Slides - BIBF

SEMINARIE BIBF
PERSONENBELASTING
AANSLAGJAAR 2014
M. VAN WETTERE
Brussel
22 november 2014
Wie is onderworpen ?
Alle rijksinwoners:
met in België hun
 woonplaats (zekere bestendigheid of continuïteit)
 zetel van fortuin (plaats van waar men de goederen die
het fortuin uitmaken beheert of hierp toeziet)
Vermoeden rijksinwonerschap:
 Weerlegbaar : inschrijving in rijksregister
 Onweerlegbaar : Wanneer aanslag op naam van beide
echtgenoten samen, is belastingwoonplaats plaats waar
het gezin is gevestigd, (centrum van gezinsleven of
huishoudelijke belangen gevestigd heeft of houdt.
1
GEMEENSCHAPPELIJKE AANSLAG ?
Enkel voor echtgenoten (of wettelijk samenwonenden)
Tenzij:
 voor jaar van huwelijk (of verklaring wettelijke
samenwoning)
 vanaf jaar NA feitelijke scheiding
 voor jaar van echtscheiding, scheiding van tafel en bed of
beëindiging wettelijke samenwoning
 wanneer 1 echtgenoot beroepsinkomsten heeft van meer
dan 10.090,00 EUR als internationaal ambtenaar
 voor jaar van overlijden : MOGEN opteren voor
gemeenschappelijke aanslag
Principe van decumul
Elke echtgenoot belast op “eigen” inkomsten
Bijzonderheden :
 Beroepsinkomsten : toepassing huwelijksquotiënt (of
“oud” meewerkinkomen)
 Onroerende inkomsten : in wettelijk stelsel elk ½,
ongeacht wie eigenaar is
Per echtgenoot totaliseren van GBI
(afzonderlijk belastbare inkomsten ondergaan dat afz. tarief,
TENZIJ voordeliger globalisatie)
Sommige inkomsten worden vrijgesteld, met of zonder
progressievoorbehoud.
2
Principe van decumul
Elke echtgenoot belast op “eigen” inkomsten
Bijzonderheden :
 Beroepsinkomsten : toepassing huwelijksquotiënt (of
“oud” meewerkinkomen)
 Onroerende inkomsten : in wettelijk stelsel elk ½,
ongeacht wie eigenaar is
Per echtgenoot totaliseren van GBI
(afzonderlijk belastbare inkomsten ondergaan dat afz. tarief,
TENZIJ voordeliger globalisatie)
Sommige inkomsten worden vrijgesteld, met of zonder
progressievoorbehoud.
Belastingschaal Aj. 2014
Inkomstenschijf 2013
Inkomstenschijf 2014
Tarief
0,01 – 8.590,00
0,01 – 8.680,00
25%
8.590,00 – 12.220,00
8.680,00 – 12.360,00
30%
12.220,00 – 20.370,00
12.360,00 – 20.600,00
40%
20.370,00 – 37.330,00
20.600,00 – 37.750,00
45%
> 37.330,00
> 37.750,00
50%
3
VAK II: PERSONALIA
1. Toeslagen belastingvrije som
Basisbedrag: In beginsel 6.990,00 EUR, te verhogen tot
7.270,00 EUR , indien belastbaar inkomen < 25.990,00 EUR.
(met overstapregeling)
Toeslagen:

In de meeste gevallen: 1.490 EUR

Voor kinderen: progressieve toeslag (bijv. 2 kinderen:
3.820 EUR

Verleend bij partner met hoogste beroepsinkomsten
(Rb. Gent 24.09.09), tenzij handicap andere partner
4
Slechts ten laste onder voorwaarden
Persoon op zich moet in aanmerking komen
 Ascendenten, afstammelingen, zijverwanten tot 2de graad,
voormalige pleegouders.
Deel uitmaken van gezin op 1.1. Aj.
 Werkelijk en bestendig samenonen
 Studie- en gezondheidsredenen ?
Geen netto bestaansmiddelen hoger dan grensbedrag
 In beginsel 3.070,00 EUR
 Bruto – 20% (min. 430,00 voor bezold. en baten)
Geen bezoldigingen genoten die voor BP beroepskosten zijn.
Bestaansmiddelen ?
Alle inkomsten, met uitzondering van:
wettelijke kinderbijslagen, kraamgelden en adoptiepremies
Studiebeurzen
Wettelijke tegemoetkomingen toegekend aan gehandicapten
Bezoldigingen gehandicapten in erkende beschutte werkplaats
“achterstallige” onderhoudsuitkeringen
1ste schijf van 3.070,00 regelmatige onderhoudsuitkeringen
bezoldigingen uit studentenarbeid t.b.v. 2.560,00 EUR
pensioenen t.b.v. 24.760,00 EUR verkregen door 65-plussers ;
5
Bestaansmiddelen kinderen
Indien de belastingplichtigen fiscaal
moeten beschouwd worden als…
Maximumbedrag van de
nettobestaansmiddelen
van 2013
Echtgenoten
3.070,00 EUR
Alleenstaanden
kind is niet
“zwaar
gehandicapt”
kind is “zwaar
gehandicapt”
4.440,00 EUR
5.630,00 EUR
Inkomsten in 2013 voor kind alleeenstaande:
-vakantiejob:
2.000
-Alimentatie:
350 x 9 maanden = 3.150
-Werk vanaf oktober: 1.400 (netto) na 300 (BV) / maand
-NETTO BM.:
6
Inkomsten in 2013 voor kind alleeenstaande:
-vakantiejob:
2.000
-Alimentatie:
350 x 9 maanden = 3.150
-Werk vanaf oktober: 1.400 (netto) na 300 (BV) / maand
-NETTO BM.:
-Vakantiejob:
0 (< 2.560)
64 (3.150 – 3.070 = 80 x 80%)
-Alimentatie:
-Werk:
4.080 (1.700 x 3 = 5.100 x 80%)
-Totaal:
4.144 < 4.440 => TEN LASTE
Gemeenschappelijk kind van alleenstaanden:
 Diegene die in feite aan het hoofd van het gezin staat
neemt kind ten laste
 Eenzelfde kind mag niet door beiden ten laste worden
genomen.
 Geen opporuniteitsoordeel taxatieambtenaar.
Kind van slechts een van beide alleenstaanden:
 Ofwel als afstammeling ofwel als kind dat hij (zij)
volledig of hoofdzakelijk ten laste heeft.
Co-ouderschap
7
Co-ouderschap
toeslagen op de belastingvrije som m.b.t. kinderen voor wie
beide niet samenwonende ouders samen:

