiddelen die via een andere toedieningsweg, bijvoorbeeld via een
infuus (bijvoorbeeld infliximab), worden toegediend niet als concurrerend
aangemerkt met de TNF alfaremmers die subcutaan worden toegediend.
Gelet op het feit dat deze middelen in de praktijk en op grond van de
medische richtlijnen wel onderling met elkaar concurreren, kan Achmea
toelichten waarom het gerechtvaardigd is om in het inkoopbeleid
verschillende AOCs te hanteren voor TNF-alfaremmers die via een
verschillende toedieningsweg worden toegediend en de TNF-alfaremmers
die via een andere toedieningsweg worden toegediend van de onderhavige
inkoopprocedure uit te sluiten?
d. Gelet op vraag c, kan Achmea toelichten of zij voornemens is
gedurende de looptijd van de op grond van de onderhavige
inkoopprocedure te sluiten overeenkomsten een vergelijkbare
inkoopprocedure te starten voor een AOC met TNF-alfaremmers met een
andere toedieningsweg, bijvoorbeeld infuusmiddelen, en wat daarvan de
gevolgen zijn voor de volumes en compliance percentages die Achmea nu
aan inschrijvers in het vooruitzicht stelt?
De leidraad vermeldt in paragraaf 1.3 als voorbeeld van een add-oncluster
(AOC) het AOC TNF-alfaremmers. De naam van het AOC impliceert dat het
cluster alleen TNF-alfaremmers bevat. In format 4 van het digitaal
invulbestand is het AOC TNF-alfaremmers weergegeven. Hieruit blijkt dat
ook het geneesmiddel ustekinemab onderdeel uitmaakt van het AOC TNFalfaremmers. Ustekinumab is echter geen TNF-alfaremmer maar een IL
12/23 remmer.
Vraag:
a. Kan Achmea toelichten wat bedoeld wordt met het AOC “TNFalfaremmers”? Hiermee wordt blijkbaar niet “TNF-alfaremmers” bedoeld
gezien de inclusie van ustekinemab (een IL12/IL23 remmer).
Dit is voortgekomen uit de voorselectie voor het AOC.
Het voeren van een nieuwe inkoopprocedure zal worden afgestemd
met de deelnemende zorgaanbieders en valt niet uit te sluiten.
Indien blijkt dat er massaal uitgeweken kan worden naar een
alternatief product wat op dit moment buiten de AOC valt, kan ook
besloten worden de huidige procedure te herhalen met een
aangepast AOC.
"TNF-alfaremmers" betreft de titel van het AOC.
Pagina 43 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
264
265
b. Kan Achmea bevestigen dat het AOC alle TNF-alfaremmers, dan wel
alle biologicals voor auto-immuunziekten bevat die voldoen aan de criteria:
zelfde indicatiegebied, gelijke toedieningsweg en/of in het algemeen voor
dezelfde leeftijdscategorie bestemd?
Een aantal TNF-alfaremmers/biologicals voor auto-immuunziekten zijn
opgenomen in het AOC. Anderen zijn niet opgenomen in het AOC. Een
aantal TNF-alfaremmers/biologicals die niet zijn opgenomen in het AOC
komen conform de NVR richtlijn wel als eerste keuze in aanmerking voor
patiënten die in aanmerking komen voor een TNF-alfaremmer/biological.
De behandelend arts heeft bij een nieuwe patiënt dus de keuze om te
starten met een AOC geneesmiddel of een geneesmiddel dat niet in het
AOC is opgenomen.
Vraag: Kan Achmea toelichten hoe het compliance percentage van minimaal
80% wordt berekend? Wordt het compliance percentage berekend door te
kijken naar alle nieuwe patiënten die zijn gestart met een AOC
geneesmiddel en wordt vervolgens het percentage dat is gestart met het
voorkeursmiddel bepaald? Of wordt het compliance percentage berekend
door te kijken naar alle nieuwe patiënten die in aanmerking komen voor
een TNF-alfaremmer/biological voor auto-immuunziekten en wordt
vervolgens berekend welk percentage met het voorkeursmiddel is gestart?
Indien het compliance percentage berekend wordt door uitsluitend de
geneesmiddelen in het AOC te beschouwen, hoe wordt voorkomen dat er in
de deelnemende ziekenhuizen geen verschuiving plaatsvindt ten gunste van
de TNF-alfaremmers/biologicals die niet het AOC zijn opgenomen? De
financiële voordelen van de inkoopprocedure zijn immers onzeker. Hoe
garandeert Achmea dat er een gelijk speelveld is voor TNFalfaremmers/biologicals die als eerste keuze in aanmerking komen voor
nieuwe patiënten en die wel of niet zijn opgenomen in het AOC TNFalfaremmers?
De Leidraad vermeldt in paragraaf 4 een termijn van gestanddoening tot 1
februari 2015. Anderzijds wordt vermeld dat de contractperiode en
realisatiefase reeds per 1 januari 2015 starten.
Het AOC bevat alle middelen zoals vermeld in het digitaal
invulbestand (format 4).
Zie antwoord op vraag 247. Verder hebben wij met deze procedure
de plaats van add-on TNFi's niet beïnvloed. Alleen bij het toepassen
van een add-on TNFi zal doelmatigheid een meer prominente rol
kunnen spelen bij de afwegingen van de arts.
Pagina 44 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
Vraag: Hoe verhouden deze verschillende termijnen zich tot elkaar?
266
267
268
Achmea maakt in de Leidraad een voorbehoud ten aanzien van
inschrijvingen die “irreëel” zijn.
Vraag: Wat wordt daarmee bedoeld?
De Leidraad vermeldt in paragraaf 4.1 dat de rangorde van
geneesmiddelen in een AOC wordt bepaald aan de hand van de
economisch meest voordelige inschrijving. Dit impliceert dat aanbiedingen
worden beoordeeld op de verhouding tussen prijs en kwaliteit. Anderzijds
blijkt uit paragraaf 4.3 van de Leidraad dat de rangorde uitsluitend wordt
bepaald aan de hand van het criterium “hoogste korting”.
Vragen:
a. Wordt de rangorde bepaald aan de hand van – uitsluitend – de korting
(in dat geval is het gunningscriterium “hoogste korting”) of spelen er ook
kwaliteit gerelateerde overwegingen een rol bij het vaststellen van de
rangorde (in het laatste geval is sprake van het gunningscriterium
“economisch meest voordelige inschrijving”)? Of wordt de rangorde
bepaald aan de hand van – uitsluitend - de prijs (in dat geval is het
gunningscriterium “laagste prijs”)?
b. Binnen de indicatie dermatologie moet met bepaalde middelen bij
zware patiënten dubbel gedoseerd worden. Kan Achmea toelichten waarom
er niet gekozen is voor het gunningscriterium “kosten per responder”?
Blijkens de Modelovereenkomst wordt de overeenkomst gesloten tussen
inkopende zorgverzekeraars handelend onder de naam Achmea Divisie
Zorg & Gezondheid als opdrachtgever en de betreffende
geneesmiddelenfabrikanten als opdrachtnemer en levert de
opdrachtnemer de desbetreffende geneesmiddelen aan opdrachtgever die
de geneesmiddelen inkoopt bij opdrachtnemer. De aanname is dat
Achmea de geneesmiddelen vervolgens doorverkoopt en levert aan de
deelnemende zorgaanbieders.
Indien gebruik moet worden gemaakt van de gestanddoening van
de bieding tot na 1-1-2015 kan de realisatiefase niet starten op 1-12015.
Zie het antwoord op vraag 173.
Het gunningscriterium is economisch meest voordelig en dit
criterium is opgenomen in de definities in de Leidraad.
Omdat er is gekozen voor het criterium economisch meest
voordelig.
Pagina 45 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
269
Vraag: Kan Achmea bevestigen of bovenstaande aanname juist is en, zo ja,
dat zij beschikt over alle benodigde vergunningen en goedkeuringen,
waaronder een groothandelsvergunning als bedoeld in artikel 18 van de
Geneesmiddelenwet, voor het inkopen, verkopen en leveren van
geneesmiddelen? Indien het antwoord op bovenstaande vraag “nee” luidt,
kan Achmea verduidelijken hoe de verhouding tussen opdrachtgever,
opdrachtnemer en zorgaanbieder is?
1. De geoffreerde korting dient achteraf via een creditnota aan Achmea
te worden betaald. Deelnemende zorgaanbieders kunnen deelnemen voor
wat betreft het Achmea volume of het totale volume.
Vragen:
a. Hoe komt de achteraf terugbetaalde korting ten goede aan
respectievelijk (i) de deelnemende zorgaanbieders, (ii) het innovatiefonds
dan wel andere projecten, (iii) Achmea verzekerden en Achmea zelf, en in
het bijzonder (iv) aan andere zorgverzekeraars en hun verzekerden in het
geval deelnemende zorgaanbieders het totale volume hebben ingebracht?
b. Gelet op vraag a, hoe is de governance geregeld?
c.
Indien een zorgaanbieder alleen het Achmea volume inbrengt, kan de
zorgaanbieder voor andere verzekerden buiten het Achmea volume nog
steeds zelf AOC geneesmiddelen inkopen bij de leverancier?
d. Aangenomen wordt dat de voorwaarden die zorgaanbieder en
leverancier voor het AOC geneesmiddel overeenkomen niet exact gelijk zijn
aan de voorwaarden die Achmea en inschrijver overeenkomen.
i.
Hoe kan Achmea garanderen dat deelnemende
zorgaanbieders de geneesmiddelen ten behoeve van het Achmea volume
inkopen via Achmea en overeenkomstig de tussen Achmea en de
leveranciers gesloten overeenkomst? Hoe voorkomt Achmea in dit verband
dat deelnemende zorgaanbieders die het Achmea volume hebben
ingebracht niet zelf het totale volume inkopen bij de leverancier?
Achmea heeft artikel 3 lid 1 van de modelovereenkomst aangepast,
in die zin, dat de woorden: "aan opdrachtgever" zijn gewijzigd in
'aan deelnemende zorgaanbieders'.
Zie het antwoord op vraag 91.
De governance zal met de deelnemende zorgaanbieders ingevuld
worden.
Ja.
Inschrijvers weten welke zorgaanbieders er mee doen en voor welk
volume.
Pagina 46 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
270
271
ii.
Hoe kan Achmea aan de leverancier inzicht
verschaffen dat de add-on declaraties waarover hij achteraf de korting
terugbetaalt uitsluitend betrekking hebben op het Achmea volume dat door
de deelnemende zorgaanbieder is ingebracht?
Paragraaf 1.3 van de Leidraad, onder de definitie van Add-oncluster (AOC),
vermeldt dat deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid hebben om
een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten.
Vragen:
a. Hoe verhoudt deze bepaling zich tot de volumes die zijn weergegeven
in format 4 bij de Modelovereenkomst?
b. Kan Achmea bevestigen dat zorgaanbieders alleen tijdens de fase
voorafgaand aan de inschrijving de mogelijkheid hebben om een bepaald
geneesmiddel uit of in een cluster te zetten?
c.
Op basis van welke criteria kunnen deelnemende zorgaanbieders een
bepaald geneesmiddel uit of in een cluster zetten?
d. Kan Achmea bevestigen dat geen van de deelnemende zorgaanbieders
van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt? Indien het antwoord op deze
vraag “nee” is, kan Achmea toelichten welke zorgaanbieder van deze
mogelijkheid gebruik heeft gemaakt en welk geneesmiddel en eventueel
welke indicatiegroep(en) het betreft?
Dit is onderdeel van de controle door de TTP (zie ook antwoord
207).
De opgegeven volumes in het digitaal invulbestand gaan uit van het
AOC zoals tevens opgenomen in het digitaal invulbestand.
Dat klopt.
Op basis van medisch inhoudelijke gronden.
Bij de totstandkoming van het AOC is bijvoorbeeld de intraveneuze
toedieningsvorm buiten het cluster geplaatst. Dit gaat in onderling
overleg en overeenstemming en is van toepassing voor alle
deelnemende zorgaanbieders. Het uitsluiten van een product uit
een indicatiegroep kan alleen indien het product opgenomen wordt
in een nieuwe indicatiegroep.
Paragraaf 1.4 van de leidraad vermeldt dat het voorkeursbeleid van
Achmea gedurende de looptijd kan worden gewijzigd als de
marktomstandigheden voor een AOC significant wijzigen, bijvoorbeeld als
gevolg van een nieuwe introductie, patentverloop of wijzigingen in
richtlijnen van de beroepsgroep. In voorkomende gevallen kan Achmea
een nieuwe inkoopprocedure uitvoeren. De betreffende
vergunninghouders zullen, indien van toepassing, hierover worden
geïnformeerd. De aanname is dat Achmea met “gedurende de looptijd”
bedoelt “gedurende de realisatiefase” en niet “gedurende de looptijd van
de inkoopprocedure”.
Vragen:
Pagina 47 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
272
273
a. Kan Achmea bevestigen of bovenstaande aanname juist is?
b. Indien het antwoord op bovenstaande vraag ja is, kan Achmea
toelichten of de lopende overeenkomst in dat geval beëindigd wordt en op
welke bepaling in deze overeenkomst de beëindiging gebaseerd is?
c.
Wordt inschrijvers de mogelijkheid geboden om hun aanbieding te
wijzigen indien het voorkeursbeleid van Achmea gedurende de looptijd
wordt gewijzigd?
De Leidraad vermeldt in paragraaf 1.5 dat zorgaanbieders kunnen kiezen
voor deelname aan gezamenlijke inkoop of het zelf blijven inkopen van
geneesmiddelen in een AOC.
Vragen:
a. Kan Achmea bevestigen dat de voorwaarden voor alle deelnemende
zorgaanbieders zoals die door hen worden overeengekomen met Achmea
ten aanzien van de inkoopprocedure dezelfde zijn?
b. Indien het antwoord op bovenstaande vraag “nee” is, kan Achmea
bevestigen dat verschillen in voorwaarden die relevant zijn voor inschrijving
kenbaar worden gemaakt aan inschrijvers?
Paragraaf 1.5 van de Leidraad vermeldt dat financiële voordelen in gelijke
mate ten goede komen aan de deelnemende zorgaanbieders, Achmea en
gewenste innovaties. Het is voor inschrijvende leveranciers van belang te
weten voor welke doelen de gegeven kortingen worden aangewend.
Vragen:
a. Kan Achmea bevestigen dat de andere zorgverzekeraars geïnformeerd
zijn over het feit dat de financiële voordelen die gebaseerd zijn op add-on
declaraties voor andere verzekerden voor 1/3 deel ten goede komen aan
Achmea?
b. Deelnemende zorgaanbieders kunnen het Achmea volume of het
totale volume inbrengen. Hoe ziet de verdeelsleutel er uit op basis waarvan
bepaald wordt hoe de financiële voordelen over de deelnemende
zorgaanbieders verdeeld worden?
Ja, deze aanname is correct.
Ja, zie hiervoor de aangepaste modelovereenkomst.
Nee, het wijzigen van de bieding is niet mogelijk.
Ja, de voorwaarden ten aanzien van inkoopprocedure zijn voor alle
deelnemende zorgaanbieders hetzelfde.
Niet van toepassing.
Dit is een zaak van de deelnemende zorgaanbieders en de andere
verzekeraars.
De hoogte van het deel dat toekomt aan de zorgaanbieders is
afhankelijk van het ingebrachte volume.
Pagina 48 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
c.
274
275
Wat wordt verstaan onder “gewenste innovaties”?
d. Wie bepaalt of een innovatie een “gewenste innovatie” is?
e. Worden de financiële voordelen die ten goede komen aan “gewenste
innovaties” in gelijke delen verdeeld over alle deelnemende
zorgaanbieders?
f.
Dient er een minimale besparing gerealiseerd te worden wil Achmea
de inkoopprocedure doorzetten?
De leidraad vermeld in artikel 1.5 dat de Deelnemende Zorgaanbieders
geen onderhandse deals maken over de geneesmiddelen in het AOC.
Vragen:
a. Wat wordt verstaan onder een onderhandse deal?
b. Kan Achmea bevestigen dat de deelnemende zorgaanbieders voor wat
betreft het ingebrachte volume geen onderhandse deal mogen maken over
de AOC geneesmiddelen met zowel inschrijvers als niet-inschrijvers?
c.
Kan Achmea bevestigen dat deelnemende zorgaanbieders, die alleen
deelnemen voor het Achmea volume, voor het resterende volume vrij zijn
om afspraken te maken met leveranciers?
De Leidraad vermeldt in paragraaf 2.2.2 dat de notaris de enveloppen een
voor een zal openen tijdens een bijeenkomst die voor inschrijvers
toegankelijk is. De aanname is dat de notaris tijdens deze bijeenkomst de
biedingen van de inschrijvers bekend zal maken.
Vraag: Kan Achmea bevestigen dat de geboden kortingen onder couvert zijn
en dat deze vertrouwelijk worden behandeld in die zin dat zij niet aan
anderen dan aan Achmea c.q. de notaris bekend worden? Welke gegevens
zullen tijdens bovenbedoelde bijeenkomst aan de aanwezige inschrijvers
bekend worden gemaakt? Worden deze gegevens op een later tijdstip ook
bekend gemaakt aan niet aanwezigen? Zijn alleen de inschrijvers en Achmea
uitgenodigd bij deze bijeenkomst aanwezig te zijn of zijn ook andere
partijen uitgenodigd?
Innovaties die door zowel Achmea als de deelnemende
zorgaanbieders worden beschouwt als gewenst. Hierbij zal een
dergelijk innovatie altijd moeten bijdragen aan een betere kwaliteit
van zorg voor onze verzekerden.
Zie antwoord op vraag 281c.
Dit is niet per definitief het geval maar afhankelijk van de aard en
omvang en plaats van uitvoering/invoering van de betreffende
innovatie.
Welke afwegingen een rol spelen bij het wel- of niet doorzetten van
de inkoopprocedure is aan Achmea.
Zie het antwoord op vraag 19.
Ja, dit is correct.
Ja, dit is correct.
De geboden kortingen zullen ook bekend gemaakt worden aan de
TTP. De te delen informatie zal ook bekend gemaakt worden aan
niet aanwezigen. Zie ook antwoord op vraag 94. Alleen potentiele
inschrijvers en Achmea zijn hiervoor uitgenodigd.
Pagina 49 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
276
277
278
De Leidraad vermeldt in paragraaf 2.2.3 dat inschrijvingen die na 17
oktober 2014 17.00 uur worden aangeleverd, zonder meer worden
uitgesloten van de procedure.
Vraag: Wat zijn de consequenties indien een leverancier niet inschrijft of
indien zijn inschrijving wordt uitgesloten van de procedure? Welke plaats
krijgt een AOC geneesmiddel waarvoor geen geldige inschrijving wordt
gedaan in het formularium van de zorgaanbieder?
Publicatie van de antwoorden op de vragen overeenkomstig paragraaf 2.4
van de Leidraad.
Vraag: Kan Achmea bevestigen dat alle gestelde vragen, geanonimiseerd,
met de daarbij behorende antwoorden op de volgende openbare website
van Achmea worden geplaatst:
https://www.achmea.nl/Zorgaanbieders/zorgsoort/farmacie/downloads/Pa
ginas/Inkoopprocedure-add-on-geneesmiddelen.aspx? Indien het antwoord
op deze vraag “nee” is, kan Achmea aangeven op welke website de gestelde
vragen en antwoorden worden geplaatst en of de vragen en antwoorden,
voor een ieder of alleen voor de bij inschrijvende partijen toegankelijk zijn?
Op welk tijdstip wordt de definitieve nota van inlichtingen uiterlijk
gepubliceerd op 3 oktober 2014?
De leidraad vermeldt in paragraaf 3.1 en 4.1 dat Achmea voornemens is
met alle inschrijvers een overeenkomst te sluiten.
Vraag: Kan Achmea bevestigen dat zij, en de deelnemende zorgaanbieders,
geen overeenkomst afsluit met niet-inschrijvers?
Indien er geen- of geen rechtsgeldige bieding komt op een
geneesmiddel in het AOC zal deze niet worden opgenomen in de
rangorde.
De nota van inlichtingen zal actief worden verstrekt aan alle partijen
die vragen hebben gesteld binnen de gestelde deadline en tevens
herkenbaar op de website van Achmea worden gepubliceerd
(https://www.achmea.nl/zorgaanbieders/Paginas/default.aspx).
Deze inkoopprocedure voorziet niet in het afsluiten van
overeenkomsten met niet-inschrijvers dan wel inschrijvers die een
niet geldige bieding hebben gedaan.
Pagina 50 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
279
Paragraaf 4.2.1 van de leidraad vermeldt dat de geboden kortingen gelden
voor iedere add-on declaratie van het betreffende geneesmiddel
gedurende de realisatiefase (fase vanaf 1 januari 2015 tot en met 31
december 2015). De afrekening van de korting vindt plaats op basis van
declaraties in het schadejaar 2015. De inschrijver ontvangt periodiek,
eventueel via een derde partij, een onderbouwde creditnota voor het
afrekenen van de korting. Paragraaf 5 van de leidraad en artikel 7, lid 2,
van de Modelovereenkomst vermelden dat Achmea periodiek een
specificatie aan de inschrijver verstrekt van de door de deelnemende
zorgaanbieder bij Achmea gedeclareerde en door de inschrijver in de
markt gebrachte geneesmiddelen. De factuur biedt een overzicht van de
declaraties, ingedeeld naar gedeclareerd volume per maand op basis van
moment van levering door deelnemende zorgaanbieders aan verzekerden
van Achmea. Indien van toepassing worden de declaraties voor andere
verzekerden door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd aan een
derde partij. Het totale bedrag dat door de inschrijver aan Achmea betaald
dient te worden, wordt voor zo ver van toepassing bepaald op basis van
beide declaratiestromen.
Vragen:
a. Aan welke derde partij worden declaraties van andere verzekerden
door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd, c.q. via welke derde
partij ontvangt de inschrijver een onderbouwde creditnota voor het
afrekenen van de korting?
b. Op welke wijze controleert de derde partij de juistheid van de
declaratiegegevens voor andere verzekerden die aangeleverd worden door
de deelnemende zorgaanbieders?
c. Op welke wijze kan de inschrijver de juistheid van het totale bedrag dat
door de inschrijver aan Achmea betaald dient te worden verifiëren?
d. Is Achmea bereid de bepalingen in de Leidraad en de
Modelovereenkomst aan te passen zodat afrekening van de geboden
korting plaatsvindt op basis van aflevergegevens van de door
opdrachtnemer aan opdrachtgever geleverde AOC geneesmiddelen?
Zie antwoord op de vragen 207 en vraag 209. De naam van de TTP
volgt in een later stadium.
Zie het antwoord op vraag 279a.
Zie het antwoord op vraag 279a.
Nee, Achmea is hier niet toe bereid.
Pagina 51 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
Toelichting: In de huidige situatie (2014) worden de tussen leveranciers en
zorgaanbieders overeengekomen kortingen verrekend in de prijs die de
zorgaanbieder betaalt wanneer hij het geneesmiddel inkoopt bij de
leverancier. Deze overeengekomen korting geldt voor ieder besteld en
afgeleverd geneesmiddel tijdens de met de leverancier overeengekomen
periode. Wanneer een leverancier bijvoorbeeld in december 2014 met
korting een geneesmiddel aflevert aan een van de deelnemende
zorgaanbieders, en de deelnemende zorgaanbieder dit geneesmiddel na 1
januari 2015 aflevert aan een patiënt en declareert bij de zorgverzekeraar,
geeft de inschrijver onbedoeld twee maal korting voor hetzelfde
geneesmiddel.
e. Is Achmea bereid om de bepalingen in de Leidraad en de
Modelovereenkomst aan te passen zodat de voorraadpositie van
deelnemende zorgaanbieders einde 2015 gelijk dan wel groter is dan de
voorraadpositie einde 2014?
280
Toelichting: Deelnemende zorgaanbieders kunnen voorraad opgebouwd in
de laatste maanden van 2014 als add-on declareren in 2015 waardoor de
zorgaanbieder mogelijk twee maal korting krijgt over het geleverde product.
Paragraaf 4.3 van de leidraad vermeldt dat bij gelijke bieding loting de
positie in de rangorde van de betreffende geneesmiddelen bepaalt.
Inschrijvers kunnen aanwezig zijn bij de loting, die door de notaris wordt
gedaan voorafgaand aan de opening van de enveloppen.
Vragen:
a. Wanneer is er sprake van een “gelijke bieding”?
b. Kan Achmea bevestigen dat de loting wordt gedaan nadat de notaris
de enveloppen heeft geopend en heeft geconstateerd dat sprake is van
gelijke biedingen? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea
toelichten wanneer en hoe de loting plaatsvindt? Wordt de loting gedaan in
aanwezigheid van de inschrijvende partijen?
Achmea zal de modelovereenkomst op dit punt niet aanpassen.
Indien het verschil in voorraadpositie een financieel nadeel betekent
voor de fabrikant, Achmea en/of de deelnemende zorgaanbieders
zal dit onderbouwd moeten worden door de benadeelde partij
waarbij het netto financieel effect inzichtelijk gemaakt dient te
worden.
Indien het geboden kortingspercentage gelijk is.
Nee, de loting vindt voorafgaand aan het openen van de
enveloppen plaats. Hierbij mogen inschrijvende partijen aanwezig
zijn.
Pagina 52 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
281
c.
Aangezien de zorgaanbieders bij nieuwe gebruikers een compliance op
het voorkeursmiddel dienen te behalen van minimaal 80 procent, is het te
verwachten volume aanzienlijk hoger bij een positie in de rangorde als
voorkeursmiddel. Kan Achmea toelichten waarom zij bij gelijke bieding niet
het patiëntenbelang (zoals gebruikersgemak, begeleiding, etc.) de doorslag
laat geven? Is Achmea bereid de inkoopprocedure zodanig te wijzigen dat
bij gelijke bieding het patiëntenbelang bepaalt welk geneesmiddel als
voorkeursmiddel worden aangewezen? Indien het antwoord op deze vraag
“nee” is, is Achmea bereid om de inkoopprocedure zodanig te wijzigen dat
bij gelijke bieding beide geneesmiddelen als voorkeursmiddel worden
aangewezen?
Paragraaf 5 van de Leidraad vermeldt dat per indicatiegroep inzichtelijk zal
worden gemaakt in welke mate de deelnemende zorgaanbieders
compliant zijn geweest op indicatieniveau. Dit zal worden uitgedrukt in
een percentage van de nieuwe gebruikers dat start met het eerste keuze
geneesmiddel.
Vragen:
a. Kan Achmea bevestigen dat deze gegevens ook inzichtelijk gemaakt
worden aan alle inschrijvers? Worden deze gegevens ook aan nietinschrijvers inzichtelijk gemaakt?
b. Kan Achmea bevestigen dat ook het percentage switchers dat start
met het eerste keuze geneesmiddel inzichtelijk zal worden gemaakt aan
inschrijvers? Worden deze gegevens ook aan niet-inschrijvers inzichtelijk
gemaakt?
c.
Wanneer worden deze gegevens inzichtelijk gemaakt?
d. Op welke wijze kunnen inschrijvers de betrouwbaarheid van de
gegevens controleren?
Achmea is niet bereid te procedure zoals beschreven (loting) aan te
passen.
Deze informatie is alleen beschikbaar voor inschrijvende partijen en
betreft de gegevens van alle deelnemende zorgaanbieders
gezamenlijk.
Nee, de compliance wordt alleen gemeten over nieuwe gebruikers.
Zie ook antwoord op vraag 45.
Als het technisch mogelijk is bij elke creditnota aan de inschrijvers.
Zie antwoord vraag 287b en 287c.
Pagina 53 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
e. Heeft non-compliance gevolgen voor de met de inschrijvers gesloten
overeenkomsten en, zo ja, in welke gevallen en op welke wijze? Is Achmea
van mening dat indien de compliance in de praktijk veel lager is dan het
percentage waarvan in deze inkoopprocedure wordt uitgegaan, dat
gevolgen dient te hebben voor de met de inschrijvers gesloten
overeenkomsten?
Non-compliance zal geen gevolgen hebben voor de gesloten
overeenkomst. Zie ook het antwoord op vraag 52 en 53.
Pagina 54 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
Vraag
nr.
1
2
3
4
Vraag
Antwoord
U heeft als doelstelling om medisch-specialisten te dwingen om het
voorkeursgeneesmiddel voor te schrijven aan minimaal 80% van de
betrokken nieuwe patiënten. Hoe stelt u zich voor dat medisch specialisten
dit beleid toepassen op de bij deze procedure betrokken TNF-alfaremmers
en andere geneesmiddelen, die alle een andere werkzame stof hebben,
terwijl het preferentiebeleid onder het GVS alleen kan worden toegepast
tussen geneesmiddelen die precies dezelfde werkzame stof hebben?
U betoogt dat hier geen sprake is van preferentiebeleid omdat uw beleid
alleen bij nieuwe patiënten wordt toegepast en er een doelstelling van
slechts 80% geldt, maar voor die nieuwe patiënten en dat percentage komt
uw beleid onverkort neer op gedwongen verwisseling, door de
voorschrijver, tussen geneesmiddelen met verschillende werkzame stoffen.
Hoe kan de patiënt aanspraak maken op het voor hem gewenste middel?
In de definitie van de AOC, past u criteria toe die vergelijkbaar zijn aan de
criteria die onder het GVS worden toegepast voor het clusteren van
geneesmiddelen in groepen van onderling vervangbare geneesmiddelen
voor het vaststellen van een vergoedingslimiet. Hoe stelt u zich voor dat
medisch-specialisten deze clustering volgen, en daarmee in de praktijk
gedwongen worden een voorkeursbeleid toepassen bij minimaal 80% van
de betrokken nieuwe patiënten, wanneer deze clustering onder het GVS
niet is bedoeld voor het voeren van een voorkeursbeleid, maar alleen voor
het vaststellen van een vergoedingslimiet?
Onder het GVS is het ZiNL uitsluitend bevoegd geneesmiddelen te clusteren
in groepen van onderling vervangbare geneesmiddelen voor het vaststellen
van een vergoedingslimiet, teneinde de belangen van de patiënt en de
onafhankelijkheid van voorschrijvers en apothekers te beschermen. Hoe
stelt u zich voor dat een zorgverzekeraar deze rol kan vervullen in deze
inkoopprocedure, zonder enige garanties van een onafhankelijk oordeel?
De procedure dwingt artsen niet tot het uitsluiten van producten. Er
is geen sprake van preferentiebeleid. Achmea dwingt niet tot
substitutie.
Er is geen sprake van uitsluiting van geneesmiddelen. De aanspraak
van verzekerden wordt niet (indirect) beperkt.
Hoewel de criteria gelijkenis vertonen, zijn deze wezenlijk anders
(doel, oorsprong). De vergelijking met de GVS-clustering niet op.
Zie antwoord vraag 3.
Pagina 1 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
5
Welke patiëntenverenigingen hebt u geraadpleegd over de inrichting van de
inkoopprocedure en de clusters?
6
Welke specialistenverenigingen hebt u geraadpleegd over de inrichting van
de inkoopprocedure en de clusters?
7
Waarom volgt Achmea niet simpelweg de clusters zoals die zijn vastgesteld
door het ZiNL (voorheen CVZ) toen de betrokken geneesmiddelen nog
onderdeel uitmaakten van het GVS?
Hoe verklaart u dat u ustekinumab heeft ingedeeld in een cluster met TNFalfaremmers, terwijl dat geneesmiddel een interleukineremmer is?
Hoe verklaart u dat u ustekinumab heeft ingedeeld in een cluster met TNFalfaremmers terwijlhet was opgenomen in bijlage 1B Rvv, waaruit volgt dat
volgens het CVZ de eigenschappen van dit middel zodanig verschillen van
TNF-alfaremmers dat clustering met deze TNF-alfaremmers - of met enig
ander geneesmiddel - niet mogelijk was?
U motiveert de uitsluiting van bepaalde geneesmiddelen uit een cluster met
de reden dat deze ongeschikt zouden zijn voor eerste gebruik. Hoe is dat
criterium te rijmen met de definitie van een AOC en met de clustering zoals
die door het ZiNL/CVZ wordt toegepast voor precies deze geneesmiddelen?
Wat waren uw overwegingen om verschil te maken tussen anakinra en
abatacept, die ongeschikt zouden zijn voor eerste gebruik, en ustekinumab,
dat ook ongeschikt zou zijn voor eerste gebruik volgens de behandelrichtlijn
psoriasis?
Speelde bij deze overwegingen de SmPC van de betrokken geneesmiddelen
een rol?
De clustering die Achmea heeft toegepast in de inkoopprocedure lijkt
onvoldoende rekening te houden met het feit dat de TNF-alfa remmers zijn
toegelaten als geneesmiddel voor verschillende indicaties, terwijl uit de
definitie van add-oncluster (AOC) lijkt te volgen dat de geneesmiddelen in
een cluster zijn toegelaten voor dezelfde indicatie. Bent u bereid om voor
iedere indicatie een aparte cluster te bepalen?
8
9
10
11
12
13
Er is met verschillende patiëntverenigingen gesproken over de
gezamenlijke inkoop zoals, maar niet uitsluitend, met de NPCF en
het Reumafonds.
Er is met verschillende artsenorganisaties gesproken over de
gezamenlijke inkoop zoals, maar niet uitsluitend, met de NVR,
NVHB.
De clustering in het GVS is van maart 2009 en daarmee minder
actueel.
Het AOC heet "TNF-alfaremmers" maar beperkt zich niet tot alleen
TNF-alfaremmers.
De aangehaalde clustering doet geen recht aan de praktijk en is
minder actueel.
Deze producten zijn volgens de richtlijnen geen 1e keus.
Bij deze beslissing hebben verschillende overwegingen een rol
gespeeld zoals richtlijnen, SmPC's, adviezen uit het FTK en
gesprekken met zorgverleners.
Ja, zie antwoord op vraag 11.
Nee. Uit de procedure volgt de rangorde. Daarna zal er een
specificatie plaatsvinden naar indicatiegroepen. De rangorde zal per
indicatie toegepast worden voor zover de producten de betreffende
registratie hebben.
Pagina 2 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
14
15
16
17
18
19
Begrijpen wij goed dat de "voorselectie" van geneesmiddelen, zoals die volgt
uit de definitie in paragraaf 1.3 op p. 6 van de leidraad, leid tot het cluster
zoals dit is opgenomen in bijlage 4 bij de leidraad? Wie is betrokken in deze
voorselectie?
Welke criteria zijn daarbij toegepast?
Was dit proces transparant?
Waarom vereist u naleving van de eisen ten aanzien van de registratie zoals
weergegeven in paragraaf 3.1.1 op p. 13 leidraad?
Is aan deze eisen niet al voldaan door alle betrokken geneesmiddelen?
Wat wordt bedoeld met de zinsnede dat ziekenhuizen geen onderhandse
deals sluiten over de geneesmiddelen in het AOC?
20
Hoe kunnen zij dan de producten inkopen van de fabrikanten?
21
Kunt u beschrijven op welke manier ziekenhuizen de clusters kunnen
aanpassen door een bepaald geneesmiddel in of uit een cluster te zetten
(zie definitie van add-oncluster in paragraaf 1.3)?
22
Kan een enkel ziekenhuis besluiten om een middel in of uit een cluster te
houden, of moeten de deelnemende ziekenhuizen daarover eerst consensus
bereiken?
Als enkele ziekenhuizen kunnen besluiten om een middel in of uit een
cluster te houden, hoe gaat Achmea dan om met de verschillende AOC's die
voor de verschillende ziekenhuizen gelden?
Zal Achmea hier transparant over zijn?
Welke controle mogelijkheden zullen in dat geval worden ingebouwd?
Op welk moment kunnen ziekenhuizen besluiten een bepaald geneesmiddel
in of uit een cluster te zetten?
23
24
25
26
Ja, bij de voorselectie zijn diverse partijen betrokken zoals
deelnemende ziekenhuizen, artsen, apothekers en andere
professionals uit het veld.
Wet- en regelgeving, richtlijnen, stand der wetenschap en praktijk
en praktische toepasbaarheid.
Ja.
Paragraaf 3.1.1. is een niet bestaande verwijzing naar de Leidraad.
Zie antwoord vraag 17.
Er mogen geen afspraken gemaakt worden over geneesmiddelen
binnen een AOC door deelnemende partijen in welke zin dan ook,
waarbij de uitkomst van deze inkoopprocedure kan worden danwel
daadwerkelijk wordt gefrustreerd.
Het bestellen e.d. van producten in een AOC kan via de reguliere
weg.
Dit kan alleen in onderling overleg en overeenstemming tussen de
deelnemende ziekenhuizen en Achmea op basis van medisch
inhoudelijke gronden. Dit betreft alleen de indicatiegroepen. Het
AOC staat vast.
Zie antwoord vraag 21.
Zie antwoord vraag 21.
Zie antwoord vraag 21.
Zie antwoord vraag 21.
Zie antwoord vraag 21.
Pagina 3 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
Zal een dergelijk besluit over het in of uit een cluster zetten bekend worden
gemaakt vóór 17 oktober 2014?
Hoe zal een dergelijk besluit over het in of uit een cluster zetten door
ziekenhuizen de 80%-doelstelling beïnvloeden?
Als ziekenhuizen besluiten om een bepaald geneesmiddel uit een cluster te
houden, hoe kunnen zij dan zorgdragen voor de levering van deze
geneesmiddelen, gezien de bepaling dat ziekenhuizen geen onderhandse
deals sluiten over de geneesmiddelen in het AOC (paragraaf 1.5, p. 8
leidraad)?
Als ziekenhuizen een bepaald geneesmiddel in of uit een cluster zetten,
wordt dit middel dan nog steeds volledig vergoed door Achmea aan dat
ziekenhuis?
Kunnen ziekenhuizen zich nog na 17 oktober bij uw opzet aansluiten?
Als het antwoord ja is, hoe rijmt u dat met de gedachte dat het voorwerp
van de inschrijving bepaalbaar en bepaald moet zijn op het moment van de
inschrijving?
Geldt de door Achmea gehanteerde referentieprijs voor niet deelnemende
ziekenhuizen voor alle niet deelnemende ziekenhuizen?
Is deze voor alle ziekenhuizen even hoog?
Is deze voor alle AOC's even hoog?
Zullen de TNF-alfa remmers die uitgesloten zijn van deze inkoopprocedure,
zoals infliximab, anakinra, abatacept and tocilizumab nog steeds
beschikbaar zijn voor de patiënten die verzekerd zijn bij Achmea?
Zo ja, hoe zal deze groep van niet geclusterde geneesmiddelen, die gebruikt
worden voor dezelfde patiëntenpopulatie en voor dezelfde indicaties, de
80%-doelstelling beïnvloeden?
Nee.
De 80%-doelstelling blijft in dat geval bestaan.
Indien de deelnemende ziekenhuizen en Achmea in onderling
overleg en overeenstemming besluiten een middel buiten een
bestaande indicatiegroep te plaatsen ontstaat een nieuwe
indicatiegroep waar het betreffende product in ondergebracht
wordt.
Er verandert niets aan de bekostiging. Zie het antwoord op vraag
29.
