Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 Vraag nr. 1 2 3 4 Vraag Antwoord U heeft als doelstelling om medisch-specialisten te dwingen om het voorkeursgeneesmiddel voor te schrijven aan minimaal 80% van de betrokken nieuwe patiënten. Hoe stelt u zich voor dat medisch specialisten dit beleid toepassen op de bij deze procedure betrokken TNF-alfaremmers en andere geneesmiddelen, die alle een andere werkzame stof hebben, terwijl het preferentiebeleid onder het GVS alleen kan worden toegepast tussen geneesmiddelen die precies dezelfde werkzame stof hebben? U betoogt dat hier geen sprake is van preferentiebeleid omdat uw beleid alleen bij nieuwe patiënten wordt toegepast en er een doelstelling van slechts 80% geldt, maar voor die nieuwe patiënten en dat percentage komt uw beleid onverkort neer op gedwongen verwisseling, door de voorschrijver, tussen geneesmiddelen met verschillende werkzame stoffen. Hoe kan de patiënt aanspraak maken op het voor hem gewenste middel? In de definitie van de AOC, past u criteria toe die vergelijkbaar zijn aan de criteria die onder het GVS worden toegepast voor het clusteren van geneesmiddelen in groepen van onderling vervangbare geneesmiddelen voor het vaststellen van een vergoedingslimiet. Hoe stelt u zich voor dat medisch-specialisten deze clustering volgen, en daarmee in de praktijk gedwongen worden een voorkeursbeleid toepassen bij minimaal 80% van de betrokken nieuwe patiënten, wanneer deze clustering onder het GVS niet is bedoeld voor het voeren van een voorkeursbeleid, maar alleen voor het vaststellen van een vergoedingslimiet? Onder het GVS is het ZiNL uitsluitend bevoegd geneesmiddelen te clusteren in groepen van onderling vervangbare geneesmiddelen voor het vaststellen van een vergoedingslimiet, teneinde de belangen van de patiënt en de onafhankelijkheid van voorschrijvers en apothekers te beschermen. Hoe stelt u zich voor dat een zorgverzekeraar deze rol kan vervullen in deze inkoopprocedure, zonder enige garanties van een onafhankelijk oordeel? De procedure dwingt artsen niet tot het uitsluiten van producten. Er is geen sprake van preferentiebeleid. Achmea dwingt niet tot substitutie. Er is geen sprake van uitsluiting van geneesmiddelen. De aanspraak van verzekerden wordt niet (indirect) beperkt. Hoewel de criteria gelijkenis vertonen, zijn deze wezenlijk anders (doel, oorsprong). De vergelijking met de GVS-clustering niet op. Zie antwoord vraag 3. Pagina 1 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 5 Welke patiëntenverenigingen hebt u geraadpleegd over de inrichting van de inkoopprocedure en de clusters? 6 Welke specialistenverenigingen hebt u geraadpleegd over de inrichting van de inkoopprocedure en de clusters? 7 Waarom volgt Achmea niet simpelweg de clusters zoals die zijn vastgesteld door het ZiNL (voorheen CVZ) toen de betrokken geneesmiddelen nog onderdeel uitmaakten van het GVS? Hoe verklaart u dat u ustekinumab heeft ingedeeld in een cluster met TNFalfaremmers, terwijl dat geneesmiddel een interleukineremmer is? Hoe verklaart u dat u ustekinumab heeft ingedeeld in een cluster met TNFalfaremmers terwijlhet was opgenomen in bijlage 1B Rvv, waaruit volgt dat volgens het CVZ de eigenschappen van dit middel zodanig verschillen van TNF-alfaremmers dat clustering met deze TNF-alfaremmers - of met enig ander geneesmiddel - niet mogelijk was? U motiveert de uitsluiting van bepaalde geneesmiddelen uit een cluster met de reden dat deze ongeschikt zouden zijn voor eerste gebruik. Hoe is dat criterium te rijmen met de definitie van een AOC en met de clustering zoals die door het ZiNL/CVZ wordt toegepast voor precies deze geneesmiddelen? Wat waren uw overwegingen om verschil te maken tussen anakinra en abatacept, die ongeschikt zouden zijn voor eerste gebruik, en ustekinumab, dat ook ongeschikt zou zijn voor eerste gebruik volgens de behandelrichtlijn psoriasis? Speelde bij deze overwegingen de SmPC van de betrokken geneesmiddelen een rol? De clustering die Achmea heeft toegepast in de inkoopprocedure lijkt onvoldoende rekening te houden met het feit dat de TNF-alfa remmers zijn toegelaten als geneesmiddel voor verschillende indicaties, terwijl uit de definitie van add-oncluster (AOC) lijkt te volgen dat de geneesmiddelen in een cluster zijn toegelaten voor dezelfde indicatie. Bent u bereid om voor iedere indicatie een aparte cluster te bepalen? 8 9 10 11 12 13 Er is met verschillende patiëntverenigingen gesproken over de gezamenlijke inkoop zoals, maar niet uitsluitend, met de NPCF en het Reumafonds. Er is met verschillende artsenorganisaties gesproken over de gezamenlijke inkoop zoals, maar niet uitsluitend, met de NVR, NVHB. De clustering in het GVS is van maart 2009 en daarmee minder actueel. Het AOC heet "TNF-alfaremmers" maar beperkt zich niet tot alleen TNF-alfaremmers. De aangehaalde clustering doet geen recht aan de praktijk en is minder actueel. Deze producten zijn volgens de richtlijnen geen 1e keus. Bij deze beslissing hebben verschillende overwegingen een rol gespeeld zoals richtlijnen, SmPC's, adviezen uit het FTK en gesprekken met zorgverleners. Ja, zie antwoord op vraag 11. Nee. Uit de procedure volgt de rangorde. Daarna zal er een specificatie plaatsvinden naar indicatiegroepen. De rangorde zal per indicatie toegepast worden voor zover de producten de betreffende registratie hebben. Pagina 2 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 14 15 16 17 18 19 Begrijpen wij goed dat de "voorselectie" van geneesmiddelen, zoals die volgt uit de definitie in paragraaf 1.3 op p. 6 van de leidraad, leid tot het cluster zoals dit is opgenomen in bijlage 4 bij de leidraad? Wie is betrokken in deze voorselectie? Welke criteria zijn daarbij toegepast? Was dit proces transparant? Waarom vereist u naleving van de eisen ten aanzien van de registratie zoals weergegeven in paragraaf 3.1.1 op p. 13 leidraad? Is aan deze eisen niet al voldaan door alle betrokken geneesmiddelen? Wat wordt bedoeld met de zinsnede dat ziekenhuizen geen onderhandse deals sluiten over de geneesmiddelen in het AOC? 20 Hoe kunnen zij dan de producten inkopen van de fabrikanten? 21 Kunt u beschrijven op welke manier ziekenhuizen de clusters kunnen aanpassen door een bepaald geneesmiddel in of uit een cluster te zetten (zie definitie van add-oncluster in paragraaf 1.3)? 22 Kan een enkel ziekenhuis besluiten om een middel in of uit een cluster te houden, of moeten de deelnemende ziekenhuizen daarover eerst consensus bereiken? Als enkele ziekenhuizen kunnen besluiten om een middel in of uit een cluster te houden, hoe gaat Achmea dan om met de verschillende AOC's die voor de verschillende ziekenhuizen gelden? Zal Achmea hier transparant over zijn? Welke controle mogelijkheden zullen in dat geval worden ingebouwd? Op welk moment kunnen ziekenhuizen besluiten een bepaald geneesmiddel in of uit een cluster te zetten? 23 24 25 26 Ja, bij de voorselectie zijn diverse partijen betrokken zoals deelnemende ziekenhuizen, artsen, apothekers en andere professionals uit het veld. Wet- en regelgeving, richtlijnen, stand der wetenschap en praktijk en praktische toepasbaarheid. Ja. Paragraaf 3.1.1. is een niet bestaande verwijzing naar de Leidraad. Zie antwoord vraag 17. Er mogen geen afspraken gemaakt worden over geneesmiddelen binnen een AOC door deelnemende partijen in welke zin dan ook, waarbij de uitkomst van deze inkoopprocedure kan worden danwel daadwerkelijk wordt gefrustreerd. Het bestellen e.d. van producten in een AOC kan via de reguliere weg. Dit kan alleen in onderling overleg en overeenstemming tussen de deelnemende ziekenhuizen en Achmea op basis van medisch inhoudelijke gronden. Dit betreft alleen de indicatiegroepen. Het AOC staat vast. Zie antwoord vraag 21. Zie antwoord vraag 21. Zie antwoord vraag 21. Zie antwoord vraag 21. Zie antwoord vraag 21. Pagina 3 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 Zal een dergelijk besluit over het in of uit een cluster zetten bekend worden gemaakt vóór 17 oktober 2014? Hoe zal een dergelijk besluit over het in of uit een cluster zetten door ziekenhuizen de 80%-doelstelling beïnvloeden? Als ziekenhuizen besluiten om een bepaald geneesmiddel uit een cluster te houden, hoe kunnen zij dan zorgdragen voor de levering van deze geneesmiddelen, gezien de bepaling dat ziekenhuizen geen onderhandse deals sluiten over de geneesmiddelen in het AOC (paragraaf 1.5, p. 8 leidraad)? Als ziekenhuizen een bepaald geneesmiddel in of uit een cluster zetten, wordt dit middel dan nog steeds volledig vergoed door Achmea aan dat ziekenhuis? Kunnen ziekenhuizen zich nog na 17 oktober bij uw opzet aansluiten? Als het antwoord ja is, hoe rijmt u dat met de gedachte dat het voorwerp van de inschrijving bepaalbaar en bepaald moet zijn op het moment van de inschrijving? Geldt de door Achmea gehanteerde referentieprijs voor niet deelnemende ziekenhuizen voor alle niet deelnemende ziekenhuizen? Is deze voor alle ziekenhuizen even hoog? Is deze voor alle AOC's even hoog? Zullen de TNF-alfa remmers die uitgesloten zijn van deze inkoopprocedure, zoals infliximab, anakinra, abatacept and tocilizumab nog steeds beschikbaar zijn voor de patiënten die verzekerd zijn bij Achmea? Zo ja, hoe zal deze groep van niet geclusterde geneesmiddelen, die gebruikt worden voor dezelfde patiëntenpopulatie en voor dezelfde indicaties, de 80%-doelstelling beïnvloeden? Nee. De 80%-doelstelling blijft in dat geval bestaan. Indien de deelnemende ziekenhuizen en Achmea in onderling overleg en overeenstemming besluiten een middel buiten een bestaande indicatiegroep te plaatsen ontstaat een nieuwe indicatiegroep waar het betreffende product in ondergebracht wordt. Er verandert niets aan de bekostiging. Zie het antwoord op vraag 29. Als met 'opzet' de Gezamenlijke Inkoop is bedoeld is het antwoord 'ja'. Voor deze procedure en daarmee deze AOC is het na 1 oktober niet meer mogelijk aan te sluiten. Zie antwoord vraag 31. Deze vraag is niet relevant voor deze inkoopprocedure. Zie antwoord vraag 33. Zie antwoord vraag 33. Ja. Deze zal de 80% doelstelling niet beïnvloeden. Pagina 4 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 38 39 40 41 42 43 44 45 Is de 80%-doelstelling haalbaar, nu medische richtlijnen bepalen dat geneesmiddelen met een andere werkzame stof en die een verschillende uitwerking kunnen hebben bij verschillende patiënten, slechts kunnen worden voorgeschreven met in achtneming van de individuele medische situatie en de bijzonderheden in de behandeling van de betrokken patiënt? Waaruit blijkt dit? Verzekerden van Achmea hebben onder de Zorgverzekeringswet aanspraak op geneeskundige zorg naar de stand van de wetenschap en de praktijk. De verplichting voor ziekenhuizen om tenminste 80% van de verzekerden met het voorkeursmiddel te behandelen is niet in overeenstemming met de stand van de wetenschap en de praktijk. Leidt deze maatregel niet tot een (in)directe beperking van de aanspraak die verzekerden onder de Zorgvezekeringswet hebben? Zo nee waarom niet? Zo ja: hoe verhoudt dit zich met de zorgplicht van Achmea jegens haar verzekerden? Wat is volgens u de invloed van de regel dat een de medisch-specialist alleen een behandelvoorkeur mag volgen als dit om medische reden verantwoord is? Is de 80%-doelstelling haalbaar, gezien het feit dat uit de cijfers die u heeft verstrekt in bijlage 4 van de leidraad, twee geneesmiddelen op dit moment worden voorgeschreven aan ongeveer 50% en 40% van de totale patiëntenpopulatie die op dit moment behandeld worden met een TNFalfaremmer of ander monoklonaal antilichaam, terwijl de 80%-doelstelling de medisch-specialisten verplicht om één of meer van deze geneesmiddelen voor te schrijven aan minder dan 20% van alle nieuwe patiënten. Klopt het dat de 80%-doelstelling van toepassing is op nieuwe patiënten, patiënten die een behandeling opnieuw starten en switchende patiënten (zie de definitie van nieuwe gebruiker op p. 6 leidraad)? Ja. De 80% compliance afspraak is gemaakt tussen Achmea en de deelnemende ziekenhuizen. Zie antwoord vraag 2. Zie antwoord op vraag 40. Zie antwoord op vraag 40. Deze regel staat niet ter discussie. De arts heeft de plicht om een medisch verantwoorde behandeling te geven. Ja. Nee. De 80%-doelstelling is van toepassing op nieuwe patiënten en patiënten die een behandeling opnieuw starten. Pagina 5 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 46 47 48 49 50 51 52 53 Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de verklaring op p. 18 leidraad, dat switchende patiënten alleen het voorkeursgeneesmiddel voorgeschreven krijgen indien dit op medische gronden gerechtvaardigd is? Hoe stelt u zich voor dat een medisch-specialist het goedkoopste product kan voorschrijven aan herstartende patiënten? Moet de medisch-specialist het voorkeursmiddel voorschrijven, met een onzekere uitkomst, ook als hij weet dat de patiënt in kwestie eerder goed reageerde op een ander geneesmiddel en het de veiligste route zou zijn om in die situatie datzelfde product het voor te schrijven? Hoe stelt u zich voor dat een medisch-specialist het goedkoopste product kan voorschrijven aan switchende patiënten, bij wie rekening zou moeten worden gehouden met de redenen waarom het geneesmiddel dat als eerste werd voorgeschreven niet goed werkte en een beredeneerde keuze moet worden gemaakt voor een alternatief, gebaseerd op farmacotherapeutische redenen? Hoe verhoudt de 80%- doelstelling zich tot de Handleiding Substitutie van de KNMP? Heeft u belanghebbenden zoals patiëntorganisaties geraadpleegd over de 80%-doelstelling? Heeft u belanghebbenden zoals zorgaanbiederorganisaties geraadpleegd over de 80%-doelstelling? Kan Achmea garanderen dat de 80%-doelstelling gehaald wordt door de deelnemende ziekenhuizen en welke middelen zal Achmea aanwenden om naleving af te dwingen? Wat is het gevolg van het niet halen van de 80%-doelstelling voor een betrokken ziekenhuis? 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Zie antwoord vraag 45. Dit is ter beoordeling van de medisch specialist. Dit is ter beoordeling van de medisch specialist. Er bestaat geen verband tussen de 80%-doelstelling en de Handleiding Substitutie van de KNMP. De 80%-doelstelling is met belanghebbenden besproken. De 80%-doelstelling is met belanghebbenden besproken. Nee, dit is niet te garanderen en zal niet worden afgedwongen. De compliance zal worden gemonitord en indien nodig zullen er verbeterafspraken gemaakt worden. De deelnemende zorgaanbieders hebben bewust gekozen voor deelname aan gezamenlijke inkoop in dit collectief. Daarmee hebben Achmea en de deelnemende zorgaanbieders de verplichting om zich maximaal in te spannen de gemaakte afspraken na te komen. De 80%-doelstelling zal gemeten worden over alle deelnemende ziekenhuizen. Indien een individueel ziekenhuis bij herhaling "in gebreke blijft” zal er met de groep deelnemende ziekenhuizen beleid gemaakt worden. Pagina 6 van 54 Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 54 63 Zijn er mogelijkheden voor de aanpassing van de 80%-doelstelling door de betrokken ziekenhuizen? Zo ja, op welke manier? Zijn er nog andere omstandigheden waaronder de 80%-doelstelling kan worden aangepast? Zo ja welke procedure wordt daarvoor toegepast? Worden de verzekerden van Achmea geïnformeerd over het feit dat deelnemende ziekenhuizen tenminste bij tenminste 80% van de nieuwe patiënten het voorkeursmiddel zullen voorschrijven? Zo ja, op welke wijze worden de verzekerden van Achmea hierover geïnformeerd? Zo ja, wanneer worden de verzekerden van Achmea hierover geïnformeerd? Hoe verhoudt de (in)directe beperking van de aanspraak door Achmea zich tot de recente jurisprudentie hierover van het Hof Arnhem Leeuwarden in de zaak VGZ/Nutricia? Kunt u de definitie van het begrip "indicatiegroep" in paragraaf 1.3 van de Leidraad nader toelichten? Welke indicatiegroepen zijn er en welke indicaties bevatten die? 64 Welke geneesmiddelen maken onderdeel uit van die groepen? 65 66 Hoe verhouden de indicatiegroepen zich tot de AOCs die door Achmea op dit moment zijn vastgesteld? Wanneer worden bepaalde indicaties in een groep geplaatst door Achmea? 67 68 Wat zijn daarvoor de criteria? Worden deze criteria op voorhand inzichtelijk gemaakt? 55 56 57 58 59 60 61 62 Zie antwoord op vraag 52 en 53. Zie antwoord op vraag 52 en 53. Zie antwoord op vraag 52 en 53. Zie antwoord op vraag 52 en 53. Bij Achmea verzekerden worden door de voorschrijver op eenzelfde wijze geïnformeerd over de voorgestelde behandeling als op dit moment het geval is. Zie antwoord vraag 58. Zie antwoord vraag 58. Er is geen sprake van (indirecte) beperking van de aanspraak van verzekerden. Zie ook de antwoorden op de vragen 1 en 2. De indicatiegroep is een groep indicaties waarvoor dezelfde rangorde geldt. Bijvoorbeeld de indicatiegroep 'kinderen'. Over de definitieve indicatiegroepen vindt momenteel afstemming plaats met de deelnemende zorgaanbieders. Vooralsnog werken we met een 4-tal groepen te weten: reuma, dermatologie, MDL, kinderen. Een geneesmiddel in het AOC met een registratie in de betreffende groep. Op dit moment is er 1 AOC met daarbij vooralsnog 4 indicatiegroepen. Wanneer het een indicatie betreft die logischerwijs tot die groep behoort. De geregistreerde indicaties. Deze zijn op voorhand inzichtelijk op basis van de SmPC. Pagina 7 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 69 70 71 72 73 74 75 76 77 Begrijpen wij goed dat nieuw geregistreerde geneesmiddelen vergoed zullen worden één maand nadat voor dit geneesmiddel een handelsvergunning is verkregen (paragraaf 4.3 op p. 18 leidraad)? Zal zo'n middel worden opgenomen in wat een "indicatiegroep" genoemd wordt, zodat de voorschrijfrangorde zal worden aangepast? Wordt de voorkeursrangorde apart vastgesteld voor ieder toepassingsgebied waarvoor TNF-alfa remmers en of monoclonale antistoffen kunnen worden voorgeschreven, of per indicatiegroep? De term "meest economisch voordelig" impliceert dat voor wat betreft het vaststellen van de voorkeursrangorde, behalve met de prijs, ook met andere aspecten rekening wordt gehouden. Indien deze vooronderstelling klopt, welke andere criteria zijn dit? Worden ook kwaliteitseisen en kosteneffectiviteit meegenomen in het vaststellen van de voorkeursrangorde? Welk geneesmiddel het meest economisch voordelig is, wordt bepaald door verschillende parameters, waaronder het kortingspercentage, het totale bedrag van de korting, de prijs van het middel, de behandelkosten en de kosteneffectiviteit. Daarbij speelt bijvoorbeeld de precieze dosering, zowel in de startfase als daarna, van de geneesmiddelen een rol en verschillen in de gemiddelde gebruiksduur. Neemt Achmea deze parameters, waaronder de kosteneffectiviteit van verschillende geneesmiddelen in beschouwing bij het vaststellen van de voorkeursrangorde? Is het mogelijk een korting aan te bieden die alleen van toepassing is in het geval het betrokken geneesmiddel gekwalificeerd wordt als het meest economisch voordelig waarop de 80% norm van toepassing is? Is de lijst met deelnemende ziekenhuizen en het volume van deze ziekenhuizen definitief? Kan Achmea garanties bieden dat deze ziekenhuizen zullen deelnemen en met het volume zoals nu aangegeven? 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nee, indien nodig zal de rangorde van de betreffende indicatiegroep zal worden aangepast bij het verkrijgen van een nieuwe registratie. Zie antwoord op vraag 69. Per indicatiegroep en per indicatie. Deze vooronderstelling is niet juist. Voor de definities zie de Leidraad. Nee. Nee. Nee. Ja, onder voorbehoud van het sluiten van een zorgovereenkomst 2015 voor Medisch Specialistische Zorg. Nee. De deelnemende zorgaanbieders hebben bewust gekozen voor deelname aan gezamenlijke inkoop in dit collectief. Daarmee hebben Achmea en de deelnemende zorgaanbieders de verplichting om zich maximaal in te spannen de gemaakte afspraken na te komen. Pagina 8 van 54 Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 78 79 80 81 82 83 84 85 86 Hoeveel patiënten telt het relevante volume van de deelnemende ziekenhuizen in totaal? In bijlage 4 leidraad zijn weliswaar getallen weergegeven voor de bestaande patiënten die de betrokken geneesmiddelen gebruiken, switchers en nieuwe gebruikers, maar onduidelijk is of deze getallen zien op het gehele volume dat de deelnemende ziekenhuizen inbrengen, of bijvoorbeeld alleen op het volume van patiënten van de deelnemende ziekenhuizen die bij Achmea verzekerd zijn. Zijn deze getallen berekend over een periode van 7 maanden (1 januari tot en met 31 juli) of zijn de getallen geëxtrapoleerd, in verhouding tot een periode van 12 maanden? Mogen fabrikanten een nieuw aanbod doen als een nieuw geregistreerd geneesmiddel in het aankoopsysteem van Achmea wordt opgenomen (paragraaf 4.3, p. 18 van het aankoopbeleid)? Mogen fabrikanten een nieuw aanbod doen als een nieuw geregistreerde indicatie van een al opgenomen geneesmiddel in een nieuwe indicatiegroep in het aankoopsysteem van Achmea wordt opgenomen (paragraaf 4.3, p. 18 van het aankoopbeleid)? Klopt het dat deelnemende ziekenhuizen betalen voor geneesmiddelen die direct bij de fabrikant besteld worden? Hoe zal de levering, met betrekking tot aanvragen voor patiënten die bij andere zorgverzekeraars verzekerd zijn, geregeld worden in het licht van ziekenhuizen die besluiten het volume in te brengen van andere verzekeraars dan Achmea? Het door Achmea voorgestelde inkoopsysteem houdt in dat Achmea zal optreden als bemiddelaar voor geneesmiddelen in de zin van artikel 39a van de Geneesmiddelenwet en artikel 85b van Richtlijn 2001/83/EC, zodat Achmea zich moet registreren als bemiddelaar voor geneesmiddelen en moet voldoen aan de Richtsnoeren voor Goede Distributiepraktijken voor geneesmiddelen van 5 november 2013. Bent u geregistreerd als bemiddelaar? Kan Achmea informatie verschaffen over haar naleving van deze wet- en regelgeving? Deze informatie is terug te vinden in de nieuwe versie van het digitaal invulbestand van 3 oktober. Achter de namen van de deelnemende zorgaanbieders is vermeld of het alleen Achmea dan wel het totaal volume betreft. Het betreft de declaratiedata over het behandeljaar 2013 welke zijn gedeclareerd in de periode tot en met juli 2014. Indien Achmea een nieuwe inkoopprocedure volgt voor hetzelfde AOC met een nieuwe aanbieder kunnen fabrikanten een nieuwe bieding doen. Nee. Ja. Dit is aan de deelnemende ziekenhuizen. Het inbrengen van dergelijk volume heeft alleen effect op de prijsstelling en netto condities. Dit betreft geen vraag. Nee, Achmea is niet geregistreerd als bemiddelaar. Niet van toepassing, zie antwoord op vraag 85. Pagina 9 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 Welke vormen van controle en audit zullen beschikbaar zijn om de declaraties van Achmea te controleren? Op welke manier wordt zekergesteld dat deelnemende ziekenhuizen en Achmea enkel korting ontvangen voor de aflevering ten behoeve van patiënten die verzekerd zijn bij Achmea? Op welke manier wordt zekergesteld dat deelnemende ziekenhuizen de betrokken geneesmiddelen niet doorleveren aan derden? Zal de korting gelden op het gehele volume van ziekenhuizen die volume inbrengen van andere verzekeraars dan Achmea? Zo ja, wie ontvangt de korting wanneer geneesmiddelen worden besteld ten behoeve van patiënten die bij een andere verzekeraar dan Achmea zijn ondergebracht? Wat wordt bedoeld met de zinsnede: "Declaraties van andere verzekerden worden door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd aan een derde partij" (p. 20, hoofdstuk 5 leidraad)? Vallen de 80% norm en de voorkeursrangorde onder de geheimhoudingsplicht zoals ondergebracht in artikel 13 van de overeenkomst? Of zullen ziekenhuizen en/of Achmea dergelijke informatie communiceren naar patiënten? Wat zal de notaris bij de bekendmaking van de uitslag bekend maken? Zal er geheimhouding worden opgelegd aan de aanwezigen en zo ja, onder welke voorwaarden? Zal de notaris bij de bekendmaking van de uitslag de kortingen bekend maken? Indien Achmea besluit geen overeenkomst te sluiten met een producent of de inkoopprocedure afbreekt, hoe garandeert Achmea dan de geheimhouding van het aanbod? Wat zijn de voorwaarden van de geheimhoudingsplicht van ziekenhuizen ten aanzien van de door Achmea bedongen kortingen, in het bijzonder met betrekking tot ziekenhuizen die besluiten het volume in te brengen van andere verzekeraars dan Achmea (paragraaf 4.2.1, p. 18 leidraad)? De creditnota aan inschrijvers kan desgewenst worden voorzien van een accountantsverklaring. Niet; Het is voor ziekenhuizen mogelijk ook het volume tbv andere verzekerden dan Achmea in te brengen. Zie antwoord vraag 19. Ja. Over de verdeling van de inkoopvoordelen zijn afspraken gemaakt met de deelnemende zorgaanbieders. Achmea wil en mag geen inzicht hebben in declaratiegegevens van andere zorgverzekeraars. Om toch tot verrekening over te kunnen gaan wordt hierbij een Trusted Third Party betrokken. Zie het antwoord op vraag 58. Of de inschrijving rechtsgeldig is, m.a.w. compleet. Nee. Nee. De bieding van de inschrijver zal alleen bekend worden bij de direct betrokken van Achmea en de notaris. Deze zijn alle gehouden aan geheimhouding. De deelnemende ziekenhuizen hebben geen geheimhoudingsplicht. Ziekenhuizen kennen de hoogte van de korting niet, alleen de rangorde zal worden gedeeld. Pagina 10 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 99 Wat is het marktaandeel van de deelnemende ziekenhuizen aan de inkoopkant van de regeling, op de Nederlandse markt voor de inkoop van deze geneesmiddelen? 100 Welke maatregelen zijn genomen om te garanderen dat de kortingen die zijn aangeboden aan Achmea niet bekend worden bij de andere zorgverzekeraars, in het bijzonder met betrekking tot ziekenhuizen die besluiten het volume in te brengen van andere verzekeraars dan Achmea? Wat wordt bedoeld met de mededeling dat er nog steeds concurrentie is tussen de diagnose behandel combinaties en add-on volumes tussen zorgaanbieders (p. 9. leidraad)? Hoe denkt u dat onder dit systeem de academische ziekenhuizen die zijn toegetreden tot deze procedure, kunnen voldoen aan hun verplichtingen die volgen uit het Nederlandse en Europese aanbestedingsrecht? Klopt het dat Achmea een inschrijver alleen uitsluit indien deze niet voldoet aan de eisen van het hebben van een handelsvergunning en/of dat het geneesmiddel onderdeel uitmaakt van het verzekerde pakket (p. 19 en p. 13 leidraad)? Beschouwt Achmea zichzelf als een aanbestedende dienst? Zo nee, waarom niet? In eerdere berichtgeving over deze inkoopopzet heeft Achmea ook hemostatica genoemd als groep van gezamenlijk in te kopen geneesmiddelen. Naar wij begrijpen heeft Achmea daar voor dit jaar van afgezien. Wat zijn daar de redenen voor? In het sjabloon “digitaal invulbestand 2015”, hetgeen als bijlage bij de leidraad voor het indienen van een inschrijving “Inkoop Add-ongeneesmiddelen 2015” is gevoegd, zijn als deelnemende zorgaanbieders enkele academische ziekenhuizen opgenomen De vraag hierbij is of voor de academische ziekenhuizen als publiekrechtelijke instellingen de aanbestedingsplicht van kracht is conform de Europese aanbestedingsregels? 101 102 103 104 105 106 Dit is op voorhand niet exact te zeggen. Het is mogelijk voor een inschrijver aan de hand van het rekenvolume (zie digitaal invulbestand) te berekenen welk aandeel de gezamenlijke inkoop in de totale afzet heeft. Zie antwoord vraag 98. Daarmee wordt bedoeld dat de concurrentie tussen zorgaanbieders gelijk blijft omdat deze uitgaat van DOT-zorgproductprijzen en volumes. De aanbestedingswetgeving is niet van toepassing op onze inkoopprocedure. Nee, bij een ongeldige of onvolledige inschrijving zal ook uitsluiting volgen. Nee. Volgens de laatste jurisprudentie is een zorgverzekeraar niet aanbestedingsplichtig. Het inkoopbeleid op het gebied van hemostatica is nog in ontwikkeling. Dit zal samen met zorgaanbieders worden ontwikkeld. Zie antwoord vraag 102. Pagina 11 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 107 108 109 110 111 112 113 De leidraad voor deze inkoopprocedure heeft als uitgangspunt een centrale inkoop op add-on geneesmiddelen Hierdoor wordt geen gelijk speelveld gecreëerd voor geneesmiddelen die werkzaam zijn in hetzelfde therapeutische gebied De vraag is hierbij dus of een betaaltitel ‘add-on’ het juiste criterium is om bij een centrale inkoopprocedure geneesmiddelen te hanteren?; Geneesmiddelen kunnen echter ook via een andere betaaltitel (opname in DOT zorgproduct) worden gefinancierd waardoor per definitie geneesmiddelen in hetzelfde indicatiecluster worden uitgesloten door enkel de zogenaamde ‘add-ons” in de selectie mee te nemen Zijn de relevante patiëntenverenigingen betrokken geweest bij de totstandkoming van deze leidraad? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze? Zijn de betrokken beroepsgroepen (voorschrijvers en apothekers) voorafgaand op de hoogte gebracht van deze leidraad en hebben zij gelegenheid gekregen om input te geven bij de totstandkoming van deze leidraad? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze? In hoeverre is rekening gehouden met gelijke aanspraak op farmacotherapie van verzekerden in de wetenschap dat deze aanspraak door een gezamenlijke inkoop per verzorgingsgebied van gecontracteerd versus niet gecontracteerde zorgaanbieder gaat verschillen (postcode)? Hoe is toegang van de patiënt tot innovatieve nieuwe geneesmiddelen gewaarborgd via deze centrale inkoopprocedure? Hoe is de zeggenschap over 1/3 deel van financieel voordeel in het innovatiefonds georganiseerd? Gaat Achmea de door haar bepaalde rangorde (alsmede wijzigingen daarvan), de deelnemende zorginstellingen waarbinnen deze rangorde geldt, en de consequenties van deze rangorde voor de verzekerde openbaar maken? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo nee, waarom niet? De selectie voor de producten in het AOC zijn niet op basis van de add-on status maar de hoge kosten per jaar gebaseerd. Zie antwoord vraag 5. Zie antwoord vraag 3. Er is geen verschil in aanspraak van verzekerden bij deelnemendeof niet deelnemende ziekenhuizen. Deze inkoopprocedure tast de toegang tot innovatieve nieuwe geneesmiddelen niet aan. De zeggenschap zal worden ingevuld in gezamenlijkheid met de deelnemende zorgaanbieders. Zie het antwoord op vraag 58. Pagina 12 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 114 115 116 117 118 119 120 Op basis van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (Wmg, art 40) zijn verzekeraars verplicht informatie voor verzekerden openbaar te maken ten aanzien van de eigenschappen van de door hen aangeboden producten en diensten Worden verzekerden van Achmea actief op de hoogte gebracht van de door Achmea bepaalde rangorde (alsmede wijzigingen daarvan), van de deelnemende zorginstellingen waarbinnen deze rangorde geldt, en de consequenties van deze rangorde voor de verzekerde? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo nee, waarom niet? De ‘Beleidsregel informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars en volmachten 2013’ van de NZa gaat ervan uit dat voor een goede werking van het zorgstelsel het van belang is dat zorgverzekeraars niet alleen goed inkopen, maar daarover ook transparant zijn naar hun verzekerden. Transparantie over (keuze-) informatie is voor de consument immers een cruciale voorwaarde om keuzes te maken die het best aan zijn wensen voldoen, aldus de Beleidsregel. Op welke wijze gaat Achmea hieraan voldoen? Is of wordt het Beleid Inkoop Add-ongeneesmiddelen 2015’ door Achmea (alsmede wijzigingen daarvan zoals voorzien in de Leidraad) getoetst aan de Zorgverzekeringswet en met name aan de impact op de toegankelijkheid van verzekerde zorg? Hoe verhoudt zich uw inkoopprocedure tot de uitspraak van de rechter (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2014, VGZ ea /Nutricia ea ) dat de sturing van een zorgverzekeraar niet mag leiden tot een indirecte beperking van de aanspraak? In de definitie van het Add-oncluster (AOC) wordt verwezen naar geneesmiddelen die bij eenzelfde indicatiegebied kunnen worden toegepast Wat is de door Achmea gehanteerde definitie van het ‘indicatiegebied’? Door producten off label aan te wijzen stimuleert Achmea off label gebruik en schendt zij het patentrecht. Hoe gaat Achmea dit voorkomen? Welke positie krijgen geneesmiddelen die wel voldoen aan uw criteria voor ‘onderling concurrerend’ maar die geen add-on status hebben? Zie het antwoord op vraag 58. Op onze website staan alle gecontracteerde zorgaanbieders voor Medisch Specialistische Zorg. De verzekerden hebben vrije keuze van zorgaanbieders. Ja, het inkoopbeleid Add-ongeneesmiddelen is aan alle relevante wet- en regelgeving getoetst. Zie het antwoord op vraag 61. In deze definitie betekent indicatiegebied hetzelfde als 'geregistreerde indicatie'. Achmea zal geen producten off-label aanwijzen. De huidige procedure voorziet niet in het opnemen van geneesmiddelen zonder een add-onstatus. Pagina 13 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 121 Wie is verantwoordelijk voor de indeling van de clusters? 122 123 Aan de hand van welke criteria worden deze clusters samengesteld? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers en apothekers) betrokken bij de indeling van de clusters? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties zijn betrokken bij de indeling van de clusters? 124 125 Op welke wijze is dit proces van clustering transparant voor betrokken (belanghebbende) partijen? 126 U geeft aan dat geneesmiddelen als onderling concurrerend aangemerkt indien zij 1 bij een zelfde indicatiegebied kunnen worden toegepast 2 via een gelijke toedieningsweg worden toegediend en 3 in het algemeen voor dezelfde leeftijdscategorie zijn bestemd Dit zijn exact dezelfde criteria die worden gehanteerd voor clustering in het kader van het GVS (art 2 40 lid 1 Rzv) In art 2 40 lid 3 Rzv staat echter ook dat geneesmiddelen niet als onderling vervangbaar kunnen worden aangemerkt (en dus ook niet geclusterd kunnen worden), indien er 1 tussen die geneesmiddelen verschillen in eigenschappen bestaan 2 deze verschillen in eigenschappen zich voordoen of uit nader omschreven gegevens en bescheiden, blijkt dat deze verschillen in eigenschappen, tezamen genomen, bepalend zijn voor de keuze van het geneesmiddel door de arts kunnen voordoen bij de gehele patiëntenpopulatie, bij welke de geneesmiddelen kunnen worden toegepast, en 3 uit nader omschreven gegevens en bescheiden, blijkt dat deze verschillen in eigenschappen, tezamen genomen, bepalend zijn voor de keuze van het geneesmiddel door de arts Als deze gronden voor uitzonderingen in het kader van GVS-clustering relevant worden geacht, waarom heeft u deze niet overgenomen? De clustering is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Zie leidraad paragraaf 1.3 (definities). Het betrekken van de deelnemende zorgaanbieders is de verantwoordelijkheid van Achmea. Het betrekken van de patiëntenorganisaties is de verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Aangezien deze clustering een activiteit is van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen is dit per definitief transparant. Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra de clustering definitief en de inkoopprocedure gestart. Dit gebeurt middels de Leidraad. Wij hebben diverse bronnen gebruikt om tot onze definitief te komen (richtlijnen, stand der wetenschap en praktijk) en vooral ook de inbreng van deelnemende zorgaanbieders en artsen. Pagina 14 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 127 128 129 Dit mede in verband met het feit dat een GVS-cluster een methode van berekening van een limiet is, doch géén rangorde bepaalt, terwijl de door u voorgestelde clustering veel verdergaande consequenties heeft, nl het bepalen van een rangorde die men heeft te respecteren? In het kader van het preferentiebeleid zijn waarborgen opgenomen in art 2.8 Besluit zorgverzekering (van elke werkzame stof is in ieder geval één geneesmiddel in dat cluster opgenomen), om ervoor te zorgen dat geen verschraling en inbreuk op/afbreuk van de professionele autonomie en aanspraken kan optreden: elke verzekerde moet kunnen rekenen op een geneesmiddelenpakket dat dezelfde therapeutische breedte dekt (zie Nota van Toelichting, Staatsblad 2005, 389, blz 43) Hoe verhoudt zich dit (principiële) uitgangspunt tot de clustering van geneesmiddelen met verschillende werkzame stoffen? In de definitie van Add-oncluster (AOC) is aangegeven dat “deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid hebben een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten”: a: Onder welke voorwaarden hebben zorgaanbieders deze mogelijkheid? b: Wie bewaakt dat proces, de gehanteerde criteria/voorwaarden etc? c: Krijgt Achmea daarbij nog een entamerende, sturende of bepalende invloed of zeggenschap? d: Krijgen patiënten(organisaties) daarbij nog invloed of zeggenschap? Wat is de definitie van de benoemde clusters: TNF-alfaremmers (met of zonder indicatiegebied, m.a.w. wel of niet met IL-17 antagonisten die in RA richtlijn staan), ‘bepaalde’ hemostatica, referentieproducten en biosimilars? Welke geneesmiddelen vallen daaronder? Zie het antwoord op vraag 3. Zie het antwoord op vraag 1 en vraag 2. Zie het antwoord op vraag 21. Zie het antwoord op vraag 21. Zie het antwoord op vraag 21. Nee. Deze inkoopprocedure heeft betrekking op de AOC zoals beschreven in het digitale invulbestand. Pagina 15 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 130 131 132 Uw opzet gaat uit van clustering, waarbij de inkoopprocedure een rangorde gaat geven die uitsluitend afhangt van de ‘meest economische bieding’ In uw Brochure “Impact Collectieve Farma” (22 mei 2014) stelt u op p 8: “zorgaanbieders leven de gemaakte afspraken na door vakbekwaam steeds het meest doelmatige middel aan de patiënt voor te schrijven” Hoe verhouden zich die rangorde en deze opgelegde verplichting (“steeds”) tot de medische richtlijnen, de professionele autonomie en verantwoordelijkheid van de voorschrijver en het recht van de patiënt om het voor hem meest geschikte behandeling te krijgen? De definitie van economisch meest voordelige inschrijving gaat uit van “Hoogste percentage korting ten opzichte van het geldende NZamaximumtarief voor het add-on geneesmiddel” a: Hoe gaat Achmea om met het gegeven dat het middel met de ‘hoogste percentuele korting’ niet altijd de economisch meest voordelige inschrijving zal zijn? b: Hoe is in de beoordeling van de economisch meest voordelige inschrijving de kwaliteit van de desbetreffende farmacotherapie meegewogen? (zowel in distributie, toedieningsvorm, gebruiksgemak en kwaliteit van leven van patiënt) c: Hoe wordt bij de meest economische inschrijving rekening gehouden met het economische verschil in totale behandel- of zorgkosten (bijv ziekenhuis vs thuistoediening)? d: Is bij de vaststelling van meest voordelige inschrijving ook rekening gehouden met benodigde hoeveelheid en eventuele spillage? e: Klopt het dat er in uw opzet wordt geconcurreerd op korting en niet op prijs? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot de opstelling van zorgverzekeraars in de extramurale markt, waar men juist is afgestapt van het systeem dat keuzes worden gemaakt op basis van kortingen en bonussen? Hoe zijn de afspraken met concurrerende zorgverzekeraars ingevuld bij gunning over het totale volume van een deelnemende zorgaanbieders, waarbij naast het volume van Achmea ook volume van andere zorgverzekeraars is meegenomen? In de afspraken met de zorgaanbieders is ruim voldoende voorzien in de mogelijkheid om af te wijken van het voorkeursbeleid. Zie ook de antwoorden op de vragen 1 en 2. Volgens de gehanteerde definitief is de inschrijving met de hoogste procentuele korting de economisch meest voordelige bieding. Zie het antwoord op vraag 131a. Zie het antwoord op vraag de131a.. Zie het antwoord vraag 131a. Nee. Dit is onderdeel van de afspraken tussen Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Pagina 16 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 133 134 135 136 137 138 139 140 In hoeverre wordt vrijheid van voorschrijven aan de verantwoordelijke specialist gelaten bij patiënten die eerder een AOC geneesmiddel hebben gebruikt ondanks het feit dat dit gebruik al minstens 6 maanden geleden is? Achmea houdt in het kader van IDEA rekening met de ‘Handleiding Substitutie van de KNMP’ Wordt bij de indeling van de clusters rekening gehouden met deze Handleiding? Zo nee, waarom in dit geval niet? Zo ja, op welke wijze? In een brief van 15 mei 2014 heeft Minister van VWS aan de Tweede Kamer onder meer gemeld: “Voorschrijven conform behandelrichtlijnen en medische noodzaak gaat altijd voor financiële (budget) afspraken De patiënt heeft aanspraak en recht op verantwoorde zorg overeenkomstig de stand van de wetenschap en de praktijk, zoals onder andere vastgelegd in behandelrichtlijnen ” En: “De problematiek dat voorschrijvers belemmeringen in het voorschrijven ervaren en wellicht hierdoor om nietmedische redenen patiënten switchen vind ik zeer zorgwekkend (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 29 248, nr 269) Hoe verhoudt zich uw opzet tot deze uitspraken? Wat is de definitie van ‘onvoldoende respons’? Welke criteria zijn hiervoor vastgesteld? Wat is de definitie van ‘teveel bijwerkingen’? Bij de bepaling van de volgorde staat het add-on geneesmiddel centraal die het meest economisch voordelig is. In hoeverre wordt de stand van wetenschap en praktijk en positionering in de medische richtlijnen van het geneesmiddel hierin meegewogen? Voorschrijvers hebben de verplichting om verantwoorde zorg te leveren. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat zij dat in de voorgestelde opzet nog kunnen doen? Krijgen patiënten te maken met vertraging in de beschikbaarheid van bepaalde geneesmiddelen die ‘lager’ in de rangorde staan? Zo ja, hoe verhoudt zich dat dan tot de zorgplicht van Achmea? Zie antwoord vraag 1 en 2 en 47. Zie antwoord vraag 49. Er is geen sprake van substitutie. Daarnaast lijkt de handleiding substitutie van de KNMP op dit moment ontoereikend voor intramuraal gebruik. In deze procedure zijn geen belemmeringen voor de voorschrijvers. De arts heeft vrije keuze bij het voorschrijven van geneesmiddelen. Dit is ter beoordeling van de voorschrijver. Dit is ter beoordeling van de voorschrijver. Voorschrijvers dienen te handelen conform de Stand der Wetenschap en praktijk. In onze opzet is nergens opgenomen dat artsen onverantwoorde zorg moeten leveren. De deelnemende zorgaanbieders hebben bewust gekozen voor deelname aan gezamenlijke inkoop in dit collectief. Nee, er is geen sprake van vertraging in de beschikbaarheid. Pagina 17 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 Wat wordt bedoeld met een “selectie van concurrerende add-on geneesmiddelen om tot een AOC te komen”? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers en apothekers) bij deze selectie zijn betrokken? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze selectie zijn betrokken? Op welke wijze is dit proces van selectie transparant voor betrokken (belanghebbende) partijen? Wie maakt de voorselectie en welke criteria worden daarbij gehanteerd? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers en apothekers) bij deze voorselectie zijn betrokken? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze voorselectie zijn betrokken? Op welke wijze is dit proces van voorselectie transparant voor betrokken (belanghebbende) partijen? In de inkoopprocedure wordt aangegeven dat het voorkeursbeleid van Achmea kan worden gewijzigd gedurende de looptijd, bijvoorbeeld als gevolg van een nieuwe introductie. Is door Achmea rekening gehouden met het feit dat het tussentijds schrappen van een preferent product een significante impact kan hebben op het voorraadbeheer van specialistische geneesmiddelen en het creëren van niet-inzetbare overschotten tot significante financiële schade kan leiden bij de verantwoordelijke vergunninghouder(s)? Wat houdt een nieuwe introductie van een geneesmiddel in voor de bestaande rangorde? Wordt deze altijd als laatste in de rangorde geplaatst? Welke mogelijkheid heeft een fabrikant om een nieuwe introductie alsnog te laten mee doen in de procedure? Een AOC wordt bepaald in onderling overleg en overeenstemming tussen Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Zie het antwoord op vraag 141. Zie het antwoord op vraag 124. De clustering is een activiteit van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen en daarmee per definitief transparant. Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra een AOC definitief is en de inkoopprocedure start. Dit gebeurt middels de Leidraad. Zie de antwoorden op de vragen 141-144. Zie de antwoorden op de vragen 141-144. Zie de antwoorden op de vragen 141-144. Zie de antwoorden op de vragen 141-144. Ja. Bij een nieuwe introductie bestaat de mogelijkheid een nieuwe inkoopprocedure te starten. Een nieuwe middel zal niet per definitie als laatste aan de rangorde worden toegevoegd. Het AOC voor de huidige procedure staat vast en kan niet wijzigen. Pagina 18 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 152 153 154 155 156 157 158 Indien voorkeursbeleid wordt gewijzigd door een nieuwe inkoopprocedure uit te voeren, wat zijn dan de uitgangspunten in de periode vanaf wijziging tot vaststelling van gunning van voorkeursgeneesmiddelen? In de uitgangspunten is opgenomen dat de financiële voordelen in gelijke mate ten goede komen aan de deelnemende zorgaanbieders, Achmea en gewenste innovaties. Hoe wordt deze korting in financieel voordeel geeffectueerd als het verzekerden betreft van concurrerende zorgverzekeraars? In de uitgangspunten van de inkoopprocedure is opgenomen dat de geboden kortingen ‘onder couvert’ zijn en daarmee niet zichtbaar voor andere marktpartijen Hoe wordt deze vertrouwelijkheid van de korting gewaarborgd op het moment dat de korting wordt uitbetaald? In de leveringsvoorwaarden is aangegeven dat andere voorwaarden van de inschrijver expliciet worden uitgesloten. Hoe gaat Achmea om met bestaande overeenkomsten tussen zorgaanbieders en leveranciers met aanvullende voorwaarden over levering, data-uitwisseling, kwaliteits-, service-elementen, etc…? In de voorbehouden is onder 2.3.4 opgenomen dat voor ‘sommige’ AOC’s geen overeenkomst wordt gesloten. Welke criteria worden voor dit voorbehoud gehanteerd? Voorbehouden in deze inkoopprocedure a. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers en apothekers) bij deze wijziging(en) zijn betrokken? b. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze wijziging(en) zijn betrokken? c. Op welke wijze is dit proces van wijziging transparant voor betrokken (belanghebbende) partijen? Tot het moment van vaststellen van de nieuwe rangorde blijft het oude beleid van kracht. zie antwoord op vraag 69 en vraag 70. De afrekening van de korting met zorgaanbieders gebeurt op AOCniveau. Achmea staat buiten (lopende) afspraken met zorgaanbieders voor zover het geen onderhandse deals betreft (zie antwoord vraag 19). Deze vraag is op dit moment niet opportuun gelet op het feit dat de inkoopprocedure voorziet in de inkoop van slechts 1 (één) AOC. Dit is de verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Dit is de verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Deze wijziging betreft een activiteit van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen en is daarmee per definitie transparant. Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra een wijziging definitief is. Er kunnen redenen zijn voor een aanbieder een geneesmiddel om niet te in te schrijven, of er kunnen redenen zijn dat Achmea een bepaalde aanbieder uitsluit (bijv. vanwege onvolkomenheden of tegenstrijdigheden, zie blz. 12). Pagina 19 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 159 160 161 162 a. Wat betekent dit voor de toegankelijkheid van dat specifieke geneesmiddel? b. Hoe wordt de aanspraak van patiënten gewaarborgd? Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht, die (o.a.) inhoudt dat zij geneesmiddelen die onderdeel uitmaken van het verzekerde pakket, beschikbaar moeten maken voor patiënten die daarop zijn aangewezen. Alleen extramuraal mag een zorgverzekeraar het pakket in die zin beperken, dat per werkzame stof één variant wordt aangewezen (art. .2.8 Besluit zorgverzekering). Achmea eist dat het geneesmiddel waarvoor een inschrijving wordt gedaan “(…) 2) onderdeel uitmaakt van het verzekerde pakket”. Intramuraal zijn er geen beperkingsmogelijkheden zoals genoemd in art. 2.8 Besluit zorgverzekering. Tegelijkertijd gaat uw opzet uit van uitsluiting, voorselectie, rangorde etc.. Hoe verhoudt zich dat tot het wettelijk systeem van aanspraken en grenzen aan beperkingen die de zorgverzekeraar daarop mag stellen (noch direct, noch indirect, zie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2014, VGZ e.a./Nutricia e.a.)