het ouderlijk gezag uitoefenen,

de huisvesting gelijkmatig hebben
verdeeld
automatisch voor ½ aan elk van de ouders toegekend mits:
•
kinderen op 1.1. Aj. minderjarig, niet ontvoogd,
•
voor hen geen regelmatige onderhoudsuitkeringen afgetrokken
•
uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar, hetzij geregistreerde of door
rechter gehomologeerde overeenkomst waarin gelijkmatig verdeelde
huisvesting uitdrukkelijk is vermeld, en wil tot verdeling van de toeslagen
m. b.t. die kinderen; hetzij rechterlijke beslissing waarin gelijkmatig
verdeelde huisvesting uitdrukkelijk vermeld.
VAK III: ONROERENDE
INKOMSTEN
8
1. Belastingschuldige
Eigenaar, bezitter,
Erfpachter, opstalhouder
Vruchtgebruiker (niet de blote eigenaar)
Wordt beoordeeld de 16de van de maand van overdracht
Onverdeeldheid: in verhouding tot eigendomsrecht.
Uitzondering: Gemeenschappelijke aanslag en wettelijk
stelsel: aangifte van de helft door elk van beiden (STEEDS !)
2.. Belastingstelsel
Eigen woning
In beginsel
belastbaar
Geïndexeerd KI
Blijft:
- Vrijstelling of
- Interest- en/of
woningaftrek
Niet of priveverhuurd
gebouw
Geïndexeerd KI
x 1,40
Beroepsmatig
verhuurde gebouwen
Bruto huur
– 40% kostenforfait ,
met maximum van
2/3 x KI x 4,19 (4,23)
Uitzondering:
Minstens:
Verhuring
overeenkomstig
pachtwetgeving:
Geïndexeerd KI
x 1,40
Geïndexeerd KI
9
3. Coëfficienten

Jaarlijkse Indexatie: 1,6813

Revalorisatie

- kosten beroepsmatige verhuring

- huurherkwalificatie bedrijfsleiders
(Aj. 2015: 1,7000)
4,19 (Aj. 2015: 4,23) bij:
d.w.z. maximumhuur: 6,98 x NGKI
4. Beroepsmatige verhuring
TE BELASTEN OP NETTO HUUR (+ VOORDELEN)
Ongeacht beroepsgedeelte: elke verhuur aan vennootschap,
VZW, verenigingen met of zonder RPH.
Bij verhuring aan natuurlijk persoon: IDEM
BEHALVE wanneer
-
geregistreerde huurovereenkomst
-
met splitsing
10
5. Interesten
Interest van schulden specifiek aangegaan voor onroerende
goederen (zakelijke rechten) die in aanslagbasis zijn begrepen
betaalde vergoedingen voor aanschaffing recht van erfpacht,
opstal of gelijkaardige onroerende rechten
Niet voor interesten aftrekbaar in de woonbonus !
Gemengd gebruik: Men is vrij kasmiddelen bij voorrang te
gebruiken voor bekostigen privé-gedeelte en lening voor
beroepsgedeelte. Indien bestemming gelden niet bewezen, mag
worden aangenomen dat lening bij voorrang heeft gediend
voor de beroepsmatige investeringen. (Circ. 29.04.2002)
VAK IV: BEZOLDIGINGEN VAN
WERKNEMERS EN
VERVANGINGSINKOMSTEN
11
Bezoldigingen
Alle beloningen, als opbrengst van arbeid
•In dienst van een werkgever
•Anders dan als terugbetaling van eigen kosten werkgever
Werkgever moet bewijs leveren dat die vergoedingen
- bestemd zijn om hem eigen zijnde kosten te dekken
- daaraan daadwerkelijk zijn besteed.
Zelfs bij gebrek aan dit bewijs, moet administratie nog bewijs
leveren dat het een bezoldiging betreft.
Forfaitair karakter vergoeding en bekentenis andere werknemers
is in dit kader onvoldoende
(Brussel, 3 november 2010)
Bezoldiging = belastbaar voor jaar waarin
betaald of toegekend.
 Bezoldigingen maand december:
Voor het eerst per einde jaar betaald
Belasten aan gemiddelde aanslagvoet
 Ten onrechte betaalde bezoldigingen:
Te regulariseren jaar = jaar waarin te veel betaald
Geldt nu ook voor private sector
12
Voordelen
BEZOLDIGINGEN
VOORDELEN ALLE AARD
Belastbare voordelen
Sociale
voordelen
Werkelijke
waarde in
hoofde
verkrijger
Forfaitaire
(art. 18
KB/WIB92)
Progressief tarief
Vrijgesteld
Voordelen (2)
De Administratie moet het bewijs leveren:
-
van het bestaan van het voordeel én
-
het oorzakelijk verband tussen de beroepsuitoefening en het
verkrijgen van het voordeel.
Voordeel toegekend aan echtgenoot,, wettelijk of feitelijk samenwonende,
kind, vriend(in), …van de WN/BL, zonder oorzakelijk verband met de
beroepsuitoefening is belastbare bezoldiging bij de WN/BL mits de
Administratie aantoont dat WN/BL eveneens een (on)rechtstreeks
persoonlijk voordeel haalt uit deze toekenning (Cass. 16.4.1999 en
17.3.2011).
(Circ. dd. 5 november 2013)
13
Voordelen wegens beschikking over
onroerend goed.
Verhuring door rechtspersoon
K.I. niet groter dan 745,00
EUR
K.I. groter dan 745,00 EUR
Aj. 2011 en
2012
Aj. 2013 en
volgende
125/60 x geïndexeerd KI
100/30
190/30
Indien goed bemeubeld, voordeel tot 5/3 opgevoerd.
Voordelen kosteloze verstrekking van
verwarming en elektriciteit
Kosteloze verstrekking van verwarming:
Ink.jaren 2011
2012
2013
2014
leidinggevend personeel en
bedrijfsleiders
1.640
1.820
1.870
1.900
andere genieters
820
820
840
850
Kosteloze verstrekking elektriciteit anders dan voor verwarming:
leidinggevend personeel en
bedrijfsleiders
820
910
930
940
andere genieters
410
410
420
430
14
Bedrijfswagens Regeling Aj. 2014
Catalogusprijs
=
VOORDEEL
x CO2-percentage
Nieuwe:
Catalogusprijs in nieuwe
staat bij verkoop aan
particulier:
Incl. werkelijk betaalde
BTW en opties
Excl. Kortingen
Tweedehandse:
Idem:
Te verminderen met 6%
per jaar, beperkt tot 5
jaar, of 30%.
Basispercentage = 5,5%
Geldt voor voertuig met
uitstoot:
-Benzine/LPG: 116 g/km
x
Minimum:
6/7
-Diesel: 95 g/km
1.230 EUR
Verhoogd/verlaagd met 0,1%
per g/km in meer/min.
per jaar
(indien niet gekend: resp. 205 en 195)
Resultaat: - Minimum 4%
- Maximum 18%
Periode verstreken sinds de In aanmerking te nemen
eerste inschrijving van het
percentage van de
voertuig.
cataloguswaarde
(begonnen maand =
volledige)
Van 0 tot 12 maanden
100%
Van 13 tot 24 maanden
94%
Van 25 tot 36 maanden
88%
Van 37 tot 48 maanden
82%
Van 49 tot 60 maanden
76%
Na 60 maanden
70%
15
B. Regeling Aj. 2014 - Voorbeeld
firmawagen met benzinemotor met een cataloguswaarde
van 30.000 euro en een CO2-uitstoot van 121 g/km?
30.000 € (catalogusprijs) x 6/7 x 6%. (CO2-percentage) =
1.542,86 €
in dit geval 5 gram meer dan de referentie-CO2-uitstoot van
116 g/km: dus moet basispercentage van 5,5%. met 0,5%
worden vermeerderd tot 6%.
B. Regeling Aj. 2014 - Bijzonderheden
Wanneer werknemer/bedrijfsleider slechts gedurende een deel van het
jaar over een firmawagen beschikt?
voordeel pro rata temporis verminderd (op basis aantal kalenderdagen
vanaf dag 1 tot dag vóór inlevering).