Als met 'opzet' de Gezamenlijke Inkoop is bedoeld is het antwoord
'ja'. Voor deze procedure en daarmee deze AOC is het na 1 oktober
niet meer mogelijk aan te sluiten.
Zie antwoord vraag 31.
Deze vraag is niet relevant voor deze inkoopprocedure.
Zie antwoord vraag 33.
Zie antwoord vraag 33.
Ja.
Deze zal de 80% doelstelling niet beïnvloeden.
Pagina 4 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
38
39
40
41
42
43
44
45
Is de 80%-doelstelling haalbaar, nu medische richtlijnen bepalen dat
geneesmiddelen met een andere werkzame stof en die een verschillende
uitwerking kunnen hebben bij verschillende patiënten, slechts kunnen
worden voorgeschreven met in achtneming van de individuele medische
situatie en de bijzonderheden in de behandeling van de betrokken patiënt?
Waaruit blijkt dit?
Verzekerden van Achmea hebben onder de Zorgverzekeringswet aanspraak
op geneeskundige zorg naar de stand van de wetenschap en de praktijk. De
verplichting voor ziekenhuizen om tenminste 80% van de verzekerden met
het voorkeursmiddel te behandelen is niet in overeenstemming met de
stand van de wetenschap en de praktijk. Leidt deze maatregel niet tot een
(in)directe beperking van de aanspraak die verzekerden onder de
Zorgvezekeringswet hebben?
Zo nee waarom niet?
Zo ja: hoe verhoudt dit zich met de zorgplicht van Achmea jegens haar
verzekerden?
Wat is volgens u de invloed van de regel dat een de medisch-specialist
alleen een behandelvoorkeur mag volgen als dit om medische reden
verantwoord is?
Is de 80%-doelstelling haalbaar, gezien het feit dat uit de cijfers die u heeft
verstrekt in bijlage 4 van de leidraad, twee geneesmiddelen op dit moment
worden voorgeschreven aan ongeveer 50% en 40% van de totale
patiëntenpopulatie die op dit moment behandeld worden met een TNFalfaremmer of ander monoklonaal antilichaam, terwijl de 80%-doelstelling
de medisch-specialisten verplicht om één of meer van deze geneesmiddelen
voor te schrijven aan minder dan 20% van alle nieuwe patiënten.
Klopt het dat de 80%-doelstelling van toepassing is op nieuwe patiënten,
patiënten die een behandeling opnieuw starten en switchende patiënten
(zie de definitie van nieuwe gebruiker op p. 6 leidraad)?
Ja.
De 80% compliance afspraak is gemaakt tussen Achmea en de
deelnemende ziekenhuizen.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord op vraag 40.
Zie antwoord op vraag 40.
Deze regel staat niet ter discussie. De arts heeft de plicht om een
medisch verantwoorde behandeling te geven.
Ja.
Nee. De 80%-doelstelling is van toepassing op nieuwe patiënten en
patiënten die een behandeling opnieuw starten.
Pagina 5 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
46
47
48
49
50
51
52
53
Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de verklaring op p. 18 leidraad, dat
switchende patiënten alleen het voorkeursgeneesmiddel voorgeschreven
krijgen indien dit op medische gronden gerechtvaardigd is?
Hoe stelt u zich voor dat een medisch-specialist het goedkoopste product
kan voorschrijven aan herstartende patiënten? Moet de medisch-specialist
het voorkeursmiddel voorschrijven, met een onzekere uitkomst, ook als hij
weet dat de patiënt in kwestie eerder goed reageerde op een ander
geneesmiddel en het de veiligste route zou zijn om in die situatie datzelfde
product het voor te schrijven?
Hoe stelt u zich voor dat een medisch-specialist het goedkoopste product
kan voorschrijven aan switchende patiënten, bij wie rekening zou moeten
worden gehouden met de redenen waarom het geneesmiddel dat als eerste
werd voorgeschreven niet goed werkte en een beredeneerde keuze moet
worden gemaakt voor een alternatief, gebaseerd op farmacotherapeutische
redenen?
Hoe verhoudt de 80%- doelstelling zich tot de Handleiding Substitutie van
de KNMP?
Heeft u belanghebbenden zoals patiëntorganisaties geraadpleegd over de
80%-doelstelling?
Heeft u belanghebbenden zoals zorgaanbiederorganisaties geraadpleegd
over de 80%-doelstelling?
Kan Achmea garanderen dat de 80%-doelstelling gehaald wordt door de
deelnemende ziekenhuizen en welke middelen zal Achmea aanwenden om
naleving af te dwingen?
Wat is het gevolg van het niet halen van de 80%-doelstelling voor een
betrokken ziekenhuis?
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Zie antwoord vraag 45.
Dit is ter beoordeling van de medisch specialist.
Dit is ter beoordeling van de medisch specialist.
Er bestaat geen verband tussen de 80%-doelstelling en de
Handleiding Substitutie van de KNMP.
De 80%-doelstelling is met belanghebbenden besproken.
De 80%-doelstelling is met belanghebbenden besproken.
Nee, dit is niet te garanderen en zal niet worden afgedwongen. De
compliance zal worden gemonitord en indien nodig zullen er
verbeterafspraken gemaakt worden. De deelnemende
zorgaanbieders hebben bewust gekozen voor deelname aan
gezamenlijke inkoop in dit collectief. Daarmee hebben Achmea en
de deelnemende zorgaanbieders de verplichting om zich maximaal
in te spannen de gemaakte afspraken na te komen.
De 80%-doelstelling zal gemeten worden over alle deelnemende
ziekenhuizen. Indien een individueel ziekenhuis bij herhaling "in
gebreke blijft” zal er met de groep deelnemende ziekenhuizen
beleid gemaakt worden.
Pagina 6 van 54
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
54
63
Zijn er mogelijkheden voor de aanpassing van de 80%-doelstelling door de
betrokken ziekenhuizen?
Zo ja, op welke manier?
Zijn er nog andere omstandigheden waaronder de 80%-doelstelling kan
worden aangepast?
Zo ja welke procedure wordt daarvoor toegepast?
Worden de verzekerden van Achmea geïnformeerd over het feit dat
deelnemende ziekenhuizen tenminste bij tenminste 80% van de nieuwe
patiënten het voorkeursmiddel zullen voorschrijven?
Zo ja, op welke wijze worden de verzekerden van Achmea hierover
geïnformeerd?
Zo ja, wanneer worden de verzekerden van Achmea hierover geïnformeerd?
Hoe verhoudt de (in)directe beperking van de aanspraak door Achmea zich
tot de recente jurisprudentie hierover van het Hof Arnhem Leeuwarden in
de zaak VGZ/Nutricia?
Kunt u de definitie van het begrip "indicatiegroep" in paragraaf 1.3 van de
Leidraad nader toelichten?
Welke indicatiegroepen zijn er en welke indicaties bevatten die?
64
Welke geneesmiddelen maken onderdeel uit van die groepen?
65
66
Hoe verhouden de indicatiegroepen zich tot de AOCs die door Achmea op
dit moment zijn vastgesteld?
Wanneer worden bepaalde indicaties in een groep geplaatst door Achmea?
67
68
Wat zijn daarvoor de criteria?
Worden deze criteria op voorhand inzichtelijk gemaakt?
55
56
57
58
59
60
61
62
Zie antwoord op vraag 52 en 53.
Zie antwoord op vraag 52 en 53.
Zie antwoord op vraag 52 en 53.
Zie antwoord op vraag 52 en 53.
Bij Achmea verzekerden worden door de voorschrijver op eenzelfde
wijze geïnformeerd over de voorgestelde behandeling als op dit
moment het geval is.
Zie antwoord vraag 58.
Zie antwoord vraag 58.
Er is geen sprake van (indirecte) beperking van de aanspraak van
verzekerden. Zie ook de antwoorden op de vragen 1 en 2.
De indicatiegroep is een groep indicaties waarvoor dezelfde
rangorde geldt. Bijvoorbeeld de indicatiegroep 'kinderen'.
Over de definitieve indicatiegroepen vindt momenteel afstemming
plaats met de deelnemende zorgaanbieders. Vooralsnog werken we
met een 4-tal groepen te weten: reuma, dermatologie, MDL,
kinderen.
Een geneesmiddel in het AOC met een registratie in de betreffende
groep.
Op dit moment is er 1 AOC met daarbij vooralsnog 4
indicatiegroepen.
Wanneer het een indicatie betreft die logischerwijs tot die groep
behoort.
De geregistreerde indicaties.
Deze zijn op voorhand inzichtelijk op basis van de SmPC.
Pagina 7 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
69
70
71
72
73
74
75
76
77
Begrijpen wij goed dat nieuw geregistreerde geneesmiddelen vergoed
zullen worden één maand nadat voor dit geneesmiddel een
handelsvergunning is verkregen (paragraaf 4.3 op p. 18 leidraad)?
Zal zo'n middel worden opgenomen in wat een "indicatiegroep" genoemd
wordt, zodat de voorschrijfrangorde zal worden aangepast?
Wordt de voorkeursrangorde apart vastgesteld voor ieder
toepassingsgebied waarvoor TNF-alfa remmers en of monoclonale
antistoffen kunnen worden voorgeschreven, of per indicatiegroep?
De term "meest economisch voordelig" impliceert dat voor wat betreft het
vaststellen van de voorkeursrangorde, behalve met de prijs, ook met andere
aspecten rekening wordt gehouden. Indien deze vooronderstelling klopt,
welke andere criteria zijn dit?
Worden ook kwaliteitseisen en kosteneffectiviteit meegenomen in het
vaststellen van de voorkeursrangorde?
Welk geneesmiddel het meest economisch voordelig is, wordt bepaald door
verschillende parameters, waaronder het kortingspercentage, het totale
bedrag van de korting, de prijs van het middel, de behandelkosten en de
kosteneffectiviteit. Daarbij speelt bijvoorbeeld de precieze dosering, zowel
in de startfase als daarna, van de geneesmiddelen een rol en verschillen in
de gemiddelde gebruiksduur. Neemt Achmea deze parameters, waaronder
de kosteneffectiviteit van verschillende geneesmiddelen in beschouwing bij
het vaststellen van de voorkeursrangorde?
Is het mogelijk een korting aan te bieden die alleen van toepassing is in het
geval het betrokken geneesmiddel gekwalificeerd wordt als het meest
economisch voordelig waarop de 80% norm van toepassing is?
Is de lijst met deelnemende ziekenhuizen en het volume van deze
ziekenhuizen definitief?
Kan Achmea garanties bieden dat deze ziekenhuizen zullen deelnemen en
met het volume zoals nu aangegeven?
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nee, indien nodig zal de rangorde van de betreffende indicatiegroep
zal worden aangepast bij het verkrijgen van een nieuwe registratie.
Zie antwoord op vraag 69.
Per indicatiegroep en per indicatie.
Deze vooronderstelling is niet juist. Voor de definities zie de
Leidraad.
Nee.
Nee.
Nee.
Ja, onder voorbehoud van het sluiten van een zorgovereenkomst
2015 voor Medisch Specialistische Zorg.
Nee. De deelnemende zorgaanbieders hebben bewust gekozen voor
deelname aan gezamenlijke inkoop in dit collectief. Daarmee
hebben Achmea en de deelnemende zorgaanbieders de verplichting
om zich maximaal in te spannen de gemaakte afspraken na te
komen.
Pagina 8 van 54
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
78
79
80
81
82
83
84
85
86
Hoeveel patiënten telt het relevante volume van de deelnemende
ziekenhuizen in totaal?
In bijlage 4 leidraad zijn weliswaar getallen weergegeven voor de bestaande
patiënten die de betrokken geneesmiddelen gebruiken, switchers en
nieuwe gebruikers, maar onduidelijk is of deze getallen zien op het gehele
volume dat de deelnemende ziekenhuizen inbrengen, of bijvoorbeeld alleen
op het volume van patiënten van de deelnemende ziekenhuizen die bij
Achmea verzekerd zijn. Zijn deze getallen berekend over een periode van 7
maanden (1 januari tot en met 31 juli) of zijn de getallen geëxtrapoleerd, in
verhouding tot een periode van 12 maanden?
Mogen fabrikanten een nieuw aanbod doen als een nieuw geregistreerd
geneesmiddel in het aankoopsysteem van Achmea wordt opgenomen
(paragraaf 4.3, p. 18 van het aankoopbeleid)?
Mogen fabrikanten een nieuw aanbod doen als een nieuw geregistreerde
indicatie van een al opgenomen geneesmiddel in een nieuwe indicatiegroep
in het aankoopsysteem van Achmea wordt opgenomen (paragraaf 4.3, p. 18
van het aankoopbeleid)?
Klopt het dat deelnemende ziekenhuizen betalen voor geneesmiddelen die
direct bij de fabrikant besteld worden?
Hoe zal de levering, met betrekking tot aanvragen voor patiënten die bij
andere zorgverzekeraars verzekerd zijn, geregeld worden in het licht van
ziekenhuizen die besluiten het volume in te brengen van andere
verzekeraars dan Achmea?
Het door Achmea voorgestelde inkoopsysteem houdt in dat Achmea zal
optreden als bemiddelaar voor geneesmiddelen in de zin van artikel 39a van
de Geneesmiddelenwet en artikel 85b van Richtlijn 2001/83/EC, zodat
Achmea zich moet registreren als bemiddelaar voor geneesmiddelen en
moet voldoen aan de Richtsnoeren voor Goede Distributiepraktijken voor
geneesmiddelen van 5 november 2013.
Bent u geregistreerd als bemiddelaar?
Kan Achmea informatie verschaffen over haar naleving van deze wet- en
regelgeving?
Deze informatie is terug te vinden in de nieuwe versie van het
digitaal invulbestand van 3 oktober.
Achter de namen van de deelnemende zorgaanbieders is vermeld
of het alleen Achmea dan wel het totaal volume betreft. Het betreft
de declaratiedata over het behandeljaar 2013 welke zijn
gedeclareerd in de periode tot en met juli 2014.
Indien Achmea een nieuwe inkoopprocedure volgt voor hetzelfde
AOC met een nieuwe aanbieder kunnen fabrikanten een nieuwe
bieding doen.
Nee.
Ja.
Dit is aan de deelnemende ziekenhuizen. Het inbrengen van
dergelijk volume heeft alleen effect op de prijsstelling en netto
condities.
Dit betreft geen vraag.
Nee, Achmea is niet geregistreerd als bemiddelaar.
Niet van toepassing, zie antwoord op vraag 85.
Pagina 9 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
Welke vormen van controle en audit zullen beschikbaar zijn om de
declaraties van Achmea te controleren?
Op welke manier wordt zekergesteld dat deelnemende ziekenhuizen en
Achmea enkel korting ontvangen voor de aflevering ten behoeve van
patiënten die verzekerd zijn bij Achmea?
Op welke manier wordt zekergesteld dat deelnemende ziekenhuizen de
betrokken geneesmiddelen niet doorleveren aan derden?
Zal de korting gelden op het gehele volume van ziekenhuizen die volume
inbrengen van andere verzekeraars dan Achmea?
Zo ja, wie ontvangt de korting wanneer geneesmiddelen worden besteld ten
behoeve van patiënten die bij een andere verzekeraar dan Achmea zijn
ondergebracht?
Wat wordt bedoeld met de zinsnede: "Declaraties van andere verzekerden
worden door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd aan een derde
partij" (p. 20, hoofdstuk 5 leidraad)?
Vallen de 80% norm en de voorkeursrangorde onder de
geheimhoudingsplicht zoals ondergebracht in artikel 13 van de
overeenkomst? Of zullen ziekenhuizen en/of Achmea dergelijke informatie
communiceren naar patiënten?
Wat zal de notaris bij de bekendmaking van de uitslag bekend maken?
Zal er geheimhouding worden opgelegd aan de aanwezigen en zo ja, onder
welke voorwaarden?
Zal de notaris bij de bekendmaking van de uitslag de kortingen bekend
maken?
Indien Achmea besluit geen overeenkomst te sluiten met een producent of
de inkoopprocedure afbreekt, hoe garandeert Achmea dan de
geheimhouding van het aanbod?
Wat zijn de voorwaarden van de geheimhoudingsplicht van ziekenhuizen
ten aanzien van de door Achmea bedongen kortingen, in het bijzonder met
betrekking tot ziekenhuizen die besluiten het volume in te brengen van
andere verzekeraars dan Achmea (paragraaf 4.2.1, p. 18 leidraad)?
De creditnota aan inschrijvers kan desgewenst worden voorzien van
een accountantsverklaring.
Niet; Het is voor ziekenhuizen mogelijk ook het volume tbv andere
verzekerden dan Achmea in te brengen.
Zie antwoord vraag 19.
Ja.
Over de verdeling van de inkoopvoordelen zijn afspraken gemaakt
met de deelnemende zorgaanbieders.
Achmea wil en mag geen inzicht hebben in declaratiegegevens van
andere zorgverzekeraars. Om toch tot verrekening over te kunnen
gaan wordt hierbij een Trusted Third Party betrokken.
Zie het antwoord op vraag 58.
Of de inschrijving rechtsgeldig is, m.a.w. compleet.
Nee.
Nee.
De bieding van de inschrijver zal alleen bekend worden bij de direct
betrokken van Achmea en de notaris. Deze zijn alle gehouden aan
geheimhouding.
De deelnemende ziekenhuizen hebben geen geheimhoudingsplicht.
Ziekenhuizen kennen de hoogte van de korting niet, alleen de
rangorde zal worden gedeeld.
Pagina 10 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
99
Wat is het marktaandeel van de deelnemende ziekenhuizen aan de
inkoopkant van de regeling, op de Nederlandse markt voor de inkoop van
deze geneesmiddelen?
100
Welke maatregelen zijn genomen om te garanderen dat de kortingen die
zijn aangeboden aan Achmea niet bekend worden bij de andere
zorgverzekeraars, in het bijzonder met betrekking tot ziekenhuizen die
besluiten het volume in te brengen van andere verzekeraars dan Achmea?
Wat wordt bedoeld met de mededeling dat er nog steeds concurrentie is
tussen de diagnose behandel combinaties en add-on volumes tussen
zorgaanbieders (p. 9. leidraad)?
Hoe denkt u dat onder dit systeem de academische ziekenhuizen die zijn
toegetreden tot deze procedure, kunnen voldoen aan hun verplichtingen
die volgen uit het Nederlandse en Europese aanbestedingsrecht?
Klopt het dat Achmea een inschrijver alleen uitsluit indien deze niet voldoet
aan de eisen van het hebben van een handelsvergunning en/of dat het
geneesmiddel onderdeel uitmaakt van het verzekerde pakket (p. 19 en p. 13
leidraad)?
Beschouwt Achmea zichzelf als een aanbestedende dienst? Zo nee, waarom
niet?
In eerdere berichtgeving over deze inkoopopzet heeft Achmea ook
hemostatica genoemd als groep van gezamenlijk in te kopen
geneesmiddelen. Naar wij begrijpen heeft Achmea daar voor dit jaar van
afgezien. Wat zijn daar de redenen voor?
In het sjabloon “digitaal invulbestand 2015”, hetgeen als bijlage bij de
leidraad voor het indienen van een inschrijving “Inkoop Add-ongeneesmiddelen 2015” is gevoegd, zijn als deelnemende zorgaanbieders
enkele academische ziekenhuizen opgenomen De vraag hierbij is of voor de
academische ziekenhuizen als publiekrechtelijke instellingen de
aanbestedingsplicht van kracht is conform de Europese
aanbestedingsregels?
101
102
103
104
105
106
Dit is op voorhand niet exact te zeggen. Het is mogelijk voor een
inschrijver aan de hand van het rekenvolume (zie digitaal
invulbestand) te berekenen welk aandeel de gezamenlijke inkoop in
de totale afzet heeft.
Zie antwoord vraag 98.
Daarmee wordt bedoeld dat de concurrentie tussen zorgaanbieders
gelijk blijft omdat deze uitgaat van DOT-zorgproductprijzen en
volumes.
De aanbestedingswetgeving is niet van toepassing op onze
inkoopprocedure.
Nee, bij een ongeldige of onvolledige inschrijving zal ook uitsluiting
volgen.
Nee. Volgens de laatste jurisprudentie is een zorgverzekeraar niet
aanbestedingsplichtig.
Het inkoopbeleid op het gebied van hemostatica is nog in
ontwikkeling. Dit zal samen met zorgaanbieders worden
ontwikkeld.
Zie antwoord vraag 102.
Pagina 11 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
107
108
109
110
111
112
113
De leidraad voor deze inkoopprocedure heeft als uitgangspunt een centrale
inkoop op add-on geneesmiddelen Hierdoor wordt geen gelijk speelveld
gecreëerd voor geneesmiddelen die werkzaam zijn in hetzelfde
therapeutische gebied De vraag is hierbij dus of een betaaltitel ‘add-on’ het
juiste criterium is om bij een centrale inkoopprocedure geneesmiddelen te
hanteren?; Geneesmiddelen kunnen echter ook via een andere betaaltitel
(opname in DOT zorgproduct) worden gefinancierd waardoor per definitie
geneesmiddelen in hetzelfde indicatiecluster worden uitgesloten door enkel
de zogenaamde ‘add-ons” in de selectie mee te nemen
Zijn de relevante patiëntenverenigingen betrokken geweest bij de
totstandkoming van deze leidraad? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke
wijze?
Zijn de betrokken beroepsgroepen (voorschrijvers en apothekers)
voorafgaand op de hoogte gebracht van deze leidraad en hebben zij
gelegenheid gekregen om input te geven bij de totstandkoming van deze
leidraad? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?
In hoeverre is rekening gehouden met gelijke aanspraak op farmacotherapie
van verzekerden in de wetenschap dat deze aanspraak door een
gezamenlijke inkoop per verzorgingsgebied van gecontracteerd versus niet
gecontracteerde zorgaanbieder gaat verschillen (postcode)?
Hoe is toegang van de patiënt tot innovatieve nieuwe geneesmiddelen
gewaarborgd via deze centrale inkoopprocedure?
Hoe is de zeggenschap over 1/3 deel van financieel voordeel in het
innovatiefonds georganiseerd?
Gaat Achmea de door haar bepaalde rangorde (alsmede wijzigingen
daarvan), de deelnemende zorginstellingen waarbinnen deze rangorde
geldt, en de consequenties van deze rangorde voor de verzekerde openbaar
maken? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
De selectie voor de producten in het AOC zijn niet op basis van de
add-on status maar de hoge kosten per jaar gebaseerd.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 3.
Er is geen verschil in aanspraak van verzekerden bij deelnemendeof niet deelnemende ziekenhuizen.
Deze inkoopprocedure tast de toegang tot innovatieve nieuwe
geneesmiddelen niet aan.
De zeggenschap zal worden ingevuld in gezamenlijkheid met de
deelnemende zorgaanbieders.
Zie het antwoord op vraag 58.
Pagina 12 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
114
115
116
117
118
119
120
Op basis van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (Wmg, art 40) zijn
verzekeraars verplicht informatie voor verzekerden openbaar te maken ten
aanzien van de eigenschappen van de door hen aangeboden producten en
diensten Worden verzekerden van Achmea actief op de hoogte gebracht
van de door Achmea bepaalde rangorde (alsmede wijzigingen daarvan), van
de deelnemende zorginstellingen waarbinnen deze rangorde geldt, en de
consequenties van deze rangorde voor de verzekerde? Zo ja, op welke wijze
en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
De ‘Beleidsregel informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars en
volmachten 2013’ van de NZa gaat ervan uit dat voor een goede werking
van het zorgstelsel het van belang is dat zorgverzekeraars niet alleen goed
inkopen, maar daarover ook transparant zijn naar hun verzekerden.
Transparantie over (keuze-) informatie is voor de consument immers een
cruciale voorwaarde om keuzes te maken die het best aan zijn wensen
voldoen, aldus de Beleidsregel. Op welke wijze gaat Achmea hieraan
voldoen?
Is of wordt het Beleid Inkoop Add-ongeneesmiddelen 2015’ door Achmea
(alsmede wijzigingen daarvan zoals voorzien in de Leidraad) getoetst aan de
Zorgverzekeringswet en met name aan de impact op de toegankelijkheid
van verzekerde zorg?
Hoe verhoudt zich uw inkoopprocedure tot de uitspraak van de rechter
(Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2014, VGZ ea /Nutricia ea ) dat de
sturing van een zorgverzekeraar niet mag leiden tot een indirecte beperking
van de aanspraak?
In de definitie van het Add-oncluster (AOC) wordt verwezen naar
geneesmiddelen die bij eenzelfde indicatiegebied kunnen worden toegepast
Wat is de door Achmea gehanteerde definitie van het ‘indicatiegebied’?
Door producten off label aan te wijzen stimuleert Achmea off label gebruik
en schendt zij het patentrecht. Hoe gaat Achmea dit voorkomen?
Welke positie krijgen geneesmiddelen die wel voldoen aan uw criteria voor
‘onderling concurrerend’ maar die geen add-on status hebben?
Zie het antwoord op vraag 58.
Op onze website staan alle gecontracteerde zorgaanbieders voor
Medisch Specialistische Zorg. De verzekerden hebben vrije keuze
van zorgaanbieders.
Ja, het inkoopbeleid Add-ongeneesmiddelen is aan alle relevante
wet- en regelgeving getoetst.
Zie het antwoord op vraag 61.
In deze definitie betekent indicatiegebied hetzelfde als
'geregistreerde indicatie'.
Achmea zal geen producten off-label aanwijzen.
De huidige procedure voorziet niet in het opnemen van
geneesmiddelen zonder een add-onstatus.
Pagina 13 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
121
Wie is verantwoordelijk voor de indeling van de clusters?
122
123
Aan de hand van welke criteria worden deze clusters samengesteld?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers
en apothekers) betrokken bij de indeling van de clusters?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties zijn
betrokken bij de indeling van de clusters?
124
125
Op welke wijze is dit proces van clustering transparant voor betrokken
(belanghebbende) partijen?
126
U geeft aan dat geneesmiddelen als onderling concurrerend aangemerkt
indien zij 1 bij een zelfde indicatiegebied kunnen worden toegepast 2 via
een gelijke toedieningsweg worden toegediend en 3 in het algemeen voor
dezelfde leeftijdscategorie zijn bestemd Dit zijn exact dezelfde criteria die
worden gehanteerd voor clustering in het kader van het GVS (art 2 40 lid 1
Rzv) In art 2 40 lid 3 Rzv staat echter ook dat geneesmiddelen niet als
onderling vervangbaar kunnen worden aangemerkt (en dus ook niet
geclusterd kunnen worden), indien er 1 tussen die geneesmiddelen
verschillen in eigenschappen bestaan 2 deze verschillen in eigenschappen
zich voordoen of uit nader omschreven gegevens en bescheiden, blijkt dat
deze verschillen in eigenschappen, tezamen genomen, bepalend zijn voor
de keuze van het geneesmiddel door de arts kunnen voordoen bij de gehele
patiëntenpopulatie, bij welke de geneesmiddelen kunnen worden
toegepast, en 3 uit nader omschreven gegevens en bescheiden, blijkt dat
deze verschillen in eigenschappen, tezamen genomen, bepalend zijn voor
de keuze van het geneesmiddel door de arts Als deze gronden voor
uitzonderingen in het kader van GVS-clustering relevant worden geacht,
waarom heeft u deze niet overgenomen?
De clustering is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Achmea
en de deelnemende zorgaanbieders.
Zie leidraad paragraaf 1.3 (definities).
Het betrekken van de deelnemende zorgaanbieders is de
verantwoordelijkheid van Achmea.
Het betrekken van de patiëntenorganisaties is de
verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
zorgaanbieders.
Aangezien deze clustering een activiteit is van Achmea en de
deelnemende ziekenhuizen is dit per definitief transparant.
Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra de
clustering definitief en de inkoopprocedure gestart. Dit gebeurt
middels de Leidraad.
Wij hebben diverse bronnen gebruikt om tot onze definitief te
komen (richtlijnen, stand der wetenschap en praktijk) en vooral ook
de inbreng van deelnemende zorgaanbieders en artsen.
Pagina 14 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
127
128
129
Dit mede in verband met het feit dat een GVS-cluster een methode van
berekening van een limiet is, doch géén rangorde bepaalt, terwijl de door u
voorgestelde clustering veel verdergaande consequenties heeft, nl het
bepalen van een rangorde die men heeft te respecteren?
In het kader van het preferentiebeleid zijn waarborgen opgenomen in art
2.8 Besluit zorgverzekering (van elke werkzame stof is in ieder geval één
geneesmiddel in dat cluster opgenomen), om ervoor te zorgen dat geen
verschraling en inbreuk op/afbreuk van de professionele autonomie en
aanspraken kan optreden: elke verzekerde moet kunnen rekenen op een
geneesmiddelenpakket dat dezelfde therapeutische breedte dekt (zie Nota
van Toelichting, Staatsblad 2005, 389, blz 43) Hoe verhoudt zich dit
(principiële) uitgangspunt tot de clustering van geneesmiddelen met
verschillende werkzame stoffen?
In de definitie van Add-oncluster (AOC) is aangegeven dat “deelnemende
zorgaanbieders de mogelijkheid hebben een bepaald geneesmiddel uit of in
een cluster te zetten”: a: Onder welke voorwaarden hebben
zorgaanbieders deze mogelijkheid?
b: Wie bewaakt dat proces, de gehanteerde criteria/voorwaarden etc?
c: Krijgt Achmea daarbij nog een entamerende, sturende of bepalende
invloed of zeggenschap?
d: Krijgen patiënten(organisaties) daarbij nog invloed of zeggenschap?
Wat is de definitie van de benoemde clusters: TNF-alfaremmers (met of
zonder indicatiegebied, m.a.w. wel of niet met IL-17 antagonisten die in RA
richtlijn staan), ‘bepaalde’ hemostatica, referentieproducten en biosimilars?
Welke geneesmiddelen vallen daaronder?
Zie het antwoord op vraag 3.
Zie het antwoord op vraag 1 en vraag 2.
Zie het antwoord op vraag 21.
Zie het antwoord op vraag 21.
Zie het antwoord op vraag 21.
Nee.
Deze inkoopprocedure heeft betrekking op de AOC zoals beschreven
in het digitale invulbestand.
Pagina 15 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
130
131
132
Uw opzet gaat uit van clustering, waarbij de inkoopprocedure een rangorde
gaat geven die uitsluitend afhangt van de ‘meest economische bieding’ In
uw Brochure “Impact Collectieve Farma” (22 mei 2014) stelt u op p 8:
“zorgaanbieders leven de gemaakte afspraken na door vakbekwaam steeds
het meest doelmatige middel aan de patiënt voor te schrijven” Hoe
verhouden zich die rangorde en deze opgelegde verplichting (“steeds”) tot
de medische richtlijnen, de professionele autonomie en
verantwoordelijkheid van de voorschrijver en het recht van de patiënt om
het voor hem meest geschikte behandeling te krijgen?
De definitie van economisch meest voordelige inschrijving gaat uit van
“Hoogste percentage korting ten opzichte van het geldende NZamaximumtarief voor het add-on geneesmiddel”
a: Hoe gaat Achmea om met het gegeven dat het middel met de ‘hoogste
percentuele korting’ niet altijd de economisch meest voordelige inschrijving
zal zijn?
b: Hoe is in de beoordeling van de economisch meest voordelige
inschrijving de kwaliteit van de desbetreffende farmacotherapie
meegewogen? (zowel in distributie, toedieningsvorm, gebruiksgemak en
kwaliteit van leven van patiënt)
c: Hoe wordt bij de meest economische inschrijving rekening gehouden met
het economische verschil in totale behandel- of zorgkosten (bijv ziekenhuis
vs thuistoediening)?
d: Is bij de vaststelling van meest voordelige inschrijving ook rekening
gehouden met benodigde hoeveelheid en eventuele spillage?
e: Klopt het dat er in uw opzet wordt geconcurreerd op korting en niet op
prijs? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot de opstelling van zorgverzekeraars in
de extramurale markt, waar men juist is afgestapt van het systeem dat
keuzes worden gemaakt op basis van kortingen en bonussen?
Hoe zijn de afspraken met concurrerende zorgverzekeraars ingevuld bij
gunning over het totale volume van een deelnemende zorgaanbieders,
waarbij naast het volume van Achmea ook volume van andere
zorgverzekeraars is meegenomen?
In de afspraken met de zorgaanbieders is ruim voldoende voorzien
in de mogelijkheid om af te wijken van het voorkeursbeleid. Zie ook
de antwoorden op de vragen 1 en 2.
Volgens de gehanteerde definitief is de inschrijving met de hoogste
procentuele korting de economisch meest voordelige bieding.
Zie het antwoord op vraag 131a.
Zie het antwoord op vraag de131a..
Zie het antwoord vraag 131a.
Nee.
Dit is onderdeel van de afspraken tussen Achmea en de
deelnemende zorgaanbieders.
Pagina 16 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
133
134
135
136
137
138
139
140
In hoeverre wordt vrijheid van voorschrijven aan de verantwoordelijke
specialist gelaten bij patiënten die eerder een AOC geneesmiddel hebben
gebruikt ondanks het feit dat dit gebruik al minstens 6 maanden geleden is?
Achmea houdt in het kader van IDEA rekening met de ‘Handleiding
Substitutie van de KNMP’ Wordt bij de indeling van de clusters rekening
gehouden met deze Handleiding? Zo nee, waarom in dit geval niet? Zo ja, op
welke wijze?
In een brief van 15 mei 2014 heeft Minister van VWS aan de Tweede Kamer
onder meer gemeld: “Voorschrijven conform behandelrichtlijnen en
medische noodzaak gaat altijd voor financiële (budget) afspraken De
patiënt heeft aanspraak en recht op verantwoorde zorg overeenkomstig de
stand van de wetenschap en de praktijk, zoals onder andere vastgelegd in
behandelrichtlijnen ” En: “De problematiek dat voorschrijvers
belemmeringen in het voorschrijven ervaren en wellicht hierdoor om nietmedische redenen patiënten switchen vind ik zeer zorgwekkend (Tweede
Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 29 248, nr 269) Hoe verhoudt zich uw
opzet tot deze uitspraken?
Wat is de definitie van ‘onvoldoende respons’? Welke criteria zijn hiervoor
vastgesteld?
Wat is de definitie van ‘teveel bijwerkingen’?
Bij de bepaling van de volgorde staat het add-on geneesmiddel centraal die
het meest economisch voordelig is. In hoeverre wordt de stand van
wetenschap en praktijk en positionering in de medische richtlijnen van het
geneesmiddel hierin meegewogen?
Voorschrijvers hebben de verplichting om verantwoorde zorg te leveren.
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat zij dat in de voorgestelde opzet nog
kunnen doen?
Krijgen patiënten te maken met vertraging in de beschikbaarheid van
bepaalde geneesmiddelen die ‘lager’ in de rangorde staan? Zo ja, hoe
verhoudt zich dat dan tot de zorgplicht van Achmea?
Zie antwoord vraag 1 en 2 en 47.
Zie antwoord vraag 49. Er is geen sprake van substitutie. Daarnaast
lijkt de handleiding substitutie van de KNMP op dit moment
ontoereikend voor intramuraal gebruik.
In deze procedure zijn geen belemmeringen voor de voorschrijvers.
De arts heeft vrije keuze bij het voorschrijven van geneesmiddelen.
Dit is ter beoordeling van de voorschrijver.
Dit is ter beoordeling van de voorschrijver.
Voorschrijvers dienen te handelen conform de Stand der
Wetenschap en praktijk.
In onze opzet is nergens opgenomen dat artsen onverantwoorde
zorg moeten leveren. De deelnemende zorgaanbieders hebben
bewust gekozen voor deelname aan gezamenlijke inkoop in dit
collectief.
Nee, er is geen sprake van vertraging in de beschikbaarheid.
Pagina 17 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
151
Wat wordt bedoeld met een “selectie van concurrerende add-on
geneesmiddelen om tot een AOC te komen”?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers
en apothekers) bij deze selectie zijn betrokken?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze
selectie zijn betrokken?
Op welke wijze is dit proces van selectie transparant voor betrokken
(belanghebbende) partijen?
Wie maakt de voorselectie en welke criteria worden daarbij gehanteerd?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers
en apothekers) bij deze voorselectie zijn betrokken?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze
voorselectie zijn betrokken?
Op welke wijze is dit proces van voorselectie transparant voor betrokken
(belanghebbende) partijen?
In de inkoopprocedure wordt aangegeven dat het voorkeursbeleid van
Achmea kan worden gewijzigd gedurende de looptijd, bijvoorbeeld als
gevolg van een nieuwe introductie. Is door Achmea rekening gehouden met
het feit dat het tussentijds schrappen van een preferent product een
significante impact kan hebben op het voorraadbeheer van specialistische
geneesmiddelen en het creëren van niet-inzetbare overschotten tot
significante financiële schade kan leiden bij de verantwoordelijke
vergunninghouder(s)?
Wat houdt een nieuwe introductie van een geneesmiddel in voor de
bestaande rangorde? Wordt deze altijd als laatste in de rangorde geplaatst?
Welke mogelijkheid heeft een fabrikant om een nieuwe introductie alsnog
te laten mee doen in de procedure?
Een AOC wordt bepaald in onderling overleg en overeenstemming
tussen Achmea en de deelnemende zorgaanbieders.
Zie het antwoord op vraag 141.
Zie het antwoord op vraag 124.
De clustering is een activiteit van Achmea en de deelnemende
ziekenhuizen en daarmee per definitief transparant.
Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra
een AOC definitief is en de inkoopprocedure start. Dit gebeurt
middels de Leidraad.
Zie de antwoorden op de vragen 141-144.
Zie de antwoorden op de vragen 141-144.
Zie de antwoorden op de vragen 141-144.
Zie de antwoorden op de vragen 141-144.
Ja.
Bij een nieuwe introductie bestaat de mogelijkheid een nieuwe
inkoopprocedure te starten. Een nieuwe middel zal niet per definitie
als laatste aan de rangorde worden toegevoegd.
Het AOC voor de huidige procedure staat vast en kan niet wijzigen.
Pagina 18 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
152
153
154
155
156
157
158
Indien voorkeursbeleid wordt gewijzigd door een nieuwe inkoopprocedure
uit te voeren, wat zijn dan de uitgangspunten in de periode vanaf wijziging
tot vaststelling van gunning van voorkeursgeneesmiddelen?
In de uitgangspunten is opgenomen dat de financiële voordelen in gelijke
mate ten goede komen aan de deelnemende zorgaanbieders, Achmea en
gewenste innovaties. Hoe wordt deze korting in financieel voordeel
geeffectueerd als het verzekerden betreft van concurrerende
zorgverzekeraars?
In de uitgangspunten van de inkoopprocedure is opgenomen dat de
geboden kortingen ‘onder couvert’ zijn en daarmee niet zichtbaar voor
andere marktpartijen Hoe wordt deze vertrouwelijkheid van de korting
gewaarborgd op het moment dat de korting wordt uitbetaald?
In de leveringsvoorwaarden is aangegeven dat andere voorwaarden van de
inschrijver expliciet worden uitgesloten. Hoe gaat Achmea om met
bestaande overeenkomsten tussen zorgaanbieders en leveranciers met
aanvullende voorwaarden over levering, data-uitwisseling, kwaliteits-,
service-elementen, etc…?