? In 3.5.2.F is aangegeven dat de kosten van distributie worden geacht te zijn opgenomen in de geoffreerde prijs. a. Hoe gaat Achmea om met aanvullende vergoeding voor kosten die de doelmatige inzet en kwaliteit van zorg ten goede komen? b. Hoe worden dergelijke waarde toevoegende kosten in de totale vergoeding meegenomen? Onder 4.2.1. te offreren kortingen wordt aangegeven dat de geboden korting van toepassing is op alle add-on declaraties over het gerealiseerde volume. Welke afstemming is gemaakt met concurrerende zorgverzekeraars? In de tweede alinea staat: “Als een product tijdens de realisatiefase wordt geregistreerd en daarmee in een nieuwe indicatiegroep past, zal de rangorde van de betreffende indicatiegroep worden aangepast met ingang van de eerste van de maand volgend op het verkrijgen van de betreffende registratie.” a. Wat bedoelt u met “een nieuwe indicatiegroep“? 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Dit heeft geen effect op de toegankelijkheid. Zie de antwoorden op vraag 2 en vraag 158a. Zie het antwoord op vraag 61. Deze vallen buiten de geoffreerde prijs. Dergelijke kosten dienen direct tussen aanbieder en zorgaanbieder te worden verrekend. Er is geen afstemming met andere verzekeraars. Een andere indicatie dan tot voor dat bewuste moment. Pagina 20 van 54 Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 163 b. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers en apothekers) bij deze aanpassing(en) zijn betrokken? c. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze aanpassing(en) zijn betrokken? d. Op welke wijze is dit proces van aanpassing van de rangorde transparant voor betrokken (belanghebbende) partijen? In de vierde alinea staat dat zorgaanbieders bij nieuwe gebruikers in minimaal in 80% van de gevallen het voorkeursgeneesmiddel (zijnde het geneesmiddel waarvoor het hoogste kortingspercentage is geboden) moeten voorschrijven. a. Wie heeft het percentage van 80% bepaald, op basis van welke criteria en volgens welke procedure? b. Geldt dit percentage voor alle clusters? Zo ja, waarop is dat gebaseerd? c. Zijn bij de vaststelling van dit percentage de betrokken beroepsgroepen (voorschrijvers/apothekers) en patiëntenorganisaties betrokken? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet? d. Op welke gronden acht Achmea het percentage van 80% verantwoord voor al deze clusters? e. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat – met dit opgelegde percentage voorschrijvers hun verplichting tot het bieden van kwalitatief verantwoorde zorg kunnen nakomen? Zij zijn immers uit dien hoofde verplicht om voor elke patiënt, met inachtneming van de individuele omstandigheden van het geval, te handelen in overeenstemming met hun richtlijnen en de stand van de wetenschap en praktijk? f. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat Achmea haar zorgplicht op grond van de Zorgverzekeringswet kan nakomen, die inhoudt dat zij ervoor dient te zorgen dat de zorg die tot het verzekerde pakket behoort (want behoort tot de stand van wetenschap en praktijk), ook daadwerkelijk beschikbaar is voor de patiënt? Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen. Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen. Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen. Dit is vastgesteld door Achmea samen met de deelnemende zorgaanbieders. Ja, dit geldt voor alle clusters. Dit op basis van de gangbare praktijk. Nee, het betreft een inschatting van Achmea en de deelnemende zorgaanbieders, inclusief medisch specialisten. Zie het antwoord op de vragen 163a en 163c. Dat klopt. Door aan de ene kant ruimte in te bouwen (20%) om af te kunnen wijken en aan de andere kant de medisch inhoudelijke afwegingen van de individuele arts altijd te laten prevaleren boven de 80%-doelstelling. Zie ook antwoord vraag 51 tot en met 57. Gelet op het feit dat onze opzet op geen enkele manier de aanspraak inperkt dan wel de zorgplicht is er geen reden dit op een andere manier te waarborgen. Pagina 21 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 164 165 166 167 168 169 In de laatste alinea op blz. 18 wordt gesproken over de situatie waarin een patiënt “moet worden overgezet op een ander geneesmiddel binnen een cluster (een “switcher”)”. Hoe verhoudt zich deze kennelijk onvermijdelijke omzetting zich tot de uitspraken van de Minister van VWS in een brief van 15 mei 2014 aan de Tweede Kamer, waarin zij duidelijk heeft gesteld: “Voorschrijven conform behandelrichtlijnen en medische noodzaak gaat altijd voor financiële (budget) afspraken. De patiënt heeft aanspraak en recht op verantwoorde zorg overeenkomstig de stand van de wetenschap en de praktijk, zoals onder andere vastgelegd in behandelrichtlijnen.” en: “De problematiek dat voorschrijvers belemmeringen in het voorschrijven ervaren en wellicht hierdoor om niet-medische redenen patiënten switchen vind ik zeer zorgwekkend.”. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 29 248, nr. 269)? De leidraad stelt dat eventuele bezwaren voor de sluitingsdatum voor het indienen van vragen kenbaar moeten worden gemaakt, bij gebreke waarvan de inschrijver hierop geen rechtsgeldig beroep kan doen en zijn rechten heeft verspeeld. Al onze vragen dienen als bezwaar te worden beschouwd. Wat gaat Achmea doen wanneer er lopende het kalenderjaar biosimilars voor een betreffend geneesmiddel op de Nederlandse markt komen? Wat betekent dit concreet voor de gesloten contracten? Kan Achmea meer specifiek aangeven wanneer zij gebruik maakt van het voorbehoud (p. 10) om het voorkeursbeleid te wijzigen Indien Achmea het voorkeursbeleid wijzigt o.b.v. wijzigingen in de markt, kan een fabrikant dan haar aanbod terugtrekken of een nieuw kortingspercentage indienen? Zo nee, waarom niet. Zo ja, onder welke voorwaarden is dit mogelijk? Worden bij het uitbrengen van de definitieve nota van inlichtingen tevens alle definitief deelnemende ziekenhuizen bekend gemaakt en wordt er aangegeven voor welk deel zij mee doen met ICF? Indien zij alleen voor het Achmea deelnemen, geeft Achmea dan aan welk percentage het Achmea deel is? Zie antwoord vraag 135. Dit betreft geen vraag. Indien er een nieuw geneesmiddel op de markt komt dat in het AOC past (op aangeven Achmea en de deelnemende ziekenhuizen) kan er een nieuwe inkoopprocedure starten. In het geval er een product met betere positie in de rangorde een nieuwe registratie verkrijgt zal het voorkeursbeleid voor wat betreft de bewuste indicatie wijzigen. Het terugtrekken van de bieding is niet mogelijk. In het geval er een nieuwe inkoopprocedure volgt en het betreffende product is opgenomen in het AOC kan er een nieuwe bieding worden gedaan. In het digitaal invulbestand van 3 oktober 2014 is opgenomen welke zorgaanbieders deelnemen en of het 'Achmea volume' betreft of het gehele volume van de zorgaanbieder. Indien het alleen Achmea volume betreft kan niet worden aangegeven welk percentage dit is van het totale volume omdat Achmea dat niet kent. Pagina 22 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 170 171 172 173 174 Wanneer Achmea gaat inkopen voor deelnemende Academische centra dient zij de Europese aanbestedingsregels inclusief de daarbij behorende tijden te volgen. Is Achmea van mening dat de Europese aanbestedingsregels bij ICF van toepassing zijn? Indien Achmea van mening is dat de Europese aanbestedingsregels in deze situatie niet van toepassing zijn, welke onderbouwing heeft Achmea hier dan voor? Op pagina 8 staat: ‘deelnemende zorgaanbieders sluiten geen onderhandse deals over de geneesmiddelen in de AOC’. Welke zaken, afspraken etc. verstaat Achmea onder ‘onderhandse deals over de geneesmiddelen in de AOC’, kunt u dit specifiek benoemen. Gestanddoening: Wanneer achteraf blijkt dat er per 1 januari 2015 geen geldende overeenkomstig is voor het leveren van geneesmiddelen aan de deelnemende zorgaanbieders, bijvoorbeeld omdat er een juridische kwestie heeft gespeeld,dan betekent dit dat de betrokken ziekenhuizen geen korting hebben bedongen en zij feitelijk de lijstprijs verschuldigd zijn. Garandeert Achmea dat zij deze aan de inschrijver betalen? Zo nee, betekent dit dat Achmea dit risico volledig bij de deelnemende ziekenhuizen legt? Op pagina 13 schrijft Achmea over ‘irreële inschrijving”. Kunt u meer specifiek beschrijven wat u onder irreële inschrijving verstaat? Enkele zorgaanbieders nemen deel aan ICF onder specifieke voorwaarden. Wij achten het noodzakelijk om over deze informatie te beschikken om een bod uit te kunnen brengen rekening houdende met de gestelde voorwaarden en maken bezwaar tegen het ontbreken van deze informatie ten tijde van het publiceren van de leidraad. Legt u deze voorwaarden over aan de genodigde inschrijvers bij de definitieve nota van inlichtingen? Zo nee, wat is daarvoor uw argumentatie? Zie het antwoord op vraag 102. Zie het antwoord op vraag 19. De situatie waarin de inkoopprocedure geen resultaat geeft is onderwerp van gesprek tussen de deelnemende ziekenhuizen en Achmea. Dit heeft geen betrekking op de inkoopprocedure. Een bieding is irreëel indien deze tot doel heeft dan wel de uitwerking heeft de inkoopprocedure te frustreren. De eventuele voorwaarden zijn onderdeel van het contract Medisch Specialistische Zorg en betreffen andere aspecten dan welke relevant zijn voor de inkoopprocedure. Pagina 23 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 175 176 177 178 179 Per indicatiegroep (Pag. 18) zal een specifieke rangorde worden vastgesteld. Daarbij wordt uitgegaan van de geregistreerde indicatie(s) (peildatum 1 oktober 2015). Als een product tijdens de realisatiefase wordt geregistreerd en daarmee in een nieuwe indicatiegroep past, zal de rangorde van de betreffende indicatiegroep worden aangepast met ingang van de eerste van de maand volgend op het verkrijgen van de betreffende registratie. Bent u ook van mening dat hier ‘peildatum 1 oktober 2014’ dient te staan? Betekent dit dat zonder dat voor de desbetreffende indicatie een bod is uitgebracht, buiten de inschrijfprocedure een wijziging in rangorde wordt aangebracht? Bij gelijke bieding bepaalt loting de positie. (pag. 18). Stelt u hiermee dat bij gelijke korting geen gelijke positie geboden wordt? Zo ja, kunt u het juridisch kader beschrijven op grond waarvan u meent dat dit toegestaan is in deze specifieke situatie? Indien Achmea geen of geen rechtsgeldige inschrijvingen ontvangt, wordt de AOC buiten de inkoopprocedure gehouden. Hoe verantwoordt Achmea dit rechtsgeldig en hoe verhoudt dit zich met het recht op aanspraak van de verzekerde? Deelnemende zorgaanbieders hebben de mogelijkheid een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten. Kunt u toelichten wat hiermee bedoeld wordt en welke consequenties deze maatregel heeft op geboden kortingen en het gebruik/uitsluiten van het geneesmiddel binnen de dynamische groep van patiënten? Kunt u uiterlijk in de nota van toelichting aangeven welke zorgaanbieders van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt of dit overwegen en op welke wijze? Op basis van welke verifieerbare Nederlandse marktgegevens gegevens heeft Achmea de referentietarieven vastgesteld? Indien Achmea niet Nederlandse marktgegevens heeft meegenomen in haar overwegingen/ besluitvorming hoe beargumenteerd zij de toepasbaarheid hiervan op de Nederlandse markt? Het is correct dat de peildatum 1 oktober 2014 moet zijn. Wij gaan er van uit dat fabrikanten zelf op de hoogte zijn van eventuele uitbreiding van de geregistreerde indicaties en dat er rekening mee gehouden zal worden bij de bieding. Gelet op het feit dat er geen bod uitgebracht kan worden per indicatie kan het tweede deel van de vraag niet voor komen. De loting zal voorafgaand aan het opnemen van de enveloppen plaats vinden. Indien er twee gelijke biedingen zijn heeft het lot dus vooraf bepaald welke positie de gelijke biedingen t.o.v. van elkaar krijgen in de rangorde. Het juridisch kader is de Leidraad waarin deze procedure is beschreven. De situatie waarbij er geen- of geen rechtsgeldige biedingen worden ontvangen is beschreven in de Leidraad en daarmee rechtsgeldig. Dit heeft geen effect op de aanspraak van verzekerden. Zie antwoord vraag 21. Achmea heeft het referentietarief vastgesteld op basis van o.a. declaratiedata, marktgegevens van zorgaanbieders en de effecten historische marktontwikkelingen. Pagina 24 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 180 181 182 183 184 185 186 In de modelovereenkomst (pag.27) wordt er gesproken over inkopende zorgverzekeraar, Achmea en ‘opdrachtgever’. Wil Achmea aangeven welke term er gebruikt gaat worden. In de modelovereenkomst (pag.27/28) ontbreekt een bepaling die de rangorde contractueel vastlegt. Gaat Achmea deze bepaling toevoegen en zo ja, in welke bewoordingen, zo nee, waarom niet? In de modelovereenkomst (pag.30; art 8 sub 2: 2) staat het volgende: De daadwerkelijk door opdrachtnemer aan opdrachtgever verschuldigde korting per geneesmiddel in een AOC behelst de in bijlage 4 per geneesmiddel opgenomen korting. Indien het NZa maximumtarief gedurende de looptijd wijzigen, dan zal bij neerwaartse bijstelling de nieuwe prijs worden gehanteerd en bij opwaartse bijstelling het huidige tarief worden behouden. Waarom wordt er bij opwaartse bijstelling deze niet doorgevoerd door Achmea en blijft bij een neerwaartse bijstelling van het NZa maximumtarief de overeengekomen korting gehandhaafd? In de modelovereenkomst (pag.29; art4 sub 2). Verzoek aan Achmea tot aanpassen in: ‘Alle in redelijkheid gemaakte kosten..” In de modelovereenkomst (pag.30; art 9 sub 1). Verzoek aan Achmea tot aanpassen in: Kosten en schade beperken tot directe kosten en schade. In de modelovereenkomst (pag.32; art 12 sub 3).Verzoek aan Achmea tot aanpassen in: Wederkerig maken, dient ook te gelden voor opdrachtgever en zorgaanbieders. In de modelovereenkomst (pag.32; art 14 ‘en haar globale inhoud’). Verzoek aan Achmea tot verwijderen van deze zinsnede Het betreft de inkopende verzekeraar (handelend onder de naam Achmea) welke tevens opdrachtgever is. Zie het antwoord op vraag 17. Dit is gedaan om de belangen van onze verzekerden zo goed mogelijk te behartigen. Hiermee kan Achmea niet akkoord gaan. Hiermee kan Achmea niet akkoord gaan. Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste modelovereenkomst. Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste modelovereenkomst. Pagina 25 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 187 188 189 190 191 In de modelovereenkomst (pag.34; art 18: Indien zich tijdens de duur van deze overeenkomst van overheidswege een voor Partijen ingrijpende wijziging van de zorgverzekeringswet en/of bijbehorende besluiten en/of regelingen voordoet waarmee (de inhoud van) deze overeenkomst strijdig is of waardoor er ernstige onduidelijkheden ontstaan over de verplichtingen van Partijen onder deze overeenkomst, kan Achmea deze overeenkomst per datum van de overheidsmaatregel beëindigen. Verzoek aan Achmea tot aanpassen in: Partijen dienen eerst met elkaar in overleg te treden om te bezien of de overeenkomst gewijzigd kan worden, indien wetswijziging zodanig is dat dit niet door een van beide partijen gevergd kan worden komt beëindigen aan de orde. Leidraad pag. 19: ‘Opdrachtnemer is niet gerechtigd zonder toestemming van opdrachtgever de rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst over te dragen aan een derde.…’ Verzoek aan Achmea tot aanpassen in: Deze toestemming zal niet onredelijk worden onthouden. ‘Economisch meest voordelige inschrijving’. Achmea lijkt geen rekening te houden met de huidige marktaandelen en de door Achmea gehanteerde omschrijving hoeft dus ook niet het ‘Economisch meest voordelige inschrijving’ te zijn. Waarom heeft Achmea marktaandelen niet meegenomen in de bepaling van de ‘Economisch meest voordelige inschrijving’? ‘Economisch meest voordelige inschrijving’. Er zijn verschillen in gemiddelde doseringen per geneesmiddel per patient per jaar. Houdt Achmea hier rekening mee bij het vaststellen van de volgorde van de ‘economisch meest voordelige inschrijving’? Zo nee, waarom niet? Kunnen er verschillende kortingen worden gegeven per indicatie en zo ja, worden de kortingen dan ook alleen per indicatiegebied gebruikt? M.a.w. gelden voor de andere indicaties de NZa maximum tarieven wanneer wij daar niet op geboden hebben? Zo nee waarom niet? Hier kan Achmea niet mee akkoord gaan. Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste modelovereenkomst. Gelet op de huidige prijsstelling van de betreffende producten is het marktaandeel irrelevant voor de prijsvorming. De definitie van 'economisch meest voordelige bieding' is opgenomen in de Leidraad. Nee. De bepaling van de rangorde is beschreven in de Leidraad. Het is niet mogelijk een bieding per indicatie te doen. Er kan slecht 1 kortingspercentage geboden worden wat, zoals beschreven in de Leidraad, van toepassing zal zijn op alle declaraties van het betreffende middel. Pagina 26 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 192 Achmea heeft een dynamische groep berekend van ± 35%, bestaande uit nieuwe patiënten en switchers samen. Op welke wetenschappelijke verifieerbare data zijn deze percentages gebaseerd en hoe verhouden deze percentages zich per indicatiegebied: Reuma, MDL en Psoriasis patiënten. 193 Betreft pagina 5: Uw definitie Add-on cluster. Hierin wordt ondermeer gesteld dat geneesmiddelen in een cluster zitten als ze bij een zelfde indicatie gebied kunnen worden toegepast. Is Achmea van mening dat alle door hen geselecteerde geneesmiddelen in de AOC toepasbaar zijn voor alle indicaties? Zo ja, waar baseert Achmea dit op? Zo nee, waarom heeft Achmea dan de betreffende middelen in eenzelfde cluster geplaatst? Kunt u in uw beantwoording meenemen waarom Infliximab niet opgenomen is in de AOC? Wanneer (graag zo specifiek mogelijk definiëren) zal Achmea gebruik maken van het voorbehoud op pagina 10, om voor sommige AOC’s geen overeenkomst te sluiten Achmea verplicht zorgaanbieders dat zij, bij nieuwe patiënten, in 80% het meest voordeligste middel voorschrijven. Op basis van welke gepubliceerde wetenschappelijke literatuur/onderzoek stelt Achmea dat 80 % van de nieuwe patiënten op het preferente middel kan worden gezet en meent Achmea dat dit percentage voor alle patiëntengroepen (reuma, MDL en psoriasis) hetzelfde is? Zo ja, op welke verifieerbare gegevens baseert Achmea dit? En hoe denkt Achmea deze percentages daadwerkelijk te borgen zonder ongeoorloofd invloed uit te oefenen op het voorschrijfgedrag van artsen? 194 195 De percentages zijn gebaseerd op de declaratiegegevens van Achmea over de periode H2-2012 - H1-2013. Patiënten zijn hierbij als "nieuw" aangemerkt als ze tenminste 180 dagen geen TNFi hebben gebruikt. Patiënten die binnen een periode van 180 dagen van stof zijn veranderd worden als "switcher" aangeduid. Bij de analyse is geen onderscheid gemaakt naar de verschillende indicatiegebieden. Het is dus een indicator die representatief is voor de landelijke situatie. Achmea is niet van mening dat alle geselecteerde geneesmiddelen kunnen worden toegepast bij alle indicaties. Binnen de AOC zijn echter wel geneesmiddelen met dezelfde indicaties die onderling concurreren. Infliximab is niet opgenomen vanwege de toedieningsvorm (IV). Op dit moment is er slechts 1 AOC in procedure. Alleen in het geval er geen- of geen rechtsgeldige inschrijving komt zal Achmea geen overeenkomst sluiten. Zie antwoord vraag 39. Achmea zal nimmer ongeoorloofde invloed uitoefenen op het voorschrijfgedrag. Pagina 27 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 196 197 198 199 200 201 202 Wordt in de AOCs een onderverdeling gemaakt o.b.v. indicatiegroepen per geneesmiddelen omdat niet ieder geneesmiddel voor dezelfde indicaties ingezet kan worden. Zo ja kunt u aangeven hoe de groepen specifiek zijn gedefinieerd en op basis van welke verifieerbare data? Zo nee, waarom niet? Voor welk percentage van de TNF alfaremmers markt koopt Achmea in voor 2015? Achmea heeft de rekenvolumes in bijlage 4, gebaseerd op eigen data en die van Vektis. Daarnaast heeft Achmea inschattingen gemaakt voor zowel het aantal nieuwe patiënten als switch patiënten. Welke berekeningen en formules heeft Achmea voor deze berekeningen gebruikt? Is Achmea bereid deze berekeningen te overleggen en hier een controle op te laten verrichten door een onafhankelijke partij? Zijn in deze getallen alle door de zorgaanbieders ingebrachte eventuele volumes meegenomen? Het rekenvolume is een op feiten gebaseerde best mogelijke schatting waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Wat gebeurt er als het beoogd volume niet wordt gehaald? Is Achmea bereid een bandbreedte overeen te komen met inschrijvende partijen en compensatie aan te bieden wanneer men hier buiten komt? NZa maximum tarieven voor 2015. Omdat deze tarieven nog niet definitief zijn vastgesteld: Kan Achmea aangeven welke bron zij gebruikt voor de NZa maximumtarieven? Is Achmea voornemens om de door de NZa te publiceren definitieve maximumtarieven te gaan hanteren? Zo nee, waarom niet? We kunnen korting geven op het NZa-maximumtarief 2015 voor onze producten. Kunnen we dit voor elke SKU verschillend aanpakken? Kunnen we ook een % korting geven dat verschillend is voor 1ste, 2de of 3de keus? Wie is/wordt er uitgenodigd om bij het openen van de enveloppen aanwezig te zijn en welke informatie wordt daar bekend gemaakt? Zie de antwoorden op de vragen 62,63,64,65,66,67 en 68. Zie het antwoord op vraag 99. Bij het verschijnen van de nota van inlichtingen zal de aangepaste opgave van de deelnemende zorgaanbieders, het volume en of het Achmea- of totaal volume betreft mede gepubliceerd worden in het digitaal invulbestand van 3 oktober 2015. Achmea maakt hierbij gebruik van de eigen declaratiedata, Vektis gegevens en de opgave van de deelnemende zorgaanbieders. Het kan voorkomen dat de volume ontwikkeling anders verloopt dan op dit moment ingeschat kan worden. Er zijn diverse afspraken van kracht waarbij er sterk gestuurd wordt op doelmatigheid en gepast gebruik. Het aanbieden van een compensatie bij 'het niet halen van het volume' is niet mogelijk. De gebruikte bron is te vinden op een openbare pagina van de NZa:http://www.nza.nl/regelgeving/tarieven/ziekenhuiszorg/tarieve nDBCDOT/tarieven-prestaties-DBC-DOT/ Nee, er kan slechts 1 kortingspercentage worden aangeboden. Geïnteresseerde belanghebbende kunnen aanwezig zijn bij het openen van de enveloppen. Zie verder de antwoorden op de vragen 94, 95 en 96. Pagina 28 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 203 204 205 206 207 208 209 Welke partijen zijn er (contractueel) aan gehouden om de informatie vertrouwelijk te behandelen? Welke straf staat op het openbaar maken van vertrouwelijke informatie waaronder de ingediende prijzen? Zijn er partijen die niet tot vertrouwelijkheid gehouden zijn? Zo ja welke partijen zijn dit en waarom? Welke informatie vanuit de tender krijgen deelnemende zorgaanbieders? Alleen volgorde en prijsverschil tussen de ingeschreven geneesmiddelen? En welke overige informatie? Welke maatregelen neemt Achmea om te voorkomen dat vertrouwelijke informatie wordt openbaargemaakt door deelnemende zorgaanbieders of anderen? Kan Achmea garanderen dat kortingspercentages niet bekend worden bij zorgaanbieders? Niet via een directe weg noch dat de zorgaanbieder achteraf kortingspercentages zelf kan berekenen? Is Achmea bereid om een Trusted Third Party (TTP) in het proces van opstellen van kosten, het uitvoeringsproces verrekening van kortingen en ter verificatie van data et cetera aan te stellen? Zo nee, waarom niet? Zo ja wat zijn dan de procedures en afspraken die er met de TTP worden gemaakt? De kosten die de distributie van de inschrijver naar zorgaanbieder en/of groothandel met zich meebrengt, worden geacht te zijn opgenomen in de geoffreerde prijs? Bij andere tenders ontvangen inschrijvers een standaard vergoeding voor distributie. Waarom is dit thans niet het geval? Achmea zal periodiek een onderbouwde creditnota voor het afrekenen van de korting aanleveren aan de inschrijver. Op welke databronnen zal dit worden gebaseerd, welke periodes zullen worden gehanteerd en welke mogelijkheden krijgt de inschrijver om deze gegevens te controleren? De personen die kennis hebben over de inhoud van de inschrijvingen zijn contractueel gehouden aan geheimhouding. Voor het overige heeft iedereen zich te houden aan de relevante wet- en regelgeving. De deelnemende zorgaanbieders krijgen alleen informatie over de rangorde. Achmea maakt hierover afspraken met de deelnemende zorgaanbieders. Geheimhouding is in het belang van alle betrokken partijen. Zie het antwoord op vraag 154. Ja, Achmea is bereid hiervoor een TTP in te schakelen. Over de procedures en de afspraken worden partijen die daadwerkelijk een rechtsgeldige bieding hebben gedaan later geconsulteerd. Er zijn uiteenlopende vormen van distributie die het werken met een standaard vergoeding onmogelijk maken. De gebruikte databronnen betreffen de declaratiegegevens van de deelnemende ziekenhuizen. De gehanteerde periode zal worden afgestemd met de inschrijvers, deelnemende ziekenhuizen en de TTP. De controle mogelijkheden zijn onderwerp van de genoemde consultatie in het antwoord op vraag 207. Pagina 29 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 210 211 212 213 214 215 216 Hoe verlopen de financiële en logistieke stromen als het ziekenhuis heeft besloten om Achmea centraal te laten inkopen voor haar gehele patiënten populatie en hoe vindt dan rapportage plaats over het deel dat bestemd is voor de niet Achmea patiënten populatie in het ziekenhuis? Hoe wordt er inzicht gegeven in de niet Achmea gegevens? Paragraaf 4.2.1 Te offreren kortingen. Hier wordt gesteld dat “De geboden korting is van toepassing op alle add-on declaraties over het gerealiseerde volume van de deelnemende zorgaanbieders. De afrekening van de korting vindt plaats op basis van declaraties in het schadejaar 2015”. Hoe gaat Achmea inschrijvers inzicht bieden in de juistheid van deze gegevens? Graag uw toelichting op het punt 3.5.2. ad. C (pagina 15): Orders aanpassen/weigeren: wat bedoelt Achmea hier mee? Met betrekking tot punt 3.5.2. ad. D, (pagina 15). Inschrijvers hebben geen controle over de voorraad (beschikbaarheid NL markt) wanneer deze distributiecentra van de inschrijver heeft verlaten. Gaat Achmea daarom voorraadbeheer ten gunste van deelnemende zorgaanbieders regelen met groothandels in Nederland? In de modelovereenkomst (pag.28) staat; Opdrachtnemer levert conform de in artikel 2 genoemde overeenkomstdocumenten aan opdrachtgever de aan hem op basis van de inkoopprocedure gegunde AOC geneesmiddelen binnen 3 werkdagen na een order van een groothandel en/of zorgaanbieder. Wat is locatie waar afgeleverd dient te worden, hoe regelt Achmea de opslag, het transport en draagt Achmea zelf zorg voor de distributie? Stel dat een deelnemende zorgaanbieder 25% of een hoger percentage van nieuwe patiënten op een ander dan het door Achmea vastgestelde meest doelmatigste middel dient te zetten, wat doet Achmea in dit geval en hoe staat Achmea hier ten opzichte van het recht op aanspraak van de verzekerde? Is deze onderbouwing voor alle indicaties en alle middelen van toepassing? Aan de logistieke en financiële stromen verandert niets. De rapportage zal ook voor dit deel van het volume worden gebaseerd op de declaratiegegevens welke verwerkt worden door de TTP. Zie het antwoord vraag 207. Deze bepaling is onderdeel van de leveringszekerheid. Nee, Achmea gaat hierover geen bijzondere afspraken maken met groothandels. Nee, Achmea zal niet betrokken zijn bij het orderproces, de distributie, de opslag of het transport. De strekking van het betreffende artikel is het in stand houden van de huidige praktijk maar daarbij wel een garantie vragen op tijdige verwerking van orders in het kader van de leveringsbetrouwbaarheid. Zie het antwoord op vraag 163. Ja. Pagina 30 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 217 218 219 220 221 222 223 224 225 Welke afspraken heeft Achmea gemaakt met de deelnemende zorgaanbieders m.b.t. afdoende registratie van gebruikte merken, batchnummers, eventuele bijwerkingen en effectiviteitmeting van gebruikte geneesmiddelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke? Is Achmea, gezien het feit dat zij ‘switchen’ bij TNFi’s in haar leidraad en in haar inkoopbeleid bespreekt met zorgaanbieders, van mening dat zij verantwoording draagt op het gebied van het verloop van switchen? Hoe gaat Achmea het proces van switch monitoren en bewaken en welke garanties gaat Achmea afgeven dat er niet om andere, dan medische redenen, geswitcht gaat worden? Welke penalty’s heeft Achmea opgenomen indien zorgorganisaties toch switchen om NIET medische redenen en hoe gaat Achmea om met de informatie verstrekking hierover? Het IC farma model stuurt op Prijs en Volume. Worden inschrijvende partijen ook betrokken bij kwaliteit en innovatie? Zo ja, hoe? Hoe ziet Achmea de rol van de niet inschrijvende partijen en nietdeelnemende ziekenhuizen op het terrein van kwaliteit en innovatie gezien het feit dat Achmea bij hen ook verantwoordelijkheid draagt? Welke maatregelen heeft Achmea getroffen om onderbehandeling te signaleren en aan te pakken? Hoe worden inschrijvende partijen betrokken bij de punten kwaliteit en innovatie? En de rol van de niet inschrijvende partijen en niet-deelnemende ziekenhuizen? Op welke gronden mogen zorgaanbieders besluiten om geneesmiddelen uit te sluiten? Nee, hierover zijn geen bijzondere afspraken gemaakt aangezien dit niet relevant is voor de gezamenlijke inkoop of de inkoopprocedure. Nee. De voorschrijver is de eindverantwoordelijke voor het bepalen van het geneesmiddel wat een patiënt dient te gebruiken. Achmea en de deelnemende zorgaanbieders zullen relevante gegevens monitoren en indien nodig met elkaar bespreken. Zie verder antwoord vraag 218. Er zijn geen penalty's afgesproken. Zie ook antwoord vraag 218 en vraag 219. Het kan zijn dat inschrijvende partijen betrokken worden bij het invullen van de innovatieagenda welke leidend zal zijn voor het besteden van de innovatiegelden. Dit is afhankelijk van de onderwerpen die Achmea samen met deelnemende zorgaanbieders agendeert. Achmea acht deze vraag niet relevant voor deze inkoopprocedure. Deze vraag is te onduidelijk gesteld om te kunnen beantwoorden. Zie het antwoord op vraag 221 en 222. Deze vraag is te onduidelijk gesteld om adequaat te kunnen beantwoorden. Pagina 31 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 226 227 228 229 230 231 De rangorde (pag.18) is bepalend bij de keuze van het geneesmiddel bij nieuwe gebruikers. De zorgaanbieders dienen bij nieuwe gebruikers een compliance op het voorkeursgeneesmiddel te behalen van minimaal 80 procent. Kunt u aangeven op welke verifieerbare gegevens u dit percentage baseert? Tevens zijn wij van mening dat door het niet op voorhand onderbouwen van deze informatie de leidraad en de procedure als zodanig niet juist is uitgevoerd. Wat is de reactie van Achmea op dit standpunt? Het strikt opleggen van 80 procent compliance om het voorkeursmiddel voor te schrijven kan in strijd zijn met de vrijheid van een arts om altijd het juiste middel voor te schrijven bij nieuwe patiënten. Zal Achmea bij voorkomende gevallen de 80 procent regel handhaven? Zo, ja wat zijn dan de maatregelen waar de voorschrijver mee te maken krijgt? AOC omschrijving: Zoals ook blijkt uit format 4, worden subcutaan en intraveneus van elkaar onderscheiden en wordt vervolgens in deze inkoopprocedure intraveneus buiten beschouwing gelaten. Wat is de reden voor dit onderscheid en het vervolgens buiten beschouwing laten van iv? Ontstaat daarmee niet een ongelijk speelveld tussen deze twee groepen, aannemende dat ze bij nieuwe patienten medisch uitwisselbaar zijn? AOC omschrijving: wat betekent de zinsnede dat deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid hebben “een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten”? Dit maakt het te verwachten volume voor inschrijvers nog onzekerder dan het toch al is. Wordt voorafgaand aan de inschrijving dit kenbaar gemaakt aan de inschrijvers? Hier staat dat Achmea in voorkomende gevallen een nieuwe inkoopprocedure kan uitvoeren. Wat betekent dat voor de op dat moment (op basis van de eerdere inkoopprocedure) bestaande afspraken met leveranciers? Zie ook de omschrijving van het begrip “realisatiefase” op pag. 6: fase van 1/1/2015 t/m 31/12/2015 waarin het voorkeursbeleid geldt voor de deelnemende zorgaanbieder. kortingen “onder couvert”: wie komen dit te weten? Zie antwoorden op de vragen 38-53. Achmea is van mening van de Leidraad en de procedure juist zijn uitgevoerd. Zie de antwoorden op de vragen 38-53. Het buiten de procedure houden van IV is gedaan op aangeven van (potentieel) deelnemende zorgaanbieders. Of er een ongelijk speelveld ontstaat is afhankelijk van het beleid ten aanzien van de uitgesloten producten. Dit beleid maakt geen onderdeel uit van deze inkoopprocedure. Zie de antwoorden op de vragen 21 tot en met 30. Zie het antwoord op vraag 3. De hoogte van de biedingen zullen bekend zijn bij Achmea team intramurale farmacie (inkopers + manager), de notaris en bij de TTP. Pagina 32 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 232 wat wordt hier bedoeld met “onderhandse deals” en hoe controleert Achmea hier op? 233 Kan Achmea ziekenhuizen die ook t.a.v. de inkoop voor niet Achmea verzekerden meedoen aan de Gezamenlijke Inkoop juridisch binden aan de compliance afspraken voor de niet-Achmea verzekerden en zo ja wat zijn bij niet naleving dan de sanctiemogelijkheden? Wat wordt er precies bekend gemaakt aan de aanwezigen bij de bijeenkomst bij de notaris op 20 oktober 2014? Voorbehouden. Hoe kan het zijn dat Achmea tussentijds (dus bijvoorbeeld ook nadat de inschrijvers hun bieding hebben gedaan) het voorkeursbeleid mag wijzigen? Dit recht wordt hier ongeclausuleerd en zonder plicht tot schadevergoeding geclaimd. Dat maakt de positie van de inschrijvers wel zeer onzeker. 234 235 236 237 Hier wordt gesproken over de voorwaarden t.a.v. houdbaarheid en daarbij wordt verwezen naar de modelovereenkomst in Hoofdstuk 8 van de Leidraad. Daarin staat echter geen artikel t.a.v. houdbaarheid. Wat zijn de eisen c.q. Voorwaarden t.a.v. de houdbaarheid? uitsluitingsgronden. Het is begrijpelijk dat Achmea zich ervan wil vergewissen dat zij met betrouwbare leveranciers te maken heeft. Van grote bedrijven kan echter niet worden verlangd in de volle breedte van het bedrijf te voldoen aan álle genoemde punten onder 3.4. Dat geldt vooral bij het 4e en 6e punt. Waar het hier ons in ziens in deze procedure om gaat, is dat de inschrijver/leverancier op de voor deze inkoop relevante gebieden geen juridische kwesties heeft en/of kwesties met de Inspectie. Kan Achmea deze passage daarop toespitsen? Zie antwoord vraag 19. Achmea zal hier niet actief op controleren of op voorhand sancties instellen. Beleid op dit punt zal worden gemaakt samen met de deelnemende zorgaanbieders. Ja, de 80%-doelstelling betreft het gehele volume dat ingebracht is door de deelnemende zorgaanbieder. Zie verder de antwoorden op de vragen 40,45,52,53 en 54. Zie antwoord vragen 94, 95 en 96. De rangorde staat vast en kan niet wijzigen. De uitwerking binnen een indicatiegroep kan wel wijzigen in het geval dat een product een nieuwe geregistreerde indicatie verkrijgt. Bv product op positie 1 in de rangorde maar zonder registratie voor indicatie Y heeft initieel niet de voorkeur voor indicatie Y. Zodra dit product de registratie Y krijgt zal het voorkeursproduct zijn voor indicatie Y. Immers had het product in de rangorde de beste positie. De te leveren producten dienen dezelfde houdbaarheidstermijn te hebben als de producten geleverd in de afgelopen 12 maanden. Dit zijn voor een inkoopprocedure gangbare vereisten en Achmea handhaaft deze vereisten onverkort. Pagina 33 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 leveringszekerheid: als een ziekenhuis aan wie wij leveren niet aan zijn (betaal-) verplichtingen voldoet, hebben wij geen leveringsplicht. Dit geldt ook voor “ICF ziekenhuizen”. Hoe houdt Achmea hiermee rekening? Let wel: Het ICF model vergt nog steeds wel dat er ook een leveringscontract is tussen farmaceutisch bedrijf en ziekenhuis. Aan welke eisen en voorwaarden dient een onderaannemer te voldoen? De afrekening gaat over declaraties “in het schadejaar 2015”: wat wordt daarmee bedoeld? Gaat het niet om de declaraties van verleende zorg in het jaar 2015? En tot hoe lang kan dit declaratieproces in de tijd doorlopen? Wat is de periodiciteit van de afrekening? wat is de reden om bij daling van het NZa maximumtarief voor een add on de nieuwe prijs te hanteren als grondslag en bij stijging het huidige tarief te behouden? Is dat niet een erg eenzijdige benadering? hoe zien de indicatiegroepen er uit? Dit wordt ook niet duidelijk uit Format 4. Hiermee samenhangend: uit eerdere informatie van Achmea kregen wij de indruk dat er onderscheid zou worden gemaakt tussen drie indicatiegroepen: indicaties mdl, indicaties dermatologie, indicaties reuma. Is dat niet meer aan de orde? Het lijkt er nu op dat alle indicaties bijeen worden genomen in één groep. er wordt gesproken over peildatum 1 oktober 2015. Moet dit niet zijn 2014? wat is de sanctie voor een ziekenhuis als de geheimhoudingsplicht t.a.v. de afrekening wordt geschonden? bij gelijke bieding volgt loting. Is dat redelijk bij een procedure waar het om een zo groot (financieel) belang gaat? Over welk volume wordt de compliance bepaald: betreft dit alle patienten die gebruik maken van TNF middelen of alleen de patienten die subcutane middelen gebruiken? Wat gebeurt er indien een zorgaanbieder niet aan de 80% compliance eis voldoet (sancties?) en wordt dit voor ons (per ziekenhuis) inzichtelijk? Welke compensatie ontvangt de inschrijver die daardoor volume mist? Er zal inderdaad een leveringscontract moeten zijn tussen de zorgaanbieder en een groothandel / fabrikant. Achmea voorziet niet op voorhand in de situatie waarin een ziekenhuis niet aan haar betaalverplichtingen kan voldoen. Mocht deze situatie zich voordoen zal Achmea in overleg treden met betrokken partijen. Aan dezelfde eisen en voorwaarden als de hoofdaannemer. Het betreft in 2015 aan de patiënt afgeleverde geneesmiddelen. Het declaratieproces kan tot medio 2016 lopen. Zie het antwoord op vraag 209. Zie het antwoord op vraag 182. Zie het antwoord op de vragen 193 en 196. Zie het antwoord op vraag 17. Zie het antwoord op vraag 205. Achmea acht dit objectief, transparant en daarmee ook redelijk. De compliance zal worden gemeten over het totale volume binnen het AOC. Hierbij zal gekeken worden naar het percentage nieuwe gebruikers op een voorkeursmiddel versus het totaal aantal nieuwe gebruikers. Zie het antwoord vraag 21. Pagina 34 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 249 250 251 252 253 254 255 256 Waarop is het percentage van 80% compliance gebaseerd.? hier wordt gesproken over “switcher”. Kan Achmea bevestigen dat switchen louter kan op medische gronden? Wij adviseren het begrip “switcher” toe te voegen aan de definitielijst onder 1.3. Is het juridisch vol te houden dat in geval van beëindiging op grond van een rechterlijke uitspraak er in geen enkel geval sprake kan zijn van vergoeding van kosten of schade bij de contractant (= inschrijver/leverancier)? declaraties via “derde partij”: hoe zorgt Achmea er voor dat dit een zorgvuldige en juiste procedure is? Achmea resp. een derde partij enerzijds en leveranciers anderzijds hebben belang bij een creditnota waarover geen discussie ontstaat (bijvoorbeeld over volumes, over welke zorgverzekeraar het betreft, over datum van zorglevering, over Nederlands vs buitenlands specialité etc.) en waar beide partijen vertrouwen in hebben. Hoe gaat Achmea daar voor zorgen? Zou Achmea willen overwegen hier gebruik te maken van de inzet van een trusted third party die onafhankelijk toeziet op de juistheid van de gegevens die ten grondslag liggen aan de creditnota? (denk aan accountant) Aan de inkoopprocedure nemen ook academische ziekenhuizen deel. Zoals bekend, worden academische ziekenhuizen beschouwd als publiekrechtelijke organen waarop Europese Aanbesteding van toepassing is. Is dat dat nu voor deze ICF procedure ook niet het geval? Kan Achmea bevestigen dat de in format 4 genoemde deelnemende ziekenhuizen onvoorwaardelijk akkoord zijn met de voorwaarden van ICF zoals in de eerdere ICF brochure vermeld? Kernpunt daarin: compliance op het voorkeursmiddel van minimaal 80%. Zie ook het gestelde op pag. 8 en 18. in format 4 worden aantallen patienten genoemd. Zijn dit cijfers op jaarbasis? Is het mogelijk deze aantallen te specificeren naar indicatie? Zie het antwoord op vraag 21. Zie het antwoord op vraag 21. Ja, dit acht Achmea redelijk. Het is ook transparant en daarmee is dit een helder standpunt. Zie het antwoord vraag 21. Nee. Zie het antwoord op vraag 102. Ja, Achmea kan bevestigen dat alle zorgaanbieders onvoorwaardelijk akkoord zijn met de gestelde voorwaarden aan deelname aan de gezamenlijke inkoop. Zie het antwoord op vraag 79. Achmea zal deze cijfers niet specificeren per indicatie. Pagina 35 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 257 258 Onlangs is door de rechter bevestigd dat een zorgverzekeraar een aanbestedingsplichtige publiekrechtelijke instelling is. Daarnaast blijkt uit de Leidraad en de bijlagen daarbij dat Achmea de onderhavige inkoopprocedure mede uitvoert in opdracht van en namens academische ziekenhuizen. Vraag: Kan Achmea bevestigen dat de Aanbestedingswet 2012 van toepassing is op onderhavige inkoopprocedure? Zo Ja, is Achmea bereid de bepalingen in de Leidraad en de Modelovereenkomst aan te passen overeenkomstig de vereisten van de Aanbestedingswet 2012? Indien Achmea van mening is dat de Aanbestedingswet 2012 niet van toepassing is op de onderhavige inkoopprocedure, kan Achmea toelichten waarom zij meent dat dit niet het geval is? De inkoopprocedure heeft onder meer betrekking op Add-oncluster (AOC) TNF-Alfaremmers. Uit format 4 bij de Modelovereenkomst maken wij op dat de inkoopprocedure meer specifiek betrekking heeft op de geneesmiddelen adalimumab (Humira), certolizumab pegol (Cimzia), etanercept (Enbrel), golimumab (Simponi) en ustekinumab (Stelara). Deze geneesmiddelen zijn blijkens hun handelsvergunning geregistreerd voor verschillende indicaties. Dat betekent dat sommige geneesmiddelen voor meer of andere indicaties zijn geregistreerd dan andere geneesmiddelen binnen het AOC. De door de NZa vastgestelde add-ons zijn gekoppeld aan de indicaties waarvoor de betreffende geneesmiddelen zijn geregistreerd. Blijkens paragraaf 4.3. van de Leidraad wordt per indicatiegroep een specifieke rangorde vastgesteld waarbij wordt uitgegaan van de geregistreerde indicatie(s) per peildatum 1 oktober 2015 (bedoeld is waarschijnlijk 1 oktober 2014). Vragen: a. Betekent het bovenstaande dat per indicatie waarvoor het geneesmiddel is geregistreerd een korting dient te worden aangeboden en dat Achmea voor iedere geregistreerde indicatie afzonderlijk een rangorde zal vaststellen? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea nader toelichten hoe de indicatiegroepen zijn samengesteld? Zie het antwoord op vraag 102. Er kan geen korting worden geboden per indicatie maar slechts 1 (één) kortingspercentage. De rangorde zal worden toegepast per indicatie voor zover de producten de betreffende registratie hebben. Zie ook het antwoord op vraag 13. Pagina 36 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 259 Toelichting: Binnen een hoofdindicatie zijn er verschillende geregistreerde indicaties. Zo kunnen als voorbeelden van geregistreerde indicaties binnen de hoofdindicatie reumatoïde artritis worden genoemd: behandeling van ernstige, actieve en progressieve reumatoïde artritis bij patiënten die niet eerder behandeld zijn met methotrexaat en behandeling als monotherapie van patiënten met reumatoïde artritis die intolerant zijn voor methotrexaat. b. De aanname is dat er een adviesraad betrokken is geweest bij de samenstelling van de add-onclusters. Kan Achmea bevestigen dat dit het geval is en, zo ja, kan Achmea toelichten wie er zitting hebben in deze adviesraad? Indien er geen adviesraad betrokken is geweest bij de samenstelling van de add-onclusters, op welke wijze zijn de medisch specialisten van de deelnemende zorgaanbieders betrokken geweest bij de samenstelling van het AOC en de samenstelling van de indicatiegroepen en hoe zijn patiëntenorganisaties hierbij betrokken geweest? c. Kan Achmea bevestigen dat de opname van geneesmiddelen in indicatiegroepen geschiedt aan de hand van de geregistreerde indicatie? Indien het antwoord op deze vraag “nee” luidt, kan Achmea dit nader toelichten? Op grond van een inschatting gebaseerd op de Achmea-populatie komt Achmea tot een dynamische populatie in de periode H2-2012 – H1-2013 van ongeveer 25% (1636 van het totaal 4617). Bovendien stelt Achmea dat de deelnemende zorgaanbieders bij nieuwe patiënten een compliance op het voorkeursmiddel dienen te behalen van 80%: dat wil zeggen dat bij minimaal 80% van de nieuwe gebruikers wordt gestart met het voorkeursmiddel. Achmea zorgt voor informatievoorziening en monitoring over compliance en stimuleert zorgaanbieders om het percentage van 80% compliance te behalen. In geval van “switchers” hebben de deelnemende zorgaanbieders een verplichting om bij keuze van het geneesmiddel de rangorde aan te houden voor zover dit medisch inhoudelijk verantwoordelijk is. Er is geen adviesraad betrokken geweest bij het vaststellen van het AOC. Zie verder de antwoorden op vraag 5,6,14 en 15. Ja. Vragen: Pagina 37 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 a. Zijn de cijfers van Achmea over de omvang en samenstelling van de dynamische populatie geverifieerd door de desbetreffende specialisten van de deelnemende zorgaanbieders en komen deze overeen met algemeen bekende gegevens en behandelrichtlijnen? b. Kan Achmea nader toelichten waarop zij het compliance percentage van minimaal 80% baseert? Daarbij wordt Achmea verzocht het volgende in aanmerking te nemen: i. In de NVR richtlijn voor axiale SpA staat dat de verschillende TNF blokkers een ander effect kunnen bezitten op extra-axiale manifestaties. De richtlijn stelt dat dit bij de keuze in de praktijk relevant kan zijn. Extra axiale manifestaties komen bij meer dan 20% van de axiale SpA patiënten voor. Hoe verhoudt dit zich tot het compliance percentage van minimaal 80%? ii. De keuze voor een biological is een zorgvuldige afweging tussen arts en patiënt. Zo staat in de NVDV richtlijn psoriasis 2012 dat de behandelingskeuze die een arts in samenspraak met de patiënt maakt, multifactorieel is bepaald. De belangrijkste overwegingen betreffen de unieke situatie van de patiënt (preferentie, comorbiditeit, therapeutische voorgeschiedenis, leefstijlfactoren, geslacht e.d.), de karakteristieken van de mogelijke behandelingen (effectiviteit, veiligheid, toedieningswijze, kosten, e.d.) en de ervaring van de behandelend arts.). Hoe verhoudt deze richtlijn zich tot het compliance percentage van 80%? iii. Zijn er door Achmea of door de deelnemende zorgaanbieders objectieve criteria vastgesteld op basis waarvan deelnemende zorgaanbieders de keuze mogen maken voor een ander AOC geneesmiddel dan het voorkeursgeneesmiddel? Zo nee, is Achmea bereid om een lijst met objectieve criteria te ontwikkelen (lijst met uitzonderingen) op basis waarvan afgeweken mag worden van het voorkeursbeleid en die voor de sluiting van de inschrijving bekend te maken aan inschrijvers en zorgaanbieders? Nee, deze cijfers zijn gebaseerd op Achmea declaratiedata. Zie ook antwoord op vraag 192. Zie het antwoord op de vragen 38, 39, 45, 46 en 47. Deze richtlijn past in de gemaakte afspraken met de deelnemende ziekenhuizen. Deze richtlijn past in de gemaakte afspraken met de deelnemende ziekenhuizen. Dit is niet nodig en zelfs onwenselijk. Dit is ter beoordeling van de medisch specialist. Pagina 38 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 c. De Leidraad vermeldt in paragraaf 1.3 dat een nieuwe gebruiker een patiënt is die niet eerder een AOC geneesmiddel heeft gebruikt of een patiënt is die moet switchen naar een ander AOC geneesmiddel als gevolg van onvoldoende respons en/of teveel bijwerkingen bij gebruik van een eerder AOC geneesmiddel of een patiënt is die eerder een AOC geneesmiddel heeft gebruikt maar waarbij bij gebruik volgens voorschrift de laatste toediening tenminste 6 maanden geleden is. i. Waarop is de termijn van 6 maanden na de laatste toediening bij patiënten die eerder een AOC geneesmiddel hebben gebruikt gebaseerd? ii. Bij behandeling van patiënten met reumatoïde artritis wordt gekeken of patiënten kunnen stoppen met het gebruik van hun biological nadat zij enige tijd in remissie zijn. Wanneer de patiënt een opleving van de ziekte krijgt na bijvoorbeeld 7 maanden dan is deze patiënt volgens de definitie in paragraaf 1.3 van de leidraad een nieuwe gebruiker. Kan Achmea bevestigen dat deze patiënten niet als nieuwe gebruiker worden aangemerkt en worden teruggezet op het initiële biological? d. Geldt het compliance percentage van minimaal 80% per indicatiegroep of heeft het compliance percentage van minimaal 80% betrekking op het gehele OAC? e. Op welke wijze kan dit compliance percentage worden gegarandeerd en/of en op welke wijze is dit percentage vastgelegd in de overeenkomst tussen Achmea en de deelnemende zorgaanbieders? In dit verband wordt Achmea gevraagd tevens toe te lichten of aan non-compliance met het percentage van minimaal 80% sancties of andere maatregelen zijn verbonden en op welke wijze Achmea zorgaanbieders “stimuleert” om zich aan de afgesproken compliance percentages te houden? f. Hoe verhouden de hiervoor bedoelde afspraken met de zorgaanbieders zich tot het verbod voor zorgverzekeraars om op welke wijze dan ook het voorschrijfgedrag van de arts te beïnvloeden? Door verschillende zorgaanbieders wordt een termijn van 3 maanden aangehouden. Achmea heeft er voor gekozen hier 6 maanden van te maken. Nee. Dit is ter beoordeling van de medisch specialist. Dit heeft betrekking op het gehele AOC. Zie het antwoord op vraag 52. In deze procedure zijn geen belemmeringen voor de voorschrijvers. De arts heeft vrije keuze bij het voorschrijven van geneesmiddelen. Achmea geeft wel invulling aan haar regisseursrol op het gebied van doelmatig voorschrijven. Pagina 39 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 260 261 Paragraaf 4.1. van de Leidraad vermeldt dat inschrijvers in hun bieding dienen aan te geven dat de inschrijver de Modelovereenkomst, zoals opgenomen in hoofdstuk 8 van de Leidraad onvoorwaardelijk accepteert en akkoord gaat met de daarin gestelde eisen en contractvoorwaarden. Uit de Leidraad en de Modelovereenkomst en de daarbij behorende bijlagen lijkt te volgen dat inschrijvers slechts één enkel kortingspercentage kunnen opgeven. Vraag: Aangezien het te verwachten volume afhankelijk is van de uiteindelijke plaats in de rangorde per indicatiegroep, is Achmea bereid de inkoopprocedure zodanig in te richten dat inschrijvers verschillende kortingspercentages kunnen aanbieden voor de verschillende indicatiegroepen en of afhankelijk van de plaats in de rangorde die uiteindelijk zal worden verkregen? Format 4 bij de Modelovereenkomst bevat een lijst van deelnemende zorgaanbieders en een lijst van de volumes per AOC geneesmiddel. Vragen: a. Kan Achmea bevestigen dat deze lijst en het ingebrachte volume gedurende de looptijd van de overeenkomst niet wordt gewijzigd? i. Het is bekend dat Achmea na publicatie van de Leidraad via twitter heeft gecommuniceerd dat de inschrijvingsperiode voor deelnemende zorgaanbieders is heropend en verlengd tot 1 oktober 2014. Kan Achmea bevestigen dat op 3 oktober 2014 een definitieve lijst van deelnemende zorgaanbieders en het door hen ingebrachte volume bekend zal worden gemaakt en dat, indien deze afwijkt van de lijst van deelnemende zorgaanbieders die bij de Leidraad is gevoegd, de inschrijftermijn wordt verlengd tot 24 oktober 2014 om 17.00 uur zodat inschrijvers hun berekeningen en afwegingen kunnen aanpassen aan het gewijzigde volume? Nee, het is niet mogelijk een bieding te doen die afhankelijk is van de plaats in de rangorde. Zie het antwoord op vraag 198. Zie het antwoord op vraag 198. Achmea zal de inschrijftermijn niet aanpassen. Pagina 40 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 262 ii. Kan Achmea, ongeacht het antwoord op de voorgaande vraag, bevestigen dat na het tijdstip van publicatie van de definitieve nota van inlichtingen c.q. na het beantwoorden van de laatste vraag aan inschrijvende partijen een periode van ten minste twee weken wordt geboden tot de sluitingsdatum voor het indienen van de offerte? b. Achmea heeft de volumes bestaande patiënten, nieuwe gebruikers, switch en dynamische populatie per geneesmiddel weergegeven en niet per deelnemende zorgaanbieders en per indicatie. Is Achmea bereid ten behoeve van de inschrijvers inzicht te verschaffen in het totale volume van de betreffende geneesmiddelen per zorgaanbieder en/of per indicatiegroep en/of per indicatiegroep per zorgaanbieder omdat de inschrijvers betere berekeningen en scherpere aanbiedingen kunnen doen wanneer deze gegevens bekend zijn? c. Is er bij het berekenen van de volumes per deelnemende zorgaanbieder uitgegaan van een groei in het volume voor 2015 en, zo ja, welk groeipercentage is gehanteerd? d. Hoe is het totale volume per zorgaanbieder bepaald? Is bij het bepalen van het volume per deelnemende zorgaanbieder, het Achmea volume omgerekend naar een totaal volume en, zo ja, waarop is dit gebaseerd? Add-onclusters worden gedefinieerd als een groep van addongeneesmiddelen met onderlinge concurrentie. Geneesmiddelen worden als onderling concurrerend aangemerkt indien zij bij een zelfde indicatiegebied kunnen worden toegepast, via een gelijke toedieningsweg worden toegediend, en/of in het algemeen voor dezelfde leeftijdscategorie zijn bestemd. Vragen: De publicatie van de nota van inlichtingen is op 3 oktober en de sluitingsdatum voor het indienen van een bieding op 17 oktober. Nee, Achmea zal dit inzicht niet verschaffen. Nee, hierin is geen groei opgenomen. Deze gegevens komen uit Vektis Zorgprisma. Pagina 41 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 a. Voor etanercept geldt dat het geneesmiddel zowel als injectiepoeder als injectievloeistof in de handel is en dat daarvoor verschillende addondeclaratiecodes gelden: 193349 injectiepoeder en 193350 injectievloeistof. Betekent dit dat de desbetreffende leverancier twee verschillende aanbiedingen kan c.q. moet doen: een aanbieding voor etanercept injectiepoeder en een aanbieding voor etanercept injectievloeistof? b. Hoewel sprake is van dezelfde toedieningsweg wordt de injectievloeistof geprefereerd door artsen en patiënten hetgeen blijkt uit de omzetcijfers die voor de injectievloeistof vele malen hoger zijn dan voor het injectiepoeder. i. In het belang van de patiënt is het in het algemeen onwenselijk dat een injectiepoeder variant als voorkeursgeneesmiddel wordt aangewezen. Een patiënt wordt geacht om etanercept poeder zelf te reconstitueren. Dit vergt vele extra handelingen (die fysiek onmogelijk kunnen zijn voor bijvoorbeeld een patiënt met reumatoïde artritis) terwijl een voorgevulde spuit of een injectiepen direct klaar zijn voor gebruik. Is Achmea bereid de inkoopprocedure zodanig in te richten dat alleen geneesmiddelen met de toedieningsvorm injectievloeistof worden opgenomen in het AOC? ii. Kan Achmea de weergegeven volumes voor etanercept splitsen in etanercept injectiepoeder en etranercept injectievloeistof? Wat zijn de volumes voor etanercept injectiepoeder en etanercept injectievloeistof per zorgaanbieder en of per indicatiegroep? De betreffende fabrikant kan per product een bieding doen. Nee, Achmea is niet bereid te procedure op deze manier aan te passen. Nee, Achmea zal dit inzicht niet verschaffen. Pagina 42 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 263 c. Ingevolge de definitie van “onderling concurrerend” worden geneesmiddelen die via een andere toedieningsweg, bijvoorbeeld via een infuus (bijvoorbeeld infliximab), worden toegediend niet als concurrerend aangemerkt met de TNF alfaremmers die subcutaan worden toegediend. Gelet op het feit dat deze middelen in de praktijk en op grond van de medische richtlijnen wel onderling met elkaar concurreren, kan Achmea toelichten waarom het gerechtvaardigd is om in het inkoopbeleid verschillende AOCs te hanteren voor TNF-alfaremmers die via een verschillende toedieningsweg worden toegediend en de TNF-alfaremmers die via een andere toedieningsweg worden toegediend van de onderhavige inkoopprocedure uit te sluiten? d. Gelet op vraag c, kan Achmea toelichten of zij voornemens is gedurende de looptijd van de op grond van de onderhavige inkoopprocedure te sluiten overeenkomsten een vergelijkbare inkoopprocedure te starten voor een AOC met TNF-alfaremmers met een andere toedieningsweg, bijvoorbeeld infuusmiddelen, en wat daarvan de gevolgen zijn voor de volumes en compliance percentages die Achmea nu aan inschrijvers in het vooruitzicht stelt? De leidraad vermeldt in paragraaf 1.3 als voorbeeld van een add-oncluster (AOC) het AOC TNF-alfaremmers. De naam van het AOC impliceert dat het cluster alleen TNF-alfaremmers bevat. In format 4 van het digitaal invulbestand is het AOC TNF-alfaremmers weergegeven. Hieruit blijkt dat ook het geneesmiddel ustekinemab onderdeel uitmaakt van het AOC TNFalfaremmers. Ustekinumab is echter geen TNF-alfaremmer maar een IL 12/23 remmer. Vraag: a. Kan Achmea toelichten wat bedoeld wordt met het AOC “TNFalfaremmers”? Hiermee wordt blijkbaar niet “TNF-alfaremmers” bedoeld gezien de inclusie van ustekinemab (een IL12/IL23 remmer). Dit is voortgekomen uit de voorselectie voor het AOC. Het voeren van een nieuwe inkoopprocedure zal worden afgestemd met de deelnemende zorgaanbieders en valt niet uit te sluiten. Indien blijkt dat er massaal uitgeweken kan worden naar een alternatief product wat op dit moment buiten de AOC valt, kan ook besloten worden de huidige procedure te herhalen met een aangepast AOC. "TNF-alfaremmers" betreft de titel van het AOC. Pagina 43 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 264 265 b. Kan Achmea bevestigen dat het AOC alle TNF-alfaremmers, dan wel alle biologicals voor auto-immuunziekten bevat die voldoen aan de criteria: zelfde indicatiegebied, gelijke toedieningsweg en/of in het algemeen voor dezelfde leeftijdscategorie bestemd? Een aantal TNF-alfaremmers/biologicals voor auto-immuunziekten zijn opgenomen in het AOC. Anderen zijn niet opgenomen in het AOC. Een aantal TNF-alfaremmers/biologicals die niet zijn opgenomen in het AOC komen conform de NVR richtlijn wel als eerste keuze in aanmerking voor patiënten die in aanmerking komen voor een TNF-alfaremmer/biological. De behandelend arts heeft bij een nieuwe patiënt dus de keuze om te starten met een AOC geneesmiddel of een geneesmiddel dat niet in het AOC is opgenomen. Vraag: Kan Achmea toelichten hoe het compliance percentage van minimaal 80% wordt berekend? Wordt het compliance percentage berekend door te kijken naar alle nieuwe patiënten die zijn gestart met een AOC geneesmiddel en wordt vervolgens het percentage dat is gestart met het voorkeursmiddel bepaald? Of wordt het compliance percentage berekend door te kijken naar alle nieuwe patiënten die in aanmerking komen voor een TNF-alfaremmer/biological voor auto-immuunziekten en wordt vervolgens berekend welk percentage met het voorkeursmiddel is gestart? Indien het compliance percentage berekend wordt door uitsluitend de geneesmiddelen in het AOC te beschouwen, hoe wordt voorkomen dat er in de deelnemende ziekenhuizen geen verschuiving plaatsvindt ten gunste van de TNF-alfaremmers/biologicals die niet het AOC zijn opgenomen? De financiële voordelen van de inkoopprocedure zijn immers onzeker. Hoe garandeert Achmea dat er een gelijk speelveld is voor TNFalfaremmers/biologicals die als eerste keuze in aanmerking komen voor nieuwe patiënten en die wel of niet zijn opgenomen in het AOC TNFalfaremmers? De Leidraad vermeldt in paragraaf 4 een termijn van gestanddoening tot 1 februari 2015. Anderzijds wordt vermeld dat de contractperiode en realisatiefase reeds per 1 januari 2015 starten. Het AOC bevat alle middelen zoals vermeld in het digitaal invulbestand (format 4). Zie antwoord op vraag 247. Verder hebben wij met deze procedure de plaats van add-on TNFi's niet beïnvloed. Alleen bij het toepassen van een add-on TNFi zal doelmatigheid een meer prominente rol kunnen spelen bij de afwegingen van de arts. Pagina 44 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 Vraag: Hoe verhouden deze verschillende termijnen zich tot elkaar? 266 267 268 Achmea maakt in de Leidraad een voorbehoud ten aanzien van inschrijvingen die “irreëel” zijn. Vraag: Wat wordt daarmee bedoeld? De Leidraad vermeldt in paragraaf 4.1 dat de rangorde van geneesmiddelen in een AOC wordt bepaald aan de hand van de economisch meest voordelige inschrijving. Dit impliceert dat aanbiedingen worden beoordeeld op de verhouding tussen prijs en kwaliteit. Anderzijds blijkt uit paragraaf 4.3 van de Leidraad dat de rangorde uitsluitend wordt bepaald aan de hand van het criterium “hoogste korting”. Vragen: a. Wordt de rangorde bepaald aan de hand van – uitsluitend – de korting (in dat geval is het gunningscriterium “hoogste korting”) of spelen er ook kwaliteit gerelateerde overwegingen een rol bij het vaststellen van de rangorde (in het laatste geval is sprake van het gunningscriterium “economisch meest voordelige inschrijving”)? Of wordt de rangorde bepaald aan de hand van – uitsluitend - de prijs (in dat geval is het gunningscriterium “laagste prijs”)? b. Binnen de indicatie dermatologie moet met bepaalde middelen bij zware patiënten dubbel gedoseerd worden. Kan Achmea toelichten waarom er niet gekozen is voor het gunningscriterium “kosten per responder”? Blijkens de Modelovereenkomst wordt de overeenkomst gesloten tussen inkopende zorgverzekeraars handelend onder de naam Achmea Divisie Zorg & Gezondheid als opdrachtgever en de betreffende geneesmiddelenfabrikanten als opdrachtnemer en levert de opdrachtnemer de desbetreffende geneesmiddelen aan opdrachtgever die de geneesmiddelen inkoopt bij opdrachtnemer. De aanname is dat Achmea de geneesmiddelen vervolgens doorverkoopt en levert aan de deelnemende zorgaanbieders. Indien gebruik moet worden gemaakt van de gestanddoening van de bieding tot na 1-1-2015 kan de realisatiefase niet starten op 1-12015. Zie het antwoord op vraag 173. Het gunningscriterium is economisch meest voordelig en dit criterium is opgenomen in de definities in de Leidraad. Omdat er is gekozen voor het criterium economisch meest voordelig. Pagina 45 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 269 Vraag: Kan Achmea bevestigen of bovenstaande aanname juist is en, zo ja, dat zij beschikt over alle benodigde vergunningen en goedkeuringen, waaronder een groothandelsvergunning als bedoeld in artikel 18 van de Geneesmiddelenwet, voor het inkopen, verkopen en leveren van geneesmiddelen? Indien het antwoord op bovenstaande vraag “nee” luidt, kan Achmea verduidelijken hoe de verhouding tussen opdrachtgever, opdrachtnemer en zorgaanbieder is? 1. De geoffreerde korting dient achteraf via een creditnota aan Achmea te worden betaald. Deelnemende zorgaanbieders kunnen deelnemen voor wat betreft het Achmea volume of het totale volume. Vragen: a. Hoe komt de achteraf terugbetaalde korting ten goede aan respectievelijk (i) de deelnemende zorgaanbieders, (ii) het innovatiefonds dan wel andere projecten, (iii) Achmea verzekerden en Achmea zelf, en in het bijzonder (iv) aan andere zorgverzekeraars en hun verzekerden in het geval deelnemende zorgaanbieders het totale volume hebben ingebracht? b. Gelet op vraag a, hoe is de governance geregeld? c. Indien een zorgaanbieder alleen het Achmea volume inbrengt, kan de zorgaanbieder voor andere verzekerden buiten het Achmea volume nog steeds zelf AOC geneesmiddelen inkopen bij de leverancier? d. Aangenomen wordt dat de voorwaarden die zorgaanbieder en leverancier voor het AOC geneesmiddel overeenkomen niet exact gelijk zijn aan de voorwaarden die Achmea en inschrijver overeenkomen. i. Hoe kan Achmea garanderen dat deelnemende zorgaanbieders de geneesmiddelen ten behoeve van het Achmea volume inkopen via Achmea en overeenkomstig de tussen Achmea en de leveranciers gesloten overeenkomst? Hoe voorkomt Achmea in dit verband dat deelnemende zorgaanbieders die het Achmea volume hebben ingebracht niet zelf het totale volume inkopen bij de leverancier? Achmea heeft artikel 3 lid 1 van de modelovereenkomst aangepast, in die zin, dat de woorden: "aan opdrachtgever" zijn gewijzigd in 'aan deelnemende zorgaanbieders'. Zie het antwoord op vraag 91. De governance zal met de deelnemende zorgaanbieders ingevuld worden. Ja. Inschrijvers weten welke zorgaanbieders er mee doen en voor welk volume. Pagina 46 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 270 271 ii. Hoe kan Achmea aan de leverancier inzicht verschaffen dat de add-on declaraties waarover hij achteraf de korting terugbetaalt uitsluitend betrekking hebben op het Achmea volume dat door de deelnemende zorgaanbieder is ingebracht? Paragraaf 1.3 van de Leidraad, onder de definitie van Add-oncluster (AOC), vermeldt dat deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid hebben om een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten. Vragen: a. Hoe verhoudt deze bepaling zich tot de volumes die zijn weergegeven in format 4 bij de Modelovereenkomst? b. Kan Achmea bevestigen dat zorgaanbieders alleen tijdens de fase voorafgaand aan de inschrijving de mogelijkheid hebben om een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten? c. Op basis van welke criteria kunnen deelnemende zorgaanbieders een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster zetten? d. Kan Achmea bevestigen dat geen van de deelnemende zorgaanbieders van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea toelichten welke zorgaanbieder van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt en welk geneesmiddel en eventueel welke indicatiegroep(en) het betreft? Dit is onderdeel van de controle door de TTP (zie ook antwoord 207). De opgegeven volumes in het digitaal invulbestand gaan uit van het AOC zoals tevens opgenomen in het digitaal invulbestand. Dat klopt. Op basis van medisch inhoudelijke gronden. Bij de totstandkoming van het AOC is bijvoorbeeld de intraveneuze toedieningsvorm buiten het cluster geplaatst. Dit gaat in onderling overleg en overeenstemming en is van toepassing voor alle deelnemende zorgaanbieders. Het uitsluiten van een product uit een indicatiegroep kan alleen indien het product opgenomen wordt in een nieuwe indicatiegroep. Paragraaf 1.4 van de leidraad vermeldt dat het voorkeursbeleid van Achmea gedurende de looptijd kan worden gewijzigd als de marktomstandigheden voor een AOC significant wijzigen, bijvoorbeeld als gevolg van een nieuwe introductie, patentverloop of wijzigingen in richtlijnen van de beroepsgroep. In voorkomende gevallen kan Achmea een nieuwe inkoopprocedure uitvoeren. De betreffende vergunninghouders zullen, indien van toepassing, hierover worden geïnformeerd. De aanname is dat Achmea met “gedurende de looptijd” bedoelt “gedurende de realisatiefase” en niet “gedurende de looptijd van de inkoopprocedure”. Vragen: Pagina 47 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 272 273 a. Kan Achmea bevestigen of bovenstaande aanname juist is? b. Indien het antwoord op bovenstaande vraag ja is, kan Achmea toelichten of de lopende overeenkomst in dat geval beëindigd wordt en op welke bepaling in deze overeenkomst de beëindiging gebaseerd is? c. Wordt inschrijvers de mogelijkheid geboden om hun aanbieding te wijzigen indien het voorkeursbeleid van Achmea gedurende de looptijd wordt gewijzigd? De Leidraad vermeldt in paragraaf 1.5 dat zorgaanbieders kunnen kiezen voor deelname aan gezamenlijke inkoop of het zelf blijven inkopen van geneesmiddelen in een AOC. Vragen: a. Kan Achmea bevestigen dat de voorwaarden voor alle deelnemende zorgaanbieders zoals die door hen worden overeengekomen met Achmea ten aanzien van de inkoopprocedure dezelfde zijn? b. Indien het antwoord op bovenstaande vraag “nee” is, kan Achmea bevestigen dat verschillen in voorwaarden die relevant zijn voor inschrijving kenbaar worden gemaakt aan inschrijvers? Paragraaf 1.5 van de Leidraad vermeldt dat financiële voordelen in gelijke mate ten goede komen aan de deelnemende zorgaanbieders, Achmea en gewenste innovaties. Het is voor inschrijvende leveranciers van belang te weten voor welke doelen de gegeven kortingen worden aangewend. Vragen: a. Kan Achmea bevestigen dat de andere zorgverzekeraars geïnformeerd zijn over het feit dat de financiële voordelen die gebaseerd zijn op add-on declaraties voor andere verzekerden voor 1/3 deel ten goede komen aan Achmea? b. Deelnemende zorgaanbieders kunnen het Achmea volume of het totale volume inbrengen. Hoe ziet de verdeelsleutel er uit op basis waarvan bepaald wordt hoe de financiële voordelen over de deelnemende zorgaanbieders verdeeld worden? Ja, deze aanname is correct. Ja, zie hiervoor de aangepaste modelovereenkomst. Nee, het wijzigen van de bieding is niet mogelijk. Ja, de voorwaarden ten aanzien van inkoopprocedure zijn voor alle deelnemende zorgaanbieders hetzelfde. Niet van toepassing. Dit is een zaak van de deelnemende zorgaanbieders en de andere verzekeraars. De hoogte van het deel dat toekomt aan de zorgaanbieders is afhankelijk van het ingebrachte volume. Pagina 48 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 c. 274 275 Wat wordt verstaan onder “gewenste innovaties”? d. Wie bepaalt of een innovatie een “gewenste innovatie” is? e. Worden de financiële voordelen die ten goede komen aan “gewenste innovaties” in gelijke delen verdeeld over alle deelnemende zorgaanbieders? f. Dient er een minimale besparing gerealiseerd te worden wil Achmea de inkoopprocedure doorzetten? De leidraad vermeld in artikel 1.5 dat de Deelnemende Zorgaanbieders geen onderhandse deals maken over de geneesmiddelen in het AOC. Vragen: a. Wat wordt verstaan onder een onderhandse deal? b. Kan Achmea bevestigen dat de deelnemende zorgaanbieders voor wat betreft het ingebrachte volume geen onderhandse deal mogen maken over de AOC geneesmiddelen met zowel inschrijvers als niet-inschrijvers? c. Kan Achmea bevestigen dat deelnemende zorgaanbieders, die alleen deelnemen voor het Achmea volume, voor het resterende volume vrij zijn om afspraken te maken met leveranciers? De Leidraad vermeldt in paragraaf 2.2.2 dat de notaris de enveloppen een voor een zal openen tijdens een bijeenkomst die voor inschrijvers toegankelijk is. De aanname is dat de notaris tijdens deze bijeenkomst de biedingen van de inschrijvers bekend zal maken. Vraag: Kan Achmea bevestigen dat de geboden kortingen onder couvert zijn en dat deze vertrouwelijk worden behandeld in die zin dat zij niet aan anderen dan aan Achmea c.q. de notaris bekend worden? Welke gegevens zullen tijdens bovenbedoelde bijeenkomst aan de aanwezige inschrijvers bekend worden gemaakt? Worden deze gegevens op een later tijdstip ook bekend gemaakt aan niet aanwezigen? Zijn alleen de inschrijvers en Achmea uitgenodigd bij deze bijeenkomst aanwezig te zijn of zijn ook andere partijen uitgenodigd? Innovaties die door zowel Achmea als de deelnemende zorgaanbieders worden beschouwt als gewenst. Hierbij zal een dergelijk innovatie altijd moeten bijdragen aan een betere kwaliteit van zorg voor onze verzekerden. Zie antwoord op vraag 281c. Dit is niet per definitief het geval maar afhankelijk van de aard en omvang en plaats van uitvoering/invoering van de betreffende innovatie. Welke afwegingen een rol spelen bij het wel- of niet doorzetten van de inkoopprocedure is aan Achmea. Zie het antwoord op vraag 19. Ja, dit is correct. Ja, dit is correct. De geboden kortingen zullen ook bekend gemaakt worden aan de TTP. De te delen informatie zal ook bekend gemaakt worden aan niet aanwezigen. Zie ook antwoord op vraag 94. Alleen potentiele inschrijvers en Achmea zijn hiervoor uitgenodigd. Pagina 49 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 276 277 278 De Leidraad vermeldt in paragraaf 2.2.3 dat inschrijvingen die na 17 oktober 2014 17.00 uur worden aangeleverd, zonder meer worden uitgesloten van de procedure. Vraag: Wat zijn de consequenties indien een leverancier niet inschrijft of indien zijn inschrijving wordt uitgesloten van de procedure? Welke plaats krijgt een AOC geneesmiddel waarvoor geen geldige inschrijving wordt gedaan in het formularium van de zorgaanbieder? Publicatie van de antwoorden op de vragen overeenkomstig paragraaf 2.4 van de Leidraad. Vraag: Kan Achmea bevestigen dat alle gestelde vragen, geanonimiseerd, met de daarbij behorende antwoorden op de volgende openbare website van Achmea worden geplaatst: https://www.achmea.nl/Zorgaanbieders/zorgsoort/farmacie/downloads/Pa ginas/Inkoopprocedure-add-on-geneesmiddelen.aspx? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea aangeven op welke website de gestelde vragen en antwoorden worden geplaatst en of de vragen en antwoorden, voor een ieder of alleen voor de bij inschrijvende partijen toegankelijk zijn? Op welk tijdstip wordt de definitieve nota van inlichtingen uiterlijk gepubliceerd op 3 oktober 2014? De leidraad vermeldt in paragraaf 3.1 en 4.1 dat Achmea voornemens is met alle inschrijvers een overeenkomst te sluiten. Vraag: Kan Achmea bevestigen dat zij, en de deelnemende zorgaanbieders, geen overeenkomst afsluit met niet-inschrijvers? Indien er geen- of geen rechtsgeldige bieding komt op een geneesmiddel in het AOC zal deze niet worden opgenomen in de rangorde. De nota van inlichtingen zal actief worden verstrekt aan alle partijen die vragen hebben gesteld binnen de gestelde deadline en tevens herkenbaar op de website van Achmea worden gepubliceerd (https://www.achmea.nl/zorgaanbieders/Paginas/default.aspx). Deze inkoopprocedure voorziet niet in het afsluiten van overeenkomsten met niet-inschrijvers dan wel inschrijvers die een niet geldige bieding hebben gedaan. Pagina 50 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 279 Paragraaf 4.2.1 van de leidraad vermeldt dat de geboden kortingen gelden voor iedere add-on declaratie van het betreffende geneesmiddel gedurende de realisatiefase (fase vanaf 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015). De afrekening van de korting vindt plaats op basis van declaraties in het schadejaar 2015. De inschrijver ontvangt periodiek, eventueel via een derde partij, een onderbouwde creditnota voor het afrekenen van de korting. Paragraaf 5 van de leidraad en artikel 7, lid 2, van de Modelovereenkomst vermelden dat Achmea periodiek een specificatie aan de inschrijver verstrekt van de door de deelnemende zorgaanbieder bij Achmea gedeclareerde en door de inschrijver in de markt gebrachte geneesmiddelen. De factuur biedt een overzicht van de declaraties, ingedeeld naar gedeclareerd volume per maand op basis van moment van levering door deelnemende zorgaanbieders aan verzekerden van Achmea. Indien van toepassing worden de declaraties voor andere verzekerden door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd aan een derde partij. Het totale bedrag dat door de inschrijver aan Achmea betaald dient te worden, wordt voor zo ver van toepassing bepaald op basis van beide declaratiestromen. Vragen: a. Aan welke derde partij worden declaraties van andere verzekerden door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd, c.q. via welke derde partij ontvangt de inschrijver een onderbouwde creditnota voor het afrekenen van de korting? b. Op welke wijze controleert de derde partij de juistheid van de declaratiegegevens voor andere verzekerden die aangeleverd worden door de deelnemende zorgaanbieders? c. Op welke wijze kan de inschrijver de juistheid van het totale bedrag dat door de inschrijver aan Achmea betaald dient te worden verifiëren? d. Is Achmea bereid de bepalingen in de Leidraad en de Modelovereenkomst aan te passen zodat afrekening van de geboden korting plaatsvindt op basis van aflevergegevens van de door opdrachtnemer aan opdrachtgever geleverde AOC geneesmiddelen? Zie antwoord op de vragen 207 en vraag 209. De naam van de TTP volgt in een later stadium. Zie het antwoord op vraag 279a. Zie het antwoord op vraag 279a. Nee, Achmea is hier niet toe bereid. Pagina 51 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 Toelichting: In de huidige situatie (2014) worden de tussen leveranciers en zorgaanbieders overeengekomen kortingen verrekend in de prijs die de zorgaanbieder betaalt wanneer hij het geneesmiddel inkoopt bij de leverancier. Deze overeengekomen korting geldt voor ieder besteld en afgeleverd geneesmiddel tijdens de met de leverancier overeengekomen periode. Wanneer een leverancier bijvoorbeeld in december 2014 met korting een geneesmiddel aflevert aan een van de deelnemende zorgaanbieders, en de deelnemende zorgaanbieder dit geneesmiddel na 1 januari 2015 aflevert aan een patiënt en declareert bij de zorgverzekeraar, geeft de inschrijver onbedoeld twee maal korting voor hetzelfde geneesmiddel. e. Is Achmea bereid om de bepalingen in de Leidraad en de Modelovereenkomst aan te passen zodat de voorraadpositie van deelnemende zorgaanbieders einde 2015 gelijk dan wel groter is dan de voorraadpositie einde 2014? 280 Toelichting: Deelnemende zorgaanbieders kunnen voorraad opgebouwd in de laatste maanden van 2014 als add-on declareren in 2015 waardoor de zorgaanbieder mogelijk twee maal korting krijgt over het geleverde product. Paragraaf 4.3 van de leidraad vermeldt dat bij gelijke bieding loting de positie in de rangorde van de betreffende geneesmiddelen bepaalt. Inschrijvers kunnen aanwezig zijn bij de loting, die door de notaris wordt gedaan voorafgaand aan de opening van de enveloppen. Vragen: a. Wanneer is er sprake van een “gelijke bieding”? b. Kan Achmea bevestigen dat de loting wordt gedaan nadat de notaris de enveloppen heeft geopend en heeft geconstateerd dat sprake is van gelijke biedingen? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea toelichten wanneer en hoe de loting plaatsvindt? Wordt de loting gedaan in aanwezigheid van de inschrijvende partijen? Achmea zal de modelovereenkomst op dit punt niet aanpassen. Indien het verschil in voorraadpositie een financieel nadeel betekent voor de fabrikant, Achmea en/of de deelnemende zorgaanbieders zal dit onderbouwd moeten worden door de benadeelde partij waarbij het netto financieel effect inzichtelijk gemaakt dient te worden. Indien het geboden kortingspercentage gelijk is. Nee, de loting vindt voorafgaand aan het openen van de enveloppen plaats. Hierbij mogen inschrijvende partijen aanwezig zijn. Pagina 52 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 281 c. Aangezien de zorgaanbieders bij nieuwe gebruikers een compliance op het voorkeursmiddel dienen te behalen van minimaal 80 procent, is het te verwachten volume aanzienlijk hoger bij een positie in de rangorde als voorkeursmiddel. Kan Achmea toelichten waarom zij bij gelijke bieding niet het patiëntenbelang (zoals gebruikersgemak, begeleiding, etc.) de doorslag laat geven? Is Achmea bereid de inkoopprocedure zodanig te wijzigen dat bij gelijke bieding het patiëntenbelang bepaalt welk geneesmiddel als voorkeursmiddel worden aangewezen? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, is Achmea bereid om de inkoopprocedure zodanig te wijzigen dat bij gelijke bieding beide geneesmiddelen als voorkeursmiddel worden aangewezen? Paragraaf 5 van de Leidraad vermeldt dat per indicatiegroep inzichtelijk zal worden gemaakt in welke mate de deelnemende zorgaanbieders compliant zijn geweest op indicatieniveau. Dit zal worden uitgedrukt in een percentage van de nieuwe gebruikers dat start met het eerste keuze geneesmiddel. Vragen: a. Kan Achmea bevestigen dat deze gegevens ook inzichtelijk gemaakt worden aan alle inschrijvers? Worden deze gegevens ook aan nietinschrijvers inzichtelijk gemaakt? b. Kan Achmea bevestigen dat ook het percentage switchers dat start met het eerste keuze geneesmiddel inzichtelijk zal worden gemaakt aan inschrijvers? Worden deze gegevens ook aan niet-inschrijvers inzichtelijk gemaakt? c. Wanneer worden deze gegevens inzichtelijk gemaakt? d. Op welke wijze kunnen inschrijvers de betrouwbaarheid van de gegevens controleren? Achmea is niet bereid te procedure zoals beschreven (loting) aan te passen. Deze informatie is alleen beschikbaar voor inschrijvende partijen en betreft de gegevens van alle deelnemende zorgaanbieders gezamenlijk. Nee, de compliance wordt alleen gemeten over nieuwe gebruikers. Zie ook antwoord op vraag 45. Als het technisch mogelijk is bij elke creditnota aan de inschrijvers. Zie antwoord vraag 287b en 287c. Pagina 53 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 e. Heeft non-compliance gevolgen voor de met de inschrijvers gesloten overeenkomsten en, zo ja, in welke gevallen en op welke wijze? Is Achmea van mening dat indien de compliance in de praktijk veel lager is dan het percentage waarvan in deze inkoopprocedure wordt uitgegaan, dat gevolgen dient te hebben voor de met de inschrijvers gesloten overeenkomsten? Non-compliance zal geen gevolgen hebben voor de gesloten overeenkomst. Zie ook het antwoord op vraag 52 en 53. Pagina 54 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 Vraag nr. 1 2 3 4 Vraag Antwoord U heeft als doelstelling om medisch-specialisten te dwingen om het voorkeursgeneesmiddel voor te schrijven aan minimaal 80% van de betrokken nieuwe patiënten. Hoe stelt u zich voor dat medisch specialisten dit beleid toepassen op de bij deze procedure betrokken TNF-alfaremmers en andere geneesmiddelen, die alle een andere werkzame stof hebben, terwijl het preferentiebeleid onder het GVS alleen kan worden toegepast tussen geneesmiddelen die precies dezelfde werkzame stof hebben? U betoogt dat hier geen sprake is van preferentiebeleid omdat uw beleid alleen bij nieuwe patiënten wordt toegepast en er een doelstelling van slechts 80% geldt, maar voor die nieuwe patiënten en dat percentage komt uw beleid onverkort neer op gedwongen verwisseling, door de voorschrijver, tussen geneesmiddelen met verschillende werkzame stoffen. Hoe kan de patiënt aanspraak maken op het voor hem gewenste middel? In de definitie van de AOC, past u criteria toe die vergelijkbaar zijn aan de criteria die onder het GVS worden toegepast voor het clusteren van geneesmiddelen in groepen van onderling vervangbare geneesmiddelen voor het vaststellen van een vergoedingslimiet. Hoe stelt u zich voor dat medisch-specialisten deze clustering volgen, en daarmee in de praktijk gedwongen worden een voorkeursbeleid toepassen bij minimaal 80% van de betrokken nieuwe patiënten, wanneer deze clustering onder het GVS niet is bedoeld voor het voeren van een voorkeursbeleid, maar alleen voor het vaststellen van een vergoedingslimiet? Onder het GVS is het ZiNL uitsluitend bevoegd geneesmiddelen te clusteren in groepen van onderling vervangbare geneesmiddelen voor het vaststellen van een vergoedingslimiet, teneinde de belangen van de patiënt en de onafhankelijkheid van voorschrijvers en apothekers te beschermen. Hoe stelt u zich voor dat een zorgverzekeraar deze rol kan vervullen in deze inkoopprocedure, zonder enige garanties van een onafhankelijk oordeel? De procedure dwingt artsen niet tot het uitsluiten van producten. Er is geen sprake van preferentiebeleid. Achmea dwingt niet tot substitutie. Er is geen sprake van uitsluiting van geneesmiddelen. De aanspraak van verzekerden wordt niet (indirect) beperkt. Hoewel de criteria gelijkenis vertonen, zijn deze wezenlijk anders (doel, oorsprong). De vergelijking met de GVS-clustering niet op. Zie antwoord vraag 3. Pagina 1 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 5 Welke patiëntenverenigingen hebt u geraadpleegd over de inrichting van de inkoopprocedure en de clusters? 6 Welke specialistenverenigingen hebt u geraadpleegd over de inrichting van de inkoopprocedure en de clusters? 7 Waarom volgt Achmea niet simpelweg de clusters zoals die zijn vastgesteld door het ZiNL (voorheen CVZ) toen de betrokken geneesmiddelen nog onderdeel uitmaakten van het GVS? Hoe verklaart u dat u ustekinumab heeft ingedeeld in een cluster met TNFalfaremmers, terwijl dat geneesmiddel een interleukineremmer is? Hoe verklaart u dat u ustekinumab heeft ingedeeld in een cluster met TNFalfaremmers terwijlhet was opgenomen in bijlage 1B Rvv, waaruit volgt dat volgens het CVZ de eigenschappen van dit middel zodanig verschillen van TNF-alfaremmers dat clustering met deze TNF-alfaremmers - of met enig ander geneesmiddel - niet mogelijk was? U motiveert de uitsluiting van bepaalde geneesmiddelen uit een cluster met de reden dat deze ongeschikt zouden zijn voor eerste gebruik. Hoe is dat criterium te rijmen met de definitie van een AOC en met de clustering zoals die door het ZiNL/CVZ wordt toegepast voor precies deze geneesmiddelen? Wat waren uw overwegingen om verschil te maken tussen anakinra en abatacept, die ongeschikt zouden zijn voor eerste gebruik, en ustekinumab, dat ook ongeschikt zou zijn voor eerste gebruik volgens de behandelrichtlijn psoriasis? Speelde bij deze overwegingen de SmPC van de betrokken geneesmiddelen een rol? De clustering die Achmea heeft toegepast in de inkoopprocedure lijkt onvoldoende rekening te houden met het feit dat de TNF-alfa remmers zijn toegelaten als geneesmiddel voor verschillende indicaties, terwijl uit de definitie van add-oncluster (AOC) lijkt te volgen dat de geneesmiddelen in een cluster zijn toegelaten voor dezelfde indicatie. Bent u bereid om voor iedere indicatie een aparte cluster te bepalen? 8 9 10 11 12 13 Er is met verschillende patiëntverenigingen gesproken over de gezamenlijke inkoop zoals, maar niet uitsluitend, met de NPCF en het Reumafonds. Er is met verschillende artsenorganisaties gesproken over de gezamenlijke inkoop zoals, maar niet uitsluitend, met de NVR, NVHB. De clustering in het GVS is van maart 2009 en daarmee minder actueel. Het AOC heet "TNF-alfaremmers" maar beperkt zich niet tot alleen TNF-alfaremmers. De aangehaalde clustering doet geen recht aan de praktijk en is minder actueel. Deze producten zijn volgens de richtlijnen geen 1e keus. Bij deze beslissing hebben verschillende overwegingen een rol gespeeld zoals richtlijnen, SmPC's, adviezen uit het FTK en gesprekken met zorgverleners. Ja, zie antwoord op vraag 11. Nee. Uit de procedure volgt de rangorde. Daarna zal er een specificatie plaatsvinden naar indicatiegroepen. De rangorde zal per indicatie toegepast worden voor zover de producten de betreffende registratie hebben. Pagina 2 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 14 15 16 17 18 19 Begrijpen wij goed dat de "voorselectie" van geneesmiddelen, zoals die volgt uit de definitie in paragraaf 1.3 op p. 6 van de leidraad, leid tot het cluster zoals dit is opgenomen in bijlage 4 bij de leidraad? Wie is betrokken in deze voorselectie? Welke criteria zijn daarbij toegepast? Was dit proces transparant? Waarom vereist u naleving van de eisen ten aanzien van de registratie zoals weergegeven in paragraaf 3.1.1 op p. 13 leidraad? Is aan deze eisen niet al voldaan door alle betrokken geneesmiddelen? Wat wordt bedoeld met de zinsnede dat ziekenhuizen geen onderhandse deals sluiten over de geneesmiddelen in het AOC? 20 Hoe kunnen zij dan de producten inkopen van de fabrikanten? 21 Kunt u beschrijven op welke manier ziekenhuizen de clusters kunnen aanpassen door een bepaald geneesmiddel in of uit een cluster te zetten (zie definitie van add-oncluster in paragraaf 1.3)? 22 Kan een enkel ziekenhuis besluiten om een middel in of uit een cluster te houden, of moeten de deelnemende ziekenhuizen daarover eerst consensus bereiken? Als enkele ziekenhuizen kunnen besluiten om een middel in of uit een cluster te houden, hoe gaat Achmea dan om met de verschillende AOC's die voor de verschillende ziekenhuizen gelden? Zal Achmea hier transparant over zijn? Welke controle mogelijkheden zullen in dat geval worden ingebouwd? Op welk moment kunnen ziekenhuizen besluiten een bepaald geneesmiddel in of uit een cluster te zetten? 23 24 25 26 Ja, bij de voorselectie zijn diverse partijen betrokken zoals deelnemende ziekenhuizen, artsen, apothekers en andere professionals uit het veld. Wet- en regelgeving, richtlijnen, stand der wetenschap en praktijk en praktische toepasbaarheid. Ja. Paragraaf 3.1.1. is een niet bestaande verwijzing naar de Leidraad. Zie antwoord vraag 17. Er mogen geen afspraken gemaakt worden over geneesmiddelen binnen een AOC door deelnemende partijen in welke zin dan ook, waarbij de uitkomst van deze inkoopprocedure kan worden danwel daadwerkelijk wordt gefrustreerd. Het bestellen e.d. van producten in een AOC kan via de reguliere weg. Dit kan alleen in onderling overleg en overeenstemming tussen de deelnemende ziekenhuizen en Achmea op basis van medisch inhoudelijke gronden. Dit betreft alleen de indicatiegroepen. Het AOC staat vast. Zie antwoord vraag 21. Zie antwoord vraag 21. Zie antwoord vraag 21. Zie antwoord vraag 21. Zie antwoord vraag 21. Pagina 3 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 Zal een dergelijk besluit over het in of uit een cluster zetten bekend worden gemaakt vóór 17 oktober 2014? Hoe zal een dergelijk besluit over het in of uit een cluster zetten door ziekenhuizen de 80%-doelstelling beïnvloeden? Als ziekenhuizen besluiten om een bepaald geneesmiddel uit een cluster te houden, hoe kunnen zij dan zorgdragen voor de levering van deze geneesmiddelen, gezien de bepaling dat ziekenhuizen geen onderhandse deals sluiten over de geneesmiddelen in het AOC (paragraaf 1.5, p. 8 leidraad)? Als ziekenhuizen een bepaald geneesmiddel in of uit een cluster zetten, wordt dit middel dan nog steeds volledig vergoed door Achmea aan dat ziekenhuis? Kunnen ziekenhuizen zich nog na 17 oktober bij uw opzet aansluiten? Als het antwoord ja is, hoe rijmt u dat met de gedachte dat het voorwerp van de inschrijving bepaalbaar en bepaald moet zijn op het moment van de inschrijving? Geldt de door Achmea gehanteerde referentieprijs voor niet deelnemende ziekenhuizen voor alle niet deelnemende ziekenhuizen? Is deze voor alle ziekenhuizen even hoog? Is deze voor alle AOC's even hoog? Zullen de TNF-alfa remmers die uitgesloten zijn van deze inkoopprocedure, zoals infliximab, anakinra, abatacept and tocilizumab nog steeds beschikbaar zijn voor de patiënten die verzekerd zijn bij Achmea? Zo ja, hoe zal deze groep van niet geclusterde geneesmiddelen, die gebruikt worden voor dezelfde patiëntenpopulatie en voor dezelfde indicaties, de 80%-doelstelling beïnvloeden? Nee. De 80%-doelstelling blijft in dat geval bestaan. Indien de deelnemende ziekenhuizen en Achmea in onderling overleg en overeenstemming besluiten een middel buiten een bestaande indicatiegroep te plaatsen ontstaat een nieuwe indicatiegroep waar het betreffende product in ondergebracht wordt. Er verandert niets aan de bekostiging. Zie het antwoord op vraag 29. Als met 'opzet' de Gezamenlijke Inkoop is bedoeld is het antwoord 'ja'. Voor deze procedure en daarmee deze AOC is het na 1 oktober niet meer mogelijk aan te sluiten. Zie antwoord vraag 31. Deze vraag is niet relevant voor deze inkoopprocedure. Zie antwoord vraag 33. Zie antwoord vraag 33. Ja. Deze zal de 80% doelstelling niet beïnvloeden. Pagina 4 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 38 39 40 41 42 43 44 45 Is de 80%-doelstelling haalbaar, nu medische richtlijnen bepalen dat geneesmiddelen met een andere werkzame stof en die een verschillende uitwerking kunnen hebben bij verschillende patiënten, slechts kunnen worden voorgeschreven met in achtneming van de individuele medische situatie en de bijzonderheden in de behandeling van de betrokken patiënt? Waaruit blijkt dit? Verzekerden van Achmea hebben onder de Zorgverzekeringswet aanspraak op geneeskundige zorg naar de stand van de wetenschap en de praktijk. De verplichting voor ziekenhuizen om tenminste 80% van de verzekerden met het voorkeursmiddel te behandelen is niet in overeenstemming met de stand van de wetenschap en de praktijk. Leidt deze maatregel niet tot een (in)directe beperking van de aanspraak die verzekerden onder de Zorgvezekeringswet hebben? Zo nee waarom niet? Zo ja: hoe verhoudt dit zich met de zorgplicht van Achmea jegens haar verzekerden? Wat is volgens u de invloed van de regel dat een de medisch-specialist alleen een behandelvoorkeur mag volgen als dit om medische reden verantwoord is? Is de 80%-doelstelling haalbaar, gezien het feit dat uit de cijfers die u heeft verstrekt in bijlage 4 van de leidraad, twee geneesmiddelen op dit moment worden voorgeschreven aan ongeveer 50% en 40% van de totale patiëntenpopulatie die op dit moment behandeld worden met een TNFalfaremmer of ander monoklonaal antilichaam, terwijl de 80%-doelstelling de medisch-specialisten verplicht om één of meer van deze geneesmiddelen voor te schrijven aan minder dan 20% van alle nieuwe patiënten. Klopt het dat de 80%-doelstelling van toepassing is op nieuwe patiënten, patiënten die een behandeling opnieuw starten en switchende patiënten (zie de definitie van nieuwe gebruiker op p. 6 leidraad)? Ja. De 80% compliance afspraak is gemaakt tussen Achmea en de deelnemende ziekenhuizen. Zie antwoord vraag 2. Zie antwoord op vraag 40. Zie antwoord op vraag 40. Deze regel staat niet ter discussie. De arts heeft de plicht om een medisch verantwoorde behandeling te geven. Ja. Nee. De 80%-doelstelling is van toepassing op nieuwe patiënten en patiënten die een behandeling opnieuw starten. Pagina 5 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 46 47 48 49 50 51 52 53 Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de verklaring op p. 18 leidraad, dat switchende patiënten alleen het voorkeursgeneesmiddel voorgeschreven krijgen indien dit op medische gronden gerechtvaardigd is? Hoe stelt u zich voor dat een medisch-specialist het goedkoopste product kan voorschrijven aan herstartende patiënten? Moet de medisch-specialist het voorkeursmiddel voorschrijven, met een onzekere uitkomst, ook als hij weet dat de patiënt in kwestie eerder goed reageerde op een ander geneesmiddel en het de veiligste route zou zijn om in die situatie datzelfde product het voor te schrijven? Hoe stelt u zich voor dat een medisch-specialist het goedkoopste product kan voorschrijven aan switchende patiënten, bij wie rekening zou moeten worden gehouden met de redenen waarom het geneesmiddel dat als eerste werd voorgeschreven niet goed werkte en een beredeneerde keuze moet worden gemaakt voor een alternatief, gebaseerd op farmacotherapeutische redenen? Hoe verhoudt de 80%- doelstelling zich tot de Handleiding Substitutie van de KNMP? Heeft u belanghebbenden zoals patiëntorganisaties geraadpleegd over de 80%-doelstelling? Heeft u belanghebbenden zoals zorgaanbiederorganisaties geraadpleegd over de 80%-doelstelling? Kan Achmea garanderen dat de 80%-doelstelling gehaald wordt door de deelnemende ziekenhuizen en welke middelen zal Achmea aanwenden om naleving af te dwingen? Wat is het gevolg van het niet halen van de 80%-doelstelling voor een betrokken ziekenhuis? 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Zie antwoord vraag 45. Dit is ter beoordeling van de medisch specialist. Dit is ter beoordeling van de medisch specialist. Er bestaat geen verband tussen de 80%-doelstelling en de Handleiding Substitutie van de KNMP. De 80%-doelstelling is met belanghebbenden besproken. De 80%-doelstelling is met belanghebbenden besproken. Nee, dit is niet te garanderen en zal niet worden afgedwongen. De compliance zal worden gemonitord en indien nodig zullen er verbeterafspraken gemaakt worden. De deelnemende zorgaanbieders hebben bewust gekozen voor deelname aan gezamenlijke inkoop in dit collectief. Daarmee hebben Achmea en de deelnemende zorgaanbieders de verplichting om zich maximaal in te spannen de gemaakte afspraken na te komen. De 80%-doelstelling zal gemeten worden over alle deelnemende ziekenhuizen. Indien een individueel ziekenhuis bij herhaling "in gebreke blijft” zal er met de groep deelnemende ziekenhuizen beleid gemaakt worden. Pagina 6 van 54 Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 54 63 Zijn er mogelijkheden voor de aanpassing van de 80%-doelstelling door de betrokken ziekenhuizen? Zo ja, op welke manier? Zijn er nog andere omstandigheden waaronder de 80%-doelstelling kan worden aangepast? Zo ja welke procedure wordt daarvoor toegepast? Worden de verzekerden van Achmea geïnformeerd over het feit dat deelnemende ziekenhuizen tenminste bij tenminste 80% van de nieuwe patiënten het voorkeursmiddel zullen voorschrijven? Zo ja, op welke wijze worden de verzekerden van Achmea hierover geïnformeerd? Zo ja, wanneer worden de verzekerden van Achmea hierover geïnformeerd? Hoe verhoudt de (in)directe beperking van de aanspraak door Achmea zich tot de recente jurisprudentie hierover van het Hof Arnhem Leeuwarden in de zaak VGZ/Nutricia? Kunt u de definitie van het begrip "indicatiegroep" in paragraaf 1.3 van de Leidraad nader toelichten? Welke indicatiegroepen zijn er en welke indicaties bevatten die? 64 Welke geneesmiddelen maken onderdeel uit van die groepen? 65 66 Hoe verhouden de indicatiegroepen zich tot de AOCs die door Achmea op dit moment zijn vastgesteld? Wanneer worden bepaalde indicaties in een groep geplaatst door Achmea? 67 68 Wat zijn daarvoor de criteria? Worden deze criteria op voorhand inzichtelijk gemaakt? 