Voorbeeld: werknemer wordt op 15 augustus ontslagen en moet
diezelfde dag zijn firmawagen inleveren.
o
Belastbaar voordeel vermenigvuldigd met 226/365
o
(vermindering pro rata temporis op basis aantal
kalenderdagen – vanaf 1 januari tot en met 14 augustus);
Geldt ook bij ter beschikking stelling omwille van een uitzonderlijke
gebeurtenis
16
B. Regeling Aj. 2014 – Bijzonderheden (2)
Het feit dat werknemer of bedrijfsleider tijdelijk zijn
firmawagen niet heeft kunnen gebruiken ingevolge een
onderhoud of herstelling doet geen afbreuk aan de
terbeschikkingstelling van die firmawagen.
In afwachting terbeschikkingstelling definitieve firmawagen
beschikking over aanloopwagen?
Voordeel pro rata temporis berekenen voor de beide
voertuigen.
B. Regeling Aj. 2014 – Bijzonderheden (3)
Wanneer werknemer of bedrijfsleider opties bij neemt (vb.
lederen interieur, siervelgen,…) moet hiermee rekening worden
gehouden voor de bepaling van het voordeel..
Stel: cataloguswaarde firmawagen = 30.000 EUR.

Werknemer wenst lederen interieur ter waarde van 3.000
EUR., maar moet een deel van de optie (2.000 EUR) zelf
betalen.

Berekeningsgrondslag voordeel = (30.000 + 3.000) x 1,21

Bijdrage af te trekken van VAA: 2.000,00
17
Sociale voordelen (1)
Sommige verkregen voordelen zijn om sociale redenen vrijgesteld:
waarvoor het wegens de wijze van toekenning niet mogelijk is het
door iedere verkrijger werkelijk verkregen bedrag vast te stellen ;
voordelen die, hoewel individualiseerbaar, niet de aard van een
werkelijke bezoldiging hebben ;
geringe voordelen of gelegenheidsgeschenken verkregen
ingevolge gebeurtenissen die niet rechtstreeks in verband staan
met de beroepswerkzaamheid
Vermits ze niet belastbaar zijn moeten ze niet vermeld worden op een
opgave 325 of fiche 281. De voordelen zijn doorgaans geen
aftrekbare beroepskosten.
Sociale voordelen (2)
Maaltjdcheques:
Uitdrukkelijk opgenomen in de vrijgestelde voordelen
van artikel 38 §1 WIB 92. (toevoeging °25)
Aftrek als beroepskost werkgever
Gevolg kwalificatie als 'vrijgesteld sociaal voordeel' is dat
werkgever de kostprijs (verschil tussen nominale waarde
cheques en bijdrage werknemer) van de cheques niet
kan aftrekken.
Uitzondering: 1 EUR/maaltijdcheque (art. 53, 14°)
18
Sociale voordelen (3)
Ancienniteitspremies
= vrijgesteld sociaal voordeel (niet aftrekbaar bij
werkgever)
MITS
MAX 2 keer in loopbaan bij werkgever.
Sociale voordelen (4)
-1ste keer: vanaf 25 jaar dienst en Max. 1 x brutomaandwedde
-2de keer: vanaf 35 jaar dienst en Max. 2 x brutomaandwedde
Alternatief: gemiddeld brutoloon in onderneming
(1 berekeningswijze per kalenderjaar, zoniet geen vrijgesteld
sociaal voordeel)
Slechts gedeelte > grens = belastbaar VAA.
Geldt niet voor op ancienniteit gebaseerde premie bij
pensionering of bij sluiting onderneming
19
Overzicht
Gelegenheid
1 of meer
feesten of
jaarlijkse
gebeurtenissen
Grensbedrag
Aftrekbaar ?
Werknemer ?
Vb. Kerstmis,
Nieuwjaar,
patroonsfeest
35 per jaar
/werknemer
Ja
Vrijgesteld
Voor St-Niklaas
35 per
jaar/werknemer +
35 per kind tenlaste
Ja
Vrijgesteld
> 35 per
jaar/werknemer
Nee
Vrijgesteld
105 per
jaar/werknemer
Ja
Vrijgesteld
> 105
Nee
Vrijgesteld
35 per dienstjaar
Ja
Vrijgesteld
> 35 per dienstjaar
Nee
Vrijgesteld
Eervolle onderscheiding
Pensionering
Overzicht (2)
Gelegenheid
Anciënniteitspremie
Gelegenheidsgeschenk
Huwelijkspremie
Grensbedrag
Aftrekbaar ?
Werknemer ?
1 maandwedde en
vanaf 25 jaar dienst
Nee
Vrijgesteld
2 maandwedden vanaf
35 jaar dienst
Nee
Vrijgesteld
> 1 resp. 2
maandwedden
Ja, mits
verantwoording
Voordeel van
alle aard
< 35
Ja
Vrijgesteld
Tussen 35 en 50
Nee
Vrijgesteld
> 50
Ja, mits
verantwoording
Voordeel van
alle aard
Tot 200
Ja
Vrijgesteld
Deel > 200
Ja, mits
verantwoording
Voordeel van
alle aard
20
. en sociale voordelen
Geringe geschenken
Opdat een geschenk als sociaal voordeel zou kunnen worden vrijgesteld,
moet het een geringe waarde hebben.
Zowel inzake BTW als op het vlak van de IB geldt maximum van € 50.
Indien waarde hoogstens € 50
zonder meer sociaal voordeel.
Indien hiervan wordt afgeweken, geval per geval beoordelen of geschenk
als sociaal voordeel mag worden aangemerkt.
Indien niet aan die voorwaarde, is voldaan, is de totaliteit van het
voordeel belastbaar.
(PV. Nr. 224, M. DE BLOCK, Kamer, 17 januari 2011)
Woonwerkverkeer
Vrijstelling ander vervoermiddel dan spoor, fiets,
gemeenschappelijk georganiseerd vervoer:

opgetrokken tot 380 EUR (Aj. 2015: idem)
Fietsvergoedingen :

vrijstelling opgetrokken tot 0,21 EUR/km. (0,22 EUR
vanaf 1.1.2013)