In de voorbehouden is onder 2.3.4 opgenomen dat voor ‘sommige’ AOC’s
geen overeenkomst wordt gesloten. Welke criteria worden voor dit
voorbehoud gehanteerd?
Voorbehouden in deze inkoopprocedure
a. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers
en apothekers) bij deze wijziging(en) zijn betrokken?
b. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij
deze wijziging(en) zijn betrokken?
c. Op welke wijze is dit proces van wijziging transparant voor betrokken
(belanghebbende) partijen?
Tot het moment van vaststellen van de nieuwe rangorde blijft het
oude beleid van kracht.
zie antwoord op vraag 69 en vraag 70.
De afrekening van de korting met zorgaanbieders gebeurt op AOCniveau.
Achmea staat buiten (lopende) afspraken met zorgaanbieders voor
zover het geen onderhandse deals betreft (zie antwoord vraag 19).
Deze vraag is op dit moment niet opportuun gelet op het feit dat de
inkoopprocedure voorziet in de inkoop van slechts 1 (één) AOC.
Dit is de verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
zorgaanbieders.
Dit is de verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
zorgaanbieders.
Deze wijziging betreft een activiteit van Achmea en de deelnemende
ziekenhuizen en is daarmee per definitie transparant.
Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra
een wijziging definitief is.
Er kunnen redenen zijn voor een aanbieder een geneesmiddel om niet te in
te schrijven, of er kunnen redenen zijn dat Achmea een bepaalde aanbieder
uitsluit (bijv. vanwege onvolkomenheden of tegenstrijdigheden, zie blz. 12).
Pagina 19 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
159
160
161
162
a. Wat betekent dit voor de toegankelijkheid van dat specifieke
geneesmiddel?
b. Hoe wordt de aanspraak van patiënten gewaarborgd?
Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht, die (o.a.) inhoudt dat zij
geneesmiddelen die onderdeel uitmaken van het verzekerde pakket,
beschikbaar moeten maken voor patiënten die daarop zijn aangewezen.
Alleen extramuraal mag een zorgverzekeraar het pakket in die zin beperken,
dat per werkzame stof één variant wordt aangewezen (art. .2.8 Besluit
zorgverzekering). Achmea eist dat het geneesmiddel waarvoor een
inschrijving wordt gedaan “(…) 2) onderdeel uitmaakt van het verzekerde
pakket”. Intramuraal zijn er geen beperkingsmogelijkheden zoals genoemd
in art. 2.8 Besluit zorgverzekering. Tegelijkertijd gaat uw opzet uit van
uitsluiting, voorselectie, rangorde etc.. Hoe verhoudt zich dat tot het
wettelijk systeem van aanspraken en grenzen aan beperkingen die de
zorgverzekeraar daarop mag stellen (noch direct, noch indirect, zie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2014, VGZ e.a./Nutricia e.a.)?
In 3.5.2.F is aangegeven dat de kosten van distributie worden geacht te zijn
opgenomen in de geoffreerde prijs.
a. Hoe gaat Achmea om met aanvullende vergoeding voor kosten die de
doelmatige inzet en kwaliteit van zorg ten goede komen?
b. Hoe worden dergelijke waarde toevoegende kosten in de totale
vergoeding meegenomen?
Onder 4.2.1. te offreren kortingen wordt aangegeven dat de geboden
korting van toepassing is op alle add-on declaraties over het gerealiseerde
volume. Welke afstemming is gemaakt met concurrerende
zorgverzekeraars?
In de tweede alinea staat: “Als een product tijdens de realisatiefase wordt
geregistreerd en daarmee in een nieuwe indicatiegroep past, zal de
rangorde van de betreffende indicatiegroep worden aangepast met ingang
van de eerste van de maand volgend op het verkrijgen van de betreffende
registratie.”
a. Wat bedoelt u met “een nieuwe indicatiegroep“?
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Dit heeft geen effect op de toegankelijkheid.
Zie de antwoorden op vraag 2 en vraag 158a.
Zie het antwoord op vraag 61.
Deze vallen buiten de geoffreerde prijs.
Dergelijke kosten dienen direct tussen aanbieder en zorgaanbieder
te worden verrekend.
Er is geen afstemming met andere verzekeraars.
Een andere indicatie dan tot voor dat bewuste moment.
Pagina 20 van 54
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
163
b. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers
en apothekers) bij deze aanpassing(en) zijn betrokken?
c. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij
deze aanpassing(en) zijn betrokken?
d. Op welke wijze is dit proces van aanpassing van de rangorde transparant
voor betrokken (belanghebbende) partijen?
In de vierde alinea staat dat zorgaanbieders bij nieuwe gebruikers in
minimaal in 80% van de gevallen het voorkeursgeneesmiddel (zijnde het
geneesmiddel waarvoor het hoogste kortingspercentage is geboden)
moeten voorschrijven.
a. Wie heeft het percentage van 80% bepaald, op basis van welke criteria en
volgens welke procedure?
b. Geldt dit percentage voor alle clusters? Zo ja, waarop is dat gebaseerd?
c. Zijn bij de vaststelling van dit percentage de betrokken beroepsgroepen
(voorschrijvers/apothekers) en patiëntenorganisaties betrokken? Zo ja, op
welke wijze? Zo nee, waarom niet?
d. Op welke gronden acht Achmea het percentage van 80% verantwoord
voor al deze clusters?
e. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat – met dit opgelegde percentage voorschrijvers hun verplichting tot het bieden van kwalitatief verantwoorde
zorg kunnen nakomen? Zij zijn immers uit dien hoofde verplicht om voor
elke patiënt, met inachtneming van de individuele omstandigheden van het
geval, te handelen in overeenstemming met hun richtlijnen en de stand van
de wetenschap en praktijk?
f. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat Achmea haar zorgplicht op grond
van de Zorgverzekeringswet kan nakomen, die inhoudt dat zij ervoor dient
te zorgen dat de zorg die tot het verzekerde pakket behoort (want behoort
tot de stand van wetenschap en praktijk), ook daadwerkelijk beschikbaar is
voor de patiënt?
Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
ziekenhuizen.
Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
ziekenhuizen.
Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
ziekenhuizen.
Dit is vastgesteld door Achmea samen met de deelnemende
zorgaanbieders.
Ja, dit geldt voor alle clusters. Dit op basis van de gangbare praktijk.
Nee, het betreft een inschatting van Achmea en de deelnemende
zorgaanbieders, inclusief medisch specialisten.
Zie het antwoord op de vragen 163a en 163c.
Dat klopt. Door aan de ene kant ruimte in te bouwen (20%) om af te
kunnen wijken en aan de andere kant de medisch inhoudelijke
afwegingen van de individuele arts altijd te laten prevaleren boven
de 80%-doelstelling. Zie ook antwoord vraag 51 tot en met 57.
Gelet op het feit dat onze opzet op geen enkele manier de
aanspraak inperkt dan wel de zorgplicht is er geen reden dit op een
andere manier te waarborgen.
Pagina 21 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
164
165
166
167
168
169
In de laatste alinea op blz. 18 wordt gesproken over de situatie waarin een
patiënt “moet worden overgezet op een ander geneesmiddel binnen een
cluster (een “switcher”)”. Hoe verhoudt zich deze kennelijk onvermijdelijke
omzetting zich tot de uitspraken van de Minister van VWS in een brief van
15 mei 2014 aan de Tweede Kamer, waarin zij duidelijk heeft gesteld:
“Voorschrijven conform behandelrichtlijnen en medische noodzaak gaat
altijd voor financiële (budget) afspraken. De patiënt heeft aanspraak en
recht op verantwoorde zorg overeenkomstig de stand van de wetenschap
en de praktijk, zoals onder andere vastgelegd in behandelrichtlijnen.” en:
“De problematiek dat voorschrijvers belemmeringen in het voorschrijven
ervaren en wellicht hierdoor om niet-medische redenen patiënten switchen
vind ik zeer zorgwekkend.”. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 29
248, nr. 269)?
De leidraad stelt dat eventuele bezwaren voor de sluitingsdatum voor het
indienen van vragen kenbaar moeten worden gemaakt, bij gebreke waarvan
de inschrijver hierop geen rechtsgeldig beroep kan doen en zijn rechten
heeft verspeeld. Al onze vragen dienen als bezwaar te worden beschouwd.
Wat gaat Achmea doen wanneer er lopende het kalenderjaar biosimilars
voor een betreffend geneesmiddel op de Nederlandse markt komen? Wat
betekent dit concreet voor de gesloten contracten?
Kan Achmea meer specifiek aangeven wanneer zij gebruik maakt van het
voorbehoud (p. 10) om het voorkeursbeleid te wijzigen
Indien Achmea het voorkeursbeleid wijzigt o.b.v. wijzigingen in de markt,
kan een fabrikant dan haar aanbod terugtrekken of een nieuw
kortingspercentage indienen? Zo nee, waarom niet. Zo ja, onder welke
voorwaarden is dit mogelijk?
Worden bij het uitbrengen van de definitieve nota van inlichtingen tevens
alle definitief deelnemende ziekenhuizen bekend gemaakt en wordt er
aangegeven voor welk deel zij mee doen met ICF? Indien zij alleen voor het
Achmea deelnemen, geeft Achmea dan aan welk percentage het Achmea
deel is?
Zie antwoord vraag 135.
Dit betreft geen vraag.
Indien er een nieuw geneesmiddel op de markt komt dat in het AOC
past (op aangeven Achmea en de deelnemende ziekenhuizen) kan
er een nieuwe inkoopprocedure starten.
In het geval er een product met betere positie in de rangorde een
nieuwe registratie verkrijgt zal het voorkeursbeleid voor wat betreft
de bewuste indicatie wijzigen.
Het terugtrekken van de bieding is niet mogelijk. In het geval er een
nieuwe inkoopprocedure volgt en het betreffende product is
opgenomen in het AOC kan er een nieuwe bieding worden gedaan.
In het digitaal invulbestand van 3 oktober 2014 is opgenomen welke
zorgaanbieders deelnemen en of het 'Achmea volume' betreft of
het gehele volume van de zorgaanbieder. Indien het alleen Achmea
volume betreft kan niet worden aangegeven welk percentage dit is
van het totale volume omdat Achmea dat niet kent.
Pagina 22 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
170
171
172
173
174
Wanneer Achmea gaat inkopen voor deelnemende Academische centra
dient zij de Europese aanbestedingsregels inclusief de daarbij behorende
tijden te volgen. Is Achmea van mening dat de Europese
aanbestedingsregels bij ICF van toepassing zijn? Indien Achmea van mening
is dat de Europese aanbestedingsregels in deze situatie niet van toepassing
zijn, welke onderbouwing heeft Achmea hier dan voor?
Op pagina 8 staat: ‘deelnemende zorgaanbieders sluiten geen onderhandse
deals over de geneesmiddelen in de AOC’. Welke zaken, afspraken etc.
verstaat Achmea onder ‘onderhandse deals over de geneesmiddelen in de
AOC’, kunt u dit specifiek benoemen.
Gestanddoening: Wanneer achteraf blijkt dat er per 1 januari 2015 geen
geldende overeenkomstig is voor het leveren van geneesmiddelen aan de
deelnemende zorgaanbieders, bijvoorbeeld omdat er een juridische kwestie
heeft gespeeld,dan betekent dit dat de betrokken ziekenhuizen geen
korting hebben bedongen en zij feitelijk de lijstprijs verschuldigd zijn.
Garandeert Achmea dat zij deze aan de inschrijver betalen? Zo nee,
betekent dit dat Achmea dit risico volledig bij de deelnemende ziekenhuizen
legt?
Op pagina 13 schrijft Achmea over ‘irreële inschrijving”. Kunt u meer
specifiek beschrijven wat u onder irreële inschrijving verstaat?
Enkele zorgaanbieders nemen deel aan ICF onder specifieke voorwaarden.
Wij achten het noodzakelijk om over deze informatie te beschikken om een
bod uit te kunnen brengen rekening houdende met de gestelde
voorwaarden en maken bezwaar tegen het ontbreken van deze informatie
ten tijde van het publiceren van de leidraad. Legt u deze voorwaarden over
aan de genodigde inschrijvers bij de definitieve nota van inlichtingen? Zo
nee, wat is daarvoor uw argumentatie?
Zie het antwoord op vraag 102.
Zie het antwoord op vraag 19.
De situatie waarin de inkoopprocedure geen resultaat geeft is
onderwerp van gesprek tussen de deelnemende ziekenhuizen en
Achmea. Dit heeft geen betrekking op de inkoopprocedure.
Een bieding is irreëel indien deze tot doel heeft dan wel de
uitwerking heeft de inkoopprocedure te frustreren.
De eventuele voorwaarden zijn onderdeel van het contract Medisch
Specialistische Zorg en betreffen andere aspecten dan welke
relevant zijn voor de inkoopprocedure.
Pagina 23 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
175
176
177
178
179
Per indicatiegroep (Pag. 18) zal een specifieke rangorde worden vastgesteld.
Daarbij wordt uitgegaan van de geregistreerde indicatie(s) (peildatum 1
oktober 2015). Als een product tijdens de realisatiefase wordt geregistreerd
en daarmee in een nieuwe indicatiegroep past, zal de rangorde van de
betreffende indicatiegroep worden aangepast met ingang van de eerste van
de maand volgend op het verkrijgen van de betreffende registratie. Bent u
ook van mening dat hier ‘peildatum 1 oktober 2014’ dient te staan?
Betekent dit dat zonder dat voor de desbetreffende indicatie een bod is
uitgebracht, buiten de inschrijfprocedure een wijziging in rangorde wordt
aangebracht?
Bij gelijke bieding bepaalt loting de positie. (pag. 18). Stelt u hiermee dat bij
gelijke korting geen gelijke positie geboden wordt? Zo ja, kunt u het
juridisch kader beschrijven op grond waarvan u meent dat dit toegestaan is
in deze specifieke situatie?
Indien Achmea geen of geen rechtsgeldige inschrijvingen ontvangt, wordt
de AOC buiten de inkoopprocedure gehouden. Hoe verantwoordt Achmea
dit rechtsgeldig en hoe verhoudt dit zich met het recht op aanspraak van de
verzekerde?
Deelnemende zorgaanbieders hebben de mogelijkheid een bepaald
geneesmiddel uit of in een cluster te zetten. Kunt u toelichten wat hiermee
bedoeld wordt en welke consequenties deze maatregel heeft op geboden
kortingen en het gebruik/uitsluiten van het geneesmiddel binnen de
dynamische groep van patiënten? Kunt u uiterlijk in de nota van toelichting
aangeven welke zorgaanbieders van deze mogelijkheid gebruik hebben
gemaakt of dit overwegen en op welke wijze?
Op basis van welke verifieerbare Nederlandse marktgegevens gegevens
heeft Achmea de referentietarieven vastgesteld? Indien Achmea niet
Nederlandse marktgegevens heeft meegenomen in haar overwegingen/
besluitvorming hoe beargumenteerd zij de toepasbaarheid hiervan op de
Nederlandse markt?
Het is correct dat de peildatum 1 oktober 2014 moet zijn. Wij gaan
er van uit dat fabrikanten zelf op de hoogte zijn van eventuele
uitbreiding van de geregistreerde indicaties en dat er rekening mee
gehouden zal worden bij de bieding. Gelet op het feit dat er geen
bod uitgebracht kan worden per indicatie kan het tweede deel van
de vraag niet voor komen.
De loting zal voorafgaand aan het opnemen van de enveloppen
plaats vinden. Indien er twee gelijke biedingen zijn heeft het lot dus
vooraf bepaald welke positie de gelijke biedingen t.o.v. van elkaar
krijgen in de rangorde. Het juridisch kader is de Leidraad waarin
deze procedure is beschreven.
De situatie waarbij er geen- of geen rechtsgeldige biedingen worden
ontvangen is beschreven in de Leidraad en daarmee rechtsgeldig.
Dit heeft geen effect op de aanspraak van verzekerden.
Zie antwoord vraag 21.
Achmea heeft het referentietarief vastgesteld op basis van o.a.
declaratiedata, marktgegevens van zorgaanbieders en de effecten
historische marktontwikkelingen.
Pagina 24 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
180
181
182
183
184
185
186
In de modelovereenkomst (pag.27) wordt er gesproken over inkopende
zorgverzekeraar, Achmea en ‘opdrachtgever’. Wil Achmea aangeven welke
term er gebruikt gaat worden.
In de modelovereenkomst (pag.27/28) ontbreekt een bepaling die de
rangorde contractueel vastlegt. Gaat Achmea deze bepaling toevoegen en
zo ja, in welke bewoordingen, zo nee, waarom niet?
In de modelovereenkomst (pag.30; art 8 sub 2: 2) staat het volgende: De
daadwerkelijk door opdrachtnemer aan opdrachtgever verschuldigde
korting per geneesmiddel in een AOC behelst de in bijlage 4 per
geneesmiddel opgenomen korting. Indien het NZa maximumtarief
gedurende de looptijd wijzigen, dan zal bij neerwaartse bijstelling de nieuwe
prijs worden gehanteerd en bij opwaartse bijstelling het huidige tarief
worden behouden. Waarom wordt er bij opwaartse bijstelling deze niet
doorgevoerd door Achmea en blijft bij een neerwaartse bijstelling van het
NZa maximumtarief de overeengekomen korting gehandhaafd?
In de modelovereenkomst (pag.29; art4 sub 2). Verzoek aan Achmea tot
aanpassen in: ‘Alle in redelijkheid gemaakte kosten..”
In de modelovereenkomst (pag.30; art 9 sub 1). Verzoek aan Achmea tot
aanpassen in: Kosten en schade beperken tot directe kosten en schade.
In de modelovereenkomst (pag.32; art 12 sub 3).Verzoek aan Achmea tot
aanpassen in: Wederkerig maken, dient ook te gelden voor opdrachtgever
en zorgaanbieders.
In de modelovereenkomst (pag.32; art 14 ‘en haar globale inhoud’). Verzoek
aan Achmea tot verwijderen van deze zinsnede
Het betreft de inkopende verzekeraar (handelend onder de naam
Achmea) welke tevens opdrachtgever is.
Zie het antwoord op vraag 17.
Dit is gedaan om de belangen van onze verzekerden zo goed
mogelijk te behartigen.
Hiermee kan Achmea niet akkoord gaan.
Hiermee kan Achmea niet akkoord gaan.
Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste
modelovereenkomst.
Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste
modelovereenkomst.
Pagina 25 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
187
188
189
190
191
In de modelovereenkomst (pag.34; art 18: Indien zich tijdens de duur van
deze overeenkomst van overheidswege een voor Partijen ingrijpende
wijziging van de zorgverzekeringswet en/of bijbehorende besluiten en/of
regelingen voordoet waarmee (de inhoud van) deze overeenkomst strijdig is
of waardoor er ernstige onduidelijkheden ontstaan over de verplichtingen
van Partijen onder deze overeenkomst, kan Achmea deze overeenkomst per
datum van de overheidsmaatregel beëindigen. Verzoek aan Achmea tot
aanpassen in: Partijen dienen eerst met elkaar in overleg te treden om te
bezien of de overeenkomst gewijzigd kan worden, indien wetswijziging
zodanig is dat dit niet door een van beide partijen gevergd kan worden
komt beëindigen aan de orde.
Leidraad pag. 19: ‘Opdrachtnemer is niet gerechtigd zonder toestemming
van opdrachtgever de rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst
over te dragen aan een derde.…’ Verzoek aan Achmea tot aanpassen in:
Deze toestemming zal niet onredelijk worden onthouden.
‘Economisch meest voordelige inschrijving’. Achmea lijkt geen rekening te
houden met de huidige marktaandelen en de door Achmea gehanteerde
omschrijving hoeft dus ook niet het ‘Economisch meest voordelige
inschrijving’ te zijn. Waarom heeft Achmea marktaandelen niet
meegenomen in de bepaling van de ‘Economisch meest voordelige
inschrijving’?
‘Economisch meest voordelige inschrijving’. Er zijn verschillen in gemiddelde
doseringen per geneesmiddel per patient per jaar. Houdt Achmea hier
rekening mee bij het vaststellen van de volgorde van de ‘economisch meest
voordelige inschrijving’? Zo nee, waarom niet?
Kunnen er verschillende kortingen worden gegeven per indicatie en zo ja,
worden de kortingen dan ook alleen per indicatiegebied gebruikt? M.a.w.
gelden voor de andere indicaties de NZa maximum tarieven wanneer wij
daar niet op geboden hebben? Zo nee waarom niet?
Hier kan Achmea niet mee akkoord gaan.
Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste
modelovereenkomst.
Gelet op de huidige prijsstelling van de betreffende producten is het
marktaandeel irrelevant voor de prijsvorming. De definitie van
'economisch meest voordelige bieding' is opgenomen in de
Leidraad.
Nee. De bepaling van de rangorde is beschreven in de Leidraad.
Het is niet mogelijk een bieding per indicatie te doen. Er kan slecht 1
kortingspercentage geboden worden wat, zoals beschreven in de
Leidraad, van toepassing zal zijn op alle declaraties van het
betreffende middel.
Pagina 26 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
192
Achmea heeft een dynamische groep berekend van ± 35%, bestaande uit
nieuwe patiënten en switchers samen. Op welke wetenschappelijke
verifieerbare data zijn deze percentages gebaseerd en hoe verhouden deze
percentages zich per indicatiegebied: Reuma, MDL en Psoriasis patiënten.
193
Betreft pagina 5: Uw definitie Add-on cluster. Hierin wordt ondermeer
gesteld dat geneesmiddelen in een cluster zitten als ze bij een zelfde
indicatie gebied kunnen worden toegepast. Is Achmea van mening dat alle
door hen geselecteerde geneesmiddelen in de AOC toepasbaar zijn voor alle
indicaties? Zo ja, waar baseert Achmea dit op? Zo nee, waarom heeft
Achmea dan de betreffende middelen in eenzelfde cluster geplaatst? Kunt u
in uw beantwoording meenemen waarom Infliximab niet opgenomen is in
de AOC?
Wanneer (graag zo specifiek mogelijk definiëren) zal Achmea gebruik maken
van het voorbehoud op pagina 10, om voor sommige AOC’s geen
overeenkomst te sluiten
Achmea verplicht zorgaanbieders dat zij, bij nieuwe patiënten, in 80% het
meest voordeligste middel voorschrijven. Op basis van welke gepubliceerde
wetenschappelijke literatuur/onderzoek stelt Achmea dat 80 % van de
nieuwe patiënten op het preferente middel kan worden gezet en meent
Achmea dat dit percentage voor alle patiëntengroepen (reuma, MDL en
psoriasis) hetzelfde is? Zo ja, op welke verifieerbare gegevens baseert
Achmea dit? En hoe denkt Achmea deze percentages daadwerkelijk te
borgen zonder ongeoorloofd invloed uit te oefenen op het
voorschrijfgedrag van artsen?
194
195
De percentages zijn gebaseerd op de declaratiegegevens van
Achmea over de periode H2-2012 - H1-2013. Patiënten zijn hierbij
als "nieuw" aangemerkt als ze tenminste 180 dagen geen TNFi
hebben gebruikt. Patiënten die binnen een periode van 180 dagen
van stof zijn veranderd worden als "switcher" aangeduid.
Bij de analyse is geen onderscheid gemaakt naar de verschillende
indicatiegebieden. Het is dus een indicator die representatief is voor
de landelijke situatie.
Achmea is niet van mening dat alle geselecteerde geneesmiddelen
kunnen worden toegepast bij alle indicaties. Binnen de AOC zijn
echter wel geneesmiddelen met dezelfde indicaties die onderling
concurreren. Infliximab is niet opgenomen vanwege de
toedieningsvorm (IV).
Op dit moment is er slechts 1 AOC in procedure. Alleen in het geval
er geen- of geen rechtsgeldige inschrijving komt zal Achmea geen
overeenkomst sluiten.
Zie antwoord vraag 39. Achmea zal nimmer ongeoorloofde invloed
uitoefenen op het voorschrijfgedrag.
Pagina 27 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
196
197
198
199
200
201
202
Wordt in de AOCs een onderverdeling gemaakt o.b.v. indicatiegroepen per
geneesmiddelen omdat niet ieder geneesmiddel voor dezelfde indicaties
ingezet kan worden. Zo ja kunt u aangeven hoe de groepen specifiek zijn
gedefinieerd en op basis van welke verifieerbare data? Zo nee, waarom
niet?
Voor welk percentage van de TNF alfaremmers markt koopt Achmea in voor
2015?
Achmea heeft de rekenvolumes in bijlage 4, gebaseerd op eigen data en die
van Vektis. Daarnaast heeft Achmea inschattingen gemaakt voor zowel het
aantal nieuwe patiënten als switch patiënten. Welke berekeningen en
formules heeft Achmea voor deze berekeningen gebruikt? Is Achmea bereid
deze berekeningen te overleggen en hier een controle op te laten verrichten
door een onafhankelijke partij? Zijn in deze getallen alle door de
zorgaanbieders ingebrachte eventuele volumes meegenomen?
Het rekenvolume is een op feiten gebaseerde best mogelijke schatting
waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Wat gebeurt er als het
beoogd volume niet wordt gehaald? Is Achmea bereid een bandbreedte
overeen te komen met inschrijvende partijen en compensatie aan te bieden
wanneer men hier buiten komt?
NZa maximum tarieven voor 2015. Omdat deze tarieven nog niet definitief
zijn vastgesteld: Kan Achmea aangeven welke bron zij gebruikt voor de NZa
maximumtarieven? Is Achmea voornemens om de door de NZa te
publiceren definitieve maximumtarieven te gaan hanteren? Zo nee, waarom
niet?
We kunnen korting geven op het NZa-maximumtarief 2015 voor onze
producten. Kunnen we dit voor elke SKU verschillend aanpakken? Kunnen
we ook een % korting geven dat verschillend is voor 1ste, 2de of 3de keus?
Wie is/wordt er uitgenodigd om bij het openen van de enveloppen
aanwezig te zijn en welke informatie wordt daar bekend gemaakt?
Zie de antwoorden op de vragen 62,63,64,65,66,67 en 68.
Zie het antwoord op vraag 99.
Bij het verschijnen van de nota van inlichtingen zal de aangepaste
opgave van de deelnemende zorgaanbieders, het volume en of het
Achmea- of totaal volume betreft mede gepubliceerd worden in het
digitaal invulbestand van 3 oktober 2015. Achmea maakt hierbij
gebruik van de eigen declaratiedata, Vektis gegevens en de opgave
van de deelnemende zorgaanbieders.
Het kan voorkomen dat de volume ontwikkeling anders verloopt
dan op dit moment ingeschat kan worden. Er zijn diverse afspraken
van kracht waarbij er sterk gestuurd wordt op doelmatigheid en
gepast gebruik. Het aanbieden van een compensatie bij 'het niet
halen van het volume' is niet mogelijk.
De gebruikte bron is te vinden op een openbare pagina van de
NZa:http://www.nza.nl/regelgeving/tarieven/ziekenhuiszorg/tarieve
nDBCDOT/tarieven-prestaties-DBC-DOT/
Nee, er kan slechts 1 kortingspercentage worden aangeboden.
Geïnteresseerde belanghebbende kunnen aanwezig zijn bij het
openen van de enveloppen. Zie verder de antwoorden op de vragen
94, 95 en 96.
Pagina 28 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
203
204
205
206
207
208
209
Welke partijen zijn er (contractueel) aan gehouden om de informatie
vertrouwelijk te behandelen? Welke straf staat op het openbaar maken van
vertrouwelijke informatie waaronder de ingediende prijzen? Zijn er partijen
die niet tot vertrouwelijkheid gehouden zijn? Zo ja welke partijen zijn dit en
waarom?
Welke informatie vanuit de tender krijgen deelnemende zorgaanbieders?
Alleen volgorde en prijsverschil tussen de ingeschreven geneesmiddelen? En
welke overige informatie?
Welke maatregelen neemt Achmea om te voorkomen dat vertrouwelijke
informatie wordt openbaargemaakt door deelnemende zorgaanbieders of
anderen?
Kan Achmea garanderen dat kortingspercentages niet bekend worden bij
zorgaanbieders? Niet via een directe weg noch dat de zorgaanbieder
achteraf kortingspercentages zelf kan berekenen?
Is Achmea bereid om een Trusted Third Party (TTP) in het proces van
opstellen van kosten, het uitvoeringsproces verrekening van kortingen en
ter verificatie van data et cetera aan te stellen? Zo nee, waarom niet? Zo ja
wat zijn dan de procedures en afspraken die er met de TTP worden
gemaakt?
De kosten die de distributie van de inschrijver naar zorgaanbieder en/of
groothandel met zich meebrengt, worden geacht te zijn opgenomen in de
geoffreerde prijs? Bij andere tenders ontvangen inschrijvers een standaard
vergoeding voor distributie. Waarom is dit thans niet het geval?
Achmea zal periodiek een onderbouwde creditnota voor het afrekenen van
de korting aanleveren aan de inschrijver. Op welke databronnen zal dit
worden gebaseerd, welke periodes zullen worden gehanteerd en welke
mogelijkheden krijgt de inschrijver om deze gegevens te controleren?
De personen die kennis hebben over de inhoud van de
inschrijvingen zijn contractueel gehouden aan geheimhouding. Voor
het overige heeft iedereen zich te houden aan de relevante wet- en
regelgeving.
De deelnemende zorgaanbieders krijgen alleen informatie over de
rangorde.
Achmea maakt hierover afspraken met de deelnemende
zorgaanbieders. Geheimhouding is in het belang van alle betrokken
partijen.
Zie het antwoord op vraag 154.
Ja, Achmea is bereid hiervoor een TTP in te schakelen. Over de
procedures en de afspraken worden partijen die daadwerkelijk een
rechtsgeldige bieding hebben gedaan later geconsulteerd.
Er zijn uiteenlopende vormen van distributie die het werken met
een standaard vergoeding onmogelijk maken.
De gebruikte databronnen betreffen de declaratiegegevens van de
deelnemende ziekenhuizen. De gehanteerde periode zal worden
afgestemd met de inschrijvers, deelnemende ziekenhuizen en de
TTP. De controle mogelijkheden zijn onderwerp van de genoemde
consultatie in het antwoord op vraag 207.
Pagina 29 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
210
211
212
213
214
215
216
Hoe verlopen de financiële en logistieke stromen als het ziekenhuis heeft
besloten om Achmea centraal te laten inkopen voor haar gehele patiënten
populatie en hoe vindt dan rapportage plaats over het deel dat bestemd is
voor de niet Achmea patiënten populatie in het ziekenhuis? Hoe wordt er
inzicht gegeven in de niet Achmea gegevens?
Paragraaf 4.2.1 Te offreren kortingen. Hier wordt gesteld dat “De geboden
korting is van toepassing op alle add-on declaraties over het gerealiseerde
volume van de deelnemende zorgaanbieders. De afrekening van de korting
vindt plaats op basis van declaraties in het schadejaar 2015”. Hoe gaat
Achmea inschrijvers inzicht bieden in de juistheid van deze gegevens?
Graag uw toelichting op het punt 3.5.2. ad. C (pagina 15): Orders
aanpassen/weigeren: wat bedoelt Achmea hier mee?
Met betrekking tot punt 3.5.2. ad. D, (pagina 15). Inschrijvers hebben geen
controle over de voorraad (beschikbaarheid NL markt) wanneer deze
distributiecentra van de inschrijver heeft verlaten. Gaat Achmea daarom
voorraadbeheer ten gunste van deelnemende zorgaanbieders regelen met
groothandels in Nederland?
In de modelovereenkomst (pag.28) staat; Opdrachtnemer levert conform de
in artikel 2 genoemde overeenkomstdocumenten aan opdrachtgever de aan
hem op basis van de inkoopprocedure gegunde AOC geneesmiddelen
binnen 3 werkdagen na een order van een groothandel en/of
zorgaanbieder. Wat is locatie waar afgeleverd dient te worden, hoe regelt
Achmea de opslag, het transport en draagt Achmea zelf zorg voor de
distributie?
Stel dat een deelnemende zorgaanbieder 25% of een hoger percentage van
nieuwe patiënten op een ander dan het door Achmea vastgestelde meest
doelmatigste middel dient te zetten, wat doet Achmea in dit geval en hoe
staat Achmea hier ten opzichte van het recht op aanspraak van de
verzekerde?
Is deze onderbouwing voor alle indicaties en alle middelen van toepassing?
Aan de logistieke en financiële stromen verandert niets. De
rapportage zal ook voor dit deel van het volume worden gebaseerd
op de declaratiegegevens welke verwerkt worden door de TTP.
Zie het antwoord vraag 207.
Deze bepaling is onderdeel van de leveringszekerheid.
Nee, Achmea gaat hierover geen bijzondere afspraken maken met
groothandels.
Nee, Achmea zal niet betrokken zijn bij het orderproces, de
distributie, de opslag of het transport. De strekking van het
betreffende artikel is het in stand houden van de huidige praktijk
maar daarbij wel een garantie vragen op tijdige verwerking van
orders in het kader van de leveringsbetrouwbaarheid.
Zie het antwoord op vraag 163.
Ja.
Pagina 30 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
217
218
219
220
221
222
223
224
225
Welke afspraken heeft Achmea gemaakt met de deelnemende
zorgaanbieders m.b.t. afdoende registratie van gebruikte merken,
batchnummers, eventuele bijwerkingen en effectiviteitmeting van gebruikte
geneesmiddelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke?
Is Achmea, gezien het feit dat zij ‘switchen’ bij TNFi’s in haar leidraad en in
haar inkoopbeleid bespreekt met zorgaanbieders, van mening dat zij
verantwoording draagt op het gebied van het verloop van switchen?
Hoe gaat Achmea het proces van switch monitoren en bewaken en welke
garanties gaat Achmea afgeven dat er niet om andere, dan medische
redenen, geswitcht gaat worden?
Welke penalty’s heeft Achmea opgenomen indien zorgorganisaties toch
switchen om NIET medische redenen en hoe gaat Achmea om met de
informatie verstrekking hierover?
Het IC farma model stuurt op Prijs en Volume. Worden inschrijvende
partijen ook betrokken bij kwaliteit en innovatie? Zo ja, hoe?
Hoe ziet Achmea de rol van de niet inschrijvende partijen en nietdeelnemende ziekenhuizen op het terrein van kwaliteit en innovatie gezien
het feit dat Achmea bij hen ook verantwoordelijkheid draagt?
Welke maatregelen heeft Achmea getroffen om onderbehandeling te
signaleren en aan te pakken?
Hoe worden inschrijvende partijen betrokken bij de punten kwaliteit en
innovatie? En de rol van de niet inschrijvende partijen en niet-deelnemende
ziekenhuizen?
Op welke gronden mogen zorgaanbieders besluiten om geneesmiddelen uit
te sluiten?
Nee, hierover zijn geen bijzondere afspraken gemaakt aangezien dit
niet relevant is voor de gezamenlijke inkoop of de inkoopprocedure.
Nee. De voorschrijver is de eindverantwoordelijke voor het bepalen
van het geneesmiddel wat een patiënt dient te gebruiken.
Achmea en de deelnemende zorgaanbieders zullen relevante
gegevens monitoren en indien nodig met elkaar bespreken. Zie
verder antwoord vraag 218.
Er zijn geen penalty's afgesproken. Zie ook antwoord vraag 218 en
vraag 219.
Het kan zijn dat inschrijvende partijen betrokken worden bij het
invullen van de innovatieagenda welke leidend zal zijn voor het
besteden van de innovatiegelden. Dit is afhankelijk van de
onderwerpen die Achmea samen met deelnemende zorgaanbieders
agendeert.
Achmea acht deze vraag niet relevant voor deze inkoopprocedure.
Deze vraag is te onduidelijk gesteld om te kunnen beantwoorden.
Zie het antwoord op vraag 221 en 222.
Deze vraag is te onduidelijk gesteld om adequaat te kunnen
beantwoorden.
Pagina 31 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
226
227
228
229
230
231
De rangorde (pag.18) is bepalend bij de keuze van het geneesmiddel bij
nieuwe gebruikers. De zorgaanbieders dienen bij nieuwe gebruikers een
compliance op het voorkeursgeneesmiddel te behalen van minimaal 80
procent. Kunt u aangeven op welke verifieerbare gegevens u dit percentage
baseert? Tevens zijn wij van mening dat door het niet op voorhand
onderbouwen van deze informatie de leidraad en de procedure als zodanig
niet juist is uitgevoerd. Wat is de reactie van Achmea op dit standpunt?
Het strikt opleggen van 80 procent compliance om het voorkeursmiddel
voor te schrijven kan in strijd zijn met de vrijheid van een arts om altijd het
juiste middel voor te schrijven bij nieuwe patiënten. Zal Achmea bij
voorkomende gevallen de 80 procent regel handhaven? Zo, ja wat zijn dan
de maatregelen waar de voorschrijver mee te maken krijgt?
AOC omschrijving: Zoals ook blijkt uit format 4, worden subcutaan en
intraveneus van elkaar onderscheiden en wordt vervolgens in deze
inkoopprocedure intraveneus buiten beschouwing gelaten. Wat is de reden
voor dit onderscheid en het vervolgens buiten beschouwing laten van iv?
Ontstaat daarmee niet een ongelijk speelveld tussen deze twee groepen,
aannemende dat ze bij nieuwe patienten medisch uitwisselbaar zijn?
AOC omschrijving: wat betekent de zinsnede dat deelnemende
zorgaanbieders de mogelijkheid hebben “een bepaald geneesmiddel uit of
in een cluster te zetten”? Dit maakt het te verwachten volume voor
inschrijvers nog onzekerder dan het toch al is. Wordt voorafgaand aan de
inschrijving dit kenbaar gemaakt aan de inschrijvers?
Hier staat dat Achmea in voorkomende gevallen een nieuwe
inkoopprocedure kan uitvoeren. Wat betekent dat voor de op dat moment
(op basis van de eerdere inkoopprocedure) bestaande afspraken met
leveranciers? Zie ook de omschrijving van het begrip “realisatiefase” op
pag. 6: fase van 1/1/2015 t/m 31/12/2015 waarin het voorkeursbeleid geldt
voor de deelnemende zorgaanbieder.
kortingen “onder couvert”: wie komen dit te weten?
Zie antwoorden op de vragen 38-53. Achmea is van mening van de
Leidraad en de procedure juist zijn uitgevoerd.
Zie de antwoorden op de vragen 38-53.
Het buiten de procedure houden van IV is gedaan op aangeven van
(potentieel) deelnemende zorgaanbieders. Of er een ongelijk
speelveld ontstaat is afhankelijk van het beleid ten aanzien van de
uitgesloten producten. Dit beleid maakt geen onderdeel uit van
deze inkoopprocedure.
Zie de antwoorden op de vragen 21 tot en met 30.
Zie het antwoord op vraag 3.
De hoogte van de biedingen zullen bekend zijn bij Achmea team
intramurale farmacie (inkopers + manager), de notaris en bij de TTP.
Pagina 32 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
232
wat wordt hier bedoeld met “onderhandse deals” en hoe controleert
Achmea hier op?
233
Kan Achmea ziekenhuizen die ook t.a.v. de inkoop voor niet Achmea
verzekerden meedoen aan de Gezamenlijke Inkoop juridisch binden aan de
compliance afspraken voor de niet-Achmea verzekerden en zo ja wat zijn
bij niet naleving dan de sanctiemogelijkheden?