55 56 57 58 59 60 61 62 Zie antwoord op vraag 52 en 53. Zie antwoord op vraag 52 en 53. Zie antwoord op vraag 52 en 53. Zie antwoord op vraag 52 en 53. Bij Achmea verzekerden worden door de voorschrijver op eenzelfde wijze geïnformeerd over de voorgestelde behandeling als op dit moment het geval is. Zie antwoord vraag 58. Zie antwoord vraag 58. Er is geen sprake van (indirecte) beperking van de aanspraak van verzekerden. Zie ook de antwoorden op de vragen 1 en 2. De indicatiegroep is een groep indicaties waarvoor dezelfde rangorde geldt. Bijvoorbeeld de indicatiegroep 'kinderen'. Over de definitieve indicatiegroepen vindt momenteel afstemming plaats met de deelnemende zorgaanbieders. Vooralsnog werken we met een 4-tal groepen te weten: reuma, dermatologie, MDL, kinderen. Een geneesmiddel in het AOC met een registratie in de betreffende groep. Op dit moment is er 1 AOC met daarbij vooralsnog 4 indicatiegroepen. Wanneer het een indicatie betreft die logischerwijs tot die groep behoort. De geregistreerde indicaties. Deze zijn op voorhand inzichtelijk op basis van de SmPC. Pagina 7 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 69 70 71 72 73 74 75 76 77 Begrijpen wij goed dat nieuw geregistreerde geneesmiddelen vergoed zullen worden één maand nadat voor dit geneesmiddel een handelsvergunning is verkregen (paragraaf 4.3 op p. 18 leidraad)? Zal zo'n middel worden opgenomen in wat een "indicatiegroep" genoemd wordt, zodat de voorschrijfrangorde zal worden aangepast? Wordt de voorkeursrangorde apart vastgesteld voor ieder toepassingsgebied waarvoor TNF-alfa remmers en of monoclonale antistoffen kunnen worden voorgeschreven, of per indicatiegroep? De term "meest economisch voordelig" impliceert dat voor wat betreft het vaststellen van de voorkeursrangorde, behalve met de prijs, ook met andere aspecten rekening wordt gehouden. Indien deze vooronderstelling klopt, welke andere criteria zijn dit? Worden ook kwaliteitseisen en kosteneffectiviteit meegenomen in het vaststellen van de voorkeursrangorde? Welk geneesmiddel het meest economisch voordelig is, wordt bepaald door verschillende parameters, waaronder het kortingspercentage, het totale bedrag van de korting, de prijs van het middel, de behandelkosten en de kosteneffectiviteit. Daarbij speelt bijvoorbeeld de precieze dosering, zowel in de startfase als daarna, van de geneesmiddelen een rol en verschillen in de gemiddelde gebruiksduur. Neemt Achmea deze parameters, waaronder de kosteneffectiviteit van verschillende geneesmiddelen in beschouwing bij het vaststellen van de voorkeursrangorde? Is het mogelijk een korting aan te bieden die alleen van toepassing is in het geval het betrokken geneesmiddel gekwalificeerd wordt als het meest economisch voordelig waarop de 80% norm van toepassing is? Is de lijst met deelnemende ziekenhuizen en het volume van deze ziekenhuizen definitief? Kan Achmea garanties bieden dat deze ziekenhuizen zullen deelnemen en met het volume zoals nu aangegeven? 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nee, indien nodig zal de rangorde van de betreffende indicatiegroep zal worden aangepast bij het verkrijgen van een nieuwe registratie. Zie antwoord op vraag 69. Per indicatiegroep en per indicatie. Deze vooronderstelling is niet juist. Voor de definities zie de Leidraad. Nee. Nee. Nee. Ja, onder voorbehoud van het sluiten van een zorgovereenkomst 2015 voor Medisch Specialistische Zorg. Nee. De deelnemende zorgaanbieders hebben bewust gekozen voor deelname aan gezamenlijke inkoop in dit collectief. Daarmee hebben Achmea en de deelnemende zorgaanbieders de verplichting om zich maximaal in te spannen de gemaakte afspraken na te komen. Pagina 8 van 54 Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 78 79 80 81 82 83 84 85 86 Hoeveel patiënten telt het relevante volume van de deelnemende ziekenhuizen in totaal? In bijlage 4 leidraad zijn weliswaar getallen weergegeven voor de bestaande patiënten die de betrokken geneesmiddelen gebruiken, switchers en nieuwe gebruikers, maar onduidelijk is of deze getallen zien op het gehele volume dat de deelnemende ziekenhuizen inbrengen, of bijvoorbeeld alleen op het volume van patiënten van de deelnemende ziekenhuizen die bij Achmea verzekerd zijn. Zijn deze getallen berekend over een periode van 7 maanden (1 januari tot en met 31 juli) of zijn de getallen geëxtrapoleerd, in verhouding tot een periode van 12 maanden? Mogen fabrikanten een nieuw aanbod doen als een nieuw geregistreerd geneesmiddel in het aankoopsysteem van Achmea wordt opgenomen (paragraaf 4.3, p. 18 van het aankoopbeleid)? Mogen fabrikanten een nieuw aanbod doen als een nieuw geregistreerde indicatie van een al opgenomen geneesmiddel in een nieuwe indicatiegroep in het aankoopsysteem van Achmea wordt opgenomen (paragraaf 4.3, p. 18 van het aankoopbeleid)? Klopt het dat deelnemende ziekenhuizen betalen voor geneesmiddelen die direct bij de fabrikant besteld worden? Hoe zal de levering, met betrekking tot aanvragen voor patiënten die bij andere zorgverzekeraars verzekerd zijn, geregeld worden in het licht van ziekenhuizen die besluiten het volume in te brengen van andere verzekeraars dan Achmea? Het door Achmea voorgestelde inkoopsysteem houdt in dat Achmea zal optreden als bemiddelaar voor geneesmiddelen in de zin van artikel 39a van de Geneesmiddelenwet en artikel 85b van Richtlijn 2001/83/EC, zodat Achmea zich moet registreren als bemiddelaar voor geneesmiddelen en moet voldoen aan de Richtsnoeren voor Goede Distributiepraktijken voor geneesmiddelen van 5 november 2013. Bent u geregistreerd als bemiddelaar? Kan Achmea informatie verschaffen over haar naleving van deze wet- en regelgeving? Deze informatie is terug te vinden in de nieuwe versie van het digitaal invulbestand van 3 oktober. Achter de namen van de deelnemende zorgaanbieders is vermeld of het alleen Achmea dan wel het totaal volume betreft. Het betreft de declaratiedata over het behandeljaar 2013 welke zijn gedeclareerd in de periode tot en met juli 2014. Indien Achmea een nieuwe inkoopprocedure volgt voor hetzelfde AOC met een nieuwe aanbieder kunnen fabrikanten een nieuwe bieding doen. Nee. Ja. Dit is aan de deelnemende ziekenhuizen. Het inbrengen van dergelijk volume heeft alleen effect op de prijsstelling en netto condities. Dit betreft geen vraag. Nee, Achmea is niet geregistreerd als bemiddelaar. Niet van toepassing, zie antwoord op vraag 85. Pagina 9 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 Welke vormen van controle en audit zullen beschikbaar zijn om de declaraties van Achmea te controleren? Op welke manier wordt zekergesteld dat deelnemende ziekenhuizen en Achmea enkel korting ontvangen voor de aflevering ten behoeve van patiënten die verzekerd zijn bij Achmea? Op welke manier wordt zekergesteld dat deelnemende ziekenhuizen de betrokken geneesmiddelen niet doorleveren aan derden? Zal de korting gelden op het gehele volume van ziekenhuizen die volume inbrengen van andere verzekeraars dan Achmea? Zo ja, wie ontvangt de korting wanneer geneesmiddelen worden besteld ten behoeve van patiënten die bij een andere verzekeraar dan Achmea zijn ondergebracht? Wat wordt bedoeld met de zinsnede: "Declaraties van andere verzekerden worden door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd aan een derde partij" (p. 20, hoofdstuk 5 leidraad)? Vallen de 80% norm en de voorkeursrangorde onder de geheimhoudingsplicht zoals ondergebracht in artikel 13 van de overeenkomst? Of zullen ziekenhuizen en/of Achmea dergelijke informatie communiceren naar patiënten? Wat zal de notaris bij de bekendmaking van de uitslag bekend maken? Zal er geheimhouding worden opgelegd aan de aanwezigen en zo ja, onder welke voorwaarden? Zal de notaris bij de bekendmaking van de uitslag de kortingen bekend maken? Indien Achmea besluit geen overeenkomst te sluiten met een producent of de inkoopprocedure afbreekt, hoe garandeert Achmea dan de geheimhouding van het aanbod? Wat zijn de voorwaarden van de geheimhoudingsplicht van ziekenhuizen ten aanzien van de door Achmea bedongen kortingen, in het bijzonder met betrekking tot ziekenhuizen die besluiten het volume in te brengen van andere verzekeraars dan Achmea (paragraaf 4.2.1, p. 18 leidraad)? De creditnota aan inschrijvers kan desgewenst worden voorzien van een accountantsverklaring. Niet; Het is voor ziekenhuizen mogelijk ook het volume tbv andere verzekerden dan Achmea in te brengen. Zie antwoord vraag 19. Ja. Over de verdeling van de inkoopvoordelen zijn afspraken gemaakt met de deelnemende zorgaanbieders. Achmea wil en mag geen inzicht hebben in declaratiegegevens van andere zorgverzekeraars. Om toch tot verrekening over te kunnen gaan wordt hierbij een Trusted Third Party betrokken. Zie het antwoord op vraag 58. Of de inschrijving rechtsgeldig is, m.a.w. compleet. Nee. Nee. De bieding van de inschrijver zal alleen bekend worden bij de direct betrokken van Achmea en de notaris. Deze zijn alle gehouden aan geheimhouding. De deelnemende ziekenhuizen hebben geen geheimhoudingsplicht. Ziekenhuizen kennen de hoogte van de korting niet, alleen de rangorde zal worden gedeeld. Pagina 10 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 99 Wat is het marktaandeel van de deelnemende ziekenhuizen aan de inkoopkant van de regeling, op de Nederlandse markt voor de inkoop van deze geneesmiddelen? 100 Welke maatregelen zijn genomen om te garanderen dat de kortingen die zijn aangeboden aan Achmea niet bekend worden bij de andere zorgverzekeraars, in het bijzonder met betrekking tot ziekenhuizen die besluiten het volume in te brengen van andere verzekeraars dan Achmea? Wat wordt bedoeld met de mededeling dat er nog steeds concurrentie is tussen de diagnose behandel combinaties en add-on volumes tussen zorgaanbieders (p. 9. leidraad)? Hoe denkt u dat onder dit systeem de academische ziekenhuizen die zijn toegetreden tot deze procedure, kunnen voldoen aan hun verplichtingen die volgen uit het Nederlandse en Europese aanbestedingsrecht? Klopt het dat Achmea een inschrijver alleen uitsluit indien deze niet voldoet aan de eisen van het hebben van een handelsvergunning en/of dat het geneesmiddel onderdeel uitmaakt van het verzekerde pakket (p. 19 en p. 13 leidraad)? Beschouwt Achmea zichzelf als een aanbestedende dienst? Zo nee, waarom niet? In eerdere berichtgeving over deze inkoopopzet heeft Achmea ook hemostatica genoemd als groep van gezamenlijk in te kopen geneesmiddelen. Naar wij begrijpen heeft Achmea daar voor dit jaar van afgezien. Wat zijn daar de redenen voor? In het sjabloon “digitaal invulbestand 2015”, hetgeen als bijlage bij de leidraad voor het indienen van een inschrijving “Inkoop Add-ongeneesmiddelen 2015” is gevoegd, zijn als deelnemende zorgaanbieders enkele academische ziekenhuizen opgenomen De vraag hierbij is of voor de academische ziekenhuizen als publiekrechtelijke instellingen de aanbestedingsplicht van kracht is conform de Europese aanbestedingsregels? 101 102 103 104 105 106 Dit is op voorhand niet exact te zeggen. Het is mogelijk voor een inschrijver aan de hand van het rekenvolume (zie digitaal invulbestand) te berekenen welk aandeel de gezamenlijke inkoop in de totale afzet heeft. Zie antwoord vraag 98. Daarmee wordt bedoeld dat de concurrentie tussen zorgaanbieders gelijk blijft omdat deze uitgaat van DOT-zorgproductprijzen en volumes. De aanbestedingswetgeving is niet van toepassing op onze inkoopprocedure. Nee, bij een ongeldige of onvolledige inschrijving zal ook uitsluiting volgen. Nee. Volgens de laatste jurisprudentie is een zorgverzekeraar niet aanbestedingsplichtig. Het inkoopbeleid op het gebied van hemostatica is nog in ontwikkeling. Dit zal samen met zorgaanbieders worden ontwikkeld. Zie antwoord vraag 102. Pagina 11 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 107 108 109 110 111 112 113 De leidraad voor deze inkoopprocedure heeft als uitgangspunt een centrale inkoop op add-on geneesmiddelen Hierdoor wordt geen gelijk speelveld gecreëerd voor geneesmiddelen die werkzaam zijn in hetzelfde therapeutische gebied De vraag is hierbij dus of een betaaltitel ‘add-on’ het juiste criterium is om bij een centrale inkoopprocedure geneesmiddelen te hanteren?; Geneesmiddelen kunnen echter ook via een andere betaaltitel (opname in DOT zorgproduct) worden gefinancierd waardoor per definitie geneesmiddelen in hetzelfde indicatiecluster worden uitgesloten door enkel de zogenaamde ‘add-ons” in de selectie mee te nemen Zijn de relevante patiëntenverenigingen betrokken geweest bij de totstandkoming van deze leidraad? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze? Zijn de betrokken beroepsgroepen (voorschrijvers en apothekers) voorafgaand op de hoogte gebracht van deze leidraad en hebben zij gelegenheid gekregen om input te geven bij de totstandkoming van deze leidraad? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze? In hoeverre is rekening gehouden met gelijke aanspraak op farmacotherapie van verzekerden in de wetenschap dat deze aanspraak door een gezamenlijke inkoop per verzorgingsgebied van gecontracteerd versus niet gecontracteerde zorgaanbieder gaat verschillen (postcode)? Hoe is toegang van de patiënt tot innovatieve nieuwe geneesmiddelen gewaarborgd via deze centrale inkoopprocedure? Hoe is de zeggenschap over 1/3 deel van financieel voordeel in het innovatiefonds georganiseerd? Gaat Achmea de door haar bepaalde rangorde (alsmede wijzigingen daarvan), de deelnemende zorginstellingen waarbinnen deze rangorde geldt, en de consequenties van deze rangorde voor de verzekerde openbaar maken? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo nee, waarom niet? De selectie voor de producten in het AOC zijn niet op basis van de add-on status maar de hoge kosten per jaar gebaseerd. Zie antwoord vraag 5. Zie antwoord vraag 3. Er is geen verschil in aanspraak van verzekerden bij deelnemendeof niet deelnemende ziekenhuizen. Deze inkoopprocedure tast de toegang tot innovatieve nieuwe geneesmiddelen niet aan. De zeggenschap zal worden ingevuld in gezamenlijkheid met de deelnemende zorgaanbieders. Zie het antwoord op vraag 58. Pagina 12 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 114 115 116 117 118 119 120 Op basis van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (Wmg, art 40) zijn verzekeraars verplicht informatie voor verzekerden openbaar te maken ten aanzien van de eigenschappen van de door hen aangeboden producten en diensten Worden verzekerden van Achmea actief op de hoogte gebracht van de door Achmea bepaalde rangorde (alsmede wijzigingen daarvan), van de deelnemende zorginstellingen waarbinnen deze rangorde geldt, en de consequenties van deze rangorde voor de verzekerde? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo nee, waarom niet? De ‘Beleidsregel informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars en volmachten 2013’ van de NZa gaat ervan uit dat voor een goede werking van het zorgstelsel het van belang is dat zorgverzekeraars niet alleen goed inkopen, maar daarover ook transparant zijn naar hun verzekerden. Transparantie over (keuze-) informatie is voor de consument immers een cruciale voorwaarde om keuzes te maken die het best aan zijn wensen voldoen, aldus de Beleidsregel. Op welke wijze gaat Achmea hieraan voldoen? Is of wordt het Beleid Inkoop Add-ongeneesmiddelen 2015’ door Achmea (alsmede wijzigingen daarvan zoals voorzien in de Leidraad) getoetst aan de Zorgverzekeringswet en met name aan de impact op de toegankelijkheid van verzekerde zorg? Hoe verhoudt zich uw inkoopprocedure tot de uitspraak van de rechter (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2014, VGZ ea /Nutricia ea ) dat de sturing van een zorgverzekeraar niet mag leiden tot een indirecte beperking van de aanspraak? In de definitie van het Add-oncluster (AOC) wordt verwezen naar geneesmiddelen die bij eenzelfde indicatiegebied kunnen worden toegepast Wat is de door Achmea gehanteerde definitie van het ‘indicatiegebied’? Door producten off label aan te wijzen stimuleert Achmea off label gebruik en schendt zij het patentrecht. Hoe gaat Achmea dit voorkomen? Welke positie krijgen geneesmiddelen die wel voldoen aan uw criteria voor ‘onderling concurrerend’ maar die geen add-on status hebben? Zie het antwoord op vraag 58. Op onze website staan alle gecontracteerde zorgaanbieders voor Medisch Specialistische Zorg. De verzekerden hebben vrije keuze van zorgaanbieders. Ja, het inkoopbeleid Add-ongeneesmiddelen is aan alle relevante wet- en regelgeving getoetst. Zie het antwoord op vraag 61. In deze definitie betekent indicatiegebied hetzelfde als 'geregistreerde indicatie'. Achmea zal geen producten off-label aanwijzen. De huidige procedure voorziet niet in het opnemen van geneesmiddelen zonder een add-onstatus. Pagina 13 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 121 Wie is verantwoordelijk voor de indeling van de clusters? 122 123 Aan de hand van welke criteria worden deze clusters samengesteld? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers en apothekers) betrokken bij de indeling van de clusters? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties zijn betrokken bij de indeling van de clusters? 124 125 Op welke wijze is dit proces van clustering transparant voor betrokken (belanghebbende) partijen? 126 U geeft aan dat geneesmiddelen als onderling concurrerend aangemerkt indien zij 1 bij een zelfde indicatiegebied kunnen worden toegepast 2 via een gelijke toedieningsweg worden toegediend en 3 in het algemeen voor dezelfde leeftijdscategorie zijn bestemd Dit zijn exact dezelfde criteria die worden gehanteerd voor clustering in het kader van het GVS (art 2 40 lid 1 Rzv) In art 2 40 lid 3 Rzv staat echter ook dat geneesmiddelen niet als onderling vervangbaar kunnen worden aangemerkt (en dus ook niet geclusterd kunnen worden), indien er 1 tussen die geneesmiddelen verschillen in eigenschappen bestaan 2 deze verschillen in eigenschappen zich voordoen of uit nader omschreven gegevens en bescheiden, blijkt dat deze verschillen in eigenschappen, tezamen genomen, bepalend zijn voor de keuze van het geneesmiddel door de arts kunnen voordoen bij de gehele patiëntenpopulatie, bij welke de geneesmiddelen kunnen worden toegepast, en 3 uit nader omschreven gegevens en bescheiden, blijkt dat deze verschillen in eigenschappen, tezamen genomen, bepalend zijn voor de keuze van het geneesmiddel door de arts Als deze gronden voor uitzonderingen in het kader van GVS-clustering relevant worden geacht, waarom heeft u deze niet overgenomen? De clustering is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Zie leidraad paragraaf 1.3 (definities). Het betrekken van de deelnemende zorgaanbieders is de verantwoordelijkheid van Achmea. Het betrekken van de patiëntenorganisaties is de verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Aangezien deze clustering een activiteit is van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen is dit per definitief transparant. Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra de clustering definitief en de inkoopprocedure gestart. Dit gebeurt middels de Leidraad. Wij hebben diverse bronnen gebruikt om tot onze definitief te komen (richtlijnen, stand der wetenschap en praktijk) en vooral ook de inbreng van deelnemende zorgaanbieders en artsen. Pagina 14 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 127 128 129 Dit mede in verband met het feit dat een GVS-cluster een methode van berekening van een limiet is, doch géén rangorde bepaalt, terwijl de door u voorgestelde clustering veel verdergaande consequenties heeft, nl het bepalen van een rangorde die men heeft te respecteren? In het kader van het preferentiebeleid zijn waarborgen opgenomen in art 2.8 Besluit zorgverzekering (van elke werkzame stof is in ieder geval één geneesmiddel in dat cluster opgenomen), om ervoor te zorgen dat geen verschraling en inbreuk op/afbreuk van de professionele autonomie en aanspraken kan optreden: elke verzekerde moet kunnen rekenen op een geneesmiddelenpakket dat dezelfde therapeutische breedte dekt (zie Nota van Toelichting, Staatsblad 2005, 389, blz 43) Hoe verhoudt zich dit (principiële) uitgangspunt tot de clustering van geneesmiddelen met verschillende werkzame stoffen? In de definitie van Add-oncluster (AOC) is aangegeven dat “deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid hebben een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten”: a: Onder welke voorwaarden hebben zorgaanbieders deze mogelijkheid? b: Wie bewaakt dat proces, de gehanteerde criteria/voorwaarden etc? c: Krijgt Achmea daarbij nog een entamerende, sturende of bepalende invloed of zeggenschap? d: Krijgen patiënten(organisaties) daarbij nog invloed of zeggenschap? Wat is de definitie van de benoemde clusters: TNF-alfaremmers (met of zonder indicatiegebied, m.a.w. wel of niet met IL-17 antagonisten die in RA richtlijn staan), ‘bepaalde’ hemostatica, referentieproducten en biosimilars? Welke geneesmiddelen vallen daaronder? Zie het antwoord op vraag 3. Zie het antwoord op vraag 1 en vraag 2. Zie het antwoord op vraag 21. Zie het antwoord op vraag 21. Zie het antwoord op vraag 21. Nee. Deze inkoopprocedure heeft betrekking op de AOC zoals beschreven in het digitale invulbestand. Pagina 15 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 130 131 132 Uw opzet gaat uit van clustering, waarbij de inkoopprocedure een rangorde gaat geven die uitsluitend afhangt van de ‘meest economische bieding’ In uw Brochure “Impact Collectieve Farma” (22 mei 2014) stelt u op p 8: “zorgaanbieders leven de gemaakte afspraken na door vakbekwaam steeds het meest doelmatige middel aan de patiënt voor te schrijven” Hoe verhouden zich die rangorde en deze opgelegde verplichting (“steeds”) tot de medische richtlijnen, de professionele autonomie en verantwoordelijkheid van de voorschrijver en het recht van de patiënt om het voor hem meest geschikte behandeling te krijgen? De definitie van economisch meest voordelige inschrijving gaat uit van “Hoogste percentage korting ten opzichte van het geldende NZamaximumtarief voor het add-on geneesmiddel” a: Hoe gaat Achmea om met het gegeven dat het middel met de ‘hoogste percentuele korting’ niet altijd de economisch meest voordelige inschrijving zal zijn? b: Hoe is in de beoordeling van de economisch meest voordelige inschrijving de kwaliteit van de desbetreffende farmacotherapie meegewogen? (zowel in distributie, toedieningsvorm, gebruiksgemak en kwaliteit van leven van patiënt) c: Hoe wordt bij de meest economische inschrijving rekening gehouden met het economische verschil in totale behandel- of zorgkosten (bijv ziekenhuis vs thuistoediening)? d: Is bij de vaststelling van meest voordelige inschrijving ook rekening gehouden met benodigde hoeveelheid en eventuele spillage? e: Klopt het dat er in uw opzet wordt geconcurreerd op korting en niet op prijs? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot de opstelling van zorgverzekeraars in de extramurale markt, waar men juist is afgestapt van het systeem dat keuzes worden gemaakt op basis van kortingen en bonussen? Hoe zijn de afspraken met concurrerende zorgverzekeraars ingevuld bij gunning over het totale volume van een deelnemende zorgaanbieders, waarbij naast het volume van Achmea ook volume van andere zorgverzekeraars is meegenomen? In de afspraken met de zorgaanbieders is ruim voldoende voorzien in de mogelijkheid om af te wijken van het voorkeursbeleid. Zie ook de antwoorden op de vragen 1 en 2. Volgens de gehanteerde definitief is de inschrijving met de hoogste procentuele korting de economisch meest voordelige bieding. Zie het antwoord op vraag 131a. Zie het antwoord op vraag de131a.. Zie het antwoord vraag 131a. Nee. Dit is onderdeel van de afspraken tussen Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Pagina 16 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 133 134 135 136 137 138 139 140 In hoeverre wordt vrijheid van voorschrijven aan de verantwoordelijke specialist gelaten bij patiënten die eerder een AOC geneesmiddel hebben gebruikt ondanks het feit dat dit gebruik al minstens 6 maanden geleden is? Achmea houdt in het kader van IDEA rekening met de ‘Handleiding Substitutie van de KNMP’ Wordt bij de indeling van de clusters rekening gehouden met deze Handleiding? Zo nee, waarom in dit geval niet? Zo ja, op welke wijze? In een brief van 15 mei 2014 heeft Minister van VWS aan de Tweede Kamer onder meer gemeld: “Voorschrijven conform behandelrichtlijnen en medische noodzaak gaat altijd voor financiële (budget) afspraken De patiënt heeft aanspraak en recht op verantwoorde zorg overeenkomstig de stand van de wetenschap en de praktijk, zoals onder andere vastgelegd in behandelrichtlijnen ” En: “De problematiek dat voorschrijvers belemmeringen in het voorschrijven ervaren en wellicht hierdoor om nietmedische redenen patiënten switchen vind ik zeer zorgwekkend (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 29 248, nr 269) Hoe verhoudt zich uw opzet tot deze uitspraken? Wat is de definitie van ‘onvoldoende respons’? Welke criteria zijn hiervoor vastgesteld? Wat is de definitie van ‘teveel bijwerkingen’? Bij de bepaling van de volgorde staat het add-on geneesmiddel centraal die het meest economisch voordelig is. In hoeverre wordt de stand van wetenschap en praktijk en positionering in de medische richtlijnen van het geneesmiddel hierin meegewogen? Voorschrijvers hebben de verplichting om verantwoorde zorg te leveren. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat zij dat in de voorgestelde opzet nog kunnen doen? Krijgen patiënten te maken met vertraging in de beschikbaarheid van bepaalde geneesmiddelen die ‘lager’ in de rangorde staan? Zo ja, hoe verhoudt zich dat dan tot de zorgplicht van Achmea? Zie antwoord vraag 1 en 2 en 47. Zie antwoord vraag 49. Er is geen sprake van substitutie. Daarnaast lijkt de handleiding substitutie van de KNMP op dit moment ontoereikend voor intramuraal gebruik. In deze procedure zijn geen belemmeringen voor de voorschrijvers. De arts heeft vrije keuze bij het voorschrijven van geneesmiddelen. Dit is ter beoordeling van de voorschrijver. Dit is ter beoordeling van de voorschrijver. Voorschrijvers dienen te handelen conform de Stand der Wetenschap en praktijk. In onze opzet is nergens opgenomen dat artsen onverantwoorde zorg moeten leveren. De deelnemende zorgaanbieders hebben bewust gekozen voor deelname aan gezamenlijke inkoop in dit collectief. Nee, er is geen sprake van vertraging in de beschikbaarheid. Pagina 17 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 Wat wordt bedoeld met een “selectie van concurrerende add-on geneesmiddelen om tot een AOC te komen”? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers en apothekers) bij deze selectie zijn betrokken? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze selectie zijn betrokken? Op welke wijze is dit proces van selectie transparant voor betrokken (belanghebbende) partijen? Wie maakt de voorselectie en welke criteria worden daarbij gehanteerd? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers en apothekers) bij deze voorselectie zijn betrokken? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze voorselectie zijn betrokken? Op welke wijze is dit proces van voorselectie transparant voor betrokken (belanghebbende) partijen? In de inkoopprocedure wordt aangegeven dat het voorkeursbeleid van Achmea kan worden gewijzigd gedurende de looptijd, bijvoorbeeld als gevolg van een nieuwe introductie. Is door Achmea rekening gehouden met het feit dat het tussentijds schrappen van een preferent product een significante impact kan hebben op het voorraadbeheer van specialistische geneesmiddelen en het creëren van niet-inzetbare overschotten tot significante financiële schade kan leiden bij de verantwoordelijke vergunninghouder(s)? Wat houdt een nieuwe introductie van een geneesmiddel in voor de bestaande rangorde? Wordt deze altijd als laatste in de rangorde geplaatst? Welke mogelijkheid heeft een fabrikant om een nieuwe introductie alsnog te laten mee doen in de procedure? Een AOC wordt bepaald in onderling overleg en overeenstemming tussen Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Zie het antwoord op vraag 141. Zie het antwoord op vraag 124. De clustering is een activiteit van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen en daarmee per definitief transparant. Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra een AOC definitief is en de inkoopprocedure start. Dit gebeurt middels de Leidraad. Zie de antwoorden op de vragen 141-144. Zie de antwoorden op de vragen 141-144. Zie de antwoorden op de vragen 141-144. Zie de antwoorden op de vragen 141-144. Ja. Bij een nieuwe introductie bestaat de mogelijkheid een nieuwe inkoopprocedure te starten. Een nieuwe middel zal niet per definitie als laatste aan de rangorde worden toegevoegd. Het AOC voor de huidige procedure staat vast en kan niet wijzigen. Pagina 18 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 152 153 154 155 156 157 158 Indien voorkeursbeleid wordt gewijzigd door een nieuwe inkoopprocedure uit te voeren, wat zijn dan de uitgangspunten in de periode vanaf wijziging tot vaststelling van gunning van voorkeursgeneesmiddelen? In de uitgangspunten is opgenomen dat de financiële voordelen in gelijke mate ten goede komen aan de deelnemende zorgaanbieders, Achmea en gewenste innovaties. Hoe wordt deze korting in financieel voordeel geeffectueerd als het verzekerden betreft van concurrerende zorgverzekeraars? In de uitgangspunten van de inkoopprocedure is opgenomen dat de geboden kortingen ‘onder couvert’ zijn en daarmee niet zichtbaar voor andere marktpartijen Hoe wordt deze vertrouwelijkheid van de korting gewaarborgd op het moment dat de korting wordt uitbetaald? In de leveringsvoorwaarden is aangegeven dat andere voorwaarden van de inschrijver expliciet worden uitgesloten. Hoe gaat Achmea om met bestaande overeenkomsten tussen zorgaanbieders en leveranciers met aanvullende voorwaarden over levering, data-uitwisseling, kwaliteits-, service-elementen, etc…? In de voorbehouden is onder 2.3.4 opgenomen dat voor ‘sommige’ AOC’s geen overeenkomst wordt gesloten. Welke criteria worden voor dit voorbehoud gehanteerd? Voorbehouden in deze inkoopprocedure a. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers en apothekers) bij deze wijziging(en) zijn betrokken? b. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze wijziging(en) zijn betrokken? c. Op welke wijze is dit proces van wijziging transparant voor betrokken (belanghebbende) partijen? Tot het moment van vaststellen van de nieuwe rangorde blijft het oude beleid van kracht. zie antwoord op vraag 69 en vraag 70. De afrekening van de korting met zorgaanbieders gebeurt op AOCniveau. Achmea staat buiten (lopende) afspraken met zorgaanbieders voor zover het geen onderhandse deals betreft (zie antwoord vraag 19). Deze vraag is op dit moment niet opportuun gelet op het feit dat de inkoopprocedure voorziet in de inkoop van slechts 1 (één) AOC. Dit is de verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Dit is de verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Deze wijziging betreft een activiteit van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen en is daarmee per definitie transparant. Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra een wijziging definitief is. Er kunnen redenen zijn voor een aanbieder een geneesmiddel om niet te in te schrijven, of er kunnen redenen zijn dat Achmea een bepaalde aanbieder uitsluit (bijv. vanwege onvolkomenheden of tegenstrijdigheden, zie blz. 12). Pagina 19 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 159 160 161 162 a. Wat betekent dit voor de toegankelijkheid van dat specifieke geneesmiddel? b. Hoe wordt de aanspraak van patiënten gewaarborgd? Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht, die (o.a.) inhoudt dat zij geneesmiddelen die onderdeel uitmaken van het verzekerde pakket, beschikbaar moeten maken voor patiënten die daarop zijn aangewezen. Alleen extramuraal mag een zorgverzekeraar het pakket in die zin beperken, dat per werkzame stof één variant wordt aangewezen (art. .2.8 Besluit zorgverzekering). Achmea eist dat het geneesmiddel waarvoor een inschrijving wordt gedaan “(…) 2) onderdeel uitmaakt van het verzekerde pakket”. Intramuraal zijn er geen beperkingsmogelijkheden zoals genoemd in art. 2.8 Besluit zorgverzekering. Tegelijkertijd gaat uw opzet uit van uitsluiting, voorselectie, rangorde etc.. Hoe verhoudt zich dat tot het wettelijk systeem van aanspraken en grenzen aan beperkingen die de zorgverzekeraar daarop mag stellen (noch direct, noch indirect, zie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2014, VGZ e.a./Nutricia e.a.)? In 3.5.2.F is aangegeven dat de kosten van distributie worden geacht te zijn opgenomen in de geoffreerde prijs. a. Hoe gaat Achmea om met aanvullende vergoeding voor kosten die de doelmatige inzet en kwaliteit van zorg ten goede komen? b. Hoe worden dergelijke waarde toevoegende kosten in de totale vergoeding meegenomen? Onder 4.2.1. te offreren kortingen wordt aangegeven dat de geboden korting van toepassing is op alle add-on declaraties over het gerealiseerde volume. Welke afstemming is gemaakt met concurrerende zorgverzekeraars? In de tweede alinea staat: “Als een product tijdens de realisatiefase wordt geregistreerd en daarmee in een nieuwe indicatiegroep past, zal de rangorde van de betreffende indicatiegroep worden aangepast met ingang van de eerste van de maand volgend op het verkrijgen van de betreffende registratie.” a. Wat bedoelt u met “een nieuwe indicatiegroep“? 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Dit heeft geen effect op de toegankelijkheid. Zie de antwoorden op vraag 2 en vraag 158a. Zie het antwoord op vraag 61. Deze vallen buiten de geoffreerde prijs. Dergelijke kosten dienen direct tussen aanbieder en zorgaanbieder te worden verrekend. Er is geen afstemming met andere verzekeraars. Een andere indicatie dan tot voor dat bewuste moment. Pagina 20 van 54 Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 163 b. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers en apothekers) bij deze aanpassing(en) zijn betrokken? c. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze aanpassing(en) zijn betrokken? d. Op welke wijze is dit proces van aanpassing van de rangorde transparant voor betrokken (belanghebbende) partijen? In de vierde alinea staat dat zorgaanbieders bij nieuwe gebruikers in minimaal in 80% van de gevallen het voorkeursgeneesmiddel (zijnde het geneesmiddel waarvoor het hoogste kortingspercentage is geboden) moeten voorschrijven. a. Wie heeft het percentage van 80% bepaald, op basis van welke criteria en volgens welke procedure? b. Geldt dit percentage voor alle clusters? Zo ja, waarop is dat gebaseerd? c. Zijn bij de vaststelling van dit percentage de betrokken beroepsgroepen (voorschrijvers/apothekers) en patiëntenorganisaties betrokken? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet? d. Op welke gronden acht Achmea het percentage van 80% verantwoord voor al deze clusters? e. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat – met dit opgelegde percentage voorschrijvers hun verplichting tot het bieden van kwalitatief verantwoorde zorg kunnen nakomen? Zij zijn immers uit dien hoofde verplicht om voor elke patiënt, met inachtneming van de individuele omstandigheden van het geval, te handelen in overeenstemming met hun richtlijnen en de stand van de wetenschap en praktijk? f. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat Achmea haar zorgplicht op grond van de Zorgverzekeringswet kan nakomen, die inhoudt dat zij ervoor dient te zorgen dat de zorg die tot het verzekerde pakket behoort (want behoort tot de stand van wetenschap en praktijk), ook daadwerkelijk beschikbaar is voor de patiënt? Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen. Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen. Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen. Dit is vastgesteld door Achmea samen met de deelnemende zorgaanbieders. Ja, dit geldt voor alle clusters. Dit op basis van de gangbare praktijk. Nee, het betreft een inschatting van Achmea en de deelnemende zorgaanbieders, inclusief medisch specialisten. Zie het antwoord op de vragen 163a en 163c. Dat klopt. Door aan de ene kant ruimte in te bouwen (20%) om af te kunnen wijken en aan de andere kant de medisch inhoudelijke afwegingen van de individuele arts altijd te laten prevaleren boven de 80%-doelstelling. Zie ook antwoord vraag 51 tot en met 57. Gelet op het feit dat onze opzet op geen enkele manier de aanspraak inperkt dan wel de zorgplicht is er geen reden dit op een andere manier te waarborgen. Pagina 21 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 164 165 166 167 168 169 In de laatste alinea op blz. 18 wordt gesproken over de situatie waarin een patiënt “moet worden overgezet op een ander geneesmiddel binnen een cluster (een “switcher”)”. Hoe verhoudt zich deze kennelijk onvermijdelijke omzetting zich tot de uitspraken van de Minister van VWS in een brief van 15 mei 2014 aan de Tweede Kamer, waarin zij duidelijk heeft gesteld: “Voorschrijven conform behandelrichtlijnen en medische noodzaak gaat altijd voor financiële (budget) afspraken. De patiënt heeft aanspraak en recht op verantwoorde zorg overeenkomstig de stand van de wetenschap en de praktijk, zoals onder andere vastgelegd in behandelrichtlijnen.” en: “De problematiek dat voorschrijvers belemmeringen in het voorschrijven ervaren en wellicht hierdoor om niet-medische redenen patiënten switchen vind ik zeer zorgwekkend.”. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 29 248, nr. 269)? De leidraad stelt dat eventuele bezwaren voor de sluitingsdatum voor het indienen van vragen kenbaar moeten worden gemaakt, bij gebreke waarvan de inschrijver hierop geen rechtsgeldig beroep kan doen en zijn rechten heeft verspeeld. Al onze vragen dienen als bezwaar te worden beschouwd. Wat gaat Achmea doen wanneer er lopende het kalenderjaar biosimilars voor een betreffend geneesmiddel op de Nederlandse markt komen? Wat betekent dit concreet voor de gesloten contracten? Kan Achmea meer specifiek aangeven wanneer zij gebruik maakt van het voorbehoud (p. 10) om het voorkeursbeleid te wijzigen Indien Achmea het voorkeursbeleid wijzigt o.b.v. wijzigingen in de markt, kan een fabrikant dan haar aanbod terugtrekken of een nieuw kortingspercentage indienen? Zo nee, waarom niet. Zo ja, onder welke voorwaarden is dit mogelijk? Worden bij het uitbrengen van de definitieve nota van inlichtingen tevens alle definitief deelnemende ziekenhuizen bekend gemaakt en wordt er aangegeven voor welk deel zij mee doen met ICF? Indien zij alleen voor het Achmea deelnemen, geeft Achmea dan aan welk percentage het Achmea deel is? Zie antwoord vraag 135. Dit betreft geen vraag. Indien er een nieuw geneesmiddel op de markt komt dat in het AOC past (op aangeven Achmea en de deelnemende ziekenhuizen) kan er een nieuwe inkoopprocedure starten. In het geval er een product met betere positie in de rangorde een nieuwe registratie verkrijgt zal het voorkeursbeleid voor wat betreft de bewuste indicatie wijzigen. Het terugtrekken van de bieding is niet mogelijk. In het geval er een nieuwe inkoopprocedure volgt en het betreffende product is opgenomen in het AOC kan er een nieuwe bieding worden gedaan. In het digitaal invulbestand van 3 oktober 2014 is opgenomen welke zorgaanbieders deelnemen en of het 'Achmea volume' betreft of het gehele volume van de zorgaanbieder. Indien het alleen Achmea volume betreft kan niet worden aangegeven welk percentage dit is van het totale volume omdat Achmea dat niet kent. Pagina 22 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 170 171 172 173 174 Wanneer Achmea gaat inkopen voor deelnemende Academische centra dient zij de Europese aanbestedingsregels inclusief de daarbij behorende tijden te volgen. Is Achmea van mening dat de Europese aanbestedingsregels bij ICF van toepassing zijn? Indien Achmea van mening is dat de Europese aanbestedingsregels in deze situatie niet van toepassing zijn, welke onderbouwing heeft Achmea hier dan voor? Op pagina 8 staat: ‘deelnemende zorgaanbieders sluiten geen onderhandse deals over de geneesmiddelen in de AOC’. Welke zaken, afspraken etc. verstaat Achmea onder ‘onderhandse deals over de geneesmiddelen in de AOC’, kunt u dit specifiek benoemen. Gestanddoening: Wanneer achteraf blijkt dat er per 1 januari 2015 geen geldende overeenkomstig is voor het leveren van geneesmiddelen aan de deelnemende zorgaanbieders, bijvoorbeeld omdat er een juridische kwestie heeft gespeeld,dan betekent dit dat de betrokken ziekenhuizen geen korting hebben bedongen en zij feitelijk de lijstprijs verschuldigd zijn. Garandeert Achmea dat zij deze aan de inschrijver betalen? Zo nee, betekent dit dat Achmea dit risico volledig bij de deelnemende ziekenhuizen legt? Op pagina 13 schrijft Achmea over ‘irreële inschrijving”. Kunt u meer specifiek beschrijven wat u onder irreële inschrijving verstaat? Enkele zorgaanbieders nemen deel aan ICF onder specifieke voorwaarden. Wij achten het noodzakelijk om over deze informatie te beschikken om een bod uit te kunnen brengen rekening houdende met de gestelde voorwaarden en maken bezwaar tegen het ontbreken van deze informatie ten tijde van het publiceren van de leidraad. Legt u deze voorwaarden over aan de genodigde inschrijvers bij de definitieve nota van inlichtingen? Zo nee, wat is daarvoor uw argumentatie? Zie het antwoord op vraag 102. Zie het antwoord op vraag 19. De situatie waarin de inkoopprocedure geen resultaat geeft is onderwerp van gesprek tussen de deelnemende ziekenhuizen en Achmea. Dit heeft geen betrekking op de inkoopprocedure. Een bieding is irreëel indien deze tot doel heeft dan wel de uitwerking heeft de inkoopprocedure te frustreren. De eventuele voorwaarden zijn onderdeel van het contract Medisch Specialistische Zorg en betreffen andere aspecten dan welke relevant zijn voor de inkoopprocedure. Pagina 23 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 175 176 177 178 179 Per indicatiegroep (Pag. 18) zal een specifieke rangorde worden vastgesteld. Daarbij wordt uitgegaan van de geregistreerde indicatie(s) (peildatum 1 oktober 2015). Als een product tijdens de realisatiefase wordt geregistreerd en daarmee in een nieuwe indicatiegroep past, zal de rangorde van de betreffende indicatiegroep worden aangepast met ingang van de eerste van de maand volgend op het verkrijgen van de betreffende registratie. Bent u ook van mening dat hier ‘peildatum 1 oktober 2014’ dient te staan? Betekent dit dat zonder dat voor de desbetreffende indicatie een bod is uitgebracht, buiten de inschrijfprocedure een wijziging in rangorde wordt aangebracht? Bij gelijke bieding bepaalt loting de positie. (pag. 18). Stelt u hiermee dat bij gelijke korting geen gelijke positie geboden wordt? Zo ja, kunt u het juridisch kader beschrijven op grond waarvan u meent dat dit toegestaan is in deze specifieke situatie? Indien Achmea geen of geen rechtsgeldige inschrijvingen ontvangt, wordt de AOC buiten de inkoopprocedure gehouden. Hoe verantwoordt Achmea dit rechtsgeldig en hoe verhoudt dit zich met het recht op aanspraak van de verzekerde? Deelnemende zorgaanbieders hebben de mogelijkheid een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten. Kunt u toelichten wat hiermee bedoeld wordt en welke consequenties deze maatregel heeft op geboden kortingen en het gebruik/uitsluiten van het geneesmiddel binnen de dynamische groep van patiënten? Kunt u uiterlijk in de nota van toelichting aangeven welke zorgaanbieders van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt of dit overwegen en op welke wijze? Op basis van welke verifieerbare Nederlandse marktgegevens gegevens heeft Achmea de referentietarieven vastgesteld? Indien Achmea niet Nederlandse marktgegevens heeft meegenomen in haar overwegingen/ besluitvorming hoe beargumenteerd zij de toepasbaarheid hiervan op de Nederlandse markt? Het is correct dat de peildatum 1 oktober 2014 moet zijn. Wij gaan er van uit dat fabrikanten zelf op de hoogte zijn van eventuele uitbreiding van de geregistreerde indicaties en dat er rekening mee gehouden zal worden bij de bieding. Gelet op het feit dat er geen bod uitgebracht kan worden per indicatie kan het tweede deel van de vraag niet voor komen. De loting zal voorafgaand aan het opnemen van de enveloppen plaats vinden. Indien er twee gelijke biedingen zijn heeft het lot dus vooraf bepaald welke positie de gelijke biedingen t.o.v. van elkaar krijgen in de rangorde. Het juridisch kader is de Leidraad waarin deze procedure is beschreven. De situatie waarbij er geen- of geen rechtsgeldige biedingen worden ontvangen is beschreven in de Leidraad en daarmee rechtsgeldig. Dit heeft geen effect op de aanspraak van verzekerden. Zie antwoord vraag 21. Achmea heeft het referentietarief vastgesteld op basis van o.a. declaratiedata, marktgegevens van zorgaanbieders en de effecten historische marktontwikkelingen. Pagina 24 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 180 181 182 183 184 185 186 In de modelovereenkomst (pag.27) wordt er gesproken over inkopende zorgverzekeraar, Achmea en ‘opdrachtgever’. Wil Achmea aangeven welke term er gebruikt gaat worden. In de modelovereenkomst (pag.27/28) ontbreekt een bepaling die de rangorde contractueel vastlegt. Gaat Achmea deze bepaling toevoegen en zo ja, in welke bewoordingen, zo nee, waarom niet? In de modelovereenkomst (pag.30; art 8 sub 2: 2) staat het volgende: De daadwerkelijk door opdrachtnemer aan opdrachtgever verschuldigde korting per geneesmiddel in een AOC behelst de in bijlage 4 per geneesmiddel opgenomen korting. Indien het NZa maximumtarief gedurende de looptijd wijzigen, dan zal bij neerwaartse bijstelling de nieuwe prijs worden gehanteerd en bij opwaartse bijstelling het huidige tarief worden behouden. Waarom wordt er bij opwaartse bijstelling deze niet doorgevoerd door Achmea en blijft bij een neerwaartse bijstelling van het NZa maximumtarief de overeengekomen korting gehandhaafd? In de modelovereenkomst (pag.29; art4 sub 2). Verzoek aan Achmea tot aanpassen in: ‘Alle in redelijkheid gemaakte kosten..” In de modelovereenkomst (pag.30; art 9 sub 1). Verzoek aan Achmea tot aanpassen in: Kosten en schade beperken tot directe kosten en schade. In de modelovereenkomst (pag.32; art 12 sub 3).Verzoek aan Achmea tot aanpassen in: Wederkerig maken, dient ook te gelden voor opdrachtgever en zorgaanbieders. In de modelovereenkomst (pag.32; art 14 ‘en haar globale inhoud’). Verzoek aan Achmea tot verwijderen van deze zinsnede Het betreft de inkopende verzekeraar (handelend onder de naam Achmea) welke tevens opdrachtgever is. Zie het antwoord op vraag 17. Dit is gedaan om de belangen van onze verzekerden zo goed mogelijk te behartigen. Hiermee kan Achmea niet akkoord gaan. Hiermee kan Achmea niet akkoord gaan. Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste modelovereenkomst. Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste modelovereenkomst. Pagina 25 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 187 188 189 190 191 In de modelovereenkomst (pag.34; art 18: Indien zich tijdens de duur van deze overeenkomst van overheidswege een voor Partijen ingrijpende wijziging van de zorgverzekeringswet en/of bijbehorende besluiten en/of regelingen voordoet waarmee (de inhoud van) deze overeenkomst strijdig is of waardoor er ernstige onduidelijkheden ontstaan over de verplichtingen van Partijen onder deze overeenkomst, kan Achmea deze overeenkomst per datum van de overheidsmaatregel beëindigen. Verzoek aan Achmea tot aanpassen in: Partijen dienen eerst met elkaar in overleg te treden om te bezien of de overeenkomst gewijzigd kan worden, indien wetswijziging zodanig is dat dit niet door een van beide partijen gevergd kan worden komt beëindigen aan de orde. Leidraad pag. 19: ‘Opdrachtnemer is niet gerechtigd zonder toestemming van opdrachtgever de rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst over te dragen aan een derde.…’ Verzoek aan Achmea tot aanpassen in: Deze toestemming zal niet onredelijk worden onthouden. ‘Economisch meest voordelige inschrijving’. Achmea lijkt geen rekening te houden met de huidige marktaandelen en de door Achmea gehanteerde omschrijving hoeft dus ook niet het ‘Economisch meest voordelige inschrijving’ te zijn. Waarom heeft Achmea marktaandelen niet meegenomen in de bepaling van de ‘Economisch meest voordelige inschrijving’? ‘Economisch meest voordelige inschrijving’. Er zijn verschillen in gemiddelde doseringen per geneesmiddel per patient per jaar. Houdt Achmea hier rekening mee bij het vaststellen van de volgorde van de ‘economisch meest voordelige inschrijving’? Zo nee, waarom niet? Kunnen er verschillende kortingen worden gegeven per indicatie en zo ja, worden de kortingen dan ook alleen per indicatiegebied gebruikt? M.a.w. gelden voor de andere indicaties de NZa maximum tarieven wanneer wij daar niet op geboden hebben? Zo nee waarom niet? Hier kan Achmea niet mee akkoord gaan. Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste modelovereenkomst. Gelet op de huidige prijsstelling van de betreffende producten is het marktaandeel irrelevant voor de prijsvorming. De definitie van 'economisch meest voordelige bieding' is opgenomen in de Leidraad. Nee. De bepaling van de rangorde is beschreven in de Leidraad. Het is niet mogelijk een bieding per indicatie te doen. Er kan slecht 1 kortingspercentage geboden worden wat, zoals beschreven in de Leidraad, van toepassing zal zijn op alle declaraties van het betreffende middel. Pagina 26 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 192 Achmea heeft een dynamische groep berekend van ± 35%, bestaande uit nieuwe patiënten en switchers samen. Op welke wetenschappelijke verifieerbare data zijn deze percentages gebaseerd en hoe verhouden deze percentages zich per indicatiegebied: Reuma, MDL en Psoriasis patiënten. 193 Betreft pagina 5: Uw definitie Add-on cluster. Hierin wordt ondermeer gesteld dat geneesmiddelen in een cluster zitten als ze bij een zelfde indicatie gebied kunnen worden toegepast. Is Achmea van mening dat alle door hen geselecteerde geneesmiddelen in de AOC toepasbaar zijn voor alle indicaties? Zo ja, waar baseert Achmea dit op? Zo nee, waarom heeft Achmea dan de betreffende middelen in eenzelfde cluster geplaatst? Kunt u in uw beantwoording meenemen waarom Infliximab niet opgenomen is in de AOC? Wanneer (graag zo specifiek mogelijk definiëren) zal Achmea gebruik maken van het voorbehoud op pagina 10, om voor sommige AOC’s geen overeenkomst te sluiten Achmea verplicht zorgaanbieders dat zij, bij nieuwe patiënten, in 80% het meest voordeligste middel voorschrijven. Op basis van welke gepubliceerde wetenschappelijke literatuur/onderzoek stelt Achmea dat 80 % van de nieuwe patiënten op het preferente middel kan worden gezet en meent Achmea dat dit percentage voor alle patiëntengroepen (reuma, MDL en psoriasis) hetzelfde is? Zo ja, op welke verifieerbare gegevens baseert Achmea dit? En hoe denkt Achmea deze percentages daadwerkelijk te borgen zonder ongeoorloofd invloed uit te oefenen op het voorschrijfgedrag van artsen? 194 195 De percentages zijn gebaseerd op de declaratiegegevens van Achmea over de periode H2-2012 - H1-2013. Patiënten zijn hierbij als "nieuw" aangemerkt als ze tenminste 180 dagen geen TNFi hebben gebruikt. Patiënten die binnen een periode van 180 dagen van stof zijn veranderd worden als "switcher" aangeduid. Bij de analyse is geen onderscheid gemaakt naar de verschillende indicatiegebieden. Het is dus een indicator die representatief is voor de landelijke situatie. Achmea is niet van mening dat alle geselecteerde geneesmiddelen kunnen worden toegepast bij alle indicaties. Binnen de AOC zijn echter wel geneesmiddelen met dezelfde indicaties die onderling concurreren. Infliximab is niet opgenomen vanwege de toedieningsvorm (IV). Op dit moment is er slechts 1 AOC in procedure. Alleen in het geval er geen- of geen rechtsgeldige inschrijving komt zal Achmea geen overeenkomst sluiten. Zie antwoord vraag 39. Achmea zal nimmer ongeoorloofde invloed uitoefenen op het voorschrijfgedrag. Pagina 27 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 196 197 198 199 200 201 202 Wordt in de AOCs een onderverdeling gemaakt o.b.v. indicatiegroepen per geneesmiddelen omdat niet ieder geneesmiddel voor dezelfde indicaties ingezet kan worden. Zo ja kunt u aangeven hoe de groepen specifiek zijn gedefinieerd en op basis van welke verifieerbare data? Zo nee, waarom niet? Voor welk percentage van de TNF alfaremmers markt koopt Achmea in voor 2015? Achmea heeft de rekenvolumes in bijlage 4, gebaseerd op eigen data en die van Vektis. Daarnaast heeft Achmea inschattingen gemaakt voor zowel het aantal nieuwe patiënten als switch patiënten. Welke berekeningen en formules heeft Achmea voor deze berekeningen gebruikt? Is Achmea bereid deze berekeningen te overleggen en hier een controle op te laten verrichten door een onafhankelijke partij? Zijn in deze getallen alle door de zorgaanbieders ingebrachte eventuele volumes meegenomen? Het rekenvolume is een op feiten gebaseerde best mogelijke schatting waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Wat gebeurt er als het beoogd volume niet wordt gehaald? Is Achmea bereid een bandbreedte overeen te komen met inschrijvende partijen en compensatie aan te bieden wanneer men hier buiten komt? NZa maximum tarieven voor 2015. Omdat deze tarieven nog niet definitief zijn vastgesteld: Kan Achmea aangeven welke bron zij gebruikt voor de NZa maximumtarieven? Is Achmea voornemens om de door de NZa te publiceren definitieve maximumtarieven te gaan hanteren? Zo nee, waarom niet? We kunnen korting geven op het NZa-maximumtarief 2015 voor onze producten. Kunnen we dit voor elke SKU verschillend aanpakken? Kunnen we ook een % korting geven dat verschillend is voor 1ste, 2de of 3de keus? Wie is/wordt er uitgenodigd om bij het openen van de enveloppen aanwezig te zijn en welke informatie wordt daar bekend gemaakt? Zie de antwoorden op de vragen 62,63,64,65,66,67 en 68. Zie het antwoord op vraag 99. Bij het verschijnen van de nota van inlichtingen zal de aangepaste opgave van de deelnemende zorgaanbieders, het volume en of het Achmea- of totaal volume betreft mede gepubliceerd worden in het digitaal invulbestand van 3 oktober 2015. Achmea maakt hierbij gebruik van de eigen declaratiedata, Vektis gegevens en de opgave van de deelnemende zorgaanbieders. Het kan voorkomen dat de volume ontwikkeling anders verloopt dan op dit moment ingeschat kan worden. Er zijn diverse afspraken van kracht waarbij er sterk gestuurd wordt op doelmatigheid en gepast gebruik. Het aanbieden van een compensatie bij 'het niet halen van het volume' is niet mogelijk. De gebruikte bron is te vinden op een openbare pagina van de NZa:http://www.nza.nl/regelgeving/tarieven/ziekenhuiszorg/tarieve nDBCDOT/tarieven-prestaties-DBC-DOT/ Nee, er kan slechts 1 kortingspercentage worden aangeboden. Geïnteresseerde belanghebbende kunnen aanwezig zijn bij het openen van de enveloppen. Zie verder de antwoorden op de vragen 94, 95 en 96. Pagina 28 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 203 204 205 206 207 208 209 Welke partijen zijn er (contractueel) aan gehouden om de informatie vertrouwelijk te behandelen? Welke straf staat op het openbaar maken van vertrouwelijke informatie waaronder de ingediende prijzen? Zijn er partijen die niet tot vertrouwelijkheid gehouden zijn? Zo ja welke partijen zijn dit en waarom? Welke informatie vanuit de tender krijgen deelnemende zorgaanbieders? Alleen volgorde en prijsverschil tussen de ingeschreven geneesmiddelen? En welke overige informatie? Welke maatregelen neemt Achmea om te voorkomen dat vertrouwelijke informatie wordt openbaargemaakt door deelnemende zorgaanbieders of anderen? Kan Achmea garanderen dat kortingspercentages niet bekend worden bij zorgaanbieders? Niet via een directe weg noch dat de zorgaanbieder achteraf kortingspercentages zelf kan berekenen? Is Achmea bereid om een Trusted Third Party (TTP) in het proces van opstellen van kosten, het uitvoeringsproces verrekening van kortingen en ter verificatie van data et cetera aan te stellen? Zo nee, waarom niet? Zo ja wat zijn dan de procedures en afspraken die er met de TTP worden gemaakt? De kosten die de distributie van de inschrijver naar zorgaanbieder en/of groothandel met zich meebrengt, worden geacht te zijn opgenomen in de geoffreerde prijs? Bij andere tenders ontvangen inschrijvers een standaard vergoeding voor distributie. Waarom is dit thans niet het geval? Achmea zal periodiek een onderbouwde creditnota voor het afrekenen van de korting aanleveren aan de inschrijver. Op welke databronnen zal dit worden gebaseerd, welke periodes zullen worden gehanteerd en welke mogelijkheden krijgt de inschrijver om deze gegevens te controleren? De personen die kennis hebben over de inhoud van de inschrijvingen zijn contractueel gehouden aan geheimhouding. Voor het overige heeft iedereen zich te houden aan de relevante wet- en regelgeving. De deelnemende zorgaanbieders krijgen alleen informatie over de rangorde. Achmea maakt hierover afspraken met de deelnemende zorgaanbieders. Geheimhouding is in het belang van alle betrokken partijen. Zie het antwoord op vraag 154. Ja, Achmea is bereid hiervoor een TTP in te schakelen. Over de procedures en de afspraken worden partijen die daadwerkelijk een rechtsgeldige bieding hebben gedaan later geconsulteerd. Er zijn uiteenlopende vormen van distributie die het werken met een standaard vergoeding onmogelijk maken. De gebruikte databronnen betreffen de declaratiegegevens van de deelnemende ziekenhuizen. De gehanteerde periode zal worden afgestemd met de inschrijvers, deelnemende ziekenhuizen en de TTP. De controle mogelijkheden zijn onderwerp van de genoemde consultatie in het antwoord op vraag 207. Pagina 29 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 210 211 212 213 214 215 216 Hoe verlopen de financiële en logistieke stromen als het ziekenhuis heeft besloten om Achmea centraal te laten inkopen voor haar gehele patiënten populatie en hoe vindt dan rapportage plaats over het deel dat bestemd is voor de niet Achmea patiënten populatie in het ziekenhuis? Hoe wordt er inzicht gegeven in de niet Achmea gegevens? Paragraaf 4.2.1 Te offreren kortingen. Hier wordt gesteld dat “De geboden korting is van toepassing op alle add-on declaraties over het gerealiseerde volume van de deelnemende zorgaanbieders. De afrekening van de korting vindt plaats op basis van declaraties in het schadejaar 2015”. Hoe gaat Achmea inschrijvers inzicht bieden in de juistheid van deze gegevens? Graag uw toelichting op het punt 3.5.2. ad. C (pagina 15): Orders aanpassen/weigeren: wat bedoelt Achmea hier mee? Met betrekking tot punt 3.5.2. ad. D, (pagina 15). Inschrijvers hebben geen controle over de voorraad (beschikbaarheid NL markt) wanneer deze distributiecentra van de inschrijver heeft verlaten. Gaat Achmea daarom voorraadbeheer ten gunste van deelnemende zorgaanbieders regelen met groothandels in Nederland? In de modelovereenkomst (pag.28) staat; Opdrachtnemer levert conform de in artikel 2 genoemde overeenkomstdocumenten aan opdrachtgever de aan hem op basis van de inkoopprocedure gegunde AOC geneesmiddelen binnen 3 werkdagen na een order van een groothandel en/of zorgaanbieder. Wat is locatie waar afgeleverd dient te worden, hoe regelt Achmea de opslag, het transport en draagt Achmea zelf zorg voor de distributie? Stel dat een deelnemende zorgaanbieder 25% of een hoger percentage van nieuwe patiënten op een ander dan het door Achmea vastgestelde meest doelmatigste middel dient te zetten, wat doet Achmea in dit geval en hoe staat Achmea hier ten opzichte van het recht op aanspraak van de verzekerde? Is deze onderbouwing voor alle indicaties en alle middelen van toepassing? Aan de logistieke en financiële stromen verandert niets. De rapportage zal ook voor dit deel van het volume worden gebaseerd op de declaratiegegevens welke verwerkt worden door de TTP. Zie het antwoord vraag 207. Deze bepaling is onderdeel van de leveringszekerheid. Nee, Achmea gaat hierover geen bijzondere afspraken maken met groothandels. Nee, Achmea zal niet betrokken zijn bij het orderproces, de distributie, de opslag of het transport. De strekking van het betreffende artikel is het in stand houden van de huidige praktijk maar daarbij wel een garantie vragen op tijdige verwerking van orders in het kader van de leveringsbetrouwbaarheid. Zie het antwoord op vraag 163. Ja. Pagina 30 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 217 218 219 220 221 222 223 224 225 Welke afspraken heeft Achmea gemaakt met de deelnemende zorgaanbieders m.b.t. afdoende registratie van gebruikte merken, batchnummers, eventuele bijwerkingen en effectiviteitmeting van gebruikte geneesmiddelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke? Is Achmea, gezien het feit dat zij ‘switchen’ bij TNFi’s in haar leidraad en in haar inkoopbeleid bespreekt met zorgaanbieders, van mening dat zij verantwoording draagt op het gebied van het verloop van switchen? Hoe gaat Achmea het proces van switch monitoren en bewaken en welke garanties gaat Achmea afgeven dat er niet om andere, dan medische redenen, geswitcht gaat worden? Welke penalty’s heeft Achmea opgenomen indien zorgorganisaties toch switchen om NIET medische redenen en hoe gaat Achmea om met de informatie verstrekking hierover? Het IC farma model stuurt op Prijs en Volume. Worden inschrijvende partijen ook betrokken bij kwaliteit en innovatie? Zo ja, hoe? Hoe ziet Achmea de rol van de niet inschrijvende partijen en nietdeelnemende ziekenhuizen op het terrein van kwaliteit en innovatie gezien het feit dat Achmea bij hen ook verantwoordelijkheid draagt? Welke maatregelen heeft Achmea getroffen om onderbehandeling te signaleren en aan te pakken? Hoe worden inschrijvende partijen betrokken bij de punten kwaliteit en innovatie? En de rol van de niet inschrijvende partijen en niet-deelnemende ziekenhuizen? Op welke gronden mogen zorgaanbieders besluiten om geneesmiddelen uit te sluiten? Nee, hierover zijn geen bijzondere afspraken gemaakt aangezien dit niet relevant is voor de gezamenlijke inkoop of de inkoopprocedure. Nee. De voorschrijver is de eindverantwoordelijke voor het bepalen van het geneesmiddel wat een patiënt dient te gebruiken. Achmea en de deelnemende zorgaanbieders zullen relevante gegevens monitoren en indien nodig met elkaar bespreken. Zie verder antwoord vraag 218. Er zijn geen penalty's afgesproken. Zie ook antwoord vraag 218 en vraag 219. Het kan zijn dat inschrijvende partijen betrokken worden bij het invullen van de innovatieagenda welke leidend zal zijn voor het besteden van de innovatiegelden. Dit is afhankelijk van de onderwerpen die Achmea samen met deelnemende zorgaanbieders agendeert. Achmea acht deze vraag niet relevant voor deze inkoopprocedure. Deze vraag is te onduidelijk gesteld om te kunnen beantwoorden. Zie het antwoord op vraag 221 en 222. Deze vraag is te onduidelijk gesteld om adequaat te kunnen beantwoorden. Pagina 31 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 226 227 228 229 230 231 De rangorde (pag.18) is bepalend bij de keuze van het geneesmiddel bij nieuwe gebruikers. De zorgaanbieders dienen bij nieuwe gebruikers een compliance op het voorkeursgeneesmiddel te behalen van minimaal 80 procent. Kunt u aangeven op welke verifieerbare gegevens u dit percentage baseert? Tevens zijn wij van mening dat door het niet op voorhand onderbouwen van deze informatie de leidraad en de procedure als zodanig niet juist is uitgevoerd. Wat is de reactie van Achmea op dit standpunt? Het strikt opleggen van 80 procent compliance om het voorkeursmiddel voor te schrijven kan in strijd zijn met de vrijheid van een arts om altijd het juiste middel voor te schrijven bij nieuwe patiënten. Zal Achmea bij voorkomende gevallen de 80 procent regel handhaven? Zo, ja wat zijn dan de maatregelen waar de voorschrijver mee te maken krijgt? AOC omschrijving: Zoals ook blijkt uit format 4, worden subcutaan en intraveneus van elkaar onderscheiden en wordt vervolgens in deze inkoopprocedure intraveneus buiten beschouwing gelaten. Wat is de reden voor dit onderscheid en het vervolgens buiten beschouwing laten van iv? Ontstaat daarmee niet een ongelijk speelveld tussen deze twee groepen, aannemende dat ze bij nieuwe patienten medisch uitwisselbaar zijn? AOC omschrijving: wat betekent de zinsnede dat deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid hebben “een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten”? Dit maakt het te verwachten volume voor inschrijvers nog onzekerder dan het toch al is. Wordt voorafgaand aan de inschrijving dit kenbaar gemaakt aan de inschrijvers? Hier staat dat Achmea in voorkomende gevallen een nieuwe inkoopprocedure kan uitvoeren. Wat betekent dat voor de op dat moment (op basis van de eerdere inkoopprocedure) bestaande afspraken met leveranciers? Zie ook de omschrijving van het begrip “realisatiefase” op pag. 6: fase van 1/1/2015 t/m 31/12/2015 waarin het voorkeursbeleid geldt voor de deelnemende zorgaanbieder. kortingen “onder couvert”: wie komen dit te weten? Zie antwoorden op de vragen 38-53. Achmea is van mening van de Leidraad en de procedure juist zijn uitgevoerd. Zie de antwoorden op de vragen 38-53. Het buiten de procedure houden van IV is gedaan op aangeven van (potentieel) deelnemende zorgaanbieders. Of er een ongelijk speelveld ontstaat is afhankelijk van het beleid ten aanzien van de uitgesloten producten. Dit beleid maakt geen onderdeel uit van deze inkoopprocedure. Zie de antwoorden op de vragen 21 tot en met 30. Zie het antwoord op vraag 3. De hoogte van de biedingen zullen bekend zijn bij Achmea team intramurale farmacie (inkopers + manager), de notaris en bij de TTP. Pagina 32 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 232 wat wordt hier bedoeld met “onderhandse deals” en hoe controleert Achmea hier op? 233 Kan Achmea ziekenhuizen die ook t.a.v. de inkoop voor niet Achmea verzekerden meedoen aan de Gezamenlijke Inkoop juridisch binden aan de compliance afspraken voor de niet-Achmea verzekerden en zo ja wat zijn bij niet naleving dan de sanctiemogelijkheden? Wat wordt er precies bekend gemaakt aan de aanwezigen bij de bijeenkomst bij de notaris op 20 oktober 2014? Voorbehouden. Hoe kan het zijn dat Achmea tussentijds (dus bijvoorbeeld ook nadat de inschrijvers hun bieding hebben gedaan) het voorkeursbeleid mag wijzigen? Dit recht wordt hier ongeclausuleerd en zonder plicht tot schadevergoeding geclaimd. Dat maakt de positie van de inschrijvers wel zeer onzeker. 234 235 236 237 Hier wordt gesproken over de voorwaarden t.a.v. houdbaarheid en daarbij wordt verwezen naar de modelovereenkomst in Hoofdstuk 8 van de Leidraad. Daarin staat echter geen artikel t.a.v. houdbaarheid. Wat zijn de eisen c.q. Voorwaarden t.a.v. de houdbaarheid? uitsluitingsgronden. Het is begrijpelijk dat Achmea zich ervan wil vergewissen dat zij met betrouwbare leveranciers te maken heeft. Van grote bedrijven kan echter niet worden verlangd in de volle breedte van het bedrijf te voldoen aan álle genoemde punten onder 3.4. Dat geldt vooral bij het 4e en 6e punt. Waar het hier ons in ziens in deze procedure om gaat, is dat de inschrijver/leverancier op de voor deze inkoop relevante gebieden geen juridische kwesties heeft en/of kwesties met de Inspectie. Kan Achmea deze passage daarop toespitsen? Zie antwoord vraag 19. Achmea zal hier niet actief op controleren of op voorhand sancties instellen. Beleid op dit punt zal worden gemaakt samen met de deelnemende zorgaanbieders. Ja, de 80%-doelstelling betreft het gehele volume dat ingebracht is door de deelnemende zorgaanbieder. Zie verder de antwoorden op de vragen 40,45,52,53 en 54. Zie antwoord vragen 94, 95 en 96. De rangorde staat vast en kan niet wijzigen. De uitwerking binnen een indicatiegroep kan wel wijzigen in het geval dat een product een nieuwe geregistreerde indicatie verkrijgt. Bv product op positie 1 in de rangorde maar zonder registratie voor indicatie Y heeft initieel niet de voorkeur voor indicatie Y. Zodra dit product de registratie Y krijgt zal het voorkeursproduct zijn voor indicatie Y. Immers had het product in de rangorde de beste positie. De te leveren producten dienen dezelfde houdbaarheidstermijn te hebben als de producten geleverd in de afgelopen 12 maanden. Dit zijn voor een inkoopprocedure gangbare vereisten en Achmea handhaaft deze vereisten onverkort. Pagina 33 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 leveringszekerheid: als een ziekenhuis aan wie wij leveren niet aan zijn (betaal-) verplichtingen voldoet, hebben wij geen leveringsplicht. Dit geldt ook voor “ICF ziekenhuizen”. Hoe houdt Achmea hiermee rekening? Let wel: Het ICF model vergt nog steeds wel dat er ook een leveringscontract is tussen farmaceutisch bedrijf en ziekenhuis. Aan welke eisen en voorwaarden dient een onderaannemer te voldoen? De afrekening gaat over declaraties “in het schadejaar 2015”: wat wordt daarmee bedoeld? Gaat het niet om de declaraties van verleende zorg in het jaar 2015? En tot hoe lang kan dit declaratieproces in de tijd doorlopen? Wat is de periodiciteit van de afrekening? wat is de reden om bij daling van het NZa maximumtarief voor een add on de nieuwe prijs te hanteren als grondslag en bij stijging het huidige tarief te behouden? Is dat niet een erg eenzijdige benadering? hoe zien de indicatiegroepen er uit? Dit wordt ook niet duidelijk uit Format 4. Hiermee samenhangend: uit eerdere informatie van Achmea kregen wij de indruk dat er onderscheid zou worden gemaakt tussen drie indicatiegroepen: indicaties mdl, indicaties dermatologie, indicaties reuma. Is dat niet meer aan de orde? Het lijkt er nu op dat alle indicaties bijeen worden genomen in één groep. er wordt gesproken over peildatum 1 oktober 2015. Moet dit niet zijn 2014? wat is de sanctie voor een ziekenhuis als de geheimhoudingsplicht t.a.v. de afrekening wordt geschonden? bij gelijke bieding volgt loting. Is dat redelijk bij een procedure waar het om een zo groot (financieel) belang gaat? Over welk volume wordt de compliance bepaald: betreft dit alle patienten die gebruik maken van TNF middelen of alleen de patienten die subcutane middelen gebruiken? Wat gebeurt er indien een zorgaanbieder niet aan de 80% compliance eis voldoet (sancties?) en wordt dit voor ons (per ziekenhuis) inzichtelijk? Welke compensatie ontvangt de inschrijver die daardoor volume mist? Er zal inderdaad een leveringscontract moeten zijn tussen de zorgaanbieder en een groothandel / fabrikant. Achmea voorziet niet op voorhand in de situatie waarin een ziekenhuis niet aan haar betaalverplichtingen kan voldoen. Mocht deze situatie zich voordoen zal Achmea in overleg treden met betrokken partijen. Aan dezelfde eisen en voorwaarden als de hoofdaannemer. Het betreft in 2015 aan de patiënt afgeleverde geneesmiddelen. Het declaratieproces kan tot medio 2016 lopen. Zie het antwoord op vraag 209. Zie het antwoord op vraag 182. Zie het antwoord op de vragen 193 en 196. Zie het antwoord op vraag 17. Zie het antwoord op vraag 205. Achmea acht dit objectief, transparant en daarmee ook redelijk. De compliance zal worden gemeten over het totale volume binnen het AOC. Hierbij zal gekeken worden naar het percentage nieuwe gebruikers op een voorkeursmiddel versus het totaal aantal nieuwe gebruikers. Zie het antwoord vraag 21. Pagina 34 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 249 250 251 252 253 254 255 256 Waarop is het percentage van 80% compliance gebaseerd.? hier wordt gesproken over “switcher”. Kan Achmea bevestigen dat switchen louter kan op medische gronden? Wij adviseren het begrip “switcher” toe te voegen aan de definitielijst onder 1.3. Is het juridisch vol te houden dat in geval van beëindiging op grond van een rechterlijke uitspraak er in geen enkel geval sprake kan zijn van vergoeding van kosten of schade bij de contractant (= inschrijver/leverancier)? declaraties via “derde partij”: hoe zorgt Achmea er voor dat dit een zorgvuldige en juiste procedure is? Achmea resp. een derde partij enerzijds en leveranciers anderzijds hebben belang bij een creditnota waarover geen discussie ontstaat (bijvoorbeeld over volumes, over welke zorgverzekeraar het betreft, over datum van zorglevering, over Nederlands vs buitenlands specialité etc.) en waar beide partijen vertrouwen in hebben. Hoe gaat Achmea daar voor zorgen? Zou Achmea willen overwegen hier gebruik te maken van de inzet van een trusted third party die onafhankelijk toeziet op de juistheid van de gegevens die ten grondslag liggen aan de creditnota? (denk aan accountant) Aan de inkoopprocedure nemen ook academische ziekenhuizen deel. Zoals bekend, worden academische ziekenhuizen beschouwd als publiekrechtelijke organen waarop Europese Aanbesteding van toepassing is. Is dat dat nu voor deze ICF procedure ook niet het geval? Kan Achmea bevestigen dat de in format 4 genoemde deelnemende ziekenhuizen onvoorwaardelijk akkoord zijn met de voorwaarden van ICF zoals in de eerdere ICF brochure vermeld? Kernpunt daarin: compliance op het voorkeursmiddel van minimaal 80%. Zie ook het gestelde op pag. 8 en 18. in format 4 worden aantallen patienten genoemd. Zijn dit cijfers op jaarbasis? Is het mogelijk deze aantallen te specificeren naar indicatie? Zie het antwoord op vraag 21. Zie het antwoord op vraag 21. Ja, dit acht Achmea redelijk. Het is ook transparant en daarmee is dit een helder standpunt. Zie het antwoord vraag 21. Nee. Zie het antwoord op vraag 102. Ja, Achmea kan bevestigen dat alle zorgaanbieders onvoorwaardelijk akkoord zijn met de gestelde voorwaarden aan deelname aan de gezamenlijke inkoop. Zie het antwoord op vraag 79. Achmea zal deze cijfers niet specificeren per indicatie. Pagina 35 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 257 258 Onlangs is door de rechter bevestigd dat een zorgverzekeraar een aanbestedingsplichtige publiekrechtelijke instelling is. Daarnaast blijkt uit de Leidraad en de bijlagen daarbij dat Achmea de onderhavige inkoopprocedure mede uitvoert in opdracht van en namens academische ziekenhuizen. Vraag: Kan Achmea bevestigen dat de Aanbestedingswet 2012 van toepassing is op onderhavige inkoopprocedure? Zo Ja, is Achmea bereid de bepalingen in de Leidraad en de Modelovereenkomst aan te passen overeenkomstig de vereisten van de Aanbestedingswet 2012? Indien Achmea van mening is dat de Aanbestedingswet 2012 niet van toepassing is op de onderhavige inkoopprocedure, kan Achmea toelichten waarom zij meent dat dit niet het geval is? De inkoopprocedure heeft onder meer betrekking op Add-oncluster (AOC) TNF-Alfaremmers. Uit format 4 bij de Modelovereenkomst maken wij op dat de inkoopprocedure meer specifiek betrekking heeft op de geneesmiddelen adalimumab (Humira), certolizumab pegol (Cimzia), etanercept (Enbrel), golimumab (Simponi) en ustekinumab (Stelara). Deze geneesmiddelen zijn blijkens hun handelsvergunning geregistreerd voor verschillende indicaties. Dat betekent dat sommige geneesmiddelen voor meer of andere indicaties zijn geregistreerd dan andere geneesmiddelen binnen het AOC. De door de NZa vastgestelde add-ons zijn gekoppeld aan de indicaties waarvoor de betreffende geneesmiddelen zijn geregistreerd. Blijkens paragraaf 4.3. van de Leidraad wordt per indicatiegroep een specifieke rangorde vastgesteld waarbij wordt uitgegaan van de geregistreerde indicatie(s) per peildatum 1 oktober 2015 (bedoeld is waarschijnlijk 1 oktober 2014). Vragen: a. Betekent het bovenstaande dat per indicatie waarvoor het geneesmiddel is geregistreerd een korting dient te worden aangeboden en dat Achmea voor iedere geregistreerde indicatie afzonderlijk een rangorde zal vaststellen? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea nader toelichten hoe de indicatiegroepen zijn samengesteld? Zie het antwoord op vraag 102. Er kan geen korting worden geboden per indicatie maar slechts 1 (één) kortingspercentage. De rangorde zal worden toegepast per indicatie voor zover de producten de betreffende registratie hebben. Zie ook het antwoord op vraag 13. Pagina 36 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 259 Toelichting: Binnen een hoofdindicatie zijn er verschillende geregistreerde indicaties. Zo kunnen als voorbeelden van geregistreerde indicaties binnen de hoofdindicatie reumatoïde artritis worden genoemd: behandeling van ernstige, actieve en progressieve reumatoïde artritis bij patiënten die niet eerder behandeld zijn met methotrexaat en behandeling als monotherapie van patiënten met reumatoïde artritis die intolerant zijn voor methotrexaat. b. De aanname is dat er een adviesraad betrokken is geweest bij de samenstelling van de add-onclusters. Kan Achmea bevestigen dat dit het geval is en, zo ja, kan Achmea toelichten wie er zitting hebben in deze adviesraad? Indien er geen adviesraad betrokken is geweest bij de samenstelling van de add-onclusters, op welke wijze zijn de medisch specialisten van de deelnemende zorgaanbieders betrokken geweest bij de samenstelling van het AOC en de samenstelling van de indicatiegroepen en hoe zijn patiëntenorganisaties hierbij betrokken geweest? c. Kan Achmea bevestigen dat de opname van geneesmiddelen in indicatiegroepen geschiedt aan de hand van de geregistreerde indicatie? Indien het antwoord op deze vraag “nee” luidt, kan Achmea dit nader toelichten? Op grond van een inschatting gebaseerd op de Achmea-populatie komt Achmea tot een dynamische populatie in de periode H2-2012 – H1-2013 van ongeveer 25% (1636 van het totaal 4617). Bovendien stelt Achmea dat de deelnemende zorgaanbieders bij nieuwe patiënten een compliance op het voorkeursmiddel dienen te behalen van 80%: dat wil zeggen dat bij minimaal 80% van de nieuwe gebruikers wordt gestart met het voorkeursmiddel. Achmea zorgt voor informatievoorziening en monitoring over compliance en stimuleert zorgaanbieders om het percentage van 80% compliance te behalen. In geval van “switchers” hebben de deelnemende zorgaanbieders een verplichting om bij keuze van het geneesmiddel de rangorde aan te houden voor zover dit medisch inhoudelijk verantwoordelijk is. Er is geen adviesraad betrokken geweest bij het vaststellen van het AOC. Zie verder de antwoorden op vraag 5,6,14 en 15. Ja. Vragen: Pagina 37 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 a. Zijn de cijfers van Achmea over de omvang en samenstelling van de dynamische populatie geverifieerd door de desbetreffende specialisten van de deelnemende zorgaanbieders en komen deze overeen met algemeen bekende gegevens en behandelrichtlijnen? b. Kan Achmea nader toelichten waarop zij het compliance percentage van minimaal 80% baseert? Daarbij wordt Achmea verzocht het volgende in aanmerking te nemen: i. In de NVR richtlijn voor axiale SpA staat dat de verschillende TNF blokkers een ander effect kunnen bezitten op extra-axiale manifestaties. De richtlijn stelt dat dit bij de keuze in de praktijk relevant kan zijn. Extra axiale manifestaties komen bij meer dan 20% van de axiale SpA patiënten voor. Hoe verhoudt dit zich tot het compliance percentage van minimaal 80%? ii. De keuze voor een biological is een zorgvuldige afweging tussen arts en patiënt. Zo staat in de NVDV richtlijn psoriasis 2012 dat de behandelingskeuze die een arts in samenspraak met de patiënt maakt, multifactorieel is bepaald. De belangrijkste overwegingen betreffen de unieke situatie van de patiënt (preferentie, comorbiditeit, therapeutische voorgeschiedenis, leefstijlfactoren, geslacht e.d.), de karakteristieken van de mogelijke behandelingen (effectiviteit, veiligheid, toedieningswijze, kosten, e.d.) en de ervaring van de behandelend arts.). Hoe verhoudt deze richtlijn zich tot het compliance percentage van 80%? iii. Zijn er door Achmea of door de deelnemende zorgaanbieders objectieve criteria vastgesteld op basis waarvan deelnemende zorgaanbieders de keuze mogen maken voor een ander AOC geneesmiddel dan het voorkeursgeneesmiddel? Zo nee, is Achmea bereid om een lijst met objectieve criteria te ontwikkelen (lijst met uitzonderingen) op basis waarvan afgeweken mag worden van het voorkeursbeleid en die voor de sluiting van de inschrijving bekend te maken aan inschrijvers en zorgaanbieders? Nee, deze cijfers zijn gebaseerd op Achmea declaratiedata. Zie ook antwoord op vraag 192. Zie het antwoord op de vragen 38, 39, 45, 46 en 47. Deze richtlijn past in de gemaakte afspraken met de deelnemende ziekenhuizen. Deze richtlijn past in de gemaakte afspraken met de deelnemende ziekenhuizen. Dit is niet nodig en zelfs onwenselijk. Dit is ter beoordeling van de medisch specialist. Pagina 38 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 c. De Leidraad vermeldt in paragraaf 1.3 dat een nieuwe gebruiker een patiënt is die niet eerder een AOC geneesmiddel heeft gebruikt of een patiënt is die moet switchen naar een ander AOC geneesmiddel als gevolg van onvoldoende respons en/of teveel bijwerkingen bij gebruik van een eerder AOC geneesmiddel of een patiënt is die eerder een AOC geneesmiddel heeft gebruikt maar waarbij bij gebruik volgens voorschrift de laatste toediening tenminste 6 maanden geleden is. i. Waarop is de termijn van 6 maanden na de laatste toediening bij patiënten die eerder een AOC geneesmiddel hebben gebruikt gebaseerd? ii. Bij behandeling van patiënten met reumatoïde artritis wordt gekeken of patiënten kunnen stoppen met het gebruik van hun biological nadat zij enige tijd in remissie zijn. Wanneer de patiënt een opleving van de ziekte krijgt na bijvoorbeeld 7 maanden dan is deze patiënt volgens de definitie in paragraaf 1.3 van de leidraad een nieuwe gebruiker. Kan Achmea bevestigen dat deze patiënten niet als nieuwe gebruiker worden aangemerkt en worden teruggezet op het initiële biological? d. Geldt het compliance percentage van minimaal 80% per indicatiegroep of heeft het compliance percentage van minimaal 80% betrekking op het gehele OAC? e. Op welke wijze kan dit compliance percentage worden gegarandeerd en/of en op welke wijze is dit percentage vastgelegd in de overeenkomst tussen Achmea en de deelnemende zorgaanbieders? In dit verband wordt Achmea gevraagd tevens toe te lichten of aan non-compliance met het percentage van minimaal 80% sancties of andere maatregelen zijn verbonden en op welke wijze Achmea zorgaanbieders “stimuleert” om zich aan de afgesproken compliance percentages te houden? f. Hoe verhouden de hiervoor bedoelde afspraken met de zorgaanbieders zich tot het verbod voor zorgverzekeraars om op welke wijze dan ook het voorschrijfgedrag van de arts te beïnvloeden? Door verschillende zorgaanbieders wordt een termijn van 3 maanden aangehouden. Achmea heeft er voor gekozen hier 6 maanden van te maken. Nee. Dit is ter beoordeling van de medisch specialist. Dit heeft betrekking op het gehele AOC. Zie het antwoord op vraag 52. In deze procedure zijn geen belemmeringen voor de voorschrijvers. De arts heeft vrije keuze bij het voorschrijven van geneesmiddelen. Achmea geeft wel invulling aan haar regisseursrol op het gebied van doelmatig voorschrijven. Pagina 39 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 260 261 Paragraaf 4.1. van de Leidraad vermeldt dat inschrijvers in hun bieding dienen aan te geven dat de inschrijver de Modelovereenkomst, zoals opgenomen in hoofdstuk 8 van de Leidraad onvoorwaardelijk accepteert en akkoord gaat met de daarin gestelde eisen en contractvoorwaarden. Uit de Leidraad en de Modelovereenkomst en de daarbij behorende bijlagen lijkt te volgen dat inschrijvers slechts één enkel kortingspercentage kunnen opgeven. Vraag: Aangezien het te verwachten volume afhankelijk is van de uiteindelijke plaats in de rangorde per indicatiegroep, is Achmea bereid de inkoopprocedure zodanig in te richten dat inschrijvers verschillende kortingspercentages kunnen aanbieden voor de verschillende indicatiegroepen en of afhankelijk van de plaats in de rangorde die uiteindelijk zal worden verkregen? Format 4 bij de Modelovereenkomst bevat een lijst van deelnemende zorgaanbieders en een lijst van de volumes per AOC geneesmiddel. Vragen: a. Kan Achmea bevestigen dat deze lijst en het ingebrachte volume gedurende de looptijd van de overeenkomst niet wordt gewijzigd? i. Het is bekend dat Achmea na publicatie van de Leidraad via twitter heeft gecommuniceerd dat de inschrijvingsperiode voor deelnemende zorgaanbieders is heropend en verlengd tot 1 oktober 2014. Kan Achmea bevestigen dat op 3 oktober 2014 een definitieve lijst van deelnemende zorgaanbieders en het door hen ingebrachte volume bekend zal worden gemaakt en dat, indien deze afwijkt van de lijst van deelnemende zorgaanbieders die bij de Leidraad is gevoegd, de inschrijftermijn wordt verlengd tot 24 oktober 2014 om 17.00 uur zodat inschrijvers hun berekeningen en afwegingen kunnen aanpassen aan het gewijzigde volume? Nee, het is niet mogelijk een bieding te doen die afhankelijk is van de plaats in de rangorde. Zie het antwoord op vraag 198. Zie het antwoord op vraag 198. Achmea zal de inschrijftermijn niet aanpassen. Pagina 40 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 262 ii. Kan Achmea, ongeacht het antwoord op de voorgaande vraag, bevestigen dat na het tijdstip van publicatie van de definitieve nota van inlichtingen c.q. na het beantwoorden van de laatste vraag aan inschrijvende partijen een periode van ten minste twee weken wordt geboden tot de sluitingsdatum voor het indienen van de offerte? b. Achmea heeft de volumes bestaande patiënten, nieuwe gebruikers, switch en dynamische populatie per geneesmiddel weergegeven en niet per deelnemende zorgaanbieders en per indicatie. Is Achmea bereid ten behoeve van de inschrijvers inzicht te verschaffen in het totale volume van de betreffende geneesmiddelen per zorgaanbieder en/of per indicatiegroep en/of per indicatiegroep per zorgaanbieder omdat de inschrijvers betere berekeningen en scherpere aanbiedingen kunnen doen wanneer deze gegevens bekend zijn? c. Is er bij het berekenen van de volumes per deelnemende zorgaanbieder uitgegaan van een groei in het volume voor 2015 en, zo ja, welk groeipercentage is gehanteerd? d. Hoe is het totale volume per zorgaanbieder bepaald? Is bij het bepalen van het volume per deelnemende zorgaanbieder, het Achmea volume omgerekend naar een totaal volume en, zo ja, waarop is dit gebaseerd? Add-onclusters worden gedefinieerd als een groep van addongeneesmiddelen met onderlinge concurrentie. Geneesmiddelen worden als onderling concurrerend aangemerkt indien zij bij een zelfde indicatiegebied kunnen worden toegepast, via een gelijke toedieningsweg worden toegediend, en/of in het algemeen voor dezelfde leeftijdscategorie zijn bestemd. Vragen: De publicatie van de nota van inlichtingen is op 3 oktober en de sluitingsdatum voor het indienen van een bieding op 17 oktober. Nee, Achmea zal dit inzicht niet verschaffen. Nee, hierin is geen groei opgenomen. Deze gegevens komen uit Vektis Zorgprisma. Pagina 41 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 a. Voor etanercept geldt dat het geneesmiddel zowel als injectiepoeder als injectievloeistof in de handel is en dat daarvoor verschillende addondeclaratiecodes gelden: 193349 injectiepoeder en 193350 injectievloeistof. Betekent dit dat de desbetreffende leverancier twee verschillende aanbiedingen kan c.q. moet doen: een aanbieding voor etanercept injectiepoeder en een aanbieding voor etanercept injectievloeistof? b. Hoewel sprake is van dezelfde toedieningsweg wordt de injectievloeistof geprefereerd door artsen en patiënten hetgeen blijkt uit de omzetcijfers die voor de injectievloeistof vele malen hoger zijn dan voor het injectiepoeder. i. In het belang van de patiënt is het in het algemeen onwenselijk dat een injectiepoeder variant als voorkeursgeneesmiddel wordt aangewezen. Een patiënt wordt geacht om etanercept poeder zelf te reconstitueren. Dit vergt vele extra handelingen (die fysiek onmogelijk kunnen zijn voor bijvoorbeeld een patiënt met reumatoïde artritis) terwijl een voorgevulde spuit of een injectiepen direct klaar zijn voor gebruik. Is Achmea bereid de inkoopprocedure zodanig in te richten dat alleen geneesmiddelen met de toedieningsvorm injectievloeistof worden opgenomen in het AOC? ii. Kan Achmea de weergegeven volumes voor etanercept splitsen in etanercept injectiepoeder en etranercept injectievloeistof? Wat zijn de volumes voor etanercept injectiepoeder en etanercept injectievloeistof per zorgaanbieder en of per indicatiegroep? De betreffende fabrikant kan per product een bieding doen. Nee, Achmea is niet bereid te procedure op deze manier aan te passen. Nee, Achmea zal dit inzicht niet verschaffen. Pagina 42 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 263 c. Ingevolge de definitie van “onderling concurrerend” worden geneesmiddelen die via een andere toedieningsweg, bijvoorbeeld via een infuus (bijvoorbeeld infliximab), worden toegediend niet als concurrerend aangemerkt met de TNF alfaremmers die subcutaan worden toegediend. Gelet op het feit dat deze middelen in de praktijk en op grond van de medische richtlijnen wel onderling met elkaar concurreren, kan Achmea toelichten waarom het gerechtvaardigd is om in het inkoopbeleid verschillende AOCs te hanteren voor TNF-alfaremmers die via een verschillende toedieningsweg worden toegediend en de TNF-alfaremmers die via een andere toedieningsweg worden toegediend van de onderhavige inkoopprocedure uit te sluiten? d. Gelet op vraag c, kan Achmea toelichten of zij voornemens is gedurende de looptijd van de op grond van de onderhavige inkoopprocedure te sluiten overeenkomsten een vergelijkbare inkoopprocedure te starten voor een AOC met TNF-alfaremmers met een andere toedieningsweg, bijvoorbeeld infuusmiddelen, en wat daarvan de gevolgen zijn voor de volumes en compliance percentages die Achmea nu aan inschrijvers in het vooruitzicht stelt? De leidraad vermeldt in paragraaf 1.3 als voorbeeld van een add-oncluster (AOC) het AOC TNF-alfaremmers. De naam van het AOC impliceert dat het cluster alleen TNF-alfaremmers bevat. In format 4 van het digitaal invulbestand is het AOC TNF-alfaremmers weergegeven. Hieruit blijkt dat ook het geneesmiddel ustekinemab onderdeel uitmaakt van het AOC TNFalfaremmers. Ustekinumab is echter geen TNF-alfaremmer maar een IL 12/23 remmer. Vraag: a. Kan Achmea toelichten wat bedoeld wordt met het AOC “TNFalfaremmers”? Hiermee wordt blijkbaar niet “TNF-alfaremmers” bedoeld gezien de inclusie van ustekinemab (een IL12/IL23 remmer). Dit is voortgekomen uit de voorselectie voor het AOC. Het voeren van een nieuwe inkoopprocedure zal worden afgestemd met de deelnemende zorgaanbieders en valt niet uit te sluiten. Indien blijkt dat er massaal uitgeweken kan worden naar een alternatief product wat op dit moment buiten de AOC valt, kan ook besloten worden de huidige procedure te herhalen met een aangepast AOC. "TNF-alfaremmers" betreft de titel van het AOC. Pagina 43 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 264 265 b. Kan Achmea bevestigen dat het AOC alle TNF-alfaremmers, dan wel alle biologicals voor auto-immuunziekten bevat die voldoen aan de criteria: zelfde indicatiegebied, gelijke toedieningsweg en/of in het algemeen voor dezelfde leeftijdscategorie bestemd? Een aantal TNF-alfaremmers/biologicals voor auto-immuunziekten zijn opgenomen in het AOC. Anderen zijn niet opgenomen in het AOC. Een aantal TNF-alfaremmers/biologicals die niet zijn opgenomen in het AOC komen conform de NVR richtlijn wel als eerste keuze in aanmerking voor patiënten die in aanmerking komen voor een TNF-alfaremmer/biological. De behandelend arts heeft bij een nieuwe patiënt dus de keuze om te starten met een AOC geneesmiddel of een geneesmiddel dat niet in het AOC is opgenomen. Vraag: Kan Achmea toelichten hoe het compliance percentage van minimaal 80% wordt berekend? Wordt het compliance percentage berekend door te kijken naar alle nieuwe patiënten die zijn gestart met een AOC geneesmiddel en wordt vervolgens het percentage dat is gestart met het voorkeursmiddel bepaald? Of wordt het compliance percentage berekend door te kijken naar alle nieuwe patiënten die in aanmerking komen voor een TNF-alfaremmer/biological voor auto-immuunziekten en wordt vervolgens berekend welk percentage met het voorkeursmiddel is gestart? Indien het compliance percentage berekend wordt door uitsluitend de geneesmiddelen in het AOC te beschouwen, hoe wordt voorkomen dat er in de deelnemende ziekenhuizen geen verschuiving plaatsvindt ten gunste van de TNF-alfaremmers/biologicals die niet het AOC zijn opgenomen? De financiële voordelen van de inkoopprocedure zijn immers onzeker. Hoe garandeert Achmea dat er een gelijk speelveld is voor TNFalfaremmers/biologicals die als eerste keuze in aanmerking komen voor nieuwe patiënten en die wel of niet zijn opgenomen in het AOC TNFalfaremmers? De Leidraad vermeldt in paragraaf 4 een termijn van gestanddoening tot 1 februari 2015. Anderzijds wordt vermeld dat de contractperiode en realisatiefase reeds per 1 januari 2015 starten. Het AOC bevat alle middelen zoals vermeld in het digitaal invulbestand (format 4). Zie antwoord op vraag 247. Verder hebben wij met deze procedure de plaats van add-on TNFi's niet beïnvloed. Alleen bij het toepassen van een add-on TNFi zal doelmatigheid een meer prominente rol kunnen spelen bij de afwegingen van de arts. Pagina 44 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 Vraag: Hoe verhouden deze verschillende termijnen zich tot elkaar? 