voordeel wegens terbeschikkingstelling fiets volledig
vrijgesteld

kosten fietsen, fietsstalling, kleedkamers, sanitair,…zijn
voor 120% aftrekbaar.
21
Bezoldigingen: Afzonderlijk tarief
Aanslagvoet
Gemiddelde aanslagvoet van
het jaar zelf
Soort bezoldiging
Vervroegd vakantiegeld
Gemiddelde aanslagvoet van Loon- en weddeachterstallen
laatste vorig jaar waarin
normale
Inschakelingsvergoedingen
beroepswerkzaamheid van 12
maanden
Niet vrijgestelde
opzeggingsvergoedingen
Opzeggingsvergoedingen
Opzeggingsvergoedingen
Aj. 2014
Aj. 2015
640,00
Soortgelijke
vrijstelling, doch
enkel bij collectief
ontslag
WEL: Niet-cncureentiebeding
WEL: Schending
werkzekerheidsbeding
(Circ. 1 aug. 2011, contra, Bergen, 1
okt. 2010)
NIET: Morele Schade
Vrijstelling, MITS
- contract onbepaalde duur
- opgezegd door de werkgever
- niet tijdens proefperiode
- ten vroegste vanaf 2012 ter kennis
gebracht
Per jaar EN per
opzeg
zelfs indien
binnen
opzeggingstermijn
22
Laatste vorig jaar “normale” BWZH
Jaar waarin belastingplichtige enkel werkloosheidsuitkeringen
heeft genoten, gold volgens Administratie als referentiejaar.
Werkloosheidsuitkeringen zijn vervangingsinkomsten, maar
vervangingsinkomsten zijn ook bezoldigingen. Aard
beroepsinkomsten doet niet ter zake. (Brussel, 1 juni 2011)
Rechtspraak nu doorbroken: “kijken naar laatste jaar waarin
beroepsinkomsten uit normale beroepswerkzaamheid.
Vervangingsinkomsten voldoen in dit verband niet.” (Cass., 14
maart 2013 en Circ. 13.11.2013)
Kostenforfait bezoldigingen en baten
Inkomstenschijf
Percentage forfait
0,00 – 5.650,00
28,7%
5.650,00 – 11.220,00
10%
11.220,00 – 18.670,00
5%
18.670 en meer
3%
ABSOLUUT MAXIMUM : 3.900,00
MEEWERKENDE ECHTGENOTEN: 5%
BEDRIJSLEIDERS: 3% met max. van 2.340,00
23
Vervangingsinkomsten
Wettelijke en aanvullende werkloosheidsuitkeringen;
Wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen (ziekenfondsen) ;
Moederschapsuitkeringen en uitkeringen voor
borstvoedingspauze;
Onderbrekingsvergoedingen betaald door de RVA;
Uitkeringen aan gefailleerde zelfstandigen;
Weerverletzegels in de bouwsector: (2 % van de gewone
bezoldigingen). De getrouwheidszegels (9% van de gewone
bezoldigingen) maken GEWONE bezoldigingen uit;
Werkloosheidsuitkeringen met bedrijfstoeslag (brugpensioen)
Vervangingsinkomsten - tarief
Enkel de werkelijke kosten kunnen worden afgetrokken.
Geen toepassing enig kostenforfait.
Worden aan progressief tarief belast.
Evenwel met een belastingvermindering (die geheel of
gedeeltelijk wordt afgebouwd)
24
VAK V: PENSIOENEN
Belastbaarheid
Pensioenen zijn belastbaar indien ze:
rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op
een beroepswerkzaamheid, of
het gehele of gedeeltelijke herstel uitmaken van een
bestendige derving van winsten, baten of
bezoldigingen.
25
Gezinspensioenen
Indien het pensioen aan beide echtgenoten samen wordt
toegekend, dient het als een belastbaar inkomen te worden
aangemerkt van elke echtgenoot, in verhouding tot de
persoonlijke rechten die elke echtgenoot in die pensioenen
heeft opgebouwd.
De belastingplichtigen die opteerden voor een gezinspensioen
zullen elk afzonderlijk een fiscale fiche ontvangen.
Pensioenkapitalen (vanaf 1.7.2013 – WGB)
M
60 jaar
61 jaar
Vanaf 62 jaar
O
M
Of
Of
N
Fictieve pensioen-
T
leeftijd sporters
n.a.v. effectieve
wettelijke
pensionering
E
Op 65 jaar,
mits actief
gebleven tot de
wettelijke
pensioenleeftijd
Of
bij overlijden
T
A
R
I
20%
18%
16,5%
10%
E
F
26
VAK VII: ROERENDE INKOMSTEN
.
 Afzonderlijk belast aan 10, 15 of 25%,
behoudens voordeliger globalisatie.
 Aangifte is facultatief MITS RV aan de bron. Door de
aangifte in de PB kan deze (gedeeltelijk) gerecupereerd
worden, wanneer het totale inkomen onder de
belastingvrije sommen blijft.
 Inkomsten uit de cessie/concessie van auteursrechten of
naburige rechten, moeten steeds worden aangegeven, zelfs
wanneer RV aan de bron werd ingehouden.
 Interesten en dividenden: geen PB/Gem of PB/Aggl
27
Verhuring, verpachting, concessie van
roerende goederen
Inkomsten, (die vrij van RV zijn) moeten voor hun nettobedrag
worden aangegeven, zijnde:
bruto-inkomen, te verminderen met:
- bewezen kosten (afschrijving, verzekering,
onderhoud, taksen,…), of
-
kostenforfait van 15% (voor meubilair e.d. bestaat
een forfait van 50%).
Spaardeposito’s - voorbeeld
BP heeft 2 spaardeposito’s:
Rente ontvangen in 2013: Boekje 1: 1.500,00 netto en Boekje 2: 2.220,00
netto
Aan te geven?
28
Spaardeposito’s - voorbeeld
BP heeft 2 spaardeposito’s:
Rente ontvangen in 2013: Boekje 1: 1.500,00 netto en Boekje 2: 2.220,00
netto
Aan te geven?
 Facultatief: deel rente boven 1.880 waarop RV is ingehouden:
Boekje 2: 2.220,00 – 1.880,00 = 340,00
 Verplicht: 1.500 (boekje 1) + 1.880,00 (boekje 2) =
3.380,00
Vrijgestelde schijf per gezin: -1.880,00
Aan te geven: 1.500,00

Indien BP geen andere inkomsten: teruggave RV: 340,00 x 15/85 = 60,00
Woonstaatheffing
Sedert 1 januari 2010 is België overgeschakeld op het systeem
van informatie-uitwisseling.
Sindsdien zijn banken verplicht de administratie de identiteit van
de genieters, de rekeningnummers en het bedrag van de
uitbetaalde intresten door te geven
Betaling woonstaatheffing ontslaat belastingplichtige niet van
aangifteplicht, want op bedoelde inkomsten werd geen
(Belgische) RV ingehouden.
De woonstaatheffing wordt uiteraard wel met de PB verrekend.
29
VAK XV: DIVERSE INKOMSTEN
Toevallige winsten of baten
 Inkomsten buiten beroepswerkzaamheid,
- die niet kaderen in een normaal beheer van een privaat
vermogen (geen speculatie) van
- onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende
voorwerpen
 Belast aan 33% (na aftrek
bewezen kosten).
 Desondanks evt. taxatie als meerwaarde op onroerend goed:
- voor gebouwen: binnen de 5 jaar: 16,5%
- voor gronden: binnen de 5 jaar: 33%, tussen 5 en 8 jaar: 16,5%
30
VAK VI: ONTVANGEN
ONDERHOUDSUITKERINGEN
Voorwaarden aftrek (1)
AFTREKBAAR = BELASTBAAR
Onderhoud verschuldigd