Wat wordt er precies bekend gemaakt aan de aanwezigen bij de
bijeenkomst bij de notaris op 20 oktober 2014?
Voorbehouden. Hoe kan het zijn dat Achmea tussentijds (dus bijvoorbeeld
ook nadat de inschrijvers hun bieding hebben gedaan) het voorkeursbeleid
mag wijzigen? Dit recht wordt hier ongeclausuleerd en zonder plicht tot
schadevergoeding geclaimd. Dat maakt de positie van de inschrijvers wel
zeer onzeker.
234
235
236
237
Hier wordt gesproken over de voorwaarden t.a.v. houdbaarheid en daarbij
wordt verwezen naar de modelovereenkomst in Hoofdstuk 8 van de
Leidraad. Daarin staat echter geen artikel t.a.v. houdbaarheid. Wat zijn de
eisen c.q. Voorwaarden t.a.v. de houdbaarheid?
uitsluitingsgronden. Het is begrijpelijk dat Achmea zich ervan wil
vergewissen dat zij met betrouwbare leveranciers te maken heeft. Van
grote bedrijven kan echter niet worden verlangd in de volle breedte van het
bedrijf te voldoen aan álle genoemde punten onder 3.4. Dat geldt vooral bij
het 4e en 6e punt. Waar het hier ons in ziens in deze procedure om gaat, is
dat de inschrijver/leverancier op de voor deze inkoop relevante gebieden
geen juridische kwesties heeft en/of kwesties met de Inspectie. Kan Achmea
deze passage daarop toespitsen?
Zie antwoord vraag 19. Achmea zal hier niet actief op controleren of
op voorhand sancties instellen. Beleid op dit punt zal worden
gemaakt samen met de deelnemende zorgaanbieders.
Ja, de 80%-doelstelling betreft het gehele volume dat ingebracht is
door de deelnemende zorgaanbieder. Zie verder de antwoorden op
de vragen 40,45,52,53 en 54.
Zie antwoord vragen 94, 95 en 96.
De rangorde staat vast en kan niet wijzigen. De uitwerking binnen
een indicatiegroep kan wel wijzigen in het geval dat een product een
nieuwe geregistreerde indicatie verkrijgt. Bv product op positie 1 in
de rangorde maar zonder registratie voor indicatie Y heeft initieel
niet de voorkeur voor indicatie Y. Zodra dit product de registratie Y
krijgt zal het voorkeursproduct zijn voor indicatie Y. Immers had het
product in de rangorde de beste positie.
De te leveren producten dienen dezelfde houdbaarheidstermijn te
hebben als de producten geleverd in de afgelopen 12 maanden.
Dit zijn voor een inkoopprocedure gangbare vereisten en Achmea
handhaaft deze vereisten onverkort.
Pagina 33 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
238
239
240
241
242
243
244
245
246
247
248
leveringszekerheid: als een ziekenhuis aan wie wij leveren niet aan zijn
(betaal-) verplichtingen voldoet, hebben wij geen leveringsplicht. Dit geldt
ook voor “ICF ziekenhuizen”. Hoe houdt Achmea hiermee rekening? Let wel:
Het ICF model vergt nog steeds wel dat er ook een leveringscontract is
tussen farmaceutisch bedrijf en ziekenhuis.
Aan welke eisen en voorwaarden dient een onderaannemer te voldoen?
De afrekening gaat over declaraties “in het schadejaar 2015”: wat wordt
daarmee bedoeld? Gaat het niet om de declaraties van verleende zorg in
het jaar 2015? En tot hoe lang kan dit declaratieproces in de tijd doorlopen?
Wat is de periodiciteit van de afrekening?
wat is de reden om bij daling van het NZa maximumtarief voor een add on
de nieuwe prijs te hanteren als grondslag en bij stijging het huidige tarief te
behouden? Is dat niet een erg eenzijdige benadering?
hoe zien de indicatiegroepen er uit? Dit wordt ook niet duidelijk uit Format
4. Hiermee samenhangend: uit eerdere informatie van Achmea kregen wij
de indruk dat er onderscheid zou worden gemaakt tussen drie
indicatiegroepen: indicaties mdl, indicaties dermatologie, indicaties reuma.
Is dat niet meer aan de orde? Het lijkt er nu op dat alle indicaties bijeen
worden genomen in één groep.
er wordt gesproken over peildatum 1 oktober 2015. Moet dit niet zijn 2014?
wat is de sanctie voor een ziekenhuis als de geheimhoudingsplicht t.a.v. de
afrekening wordt geschonden?
bij gelijke bieding volgt loting. Is dat redelijk bij een procedure waar het om
een zo groot (financieel) belang gaat?
Over welk volume wordt de compliance bepaald: betreft dit alle patienten
die gebruik maken van TNF middelen of alleen de patienten die subcutane
middelen gebruiken?
Wat gebeurt er indien een zorgaanbieder niet aan de 80% compliance eis
voldoet (sancties?) en wordt dit voor ons (per ziekenhuis) inzichtelijk?
Welke compensatie ontvangt de inschrijver die daardoor volume mist?
Er zal inderdaad een leveringscontract moeten zijn tussen de
zorgaanbieder en een groothandel / fabrikant. Achmea voorziet niet
op voorhand in de situatie waarin een ziekenhuis niet aan haar
betaalverplichtingen kan voldoen. Mocht deze situatie zich
voordoen zal Achmea in overleg treden met betrokken partijen.
Aan dezelfde eisen en voorwaarden als de hoofdaannemer.
Het betreft in 2015 aan de patiënt afgeleverde geneesmiddelen. Het
declaratieproces kan tot medio 2016 lopen.
Zie het antwoord op vraag 209.
Zie het antwoord op vraag 182.
Zie het antwoord op de vragen 193 en 196.
Zie het antwoord op vraag 17.
Zie het antwoord op vraag 205.
Achmea acht dit objectief, transparant en daarmee ook redelijk.
De compliance zal worden gemeten over het totale volume binnen
het AOC. Hierbij zal gekeken worden naar het percentage nieuwe
gebruikers op een voorkeursmiddel versus het totaal aantal nieuwe
gebruikers.
Zie het antwoord vraag 21.
Pagina 34 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
249
250
251
252
253
254
255
256
Waarop is het percentage van 80% compliance gebaseerd.?
hier wordt gesproken over “switcher”. Kan Achmea bevestigen dat switchen
louter kan op medische gronden? Wij adviseren het begrip “switcher” toe te
voegen aan de definitielijst onder 1.3.
Is het juridisch vol te houden dat in geval van beëindiging op grond van een
rechterlijke uitspraak er in geen enkel geval sprake kan zijn van vergoeding
van kosten of schade bij de contractant (= inschrijver/leverancier)?
declaraties via “derde partij”: hoe zorgt Achmea er voor dat dit een
zorgvuldige en juiste procedure is?
Achmea resp. een derde partij enerzijds en leveranciers anderzijds hebben
belang bij een creditnota waarover geen discussie ontstaat (bijvoorbeeld
over volumes, over welke zorgverzekeraar het betreft, over datum van
zorglevering, over Nederlands vs buitenlands specialité etc.) en waar beide
partijen vertrouwen in hebben. Hoe gaat Achmea daar voor zorgen? Zou
Achmea willen overwegen hier gebruik te maken van de inzet van een
trusted third party die onafhankelijk toeziet op de juistheid van de gegevens
die ten grondslag liggen aan de creditnota? (denk aan accountant)
Aan de inkoopprocedure nemen ook academische ziekenhuizen deel. Zoals
bekend, worden academische ziekenhuizen beschouwd als
publiekrechtelijke organen waarop Europese Aanbesteding van toepassing
is. Is dat dat nu voor deze ICF procedure ook niet het geval?
Kan Achmea bevestigen dat de in format 4 genoemde deelnemende
ziekenhuizen onvoorwaardelijk akkoord zijn met de voorwaarden van ICF
zoals in de eerdere ICF brochure vermeld? Kernpunt daarin: compliance op
het voorkeursmiddel van minimaal 80%. Zie ook het gestelde op pag. 8 en
18.
in format 4 worden aantallen patienten genoemd. Zijn dit cijfers op
jaarbasis? Is het mogelijk deze aantallen te specificeren naar indicatie?
Zie het antwoord op vraag 21.
Zie het antwoord op vraag 21.
Ja, dit acht Achmea redelijk. Het is ook transparant en daarmee is
dit een helder standpunt.
Zie het antwoord vraag 21.
Nee.
Zie het antwoord op vraag 102.
Ja, Achmea kan bevestigen dat alle zorgaanbieders
onvoorwaardelijk akkoord zijn met de gestelde voorwaarden aan
deelname aan de gezamenlijke inkoop.
Zie het antwoord op vraag 79. Achmea zal deze cijfers niet
specificeren per indicatie.
Pagina 35 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
257
258
Onlangs is door de rechter bevestigd dat een zorgverzekeraar een
aanbestedingsplichtige publiekrechtelijke instelling is. Daarnaast blijkt uit
de Leidraad en de bijlagen daarbij dat Achmea de onderhavige
inkoopprocedure mede uitvoert in opdracht van en namens academische
ziekenhuizen.
Vraag: Kan Achmea bevestigen dat de Aanbestedingswet 2012 van
toepassing is op onderhavige inkoopprocedure? Zo Ja, is Achmea bereid de
bepalingen in de Leidraad en de Modelovereenkomst aan te passen
overeenkomstig de vereisten van de Aanbestedingswet 2012? Indien
Achmea van mening is dat de Aanbestedingswet 2012 niet van toepassing is
op de onderhavige inkoopprocedure, kan Achmea toelichten waarom zij
meent dat dit niet het geval is?
De inkoopprocedure heeft onder meer betrekking op Add-oncluster (AOC)
TNF-Alfaremmers. Uit format 4 bij de Modelovereenkomst maken wij op
dat de inkoopprocedure meer specifiek betrekking heeft op de
geneesmiddelen adalimumab (Humira), certolizumab pegol (Cimzia),
etanercept (Enbrel), golimumab (Simponi) en ustekinumab (Stelara). Deze
geneesmiddelen zijn blijkens hun handelsvergunning geregistreerd voor
verschillende indicaties. Dat betekent dat sommige geneesmiddelen voor
meer of andere indicaties zijn geregistreerd dan andere geneesmiddelen
binnen het AOC. De door de NZa vastgestelde add-ons zijn gekoppeld aan
de indicaties waarvoor de betreffende geneesmiddelen zijn geregistreerd.
Blijkens paragraaf 4.3. van de Leidraad wordt per indicatiegroep een
specifieke rangorde vastgesteld waarbij wordt uitgegaan van de
geregistreerde indicatie(s) per peildatum 1 oktober 2015 (bedoeld is
waarschijnlijk 1 oktober 2014).
Vragen:
a. Betekent het bovenstaande dat per indicatie waarvoor het
geneesmiddel is geregistreerd een korting dient te worden aangeboden en
dat Achmea voor iedere geregistreerde indicatie afzonderlijk een rangorde
zal vaststellen? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea
nader toelichten hoe de indicatiegroepen zijn samengesteld?
Zie het antwoord op vraag 102.
Er kan geen korting worden geboden per indicatie maar slechts 1
(één) kortingspercentage. De rangorde zal worden toegepast per
indicatie voor zover de producten de betreffende registratie
hebben. Zie ook het antwoord op vraag 13.
Pagina 36 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
259
Toelichting: Binnen een hoofdindicatie zijn er verschillende geregistreerde
indicaties. Zo kunnen als voorbeelden van geregistreerde indicaties binnen
de hoofdindicatie reumatoïde artritis worden genoemd: behandeling van
ernstige, actieve en progressieve reumatoïde artritis bij patiënten die niet
eerder behandeld zijn met methotrexaat en behandeling als monotherapie
van patiënten met reumatoïde artritis die intolerant zijn voor methotrexaat.
b. De aanname is dat er een adviesraad betrokken is geweest bij de
samenstelling van de add-onclusters. Kan Achmea bevestigen dat dit het
geval is en, zo ja, kan Achmea toelichten wie er zitting hebben in deze
adviesraad? Indien er geen adviesraad betrokken is geweest bij de
samenstelling van de add-onclusters, op welke wijze zijn de medisch
specialisten van de deelnemende zorgaanbieders betrokken geweest bij de
samenstelling van het AOC en de samenstelling van de indicatiegroepen en
hoe zijn patiëntenorganisaties hierbij betrokken geweest?
c.
Kan Achmea bevestigen dat de opname van geneesmiddelen in
indicatiegroepen geschiedt aan de hand van de geregistreerde indicatie?
Indien het antwoord op deze vraag “nee” luidt, kan Achmea dit nader
toelichten?
Op grond van een inschatting gebaseerd op de Achmea-populatie komt
Achmea tot een dynamische populatie in de periode H2-2012 – H1-2013
van ongeveer 25% (1636 van het totaal 4617). Bovendien stelt Achmea dat
de deelnemende zorgaanbieders bij nieuwe patiënten een compliance op
het voorkeursmiddel dienen te behalen van 80%: dat wil zeggen dat bij
minimaal 80% van de nieuwe gebruikers wordt gestart met het
voorkeursmiddel. Achmea zorgt voor informatievoorziening en monitoring
over compliance en stimuleert zorgaanbieders om het percentage van 80%
compliance te behalen. In geval van “switchers” hebben de deelnemende
zorgaanbieders een verplichting om bij keuze van het geneesmiddel de
rangorde aan te houden voor zover dit medisch inhoudelijk
verantwoordelijk is.
Er is geen adviesraad betrokken geweest bij het vaststellen van het
AOC. Zie verder de antwoorden op vraag 5,6,14 en 15.
Ja.
Vragen:
Pagina 37 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
a. Zijn de cijfers van Achmea over de omvang en samenstelling van de
dynamische populatie geverifieerd door de desbetreffende specialisten van
de deelnemende zorgaanbieders en komen deze overeen met algemeen
bekende gegevens en behandelrichtlijnen?
b. Kan Achmea nader toelichten waarop zij het compliance percentage
van minimaal 80% baseert? Daarbij wordt Achmea verzocht het volgende in
aanmerking te nemen:
i.
In de NVR richtlijn voor axiale SpA staat dat de verschillende TNF
blokkers een ander effect kunnen bezitten op extra-axiale manifestaties. De
richtlijn stelt dat dit bij de keuze in de praktijk relevant kan zijn. Extra axiale
manifestaties komen bij meer dan 20% van de axiale SpA patiënten voor.
Hoe verhoudt dit zich tot het compliance percentage van minimaal 80%?
ii. De keuze voor een biological is een zorgvuldige afweging tussen arts en
patiënt. Zo staat in de NVDV richtlijn psoriasis 2012 dat de
behandelingskeuze die een arts in samenspraak met de patiënt maakt,
multifactorieel is bepaald. De belangrijkste overwegingen betreffen de
unieke situatie van de patiënt (preferentie, comorbiditeit, therapeutische
voorgeschiedenis, leefstijlfactoren, geslacht e.d.), de karakteristieken van de
mogelijke behandelingen (effectiviteit, veiligheid, toedieningswijze, kosten,
e.d.) en de ervaring van de behandelend arts.). Hoe verhoudt deze richtlijn
zich tot het compliance percentage van 80%?
iii. Zijn er door Achmea of door de deelnemende zorgaanbieders
objectieve criteria vastgesteld op basis waarvan deelnemende
zorgaanbieders de keuze mogen maken voor een ander AOC geneesmiddel
dan het voorkeursgeneesmiddel? Zo nee, is Achmea bereid om een lijst met
objectieve criteria te ontwikkelen (lijst met uitzonderingen) op basis
waarvan afgeweken mag worden van het voorkeursbeleid en die voor de
sluiting van de inschrijving bekend te maken aan inschrijvers en
zorgaanbieders?
Nee, deze cijfers zijn gebaseerd op Achmea declaratiedata. Zie ook
antwoord op vraag 192.
Zie het antwoord op de vragen 38, 39, 45, 46 en 47.
Deze richtlijn past in de gemaakte afspraken met de deelnemende
ziekenhuizen.
Deze richtlijn past in de gemaakte afspraken met de deelnemende
ziekenhuizen.
Dit is niet nodig en zelfs onwenselijk. Dit is ter beoordeling van de
medisch specialist.
Pagina 38 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
c.
De Leidraad vermeldt in paragraaf 1.3 dat een nieuwe gebruiker een
patiënt is die niet eerder een AOC geneesmiddel heeft gebruikt of een
patiënt is die moet switchen naar een ander AOC geneesmiddel als gevolg
van onvoldoende respons en/of teveel bijwerkingen bij gebruik van een
eerder AOC geneesmiddel of een patiënt is die eerder een AOC
geneesmiddel heeft gebruikt maar waarbij bij gebruik volgens voorschrift de
laatste toediening tenminste 6 maanden geleden is.
i.
Waarop is de termijn van 6 maanden na de laatste toediening bij
patiënten die eerder een AOC geneesmiddel hebben gebruikt gebaseerd?
ii. Bij behandeling van patiënten met reumatoïde artritis wordt gekeken
of patiënten kunnen stoppen met het gebruik van hun biological nadat zij
enige tijd in remissie zijn. Wanneer de patiënt een opleving van de ziekte
krijgt na bijvoorbeeld 7 maanden dan is deze patiënt volgens de definitie in
paragraaf 1.3 van de leidraad een nieuwe gebruiker. Kan Achmea
bevestigen dat deze patiënten niet als nieuwe gebruiker worden
aangemerkt en worden teruggezet op het initiële biological?
d. Geldt het compliance percentage van minimaal 80% per indicatiegroep
of heeft het compliance percentage van minimaal 80% betrekking op het
gehele OAC?
e. Op welke wijze kan dit compliance percentage worden gegarandeerd
en/of en op welke wijze is dit percentage vastgelegd in de overeenkomst
tussen Achmea en de deelnemende zorgaanbieders? In dit verband wordt
Achmea gevraagd tevens toe te lichten of aan non-compliance met het
percentage van minimaal 80% sancties of andere maatregelen zijn
verbonden en op welke wijze Achmea zorgaanbieders “stimuleert” om zich
aan de afgesproken compliance percentages te houden?
f.
Hoe verhouden de hiervoor bedoelde afspraken met de
zorgaanbieders zich tot het verbod voor zorgverzekeraars om op welke
wijze dan ook het voorschrijfgedrag van de arts te beïnvloeden?
Door verschillende zorgaanbieders wordt een termijn van 3
maanden aangehouden. Achmea heeft er voor gekozen hier 6
maanden van te maken.
Nee. Dit is ter beoordeling van de medisch specialist.
Dit heeft betrekking op het gehele AOC.
Zie het antwoord op vraag 52.
In deze procedure zijn geen belemmeringen voor de voorschrijvers.
De arts heeft vrije keuze bij het voorschrijven van geneesmiddelen.
Achmea geeft wel invulling aan haar regisseursrol op het gebied van
doelmatig voorschrijven.
Pagina 39 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
260
261
Paragraaf 4.1. van de Leidraad vermeldt dat inschrijvers in hun bieding
dienen aan te geven dat de inschrijver de Modelovereenkomst, zoals
opgenomen in hoofdstuk 8 van de Leidraad onvoorwaardelijk accepteert
en akkoord gaat met de daarin gestelde eisen en contractvoorwaarden.
Uit de Leidraad en de Modelovereenkomst en de daarbij behorende
bijlagen lijkt te volgen dat inschrijvers slechts één enkel
kortingspercentage kunnen opgeven.
Vraag: Aangezien het te verwachten volume afhankelijk is van de
uiteindelijke plaats in de rangorde per indicatiegroep, is Achmea bereid de
inkoopprocedure zodanig in te richten dat inschrijvers verschillende
kortingspercentages kunnen aanbieden voor de verschillende
indicatiegroepen en of afhankelijk van de plaats in de rangorde die
uiteindelijk zal worden verkregen?
Format 4 bij de Modelovereenkomst bevat een lijst van deelnemende
zorgaanbieders en een lijst van de volumes per AOC geneesmiddel.
Vragen:
a. Kan Achmea bevestigen dat deze lijst en het ingebrachte volume
gedurende de looptijd van de overeenkomst niet wordt gewijzigd?
i. Het is bekend dat Achmea na publicatie van de
Leidraad via twitter heeft gecommuniceerd dat de inschrijvingsperiode voor
deelnemende zorgaanbieders is heropend en verlengd tot 1 oktober 2014.
Kan Achmea bevestigen dat op 3 oktober 2014 een definitieve lijst van
deelnemende zorgaanbieders en het door hen ingebrachte volume bekend
zal worden gemaakt en dat, indien deze afwijkt van de lijst van
deelnemende zorgaanbieders die bij de Leidraad is gevoegd, de
inschrijftermijn wordt verlengd tot 24 oktober 2014 om 17.00 uur zodat
inschrijvers hun berekeningen en afwegingen kunnen aanpassen aan het
gewijzigde volume?
Nee, het is niet mogelijk een bieding te doen die afhankelijk is van
de plaats in de rangorde.
Zie het antwoord op vraag 198.
Zie het antwoord op vraag 198. Achmea zal de inschrijftermijn niet
aanpassen.
Pagina 40 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
262
ii. Kan Achmea, ongeacht het antwoord op de
voorgaande vraag, bevestigen dat na het tijdstip van publicatie van de
definitieve nota van inlichtingen c.q. na het beantwoorden van de laatste
vraag aan inschrijvende partijen een periode van ten minste twee weken
wordt geboden tot de sluitingsdatum voor het indienen van de offerte?
b. Achmea heeft de volumes bestaande patiënten, nieuwe gebruikers,
switch en dynamische populatie per geneesmiddel weergegeven en niet per
deelnemende zorgaanbieders en per indicatie. Is Achmea bereid ten
behoeve van de inschrijvers inzicht te verschaffen in het totale volume van
de betreffende geneesmiddelen per zorgaanbieder en/of per indicatiegroep
en/of per indicatiegroep per zorgaanbieder omdat de inschrijvers betere
berekeningen en scherpere aanbiedingen kunnen doen wanneer deze
gegevens bekend zijn?
c.
Is er bij het berekenen van de volumes per deelnemende
zorgaanbieder uitgegaan van een groei in het volume voor 2015 en, zo ja,
welk groeipercentage is gehanteerd?
d. Hoe is het totale volume per zorgaanbieder bepaald? Is bij het bepalen
van het volume per deelnemende zorgaanbieder, het Achmea volume
omgerekend naar een totaal volume en, zo ja, waarop is dit gebaseerd?
Add-onclusters worden gedefinieerd als een groep van addongeneesmiddelen met onderlinge concurrentie. Geneesmiddelen worden
als onderling concurrerend aangemerkt indien zij bij een zelfde
indicatiegebied kunnen worden toegepast, via een gelijke toedieningsweg
worden toegediend, en/of in het algemeen voor dezelfde
leeftijdscategorie zijn bestemd.
Vragen:
De publicatie van de nota van inlichtingen is op 3 oktober en de
sluitingsdatum voor het indienen van een bieding op 17 oktober.
Nee, Achmea zal dit inzicht niet verschaffen.
Nee, hierin is geen groei opgenomen.
Deze gegevens komen uit Vektis Zorgprisma.
Pagina 41 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
a. Voor etanercept geldt dat het geneesmiddel zowel als injectiepoeder
als injectievloeistof in de handel is en dat daarvoor verschillende addondeclaratiecodes gelden: 193349 injectiepoeder en 193350
injectievloeistof. Betekent dit dat de desbetreffende leverancier twee
verschillende aanbiedingen kan c.q. moet doen: een aanbieding voor
etanercept injectiepoeder en een aanbieding voor etanercept
injectievloeistof?
b. Hoewel sprake is van dezelfde toedieningsweg wordt de
injectievloeistof geprefereerd door artsen en patiënten hetgeen blijkt uit de
omzetcijfers die voor de injectievloeistof vele malen hoger zijn dan voor het
injectiepoeder.
i.
In het belang van de patiënt is het in het algemeen
onwenselijk dat een injectiepoeder variant als voorkeursgeneesmiddel
wordt aangewezen. Een patiënt wordt geacht om etanercept poeder zelf te
reconstitueren. Dit vergt vele extra handelingen (die fysiek onmogelijk
kunnen zijn voor bijvoorbeeld een patiënt met reumatoïde artritis) terwijl
een voorgevulde spuit of een injectiepen direct klaar zijn voor gebruik. Is
Achmea bereid de inkoopprocedure zodanig in te richten dat alleen
geneesmiddelen met de toedieningsvorm injectievloeistof worden
opgenomen in het AOC?
ii.
Kan Achmea de weergegeven volumes voor
etanercept splitsen in etanercept injectiepoeder en etranercept
injectievloeistof? Wat zijn de volumes voor etanercept injectiepoeder en
etanercept injectievloeistof per zorgaanbieder en of per indicatiegroep?
De betreffende fabrikant kan per product een bieding doen.
Nee, Achmea is niet bereid te procedure op deze manier aan te
passen.
Nee, Achmea zal dit inzicht niet verschaffen.
Pagina 42 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
263
c.
Ingevolge de definitie van “onderling concurrerend” worden
geneesmiddelen die via een andere toedieningsweg, bijvoorbeeld via een
infuus (bijvoorbeeld infliximab), worden toegediend niet als concurrerend
aangemerkt met de TNF alfaremmers die subcutaan worden toegediend.
Gelet op het feit dat deze middelen in de praktijk en op grond van de
medische richtlijnen wel onderling met elkaar concurreren, kan Achmea
toelichten waarom het gerechtvaardigd is om in het inkoopbeleid
verschillende AOCs te hanteren voor TNF-alfaremmers die via een
verschillende toedieningsweg worden toegediend en de TNF-alfaremmers
die via een andere toedieningsweg worden toegediend van de onderhavige
inkoopprocedure uit te sluiten?
d. Gelet op vraag c, kan Achmea toelichten of zij voornemens is
gedurende de looptijd van de op grond van de onderhavige
inkoopprocedure te sluiten overeenkomsten een vergelijkbare
inkoopprocedure te starten voor een AOC met TNF-alfaremmers met een
andere toedieningsweg, bijvoorbeeld infuusmiddelen, en wat daarvan de
gevolgen zijn voor de volumes en compliance percentages die Achmea nu
aan inschrijvers in het vooruitzicht stelt?
De leidraad vermeldt in paragraaf 1.3 als voorbeeld van een add-oncluster
(AOC) het AOC TNF-alfaremmers. De naam van het AOC impliceert dat het
cluster alleen TNF-alfaremmers bevat. In format 4 van het digitaal
invulbestand is het AOC TNF-alfaremmers weergegeven. Hieruit blijkt dat
ook het geneesmiddel ustekinemab onderdeel uitmaakt van het AOC TNFalfaremmers. Ustekinumab is echter geen TNF-alfaremmer maar een IL
12/23 remmer.
Vraag:
a. Kan Achmea toelichten wat bedoeld wordt met het AOC “TNFalfaremmers”? Hiermee wordt blijkbaar niet “TNF-alfaremmers” bedoeld
gezien de inclusie van ustekinemab (een IL12/IL23 remmer).
Dit is voortgekomen uit de voorselectie voor het AOC.
Het voeren van een nieuwe inkoopprocedure zal worden afgestemd
met de deelnemende zorgaanbieders en valt niet uit te sluiten.
Indien blijkt dat er massaal uitgeweken kan worden naar een
alternatief product wat op dit moment buiten de AOC valt, kan ook
besloten worden de huidige procedure te herhalen met een
aangepast AOC.
"TNF-alfaremmers" betreft de titel van het AOC.
Pagina 43 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
264
265
b. Kan Achmea bevestigen dat het AOC alle TNF-alfaremmers, dan wel
alle biologicals voor auto-immuunziekten bevat die voldoen aan de criteria:
zelfde indicatiegebied, gelijke toedieningsweg en/of in het algemeen voor
dezelfde leeftijdscategorie bestemd?
Een aantal TNF-alfaremmers/biologicals voor auto-immuunziekten zijn
opgenomen in het AOC. Anderen zijn niet opgenomen in het AOC. Een
aantal TNF-alfaremmers/biologicals die niet zijn opgenomen in het AOC
komen conform de NVR richtlijn wel als eerste keuze in aanmerking voor
patiënten die in aanmerking komen voor een TNF-alfaremmer/biological.
De behandelend arts heeft bij een nieuwe patiënt dus de keuze om te
starten met een AOC geneesmiddel of een geneesmiddel dat niet in het
AOC is opgenomen.
Vraag: Kan Achmea toelichten hoe het compliance percentage van minimaal
80% wordt berekend? Wordt het compliance percentage berekend door te
kijken naar alle nieuwe patiënten die zijn gestart met een AOC
geneesmiddel en wordt vervolgens het percentage dat is gestart met het
voorkeursmiddel bepaald? Of wordt het compliance percentage berekend
door te kijken naar alle nieuwe patiënten die in aanmerking komen voor
een TNF-alfaremmer/biological voor auto-immuunziekten en wordt
vervolgens berekend welk percentage met het voorkeursmiddel is gestart?
Indien het compliance percentage berekend wordt door uitsluitend de
geneesmiddelen in het AOC te beschouwen, hoe wordt voorkomen dat er in
de deelnemende ziekenhuizen geen verschuiving plaatsvindt ten gunste van
de TNF-alfaremmers/biologicals die niet het AOC zijn opgenomen? De
financiële voordelen van de inkoopprocedure zijn immers onzeker. Hoe
garandeert Achmea dat er een gelijk speelveld is voor TNFalfaremmers/biologicals die als eerste keuze in aanmerking komen voor
nieuwe patiënten en die wel of niet zijn opgenomen in het AOC TNFalfaremmers?
De Leidraad vermeldt in paragraaf 4 een termijn van gestanddoening tot 1
februari 2015. Anderzijds wordt vermeld dat de contractperiode en
realisatiefase reeds per 1 januari 2015 starten.
Het AOC bevat alle middelen zoals vermeld in het digitaal
invulbestand (format 4).
Zie antwoord op vraag 247. Verder hebben wij met deze procedure
de plaats van add-on TNFi's niet beïnvloed. Alleen bij het toepassen
van een add-on TNFi zal doelmatigheid een meer prominente rol
kunnen spelen bij de afwegingen van de arts.
Pagina 44 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
Vraag: Hoe verhouden deze verschillende termijnen zich tot elkaar?
266
267
268
Achmea maakt in de Leidraad een voorbehoud ten aanzien van
inschrijvingen die “irreëel” zijn.
Vraag: Wat wordt daarmee bedoeld?
De Leidraad vermeldt in paragraaf 4.1 dat de rangorde van
geneesmiddelen in een AOC wordt bepaald aan de hand van de
economisch meest voordelige inschrijving. Dit impliceert dat aanbiedingen
worden beoordeeld op de verhouding tussen prijs en kwaliteit. Anderzijds
blijkt uit paragraaf 4.3 van de Leidraad dat de rangorde uitsluitend wordt
bepaald aan de hand van het criterium “hoogste korting”.
Vragen:
a. Wordt de rangorde bepaald aan de hand van – uitsluitend – de korting
(in dat geval is het gunningscriterium “hoogste korting”) of spelen er ook
kwaliteit gerelateerde overwegingen een rol bij het vaststellen van de
rangorde (in het laatste geval is sprake van het gunningscriterium
“economisch meest voordelige inschrijving”)? Of wordt de rangorde
bepaald aan de hand van – uitsluitend - de prijs (in dat geval is het
gunningscriterium “laagste prijs”)?
b. Binnen de indicatie dermatologie moet met bepaalde middelen bij
zware patiënten dubbel gedoseerd worden. Kan Achmea toelichten waarom
er niet gekozen is voor het gunningscriterium “kosten per responder”?
Blijkens de Modelovereenkomst wordt de overeenkomst gesloten tussen
inkopende zorgverzekeraars handelend onder de naam Achmea Divisie
Zorg & Gezondheid als opdrachtgever en de betreffende
geneesmiddelenfabrikanten als opdrachtnemer en levert de
opdrachtnemer de desbetreffende geneesmiddelen aan opdrachtgever die
de geneesmiddelen inkoopt bij opdrachtnemer. De aanname is dat
Achmea de geneesmiddelen vervolgens doorverkoopt en levert aan de
deelnemende zorgaanbieders.
Indien gebruik moet worden gemaakt van de gestanddoening van
de bieding tot na 1-1-2015 kan de realisatiefase niet starten op 1-12015.
Zie het antwoord op vraag 173.
Het gunningscriterium is economisch meest voordelig en dit
criterium is opgenomen in de definities in de Leidraad.
Omdat er is gekozen voor het criterium economisch meest
voordelig.
Pagina 45 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
269
Vraag: Kan Achmea bevestigen of bovenstaande aanname juist is en, zo ja,
dat zij beschikt over alle benodigde vergunningen en goedkeuringen,
waaronder een groothandelsvergunning als bedoeld in artikel 18 van de
Geneesmiddelenwet, voor het inkopen, verkopen en leveren van
geneesmiddelen? Indien het antwoord op bovenstaande vraag “nee” luidt,
kan Achmea verduidelijken hoe de verhouding tussen opdrachtgever,
opdrachtnemer en zorgaanbieder is?
1. De geoffreerde korting dient achteraf via een creditnota aan Achmea
te worden betaald. Deelnemende zorgaanbieders kunnen deelnemen voor
wat betreft het Achmea volume of het totale volume.
Vragen:
a. Hoe komt de achteraf terugbetaalde korting ten goede aan
respectievelijk (i) de deelnemende zorgaanbieders, (ii) het innovatiefonds
dan wel andere projecten, (iii) Achmea verzekerden en Achmea zelf, en in
het bijzonder (iv) aan andere zorgverzekeraars en hun verzekerden in het
geval deelnemende zorgaanbieders het totale volume hebben ingebracht?
b. Gelet op vraag a, hoe is de governance geregeld?
c.
Indien een zorgaanbieder alleen het Achmea volume inbrengt, kan de
zorgaanbieder voor andere verzekerden buiten het Achmea volume nog
steeds zelf AOC geneesmiddelen inkopen bij de leverancier?
d. Aangenomen wordt dat de voorwaarden die zorgaanbieder en
leverancier voor het AOC geneesmiddel overeenkomen niet exact gelijk zijn
aan de voorwaarden die Achmea en inschrijver overeenkomen.
i.
Hoe kan Achmea garanderen dat deelnemende
zorgaanbieders de geneesmiddelen ten behoeve van het Achmea volume
inkopen via Achmea en overeenkomstig de tussen Achmea en de
leveranciers gesloten overeenkomst? Hoe voorkomt Achmea in dit verband
dat deelnemende zorgaanbieders die het Achmea volume hebben
ingebracht niet zelf het totale volume inkopen bij de leverancier?
Achmea heeft artikel 3 lid 1 van de modelovereenkomst aangepast,
in die zin, dat de woorden: "aan opdrachtgever" zijn gewijzigd in
'aan deelnemende zorgaanbieders'.
Zie het antwoord op vraag 91.
De governance zal met de deelnemende zorgaanbieders ingevuld
worden.
Ja.
Inschrijvers weten welke zorgaanbieders er mee doen en voor welk
volume.
Pagina 46 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
270
271
ii.
Hoe kan Achmea aan de leverancier inzicht
verschaffen dat de add-on declaraties waarover hij achteraf de korting
terugbetaalt uitsluitend betrekking hebben op het Achmea volume dat door
de deelnemende zorgaanbieder is ingebracht?
Paragraaf 1.3 van de Leidraad, onder de definitie van Add-oncluster (AOC),
vermeldt dat deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid hebben om
een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten.
Vragen:
a. Hoe verhoudt deze bepaling zich tot de volumes die zijn weergegeven
in format 4 bij de Modelovereenkomst?
b. Kan Achmea bevestigen dat zorgaanbieders alleen tijdens de fase
voorafgaand aan de inschrijving de mogelijkheid hebben om een bepaald
geneesmiddel uit of in een cluster te zetten?
c.
Op basis van welke criteria kunnen deelnemende zorgaanbieders een
bepaald geneesmiddel uit of in een cluster zetten?
d. Kan Achmea bevestigen dat geen van de deelnemende zorgaanbieders
van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt? Indien het antwoord op deze
vraag “nee” is, kan Achmea toelichten welke zorgaanbieder van deze
mogelijkheid gebruik heeft gemaakt en welk geneesmiddel en eventueel
welke indicatiegroep(en) het betreft?
Dit is onderdeel van de controle door de TTP (zie ook antwoord
207).
De opgegeven volumes in het digitaal invulbestand gaan uit van het
AOC zoals tevens opgenomen in het digitaal invulbestand.
Dat klopt.
Op basis van medisch inhoudelijke gronden.
Bij de totstandkoming van het AOC is bijvoorbeeld de intraveneuze
toedieningsvorm buiten het cluster geplaatst. Dit gaat in onderling
overleg en overeenstemming en is van toepassing voor alle
deelnemende zorgaanbieders. Het uitsluiten van een product uit
een indicatiegroep kan alleen indien het product opgenomen wordt
in een nieuwe indicatiegroep.
Paragraaf 1.4 van de leidraad vermeldt dat het voorkeursbeleid van
Achmea gedurende de looptijd kan worden gewijzigd als de
marktomstandigheden voor een AOC significant wijzigen, bijvoorbeeld als
gevolg van een nieuwe introductie, patentverloop of wijzigingen in
richtlijnen van de beroepsgroep. In voorkomende gevallen kan Achmea
een nieuwe inkoopprocedure uitvoeren. De betreffende
vergunninghouders zullen, indien van toepassing, hierover worden
geïnformeerd. De aanname is dat Achmea met “gedurende de looptijd”
bedoelt “gedurende de realisatiefase” en niet “gedurende de looptijd van
de inkoopprocedure”.
Vragen:
Pagina 47 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
272
273
a. Kan Achmea bevestigen of bovenstaande aanname juist is?
b. Indien het antwoord op bovenstaande vraag ja is, kan Achmea
toelichten of de lopende overeenkomst in dat geval beëindigd wordt en op
welke bepaling in deze overeenkomst de beëindiging gebaseerd is?
c.
Wordt inschrijvers de mogelijkheid geboden om hun aanbieding te
wijzigen indien het voorkeursbeleid van Achmea gedurende de looptijd
wordt gewijzigd?
De Leidraad vermeldt in paragraaf 1.5 dat zorgaanbieders kunnen kiezen
voor deelname aan gezamenlijke inkoop of het zelf blijven inkopen van
geneesmiddelen in een AOC.
Vragen:
a. Kan Achmea bevestigen dat de voorwaarden voor alle deelnemende
zorgaanbieders zoals die door hen worden overeengekomen met Achmea
ten aanzien van de inkoopprocedure dezelfde zijn?
b. Indien het antwoord op bovenstaande vraag “nee” is, kan Achmea
bevestigen dat verschillen in voorwaarden die relevant zijn voor inschrijving
kenbaar worden gemaakt aan inschrijvers?
Paragraaf 1.5 van de Leidraad vermeldt dat financiële voordelen in gelijke
mate ten goede komen aan de deelnemende zorgaanbieders, Achmea en
gewenste innovaties. Het is voor inschrijvende leveranciers van belang te
weten voor welke doelen de gegeven kortingen worden aangewend.