266 267 268 Achmea maakt in de Leidraad een voorbehoud ten aanzien van inschrijvingen die “irreëel” zijn. Vraag: Wat wordt daarmee bedoeld? De Leidraad vermeldt in paragraaf 4.1 dat de rangorde van geneesmiddelen in een AOC wordt bepaald aan de hand van de economisch meest voordelige inschrijving. Dit impliceert dat aanbiedingen worden beoordeeld op de verhouding tussen prijs en kwaliteit. Anderzijds blijkt uit paragraaf 4.3 van de Leidraad dat de rangorde uitsluitend wordt bepaald aan de hand van het criterium “hoogste korting”. Vragen: a. Wordt de rangorde bepaald aan de hand van – uitsluitend – de korting (in dat geval is het gunningscriterium “hoogste korting”) of spelen er ook kwaliteit gerelateerde overwegingen een rol bij het vaststellen van de rangorde (in het laatste geval is sprake van het gunningscriterium “economisch meest voordelige inschrijving”)? Of wordt de rangorde bepaald aan de hand van – uitsluitend - de prijs (in dat geval is het gunningscriterium “laagste prijs”)? b. Binnen de indicatie dermatologie moet met bepaalde middelen bij zware patiënten dubbel gedoseerd worden. Kan Achmea toelichten waarom er niet gekozen is voor het gunningscriterium “kosten per responder”? Blijkens de Modelovereenkomst wordt de overeenkomst gesloten tussen inkopende zorgverzekeraars handelend onder de naam Achmea Divisie Zorg & Gezondheid als opdrachtgever en de betreffende geneesmiddelenfabrikanten als opdrachtnemer en levert de opdrachtnemer de desbetreffende geneesmiddelen aan opdrachtgever die de geneesmiddelen inkoopt bij opdrachtnemer. De aanname is dat Achmea de geneesmiddelen vervolgens doorverkoopt en levert aan de deelnemende zorgaanbieders. Indien gebruik moet worden gemaakt van de gestanddoening van de bieding tot na 1-1-2015 kan de realisatiefase niet starten op 1-12015. Zie het antwoord op vraag 173. Het gunningscriterium is economisch meest voordelig en dit criterium is opgenomen in de definities in de Leidraad. Omdat er is gekozen voor het criterium economisch meest voordelig. Pagina 45 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 269 Vraag: Kan Achmea bevestigen of bovenstaande aanname juist is en, zo ja, dat zij beschikt over alle benodigde vergunningen en goedkeuringen, waaronder een groothandelsvergunning als bedoeld in artikel 18 van de Geneesmiddelenwet, voor het inkopen, verkopen en leveren van geneesmiddelen? Indien het antwoord op bovenstaande vraag “nee” luidt, kan Achmea verduidelijken hoe de verhouding tussen opdrachtgever, opdrachtnemer en zorgaanbieder is? 1. De geoffreerde korting dient achteraf via een creditnota aan Achmea te worden betaald. Deelnemende zorgaanbieders kunnen deelnemen voor wat betreft het Achmea volume of het totale volume. Vragen: a. Hoe komt de achteraf terugbetaalde korting ten goede aan respectievelijk (i) de deelnemende zorgaanbieders, (ii) het innovatiefonds dan wel andere projecten, (iii) Achmea verzekerden en Achmea zelf, en in het bijzonder (iv) aan andere zorgverzekeraars en hun verzekerden in het geval deelnemende zorgaanbieders het totale volume hebben ingebracht? b. Gelet op vraag a, hoe is de governance geregeld? c. Indien een zorgaanbieder alleen het Achmea volume inbrengt, kan de zorgaanbieder voor andere verzekerden buiten het Achmea volume nog steeds zelf AOC geneesmiddelen inkopen bij de leverancier? d. Aangenomen wordt dat de voorwaarden die zorgaanbieder en leverancier voor het AOC geneesmiddel overeenkomen niet exact gelijk zijn aan de voorwaarden die Achmea en inschrijver overeenkomen. i. Hoe kan Achmea garanderen dat deelnemende zorgaanbieders de geneesmiddelen ten behoeve van het Achmea volume inkopen via Achmea en overeenkomstig de tussen Achmea en de leveranciers gesloten overeenkomst? Hoe voorkomt Achmea in dit verband dat deelnemende zorgaanbieders die het Achmea volume hebben ingebracht niet zelf het totale volume inkopen bij de leverancier? Achmea heeft artikel 3 lid 1 van de modelovereenkomst aangepast, in die zin, dat de woorden: "aan opdrachtgever" zijn gewijzigd in 'aan deelnemende zorgaanbieders'. Zie het antwoord op vraag 91. De governance zal met de deelnemende zorgaanbieders ingevuld worden. Ja. Inschrijvers weten welke zorgaanbieders er mee doen en voor welk volume. Pagina 46 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 270 271 ii. Hoe kan Achmea aan de leverancier inzicht verschaffen dat de add-on declaraties waarover hij achteraf de korting terugbetaalt uitsluitend betrekking hebben op het Achmea volume dat door de deelnemende zorgaanbieder is ingebracht? Paragraaf 1.3 van de Leidraad, onder de definitie van Add-oncluster (AOC), vermeldt dat deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid hebben om een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten. Vragen: a. Hoe verhoudt deze bepaling zich tot de volumes die zijn weergegeven in format 4 bij de Modelovereenkomst? b. Kan Achmea bevestigen dat zorgaanbieders alleen tijdens de fase voorafgaand aan de inschrijving de mogelijkheid hebben om een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten? c. Op basis van welke criteria kunnen deelnemende zorgaanbieders een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster zetten? d. Kan Achmea bevestigen dat geen van de deelnemende zorgaanbieders van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea toelichten welke zorgaanbieder van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt en welk geneesmiddel en eventueel welke indicatiegroep(en) het betreft? Dit is onderdeel van de controle door de TTP (zie ook antwoord 207). De opgegeven volumes in het digitaal invulbestand gaan uit van het AOC zoals tevens opgenomen in het digitaal invulbestand. Dat klopt. Op basis van medisch inhoudelijke gronden. Bij de totstandkoming van het AOC is bijvoorbeeld de intraveneuze toedieningsvorm buiten het cluster geplaatst. Dit gaat in onderling overleg en overeenstemming en is van toepassing voor alle deelnemende zorgaanbieders. Het uitsluiten van een product uit een indicatiegroep kan alleen indien het product opgenomen wordt in een nieuwe indicatiegroep. Paragraaf 1.4 van de leidraad vermeldt dat het voorkeursbeleid van Achmea gedurende de looptijd kan worden gewijzigd als de marktomstandigheden voor een AOC significant wijzigen, bijvoorbeeld als gevolg van een nieuwe introductie, patentverloop of wijzigingen in richtlijnen van de beroepsgroep. In voorkomende gevallen kan Achmea een nieuwe inkoopprocedure uitvoeren. De betreffende vergunninghouders zullen, indien van toepassing, hierover worden geïnformeerd. De aanname is dat Achmea met “gedurende de looptijd” bedoelt “gedurende de realisatiefase” en niet “gedurende de looptijd van de inkoopprocedure”. Vragen: Pagina 47 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 272 273 a. Kan Achmea bevestigen of bovenstaande aanname juist is? b. Indien het antwoord op bovenstaande vraag ja is, kan Achmea toelichten of de lopende overeenkomst in dat geval beëindigd wordt en op welke bepaling in deze overeenkomst de beëindiging gebaseerd is? c. Wordt inschrijvers de mogelijkheid geboden om hun aanbieding te wijzigen indien het voorkeursbeleid van Achmea gedurende de looptijd wordt gewijzigd? De Leidraad vermeldt in paragraaf 1.5 dat zorgaanbieders kunnen kiezen voor deelname aan gezamenlijke inkoop of het zelf blijven inkopen van geneesmiddelen in een AOC. Vragen: a. Kan Achmea bevestigen dat de voorwaarden voor alle deelnemende zorgaanbieders zoals die door hen worden overeengekomen met Achmea ten aanzien van de inkoopprocedure dezelfde zijn? b. Indien het antwoord op bovenstaande vraag “nee” is, kan Achmea bevestigen dat verschillen in voorwaarden die relevant zijn voor inschrijving kenbaar worden gemaakt aan inschrijvers? Paragraaf 1.5 van de Leidraad vermeldt dat financiële voordelen in gelijke mate ten goede komen aan de deelnemende zorgaanbieders, Achmea en gewenste innovaties. Het is voor inschrijvende leveranciers van belang te weten voor welke doelen de gegeven kortingen worden aangewend. Vragen: a. Kan Achmea bevestigen dat de andere zorgverzekeraars geïnformeerd zijn over het feit dat de financiële voordelen die gebaseerd zijn op add-on declaraties voor andere verzekerden voor 1/3 deel ten goede komen aan Achmea? b. Deelnemende zorgaanbieders kunnen het Achmea volume of het totale volume inbrengen. Hoe ziet de verdeelsleutel er uit op basis waarvan bepaald wordt hoe de financiële voordelen over de deelnemende zorgaanbieders verdeeld worden? Ja, deze aanname is correct. Ja, zie hiervoor de aangepaste modelovereenkomst. Nee, het wijzigen van de bieding is niet mogelijk. Ja, de voorwaarden ten aanzien van inkoopprocedure zijn voor alle deelnemende zorgaanbieders hetzelfde. Niet van toepassing. Dit is een zaak van de deelnemende zorgaanbieders en de andere verzekeraars. De hoogte van het deel dat toekomt aan de zorgaanbieders is afhankelijk van het ingebrachte volume. Pagina 48 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 c. 274 275 Wat wordt verstaan onder “gewenste innovaties”? d. Wie bepaalt of een innovatie een “gewenste innovatie” is? e. Worden de financiële voordelen die ten goede komen aan “gewenste innovaties” in gelijke delen verdeeld over alle deelnemende zorgaanbieders? f. Dient er een minimale besparing gerealiseerd te worden wil Achmea de inkoopprocedure doorzetten? De leidraad vermeld in artikel 1.5 dat de Deelnemende Zorgaanbieders geen onderhandse deals maken over de geneesmiddelen in het AOC. Vragen: a. Wat wordt verstaan onder een onderhandse deal? b. Kan Achmea bevestigen dat de deelnemende zorgaanbieders voor wat betreft het ingebrachte volume geen onderhandse deal mogen maken over de AOC geneesmiddelen met zowel inschrijvers als niet-inschrijvers? c. Kan Achmea bevestigen dat deelnemende zorgaanbieders, die alleen deelnemen voor het Achmea volume, voor het resterende volume vrij zijn om afspraken te maken met leveranciers? De Leidraad vermeldt in paragraaf 2.2.2 dat de notaris de enveloppen een voor een zal openen tijdens een bijeenkomst die voor inschrijvers toegankelijk is. De aanname is dat de notaris tijdens deze bijeenkomst de biedingen van de inschrijvers bekend zal maken. Vraag: Kan Achmea bevestigen dat de geboden kortingen onder couvert zijn en dat deze vertrouwelijk worden behandeld in die zin dat zij niet aan anderen dan aan Achmea c.q. de notaris bekend worden? Welke gegevens zullen tijdens bovenbedoelde bijeenkomst aan de aanwezige inschrijvers bekend worden gemaakt? Worden deze gegevens op een later tijdstip ook bekend gemaakt aan niet aanwezigen? Zijn alleen de inschrijvers en Achmea uitgenodigd bij deze bijeenkomst aanwezig te zijn of zijn ook andere partijen uitgenodigd? Innovaties die door zowel Achmea als de deelnemende zorgaanbieders worden beschouwt als gewenst. Hierbij zal een dergelijk innovatie altijd moeten bijdragen aan een betere kwaliteit van zorg voor onze verzekerden. Zie antwoord op vraag 281c. Dit is niet per definitief het geval maar afhankelijk van de aard en omvang en plaats van uitvoering/invoering van de betreffende innovatie. Welke afwegingen een rol spelen bij het wel- of niet doorzetten van de inkoopprocedure is aan Achmea. Zie het antwoord op vraag 19. Ja, dit is correct. Ja, dit is correct. De geboden kortingen zullen ook bekend gemaakt worden aan de TTP. De te delen informatie zal ook bekend gemaakt worden aan niet aanwezigen. Zie ook antwoord op vraag 94. Alleen potentiele inschrijvers en Achmea zijn hiervoor uitgenodigd. Pagina 49 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 276 277 278 De Leidraad vermeldt in paragraaf 2.2.3 dat inschrijvingen die na 17 oktober 2014 17.00 uur worden aangeleverd, zonder meer worden uitgesloten van de procedure. Vraag: Wat zijn de consequenties indien een leverancier niet inschrijft of indien zijn inschrijving wordt uitgesloten van de procedure? Welke plaats krijgt een AOC geneesmiddel waarvoor geen geldige inschrijving wordt gedaan in het formularium van de zorgaanbieder? Publicatie van de antwoorden op de vragen overeenkomstig paragraaf 2.4 van de Leidraad. Vraag: Kan Achmea bevestigen dat alle gestelde vragen, geanonimiseerd, met de daarbij behorende antwoorden op de volgende openbare website van Achmea worden geplaatst: https://www.achmea.nl/Zorgaanbieders/zorgsoort/farmacie/downloads/Pa ginas/Inkoopprocedure-add-on-geneesmiddelen.aspx? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea aangeven op welke website de gestelde vragen en antwoorden worden geplaatst en of de vragen en antwoorden, voor een ieder of alleen voor de bij inschrijvende partijen toegankelijk zijn? Op welk tijdstip wordt de definitieve nota van inlichtingen uiterlijk gepubliceerd op 3 oktober 2014? De leidraad vermeldt in paragraaf 3.1 en 4.1 dat Achmea voornemens is met alle inschrijvers een overeenkomst te sluiten. Vraag: Kan Achmea bevestigen dat zij, en de deelnemende zorgaanbieders, geen overeenkomst afsluit met niet-inschrijvers? Indien er geen- of geen rechtsgeldige bieding komt op een geneesmiddel in het AOC zal deze niet worden opgenomen in de rangorde. De nota van inlichtingen zal actief worden verstrekt aan alle partijen die vragen hebben gesteld binnen de gestelde deadline en tevens herkenbaar op de website van Achmea worden gepubliceerd (https://www.achmea.nl/zorgaanbieders/Paginas/default.aspx). Deze inkoopprocedure voorziet niet in het afsluiten van overeenkomsten met niet-inschrijvers dan wel inschrijvers die een niet geldige bieding hebben gedaan. Pagina 50 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 279 Paragraaf 4.2.1 van de leidraad vermeldt dat de geboden kortingen gelden voor iedere add-on declaratie van het betreffende geneesmiddel gedurende de realisatiefase (fase vanaf 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015). De afrekening van de korting vindt plaats op basis van declaraties in het schadejaar 2015. De inschrijver ontvangt periodiek, eventueel via een derde partij, een onderbouwde creditnota voor het afrekenen van de korting. Paragraaf 5 van de leidraad en artikel 7, lid 2, van de Modelovereenkomst vermelden dat Achmea periodiek een specificatie aan de inschrijver verstrekt van de door de deelnemende zorgaanbieder bij Achmea gedeclareerde en door de inschrijver in de markt gebrachte geneesmiddelen. De factuur biedt een overzicht van de declaraties, ingedeeld naar gedeclareerd volume per maand op basis van moment van levering door deelnemende zorgaanbieders aan verzekerden van Achmea. Indien van toepassing worden de declaraties voor andere verzekerden door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd aan een derde partij. Het totale bedrag dat door de inschrijver aan Achmea betaald dient te worden, wordt voor zo ver van toepassing bepaald op basis van beide declaratiestromen. Vragen: a. Aan welke derde partij worden declaraties van andere verzekerden door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd, c.q. via welke derde partij ontvangt de inschrijver een onderbouwde creditnota voor het afrekenen van de korting? b. Op welke wijze controleert de derde partij de juistheid van de declaratiegegevens voor andere verzekerden die aangeleverd worden door de deelnemende zorgaanbieders? c. Op welke wijze kan de inschrijver de juistheid van het totale bedrag dat door de inschrijver aan Achmea betaald dient te worden verifiëren? d. Is Achmea bereid de bepalingen in de Leidraad en de Modelovereenkomst aan te passen zodat afrekening van de geboden korting plaatsvindt op basis van aflevergegevens van de door opdrachtnemer aan opdrachtgever geleverde AOC geneesmiddelen? Zie antwoord op de vragen 207 en vraag 209. De naam van de TTP volgt in een later stadium. Zie het antwoord op vraag 279a. Zie het antwoord op vraag 279a. Nee, Achmea is hier niet toe bereid. Pagina 51 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 Toelichting: In de huidige situatie (2014) worden de tussen leveranciers en zorgaanbieders overeengekomen kortingen verrekend in de prijs die de zorgaanbieder betaalt wanneer hij het geneesmiddel inkoopt bij de leverancier. Deze overeengekomen korting geldt voor ieder besteld en afgeleverd geneesmiddel tijdens de met de leverancier overeengekomen periode. Wanneer een leverancier bijvoorbeeld in december 2014 met korting een geneesmiddel aflevert aan een van de deelnemende zorgaanbieders, en de deelnemende zorgaanbieder dit geneesmiddel na 1 januari 2015 aflevert aan een patiënt en declareert bij de zorgverzekeraar, geeft de inschrijver onbedoeld twee maal korting voor hetzelfde geneesmiddel. e. Is Achmea bereid om de bepalingen in de Leidraad en de Modelovereenkomst aan te passen zodat de voorraadpositie van deelnemende zorgaanbieders einde 2015 gelijk dan wel groter is dan de voorraadpositie einde 2014? 280 Toelichting: Deelnemende zorgaanbieders kunnen voorraad opgebouwd in de laatste maanden van 2014 als add-on declareren in 2015 waardoor de zorgaanbieder mogelijk twee maal korting krijgt over het geleverde product. Paragraaf 4.3 van de leidraad vermeldt dat bij gelijke bieding loting de positie in de rangorde van de betreffende geneesmiddelen bepaalt. Inschrijvers kunnen aanwezig zijn bij de loting, die door de notaris wordt gedaan voorafgaand aan de opening van de enveloppen. Vragen: a. Wanneer is er sprake van een “gelijke bieding”? b. Kan Achmea bevestigen dat de loting wordt gedaan nadat de notaris de enveloppen heeft geopend en heeft geconstateerd dat sprake is van gelijke biedingen? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea toelichten wanneer en hoe de loting plaatsvindt? Wordt de loting gedaan in aanwezigheid van de inschrijvende partijen? Achmea zal de modelovereenkomst op dit punt niet aanpassen. Indien het verschil in voorraadpositie een financieel nadeel betekent voor de fabrikant, Achmea en/of de deelnemende zorgaanbieders zal dit onderbouwd moeten worden door de benadeelde partij waarbij het netto financieel effect inzichtelijk gemaakt dient te worden. ti Indien het geboden kortingspercentage gelijk is. Nee, de loting vindt voorafgaand aan het openen van de enveloppen plaats. Hierbij mogen inschrijvende partijen aanwezig zijn. Pagina 52 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 281 c. Aangezien de zorgaanbieders bij nieuwe gebruikers een compliance op het voorkeursmiddel dienen te behalen van minimaal 80 procent, is het te verwachten volume aanzienlijk hoger bij een positie in de rangorde als voorkeursmiddel. Kan Achmea toelichten waarom zij bij gelijke bieding niet het patiëntenbelang (zoals gebruikersgemak, begeleiding, etc.) de doorslag laat geven? Is Achmea bereid de inkoopprocedure zodanig te wijzigen dat bij gelijke bieding het patiëntenbelang bepaalt welk geneesmiddel als voorkeursmiddel worden aangewezen? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, is Achmea bereid om de inkoopprocedure zodanig te wijzigen dat bij gelijke bieding beide geneesmiddelen als voorkeursmiddel worden aangewezen? Paragraaf 5 van de Leidraad vermeldt dat per indicatiegroep inzichtelijk zal worden gemaakt in welke mate de deelnemende zorgaanbieders compliant zijn geweest op indicatieniveau. Dit zal worden uitgedrukt in een percentage van de nieuwe gebruikers dat start met het eerste keuze geneesmiddel. Vragen: a. Kan Achmea bevestigen dat deze gegevens ook inzichtelijk gemaakt worden aan alle inschrijvers? Worden deze gegevens ook aan nietinschrijvers inzichtelijk gemaakt? b. Kan Achmea bevestigen dat ook het percentage switchers dat start met het eerste keuze geneesmiddel inzichtelijk zal worden gemaakt aan inschrijvers? Worden deze gegevens ook aan niet-inschrijvers inzichtelijk gemaakt? c. Wanneer worden deze gegevens inzichtelijk gemaakt? d. Op welke wijze kunnen inschrijvers de betrouwbaarheid van de gegevens controleren? Achmea is niet bereid te procedure zoals beschreven (loting) aan te passen. Deze informatie is alleen beschikbaar voor inschrijvende partijen en betreft de gegevens van alle deelnemende zorgaanbieders gezamenlijk. Nee, de compliance wordt alleen gemeten over nieuwe gebruikers. Zie ook antwoord op vraag 45. Als het technisch mogelijk is bij elke creditnota aan de inschrijvers. Zie antwoord vraag 287b en 287c. Pagina 53 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 e. Heeft non-compliance gevolgen voor de met de inschrijvers gesloten overeenkomsten en, zo ja, in welke gevallen en op welke wijze? Is Achmea van mening dat indien de compliance in de praktijk veel lager is dan het percentage waarvan in deze inkoopprocedure wordt uitgegaan, dat gevolgen dient te hebben voor de met de inschrijvers gesloten overeenkomsten? Non-compliance zal geen gevolgen hebben voor de gesloten overeenkomst. Zie ook het antwoord op vraag 52 en 53. Pagina 54 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 Vraag nr. 1 2 3 4 Vraag Antwoord U heeft als doelstelling om medisch-specialisten te dwingen om het voorkeursgeneesmiddel voor te schrijven aan minimaal 80% van de betrokken nieuwe patiënten. Hoe stelt u zich voor dat medisch specialisten dit beleid toepassen op de bij deze procedure betrokken TNF-alfaremmers en andere geneesmiddelen, die alle een andere werkzame stof hebben, terwijl het preferentiebeleid onder het GVS alleen kan worden toegepast tussen geneesmiddelen die precies dezelfde werkzame stof hebben? U betoogt dat hier geen sprake is van preferentiebeleid omdat uw beleid alleen bij nieuwe patiënten wordt toegepast en er een doelstelling van slechts 80% geldt, maar voor die nieuwe patiënten en dat percentage komt uw beleid onverkort neer op gedwongen verwisseling, door de voorschrijver, tussen geneesmiddelen met verschillende werkzame stoffen. Hoe kan de patiënt aanspraak maken op het voor hem gewenste middel? In de definitie van de AOC, past u criteria toe die vergelijkbaar zijn aan de criteria die onder het GVS worden toegepast voor het clusteren van geneesmiddelen in groepen van onderling vervangbare geneesmiddelen voor het vaststellen van een vergoedingslimiet. Hoe stelt u zich voor dat medisch-specialisten deze clustering volgen, en daarmee in de praktijk gedwongen worden een voorkeursbeleid toepassen bij minimaal 80% van de betrokken nieuwe patiënten, wanneer deze clustering onder het GVS niet is bedoeld voor het voeren van een voorkeursbeleid, maar alleen voor het vaststellen van een vergoedingslimiet? Onder het GVS is het ZiNL uitsluitend bevoegd geneesmiddelen te clusteren in groepen van onderling vervangbare geneesmiddelen voor het vaststellen van een vergoedingslimiet, teneinde de belangen van de patiënt en de onafhankelijkheid van voorschrijvers en apothekers te beschermen. Hoe stelt u zich voor dat een zorgverzekeraar deze rol kan vervullen in deze inkoopprocedure, zonder enige garanties van een onafhankelijk oordeel? De procedure dwingt artsen niet tot het uitsluiten van producten. Er is geen sprake van preferentiebeleid. Achmea dwingt niet tot substitutie. Er is geen sprake van uitsluiting van geneesmiddelen. De aanspraak van verzekerden wordt niet (indirect) beperkt. Hoewel de criteria gelijkenis vertonen, zijn deze wezenlijk anders (doel, oorsprong). De vergelijking met de GVS-clustering niet op. Zie antwoord vraag 3. Pagina 1 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 5 Welke patiëntenverenigingen hebt u geraadpleegd over de inrichting van de inkoopprocedure en de clusters? 6 Welke specialistenverenigingen hebt u geraadpleegd over de inrichting van de inkoopprocedure en de clusters? 7 Waarom volgt Achmea niet simpelweg de clusters zoals die zijn vastgesteld door het ZiNL (voorheen CVZ) toen de betrokken geneesmiddelen nog onderdeel uitmaakten van het GVS? Hoe verklaart u dat u ustekinumab heeft ingedeeld in een cluster met TNFalfaremmers, terwijl dat geneesmiddel een interleukineremmer is? Hoe verklaart u dat u ustekinumab heeft ingedeeld in een cluster met TNFalfaremmers terwijlhet was opgenomen in bijlage 1B Rvv, waaruit volgt dat volgens het CVZ de eigenschappen van dit middel zodanig verschillen van TNF-alfaremmers dat clustering met deze TNF-alfaremmers - of met enig ander geneesmiddel - niet mogelijk was? U motiveert de uitsluiting van bepaalde geneesmiddelen uit een cluster met de reden dat deze ongeschikt zouden zijn voor eerste gebruik. Hoe is dat criterium te rijmen met de definitie van een AOC en met de clustering zoals die door het ZiNL/CVZ wordt toegepast voor precies deze geneesmiddelen? Wat waren uw overwegingen om verschil te maken tussen anakinra en abatacept, die ongeschikt zouden zijn voor eerste gebruik, en ustekinumab, dat ook ongeschikt zou zijn voor eerste gebruik volgens de behandelrichtlijn psoriasis? Speelde bij deze overwegingen de SmPC van de betrokken geneesmiddelen een rol? De clustering die Achmea heeft toegepast in de inkoopprocedure lijkt onvoldoende rekening te houden met het feit dat de TNF-alfa remmers zijn toegelaten als geneesmiddel voor verschillende indicaties, terwijl uit de definitie van add-oncluster (AOC) lijkt te volgen dat de geneesmiddelen in een cluster zijn toegelaten voor dezelfde indicatie. Bent u bereid om voor iedere indicatie een aparte cluster te bepalen? 8 9 10 11 12 13 Er is met verschillende patiëntverenigingen gesproken over de gezamenlijke inkoop zoals, maar niet uitsluitend, met de NPCF en het Reumafonds. Er is met verschillende artsenorganisaties gesproken over de gezamenlijke inkoop zoals, maar niet uitsluitend, met de NVR, NVHB. De clustering in het GVS is van maart 2009 en daarmee minder actueel. Het AOC heet "TNF-alfaremmers" maar beperkt zich niet tot alleen TNF-alfaremmers. De aangehaalde clustering doet geen recht aan de praktijk en is minder actueel. Deze producten zijn volgens de richtlijnen geen 1e keus. Bij deze beslissing hebben verschillende overwegingen een rol gespeeld zoals richtlijnen, SmPC's, adviezen uit het FTK en gesprekken met zorgverleners. Ja, zie antwoord op vraag 11. Nee. Uit de procedure volgt de rangorde. Daarna zal er een specificatie plaatsvinden naar indicatiegroepen. De rangorde zal per indicatie toegepast worden voor zover de producten de betreffende registratie hebben. Pagina 2 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 14 15 16 17 18 19 Begrijpen wij goed dat de "voorselectie" van geneesmiddelen, zoals die volgt uit de definitie in paragraaf 1.3 op p. 6 van de leidraad, leid tot het cluster zoals dit is opgenomen in bijlage 4 bij de leidraad? Wie is betrokken in deze voorselectie? Welke criteria zijn daarbij toegepast? Was dit proces transparant? Waarom vereist u naleving van de eisen ten aanzien van de registratie zoals weergegeven in paragraaf 3.1.1 op p. 13 leidraad? Is aan deze eisen niet al voldaan door alle betrokken geneesmiddelen? Wat wordt bedoeld met de zinsnede dat ziekenhuizen geen onderhandse deals sluiten over de geneesmiddelen in het AOC? 20 Hoe kunnen zij dan de producten inkopen van de fabrikanten? 21 Kunt u beschrijven op welke manier ziekenhuizen de clusters kunnen aanpassen door een bepaald geneesmiddel in of uit een cluster te zetten (zie definitie van add-oncluster in paragraaf 1.3)? 22 Kan een enkel ziekenhuis besluiten om een middel in of uit een cluster te houden, of moeten de deelnemende ziekenhuizen daarover eerst consensus bereiken? Als enkele ziekenhuizen kunnen besluiten om een middel in of uit een cluster te houden, hoe gaat Achmea dan om met de verschillende AOC's die voor de verschillende ziekenhuizen gelden? Zal Achmea hier transparant over zijn? Welke controle mogelijkheden zullen in dat geval worden ingebouwd? Op welk moment kunnen ziekenhuizen besluiten een bepaald geneesmiddel in of uit een cluster te zetten? 23 24 25 26 Ja, bij de voorselectie zijn diverse partijen betrokken zoals deelnemende ziekenhuizen, artsen, apothekers en andere professionals uit het veld. Wet- en regelgeving, richtlijnen, stand der wetenschap en praktijk en praktische toepasbaarheid. Ja. Paragraaf 3.1.1. is een niet bestaande verwijzing naar de Leidraad. Zie antwoord vraag 17. Er mogen geen afspraken gemaakt worden over geneesmiddelen binnen een AOC door deelnemende partijen in welke zin dan ook, waarbij de uitkomst van deze inkoopprocedure kan worden danwel daadwerkelijk wordt gefrustreerd. Het bestellen e.d. van producten in een AOC kan via de reguliere weg. Dit kan alleen in onderling overleg en overeenstemming tussen de deelnemende ziekenhuizen en Achmea op basis van medisch inhoudelijke gronden. Dit betreft alleen de indicatiegroepen. Het AOC staat vast. Zie antwoord vraag 21. Zie antwoord vraag 21. Zie antwoord vraag 21. Zie antwoord vraag 21. Zie antwoord vraag 21. Pagina 3 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 Zal een dergelijk besluit over het in of uit een cluster zetten bekend worden gemaakt vóór 17 oktober 2014? Hoe zal een dergelijk besluit over het in of uit een cluster zetten door ziekenhuizen de 80%-doelstelling beïnvloeden? Als ziekenhuizen besluiten om een bepaald geneesmiddel uit een cluster te houden, hoe kunnen zij dan zorgdragen voor de levering van deze geneesmiddelen, gezien de bepaling dat ziekenhuizen geen onderhandse deals sluiten over de geneesmiddelen in het AOC (paragraaf 1.5, p. 8 leidraad)? Als ziekenhuizen een bepaald geneesmiddel in of uit een cluster zetten, wordt dit middel dan nog steeds volledig vergoed door Achmea aan dat ziekenhuis? Kunnen ziekenhuizen zich nog na 17 oktober bij uw opzet aansluiten? Als het antwoord ja is, hoe rijmt u dat met de gedachte dat het voorwerp van de inschrijving bepaalbaar en bepaald moet zijn op het moment van de inschrijving? Geldt de door Achmea gehanteerde referentieprijs voor niet deelnemende ziekenhuizen voor alle niet deelnemende ziekenhuizen? Is deze voor alle ziekenhuizen even hoog? Is deze voor alle AOC's even hoog? Zullen de TNF-alfa remmers die uitgesloten zijn van deze inkoopprocedure, zoals infliximab, anakinra, abatacept and tocilizumab nog steeds beschikbaar zijn voor de patiënten die verzekerd zijn bij Achmea? Zo ja, hoe zal deze groep van niet geclusterde geneesmiddelen, die gebruikt worden voor dezelfde patiëntenpopulatie en voor dezelfde indicaties, de 80%-doelstelling beïnvloeden? Nee. De 80%-doelstelling blijft in dat geval bestaan. Indien de deelnemende ziekenhuizen en Achmea in onderling overleg en overeenstemming besluiten een middel buiten een bestaande indicatiegroep te plaatsen ontstaat een nieuwe indicatiegroep waar het betreffende product in ondergebracht wordt. Er verandert niets aan de bekostiging. Zie het antwoord op vraag 29. Als met 'opzet' de Gezamenlijke Inkoop is bedoeld is het antwoord 'ja'. Voor deze procedure en daarmee deze AOC is het na 1 oktober niet meer mogelijk aan te sluiten. Zie antwoord vraag 31. Deze vraag is niet relevant voor deze inkoopprocedure. Zie antwoord vraag 33. Zie antwoord vraag 33. Ja. Deze zal de 80% doelstelling niet beïnvloeden. Pagina 4 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 38 39 40 41 42 43 44 45 Is de 80%-doelstelling haalbaar, nu medische richtlijnen bepalen dat geneesmiddelen met een andere werkzame stof en die een verschillende uitwerking kunnen hebben bij verschillende patiënten, slechts kunnen worden voorgeschreven met in achtneming van de individuele medische situatie en de bijzonderheden in de behandeling van de betrokken patiënt? Waaruit blijkt dit? Verzekerden van Achmea hebben onder de Zorgverzekeringswet aanspraak op geneeskundige zorg naar de stand van de wetenschap en de praktijk. De verplichting voor ziekenhuizen om tenminste 80% van de verzekerden met het voorkeursmiddel te behandelen is niet in overeenstemming met de stand van de wetenschap en de praktijk. Leidt deze maatregel niet tot een (in)directe beperking van de aanspraak die verzekerden onder de Zorgvezekeringswet hebben? Zo nee waarom niet? Zo ja: hoe verhoudt dit zich met de zorgplicht van Achmea jegens haar verzekerden? Wat is volgens u de invloed van de regel dat een de medisch-specialist alleen een behandelvoorkeur mag volgen als dit om medische reden verantwoord is? Is de 80%-doelstelling haalbaar, gezien het feit dat uit de cijfers die u heeft verstrekt in bijlage 4 van de leidraad, twee geneesmiddelen op dit moment worden voorgeschreven aan ongeveer 50% en 40% van de totale patiëntenpopulatie die op dit moment behandeld worden met een TNFalfaremmer of ander monoklonaal antilichaam, terwijl de 80%-doelstelling de medisch-specialisten verplicht om één of meer van deze geneesmiddelen voor te schrijven aan minder dan 20% van alle nieuwe patiënten. Klopt het dat de 80%-doelstelling van toepassing is op nieuwe patiënten, patiënten die een behandeling opnieuw starten en switchende patiënten (zie de definitie van nieuwe gebruiker op p. 6 leidraad)? Ja. De 80% compliance afspraak is gemaakt tussen Achmea en de deelnemende ziekenhuizen. Zie antwoord vraag 2. Zie antwoord op vraag 40. Zie antwoord op vraag 40. Deze regel staat niet ter discussie. De arts heeft de plicht om een medisch verantwoorde behandeling te geven. Ja. Nee. De 80%-doelstelling is van toepassing op nieuwe patiënten en patiënten die een behandeling opnieuw starten. Pagina 5 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 46 47 48 49 50 51 52 53 Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de verklaring op p. 18 leidraad, dat switchende patiënten alleen het voorkeursgeneesmiddel voorgeschreven krijgen indien dit op medische gronden gerechtvaardigd is? Hoe stelt u zich voor dat een medisch-specialist het goedkoopste product kan voorschrijven aan herstartende patiënten? Moet de medisch-specialist het voorkeursmiddel voorschrijven, met een onzekere uitkomst, ook als hij weet dat de patiënt in kwestie eerder goed reageerde op een ander geneesmiddel en het de veiligste route zou zijn om in die situatie datzelfde product het voor te schrijven? Hoe stelt u zich voor dat een medisch-specialist het goedkoopste product kan voorschrijven aan switchende patiënten, bij wie rekening zou moeten worden gehouden met de redenen waarom het geneesmiddel dat als eerste werd voorgeschreven niet goed werkte en een beredeneerde keuze moet worden gemaakt voor een alternatief, gebaseerd op farmacotherapeutische redenen? Hoe verhoudt de 80%- doelstelling zich tot de Handleiding Substitutie van de KNMP? Heeft u belanghebbenden zoals patiëntorganisaties geraadpleegd over de 80%-doelstelling? Heeft u belanghebbenden zoals zorgaanbiederorganisaties geraadpleegd over de 80%-doelstelling? Kan Achmea garanderen dat de 80%-doelstelling gehaald wordt door de deelnemende ziekenhuizen en welke middelen zal Achmea aanwenden om naleving af te dwingen? Wat is het gevolg van het niet halen van de 80%-doelstelling voor een betrokken ziekenhuis? 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Zie antwoord vraag 45. Dit is ter beoordeling van de medisch specialist. Dit is ter beoordeling van de medisch specialist. Er bestaat geen verband tussen de 80%-doelstelling en de Handleiding Substitutie van de KNMP. De 80%-doelstelling is met belanghebbenden besproken. De 80%-doelstelling is met belanghebbenden besproken. Nee, dit is niet te garanderen en zal niet worden afgedwongen. De compliance zal worden gemonitord en indien nodig zullen er verbeterafspraken gemaakt worden. De deelnemende zorgaanbieders hebben bewust gekozen voor deelname aan gezamenlijke inkoop in dit collectief. Daarmee hebben Achmea en de deelnemende zorgaanbieders de verplichting om zich maximaal in te spannen de gemaakte afspraken na te komen. De 80%-doelstelling zal gemeten worden over alle deelnemende ziekenhuizen. Indien een individueel ziekenhuis bij herhaling "in gebreke blijft” zal er met de groep deelnemende ziekenhuizen beleid gemaakt worden. Pagina 6 van 54 Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 54 63 Zijn er mogelijkheden voor de aanpassing van de 80%-doelstelling door de betrokken ziekenhuizen? Zo ja, op welke manier? Zijn er nog andere omstandigheden waaronder de 80%-doelstelling kan worden aangepast? Zo ja welke procedure wordt daarvoor toegepast? Worden de verzekerden van Achmea geïnformeerd over het feit dat deelnemende ziekenhuizen tenminste bij tenminste 80% van de nieuwe patiënten het voorkeursmiddel zullen voorschrijven? Zo ja, op welke wijze worden de verzekerden van Achmea hierover geïnformeerd? Zo ja, wanneer worden de verzekerden van Achmea hierover geïnformeerd? Hoe verhoudt de (in)directe beperking van de aanspraak door Achmea zich tot de recente jurisprudentie hierover van het Hof Arnhem Leeuwarden in de zaak VGZ/Nutricia? Kunt u de definitie van het begrip "indicatiegroep" in paragraaf 1.3 van de Leidraad nader toelichten? Welke indicatiegroepen zijn er en welke indicaties bevatten die? 64 Welke geneesmiddelen maken onderdeel uit van die groepen? 65 66 Hoe verhouden de indicatiegroepen zich tot de AOCs die door Achmea op dit moment zijn vastgesteld? Wanneer worden bepaalde indicaties in een groep geplaatst door Achmea? 67 68 Wat zijn daarvoor de criteria? Worden deze criteria op voorhand inzichtelijk gemaakt? 55 56 57 58 59 60 61 62 Zie antwoord op vraag 52 en 53. Zie antwoord op vraag 52 en 53. Zie antwoord op vraag 52 en 53. Zie antwoord op vraag 52 en 53. Bij Achmea verzekerden worden door de voorschrijver op eenzelfde wijze geïnformeerd over de voorgestelde behandeling als op dit moment het geval is. Zie antwoord vraag 58. Zie antwoord vraag 58. Er is geen sprake van (indirecte) beperking van de aanspraak van verzekerden. Zie ook de antwoorden op de vragen 1 en 2. De indicatiegroep is een groep indicaties waarvoor dezelfde rangorde geldt. Bijvoorbeeld de indicatiegroep 'kinderen'. Over de definitieve indicatiegroepen vindt momenteel afstemming plaats met de deelnemende zorgaanbieders. Vooralsnog werken we met een 4-tal groepen te weten: reuma, dermatologie, MDL, kinderen. Een geneesmiddel in het AOC met een registratie in de betreffende groep. Op dit moment is er 1 AOC met daarbij vooralsnog 4 indicatiegroepen. Wanneer het een indicatie betreft die logischerwijs tot die groep behoort. De geregistreerde indicaties. Deze zijn op voorhand inzichtelijk op basis van de SmPC. Pagina 7 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 69 70 71 72 73 74 75 76 77 Begrijpen wij goed dat nieuw geregistreerde geneesmiddelen vergoed zullen worden één maand nadat voor dit geneesmiddel een handelsvergunning is verkregen (paragraaf 4.3 op p. 18 leidraad)? Zal zo'n middel worden opgenomen in wat een "indicatiegroep" genoemd wordt, zodat de voorschrijfrangorde zal worden aangepast? Wordt de voorkeursrangorde apart vastgesteld voor ieder toepassingsgebied waarvoor TNF-alfa remmers en of monoclonale antistoffen kunnen worden voorgeschreven, of per indicatiegroep? De term "meest economisch voordelig" impliceert dat voor wat betreft het vaststellen van de voorkeursrangorde, behalve met de prijs, ook met andere aspecten rekening wordt gehouden. Indien deze vooronderstelling klopt, welke andere criteria zijn dit? Worden ook kwaliteitseisen en kosteneffectiviteit meegenomen in het vaststellen van de voorkeursrangorde? Welk geneesmiddel het meest economisch voordelig is, wordt bepaald door verschillende parameters, waaronder het kortingspercentage, het totale bedrag van de korting, de prijs van het middel, de behandelkosten en de kosteneffectiviteit. Daarbij speelt bijvoorbeeld de precieze dosering, zowel in de startfase als daarna, van de geneesmiddelen een rol en verschillen in de gemiddelde gebruiksduur. Neemt Achmea deze parameters, waaronder de kosteneffectiviteit van verschillende geneesmiddelen in beschouwing bij het vaststellen van de voorkeursrangorde? Is het mogelijk een korting aan te bieden die alleen van toepassing is in het geval het betrokken geneesmiddel gekwalificeerd wordt als het meest economisch voordelig waarop de 80% norm van toepassing is? Is de lijst met deelnemende ziekenhuizen en het volume van deze ziekenhuizen definitief? Kan Achmea garanties bieden dat deze ziekenhuizen zullen deelnemen en met het volume zoals nu aangegeven? 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nee, indien nodig zal de rangorde van de betreffende indicatiegroep zal worden aangepast bij het verkrijgen van een nieuwe registratie. Zie antwoord op vraag 69. Per indicatiegroep en per indicatie. Deze vooronderstelling is niet juist. Voor de definities zie de Leidraad. Nee. Nee. Nee. Ja, onder voorbehoud van het sluiten van een zorgovereenkomst 2015 voor Medisch Specialistische Zorg. Nee. De deelnemende zorgaanbieders hebben bewust gekozen voor deelname aan gezamenlijke inkoop in dit collectief. Daarmee hebben Achmea en de deelnemende zorgaanbieders de verplichting om zich maximaal in te spannen de gemaakte afspraken na te komen. Pagina 8 van 54 Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 78 79 80 81 82 83 84 85 86 Hoeveel patiënten telt het relevante volume van de deelnemende ziekenhuizen in totaal? In bijlage 4 leidraad zijn weliswaar getallen weergegeven voor de bestaande patiënten die de betrokken geneesmiddelen gebruiken, switchers en nieuwe gebruikers, maar onduidelijk is of deze getallen zien op het gehele volume dat de deelnemende ziekenhuizen inbrengen, of bijvoorbeeld alleen op het volume van patiënten van de deelnemende ziekenhuizen die bij Achmea verzekerd zijn. Zijn deze getallen berekend over een periode van 7 maanden (1 januari tot en met 31 juli) of zijn de getallen geëxtrapoleerd, in verhouding tot een periode van 12 maanden? Mogen fabrikanten een nieuw aanbod doen als een nieuw geregistreerd geneesmiddel in het aankoopsysteem van Achmea wordt opgenomen (paragraaf 4.3, p. 18 van het aankoopbeleid)? Mogen fabrikanten een nieuw aanbod doen als een nieuw geregistreerde indicatie van een al opgenomen geneesmiddel in een nieuwe indicatiegroep in het aankoopsysteem van Achmea wordt opgenomen (paragraaf 4.3, p. 18 van het aankoopbeleid)? Klopt het dat deelnemende ziekenhuizen betalen voor geneesmiddelen die direct bij de fabrikant besteld worden? Hoe zal de levering, met betrekking tot aanvragen voor patiënten die bij andere zorgverzekeraars verzekerd zijn, geregeld worden in het licht van ziekenhuizen die besluiten het volume in te brengen van andere verzekeraars dan Achmea? Het door Achmea voorgestelde inkoopsysteem houdt in dat Achmea zal optreden als bemiddelaar voor geneesmiddelen in de zin van artikel 39a van de Geneesmiddelenwet en artikel 85b van Richtlijn 2001/83/EC, zodat Achmea zich moet registreren als bemiddelaar voor geneesmiddelen en moet voldoen aan de Richtsnoeren voor Goede Distributiepraktijken voor geneesmiddelen van 5 november 2013. Bent u geregistreerd als bemiddelaar? Kan Achmea informatie verschaffen over haar naleving van deze wet- en regelgeving? Deze informatie is terug te vinden in de nieuwe versie van het digitaal invulbestand van 3 oktober. Achter de namen van de deelnemende zorgaanbieders is vermeld of het alleen Achmea dan wel het totaal volume betreft. Het betreft de declaratiedata over het behandeljaar 2013 welke zijn gedeclareerd in de periode tot en met juli 2014. Indien Achmea een nieuwe inkoopprocedure volgt voor hetzelfde AOC met een nieuwe aanbieder kunnen fabrikanten een nieuwe bieding doen. Nee. Ja. Dit is aan de deelnemende ziekenhuizen. Het inbrengen van dergelijk volume heeft alleen effect op de prijsstelling en netto condities. Dit betreft geen vraag. Nee, Achmea is niet geregistreerd als bemiddelaar. Niet van toepassing, zie antwoord op vraag 85. Pagina 9 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 Welke vormen van controle en audit zullen beschikbaar zijn om de declaraties van Achmea te controleren? Op welke manier wordt zekergesteld dat deelnemende ziekenhuizen en Achmea enkel korting ontvangen voor de aflevering ten behoeve van patiënten die verzekerd zijn bij Achmea? Op welke manier wordt zekergesteld dat deelnemende ziekenhuizen de betrokken geneesmiddelen niet doorleveren aan derden? Zal de korting gelden op het gehele volume van ziekenhuizen die volume inbrengen van andere verzekeraars dan Achmea? Zo ja, wie ontvangt de korting wanneer geneesmiddelen worden besteld ten behoeve van patiënten die bij een andere verzekeraar dan Achmea zijn ondergebracht? Wat wordt bedoeld met de zinsnede: "Declaraties van andere verzekerden worden door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd aan een derde partij" (p. 20, hoofdstuk 5 leidraad)? Vallen de 80% norm en de voorkeursrangorde onder de geheimhoudingsplicht zoals ondergebracht in artikel 13 van de overeenkomst? Of zullen ziekenhuizen en/of Achmea dergelijke informatie communiceren naar patiënten? Wat zal de notaris bij de bekendmaking van de uitslag bekend maken? Zal er geheimhouding worden opgelegd aan de aanwezigen en zo ja, onder welke voorwaarden? Zal de notaris bij de bekendmaking van de uitslag de kortingen bekend maken? Indien Achmea besluit geen overeenkomst te sluiten met een producent of de inkoopprocedure afbreekt, hoe garandeert Achmea dan de geheimhouding van het aanbod? Wat zijn de voorwaarden van de geheimhoudingsplicht van ziekenhuizen ten aanzien van de door Achmea bedongen kortingen, in het bijzonder met betrekking tot ziekenhuizen die besluiten het volume in te brengen van andere verzekeraars dan Achmea (paragraaf 4.2.1, p. 18 leidraad)? De creditnota aan inschrijvers kan desgewenst worden voorzien van een accountantsverklaring. Niet; Het is voor ziekenhuizen mogelijk ook het volume tbv andere verzekerden dan Achmea in te brengen. Zie antwoord vraag 19. Ja. Over de verdeling van de inkoopvoordelen zijn afspraken gemaakt met de deelnemende zorgaanbieders. Achmea wil en mag geen inzicht hebben in declaratiegegevens van andere zorgverzekeraars. Om toch tot verrekening over te kunnen gaan wordt hierbij een Trusted Third Party betrokken. Zie het antwoord op vraag 58. Of de inschrijving rechtsgeldig is, m.a.w. compleet. Nee. Nee. De bieding van de inschrijver zal alleen bekend worden bij de direct betrokken van Achmea en de notaris. Deze zijn alle gehouden aan geheimhouding. De deelnemende ziekenhuizen hebben geen geheimhoudingsplicht. Ziekenhuizen kennen de hoogte van de korting niet, alleen de rangorde zal worden gedeeld. Pagina 10 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 99 Wat is het marktaandeel van de deelnemende ziekenhuizen aan de inkoopkant van de regeling, op de Nederlandse markt voor de inkoop van deze geneesmiddelen? 100 Welke maatregelen zijn genomen om te garanderen dat de kortingen die zijn aangeboden aan Achmea niet bekend worden bij de andere zorgverzekeraars, in het bijzonder met betrekking tot ziekenhuizen die besluiten het volume in te brengen van andere verzekeraars dan Achmea? Wat wordt bedoeld met de mededeling dat er nog steeds concurrentie is tussen de diagnose behandel combinaties en add-on volumes tussen zorgaanbieders (p. 9. leidraad)? Hoe denkt u dat onder dit systeem de academische ziekenhuizen die zijn toegetreden tot deze procedure, kunnen voldoen aan hun verplichtingen die volgen uit het Nederlandse en Europese aanbestedingsrecht? Klopt het dat Achmea een inschrijver alleen uitsluit indien deze niet voldoet aan de eisen van het hebben van een handelsvergunning en/of dat het geneesmiddel onderdeel uitmaakt van het verzekerde pakket (p. 19 en p. 13 leidraad)? Beschouwt Achmea zichzelf als een aanbestedende dienst? Zo nee, waarom niet? In eerdere berichtgeving over deze inkoopopzet heeft Achmea ook hemostatica genoemd als groep van gezamenlijk in te kopen geneesmiddelen. Naar wij begrijpen heeft Achmea daar voor dit jaar van afgezien. Wat zijn daar de redenen voor? In het sjabloon “digitaal invulbestand 2015”, hetgeen als bijlage bij de leidraad voor het indienen van een inschrijving “Inkoop Add-ongeneesmiddelen 2015” is gevoegd, zijn als deelnemende zorgaanbieders enkele academische ziekenhuizen opgenomen De vraag hierbij is of voor de academische ziekenhuizen als publiekrechtelijke instellingen de aanbestedingsplicht van kracht is conform de Europese aanbestedingsregels? 101 102 103 104 105 106 Dit is op voorhand niet exact te zeggen. Het is mogelijk voor een inschrijver aan de hand van het rekenvolume (zie digitaal invulbestand) te berekenen welk aandeel de gezamenlijke inkoop in de totale afzet heeft. Zie antwoord vraag 98. Daarmee wordt bedoeld dat de concurrentie tussen zorgaanbieders gelijk blijft omdat deze uitgaat van DOT-zorgproductprijzen en volumes. De aanbestedingswetgeving is niet van toepassing op onze inkoopprocedure. Nee, bij een ongeldige of onvolledige inschrijving zal ook uitsluiting volgen. Nee. Volgens de laatste jurisprudentie is een zorgverzekeraar niet aanbestedingsplichtig. Het inkoopbeleid op het gebied van hemostatica is nog in ontwikkeling. Dit zal samen met zorgaanbieders worden ontwikkeld. Zie antwoord vraag 102. Pagina 11 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 107 108 109 110 111 112 113 De leidraad voor deze inkoopprocedure heeft als uitgangspunt een centrale inkoop op add-on geneesmiddelen Hierdoor wordt geen gelijk speelveld gecreëerd voor geneesmiddelen die werkzaam zijn in hetzelfde therapeutische gebied De vraag is hierbij dus of een betaaltitel ‘add-on’ het juiste criterium is om bij een centrale inkoopprocedure geneesmiddelen te hanteren?; Geneesmiddelen kunnen echter ook via een andere betaaltitel (opname in DOT zorgproduct) worden gefinancierd waardoor per definitie geneesmiddelen in hetzelfde indicatiecluster worden uitgesloten door enkel de zogenaamde ‘add-ons” in de selectie mee te nemen Zijn de relevante patiëntenverenigingen betrokken geweest bij de totstandkoming van deze leidraad? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze? Zijn de betrokken beroepsgroepen (voorschrijvers en apothekers) voorafgaand op de hoogte gebracht van deze leidraad en hebben zij gelegenheid gekregen om input te geven bij de totstandkoming van deze leidraad? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze? In hoeverre is rekening gehouden met gelijke aanspraak op farmacotherapie van verzekerden in de wetenschap dat deze aanspraak door een gezamenlijke inkoop per verzorgingsgebied van gecontracteerd versus niet gecontracteerde zorgaanbieder gaat verschillen (postcode)? Hoe is toegang van de patiënt tot innovatieve nieuwe geneesmiddelen gewaarborgd via deze centrale inkoopprocedure? Hoe is de zeggenschap over 1/3 deel van financieel voordeel in het innovatiefonds georganiseerd? Gaat Achmea de door haar bepaalde rangorde (alsmede wijzigingen daarvan), de deelnemende zorginstellingen waarbinnen deze rangorde geldt, en de consequenties van deze rangorde voor de verzekerde openbaar maken? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo nee, waarom niet? De selectie voor de producten in het AOC zijn niet op basis van de add-on status maar de hoge kosten per jaar gebaseerd. Zie antwoord vraag 5. Zie antwoord vraag 3. Er is geen verschil in aanspraak van verzekerden bij deelnemendeof niet deelnemende ziekenhuizen. Deze inkoopprocedure tast de toegang tot innovatieve nieuwe geneesmiddelen niet aan. De zeggenschap zal worden ingevuld in gezamenlijkheid met de deelnemende zorgaanbieders. Zie het antwoord op vraag 58. Pagina 12 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 114 115 116 117 118 119 120 Op basis van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (Wmg, art 40) zijn verzekeraars verplicht informatie voor verzekerden openbaar te maken ten aanzien van de eigenschappen van de door hen aangeboden producten en diensten Worden verzekerden van Achmea actief op de hoogte gebracht van de door Achmea bepaalde rangorde (alsmede wijzigingen daarvan), van de deelnemende zorginstellingen waarbinnen deze rangorde geldt, en de consequenties van deze rangorde voor de verzekerde? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo nee, waarom niet? De ‘Beleidsregel informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars en volmachten 2013’ van de NZa gaat ervan uit dat voor een goede werking van het zorgstelsel het van belang is dat zorgverzekeraars niet alleen goed inkopen, maar daarover ook transparant zijn naar hun verzekerden. Transparantie over (keuze-) informatie is voor de consument immers een cruciale voorwaarde om keuzes te maken die het best aan zijn wensen voldoen, aldus de Beleidsregel. Op welke wijze gaat Achmea hieraan voldoen? Is of wordt het Beleid Inkoop Add-ongeneesmiddelen 2015’ door Achmea (alsmede wijzigingen daarvan zoals voorzien in de Leidraad) getoetst aan de Zorgverzekeringswet en met name aan de impact op de toegankelijkheid van verzekerde zorg? Hoe verhoudt zich uw inkoopprocedure tot de uitspraak van de rechter (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2014, VGZ ea /Nutricia ea ) dat de sturing van een zorgverzekeraar niet mag leiden tot een indirecte beperking van de aanspraak? In de definitie van het Add-oncluster (AOC) wordt verwezen naar geneesmiddelen die bij eenzelfde indicatiegebied kunnen worden toegepast Wat is de door Achmea gehanteerde definitie van het ‘indicatiegebied’? Door producten off label aan te wijzen stimuleert Achmea off label gebruik en schendt zij het patentrecht. Hoe gaat Achmea dit voorkomen? Welke positie krijgen geneesmiddelen die wel voldoen aan uw criteria voor ‘onderling concurrerend’ maar die geen add-on status hebben? Zie het antwoord op vraag 58. Op onze website staan alle gecontracteerde zorgaanbieders voor Medisch Specialistische Zorg. De verzekerden hebben vrije keuze van zorgaanbieders. Ja, het inkoopbeleid Add-ongeneesmiddelen is aan alle relevante wet- en regelgeving getoetst. Zie het antwoord op vraag 61. In deze definitie betekent indicatiegebied hetzelfde als 'geregistreerde indicatie'. Achmea zal geen producten off-label aanwijzen. De huidige procedure voorziet niet in het opnemen van geneesmiddelen zonder een add-onstatus. Pagina 13 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 121 Wie is verantwoordelijk voor de indeling van de clusters? 