In rechte lijn

Staat van behoefte
Personen maken geen deel uit van gezin

Studenten

Verzorgingsinstellingen
Regelmatig betaald:

Vereist in beginsel een zekere periodiciteit
31
Voorwaarden (2)
gewone kosten: gebruikelijke kosten m.b.t. dagelijks
onderhoud kind;
buitengewone kosten: uitzonderlijke, noodzakelijke of
onvoorzienbare uitgaven voortvloeiend uit toevallige of
ongewone gebeurtenissen en die het gebruikelijke budget voor
het dagelijks onderhoud overschrijden. (orthodontie,
meerdaagse schoolreizen,…)
(art. 203bis BW, Wet van 19 maart 2010, BS dd. 21.04.2010)
Jaar van feitelijke scheiding
Onderhoudsgeld tussen echtgenoten:
Voorheen: onderhoudsuitkeringen betaald in jaar van feitelijke
scheiding, noch aftrekbaar, noch belastbaar.
Immers: gemeenschappelijke aanslag waarin compensatie
aftrek met belastbaarheid.
Sinds volledige decumul van beide echtgenoten: standpunt
niet langer houdbaar.
Mede onder invloed rechtspraak: Administratie laat aftrek toe
vanaf feitelijke scheiding.
(Circ. AOIF 46/2010 dd. 29 juni 2010)
32
VAK VIII: VORIGE VERLIEZEN EN
AFTREKBARE BESTEDINGEN
Beroepsverliezen.
kunnen niet ontstaan ingevolge de toepassing van forfaitaire
grondslagen van aanslag,
zijn onbeperkt overdraagbaar, telkens naar het eerstvolgende
belastbaar tijdperk,
kunnen aangerekend worden op de beroepsinkomsten van de
andere echtgenoot,
Verliezen feitelijke verenigingen: aftrekbaar mits:
-
beroepswerkzaamheid van dezelfde aard en
-
verrichtingen beantwoorden aan rechtmatige financiële of
economische behoeften.
33
Aftrekbare bestedingen
Betaalde onderhoudsuitkeringen
 Verschuldigd door beide partners
 Individueel verschuldigd
Aftrek enige, eigen woning
 Wordt belastingvermindering in de toekomst
VAK IX: INTRESTEN,
KAPITAALAFLOSSINGEN EN
PREMIES LEVENSVERZ. DIE
RECHT GEVEN OP EEN FISCAAL
VOORDEEL
34
Aftrek enige en eigen woning
Voorwaarden voor leningen vanaf 01.01.2005
Hypotheeklening in E.E.R. met minimumlooptijd 10 jaar
Specifiek voor verwerven woning gelegen in de E.E.R.
Enige woning op 31.12 van leningsjaar, TENZIJ andere
woningen:

werden geërfd in mede-eigendom, naakte eigendom
of in vruchtgebruik

of op voormelde datum te koop aangeboden en op
31.12 van daarop volgende jaar ook effectief
verkocht.
Aftrek enige en eigen woning (2)
Eigen woning van de belastingplichtige; d.w.z.
de woning die hij zelf betrekt, behalve bij niet-bewoning om
beroeps- of sociale redenen, of wegens

wettelijke of contractuele belemmeringen

de stand van de bouwwerkzaamheden,
in welke gevallen de toestand opnieuw zal worden beoordeeld
op 31.12 van het tweede jaar dat volgt op dat waarin het
leningscontract werd gesloten.
35
Voorbeeld: op 12.5.2010 hypothecaire lening voor bouw
enige eigen woning. De woning wordt op 30.11.2013 in
gebruik genomen.

2010: aftrek enige en eigen woning;

2011: aftrek enige en eigen woning;

2012: gewone intrestaftrek en belastingvermindering
lange termijnsparen;

vanaf 2013: aftrek enige en eigen woning
Aftrek enige en eigen woning (3)
Komen in aanmerking: PRIVE-interesten + kapitaalflossingen +
levensverzekeringspremies tot uitsluitende dekking
Aftrekbaar bedrag:

Basisbdrag: 2.260,00

Verhogingen:
 750,00 (eerste 10 jaar)
 80,00 (indien minstens 3 kinderen ten laste op 1.1.
jaar na lening)
Verhogingen definitief verloren indien woning op 31.12
van een later jaar niet meer enige woning (NE telt niet
mee)
36
Aftrek enige en eigen woning (4)
Iedere echtgenoot trekt eigen korf af (geen 15/85-regel
meer)
Echtgenoten mogen aftrekbare korven vrij verdelen op
voorwaarde dat:

gemeenschappelijke aanslag;

iedere echtgenoot is eigenaar;

beide echtgenoten zijn kredietnemer
Regeling vanaf Aj. 2015 (1)
Leningen gesloten vóór 1.1.2015
 Fiscale voordelen “eigen woning” gewestelijk.
 belastingvermindering gewest waar op 1.1.2015 de
belastingwoonplaats gevestigd is.
 In afwachting van eigen regels zullen de Gewesten
voorlopig nog de verminderingen verlenen zoals
voorheen federaal vastgelegd (grensbedragen en
vermindering aan marginaal tarief).
37
Regeling vanaf Aj. 2015 (2)
Leningen gesloten vanaf 1.1.2015.
Hyp.leningen voor verwerven/behouden “eigen woning”
zullen volgende regeling ondergaan:
 voor belastingvermindering in aanmerking komend
bedrag: gedurende de eerste 10 jaar beperkt tot 2.280,00
EUR (m.a.w. verhoging 760,00 EUR valt weg);
 na 10 jaar wordt voormeld bedrag verminderd met
760,00 EUR;
 belastingvermindering uniform 40%.
 voor eenzelfde onroerend goed woonbonus hoogstens 2
keer toegestaan.
Definitie eigen woning (1)
Eigen woning = woning die :
de belastingplichtige zelf betrekt;
de belastingplichtige niet zelf betrekt omwille van
 beroeps- of sociale redenen;
 wettelijke of contractuele belemmeringen;
 de stand van de bouwwerkzaamheden.
38
Definitie eigen woning (2)
Uitgesloten gedeelten:
gedeelte dat de belastingplichtige of een van zijn gezinsleden
beroepsmatig aanwendt;
gedeelten die worden betrokken door personen die geen deel
uitmaken van het gezin van de belastingplichtige.
VAK X: UITGAVEN DIE RECHT
GEVEN OP EEN
BELASTINGVERMINDERING
39
Giften
aan erkende socio-culturele instellingen
Minstens 40 EUR per jaar
storting moet blijken uit een kwijtschrift. (geen belang op
naam van welke echtgenoot uitgereikte attesten opgemaakt) .
< 10 % van totale netto-inkomen/BP en 376.350 EUR
Voortaan belastingvermindering i.p.v. aftrekbare besteding:
tarief =
45%
Voorwaarden kinderopvang
Kinderen tot 12 jaar . leeftijdsgrens opgetrokken naar 18 jaar
 kinderen met “zware handicap”; (recht op verhoogde
kinderbijslag) + NIET DE EIGEN KINDEREN !
Kinderoppas buiten de normale lesuren;
Kinderen moeten ten laste zijn; (maar ook voor co-ouder)
Ouder(s) met beroepsinkomsten;
Instellingen in EER;
Geen toeslag gevraagd wegens kinderen ten laste onder de 3 j.
Max. 11,20/oppasdag
Belastingvermindering = uniform 45%
40
Dienstencheques
belastingvermindering : 30% x aanschaffingsprijs
Vanaf 1.7.2013 slechts voor bedrag van 1.380 !
belastingvermindering niet terugbetaalbaar: lage inkomens
kunnen niet optimaal genieten van belastingvoordeel
Niet aangerekend gedeelte belastingvermindering wordt
omgezet in een terugbetaalbaar belastingkrediet
enkel voor lage inkomens:
 belastbaar inkomen < 25.990 €
 te beoordelen per echtgenoot
 buitenlandse inkomsten vrijgesteld met
progressievoorbehoud worden meegeteld
belastingplichtigen die beroepsinkomsten verkrijgen die
krachtens een internationale overeenkomst zijn vrijgesteld
zonder progressievoorbehoud worden uitgesloten
41
Voorbeeld:
Belastingplichtige heeft voor 2013 in principe recht op
volgende belastingverminderingen:
•
pensioensparen: 282 €
•
dienstencheques: 400 €
•
energiebesparende uitgaven: 318 €
1.000 €
Verminderde basisbelasting = 700 €
Berekening verschuldigde personenbelasting:
verminderde basisbelasting:
700
- vermindering lange termijnsparen:
- 282
- vermindering dienstencheques:
- 400
- vermindering energiebesparende uitg.
- 318
om te slane belasting:
0
- vermindering vervangingsinkomsten:
0
hoofdsom:
0
 niet aangerekend gedeelte belastingverm.= 300 €
 belastingkrediet: 300 x 400/1.000 = 120,00 €
42
Energiebesparende maatregelen Grotendeelse afschaffing stelsel
Stelsel werd volledig afgeschaft, behoudens dakisolatie van
woningen minstens 5 jaar eerder in gebruik genomen.
Overdrachten uit vorige Ajn. wèl nog mogelijk
Belastingvermindering dakisolatie:

Voortaan 30%, zonder overdrachtmogelijkheid (beperkt
tot 3.010 EUR)

Wel nog BK, maar enkel voor de in 2012 gedane
uitgaven
Energiebesparende uitgaven – overzicht
2011
2012
2013
Contract
Contract
van vóór
vanaf
28.11.2011 28.11.2011
Uitgave
Belastingvermindering
Maximum
Overdracht
B.K.
alle
40%
alle
40%
dakisolatie
30%
dakisolatie
30%
2.830 of
3.680
Ja
Ja
2.930 of
3.810
Ja
Ja
2.930
3.010
Neen
Ja
Neen
Neen
43
VAK XVI: BEZOLDIGINGEN VAN
BEDRIJFSLEIDERS
1. Bezoldigingen
Bezoldigingen van bedrijfsleiders zijn:
alle beloningen verleend of toegekend aan een natuurlijk persoon die:
 een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of
gelijksoortige functies uitoefent;
 in de vennootschap een leidende functie of een leidende
werkzaamheid van dagelijks bestuur, van commerciële, financiële of
technische aard uitoefent, buiten een arbeidsovereenkomst.
 zijn belastbaar voor het jaar waarin ze zijn betaald of toegekend, d.w.z.
wanneer de bedrijfsleider er kan over beschikken,
44
2. Voordelen
Wanneer partner van bedrijfsleider mogelijkheid krijgt om
een voormalige leasingwagen tegen spotprijs aan te kopen,
kan het voordeel niet in hoofde van de bedrijfsleider zelf
worden belast. Hiertoe is immers vereist dat bedrijfsleider zelf
juridisch werkelijke genieter inkomen is. (Cass. 17 maart 2011)
Buitenlands seminarie: Het feit dat een werknemer zich op
kosten werkgever op buitenlands seminarie mag laten
vergezellen door zijn echtgenote maakt belastbaar voordeel
uit, t.b.v. kostprijs seminarie in hoofde van echtgenote.
(Antwerpen, 24 februari 2009)
Plezierreisje geschonken door leverancier aan vriendin
zaakvoerder is geen VAA. (Rb. Bergen, 25 oktober 2012)
3. Kostenforfait
Voor bezoldigingen van bedrijfsleiders bedroeg het
kostenforfait steeds 5%, en werd hetzelfde maximum als voor
loon- en weddetrekkenden gehanteerd.
Met ingang van het aanslagjaar 2011:
Forfait beroepskosten:

verlaagd tot 3%, en

maximumbedrag tot 2.340,00 EUR (Aj. 2014).
45
4. Ten laste nemen verliezen voorwaarden
onherroepelijke en onvoorwaardelijke betaling van een
geldsom:
Boeking op RC is onvoldoende
met het oog op het behoud van bestaande beroepsinkomsten
VAA volstaan
De inkomsten dienen periodiek verkregen te zijn
Veronderstelt geen maandelijks inkomen
VAK XVII: WINSTEN
46
Belastbaarheid inkomen
Winst is belastbaar voor het belastbaar tijdperk waarin de
‘schuldvordering’ een zeker en vaststaand karakter heeft
verkregen, ongeacht de datum van inning ervan.
Winst = geacht verkregen op laatste dag boekjaar waarop de
vorderingen betrekking hebben
Uitzondering: onderwaardering van activa en overwaardering
van passiva
Vergelijk met baten ! Belastbaar voor jaar waarin inkomsten
zijn ontvangen.
Meerwaarden
Enkel de meerwaarden op activa die voor de beroepswerkzaamheid worden gebruikt zijn belastbaar
-
de vaste activa, aangeschaft of vervaardigd in het kader
van de beroepswerkzaamheid en als actiefbestanddeel
geboekt;
-
de vaste activa of gedeelten daarvan, waarvoor fiscaal
afschrijvingen of waardeverminderingen zijn
aangenomen;
-
de immateriële activa die tijdens de beroepswerkzaamheid zijn tot stand gebracht.
47
Compensatievergoedingen
Vergoedingen tijdens de beroepsuitoefening ontvangen als compensatie of
n.a.v. een handeling die een vermindering van de werkzaamheid of van de
winsten tot gevolg kan hebben
belastbaar aan 33% voor zover < nettowinst van de vier voorafgaande jaren.
Saldo is belastbaar tegen het progressief tarief. (4 x 4-regel)
Uitzondering: 16,5%:


vanaf de leeftijd van 60 jaar;

n.a.v. overlijden meewerkende echtgenoot of kind van de handelaar.

n.a.v. een gedwongen handeling (schadegeval, onteigening,…). De
Administratie beschouwt de zware handicap van de handelaar zelf, van
zijn meewerkende echtgenoot of van zijn meehelpend kind ook als een
gedwongen handeling
Landbouwpremies: 12,5% !
Beroepskosten - Voorwaarden
tijdens het belastbare tijdperk gedaan of gedragen, of karakter
gekregen van zekere of vaststaande schuld
om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden en,
waarvan de echtheid en het bedrag verantwoord worden d.m.v.
bewijsstukken, of indien dit niet mogelijk is door alle
bewijsmiddelen van het gemeen recht, met uitzondering van de
eed.
48
Beroepskosten - Tijdperk
Keuze aftrek als beroepskost voor jaar van betaling, dan wel voor
jaar waarin zeker en vaststaand karakter?