Vragen:
a. Kan Achmea bevestigen dat de andere zorgverzekeraars geïnformeerd
zijn over het feit dat de financiële voordelen die gebaseerd zijn op add-on
declaraties voor andere verzekerden voor 1/3 deel ten goede komen aan
Achmea?
b. Deelnemende zorgaanbieders kunnen het Achmea volume of het
totale volume inbrengen. Hoe ziet de verdeelsleutel er uit op basis waarvan
bepaald wordt hoe de financiële voordelen over de deelnemende
zorgaanbieders verdeeld worden?
Ja, deze aanname is correct.
Ja, zie hiervoor de aangepaste modelovereenkomst.
Nee, het wijzigen van de bieding is niet mogelijk.
Ja, de voorwaarden ten aanzien van inkoopprocedure zijn voor alle
deelnemende zorgaanbieders hetzelfde.
Niet van toepassing.
Dit is een zaak van de deelnemende zorgaanbieders en de andere
verzekeraars.
De hoogte van het deel dat toekomt aan de zorgaanbieders is
afhankelijk van het ingebrachte volume.
Pagina 48 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
c.
274
275
Wat wordt verstaan onder “gewenste innovaties”?
d. Wie bepaalt of een innovatie een “gewenste innovatie” is?
e. Worden de financiële voordelen die ten goede komen aan “gewenste
innovaties” in gelijke delen verdeeld over alle deelnemende
zorgaanbieders?
f.
Dient er een minimale besparing gerealiseerd te worden wil Achmea
de inkoopprocedure doorzetten?
De leidraad vermeld in artikel 1.5 dat de Deelnemende Zorgaanbieders
geen onderhandse deals maken over de geneesmiddelen in het AOC.
Vragen:
a. Wat wordt verstaan onder een onderhandse deal?
b. Kan Achmea bevestigen dat de deelnemende zorgaanbieders voor wat
betreft het ingebrachte volume geen onderhandse deal mogen maken over
de AOC geneesmiddelen met zowel inschrijvers als niet-inschrijvers?
c.
Kan Achmea bevestigen dat deelnemende zorgaanbieders, die alleen
deelnemen voor het Achmea volume, voor het resterende volume vrij zijn
om afspraken te maken met leveranciers?
De Leidraad vermeldt in paragraaf 2.2.2 dat de notaris de enveloppen een
voor een zal openen tijdens een bijeenkomst die voor inschrijvers
toegankelijk is. De aanname is dat de notaris tijdens deze bijeenkomst de
biedingen van de inschrijvers bekend zal maken.
Vraag: Kan Achmea bevestigen dat de geboden kortingen onder couvert zijn
en dat deze vertrouwelijk worden behandeld in die zin dat zij niet aan
anderen dan aan Achmea c.q. de notaris bekend worden? Welke gegevens
zullen tijdens bovenbedoelde bijeenkomst aan de aanwezige inschrijvers
bekend worden gemaakt? Worden deze gegevens op een later tijdstip ook
bekend gemaakt aan niet aanwezigen? Zijn alleen de inschrijvers en Achmea
uitgenodigd bij deze bijeenkomst aanwezig te zijn of zijn ook andere
partijen uitgenodigd?
Innovaties die door zowel Achmea als de deelnemende
zorgaanbieders worden beschouwt als gewenst. Hierbij zal een
dergelijk innovatie altijd moeten bijdragen aan een betere kwaliteit
van zorg voor onze verzekerden.
Zie antwoord op vraag 281c.
Dit is niet per definitief het geval maar afhankelijk van de aard en
omvang en plaats van uitvoering/invoering van de betreffende
innovatie.
Welke afwegingen een rol spelen bij het wel- of niet doorzetten van
de inkoopprocedure is aan Achmea.
Zie het antwoord op vraag 19.
Ja, dit is correct.
Ja, dit is correct.
De geboden kortingen zullen ook bekend gemaakt worden aan de
TTP. De te delen informatie zal ook bekend gemaakt worden aan
niet aanwezigen. Zie ook antwoord op vraag 94. Alleen potentiele
inschrijvers en Achmea zijn hiervoor uitgenodigd.
Pagina 49 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
276
277
278
De Leidraad vermeldt in paragraaf 2.2.3 dat inschrijvingen die na 17
oktober 2014 17.00 uur worden aangeleverd, zonder meer worden
uitgesloten van de procedure.
Vraag: Wat zijn de consequenties indien een leverancier niet inschrijft of
indien zijn inschrijving wordt uitgesloten van de procedure? Welke plaats
krijgt een AOC geneesmiddel waarvoor geen geldige inschrijving wordt
gedaan in het formularium van de zorgaanbieder?
Publicatie van de antwoorden op de vragen overeenkomstig paragraaf 2.4
van de Leidraad.
Vraag: Kan Achmea bevestigen dat alle gestelde vragen, geanonimiseerd,
met de daarbij behorende antwoorden op de volgende openbare website
van Achmea worden geplaatst:
https://www.achmea.nl/Zorgaanbieders/zorgsoort/farmacie/downloads/Pa
ginas/Inkoopprocedure-add-on-geneesmiddelen.aspx? Indien het antwoord
op deze vraag “nee” is, kan Achmea aangeven op welke website de gestelde
vragen en antwoorden worden geplaatst en of de vragen en antwoorden,
voor een ieder of alleen voor de bij inschrijvende partijen toegankelijk zijn?
Op welk tijdstip wordt de definitieve nota van inlichtingen uiterlijk
gepubliceerd op 3 oktober 2014?
De leidraad vermeldt in paragraaf 3.1 en 4.1 dat Achmea voornemens is
met alle inschrijvers een overeenkomst te sluiten.
Vraag: Kan Achmea bevestigen dat zij, en de deelnemende zorgaanbieders,
geen overeenkomst afsluit met niet-inschrijvers?
Indien er geen- of geen rechtsgeldige bieding komt op een
geneesmiddel in het AOC zal deze niet worden opgenomen in de
rangorde.
De nota van inlichtingen zal actief worden verstrekt aan alle partijen
die vragen hebben gesteld binnen de gestelde deadline en tevens
herkenbaar op de website van Achmea worden gepubliceerd
(https://www.achmea.nl/zorgaanbieders/Paginas/default.aspx).
Deze inkoopprocedure voorziet niet in het afsluiten van
overeenkomsten met niet-inschrijvers dan wel inschrijvers die een
niet geldige bieding hebben gedaan.
Pagina 50 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
279
Paragraaf 4.2.1 van de leidraad vermeldt dat de geboden kortingen gelden
voor iedere add-on declaratie van het betreffende geneesmiddel
gedurende de realisatiefase (fase vanaf 1 januari 2015 tot en met 31
december 2015). De afrekening van de korting vindt plaats op basis van
declaraties in het schadejaar 2015. De inschrijver ontvangt periodiek,
eventueel via een derde partij, een onderbouwde creditnota voor het
afrekenen van de korting. Paragraaf 5 van de leidraad en artikel 7, lid 2,
van de Modelovereenkomst vermelden dat Achmea periodiek een
specificatie aan de inschrijver verstrekt van de door de deelnemende
zorgaanbieder bij Achmea gedeclareerde en door de inschrijver in de
markt gebrachte geneesmiddelen. De factuur biedt een overzicht van de
declaraties, ingedeeld naar gedeclareerd volume per maand op basis van
moment van levering door deelnemende zorgaanbieders aan verzekerden
van Achmea. Indien van toepassing worden de declaraties voor andere
verzekerden door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd aan een
derde partij. Het totale bedrag dat door de inschrijver aan Achmea betaald
dient te worden, wordt voor zo ver van toepassing bepaald op basis van
beide declaratiestromen.
Vragen:
a. Aan welke derde partij worden declaraties van andere verzekerden
door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd, c.q. via welke derde
partij ontvangt de inschrijver een onderbouwde creditnota voor het
afrekenen van de korting?
b. Op welke wijze controleert de derde partij de juistheid van de
declaratiegegevens voor andere verzekerden die aangeleverd worden door
de deelnemende zorgaanbieders?
c. Op welke wijze kan de inschrijver de juistheid van het totale bedrag dat
door de inschrijver aan Achmea betaald dient te worden verifiëren?
d. Is Achmea bereid de bepalingen in de Leidraad en de
Modelovereenkomst aan te passen zodat afrekening van de geboden
korting plaatsvindt op basis van aflevergegevens van de door
opdrachtnemer aan opdrachtgever geleverde AOC geneesmiddelen?
Zie antwoord op de vragen 207 en vraag 209. De naam van de TTP
volgt in een later stadium.
Zie het antwoord op vraag 279a.
Zie het antwoord op vraag 279a.
Nee, Achmea is hier niet toe bereid.
Pagina 51 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
Toelichting: In de huidige situatie (2014) worden de tussen leveranciers en
zorgaanbieders overeengekomen kortingen verrekend in de prijs die de
zorgaanbieder betaalt wanneer hij het geneesmiddel inkoopt bij de
leverancier. Deze overeengekomen korting geldt voor ieder besteld en
afgeleverd geneesmiddel tijdens de met de leverancier overeengekomen
periode. Wanneer een leverancier bijvoorbeeld in december 2014 met
korting een geneesmiddel aflevert aan een van de deelnemende
zorgaanbieders, en de deelnemende zorgaanbieder dit geneesmiddel na 1
januari 2015 aflevert aan een patiënt en declareert bij de zorgverzekeraar,
geeft de inschrijver onbedoeld twee maal korting voor hetzelfde
geneesmiddel.
e. Is Achmea bereid om de bepalingen in de Leidraad en de
Modelovereenkomst aan te passen zodat de voorraadpositie van
deelnemende zorgaanbieders einde 2015 gelijk dan wel groter is dan de
voorraadpositie einde 2014?
280
Toelichting: Deelnemende zorgaanbieders kunnen voorraad opgebouwd in
de laatste maanden van 2014 als add-on declareren in 2015 waardoor de
zorgaanbieder mogelijk twee maal korting krijgt over het geleverde product.
Paragraaf 4.3 van de leidraad vermeldt dat bij gelijke bieding loting de
positie in de rangorde van de betreffende geneesmiddelen bepaalt.
Inschrijvers kunnen aanwezig zijn bij de loting, die door de notaris wordt
gedaan voorafgaand aan de opening van de enveloppen.
Vragen:
a. Wanneer is er sprake van een “gelijke bieding”?
b. Kan Achmea bevestigen dat de loting wordt gedaan nadat de notaris
de enveloppen heeft geopend en heeft geconstateerd dat sprake is van
gelijke biedingen? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea
toelichten wanneer en hoe de loting plaatsvindt? Wordt de loting gedaan in
aanwezigheid van de inschrijvende partijen?
Achmea zal de modelovereenkomst op dit punt niet aanpassen.
Indien het verschil in voorraadpositie een financieel nadeel betekent
voor de fabrikant, Achmea en/of de deelnemende zorgaanbieders
zal dit onderbouwd moeten worden door de benadeelde partij
waarbij het netto financieel effect inzichtelijk gemaakt dient te
worden.
ti
Indien het geboden kortingspercentage gelijk is.
Nee, de loting vindt voorafgaand aan het openen van de
enveloppen plaats. Hierbij mogen inschrijvende partijen aanwezig
zijn.
Pagina 52 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
281
c.
Aangezien de zorgaanbieders bij nieuwe gebruikers een compliance op
het voorkeursmiddel dienen te behalen van minimaal 80 procent, is het te
verwachten volume aanzienlijk hoger bij een positie in de rangorde als
voorkeursmiddel. Kan Achmea toelichten waarom zij bij gelijke bieding niet
het patiëntenbelang (zoals gebruikersgemak, begeleiding, etc.) de doorslag
laat geven? Is Achmea bereid de inkoopprocedure zodanig te wijzigen dat
bij gelijke bieding het patiëntenbelang bepaalt welk geneesmiddel als
voorkeursmiddel worden aangewezen? Indien het antwoord op deze vraag
“nee” is, is Achmea bereid om de inkoopprocedure zodanig te wijzigen dat
bij gelijke bieding beide geneesmiddelen als voorkeursmiddel worden
aangewezen?
Paragraaf 5 van de Leidraad vermeldt dat per indicatiegroep inzichtelijk zal
worden gemaakt in welke mate de deelnemende zorgaanbieders
compliant zijn geweest op indicatieniveau. Dit zal worden uitgedrukt in
een percentage van de nieuwe gebruikers dat start met het eerste keuze
geneesmiddel.
Vragen:
a. Kan Achmea bevestigen dat deze gegevens ook inzichtelijk gemaakt
worden aan alle inschrijvers? Worden deze gegevens ook aan nietinschrijvers inzichtelijk gemaakt?
b. Kan Achmea bevestigen dat ook het percentage switchers dat start
met het eerste keuze geneesmiddel inzichtelijk zal worden gemaakt aan
inschrijvers? Worden deze gegevens ook aan niet-inschrijvers inzichtelijk
gemaakt?
c.
Wanneer worden deze gegevens inzichtelijk gemaakt?
d. Op welke wijze kunnen inschrijvers de betrouwbaarheid van de
gegevens controleren?
Achmea is niet bereid te procedure zoals beschreven (loting) aan te
passen.
Deze informatie is alleen beschikbaar voor inschrijvende partijen en
betreft de gegevens van alle deelnemende zorgaanbieders
gezamenlijk.
Nee, de compliance wordt alleen gemeten over nieuwe gebruikers.
Zie ook antwoord op vraag 45.
Als het technisch mogelijk is bij elke creditnota aan de inschrijvers.
Zie antwoord vraag 287b en 287c.
Pagina 53 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
e. Heeft non-compliance gevolgen voor de met de inschrijvers gesloten
overeenkomsten en, zo ja, in welke gevallen en op welke wijze? Is Achmea
van mening dat indien de compliance in de praktijk veel lager is dan het
percentage waarvan in deze inkoopprocedure wordt uitgegaan, dat
gevolgen dient te hebben voor de met de inschrijvers gesloten
overeenkomsten?
Non-compliance zal geen gevolgen hebben voor de gesloten
overeenkomst. Zie ook het antwoord op vraag 52 en 53.
Pagina 54 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
Vraag
nr.
1
2
3
4
Vraag
Antwoord
U heeft als doelstelling om medisch-specialisten te dwingen om het
voorkeursgeneesmiddel voor te schrijven aan minimaal 80% van de
betrokken nieuwe patiënten. Hoe stelt u zich voor dat medisch specialisten
dit beleid toepassen op de bij deze procedure betrokken TNF-alfaremmers
en andere geneesmiddelen, die alle een andere werkzame stof hebben,
terwijl het preferentiebeleid onder het GVS alleen kan worden toegepast
tussen geneesmiddelen die precies dezelfde werkzame stof hebben?
U betoogt dat hier geen sprake is van preferentiebeleid omdat uw beleid
alleen bij nieuwe patiënten wordt toegepast en er een doelstelling van
slechts 80% geldt, maar voor die nieuwe patiënten en dat percentage komt
uw beleid onverkort neer op gedwongen verwisseling, door de
voorschrijver, tussen geneesmiddelen met verschillende werkzame stoffen.
Hoe kan de patiënt aanspraak maken op het voor hem gewenste middel?
In de definitie van de AOC, past u criteria toe die vergelijkbaar zijn aan de
criteria die onder het GVS worden toegepast voor het clusteren van
geneesmiddelen in groepen van onderling vervangbare geneesmiddelen
voor het vaststellen van een vergoedingslimiet. Hoe stelt u zich voor dat
medisch-specialisten deze clustering volgen, en daarmee in de praktijk
gedwongen worden een voorkeursbeleid toepassen bij minimaal 80% van
de betrokken nieuwe patiënten, wanneer deze clustering onder het GVS
niet is bedoeld voor het voeren van een voorkeursbeleid, maar alleen voor
het vaststellen van een vergoedingslimiet?
Onder het GVS is het ZiNL uitsluitend bevoegd geneesmiddelen te clusteren
in groepen van onderling vervangbare geneesmiddelen voor het vaststellen
van een vergoedingslimiet, teneinde de belangen van de patiënt en de
onafhankelijkheid van voorschrijvers en apothekers te beschermen. Hoe
stelt u zich voor dat een zorgverzekeraar deze rol kan vervullen in deze
inkoopprocedure, zonder enige garanties van een onafhankelijk oordeel?
De procedure dwingt artsen niet tot het uitsluiten van producten. Er
is geen sprake van preferentiebeleid. Achmea dwingt niet tot
substitutie.
Er is geen sprake van uitsluiting van geneesmiddelen. De aanspraak
van verzekerden wordt niet (indirect) beperkt.
Hoewel de criteria gelijkenis vertonen, zijn deze wezenlijk anders
(doel, oorsprong). De vergelijking met de GVS-clustering niet op.
Zie antwoord vraag 3.
Pagina 1 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
5
Welke patiëntenverenigingen hebt u geraadpleegd over de inrichting van de
inkoopprocedure en de clusters?
6
Welke specialistenverenigingen hebt u geraadpleegd over de inrichting van
de inkoopprocedure en de clusters?
7
Waarom volgt Achmea niet simpelweg de clusters zoals die zijn vastgesteld
door het ZiNL (voorheen CVZ) toen de betrokken geneesmiddelen nog
onderdeel uitmaakten van het GVS?
Hoe verklaart u dat u ustekinumab heeft ingedeeld in een cluster met TNFalfaremmers, terwijl dat geneesmiddel een interleukineremmer is?
Hoe verklaart u dat u ustekinumab heeft ingedeeld in een cluster met TNFalfaremmers terwijlhet was opgenomen in bijlage 1B Rvv, waaruit volgt dat
volgens het CVZ de eigenschappen van dit middel zodanig verschillen van
TNF-alfaremmers dat clustering met deze TNF-alfaremmers - of met enig
ander geneesmiddel - niet mogelijk was?
U motiveert de uitsluiting van bepaalde geneesmiddelen uit een cluster met
de reden dat deze ongeschikt zouden zijn voor eerste gebruik. Hoe is dat
criterium te rijmen met de definitie van een AOC en met de clustering zoals
die door het ZiNL/CVZ wordt toegepast voor precies deze geneesmiddelen?
Wat waren uw overwegingen om verschil te maken tussen anakinra en
abatacept, die ongeschikt zouden zijn voor eerste gebruik, en ustekinumab,
dat ook ongeschikt zou zijn voor eerste gebruik volgens de behandelrichtlijn
psoriasis?
Speelde bij deze overwegingen de SmPC van de betrokken geneesmiddelen
een rol?
De clustering die Achmea heeft toegepast in de inkoopprocedure lijkt
onvoldoende rekening te houden met het feit dat de TNF-alfa remmers zijn
toegelaten als geneesmiddel voor verschillende indicaties, terwijl uit de
definitie van add-oncluster (AOC) lijkt te volgen dat de geneesmiddelen in
een cluster zijn toegelaten voor dezelfde indicatie. Bent u bereid om voor
iedere indicatie een aparte cluster te bepalen?
8
9
10
11
12
13
Er is met verschillende patiëntverenigingen gesproken over de
gezamenlijke inkoop zoals, maar niet uitsluitend, met de NPCF en
het Reumafonds.
Er is met verschillende artsenorganisaties gesproken over de
gezamenlijke inkoop zoals, maar niet uitsluitend, met de NVR,
NVHB.
De clustering in het GVS is van maart 2009 en daarmee minder
actueel.
Het AOC heet "TNF-alfaremmers" maar beperkt zich niet tot alleen
TNF-alfaremmers.
De aangehaalde clustering doet geen recht aan de praktijk en is
minder actueel.
Deze producten zijn volgens de richtlijnen geen 1e keus.
Bij deze beslissing hebben verschillende overwegingen een rol
gespeeld zoals richtlijnen, SmPC's, adviezen uit het FTK en
gesprekken met zorgverleners.
Ja, zie antwoord op vraag 11.
Nee. Uit de procedure volgt de rangorde. Daarna zal er een
specificatie plaatsvinden naar indicatiegroepen. De rangorde zal per
indicatie toegepast worden voor zover de producten de betreffende
registratie hebben.
Pagina 2 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
14
15
16
17
18
19
Begrijpen wij goed dat de "voorselectie" van geneesmiddelen, zoals die volgt
uit de definitie in paragraaf 1.3 op p. 6 van de leidraad, leid tot het cluster
zoals dit is opgenomen in bijlage 4 bij de leidraad? Wie is betrokken in deze
voorselectie?
Welke criteria zijn daarbij toegepast?
Was dit proces transparant?
Waarom vereist u naleving van de eisen ten aanzien van de registratie zoals
weergegeven in paragraaf 3.1.1 op p. 13 leidraad?
Is aan deze eisen niet al voldaan door alle betrokken geneesmiddelen?
Wat wordt bedoeld met de zinsnede dat ziekenhuizen geen onderhandse
deals sluiten over de geneesmiddelen in het AOC?
20
Hoe kunnen zij dan de producten inkopen van de fabrikanten?
21
Kunt u beschrijven op welke manier ziekenhuizen de clusters kunnen
aanpassen door een bepaald geneesmiddel in of uit een cluster te zetten
(zie definitie van add-oncluster in paragraaf 1.3)?
22
Kan een enkel ziekenhuis besluiten om een middel in of uit een cluster te
houden, of moeten de deelnemende ziekenhuizen daarover eerst consensus
bereiken?
Als enkele ziekenhuizen kunnen besluiten om een middel in of uit een
cluster te houden, hoe gaat Achmea dan om met de verschillende AOC's die
voor de verschillende ziekenhuizen gelden?
Zal Achmea hier transparant over zijn?
Welke controle mogelijkheden zullen in dat geval worden ingebouwd?
Op welk moment kunnen ziekenhuizen besluiten een bepaald geneesmiddel
in of uit een cluster te zetten?
23
24
25
26
Ja, bij de voorselectie zijn diverse partijen betrokken zoals
deelnemende ziekenhuizen, artsen, apothekers en andere
professionals uit het veld.
Wet- en regelgeving, richtlijnen, stand der wetenschap en praktijk
en praktische toepasbaarheid.
Ja.
Paragraaf 3.1.1. is een niet bestaande verwijzing naar de Leidraad.
Zie antwoord vraag 17.
Er mogen geen afspraken gemaakt worden over geneesmiddelen
binnen een AOC door deelnemende partijen in welke zin dan ook,
waarbij de uitkomst van deze inkoopprocedure kan worden danwel
daadwerkelijk wordt gefrustreerd.
Het bestellen e.d. van producten in een AOC kan via de reguliere
weg.
Dit kan alleen in onderling overleg en overeenstemming tussen de
deelnemende ziekenhuizen en Achmea op basis van medisch
inhoudelijke gronden. Dit betreft alleen de indicatiegroepen. Het
AOC staat vast.
Zie antwoord vraag 21.
Zie antwoord vraag 21.
Zie antwoord vraag 21.
Zie antwoord vraag 21.
Zie antwoord vraag 21.
Pagina 3 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
Zal een dergelijk besluit over het in of uit een cluster zetten bekend worden
gemaakt vóór 17 oktober 2014?
Hoe zal een dergelijk besluit over het in of uit een cluster zetten door
ziekenhuizen de 80%-doelstelling beïnvloeden?
Als ziekenhuizen besluiten om een bepaald geneesmiddel uit een cluster te
houden, hoe kunnen zij dan zorgdragen voor de levering van deze
geneesmiddelen, gezien de bepaling dat ziekenhuizen geen onderhandse
deals sluiten over de geneesmiddelen in het AOC (paragraaf 1.5, p. 8
leidraad)?
Als ziekenhuizen een bepaald geneesmiddel in of uit een cluster zetten,
wordt dit middel dan nog steeds volledig vergoed door Achmea aan dat
ziekenhuis?
Kunnen ziekenhuizen zich nog na 17 oktober bij uw opzet aansluiten?
Als het antwoord ja is, hoe rijmt u dat met de gedachte dat het voorwerp
van de inschrijving bepaalbaar en bepaald moet zijn op het moment van de
inschrijving?
Geldt de door Achmea gehanteerde referentieprijs voor niet deelnemende
ziekenhuizen voor alle niet deelnemende ziekenhuizen?
Is deze voor alle ziekenhuizen even hoog?
Is deze voor alle AOC's even hoog?
Zullen de TNF-alfa remmers die uitgesloten zijn van deze inkoopprocedure,
zoals infliximab, anakinra, abatacept and tocilizumab nog steeds
beschikbaar zijn voor de patiënten die verzekerd zijn bij Achmea?
Zo ja, hoe zal deze groep van niet geclusterde geneesmiddelen, die gebruikt
worden voor dezelfde patiëntenpopulatie en voor dezelfde indicaties, de
80%-doelstelling beïnvloeden?
Nee.
De 80%-doelstelling blijft in dat geval bestaan.
Indien de deelnemende ziekenhuizen en Achmea in onderling
overleg en overeenstemming besluiten een middel buiten een
bestaande indicatiegroep te plaatsen ontstaat een nieuwe
indicatiegroep waar het betreffende product in ondergebracht
wordt.
Er verandert niets aan de bekostiging. Zie het antwoord op vraag
29.
Als met 'opzet' de Gezamenlijke Inkoop is bedoeld is het antwoord
'ja'. Voor deze procedure en daarmee deze AOC is het na 1 oktober
niet meer mogelijk aan te sluiten.
Zie antwoord vraag 31.
Deze vraag is niet relevant voor deze inkoopprocedure.
Zie antwoord vraag 33.
Zie antwoord vraag 33.
Ja.
Deze zal de 80% doelstelling niet beïnvloeden.
Pagina 4 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
38
39
40
41
42
43
44
45
Is de 80%-doelstelling haalbaar, nu medische richtlijnen bepalen dat
geneesmiddelen met een andere werkzame stof en die een verschillende
uitwerking kunnen hebben bij verschillende patiënten, slechts kunnen
worden voorgeschreven met in achtneming van de individuele medische
situatie en de bijzonderheden in de behandeling van de betrokken patiënt?
Waaruit blijkt dit?
Verzekerden van Achmea hebben onder de Zorgverzekeringswet aanspraak
op geneeskundige zorg naar de stand van de wetenschap en de praktijk. De
verplichting voor ziekenhuizen om tenminste 80% van de verzekerden met
het voorkeursmiddel te behandelen is niet in overeenstemming met de
stand van de wetenschap en de praktijk. Leidt deze maatregel niet tot een
(in)directe beperking van de aanspraak die verzekerden onder de
Zorgvezekeringswet hebben?
Zo nee waarom niet?
Zo ja: hoe verhoudt dit zich met de zorgplicht van Achmea jegens haar
verzekerden?
Wat is volgens u de invloed van de regel dat een de medisch-specialist
alleen een behandelvoorkeur mag volgen als dit om medische reden
verantwoord is?
Is de 80%-doelstelling haalbaar, gezien het feit dat uit de cijfers die u heeft
verstrekt in bijlage 4 van de leidraad, twee geneesmiddelen op dit moment
worden voorgeschreven aan ongeveer 50% en 40% van de totale
patiëntenpopulatie die op dit moment behandeld worden met een TNFalfaremmer of ander monoklonaal antilichaam, terwijl de 80%-doelstelling
de medisch-specialisten verplicht om één of meer van deze geneesmiddelen
voor te schrijven aan minder dan 20% van alle nieuwe patiënten.
Klopt het dat de 80%-doelstelling van toepassing is op nieuwe patiënten,
patiënten die een behandeling opnieuw starten en switchende patiënten
(zie de definitie van nieuwe gebruiker op p. 6 leidraad)?
Ja.
De 80% compliance afspraak is gemaakt tussen Achmea en de
deelnemende ziekenhuizen.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord op vraag 40.
Zie antwoord op vraag 40.
Deze regel staat niet ter discussie. De arts heeft de plicht om een
medisch verantwoorde behandeling te geven.
Ja.
Nee. De 80%-doelstelling is van toepassing op nieuwe patiënten en
patiënten die een behandeling opnieuw starten.
Pagina 5 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
46
47
48
49
50
51
52
53
Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de verklaring op p. 18 leidraad, dat
switchende patiënten alleen het voorkeursgeneesmiddel voorgeschreven
krijgen indien dit op medische gronden gerechtvaardigd is?
Hoe stelt u zich voor dat een medisch-specialist het goedkoopste product
kan voorschrijven aan herstartende patiënten? Moet de medisch-specialist
het voorkeursmiddel voorschrijven, met een onzekere uitkomst, ook als hij
weet dat de patiënt in kwestie eerder goed reageerde op een ander
geneesmiddel en het de veiligste route zou zijn om in die situatie datzelfde
product het voor te schrijven?
Hoe stelt u zich voor dat een medisch-specialist het goedkoopste product
kan voorschrijven aan switchende patiënten, bij wie rekening zou moeten
worden gehouden met de redenen waarom het geneesmiddel dat als eerste
werd voorgeschreven niet goed werkte en een beredeneerde keuze moet
worden gemaakt voor een alternatief, gebaseerd op farmacotherapeutische
redenen?
Hoe verhoudt de 80%- doelstelling zich tot de Handleiding Substitutie van
de KNMP?
Heeft u belanghebbenden zoals patiëntorganisaties geraadpleegd over de
80%-doelstelling?
Heeft u belanghebbenden zoals zorgaanbiederorganisaties geraadpleegd
over de 80%-doelstelling?
Kan Achmea garanderen dat de 80%-doelstelling gehaald wordt door de
deelnemende ziekenhuizen en welke middelen zal Achmea aanwenden om
naleving af te dwingen?
Wat is het gevolg van het niet halen van de 80%-doelstelling voor een
betrokken ziekenhuis?
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Zie antwoord vraag 45.
Dit is ter beoordeling van de medisch specialist.
Dit is ter beoordeling van de medisch specialist.
Er bestaat geen verband tussen de 80%-doelstelling en de
Handleiding Substitutie van de KNMP.
De 80%-doelstelling is met belanghebbenden besproken.
De 80%-doelstelling is met belanghebbenden besproken.
Nee, dit is niet te garanderen en zal niet worden afgedwongen. De
compliance zal worden gemonitord en indien nodig zullen er
verbeterafspraken gemaakt worden. De deelnemende
zorgaanbieders hebben bewust gekozen voor deelname aan
gezamenlijke inkoop in dit collectief. Daarmee hebben Achmea en
de deelnemende zorgaanbieders de verplichting om zich maximaal
in te spannen de gemaakte afspraken na te komen.
De 80%-doelstelling zal gemeten worden over alle deelnemende
ziekenhuizen. Indien een individueel ziekenhuis bij herhaling "in
gebreke blijft” zal er met de groep deelnemende ziekenhuizen
beleid gemaakt worden.
Pagina 6 van 54
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
54
63
Zijn er mogelijkheden voor de aanpassing van de 80%-doelstelling door de
betrokken ziekenhuizen?
Zo ja, op welke manier?
Zijn er nog andere omstandigheden waaronder de 80%-doelstelling kan
worden aangepast?
Zo ja welke procedure wordt daarvoor toegepast?
Worden de verzekerden van Achmea geïnformeerd over het feit dat
deelnemende ziekenhuizen tenminste bij tenminste 80% van de nieuwe
patiënten het voorkeursmiddel zullen voorschrijven?
Zo ja, op welke wijze worden de verzekerden van Achmea hierover
geïnformeerd?
Zo ja, wanneer worden de verzekerden van Achmea hierover geïnformeerd?
Hoe verhoudt de (in)directe beperking van de aanspraak door Achmea zich
tot de recente jurisprudentie hierover van het Hof Arnhem Leeuwarden in
de zaak VGZ/Nutricia?
Kunt u de definitie van het begrip "indicatiegroep" in paragraaf 1.3 van de
Leidraad nader toelichten?
Welke indicatiegroepen zijn er en welke indicaties bevatten die?
64
Welke geneesmiddelen maken onderdeel uit van die groepen?
65
66
Hoe verhouden de indicatiegroepen zich tot de AOCs die door Achmea op
dit moment zijn vastgesteld?
Wanneer worden bepaalde indicaties in een groep geplaatst door Achmea?
67
68
Wat zijn daarvoor de criteria?
Worden deze criteria op voorhand inzichtelijk gemaakt?
55
56
57
58
59
60
61
62
Zie antwoord op vraag 52 en 53.
Zie antwoord op vraag 52 en 53.
Zie antwoord op vraag 52 en 53.
Zie antwoord op vraag 52 en 53.
Bij Achmea verzekerden worden door de voorschrijver op eenzelfde
wijze geïnformeerd over de voorgestelde behandeling als op dit
moment het geval is.
Zie antwoord vraag 58.
Zie antwoord vraag 58.
Er is geen sprake van (indirecte) beperking van de aanspraak van
verzekerden. Zie ook de antwoorden op de vragen 1 en 2.
De indicatiegroep is een groep indicaties waarvoor dezelfde
rangorde geldt. Bijvoorbeeld de indicatiegroep 'kinderen'.
Over de definitieve indicatiegroepen vindt momenteel afstemming
plaats met de deelnemende zorgaanbieders. Vooralsnog werken we
met een 4-tal groepen te weten: reuma, dermatologie, MDL,
kinderen.
Een geneesmiddel in het AOC met een registratie in de betreffende
groep.
Op dit moment is er 1 AOC met daarbij vooralsnog 4
indicatiegroepen.
Wanneer het een indicatie betreft die logischerwijs tot die groep
behoort.
De geregistreerde indicaties.
Deze zijn op voorhand inzichtelijk op basis van de SmPC.
Pagina 7 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
69
70
71
72
73
74
75
76
77
Begrijpen wij goed dat nieuw geregistreerde geneesmiddelen vergoed
zullen worden één maand nadat voor dit geneesmiddel een
handelsvergunning is verkregen (paragraaf 4.3 op p. 18 leidraad)?
Zal zo'n middel worden opgenomen in wat een "indicatiegroep" genoemd
wordt, zodat de voorschrijfrangorde zal worden aangepast?
Wordt de voorkeursrangorde apart vastgesteld voor ieder
toepassingsgebied waarvoor TNF-alfa remmers en of monoclonale
antistoffen kunnen worden voorgeschreven, of per indicatiegroep?
De term "meest economisch voordelig" impliceert dat voor wat betreft het
vaststellen van de voorkeursrangorde, behalve met de prijs, ook met andere
aspecten rekening wordt gehouden. Indien deze vooronderstelling klopt,
welke andere criteria zijn dit?
Worden ook kwaliteitseisen en kosteneffectiviteit meegenomen in het
vaststellen van de voorkeursrangorde?
Welk geneesmiddel het meest economisch voordelig is, wordt bepaald door
verschillende parameters, waaronder het kortingspercentage, het totale
bedrag van de korting, de prijs van het middel, de behandelkosten en de
kosteneffectiviteit. Daarbij speelt bijvoorbeeld de precieze dosering, zowel
in de startfase als daarna, van de geneesmiddelen een rol en verschillen in
de gemiddelde gebruiksduur. Neemt Achmea deze parameters, waaronder
de kosteneffectiviteit van verschillende geneesmiddelen in beschouwing bij
het vaststellen van de voorkeursrangorde?
Is het mogelijk een korting aan te bieden die alleen van toepassing is in het
geval het betrokken geneesmiddel gekwalificeerd wordt als het meest
economisch voordelig waarop de 80% norm van toepassing is?
Is de lijst met deelnemende ziekenhuizen en het volume van deze
ziekenhuizen definitief?
Kan Achmea garanties bieden dat deze ziekenhuizen zullen deelnemen en
met het volume zoals nu aangegeven?
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nee, indien nodig zal de rangorde van de betreffende indicatiegroep
zal worden aangepast bij het verkrijgen van een nieuwe registratie.
Zie antwoord op vraag 69.
Per indicatiegroep en per indicatie.
Deze vooronderstelling is niet juist. Voor de definities zie de
Leidraad.
Nee.
Nee.
Nee.
Ja, onder voorbehoud van het sluiten van een zorgovereenkomst
2015 voor Medisch Specialistische Zorg.
Nee. De deelnemende zorgaanbieders hebben bewust gekozen voor
deelname aan gezamenlijke inkoop in dit collectief. Daarmee
hebben Achmea en de deelnemende zorgaanbieders de verplichting
om zich maximaal in te spannen de gemaakte afspraken na te
komen.
Pagina 8 van 54
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
78
79
80
81
82
83
84
85
86
Hoeveel patiënten telt het relevante volume van de deelnemende
ziekenhuizen in totaal?
In bijlage 4 leidraad zijn weliswaar getallen weergegeven voor de bestaande
patiënten die de betrokken geneesmiddelen gebruiken, switchers en
nieuwe gebruikers, maar onduidelijk is of deze getallen zien op het gehele
volume dat de deelnemende ziekenhuizen inbrengen, of bijvoorbeeld alleen
op het volume van patiënten van de deelnemende ziekenhuizen die bij
Achmea verzekerd zijn. Zijn deze getallen berekend over een periode van 7
maanden (1 januari tot en met 31 juli) of zijn de getallen geëxtrapoleerd, in
verhouding tot een periode van 12 maanden?
Mogen fabrikanten een nieuw aanbod doen als een nieuw geregistreerd
geneesmiddel in het aankoopsysteem van Achmea wordt opgenomen
(paragraaf 4.3, p. 18 van het aankoopbeleid)?
Mogen fabrikanten een nieuw aanbod doen als een nieuw geregistreerde
indicatie van een al opgenomen geneesmiddel in een nieuwe indicatiegroep
in het aankoopsysteem van Achmea wordt opgenomen (paragraaf 4.3, p. 18
van het aankoopbeleid)?
Klopt het dat deelnemende ziekenhuizen betalen voor geneesmiddelen die
direct bij de fabrikant besteld worden?
Hoe zal de levering, met betrekking tot aanvragen voor patiënten die bij
andere zorgverzekeraars verzekerd zijn, geregeld worden in het licht van
ziekenhuizen die besluiten het volume in te brengen van andere
verzekeraars dan Achmea?
Het door Achmea voorgestelde inkoopsysteem houdt in dat Achmea zal
optreden als bemiddelaar voor geneesmiddelen in de zin van artikel 39a van
de Geneesmiddelenwet en artikel 85b van Richtlijn 2001/83/EC, zodat
Achmea zich moet registreren als bemiddelaar voor geneesmiddelen en
moet voldoen aan de Richtsnoeren voor Goede Distributiepraktijken voor
geneesmiddelen van 5 november 2013.
Bent u geregistreerd als bemiddelaar?
Kan Achmea informatie verschaffen over haar naleving van deze wet- en
regelgeving?
Deze informatie is terug te vinden in de nieuwe versie van het
digitaal invulbestand van 3 oktober.
Achter de namen van de deelnemende zorgaanbieders is vermeld
of het alleen Achmea dan wel het totaal volume betreft. Het betreft
de declaratiedata over het behandeljaar 2013 welke zijn
gedeclareerd in de periode tot en met juli 2014.
Indien Achmea een nieuwe inkoopprocedure volgt voor hetzelfde
AOC met een nieuwe aanbieder kunnen fabrikanten een nieuwe
bieding doen.
Nee.
Ja.
Dit is aan de deelnemende ziekenhuizen. Het inbrengen van
dergelijk volume heeft alleen effect op de prijsstelling en netto
condities.