122 123 Aan de hand van welke criteria worden deze clusters samengesteld? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers en apothekers) betrokken bij de indeling van de clusters? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties zijn betrokken bij de indeling van de clusters? 124 125 Op welke wijze is dit proces van clustering transparant voor betrokken (belanghebbende) partijen? 126 U geeft aan dat geneesmiddelen als onderling concurrerend aangemerkt indien zij 1 bij een zelfde indicatiegebied kunnen worden toegepast 2 via een gelijke toedieningsweg worden toegediend en 3 in het algemeen voor dezelfde leeftijdscategorie zijn bestemd Dit zijn exact dezelfde criteria die worden gehanteerd voor clustering in het kader van het GVS (art 2 40 lid 1 Rzv) In art 2 40 lid 3 Rzv staat echter ook dat geneesmiddelen niet als onderling vervangbaar kunnen worden aangemerkt (en dus ook niet geclusterd kunnen worden), indien er 1 tussen die geneesmiddelen verschillen in eigenschappen bestaan 2 deze verschillen in eigenschappen zich voordoen of uit nader omschreven gegevens en bescheiden, blijkt dat deze verschillen in eigenschappen, tezamen genomen, bepalend zijn voor de keuze van het geneesmiddel door de arts kunnen voordoen bij de gehele patiëntenpopulatie, bij welke de geneesmiddelen kunnen worden toegepast, en 3 uit nader omschreven gegevens en bescheiden, blijkt dat deze verschillen in eigenschappen, tezamen genomen, bepalend zijn voor de keuze van het geneesmiddel door de arts Als deze gronden voor uitzonderingen in het kader van GVS-clustering relevant worden geacht, waarom heeft u deze niet overgenomen? De clustering is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Zie leidraad paragraaf 1.3 (definities). Het betrekken van de deelnemende zorgaanbieders is de verantwoordelijkheid van Achmea. Het betrekken van de patiëntenorganisaties is de verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Aangezien deze clustering een activiteit is van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen is dit per definitief transparant. Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra de clustering definitief en de inkoopprocedure gestart. Dit gebeurt middels de Leidraad. Wij hebben diverse bronnen gebruikt om tot onze definitief te komen (richtlijnen, stand der wetenschap en praktijk) en vooral ook de inbreng van deelnemende zorgaanbieders en artsen. Pagina 14 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 127 128 129 Dit mede in verband met het feit dat een GVS-cluster een methode van berekening van een limiet is, doch géén rangorde bepaalt, terwijl de door u voorgestelde clustering veel verdergaande consequenties heeft, nl het bepalen van een rangorde die men heeft te respecteren? In het kader van het preferentiebeleid zijn waarborgen opgenomen in art 2.8 Besluit zorgverzekering (van elke werkzame stof is in ieder geval één geneesmiddel in dat cluster opgenomen), om ervoor te zorgen dat geen verschraling en inbreuk op/afbreuk van de professionele autonomie en aanspraken kan optreden: elke verzekerde moet kunnen rekenen op een geneesmiddelenpakket dat dezelfde therapeutische breedte dekt (zie Nota van Toelichting, Staatsblad 2005, 389, blz 43) Hoe verhoudt zich dit (principiële) uitgangspunt tot de clustering van geneesmiddelen met verschillende werkzame stoffen? In de definitie van Add-oncluster (AOC) is aangegeven dat “deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid hebben een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten”: a: Onder welke voorwaarden hebben zorgaanbieders deze mogelijkheid? b: Wie bewaakt dat proces, de gehanteerde criteria/voorwaarden etc? c: Krijgt Achmea daarbij nog een entamerende, sturende of bepalende invloed of zeggenschap? d: Krijgen patiënten(organisaties) daarbij nog invloed of zeggenschap? Wat is de definitie van de benoemde clusters: TNF-alfaremmers (met of zonder indicatiegebied, m.a.w. wel of niet met IL-17 antagonisten die in RA richtlijn staan), ‘bepaalde’ hemostatica, referentieproducten en biosimilars? Welke geneesmiddelen vallen daaronder? Zie het antwoord op vraag 3. Zie het antwoord op vraag 1 en vraag 2. Zie het antwoord op vraag 21. Zie het antwoord op vraag 21. Zie het antwoord op vraag 21. Nee. Deze inkoopprocedure heeft betrekking op de AOC zoals beschreven in het digitale invulbestand. Pagina 15 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 130 131 132 Uw opzet gaat uit van clustering, waarbij de inkoopprocedure een rangorde gaat geven die uitsluitend afhangt van de ‘meest economische bieding’ In uw Brochure “Impact Collectieve Farma” (22 mei 2014) stelt u op p 8: “zorgaanbieders leven de gemaakte afspraken na door vakbekwaam steeds het meest doelmatige middel aan de patiënt voor te schrijven” Hoe verhouden zich die rangorde en deze opgelegde verplichting (“steeds”) tot de medische richtlijnen, de professionele autonomie en verantwoordelijkheid van de voorschrijver en het recht van de patiënt om het voor hem meest geschikte behandeling te krijgen? De definitie van economisch meest voordelige inschrijving gaat uit van “Hoogste percentage korting ten opzichte van het geldende NZamaximumtarief voor het add-on geneesmiddel” a: Hoe gaat Achmea om met het gegeven dat het middel met de ‘hoogste percentuele korting’ niet altijd de economisch meest voordelige inschrijving zal zijn? b: Hoe is in de beoordeling van de economisch meest voordelige inschrijving de kwaliteit van de desbetreffende farmacotherapie meegewogen? (zowel in distributie, toedieningsvorm, gebruiksgemak en kwaliteit van leven van patiënt) c: Hoe wordt bij de meest economische inschrijving rekening gehouden met het economische verschil in totale behandel- of zorgkosten (bijv ziekenhuis vs thuistoediening)? d: Is bij de vaststelling van meest voordelige inschrijving ook rekening gehouden met benodigde hoeveelheid en eventuele spillage? e: Klopt het dat er in uw opzet wordt geconcurreerd op korting en niet op prijs? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot de opstelling van zorgverzekeraars in de extramurale markt, waar men juist is afgestapt van het systeem dat keuzes worden gemaakt op basis van kortingen en bonussen? Hoe zijn de afspraken met concurrerende zorgverzekeraars ingevuld bij gunning over het totale volume van een deelnemende zorgaanbieders, waarbij naast het volume van Achmea ook volume van andere zorgverzekeraars is meegenomen? In de afspraken met de zorgaanbieders is ruim voldoende voorzien in de mogelijkheid om af te wijken van het voorkeursbeleid. Zie ook de antwoorden op de vragen 1 en 2. Volgens de gehanteerde definitief is de inschrijving met de hoogste procentuele korting de economisch meest voordelige bieding. Zie het antwoord op vraag 131a. Zie het antwoord op vraag de131a.. Zie het antwoord vraag 131a. Nee. Dit is onderdeel van de afspraken tussen Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Pagina 16 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 133 134 135 136 137 138 139 140 In hoeverre wordt vrijheid van voorschrijven aan de verantwoordelijke specialist gelaten bij patiënten die eerder een AOC geneesmiddel hebben gebruikt ondanks het feit dat dit gebruik al minstens 6 maanden geleden is? Achmea houdt in het kader van IDEA rekening met de ‘Handleiding Substitutie van de KNMP’ Wordt bij de indeling van de clusters rekening gehouden met deze Handleiding? Zo nee, waarom in dit geval niet? Zo ja, op welke wijze? In een brief van 15 mei 2014 heeft Minister van VWS aan de Tweede Kamer onder meer gemeld: “Voorschrijven conform behandelrichtlijnen en medische noodzaak gaat altijd voor financiële (budget) afspraken De patiënt heeft aanspraak en recht op verantwoorde zorg overeenkomstig de stand van de wetenschap en de praktijk, zoals onder andere vastgelegd in behandelrichtlijnen ” En: “De problematiek dat voorschrijvers belemmeringen in het voorschrijven ervaren en wellicht hierdoor om nietmedische redenen patiënten switchen vind ik zeer zorgwekkend (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 29 248, nr 269) Hoe verhoudt zich uw opzet tot deze uitspraken? Wat is de definitie van ‘onvoldoende respons’? Welke criteria zijn hiervoor vastgesteld? Wat is de definitie van ‘teveel bijwerkingen’? Bij de bepaling van de volgorde staat het add-on geneesmiddel centraal die het meest economisch voordelig is. In hoeverre wordt de stand van wetenschap en praktijk en positionering in de medische richtlijnen van het geneesmiddel hierin meegewogen? Voorschrijvers hebben de verplichting om verantwoorde zorg te leveren. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat zij dat in de voorgestelde opzet nog kunnen doen? Krijgen patiënten te maken met vertraging in de beschikbaarheid van bepaalde geneesmiddelen die ‘lager’ in de rangorde staan? Zo ja, hoe verhoudt zich dat dan tot de zorgplicht van Achmea? Zie antwoord vraag 1 en 2 en 47. Zie antwoord vraag 49. Er is geen sprake van substitutie. Daarnaast lijkt de handleiding substitutie van de KNMP op dit moment ontoereikend voor intramuraal gebruik. In deze procedure zijn geen belemmeringen voor de voorschrijvers. De arts heeft vrije keuze bij het voorschrijven van geneesmiddelen. Dit is ter beoordeling van de voorschrijver. Dit is ter beoordeling van de voorschrijver. Voorschrijvers dienen te handelen conform de Stand der Wetenschap en praktijk. In onze opzet is nergens opgenomen dat artsen onverantwoorde zorg moeten leveren. De deelnemende zorgaanbieders hebben bewust gekozen voor deelname aan gezamenlijke inkoop in dit collectief. Nee, er is geen sprake van vertraging in de beschikbaarheid. Pagina 17 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 Wat wordt bedoeld met een “selectie van concurrerende add-on geneesmiddelen om tot een AOC te komen”? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers en apothekers) bij deze selectie zijn betrokken? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze selectie zijn betrokken? Op welke wijze is dit proces van selectie transparant voor betrokken (belanghebbende) partijen? Wie maakt de voorselectie en welke criteria worden daarbij gehanteerd? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers en apothekers) bij deze voorselectie zijn betrokken? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze voorselectie zijn betrokken? Op welke wijze is dit proces van voorselectie transparant voor betrokken (belanghebbende) partijen? In de inkoopprocedure wordt aangegeven dat het voorkeursbeleid van Achmea kan worden gewijzigd gedurende de looptijd, bijvoorbeeld als gevolg van een nieuwe introductie. Is door Achmea rekening gehouden met het feit dat het tussentijds schrappen van een preferent product een significante impact kan hebben op het voorraadbeheer van specialistische geneesmiddelen en het creëren van niet-inzetbare overschotten tot significante financiële schade kan leiden bij de verantwoordelijke vergunninghouder(s)? Wat houdt een nieuwe introductie van een geneesmiddel in voor de bestaande rangorde? Wordt deze altijd als laatste in de rangorde geplaatst? Welke mogelijkheid heeft een fabrikant om een nieuwe introductie alsnog te laten mee doen in de procedure? Een AOC wordt bepaald in onderling overleg en overeenstemming tussen Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Zie het antwoord op vraag 141. Zie het antwoord op vraag 124. De clustering is een activiteit van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen en daarmee per definitief transparant. Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra een AOC definitief is en de inkoopprocedure start. Dit gebeurt middels de Leidraad. Zie de antwoorden op de vragen 141-144. Zie de antwoorden op de vragen 141-144. Zie de antwoorden op de vragen 141-144. Zie de antwoorden op de vragen 141-144. Ja. Bij een nieuwe introductie bestaat de mogelijkheid een nieuwe inkoopprocedure te starten. Een nieuwe middel zal niet per definitie als laatste aan de rangorde worden toegevoegd. Het AOC voor de huidige procedure staat vast en kan niet wijzigen. Pagina 18 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 152 153 154 155 156 157 158 Indien voorkeursbeleid wordt gewijzigd door een nieuwe inkoopprocedure uit te voeren, wat zijn dan de uitgangspunten in de periode vanaf wijziging tot vaststelling van gunning van voorkeursgeneesmiddelen? In de uitgangspunten is opgenomen dat de financiële voordelen in gelijke mate ten goede komen aan de deelnemende zorgaanbieders, Achmea en gewenste innovaties. Hoe wordt deze korting in financieel voordeel geeffectueerd als het verzekerden betreft van concurrerende zorgverzekeraars? In de uitgangspunten van de inkoopprocedure is opgenomen dat de geboden kortingen ‘onder couvert’ zijn en daarmee niet zichtbaar voor andere marktpartijen Hoe wordt deze vertrouwelijkheid van de korting gewaarborgd op het moment dat de korting wordt uitbetaald? In de leveringsvoorwaarden is aangegeven dat andere voorwaarden van de inschrijver expliciet worden uitgesloten. Hoe gaat Achmea om met bestaande overeenkomsten tussen zorgaanbieders en leveranciers met aanvullende voorwaarden over levering, data-uitwisseling, kwaliteits-, service-elementen, etc…? In de voorbehouden is onder 2.3.4 opgenomen dat voor ‘sommige’ AOC’s geen overeenkomst wordt gesloten. Welke criteria worden voor dit voorbehoud gehanteerd? Voorbehouden in deze inkoopprocedure a. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers en apothekers) bij deze wijziging(en) zijn betrokken? b. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze wijziging(en) zijn betrokken? c. Op welke wijze is dit proces van wijziging transparant voor betrokken (belanghebbende) partijen? Tot het moment van vaststellen van de nieuwe rangorde blijft het oude beleid van kracht. zie antwoord op vraag 69 en vraag 70. De afrekening van de korting met zorgaanbieders gebeurt op AOCniveau. Achmea staat buiten (lopende) afspraken met zorgaanbieders voor zover het geen onderhandse deals betreft (zie antwoord vraag 19). Deze vraag is op dit moment niet opportuun gelet op het feit dat de inkoopprocedure voorziet in de inkoop van slechts 1 (één) AOC. Dit is de verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Dit is de verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende zorgaanbieders. Deze wijziging betreft een activiteit van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen en is daarmee per definitie transparant. Belanghebbende, zoals fabrikanten, worden geïnformeerd zodra een wijziging definitief is. Er kunnen redenen zijn voor een aanbieder een geneesmiddel om niet te in te schrijven, of er kunnen redenen zijn dat Achmea een bepaalde aanbieder uitsluit (bijv. vanwege onvolkomenheden of tegenstrijdigheden, zie blz. 12). Pagina 19 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 159 160 161 162 a. Wat betekent dit voor de toegankelijkheid van dat specifieke geneesmiddel? b. Hoe wordt de aanspraak van patiënten gewaarborgd? Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht, die (o.a.) inhoudt dat zij geneesmiddelen die onderdeel uitmaken van het verzekerde pakket, beschikbaar moeten maken voor patiënten die daarop zijn aangewezen. Alleen extramuraal mag een zorgverzekeraar het pakket in die zin beperken, dat per werkzame stof één variant wordt aangewezen (art. .2.8 Besluit zorgverzekering). Achmea eist dat het geneesmiddel waarvoor een inschrijving wordt gedaan “(…) 2) onderdeel uitmaakt van het verzekerde pakket”. Intramuraal zijn er geen beperkingsmogelijkheden zoals genoemd in art. 2.8 Besluit zorgverzekering. Tegelijkertijd gaat uw opzet uit van uitsluiting, voorselectie, rangorde etc.. Hoe verhoudt zich dat tot het wettelijk systeem van aanspraken en grenzen aan beperkingen die de zorgverzekeraar daarop mag stellen (noch direct, noch indirect, zie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 mei 2014, VGZ e.a./Nutricia e.a.)? In 3.5.2.F is aangegeven dat de kosten van distributie worden geacht te zijn opgenomen in de geoffreerde prijs. a. Hoe gaat Achmea om met aanvullende vergoeding voor kosten die de doelmatige inzet en kwaliteit van zorg ten goede komen? b. Hoe worden dergelijke waarde toevoegende kosten in de totale vergoeding meegenomen? Onder 4.2.1. te offreren kortingen wordt aangegeven dat de geboden korting van toepassing is op alle add-on declaraties over het gerealiseerde volume. Welke afstemming is gemaakt met concurrerende zorgverzekeraars? In de tweede alinea staat: “Als een product tijdens de realisatiefase wordt geregistreerd en daarmee in een nieuwe indicatiegroep past, zal de rangorde van de betreffende indicatiegroep worden aangepast met ingang van de eerste van de maand volgend op het verkrijgen van de betreffende registratie.” a. Wat bedoelt u met “een nieuwe indicatiegroep“? 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Dit heeft geen effect op de toegankelijkheid. Zie de antwoorden op vraag 2 en vraag 158a. Zie het antwoord op vraag 61. Deze vallen buiten de geoffreerde prijs. Dergelijke kosten dienen direct tussen aanbieder en zorgaanbieder te worden verrekend. Er is geen afstemming met andere verzekeraars. Een andere indicatie dan tot voor dat bewuste moment. Pagina 20 van 54 Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 163 b. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de zorgaanbieders (voorschrijvers en apothekers) bij deze aanpassing(en) zijn betrokken? c. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de patiënten(organisaties) bij deze aanpassing(en) zijn betrokken? d. Op welke wijze is dit proces van aanpassing van de rangorde transparant voor betrokken (belanghebbende) partijen? In de vierde alinea staat dat zorgaanbieders bij nieuwe gebruikers in minimaal in 80% van de gevallen het voorkeursgeneesmiddel (zijnde het geneesmiddel waarvoor het hoogste kortingspercentage is geboden) moeten voorschrijven. a. Wie heeft het percentage van 80% bepaald, op basis van welke criteria en volgens welke procedure? b. Geldt dit percentage voor alle clusters? Zo ja, waarop is dat gebaseerd? c. Zijn bij de vaststelling van dit percentage de betrokken beroepsgroepen (voorschrijvers/apothekers) en patiëntenorganisaties betrokken? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet? d. Op welke gronden acht Achmea het percentage van 80% verantwoord voor al deze clusters? e. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat – met dit opgelegde percentage voorschrijvers hun verplichting tot het bieden van kwalitatief verantwoorde zorg kunnen nakomen? Zij zijn immers uit dien hoofde verplicht om voor elke patiënt, met inachtneming van de individuele omstandigheden van het geval, te handelen in overeenstemming met hun richtlijnen en de stand van de wetenschap en praktijk? f. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat Achmea haar zorgplicht op grond van de Zorgverzekeringswet kan nakomen, die inhoudt dat zij ervoor dient te zorgen dat de zorg die tot het verzekerde pakket behoort (want behoort tot de stand van wetenschap en praktijk), ook daadwerkelijk beschikbaar is voor de patiënt? Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen. Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen. Dit is een verantwoordelijkheid van Achmea en de deelnemende ziekenhuizen. Dit is vastgesteld door Achmea samen met de deelnemende zorgaanbieders. Ja, dit geldt voor alle clusters. Dit op basis van de gangbare praktijk. Nee, het betreft een inschatting van Achmea en de deelnemende zorgaanbieders, inclusief medisch specialisten. Zie het antwoord op de vragen 163a en 163c. Dat klopt. Door aan de ene kant ruimte in te bouwen (20%) om af te kunnen wijken en aan de andere kant de medisch inhoudelijke afwegingen van de individuele arts altijd te laten prevaleren boven de 80%-doelstelling. Zie ook antwoord vraag 51 tot en met 57. Gelet op het feit dat onze opzet op geen enkele manier de aanspraak inperkt dan wel de zorgplicht is er geen reden dit op een andere manier te waarborgen. Pagina 21 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 164 165 166 167 168 169 In de laatste alinea op blz. 18 wordt gesproken over de situatie waarin een patiënt “moet worden overgezet op een ander geneesmiddel binnen een cluster (een “switcher”)”. Hoe verhoudt zich deze kennelijk onvermijdelijke omzetting zich tot de uitspraken van de Minister van VWS in een brief van 15 mei 2014 aan de Tweede Kamer, waarin zij duidelijk heeft gesteld: “Voorschrijven conform behandelrichtlijnen en medische noodzaak gaat altijd voor financiële (budget) afspraken. De patiënt heeft aanspraak en recht op verantwoorde zorg overeenkomstig de stand van de wetenschap en de praktijk, zoals onder andere vastgelegd in behandelrichtlijnen.” en: “De problematiek dat voorschrijvers belemmeringen in het voorschrijven ervaren en wellicht hierdoor om niet-medische redenen patiënten switchen vind ik zeer zorgwekkend.”. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 29 248, nr. 269)? De leidraad stelt dat eventuele bezwaren voor de sluitingsdatum voor het indienen van vragen kenbaar moeten worden gemaakt, bij gebreke waarvan de inschrijver hierop geen rechtsgeldig beroep kan doen en zijn rechten heeft verspeeld. Al onze vragen dienen als bezwaar te worden beschouwd. Wat gaat Achmea doen wanneer er lopende het kalenderjaar biosimilars voor een betreffend geneesmiddel op de Nederlandse markt komen? Wat betekent dit concreet voor de gesloten contracten? Kan Achmea meer specifiek aangeven wanneer zij gebruik maakt van het voorbehoud (p. 10) om het voorkeursbeleid te wijzigen Indien Achmea het voorkeursbeleid wijzigt o.b.v. wijzigingen in de markt, kan een fabrikant dan haar aanbod terugtrekken of een nieuw kortingspercentage indienen? Zo nee, waarom niet. Zo ja, onder welke voorwaarden is dit mogelijk? Worden bij het uitbrengen van de definitieve nota van inlichtingen tevens alle definitief deelnemende ziekenhuizen bekend gemaakt en wordt er aangegeven voor welk deel zij mee doen met ICF? Indien zij alleen voor het Achmea deelnemen, geeft Achmea dan aan welk percentage het Achmea deel is? Zie antwoord vraag 135. Dit betreft geen vraag. Indien er een nieuw geneesmiddel op de markt komt dat in het AOC past (op aangeven Achmea en de deelnemende ziekenhuizen) kan er een nieuwe inkoopprocedure starten. In het geval er een product met betere positie in de rangorde een nieuwe registratie verkrijgt zal het voorkeursbeleid voor wat betreft de bewuste indicatie wijzigen. Het terugtrekken van de bieding is niet mogelijk. In het geval er een nieuwe inkoopprocedure volgt en het betreffende product is opgenomen in het AOC kan er een nieuwe bieding worden gedaan. In het digitaal invulbestand van 3 oktober 2014 is opgenomen welke zorgaanbieders deelnemen en of het 'Achmea volume' betreft of het gehele volume van de zorgaanbieder. Indien het alleen Achmea volume betreft kan niet worden aangegeven welk percentage dit is van het totale volume omdat Achmea dat niet kent. Pagina 22 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 170 171 172 173 174 Wanneer Achmea gaat inkopen voor deelnemende Academische centra dient zij de Europese aanbestedingsregels inclusief de daarbij behorende tijden te volgen. Is Achmea van mening dat de Europese aanbestedingsregels bij ICF van toepassing zijn? Indien Achmea van mening is dat de Europese aanbestedingsregels in deze situatie niet van toepassing zijn, welke onderbouwing heeft Achmea hier dan voor? Op pagina 8 staat: ‘deelnemende zorgaanbieders sluiten geen onderhandse deals over de geneesmiddelen in de AOC’. Welke zaken, afspraken etc. verstaat Achmea onder ‘onderhandse deals over de geneesmiddelen in de AOC’, kunt u dit specifiek benoemen. Gestanddoening: Wanneer achteraf blijkt dat er per 1 januari 2015 geen geldende overeenkomstig is voor het leveren van geneesmiddelen aan de deelnemende zorgaanbieders, bijvoorbeeld omdat er een juridische kwestie heeft gespeeld,dan betekent dit dat de betrokken ziekenhuizen geen korting hebben bedongen en zij feitelijk de lijstprijs verschuldigd zijn. Garandeert Achmea dat zij deze aan de inschrijver betalen? Zo nee, betekent dit dat Achmea dit risico volledig bij de deelnemende ziekenhuizen legt? Op pagina 13 schrijft Achmea over ‘irreële inschrijving”. Kunt u meer specifiek beschrijven wat u onder irreële inschrijving verstaat? Enkele zorgaanbieders nemen deel aan ICF onder specifieke voorwaarden. Wij achten het noodzakelijk om over deze informatie te beschikken om een bod uit te kunnen brengen rekening houdende met de gestelde voorwaarden en maken bezwaar tegen het ontbreken van deze informatie ten tijde van het publiceren van de leidraad. Legt u deze voorwaarden over aan de genodigde inschrijvers bij de definitieve nota van inlichtingen? Zo nee, wat is daarvoor uw argumentatie? Zie het antwoord op vraag 102. Zie het antwoord op vraag 19. De situatie waarin de inkoopprocedure geen resultaat geeft is onderwerp van gesprek tussen de deelnemende ziekenhuizen en Achmea. Dit heeft geen betrekking op de inkoopprocedure. Een bieding is irreëel indien deze tot doel heeft dan wel de uitwerking heeft de inkoopprocedure te frustreren. De eventuele voorwaarden zijn onderdeel van het contract Medisch Specialistische Zorg en betreffen andere aspecten dan welke relevant zijn voor de inkoopprocedure. Pagina 23 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 175 176 177 178 179 Per indicatiegroep (Pag. 18) zal een specifieke rangorde worden vastgesteld. Daarbij wordt uitgegaan van de geregistreerde indicatie(s) (peildatum 1 oktober 2015). Als een product tijdens de realisatiefase wordt geregistreerd en daarmee in een nieuwe indicatiegroep past, zal de rangorde van de betreffende indicatiegroep worden aangepast met ingang van de eerste van de maand volgend op het verkrijgen van de betreffende registratie. Bent u ook van mening dat hier ‘peildatum 1 oktober 2014’ dient te staan? Betekent dit dat zonder dat voor de desbetreffende indicatie een bod is uitgebracht, buiten de inschrijfprocedure een wijziging in rangorde wordt aangebracht? Bij gelijke bieding bepaalt loting de positie. (pag. 18). Stelt u hiermee dat bij gelijke korting geen gelijke positie geboden wordt? Zo ja, kunt u het juridisch kader beschrijven op grond waarvan u meent dat dit toegestaan is in deze specifieke situatie? Indien Achmea geen of geen rechtsgeldige inschrijvingen ontvangt, wordt de AOC buiten de inkoopprocedure gehouden. Hoe verantwoordt Achmea dit rechtsgeldig en hoe verhoudt dit zich met het recht op aanspraak van de verzekerde? Deelnemende zorgaanbieders hebben de mogelijkheid een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten. Kunt u toelichten wat hiermee bedoeld wordt en welke consequenties deze maatregel heeft op geboden kortingen en het gebruik/uitsluiten van het geneesmiddel binnen de dynamische groep van patiënten? Kunt u uiterlijk in de nota van toelichting aangeven welke zorgaanbieders van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt of dit overwegen en op welke wijze? Op basis van welke verifieerbare Nederlandse marktgegevens gegevens heeft Achmea de referentietarieven vastgesteld? Indien Achmea niet Nederlandse marktgegevens heeft meegenomen in haar overwegingen/ besluitvorming hoe beargumenteerd zij de toepasbaarheid hiervan op de Nederlandse markt? Het is correct dat de peildatum 1 oktober 2014 moet zijn. Wij gaan er van uit dat fabrikanten zelf op de hoogte zijn van eventuele uitbreiding van de geregistreerde indicaties en dat er rekening mee gehouden zal worden bij de bieding. Gelet op het feit dat er geen bod uitgebracht kan worden per indicatie kan het tweede deel van de vraag niet voor komen. De loting zal voorafgaand aan het opnemen van de enveloppen plaats vinden. Indien er twee gelijke biedingen zijn heeft het lot dus vooraf bepaald welke positie de gelijke biedingen t.o.v. van elkaar krijgen in de rangorde. Het juridisch kader is de Leidraad waarin deze procedure is beschreven. De situatie waarbij er geen- of geen rechtsgeldige biedingen worden ontvangen is beschreven in de Leidraad en daarmee rechtsgeldig. Dit heeft geen effect op de aanspraak van verzekerden. Zie antwoord vraag 21. Achmea heeft het referentietarief vastgesteld op basis van o.a. declaratiedata, marktgegevens van zorgaanbieders en de effecten historische marktontwikkelingen. Pagina 24 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 180 181 182 183 184 185 186 In de modelovereenkomst (pag.27) wordt er gesproken over inkopende zorgverzekeraar, Achmea en ‘opdrachtgever’. Wil Achmea aangeven welke term er gebruikt gaat worden. In de modelovereenkomst (pag.27/28) ontbreekt een bepaling die de rangorde contractueel vastlegt. Gaat Achmea deze bepaling toevoegen en zo ja, in welke bewoordingen, zo nee, waarom niet? In de modelovereenkomst (pag.30; art 8 sub 2: 2) staat het volgende: De daadwerkelijk door opdrachtnemer aan opdrachtgever verschuldigde korting per geneesmiddel in een AOC behelst de in bijlage 4 per geneesmiddel opgenomen korting. Indien het NZa maximumtarief gedurende de looptijd wijzigen, dan zal bij neerwaartse bijstelling de nieuwe prijs worden gehanteerd en bij opwaartse bijstelling het huidige tarief worden behouden. Waarom wordt er bij opwaartse bijstelling deze niet doorgevoerd door Achmea en blijft bij een neerwaartse bijstelling van het NZa maximumtarief de overeengekomen korting gehandhaafd? In de modelovereenkomst (pag.29; art4 sub 2). Verzoek aan Achmea tot aanpassen in: ‘Alle in redelijkheid gemaakte kosten..” In de modelovereenkomst (pag.30; art 9 sub 1). Verzoek aan Achmea tot aanpassen in: Kosten en schade beperken tot directe kosten en schade. In de modelovereenkomst (pag.32; art 12 sub 3).Verzoek aan Achmea tot aanpassen in: Wederkerig maken, dient ook te gelden voor opdrachtgever en zorgaanbieders. In de modelovereenkomst (pag.32; art 14 ‘en haar globale inhoud’). Verzoek aan Achmea tot verwijderen van deze zinsnede Het betreft de inkopende verzekeraar (handelend onder de naam Achmea) welke tevens opdrachtgever is. Zie het antwoord op vraag 17. Dit is gedaan om de belangen van onze verzekerden zo goed mogelijk te behartigen. Hiermee kan Achmea niet akkoord gaan. Hiermee kan Achmea niet akkoord gaan. Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste modelovereenkomst. Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste modelovereenkomst. Pagina 25 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 187 188 189 190 191 In de modelovereenkomst (pag.34; art 18: Indien zich tijdens de duur van deze overeenkomst van overheidswege een voor Partijen ingrijpende wijziging van de zorgverzekeringswet en/of bijbehorende besluiten en/of regelingen voordoet waarmee (de inhoud van) deze overeenkomst strijdig is of waardoor er ernstige onduidelijkheden ontstaan over de verplichtingen van Partijen onder deze overeenkomst, kan Achmea deze overeenkomst per datum van de overheidsmaatregel beëindigen. Verzoek aan Achmea tot aanpassen in: Partijen dienen eerst met elkaar in overleg te treden om te bezien of de overeenkomst gewijzigd kan worden, indien wetswijziging zodanig is dat dit niet door een van beide partijen gevergd kan worden komt beëindigen aan de orde. Leidraad pag. 19: ‘Opdrachtnemer is niet gerechtigd zonder toestemming van opdrachtgever de rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst over te dragen aan een derde.…’ Verzoek aan Achmea tot aanpassen in: Deze toestemming zal niet onredelijk worden onthouden. ‘Economisch meest voordelige inschrijving’. Achmea lijkt geen rekening te houden met de huidige marktaandelen en de door Achmea gehanteerde omschrijving hoeft dus ook niet het ‘Economisch meest voordelige inschrijving’ te zijn. Waarom heeft Achmea marktaandelen niet meegenomen in de bepaling van de ‘Economisch meest voordelige inschrijving’? ‘Economisch meest voordelige inschrijving’. Er zijn verschillen in gemiddelde doseringen per geneesmiddel per patient per jaar. Houdt Achmea hier rekening mee bij het vaststellen van de volgorde van de ‘economisch meest voordelige inschrijving’? Zo nee, waarom niet? Kunnen er verschillende kortingen worden gegeven per indicatie en zo ja, worden de kortingen dan ook alleen per indicatiegebied gebruikt? M.a.w. gelden voor de andere indicaties de NZa maximum tarieven wanneer wij daar niet op geboden hebben? Zo nee waarom niet? Hier kan Achmea niet mee akkoord gaan. Hiermee kan Achmea akkoord gaan. Zie ook de aangepaste modelovereenkomst. Gelet op de huidige prijsstelling van de betreffende producten is het marktaandeel irrelevant voor de prijsvorming. De definitie van 'economisch meest voordelige bieding' is opgenomen in de Leidraad. Nee. De bepaling van de rangorde is beschreven in de Leidraad. Het is niet mogelijk een bieding per indicatie te doen. Er kan slecht 1 kortingspercentage geboden worden wat, zoals beschreven in de Leidraad, van toepassing zal zijn op alle declaraties van het betreffende middel. Pagina 26 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 192 Achmea heeft een dynamische groep berekend van ± 35%, bestaande uit nieuwe patiënten en switchers samen. Op welke wetenschappelijke verifieerbare data zijn deze percentages gebaseerd en hoe verhouden deze percentages zich per indicatiegebied: Reuma, MDL en Psoriasis patiënten. 193 Betreft pagina 5: Uw definitie Add-on cluster. Hierin wordt ondermeer gesteld dat geneesmiddelen in een cluster zitten als ze bij een zelfde indicatie gebied kunnen worden toegepast. Is Achmea van mening dat alle door hen geselecteerde geneesmiddelen in de AOC toepasbaar zijn voor alle indicaties? Zo ja, waar baseert Achmea dit op? Zo nee, waarom heeft Achmea dan de betreffende middelen in eenzelfde cluster geplaatst? Kunt u in uw beantwoording meenemen waarom Infliximab niet opgenomen is in de AOC? Wanneer (graag zo specifiek mogelijk definiëren) zal Achmea gebruik maken van het voorbehoud op pagina 10, om voor sommige AOC’s geen overeenkomst te sluiten Achmea verplicht zorgaanbieders dat zij, bij nieuwe patiënten, in 80% het meest voordeligste middel voorschrijven. Op basis van welke gepubliceerde wetenschappelijke literatuur/onderzoek stelt Achmea dat 80 % van de nieuwe patiënten op het preferente middel kan worden gezet en meent Achmea dat dit percentage voor alle patiëntengroepen (reuma, MDL en psoriasis) hetzelfde is? Zo ja, op welke verifieerbare gegevens baseert Achmea dit? En hoe denkt Achmea deze percentages daadwerkelijk te borgen zonder ongeoorloofd invloed uit te oefenen op het voorschrijfgedrag van artsen? 194 195 De percentages zijn gebaseerd op de declaratiegegevens van Achmea over de periode H2-2012 - H1-2013. Patiënten zijn hierbij als "nieuw" aangemerkt als ze tenminste 180 dagen geen TNFi hebben gebruikt. Patiënten die binnen een periode van 180 dagen van stof zijn veranderd worden als "switcher" aangeduid. Bij de analyse is geen onderscheid gemaakt naar de verschillende indicatiegebieden. Het is dus een indicator die representatief is voor de landelijke situatie. Achmea is niet van mening dat alle geselecteerde geneesmiddelen kunnen worden toegepast bij alle indicaties. Binnen de AOC zijn echter wel geneesmiddelen met dezelfde indicaties die onderling concurreren. Infliximab is niet opgenomen vanwege de toedieningsvorm (IV). Op dit moment is er slechts 1 AOC in procedure. Alleen in het geval er geen- of geen rechtsgeldige inschrijving komt zal Achmea geen overeenkomst sluiten. Zie antwoord vraag 39. Achmea zal nimmer ongeoorloofde invloed uitoefenen op het voorschrijfgedrag. Pagina 27 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 196 197 198 199 200 201 202 Wordt in de AOCs een onderverdeling gemaakt o.b.v. indicatiegroepen per geneesmiddelen omdat niet ieder geneesmiddel voor dezelfde indicaties ingezet kan worden. Zo ja kunt u aangeven hoe de groepen specifiek zijn gedefinieerd en op basis van welke verifieerbare data? Zo nee, waarom niet? Voor welk percentage van de TNF alfaremmers markt koopt Achmea in voor 2015? Achmea heeft de rekenvolumes in bijlage 4, gebaseerd op eigen data en die van Vektis. Daarnaast heeft Achmea inschattingen gemaakt voor zowel het aantal nieuwe patiënten als switch patiënten. Welke berekeningen en formules heeft Achmea voor deze berekeningen gebruikt? Is Achmea bereid deze berekeningen te overleggen en hier een controle op te laten verrichten door een onafhankelijke partij? Zijn in deze getallen alle door de zorgaanbieders ingebrachte eventuele volumes meegenomen? Het rekenvolume is een op feiten gebaseerde best mogelijke schatting waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Wat gebeurt er als het beoogd volume niet wordt gehaald? Is Achmea bereid een bandbreedte overeen te komen met inschrijvende partijen en compensatie aan te bieden wanneer men hier buiten komt? NZa maximum tarieven voor 2015. Omdat deze tarieven nog niet definitief zijn vastgesteld: Kan Achmea aangeven welke bron zij gebruikt voor de NZa maximumtarieven? Is Achmea voornemens om de door de NZa te publiceren definitieve maximumtarieven te gaan hanteren? Zo nee, waarom niet? We kunnen korting geven op het NZa-maximumtarief 2015 voor onze producten. Kunnen we dit voor elke SKU verschillend aanpakken? Kunnen we ook een % korting geven dat verschillend is voor 1ste, 2de of 3de keus? Wie is/wordt er uitgenodigd om bij het openen van de enveloppen aanwezig te zijn en welke informatie wordt daar bekend gemaakt? Zie de antwoorden op de vragen 62,63,64,65,66,67 en 68. Zie het antwoord op vraag 99. Bij het verschijnen van de nota van inlichtingen zal de aangepaste opgave van de deelnemende zorgaanbieders, het volume en of het Achmea- of totaal volume betreft mede gepubliceerd worden in het digitaal invulbestand van 3 oktober 2015. Achmea maakt hierbij gebruik van de eigen declaratiedata, Vektis gegevens en de opgave van de deelnemende zorgaanbieders. Het kan voorkomen dat de volume ontwikkeling anders verloopt dan op dit moment ingeschat kan worden. Er zijn diverse afspraken van kracht waarbij er sterk gestuurd wordt op doelmatigheid en gepast gebruik. Het aanbieden van een compensatie bij 'het niet halen van het volume' is niet mogelijk. De gebruikte bron is te vinden op een openbare pagina van de NZa:http://www.nza.nl/regelgeving/tarieven/ziekenhuiszorg/tarieve nDBCDOT/tarieven-prestaties-DBC-DOT/ Nee, er kan slechts 1 kortingspercentage worden aangeboden. Geïnteresseerde belanghebbende kunnen aanwezig zijn bij het openen van de enveloppen. Zie verder de antwoorden op de vragen 94, 95 en 96. Pagina 28 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 203 204 205 206 207 208 209 Welke partijen zijn er (contractueel) aan gehouden om de informatie vertrouwelijk te behandelen? Welke straf staat op het openbaar maken van vertrouwelijke informatie waaronder de ingediende prijzen? Zijn er partijen die niet tot vertrouwelijkheid gehouden zijn? Zo ja welke partijen zijn dit en waarom? Welke informatie vanuit de tender krijgen deelnemende zorgaanbieders? Alleen volgorde en prijsverschil tussen de ingeschreven geneesmiddelen? En welke overige informatie? Welke maatregelen neemt Achmea om te voorkomen dat vertrouwelijke informatie wordt openbaargemaakt door deelnemende zorgaanbieders of anderen? Kan Achmea garanderen dat kortingspercentages niet bekend worden bij zorgaanbieders? Niet via een directe weg noch dat de zorgaanbieder achteraf kortingspercentages zelf kan berekenen? Is Achmea bereid om een Trusted Third Party (TTP) in het proces van opstellen van kosten, het uitvoeringsproces verrekening van kortingen en ter verificatie van data et cetera aan te stellen? Zo nee, waarom niet? Zo ja wat zijn dan de procedures en afspraken die er met de TTP worden gemaakt? De kosten die de distributie van de inschrijver naar zorgaanbieder en/of groothandel met zich meebrengt, worden geacht te zijn opgenomen in de geoffreerde prijs? Bij andere tenders ontvangen inschrijvers een standaard vergoeding voor distributie. Waarom is dit thans niet het geval? Achmea zal periodiek een onderbouwde creditnota voor het afrekenen van de korting aanleveren aan de inschrijver. Op welke databronnen zal dit worden gebaseerd, welke periodes zullen worden gehanteerd en welke mogelijkheden krijgt de inschrijver om deze gegevens te controleren? De personen die kennis hebben over de inhoud van de inschrijvingen zijn contractueel gehouden aan geheimhouding. Voor het overige heeft iedereen zich te houden aan de relevante wet- en regelgeving. De deelnemende zorgaanbieders krijgen alleen informatie over de rangorde. Achmea maakt hierover afspraken met de deelnemende zorgaanbieders. Geheimhouding is in het belang van alle betrokken partijen. Zie het antwoord op vraag 154. Ja, Achmea is bereid hiervoor een TTP in te schakelen. Over de procedures en de afspraken worden partijen die daadwerkelijk een rechtsgeldige bieding hebben gedaan later geconsulteerd. Er zijn uiteenlopende vormen van distributie die het werken met een standaard vergoeding onmogelijk maken. De gebruikte databronnen betreffen de declaratiegegevens van de deelnemende ziekenhuizen. De gehanteerde periode zal worden afgestemd met de inschrijvers, deelnemende ziekenhuizen en de TTP. De controle mogelijkheden zijn onderwerp van de genoemde consultatie in het antwoord op vraag 207. Pagina 29 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 210 211 212 213 214 215 216 Hoe verlopen de financiële en logistieke stromen als het ziekenhuis heeft besloten om Achmea centraal te laten inkopen voor haar gehele patiënten populatie en hoe vindt dan rapportage plaats over het deel dat bestemd is voor de niet Achmea patiënten populatie in het ziekenhuis? Hoe wordt er inzicht gegeven in de niet Achmea gegevens? Paragraaf 4.2.1 Te offreren kortingen. Hier wordt gesteld dat “De geboden korting is van toepassing op alle add-on declaraties over het gerealiseerde volume van de deelnemende zorgaanbieders. De afrekening van de korting vindt plaats op basis van declaraties in het schadejaar 2015”. Hoe gaat Achmea inschrijvers inzicht bieden in de juistheid van deze gegevens? Graag uw toelichting op het punt 3.5.2. ad. C (pagina 15): Orders aanpassen/weigeren: wat bedoelt Achmea hier mee? Met betrekking tot punt 3.5.2. ad. D, (pagina 15). Inschrijvers hebben geen controle over de voorraad (beschikbaarheid NL markt) wanneer deze distributiecentra van de inschrijver heeft verlaten. Gaat Achmea daarom voorraadbeheer ten gunste van deelnemende zorgaanbieders regelen met groothandels in Nederland? In de modelovereenkomst (pag.28) staat; Opdrachtnemer levert conform de in artikel 2 genoemde overeenkomstdocumenten aan opdrachtgever de aan hem op basis van de inkoopprocedure gegunde AOC geneesmiddelen binnen 3 werkdagen na een order van een groothandel en/of zorgaanbieder. Wat is locatie waar afgeleverd dient te worden, hoe regelt Achmea de opslag, het transport en draagt Achmea zelf zorg voor de distributie? Stel dat een deelnemende zorgaanbieder 25% of een hoger percentage van nieuwe patiënten op een ander dan het door Achmea vastgestelde meest doelmatigste middel dient te zetten, wat doet Achmea in dit geval en hoe staat Achmea hier ten opzichte van het recht op aanspraak van de verzekerde? Is deze onderbouwing voor alle indicaties en alle middelen van toepassing? Aan de logistieke en financiële stromen verandert niets. De rapportage zal ook voor dit deel van het volume worden gebaseerd op de declaratiegegevens welke verwerkt worden door de TTP. Zie het antwoord vraag 207. Deze bepaling is onderdeel van de leveringszekerheid. Nee, Achmea gaat hierover geen bijzondere afspraken maken met groothandels. Nee, Achmea zal niet betrokken zijn bij het orderproces, de distributie, de opslag of het transport. De strekking van het betreffende artikel is het in stand houden van de huidige praktijk maar daarbij wel een garantie vragen op tijdige verwerking van orders in het kader van de leveringsbetrouwbaarheid. Zie het antwoord op vraag 163. Ja. Pagina 30 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 217 218 219 220 221 222 223 224 225 Welke afspraken heeft Achmea gemaakt met de deelnemende zorgaanbieders m.b.t. afdoende registratie van gebruikte merken, batchnummers, eventuele bijwerkingen en effectiviteitmeting van gebruikte geneesmiddelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke? Is Achmea, gezien het feit dat zij ‘switchen’ bij TNFi’s in haar leidraad en in haar inkoopbeleid bespreekt met zorgaanbieders, van mening dat zij verantwoording draagt op het gebied van het verloop van switchen? Hoe gaat Achmea het proces van switch monitoren en bewaken en welke garanties gaat Achmea afgeven dat er niet om andere, dan medische redenen, geswitcht gaat worden? Welke penalty’s heeft Achmea opgenomen indien zorgorganisaties toch switchen om NIET medische redenen en hoe gaat Achmea om met de informatie verstrekking hierover? Het IC farma model stuurt op Prijs en Volume. Worden inschrijvende partijen ook betrokken bij kwaliteit en innovatie? Zo ja, hoe? Hoe ziet Achmea de rol van de niet inschrijvende partijen en nietdeelnemende ziekenhuizen op het terrein van kwaliteit en innovatie gezien het feit dat Achmea bij hen ook verantwoordelijkheid draagt? Welke maatregelen heeft Achmea getroffen om onderbehandeling te signaleren en aan te pakken? Hoe worden inschrijvende partijen betrokken bij de punten kwaliteit en innovatie? En de rol van de niet inschrijvende partijen en niet-deelnemende ziekenhuizen? Op welke gronden mogen zorgaanbieders besluiten om geneesmiddelen uit te sluiten? Nee, hierover zijn geen bijzondere afspraken gemaakt aangezien dit niet relevant is voor de gezamenlijke inkoop of de inkoopprocedure. Nee. De voorschrijver is de eindverantwoordelijke voor het bepalen van het geneesmiddel wat een patiënt dient te gebruiken. Achmea en de deelnemende zorgaanbieders zullen relevante gegevens monitoren en indien nodig met elkaar bespreken. Zie verder antwoord vraag 218. Er zijn geen penalty's afgesproken. Zie ook antwoord vraag 218 en vraag 219. Het kan zijn dat inschrijvende partijen betrokken worden bij het invullen van de innovatieagenda welke leidend zal zijn voor het besteden van de innovatiegelden. Dit is afhankelijk van de onderwerpen die Achmea samen met deelnemende zorgaanbieders agendeert. Achmea acht deze vraag niet relevant voor deze inkoopprocedure. Deze vraag is te onduidelijk gesteld om te kunnen beantwoorden. Zie het antwoord op vraag 221 en 222. Deze vraag is te onduidelijk gesteld om adequaat te kunnen beantwoorden. Pagina 31 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 226 227 228 229 230 231 De rangorde (pag.18) is bepalend bij de keuze van het geneesmiddel bij nieuwe gebruikers. De zorgaanbieders dienen bij nieuwe gebruikers een compliance op het voorkeursgeneesmiddel te behalen van minimaal 80 procent. Kunt u aangeven op welke verifieerbare gegevens u dit percentage baseert? Tevens zijn wij van mening dat door het niet op voorhand onderbouwen van deze informatie de leidraad en de procedure als zodanig niet juist is uitgevoerd. Wat is de reactie van Achmea op dit standpunt? Het strikt opleggen van 80 procent compliance om het voorkeursmiddel voor te schrijven kan in strijd zijn met de vrijheid van een arts om altijd het juiste middel voor te schrijven bij nieuwe patiënten. Zal Achmea bij voorkomende gevallen de 80 procent regel handhaven? Zo, ja wat zijn dan de maatregelen waar de voorschrijver mee te maken krijgt? AOC omschrijving: Zoals ook blijkt uit format 4, worden subcutaan en intraveneus van elkaar onderscheiden en wordt vervolgens in deze inkoopprocedure intraveneus buiten beschouwing gelaten. Wat is de reden voor dit onderscheid en het vervolgens buiten beschouwing laten van iv? Ontstaat daarmee niet een ongelijk speelveld tussen deze twee groepen, aannemende dat ze bij nieuwe patienten medisch uitwisselbaar zijn? AOC omschrijving: wat betekent de zinsnede dat deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid hebben “een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten”? Dit maakt het te verwachten volume voor inschrijvers nog onzekerder dan het toch al is. Wordt voorafgaand aan de inschrijving dit kenbaar gemaakt aan de inschrijvers? Hier staat dat Achmea in voorkomende gevallen een nieuwe inkoopprocedure kan uitvoeren. Wat betekent dat voor de op dat moment (op basis van de eerdere inkoopprocedure) bestaande afspraken met leveranciers? Zie ook de omschrijving van het begrip “realisatiefase” op pag. 6: fase van 1/1/2015 t/m 31/12/2015 waarin het voorkeursbeleid geldt voor de deelnemende zorgaanbieder. kortingen “onder couvert”: wie komen dit te weten? Zie antwoorden op de vragen 38-53. Achmea is van mening van de Leidraad en de procedure juist zijn uitgevoerd. Zie de antwoorden op de vragen 38-53. Het buiten de procedure houden van IV is gedaan op aangeven van (potentieel) deelnemende zorgaanbieders. Of er een ongelijk speelveld ontstaat is afhankelijk van het beleid ten aanzien van de uitgesloten producten. Dit beleid maakt geen onderdeel uit van deze inkoopprocedure. Zie de antwoorden op de vragen 21 tot en met 30. Zie het antwoord op vraag 3. De hoogte van de biedingen zullen bekend zijn bij Achmea team intramurale farmacie (inkopers + manager), de notaris en bij de TTP. Pagina 32 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 232 wat wordt hier bedoeld met “onderhandse deals” en hoe controleert Achmea hier op? 233 Kan Achmea ziekenhuizen die ook t.a.v. de inkoop voor niet Achmea verzekerden meedoen aan de Gezamenlijke Inkoop juridisch binden aan de compliance afspraken voor de niet-Achmea verzekerden en zo ja wat zijn bij niet naleving dan de sanctiemogelijkheden? Wat wordt er precies bekend gemaakt aan de aanwezigen bij de bijeenkomst bij de notaris op 20 oktober 2014? Voorbehouden. Hoe kan het zijn dat Achmea tussentijds (dus bijvoorbeeld ook nadat de inschrijvers hun bieding hebben gedaan) het voorkeursbeleid mag wijzigen? Dit recht wordt hier ongeclausuleerd en zonder plicht tot schadevergoeding geclaimd. Dat maakt de positie van de inschrijvers wel zeer onzeker. 