Regels boekhoudwet werken door in de fiscale winstberekening, tenzij fiscale wet hiervan uitdrukkelijk afwijkt.

Niet het geval voor beroepskosten.

Dus moeten, overeenkomstig de boekhoudwet de uitgaven
worden geboekt in jaar waarin ze zeker en vaststaand zijn,
zonder keuzemogelijkheid voor de belastingplichtige.
(Rb. Brugge, 26 november 2012, Antwerpen, 17 februari 2009, en in
dezelfde zin Gent, 5 oktober 2004)
Beroepskosten - beveiliging
Zijn met ingang van 1.1.2009 voor 120% aftrekbaar:

Abonnementskosten aansluiting op vergunde alarmcentrale; (niet
de interventie na alarm- abonnementen en interventiefacturen).
Gecombineerde factuur moet opsplitsing maken tussen de abonnementskosten
voor de aansluiting op een alarmcentrale enerzijds en voor de interventies
anderzijds. Zoniet volledige factuur uitgesloten van verhoogde aftrek . (Circ.
Ci.RH. 242/596.157 – AOIF 26/2009 van 12 mei 2009)

kosten m.b.t. beroep op vergunde bewakingsonderneming voor
verrichten van beveiligd vervoer ;

de kosten m.b.t. gezamenlijk beroep, door een groep van
ondernemingen, op vergunde bewakingsonderneming.
49
Afschrijvingen (1)
Jaar van vervreemding
Administratie: geen afschrijving voor jaar buiten gebruik stelling
(verkoop, inbreng, vernieling), zelfs niet wanneer op de laatste
dag van dat boekjaar. (Com.IB 61/100)
Rechtspraak: In de Wet geen onderscheid naargelang het af te
schrijven goed in het belastbaar tijdperk al dan niet buiten gebruik
is gesteld door verkoop, inbreng of vernieling. Bovendien
onredelijk en strijdig met werkelijkheid dat activa in dat jaar plots
geen WV zouden ondergaan. (Gent, 19 oktober 2010)
Afschrijvingen (2)
Jaar van vervreemding
Nieuwe Rechtspraak:
Voor een afschrijving is vereist dat actiefbestanddeel nog in
bezit is bij afsluiting boekjaar.
Bij verkoop in de loop van dat boekjaar is dit niet langer het
geval.