Dit betreft geen vraag.
Nee, Achmea is niet geregistreerd als bemiddelaar.
Niet van toepassing, zie antwoord op vraag 85.
Pagina 9 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
Welke vormen van controle en audit zullen beschikbaar zijn om de
declaraties van Achmea te controleren?
Op welke manier wordt zekergesteld dat deelnemende ziekenhuizen en
Achmea enkel korting ontvangen voor de aflevering ten behoeve van
patiënten die verzekerd zijn bij Achmea?
Op welke manier wordt zekergesteld dat deelnemende ziekenhuizen de
betrokken geneesmiddelen niet doorleveren aan derden?
Zal de korting gelden op het gehele volume van ziekenhuizen die volume
inbrengen van andere verzekeraars dan Achmea?
Zo ja, wie ontvangt de korting wanneer geneesmiddelen worden besteld ten
behoeve van patiënten die bij een andere verzekeraar dan Achmea zijn
ondergebracht?
Wat wordt bedoeld met de zinsnede: "Declaraties van andere verzekerden
worden door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd aan een derde
partij" (p. 20, hoofdstuk 5 leidraad)?
Vallen de 80% norm en de voorkeursrangorde onder de
geheimhoudingsplicht zoals ondergebracht in artikel 13 van de
overeenkomst? Of zullen ziekenhuizen en/of Achmea dergelijke informatie
communiceren naar patiënten?
Wat zal de notaris bij de bekendmaking van de uitslag bekend maken?
Zal er geheimhouding worden opgelegd aan de aanwezigen en zo ja, onder
welke voorwaarden?
Zal de notaris bij de bekendmaking van de uitslag de kortingen bekend
maken?
Indien Achmea besluit geen overeenkomst te sluiten met een producent of
de inkoopprocedure afbreekt, hoe garandeert Achmea dan de
geheimhouding van het aanbod?
Wat zijn de voorwaarden van de geheimhoudingsplicht van ziekenhuizen
ten aanzien van de door Achmea bedongen kortingen, in het bijzonder met
betrekking tot ziekenhuizen die besluiten het volume in te brengen van
andere verzekeraars dan Achmea (paragraaf 4.2.1, p. 18 leidraad)?
De creditnota aan inschrijvers kan desgewenst worden voorzien van
een accountantsverklaring.
Niet; Het is voor ziekenhuizen mogelijk ook het volume tbv andere
verzekerden dan Achmea in te brengen.
Zie antwoord vraag 19.
Ja.
Over de verdeling van de inkoopvoordelen zijn afspraken gemaakt
met de deelnemende zorgaanbieders.
Achmea wil en mag geen inzicht hebben in declaratiegegevens van
andere zorgverzekeraars. Om toch tot verrekening over te kunnen
gaan wordt hierbij een Trusted Third Party betrokken.
Zie het antwoord op vraag 58.
Of de inschrijving rechtsgeldig is, m.a.w. compleet.
Nee.
Nee.
De bieding van de inschrijver zal alleen bekend worden bij de direct
betrokken van Achmea en de notaris. Deze zijn alle gehouden aan
geheimhouding.
De deelnemende ziekenhuizen hebben geen geheimhoudingsplicht.
Ziekenhuizen kennen de hoogte van de korting niet, alleen de
rangorde zal worden gedeeld.
Pagina 10 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
99
Wat is het marktaandeel van de deelnemende ziekenhuizen aan de
inkoopkant van de regeling, op de Nederlandse markt voor de inkoop van
deze geneesmiddelen?
100
Welke maatregelen zijn genomen om te garanderen dat de kortingen die
zijn aangeboden aan Achmea niet bekend worden bij de andere
zorgverzekeraars, in het bijzonder met betrekking tot ziekenhuizen die
besluiten het volume in te brengen van andere verzekeraars dan Achmea?
Wat wordt bedoeld met de mededeling dat er nog steeds concurrentie is
tussen de diagnose behandel combinaties en add-on volumes tussen
zorgaanbieders (p. 9. leidraad)?
Hoe denkt u dat onder dit systeem de academische ziekenhuizen die zijn
toegetreden tot deze procedure, kunnen voldoen aan hun verplichtingen
die volgen uit het Nederlandse en Europese aanbestedingsrecht?
Klopt het dat Achmea een inschrijver alleen uitsluit indien deze niet voldoet
aan de eisen van het hebben van een handelsvergunning en/of dat het
geneesmiddel onderdeel uitmaakt van het verzekerde pakket (p. 19 en p. 13
leidraad)?
Beschouwt Achmea zichzelf als een aanbestedende dienst? Zo nee, waarom
niet?
In eerdere berichtgeving over deze inkoopopzet heeft Achmea ook
hemostatica genoemd als groep van gezamenlijk in te kopen
geneesmiddelen. Naar wij begrijpen heeft Achmea daar voor dit jaar van
afgezien. Wat zijn daar de redenen voor?
In het sjabloon “digitaal invulbestand 2015”, hetgeen als bijlage bij de
leidraad voor het indienen van een inschrijving “Inkoop Add-ongeneesmiddelen 2015” is gevoegd, zijn als deelnemende zorgaanbieders
enkele academische ziekenhuizen opgenomen De vraag hierbij is of voor de
academische ziekenhuizen als publiekrechtelijke instellingen de
aanbestedingsplicht van kracht is conform de Europese
aanbestedingsregels?
101
102
103
104
105
106
Dit is op voorhand niet exact te zeggen. Het is mogelijk voor een
inschrijver aan de hand van het rekenvolume (zie digitaal
invulbestand) te berekenen welk aandeel de gezamenlijke inkoop in
de totale afzet heeft.
Zie antwoord vraag 98.
Daarmee wordt bedoeld dat de concurrentie tussen zorgaanbieders
gelijk blijft omdat deze uitgaat van DOT-zorgproductprijzen en
volumes.
De aanbestedingswetgeving is niet van toepassing op onze
inkoopprocedure.
Nee, bij een ongeldige of onvolledige inschrijving zal ook uitsluiting
volgen.
Nee. Volgens de laatste jurisprudentie is een zorgverzekeraar niet
aanbestedingsplichtig.
Het inkoopbeleid op het gebied van hemostatica is nog in
ontwikkeling. Dit zal samen met zorgaanbieders worden
ontwikkeld.
Zie antwoord vraag 102.
Pagina 11 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
107
108
109
110
111
112
113
De leidraad voor deze inkoopprocedure heeft als uitgangspunt een centrale
inkoop op add-on geneesmiddelen Hierdoor wordt geen gelijk speelveld
gecreëerd voor geneesmiddelen die werkzaam zijn in hetzelfde
therapeutische gebied De vraag is hierbij dus of een betaaltitel ‘add-on’ het
juiste criterium is om bij een centrale inkoopprocedure geneesmiddelen te
hanteren?; Geneesmiddelen kunnen echter ook via een andere betaaltitel
(opname in DOT zorgproduct) worden gefinancierd waardoor per definitie
geneesmiddelen in hetzelfde indicatiecluster worden uitgesloten door enkel
de zogenaamde ‘add-ons” in de selectie mee te nemen
Zijn de relevante patiëntenverenigingen betrokken geweest bij de
totstandkoming van deze leidraad? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke
wijze?
Zijn de betrokken beroepsgroepen (voorschrijvers en apothekers)
voorafgaand op de hoogte gebracht van deze leidraad en hebben zij
gelegenheid gekregen om input te geven bij de totstandkoming van deze
leidraad? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?
In hoeverre is rekening gehouden met gelijke aanspraak op farmacotherapie
van verzekerden in de wetenschap dat deze aanspraak door een
gezamenlijke inkoop per verzorgingsgebied van gecontracteerd versus niet
gecontracteerde zorgaanbieder gaat verschillen (postcode)?
Hoe is toegang van de patiënt tot innovatieve nieuwe geneesmiddelen
gewaarborgd via deze centrale inkoopprocedure?
Hoe is de zeggenschap over 1/3 deel van financieel voordeel in het
innovatiefonds georganiseerd?
Gaat Achmea de door haar bepaalde rangorde (alsmede wijzigingen
daarvan), de deelnemende zorginstellingen waarbinnen deze rangorde
geldt, en de consequenties van deze rangorde voor de verzekerde openbaar
maken? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
De selectie voor de producten in het AOC zijn niet op basis van de
add-on status maar de hoge kosten per jaar gebaseerd.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 3.
Er is geen verschil in aanspraak van verzekerden bij deelnemendeof niet deelnemende ziekenhuizen.
Deze inkoopprocedure tast de toegang tot innovatieve nieuwe
geneesmiddelen niet aan.
De zeggenschap zal worden ingevuld in gezamenlijkheid met de
deelnemende zorgaanbieders.
Zie het antwoord op vraag 58.
Pagina 12 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
114
115
116
117
118
119
120
Op basis van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (Wmg, art 40) zijn
verzekeraars verplicht informatie voor verzekerden openbaar te maken ten
aanzien van de eigenschappen van de door hen aangeboden producten en
diensten Worden verzekerden van Achmea actief op de hoogte gebracht
van de door Achmea bepaalde rangorde (alsmede wijzigingen daarvan), van
de deelnemende zorginstellingen waarbinnen deze rangorde geldt, en de
consequenties van deze rangorde voor de verzekerde? Zo ja, op welke wijze
en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
De ‘Beleidsregel informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars en
volmachten 2013’ van de NZa gaat ervan uit dat voor een goede werking
van het zorgstelsel het van belang is dat zorgverzekeraars niet alleen goed
inkopen, maar daarover ook transparant zijn naar hun verzekerden.
Transparantie over (keuze-) informatie is voor de consument immers een
cruciale voorwaarde om keuzes te maken die het best aan zijn wensen
voldoen, aldus de Beleidsregel. Op welke wijze gaat Achmea hieraan
voldoen?
Is of wordt het Beleid Inkoop Add-ongeneesmiddelen 2015’ door Achmea
(alsmede wijzigingen daarvan zoals voorzien in de Leidraad) getoetst aan de
Zorgverzekeringswet en met name aan de impact op de toegankelijkheid
van verzekerde zorg?
Hoe verhoudt zich uw inkoopprocedure tot de uitspraak van de rechter
(Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2014, VGZ ea /Nutricia ea ) dat de
sturing van een zorgverzekeraar niet mag leiden tot een indirecte beperking
van de aanspraak?
In de definitie van het Add-oncluster (AOC) wordt verwezen naar
geneesmiddelen die bij eenzelfde indicatiegebied kunnen worden toegepast
Wat is de door Achmea gehanteerde definitie van het ‘indicatiegebied’?
Door producten off label aan te wijzen stimuleert Achmea off label gebruik
en schendt zij het patentrecht. Hoe gaat Achmea dit voorkomen?
Welke positie krijgen geneesmiddelen die wel voldoen aan uw criteria voor
‘onderling concurrerend’ maar die geen add-on status hebben?
Zie het antwoord op vraag 58.
Op onze website staan alle gecontracteerde zorgaanbieders voor
Medisch Specialistische Zorg. De verzekerden hebben vrije keuze
van zorgaanbieders.
Ja, het inkoopbeleid Add-ongeneesmiddelen is aan alle relevante
wet- en regelgeving getoetst.
Zie het antwoord op vraag 61.
In deze definitie betekent indicatiegebied hetzelfde als
'geregistreerde indicatie'.
Achmea zal geen producten off-label aanwijzen.
De huidige procedure voorziet niet in het opnemen van
geneesmiddelen zonder een add-onstatus.
Pagina 13 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
121
Wie is verantwoordelijk voor de indeling van de clusters?
122
123
Aan de hand van welke criteria worden deze clusters samengesteld?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers
en apothekers) betrokken bij de indeling van de clusters?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties zijn
betrokken bij de indeling van de clusters?
124
125
Op welke wijze is dit proces van clustering transparant voor betrokken
(belanghebbende) partijen?
126
U geeft aan dat geneesmiddelen als onderling concurrerend aangemerkt
indien zij 1 bij een zelfde indicatiegebied kunnen worden toegepast 2 via
een gelijke toedieningsweg worden toegediend en 3 in het algemeen voor
dezelfde leeftijdscategorie zijn bestemd Dit zijn exact dezelfde criteria die
worden gehanteerd voor clustering in het kader van het GVS (art 2 40 lid 1
Rzv) In art 2 40 lid 3 Rzv staat echter ook dat geneesmiddelen niet als
onderling vervangbaar kunnen worden aangemerkt (en dus ook niet
geclusterd kunnen worden), indien er 1 tussen die geneesmiddelen
verschillen in eigenschappen bestaan 2 deze verschillen in eigenschappen
zich voordoen of uit nader omschreven gegevens en bescheiden, blijkt dat
deze verschillen in eigenschappen, tezamen genomen, bepalend zijn voor
de keuze van het geneesmiddel door de arts kunnen voordoen bij de gehele
patiëntenpopulatie, bij welke de geneesmiddelen kunnen worden
toegepast, en 3 uit nader omschreven gegevens en bescheiden, blijkt dat
deze verschillen in eigenschappen, tezamen genomen, bepalend zijn voor
de keuze van het geneesmiddel door de arts Als deze gronden voor
uitzonderingen in het kader van GVS-clustering relevant worden geacht,
waarom heeft u deze niet overgenomen?
De clustering is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Achmea
en de deelnemende zorgaanbieders.
Zie leidraad paragraaf 1.3 (definities).
Het betrekken van de deelnemende zorgaanbieders is de
verantwoordelijkheid van Achmea.
Het betrekken van de patiëntenorganisaties is de
verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
zorgaanbieders.
Aangezien deze clustering een activiteit is van Achmea en de
deelnemende ziekenhuizen is dit per definitief transparant.
Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra de
clustering definitief en de inkoopprocedure gestart. Dit gebeurt
middels de Leidraad.
Wij hebben diverse bronnen gebruikt om tot onze definitief te
komen (richtlijnen, stand der wetenschap en praktijk) en vooral ook
de inbreng van deelnemende zorgaanbieders en artsen.
Pagina 14 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
127
128
129
Dit mede in verband met het feit dat een GVS-cluster een methode van
berekening van een limiet is, doch géén rangorde bepaalt, terwijl de door u
voorgestelde clustering veel verdergaande consequenties heeft, nl het
bepalen van een rangorde die men heeft te respecteren?
In het kader van het preferentiebeleid zijn waarborgen opgenomen in art
2.8 Besluit zorgverzekering (van elke werkzame stof is in ieder geval één
geneesmiddel in dat cluster opgenomen), om ervoor te zorgen dat geen
verschraling en inbreuk op/afbreuk van de professionele autonomie en
aanspraken kan optreden: elke verzekerde moet kunnen rekenen op een
geneesmiddelenpakket dat dezelfde therapeutische breedte dekt (zie Nota
van Toelichting, Staatsblad 2005, 389, blz 43) Hoe verhoudt zich dit
(principiële) uitgangspunt tot de clustering van geneesmiddelen met
verschillende werkzame stoffen?
In de definitie van Add-oncluster (AOC) is aangegeven dat “deelnemende
zorgaanbieders de mogelijkheid hebben een bepaald geneesmiddel uit of in
een cluster te zetten”: a: Onder welke voorwaarden hebben
zorgaanbieders deze mogelijkheid?
b: Wie bewaakt dat proces, de gehanteerde criteria/voorwaarden etc?
c: Krijgt Achmea daarbij nog een entamerende, sturende of bepalende
invloed of zeggenschap?
d: Krijgen patiënten(organisaties) daarbij nog invloed of zeggenschap?
Wat is de definitie van de benoemde clusters: TNF-alfaremmers (met of
zonder indicatiegebied, m.a.w. wel of niet met IL-17 antagonisten die in RA
richtlijn staan), ‘bepaalde’ hemostatica, referentieproducten en biosimilars?
Welke geneesmiddelen vallen daaronder?
Zie het antwoord op vraag 3.
Zie het antwoord op vraag 1 en vraag 2.
Zie het antwoord op vraag 21.
Zie het antwoord op vraag 21.
Zie het antwoord op vraag 21.
Nee.
Deze inkoopprocedure heeft betrekking op de AOC zoals beschreven
in het digitale invulbestand.
Pagina 15 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
130
131
132
Uw opzet gaat uit van clustering, waarbij de inkoopprocedure een rangorde
gaat geven die uitsluitend afhangt van de ‘meest economische bieding’ In
uw Brochure “Impact Collectieve Farma” (22 mei 2014) stelt u op p 8:
“zorgaanbieders leven de gemaakte afspraken na door vakbekwaam steeds
het meest doelmatige middel aan de patiënt voor te schrijven” Hoe
verhouden zich die rangorde en deze opgelegde verplichting (“steeds”) tot
de medische richtlijnen, de professionele autonomie en
verantwoordelijkheid van de voorschrijver en het recht van de patiënt om
het voor hem meest geschikte behandeling te krijgen?
De definitie van economisch meest voordelige inschrijving gaat uit van
“Hoogste percentage korting ten opzichte van het geldende NZamaximumtarief voor het add-on geneesmiddel”
a: Hoe gaat Achmea om met het gegeven dat het middel met de ‘hoogste
percentuele korting’ niet altijd de economisch meest voordelige inschrijving
zal zijn?
b: Hoe is in de beoordeling van de economisch meest voordelige
inschrijving de kwaliteit van de desbetreffende farmacotherapie
meegewogen? (zowel in distributie, toedieningsvorm, gebruiksgemak en
kwaliteit van leven van patiënt)
c: Hoe wordt bij de meest economische inschrijving rekening gehouden met
het economische verschil in totale behandel- of zorgkosten (bijv ziekenhuis
vs thuistoediening)?
d: Is bij de vaststelling van meest voordelige inschrijving ook rekening
gehouden met benodigde hoeveelheid en eventuele spillage?
e: Klopt het dat er in uw opzet wordt geconcurreerd op korting en niet op
prijs? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot de opstelling van zorgverzekeraars in
de extramurale markt, waar men juist is afgestapt van het systeem dat
keuzes worden gemaakt op basis van kortingen en bonussen?
Hoe zijn de afspraken met concurrerende zorgverzekeraars ingevuld bij
gunning over het totale volume van een deelnemende zorgaanbieders,
waarbij naast het volume van Achmea ook volume van andere
zorgverzekeraars is meegenomen?
In de afspraken met de zorgaanbieders is ruim voldoende voorzien
in de mogelijkheid om af te wijken van het voorkeursbeleid. Zie ook
de antwoorden op de vragen 1 en 2.
Volgens de gehanteerde definitief is de inschrijving met de hoogste
procentuele korting de economisch meest voordelige bieding.
Zie het antwoord op vraag 131a.
Zie het antwoord op vraag de131a..
Zie het antwoord vraag 131a.
Nee.
Dit is onderdeel van de afspraken tussen Achmea en de
deelnemende zorgaanbieders.
Pagina 16 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
133
134
135
136
137
138
139
140
In hoeverre wordt vrijheid van voorschrijven aan de verantwoordelijke
specialist gelaten bij patiënten die eerder een AOC geneesmiddel hebben
gebruikt ondanks het feit dat dit gebruik al minstens 6 maanden geleden is?
Achmea houdt in het kader van IDEA rekening met de ‘Handleiding
Substitutie van de KNMP’ Wordt bij de indeling van de clusters rekening
gehouden met deze Handleiding? Zo nee, waarom in dit geval niet? Zo ja, op
welke wijze?
In een brief van 15 mei 2014 heeft Minister van VWS aan de Tweede Kamer
onder meer gemeld: “Voorschrijven conform behandelrichtlijnen en
medische noodzaak gaat altijd voor financiële (budget) afspraken De
patiënt heeft aanspraak en recht op verantwoorde zorg overeenkomstig de
stand van de wetenschap en de praktijk, zoals onder andere vastgelegd in
behandelrichtlijnen ” En: “De problematiek dat voorschrijvers
belemmeringen in het voorschrijven ervaren en wellicht hierdoor om nietmedische redenen patiënten switchen vind ik zeer zorgwekkend (Tweede
Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 29 248, nr 269) Hoe verhoudt zich uw
opzet tot deze uitspraken?
Wat is de definitie van ‘onvoldoende respons’? Welke criteria zijn hiervoor
vastgesteld?
Wat is de definitie van ‘teveel bijwerkingen’?
Bij de bepaling van de volgorde staat het add-on geneesmiddel centraal die
het meest economisch voordelig is. In hoeverre wordt de stand van
wetenschap en praktijk en positionering in de medische richtlijnen van het
geneesmiddel hierin meegewogen?
Voorschrijvers hebben de verplichting om verantwoorde zorg te leveren.
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat zij dat in de voorgestelde opzet nog
kunnen doen?
Krijgen patiënten te maken met vertraging in de beschikbaarheid van
bepaalde geneesmiddelen die ‘lager’ in de rangorde staan? Zo ja, hoe
verhoudt zich dat dan tot de zorgplicht van Achmea?
Zie antwoord vraag 1 en 2 en 47.
Zie antwoord vraag 49. Er is geen sprake van substitutie. Daarnaast
lijkt de handleiding substitutie van de KNMP op dit moment
ontoereikend voor intramuraal gebruik.
In deze procedure zijn geen belemmeringen voor de voorschrijvers.
De arts heeft vrije keuze bij het voorschrijven van geneesmiddelen.
Dit is ter beoordeling van de voorschrijver.
Dit is ter beoordeling van de voorschrijver.
Voorschrijvers dienen te handelen conform de Stand der
Wetenschap en praktijk.
In onze opzet is nergens opgenomen dat artsen onverantwoorde
zorg moeten leveren. De deelnemende zorgaanbieders hebben
bewust gekozen voor deelname aan gezamenlijke inkoop in dit
collectief.
Nee, er is geen sprake van vertraging in de beschikbaarheid.
Pagina 17 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
151
Wat wordt bedoeld met een “selectie van concurrerende add-on
geneesmiddelen om tot een AOC te komen”?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers
en apothekers) bij deze selectie zijn betrokken?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze
selectie zijn betrokken?
Op welke wijze is dit proces van selectie transparant voor betrokken
(belanghebbende) partijen?
Wie maakt de voorselectie en welke criteria worden daarbij gehanteerd?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers
en apothekers) bij deze voorselectie zijn betrokken?
Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze
voorselectie zijn betrokken?
Op welke wijze is dit proces van voorselectie transparant voor betrokken
(belanghebbende) partijen?
In de inkoopprocedure wordt aangegeven dat het voorkeursbeleid van
Achmea kan worden gewijzigd gedurende de looptijd, bijvoorbeeld als
gevolg van een nieuwe introductie. Is door Achmea rekening gehouden met
het feit dat het tussentijds schrappen van een preferent product een
significante impact kan hebben op het voorraadbeheer van specialistische
geneesmiddelen en het creëren van niet-inzetbare overschotten tot
significante financiële schade kan leiden bij de verantwoordelijke
vergunninghouder(s)?
Wat houdt een nieuwe introductie van een geneesmiddel in voor de
bestaande rangorde? Wordt deze altijd als laatste in de rangorde geplaatst?
Welke mogelijkheid heeft een fabrikant om een nieuwe introductie alsnog
te laten mee doen in de procedure?
Een AOC wordt bepaald in onderling overleg en overeenstemming
tussen Achmea en de deelnemende zorgaanbieders.
Zie het antwoord op vraag 141.
Zie het antwoord op vraag 124.
De clustering is een activiteit van Achmea en de deelnemende
ziekenhuizen en daarmee per definitief transparant.
Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra
een AOC definitief is en de inkoopprocedure start. Dit gebeurt
middels de Leidraad.
Zie de antwoorden op de vragen 141-144.
Zie de antwoorden op de vragen 141-144.
Zie de antwoorden op de vragen 141-144.
Zie de antwoorden op de vragen 141-144.
Ja.
Bij een nieuwe introductie bestaat de mogelijkheid een nieuwe
inkoopprocedure te starten. Een nieuwe middel zal niet per definitie
als laatste aan de rangorde worden toegevoegd.
Het AOC voor de huidige procedure staat vast en kan niet wijzigen.
Pagina 18 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
152
153
154
155
156
157
158
Indien voorkeursbeleid wordt gewijzigd door een nieuwe inkoopprocedure
uit te voeren, wat zijn dan de uitgangspunten in de periode vanaf wijziging
tot vaststelling van gunning van voorkeursgeneesmiddelen?
In de uitgangspunten is opgenomen dat de financiële voordelen in gelijke
mate ten goede komen aan de deelnemende zorgaanbieders, Achmea en
gewenste innovaties. Hoe wordt deze korting in financieel voordeel
geeffectueerd als het verzekerden betreft van concurrerende
zorgverzekeraars?
In de uitgangspunten van de inkoopprocedure is opgenomen dat de
geboden kortingen ‘onder couvert’ zijn en daarmee niet zichtbaar voor
andere marktpartijen Hoe wordt deze vertrouwelijkheid van de korting
gewaarborgd op het moment dat de korting wordt uitbetaald?
In de leveringsvoorwaarden is aangegeven dat andere voorwaarden van de
inschrijver expliciet worden uitgesloten. Hoe gaat Achmea om met
bestaande overeenkomsten tussen zorgaanbieders en leveranciers met
aanvullende voorwaarden over levering, data-uitwisseling, kwaliteits-,
service-elementen, etc…?
In de voorbehouden is onder 2.3.4 opgenomen dat voor ‘sommige’ AOC’s
geen overeenkomst wordt gesloten. Welke criteria worden voor dit
voorbehoud gehanteerd?
Voorbehouden in deze inkoopprocedure
a. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers
en apothekers) bij deze wijziging(en) zijn betrokken?
b. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij
deze wijziging(en) zijn betrokken?
c. Op welke wijze is dit proces van wijziging transparant voor betrokken
(belanghebbende) partijen?
Tot het moment van vaststellen van de nieuwe rangorde blijft het
oude beleid van kracht.
zie antwoord op vraag 69 en vraag 70.
De afrekening van de korting met zorgaanbieders gebeurt op AOCniveau.
Achmea staat buiten (lopende) afspraken met zorgaanbieders voor
zover het geen onderhandse deals betreft (zie antwoord vraag 19).
Deze vraag is op dit moment niet opportuun gelet op het feit dat de
inkoopprocedure voorziet in de inkoop van slechts 1 (één) AOC.
Dit is de verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
zorgaanbieders.
Dit is de verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
zorgaanbieders.
Deze wijziging betreft een activiteit van Achmea en de deelnemende
ziekenhuizen en is daarmee per definitie transparant.
Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra
een wijziging definitief is.
Er kunnen redenen zijn voor een aanbieder een geneesmiddel om niet te in
te schrijven, of er kunnen redenen zijn dat Achmea een bepaalde aanbieder
uitsluit (bijv. vanwege onvolkomenheden of tegenstrijdigheden, zie blz. 12).
Pagina 19 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
159
160
161
162
a. Wat betekent dit voor de toegankelijkheid van dat specifieke
geneesmiddel?
b. Hoe wordt de aanspraak van patiënten gewaarborgd?
Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht, die (o.a.) inhoudt dat zij
geneesmiddelen die onderdeel uitmaken van het verzekerde pakket,
beschikbaar moeten maken voor patiënten die daarop zijn aangewezen.
Alleen extramuraal mag een zorgverzekeraar het pakket in die zin beperken,
dat per werkzame stof één variant wordt aangewezen (art. .2.8 Besluit
zorgverzekering). Achmea eist dat het geneesmiddel waarvoor een
inschrijving wordt gedaan “(…) 2) onderdeel uitmaakt van het verzekerde
pakket”. Intramuraal zijn er geen beperkingsmogelijkheden zoals genoemd
in art. 2.8 Besluit zorgverzekering. Tegelijkertijd gaat uw opzet uit van
uitsluiting, voorselectie, rangorde etc.. Hoe verhoudt zich dat tot het
wettelijk systeem van aanspraken en grenzen aan beperkingen die de
zorgverzekeraar daarop mag stellen (noch direct, noch indirect, zie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2014, VGZ e.a./Nutricia e.a.)?
In 3.5.2.F is aangegeven dat de kosten van distributie worden geacht te zijn
opgenomen in de geoffreerde prijs.
a. Hoe gaat Achmea om met aanvullende vergoeding voor kosten die de
doelmatige inzet en kwaliteit van zorg ten goede komen?
b. Hoe worden dergelijke waarde toevoegende kosten in de totale
vergoeding meegenomen?
Onder 4.2.1. te offreren kortingen wordt aangegeven dat de geboden
korting van toepassing is op alle add-on declaraties over het gerealiseerde
volume. Welke afstemming is gemaakt met concurrerende
zorgverzekeraars?
In de tweede alinea staat: “Als een product tijdens de realisatiefase wordt
geregistreerd en daarmee in een nieuwe indicatiegroep past, zal de
rangorde van de betreffende indicatiegroep worden aangepast met ingang
van de eerste van de maand volgend op het verkrijgen van de betreffende
registratie.”
a. Wat bedoelt u met “een nieuwe indicatiegroep“?
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Dit heeft geen effect op de toegankelijkheid.
Zie de antwoorden op vraag 2 en vraag 158a.
Zie het antwoord op vraag 61.
Deze vallen buiten de geoffreerde prijs.
Dergelijke kosten dienen direct tussen aanbieder en zorgaanbieder
te worden verrekend.
Er is geen afstemming met andere verzekeraars.
Een andere indicatie dan tot voor dat bewuste moment.
Pagina 20 van 54
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
163
b. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers
en apothekers) bij deze aanpassing(en) zijn betrokken?
c. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij
deze aanpassing(en) zijn betrokken?
d. Op welke wijze is dit proces van aanpassing van de rangorde transparant
voor betrokken (belanghebbende) partijen?
In de vierde alinea staat dat zorgaanbieders bij nieuwe gebruikers in
minimaal in 80% van de gevallen het voorkeursgeneesmiddel (zijnde het
geneesmiddel waarvoor het hoogste kortingspercentage is geboden)
moeten voorschrijven.
a. Wie heeft het percentage van 80% bepaald, op basis van welke criteria en
volgens welke procedure?
b. Geldt dit percentage voor alle clusters? Zo ja, waarop is dat gebaseerd?
c. Zijn bij de vaststelling van dit percentage de betrokken beroepsgroepen
(voorschrijvers/apothekers) en patiëntenorganisaties betrokken? Zo ja, op
welke wijze? Zo nee, waarom niet?
d. Op welke gronden acht Achmea het percentage van 80% verantwoord
voor al deze clusters?
e. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat – met dit opgelegde percentage voorschrijvers hun verplichting tot het bieden van kwalitatief verantwoorde
zorg kunnen nakomen? Zij zijn immers uit dien hoofde verplicht om voor
elke patiënt, met inachtneming van de individuele omstandigheden van het
geval, te handelen in overeenstemming met hun richtlijnen en de stand van
de wetenschap en praktijk?
f. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat Achmea haar zorgplicht op grond
van de Zorgverzekeringswet kan nakomen, die inhoudt dat zij ervoor dient
te zorgen dat de zorg die tot het verzekerde pakket behoort (want behoort
tot de stand van wetenschap en praktijk), ook daadwerkelijk beschikbaar is
voor de patiënt?
Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
ziekenhuizen.
Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
ziekenhuizen.
Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende
ziekenhuizen.
Dit is vastgesteld door Achmea samen met de deelnemende
zorgaanbieders.
Ja, dit geldt voor alle clusters. Dit op basis van de gangbare praktijk.
Nee, het betreft een inschatting van Achmea en de deelnemende
zorgaanbieders, inclusief medisch specialisten.
Zie het antwoord op de vragen 163a en 163c.
Dat klopt. Door aan de ene kant ruimte in te bouwen (20%) om af te
kunnen wijken en aan de andere kant de medisch inhoudelijke
afwegingen van de individuele arts altijd te laten prevaleren boven
de 80%-doelstelling. Zie ook antwoord vraag 51 tot en met 57.
Gelet op het feit dat onze opzet op geen enkele manier de
aanspraak inperkt dan wel de zorgplicht is er geen reden dit op een
andere manier te waarborgen.
Pagina 21 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
164
165
166
167
168
169
In de laatste alinea op blz. 18 wordt gesproken over de situatie waarin een
patiënt “moet worden overgezet op een ander geneesmiddel binnen een
cluster (een “switcher”)”. Hoe verhoudt zich deze kennelijk onvermijdelijke
omzetting zich tot de uitspraken van de Minister van VWS in een brief van
15 mei 2014 aan de Tweede Kamer, waarin zij duidelijk heeft gesteld:
“Voorschrijven conform behandelrichtlijnen en medische noodzaak gaat
altijd voor financiële (budget) afspraken. De patiënt heeft aanspraak en
recht op verantwoorde zorg overeenkomstig de stand van de wetenschap
en de praktijk, zoals onder andere vastgelegd in behandelrichtlijnen.” en:
“De problematiek dat voorschrijvers belemmeringen in het voorschrijven
ervaren en wellicht hierdoor om niet-medische redenen patiënten switchen
vind ik zeer zorgwekkend.”. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 29
248, nr. 269)?
De leidraad stelt dat eventuele bezwaren voor de sluitingsdatum voor het
indienen van vragen kenbaar moeten worden gemaakt, bij gebreke waarvan
de inschrijver hierop geen rechtsgeldig beroep kan doen en zijn rechten
heeft verspeeld. Al onze vragen dienen als bezwaar te worden beschouwd.
Wat gaat Achmea doen wanneer er lopende het kalenderjaar biosimilars
voor een betreffend geneesmiddel op de Nederlandse markt komen? Wat
betekent dit concreet voor de gesloten contracten?
Kan Achmea meer specifiek aangeven wanneer zij gebruik maakt van het
voorbehoud (p. 10) om het voorkeursbeleid te wijzigen
Indien Achmea het voorkeursbeleid wijzigt o.b.v. wijzigingen in de markt,
kan een fabrikant dan haar aanbod terugtrekken of een nieuw
kortingspercentage indienen? Zo nee, waarom niet. Zo ja, onder welke
voorwaarden is dit mogelijk?
Worden bij het uitbrengen van de definitieve nota van inlichtingen tevens
alle definitief deelnemende ziekenhuizen bekend gemaakt en wordt er
aangegeven voor welk deel zij mee doen met ICF? Indien zij alleen voor het
Achmea deelnemen, geeft Achmea dan aan welk percentage het Achmea
deel is?
Zie antwoord vraag 135.
Dit betreft geen vraag.
Indien er een nieuw geneesmiddel op de markt komt dat in het AOC
past (op aangeven Achmea en de deelnemende ziekenhuizen) kan
er een nieuwe inkoopprocedure starten.
In het geval er een product met betere positie in de rangorde een
nieuwe registratie verkrijgt zal het voorkeursbeleid voor wat betreft
de bewuste indicatie wijzigen.
Het terugtrekken van de bieding is niet mogelijk. In het geval er een
nieuwe inkoopprocedure volgt en het betreffende product is
opgenomen in het AOC kan er een nieuwe bieding worden gedaan.
In het digitaal invulbestand van 3 oktober 2014 is opgenomen welke
zorgaanbieders deelnemen en of het 'Achmea volume' betreft of
het gehele volume van de zorgaanbieder. Indien het alleen Achmea
volume betreft kan niet worden aangegeven welk percentage dit is
van het totale volume omdat Achmea dat niet kent.
Pagina 22 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
170
171
172
173
174
Wanneer Achmea gaat inkopen voor deelnemende Academische centra
dient zij de Europese aanbestedingsregels inclusief de daarbij behorende
tijden te volgen. Is Achmea van mening dat de Europese
aanbestedingsregels bij ICF van toepassing zijn? Indien Achmea van mening
is dat de Europese aanbestedingsregels in deze situatie niet van toepassing
zijn, welke onderbouwing heeft Achmea hier dan voor?
Op pagina 8 staat: ‘deelnemende zorgaanbieders sluiten geen onderhandse
deals over de geneesmiddelen in de AOC’. Welke zaken, afspraken etc.
verstaat Achmea onder ‘onderhandse deals over de geneesmiddelen in de
AOC’, kunt u dit specifiek benoemen.
Gestanddoening: Wanneer achteraf blijkt dat er per 1 januari 2015 geen
geldende overeenkomstig is voor het leveren van geneesmiddelen aan de
deelnemende zorgaanbieders, bijvoorbeeld omdat er een juridische kwestie
heeft gespeeld,dan betekent dit dat de betrokken ziekenhuizen geen
korting hebben bedongen en zij feitelijk de lijstprijs verschuldigd zijn.
Garandeert Achmea dat zij deze aan de inschrijver betalen? Zo nee,
betekent dit dat Achmea dit risico volledig bij de deelnemende ziekenhuizen
legt?
Op pagina 13 schrijft Achmea over ‘irreële inschrijving”. Kunt u meer
specifiek beschrijven wat u onder irreële inschrijving verstaat?
Enkele zorgaanbieders nemen deel aan ICF onder specifieke voorwaarden.
Wij achten het noodzakelijk om over deze informatie te beschikken om een
bod uit te kunnen brengen rekening houdende met de gestelde
voorwaarden en maken bezwaar tegen het ontbreken van deze informatie
ten tijde van het publiceren van de leidraad. Legt u deze voorwaarden over
aan de genodigde inschrijvers bij de definitieve nota van inlichtingen? Zo
nee, wat is daarvoor uw argumentatie?
Zie het antwoord op vraag 102.
Zie het antwoord op vraag 19.
De situatie waarin de inkoopprocedure geen resultaat geeft is
onderwerp van gesprek tussen de deelnemende ziekenhuizen en
Achmea. Dit heeft geen betrekking op de inkoopprocedure.
Een bieding is irreëel indien deze tot doel heeft dan wel de
uitwerking heeft de inkoopprocedure te frustreren.
De eventuele voorwaarden zijn onderdeel van het contract Medisch
Specialistische Zorg en betreffen andere aspecten dan welke
relevant zijn voor de inkoopprocedure.
Pagina 23 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
175
176
177
178
179
Per indicatiegroep (Pag. 18) zal een specifieke rangorde worden vastgesteld.
Daarbij wordt uitgegaan van de geregistreerde indicatie(s) (peildatum 1
oktober 2015). Als een product tijdens de realisatiefase wordt geregistreerd
en daarmee in een nieuwe indicatiegroep past, zal de rangorde van de
betreffende indicatiegroep worden aangepast met ingang van de eerste van
de maand volgend op het verkrijgen van de betreffende registratie. Bent u
ook van mening dat hier ‘peildatum 1 oktober 2014’ dient te staan?
Betekent dit dat zonder dat voor de desbetreffende indicatie een bod is
uitgebracht, buiten de inschrijfprocedure een wijziging in rangorde wordt
aangebracht?
Bij gelijke bieding bepaalt loting de positie. (pag. 18). Stelt u hiermee dat bij
gelijke korting geen gelijke positie geboden wordt? Zo ja, kunt u het
juridisch kader beschrijven op grond waarvan u meent dat dit toegestaan is
in deze specifieke situatie?
Indien Achmea geen of geen rechtsgeldige inschrijvingen ontvangt, wordt
de AOC buiten de inkoopprocedure gehouden. Hoe verantwoordt Achmea
dit rechtsgeldig en hoe verhoudt dit zich met het recht op aanspraak van de
verzekerde?