234 235 236 237 Hier wordt gesproken over de voorwaarden t.a.v. houdbaarheid en daarbij wordt verwezen naar de modelovereenkomst in Hoofdstuk 8 van de Leidraad. Daarin staat echter geen artikel t.a.v. houdbaarheid. Wat zijn de eisen c.q. Voorwaarden t.a.v. de houdbaarheid? uitsluitingsgronden. Het is begrijpelijk dat Achmea zich ervan wil vergewissen dat zij met betrouwbare leveranciers te maken heeft. Van grote bedrijven kan echter niet worden verlangd in de volle breedte van het bedrijf te voldoen aan álle genoemde punten onder 3.4. Dat geldt vooral bij het 4e en 6e punt. Waar het hier ons in ziens in deze procedure om gaat, is dat de inschrijver/leverancier op de voor deze inkoop relevante gebieden geen juridische kwesties heeft en/of kwesties met de Inspectie. Kan Achmea deze passage daarop toespitsen? Zie antwoord vraag 19. Achmea zal hier niet actief op controleren of op voorhand sancties instellen. Beleid op dit punt zal worden gemaakt samen met de deelnemende zorgaanbieders. Ja, de 80%-doelstelling betreft het gehele volume dat ingebracht is door de deelnemende zorgaanbieder. Zie verder de antwoorden op de vragen 40,45,52,53 en 54. Zie antwoord vragen 94, 95 en 96. De rangorde staat vast en kan niet wijzigen. De uitwerking binnen een indicatiegroep kan wel wijzigen in het geval dat een product een nieuwe geregistreerde indicatie verkrijgt. Bv product op positie 1 in de rangorde maar zonder registratie voor indicatie Y heeft initieel niet de voorkeur voor indicatie Y. Zodra dit product de registratie Y krijgt zal het voorkeursproduct zijn voor indicatie Y. Immers had het product in de rangorde de beste positie. De te leveren producten dienen dezelfde houdbaarheidstermijn te hebben als de producten geleverd in de afgelopen 12 maanden. Dit zijn voor een inkoopprocedure gangbare vereisten en Achmea handhaaft deze vereisten onverkort. Pagina 33 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 leveringszekerheid: als een ziekenhuis aan wie wij leveren niet aan zijn (betaal-) verplichtingen voldoet, hebben wij geen leveringsplicht. Dit geldt ook voor “ICF ziekenhuizen”. Hoe houdt Achmea hiermee rekening? Let wel: Het ICF model vergt nog steeds wel dat er ook een leveringscontract is tussen farmaceutisch bedrijf en ziekenhuis. Aan welke eisen en voorwaarden dient een onderaannemer te voldoen? De afrekening gaat over declaraties “in het schadejaar 2015”: wat wordt daarmee bedoeld? Gaat het niet om de declaraties van verleende zorg in het jaar 2015? En tot hoe lang kan dit declaratieproces in de tijd doorlopen? Wat is de periodiciteit van de afrekening? wat is de reden om bij daling van het NZa maximumtarief voor een add on de nieuwe prijs te hanteren als grondslag en bij stijging het huidige tarief te behouden? Is dat niet een erg eenzijdige benadering? hoe zien de indicatiegroepen er uit? Dit wordt ook niet duidelijk uit Format 4. Hiermee samenhangend: uit eerdere informatie van Achmea kregen wij de indruk dat er onderscheid zou worden gemaakt tussen drie indicatiegroepen: indicaties mdl, indicaties dermatologie, indicaties reuma. Is dat niet meer aan de orde? Het lijkt er nu op dat alle indicaties bijeen worden genomen in één groep. er wordt gesproken over peildatum 1 oktober 2015. Moet dit niet zijn 2014? wat is de sanctie voor een ziekenhuis als de geheimhoudingsplicht t.a.v. de afrekening wordt geschonden? bij gelijke bieding volgt loting. Is dat redelijk bij een procedure waar het om een zo groot (financieel) belang gaat? Over welk volume wordt de compliance bepaald: betreft dit alle patienten die gebruik maken van TNF middelen of alleen de patienten die subcutane middelen gebruiken? Wat gebeurt er indien een zorgaanbieder niet aan de 80% compliance eis voldoet (sancties?) en wordt dit voor ons (per ziekenhuis) inzichtelijk? Welke compensatie ontvangt de inschrijver die daardoor volume mist? Er zal inderdaad een leveringscontract moeten zijn tussen de zorgaanbieder en een groothandel / fabrikant. Achmea voorziet niet op voorhand in de situatie waarin een ziekenhuis niet aan haar betaalverplichtingen kan voldoen. Mocht deze situatie zich voordoen zal Achmea in overleg treden met betrokken partijen. Aan dezelfde eisen en voorwaarden als de hoofdaannemer. Het betreft in 2015 aan de patiënt afgeleverde geneesmiddelen. Het declaratieproces kan tot medio 2016 lopen. Zie het antwoord op vraag 209. Zie het antwoord op vraag 182. Zie het antwoord op de vragen 193 en 196. Zie het antwoord op vraag 17. Zie het antwoord op vraag 205. Achmea acht dit objectief, transparant en daarmee ook redelijk. De compliance zal worden gemeten over het totale volume binnen het AOC. Hierbij zal gekeken worden naar het percentage nieuwe gebruikers op een voorkeursmiddel versus het totaal aantal nieuwe gebruikers. Zie het antwoord vraag 21. Pagina 34 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 249 250 251 252 253 254 255 256 Waarop is het percentage van 80% compliance gebaseerd.? hier wordt gesproken over “switcher”. Kan Achmea bevestigen dat switchen louter kan op medische gronden? Wij adviseren het begrip “switcher” toe te voegen aan de definitielijst onder 1.3. Is het juridisch vol te houden dat in geval van beëindiging op grond van een rechterlijke uitspraak er in geen enkel geval sprake kan zijn van vergoeding van kosten of schade bij de contractant (= inschrijver/leverancier)? declaraties via “derde partij”: hoe zorgt Achmea er voor dat dit een zorgvuldige en juiste procedure is? Achmea resp. een derde partij enerzijds en leveranciers anderzijds hebben belang bij een creditnota waarover geen discussie ontstaat (bijvoorbeeld over volumes, over welke zorgverzekeraar het betreft, over datum van zorglevering, over Nederlands vs buitenlands specialité etc.) en waar beide partijen vertrouwen in hebben. Hoe gaat Achmea daar voor zorgen? Zou Achmea willen overwegen hier gebruik te maken van de inzet van een trusted third party die onafhankelijk toeziet op de juistheid van de gegevens die ten grondslag liggen aan de creditnota? (denk aan accountant) Aan de inkoopprocedure nemen ook academische ziekenhuizen deel. Zoals bekend, worden academische ziekenhuizen beschouwd als publiekrechtelijke organen waarop Europese Aanbesteding van toepassing is. Is dat dat nu voor deze ICF procedure ook niet het geval? Kan Achmea bevestigen dat de in format 4 genoemde deelnemende ziekenhuizen onvoorwaardelijk akkoord zijn met de voorwaarden van ICF zoals in de eerdere ICF brochure vermeld? Kernpunt daarin: compliance op het voorkeursmiddel van minimaal 80%. Zie ook het gestelde op pag. 8 en 18. in format 4 worden aantallen patienten genoemd. Zijn dit cijfers op jaarbasis? Is het mogelijk deze aantallen te specificeren naar indicatie? Zie het antwoord op vraag 21. Zie het antwoord op vraag 21. Ja, dit acht Achmea redelijk. Het is ook transparant en daarmee is dit een helder standpunt. Zie het antwoord vraag 21. Nee. Zie het antwoord op vraag 102. Ja, Achmea kan bevestigen dat alle zorgaanbieders onvoorwaardelijk akkoord zijn met de gestelde voorwaarden aan deelname aan de gezamenlijke inkoop. Zie het antwoord op vraag 79. Achmea zal deze cijfers niet specificeren per indicatie. Pagina 35 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 257 258 Onlangs is door de rechter bevestigd dat een zorgverzekeraar een aanbestedingsplichtige publiekrechtelijke instelling is. Daarnaast blijkt uit de Leidraad en de bijlagen daarbij dat Achmea de onderhavige inkoopprocedure mede uitvoert in opdracht van en namens academische ziekenhuizen. Vraag: Kan Achmea bevestigen dat de Aanbestedingswet 2012 van toepassing is op onderhavige inkoopprocedure? Zo Ja, is Achmea bereid de bepalingen in de Leidraad en de Modelovereenkomst aan te passen overeenkomstig de vereisten van de Aanbestedingswet 2012? Indien Achmea van mening is dat de Aanbestedingswet 2012 niet van toepassing is op de onderhavige inkoopprocedure, kan Achmea toelichten waarom zij meent dat dit niet het geval is? De inkoopprocedure heeft onder meer betrekking op Add-oncluster (AOC) TNF-Alfaremmers. Uit format 4 bij de Modelovereenkomst maken wij op dat de inkoopprocedure meer specifiek betrekking heeft op de geneesmiddelen adalimumab (Humira), certolizumab pegol (Cimzia), etanercept (Enbrel), golimumab (Simponi) en ustekinumab (Stelara). Deze geneesmiddelen zijn blijkens hun handelsvergunning geregistreerd voor verschillende indicaties. Dat betekent dat sommige geneesmiddelen voor meer of andere indicaties zijn geregistreerd dan andere geneesmiddelen binnen het AOC. De door de NZa vastgestelde add-ons zijn gekoppeld aan de indicaties waarvoor de betreffende geneesmiddelen zijn geregistreerd. Blijkens paragraaf 4.3. van de Leidraad wordt per indicatiegroep een specifieke rangorde vastgesteld waarbij wordt uitgegaan van de geregistreerde indicatie(s) per peildatum 1 oktober 2015 (bedoeld is waarschijnlijk 1 oktober 2014). Vragen: a. Betekent het bovenstaande dat per indicatie waarvoor het geneesmiddel is geregistreerd een korting dient te worden aangeboden en dat Achmea voor iedere geregistreerde indicatie afzonderlijk een rangorde zal vaststellen? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea nader toelichten hoe de indicatiegroepen zijn samengesteld? Zie het antwoord op vraag 102. Er kan geen korting worden geboden per indicatie maar slechts 1 (één) kortingspercentage. De rangorde zal worden toegepast per indicatie voor zover de producten de betreffende registratie hebben. Zie ook het antwoord op vraag 13. Pagina 36 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 259 Toelichting: Binnen een hoofdindicatie zijn er verschillende geregistreerde indicaties. Zo kunnen als voorbeelden van geregistreerde indicaties binnen de hoofdindicatie reumatoïde artritis worden genoemd: behandeling van ernstige, actieve en progressieve reumatoïde artritis bij patiënten die niet eerder behandeld zijn met methotrexaat en behandeling als monotherapie van patiënten met reumatoïde artritis die intolerant zijn voor methotrexaat. b. De aanname is dat er een adviesraad betrokken is geweest bij de samenstelling van de add-onclusters. Kan Achmea bevestigen dat dit het geval is en, zo ja, kan Achmea toelichten wie er zitting hebben in deze adviesraad? Indien er geen adviesraad betrokken is geweest bij de samenstelling van de add-onclusters, op welke wijze zijn de medisch specialisten van de deelnemende zorgaanbieders betrokken geweest bij de samenstelling van het AOC en de samenstelling van de indicatiegroepen en hoe zijn patiëntenorganisaties hierbij betrokken geweest? c. Kan Achmea bevestigen dat de opname van geneesmiddelen in indicatiegroepen geschiedt aan de hand van de geregistreerde indicatie? Indien het antwoord op deze vraag “nee” luidt, kan Achmea dit nader toelichten? Op grond van een inschatting gebaseerd op de Achmea-populatie komt Achmea tot een dynamische populatie in de periode H2-2012 – H1-2013 van ongeveer 25% (1636 van het totaal 4617). Bovendien stelt Achmea dat de deelnemende zorgaanbieders bij nieuwe patiënten een compliance op het voorkeursmiddel dienen te behalen van 80%: dat wil zeggen dat bij minimaal 80% van de nieuwe gebruikers wordt gestart met het voorkeursmiddel. Achmea zorgt voor informatievoorziening en monitoring over compliance en stimuleert zorgaanbieders om het percentage van 80% compliance te behalen. In geval van “switchers” hebben de deelnemende zorgaanbieders een verplichting om bij keuze van het geneesmiddel de rangorde aan te houden voor zover dit medisch inhoudelijk verantwoordelijk is. Er is geen adviesraad betrokken geweest bij het vaststellen van het AOC. Zie verder de antwoorden op vraag 5,6,14 en 15. Ja. Vragen: Pagina 37 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 a. Zijn de cijfers van Achmea over de omvang en samenstelling van de dynamische populatie geverifieerd door de desbetreffende specialisten van de deelnemende zorgaanbieders en komen deze overeen met algemeen bekende gegevens en behandelrichtlijnen? b. Kan Achmea nader toelichten waarop zij het compliance percentage van minimaal 80% baseert? Daarbij wordt Achmea verzocht het volgende in aanmerking te nemen: i. In de NVR richtlijn voor axiale SpA staat dat de verschillende TNF blokkers een ander effect kunnen bezitten op extra-axiale manifestaties. De richtlijn stelt dat dit bij de keuze in de praktijk relevant kan zijn. Extra axiale manifestaties komen bij meer dan 20% van de axiale SpA patiënten voor. Hoe verhoudt dit zich tot het compliance percentage van minimaal 80%? ii. De keuze voor een biological is een zorgvuldige afweging tussen arts en patiënt. Zo staat in de NVDV richtlijn psoriasis 2012 dat de behandelingskeuze die een arts in samenspraak met de patiënt maakt, multifactorieel is bepaald. De belangrijkste overwegingen betreffen de unieke situatie van de patiënt (preferentie, comorbiditeit, therapeutische voorgeschiedenis, leefstijlfactoren, geslacht e.d.), de karakteristieken van de mogelijke behandelingen (effectiviteit, veiligheid, toedieningswijze, kosten, e.d.) en de ervaring van de behandelend arts.). Hoe verhoudt deze richtlijn zich tot het compliance percentage van 80%? iii. Zijn er door Achmea of door de deelnemende zorgaanbieders objectieve criteria vastgesteld op basis waarvan deelnemende zorgaanbieders de keuze mogen maken voor een ander AOC geneesmiddel dan het voorkeursgeneesmiddel? Zo nee, is Achmea bereid om een lijst met objectieve criteria te ontwikkelen (lijst met uitzonderingen) op basis waarvan afgeweken mag worden van het voorkeursbeleid en die voor de sluiting van de inschrijving bekend te maken aan inschrijvers en zorgaanbieders? Nee, deze cijfers zijn gebaseerd op Achmea declaratiedata. Zie ook antwoord op vraag 192. Zie het antwoord op de vragen 38, 39, 45, 46 en 47. Deze richtlijn past in de gemaakte afspraken met de deelnemende ziekenhuizen. Deze richtlijn past in de gemaakte afspraken met de deelnemende ziekenhuizen. Dit is niet nodig en zelfs onwenselijk. Dit is ter beoordeling van de medisch specialist. Pagina 38 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 c. De Leidraad vermeldt in paragraaf 1.3 dat een nieuwe gebruiker een patiënt is die niet eerder een AOC geneesmiddel heeft gebruikt of een patiënt is die moet switchen naar een ander AOC geneesmiddel als gevolg van onvoldoende respons en/of teveel bijwerkingen bij gebruik van een eerder AOC geneesmiddel of een patiënt is die eerder een AOC geneesmiddel heeft gebruikt maar waarbij bij gebruik volgens voorschrift de laatste toediening tenminste 6 maanden geleden is. i. Waarop is de termijn van 6 maanden na de laatste toediening bij patiënten die eerder een AOC geneesmiddel hebben gebruikt gebaseerd? ii. Bij behandeling van patiënten met reumatoïde artritis wordt gekeken of patiënten kunnen stoppen met het gebruik van hun biological nadat zij enige tijd in remissie zijn. Wanneer de patiënt een opleving van de ziekte krijgt na bijvoorbeeld 7 maanden dan is deze patiënt volgens de definitie in paragraaf 1.3 van de leidraad een nieuwe gebruiker. Kan Achmea bevestigen dat deze patiënten niet als nieuwe gebruiker worden aangemerkt en worden teruggezet op het initiële biological? d. Geldt het compliance percentage van minimaal 80% per indicatiegroep of heeft het compliance percentage van minimaal 80% betrekking op het gehele OAC? e. Op welke wijze kan dit compliance percentage worden gegarandeerd en/of en op welke wijze is dit percentage vastgelegd in de overeenkomst tussen Achmea en de deelnemende zorgaanbieders? In dit verband wordt Achmea gevraagd tevens toe te lichten of aan non-compliance met het percentage van minimaal 80% sancties of andere maatregelen zijn verbonden en op welke wijze Achmea zorgaanbieders “stimuleert” om zich aan de afgesproken compliance percentages te houden? f. Hoe verhouden de hiervoor bedoelde afspraken met de zorgaanbieders zich tot het verbod voor zorgverzekeraars om op welke wijze dan ook het voorschrijfgedrag van de arts te beïnvloeden? Door verschillende zorgaanbieders wordt een termijn van 3 maanden aangehouden. Achmea heeft er voor gekozen hier 6 maanden van te maken. Nee. Dit is ter beoordeling van de medisch specialist. Dit heeft betrekking op het gehele AOC. Zie het antwoord op vraag 52. In deze procedure zijn geen belemmeringen voor de voorschrijvers. De arts heeft vrije keuze bij het voorschrijven van geneesmiddelen. Achmea geeft wel invulling aan haar regisseursrol op het gebied van doelmatig voorschrijven. Pagina 39 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 260 261 Paragraaf 4.1. van de Leidraad vermeldt dat inschrijvers in hun bieding dienen aan te geven dat de inschrijver de Modelovereenkomst, zoals opgenomen in hoofdstuk 8 van de Leidraad onvoorwaardelijk accepteert en akkoord gaat met de daarin gestelde eisen en contractvoorwaarden. Uit de Leidraad en de Modelovereenkomst en de daarbij behorende bijlagen lijkt te volgen dat inschrijvers slechts één enkel kortingspercentage kunnen opgeven. Vraag: Aangezien het te verwachten volume afhankelijk is van de uiteindelijke plaats in de rangorde per indicatiegroep, is Achmea bereid de inkoopprocedure zodanig in te richten dat inschrijvers verschillende kortingspercentages kunnen aanbieden voor de verschillende indicatiegroepen en of afhankelijk van de plaats in de rangorde die uiteindelijk zal worden verkregen? Format 4 bij de Modelovereenkomst bevat een lijst van deelnemende zorgaanbieders en een lijst van de volumes per AOC geneesmiddel. Vragen: a. Kan Achmea bevestigen dat deze lijst en het ingebrachte volume gedurende de looptijd van de overeenkomst niet wordt gewijzigd? i. Het is bekend dat Achmea na publicatie van de Leidraad via twitter heeft gecommuniceerd dat de inschrijvingsperiode voor deelnemende zorgaanbieders is heropend en verlengd tot 1 oktober 2014. Kan Achmea bevestigen dat op 3 oktober 2014 een definitieve lijst van deelnemende zorgaanbieders en het door hen ingebrachte volume bekend zal worden gemaakt en dat, indien deze afwijkt van de lijst van deelnemende zorgaanbieders die bij de Leidraad is gevoegd, de inschrijftermijn wordt verlengd tot 24 oktober 2014 om 17.00 uur zodat inschrijvers hun berekeningen en afwegingen kunnen aanpassen aan het gewijzigde volume? Nee, het is niet mogelijk een bieding te doen die afhankelijk is van de plaats in de rangorde. Zie het antwoord op vraag 198. Zie het antwoord op vraag 198. Achmea zal de inschrijftermijn niet aanpassen. Pagina 40 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 262 ii. Kan Achmea, ongeacht het antwoord op de voorgaande vraag, bevestigen dat na het tijdstip van publicatie van de definitieve nota van inlichtingen c.q. na het beantwoorden van de laatste vraag aan inschrijvende partijen een periode van ten minste twee weken wordt geboden tot de sluitingsdatum voor het indienen van de offerte? b. Achmea heeft de volumes bestaande patiënten, nieuwe gebruikers, switch en dynamische populatie per geneesmiddel weergegeven en niet per deelnemende zorgaanbieders en per indicatie. Is Achmea bereid ten behoeve van de inschrijvers inzicht te verschaffen in het totale volume van de betreffende geneesmiddelen per zorgaanbieder en/of per indicatiegroep en/of per indicatiegroep per zorgaanbieder omdat de inschrijvers betere berekeningen en scherpere aanbiedingen kunnen doen wanneer deze gegevens bekend zijn? c. Is er bij het berekenen van de volumes per deelnemende zorgaanbieder uitgegaan van een groei in het volume voor 2015 en, zo ja, welk groeipercentage is gehanteerd? d. Hoe is het totale volume per zorgaanbieder bepaald? Is bij het bepalen van het volume per deelnemende zorgaanbieder, het Achmea volume omgerekend naar een totaal volume en, zo ja, waarop is dit gebaseerd? Add-onclusters worden gedefinieerd als een groep van addongeneesmiddelen met onderlinge concurrentie. Geneesmiddelen worden als onderling concurrerend aangemerkt indien zij bij een zelfde indicatiegebied kunnen worden toegepast, via een gelijke toedieningsweg worden toegediend, en/of in het algemeen voor dezelfde leeftijdscategorie zijn bestemd. Vragen: De publicatie van de nota van inlichtingen is op 3 oktober en de sluitingsdatum voor het indienen van een bieding op 17 oktober. Nee, Achmea zal dit inzicht niet verschaffen. Nee, hierin is geen groei opgenomen. Deze gegevens komen uit Vektis Zorgprisma. Pagina 41 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 a. Voor etanercept geldt dat het geneesmiddel zowel als injectiepoeder als injectievloeistof in de handel is en dat daarvoor verschillende addondeclaratiecodes gelden: 193349 injectiepoeder en 193350 injectievloeistof. Betekent dit dat de desbetreffende leverancier twee verschillende aanbiedingen kan c.q. moet doen: een aanbieding voor etanercept injectiepoeder en een aanbieding voor etanercept injectievloeistof? b. Hoewel sprake is van dezelfde toedieningsweg wordt de injectievloeistof geprefereerd door artsen en patiënten hetgeen blijkt uit de omzetcijfers die voor de injectievloeistof vele malen hoger zijn dan voor het injectiepoeder. i. In het belang van de patiënt is het in het algemeen onwenselijk dat een injectiepoeder variant als voorkeursgeneesmiddel wordt aangewezen. Een patiënt wordt geacht om etanercept poeder zelf te reconstitueren. Dit vergt vele extra handelingen (die fysiek onmogelijk kunnen zijn voor bijvoorbeeld een patiënt met reumatoïde artritis) terwijl een voorgevulde spuit of een injectiepen direct klaar zijn voor gebruik. Is Achmea bereid de inkoopprocedure zodanig in te richten dat alleen geneesmiddelen met de toedieningsvorm injectievloeistof worden opgenomen in het AOC? ii. Kan Achmea de weergegeven volumes voor etanercept splitsen in etanercept injectiepoeder en etranercept injectievloeistof? Wat zijn de volumes voor etanercept injectiepoeder en etanercept injectievloeistof per zorgaanbieder en of per indicatiegroep? De betreffende fabrikant kan per product een bieding doen. Nee, Achmea is niet bereid te procedure op deze manier aan te passen. Nee, Achmea zal dit inzicht niet verschaffen. Pagina 42 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 263 c. Ingevolge de definitie van “onderling concurrerend” worden geneesmiddelen die via een andere toedieningsweg, bijvoorbeeld via een infuus (bijvoorbeeld infliximab), worden toegediend niet als concurrerend aangemerkt met de TNF alfaremmers die subcutaan worden toegediend. Gelet op het feit dat deze middelen in de praktijk en op grond van de medische richtlijnen wel onderling met elkaar concurreren, kan Achmea toelichten waarom het gerechtvaardigd is om in het inkoopbeleid verschillende AOCs te hanteren voor TNF-alfaremmers die via een verschillende toedieningsweg worden toegediend en de TNF-alfaremmers die via een andere toedieningsweg worden toegediend van de onderhavige inkoopprocedure uit te sluiten? d. Gelet op vraag c, kan Achmea toelichten of zij voornemens is gedurende de looptijd van de op grond van de onderhavige inkoopprocedure te sluiten overeenkomsten een vergelijkbare inkoopprocedure te starten voor een AOC met TNF-alfaremmers met een andere toedieningsweg, bijvoorbeeld infuusmiddelen, en wat daarvan de gevolgen zijn voor de volumes en compliance percentages die Achmea nu aan inschrijvers in het vooruitzicht stelt? De leidraad vermeldt in paragraaf 1.3 als voorbeeld van een add-oncluster (AOC) het AOC TNF-alfaremmers. De naam van het AOC impliceert dat het cluster alleen TNF-alfaremmers bevat. In format 4 van het digitaal invulbestand is het AOC TNF-alfaremmers weergegeven. Hieruit blijkt dat ook het geneesmiddel ustekinemab onderdeel uitmaakt van het AOC TNFalfaremmers. Ustekinumab is echter geen TNF-alfaremmer maar een IL 12/23 remmer. Vraag: a. Kan Achmea toelichten wat bedoeld wordt met het AOC “TNFalfaremmers”? Hiermee wordt blijkbaar niet “TNF-alfaremmers” bedoeld gezien de inclusie van ustekinemab (een IL12/IL23 remmer). Dit is voortgekomen uit de voorselectie voor het AOC. Het voeren van een nieuwe inkoopprocedure zal worden afgestemd met de deelnemende zorgaanbieders en valt niet uit te sluiten. Indien blijkt dat er massaal uitgeweken kan worden naar een alternatief product wat op dit moment buiten de AOC valt, kan ook besloten worden de huidige procedure te herhalen met een aangepast AOC. "TNF-alfaremmers" betreft de titel van het AOC. Pagina 43 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 264 265 b. Kan Achmea bevestigen dat het AOC alle TNF-alfaremmers, dan wel alle biologicals voor auto-immuunziekten bevat die voldoen aan de criteria: zelfde indicatiegebied, gelijke toedieningsweg en/of in het algemeen voor dezelfde leeftijdscategorie bestemd? Een aantal TNF-alfaremmers/biologicals voor auto-immuunziekten zijn opgenomen in het AOC. Anderen zijn niet opgenomen in het AOC. Een aantal TNF-alfaremmers/biologicals die niet zijn opgenomen in het AOC komen conform de NVR richtlijn wel als eerste keuze in aanmerking voor patiënten die in aanmerking komen voor een TNF-alfaremmer/biological. De behandelend arts heeft bij een nieuwe patiënt dus de keuze om te starten met een AOC geneesmiddel of een geneesmiddel dat niet in het AOC is opgenomen. Vraag: Kan Achmea toelichten hoe het compliance percentage van minimaal 80% wordt berekend? Wordt het compliance percentage berekend door te kijken naar alle nieuwe patiënten die zijn gestart met een AOC geneesmiddel en wordt vervolgens het percentage dat is gestart met het voorkeursmiddel bepaald? Of wordt het compliance percentage berekend door te kijken naar alle nieuwe patiënten die in aanmerking komen voor een TNF-alfaremmer/biological voor auto-immuunziekten en wordt vervolgens berekend welk percentage met het voorkeursmiddel is gestart? Indien het compliance percentage berekend wordt door uitsluitend de geneesmiddelen in het AOC te beschouwen, hoe wordt voorkomen dat er in de deelnemende ziekenhuizen geen verschuiving plaatsvindt ten gunste van de TNF-alfaremmers/biologicals die niet het AOC zijn opgenomen? De financiële voordelen van de inkoopprocedure zijn immers onzeker. Hoe garandeert Achmea dat er een gelijk speelveld is voor TNFalfaremmers/biologicals die als eerste keuze in aanmerking komen voor nieuwe patiënten en die wel of niet zijn opgenomen in het AOC TNFalfaremmers? De Leidraad vermeldt in paragraaf 4 een termijn van gestanddoening tot 1 februari 2015. Anderzijds wordt vermeld dat de contractperiode en realisatiefase reeds per 1 januari 2015 starten. Het AOC bevat alle middelen zoals vermeld in het digitaal invulbestand (format 4). Zie antwoord op vraag 247. Verder hebben wij met deze procedure de plaats van add-on TNFi's niet beïnvloed. Alleen bij het toepassen van een add-on TNFi zal doelmatigheid een meer prominente rol kunnen spelen bij de afwegingen van de arts. Pagina 44 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 Vraag: Hoe verhouden deze verschillende termijnen zich tot elkaar? 266 267 268 Achmea maakt in de Leidraad een voorbehoud ten aanzien van inschrijvingen die “irreëel” zijn. Vraag: Wat wordt daarmee bedoeld? De Leidraad vermeldt in paragraaf 4.1 dat de rangorde van geneesmiddelen in een AOC wordt bepaald aan de hand van de economisch meest voordelige inschrijving. Dit impliceert dat aanbiedingen worden beoordeeld op de verhouding tussen prijs en kwaliteit. Anderzijds blijkt uit paragraaf 4.3 van de Leidraad dat de rangorde uitsluitend wordt bepaald aan de hand van het criterium “hoogste korting”. Vragen: a. Wordt de rangorde bepaald aan de hand van – uitsluitend – de korting (in dat geval is het gunningscriterium “hoogste korting”) of spelen er ook kwaliteit gerelateerde overwegingen een rol bij het vaststellen van de rangorde (in het laatste geval is sprake van het gunningscriterium “economisch meest voordelige inschrijving”)? Of wordt de rangorde bepaald aan de hand van – uitsluitend - de prijs (in dat geval is het gunningscriterium “laagste prijs”)? b. Binnen de indicatie dermatologie moet met bepaalde middelen bij zware patiënten dubbel gedoseerd worden. Kan Achmea toelichten waarom er niet gekozen is voor het gunningscriterium “kosten per responder”? Blijkens de Modelovereenkomst wordt de overeenkomst gesloten tussen inkopende zorgverzekeraars handelend onder de naam Achmea Divisie Zorg & Gezondheid als opdrachtgever en de betreffende geneesmiddelenfabrikanten als opdrachtnemer en levert de opdrachtnemer de desbetreffende geneesmiddelen aan opdrachtgever die de geneesmiddelen inkoopt bij opdrachtnemer. De aanname is dat Achmea de geneesmiddelen vervolgens doorverkoopt en levert aan de deelnemende zorgaanbieders. Indien gebruik moet worden gemaakt van de gestanddoening van de bieding tot na 1-1-2015 kan de realisatiefase niet starten op 1-12015. Zie het antwoord op vraag 173. Het gunningscriterium is economisch meest voordelig en dit criterium is opgenomen in de definities in de Leidraad. Omdat er is gekozen voor het criterium economisch meest voordelig. Pagina 45 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 269 Vraag: Kan Achmea bevestigen of bovenstaande aanname juist is en, zo ja, dat zij beschikt over alle benodigde vergunningen en goedkeuringen, waaronder een groothandelsvergunning als bedoeld in artikel 18 van de Geneesmiddelenwet, voor het inkopen, verkopen en leveren van geneesmiddelen? Indien het antwoord op bovenstaande vraag “nee” luidt, kan Achmea verduidelijken hoe de verhouding tussen opdrachtgever, opdrachtnemer en zorgaanbieder is? 1. De geoffreerde korting dient achteraf via een creditnota aan Achmea te worden betaald. Deelnemende zorgaanbieders kunnen deelnemen voor wat betreft het Achmea volume of het totale volume. Vragen: a. Hoe komt de achteraf terugbetaalde korting ten goede aan respectievelijk (i) de deelnemende zorgaanbieders, (ii) het innovatiefonds dan wel andere projecten, (iii) Achmea verzekerden en Achmea zelf, en in het bijzonder (iv) aan andere zorgverzekeraars en hun verzekerden in het geval deelnemende zorgaanbieders het totale volume hebben ingebracht? b. Gelet op vraag a, hoe is de governance geregeld? c. Indien een zorgaanbieder alleen het Achmea volume inbrengt, kan de zorgaanbieder voor andere verzekerden buiten het Achmea volume nog steeds zelf AOC geneesmiddelen inkopen bij de leverancier? d. Aangenomen wordt dat de voorwaarden die zorgaanbieder en leverancier voor het AOC geneesmiddel overeenkomen niet exact gelijk zijn aan de voorwaarden die Achmea en inschrijver overeenkomen. i. Hoe kan Achmea garanderen dat deelnemende zorgaanbieders de geneesmiddelen ten behoeve van het Achmea volume inkopen via Achmea en overeenkomstig de tussen Achmea en de leveranciers gesloten overeenkomst? Hoe voorkomt Achmea in dit verband dat deelnemende zorgaanbieders die het Achmea volume hebben ingebracht niet zelf het totale volume inkopen bij de leverancier? Achmea heeft artikel 3 lid 1 van de modelovereenkomst aangepast, in die zin, dat de woorden: "aan opdrachtgever" zijn gewijzigd in 'aan deelnemende zorgaanbieders'. Zie het antwoord op vraag 91. De governance zal met de deelnemende zorgaanbieders ingevuld worden. Ja. Inschrijvers weten welke zorgaanbieders er mee doen en voor welk volume. Pagina 46 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 270 271 ii. Hoe kan Achmea aan de leverancier inzicht verschaffen dat de add-on declaraties waarover hij achteraf de korting terugbetaalt uitsluitend betrekking hebben op het Achmea volume dat door de deelnemende zorgaanbieder is ingebracht? Paragraaf 1.3 van de Leidraad, onder de definitie van Add-oncluster (AOC), vermeldt dat deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid hebben om een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten. Vragen: a. Hoe verhoudt deze bepaling zich tot de volumes die zijn weergegeven in format 4 bij de Modelovereenkomst? b. Kan Achmea bevestigen dat zorgaanbieders alleen tijdens de fase voorafgaand aan de inschrijving de mogelijkheid hebben om een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster te zetten? c. Op basis van welke criteria kunnen deelnemende zorgaanbieders een bepaald geneesmiddel uit of in een cluster zetten? d. Kan Achmea bevestigen dat geen van de deelnemende zorgaanbieders van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea toelichten welke zorgaanbieder van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt en welk geneesmiddel en eventueel welke indicatiegroep(en) het betreft? Dit is onderdeel van de controle door de TTP (zie ook antwoord 207). De opgegeven volumes in het digitaal invulbestand gaan uit van het AOC zoals tevens opgenomen in het digitaal invulbestand. Dat klopt. Op basis van medisch inhoudelijke gronden. Bij de totstandkoming van het AOC is bijvoorbeeld de intraveneuze toedieningsvorm buiten het cluster geplaatst. Dit gaat in onderling overleg en overeenstemming en is van toepassing voor alle deelnemende zorgaanbieders. Het uitsluiten van een product uit een indicatiegroep kan alleen indien het product opgenomen wordt in een nieuwe indicatiegroep. Paragraaf 1.4 van de leidraad vermeldt dat het voorkeursbeleid van Achmea gedurende de looptijd kan worden gewijzigd als de marktomstandigheden voor een AOC significant wijzigen, bijvoorbeeld als gevolg van een nieuwe introductie, patentverloop of wijzigingen in richtlijnen van de beroepsgroep. In voorkomende gevallen kan Achmea een nieuwe inkoopprocedure uitvoeren. De betreffende vergunninghouders zullen, indien van toepassing, hierover worden geïnformeerd. De aanname is dat Achmea met “gedurende de looptijd” bedoelt “gedurende de realisatiefase” en niet “gedurende de looptijd van de inkoopprocedure”. Vragen: Pagina 47 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 272 273 a. Kan Achmea bevestigen of bovenstaande aanname juist is? b. Indien het antwoord op bovenstaande vraag ja is, kan Achmea toelichten of de lopende overeenkomst in dat geval beëindigd wordt en op welke bepaling in deze overeenkomst de beëindiging gebaseerd is? c. Wordt inschrijvers de mogelijkheid geboden om hun aanbieding te wijzigen indien het voorkeursbeleid van Achmea gedurende de looptijd wordt gewijzigd? De Leidraad vermeldt in paragraaf 1.5 dat zorgaanbieders kunnen kiezen voor deelname aan gezamenlijke inkoop of het zelf blijven inkopen van geneesmiddelen in een AOC. Vragen: a. Kan Achmea bevestigen dat de voorwaarden voor alle deelnemende zorgaanbieders zoals die door hen worden overeengekomen met Achmea ten aanzien van de inkoopprocedure dezelfde zijn? b. Indien het antwoord op bovenstaande vraag “nee” is, kan Achmea bevestigen dat verschillen in voorwaarden die relevant zijn voor inschrijving kenbaar worden gemaakt aan inschrijvers? Paragraaf 1.5 van de Leidraad vermeldt dat financiële voordelen in gelijke mate ten goede komen aan de deelnemende zorgaanbieders, Achmea en gewenste innovaties. Het is voor inschrijvende leveranciers van belang te weten voor welke doelen de gegeven kortingen worden aangewend. Vragen: a. Kan Achmea bevestigen dat de andere zorgverzekeraars geïnformeerd zijn over het feit dat de financiële voordelen die gebaseerd zijn op add-on declaraties voor andere verzekerden voor 1/3 deel ten goede komen aan Achmea? b. Deelnemende zorgaanbieders kunnen het Achmea volume of het totale volume inbrengen. Hoe ziet de verdeelsleutel er uit op basis waarvan bepaald wordt hoe de financiële voordelen over de deelnemende zorgaanbieders verdeeld worden? Ja, deze aanname is correct. Ja, zie hiervoor de aangepaste modelovereenkomst. Nee, het wijzigen van de bieding is niet mogelijk. Ja, de voorwaarden ten aanzien van inkoopprocedure zijn voor alle deelnemende zorgaanbieders hetzelfde. Niet van toepassing. Dit is een zaak van de deelnemende zorgaanbieders en de andere verzekeraars. De hoogte van het deel dat toekomt aan de zorgaanbieders is afhankelijk van het ingebrachte volume. Pagina 48 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 c. 274 275 Wat wordt verstaan onder “gewenste innovaties”? d. Wie bepaalt of een innovatie een “gewenste innovatie” is? e. Worden de financiële voordelen die ten goede komen aan “gewenste innovaties” in gelijke delen verdeeld over alle deelnemende zorgaanbieders? f. Dient er een minimale besparing gerealiseerd te worden wil Achmea de inkoopprocedure doorzetten? De leidraad vermeld in artikel 1.5 dat de Deelnemende Zorgaanbieders geen onderhandse deals maken over de geneesmiddelen in het AOC. Vragen: a. Wat wordt verstaan onder een onderhandse deal? b. Kan Achmea bevestigen dat de deelnemende zorgaanbieders voor wat betreft het ingebrachte volume geen onderhandse deal mogen maken over de AOC geneesmiddelen met zowel inschrijvers als niet-inschrijvers? c. Kan Achmea bevestigen dat deelnemende zorgaanbieders, die alleen deelnemen voor het Achmea volume, voor het resterende volume vrij zijn om afspraken te maken met leveranciers? De Leidraad vermeldt in paragraaf 2.2.2 dat de notaris de enveloppen een voor een zal openen tijdens een bijeenkomst die voor inschrijvers toegankelijk is. De aanname is dat de notaris tijdens deze bijeenkomst de biedingen van de inschrijvers bekend zal maken. Vraag: Kan Achmea bevestigen dat de geboden kortingen onder couvert zijn en dat deze vertrouwelijk worden behandeld in die zin dat zij niet aan anderen dan aan Achmea c.q. de notaris bekend worden? Welke gegevens zullen tijdens bovenbedoelde bijeenkomst aan de aanwezige inschrijvers bekend worden gemaakt? Worden deze gegevens op een later tijdstip ook bekend gemaakt aan niet aanwezigen? Zijn alleen de inschrijvers en Achmea uitgenodigd bij deze bijeenkomst aanwezig te zijn of zijn ook andere partijen uitgenodigd? Innovaties die door zowel Achmea als de deelnemende zorgaanbieders worden beschouwt als gewenst. Hierbij zal een dergelijk innovatie altijd moeten bijdragen aan een betere kwaliteit van zorg voor onze verzekerden. Zie antwoord op vraag 281c. Dit is niet per definitief het geval maar afhankelijk van de aard en omvang en plaats van uitvoering/invoering van de betreffende innovatie. Welke afwegingen een rol spelen bij het wel- of niet doorzetten van de inkoopprocedure is aan Achmea. Zie het antwoord op vraag 19. Ja, dit is correct. Ja, dit is correct. De geboden kortingen zullen ook bekend gemaakt worden aan de TTP. De te delen informatie zal ook bekend gemaakt worden aan niet aanwezigen. Zie ook antwoord op vraag 94. Alleen potentiele inschrijvers en Achmea zijn hiervoor uitgenodigd. Pagina 49 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 276 277 278 De Leidraad vermeldt in paragraaf 2.2.3 dat inschrijvingen die na 17 oktober 2014 17.00 uur worden aangeleverd, zonder meer worden uitgesloten van de procedure. Vraag: Wat zijn de consequenties indien een leverancier niet inschrijft of indien zijn inschrijving wordt uitgesloten van de procedure? Welke plaats krijgt een AOC geneesmiddel waarvoor geen geldige inschrijving wordt gedaan in het formularium van de zorgaanbieder? Publicatie van de antwoorden op de vragen overeenkomstig paragraaf 2.4 van de Leidraad. Vraag: Kan Achmea bevestigen dat alle gestelde vragen, geanonimiseerd, met de daarbij behorende antwoorden op de volgende openbare website van Achmea worden geplaatst: https://www.achmea.nl/Zorgaanbieders/zorgsoort/farmacie/downloads/Pa ginas/Inkoopprocedure-add-on-geneesmiddelen.aspx? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea aangeven op welke website de gestelde vragen en antwoorden worden geplaatst en of de vragen en antwoorden, voor een ieder of alleen voor de bij inschrijvende partijen toegankelijk zijn? Op welk tijdstip wordt de definitieve nota van inlichtingen uiterlijk gepubliceerd op 3 oktober 2014? De leidraad vermeldt in paragraaf 3.1 en 4.1 dat Achmea voornemens is met alle inschrijvers een overeenkomst te sluiten. Vraag: Kan Achmea bevestigen dat zij, en de deelnemende zorgaanbieders, geen overeenkomst afsluit met niet-inschrijvers? Indien er geen- of geen rechtsgeldige bieding komt op een geneesmiddel in het AOC zal deze niet worden opgenomen in de rangorde. De nota van inlichtingen zal actief worden verstrekt aan alle partijen die vragen hebben gesteld binnen de gestelde deadline en tevens herkenbaar op de website van Achmea worden gepubliceerd (https://www.achmea.nl/zorgaanbieders/Paginas/default.aspx). Deze inkoopprocedure voorziet niet in het afsluiten van overeenkomsten met niet-inschrijvers dan wel inschrijvers die een niet geldige bieding hebben gedaan. Pagina 50 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 279 Paragraaf 4.2.1 van de leidraad vermeldt dat de geboden kortingen gelden voor iedere add-on declaratie van het betreffende geneesmiddel gedurende de realisatiefase (fase vanaf 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015). De afrekening van de korting vindt plaats op basis van declaraties in het schadejaar 2015. De inschrijver ontvangt periodiek, eventueel via een derde partij, een onderbouwde creditnota voor het afrekenen van de korting. Paragraaf 5 van de leidraad en artikel 7, lid 2, van de Modelovereenkomst vermelden dat Achmea periodiek een specificatie aan de inschrijver verstrekt van de door de deelnemende zorgaanbieder bij Achmea gedeclareerde en door de inschrijver in de markt gebrachte geneesmiddelen. De factuur biedt een overzicht van de declaraties, ingedeeld naar gedeclareerd volume per maand op basis van moment van levering door deelnemende zorgaanbieders aan verzekerden van Achmea. Indien van toepassing worden de declaraties voor andere verzekerden door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd aan een derde partij. Het totale bedrag dat door de inschrijver aan Achmea betaald dient te worden, wordt voor zo ver van toepassing bepaald op basis van beide declaratiestromen. Vragen: a. Aan welke derde partij worden declaraties van andere verzekerden door de deelnemende zorgaanbieders aangeleverd, c.q. via welke derde partij ontvangt de inschrijver een onderbouwde creditnota voor het afrekenen van de korting? b. Op welke wijze controleert de derde partij de juistheid van de declaratiegegevens voor andere verzekerden die aangeleverd worden door de deelnemende zorgaanbieders? c. Op welke wijze kan de inschrijver de juistheid van het totale bedrag dat door de inschrijver aan Achmea betaald dient te worden verifiëren? d. Is Achmea bereid de bepalingen in de Leidraad en de Modelovereenkomst aan te passen zodat afrekening van de geboden korting plaatsvindt op basis van aflevergegevens van de door opdrachtnemer aan opdrachtgever geleverde AOC geneesmiddelen? Zie antwoord op de vragen 207 en vraag 209. De naam van de TTP volgt in een later stadium. Zie het antwoord op vraag 279a. Zie het antwoord op vraag 279a. Nee, Achmea is hier niet toe bereid. Pagina 51 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 Toelichting: In de huidige situatie (2014) worden de tussen leveranciers en zorgaanbieders overeengekomen kortingen verrekend in de prijs die de zorgaanbieder betaalt wanneer hij het geneesmiddel inkoopt bij de leverancier. Deze overeengekomen korting geldt voor ieder besteld en afgeleverd geneesmiddel tijdens de met de leverancier overeengekomen periode. Wanneer een leverancier bijvoorbeeld in december 2014 met korting een geneesmiddel aflevert aan een van de deelnemende zorgaanbieders, en de deelnemende zorgaanbieder dit geneesmiddel na 1 januari 2015 aflevert aan een patiënt en declareert bij de zorgverzekeraar, geeft de inschrijver onbedoeld twee maal korting voor hetzelfde geneesmiddel. e. Is Achmea bereid om de bepalingen in de Leidraad en de Modelovereenkomst aan te passen zodat de voorraadpositie van deelnemende zorgaanbieders einde 2015 gelijk dan wel groter is dan de voorraadpositie einde 2014? 280 Toelichting: Deelnemende zorgaanbieders kunnen voorraad opgebouwd in de laatste maanden van 2014 als add-on declareren in 2015 waardoor de zorgaanbieder mogelijk twee maal korting krijgt over het geleverde product. Paragraaf 4.3 van de leidraad vermeldt dat bij gelijke bieding loting de positie in de rangorde van de betreffende geneesmiddelen bepaalt. Inschrijvers kunnen aanwezig zijn bij de loting, die door de notaris wordt gedaan voorafgaand aan de opening van de enveloppen. Vragen: a. Wanneer is er sprake van een “gelijke bieding”? b. Kan Achmea bevestigen dat de loting wordt gedaan nadat de notaris de enveloppen heeft geopend en heeft geconstateerd dat sprake is van gelijke biedingen? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, kan Achmea toelichten wanneer en hoe de loting plaatsvindt? Wordt de loting gedaan in aanwezigheid van de inschrijvende partijen? Achmea zal de modelovereenkomst op dit punt niet aanpassen. Indien het verschil in voorraadpositie een financieel nadeel betekent voor de fabrikant, Achmea en/of de deelnemende zorgaanbieders zal dit onderbouwd moeten worden door de benadeelde partij waarbij het netto financieel effect inzichtelijk gemaakt dient te worden. Indien het geboden kortingspercentage gelijk is. Nee, de loting vindt voorafgaand aan het openen van de enveloppen plaats. Hierbij mogen inschrijvende partijen aanwezig zijn. Pagina 52 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 281 c. Aangezien de zorgaanbieders bij nieuwe gebruikers een compliance op het voorkeursmiddel dienen te behalen van minimaal 80 procent, is het te verwachten volume aanzienlijk hoger bij een positie in de rangorde als voorkeursmiddel. Kan Achmea toelichten waarom zij bij gelijke bieding niet het patiëntenbelang (zoals gebruikersgemak, begeleiding, etc.) de doorslag laat geven? Is Achmea bereid de inkoopprocedure zodanig te wijzigen dat bij gelijke bieding het patiëntenbelang bepaalt welk geneesmiddel als voorkeursmiddel worden aangewezen? Indien het antwoord op deze vraag “nee” is, is Achmea bereid om de inkoopprocedure zodanig te wijzigen dat bij gelijke bieding beide geneesmiddelen als voorkeursmiddel worden aangewezen? Paragraaf 5 van de Leidraad vermeldt dat per indicatiegroep inzichtelijk zal worden gemaakt in welke mate de deelnemende zorgaanbieders compliant zijn geweest op indicatieniveau. Dit zal worden uitgedrukt in een percentage van de nieuwe gebruikers dat start met het eerste keuze geneesmiddel. Vragen: a. Kan Achmea bevestigen dat deze gegevens ook inzichtelijk gemaakt worden aan alle inschrijvers? Worden deze gegevens ook aan nietinschrijvers inzichtelijk gemaakt? b. Kan Achmea bevestigen dat ook het percentage switchers dat start met het eerste keuze geneesmiddel inzichtelijk zal worden gemaakt aan inschrijvers? Worden deze gegevens ook aan niet-inschrijvers inzichtelijk gemaakt? c. Wanneer worden deze gegevens inzichtelijk gemaakt? d. Op welke wijze kunnen inschrijvers de betrouwbaarheid van de gegevens controleren? Achmea is niet bereid te procedure zoals beschreven (loting) aan te passen. Deze informatie is alleen beschikbaar voor inschrijvende partijen en betreft de gegevens van alle deelnemende zorgaanbieders gezamenlijk. Nee, de compliance wordt alleen gemeten over nieuwe gebruikers. Zie ook antwoord op vraag 45. Als het technisch mogelijk is bij elke creditnota aan de inschrijvers. Zie antwoord vraag 287b en 287c. Pagina 53 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid Nota van Inlichtingen – Achmea Inkoopprocedure add-ongeneesmiddelen 2015 e. Heeft non-compliance gevolgen voor de met de inschrijvers gesloten overeenkomsten en, zo ja, in welke gevallen en op welke wijze? Is Achmea van mening dat indien de compliance in de praktijk veel lager is dan het percentage waarvan in deze inkoopprocedure wordt uitgegaan, dat gevolgen dient te hebben voor de met de inschrijvers gesloten overeenkomsten? Non-compliance zal geen gevolgen hebben voor de gesloten overeenkomst. Zie ook het antwoord op vraag 52 en 53. Pagina 54 van 54 3 oktober 2014 – © Achmea divisie Zorg & Gezondheid
© Copyright 2024 ExpyDoc