(Rb. Leuven, 9 september 2011)
50
VAK XVIII: BATEN
Achterstallige erelonen
Als achterstallige erelonen kunnen worden beschouwd :
 de erelonen door toedoen van de overheid
(tekortkoming) niet betaald in het jaar van de prestaties;
 de latere vereffening gebeurt in éénmaal;
 de erelonen hebben betrekking op diensten geleverd
gedurende een periode van meer dan 12 maanden.
In dat geval wordt het prestatiegedeelte dat de 12 maanden
overtreft aan de gemiddelde aanslagvoet van het lopende jaar
belast. (code *652)
51
Investeringsaftrek - voorwaarden
 investering in, al dan niet in leasing genomen materiële of
immateriële vaste activa.
Financiële vaste activa en portefeuillewaarden
(obligaties,...) en andere vlottende activa zijn
uitdrukkelijk uitgesloten.
 de activa moeten bovendien in nieuwe staat worden
verkregen of tot stand gebracht.
 de activa moeten in België gebruikt worden voor de
uitoefening van de beroepswerkzaamheid.
Investeringsaftrek – uitgesloten activa
Vaste activa niet uitsluitend voor de beroepsuitoefening gebruikt.
vaste activa verkregen of tot stand gebracht teneinde het recht tot gebruik
aan een derde over te dragen via een leasingcontract.
Vaste activa waarvan recht van gebruik op een andere wijze is afgestaan,
tenzij het recht van gebruik is afgestaan aan een andere BP die het actief
in België gebruikt voor het behalen van winsten en baten die het recht van
gebruik op zijn beurt niet geheel/gedeeltelijk overdraagt.
Vaste activa niet of over een kortere termijn dan 3 jaar afschrijfbaar.
Personenwagens en auto’s voor dubbel gebruik (tenzij taxi of rijscholen)
De bij de aankoopprijs komende kosten en onrechtstreekse
productiekosten, tenzij samen met de vaste activa afgeschreven
52
Investeringsaftrek tarieven
Aard activa
Aj. 2014
Gewone investeringen
4,5%
Octrooien , milieuvriendelijke investeringen in O&O en
energiebesparende investeringen en rookafzuig- of
verluchtingssystemen in rookkamers van horecazaken
14,5%
Investeringen in beveiliging
21,5%
Aftrek i.f.v. de afschrijvingen van milieuvriendelijke
investeringen in O&O
21,5%
Aftrek in functie van de afschrijvingen van de investeringen
gedaan door ondernemingen met minder dan 20
werknemers bij het begin van het belastbaar tijdperk van de
investering
Oplaadstations voor elektrische voertuigen
11,5%
4,5%
BEZOLDIGING EN TOEKENNING
MEEWERKENDE ECHTGENOOT
53
Toekenning meewerkinkomen
Het stelsel van toekenning (zoals dit vóór 2003 bestond),
blijft bestaan voor de meewerkende echtgenoot, die ofwel:
 reeds zelf uit een eigen beroepsactiviteit een volwaardig
sociaal statuut heeft verkregen, doch geen eigen netto
beroepsinkomen van meer dan 13.100,00 EUR (Aj. 14);
 geboren is vóór 1 januari 1956 en zich niet aansluit tot
het volledig sociaal statuut (maxi-statuut).
De toekenning moet overeenstemmen met een normale verloning
voor de geleverde prestaties, maar mag niet hoger zijn dan
30% van de gezamenlijk belaste netto winst of -baat van de
partner, tenzij de prestaties kennelijk recht geven op meer.l
Bezoldiging meewerkende echtgenoot
Stelsel van toepassing op de echtgeno(o)t(e) van een zelfstandige/
vrij beroeper (niet van bedrijfsleiders) die tijdens het belastbaar
tijdperk geen eigen beroepsactiviteit heeft uitgeoefend.
Deze “bezoldiging meewerkende echtgenoot” = Eigen inkomen.
Van dit inkomen mogen dan wel worden afgetrokken:
 sociale bijdragen,
 eigen werkelijke kosten, of
 forfait van 5%., (bovenop de sociale bijdragen)
Mag ook worden toegekend voor de jaren waarvoor geen
gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd.
54
Bezoldiging meewerkende echtgenoot (2)
De toekenning zelf:
moet overeenstemmen met de normale verloning voor de
geleverde prestaties, maar mag niet meer bedragen dan 30%
van de gezamenlijk belaste netto winst of -baat van de partner,
tenzij de prestaties hem kennelijk recht geven op meer;
mag door de geholpen belastingplichtige als beroepskost
worden afgetrokken, in tegenstelling tot de kosten die
veroorzaakt zijn door de medewerking van zijn partner.
is vatbaar voor vermeerdering, bij gebrek aan voldoende VA.
VAK XXI: WINSTEN EN BATEN VAN
EEN VORIGE
BEROEPSWERKZAAMHEID
55
Stopzettingsmeerwaarden.
behaald ter gelegenheid volledige en definitieve stopzetting van:
- de volledige activiteit
- één of meer bedrijfsafdelingen of takken van werkzaamheid:
belast aan 16,5%, ongeacht de bezitsduur.
Uitzonderingen:
- voorraden: gezamenlijk belastbaar,
- FVA in de mate dat ze fiscaal aangenomen minderwaarden
compenseren: gezamenlijk belastbaar
- IVA: (4 x 4-regel);
- Voortzetting onderneming in rechte lijn: volledige vrijstelling
Duurzaam privégebruik
Notariaat werd na de stopzetting gedurende 2 jaar en 8 maanden
verhuurd aan de notarisopvolger, alvorens verkocht te worden.
Het Hof vond het goed niet gedesaffecteerd. Er werden na de
stopzetting immers geen aanpassingswerken aan de kantoorruimte gedaan om deze voor een ander doel dan als een
notariskantoor te kunnen laten aanwenden. Bovendien werd de
verhuurde kantoorruimte gebruikt voor het notariskantoor van de
opvolger en was de tijdsspanne tussen stopzetting en verkoop
relatief kort.
Besluit: Belastbare stopzettingsmeerwaarde.
(Gent, 14 december 2010)
56
CASUS - Gegevens
Alleenstaande koopt op 1.3.2010 terrein voor 80.000,00 EUR
(excl. 15.000,00 EUR kosten).
In 2011 werden alle bouwwerken uitgevoerd en facturen
betaald voor 250.000,00 EUR (incl. BTW).
Op 1.7.2011 verhuist hij naar het pand om er de uitoefening
van een niet BTW-plichtig vrij beroep in verder te zetten.
CASUS – Gegevens (2)
Op 1.12.2013 verkoop gebouw: 360.000,00 EUR.
De activiteit wordt overgebracht naar een gebouw dat op
1.9.2013 werd aangekocht voor 300.000,00 EUR, excl.
45.000,00 EUR kosten, doch incl. grondwaarde van
100.000,00 EUR.
Het lineair toegepaste afschrijvingspercentage bedraagt 3%.
Hij boekte nooit eerder een waardevermindering.
Ter gelegenheid van zijn PB-aangifte (Aj. 2014) dient hij een
opgave 276 K in met het oog op de vrijstelling.
57
CASUS – Vraagstelling
In welke mate wordt het belastbaar resultaat van 2013
beïnvloed door de verkoop op 1.12.2013?
In welk opzicht wijzigt uw antwoord wanneer het een
gedwongen verkoop zou betreffen?
Wat verandert aan de oplossing indien de belastingplichtige
zijn activiteiten volledig en definitief stopzet per 31.12.2013?
CASUS – Oplossing (1)
Berekening meerwaarde:
Verkoopprijs:
360.000,00
Aankoopprijs:
•
Grond incl. kosten:
•
Gebouw:
95.000,00
250.000,00
Fiscaal aangenomen afschrijvingen:
250.000,00 x 3% x 2j. =
Residuwaarde:
Belastbare meerwaarde:
-15.000,00
- 330.000,00
30.000,00
Belastbaar aan vol tarief. Geen gespreide taxatie mogelijk, vermits
beleggingsduur korter dan 5 jaar.
58
Herbeleggingsvoorwaarde art. 47
minstens de verkoopwaarde (voor de vrijwillige verwezenlijkte meerwaarden) of
de ontvangen vergoeding (voor de gedwongen meerwaarden),
beperkt tot 75% voor personenwagens,
in afschrijfbare materiële of immateriële vaste activa (nieuw of tweedehands),
die in de E.E.R. worden gebruikt voor de uitoefening van de
beroepswerkzaamheid.
Indien de belastingplichtige een personenwagen (wagen dubbel gebruik of
minibus) aanduidt als herbeleggingsactief komt slechts 75% van de
aanschaffingswaarde in aanmerking als herbelegging.
Gespreide taxatie
Een herbelegging in een vruchtgebruik op een
gebouwd onroerend goed is geldig. In de wet is
immers nergens te lezen dat enkel in de volle
eigendom van een gebouw mag worden belegd.
(Rb. Brugge, 21 maart 2011)
Wanneer de herbelegging vervreemd wordt, is het
niet belaste saldo onmiddellijk belastbaar, zelfs in het
geval de herbelegging binnen de termijnen opnieuw
wordt herbelegd.
(Gent, 17 maart 2009)
59
Herbeleggingsvoorwaarde art. 47 -termijn
Vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden:
Binnen de 3 jaar, vanaf de eerste dag van het belastbaar tijdperk waarin de
meerwaarde is verwezenlijkt.
Termijn wordt op 5 jaar gebracht wanneer de herbelegging gebeurt in een
gebouw, een vaartuig of een vliegtuig. In dat geval mag de belastingplichtige
rekening houden met investeringen gedaan in de twee jaar die aan het jaar van
verwezenlijking voorafgaan. Betrokkene heeft dus de keuze om de vijfjarige
termijn te laten aanvangen, ofwel:
 vanaf de eerste dag van het belastbare tijdperk waarin de meerwaarde
is verwezenlijkt;
 vanaf de eerste dag van het voorlaatste belastbare tijdperk dat aan het
jaar van verwezenlijking voorafgaat.
Herbeleggingsvoorwaarde art. 47 –termijn (2)
Gedwongen meerwaarden:
Termijn vangt aan vanaf de datum van het schadegeval, en
in geval van onteigening de datum van het
onteigeningsvoornemen (=datum akte aankoopcomité en niet
de datum van het vonnis),
en verstrijkt 3 jaar na het einde van het belastbaar tijdperk
waarin de schadevergoeding werd ontvangen.
De herbeleggingstermijn verstrijkt evenwel in alle gevallen op
het ogenblik van een definitieve stopzetting.
60
CASUS – Oplossing (2)
2. Gedwongen verkoop.
Ondanks de te korte beleggingsduur, kan bij een gedwongen verkoop toch
toepassing gemaakt worden van het stelsel van de gespreide taxatie.
In 2013 zal volgend deel van de meerwaarde worden belast:
In aanmerking komende wederbelegging:
Gebouw:
200.000,00 (300.000,00 – 100.000,00)
Prop. kosten:
30.000,00 (45.000,00 x 200.000,00/300.000,00)
Totaal herbelegging: 230.000,00
Te belasten: 30.000,00 x 230.000,00/360.000,00 x 3% = 575,00 (vol tarief)
CASUS – Oplossing (3)
3. Stopzetting 31.12.2013
De meerwaarde wordt volledig belastbaar voor het jaar
van stopzetting.
61