Deelnemende zorgaanbieders hebben de mogelijkheid een bepaald
geneesmiddel uit of in een cluster te zetten. Kunt u toelichten wat hiermee
bedoeld wordt en welke consequenties deze maatregel heeft op geboden
kortingen en het gebruik/uitsluiten van het geneesmiddel binnen de
dynamische groep van patiënten? Kunt u uiterlijk in de nota van toelichting
aangeven welke zorgaanbieders van deze mogelijkheid gebruik hebben
gemaakt of dit overwegen en op welke wijze?
Op basis van welke verifieerbare Nederlandse marktgegevens gegevens
heeft Achmea de referentietarieven vastgesteld? Indien Achmea niet
Nederlandse marktgegevens heeft meegenomen in haar overwegingen/
besluitvorming hoe beargumenteerd zij de toepasbaarheid hiervan op de
Nederlandse markt?
Het is correct dat de peildatum 1 oktober 2014 moet zijn. Wij gaan
er van uit dat fabrikanten zelf op de hoogte zijn van eventuele
uitbreiding van de geregistreerde indicaties en dat er rekening mee
gehouden zal worden bij de bieding. Gelet op het feit dat er geen
bod uitgebracht kan worden per indicatie kan het tweede deel van
de vraag niet voor komen.
De loting zal voorafgaand aan het opnemen van de enveloppen
plaats vinden. Indien er twee gelijke biedingen zijn heeft het lot dus
vooraf bepaald welke positie de gelijke biedingen t.o.v. van elkaar
krijgen in de rangorde. Het juridisch kader is de Leidraad waarin
deze procedure is beschreven.
De situatie waarbij er geen- of geen rechtsgeldige biedingen worden
ontvangen is beschreven in de Leidraad en daarmee rechtsgeldig.
Dit heeft geen effect op de aanspraak van verzekerden.
Zie antwoord vraag 21.
Achmea heeft het referentietarief vastgesteld op basis van o.a.
declaratiedata, marktgegevens van zorgaanbieders en de effecten
historische marktontwikkelingen.
Pagina 24 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
180
181
182
183
184
185
186
In de modelovereenkomst (pag.27) wordt er gesproken over inkopende
zorgverzekeraar, Achmea en ‘opdrachtgever’. Wil Achmea aangeven welke
term er gebruikt gaat worden.
In de modelovereenkomst (pag.27/28) ontbreekt een bepaling die de
rangorde contractueel vastlegt. Gaat Achmea deze bepaling toevoegen en
zo ja, in welke bewoordingen, zo nee, waarom niet?
In de modelovereenkomst (pag.30; art 8 sub 2: 2) staat het volgende: De
daadwerkelijk door opdrachtnemer aan opdrachtgever verschuldigde
korting per geneesmiddel in een AOC behelst de in bijlage 4 per
geneesmiddel opgenomen korting. Indien het NZa maximumtarief
gedurende de looptijd wijzigen, dan zal bij neerwaartse bijstelling de nieuwe
prijs worden gehanteerd en bij opwaartse bijstelling het huidige tarief
worden behouden. Waarom wordt er bij opwaartse bijstelling deze niet
doorgevoerd door Achmea en blijft bij een neerwaartse bijstelling van het
NZa maximumtarief de overeengekomen korting gehandhaafd?
In de modelovereenkomst (pag.29; art4 sub 2). Verzoek aan Achmea tot
aanpassen in: ‘Alle in redelijkheid gemaakte kosten..”
In de modelovereenkomst (pag.30; art 9 sub 1). Verzoek aan Achmea tot
aanpassen in: Kosten en schade beperken tot directe kosten en schade.
In de modelovereenkomst (pag.32; art 12 sub 3).Verzoek aan Achmea tot
aanpassen in: Wederkerig maken, dient ook te gelden voor opdrachtgever
en zorgaanbieders.
In de modelovereenkomst (pag.32; art 14 ‘en haar globale inhoud’). Verzoek
aan Achmea tot verwijderen van deze zinsnede
Het betreft de inkopende verzekeraar (handelend onder de naam
Achmea) welke tevens opdrachtgever is.
Zie het antwoord op vraag 17.
Dit is gedaan om de belangen van onze verzekerden zo goed
mogelijk te behartigen.
Hiermee kan Achmea niet akkoord gaan.
Hiermee kan Achmea niet akkoord gaan.
Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste
modelovereenkomst.
Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste
modelovereenkomst.
Pagina 25 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
187
188
189
190
191
In de modelovereenkomst (pag.34; art 18: Indien zich tijdens de duur van
deze overeenkomst van overheidswege een voor Partijen ingrijpende
wijziging van de zorgverzekeringswet en/of bijbehorende besluiten en/of
regelingen voordoet waarmee (de inhoud van) deze overeenkomst strijdig is
of waardoor er ernstige onduidelijkheden ontstaan over de verplichtingen
van Partijen onder deze overeenkomst, kan Achmea deze overeenkomst per
datum van de overheidsmaatregel beëindigen. Verzoek aan Achmea tot
aanpassen in: Partijen dienen eerst met elkaar in overleg te treden om te
bezien of de overeenkomst gewijzigd kan worden, indien wetswijziging
zodanig is dat dit niet door een van beide partijen gevergd kan worden
komt beëindigen aan de orde.
Leidraad pag. 19: ‘Opdrachtnemer is niet gerechtigd zonder toestemming
van opdrachtgever de rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst
over te dragen aan een derde.…’ Verzoek aan Achmea tot aanpassen in:
Deze toestemming zal niet onredelijk worden onthouden.
‘Economisch meest voordelige inschrijving’. Achmea lijkt geen rekening te
houden met de huidige marktaandelen en de door Achmea gehanteerde
omschrijving hoeft dus ook niet het ‘Economisch meest voordelige
inschrijving’ te zijn. Waarom heeft Achmea marktaandelen niet
meegenomen in de bepaling van de ‘Economisch meest voordelige
inschrijving’?
‘Economisch meest voordelige inschrijving’. Er zijn verschillen in gemiddelde
doseringen per geneesmiddel per patient per jaar. Houdt Achmea hier
rekening mee bij het vaststellen van de volgorde van de ‘economisch meest
voordelige inschrijving’? Zo nee, waarom niet?
Kunnen er verschillende kortingen worden gegeven per indicatie en zo ja,
worden de kortingen dan ook alleen per indicatiegebied gebruikt? M.a.w.
gelden voor de andere indicaties de NZa maximum tarieven wanneer wij
daar niet op geboden hebben? Zo nee waarom niet?
Hier kan Achmea niet mee akkoord gaan.
Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste
modelovereenkomst.
Gelet op de huidige prijsstelling van de betreffende producten is het
marktaandeel irrelevant voor de prijsvorming. De definitie van
'economisch meest voordelige bieding' is opgenomen in de
Leidraad.
Nee. De bepaling van de rangorde is beschreven in de Leidraad.
Het is niet mogelijk een bieding per indicatie te doen. Er kan slecht 1
kortingspercentage geboden worden wat, zoals beschreven in de
Leidraad, van toepassing zal zijn op alle declaraties van het
betreffende middel.
Pagina 26 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
192
Achmea heeft een dynamische groep berekend van ± 35%, bestaande uit
nieuwe patiënten en switchers samen. Op welke wetenschappelijke
verifieerbare data zijn deze percentages gebaseerd en hoe verhouden deze
percentages zich per indicatiegebied: Reuma, MDL en Psoriasis patiënten.
193
Betreft pagina 5: Uw definitie Add-on cluster. Hierin wordt ondermeer
gesteld dat geneesmiddelen in een cluster zitten als ze bij een zelfde
indicatie gebied kunnen worden toegepast. Is Achmea van mening dat alle
door hen geselecteerde geneesmiddelen in de AOC toepasbaar zijn voor alle
indicaties? Zo ja, waar baseert Achmea dit op? Zo nee, waarom heeft
Achmea dan de betreffende middelen in eenzelfde cluster geplaatst? Kunt u
in uw beantwoording meenemen waarom Infliximab niet opgenomen is in
de AOC?
Wanneer (graag zo specifiek mogelijk definiëren) zal Achmea gebruik maken
van het voorbehoud op pagina 10, om voor sommige AOC’s geen
overeenkomst te sluiten
Achmea verplicht zorgaanbieders dat zij, bij nieuwe patiënten, in 80% het
meest voordeligste middel voorschrijven. Op basis van welke gepubliceerde
wetenschappelijke literatuur/onderzoek stelt Achmea dat 80 % van de
nieuwe patiënten op het preferente middel kan worden gezet en meent
Achmea dat dit percentage voor alle patiëntengroepen (reuma, MDL en
psoriasis) hetzelfde is? Zo ja, op welke verifieerbare gegevens baseert
Achmea dit? En hoe denkt Achmea deze percentages daadwerkelijk te
borgen zonder ongeoorloofd invloed uit te oefenen op het
voorschrijfgedrag van artsen?
194
195
De percentages zijn gebaseerd op de declaratiegegevens van
Achmea over de periode H2-2012 - H1-2013. Patiënten zijn hierbij
als "nieuw" aangemerkt als ze tenminste 180 dagen geen TNFi
hebben gebruikt. Patiënten die binnen een periode van 180 dagen
van stof zijn veranderd worden als "switcher" aangeduid.
Bij de analyse is geen onderscheid gemaakt naar de verschillende
indicatiegebieden. Het is dus een indicator die representatief is voor
de landelijke situatie.
Achmea is niet van mening dat alle geselecteerde geneesmiddelen
kunnen worden toegepast bij alle indicaties. Binnen de AOC zijn
echter wel geneesmiddelen met dezelfde indicaties die onderling
concurreren. Infliximab is niet opgenomen vanwege de
toedieningsvorm (IV).
Op dit moment is er slechts 1 AOC in procedure. Alleen in het geval
er geen- of geen rechtsgeldige inschrijving komt zal Achmea geen
overeenkomst sluiten.
Zie antwoord vraag 39. Achmea zal nimmer ongeoorloofde invloed
uitoefenen op het voorschrijfgedrag.
Pagina 27 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
196
197
198
199
200
201
202
Wordt in de AOCs een onderverdeling gemaakt o.b.v. indicatiegroepen per
geneesmiddelen omdat niet ieder geneesmiddel voor dezelfde indicaties
ingezet kan worden. Zo ja kunt u aangeven hoe de groepen specifiek zijn
gedefinieerd en op basis van welke verifieerbare data? Zo nee, waarom
niet?
Voor welk percentage van de TNF alfaremmers markt koopt Achmea in voor
2015?
Achmea heeft de rekenvolumes in bijlage 4, gebaseerd op eigen data en die
van Vektis. Daarnaast heeft Achmea inschattingen gemaakt voor zowel het
aantal nieuwe patiënten als switch patiënten. Welke berekeningen en
formules heeft Achmea voor deze berekeningen gebruikt? Is Achmea bereid
deze berekeningen te overleggen en hier een controle op te laten verrichten
door een onafhankelijke partij? Zijn in deze getallen alle door de
zorgaanbieders ingebrachte eventuele volumes meegenomen?
Het rekenvolume is een op feiten gebaseerde best mogelijke schatting
waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Wat gebeurt er als het
beoogd volume niet wordt gehaald? Is Achmea bereid een bandbreedte
overeen te komen met inschrijvende partijen en compensatie aan te bieden
wanneer men hier buiten komt?
NZa maximum tarieven voor 2015. Omdat deze tarieven nog niet definitief
zijn vastgesteld: Kan Achmea aangeven welke bron zij gebruikt voor de NZa
maximumtarieven? Is Achmea voornemens om de door de NZa te
publiceren definitieve maximumtarieven te gaan hanteren? Zo nee, waarom
niet?
We kunnen korting geven op het NZa-maximumtarief 2015 voor onze
producten. Kunnen we dit voor elke SKU verschillend aanpakken? Kunnen
we ook een % korting geven dat verschillend is voor 1ste, 2de of 3de keus?
Wie is/wordt er uitgenodigd om bij het openen van de enveloppen
aanwezig te zijn en welke informatie wordt daar bekend gemaakt?
Zie de antwoorden op de vragen 62,63,64,65,66,67 en 68.
Zie het antwoord op vraag 99.
Bij het verschijnen van de nota van inlichtingen zal de aangepaste
opgave van de deelnemende zorgaanbieders, het volume en of het
Achmea- of totaal volume betreft mede gepubliceerd worden in het
digitaal invulbestand van 3 oktober 2015. Achmea maakt hierbij
gebruik van de eigen declaratiedata, Vektis gegevens en de opgave
van de deelnemende zorgaanbieders.
Het kan voorkomen dat de volume ontwikkeling anders verloopt
dan op dit moment ingeschat kan worden. Er zijn diverse afspraken
van kracht waarbij er sterk gestuurd wordt op doelmatigheid en
gepast gebruik. Het aanbieden van een compensatie bij 'het niet
halen van het volume' is niet mogelijk.
De gebruikte bron is te vinden op een openbare pagina van de
NZa:http://www.nza.nl/regelgeving/tarieven/ziekenhuiszorg/tarieve
nDBCDOT/tarieven-prestaties-DBC-DOT/
Nee, er kan slechts 1 kortingspercentage worden aangeboden.
Geïnteresseerde belanghebbende kunnen aanwezig zijn bij het
openen van de enveloppen. Zie verder de antwoorden op de vragen
94, 95 en 96.
Pagina 28 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
203
204
205
206
207
208
209
Welke partijen zijn er (contractueel) aan gehouden om de informatie
vertrouwelijk te behandelen? Welke straf staat op het openbaar maken van
vertrouwelijke informatie waaronder de ingediende prijzen? Zijn er partijen
die niet tot vertrouwelijkheid gehouden zijn? Zo ja welke partijen zijn dit en
waarom?
Welke informatie vanuit de tender krijgen deelnemende zorgaanbieders?
Alleen volgorde en prijsverschil tussen de ingeschreven geneesmiddelen? En
welke overige informatie?
Welke maatregelen neemt Achmea om te voorkomen dat vertrouwelijke
informatie wordt openbaargemaakt door deelnemende zorgaanbieders of
anderen?
Kan Achmea garanderen dat kortingspercentages niet bekend worden bij
zorgaanbieders? Niet via een directe weg noch dat de zorgaanbieder
achteraf kortingspercentages zelf kan berekenen?
Is Achmea bereid om een Trusted Third Party (TTP) in het proces van
opstellen van kosten, het uitvoeringsproces verrekening van kortingen en
ter verificatie van data et cetera aan te stellen? Zo nee, waarom niet? Zo ja
wat zijn dan de procedures en afspraken die er met de TTP worden
gemaakt?
De kosten die de distributie van de inschrijver naar zorgaanbieder en/of
groothandel met zich meebrengt, worden geacht te zijn opgenomen in de
geoffreerde prijs? Bij andere tenders ontvangen inschrijvers een standaard
vergoeding voor distributie. Waarom is dit thans niet het geval?
Achmea zal periodiek een onderbouwde creditnota voor het afrekenen van
de korting aanleveren aan de inschrijver. Op welke databronnen zal dit
worden gebaseerd, welke periodes zullen worden gehanteerd en welke
mogelijkheden krijgt de inschrijver om deze gegevens te controleren?
De personen die kennis hebben over de inhoud van de
inschrijvingen zijn contractueel gehouden aan geheimhouding. Voor
het overige heeft iedereen zich te houden aan de relevante wet- en
regelgeving.
De deelnemende zorgaanbieders krijgen alleen informatie over de
rangorde.
Achmea maakt hierover afspraken met de deelnemende
zorgaanbieders. Geheimhouding is in het belang van alle betrokken
partijen.
Zie het antwoord op vraag 154.
Ja, Achmea is bereid hiervoor een TTP in te schakelen. Over de
procedures en de afspraken worden partijen die daadwerkelijk een
rechtsgeldige bieding hebben gedaan later geconsulteerd.
Er zijn uiteenlopende vormen van distributie die het werken met
een standaard vergoeding onmogelijk maken.
De gebruikte databronnen betreffen de declaratiegegevens van de
deelnemende ziekenhuizen. De gehanteerde periode zal worden
afgestemd met de inschrijvers, deelnemende ziekenhuizen en de
TTP. De controle mogelijkheden zijn onderwerp van de genoemde
consultatie in het antwoord op vraag 207.
Pagina 29 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
210
211
212
213
214
215
216
Hoe verlopen de financiële en logistieke stromen als het ziekenhuis heeft
besloten om Achmea centraal te laten inkopen voor haar gehele patiënten
populatie en hoe vindt dan rapportage plaats over het deel dat bestemd is
voor de niet Achmea patiënten populatie in het ziekenhuis? Hoe wordt er
inzicht gegeven in de niet Achmea gegevens?
Paragraaf 4.2.1 Te offreren kortingen. Hier wordt gesteld dat “De geboden
korting is van toepassing op alle add-on declaraties over het gerealiseerde
volume van de deelnemende zorgaanbieders. De afrekening van de korting
vindt plaats op basis van declaraties in het schadejaar 2015”. Hoe gaat
Achmea inschrijvers inzicht bieden in de juistheid van deze gegevens?
Graag uw toelichting op het punt 3.5.2. ad. C (pagina 15): Orders
aanpassen/weigeren: wat bedoelt Achmea hier mee?
Met betrekking tot punt 3.5.2. ad. D, (pagina 15). Inschrijvers hebben geen
controle over de voorraad (beschikbaarheid NL markt) wanneer deze
distributiecentra van de inschrijver heeft verlaten. Gaat Achmea daarom
voorraadbeheer ten gunste van deelnemende zorgaanbieders regelen met
groothandels in Nederland?
In de modelovereenkomst (pag.28) staat; Opdrachtnemer levert conform de
in artikel 2 genoemde overeenkomstdocumenten aan opdrachtgever de aan
hem op basis van de inkoopprocedure gegunde AOC geneesmiddelen
binnen 3 werkdagen na een order van een groothandel en/of
zorgaanbieder. Wat is locatie waar afgeleverd dient te worden, hoe regelt
Achmea de opslag, het transport en draagt Achmea zelf zorg voor de
distributie?
Stel dat een deelnemende zorgaanbieder 25% of een hoger percentage van
nieuwe patiënten op een ander dan het door Achmea vastgestelde meest
doelmatigste middel dient te zetten, wat doet Achmea in dit geval en hoe
staat Achmea hier ten opzichte van het recht op aanspraak van de
verzekerde?
Is deze onderbouwing voor alle indicaties en alle middelen van toepassing?
Aan de logistieke en financiële stromen verandert niets. De
rapportage zal ook voor dit deel van het volume worden gebaseerd
op de declaratiegegevens welke verwerkt worden door de TTP.
Zie het antwoord vraag 207.
Deze bepaling is onderdeel van de leveringszekerheid.
Nee, Achmea gaat hierover geen bijzondere afspraken maken met
groothandels.
Nee, Achmea zal niet betrokken zijn bij het orderproces, de
distributie, de opslag of het transport. De strekking van het
betreffende artikel is het in stand houden van de huidige praktijk
maar daarbij wel een garantie vragen op tijdige verwerking van
orders in het kader van de leveringsbetrouwbaarheid.
Zie het antwoord op vraag 163.
Ja.
Pagina 30 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
217
218
219
220
221
222
223
224
225
Welke afspraken heeft Achmea gemaakt met de deelnemende
zorgaanbieders m.b.t. afdoende registratie van gebruikte merken,
batchnummers, eventuele bijwerkingen en effectiviteitmeting van gebruikte
geneesmiddelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke?
Is Achmea, gezien het feit dat zij ‘switchen’ bij TNFi’s in haar leidraad en in
haar inkoopbeleid bespreekt met zorgaanbieders, van mening dat zij
verantwoording draagt op het gebied van het verloop van switchen?
Hoe gaat Achmea het proces van switch monitoren en bewaken en welke
garanties gaat Achmea afgeven dat er niet om andere, dan medische
redenen, geswitcht gaat worden?
Welke penalty’s heeft Achmea opgenomen indien zorgorganisaties toch
switchen om NIET medische redenen en hoe gaat Achmea om met de
informatie verstrekking hierover?
Het IC farma model stuurt op Prijs en Volume. Worden inschrijvende
partijen ook betrokken bij kwaliteit en innovatie? Zo ja, hoe?
Hoe ziet Achmea de rol van de niet inschrijvende partijen en nietdeelnemende ziekenhuizen op het terrein van kwaliteit en innovatie gezien
het feit dat Achmea bij hen ook verantwoordelijkheid draagt?
Welke maatregelen heeft Achmea getroffen om onderbehandeling te
signaleren en aan te pakken?
Hoe worden inschrijvende partijen betrokken bij de punten kwaliteit en
innovatie? En de rol van de niet inschrijvende partijen en niet-deelnemende
ziekenhuizen?
Op welke gronden mogen zorgaanbieders besluiten om geneesmiddelen uit
te sluiten?
Nee, hierover zijn geen bijzondere afspraken gemaakt aangezien dit
niet relevant is voor de gezamenlijke inkoop of de inkoopprocedure.
Nee. De voorschrijver is de eindverantwoordelijke voor het bepalen
van het geneesmiddel wat een patiënt dient te gebruiken.
Achmea en de deelnemende zorgaanbieders zullen relevante
gegevens monitoren en indien nodig met elkaar bespreken. Zie
verder antwoord vraag 218.
Er zijn geen penalty's afgesproken. Zie ook antwoord vraag 218 en
vraag 219.
Het kan zijn dat inschrijvende partijen betrokken worden bij het
invullen van de innovatieagenda welke leidend zal zijn voor het
besteden van de innovatiegelden. Dit is afhankelijk van de
onderwerpen die Achmea samen met deelnemende zorgaanbieders
agendeert.
Achmea acht deze vraag niet relevant voor deze inkoopprocedure.
Deze vraag is te onduidelijk gesteld om te kunnen beantwoorden.
Zie het antwoord op vraag 221 en 222.
Deze vraag is te onduidelijk gesteld om adequaat te kunnen
beantwoorden.
Pagina 31 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
226
227
228
229
230
231
De rangorde (pag.18) is bepalend bij de keuze van het geneesmiddel bij
nieuwe gebruikers. De zorgaanbieders dienen bij nieuwe gebruikers een
compliance op het voorkeursgeneesmiddel te behalen van minimaal 80
procent. Kunt u aangeven op welke verifieerbare gegevens u dit percentage
baseert? Tevens zijn wij van mening dat door het niet op voorhand
onderbouwen van deze informatie de leidraad en de procedure als zodanig
niet juist is uitgevoerd. Wat is de reactie van Achmea op dit standpunt?
Het strikt opleggen van 80 procent compliance om het voorkeursmiddel
voor te schrijven kan in strijd zijn met de vrijheid van een arts om altijd het
juiste middel voor te schrijven bij nieuwe patiënten. Zal Achmea bij
voorkomende gevallen de 80 procent regel handhaven? Zo, ja wat zijn dan
de maatregelen waar de voorschrijver mee te maken krijgt?
AOC omschrijving: Zoals ook blijkt uit format 4, worden subcutaan en
intraveneus van elkaar onderscheiden en wordt vervolgens in deze
inkoopprocedure intraveneus buiten beschouwing gelaten. Wat is de reden
voor dit onderscheid en het vervolgens buiten beschouwing laten van iv?
Ontstaat daarmee niet een ongelijk speelveld tussen deze twee groepen,
aannemende dat ze bij nieuwe patienten medisch uitwisselbaar zijn?
AOC omschrijving: wat betekent de zinsnede dat deelnemende
zorgaanbieders de mogelijkheid hebben “een bepaald geneesmiddel uit of
in een cluster te zetten”? Dit maakt het te verwachten volume voor
inschrijvers nog onzekerder dan het toch al is. Wordt voorafgaand aan de
inschrijving dit kenbaar gemaakt aan de inschrijvers?
Hier staat dat Achmea in voorkomende gevallen een nieuwe
inkoopprocedure kan uitvoeren. Wat betekent dat voor de op dat moment
(op basis van de eerdere inkoopprocedure) bestaande afspraken met
leveranciers? Zie ook de omschrijving van het begrip “realisatiefase” op
pag. 6: fase van 1/1/2015 t/m 31/12/2015 waarin het voorkeursbeleid geldt
voor de deelnemende zorgaanbieder.
kortingen “onder couvert”: wie komen dit te weten?
Zie antwoorden op de vragen 38-53. Achmea is van mening van de
Leidraad en de procedure juist zijn uitgevoerd.
Zie de antwoorden op de vragen 38-53.
Het buiten de procedure houden van IV is gedaan op aangeven van
(potentieel) deelnemende zorgaanbieders. Of er een ongelijk
speelveld ontstaat is afhankelijk van het beleid ten aanzien van de
uitgesloten producten. Dit beleid maakt geen onderdeel uit van
deze inkoopprocedure.
Zie de antwoorden op de vragen 21 tot en met 30.
Zie het antwoord op vraag 3.
De hoogte van de biedingen zullen bekend zijn bij Achmea team
intramurale farmacie (inkopers + manager), de notaris en bij de TTP.
Pagina 32 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
232
wat wordt hier bedoeld met “onderhandse deals” en hoe controleert
Achmea hier op?
233
Kan Achmea ziekenhuizen die ook t.a.v. de inkoop voor niet Achmea
verzekerden meedoen aan de Gezamenlijke Inkoop juridisch binden aan de
compliance afspraken voor de niet-Achmea verzekerden en zo ja wat zijn
bij niet naleving dan de sanctiemogelijkheden?
Wat wordt er precies bekend gemaakt aan de aanwezigen bij de
bijeenkomst bij de notaris op 20 oktober 2014?
Voorbehouden. Hoe kan het zijn dat Achmea tussentijds (dus bijvoorbeeld
ook nadat de inschrijvers hun bieding hebben gedaan) het voorkeursbeleid
mag wijzigen? Dit recht wordt hier ongeclausuleerd en zonder plicht tot
schadevergoeding geclaimd. Dat maakt de positie van de inschrijvers wel
zeer onzeker.
234
235
236
237
Hier wordt gesproken over de voorwaarden t.a.v. houdbaarheid en daarbij
wordt verwezen naar de modelovereenkomst in Hoofdstuk 8 van de
Leidraad. Daarin staat echter geen artikel t.a.v. houdbaarheid. Wat zijn de
eisen c.q. Voorwaarden t.a.v. de houdbaarheid?
uitsluitingsgronden. Het is begrijpelijk dat Achmea zich ervan wil
vergewissen dat zij met betrouwbare leveranciers te maken heeft. Van
grote bedrijven kan echter niet worden verlangd in de volle breedte van het
bedrijf te voldoen aan álle genoemde punten onder 3.4. Dat geldt vooral bij
het 4e en 6e punt. Waar het hier ons in ziens in deze procedure om gaat, is
dat de inschrijver/leverancier op de voor deze inkoop relevante gebieden
geen juridische kwesties heeft en/of kwesties met de Inspectie. Kan Achmea
deze passage daarop toespitsen?
Zie antwoord vraag 19. Achmea zal hier niet actief op controleren of
op voorhand sancties instellen. Beleid op dit punt zal worden
gemaakt samen met de deelnemende zorgaanbieders.
Ja, de 80%-doelstelling betreft het gehele volume dat ingebracht is
door de deelnemende zorgaanbieder. Zie verder de antwoorden op
de vragen 40,45,52,53 en 54.
Zie antwoord vragen 94, 95 en 96.
De rangorde staat vast en kan niet wijzigen. De uitwerking binnen
een indicatiegroep kan wel wijzigen in het geval dat een product een
nieuwe geregistreerde indicatie verkrijgt. Bv product op positie 1 in
de rangorde maar zonder registratie voor indicatie Y heeft initieel
niet de voorkeur voor indicatie Y. Zodra dit product de registratie Y
krijgt zal het voorkeursproduct zijn voor indicatie Y. Immers had het
product in de rangorde de beste positie.
De te leveren producten dienen dezelfde houdbaarheidstermijn te
hebben als de producten geleverd in de afgelopen 12 maanden.
Dit zijn voor een inkoopprocedure gangbare vereisten en Achmea
handhaaft deze vereisten onverkort.
Pagina 33 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
238
239
240
241
242
243
244
245
246
247
248
leveringszekerheid: als een ziekenhuis aan wie wij leveren niet aan zijn
(betaal-) verplichtingen voldoet, hebben wij geen leveringsplicht. Dit geldt
ook voor “ICF ziekenhuizen”. Hoe houdt Achmea hiermee rekening? Let wel:
Het ICF model vergt nog steeds wel dat er ook een leveringscontract is
tussen farmaceutisch bedrijf en ziekenhuis.
Aan welke eisen en voorwaarden dient een onderaannemer te voldoen?
De afrekening gaat over declaraties “in het schadejaar 2015”: wat wordt
daarmee bedoeld? Gaat het niet om de declaraties van verleende zorg in
het jaar 2015? En tot hoe lang kan dit declaratieproces in de tijd doorlopen?
Wat is de periodiciteit van de afrekening?
wat is de reden om bij daling van het NZa maximumtarief voor een add on
de nieuwe prijs te hanteren als grondslag en bij stijging het huidige tarief te
behouden? Is dat niet een erg eenzijdige benadering?
hoe zien de indicatiegroepen er uit? Dit wordt ook niet duidelijk uit Format
4. Hiermee samenhangend: uit eerdere informatie van Achmea kregen wij
de indruk dat er onderscheid zou worden gemaakt tussen drie
indicatiegroepen: indicaties mdl, indicaties dermatologie, indicaties reuma.
Is dat niet meer aan de orde? Het lijkt er nu op dat alle indicaties bijeen
worden genomen in één groep.
er wordt gesproken over peildatum 1 oktober 2015. Moet dit niet zijn 2014?
wat is de sanctie voor een ziekenhuis als de geheimhoudingsplicht t.a.v. de
afrekening wordt geschonden?
bij gelijke bieding volgt loting. Is dat redelijk bij een procedure waar het om
een zo groot (financieel) belang gaat?
Over welk volume wordt de compliance bepaald: betreft dit alle patienten
die gebruik maken van TNF middelen of alleen de patienten die subcutane
middelen gebruiken?
Wat gebeurt er indien een zorgaanbieder niet aan de 80% compliance eis
voldoet (sancties?) en wordt dit voor ons (per ziekenhuis) inzichtelijk?
Welke compensatie ontvangt de inschrijver die daardoor volume mist?
Er zal inderdaad een leveringscontract moeten zijn tussen de
zorgaanbieder en een groothandel / fabrikant. Achmea voorziet niet
op voorhand in de situatie waarin een ziekenhuis niet aan haar
betaalverplichtingen kan voldoen. Mocht deze situatie zich
voordoen zal Achmea in overleg treden met betrokken partijen.
Aan dezelfde eisen en voorwaarden als de hoofdaannemer.
Het betreft in 2015 aan de patiënt afgeleverde geneesmiddelen. Het
declaratieproces kan tot medio 2016 lopen.
Zie het antwoord op vraag 209.
Zie het antwoord op vraag 182.
Zie het antwoord op de vragen 193 en 196.
Zie het antwoord op vraag 17.
Zie het antwoord op vraag 205.
Achmea acht dit objectief, transparant en daarmee ook redelijk.
De compliance zal worden gemeten over het totale volume binnen
het AOC. Hierbij zal gekeken worden naar het percentage nieuwe
gebruikers op een voorkeursmiddel versus het totaal aantal nieuwe
gebruikers.
Zie het antwoord vraag 21.
Pagina 34 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
249
250
251
252
253
254
255
256
Waarop is het percentage van 80% compliance gebaseerd.?
hier wordt gesproken over “switcher”. Kan Achmea bevestigen dat switchen
louter kan op medische gronden? Wij adviseren het begrip “switcher” toe te
voegen aan de definitielijst onder 1.3.
Is het juridisch vol te houden dat in geval van beëindiging op grond van een
rechterlijke uitspraak er in geen enkel geval sprake kan zijn van vergoeding
van kosten of schade bij de contractant (= inschrijver/leverancier)?
declaraties via “derde partij”: hoe zorgt Achmea er voor dat dit een
zorgvuldige en juiste procedure is?
Achmea resp. een derde partij enerzijds en leveranciers anderzijds hebben
belang bij een creditnota waarover geen discussie ontstaat (bijvoorbeeld
over volumes, over welke zorgverzekeraar het betreft, over datum van
zorglevering, over Nederlands vs buitenlands specialité etc.) en waar beide
partijen vertrouwen in hebben. Hoe gaat Achmea daar voor zorgen? Zou
Achmea willen overwegen hier gebruik te maken van de inzet van een
trusted third party die onafhankelijk toeziet op de juistheid van de gegevens
die ten grondslag liggen aan de creditnota? (denk aan accountant)
Aan de inkoopprocedure nemen ook academische ziekenhuizen deel. Zoals
bekend, worden academische ziekenhuizen beschouwd als
publiekrechtelijke organen waarop Europese Aanbesteding van toepassing
is. Is dat dat nu voor deze ICF procedure ook niet het geval?
Kan Achmea bevestigen dat de in format 4 genoemde deelnemende
ziekenhuizen onvoorwaardelijk akkoord zijn met de voorwaarden van ICF
zoals in de eerdere ICF brochure vermeld? Kernpunt daarin: compliance op
het voorkeursmiddel van minimaal 80%. Zie ook het gestelde op pag. 8 en
18.
in format 4 worden aantallen patienten genoemd. Zijn dit cijfers op
jaarbasis? Is het mogelijk deze aantallen te specificeren naar indicatie?
Zie het antwoord op vraag 21.
Zie het antwoord op vraag 21.
Ja, dit acht Achmea redelijk. Het is ook transparant en daarmee is
dit een helder standpunt.
Zie het antwoord vraag 21.
Nee.
Zie het antwoord op vraag 102.
Ja, Achmea kan bevestigen dat alle zorgaanbieders
onvoorwaardelijk akkoord zijn met de gestelde voorwaarden aan
deelname aan de gezamenlijke inkoop.
Zie het antwoord op vraag 79. Achmea zal deze cijfers niet
specificeren per indicatie.
Pagina 35 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
257
258
Onlangs is door de rechter bevestigd dat een zorgverzekeraar een
aanbestedingsplichtige publiekrechtelijke instelling is. Daarnaast blijkt uit
de Leidraad en de bijlagen daarbij dat Achmea de onderhavige
inkoopprocedure mede uitvoert in opdracht van en namens academische
ziekenhuizen.
Vraag: Kan Achmea bevestigen dat de Aanbestedingswet 2012 van
toepassing is op onderhavige inkoopprocedure? Zo Ja, is Achmea bereid de
bepalingen in de Leidraad en de Modelovereenkomst aan te passen
overeenkomstig de vereisten van de Aanbestedingswet 2012? Indien
Achmea van mening is dat de Aanbestedingswet 2012 niet van toepassing is
op de onderhavige inkoopprocedure, kan Achmea toelichten waarom zij
meent dat dit niet het geval is?
De inkoopprocedure heeft onder meer betrekking op Add-oncluster (AOC)
TNF-Alfaremmers. Uit format 4 bij de Modelovereenkomst maken wij op
dat de inkoopprocedure meer specifiek betrekking heeft op de
geneesmiddelen adalimumab (Humira), certolizumab pegol (Cimzia),
etanercept (Enbrel), golimumab (Simponi) en ustekinumab (Stelara). Deze
geneesmiddelen zijn blijkens hun handelsvergunning geregistreerd voor
verschillende indicaties. Dat betekent dat sommige geneesmiddelen voor
meer of andere indicaties zijn geregistreerd dan andere geneesmiddelen
binnen het AOC. De door de NZa vastgestelde add-ons zijn gekoppeld aan
de indicaties waarvoor de betreffende geneesmiddelen zijn geregistreerd.
Blijkens paragraaf 4.3. van de Leidraad wordt per indicatiegroep een
specifieke rangorde vastgesteld waarbij wordt uitgegaan van de
geregistreerde indicatie(s) per peildatum 1 oktober 2015 (bedoeld is
waarschijnlijk 1 oktober 2014).
Vragen:
a. Betekent het bovenstaande dat per indicatie waarvoor het
geneesmiddel is geregistreerd een korting dient te worden aangeboden en
dat Achmea voor iedere geregistreerde indicatie afzonderlijk een rangorde
zal vaststellen? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea
nader toelichten hoe de indicatiegroepen zijn samengesteld?
Zie het antwoord op vraag 102.
Er kan geen korting worden geboden per indicatie maar slechts 1
(één) kortingspercentage. De rangorde zal worden toegepast per
indicatie voor zover de producten de betreffende registratie
hebben. Zie ook het antwoord op vraag 13.
Pagina 36 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
259
Toelichting: Binnen een hoofdindicatie zijn er verschillende geregistreerde
indicaties. Zo kunnen als voorbeelden van geregistreerde indicaties binnen
de hoofdindicatie reumatoïde artritis worden genoemd: behandeling van
ernstige, actieve en progressieve reumatoïde artritis bij patiënten die niet
eerder behandeld zijn met methotrexaat en behandeling als monotherapie
van patiënten met reumatoïde artritis die intolerant zijn voor methotrexaat.
b. De aanname is dat er een adviesraad betrokken is geweest bij de
samenstelling van de add-onclusters. Kan Achmea bevestigen dat dit het
geval is en, zo ja, kan Achmea toelichten wie er zitting hebben in deze
adviesraad? Indien er geen adviesraad betrokken is geweest bij de
samenstelling van de add-onclusters, op welke wijze zijn de medisch
specialisten van de deelnemende zorgaanbieders betrokken geweest bij de
samenstelling van het AOC en de samenstelling van de indicatiegroepen en
hoe zijn patiëntenorganisaties hierbij betrokken geweest?
c.
Kan Achmea bevestigen dat de opname van geneesmiddelen in
indicatiegroepen geschiedt aan de hand van de geregistreerde indicatie?
Indien het antwoord op deze vraag “nee” luidt, kan Achmea dit nader
toelichten?
Op grond van een inschatting gebaseerd op de Achmea-populatie komt
Achmea tot een dynamische populatie in de periode H2-2012 – H1-2013
van ongeveer 25% (1636 van het totaal 4617). Bovendien stelt Achmea dat
de deelnemende zorgaanbieders bij nieuwe patiënten een compliance op
het voorkeursmiddel dienen te behalen van 80%: dat wil zeggen dat bij
minimaal 80% van de nieuwe gebruikers wordt gestart met het
voorkeursmiddel. Achmea zorgt voor informatievoorziening en monitoring
over compliance en stimuleert zorgaanbieders om het percentage van 80%
compliance te behalen. In geval van “switchers” hebben de deelnemende
zorgaanbieders een verplichting om bij keuze van het geneesmiddel de
rangorde aan te houden voor zover dit medisch inhoudelijk
verantwoordelijk is.
Er is geen adviesraad betrokken geweest bij het vaststellen van het
AOC. Zie verder de antwoorden op vraag 5,6,14 en 15.
Ja.
Vragen:
Pagina 37 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
a. Zijn de cijfers van Achmea over de omvang en samenstelling van de
dynamische populatie geverifieerd door de desbetreffende specialisten van
de deelnemende zorgaanbieders en komen deze overeen met algemeen
bekende gegevens en behandelrichtlijnen?
b. Kan Achmea nader toelichten waarop zij het compliance percentage
van minimaal 80% baseert? Daarbij wordt Achmea verzocht het volgende in
aanmerking te nemen:
i.
In de NVR richtlijn voor axiale SpA staat dat de verschillende TNF
blokkers een ander effect kunnen bezitten op extra-axiale manifestaties. De
richtlijn stelt dat dit bij de keuze in de praktijk relevant kan zijn. Extra axiale
manifestaties komen bij meer dan 20% van de axiale SpA patiënten voor.
Hoe verhoudt dit zich tot het compliance percentage van minimaal 80%?
ii. De keuze voor een biological is een zorgvuldige afweging tussen arts en
patiënt. Zo staat in de NVDV richtlijn psoriasis 2012 dat de
behandelingskeuze die een arts in samenspraak met de patiënt maakt,
multifactorieel is bepaald. De belangrijkste overwegingen betreffen de
unieke situatie van de patiënt (preferentie, comorbiditeit, therapeutische
voorgeschiedenis, leefstijlfactoren, geslacht e.d.), de karakteristieken van de
mogelijke behandelingen (effectiviteit, veiligheid, toedieningswijze, kosten,
e.d.) en de ervaring van de behandelend arts.). Hoe verhoudt deze richtlijn
zich tot het compliance percentage van 80%?
iii. Zijn er door Achmea of door de deelnemende zorgaanbieders
objectieve criteria vastgesteld op basis waarvan deelnemende
zorgaanbieders de keuze mogen maken voor een ander AOC geneesmiddel
dan het voorkeursgeneesmiddel? Zo nee, is Achmea bereid om een lijst met
objectieve criteria te ontwikkelen (lijst met uitzonderingen) op basis
waarvan afgeweken mag worden van het voorkeursbeleid en die voor de
sluiting van de inschrijving bekend te maken aan inschrijvers en
zorgaanbieders?
Nee, deze cijfers zijn gebaseerd op Achmea declaratiedata. Zie ook
antwoord op vraag 192.
Zie het antwoord op de vragen 38, 39, 45, 46 en 47.
Deze richtlijn past in de gemaakte afspraken met de deelnemende
ziekenhuizen.
Deze richtlijn past in de gemaakte afspraken met de deelnemende
ziekenhuizen.
Dit is niet nodig en zelfs onwenselijk. Dit is ter beoordeling van de
medisch specialist.
Pagina 38 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
c.
De Leidraad vermeldt in paragraaf 1.3 dat een nieuwe gebruiker een
patiënt is die niet eerder een AOC geneesmiddel heeft gebruikt of een
patiënt is die moet switchen naar een ander AOC geneesmiddel als gevolg
van onvoldoende respons en/of teveel bijwerkingen bij gebruik van een
eerder AOC geneesmiddel of een patiënt is die eerder een AOC
geneesmiddel heeft gebruikt maar waarbij bij gebruik volgens voorschrift de
laatste toediening tenminste 6 maanden geleden is.
i.
Waarop is de termijn van 6 maanden na de laatste toediening bij
patiënten die eerder een AOC geneesmiddel hebben gebruikt gebaseerd?
ii. Bij behandeling van patiënten met reumatoïde artritis wordt gekeken
of patiënten kunnen stoppen met het gebruik van hun biological nadat zij
enige tijd in remissie zijn. Wanneer de patiënt een opleving van de ziekte
krijgt na bijvoorbeeld 7 maanden dan is deze patiënt volgens de definitie in
paragraaf 1.3 van de leidraad een nieuwe gebruiker. Kan Achmea
bevestigen dat deze patiënten niet als nieuwe gebruiker worden
aangemerkt en worden teruggezet op het initiële biological?
d. Geldt het compliance percentage van minimaal 80% per indicatiegroep
of heeft het compliance percentage van minimaal 80% betrekking op het
gehele OAC?
e. Op welke wijze kan dit compliance percentage worden gegarandeerd
en/of en op welke wijze is dit percentage vastgelegd in de overeenkomst
tussen Achmea en de deelnemende zorgaanbieders? In dit verband wordt
Achmea gevraagd tevens toe te lichten of aan non-compliance met het
percentage van minimaal 80% sancties of andere maatregelen zijn
verbonden en op welke wijze Achmea zorgaanbieders “stimuleert” om zich
aan de afgesproken compliance percentages te houden?
f.
Hoe verhouden de hiervoor bedoelde afspraken met de
zorgaanbieders zich tot het verbod voor zorgverzekeraars om op welke
wijze dan ook het voorschrijfgedrag van de arts te beïnvloeden?
Door verschillende zorgaanbieders wordt een termijn van 3
maanden aangehouden. Achmea heeft er voor gekozen hier 6
maanden van te maken.
Nee. Dit is ter beoordeling van de medisch specialist.
Dit heeft betrekking op het gehele AOC.
Zie het antwoord op vraag 52.
In deze procedure zijn geen belemmeringen voor de voorschrijvers.
De arts heeft vrije keuze bij het voorschrijven van geneesmiddelen.
Achmea geeft wel invulling aan haar regisseursrol op het gebied van
doelmatig voorschrijven.
Pagina 39 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
260
261
Paragraaf 4.1. van de Leidraad vermeldt dat inschrijvers in hun bieding
dienen aan te geven dat de inschrijver de Modelovereenkomst, zoals
opgenomen in hoofdstuk 8 van de Leidraad onvoorwaardelijk accepteert
en akkoord gaat met de daarin gestelde eisen en contractvoorwaarden.
Uit de Leidraad en de Modelovereenkomst en de daarbij behorende
bijlagen lijkt te volgen dat inschrijvers slechts één enkel
kortingspercentage kunnen opgeven.
Vraag: Aangezien het te verwachten volume afhankelijk is van de
uiteindelijke plaats in de rangorde per indicatiegroep, is Achmea bereid de
inkoopprocedure zodanig in te richten dat inschrijvers verschillende
kortingspercentages kunnen aanbieden voor de verschillende
indicatiegroepen en of afhankelijk van de plaats in de rangorde die
uiteindelijk zal worden verkregen?
Format 4 bij de Modelovereenkomst bevat een lijst van deelnemende
zorgaanbieders en een lijst van de volumes per AOC geneesmiddel.
Vragen:
a. Kan Achmea bevestigen dat deze lijst en het ingebrachte volume
gedurende de looptijd van de overeenkomst niet wordt gewijzigd?
i. Het is bekend dat Achmea na publicatie van de
Leidraad via twitter heeft gecommuniceerd dat de inschrijvingsperiode voor
deelnemende zorgaanbieders is heropend en verlengd tot 1 oktober 2014.
Kan Achmea bevestigen dat op 3 oktober 2014 een definitieve lijst van
deelnemende zorgaanbieders en het door hen ingebrachte volume bekend
zal worden gemaakt en dat, indien deze afwijkt van de lijst van
deelnemende zorgaanbieders die bij de Leidraad is gevoegd, de
inschrijftermijn wordt verlengd tot 24 oktober 2014 om 17.00 uur zodat
inschrijvers hun berekeningen en afwegingen kunnen aanpassen aan het
gewijzigde volume?
Nee, het is niet mogelijk een bieding te doen die afhankelijk is van
de plaats in de rangorde.
Zie het antwoord op vraag 198.
Zie het antwoord op vraag 198. Achmea zal de inschrijftermijn niet
aanpassen.
Pagina 40 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
262
ii. Kan Achmea, ongeacht het antwoord op de
voorgaande vraag, bevestigen dat na het tijdstip van publicatie van de
definitieve nota van inlichtingen c.q. na het beantwoorden van de laatste
vraag aan inschrijvende partijen een periode van ten minste twee weken
wordt geboden tot de sluitingsdatum voor het indienen van de offerte?
b. Achmea heeft de volumes bestaande patiënten, nieuwe gebruikers,
switch en dynamische populatie per geneesmiddel weergegeven en niet per
deelnemende zorgaanbieders en per indicatie. Is Achmea bereid ten
behoeve van de inschrijvers inzicht te verschaffen in het totale volume van
de betreffende geneesmiddelen per zorgaanbieder en/of per indicatiegroep
en/of per indicatiegroep per zorgaanbieder omdat de inschrijvers betere
berekeningen en scherpere aanbiedingen kunnen doen wanneer deze
gegevens bekend zijn?
c.
Is er bij het berekenen van de volumes per deelnemende
zorgaanbieder uitgegaan van een groei in het volume voor 2015 en, zo ja,
welk groeipercentage is gehanteerd?
d. Hoe is het totale volume per zorgaanbieder bepaald? Is bij het bepalen
van het volume per deelnemende zorgaanbieder, het Achmea volume
omgerekend naar een totaal volume en, zo ja, waarop is dit gebaseerd?
Add-onclusters worden gedefinieerd als een groep van addongeneesmiddelen met onderlinge concurrentie. Geneesmiddelen worden
als onderling concurrerend aangemerkt indien zij bij een zelfde
indicatiegebied kunnen worden toegepast, via een gelijke toedieningsweg
worden toegediend, en/of in het algemeen voor dezelfde
leeftijdscategorie zijn bestemd.
Vragen:
De publicatie van de nota van inlichtingen is op 3 oktober en de
sluitingsdatum voor het indienen van een bieding op 17 oktober.
Nee, Achmea zal dit inzicht niet verschaffen.
Nee, hierin is geen groei opgenomen.
Deze gegevens komen uit Vektis Zorgprisma.
Pagina 41 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
a. Voor etanercept geldt dat het geneesmiddel zowel als injectiepoeder
als injectievloeistof in de handel is en dat daarvoor verschillende addondeclaratiecodes gelden: 193349 injectiepoeder en 193350
injectievloeistof. Betekent dit dat de desbetreffende leverancier twee
verschillende aanbiedingen kan c.q. moet doen: een aanbieding voor
etanercept injectiepoeder en een aanbieding voor etanercept
injectievloeistof?
b. Hoewel sprake is van dezelfde toedieningsweg wordt de
injectievloeistof geprefereerd door artsen en patiënten hetgeen blijkt uit de
omzetcijfers die voor de injectievloeistof vele malen hoger zijn dan voor het
injectiepoeder.
i.
In het belang van de patiënt is het in het algemeen
onwenselijk dat een injectiepoeder variant als voorkeursgeneesmiddel
wordt aangewezen. Een patiënt wordt geacht om etanercept poeder zelf te
reconstitueren. Dit vergt vele extra handelingen (die fysiek onmogelijk
kunnen zijn voor bijvoorbeeld een patiënt met reumatoïde artritis) terwijl
een voorgevulde spuit of een injectiepen direct klaar zijn voor gebruik. Is
Achmea bereid de inkoopprocedure zodanig in te richten dat alleen
geneesmiddelen met de toedieningsvorm injectievloeistof worden
opgenomen in het AOC?
ii.
Kan Achmea de weergegeven volumes voor
etanercept splitsen in etanercept injectiepoeder en etranercept
injectievloeistof? Wat zijn de volumes voor etanercept injectiepoeder en
etanercept injectievloeistof per zorgaanbieder en of per indicatiegroep?
De betreffende fabrikant kan per product een bieding doen.
Nee, Achmea is niet bereid te procedure op deze manier aan te
passen.
Nee, Achmea zal dit inzicht niet verschaffen.
Pagina 42 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
263
c.
Ingevolge de definitie van “onderling concurrerend” worden
geneesmiddelen die via een andere toedieningsweg, bijvoorbeeld via een
infuus (bijvoorbeeld infliximab), worden toegediend niet als concurrerend
aangemerkt met de TNF alfaremmers die subcutaan worden toegediend.
Gelet op het feit dat deze middelen in de praktijk en op grond van de
medische richtlijnen wel onderling met elkaar concurreren, kan Achmea
toelichten waarom het gerechtvaardigd is om in het inkoopbeleid
verschillende AOCs te hanteren voor TNF-alfaremmers die via een
verschillende toedieningsweg worden toegediend en de TNF-alfaremmers
die via een andere toedieningsweg worden toegediend van de onderhavige
inkoopprocedure uit te sluiten?
d. Gelet op vraag c, kan Achmea toelichten of zij voornemens is
gedurende de looptijd van de op grond van de onderhavige
inkoopprocedure te sluiten overeenkomsten een vergelijkbare
inkoopprocedure te starten voor een AOC met TNF-alfaremmers met een
andere toedieningsweg, bijvoorbeeld infuusmiddelen, en wat daarvan de
gevolgen zijn voor de volumes en compliance percentages die Achmea nu
aan inschrijvers in het vooruitzicht stelt?
De leidraad vermeldt in paragraaf 1.3 als voorbeeld van een add-oncluster
(AOC) het AOC TNF-alfaremmers. De naam van het AOC impliceert dat het
cluster alleen TNF-alfaremmers bevat. In format 4 van het digitaal
invulbestand is het AOC TNF-alfaremmers weergegeven. Hieruit blijkt dat
ook het geneesmiddel ustekinemab onderdeel uitmaakt van het AOC TNFalfaremmers. Ustekinumab is echter geen TNF-alfaremmer maar een IL
12/23 remmer.
Vraag:
a. Kan Achmea toelichten wat bedoeld wordt met het AOC “TNFalfaremmers”? Hiermee wordt blijkbaar niet “TNF-alfaremmers” bedoeld
gezien de inclusie van ustekinemab (een IL12/IL23 remmer).
Dit is voortgekomen uit de voorselectie voor het AOC.
Het voeren van een nieuwe inkoopprocedure zal worden afgestemd
met de deelnemende zorgaanbieders en valt niet uit te sluiten.
Indien blijkt dat er massaal uitgeweken kan worden naar een
alternatief product wat op dit moment buiten de AOC valt, kan ook
besloten worden de huidige procedure te herhalen met een
aangepast AOC.
"TNF-alfaremmers" betreft de titel van het AOC.
Pagina 43 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
264
265
b. Kan Achmea bevestigen dat het AOC alle TNF-alfaremmers, dan wel
alle biologicals voor auto-immuunziekten bevat die voldoen aan de criteria:
zelfde indicatiegebied, gelijke toedieningsweg en/of in het algemeen voor
dezelfde leeftijdscategorie bestemd?
Een aantal TNF-alfaremmers/biologicals voor auto-immuunziekten zijn
opgenomen in het AOC. Anderen zijn niet opgenomen in het AOC. Een
aantal TNF-alfaremmers/biologicals die niet zijn opgenomen in het AOC
komen conform de NVR richtlijn wel als eerste keuze in aanmerking voor
patiënten die in aanmerking komen voor een TNF-alfaremmer/biological.
De behandelend arts heeft bij een nieuwe patiënt dus de keuze om te
starten met een AOC geneesmiddel of een geneesmiddel dat niet in het
AOC is opgenomen.
Vraag: Kan Achmea toelichten hoe het compliance percentage van minimaal
80% wordt berekend? Wordt het compliance percentage berekend door te
kijken naar alle nieuwe patiënten die zijn gestart met een AOC
geneesmiddel en wordt vervolgens het percentage dat is gestart met het
voorkeursmiddel bepaald? Of wordt het compliance percentage berekend
door te kijken naar alle nieuwe patiënten die in aanmerking komen voor
een TNF-alfaremmer/biological voor auto-immuunziekten en wordt
vervolgens berekend welk percentage met het voorkeursmiddel is gestart?
Indien het compliance percentage berekend wordt door uitsluitend de
geneesmiddelen in het AOC te beschouwen, hoe wordt voorkomen dat er in
de deelnemende ziekenhuizen geen verschuiving plaatsvindt ten gunste van
de TNF-alfaremmers/biologicals die niet het AOC zijn opgenomen? De
financiële voordelen van de inkoopprocedure zijn immers onzeker. Hoe
garandeert Achmea dat er een gelijk speelveld is voor TNFalfaremmers/biologicals die als eerste keuze in aanmerking komen voor
nieuwe patiënten en die wel of niet zijn opgenomen in het AOC TNFalfaremmers?
De Leidraad vermeldt in paragraaf 4 een termijn van gestanddoening tot 1
februari 2015. Anderzijds wordt vermeld dat de contractperiode en
realisatiefase reeds per 1 januari 2015 starten.
Het AOC bevat alle middelen zoals vermeld in het digitaal
invulbestand (format 4).
Zie antwoord op vraag 247. Verder hebben wij met deze procedure
de plaats van add-on TNFi's niet beïnvloed. Alleen bij het toepassen
van een add-on TNFi zal doelmatigheid een meer prominente rol
kunnen spelen bij de afwegingen van de arts.
Pagina 44 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
Vraag: Hoe verhouden deze verschillende termijnen zich tot elkaar?
266
267
268
Achmea maakt in de Leidraad een voorbehoud ten aanzien van
inschrijvingen die “irreëel” zijn.
Vraag: Wat wordt daarmee bedoeld?
De Leidraad vermeldt in paragraaf 4.1 dat de rangorde van
geneesmiddelen in een AOC wordt bepaald aan de hand van de
economisch meest voordelige inschrijving. Dit impliceert dat aanbiedingen
worden beoordeeld op de verhouding tussen prijs en kwaliteit. Anderzijds
blijkt uit paragraaf 4.3 van de Leidraad dat de rangorde uitsluitend wordt
bepaald aan de hand van het criterium “hoogste korting”.
Vragen:
a. Wordt de rangorde bepaald aan de hand van – uitsluitend – de korting
(in dat geval is het gunningscriterium “hoogste korting”) of spelen er ook
kwaliteit gerelateerde overwegingen een rol bij het vaststellen van de
rangorde (in het laatste geval is sprake van het gunningscriterium
“economisch meest voordelige inschrijving”)? Of wordt de rangorde
bepaald aan de hand van – uitsluitend - de prijs (in dat geval is het
gunningscriterium “laagste prijs”)?
b. Binnen de indicatie dermatologie moet met bepaalde middelen bij
zware patiënten dubbel gedoseerd worden. Kan Achmea toelichten waarom
er niet gekozen is voor het gunningscriterium “kosten per responder”?
Blijkens de Modelovereenkomst wordt de overeenkomst gesloten tussen
inkopende zorgverzekeraars handelend onder de naam Achmea Divisie
Zorg & Gezondheid als opdrachtgever en de betreffende
geneesmiddelenfabrikanten als opdrachtnemer en levert de
opdrachtnemer de desbetreffende geneesmiddelen aan opdrachtgever die
de geneesmiddelen inkoopt bij opdrachtnemer. De aanname is dat
Achmea de geneesmiddelen vervolgens doorverkoopt en levert aan de
deelnemende zorgaanbieders.
Indien gebruik moet worden gemaakt van de gestanddoening van
de bieding tot na 1-1-2015 kan de realisatiefase niet starten op 1-12015.
Zie het antwoord op vraag 173.
Het gunningscriterium is economisch meest voordelig en dit
criterium is opgenomen in de definities in de Leidraad.
Omdat er is gekozen voor het criterium economisch meest
voordelig.
Pagina 45 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
269
Vraag: Kan Achmea bevestigen of bovenstaande aanname juist is en, zo ja,
dat zij beschikt over alle benodigde vergunningen en goedkeuringen,
waaronder een groothandelsvergunning als bedoeld in artikel 18 van de
Geneesmiddelenwet, voor het inkopen, verkopen en leveren van
geneesmiddelen? Indien het antwoord op bovenstaande vraag “nee” luidt,
kan Achmea verduidelijken hoe de verhouding tussen opdrachtgever,
opdrachtnemer en zorgaanbieder is?
1. De geoffreerde korting dient achteraf via een creditnota aan Achmea
te worden betaald. Deelnemende zorgaanbieders kunnen deelnemen voor
wat betreft het Achmea volume of het totale volume.
Vragen:
a. Hoe komt de achteraf terugbetaalde korting ten goede aan
respectievelijk (i) de deelnemende zorgaanbieders, (ii) het innovatiefonds
dan wel andere projecten, (iii) Achmea verzekerden en Achmea zelf, en in
het bijzonder (iv) aan andere zorgverzekeraars en hun verzekerden in het
geval deelnemende zorgaanbieders het totale volume hebben ingebracht?
b. Gelet op vraag a, hoe is de governance geregeld?
c.
Indien een zorgaanbieder alleen het Achmea volume inbrengt, kan de
zorgaanbieder voor andere verzekerden buiten het Achmea volume nog
steeds zelf AOC geneesmiddelen inkopen bij de leverancier?
d. Aangenomen wordt dat de voorwaarden die zorgaanbieder en
leverancier voor het AOC geneesmiddel overeenkomen niet exact gelijk zijn
aan de voorwaarden die Achmea en inschrijver overeenkomen.
i.
Hoe kan Achmea garanderen dat deelnemende
zorgaanbieders de geneesmiddelen ten behoeve van het Achmea volume
inkopen via Achmea en overeenkomstig de tussen Achmea en de
leveranciers gesloten overeenkomst? Hoe voorkomt Achmea in dit verband
dat deelnemende zorgaanbieders die het Achmea volume hebben
ingebracht niet zelf het totale volume inkopen bij de leverancier?
Achmea heeft artikel 3 lid 1 van de modelovereenkomst aangepast,
in die zin, dat de woorden: "aan opdrachtgever" zijn gewijzigd in
'aan deelnemende zorgaanbieders'.
Zie het antwoord op vraag 91.
De governance zal met de deelnemende zorgaanbieders ingevuld
worden.
Ja.
Inschrijvers weten welke zorgaanbieders er mee doen en voor welk
volume.
Pagina 46 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
270
271
ii.
Hoe kan Achmea aan de leverancier inzicht
verschaffen dat de add-on declaraties waarover hij achteraf de korting
terugbetaalt uitsluitend betrekking hebben op het Achmea volume dat door
de deelnemende zorgaanbieder is ingebracht?
Paragraaf 1.3 van de Leidraad, onder de definitie van Add-oncluster (AOC),
vermeldt dat deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid hebben om
een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten.
Vragen:
a. Hoe verhoudt deze bepaling zich tot de volumes die zijn weergegeven
in format 4 bij de Modelovereenkomst?
b. Kan Achmea bevestigen dat zorgaanbieders alleen tijdens de fase
voorafgaand aan de inschrijving de mogelijkheid hebben om een bepaald
geneesmiddel uit of in een cluster te zetten?
c.
Op basis van welke criteria kunnen deelnemende zorgaanbieders een
bepaald geneesmiddel uit of in een cluster zetten?
d. Kan Achmea bevestigen dat geen van de deelnemende zorgaanbieders
van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt? Indien het antwoord op deze
vraag “nee” is, kan Achmea toelichten welke zorgaanbieder van deze
mogelijkheid gebruik heeft gemaakt en welk geneesmiddel en eventueel
welke indicatiegroep(en) het betreft?
Dit is onderdeel van de controle door de TTP (zie ook antwoord
207).
De opgegeven volumes in het digitaal invulbestand gaan uit van het
AOC zoals tevens opgenomen in het digitaal invulbestand.
Dat klopt.
Op basis van medisch inhoudelijke gronden.
Bij de totstandkoming van het AOC is bijvoorbeeld de intraveneuze
toedieningsvorm buiten het cluster geplaatst. Dit gaat in onderling
overleg en overeenstemming en is van toepassing voor alle
deelnemende zorgaanbieders. Het uitsluiten van een product uit
een indicatiegroep kan alleen indien het product opgenomen wordt
in een nieuwe indicatiegroep.
Paragraaf 1.4 van de leidraad vermeldt dat het voorkeursbeleid van
Achmea gedurende de looptijd kan worden gewijzigd als de
marktomstandigheden voor een AOC significant wijzigen, bijvoorbeeld als
gevolg van een nieuwe introductie, patentverloop of wijzigingen in
richtlijnen van de beroepsgroep. In voorkomende gevallen kan Achmea
een nieuwe inkoopprocedure uitvoeren. De betreffende
vergunninghouders zullen, indien van toepassing, hierover worden
geïnformeerd. De aanname is dat Achmea met “gedurende de looptijd”
bedoelt “gedurende de realisatiefase” en niet “gedurende de looptijd van
de inkoopprocedure”.
Vragen:
Pagina 47 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
272
273
a. Kan Achmea bevestigen of bovenstaande aanname juist is?
b. Indien het antwoord op bovenstaande vraag ja is, kan Achmea
toelichten of de lopende overeenkomst in dat geval beëindigd wordt en op
welke bepaling in deze overeenkomst de beëindiging gebaseerd is?
c.
Wordt inschrijvers de mogelijkheid geboden om hun aanbieding te
wijzigen indien het voorkeursbeleid van Achmea gedurende de looptijd
wordt gewijzigd?
De Leidraad vermeldt in paragraaf 1.5 dat zorgaanbieders kunnen kiezen
voor deelname aan gezamenlijke inkoop of het zelf blijven inkopen van
geneesmiddelen in een AOC.
Vragen:
a. Kan Achmea bevestigen dat de voorwaarden voor alle deelnemende
zorgaanbieders zoals die door hen worden overeengekomen met Achmea
ten aanzien van de inkoopprocedure dezelfde zijn?
b. Indien het antwoord op bovenstaande vraag “nee” is, kan Achmea
bevestigen dat verschillen in voorwaarden die relevant zijn voor inschrijving
kenbaar worden gemaakt aan inschrijvers?
Paragraaf 1.5 van de Leidraad vermeldt dat financiële voordelen in gelijke
mate ten goede komen aan de deelnemende zorgaanbieders, Achmea en
gewenste innovaties. Het is voor inschrijvende leveranciers van belang te
weten voor welke doelen de gegeven kortingen worden aangewend.
Vragen:
a. Kan Achmea bevestigen dat de andere zorgverzekeraars geïnformeerd
zijn over het feit dat de financiële voordelen die gebaseerd zijn op add-on
declaraties voor andere verzekerden voor 1/3 deel ten goede komen aan
Achmea?
b. Deelnemende zorgaanbieders kunnen het Achmea volume of het
totale volume inbrengen. Hoe ziet de verdeelsleutel er uit op basis waarvan
bepaald wordt hoe de financiële voordelen over de deelnemende
zorgaanbieders verdeeld worden?
Ja, deze aanname is correct.
Ja, zie hiervoor de aangepaste modelovereenkomst.
Nee, het wijzigen van de bieding is niet mogelijk.
Ja, de voorwaarden ten aanzien van inkoopprocedure zijn voor alle
deelnemende zorgaanbieders hetzelfde.
Niet van toepassing.
Dit is een zaak van de deelnemende zorgaanbieders en de andere
verzekeraars.
De hoogte van het deel dat toekomt aan de zorgaanbieders is
afhankelijk van het ingebrachte volume.
Pagina 48 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
c.
274
275
Wat wordt verstaan onder “gewenste innovaties”?
d. Wie bepaalt of een innovatie een “gewenste innovatie” is?
e. Worden de financiële voordelen die ten goede komen aan “gewenste
innovaties” in gelijke delen verdeeld over alle deelnemende
zorgaanbieders?
f.
Dient er een minimale besparing gerealiseerd te worden wil Achmea
de inkoopprocedure doorzetten?
De leidraad vermeld in artikel 1.5 dat de Deelnemende Zorgaanbieders
geen onderhandse deals maken over de geneesmiddelen in het AOC.
Vragen:
a. Wat wordt verstaan onder een onderhandse deal?
b. Kan Achmea bevestigen dat de deelnemende zorgaanbieders voor wat
betreft het ingebrachte volume geen onderhandse deal mogen maken over
de AOC geneesmiddelen met zowel inschrijvers als niet-inschrijvers?
c.
Kan Achmea bevestigen dat deelnemende zorgaanbieders, die alleen
deelnemen voor het Achmea volume, voor het resterende volume vrij zijn
om afspraken te maken met leveranciers?
De Leidraad vermeldt in paragraaf 2.2.2 dat de notaris de enveloppen een
voor een zal openen tijdens een bijeenkomst die voor inschrijvers
toegankelijk is. De aanname is dat de notaris tijdens deze bijeenkomst de
biedingen van de inschrijvers bekend zal maken.
Vraag: Kan Achmea bevestigen dat de geboden kortingen onder couvert zijn
en dat deze vertrouwelijk worden behandeld in die zin dat zij niet aan
anderen dan aan Achmea c.q. de notaris bekend worden? Welke gegevens
zullen tijdens bovenbedoelde bijeenkomst aan de aanwezige inschrijvers
bekend worden gemaakt? Worden deze gegevens op een later tijdstip ook
bekend gemaakt aan niet aanwezigen? Zijn alleen de inschrijvers en Achmea
uitgenodigd bij deze bijeenkomst aanwezig te zijn of zijn ook andere
partijen uitgenodigd?
Innovaties die door zowel Achmea als de deelnemende
zorgaanbieders worden beschouwt als gewenst. Hierbij zal een
dergelijk innovatie altijd moeten bijdragen aan een betere kwaliteit
van zorg voor onze verzekerden.
Zie antwoord op vraag 281c.
Dit is niet per definitief het geval maar afhankelijk van de aard en
omvang en plaats van uitvoering/invoering van de betreffende
innovatie.
Welke afwegingen een rol spelen bij het wel- of niet doorzetten van
de inkoopprocedure is aan Achmea.
Zie het antwoord op vraag 19.
Ja, dit is correct.
Ja, dit is correct.
De geboden kortingen zullen ook bekend gemaakt worden aan de
TTP. De te delen informatie zal ook bekend gemaakt worden aan
niet aanwezigen. Zie ook antwoord op vraag 94. Alleen potentiele
inschrijvers en Achmea zijn hiervoor uitgenodigd.
Pagina 49 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
276
277
278
De Leidraad vermeldt in paragraaf 2.2.3 dat inschrijvingen die na 17
oktober 2014 17.00 uur worden aangeleverd, zonder meer worden
uitgesloten van de procedure.
Vraag: Wat zijn de consequenties indien een leverancier niet inschrijft of
indien zijn inschrijving wordt uitgesloten van de procedure? Welke plaats
krijgt een AOC geneesmiddel waarvoor geen geldige inschrijving wordt
gedaan in het formularium van de zorgaanbieder?
Publicatie van de antwoorden op de vragen overeenkomstig paragraaf 2.4
van de Leidraad.
Vraag: Kan Achmea bevestigen dat alle gestelde vragen, geanonimiseerd,
met de daarbij behorende antwoorden op de volgende openbare website
van Achmea worden geplaatst:
https://www.achmea.nl/Zorgaanbieders/zorgsoort/farmacie/downloads/Pa
ginas/Inkoopprocedure-add-on-geneesmiddelen.aspx? Indien het antwoord
op deze vraag “nee” is, kan Achmea aangeven op welke website de gestelde
vragen en antwoorden worden geplaatst en of de vragen en antwoorden,
voor een ieder of alleen voor de bij inschrijvende partijen toegankelijk zijn?
Op welk tijdstip wordt de definitieve nota van inlichtingen uiterlijk
gepubliceerd op 3 oktober 2014?
De leidraad vermeldt in paragraaf 3.1 en 4.1 dat Achmea voornemens is
met alle inschrijvers een overeenkomst te sluiten.
Vraag: Kan Achmea bevestigen dat zij, en de deelnemende zorgaanbieders,
geen overeenkomst afsluit met niet-inschrijvers?
Indien er geen- of geen rechtsgeldige bieding komt op een
geneesmiddel in het AOC zal deze niet worden opgenomen in de
rangorde.
De nota van inlichtingen zal actief worden verstrekt aan alle partijen
die vragen hebben gesteld binnen de gestelde deadline en tevens
herkenbaar op de website van Achmea worden gepubliceerd
(https://www.achmea.nl/zorgaanbieders/Paginas/default.aspx).
Deze inkoopprocedure voorziet niet in het afsluiten van
overeenkomsten met niet-inschrijvers dan wel inschrijvers die een
niet geldige bieding hebben gedaan.
Pagina 50 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
279
Paragraaf 4.2.1 van de leidraad vermeldt dat de geboden kortingen gelden
voor iedere add-on declaratie van het betreffende geneesmiddel
gedurende de realisatiefase (fase vanaf 1 januari 2015 tot en met 31
december 2015). De afrekening van de korting vindt plaats op basis van
declaraties in het schadejaar 2015. De inschrijver ontvangt periodiek,
eventueel via een derde partij, een onderbouwde creditnota voor het
afrekenen van de korting. Paragraaf 5 van de leidraad en artikel 7, lid 2,
van de Modelovereenkomst vermelden dat Achmea periodiek een
specificatie aan de inschrijver verstrekt van de door de deelnemende
zorgaanbieder bij Achmea gedeclareerde en door de inschrijver in de
markt gebrachte geneesmiddelen. De factuur biedt een overzicht van de
declaraties, ingedeeld naar gedeclareerd volume per maand op basis van
moment van levering door deelnemende zorgaanbieders aan verzekerden
van Achmea. Indien van toepassing worden de declaraties voor andere
verzekerden door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd aan een
derde partij. Het totale bedrag dat door de inschrijver aan Achmea betaald
dient te worden, wordt voor zo ver van toepassing bepaald op basis van
beide declaratiestromen.
Vragen:
a. Aan welke derde partij worden declaraties van andere verzekerden
door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd, c.q. via welke derde
partij ontvangt de inschrijver een onderbouwde creditnota voor het
afrekenen van de korting?
b. Op welke wijze controleert de derde partij de juistheid van de
declaratiegegevens voor andere verzekerden die aangeleverd worden door
de deelnemende zorgaanbieders?
c. Op welke wijze kan de inschrijver de juistheid van het totale bedrag dat
door de inschrijver aan Achmea betaald dient te worden verifiëren?
d. Is Achmea bereid de bepalingen in de Leidraad en de
Modelovereenkomst aan te passen zodat afrekening van de geboden
korting plaatsvindt op basis van aflevergegevens van de door
opdrachtnemer aan opdrachtgever geleverde AOC geneesmiddelen?
Zie antwoord op de vragen 207 en vraag 209. De naam van de TTP
volgt in een later stadium.
Zie het antwoord op vraag 279a.
Zie het antwoord op vraag 279a.
Nee, Achmea is hier niet toe bereid.
Pagina 51 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
Toelichting: In de huidige situatie (2014) worden de tussen leveranciers en
zorgaanbieders overeengekomen kortingen verrekend in de prijs die de
zorgaanbieder betaalt wanneer hij het geneesmiddel inkoopt bij de
leverancier. Deze overeengekomen korting geldt voor ieder besteld en
afgeleverd geneesmiddel tijdens de met de leverancier overeengekomen
periode. Wanneer een leverancier bijvoorbeeld in december 2014 met
korting een geneesmiddel aflevert aan een van de deelnemende
zorgaanbieders, en de deelnemende zorgaanbieder dit geneesmiddel na 1
januari 2015 aflevert aan een patiënt en declareert bij de zorgverzekeraar,
geeft de inschrijver onbedoeld twee maal korting voor hetzelfde
geneesmiddel.
e. Is Achmea bereid om de bepalingen in de Leidraad en de
Modelovereenkomst aan te passen zodat de voorraadpositie van
deelnemende zorgaanbieders einde 2015 gelijk dan wel groter is dan de
voorraadpositie einde 2014?
280
Toelichting: Deelnemende zorgaanbieders kunnen voorraad opgebouwd in
de laatste maanden van 2014 als add-on declareren in 2015 waardoor de
zorgaanbieder mogelijk twee maal korting krijgt over het geleverde product.
Paragraaf 4.3 van de leidraad vermeldt dat bij gelijke bieding loting de
positie in de rangorde van de betreffende geneesmiddelen bepaalt.
Inschrijvers kunnen aanwezig zijn bij de loting, die door de notaris wordt
gedaan voorafgaand aan de opening van de enveloppen.
Vragen:
a. Wanneer is er sprake van een “gelijke bieding”?
b. Kan Achmea bevestigen dat de loting wordt gedaan nadat de notaris
de enveloppen heeft geopend en heeft geconstateerd dat sprake is van
gelijke biedingen? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea
toelichten wanneer en hoe de loting plaatsvindt? Wordt de loting gedaan in
aanwezigheid van de inschrijvende partijen?
Achmea zal de modelovereenkomst op dit punt niet aanpassen.
Indien het verschil in voorraadpositie een financieel nadeel betekent
voor de fabrikant, Achmea en/of de deelnemende zorgaanbieders
zal dit onderbouwd moeten worden door de benadeelde partij
waarbij het netto financieel effect inzichtelijk gemaakt dient te
worden.
Indien het geboden kortingspercentage gelijk is.
Nee, de loting vindt voorafgaand aan het openen van de
enveloppen plaats. Hierbij mogen inschrijvende partijen aanwezig
zijn.
Pagina 52 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
281
c.
Aangezien de zorgaanbieders bij nieuwe gebruikers een compliance op
het voorkeursmiddel dienen te behalen van minimaal 80 procent, is het te
verwachten volume aanzienlijk hoger bij een positie in de rangorde als
voorkeursmiddel. Kan Achmea toelichten waarom zij bij gelijke bieding niet
het patiëntenbelang (zoals gebruikersgemak, begeleiding, etc.) de doorslag
laat geven? Is Achmea bereid de inkoopprocedure zodanig te wijzigen dat
bij gelijke bieding het patiëntenbelang bepaalt welk geneesmiddel als
voorkeursmiddel worden aangewezen? Indien het antwoord op deze vraag
“nee” is, is Achmea bereid om de inkoopprocedure zodanig te wijzigen dat
bij gelijke bieding beide geneesmiddelen als voorkeursmiddel worden
aangewezen?
Paragraaf 5 van de Leidraad vermeldt dat per indicatiegroep inzichtelijk zal
worden gemaakt in welke mate de deelnemende zorgaanbieders
compliant zijn geweest op indicatieniveau. Dit zal worden uitgedrukt in
een percentage van de nieuwe gebruikers dat start met het eerste keuze
geneesmiddel.
Vragen:
a. Kan Achmea bevestigen dat deze gegevens ook inzichtelijk gemaakt
worden aan alle inschrijvers? Worden deze gegevens ook aan nietinschrijvers inzichtelijk gemaakt?
b. Kan Achmea bevestigen dat ook het percentage switchers dat start
met het eerste keuze geneesmiddel inzichtelijk zal worden gemaakt aan
inschrijvers? Worden deze gegevens ook aan niet-inschrijvers inzichtelijk
gemaakt?
c.
Wanneer worden deze gegevens inzichtelijk gemaakt?
d. Op welke wijze kunnen inschrijvers de betrouwbaarheid van de
gegevens controleren?
Achmea is niet bereid te procedure zoals beschreven (loting) aan te
passen.
Deze informatie is alleen beschikbaar voor inschrijvende partijen en
betreft de gegevens van alle deelnemende zorgaanbieders
gezamenlijk.
Nee, de compliance wordt alleen gemeten over nieuwe gebruikers.
Zie ook antwoord op vraag 45.
Als het technisch mogelijk is bij elke creditnota aan de inschrijvers.
Zie antwoord vraag 287b en 287c.
Pagina 53 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015
e. Heeft non-compliance gevolgen voor de met de inschrijvers gesloten
overeenkomsten en, zo ja, in welke gevallen en op welke wijze? Is Achmea
van mening dat indien de compliance in de praktijk veel lager is dan het
percentage waarvan in deze inkoopprocedure wordt uitgegaan, dat
gevolgen dient te hebben voor de met de inschrijvers gesloten
overeenkomsten?
Non-compliance zal geen gevolgen hebben voor de gesloten
overeenkomst. Zie ook het antwoord op vraag 52 en 53.
Pagina 54 van 54
3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid