meetbaar beter boek 2014

Meetbaar Beter Boek
Deelnemende hartcentra
2014
Inzicht in kwaliteit van zorg voor mensen met
hartaandoeningen
Meetbaar Beter heeft zich in 2014 in meerdere dimensies
succesvol doorontwikkeld. Het aantal hartcentra dat zich
heeft aangesloten bij de stichting Meetbaar Beter is verder
uitgebreid van acht naar twaalf centra. Graag bedanken wij alle
deelnemende centra voor het vertrouwen dat zij in Meetbaar
Beter gesteld hebben. Wij hopen de komende jaren op een
krachtige samenwerking tussen de deelnemende hartcentra en
zodoende aan de hand van de werkwijze van Meetbaar Beter
gezamenlijk de zorg voor hartpatiënten in Nederland naar een
nog hoger niveau te brengen.
Eind 2013 en begin 2014 hebben meer dan dertig artsen en
negen getrainde begeleiders uit de deelnemende centra
gezamenlijk hard gewerkt aan de ontwikkeling van indicatoren­
sets voor veel voorkomende medische condities en behande­
lingen die nog niet opgenomen waren in de Meetbaar Beter
rapportage van 2013. In het Meetbaar Beter Boek 2014 leidt deze
inspanning tot publicatie van resultaten van de behandeling van
coronairlijden, atriumfibrilleren, aortakleplijden en de combinatie
van aortakleplijden en coronairlijden. Een mooi resul­taat
omdat daarmee voor meer dan 80% van de complexe zorg die
geleverd wordt in de deelnemende hartcentra de resultaten van
behande­ling­en openbaar worden gemaakt. In 2013 werden in
de deelnemende hartcentra 27000 patiënten voor één van deze
vier medische condities behandeld. Voor deze patiënten alsook
de mensen in hun directe omgeving, en de behande­lend artsen,
verzekeraars en toezichthouders, worden de voor de patiënt
meest relevante resultaten van behandelingen inzichtelijk.
In 2014 heeft Meetbaar Beter een methodologisch
onderbouwde onderhoudscyclus voor de indicatorensets
voor coronairlijden en atriumfibrilleren geïntroduceerd welke
opgenomen waren in de rapportage van 2013. Vanuit diverse
perspectieven, waaronder medisch en datamanagement, is
in een onderhoudscyclus feedback verzameld. Deze feedback
is op gestructureerde wijze beoordeeld door het outcomes
team, waarna de voorlopige conclusies zijn voorgelegd aan de
experts van de Internationale Academische Adviesraad. Naast
een beperkt aantal aanpassingen in de indicatorensets heeft
dit proces geleid tot aanscherping van definities waardoor het
dataverzamelingsproces in 2014 sterk verbeterd is.
Voor u ligt de rapportage van de aan Meetbaar Beter
deelnemende ziekenhuizen van 2014. Uit het oogpunt van
transparantie en inzichtelijkheid van de resultaten is ervoor
gekozen om vanaf 2014 de resultaten van de Meetbaar Beter
hartcentra te presenteren in één boek. De ontwikkeling van
Meetbaar Beter wordt in deze publicatie op meerdere niveau’s
zichtbaar. Er zijn meer dan twintig analyses opgenomen in
deze publicatie waarbij de resultaten voor het risicoprofiel
van de patiëntgroepen per hartcentrum gecorrigeerd worden.
Lange-termijn effecten van een behandeling, zowel in de vorm
van reïnterventies als lange-termijn overleving, worden voor
meerdere patiëntgroepen gepubliceerd in het Meetbaar Beter
Boek 2014.
In deze publicatie is ervoor gekozen om bij alle medische
condities per geselecteerde uitkomstindicator resultaten te
rapporteren aan de hand van gelijke uitgangspunten welke
zijn beschreven in het hoofdstuk datamanagement. Deze
uitgangspunten zijn gedefinieerd om een balans te bewaren in
de omvang van de publicatie en de relevantie van de geboden
informatie enerzijds, en de balans tussen klinische relevantie
en statistische significantie anderzijds. Ook voor innovatieve
behandelingen met relatief kleine cohorten worden daarom
gesegmenteerde figuren weergegeven. De deelnemende
hartcentra hebben via de stichting Meetbaar Beter volledig
toegang tot alle gesegmenteerde analyses die verbonden zijn
aan ​de initiële condities die niet in dit boek zijn opgenomen. De
figuren voor de significante initiële condities zijn terug te vinden
op de website www.meetbaarbeter.com. Het verkrijgen van
inzichten ten behoeve van verdere verbetering van kwaliteit van
zorg wordt op deze manier maximaal gefaciliteerd.
Deze analyses bieden nieuwe inzichten op basis waarvan gericht
gewerkt kan worden aan verdere verbetering van kwaliteit van
zorg voor hartpatiënten. Literatuuronderzoek heeft voor een
aantal uitkomstindicatoren laten zien dat het prestatieniveau
van de Nederlandse hartcentra in vergelijking met andere
toonaangevende landen goed te noemen is.
De resultaten uit 2013 zijn door de deelnemende centra
geanalyseerd en aanleiding geweest voor diverse analyses
en verbeterprojecten binnen de deelnemende hartcentra.
Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in dit Meetbaar Beter Boek.
De Isala Safety Check is als best practice geselecteerd en wordt in
een gezamenlijk project van Isala en Meetbaar Beter beschikbaar
gesteld voor andere hartcentra. Ook in het komende jaar zal
het selecteren van best practices en het stimuleren van lokale
verbeterinitiatieven op basis van inzichten in uitkomsten een
belangrijk facet zijn binnen Meetbaar Beter. We hopen hierdoor
bij te dragen aan een transparante leer- en ontwikkelomgeving
waarbinnen we gezamenlijk de zorg voor hartpatiënten kunnen
blijven verbeteren.
Edgar Daeter
Cardiothoracaal chirurg
Voorzitter Raad van Bestuur
Stichting Meetbaar Beter
1
Deelnemende hartcentra
Afkortingen
Academisch Medisch Centrum
AMC
Amphia Ziekenhuis
Amphia
St. Antonius Ziekenhuis
Antonius
Catharina Ziekenhuis
Catharina
Erasmus MC
Erasmus
HagaZiekenhuisHaga
IsalaIsala
Medisch Centrum Leeuwarden
MCL
Medisch Spectrum Twente
MST
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis
OLVG
Universitair Medisch Centrum Groningen
UMCG
Universitair Medisch Centrum Utrecht
UMCU
Gebruikte afkortingen
AFAtriumfibrilleren
AVAtroventriculair
AVA
Aortic Valve Area
AVR
Aortic Valve Replacement
BHNBegeleidingscommissie Hartinterventies Nederland
CABG
Coronary Artery Bypass Graft
CVA
Cerebro Vasculair Accident
ECGElektrocardiogram
EU
Europese Unie
FFR
Fractional Flow Reserve
GFR
Glomerular Filtration Rate
ICD
Implanteerbare Cardioverter Defibrillator
ICHOMInternational Consortium for Health Outcomes Measurement
LVEFLinkerventrikelejectiefractie
MACCE
Major Adverse Cardiac and Cerebral Events
MACE
Major Adverse Cardiac Event
2
MIMyocardinfarct
MVR
Mitral Valve Replacement
NCDR
National Cardiovascular Data Registry
NVT
Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie
NVvC
Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
NYHA
New York Heart Association
OMT
Optimale Medicamenteuze Therapie
PCI
Percutane Coronaire Interventie
PVI
Pulmonaal Venen-Isolatie
SF12
Short form 12
SF36
Short form 36
TAVI
Percutane aortaklepplaatsing
TIA
Transient Ischaemic Attack
TVR
Target Vessel Revascularization
VLAD
Variable Life-Adjusted Display
Inhoudsopgave
Deelnemende hartcentra4
Ontwikkeling van Meetbaar Beter 6
Internationale Academische Adviesraad 8
Toekomstvisie 10
1Coronairlijden12
1.1Geconsolideerd coronairlijden
13
1.2Coronaire bypasschirurgie
18
Inzicht naar verbetering30
1.3Percutane coronaire interventie
31
Inzicht naar verbetering38
1.4Optimale medicamenteuze therapie
39
2Atriumfibrilleren44
2.1Geconsolideerd atriumfibrilleren
48
2.2Minimaal-invasieve chirurgische pulmonaal venen isolatie
50
2.3Catheter pulmonaal venen isolatie
55
Van inzicht naar verbetering61
3Aortakleplijden64
3.1Geconsolideerd aortakleplijden
65
3.2Aortaklepvervanging
71
Van inzicht naar verbetering79
3.3Transkatheter aortaklepimplantatie
80
4 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden90
4.1CABG + AVR
93
5 Deelnemende hartcentra aan het woord102
6Datamanagement110
6.1Leeswijzer
114
7 Uitbreiding medische condities118
Bijlage 1: Overzicht ruwe uitkomsten per segment
122
Bijlage 2: Meetbaar Beter organisatie
139
Interviews:
Margo Weerts (Hart&Vaatgroep)
Dr. Jens Deerberg-Wittram MD (ICHOM)
Dr. Victor Umans (NVvC)
Prof. dr. Robbert Huijsman MBA (Achmea)
Prof. dr. Diana Delnoij (Kwaliteitsinstituut)
Prof. dr. Daniel Hommes (UCLA)
Peter Hoppener (VGZ)
Prof. dr. Domenico Pagano (EACTS)
11
42
43
89
100
101
116
117
3
Deelnemende hartcentra
De Meetbaar Beter hartcentra
Het aantal hartcentra dat is aangesloten bij Meetbaar Beter is
in het afgelopen jaar uitgebreid van acht naar twaalf van de in
totaal zestien Nederlandse hartcentra. Door het groeiend aantal
deelnemende hartcentra wordt een steeds groter percentage
van de zorg voor hartpatiënten in Nederland transparant en worden
steeds meer mogelijkheden gecreëerd voor het identificeren en
verspreiden van best practices.
4
Voor elk hartcentrum wordt per medische conditie door middel
van taartdiagrammen aangegeven hoeveel procent van de
gegevens er is aangeleverd voor de Meetbaar Beter rapportage
van 2014. Het maximum geeft de hoeveelheid gegevens aan dat
een hartcentrum had kunnen aanleveren, welke is bepaald aan
de hand van het totaal aantal uitkomstindicatoren en initiële
condities vermenigvuldigd met het aantal jaren waarover
gerapporteerd wordt.
Legenda:
Coronairlijden
Complete data coronairlijden
Data niet geleverd/incompleet
Atriumfibrilleren Aortakleplijden
Complete data atriumfibrilleren
Data niet geleverd/incompleet
Complete data coronairlijden
Data niet geleverd/incompleet
Data niet geleverd/incompleet
Complete data aortakleplijden
Data niet geleverd/incompleet
CABG+AVR
Complete data CABG + AVR
Data niet geleverd/incompleet
Complete data aortakleplijden
Complete data CABG + AVR
Data niet geleverd/incompleet
Data niet geleverd/incompleet
5
Ontwikkeling van Meetbaar Beter
Meetbaar Beter heeft tot doel bij te dragen aan het verder
verbeteren van de zorg voor mensen met hartaandoeningen
in Nederland. De kern van Meetbaar Beter is dat op
wetenschappelijk verantwoorde wijze, met behulp van een
internationale adviesraad van medische en methodologische
experts, een selectie wordt gemaakt van de voor de patiënt
meest relevante uitkomstindicatoren. Deze uitkomstindicatoren
vormen de basis voor een transparante rapportage naar
patiënten en zorgverzekeraars over de resultaten van zorg, en
dienen als uitgangspunt voor een verbetercyclus binnen elk van
de betrokken hartcentra en het delen van best practices tussen
de centra. Meetbaar Beter draagt door het creëren van inzichten,
het stimuleren van leereffecten en het delen van best practices
bij aan het onderbouwd nemen van beslissingen omtrent de zorg
voor hartpatiënten in Nederland.
Artsgedreven
Meetbaar Beter is een initiatief van en door artsen.
Indicatorensets worden samengesteld en onderhouden door
outcomes teams van artsen en de stichting Meetbaar Beter
wordt via de Raad van Bestuur in afstemming met de Raad van
Advies bestuurd door artsen. Te allen tijde zal het eigenaarschap
van Meetbaar Beter daardoor blijven liggen bij de medicus. Dit
is essentieel omdat artsen de regie voeren over de inhoudelijke
organisatie van zorg, feedback willen en moeten krijgen op
hun handelen en als enigen in staat zijn de uitkomsten te
interpreteren en te gebruiken voor verdere verbetering van
kwaliteit van zorg. Meetbaar Beter besteedt veel aandacht aan
het delen van de Meetbaar Beter visie aan deelnemende centra.
Waar mogelijk zijn artsen van deelnemende centra betrokken in
outcomes teams. Voor de recent aangesloten hartcentra worden
masterclasses door Meetbaar Beter georganiseerd. Daarnaast
wordt tijdens interne events en symposia ruim aandacht besteed
aan de Value Based Healthcare principes die ten grondslag liggen
aan Meetbaar Beter.
Patiëntgericht
In de methodologie die gehanteerd wordt binnen Meetbaar Beter
wordt gewaarborgd dat de uitkomstindicatoren die geselecteerd
worden maximaal patiëntgericht zijn. Factoren, zoals de impact
op de kwaliteit van leven van een patiënt, wegen zwaar bij de
selectie van uitkomstindicatoren. Resultaten worden transparant
gerapporteerd. In samenwerking met De Hart & Vaatgroep
wordt gewerkt aan een rapportagevorm die voor patiënten
goed toegankelijk en begrijpelijk is, zodat de resultaten van
zorg als beslissingsondersteunende informatie kunnen gaan
dienen. Echter, door alleen het meten van indicatoren helpen we
patiënten niet beter dan nu. Meetbaar Beter richt zich daarom
ook sterk op het gebruik van deze uitkomstindicatoren en de
verkregen inzichten binnen en tussen de hartcentra. Op basis van
6
de resultaten van behandelingen worden inzichten verkregen.
Meetbaar Beter helpt en stimuleert hartcentra om aan de hand
van deze inzichten verbeteringen in zorgprocessen door te voeren
en faciliteert het delen van best practices.
Klinisch relevant
Meetbaar Beter gaat uit van de relevante resultaten van
behandelingen voor de patiënt. De prioriteit ligt daarom bij
het verkrijgen van klinisch relevante inzichten. Meetbaar
Beter ziet statistiek als een belangrijk hulpmiddel wanneer het
verantwoord toegepast kan worden. Wanneer aan voldoende
randvoorwaarden is voldaan kan de interpretatie van uitkomsten
gefaciliteerd worden door statistiek te bedrijven en kan waar
mogelijk op basis van correcties voor zorgzwaarte van de
populatie een risicogecorrigeerde vergelijking tussen centra
gemaakt worden. Statistische significantie is echter niet leidend,
integendeel, het is ondergeschikt aan klinische relevantie. Deze
prioritering is zowel in de Meetbaar Beter rapportage als in de
leer- en verbetercycli binnen en tussen de deelnemende centra
van toepassing.
Methodologie
Meetbaar Beter faciliteert de keuze voor en definiëring van
uitkomstindicatoren. Hierbij wordt gestreefd naar een beperkte
en stabiele set indicatoren voor elk van de hartaandoeningen.
Beperkt, omdat dit een goed overzicht geeft, beter hanteerbaar
is voor realisatie van verbeteringen en datamanagement niet
onnodig zwaar wordt belast. Stabiel, omdat vergelijking over
de jaren alleen mogelijk is als de selectie en definitie niet te
veel wijzigt.
Om dit te realiseren wordt binnen Meetbaar Beter een
gedegen proces van selectie, onderhoud en definitie van
indicatoren doorlopen. Processtappen zijn zoveel mogelijk
geobjectiveerd en volledig gedocumenteerd, zodat medisch
inhoudelijke en methodologische keuzes en eventuele wijzigingen
altijd herleidbaar zijn en geëvalueerd kunnen worden. Een
gedetailleerde beschrijving van de methodiek is terug te vinden in
de Meetbaar Beter Boeken 2012 en 2013.
Om zorg te dragen voor eenduidigheid in de dataverzameling
bij alle deelnemende centra zijn data-manuals opgesteld.
In deze handleidingen zijn de concrete definities van de
uitkomstindicatoren en initiële condities vastgelegd. De
handleidingen zijn terug te vinden op www.meetbaarbeter.com.
Op basis van een jaarlijkse onderhoudscyclus worden de manuals
waar nodig aangescherpt. Meetbaar Beter voert een jaarlijkse
audit uit bij elk van de Meetbaar Beter hartcentra en stelt onder
andere kwaliteitseisen aan de volledigheid van de gegevens om
de kwaliteit van de gepresenteerde resultaten te borgen.
Inzicht in patiëntrelevante resultaten
Het aantal hartaandoeningen waarvoor indicatorensets
beschikbaar zijn en waarover gerapporteerd wordt door de
deelnemende hartcentra is sterk gegroeid. In 2013 en 2014 is
door negen ontwikkelteams gewerkt aan de selectie en definitie
van indicatorensets voor specifieke behandelingen van een groot
aantal medische condities. Deze indicatorensets zullen gefaseerd
geïntroduceerd worden in de Meetbaar Beter rapportage. In
2014 is de rapportage ten opzichte van 2013 uitgebreid met vier
nieuwe indicatorensets:
1.Aortakleplijden; behandeling met
a. de transkatheter aortaklepvervanging (TAVI) en
b. de operatieve klepvervanging (AVR)
2.Atriumfibrilleren; behandeling door middel van minimaalinvasieve chirurgische ablatie.
3.Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden; behandeling
met coronaire bypasschirurgie (CABG) en de operatieve
klepvervanging (AVR)
In de komende jaren zullen ook voor patiënten met
mitraalkleplijden, chronisch hartfalen, tachycardie en een ‘plotse
hartdood’ de resultaten in de rapportage opgenomen worden.
Daarnaast zal in de komende jaren aandacht besteed worden
aan het verder completeren van de medische condities, o.a.
door bijvoorbeeld bij atriumfibrilleren en aortakleplijden op
de juiste wijze de behandelresultaten van de groep patiënten
die medicamenteus behandeld wordt mee te nemen in de
rapportage.
Verbetering van zorg
Aan de hand van de verkregen inzichten in de patiëntrelevante
resultaten van de geleverde zorg worden binnen de deelnemende
centra verbeterprojecten in gang gezet. Voorbeelden hiervan
worden in dit Meetbaar Beter Boek gepresenteerd. Daarnaast
bieden de inzichten in resultaten de mogelijkheid tot het
selecteren van best practices. Wanneer één van de Meetbaar
Beter hartcentra betere resultaten laat zien dan de andere
hartcentra, wordt gekeken of er onderdelen in het zorgproces
zijn die mogelijk als best practice kunnen worden aangemerkt.
Meetbaar Beter faciliteert het uitdragen en delen van deze best
practice. De Meetbaar Beter hartcentra kunnen er zelf voor
kiezen om de best practice al dan niet te implementeren.
Op basis van de resultaten van de Meetbaar Beter rapportage uit
2013 blijkt dat de mortaliteitscijfers voor chirurgische interventies
bij Isala lager zijn dan bij de overige hartcentra. De best practice
die in overleg met Isala is geselecteerd is de Isala Safety Check.
Zeven hartcentra hebben aangegeven deze best practice geheel
of gedeeltelijk te willen overnemen. De implementatie van de
Isala Safety Check zal plaatsvinden in 2014-2015.
In de komende jaren zal de nadruk binnen Meetbaar Beter
steeds meer verschuiven naar het gebruik van deze waardevolle
informatie om de kwaliteit van zorg daadwerkelijk te verbeteren.
Internationale academische adviesraad
Om de kwaliteit en onafhankelijkheid van de gehanteerde
methodologie en geselecteerde uitkomstindicatoren te
garanderen worden de belangrijke besluiten binnen Meetbaar
Beter getoetst door de internationale academische adviesraad
van Meetbaar Beter. Dit betreft zowel de indicatorensets zelf
(getoetst door medisch experts) als ook de methodiek (getoetst
door methodologisch experts) die binnen Meetbaar Beter continu
verder wordt ontwikkeld om deze indicatorensets te bepalen,
te onderhouden en te gebruiken. In de nabije toekomst zal
de internationale academische adviesraad worden uitgebreid
met experts op het terrein van datamanagement en statistiek,
waardoor het fundament onder de analyses die gemaakt en
gepresenteerd worden nog sterker zal worden.
In 2014 is het aantal medische experts in de internationale
academische adviesraad fors uitgebreid van 6 naar 22 leden. Dit
vanwege het grote aantal aandoeningen waarvoor in 2013-2014
indicatorensets zijn ontwikkeld. Voor elke aandoening zijn leden
toegevoegd aan de adviesraad met expertise specifiek op het
gebied van de behandeling van deze aandoening.
De leden van de internationale academische adviesraad zijn
weergegeven op pagina 8 en 9.
Klankbordgroep
Meetbaar Beter beoogt, naast een wetenschappelijk
verantwoorde selectie en rapportage, een brede toepassing
van de resultaten in het Nederlandse zorglandschap. Daarom
zijn vrijwel alle direct belanghebbende partijen betrokken
bij het programma in de vorm van een klankbordgroep. De
klankbordgroep heeft een adviserende rol en zorgt ervoor dat de
resultaten van het project aansluiten bij de informatiebehoefte
van en gedragen worden door verschillende stakeholders.
De klankbordgroep van Meetbaar Beter bestaat uit
vertegenwoordigers van:
• Hart & Vaatgroep
• Inspectie voor de Gezondheidszorg
• Zorgverzekeraars Achmea, CZ, Menzis en VGZ
• Raad voor de Volksgezondheid & Zorg
• Tweede Kamer der Staten Generaal
7
Internationale Academische Adviesraad
8
9
Toekomstvisie
Implementatie Value Based Healthcare
Meetbaar Beter is gebaseerd op het gedachtegoed van Value
Based Healthcare zoals dat is ontwikkeld op Harvard Business
School door prof. Porter. Centraal binnen Value Based Healthcare
staat de overtuiging dat de zorg verder kan verbeteren door zich
te richten op het maximaliseren van ‘waarde’ voor patiënten,
gedefinieerd als uitkomsten van zorg afgezet tegen de kosten van
de zorg.
Deze visie heeft grote impact op de manier waarop de zorg
wordt georganiseerd. Door te focussen op patiëntwaarde zal
de manier van kijken naar de gezondheidszorg veranderen. Zo
zal bijvoorbeeld een verschuiving optreden van specialismegeoriënteerde zorg naar aandoening-georiënteerde zorg. Bij
Meetbaar Beter wordt daarom niet alleen gekeken naar de
resultaten van een individuele behandeling of specialisme, maar
naar de resultaten van de integrale zorg door verschillende
specialismen binnen en buiten het ziekenhuis. Dit stimuleert
specialismen om gezamenlijk de zorgketen nog beter te
organiseren en heeft mogelijk implicaties voor de manier waarop
de zorg in een bepaalde regio georganiseerd zou kunnen en
moeten worden.
Daarnaast biedt de explicitering van patiëntwaarde de mogelijk­
heid aan zorgverzekeraars om de zorginkoop te ontdoen van
perverse prikkels en kwaliteit van zorg te belonen. Vanuit bestuurlijk
perspectief binnen een ziekenhuis biedt de informatie over
resultaten van zorg nieuwe mogelijkheden om de strategie van het
ziekenhuis te verbinden met sturingsinstrumenten en kwaliteitscycli.
Value Based Healthcare is ontwikkeld als theorie, maar een goed
uitgewerkte aanpak voor implementatie bestaat er nog niet.
Meetbaar Beter is sterk praktijkgericht en werkt continu aan de
10
implementatie van Value Based Healthcare. Ook in de komende
jaren zal Meetbaar Beter zich blijven richten op de implementatie
van Value Based Healthcare, waarbij de nadruk in toenemende
mate zal liggen op het gebruik van de gegevens door artsen,
patiënten en zorgverzekeraars.
Het implementatiemodel van Meetbaar Beter omvat o.a. de
systematiek voor selectie, definitie, meten, interpreteren en
onderhouden van uitkomstindicatoren. Binnen het implementa­
tiemodel wordt hard gewerkt aan modellen voor het vormgeven
van verbetercycli op basis van inzichten in uitkomsten, het delen
van best practices en het hernieuwd vormgeven van relaties
met samenwerkingspartners zoals verwijzende cardiologen en
zorgverzekeraars.
Samenwerking
De doelstelling van Meetbaar Beter is dat indicatorensets
beschikbaar zijn voor de overgrote meerderheid van alle beschik­
bare behandelingen voor mensen met een hartaandoening en dat
deze indicatorensets ook door alle zorgverleners daadwerkelijk
gebruikt worden en ingebed zijn in een verbetercyclus. Het
toe­gankelijk maken van de Meetbaar Beter werkwijze voor
interventiecentra zonder cardiochirurgie on site zal één van de
eerste vervolgstappen zijn in de verdere uitrol van Meetbaar Beter.
De samenwerking met de NVvC, NVT, NCDR en BHN is daarbij
van essentieel belang. In de statuten van de stichting Meetbaar
Beter is de ambitie om deze samenwerking vorm te geven sterk
verankerd. Inmiddels zijn hierin grote stappen gemaakt. Zowel
het bestuur van de NVvC als de NVT bekleden een positie in de
Raad van Toezicht van de stichting Meetbaar Beter. Met de NVvC
en de NCDR is een project gestart om samenwerking in de nabije
toekomst te concretiseren.
Meetbaar Beter: vertrouwen door te laten zien wat je doet
“
De kracht van Meetbaar Beter is vooral
het feit dat de instellingen die meedoen,
informatie willen geven over wat ze doen
en hoe ze dat doen.
”
Margo Weerts
Directeur
Hart&Vaatgroep
Den Haag
D
at patiënten een bewuste keuze maken om voor
een behandeling naar een bepaalde instelling te gaan of
weloverwogen een behandelaar kiezen die ze een ingreep
toevertrouwen, komt veel voor. Men kent immers het ziekenhuis,
heeft van de chirurg gehoord, de huisarts weet geen kwaad
woord over die cardioloog en de buurman hadden ze daar toch
maar mooi z’n leven gered. Kantje boord, dat wel, maar toch.
Het zijn bewuste keuzes, waar weinig op aan te merken valt. Je
hoeft niet meer te weten dan je nodig hebt om vertrouwen te
hebben en vertrouwen is goed. Het stelt gerust, haalt de scherpe
kantjes weg, bevordert herstel en maakt de toekomst hebbelijker.
Dan blijken er van elders toch betere verhalen te komen, was de
vriend van een kennis toch veel eerder thuis en kon vlot weer
aan het werk, stond dat andere ziekenhuis alweer in de krant
met een mooi succesje. En je oudste dochter zegt dat zij zelf toch
echt eerst op websites zou gaan kijken om iets meer te weten te
komen over dat ziekenhuis. Een open hartoperatie is tenslotte
geen ingegroeide teennagel. En de moeder van een collega heeft
zo’n zelfde operatie niet overleefd. Eens kijken wat Zorgkaart
Nederland zegt. En wat de huisarts weet, dat wil ik zelf ook wel
weten. Daarna praten we over vertrouwen.
Vertrouwen leunt altijd op informatie. Van informatie naar
presentatie naar interpretatie scheelt steeds maar een paar
letters, maar een heel alfabet aan betekenis. De kracht van
Meetbaar Beter is vooral het feit dat de instellingen die meedoen,
informatie willen geven over wat ze doen en hoe ze dat doen.
Een begrijpelijke en vooral eenduidige presentatie daarvan is niet
eenvoudig, maar essentieel. Dat de kwaliteit overal hoog is en de
verschillen klein, is alleen maar goed. Dat ziekenhuizen weliswaar
niet houden van ranglijstjes, maar er toch door geprikkeld
worden, is ook goed.
En dat we deugdelijke informatie kunnen interpreteren naar eigen
behoefte, geeft vertrouwen.
11
Eigen foto/St. Antonius Ziekenhuis
1
12
CORONAIRLIJDEN
Hart- en vaatziekten leiden ieder jaar tot het overlijden van
1,9 miljoen mensen in de Europese Unie (EU) en zijn dan ook
de belangrijkste doodsoorzaak in bijna alle landen van de
EU (1,2). Van alle hart- en vaatziekten zijn vernauwingen in
de kransslagaders van het hart (coronairen) de belangrijkste
veroorzaker van een negatieve uitkomst voor de patiënt.
Dergelijke vernauwingen worden veroorzaakt door atherosclerose
en kunnen leiden tot een afname in de bloedvoorziening van
het hart (myocardischemie). Myocardischemie resulteert in
pijn op de borst ofwel angina pectoris. De aanwezigheid van
myocardischemie leidt echter niet alleen tot klachten, maar
verhoogt ook het risico op een hartinfarct of overlijden (3,4).
Door behandeling van deze kransslagadervernauwingen kan de
bloedstroom naar het hart herstellen, waardoor de klachten
verdwijnen en de prognose verbetert. Behandelmogelijkheden
voor coronairlijden zijn medicamenteuze therapie (OMT) en
revascularisatie middels percutane coronaire interventie (PCI)
of coronaire bypasschirurgie (CABG). Invasieve therapeutische
opties als PCI en CABG zijn hoogst effectief in het opheffen van
myocardischemie (5).
Voor de meeste patiënten met een acuut hartinfarct is PCI
de behandeling van eerste keus. Met de invoering van PCI als
behandelmethode om de bloedstroom naar het hart te herstellen
bij een acuut hartinfarct, is de levensverwachting van deze
patiëntencategorie sterk toegenomen.
Bij patiënten met stabiel coronairlijden wordt over het algemeen
gestart met medicamenteuze therapie en wordt gekozen voor
revascularisatie middels PCI of CABG, na bespreking in het
Hartteam. Een Hartteam bestaat uit interventie-cardiologen
en hartchirurgen die in gezamenlijk overleg de optimale
revascularisatie-strategie bepalen voor een individuele
patiënt na bestudering van onder andere de beelden van het
coronairangiogram. De hartteambespreking is in de afgelopen
jaren wereldwijd ingevoerd in alle belangrijke hartcentra en heeft
een sterke kwaliteitsverbetering teweeg gebracht (6).
Een andere innovatieve verbetering die de prognose van
revascularisatie verder heeft verbeterd in de afgelopen jaren
is de selectieve behandeling van enkel ischemie-producerende
vernauwingen bij patiënten met meervatslijden met gebruik­
making van Fractionele Flow Reserve (FFR) metingen (7).
1.European Cardiovascular Disease Statistics 2012. Published by European Heart
Network AISBL and European Society of Cardiology.European Heart Network AISBL
2.Beller GA, Zaret BL. Contributions of nuclear cardiology to diagnosis and prognosis
of patients with coronary artery disease. Circulation. 2000;101:1465-1478.
3.Iskander S, Iskandrian AE. Risk assessment using single-photon emission
computed tomographic technetium-99m sestamibi imaging. J Am Coll Cardiol.
1998;32:57-62.
4.Shaw LJ, Iskandrian AE. Prognostic value of gated myocardial perfusion SPECT. J
Nucl Cardiol. 2004;11:171-185.
5.Shaw LJ, Berman DS, Maron DJ et al. Optimal medical therapy with or without
percutaneous coronary intervention to reduce ischemic burden: results from
the Clinical Outcomes Utilizing Revascularization and Aggressive Drug Evaluation
(COURAGE) trial nuclear substudy. Circulation. 2008;117:1283-1291.
6.Tong BC, Huber JC, Ascheim DD et al. Weighting composite endpoints in clinical
trials: essential evidence for the heart team. Ann Thorac Surg. 2012;94:1908-1913.
7.Tonino PA, De Bruyne B, Pijls NH et al. Fractional flow reserve versus angiography for
guiding percutaneous coronary intervention. N Engl J Med. 2009 15;360:213-224.
In de figuren wordt voor de CABG- en PCI-behandeling de uitkomstindicator die het hoogste in de uitkomstindicatoren hiërarchie per behandeling
staat een trend weergegeven over de tijd voor alle hartcentra samen. Voor PCI zijn over 2009 en 2010 niet voldoende gegevens beschikbaar voor
rapportage. In de analyse zijn de hartcentra meegenomen die voldoen aan de gestelde normen beschreven in het hoofdstuk datamanagement. Op
de x-as staan de jaren van rapportage vermeld. Op de y-as staat de ruwe uitkomst voor alle meegenomen hartcentra samen.
Na de Meetbaar Beter publicatie van 2012 werd binnen het Catharina Ziekenhuis een onderzoek gestart naar de mortaliteit na PCI om
eventueel verbeterpotentieel vast te stellen en een internationale vergelijking vorm te geven. In het Meetbaar Beter Boek werden de resultaten
van dit onderzoek gepubliceerd. Dit onderzoek biedt een referentiekader voor de prestaties van alle Nederlandse hartcentra. Ten aanzien van
de mortaliteit na PCI mag geconcludeerd worden dat de Nederlandse hartcentra op aansprekend niveau presteren.
Coronairlijden -CABG 120-daagse mortaliteit
(totaal van alle ziekenhuizen n=10)
8%
Coronairlijden - PCI 30-daagse mortaliteit
(totaal van alle ziekenhuizen n=9)
© Stichting Meetbaar Beter
8%
7%
7%
6%
6%
5%
5%
4%
4%
3%
3%
2%
2%
1%
1%
0%
0%
2009
2010
2011
2012
2013
© Stichting Meetbaar Beter
niet in
rapportage
niet in
rapportage
2009
2010
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
2011
2012
2013
13
Ontwikkelingen in 2014
de logistische Euroscore I in plaats van de additieve Euroscore bij
CABG en de toevoeging van reanimatie als initiële conditie bij PCI.
In het Meetbaar Beter Boek 2014 wordt voor het derde
opeenvolgende jaar gerapporteerd over de uitkomsten van
behandeling van patiënten met coronairlijden. Om de kwaliteit
van de indicatorenset verder aan te scherpen is in 2014 voor
het eerst een uitgebreide onderhoudscyclus doorlopen. Hierin
zijn inzichten vanuit datamanagement, de meetresultaten
van 2013 en nieuwe ontwikkelingen binnen de cardiologie
en thoraxchirurgie meegenomen. Alle bij Meetbaar Beter
aangesloten artsen en datamanagers hebben de gelegenheid
gekregen input te geven, wat heeft geleid tot meer dan 75
feedbackpunten waardoor er in totaal 35 tot aanpassingen in de
verschillende indicatorensets voor coronairlijden zijn uitgevoerd.
De robuustheid van de indicatorenset is gebleken in deze
onderhoudscyclus. Een aantal aanscherpingen zijn doorgevoerd
in de details van de definities, zoals die in de manuals staan
beschreven. De belangrijkste wijzigingen zijn de overstap naar
Het meten van een aantal indicatoren vereist dat lange-termijn
follow-up gegevens worden verzameld. Deze gegevens zijn in
vrijwel alle hartcentra niet standaard beschikbaar, mede omdat
de follow-up van patiënten vaak door de verwijzend cardioloog
wordt verzorgd. In het afgelopen jaar is veel extra inspanning
geleverd om deze gegevens te verzamelen met als gevolg dat
over meer indicatoren uit de indicatorenset voor coronairlijden
wordt gerapporteerd. Inmiddels rapporteren vier, respectievelijk
vijf hartcentra over ‘overleving vrij van coronaire reїnterventie’
en ‘overleving vrij van myocardinfarct’ na CABG. De indicator
‘heropname vanwege myocardinfarct’ na PCI wordt al door
zeven hartcentra gerapporteerd. Ook de rapportage van de
geconsolideerde indicatorenset is hierdoor uitgebreid. Voor het
eerst worden de resultaten voor de indicator heropname vanwege
myocardinfarct ook op dit niveau gepresenteerd, waardoor
resultaten onafhankelijk van behandelkeuze inzichtelijk worden.
Hiërarchie gecombineerd voor Coronairlijden
Hiërarchie
Generieke
uitkomstindicatoren
CABG-specifieke
uitkomstindicatoren
PCI-specifieke
uitkomstindicatoren
Overleving
1-jaars mortaliteit
120-daagse mortaliteit
30-daagse over-/ondersterfte
Lange-termijn overleving
30-daagse mortaliteit
Mate van herstel /
gezondheid
Kwaliteit van leven
Angiografisch niet succesvol
OMT-specifieke
uitkomstindicatoren
Pijn op de borst
Duur van herstel / hervatting
van alledaagse activiteiten
Schade van de behande­ling
(bijwerkingen, complicaties
of medische fouten)
Duurzaamheid van herstel of
gezondheid
Chirurgische reëxploratie
Diepe sternumwondinfectie
CVA
Urgente CABG
Heropname vanwege
myocardinfarct
Overleving vrij van
- coronaire reїnterventie
- myocardinfarct
Optreden van TVR
Overleving vrij van MACE
Generieke initiële condities
CABG-specifieke initiële
condities
PCI-specifieke initiële
condities
OMT-specifieke initiële
condities
Diabetes mellitus
Logistische Euroscore I
Chronische totale occlusie
Eerdere CABG of PCI
Ernstige
linkerventrikeldysfunctie
Urgentie van de procedure
Eerdere CABG
Eerder myocardinfarct
Geslacht
Eerder myocardinfarct
Meervatslijden
Leeftijd
Meervatslijden
Nierinsufficiëntie
Reanimatie
Gevolgen van de
behandeling op lange
termijn
Initële condities
Shock
Urgentie van de procedure
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: dhr. E.J. Daeter, Dr. B. Rensing (St. Antonius Ziekenhuis),
Dr. B.R.G. Brueren en Dr. A.H.M. van Straten (Catharina Ziekenhuis).
14
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
1.1 Geconsolideerd coronairlijden
2012. De indicatoren ‘1-jaars mortaliteit’ en ‘heropname vanwege
myocardinfarct’ zijn gemeten door vier van de Meetbaar Beter
hartcentra. Het OLVG is niet meegenomen in de analyses
met betrekking tot ‘heropname vanwege myocardinfarct’ in
verband met teveel ontbrekend gegevens. Behalve ‘ernstige
linkerventrikeldysfunctie’ waarvoor bij een relatief groot aantal
hartcentra geen gegevens beschikbaar zijn, zijn alle initiële
condities meegenomen in de regressie-analyse.
De geconsolideerde indicatorenset voor coronairlijden bevat drie
uitkomstindicatoren: ‘1-jaars mortaliteit’, ‘kwaliteit van leven’,
en ‘heropname vanwege myocardinfarct’. Voor de patiënten
die conservatief behandeld worden en de patiënten die een
percutane coronaire interventie ondergaan wordt ‘kwaliteit
van leven’ nog door geen van de hartcentra gemeten en dit is
dan ook de enige van de drie indicatoren die nu nog niet als
geconsolideerde indicator kan worden gepresenteerd.
De inclusieperiode voor de rapportage over geconsolideerde
uitkomsten van de behandeling van coronairlijden is het jaar
In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten geconsolideerd coronairlijden
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
1-jaars mortaliteit
-
-
3,8
4,7
-
-
5,2
-
-
3,0
-
-
Heropname vanwege myocardinfarct
-
-
0,8
0,6
-
-
0,6
-
-
-
-
-
UMCG
UMCU
In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens geconsolideerd coronairlijden
AMC
Jaren
Amphia
Antonius
Catharina
2012
2012
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
2012
OLVG
2012
Uitkomstindicatoren
1-jaars mortaliteit
Heropname vanwege myocardinfarct
Initiële condities
Diabetes mellitus
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Geslacht
Leeftijd
Nierinsufficiëntie
Legenda
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
15
1-jaars mortaliteit
Geconsolideerd coronairlijden -1-jaars mortaliteit
210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
150
130
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
110
90
70
50
30
10
0
20
40
60
80
100
Voorspeld aantal events
120
140
160
180
Geconsolideerd coronairlijden -1-jaars mortaliteit
leeftijd
14%
© Stichting Meetbaar Beter
12%
10%
8%
De regressie-analyse, gebaseerd op de
beschikbare gegevens, duidt in de richting van
een relatief gunstige uitkomst in het OLVG.
De resultaten van Isala dienen zeer
terughoudend geïnterpreteerd te worden.
Dit enerzijds omdat uit aanvullende
analyses blijkt dat het OMT-cohort
een belangrijke bepalende factor is,
waarbij nog nader onderzoek nodig is
naar dit cohort in Isala (zie hoofdstuk 1.4).
Anderzijds omdat toevoegen van
‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’ bij
de hartcentra waar deze voldoende
bekend is (St. Antonius Ziekenhuis en
Catharina Ziekenhuis), als initiële conditie
leidt tot een positie van Isala binnen de
betrouwbaarheidsgrenzen.
De overige variate tussen de centra duidt op
natuurlijke variatie.
6%
De C-statistic is 0,76 (redelijk).
4%
2%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=2351)
Catharina
(n=3654)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=2350)
MCL
(n=0)
MST
(n=0)
OLVG
(n=2079)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=0)
< 55
65-74
55-64
>= 75
Geconsolideerd coronairlijden -1-jaars mortaliteit
nierinsufficiëntie
20%
© Stichting Meetbaar Beter
18%
16%
14%
12%
10%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
16
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=2309)
Catharina
(n=3357)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=2288)
MCL
(n=0)
MST
(n=0)
OLVG
(n=1995)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen nierinsufficiëntie
nierinsufficiëntie
Heropname vanwege myocardinfarct
Geconsolideerd coronairlijden -Heropname vanwege myocardinfarct
210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
150
130
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
110
90
70
De regressie-analyse, gebaseerd op
de beschikbare gegevens, toont een
spreiding tussen de hartcentra die duidt op
natuurlijke variatie tussen de centra.
50
30
10
0
10
20
30
Voorspeld aantal events
40
50
De C-statistic is 0,69 (matig).
Geconsolideerd coronairlijden -Heropname vanwege myocardinfarct
ernstige linkerventrikeldysfunctie
5%
© Stichting Meetbaar Beter
4%
4%
3%
Isala en het OLVG ontbreken in de analyse
vanwege te veel ontbrekende gegevens met
betrekking tot respectievelijk de initiële
conditie ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’
en de uitkomstindicator ‘heropname
vanwege myocardinfarct’.
3%
2%
2%
1%
1%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=2247)
Catharina
(n=3358)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=0)
MCL
(n=0)
MST
(n=0)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=0)
middel 30-50%
hoog > 50%
laag < 30%
Geconsolideerd coronairlijden -Heropname vanwege myocardinfarct
leeftijd
3%
© Stichting Meetbaar Beter
2%
2%
1%
1%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=2366)
Catharina
(n=3612)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=2308)
MCL
(n=0)
MST
(n=0)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
< 55
65-74
55-64
>= 75
17
1.2 Coronaire bypasschirurgie
alleen gegevens beschikbaar zijn voor 2012 en 2013. En voor het
MCL en UMCG zijn gegevens geleverd voor de jaren 2011-2013.
Voor coronaire bypasschirurgie (CABG) bestaat de indicatorenset
uit zeven uitkomstindicatoren. Voor het eerst worden de
resultaten voor alle zeven indicatoren gepresenteerd. UMCU
heeft geen gegevens aangeleverd en Erasmus MC heeft niet
voldoende gegevens aangeleverd om meegenomen te worden
in de rapportage. Tien van de twaalf hartcentra rapporteren
vrijwel volledig mee op vier van de zeven indicatoren. De overige
drie indicatoren worden door minder hartcentra gerapporteerd:
‘kwaliteit van leven’ (drie hartcentra), ‘overleving vrij van coronaire
reïnterventie’ (4 hartcentra) en ‘overleving vrij van myocardinfarct’
(5 hartcentra). Voor het AMC en het HagaZiekenhuis geldt dat
Voor de initiële condities geldt dat alle initiële condities vrijwel
volledig zijn aangeleverd door alle hartcentra. Enkel de gegevens
met betrekking tot ‘nierinsufficiëntie’ in het AMC en ‘diabetes
mellitus’ in het UMCG voldoen niet aan de compleetheidvereisten
van Meetbaar Beter en worden daarom buiten de rapportage
gelaten. Behalve de ‘logistische Euroscore I’ zijn alle initiële
condities meegenomen in de regressie-analyses voor het maken
van de funnelplots.
In onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven, voor zover deze gegevens beschikbaar zijn. De uitkomstindicatoren
‘30-daagse over-/ondersterfte’ en ‘lange-termijn overleving’ ontbreken in deze tabel omdat deze niet in een percentage uit te drukken zijn.
Ruwe uitkomsten coronairlijden - CABG
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
120-daagse mortaliteit
2,3
3,3
2,4
2,1
-
2,6
1,8
1,6
2,2
1,6
3,2
-
Chirurgische reëxploratie
5,8
5,4
3,2
4,9
-
2,8
4,3
6,9
6,5
3,7
7,0
-
Diepe sternumwondinfectie
0,7
0,7
0,9
1,2
-
-
0,7
1,4
1,4
1,3
1,9
-
CVA
1,2
0,4
0,4
0,7
-
1,4
1,0
0,5
0,7
0,8
0,1
-
UMCU
In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens coronairlijden - CABG
Jaren
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
2012-2013
2009-2013
2009-2013
2009-2013
2009-2013
2012-2013
2009-2013
2011-2013
2009-2013
2009-2013
2011-2013
Uitkomstindicatoren
120-daagse mortaliteit
Kwaliteit van leven
Chirurgische reëxploratie
Diepe sternumwondinfectie
CVA
Overleving vrij van coronaire reïnterventie
2012
Overleving vrij van myocardinfarct
2012
Initiële condities
Diabetes mellitus
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Geslacht
Leeftijd
Logistische Euroscore I
Nierinsufficiëntie
Urgentie van de procedure
Legenda
18
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
120-daagse mortaliteit
Coronairlijden -CABG 120-daagse mortaliteit
210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
150
130
110
90
70
50
30
10
0
20
40
60
Voorspeld aantal events
80
100
120
Coronairlijden -CABG 120-daagse mortaliteit
ernstige linkerventrikeldysfunctie
© Stichting Meetbaar Beter
45%
40%
35%
30%
25%
20%
15%
De regressie-analyse, gebaseerd op de
beschikbare gegevens, duidt op een
relatief gunstige uitkomst in Isala en
een relatief ongunstige uitkomst in het
Amphia Ziekenhuis. Uit analyses blijkt dat
deze uitkomst van het Amphia Ziekenhuis
met name bepaald wordt door het jaar
2009. Binnen het Amphia Ziekenhuis
is in die periode vastgesteld dat de
ziekenhuismortaliteit in het jaar 2009
significant hoger uitkomt dan in andere
jaren. Het Amphia Ziekenhuis heeft in 2010,
naar aanleiding van de mortaliteitscijfers
2009, procesverbetering doorgevoerd
onder andere in de samenstelling en
het functioneren van het hartteam. Een
regressie-analyse over 2010-2013 toont
het succes van deze verbeteracties. Binnen
deze analyse ligt de risicogecorrigeerde
uitkomst van het Amphia Ziekenhuis binnen
het 95% betrouwbaarheidsinterval voor
de ‘120-daagse mortaliteit’. De spreiding
tussen de overige hartcentra duidt op
natuurlijke variatie.
10%
De C-statistic is 0,82 (goed).
5%
Legenda
0%
AMC
(n=605)
Amphia
(n=3572)
Antonius
(n=3667)
Catharina
(n=4535)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=886)
Isala
(n=3379)
MCL
(n=1381)
MST
(n=2766)
OLVG
(n=1789)
UMCG
(n=1348)
UMCU
(n=0)
> 50%
30-50%
< 30%
Coronairlijden -CABG 120-daagse mortaliteit
logistische Euroscore I
© Stichting Meetbaar Beter
35%
30%
25%
20%
15%
Legenda
10%
laag < 10%
middel 10-20%
hoog > 20%
5%
0%
AMC
(n=603)
Amphia
(n=3588)
Antonius
(n=3665)
Catharina
(n=4617)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=886)
Isala
(n=3380)
MCL
(n=1381)
MST
(n=2766)
OLVG
(n=1788)
UMCG
(n=1340)
UMCU
(n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
19
30 daags over- / ondersterfte
AMC
Amphia
140
120
100
80
60
40
20
0
1
1001
2001
2009 - 2013
© Stichting Meetbaar Beter
3001
4001
5001
Cumulatieve verschillen tussen
verwachte en werkelijke sterfte
Cumulatieve verschillen tussen
verwachte en werkelijke sterfte
2012 - 2013
160
140
120
100
80
60
40
20
0
1
1001
Antonius
2009 - 2013
© Stichting Meetbaar Beter
140
120
100
80
60
40
20
0
3001
4001
5001
Cumulatieve verschillen tussen
verwachte en werkelijke sterfte
Cumulatieve verschillen tussen
verwachte en werkelijke sterfte
2009 - 2013
2001
120
100
80
60
40
20
0
1
1001
3001
2009 - 2013
© Stichting Meetbaar Beter
140
120
100
80
60
40
20
0
3001
4001
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
5001
Cumulatieve verschillen tussen
verwachte en werkelijke sterfte
Cumulatieve verschillen tussen
verwachte en werkelijke sterfte
2001
4001
5001
Isala
2012 - 2013
20
© Stichting Meetbaar Beter
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
160
2001
5001
140
Haga
1001
4001
160
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
1
3001
Catharina
160
1001
2001
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
1
© Stichting Meetbaar Beter
160
© Stichting Meetbaar Beter
160
140
120
100
80
60
40
20
0
1
1001
2001
3001
4001
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
5001
MCL
MST
140
120
100
80
60
40
20
0
1
1001
2001
2009 - 2013
© Stichting Meetbaar Beter
3001
4001
5001
Cumulatieve verschillen tussen
verwachte en werkelijke sterfte
Cumulatieve verschillen tussen
verwachte en werkelijke sterfte
2011 - 2013
160
140
120
100
80
60
40
20
0
1
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
1001
2011 - 2013
© Stichting Meetbaar Beter
140
120
100
80
60
40
20
0
3001
4001
5001
Cumulatieve verschillen tussen
verwachte en werkelijke sterfte
Cumulatieve verschillen tussen
verwachte en werkelijke sterfte
2009 - 2013
2001
3001
4001
5001
UMCG
160
1001
2001
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
OLVG
1
© Stichting Meetbaar Beter
160
© Stichting Meetbaar Beter
160
140
120
100
80
60
40
20
0
1
1001
2001
3001
4001
5001
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd
Toelichting
Tien van de twaalf hartcentra zijn opgenomen in de rapportage
van de ‘30-daagse over-/ondersterfte’. De periode waarover
gerapporteerd wordt verschilt per ziekenhuis. Voor het AMC
en HagaZiekenhuis zijn gegevens opgenomen voor de periode
2012-2013, voor het MCL en UMCG voor de periode 2011-2013
en voor de overige hartcentra voor de volledige periode 20092013. In de VLAD-curve wordt met behulp van de ‘logistische
Euroscore I’ de voorspelde sterfte vergeleken met de werkelijke
sterfte. Wanneer de sterfte lager is dan de door de ‘logistische
Euroscore I’ voorspelde sterfte stijgt de grafiek.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
21
Lange-termijn overleving
Coronairlijden - CABG Lange-termijn overleving 2009-2013
Coronairlijden - CABG Lange-termijn overleving 2012-2013
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,9
Cumulatief overlevingspercentage
0,9
Cumulatief overlevingspercentage
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,8
0,7
0,8
0,7
0,6
0,6
0,5
0,5
0
500
1000
1500
2000
0
Overlevingstijd (dagen)
100
200
300
400
500
600
700
800
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting
De ‘lange-termijn overleving’ geeft de overleving van patiënten
weer met een maximale follow-up duur van 5 jaar. Omdat niet
alle hartcentra deze gegevens beschikbaar hebben is de ‘langetermijn overleving’ in twee grafieken weergegeven. Eén voor
de periode 2009-2013 de andere voor de periode 2012-2013,
waarbij tien hartcentra in de rapportage zijn meegenomen.
In deze grafiek is gecorrigeerd voor de losse initiële condities
(exclusief ‘logistische Euroscore I’), behalve voor de ernst van de
‘linkerventrikeldysfunctie’. De methodiek van deze analyse wordt
nader toegelicht in het hoofdstuk datamanagement.
Legenda
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
22
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Analyse 2009-2013: Catharina Ziekenhuis (p=0,003), Amphia
Ziekenhuis (p<0,001) en MST (p< 0,001) verschillen significant
in ‘lange-termijn overleving’ van Isala. De overige hartcentra
verschillen niet significant van Isala.
Analyse 2012-2013: de binnen deze analyse waargenomen
verschillen tussen de hartcentra in ‘lange-termijn overleving’ zijn
niet statistisch significant.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Kwaliteit van leven
Kwaliteit van leven (SF12) Antonius, CABG
N = 715, respons = 26%
Gemiddelde scores
100
© Stichting Meetbaar Beter
Legenda
90
Vlak voor interventie
80
1 jaar na interventie
70
Algemene Nederlandse populatie
60
50
De ‘kwaliteit van leven’ is gemeten in drie
hartcentra. Dit is gedaan met behulp van de
SF12-vragenlijst (St. Antonius Ziekenhuis)
en de SF36-vragenlijst (Isala en Catharina
Ziekenhuis). De ‘kwaliteit van leven’ is
gemeten vóór de interventie en één
jaar na de interventie. De resultaten zijn
vergeleken met de gemiddelde ‘kwaliteit
van leven’ van de Nederlandse populatie.
In het hoofdstuk datamanagement is een
nadere toelichting opgenomen.
40
30
20
10
0
Gezondheidsdimensies
Kwaliteit van leven (SF36) Catharina, CABG
N = 1362, respons = 36%
100
© Stichting Meetbaar Beter
90
Gemiddelde scores
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Gezondheidsdimensies
Kwaliteit van leven (SF36) Isala, CABG
N = 1617, respons = 60%
100
© Stichting Meetbaar Beter
90
Gemiddelde scores
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Gezondheidsdimensies
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
23
Chirurgische reëxploratie
Coronairlijden -CABG Chirurgische reëxploratie
210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
150
130
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
110
90
70
50
30
10
0
50
100
150
Voorspeld aantal events
200
250
De regressie-analyse, gebaseerd op de
beschikbare gegevens, duidt in de richting
van een relatief ongunstige uitkomst in
het MCL en MST, en een relatief gunstige
uitkomst in het St. Antonius Ziekenhuis en
HagaZiekenhuis. De overige variatie tussen
de centra duidt op natuurlijke variatie.
De C-statistic is 0,60 (matig).
Coronairlijden -CABG Chirurgische reëxploratie
logistische Euroscore I
30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
Binnen HagaZiekenhuis is geen ‘chirurgische
reëxploratie’ waargenomen binnen het
segment ‘logistische Euroscore I’ > 20%,
welke bestaat uit 41 patiënten.
10%
5%
Legenda
0%
AMC
(n=603)
Amphia
(n=3594)
Antonius
(n=3718)
Catharina
(n=4636)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=886)
Isala
(n=3383)
MCL
(n=1381)
MST
(n=2772)
OLVG
(n=1789)
UMCG
(n=1340)
UMCU
(n=0)
laag < 10%
middel 10-20%
hoog > 20%
Coronairlijden -CABG Chirurgische reëxploratie
urgentie van de procedure
40%
© Stichting Meetbaar Beter
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
Legenda
0%
AMC
(n=550)
24
Amphia
(n=3594)
Antonius
(n=3725)
Catharina
(n=4634)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=886)
Isala
(n=3382)
MCL
(n=1381)
MST
(n=2772)
OLVG
(n=1790)
UMCG
(n=1352)
UMCU
(n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
niet acuut
acuut
Diepe sternumwondinfectie
Coronairlijden -CABG Diepe sternumwondinfectie
diabetes mellitus
5%
© Stichting Meetbaar Beter
De follow-up van patiënten in
HagaZiekenhuis met betrekking tot ‘diepe
sternumwondinfectie’ is niet voldoende
compleet, waardoor dit hartcentrum is
uitgesloten in deze analyse.
4%
3%
2%
Het UMCG ontbreekt in de analyse vanwege
te veel ontbrekende gegevens met betrekking
tot de initiële conditie ‘diabetes mellitus’.
1%
Legenda
0%
AMC
(n=604)
Amphia
(n=3594)
Antonius
(n=3725)
Catharina
(n=4617)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=3381)
MCL
(n=1381)
MST
(n=2772)
OLVG
(n=1784)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=0)
geen diabetes mellitus
diabetes mellitus
Coronairlijden -CABG Diepe sternumwondinfectie
ernstige linkerventrikeldysfunctie
9%
© Stichting Meetbaar Beter
8%
7%
6%
5%
4%
Binnen het AMC (n=11), Isala (n=177)
en UMCG (n=68) zijn geen ‘diepe
sternumwondinfecties’ waargenomen
binnen het segment ‘LVEF’ <30%.
3%
2%
1%
Legenda
0%
AMC
(n=605)
Amphia
(n=3578)
Antonius
(n=3720)
Catharina
(n=4552)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=3382)
MCL
(n=1381)
MST
(n=2772)
OLVG
(n=1790)
UMCG
(n=1348)
UMCU
(n=0)
> 50%
30-50%
< 30%
Coronairlijden -CABG Diepe sternumwondinfectie
logistische Euroscore I
12%
© Stichting Meetbaar Beter
10%
8%
Binnen het AMC (n=60), MST (n=68),
en OLVG (n=58) zijn in het segment
‘logistische Euroscore I’ >20% geen ‘diepe
sternumwondinfecties’ waargenomen. Dat
geldt tevens voor het segment ‘logistische
Euroscore I’ 10-20% in het AMC (n=60).
6%
4%
2%
Legenda
0%
AMC
(n=603)
Amphia
(n=3594)
Antonius
(n=3718)
Catharina
(n=4636)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=3383)
MCL
(n=1381)
MST
(n=2772)
OLVG
(n=1789)
UMCG
(n=1340)
UMCU
(n=0)
laag < 10%
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
middel 10-20%
hoog > 20%
25
CVA
Coronairlijden -CABG CVA
ernstige linkerventrikeldysfunctie
30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
10%
Binnen het UMCG zijn geen ‘CVA’s’
waargenomen binnen de segmenten ‘LVEF’
<30% en >50%.
5%
0%
AMC
(n=605)
Amphia
(n=3578)
Antonius
(n=3720)
Catharina
(n=4552)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=886)
Isala
(n=3382)
MCL
(n=1381)
MST
(n=2772)
OLVG
(n=1790)
UMCG
(n=1348)
UMCU
(n=0)
Legenda
> 50%
30-50%
< 30%
Coronairlijden -CABG CVA
geslacht
6%
© Stichting Meetbaar Beter
5%
4%
3%
2%
Binnen het UMCG zijn geen ‘CVA’s’
waargenomen bij vrouwelijke patiënten.
1%
0%
AMC
(n=605)
Amphia
(n=3594)
Antonius
(n=3725)
Catharina
(n=4636)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=886)
Isala
(n=3383)
MCL
(n=1381)
MST
(n=2772)
OLVG
(n=1790)
UMCG
(n=1352)
UMCU
(n=0)
Legenda
man
vrouw
Coronairlijden -CABG CVA
logistische Euroscore I
18%
© Stichting Meetbaar Beter
16%
14%
12%
10%
Binnen het HagaZiekenhuis en het UMCG
zijn geen ‘CVA’s’ waargenomen binnen het
segment ‘logistische Euroscore I’ 10-20%.
Dat geldt binnen het UMCG ook voor het
segment ‘logistische Euroscore I’ <10.%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0%
AMC
(n=603)
26
Amphia
(n=3594)
Antonius
(n=3718)
Catharina
(n=4636)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=886)
Isala
(n=3383)
MCL
(n=1381)
MST
(n=2772)
OLVG
(n=1789)
UMCG
(n=1340)
UMCU
(n=0)
laag < 10%
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
middel 10-20%
hoog > 20%
Overleving vrij van coronaire reïnterventie
Coronairlijden CABG Overleving vrij van coronaire reïnterventie 2009-2013
Coronairlijden CABG Overleving vrij van coronaire reïnterventie 2012
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,9
Cumulatief overlevingspercentage
0,9
Cumulatief overlevingspercentage
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,8
0,7
0,8
0,7
0,6
0,6
0,5
0,5
0
100
200
300
400
0
Overlevingstijd (dagen)
100
200
300
400
500
600
700
800
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting
Voor Isala en MST zijn voldoende gegevens beschikbaar om de
uitkomstindicator ‘overleving vrij van coronaire reïnterventie’
te rapporteren voor de jaren 2009-2013. Voor het AMC en het
Catharina Ziekenhuis zijn gegevens beschikbaar over 2012. Binnen
de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse initiële
condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’). Hoe vlakker de lijn
loopt, hoe minder patiënten een coronaire reïnterventie hebben
ondergaan in de periode na een CABG.
Legenda
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Analyse 2009-2013: MST (p< 0,001) verschilt significant in
‘overleving vrij van coronaire reïnterventie’ van Isala.
Analyse 2012: de binnen deze analyse waargenomen
verschillen tussen de hartcentra in ‘overleving vrij van coronaire
reïnterventie’ zijn niet statistisch significant.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
27
Overleving vrij van myocardinfarct
Coronairlijden CABG Overleving vrij van myocardinfarct 2009-2013
Coronairlijden CABG Overleving vrij van myocardinfarct 2009-2013
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,9
Cumulatief overlevingspercentage
0,9
Cumulatief overlevingspercentage
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,8
0,7
0,8
0,7
0,6
0,6
0,5
0,5
0
100
200
300
0
400
500
Coronairlijden CABG Overleving vrij van myocardinfarct 2012-2013
0,9
Cumulatief overlevingspercentage
Cumulatief overlevingspercentage
2000
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,9
0,8
0,7
0,8
0,7
0,6
0,6
0,5
0,5
0
100
200
300
400
500
Overlevingstijd (dagen)
28
1500
Coronairlijden CABG Overleving vrij van myocardinfarct 2012
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
1000
Overlevingstijd (dagen)
Overlevingstijd (dagen)
600
700
800
0
100
200
300
400
500
Overlevingstijd (dagen)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
600
700
800
Toelichting
Legenda
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Voor meerdere hartcentra zijn over verschillende tijdsintervallen
gegevens beschikbaar met betrekking tot de ‘overleving vrij van
myocardinfarct’. In de publicatie zijn tijdsintervallen zo gekozen
dat zo veel mogelijk beschikbare data gepubliceerd kunnen
worden. Voor Isala en MST zijn gegevens beschikbaar over
2009-2013, waarbij er maximaal 1 jaar follow-up is voor de
geïncludeerde patiënten. Voor het St. Antonius Ziekenhuis is er
volledige follow-up beschikbaar voor 2009-2013.
Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse
initiële condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’). Hoe vlakker
de lijn loopt, hoe minder patiënten een myocardinfarct
hebben gekregen in de periode na een CABG.
Analyse 2009-2013 (1-jaars follow-up): MST (p< 0,001) verschilt
significant in ‘overleving vrij van myocardinfarct’ van Isala.
Analyse 2012-2013: de binnen deze analyse waargenomen
verschillen tussen de hartcentra in ‘overleving vrij van
myocardinfarct’ zijn niet statistisch significant.
Analyse 2012: de binnen deze analyse waargenomen verschillen
tussen de hartcentra in ‘overleving vrij van myocardinfarct’ zijn
niet statistisch significant.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
29
Eigen foto/MCL
Van inzicht
naar verbetering
30
Isala Safety Check
Reductie diepe sternumwondinfectie na CABG
Eén van de manieren waarop Meetbaar Beter zicht inspant
om bij te dragen aan verdere verbeteringen in de hartzorg is
door best practices te selecteren en de uitrol van deze best
practice naar andere hartcentra te faciliteren. Een eerste
voorbeeld hiervan is de Isala Safety Check. In de rapportage
van Meetbaar Beter van 2013 werd inzichtelijk dat de
120-daagse mortaliteit na een CABG bij coronairlijden in
Isala statistisch significant lager was dan in de overige aan
Meetbaar Beter deelnemende hartcentra. Zeer waarschijnlijk
is deze uitkomst in Isala direct gerelateerd aan de Isala Safety
Check; een in Isala ontwikkelde werkwijze gebaseerd op
een checklist om de peri-operatieve risicofactoren op een
gestructureerde manier als team te bespreken en deze te
combineren met de bevindingen uit een Trans Oesofagale
Echo direct na inleiding. Waar nodig leidt deze informatie
tot een aangepast operatief plan. In een gezamenlijk project
van Isala en Meetbaar Beter wordt de Isala Safety Check
aangeboden aan andere hartcentra.Het project, waarvoor
inmiddels zeven hartcentra zich hebben ingeschreven, start
eind 2014.
Op basis van inzicht in resultaten onderzocht het St. Antonius
Ziekenhuis mogelijkheden om het percentage diepe
sternumwondinfecties verder te verminderen. Meerdere
procesverbeteringen zijn doorgevoerd, waaronder:
- preventief toedienen van antibiotische neuszalf
-preoperatief ontharen met de clipper ipv creme wat minder
irritatie van de huid geeft
-het gebruik van het MECC (minimaal extracorporele
circulatie) systeem waardoor minder inflammatoire reactie
optreedt
-minder reinterventies voor nabloeding door minder
bloedstollingstoornissen door o.a. normothermie en
minder hemolyse bij het gebruik van het MECC systeem
-postoperatief bij patienten een goede voedingsstatus
nastreven door ze gemeenschappelijk te laten eten
-op de postoperatieve afdeling zijn naast artsen,
dedicated verpleegkundig specialisten werkzaam die de
operatiewonden inspecteren
Het percentage diepe sternumwondinfecties is na deze
procesaanpassingen afgenomen van circa 1,5% naar circa 0,8%.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
1.3 Percutane coronaire interventie
alleen gegevens beschikbaar zijn voor 2013. En voor het UMCU en
UMCG zijn gegevens geleverd voor de jaren 2012-2013.
‘Kwaliteit van leven’ is gedefinieerd als een belangrijke uitkomst­
maat, echter geen van de hartcentra heeft deze informatie in het
verleden verzameld. Binnen de deelnemende hartcentra wordt
hard gewerkt aan de organisatie die nodig is voor het prospectief
verzamelen van kwaliteit van leven informatie.
De initiële condities zijn ten opzichte van de rapportage
2013 uitgebreid met reanimatie. De initiële conditie ‘ernstige
linkerventrikeldysfunctie’ is bij vrijwel geen van de hartcentra
voldoende volledig beschikbaar en deze initiële conditie is dan
ook buiten de analyse gelaten.
Voor percutane coronaire interventie (PCI) bestaat de indicato­
renset uit zes uitkomstindicatoren. Alle twaalf deelnemende
hartcentra rapporteren resultaten van de behandeling van
coronairlijden door middel van een PCI aan de hand van één of
meerdere van deze uitkomstindicatoren. Per indicator verschilt
het welke van de hartcentra wel of niet mee rapporteren.
Alle hartcentra rapporteren over de uitkomstindicatoren
‘30-daagse mortaliteit’ en ‘urgente CABG’. Over ‘optreden van
TVR’ rapporteren dit jaar zes hartcentra. Dit is, mede gezien de
inspanningen die geleverd moeten worden om deze informatie te
verzamelen, een zeer aansprekende ontwikkeling binnen Meetbaar
Beter. Voor het Amphia Ziekenhuis en het HagaZiekenhuis geldt dat
In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten coronairlijden - PCI
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
30-daagse mortaliteit
3,2
3,0
2,0
3,3
3,4
4,4
2,0
2,4
1,2
1,8
3,2
3,2
1-jaars mortaliteit
6,2
-
4,0
6,1
7,1
-
5,2
4,5
3,1
4,2
6,1
6,4
Angiografisch niet succesvol
3,2
4,9
4,2
4,1
-
5,6
-
4,8
2,1
6,2
5,9
6,0
Optreden van TVR
2,5
-
6,5
7,9
-
-
7,7
-
3,6
-
-
12,6
Urgente CABG
0,1
0,3
0,4
0,6
0,3
0,3
0,6
0,5
0,4
0,2
0,6
0,1
Heropname vanwege myocardinfarct
0,6
0,5
0,9
1,1
-
-
0,6
-
0,1
-
-
0,8
In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens coronairlijden - PCI
Jaren
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
2011-2013
2013
2011-2013
2011-2013
2011-2013
2013
2011-2013
2011-2013
2011-2013
2011-2013
2012-2013
2012-2013
Uitkomstindicatoren
30-daagse mortaliteit
1-jaars mortaliteit
Angiografisch niet succesvol
Optreden van TVR
2012
Urgente CABG
2012-2013
Heropname vanwege myocardinfarct
2012-2013
Initiële condities
Chronische totale occlusie
Diabetes mellitus
Eerdere CABG
Eerder myocardinfarct
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Geslacht
Leeftijd
Meervatslijden
Nierinsufficiëntie
Reanimatie
2012-2013
2012-2013
Shock
Urgentie van de procedure
Legenda
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
31
30-daagse mortaliteit
Coronairlijden -PCI 30-daagse mortaliteit
210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
150
130
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
110
90
70
50
30
10
0
50
100
150
Voorspeld aantal events
200
250
Coronairlijden - PCI 30-daagse mortaliteit
reanimatie
60%
© Stichting Meetbaar Beter
50%
Het Amphia Ziekenhuis, MST en MCL zijn in
verband met te veel missende gegevens bij
de initiële condities niet meegenomen in de
regressie-analyse voor ‘30-daagse mortaliteit’.
Daarnaast zijn bij een aantal hartcentra de
betreffende initiële condities als onbekend
meegenomen, conform de in het hoofdstuk
datamanagement beschreven methodiek. Dit
betreft het AMC (meervatslijden), Erasmus
MC (reanimatie), HagaZiekenhuis (shock),
UMCG (nierinsufficiëntie) en UMCU (shock).
De regressie-analyse, gebaseerd op
de beschikbare gegevens, toont een
spreiding tussen de hartcentra die duidt op
natuurlijke variatie tussen de centra.
40%
De C-statistic is 0,90 (goed).
30%
Erasmus MC, MCL en MST ontbreken in
de analyse vanwege te veel ontbrekende
gegevens met betrekking tot de initiële
conditie ‘reanimatie’.
20%
10%
Legenda
0%
AMC
(n=2742)
Amphia
(n=1379)
Antonius
(n=4376)
Catharina
(n=6936)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=1202)
Isala
(n=4732)
MCL
(n=0)
MST
(n=0)
OLVG
(n=5117)
UMCG
(n=2705)
UMCU
(n=1492)
geen reanimatie
reanimatie
Coronairlijden -PCI 30-daagse mortaliteit
shock
70%
© Stichting Meetbaar Beter
60%
50%
40%
Het HagaZiekenhuis, MCL, MST en UMCU
ontbreken in de analyse vanwege te veel
ontbrekende gegevens met betrekking tot
de initiële conditie ‘shock’.
30%
20%
10%
Legenda
0%
AMC
(n=4415)
32
Amphia
(n=1394)
Antonius
(n=4375)
Catharina
(n=6791)
Erasmus
(n=4453)
Haga
(n=0)
Isala
(n=4945)
MCL
(n=0)
MST
(n=0)
OLVG
(n=5115)
UMCG
(n=2708)
UMCU
(n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen shock
shock
1-jaars mortaliteit
Coronairlijden -PCI 1-jaars mortaliteit
210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
150
Binnen het Amphia Ziekenhuis en
HagaZiekenhuis zijn niet voldoende gegevens
beschikbaar met betrekking tot de uitkomsti­
ndicator ‘1-jaars mortaliteit’ waardoor zij
niet meegenomen worden in de analyse.
130
110
90
70
50
30
10
0
50
100
150
200
Voorspeld aantal events
250
300
350
Coronairlijden -PCI 1-jaars mortaliteit
reanimatie
100%
© Stichting Meetbaar Beter
MCL en MST zijn in verband met te veel
missende gegevens bij de initiële condities
niet meegenomen in de regressieanalyse voor de uitkomstindicator ‘1-jaars
mortaliteit’. Daarnaast zijn bij een aantal
hartcentra de betreffende initiële condities
als onbekend meegenomen, conform
de in het hoofdstuk datamanagement
beschreven methodiek. Dit betreft AMC
(meervatslijden), Erasmus MC (reanimatie),
UMCG (nierinsufficiëntie) en UMCU (shock).
90%
De regressie-analyse, gebaseerd op
de beschikbare gegevens, toont een
spreiding tussen de hartcentra die duidt op
natuurlijke variatie tussen de centra.
80%
70%
60%
50%
De C-statistic is 0,83 (goed).
40%
30%
20%
10%
0%
AMC
(n=1431)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=3025)
Catharina
(n=4745)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=3186)
MCL
(n=0)
MST
(n=0)
OLVG
(n=3478)
UMCG
(n=1392)
UMCU
(n=778)
Erasmus MC, MCL en MST ontbreken in
de analyse vanwege te veel ontbrekende
gegevens met betrekking tot de initiële
conditie ‘reanimatie’.
Legenda
geen reanimatie
reanimatie
Coronairlijden -PCI 1-jaars mortaliteit
shock
80%
© Stichting Meetbaar Beter
70%
60%
50%
40%
MCL, MST en UMCU ontbreken in de
analyse vanwege te veel ontbrekende
gegevens met betrekking tot de initiële
conditie ‘shock’.
30%
20%
10%
Legenda
0%
AMC
(n=4410)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=4372)
Catharina
(n=6791)
Erasmus
(n=4439)
Haga
(n=0)
Isala
(n=4929)
MCL
(n=0)
MST
(n=0)
OLVG
(n=5115)
UMCG
(n=2708)
UMCU
(n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen shock
shock
33
Angiografisch niet succesvol
Coronairlijden -PCI Angiografisch niet succesvol
210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
150
130
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
110
90
Binnen het Erasmus MC en Isala zijn niet
voldoende gegevens beschikbaar met
betrekking tot de uitkomstindicator ‘angio­
grafisch niet succesvol’, waardoor zij niet
meegenomen worden in de analyse.
70
50
30
10
0
50
100
150
200
Voorspeld aantal events
250
300
Het Amphia Ziekenhuis, MCL en MST
ontbreken in de analyse vanwege te veel
ontbrekende gegevens voor de initiële
condities.
350
Coronairlijden -PCI Angiografisch niet succesvol
chronische totale occlusie
35%
© Stichting Meetbaar Beter
30%
25%
20%
De regressie-analyse, gebaseerd op de
beschikbare gegevens, duidt op een relatief
gunstig resultaat in het Catharina Ziekenhuis
en een relatief ongunstig resultaat in het
OLVG. De waargenomen spreiding tussen
de overige centra dient gezien te worden als
een natuurlijke variatie tussen de centra.
De C-statistic is 0,70 (redelijk).
15%
10%
5%
Legenda
0%
AMC
(n=4440)
Amphia
(n=1388)
Antonius
(n=4343)
Catharina
(n=7257)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=1162)
Isala
(n=0)
MCL
(n=3552)
MST
(n=4267)
OLVG
(n=4636)
UMCG
(n=2709)
UMCU
(n=1479)
geen CTO
CTO
Coronairlijden -PCI Angiografisch niet succesvol
shock
60%
© Stichting Meetbaar Beter
50%
40%
30%
Het HagaZiekenhuis, MCL, MST en UMCU
ontbreken in de analyse vanwege te veel
ontbrekende gegevens met betrekking tot
de initiële conditie ‘shock’.
20%
10%
Legenda
0%
AMC
(n=4440)
34
Amphia
(n=1425)
Antonius
(n=4342)
Catharina
(n=6842)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=0)
MCL
(n=0)
MST
(n=0)
OLVG
(n=5130)
UMCG
(n=2706)
UMCU
(n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen shock
shock
Urgente CABG
Coronairlijden -PCI Urgente CABG
meervatslijden
2%
© Stichting Meetbaar Beter
Het AMC ontbreekt in de analyse
vanwege te veel ontbrekende gegevens
met betrekking tot de initiële conditie
‘meervatslijden’. In het OLVG en UMCU zijn
geen urgente CABG’s waargenomen in het
segment ‘geen meervatslijden’.
1%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
Amphia
(n=1448)
Antonius
(n=4377)
Catharina
(n=7272)
Erasmus
(n=4470)
Haga
(n=1199)
Isala
(n=5212)
MCL
(n=3552)
MST
(n=4267)
OLVG
(n=4795)
UMCG
(n=2668)
UMCU
(n=1423)
geen meervatslijden
meervatslijden
Coronairlijden -PCI Urgente CABG
shock
16%
© Stichting Meetbaar Beter
14%
12%
10%
Bij het HagaZiekenhuis, MCL, MST en UMCU
ontbreken de gegevens voor de initiële
conditie ‘shock’. In het Amphia Ziekenhuis
zijn geen urgente CABG’s waargenomen in
het segment ‘shock’.
8%
6%
4%
2%
Legenda
0%
AMC
(n=2758)
Amphia
(n=1425)
Antonius
(n=4376)
Catharina
(n=6842)
Erasmus
(n=4488)
Haga
(n=0)
Isala
(n=5016)
MCL
(n=0)
MST
(n=0)
OLVG
(n=5132)
UMCG
(n=2699)
UMCU
(n=0)
geen shock
shock
Coronairlijden -PCI Urgente CABG
urgentie van de procedure
2%
© Stichting Meetbaar Beter
In het AMC, St. Antonius Ziekenhuis,
HagaZiekenhuis, MCL en UMCU zijn geen
urgente CABG’s waargenomen in het
segment ‘urgent’. Dit geldt tevens voor het
UMCU in het segment ‘gepland’.
Het HagaZiekenhuis heeft andere definities
gehanteerd voor de initiële conditie
‘urgentie van de procedure’, hierdoor
ontbreekt het segment ‘urgent’.
1%
Legenda
0%
AMC
(n=2697)
Amphia
(n=1452)
Antonius
(n=4377)
Catharina
(n=7269)
Erasmus
(n=4487)
Haga
(n=1201)
Isala
(n=5267)
MCL
(n=3552)
MST
(n=4267)
OLVG
(n=5128)
UMCG
(n=2702)
UMCU
(n=1463)
gepland
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
urgent
acuut
35
Optreden van TVR
Coronairlijden -PCI Optreden van TVR
210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
150
130
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
110
90
AMC, St. Antonius Ziekenhuis, Catharina
Ziekenhuis, Isala, MST en UMCU hebben
voldoende gegevens aangeleverd met
betrekking tot de uitkomstindicator
‘optreden van TVR’ om meegenomen te
worden in de analyse.
70
50
30
10
0
50
100
150
200
250
Voorspeld aantal events
300
350
400
Het MST ontbreekt in de analyse vanwege
te veel ontbrekende gegevens voor de
initiële condities.
Coronairlijden -PCI Optreden van TVR
chronische totale occlusie
40%
© Stichting Meetbaar Beter
35%
De regressie-analyse, gebaseerd op de
beschikbare gegevens, duidt op natuurlijke
variatie tussen de centra.
De C-statistic is 0,65 (matig).
30%
25%
20%
15%
10%
5%
Legenda
0%
AMC
(n=1377)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=3029)
Catharina
(n=4819)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=3222)
MCL
(n=0)
MST
(n=2813)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=725)
geen CTO
CTO
Coronairlijden -PCI Optreden van TVR
meervatslijden
25%
© Stichting Meetbaar Beter
20%
15%
10%
AMC ontbreekt in de analyse vanwege te
veel ontbrekende gegevens met betrekking
tot de initiële conditie ‘meervatslijden’.
5%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
36
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=3029)
Catharina
(n=4819)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=3176)
MCL
(n=0)
MST
(n=2813)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=670)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen meervatslijden
meervatslijden
Heropname vanwege myocardinfarct
Coronairlijden -PCI Heropname vanwege myocardinfarct
meervatslijden
3%
© Stichting Meetbaar Beter
2%
Het AMC ontbreekt in de analyse
vanwege te veel ontbrekende gegevens
met betrekking tot de initiële conditie
‘meervatslijden’. In MST zijn geen
‘heropnames vanwege myocardinfarct’
waargenomen in het segment
‘meervatslijden’.
2%
1%
1%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
Amphia
(n=1448)
Antonius
(n=4377)
Catharina
(n=7065)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=5106)
MCL
(n=0)
MST
(n=4235)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=670)
geen meervatslijden
meervatslijden
Coronairlijden -PCI Heropname vanwege myocardinfarct
shock
20%
© Stichting Meetbaar Beter
18%
16%
14%
12%
10%
8%
6%
Binnen het Erasmus MC, HagaZiekenhuis,
MCL en UMCG zijn geen gegevens
beschikbaar en bij het OLVG zijn niet
voldoende gegevens beschikbaar met
betrekking tot de uitkomstindicator
‘heropname vanwege myocardinfarct’,
waardoor zij niet meegenomen worden in
de analyse.
Bij het MST en UMCU ontbreken de
gegevens voor de initiële conditie ‘shock’.
4%
2%
Legenda
0%
AMC
(n=2649)
Amphia
(n=1425)
Antonius
(n=4376)
Catharina
(n=6652)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=4913)
MCL
(n=0)
MST
(n=0)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=0)
geen shock
shock
Coronairlijden -PCI Heropname vanwege myocardinfarct
urgentie van de procedure
7%
© Stichting Meetbaar Beter
6%
5%
4%
3%
Binnen MST zijn geen heropnames vanwege
myocardinfarct waargenomen in de
segmenten ‘gepland’ en ‘urgent’.
2%
1%
Legenda
0%
AMC
(n=2595)
Amphia
(n=1452)
Antonius
(n=4377)
Catharina
(n=7064)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=5159)
MCL
(n=0)
MST
(n=4235)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=699)
gepland
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
urgent
acuut
37
Eigen foto/MST HCK
Van inzicht
naar verbetering
PCI patiënten met nierinsufficiëntie
Onderzoek stent trombose binnen 30 dagen
In het OLVG bleek tijdens analyse van de Meetbaar Beter
resultaten 2013 dat patiënten met nierfunctiestoornissen
die een PCI ondergingen minder goede resultaten kenden
dan patiënten met normale nierfunctie (verwacht) maar
ook minder goed dan vergelijkbare patiënten in Catharina
Ziekenhuis (onverwacht).
Twee aandachtspunten werden in het zorgproces geïdentificeerd:
1) Prehydratie: stratificatie van patiënten
2)Contrastbelasting: in het OLVG werden diverse
verbeteracties doorgevoerd:
a.Electieve patiënten zonder GFR/kreatine bepaling
worden niet ingepland
b.Stratificatie laag (jong, geen kleplijden, redelijk/goed
LVEF) en hoog (oud, kleplijden, slecht LVEF) risico
patiënten. De eerste groep krijgt prehydratie op de PCI
lounge zoals gebruikelijk, de tweede groep krijgt een
aangepast prehydratie protocol (klinisch)
c.Bij het hartteam wordt de maximale contrastdosis
berekend als input voor de time-out procedure, wat
meer alertheid creëert van de operatoren ten aanzien
van contrastbelasting
d.Staged procedures worden minimaal 4 weken uitgesteld
(vroeger was het 1-2 weken)
e.Het gebruik van 5F catheters wordt aangemoedigd
(minder contrastbelasting)
Onderzoek naar stent trombose (de belangrijkste oorzaak
voor ‘myocardinfarct binnen 30 dagen’ na PCI) in een cohort
van 2334 PCI- patiënten toonde aan dat stent trombose in
het Catharina Ziekenhuis bij 4,5% van de spoedpatiënten
voorkwam en bij 0,9% van de electieve patiënten. Een
vergelijking met rapportages in de literatuur werd gemaakt.
Diverse onderzoeken rapporteren bandbreedtes van 2 tot
11% stent trombose bij spoedpatiënten en 0,5 tot 2,0%
bij electieve patiënten. Een gestructureerde analyse per
patiënt om verbetermogelijkheden vast te stellen leverde
geen structureel verbeterpotentieel op. Op basis van een
vergelijking in populatiekenmerken mag geconcludeerd
worden dat de uitkomsten in het Catharina Ziekenhuis in
vergelijking met de literatuur goed te noemen zijn. Binnen de
Meetbaar Beter rapportage 2014 voor de uitkomstindicator
‘myocardinfarct binnen 30 dagen’ kan deze analyse een
internationaal referentiekader bieden voor de interpretatie
van de resultaten van alle deelnemende hartcentra.
Het OLVG verwacht hiermee de uitkomsten voor patiënten met
nierinsufficiëntie die een PCI ondergaan verder te verbeteren.
38
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
1.4 Optimale medicamenteuze therapie
Alle vier van deze hartcentra rapporteren op ‘1-jaars mortaliteit’.
Drie van de vier hartcentra (behalve Isala) rapporteren op
‘overleving vrij van MACE’.
De indicatorensets voor de conservatieve behandeling,
Optimale Medicamenteuze Therapie (OMT), van patiënten met
coronairlijden bestaat uit vier indicatoren. Het St. Antonius
Ziekenhuis, Catharina Ziekenhuis, Isala en OLVG hebben voor deze
indicatorenset gegevens aangeleverd. Het volume geïncludeerde
patiënten in het OMT-cohort vertoont voor Isala een aspecifiek
patroon ten opzichte van de andere hartcentra.
In Isala zijn minder patiënten dan verwacht geïncludeerd. Bij
controles en de uitgevoerde audit zijn geen inconsistenties
vastgesteld. Het lager dan verwacht aantal OMT-patiënten zal door
Isala en de stichting Meetbaar Beter nader onderzocht worden.
De resultaten van Isala met betrekking tot het OMT zullen met
terughoudendheid geïnterpreteerd moeten worden.
Alleen Isala is opgenomen in de rapportage met betrekking tot
de uitkomstindicator ‘pijn op de borst’ na OMT. Het St. Antonius
Ziekenhuis heeft hiervoor geen gegevens aangeleverd. Binnen het
OLVG en het Catharina Ziekenhuis zijn niet voldoende gegevens
beschikbaar, waardoor zij niet meegenomen worden in de analyse.
Binnen Isala bevat het patiënten cohort voor de uitkomstindicator
‘pijn op de borst’ 1 patiënt. Hierdoor is besloten om geen
analyses uit te voeren voor de betreffende uitkomstindicator.
Geen van de hartcentra heeft voldoende gegevens beschikbaar
voor een rapportage over ‘kwaliteit van leven’.
In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten coronairlijden - OMT
1-jaars mortaliteit
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
-
-
3,3
3,1
-
-
10,3
-
-
2,6
-
-
UMCG
UMCU
In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens coronairlijden - OMT
AMC
Jaren
Amphia
Antonius
Catharina
2012-2013
2011-2012
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
2011-2013
OLVG
2011-2013
Uitkomstindicatoren
1-jaars mortaliteit
Pijn op de borst
Kwaliteit van leven
Overleving vrij van MACE
Initiële condities
Diabetes mellitus
Eerdere CABG of PCI
Eerder myocardinfarct
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Geslacht
Leeftijd
Meervatslijden
Nierinsufficiëntie
Legenda
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
39
1-jaars mortaliteit
Coronairlijden -OMT 1-jaars mortaliteit
ernstige linkerventrikeldysfunctie
© Stichting Meetbaar Beter
35%
30%
25%
Het St. Antonius Ziekenhuis, Catharina
Ziekenhuis , OLVG en Isala hebben
voldoende gegevens met betrekking tot de
‘1-jaars mortaliteit’ om meegenomen te
worden in de analyse.
Isala ontbreekt in de analyse vanwege
te veel ontbrekende gegevens met
betrekking tot de initiële conditie ‘ernstige
linkerventrikeldysfunctie’. In het Catharina
Ziekenhuis is geen sterfte waargenomen in
het segment ‘LVEF’ <30%.
20%
15%
10%
5%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=169)
Catharina
(n=849)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=0)
MCL
(n=0)
MST
(n=0)
OLVG
(n=194)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=0)
30-50%
> 50%
< 30%
Legenda
70-79
< 70
>= 80
Coronairlijden -OMT 1-jaars mortaliteit
leeftijd
60%
© Stichting Meetbaar Beter
50%
40%
30%
20%
10%
0%
AMC
(n=0)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=183)
Catharina
(n=906)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=58)
MCL
(n=0)
MST
(n=0)
OLVG
(n=196)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=0)
Coronairlijden -OMT 1-jaars mortaliteit
nierinsufficiëntie
60%
© Stichting Meetbaar Beter
50%
40%
30%
Het Catharina Ziekenhuis ontbreekt in de
analyse in verband met te veel ontbrekende
gegevens met betrekking tot de initiële
conditie ‘nierinsufficiëntie’.
20%
10%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
40
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=177)
Catharina
(n=0)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=56)
MCL
(n=0)
MST
(n=0)
OLVG
(n=192)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen nierinsufficiëntie
nierinsufficiëntie
Overleving vrij van MACE
Coronairlijden - OMT Overleving vrij van MACE 2011-2013
Coronairlijden - OMT Overleving vrij van MACE 2012
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,9
Cumulatief overlevingspercentage
Cumulatief overlevingspercentage
0,9
0,8
0,7
0,8
0,7
0,6
0,6
0,5
0,5
0
200
400
600
800
1000
1200
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
Overlevingstijd (dagen)
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting
Legenda
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
De figuren tonen de resultaten voor de indicator ‘overleving
vrij van MACE’ voor twee verschillende perioden, namelijk voor
de periode 2011-2013 en voor 2012. Voor de eerste volledige
periode rapporteert alleen het OLVG en voor de tweede
periode rapporteren het St. Antonius Ziekenhuis, het Catharina
Ziekenhuis en het OLVG.
Analyse 2012: St. Antonius Ziekenhuis (p=0,02) verschilt
significant in ‘lange-termijn overleving’ van Catharina
Ziekenhuis.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
41
A journey of outcome transparency
“
MEETBAAR BETER is a true pioneer
exploring the exciting opportunities
of value-based health care, and the
participating heart centers in the
Netherlands should truly be admired for
their willingness to collect outcome data,
share them with others and even make
them transparent to a greater public.
”
Dr. Jens Deerberg-Wittram MD
Founding President
Member of the Executive Board
International Consortium for Health Outcomes Measurement (ICHOM)
Cambridge, USA
A
round the globe we see more and more health care
organizations and even whole systems moving away from case
volume and procedure complexity towards value. The outcomes
we achieve when we treat patients with their particular medical
conditions over the whole cycle of care are the true measure
for success for clinicians and caregivers in hospitals, outpatient
centers and home care. MEETBAAR BETER is a true pioneer
exploring the exciting opportunities of Value Based Healthcare,
and the participating heart centers in the Netherlands should truly
be admired for their willingness to collect outcome data, share
them with others and even make them transparent to a greater
public. We at the International Consortium for Health Outcomes
Measurement (ICHOM) are impressed by the scientific accuracy,
the rigor and the passion of the Meetbaar Beter community, and
we are grateful for the close cooperation between our institutions.
In the first three years of its work Meetbaar Beter has already
achieved a lot: It was able to launch a transinstitutional
outcome comparison between two leading heart centers in
the Netherlands, and to even extend the group of participants
to twelve academic and non academic centers. The ones who
have embarked on this journey of outcome transparency have
42
learned a lot, not only how to measure systematically what
matters to our patients but also to improve daily care processes.
However this is only the beginning: The more we speak with
patient representatives and outcome experts, the more we learn
what information is still missing. Patients and physicians alike
are interested in the long term effects of care and particularly
the patients’ quality of life. Thus, Meetbaar Beter will need to
consider to measure more patient-reported outcomes over longer
period of times. This is not only a challenge for the existing IT
infrastructure, it also includes the search for new devices that
help us to measure without sending questionnaires back and
forth. Moreover, learning needs to happen on an international
level, since health care innovation and best practices are often
found in places outside our radar.
ICHOM and Meetbaar Beter are working together to develop
comprehensive, global standard sets of outcomes and to
measure them systematically. In a few years we will organize the
first global outcome comparison networks, and Meetbaar Beter
will be a cornerstone of these initiatives. Those who join in the
effort today will be the leaders of tomorrow. I encourage you to
be among them.
Daadwerkelijk en structureel verbeteren
“
De Meetbaar Beter groep is er ook dit
jaar weer in geslaagd om een groeiende
groep cardiologen, cardiothoracaal
chirurgen en ziekenhuisbestuurders te
faciliteren in het verzamelen, rapporteren
en interpreteren van uitkomsten van zorg
die voor de patiënten belangrijk zijn.
”
Dr. Victor Umans
Voorzitter
Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
Utrecht
H
et bestuur van de Nederlandse Vereniging voor
Cardiologie wil met deze bijdrage allereerst alle Meetbaar
Beter medewerkers, bestuursleden en collega’s van de
deelnemende centra feliciteren met het openbaar maken van
de behandelresultaten zoals die in dit Meetbaar Beter Boek zijn
verschenen. De Meetbaar Beter groep is er ook dit jaar weer in
geslaagd om een groeiende groep cardiologen, cardiothoracaal
chirurgen en ziekenhuisbestuurders te faciliteren in het
verzamelen, rapporteren en interpreteren van uitkomsten van
zorg die voor de patiënten belangrijk zijn. Dit initiatief geeft
ook een nieuwe dimensie aan uitkomstrapportages. Allereerst
door te kiezen voor eindpunten die van belang zijn om de
patiëntenzorg zichtbaar te verbeteren. Maar anderzijds door ons
ook de weg te wijzen hoe we die uitkomsten kunnen verzamelen.
Hiermee is de volgende stap in het nadenken over kwaliteit
dichtbij: daadwerkelijk en structureel bezig zijn met onze
kwaliteit en zoeken naar verbetermogelijkheden.
43
Sylvia Germes Fotografie/UMCG
2
44
Atriumfibrilleren
Atriumfibrilleren (AF) is de meest voorkomende hartritmestoornis
in de klinische praktijk. Het voorkomen van AF neemt toe met de
leeftijd, met een prevalentie van 0,5% bij vijftigers tot bijna 10%
bij tachtigers. 70% van de mensen met AF is tussen de 65 en 85
jaar oud (1,2). AF kan gemakkelijk worden gediagnosticeerd met
een oppervlakte ECG.
Het abnormale ritme is niet alleen geassocieerd met een
verscheidenheid aan symptomen, zoals hartkloppingen, duizeligheid,
kortademigheid of andere tekenen van hartfalen, maar ook met een
toegenomen risico op een beroerte (vervijfvoudigd risico), hartfalen
(verdrievoudigd risico) en mortaliteit. Diverse cardiale ziekten zoals
hypertensie, coronaire hartziekte, pericarditits, mitralisklepziekte en
congenitale hartziekte, zijn predisponerende factoren voor AF. AF
komt ook voor bij personen zonder enige aanwijsbare hartziekte of
systemische ziekte, dit noemt men lone-AF.
De behandeling van atriumfibrilleren kan afhankelijk van o.a.
het klachtenpatroon, het patroon van het atriumfibrilleren en
de leeftijd van de patiënt bestaan uit medicamenteuze therapie
(OMT), catheter-behandeling (pulmonaal venen-isolatie, PVI), of
chirurgische behandeling middels een MAZE procedure (minimaal
invasieve chirurgische PVI).
Bij de MAZE procedure en de PVI wordt de bron van de ritme­
stoornissen in het linkeratrium geïsoleerd. In zowel Europese als
Amerikaanse richtlijnen vormt symptomatisch paroxysmaal AF
een klasse Ia indicatie voor katheterablatie, gebaseerd op een
grote hoeveelheid wetenschappelijk bewijs dat aantoont dat
ablatie superieur is aan behandeling met medicatie (3,4,5).
Huidige medicamenteuze behandelstrategieën omvatten controle
van het hartritme dan wel de hartfrequentie. De chirurgische
behandeling kent meerdere varianten variërend van een ritmeingreep aan de linkerboezem in het kader van een open hartoperatie, zoals een klepreparatie, tot en met een op zichzelf
staande minimaal invasieve ingreep.
1.Go AS et al. Atrial fibrillation in adults. ATRIA study. JAMA 2001; 285:2370-2375.
2.Camm et al. Guidelines for the management of atrial fibrillation; ESC. Europace
2010; 12:1360-1420.
3.Camm et al. 2012 focused update of ESC guidelines for the management of atrial
fibrillation. Eur heart journal august 2012; published online.
4.Calkins H et al. 2012 HRS/EHRA/ECAS expert concensus statement on catheter
and surgical ablation of atrial fibrillation: recommendations for patient selection,
procedural techniques, patient management and follow-up, definitions, endpoints
and research trial design. Europace 2012.
5.Jais et al. Catheter ablation versus antiarrhythmic drugs for atrial fibrillation:
The A4 study. Circulation 2008; 118:2498-2505.
6.Cappato R et al. Worldwide survey on the methods, efficacy and safety of
catheter ablation for human atrial fibrillation. Circulation 2005;111:1100-5
7.Dunning J et al. Guideline for the surgical treatment of atrial fibrillation. Eur J
Cardiothorac Surg. 2013;44:777-791.
In de figuur wordt voor de uitkomstindicator ‘cardiale tamponade of effusie’ na behandeling met catheter PVI een trend weergegeven over de
tijd voor alle hartcentra samen. In de analyse zijn de hartcentra meegenomen die voldoen aan de gestelde normen beschreven in het hoofdstuk
Datamanagement. Over 2009 en 2010 zijn niet voldoende gegevens beschikbaar voor rapportage. Voor de medische behandeling minimaal-invasieve
chirurgische PVI is geen analyse uitgevoerd over de tijd omdat deze behandeling slechts in een beperkt aantal hartcentra wordt uitgevoerd. Op de x-as
staan de jaren van rapportage vermeld. Op de y-as staat de ruwe uitkomst voor alle meegenomen hartcentra samen.
Atriumfibrilleren -Catheter PVI cardiale tamponade of effusie
(totaal van alle ziekenhuizen n=10)
8%
© Stichting Meetbaar Beter
7%
6%
5%
4%
3%
2%
1%
0%
niet in
rapportage
niet in
rapportage
2009
2010
2011
2012
2013
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
45
Ontwikkelingen in 2014
Met de ontwikkeling van een set uitkomstindicatoren voor de
chirurgische PVI en de consolidatie van uitkomstindicatoren
voor de verschillende behandelingen van atriumfibrilleren, is de
Meetbaar Beter rapportage voor patiënten met atriumfibrilleren
verder uitgebreid. De outcomes teams voor de catheter-PVI en
de minimaal-invasieve chirurgische PVI hebben gezamenlijk de
samenhang tussen de beide indicatorensets vormgegeven.
Voor de uitkomstindicatoren en initiële condities geselecteerd
voor de catheter-PVI is in 2014 een onderhoudscyclus
vormgegeven. Artsen en datamanagers uit alle deelnemende
hartcentra hebben, met name op basis van ervaringen
opgedaan rondom de Meetbaar Beter rapportage van
2013, op gestructureerde wijze feedback gegeven op de set
uitkomstindicatoren en initiële condities. Van de 53 punten
die aangedragen zijn door de deelnemers heeft het outcomes
team er 35 overgenomen en in de vorm van een verbeterde set
voorgelegd aan de internationale academische adviesraad.
In de tabel hieronder zijn de geselecteerde uitkomstindicatoren
en initiële condities voor atriumfibrilleren weergegeven,
geordend volgens de uitkomsthiërarchie. Alle generieke
indicatoren zijn per definitie van toepassing bij de catheter-PVI
en de minimaal-invasieve chirurgische PVI. Per behandeling
zijn, waar relevant, specifieke uitkomstindicatoren toegevoegd.
Hetzelfde geldt voor de generieke initiële condities en de
behandelingsspecifieke initiële condities.
In 2014 publiceren 11 Nederlandse hartcentra transparant
patiëntrelevante resultaten van de behandeling van
atriumfibrilleren. Een sterke ontwikkeling van de beschikbaarheid
van uitkomsten ten opzichte van 2013.
Hiërarchie gecombineerd voor Atriumfibrilleren
Hiërarchie
Generieke
uitkomstindicatoren
Overleving
30-daagse mortaliteit
Mate van herstel /
gezondheid
Kwaliteit van leven
Minimaal-invasieve
chirurgische PVI-specifieke
indicatoren
Catheter PVI-specifieke
indicatoren
Duur van herstel / hervatting
van alledaagse activiteiten
Schade van de behandeling
(bijwerkingen, complicaties
of medische fouten)
Trombo-embolische
complicaties
Bloedingscomplicaties
Cardiale tamponade of
effusie
Duurzaamheid van herstel of
gezondheid
Herhaalde PVI binnen 1 jaar
1-jaar niet succesvol
Herhaalde PVI binnen 3 jaar
Gevolgen van de
behandeling op lange
termijn
Generieke initiële condities
Minimaal-invasieve
chirurgische PVI- specifieke
initiële condities
CHA2DS2-VASc Score
Obesitas
Catheter PVI-specifieke
initiële condities
Duur persisterend AF
Eerdere ablatie voor AF
Eerder CVA
Initële condities
Ernstige
linkerventrikeldysfunctie
Grootte van het linkeratrium
Mitralisklepinsufficiëntie
Type AF
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: Dr. P.F.H.M. van Dessel, dhr. A. Driessen, mevr. U. Hopman (AMC),
Dr. J.C. Balt, Dr. L. Boersma (St. Antonius Ziekenhuis), Dr. T. Simmers, Dhr. P.H. van der Voort (Catharina Ziekenhuis) en Dr. W. Stooker (OLVG).
46
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Op een aantal onderdelen is daarbij nog verbetering mogelijk. Tijdens
de dataverzameling 2014 zijn een aantal verbetermogelijkheden
vastgesteld. Dit geldt onder andere voor de definitie van
bloedingscomplicaties, met name in relatie tot de catheter-PVI.
Belangrijke complexiteit bestaat rondom de uitkomstindicator ‘1-jaar
niet succesvol’. Door de verschillende manieren van evalueren van
het resultaat van de behandeling binnen de deelnemende centra
ontstaan essentiële verschillen in de informatiewaarde van de
beschikbare gegevens. Een aantal hartcentra evalueert ‘vrijheid van
atriumfibrilleren’ na een jaar door middel van een 24-uurs holter,
andere doen dat niet. De kans dat atriumfibrilleren wordt vastgesteld
is vanzelfsprekend hoger wanneer gewerkt wordt met een holter,
waardoor de gegevens te wezenlijk verschillend tot stand komen
om gerapporteerd te kunnen worden. Deze verbetermogelijkheden
zullen worden opgenomen in de komende onderhoudscyclus.
De uitkomstindicatoren en initiële condities voor de
medicamenteuze behandeling van atriumfibrilleren zijn
weergegeven in hoofdstuk 7 van dit boek. In 2014 is deze
behandeling nog niet opgenomen in de rapportage. Dit is
primair gedaan vanwege een hogere prioritering van andere
behandelingen, waarbij de impact van de behandeling op
de patiënt groter is vanwege het invasieve karakter van de
behandeling. Secundair is deze keuze gemaakt vanwege het
gebrek aan historische gegevens binnen de deelnemende
centra. In een latere fase van Meetbaar Beter zal aan de hand
van de methodologie beoordeeld worden of en voor welke
patiëntengroep de medicamenteuze therapie onderdeel zal
uitmaken van de consolidatie.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
47
2.1 Geconsolideerd atriumfibrilleren
Ten gevolge van relatief beperkte beschikbaarheid van gegevens
worden in dit Meetbaar Beter Boek voor de geconsolideerde
uitkomstindicatoren bij de behandeling van atriumfibrilleren
alleen de resultaten gepresenteerd voor de uitkomstindicator
‘30-daagse mortaliteit’. De inclusieperiode voor de rapportage
over geconsolideerde uitkomsten van de behandeling van
atriumfibrilleren is het jaar 2013. Uitkomstindicatoren met een
langere follow-up zoals ‘trombo-embolische complicaties’ en
‘herhaalde PVI binnen 1 jaar’ komen daardoor in deze publicatie
te vervallen. Voor de initiële conditie ‘type AF’ geldt dat patiënten
met een eerste presentatie van ‘atriumfibrilleren’ of permanent
‘atriumfibrilleren’ zelden, en in de meeste hartcentra niet, in de
analyse voorkomen.
De resultaten van de chirurgische behandeling van
atriumfibrilleren worden door vijf hartcentra gepubliceerd. Het
Amphia Ziekenhuis heeft niet voldoende gegevens aangeleverd
voor de behandeling van atriumfibrilleren middels een
catheter-PVI. De rapportage van geconsolideerde uitkomsten
van atriumfibrilleren bestaat daardoor uit uitkomsten van vier
hartcentra. Bij een aantal uitkomstindicatoren is dit aantal lager.
In afwijking van de andere hoofdstukken in dit boek, worden in
dit hoofdstuk enkel de hartcentra gepresenteerd die op minimaal
één uitkomstindicator voldoende gegevens beschikbaar hebben.
Patiënten met een eerste presentatie van atriumfibrilleren of
permanent atriumfibrilleren komen zelden, en in de meeste
hartcentra niet, in de analyse voor.
In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten geconsolideerd atriumfibrilleren
30-daagse mortaliteit
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
-
-
0,0
0,0
-
-
0,6
-
-
0,6
-
-
UMCG
UMCU
In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens geconsolideerd atriumfibrilleren
AMC
Jaren
Amphia
Antonius
Catharina
2013
2013
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
2013
Uitkomstindicatoren
30-daagse mortaliteit
Kwaliteit van leven
Initiële condities
CHAD2DS2-VASc score
Duur persisterend AF
Eerdere ablatie voor AF
Eerder CVA
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Grootte van het linkeratrium
Mitralisklepinsufficiëntie
Type AF
Legenda
48
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
OLVG
2013
30-daagse mortaliteit
Geconsolideerd atriumfibrilleren -30-daagse mortaliteit
CHA2DS2-VASc Score
5%
© Stichting Meetbaar Beter
4%
3%
2%
1%
Legenda
0%
Antonius
(n=437)
Catharina
(n=306)
Isala
(n=144)
OLVG
(n=171)
laag <= 1
hoog 2-7
De mortaliteit binnen zowel het OLVG als
Isala wordt verklaard door 1 sterfgeval.
Geconsolideerd atriumfibrilleren -30-daagse mortaliteit
ernstige linkerventrikeldysfunctie
9%
© Stichting Meetbaar Beter
8%
7%
6%
5%
4%
3%
2%
1%
Legenda
0%
Antonius
(n=420)
Catharina
(n=311)
Isala
(n=152)
OLVG
(n=173)
hoog > 50%
middel 30-50%
laag < 30%
Geconsolideerd atriumfibrilleren -30-daagse mortaliteit
type AF
8%
© Stichting Meetbaar Beter
7%
6%
5%
4%
3%
2%
Legenda
1%
0%
Antonius
(n=437)
Catharina
(n=315)
Isala
(n=144)
OLVG
(n=172)
eerste AF incident
persisterend
paroxysmaal
permanent
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
49
2.2Minimaal-invasieve chirurgische pulmonaal
venen-isolatie
nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. Gezien het
nog jonge karakter van deze behandeling is het echter juist
van waarde om patiëntrelevante uitkomsten te monitoren en
te delen, zodat deze uitkomsten een basis kunnen zijn voor
verbeterprojecten waar mogelijk.
De chirurgische behandeling van atriumfibrilleren wordt nog
niet in alle Nederlandse hartcentra uitgevoerd. In het Meetbaar
Beter Boek publiceren vijf Nederlandse hartcentra hun
resultaten. Niet alle vijf hartcentra hebben gegevens beschikbaar
voor alle uitkomstindicatoren. Het Catharina Ziekenhuis en
HagaZiekenhuis hebben binnen de inclusieperiode een beperkt
aantal chirurgische PVI’s uitgevoerd, respectievelijk zes en vijf. Het
is uniek dat resultaten van een behandeling die zich nog in een
relatief vroege ontwikkelingsfase bevindt worden gepubliceerd.
Gezien de mogelijke klinische relevantie worden de resultaten
van de behandeling van ‘atriumfibrilleren’ door middel
van een ‘chirurgische’ PVI gesegmenteerd weergegeven
voor de initiële condities ‘CHA2DS2-VASc Score’, ‘ernstige
linkerventrikeldysfunctie’ en ‘obesitas’.
Vanwege het relatief beperkt aantal behandelingen in de
analyse bij een aantal hartcentra dienen deze getallen met de
In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten atriumfibrilleren - Minimaal-invasieve chirurgische PVI
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
30-daagse mortaliteit
-
-
0,4
0,0
-
0,0
1,5
-
-
1,1
-
-
Trombo-embolische complicaties
-
-
-
-
-
-
2,1
-
-
2,8
-
-
Bloedingscomplicaties
-
-
3,4
0,0
-
0,0
-
-
-
2,1
-
-
Herhaalde PVI binnen 1 jaar
-
-
-
-
-
-
4,3
-
-
0,0
-
-
UMCG
UMCU
In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens atriumfibrilleren - Minimaal-invasieve chirurgische PVI
AMC
Jaren
Amphia
Antonius
Catharina
2011-2013
2013
Erasmus
Haga
Isala
2013
2011-2013
MCL
MST
Uitkomstindicatoren
30-daagse mortaliteit
Kwaliteit van leven
Trombo-embolische complicaties
Bloedingscomplicaties
Herhaalde PVI binnen 1 jaar
Initiële condities
CHAD2DS2-VASc score
Duur persisterend AF
Eerdere ablatie voor AF
Eerder CVA
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Grootte van het linkeratrium
Mitralisklepinsufficiëntie
Obesitas
Type AF
Legenda
50
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
OLVG
2011-2013
30-daagse mortaliteit
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI 30-daagse mortaliteit
CHA2DS2-VASc Score
8%
© Stichting Meetbaar Beter
7%
6%
5%
In het Catharina Ziekenhuis en HagaZiekenhuis
is de ‘30-daags mortaliteit’ binnen een klein
cohort (resp. 6 en 5 chirurgische PVI’s) 0%.
In het St. Antonius Ziekenhuis, Isala en OLVG
wordt de ‘30-daagse mortaliteit’ verklaard
door 1 sterfgeval.
4%
3%
2%
1%
Legenda
0%
Antonius
(n=263)
Catharina
(n=6)
Haga
(n=5)
Isala
(n=0)
laag <= 1
hoog 2-7
OLVG
(n=95)
Bij Isala ontbreken de gegevens voor de
initiële conditie ‘CHA2DS2-VASc Score’.
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI 30-daagse mortaliteit
ernstige linkerventrikeldysfunctie
18%
© Stichting Meetbaar Beter
16%
14%
12%
10%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0%
Antonius
(n=0)
Catharina
(n=6)
Haga
(n=5)
Isala
(n=68)
OLVG
(n=95)
hoog > 50%
middel 30-50%
laag < 30%
Bij het St. Antonius Ziekenhuis ontbreken de
gegevens voor de initiële conditie ‘ernstige
linkerventrikeldysfunctie’.
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI 30-daagse mortaliteit
obesitas
6%
© Stichting Meetbaar Beter
5%
4%
3%
2%
1%
Legenda
0%
Antonius
(n=262)
Catharina
(n=6)
Haga
(n=5)
Isala
(n=68)
OLVG
(n=95)
BMI < 18,5
BMI 18,5-24,99
BMI >= 25
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
51
Trombo-embolische complicaties
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Trombo-embolische complicaties
CHA2DS2-VASc Score
18%
© Stichting Meetbaar Beter
16%
14%
De uitkomstindicator ‘Tromboembolische complicatie’ wordt in verband
met beschikbaarheid van gegevens
gepresenteerd voor Isala en OLVG.
12%
10%
8%
Bij Isala ontbreken de gegevens voor de
initiële conditie ‘CHA2DS2-VASc Score’.
6%
4%
2%
Legenda
0%
Antonius
(n=0)
Catharina
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=0)
OLVG
(n=36)
laag <= 1
hoog 2-7
De uitkomsten bij Isala en OLVG worden
verklaard door 1 ‘trombo-embolische
complicatie’.
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Trombo-embolische complicaties
ernstige linkerventrikeldysfunctie
12%
© Stichting Meetbaar Beter
10%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0%
Antonius
(n=0)
Catharina
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=47)
OLVG
(n=36)
hoog > 50%
middel 30-50%
laag < 30%
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Trombo-embolische complicaties
obesitas
35%
© Stichting Meetbaar Beter
30%
25%
20%
15%
10%
5%
Legenda
0%
Antonius
(n=0)
52
Catharina
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=47)
OLVG
(n=36)
BMI < 18,5
BMI 18,5-24,99
BMI >= 25
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Bloedingscomplicaties
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Bloedingscomplicaties
CHA2DS2-VASc Score
12%
© Stichting Meetbaar Beter
10%
Bij Isala ontbreken de gegevens voor de
uitkomstindicator ‘bloedingscomplicaties’,
waardoor dit hartcentrum niet is
meegenomen in de analyse.
8%
6%
4%
2%
Legenda
0%
Antonius
(n=261)
Catharina
(n=6)
Haga
(n=5)
Isala
(n=0)
OLVG
(n=95)
laag <= 1
hoog 2-7
In het Catharina Ziekenhuis en
HagaZiekenhuis zijn binnen het in omvang
zeer beperkte cohort wat is meegenomen in
deze analyse geen ‘bloedingscomplicaties’
waargenomen.
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Bloedingscomplicaties
ernstige linkerventrikeldysfunctie
30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
10%
5%
Legenda
0%
Antonius
(n=234)
Catharina
(n=6)
Haga
(n=5)
Isala
(n=0)
OLVG
(n=95)
hoog > 50%
middel 30-50%
laag < 30%
De uitkomst voor het segment ‘LVEF’ 30-50%
is in het St. Antonius Ziekenhuis (1/32) en
OLVG (2/17) gebaseerd op relatief kleine
cohorten.
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Bloedingscomplicaties
obesitas
12%
© Stichting Meetbaar Beter
10%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0%
Antonius
(n=261)
Catharina
(n=6)
Haga
(n=5)
Isala
(n=0)
OLVG
(n=95)
BMI < 18,5
BMI 18,5-24,99
BMI >= 25
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
53
Herhaalde PVI binnen 1 jaar
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar
CHA2DS2-VASc Score
Binnen de hartcentra met voldoende volledige gegevens zijn geen
‘Herhaalde PVI’s binnen 1 jaar’ waargenomen. Deze uitkomst wordt daarom
niet visueel weergegeven.
De analyse is gebaseerd op de jaren 2011
en 2012. Het Catharina Ziekenhuis en
HagaZiekenhuis ontbreken daardoor in de
analyse. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft
niet voldoende gegevens beschikbaar
voor de analyse met betrekking tot de
uitkomstindicator ‘herhaalde PVI binnen
1 jaar’.
Bij Isala ontbreken de gegevens voor de
initiële conditie ‘CHA2DS2-VASc Score’.
De uitkomsten in Isala worden bepaald door
2 herhaalde PVI’s binnen 1 jaar. En bij het
OLVG is geen ‘herhaalde PVI binnen 1 jaar’
waargenomen.
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar
ernstige linkerventrikeldysfunctie
18%
© Stichting Meetbaar Beter
16%
14%
12%
10%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0%
Antonius
(n=0)
Catharina
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=47)
OLVG
(n=36)
hoog > 50%
middel 30-50%
laag < 30%
Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar
obesitas
12%
© Stichting Meetbaar Beter
100%
10%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0%
Antonius
(n=0)
54
Catharina
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=47)
OLVG
(n=36)
BMI < 18,5
BMI 18,5-24,99
BMI >= 25
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
2.3Catheter pulmonaal venen-isolatie
over de uitkomstindicatoren ‘trombo-embolische complicaties’
en ‘herhaalde PVI binnen 1 jaar’ omdat niet voldoende gegevens
aangeleverd zijn.
Tien van de aan Meetbaar Beter deelnemende hartcentra
publiceren in deze Meetbaar Beter rapportage uitkomsten van
de catheter-PVI bij atriumfibrilleren. Een enorme ontwikkeling in
vergelijking met het Meetbaar Beter Boek 2013.
De uitkomstindicator ‘herhaalde PVI binnen 3 jaar’ is niet
opgenomen in de rapportage omdat de geїncludeerde patiënten
nog niet een follow-up duur van drie jaar hebben.
De uitkomstindicatoren ‘bloedingscomplicaties’ en ‘1-jaar niet
succesvol’ worden niet gepubliceerd in verband met onvoldoende
consistentie tussen de datasets van de deelnemende hartcentra.
Uitkomsten worden gepresenteerd in segmentaties naar CHA2DS2VASc Score, ernstige linkerventrikeldysfunctie, en ‘type AF’. Binnen
het Erasmus MC zijn geen gegevens beschikbaar voor ‘ernstige
linkerventrikeldysfunctie’ en ‘type AF’ waardoor het Erasmus MC
bij deze segmentaties buiten de analyse wordt gelaten.
Het Amphia Ziekenhuis en HagaZiekenhuis hebben geen gegevens
met betrekking tot catheter-PVI bij atriumfibrilleren aan kunnen
leveren voor het Meetbaar Beter Boek 2014. Deze hartcentra
ontbreken daarom voor de rapportage over deze behandeling
van atriumfibrilleren. Erasmus MC ontbreekt bij de rapportage
In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten atriumfibrilleren - Catheter PVI
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
30-daagse mortaliteit
0,0
-
0,0
0,1
0,0
-
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Trombo-embolische complicaties
0,0
-
0,3
1,2
-
-
1,3
1,1
0,9
0,6
1,8
0,0
Cardiale tamponade of effusie
1,0
-
0,3
1,8
1,5
-
0,4
1,1
0,3
0,7
2,2
0,0
Herhaalde PVI binnen 1 jaar
20,0
-
21,8
26,1
-
-
20,9
16,7
29,6
14,7
28,8
13,6
In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens atriumfibrilleren - Catheter PVI
AMC
Jaren
2011-2013
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
2011-2013
2011-2013
2013
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
2011-2013
2012
2011-2013
2011-2013
2011-2013
2012-2013
Uitkomstindicatoren
30-daagse mortaliteit
Kwaliteit van leven
Trombo-embolische complicaties
Cardiale tamponade of effusie
Herhaalde PVI binnen 1 jaar
Initiële condities
CHAD2DS2-VASc score
Duur persisterend AF
Eerdere ablatie voor AF
Eerder CVA
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Grootte van het linkeratrium
Mitralisklepinsufficiëntie
Type AF
Legenda
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
55
30-daagse mortaliteit
Atriumfibrilleren -Catheter PVI 30-daagse mortaliteit
CHA2DS2-VASc Score
1%
© Stichting Meetbaar Beter
In het Catharina Ziekenhuis wordt de
‘30-daagse mortaliteit’ verklaard door
1 sterfgeval.
Legenda
0%
AMC
(n=96)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=1066)
Catharina
(n=991)
Erasmus
(n=133)
Haga
(n=0)
Isala
(n=483)
MCL
(n=90)
MST
(n=373)
OLVG
(n=309)
UMCG
(n=276)
UMCU
(n=299)
laag <= 1
hoog 2-7
Atriumfibrilleren -Catheter PVI 30-daagse mortaliteit
ernstige linkerventrikeldysfunctie
1%
© Stichting Meetbaar Beter
In het Catharina Ziekenhuis wordt de
‘30-daagse mortaliteit’ verklaard door
1 sterfgeval.
Legenda
0%
AMC
(n=95)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=990)
Catharina
(n=949)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=459)
MCL
(n=90)
MST
(n=350)
OLVG
(n=291)
UMCG
(n=254)
UMCU
(n=281)
hoog > 50%
middel 30-50%
laag < 30%
Atriumfibrilleren -Catheter PVI 30-daagse mortaliteit
type AF
2%
© Stichting Meetbaar Beter
1%
Bij het Erasmus MC ontbreken de gegevens
voor de initiële conditie ‘type AF’.
Legenda
0%
AMC
(n=96)
56
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=1047)
Catharina
(n=1003)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=458)
MCL
(n=89)
MST
(n=369)
OLVG
(n=303)
UMCG
(n=276)
UMCU
(n=298)
eerste AF incident
persisterend
paroxysmaal
permanent
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Kwaliteit van leven
Kwaliteit van leven (SF36) Isala, Catheter PVI
N = 31, respons = 69%
Gemiddelde scores
100
© Stichting Meetbaar Beter
Legenda
90
Vlak voor interventie
80
1 jaar na interventie
70
Algemene Nederlandse populatie
60
50
40
30
20
10
0
Gezondheidsdimensies
De ‘kwaliteit van leven’ van patiënten die
behandeld worden met catheter PVI is
gemeten binnen Isala. Dit is gedaan met de
SF36-vragenlijst. De ‘kwaliteit van leven’ is
gemeten vóór de interventie en één jaar na
de interventie. De resultaten zijn vergeleken
met de gemiddelde ‘kwaliteit van leven’ van
de Nederlandse populatie.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
57
Trombo-embolische complicaties
Atriumfibrilleren -Catheter PVI Trombo-embolische complicaties
CHA2DS2-VASc Score
10%
© Stichting Meetbaar Beter
9%
8%
7%
De analyse is gebaseerd op de jaren 2011 en
2012. Voor het Erasmus MC zijn onvoldoen­
de gegevens beschikbaar voor de uitkomstin­
dicator ‘trombo-embolische complicaties’
om deze op te nemen in de rapportage.
6%
De uitkomst in het UMCG en OLVG bij
patiënten met een hoge ‘CHA2DS2-VASc
Score’ en in Isala bij patiënten met een lage
‘CHA2DS2-VASc Score’ wordt verklaard door
1 ‘trombo-embolische complicatie’.
5%
4%
3%
2%
1%
Legenda
0%
AMC
(n=60)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=685)
Catharina
(n=638)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=312)
MCL
(n=90)
MST
(n=224)
OLVG
(n=177)
UMCG
(n=170)
UMCU
(n=147)
laag <= 1
hoog 2-7
Atriumfibrilleren -Catheter PVI Trombo-embolische complicaties
ernstige linkerventrikeldysfunctie
25%
© Stichting Meetbaar Beter
20%
15%
De uitkomsten bij MCL en OLVG worden
verklaard door 1 ‘trombo-embolische
complicatie’. Dit geldt ook voor de
uitkomsten bij respectievelijk de
segmentatie van Catharina Ziekenhuis
(30-50% en <30%) en UMCG (30-50%).
10%
5%
Legenda
0%
AMC
(n=60)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=637)
Catharina
(n=603)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=303)
MCL
(n=90)
MST
(n=208)
OLVG
(n=160)
UMCG
(n=159)
UMCU
(n=134)
hoog > 50%
middel 30-50%
laag < 30%
Atriumfibrilleren -Catheter PVI Trombo-embolische complicaties
type AF
© Stichting Meetbaar Beter
8%
7%
6%
5%
De uitkomsten bij het St. Antonius
Ziekenhuis, MCL, MST en OLVG worden
verklaard door 1 ‘trombo-embolische
complicatie’ per segment.
4%
3%
2%
1%
Legenda
0%
AMC
(n=60)
58
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=672)
Catharina
(n=643)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=291)
MCL
(n=89)
MST
(n=222)
OLVG
(n=173)
UMCG
(n=170)
UMCU
(n=146)
eerste AF incident
persisterend
paroxysmaal
permanent
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Cardiale tamponade of effusie
Atriumfibrilleren -Catheter PVI Cardiale tamponade of effusie
CHA2DS2-VASc Score
10%
© Stichting Meetbaar Beter
9%
8%
Binnen het UMCU is geen ‘cardiale
tamponade of effusie’ waargenomen.
7%
6%
De uitkomsten in het AMC (1/33),
Erasmus MC (2/75), MCL (1/46) en
UMCG (2/66 bij een hoge ‘CHA2DS2-VASc
Score’) zijn gebaseerd op relatief kleine
patiëntgroepen.
5%
4%
3%
2%
1%
Legenda
0%
AMC
(n=100)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=1044)
Catharina
(n=973)
Erasmus
(n=133)
Haga
(n=0)
Isala
(n=479)
MCL
(n=90)
MST
(n=371)
OLVG
(n=280)
UMCG
(n=276)
UMCU
(n=300)
laag <= 1
hoog 2-7
Atriumfibrilleren -Catheter PVI Cardiale tamponade of effusie
ernstige linkerventrikeldysfunctie
18%
© Stichting Meetbaar Beter
16%
14%
Bij het Erasmus MC ontbreken de
gegevens voor de initiële conditie ‘ernstige
linkerventrikeldysfunctie’.
12%
10%
8%
De uitkomsten in het Catharina Ziekenhuis
(1/22 bij <30%) en MST (1/18 bij 3050%) zijn gebaseerd op relatief kleine
patiëntgroepen.
6%
4%
2%
Legenda
0%
AMC
(n=99)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=970)
Catharina
(n=930)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=456)
MCL
(n=90)
MST
(n=348)
OLVG
(n=265)
UMCG
(n=254)
UMCU
(n=282)
hoog > 50%
middel 30-50%
laag < 30%
Atriumfibrilleren -Catheter PVI Cardiale tamponade of effusie
type AF
© Stichting Meetbaar Beter
14%
12%
Bij het Erasmus MC ontbreken de gegevens
voor de initiële conditie ‘type AF’.
10%
8%
De uitkomsten bij het AMC, MCL en
MST worden verklaard door 1 ‘cardiale
tamponade of effusie’ in het betreffende
segment.
6%
4%
2%
Legenda
0%
AMC
(n=100)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=1025)
Catharina
(n=984)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=454)
MCL
(n=89)
MST
(n=367)
OLVG
(n=275)
UMCG
(n=276)
UMCU
(n=299)
eerste AF incident
persisterend
paroxysmaal
permanent
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
59
Herhaalde PVI binnen 1 jaar
Atriumfibrilleren -Catheter PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar
210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
150
130
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
110
90
De analyse is gebaseerd op de jaren 2011
en 2012. Het Erasmus MC ontbreekt
daardoor in de analyse.
70
50
30
10
0
50
100
Voorspeld aantal events
150
200
Atriumfibrilleren - Catheter PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar
CHA2DS2-VASc Score
60%
© Stichting Meetbaar Beter
In de regressie-analyse is niet gecorrigeerd
voor ‘duur persisterend AF’, ‘grootte van het
linkeratrium’ en ‘mitralisklepinsufficiëntie’. De
criteria die gehanteerd worden om te besluiten
of een initiële conditie wordt opgenomen in
de regressie-analyse worden beschreven in
hoofdstuk datamanagement. Voor ‘CHA2DS2VASc Score’ is niet gecorrigeerd omdat losse
elementen uit de ‘CHA2DS2-VASc Score’ (deels)
al in de regressie-analyse zijn meegenomen.
50%
De regressie-analyse, gebaseerd op de
beschikbare gegevens, duidt op een
relatief gunstig resultaat in het OLVG. De
waargenomen spreiding tussen de overige
centra dient gezien te worden als een
natuurlijke variatie tussen de centra.
40%
30%
20%
De C-statistic is 0,59 (matig).
10%
Legenda
0%
AMC
(n=60)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=693)
Catharina
(n=680)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=339)
MCL
(n=90)
MST
(n=223)
OLVG
(n=177)
UMCG
(n=170)
UMCU
(n=147)
laag <= 1
hoog 2-7
Atriumfibrilleren -Catheter PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar
type AF
100%
80%
© Stichting Meetbaar Beter
70%
60%
50%
40%
De uitkomst bij MST in het segment
‘permanent’ wordt verklaard door 1
patiënt.
30%
20%
10%
Legenda
0%
AMC
(n=60)
60
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=680)
Catharina
(n=685)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=314)
MCL
(n=89)
MST
(n=221)
OLVG
(n=173)
UMCG
(n=170)
UMCU
(n=146)
eerste AF incident
persisterend
paroxysmaal
permanent
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Eigen foto/UMCG
Van inzicht
naar verbetering
Tamponades bij Catheter PVI
De vaststelling van de indicatorensets voor Meetbaar
Beter en de initiële dataverzameling voor de eerste
rapportages maakte voor de sectie elektrofysiologie
van het Catharina Ziekenhuis belangrijke informatie
beschikbaar. Het aantal tamponades was voor het
ambitieniveau van het Catharina Ziekenhuis te hoog.
Reeds voor de Meetbaar Beter publicatie 2013 werden
succesvolle maatregelen doorgevoerd welke beschreven
werden in het Meetbaar Beter boek 2013. Inmiddels is
het percentage tamponades in het Catharina Ziekenhuis
verder afgenomen. Van 3,6% in 2011 naar 1,3% in 2012 en
0,7% in 2013.
61
Eigen foto/Catharina Ziekenhuis
3
62
AORTAKLEPLIJDEN
De aortaklep is een 3-slippige hartklep, die zich bevindt tussen
de linkerkamer van het hart en de grote lichaamsslagader
(aorta). De aortaklep kan bij sommige mensen gedurende
het leven gaan lekken (aortaklepinsufficiëntie) of gaan
vernauwen (aortaklepstenose). De aortaklepstenose is de meest
voorkomende verkregen hartklepafwijking in westerse landen en
komt bij mannen twee keer vaker voor dan bij vrouwen (1).
Bij een ernstige aortaklepstenose (of -insufficiëntie) en daaruit
voortvloeiende klachten bedraagt de gemiddelde overleving maar
2 tot 3 jaar (2). Medicatie heeft geen effect op het ziekteproces
van de aortaklepstenose. Ingrijpen moet dus invasief gebeuren.
De huidige richtlijnen van de European Society of Cardiology (ESC)
en American College of Cardiology (ACC) adviseren chirurgische
klepvervanging bij patiënten met een ernstige aortaklepstenose
en klachten of een verminderde pompfunctie van het hart.
De chirurg kan een biologische of mechanische hartklep
implanteren. Met chirurgische klepvervanging wordt een
verbetering van de overleving en klachten verkregen (3).
Recente chirurgische innovaties zijn de minimaal invasieve
hartklepvervanging en hechtingloze aortakleppen.
Klepchirurgie is echter niet zonder risico en dat risico neemt met
name toe bij meer co-morbiditeit (4). Bij oudere patiënten zijn
een verlenging van de ziekenhuisopname, noodzakelijk ontslag
naar revaildatietehuis en heropname frequent complicerende
factoren (5). Sedert enkele jaren kunnen patiënten met een te
hoog risico voor een chirurgische klepvervanging behandeld
worden met een zogenaamde percutane aortaklepvervanging
(TAVI). Met deze techniek wordt via een slagader (meestal
de liesslagader) of via de punt van het hart, een biologische
aortaklep geplaatst. TAVI heeft de levensverwachting van mensen
die voorheen niet aan hun klep geholpen konden worden, sterk
verbeterd (6,7). Recente innovaties op het gebied van TAVI,
zoals sterke afname in catheterdiameter en nauwkeurigere
klepplaatsingsmethodes, zullen leiden tot belangrijke afname
in het complicatie-risico van deze behandeling. In Nederland
wordt TAVI toegepast in de ziekenhuizen met hartchirurgie. In het
Hartteam wordt besloten of een patiënt in aanmerking komt voor
chirurgische klepvervanging of TAVI.
1.Nkomo VT, Gardin JM, Skelton TN et al. Burden of valvular heart diseases: a
population-based study. Lancet. 2006 Sep 16;368(9540):1005-11
2.Turina J, Hess O, Sepulcri F et al. Spontaneous course of aortic valve disease. Eur
Heart J. 1987:471-83.
3.Bonow RO CB, Chatterjee K, de Leon AC et al. ACC/AHA 2006 practice guidelines
for the management of patients with valvular heart disease: executive summary. J
Am Coll Cardiol. 2006;48:598-675.
4.Alexander KP, Anstrom KJ, Muhlbaier LH et al. Outcomes of cardiac surgery in
patients > or = 80 years: results from the National Cardiovascular Network. J Am
Coll Cardiol. 2000;35:731-8.
5.Goodney PP, Stukel TA, Lucas FL et al. Hospital volume, length of stay, and
readmission rates in high-risk surgery. Ann Surg. 2003;238:161-7.
6.Thomas M, Schymik G, Walther T et al. One-year outcomes of cohort 1 in the
Edwards SAPIEN Aortic Bioprosthesis European Outcome (SOURCE) registry: the
European registry of transcatheter aortic valve implantation using the Edwards
SAPIEN valve. Circulation. 2011;124:425-33.
7.Tamburino C, Capodanno D, Ramondo A et al. Incidence and predictors of early
and late mortality after transcatheter aortic valve implantation in 663 patients
with severe aortic stenosis. Circulation. 2011;123:299-308.
In de figuren wordt voor de AVR- en TAVI-behandeling de uitkomstindicator die het hoogste in de uitkomstindicatorenhiërarchie per behandeling
staat een trend weergegeven over de tijd voor alle hartcentra samen. In de analyse zijn de hartcentra meegenomen die voldoen aan de gestelde
normen beschreven in het hoofdstuk Datamanagement. Voor TAVI zijn over 2009 en 2010 niet voldoende gegevens beschikbaar voor rapportage.
Op de x-as staan de jaren van rapportage vermeld. Op de y-as staat de ruwe uitkomst voor alle meegenomen hartcentra samen.
Aortakleplijden -AVR 120-daagse mortaliteit
(totaal van alle ziekenhuizen n=10)
8%
Aortakleplijden -TAVI procedurele mortaliteit
(totaal van alle ziekenhuizen n=9)
© Stichting Meetbaar Beter
8%
7%
7%
6%
6%
5%
5%
4%
4%
3%
3%
2%
2%
1%
1%
© Stichting Meetbaar Beter
0%
0%
2009
2010
2011
2012
2013
2009
2010
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
2011
2012
2013
63
Ontwikkelingen in 2014
Door drie outcomes teams is in onderlinge samenhang gewerkt
aan het selecteren van patiëntrelevante uitkomstindicatoren
voor patiënten met aortakleplijden. Zowel voor de operatieve
(AVR), transcatheter (TAVI) als medicamenteuze behandeling
zijn uitkomstindicatoren geselecteerd. De samenwerking tussen
cardiologen en cardiothoracaal chirurgen rondom TAVI’s is
ook in de samenstelling van en de samenwerking tussen de
outcomes teams binnen Meetbaar Beter vormgegeven. Zowel
een geconsolideerde set uitkomstindicatoren als een behandeling
specifieke set uitkomstindicatoren voor AVR en TAVI zijn
geselecteerd en gevalideerd door internationale experts.
De medicamenteuze behandeling is in 2014 buiten de rapportage
gelaten vanwege de impact van de behandeling op de patiënt
en de beperkte beschikbaarheid van historische gegevens. De
consolidatie van uitkomsten voor patiënten met aortakleplijden is
in deze fase daarom gebaseerd op de behandeling door middel van
AVR en TAVI. De uitkomstindicatoren en initiële condities voor de
medicamenteuze behandeling van aortakleplijden zijn weergegeven
in hoofdstuk 5 van dit boek. In een latere fase van Meetbaar Beter
zal aan de hand van de methodologie beoordeeld worden of er
een conservatief behandelde groep patiënten met aortakleplijden
bestaat die onderdeel uit hoort te maken van de consolidatie.
In 2014 publiceren elf Nederlandse hartcentra transparant
patiëntrelevante resultaten van de behandeling van aortakleplijden
door middel van AVR en negen centra voor TAVI. De Meetbaar
Beter rapportage groeit daardoor in 2014 ook in de dimensie
van het aantal veelvoorkomende hartaandoeningen waarvoor
resultaten van behandelingen openbaar worden gemaakt. Dit is
een sterke ontwikkeling van de beschikbaarheid van uitkomsten
ten opzichte van 2013. De verbetermogelijkheden die tijdens de
dataverzameling zijn vastgesteld zullen worden verwerkt in de
onderhoudscyclus die eind 2014 gestart zal worden.
Hiërarchie gecombineerd voor aortakleplijden
Hiërarchie
Generieke
uitkomstindicatoren
Overleving
120-daagse mortaliteit
Lange-termijn overleving
Mate van herstel /
gezondheid
Kwaliteit van leven
NYHA klasse
AVR-specifieke
uitkomstindicatoren
TAVI-specifieke
uitkomstindicatoren
Procedurele mortaliteit
30-daagse mortaliteit
Duur van herstel / hervatting
van alledaagse activiteiten
Schade van de behandeling
(bijwerkingen, complicaties
of medische fouten)
CVA
Implantatie nieuwe
permanente pacemaker
Duurzaamheid van herstel of
gezondheid
Overleving vrij van
klepreïnterventie
Diepe sternumwondinfectie
Vasculaire complicaties
Generieke initiële condities
AVR-specifieke initiële
condities
TAVI-specifieke initiële
condities
Eerdere hartoperatie
Diabetes mellitus
Eerder mitraalkleplijden
Ernstige
linkerventrikeldysfunctie
Eerdere CVA
Frailty
Geslacht
Endocarditis
STS score
Gevolgen van de
behandeling op lange
termijn
Leeftijd
Logistische Euroscore I
Nierinsufficiëntie
Urgentie van de procedure
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: Dr. M. Vis (AMC), Dr. M. Bentala, Dr. P. den Heijer (Amphia Ziekenhuis),
dhr. T.L. de Kroon (St. Antonius Ziekenhuis), Dr. B.R.G. Brueren, Dr. A.H.M. van Straten en Dr. D. Veldman-Schulz (Catharina Ziekenhuis).
64
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
3.1 Geconsolideerd aortakleplijden
kunnen geven. Er zijn niet voldoende gegevens beschikbaar om te
rapporteren over kwaliteit van leven. De inclusieperiode voor de
rapportage over geconsolideerde uitkomsten van de behandeling
van aortakleplijden zijn de jaren 2012 en 2013.
In 2014 hebben zeven Nederlandse hartcentra voldoende
gegevens aangeleverd om de resultaten van de behandeling van
aortakleplijden, onafhankelijk van de behandelstrategie AVR of
TAVI, te publiceren. Het UMCU heeft geen gegevens aangeleverd
met betrekking tot de AVR. Gegevens van het HagaZiekenhuis,
MCL en OLVG met betrekking tot de TAVI’s ontbreken. Bij het
Erasmus MC waren te veel gegevens onbekend bij AVR om
consolidatie van uitkomsten voor dit hartcentrum vorm te
Gegevens met betrekking tot de ‘NYHA-klasse’ voor en na
de behandeling zijn in meerdere hartcentra niet voldoende
beschikbaar en is daarom als uitkomstmaat buiten de analyse
gelaten.
In onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten geconsolideerd aortakleplijden
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
120-daagse mortaliteit
7,2
4,3
6,6
5,4
-
-
4,2
-
5,0
-
8,8
-
CVA
2,6
0,2
0,8
1,6
-
-
1,0
-
0,4
-
4,2
-
-
-
-
4,5
-
-
-
-
2,9
-
-
-
UMCG
UMCU
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
In onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens geconsolideerd aortakleplijden
Jaren
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
2012-2013
2012-2013
2012-2013
2012-2013
2012-2013
Haga
Isala
MCL
2012-2013
MST
2012-2013
OLVG
2012-2013
Uitkomstindicatoren
120-daagse mortaliteit
Kwaliteit van leven
CVA
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
Overleving vrij van klepreïnterventie
Initiële condities
Eerdere hartoperatie
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Geslacht
Leeftijd
Logistische Euroscore I
Nierinsufficiëntie
Urgentie van de procedure
Legenda
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
65
120-daagse mortaliteit
Geconsolideerd aortakleplijden - 120-daagse mortaliteit
210
© Stichting Meetbaar Beter
Gesta nda a rdiseerde uitkomstra tios
190
170
150
130
110
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
90
70
De regressie-analyse, gebaseerd op
de beschikbare gegevens, toont een
spreiding tussen de hartcentra die duidt op
natuurlijke variatie tussen de centra.
50
30
10
0
5
10
15
20
25
30
35
40
Voorspeld aantal events
De C-statistic is 0,74 (redelijk).
Geconsolideerd aortakleplijden -120-daagse mortaliteit
ernstige linkerventrikeldysfunctie
70%
© Stichting Meetbaar Beter
60%
50%
40%
30%
20%
10%
Legenda
0%
AMC
(n=421)
Amphia
(n=487)
Antonius
(n=519)
Catharina
(n=428)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=311)
MCL
(n=0)
MST
(n=283)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=284)
UMCU
(n=0)
hoog > 50%
middel 30-50%
laag < 30%
Geconsolideerd aortakleplijden -120-daagse mortaliteit
logistische Euroscore I
45%
© Stichting Meetbaar Beter
40%
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
Legenda
0%
AMC
(n=430)
66
Amphia
(n=488)
Antonius
(n=519)
Catharina
(n=429)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=311)
MCL
(n=0)
MST
(n=283)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=284)
UMCU
(n=0)
laag < 10%
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
middel 10-20%
hoog > 20%
Lange-termijn overleving
Geconsolideerd aortakleplijden Lange-termijn overleving 2012-2013
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
Cumulatief overlevingspercentage
0,9
0,8
0,7
0,6
0,5
0
100
200
300
400
500
600
700
800
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting
Legenda
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
De ‘lange-termijn overleving’ geeft de overleving van patiënten
weer met een maximale follow-up duur van vijf jaar. Voor zes
hartcentra zijn de gegevens voldoende compleet voor rapportage.
Deze grafieken zijn gecorrigeerd voor alle initiële condities,
behalve de ‘logistische Euroscore I’ (omdat enkele aparte
elementen daarvan al in de regressie-analyse zitten).
Het St. Antonius Ziekenhuis (p=0,01) verschilt significant in
‘lange-termijn overleving’ van het Amphia Ziekenhuis. De overige
hartcentra verschillen niet significant van het Amphia Ziekenhuis.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
67
CVA
Geconsolideerd aortakleplijden -CVA
ernstige linkerventrikeldysfunctie
30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
De uitkomsten in het AMC (<30%), Isala
(<50%) en UMCG (<30%) worden verklaard
door 1 patiënt met ‘CVA’ in een cohort van
minder dan 50 patiënten.
10%
5%
Legenda
0%
AMC
(n=421)
Amphia
(n=483)
Antonius
(n=523)
Catharina
(n=428)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=311)
MCL
(n=0)
MST
(n=283)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=284)
UMCU
(n=0)
hoog > 50%
middel 30-50%
laag < 30%
Geconsolideerd aortakleplijden -CVA
logistische Euroscore I
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
De uitkomsten in het AMC (>20%) en Isala
(>20%) worden verklaard door respectievelijk
1 en 3 keer een patiënt met ‘CVA’ in een
cohort van minder dan 50 patiënten.
10%
5%
0%
AMC
(n=430)
Amphia
(n=)
Antonius
(n=523)
Catharina
(n=429)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=311)
MCL
(n=0)
MST
(n=283)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=284)
UMCU
(n=0)
Legenda
laag < 10%
middel 10-20%
hoog > 20%
Geconsolideerde aortakleplijden -CVA
nierinsufficiëntie
18%
© Stichting Meetbaar Beter
16%
14%
12%
10%
8%
In het AMC zijn niet voldoende gegevens
beschikbaar voor de ‘initiële conditie
nierinsufficiëntie’ om meegenomen te
worden in de rapportage.
6%
4%
2%
0%
AMC
(n=0)
Amphia
(n=484)
Antonius
(n=523)
Catharina
(n=428)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=311)
MCL
(n=0)
MST
(n=283)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=284)
UMCU
(n=0)
Legenda
geen nierinsufficiëntie
nierinsufficiëntie
68
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Overleving vrij van klepreïnterventie
Geconsolideerd aortakleplijden Overleving vrij van klepreïnterventie 2012-2013
© Stichting Meetbaar Beter
1,00
0,99
Cumulatief overlevingspercentage
0,98
0,97
0,96
0,95
0,94
0,93
0,92
0,91
0,90
0
100
200
300
400
500
600
700
800
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting
Legenda
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
De ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ geeft de overleving
weer van de patiënt vrij van een nieuwe interventie aan de
aortaklep met een maximale follow-up duur van vijf jaar. Voor
drie hartcentra zijn voldoende gegevens beschikbaar om de
‘overleving vrij van klepreïnterventie’ te rapporteren. Binnen
de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse initiële
condities. Hoe vlakker de lijn loopt, hoe minder patiënten
een klepreïnterventie hebben ondergaan in de periode na de
klepreïnterventie.
De binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de
hartcentra in ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ zijn niet
statistisch significant.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
69
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
Geconsolideerd aortakleplijden -Implantatie nieuwe permanente pacemaker
210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
150
130
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
110
90
70
50
30
10
0
5
10
15
Voorspeld aantal events
20
25
30
Geconsolideerd aortakleplijden -Implantatie nieuwe permanente pacemaker
leeftijd
14%
© Stichting Meetbaar Beter
12%
Alleen van het Catharina Ziekenhuis en MST
zijn voldoende gegevens beschikbaar voor
een geconsolideerde regressie-analyse van
‘de implantatie van een nieuwe permanente
pacemaker’. Op de ‘logistische Euroscore I’
na, zijn alle initiële condities meegenomen
in de regressie-analyse voor het maken van
deze funnelplot.
De regressie-analyse, gebaseerd op
de beschikbare gegevens, toont een
spreiding tussen de hartcentra die duidt op
natuurlijke variatie tussen de centra.
De C-statistic is 0,70 (redelijk).
10%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=0)
Catharina
(n=421)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=0)
MCL
(n=0)
MST
(n=281)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=0)
< 65
75-84
65-74
>= 85
Geconsolideerd aortakleplijden -Implantatie nieuwe permanente pacemaker
nierinsufficiëntie
14%
© Stichting Meetbaar Beter
12%
10%
8%
6%
4%
2%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
70
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=0)
Catharina
(n=420)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=0)
MCL
(n=0)
MST
(n=281)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen nierinsufficiëntie
nierinsufficiëntie
3.2Aortaklepvervanging
MC waren te veel gegevens onbekend. Voor het AMC en het
HagaZiekenhuis geldt dat alleen gegevens beschikbaar zijn voor
2012 en 2013. En voor het MCL en UMCG zijn gegevens geleverd
voor de jaren 2011-2013.
Elf Nederlandse hartcentra publiceren in dit Meetbaar Beter
Boek de resultaten van de behandeling van aortakleplijden door
middel van AVR. De transparantie rondom resultaten van zorg
voor hartpatiënten ontwikkelt zich daarmee binnen Meetbaar
Beter in 2014 verder door. De uitkomstindicator ‘NYHA-klasse’
voor en na de interventie wordt in verband met beperkte
beschikbaarheid van gegevens niet opgenomen in de rapportage.
De volledigheid van gegevens is dusdanig dat alle initiële condities
zijn meegenomen in de regressie-analyse. Het UMCU heeft geen
gegevens aangeleverd met betrekking tot AVR en bij het Erasmus
Bij de uitkomstindicator ‘implantatie nieuwe permanente
pacemaker’ hebben het Catharina Ziekenhuis, het
HagaZiekenhuis, en het MST in voldoende mate voldaan aan de
vastgestelde eisen met betrekking tot een sluitende follow-up
van patiënten.
In onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten aortakleplijden - AVR
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
120-daagse mortaliteit
3,9
2,7
2,6
3,1
-
1,4
3,2
2,4
2,8
3,5
3,3
-
Diepe sternumwondinfectie
0,5
0,2
-
0,7
-
-
0,2
0,0
0,4
0,8
0,4
-
CVA
1,0
0,1
1,1
1,2
-
1,4
1,0
1,0
1,1
1,2
1,1
-
-
-
-
1,2
-
0,0
-
-
2,4
-
-
-
UMCU
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
In onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens aortakleplijden - AVR
Jaren
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
2012-2013
2009-2013
2009-2013
2009-2013
2009-2013
2012-2013
2009-2013
2011-2013
2009-2013
2009-2013
2011-2013
Uitkomstindicatoren
120-daagse mortaliteit
Kwaliteit van leven
Diepe sternumwondinfectie
CVA
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
2013
Overleving vrij van klepreïnterventie
Initiële condities
Diabetes mellitus
Eerdere CVA
Eerdere hartoperatie
Endocarditis
2013
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Geslacht
Leeftijd
Logistische Euroscore I
Nierinsufficiëntie
Urgentie van de procedure
Legenda
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
71
120-daagse mortaliteit
Aortakleplijden -AVR 120-daagse mortaliteit
endocarditis
90%
© Stichting Meetbaar Beter
80%
70%
60%
50%
40%
De mortaliteit in het segment met een
aanwezige ‘endocarditis’ is in alle hartcentra
gebaseerd op relatief kleine cohorten (<30
patiënten).
30%
20%
10%
Legenda
0%
AMC
(n=207)
Amphia
(n=919)
Antonius
(n=798)
Catharina
(n=688)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=47)
Isala
(n=601)
MCL
(n=208)
MST
(n=763)
OLVG
(n=509)
UMCG
(n=257)
UMCU
(n=0)
geen endocarditis
< 3wk behandeld met AB
endocarditis, overig
Aortakleplijden -AVR 120-daagse mortaliteit
ernstige linkerventrikeldysfunctie
60%
© Stichting Meetbaar Beter
50%
40%
30%
De mortaliteit in het segment met een
‘LVEF’ <30% is in alle hartcentra gebaseerd
op relatief kleine cohorten (<30 patiënten).
20%
10%
Legenda
0%
AMC
(n=207)
Amphia
(n=919)
Antonius
(n=799)
Catharina
(n=685)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=141)
Isala
(n=601)
MCL
(n=208)
MST
(n=763)
OLVG
(n=509)
UMCG
(n=264)
UMCU
(n=0)
hoog > 50%
middel 30-50%
laag < 30%
Aortakleplijden -AVR 120-daagse mortaliteit
logistische Euroscore I
60%
© Stichting Meetbaar Beter
50%
40%
30%
De mortaliteit in het segment met een
‘logistische Euroscore I’ >20% is in alle
hartcentra gebaseerd op relatief kleine
cohorten (<60 patiënten).
20%
10%
Legenda
0%
AMC
(n=207)
72
Amphia
(n=920)
Antonius
(n=799)
Catharina
(n=688)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=141)
Isala
(n=601)
MCL
(n=208)
MST
(n=762)
OLVG
(n=509)
UMCG
(n=271)
UMCU
(n=0)
laag < 10%
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
middel 10-20%
hoog > 20%
Lange-termijn overleving
Aortakleplijden - AVR Lange-termijn overleving 2009-2013
Aortakleplijden - AVR Lange-termijn overleving 2012-2013
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,9
0,9
Cumulatief overlevingspercentage
Cumulatief overlevingspercentage
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,8
0,7
0,8
0,7
0,6
0,6
0,5
0,5
0
500
1000
1500
2000
0
100
200
300
400
500
600
700
800
Overlevingstijd (dagen)
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting
De ‘lange-termijn overleving’ geeft de overleving van patiënten
weer met een maximale follow-up duur van 5 jaar. Omdat niet
alle hartcentra deze gegevens beschikbaar hebben, is de lange
termijn-overleving in twee grafieken weergegeven. De eerste
grafiek toont de overlevingscurven voor de volledige periode van
2009-2013. In deze weergave waren zes van de twaalf hartcentra
in staat om mee te rapporteren. In de tweede grafiek is dezelfde
overlevingscurve weergegeven voor de periode 2012-2013,
waarbij negen hartcentra in de rapportage zijn meegenomen.
Deze grafieken zijn gecorrigeerd voor alle initiële condities,
behalve de ‘logistische Euroscore I’ (omdat enkele aparte
elementen daarvan al in de regressie-analyse zitten).
Legenda
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Analyse 2009-2013: St. Antonius Ziekenhuis (p=0,04), MST
(p<0,02) en OLVG (p< 0,03) verschillen significant in ‘lange-termijn
overleving’ van het Catharina Ziekenhuis. De overige hartcentra
verschillen niet significant van het Catharina Ziekenhuis.
Analyse 2012-2013: De binnen deze analyse waargenomen
verschillen tussen de hartcentra in ‘lange-termijn overleving’ zijn
niet statistisch significant.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
73
Kwaliteit van leven 1 jaar na AVR
Kwaliteit van leven (SF36) Catharina, AVR
N = 222, respons = 42%
Gemiddelde scores
100
© Stichting Meetbaar Beter
Legenda
90
Vlak voor interventie
80
1 jaar na interventie
70
Algemene Nederlandse populatie
60
50
40
30
De ‘kwaliteit van leven’ van patiënten die
behandeld worden met AVR is gemeten
door het Catharina Ziekenhuis en Isala.
Dit is bij beiden gedaan met de SF36vragenlijst. De ‘kwaliteit van leven’ is
gemeten vóór de interventie en één jaar na
de interventie. De resultaten zijn vergeleken
met de gemiddelde ‘kwaliteit van leven’ van
de Nederlandse populatie.
20
10
0
Gezondheidsdimensies
Kwaliteit van leven (SF36) Isala, AVR
N = 333, respons = 79%
100
© Stichting Meetbaar Beter
90
Gemiddelde scores
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Gezondheidsdimensies
74
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Diepe sternumwondinfectie
Aortakleplijden -AVR Diepe sternumwondinfectie
diabetes mellitus
7%
© Stichting Meetbaar Beter
Binnen het St. Antonius Ziekenhuis en
het HagaZiekenhuis zijn niet voldoende
gegevens beschikbaar over het voorkomen
van ‘diepe sternumwondinfectie’
waardoor zij niet meegenomen worden
in de analyse. Bij het MCL zijn geen ‘diepe
sternumwondinfecties’ waargenomen.
6%
5%
4%
3%
2%
Bij het UMCG ontbreken de gegevens voor
de initiële conditie ‘diabetes mellitus’.
1%
Legenda
0%
AMC
(n=207)
Amphia
(n=920)
Antonius
(n=0)
Catharina
(n=688)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=601)
MCL
(n=208)
MST
(n=756)
OLVG
(n=513)
UMCG
(n=0)
geen diabetes mellitus
UMCU
(n=0)
diabetes mellitus
Aortakleplijden -AVR Diepe sternumwondinfectie
eerdere hartoperatie
© Stichting Meetbaar Beter
5%
4%
De uitkomsten in het segment van
patiënten met een ‘eerdere hartoperatie’
worden bij het Amphia Ziekenhuis en MST
bepaald door 1 patiënt met een ‘diepe
sternumwondinfectie’.
3%
2%
1%
Legenda
0%
AMC
(n=207)
Amphia
(n=920)
Antonius
(n=0)
Catharina
(n=689)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=602)
MCL
(n=208)
MST
(n=756)
OLVG
(n=513)
UMCG
(n=257)
UMCU
(n=0)
geen eerdere hartoperatie
eerdere hartoperatie
Aortakleplijden -AVR Diepe sternumwondinfectie
leeftijd
© Stichting Meetbaar Beter
5%
4%
3%
2%
Legenda
1%
< 55
65-74
55-64
>= 75
0%
AMC
(n=207)
Amphia
(n=920)
Antonius
(n=0)
Catharina
(n=689)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=0)
Isala
(n=602)
MCL
(n=208)
MST
(n=756)
OLVG
(n=513)
UMCG
(n=271)
UMCU
(n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
75
CVA
Aortakleplijden -AVR CVA
eerdere hartoperatie
© Stichting Meetbaar Beter
14%
12%
10%
8%
De uitkomsten in het segment van
patiënten met een ‘eerdere hartoperatie’
zijn gebaseerd op een cohort tot maximaal
75 patiënten per hartcentrum.
6%
4%
2%
Legenda
0%
AMC
(n=207)
Amphia
(n=920)
Antonius
(n=811)
Catharina
(n=689)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=141)
Isala
(n=602)
MCL
(n=208)
MST
(n=764)
OLVG
(n=513)
UMCG
(n=257)
UMCU
(n=0)
geen eerdere hartoperatie
eerdere hartoperatie
Aortakleplijden -AVR CVA
endocarditis
40%
© Stichting Meetbaar Beter
35%
30%
25%
20%
De uitkomsten in de segmenten met
‘endocarditis’ zijn in alle hartcentra
gebaseerd op 1 of maximaal 2
waargenomen CVA’s.
15%
10%
5%
Legenda
0%
AMC
(n=207)
Amphia
(n=919)
Antonius
(n=810)
Catharina
(n=688)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=47)
Isala
(n=602)
MCL
(n=208)
MST
(n=764)
OLVG
(n=513)
UMCG
(n=257)
UMCU
(n=0)
geen endocarditis
< 3wk behandeld met AB
endocarditis, overig
Aortakleplijden -AVR CVA
logistische Euroscore I
35%
© Stichting Meetbaar Beter
30%
25%
20%
15%
De uitkomsten in de segmenten met een
‘logistische Euroscore I’ >20% zijn gebaseerd
op een relatief klein cohort patiënten (<60).
10%
5%
Legenda
0%
AMC
(n=207)
76
Amphia
(n=920)
Antonius
(n=811)
Catharina
(n=688)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=141)
Isala
(n=602)
MCL
(n=208)
MST
(n=763)
OLVG
(n=513)
UMCG
(n=271)
UMCU
(n=0)
laag < 10%
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
middel 10-20%
hoog > 20%
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
Aortakleplijden -AVR Implantatie nieuwe permanente pacemaker
diabetes mellitus
5%
© Stichting Meetbaar Beter
4%
Binnen de verzamelde gegevens (n=46) is in
het HagaZiekenhuis is geen ‘implantatie van
permanente pacemaker’ waargenomen.
3%
2%
1%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=0)
Catharina
(n=668)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=46)
Isala
(n=0)
MCL
(n=0)
MST
(n=756)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=0)
geen diabetes mellitus
diabetes mellitus
Aortakleplijden -AVR Implantatie nieuwe permanente pacemaker
endocarditis
30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
In het Catharina Ziekenhuis en MST is 1
‘implantatie van permanente pacemaker’
waargenomen in de patiëntengroep met
‘endocarditis’.
10%
5%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=0)
Catharina
(n=668)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=46)
Isala
(n=0)
MCL
(n=0)
MST
(n=756)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=0)
geen endocarditis
< 3wk behandeld met AB
endocarditis, overig
Aortakleplijden -AVR Implantatie nieuwe permanente pacemaker
leeftijd
8%
© Stichting Meetbaar Beter
7%
6%
5%
Binnen het Catharina Ziekenhuis en
MST zijn in de jongste leeftijdscategorie
1 respectievelijk 2 patiënten met een
‘implantatie van permanente pacemaker’
waargenomen.
4%
3%
2%
1%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
Amphia
(n=0)
Antonius
(n=0)
Catharina
(n=669)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=46)
Isala
(n=0)
MCL
(n=0)
MST
(n=756)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=0)
< 55
65-74
55-64
>= 75
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
77
Overleving vrij van klepreïnterventie
Aortakleplijden - AVR Overleving vrij van klepreïnterventie
2009-2013
© Stichting Meetbaar Beter
1,00
0,99
0,99
0,98
0,98
0,97
0,96
0,95
0,94
0,93
0,97
0,96
0,95
0,94
0,93
0,92
0,92
0,91
0,91
0,90
0,90
0
100
200
300
400
© Stichting Meetbaar Beter
1,00
Cumulatief overlevingspercentage
Cumulatief overlevingspercentage
Aortakleplijden - AVR Overleving vrij van klepreïnterventie
2009-2013
0
100
200
300
400
500
600
700
800
Overlevingstijd (dagen)
Overlevingstijd (dagen)
Aortakleplijden - AVR Overleving vrij van klepreïnterventie
2012-2013
© Stichting Meetbaar Beter
1,00
Toelichting
0,99
Cumulatief overlevingspercentage
0,98
0,97
0,96
0,95
0,94
0,93
0,92
0,91
0,90
0
100
200
300
400
500
Overlevingstijd (dagen)
Legenda
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
78
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
600
700
800
De ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ geeft de overleving weer
van de patiënt vrij van een nieuwe interventie aan de aortaklep
met een maximale follow-up duur van vijf jaar. De gegevens met
betrekking tot ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ zijn niet in alle
hartcentra in gelijke mate beschikbaar. Daarom is de ‘overleving
vrij van klepreïnterventie’ in drie grafieken weergegeven. Voor
MST zijn gegevens beschikbaar over 2009-2013, waarbij er
maximaal 1 jaar follow-up is voor de geïncludeerde patiënten
getoond in eerste figuur. De tweede grafiek toont de curven voor
de volledige periode van 2009-2013. In deze weergave waren twee
van de twaalf hartcentra in staat om mee te rapporteren. In de
derde grafiek is dezelfde overlevingscurve weergegeven voor de
periode 2012-2013, waarbij vier hartcentra (Catharina Ziekenhuis,
HagaZiekenhuis, Isala en MCL) in de rapportage zijn meegenomen.
Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse
initiële condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’, omdat enkele
aparte elementen daarvan al in de regressie-analyse zitten). Hoe
vlakker de lijn loopt, hoe minder patiënten een klepreïnterventie
hebben ondergaan in de periode na een AVR.
Analyse 2009-2013: Het Catharina Ziekenhuis (p=0,009) verschilt
significant in ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ van Isala.
Analyse 2012-2013: De binnen deze analyse waargenomen
verschillen tussen de hart­centra in ‘overleving vrij van
klepreïnterventie’ zijn niet statistisch significant.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Eigen foto/AMC
Van inzicht
naar verbetering
Mortaliteit na AVR
Op basis van inzichten in resultaten van behandelingen
zoals die worden uitgevoerd in het Catharina Ziekenhuis, en
de ambitie om een zo goed mogelijke kwaliteit van zorg te
leveren, zijn er verbeteringen doorgevoerd in het zorgproces
voor de operatieve patiënt, waaronder AVR patiënten.
Het hartteam is verder versterkt doordat alle patiënten
met een klepprobleem worden besproken in een specifiek
kleppenteam waaraan altijd een imaging cardioloog
deelneemt. Voor hoog risico patiënten is er aanvullend een
overleg waarbij een (cardioloog-) intensivist aanwezig is.
Op de pré-operatieve polikliniek is de rol van het senior
staflid uitgebreid. Complexe patiënten worden voor de
operatie waar nodig uitgebreider voorbehandeld om het
hart bij aanvang van de operatie in een optimale conditie
te hebben. Tot slot is de rol van de cardioloog(-intensivist)
in het post-operatieve proces verder uitgebreid en is op
verschillende niveau’s het dedication-principe verder
doorgevoerd. Deze verbeteringen hebben geleid tot een
daling van de ruwe mortaliteit bij AVR patiënten van 2,5%
naar 1,1 %.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
79
3.3Transkatheter aortaklepimplantatie
cohort van patiënten. Bij hen dient, zoals ook bij het UMCG
(n=182), mogelijk rekening gehouden te worden met de
zogenaamde leercurve van een nieuwe behandeling bij de
interpretatie van deze gegevens. De uitkomstindicator ‘NYHAklasse’ voor en na de interventie ontbreekt in de rapportage
vanwege te veel missende gegevens in alle hartcentra. Voor
de initiële condities ‘STS score’ en ‘frailty’ zijn onvoldoende
gegevens beschikbaar om deze op te nemen in de rapportage.
Uitkomsten van de behandeling van aortakleplijden door
middel van TAVI worden in het Meetbaar Beter Boek 2014
gepresenteerd door negen Nederlandse hartcentra. Mede
gezien het innovatieve karakter van deze behandeling is deze
uitbreiding van de Meetbaar Beter rapportage een unieke
ontwikkeling. Van het HagaZiekenhuis, MCL en het OLVG zijn
niet voldoende gegevens beschikbaar voor rapportage. Isala
(n=49) en MST (n=23) zijn in 2012 gestart met TAVI-procedures
en zijn in de rapportage opgenomen met een relatief klein
In onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten aortakleplijden - TAVI
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
2,4
1,3
2,8
3,2
2,2
-
0,0
-
8,7
-
3,9
2,9
30-daagse mortaliteit
9,5
7,1
10,6
8,3
6,5
-
4,1
-
13,0
-
13,7
7,7
Vasculaire complicaties
14,8
4,0
8,9
11,2
18,8
-
2,0
-
26,1
-
11,6
22,5
CVA
4,2
2,7
1,3
2,6
4,4
-
4,1
-
4,4
-
8,2
4,4
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
6,4
12,3
-
10,9
21,2
-
10,2
-
4,4
-
18,7
9,2
UMCG
UMCU
2011-2013
2009-2013
Procedurele mortaliteit
In onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens aortakleplijden - TAVI
Jaren
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
2009-2013
2009-2013
2009-2013
2009-2013
2009-2013
Haga
Isala
MCL
2012-2013
MST
2012-2013
Uitkomstindicatoren
Procedurele mortaliteit
30-daagse mortaliteit
Kwaliteit van leven
Vasculaire complicaties
CVA
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
Overleving vrij van klepreïnterventie
Initiële condities
Eerdere hartoperatie
Eerder mitraalkleplijden
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Frailty
Geslacht
Leeftijd
Logistische Euroscore I
Nierinsufficiëntie
STS score
Urgentie van de procedure
Legenda
80
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
OLVG
Procedurele en 30-daagse mortaliteit
Aortakleplijden -TAVI
procedurele en 30-daagse mortaliteit
30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
De verhouding tussen de ‘procedurele
mortaliteit’ en de ‘30-daagse mortaliteit’
wordt, vanwege het korte tijdsinterval
en de hoge patiëntrelevantie, aanvullend
gepresenteerd in een geïntegreerde grafiek.
15%
10%
5%
Legenda
0%
AMC
(n=452)
Amphia
(n=226)
Antonius
(n=471)
Catharina
(n=313)
Erasmus
(n=321)
Haga
(n=0)
Isala
(n=49)
MCL
(n=0)
MST
(n=23)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=182)
UMCU
(n=272)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
procedurele mortaliteit
30-daagse mortaliteit
81
Procedurele mortaliteit
Aortakleplijden -TAVI Procedurele mortaliteit
eerdere hartoperatie
45%
© Stichting Meetbaar Beter
40%
Binnen Isala is geen sterfgeval waarge­
nomen binnen het geïncludeerde cohort.
35%
30%
25%
20%
Bij MST is 1 sterfgeval waargenomen
in de patiëntengroep met een eerdere
hartoperatie.
15%
10%
Legenda
5%
geen eerdere hartoperatie
0%
AMC
(n=447)
Amphia
(n=226)
Antonius
(n=471)
Catharina
(n=313)
Erasmus
(n=321)
Haga
(n=0)
Isala
(n=49)
MCL
(n=0)
MST
(n=23)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=182)
UMCU
(n=272)
eerdere hartoperatie
Aortakleplijden -TAVI Procedurele mortaliteit
eerder mitraalkleplijden
50%
20%
© Stichting Meetbaar Beter
18%
16%
14%
12%
10%
De mortaliteit bij MST in het segment met
‘eerder mitraalkleplijden’ wordt verklaard
door 1 sterfgeval.
8%
6%
4%
Legenda
2%
eerder mitraalkleplijden
0%
AMC
(n=445)
Amphia
(n=221)
Antonius
(n=471)
Catharina
(n=308)
Erasmus
(n=321)
Haga
(n=0)
Isala
(n=49)
MCL
(n=0)
MST
(n=23)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=182)
UMCU
(n=262)
geen eerder mitraalkleplijden
Aortakleplijden -TAVI Procedurele mortaliteit
urgentie van de procedure
100%
20%
© Stichting Meetbaar Beter
18%
16%
14%
12%
10%
8%
De procedurele mortaliteit binnen MST in
het segment ‘opgenomen’ wordt verklaard
door 1 sterfgeval.
6%
4%
2%
Legenda
0%
AMC
(n=435)
82
Amphia
(n=224)
Antonius
(n=471)
Catharina
(n=313)
Erasmus
(n=321)
Haga
(n=0)
Isala
(n=49)
MCL
(n=0)
MST
(n=23)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=182)
UMCU
(n=251)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
gepland
opgenomen
30-daagse mortaliteit
Aortakleplijden -TAVI 30-daagse mortaliteit
210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
150
130
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
110
90
De regressie-analyse, gebaseerd op de
beschikbare gegevens, duidt in de richting
van een relatief ongunstige uitkomst in het
UMCG. De overige verschillen tussen de
hartcentra duiden op natuurlijke variatie.
70
50
30
10
0
10
20
30
Voorspeld aantal events
40
50
De C-statistic is 0,62 (matig).
Aortakleplijden -TAVI 30-daagse mortaliteit
ernstige linkerventrikeldysfunctie
60%
© Stichting Meetbaar Beter
50%
40%
30%
20%
10%
Legenda
0%
AMC
(n=442)
Amphia
(n=220)
Antonius
(n=471)
Catharina
(n=305)
Erasmus
(n=321)
Haga
(n=0)
Isala
(n=49)
MCL
(n=0)
MST
(n=23)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=182)
UMCU
(n=272)
> 50%
30-50%
< 30%
Aortakleplijden -TAVI 30-daagse mortaliteit
logistische Euroscore I
40%
© Stichting Meetbaar Beter
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
Legenda
0%
AMC
(n=451)
Amphia
(n=226)
Antonius
(n=471)
Catharina
(n=312)
Erasmus
(n=321)
Haga
(n=0)
Isala
(n=49)
MCL
(n=0)
MST
(n=23)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=182)
UMCU
(n=272)
laag < 10%
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
middel 10-20%
hoog > 20%
83
Lange-termijn overleving
Aortakleplijden - TAVI Lange-termijn overleving 2009-2013
Aortakleplijden - TAVI Lange-termijn overleving 2012-2013
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,8
0,9
Cumulatief overlevingspercentage
Cumulatief overlevingspercentage
© Stichting Meetbaar Beter
1,0
0,6
0,4
0,8
0,7
0,2
0,6
0,0
0,5
0
500
1000
1500
2000
0
100
200
300
400
500
600
700
800
Overlevingstijd (dagen)
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting
De ‘lange-termijn overleving’ geeft de overleving van patiënten
weer met een maximale follow-up duur van vijf jaar. Omdat niet
alle ziekenhuizen deze gegevens beschikbaar hebben, is de ‘langetermijn overleving’ in twee grafieken weergegeven. De eerste
grafiek toont de overlevingscurven voor de volledige periode van
2009-2013. In deze analyse zijn zes hartcentra meegenomen.
In de tweede grafiek is dezelfde overlevingscurve weergegeven
voor de periode 2012-2013. In deze analyse zijn negen hartcentra
meegenomen. Deze grafieken zijn gecorrigeerd voor alle initiële
condities, behalve de ‘logistische Euroscore I’ (omdat enkele
aparte elementen daarvan al in de regressie-analyse zitten).
Legenda
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
84
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Analyse 2009-2013: Het St. Antonius Ziekenhuis (p=0,01) verschilt
significant in ‘lange-termijn overleving’ van het Catharina
Ziekenhuis. De overige hartcentra verschillen niet significant van
het Catharina Ziekenhuis.
Analyse 2012-2013: Het St. Antonius Ziekenhuis (p=0,03), MST
(p=0,04) en UMCG (p=0,04) verschillen significant in ‘langetermijn overleving’ van UMCU. De overige hartcentra verschillen
niet significant van het UMCU.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Vasculaire complicaties
Aortakleplijden -TAVI Vasculaire complicaties
210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
150
130
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
110
90
70
50
30
10
0
10
20
30
Voorspeld aantal events
40
50
60
De regressie-analyse, gebaseerd op de
beschikbare gegevens, duidt in de richting
van een relatief gunstige uitkomst in
het Amphia Ziekenhuis en St. Antonius
Ziekenhuis en een relatief ongunstige
uitkomst in het UMCU en Erasmus MC. De
overige variatie tussen de centra duidt op
natuurlijke variatie.
De C-statistic is 0,60 (matig).
Aortakleplijden -TAVI Vasculaire complicaties
eerder mitraalkleplijden
50%
45%
© Stichting Meetbaar Beter
40%
35%
30%
25%
20%
De uitkomst bij MST in het segment ‘eerder
mitraalkleplijden’ wordt verklaard door
1 vasculaire complicatie.
15%
10%
Legenda
5%
geen eerder mitraalkleplijden
0%
AMC
(n=445)
Amphia
(n=221)
Antonius
(n=471)
Catharina
(n=308)
Erasmus
(n=320)
Haga
(n=0)
Isala
(n=49)
MCL
(n=0)
MST
(n=23)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=181)
UMCU
(n=261)
eerder mitraalkleplijden
Aortakleplijden -TAVI Vasculaire complicaties
geslacht
80%
© Stichting Meetbaar Beter
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
Legenda
0%
AMC
(n=450)
Amphia
(n=227)
Antonius
(n=471)
Catharina
(n=313)
Erasmus
(n=320)
Haga
(n=0)
Isala
(n=49)
MCL
(n=0)
MST
(n=23)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=181)
UMCU
(n=271)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
man
vrouw
85
CVA
Aortakleplijden -TAVI CVA
geslacht
40%
© Stichting Meetbaar Beter
35%
30%
25%
20%
De uitkomst bij het Amphia Ziekenhuis, Isala
en MST in het segment ‘man’ en bij Isala in
het segment ‘vrouw’ wordt verklaard door
1 CVA.
15%
10%
5%
Legenda
0%
AMC
(n=450)
Amphia
(n=220)
Antonius
(n=471)
Catharina
(n=313)
Erasmus
(n=319)
Haga
(n=0)
Isala
(n=49)
MCL
(n=0)
MST
(n=23)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=182)
UMCU
(n=272)
man
vrouw
Aortakleplijden -TAVI CVA
nierinsufficiëntie
40%
© Stichting Meetbaar Beter
35%
30%
25%
20%
15%
De uitkomst bij MST in het segment ‘geen
nierinsufficiëntie’ wordt verklaard door 1
CVA.
10%
5%
0%
AMC
(n=447)
Amphia
(n=220)
Antonius
(n=471)
Catharina
(n=311)
Erasmus
(n=313)
Haga
(n=0)
Isala
(n=49)
MCL
(n=0)
MST
(n=23)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=182)
UMCU
(n=270)
Legenda
geen nierinsufficiëntie
nierinsufficiëntie
Aortakleplijden -TAVI CVA
urgentie van de procedure
50%
© Stichting Meetbaar Beter
45%
40%
35%
30%
25%
De uitkomst bij AMC, Amphia Ziekenhuis,
St. Antonius Ziekenhuis en UMCU in het
segment ‘opgenomen patiënten’ wordt
bepaald door respectievelijk 6, 1, 1 en 2
CVA’s in dit segment.
20%
15%
10%
5%
0%
AMC
(n=435)
Amphia
(n=217)
Antonius
(n=471)
Catharina
(n=313)
Erasmus
(n=319)
Haga
(n=0)
Isala
(n=49)
MCL
(n=0)
MST
(n=23)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=182)
UMCU
(n=281)
Legenda
gepland
opgenomen
86
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
Aortakleplijden -TAVI Implantatie nieuwe permanente pacemaker
210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
150
130
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
110
90
70
50
30
10
0
10
20
30
Voorspeld aantal events
40
50
60
Het St. Antonius Ziekenhuis ontbreekt in
de analyse vanwege te veel ontbrekende
gegevens. De regressie-analyse, gebaseerd op
de beschikbare gegevens, duidt in de richting
van een relatief gunstige uitkomst in het AMC
en een relatief ongunstige uitkomst in het
UMCG en Erasmus MC. De overige variatie
tussen de centra duidt op natuurlijke variatie.
De C-statistic is 0,62 (matig).
Aortakleplijden -TAVI Implantatie nieuwe permanente pacemaker
eerder mitraalkleplijden
50%
45%
© Stichting Meetbaar Beter
40%
35%
30%
25%
De uitkomst bij MST in het segment
‘eerder mitraalkleplijden’ wordt verklaard
door 1 ‘implantatie van een permanente
pacemaker’.
20%
15%
10%
Legenda
5%
geen eerder mitraalkleplijden
0%
AMC
(n=444)
Amphia
(n=216)
Antonius
(n=0)
Catharina
(n=308)
Erasmus
(n=321)
Haga
(n=0)
Isala
(n=49)
MCL
(n=0)
MST
(n=23)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=182)
UMCU
(n=262)
eerder mitraalkleplijden
Aortakleplijden -TAVI Implantatie nieuwe permanente pacemaker
leeftijd
45%
© Stichting Meetbaar Beter
40%
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
0%
AMC
(n=451)
Amphia
(n=220)
Antonius
(n=0)
Catharina
(n=313)
Erasmus
(n=321)
Haga
(n=0)
Isala
(n=49)
MCL
(n=0)
MST
(n=23)
OLVG
(n=0)
UMCG
(n=182)
UMCU
(n=272)
Legenda
75-84
<75
>=85
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
87
Overleving vrij van klepreïnterventie
Aortakleplijden - TAVI Overleving vrij van klepreïnterventie
2009-2013
© Stichting Meetbaar Beter
1,00
0,99
Cumulatief overlevingspercentage
0,98
0,97
0,96
0,95
0,94
0,93
0,92
0,91
0,90
0
500
1000
1500
2000
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting
De ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ geeft de overleving weer
van de patiënt vrij van een nieuwe interventie aan de aortaklep
met een maximale follow-up duur van vijf jaar. De gegevens met
betrekking tot ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ na TAVI is in
drie hartcentra (AMC, Catharina Ziekenhuis en UMCU) voldoende
beschikbaar voor rapportage.
Legenda
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
88
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse initiële
condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’, omdat enkele aparte
elementen daarvan al in de regressie-analyse zitten). Hoe vlakker
de lijn loopt, hoe minder patiënten een klepreïnterventie hebben
ondergaan in de periode na een TAVI.
Binnen deze analyse zijn geen statistisch significante verschillen
waargenomen.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Daadwerkelijk en structureel verbeteren
“
Ga met alle hartcentra staan voor de
beste zorg tegen de beste prijs. Maak je
hard voor transparantie van uitkomsten,
samen met patiëntenorganisaties en
zorgverzekeraars. Zo creëren we samen
transparante en houdbare verbeterzorg.
”
Prof. dr. Robbert Huijsman MBA
Senior Manager Kwaliteit & Innovatie
Divisie Zorg & Gezondheid van Achmea
Leiden
Bijzonder hoogleraar Management & Organisatie van de Ouderenzorg
Instituut Beleid & Management Gezondheidszorg, Erasmus Universiteit
Rotterdam
H
art voor transparantie, dat is het unieke van de stichting
Meetbaar Beter. De aangesloten hartcentra werken gezamenlijk
hard aan het inzichtelijk maken en verbeteren van de
uitkomsten van behandelingen bij hartproblemen. Helaas doen
nog niet alle hartcentra mee, daar zou Meetbaar Beter zich hard
voor moeten maken!
Meetbaar Beter is inspirerend en doorloopt heldere stappen:
1) uitkomstindicatoren ontwikkelen
2) resultaten van behandelingen meten
3) uitkomsten op ziekenhuisniveau transparant maken
4)ziekenhuizen bespreken uitkomsten onderling om
van elkaar te leren.
Alleen zo kan de kwaliteit van zorg continu verbeteren. Daarbij
hoort nog een vijfde stap: informeer de patiënten over de
zorguitkomsten. Waarom wachten totdat álle informatie voor álle
ziekenhuizen hónderd percent beschikbaar is?! Ziekenhuizen die
al wel zo ver zijn, zoeken de transparantie eerder op. Bijvoorbeeld
met toegankelijke infographics voor patiënten met coronairlijden.
Dat zal anderen inspireren snel te volgen.
Achmea werkt via haar programma Kwaliteit van Zorg van
harte samen met Meetbaar Beter, want coronairlijden treft
in Nederland meer dan 700.000 mensen en jaarlijks worden
ruim 11.000 bypassoperaties en 45.000 dotterbehandelingen
uitgevoerd. Dat zijn grote aantallen, met een enorme impact
op patiënten en hun sociale- en werkomgeving, op de
zorgkosten maar ook de verzuimkosten bij werkgevers. Voor
het verbeteren van de kwaliteit van zorg zet Achmea in op
structurele samenwerking met het zorgveld. Daarbij ligt de focus
op uitkomstindicatoren, als operationalisatie van toegevoegde
waarde vanuit de theorie van Value Based Healthcare. Zo kunnen
we de best mogelijke toegevoegde waarde tegen de meest
aantrekkelijke prijs realiseren. Goede uitkomstindicatoren vanuit
primaire bronregistraties, met kortcyclische feedback, werken
in de verbetercyclus als signaalindicatoren voor verbetering
en innovatie van onderliggende processen en structuren.
Zo luidt althans de filosofie en nu worden in Nederland de
eerste resultaten realiteit. Meetbaar Beter kan haar prachtige
ontwikkelfunctie nog krachtiger inzetten door deze lijn verder
op te pakken. Zijn we al zo ver dat added value kan worden
ingekocht, bijvoorbeeld via prestatiecontractering? Ga met
alle hartcentra staan voor de beste zorg tegen de beste prijs.
Maak je hard voor transparantie van uitkomsten, samen met
patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars. Zo creëren we samen
transparante en houdbare verbeterzorg. Meetbaar Beter kan
daarin één van de inspirerende koplopers worden.
89
Eigen foto/Afdeling cardiologie UMCU
4
90
Gecombineerd
aortakleplijden en
coronairlijden
Bij patiënten met zowel afwijkingen van de aortaklep als van
de kransslagaderen (coronairarteriën) bestaat de mogelijkheid
om beide aandoeningen te behandelen door middel van een
gecombineerde operatie waarbij de aortaklep wordt vervangen
en er 1 of meerdere kransslagaderomleidingen worden
gemaakt. Deze uitgebreide operatie is in de meeste gevallen
risicovol; studies tonen aan dat het risico op overlijden groter is
dan de risico’s van de afzonderlijke ingrepen bij elkaar opgeteld.
(1-4) Vaak hebben deze patiënten meer comorbiditeiten zoals
perifeer vaatlijden, diabetes en hypertensie. Ook is de leeftijd
vaak hoger dan in de afzonderlijke groepen. Er is een trend om
deze patiënten te opereren voordat er schade ontstaat aan de
hartspier (4).
Het vervangen van de aortaklep nadat in het verleden een
bypassoperatie (CABG) heeft plaatsgevonden (re-operatie) gaat
gepaard met een hoger risico op complicaties. Het wordt derhalve
aangeraden de aortaklep vroeger te vervangen dan wanneer
het om geïsoleerd aortakleplijden zou gaan, als de patient al
geopereerd moet worden aan de kransslagaders. (5) Natuurlijk zal
individuele risico-inschatting doorslaggevend zijn in de keuze voor
het al dan niet verrichten van deze combinatie ingreep. (6)
Ook andere technieken worden verder ontwikkeld om hoog
risico groep patienten succesvol te behandelen zoals percutane
aortaklepplaatsing (TAVI) gecombineerd met stentplaatsing in de
vernauwde kransslagader(s) (PCI).
1Website Nederlandse vereniging voor thoraxchirurgie http://www.nvtnet.
nl/?page_id=10.
2Kasimir MT, Bialy J, Moidl R, Simon-Kupilik N, Mittlböck M, Hiesmayr M, Wolner
E, Simon P: EuroSCORE predicts mid-term outcome after combined valve and
coronary bypasssurgery.
J Heart Valve Dis 2004, 13:439-43.
3Kurlansky PA, Williams DB, Traad EA, Carrillo RG, Schor JS, Zucker M, Ebra G:
The influence of coronary artery disease on quality of life after mechanical valve
replacement.
J Heart Valve Dis 2004, 13:260-71.
4Bridgewater B, Kinsman R, Walton P, Gummert J, Kappetein AP: The 4th European
Association for Cardio-Thoracic Surgery adult cardiac surgery database report.
Interact Cardiovasc Thorac Surg 2011, 12:4-5.
4Beach J, et al “Coronary artery disease and outcomes of aortic valve replacement
for severe aortic stenosis” J Am Coll Cardiol 2013; 61: 837-848.
5Smith WT 4th, Ferguson TB Jr, Ryan T, Landolfo CK, Peterson ED. Should coronary artery bypass graft surgery patients with mild or moderate aortic stenosis
undergo concomitant aortic valve replacement? A decision analysis approach to
the surgical dilemma. J Am Coll Cardiol 2004;44:1241 – 1247.
6Guidelines on the management of valvular heart disease (version 2012),
European Heart Journal (2012) 33, 2451-2496.
In de figuur wordt voor de medische behandeling CABG + AVR de uitkomstindicator die het hoogste in de uitkomstindicatorenhiërarchie staat
een trend weergegeven over de tijd voor alle hartcentra samen. In de analyse zijn de hartcentra meegenomen die voldoen aan de gestelde
normen beschreven in het hoofdstuk datamanagement. Op de x-as staan de jaren van rapportage vermeld. Op de y-as staat de ruwe uitkomst
voor alle meegenomen hartcentra samen.
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR
30-daagse mortaliteit
(totaal van alle ziekenhuizen n=10)
8%
© Stichting Meetbaar Beter
7%
6%
5%
4%
3%
2%
1%
0%
2009
2010
2011
2012
2013
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
91
Ontwikkelingen in 2014
Het outcome team CABG + AVR heeft, in nauwe samenwerking
met de outcome teams CABG en AVR, een selectie gemaakt van
de meest patiëntrelevante uitkomstindicatoren voor patiënten
die behandeld worden door een gecombineerde CABG + AVR
operatie. De patiëntengroep die een gecombineerde CABG +
AVR operatie ondergaat vanwege gecombineerd coronairlijden
en aortakleplijden, is binnen de Meetbaar Beter systematiek een
unieke groep. Het is de eerste medische conditie die bestaat uit
een combinatie van pathologieën waarvoor patiëntrelevante
uitkomstindicatoren zijn geselecteerd aan de hand van de binnen
Meetbaar Beter gehanteerde methodologie.
Hiërarchie gecombineerd voor CABG + AVR
Hiërarchie
CABG + AVR
uitkomstindicatoren
Overleving
30-daagse mortaliteit
120-daagse mortaliteit
Mate van herstel /
gezondheid
Kwaliteit van leven
Duur van herstel / hervatting
van alledaagse activiteiten
Schade van de behandeling
(bijwerkingen, complicaties
of medische fouten)
CVA
Bloedtransfusie nodig
Duurzaamheid van herstel of
gezondheid
Overleving vrij van
reïnterventie
Gevolgen van de behandeling
op lange termijn
CABG + AVR initiële condities
Atriumfibrilleren
Chronische longziekte
Diabetes mellitus
Geslacht
Leeftijd
Logistische Euroscore I
Nierinsufficiëntie
Recent myocardinfarct
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: Dr. G.J. Brandon Bravo Bruinsma (Isala), dhr. J. Koster en
dhr. T. W. Waterbolk (UMCG).
92
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
4.1 CABG + AVR
‘30-daagse mortaliteit ‘en de initiële condities (behalve
‘atriumfibrilleren’) voldoende beschikbaar voor de analyse. Bij
de overige uitkomstindicatoren is het Erasmus MC, vanwege
onvolledige gegevens, buiten de analyse gelaten. Het UMCG
is niet meegenomen in de regressie-analyses vanwege te veel
ontbrekende gegevens met betrekking tot ‘atriumfibrilleren’,
‘diabetes mellitus’ en ‘recent myocardinfarct’.
De uitkomsten van deze gecombineerde behandeling zijn in de
Meetbaar Beter rapportage 2014 voor het eerst opgenomen.
Elf Nederlandse hartcentra presenteren in deze rapportage
volledig transparant de resultaten van de geleverde zorg. Het
UMCU heeft geen gegevens aangeleverd voor de patiëntengroep
met gecombineerd coronairlijden en aortakleplijden. Voor
het Erasmus MC zijn de gegevens met betrekking tot de
In onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven.
Ruwe uitkomsten gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
30-daagse mortaliteit
4,4
3,8
3,8
4,8
1,8
6,4
1,8
5,2
4,5
2,0
3,0
-
120-daagse mortaliteit
5,1
5,0
6,8
6,6
-
9,2
4,0
7,0
9,2
2,6
4,2
-
CVA
1,5
0,5
2,6
3,4
-
2,8
1,8
1,7
0,2
1,3
1,2
-
-
43,6
54,5
31,9
-
54,5
27,1
53,6
43,5
63,6
40,4
-
UMCU
Bloedtransfusie nodig
In onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven.
Compleetheid gegevens gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR
Jaren
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
2012-2013
2009-2013
2011-2013
2009-2013
2009-2013
2012-2013
2009-2013
2011-2013
2009-2013
2009-2013
2011-2013
Uitkomstindicatoren
30-daagse mortaliteit
120-daagse mortaliteit
Kwaliteit van leven
CVA
Bloedtransfusie nodig
Overleving vrij van reïnterventie
Initiële condities
Atriumfibrilleren
2013
Chronische longziekte
Diabetes mellitus
Geslacht
Leeftijd
Logistische Euroscore I
Nierinsufficiëntie
Recent myocardinfarct
Legenda
gegevens compleet
niet voldoende gegevens beschikbaar
gegevens niet geleverd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
93
30-daagse mortaliteit
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR 30-daagse mortaliteit
chronische longziekte
30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
10%
5%
Legenda
geen chronische longziekte
0%
AMC
(n=137)
Amphia
(n=637)
Antonius
(n=338)
Catharina
(n=502)
Erasmus
(n=224)
Haga
(n=109)
Isala
(n=506)
MCL
(n=172)
MST
(n=444)
OLVG
(n=308)
UMCG
(n=166)
UMCU
(n=0)
chronische longziekte
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR 30-daagse mortaliteit
logistische Euroscore I
© Stichting Meetbaar Beter
56%
50%
40%
30%
Het segment ‘logistische Euroscore I’ >20%
bestaat enkel in het Amphia Ziekenhuis
(n=78) en Isala (n=56) uit patiëntengroepen
met een omvang groter dan 30 patiënten.
20%
10%
Legenda
0%
AMC
(n=136)
Amphia
(n=637)
Antonius
(n=339)
Catharina
(n=502)
Erasmus
(n=224)
Haga
(n=109)
Isala
(n=506)
MCL
(n=172)
MST
(n=444)
OLVG
(n=308)
UMCG
(n=166)
UMCU
(n=0)
laag < 10%
middel 10-20%
hoog > 20%
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR 30-daagse mortaliteit
nierinsufficiëntie
30%
© Stichting Meetbaar Beter
25%
20%
15%
10%
Bij het AMC ontbreken de gegevens voor de
initiële conditie ‘nierinsufficiëntie’.
5%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
94
Amphia
(n=637)
Antonius
(n=339)
Catharina
(n=496)
Erasmus
(n=224)
Haga
(n=109)
Isala
(n=506)
MCL
(n=172)
MST
(n=444)
OLVG
(n=307)
UMCG
(n=166)
UMCU
(n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen nierinsufficiëntie
nierinsufficiëntie
120-daagse mortaliteit
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden CABG + AVR 120-daagse mortaliteit
210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
150
130
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
110
Bij het AMC ontbreken de gegevens voor de
initiële conditie ‘nierinsufficiëntie’.
90
70
50
30
10
0
10
20
30
Voorspeld aantal events
40
50
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR 120-daagse mortaliteit
logistische Euroscore I
56%
De regressie-analyse, gebaseerd op de
beschikbare gegevens, duidt in de richting
van een relatief gunstige uitkomst in het
OLVG en een relatief ongunstige uitkomst
in het MST. De overige variatie tussen de
centra duidt op natuurlijke variatie.
De C-statistic is 0,67 (matig).
© Stichting Meetbaar Beter
50%
40%
30%
De uitkomsten in het segment ‘logistische
Euroscore I’ >20% in het AMC,
HagaZiekenhuis, MCL, OLVG en UMCG zijn
berekend binnen een patiëntengroep van
minder dan 20 patiënten.
20%
10%
Legenda
0%
AMC
(n=136)
Amphia
(n=637)
Antonius
(n=339)
Catharina
(n=502)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=109)
Isala
(n=506)
MCL
(n=172)
MST
(n=444)
OLVG
(n=308)
UMCG
(n=166)
UMCU
(n=0)
laag < 10%
middel 10-20%
hoog > 20%
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR 120-daagse mortaliteit
nierinsufficiëntie
35%
© Stichting Meetbaar Beter
30%
25%
20%
15%
10%
Bij het AMC ontbreken de gegevens voor de
initiële conditie ‘nierinsufficiëntie’.
5%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
Amphia
(n=637)
Antonius
(n=339)
Catharina
(n=496)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=109)
Isala
(n=506)
MCL
(n=172)
MST
(n=444)
OLVG
(n=307)
UMCG
(n=166)
UMCU
(n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen nierinsufficiëntie
nierinsufficiëntie
95
Kwaliteit van leven
Kwaliteit van leven (SF36) Catharina, CABG + AVR
N = 181, respons = 47%
Gemiddelde scores
100
© Stichting Meetbaar Beter
Legenda
90
Vlak voor interventie
80
1 jaar na interventie
70
Algemene Nederlandse populatie
60
50
40
30
De ‘kwaliteit van leven’ van patiënten die
behandeld worden met CABG + AVR is
gemeten door het Catharina Ziekenhuis
en Isala. Dit is bij beiden gedaan met de
SF36-vragenlijst. De ‘kwaliteit van leven’ is
gemeten vóór de interventie en één jaar na
de interventie. De resultaten zijn vergeleken
met de gemiddelde ‘kwaliteit van leven’ van
de Nederlandse populatie.
20
10
0
Gezondheidsdimensies
Kwaliteit van leven (SF36) Isala, CABG + AVR
N = 374, respons = 72%
100
© Stichting Meetbaar Beter
90
Gemiddelde scores
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Gezondheidsdimensies
96
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Bloedtransfusie nodig
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden CABG + AVR Bloedtransfusie nodig
210
© Stichting Meetbaar Beter
190
Gestandaardiseerde uitkomstratios
170
150
130
Legenda
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
110
Het AMC is niet meegenomen in
de analyses met betrekking tot de
uitkomstindicator ‘bloedtransfusie nodig’,
in verband met het ontbreken van de
betreffende gegevens.
90
70
50
30
10
0
50
100
150
Voorspeld aantal events
200
250
300
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR Bloedtransfusie nodig
geslacht
100%
De regressie-analyse, gebaseerd op de
beschikbare gegevens, duidt in de richting
van een relatief gunstige uitkomst in het
Catharina Ziekenhuis en Isala en een relatief
ongunstige uitkomst in het St. Antonius
Ziekenhuis en OLVG. De overige variatie
tussen de centra duidt op natuurlijke variatie.
© Stichting Meetbaar Beter
De C-statistic is 0,68 (matig).
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
AMC
(n=0)
Amphia
(n=637)
Antonius
(n=343)
Catharina
(n=504)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=33)
Isala
(n=506)
MCL
(n=168)
MST
(n=444)
OLVG
(n=308)
UMCG
(n=166)
UMCU
(n=0)
Legenda
man
vrouw
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR Bloedtransfusie nodig
recent myocardinfarct
© Stichting Meetbaar Beter
120%
100%
80%
60%
Bij het UMCG ontbreken de gegevens voor
de initiële conditie ‘recent myocardinfarct’.
40%
20%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
Amphia
(n=637)
Antonius
(n=343)
Catharina
(n=498)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=33)
Isala
(n=506)
MCL
(n=168)
MST
(n=444)
OLVG
(n=308)
UMCG
(n=0)
UMCU
(n=0)
geen recent myocardinfarct
recent myocardinfarct
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
97
CVA
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR CVA
diabetes mellitus
12%
© Stichting Meetbaar Beter
10%
8%
6%
4%
Bij UMCG ontbreken de gegevens voor de
initiële conditie ‘diabetes mellitus’.
2%
Legenda
0%
AMC
(n=137)
Amphia
(n=637)
Antonius
(n=343)
Catharina
(n=502)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=109)
Isala
(n=506)
MCL
(n=172)
MST
(n=443)
OLVG
(n=308)
UMCG
(n=0)
geen diabetes mellitus
diabetes mellitus
UMCU
(n=0)
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR CVA
geslacht
10%
© Stichting Meetbaar Beter
9%
8%
7%
6%
5%
4%
3%
2%
1%
Legenda
0%
AMC
(n=137)
Amphia
(n=637)
Antonius
(n=343)
Catharina
(n=504)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=109)
Isala
(n=506)
MCL
(n=172)
MST
(n=444)
OLVG
(n=308)
UMCG
(n=166)
UMCU
(n=0)
man
vrouw
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR CVA
nierinsufficiëntie
16%
© Stichting Meetbaar Beter
14%
12%
10%
8%
6%
Bij AMC ontbreken de gegevens voor de
initiële conditie ‘nierinsufficiëntie’.
4%
2%
Legenda
0%
AMC
(n=0)
98
Amphia
(n=637)
Antonius
(n=343)
Catharina
(n=498)
Erasmus
(n=0)
Haga
(n=109)
Isala
(n=506)
MCL
(n=172)
MST
(n=444)
OLVG
(n=307)
UMCG
(n=166)
UMCU
(n=0)
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
geen nierinsufficiëntie
nierinsufficiëntie
Overleving vrij van reïnterventie
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR
Overleving vrij van reïnterventie 2009-2013
© Stichting Meetbaar Beter
1,00
0,99
0,99
0,98
0,98
0,97
0,96
0,95
0,94
0,93
0,97
0,96
0,95
0,94
0,93
0,92
0,92
0,91
0,91
0,90
0,90
0
500
1000
1500
2000
© Stichting Meetbaar Beter
1,00
Cumulatief overlevingspercentage
Cumulatief overlevingspercentage
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR
Overleving vrij van reïnterventie 2012-2013
0
Overlevingstijd (dagen)
100
200
300
400
Overlevingstijd (dagen)
Toelichting
Legenda
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus MC
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Voor het Catharina Ziekenhuis zijn voldoende gegevens
beschikbaar om de uitkomstindicator ‘overleving vrij van
reïnterventie’ te rapporteren voor de jaren 2009-2013. Voor Isala
en MST zijn gegevens beschikbaar over 2012 en 2013, waarbij er
maximaal 1 jaar follow-up is voor de geïncludeerde patiënten.
Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse
initiële condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’). Hoe vlakker
de lijn loopt, hoe minder patiënten een reïnterventie hebben
ondergaan in de periode na een CABG + AVR.
Analyse 2012-2013 (maximaal 1 jaar follow-up): de binnen
deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in
‘overleving vrij van reïnterventie’ zijn niet statistisch significant.
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
99
De mens centraal
“
Meetbaar Beter: gestart vanuit de
professionals, maar met oog voor
uitkomsten die relevant zijn voor
patiënten.
”
Prof. dr. Diana Delnoij
Hoofd Kwaliteitsinstituut
Diemen
Bijzonder hoogleraar Transparantie in de zorg vanuit patiëntenperspectief
Universiteit van Tilburg
Tilburg
H
et Kwaliteitsinstituut wil burgers helpen bij het
beantwoorden van twee belangrijke vragen: wat is goede zorg bij
mijn aandoening(en) of ondersteuningsbehoefte? En waar vind
ik goede zorg? Wij hebben wettelijke bevoegdheden gekregen
om te zorgen dat de burger antwoord op die vragen krijgt,
bijvoorbeeld doordat we in uiterste gevallen zelf opdracht kunnen
geven voor de ontwikkeling van een kwaliteitsstandaard die
beschrijft wat goede zorg is en doordat we de verplichting tot het
publiceren van kwaliteitsinformatie kunnen opleggen, zodat we
de burger kunnen helpen bij het vinden van goede zorg.
Als professionals, gedreven door nieuwsgierigheid en de wil
om te verbeteren, zelf aan de slag gaan om uit te zoeken wat
voor welke patiënt goede zorg is en als die professionals de
verantwoordelijkheid voelen om de uitkomsten van die zorg
openbaar te maken, dan hoeft het Kwaliteitsinstituut zijn wettelijke
instrumenten niet in te zetten. Dat zien we natuurlijk veel liever.
Meetbaar Beter is zo’n initiatief: gestart vanuit de professionals,
maar met oog voor uitkomsten die relevant zijn voor patiënten.
Omdat de uitkomsten relevant zijn voor patiënten mogen die ook
meteen meekijken hoe de verschillende centra het doen.
100
Meetbaar Beter is begonnen in twee centra, maar inmiddels
uitgebreid tot 12 van de 16 Nederlandse hartcentra. Nog 4 te
gaan en dan heeft de hartpatiënt écht een volledig overzicht.
Dat juichen wij van harte toe, want in de lijst van indicatoren
die ziekenhuizen aan ons loket op www.zorginzicht.nl moeten
aanleveren, ontbreken tot nu toe indicatoren met betrekking tot
hartziekten. Dat kan eigenlijk niet. We hebben het tenslotte over
doodsoorzaak nummer 2.
Hebben we als overheid verder nog iets te wensen? Nou, er
zijn nog wel een paar zaken die wij belangrijk vinden. Zo zou
het bijvoorbeeld mooi zijn als de kennis die binnen Meetbaar
Beter wordt opgedaan over wat bij welk type hartpatiënt
goede zorg is, snel zijn weg vindt naar de diverse richtlijnen en
vooral ook terecht komt in patiëntenfolders en keuzehulpen.
Daarbij is uitleg over de effecten op kwaliteit van leven
essentieel. Het is goed dat Meetbaar Beter ook daar inzicht
in biedt, want het gaat niet alleen om overleven en ook niet
alleen om het verhelpen van de hartkwaal. De mens als geheel
moet centraal staan.
Seismografische transformatie van de gezondheidszorg
“
Zonder twijfel helpt Meetbaar Beter
mee aan één van de belangrijkste en
meest betekenisvolle stappen die
genomen moeten worden in de sterk
veranderde zorg van vandaag.
”
Prof. dr. Daniel W. Hommes MD
Professor of Medicine
University of California, Los Angeles
Los Angeles, USA
Z
onder twijfel helpt Meetbaar Beter mee aan één van de
belangrijkste en meest betekenisvolle stappen die genomen
moeten worden in de sterk veranderde zorg van vandaag. Niets kan
veranderd worden zonder het eerst meetbaar te maken. Het succes
van dit initiatief kan alleen maar groter worden als meer centra en
stakeholders zich aan gaan sluiten bij dit initiatief. Maar niet alleen
zorgverleners moeten zich aangesproken voelen, maar juist ook
zorgverzekeraars, overheden en de biomedische industrie.
Een groot dilemma van de huidige kwaliteitsinitiatieven in de zorg
is het feit dat dit vaak gepaard gaat met stijgende kosten. Dit kan
verklaard worden door een toenemend aantal verrichtingen, het
aanschaffen van nieuwe apparatuur of informatietechnologie,
ofwel door het implementeren van nieuwe zorgprocessen. Deze
processen worden niet vaak afgewogen tegen de uiteindelijke
individuele gezondheidswinst.
In de VS wordt er hard gewerkt aan soortgelijke initiatieven.
Geïnspireerd op hetzelfde gedachtegoed als Meetbaar Beter
hebben wij binnen UCLA het zgn “Value-Quotient” of “vQ”-model
ontwikkeld. Binnen het model, dat in 2011 is geïntroduceerd,
worden individuele gezondheidswinst en geassocieerde kosten
direct gekoppeld. Om dit mogelijk te maken is een geavanceerde IT
infrastructuur gekoppeld aan het electronisch medisch dossier met
applicaties voor patiënten, zorgverleners en verzekeraars. Het is
essentieel gebleken om verzekeraars direct te laten deelnemen aan
het proces, niet in de laatste plaats vanwege het feit dat historische
verzekeringsdata belangrijk voorspellend vermogen hebben in het
inschatten van het toekomstige gezondheidsrisico.
Het UCLA vQ-model staat enorm in de belangstelling en wordt
nu over 16 chronische ziektebeelden uitgerold waaronder
atriumfibrilleren. Binnen het model voor atriumfibrilleren speelt
de ketenzorg een belangrijke rol. Het model geeft inzicht in de
organisatie en praktische uitrol van in hoge mate gecoördineerde
zorg waarbij alle betrokkenen uit de keten een duidelijke rol
en verantwoordelijkheid hebben en via technologie aan elkaar
gekoppeld worden. De uiteindelijk behaalde gezondheidswinst
gekoppeld aan een reductie in zorgkosten levert uiteindelijk
zorgbesparingen op die gezamenlijk kunnen worden aangewend.
Denk hierbij aan een zorgpremie reductie voor de participerende
patiënt, of een prestatiebonus voor de participerende
zorgverlener. In de VS is dit onder ‘Obama-care’ mogelijk gemaakt
via het zgn. “shared-saving” zorgcontract. UCLA zal de komende
jaren samen met Meetbaar Beter initiatieven ontwikkelen om
methodieken te vergelijken en tot praktijkgerichte toepassingen
te komen.
101
Pieter Crucq/AMC
5
102
Deelnemende
hartcentra aan
het woord
Het Academisch Medisch Centrum (AMC) en zijn Hartcentrum zijn
internationaal erkend voor prestaties op het gebied van complexe
cardiovasculaire zorg, opleiding en onderzoek. Dit betekent
ook dat alle zorg - ook de relatief eenvoudige - van een goede
kwaliteit is en ook patiëntvriendelijk moet zijn. Door de veelheid
van taken en de grote hoeveelheid medewerkers is dit niet steeds
gemakkelijk te realiseren.
Daarom vragen wij niet alleen veel inzet van onze artsen maar
ook van onze verpleegkundigen en richten wij al onze aandacht
op veiligheid en patiëntvriendelijkheid. Zo doet het AMC mee aan
het JCI accreditatieprogramma en wordt gewerkt met specialisten
die door de ernst van de ziekte riskante interventies moeten
uitvoeren, maar dit steeds verantwoord en veilig doen. Het
programma Meetbaar Beter maakt het mogelijk om de resultaten
van deze inspanning te vergelijken en ook te leren van slimme
oplossingen bedacht in andere ziekenhuizen. Meetbaar Beter
geeft ook de mogelijkheid om instrumenten te ontwikkelen om
die kwaliteit voor een goede prijs te leveren en te toetsen.
Het AMC Hartcentrum maakt zich vooral sterk dat de kennis van
Meetbaar Beter met patiënten kan worden gedeeld en hen helpt
bij het kiezen van voor hen de beste en veiligste behandeling.
De afdeling interventiecardiologie van het Amphia Ziekenhuis
Breda doet voor het tweede jaar mee met Meetbaar Beter.
Tot onze voldoening hebben wij thans de gegevens van onze
dotterbehandelingen (PCI-data) grotendeels compleet kunnen
aanleveren. Hiervoor is bijzonder veel werk verzet door onze
projectleider en datamanager. Een enorme hoeveelheid gegevens
is door een groep medisch studenten uit Antwerpen, met grote
inzet en veel enthousiasme, ingevoerd in nieuwe databases. Hoe
de PCI-uitkomsten zullen zijn, na bewerking volgens de Meetbaar
Beter systematiek, weten wij op dit moment van schrijven
nog niet. Wel hebben wij een goede indruk van de ruwe data.
Een angiografisch succespercentage van 95% en een éénjaars
mortaliteit van 3,6% zijn uitstekende cijfers voor een hartcentrum
met regionale verwijzingsfunctie.
Voor TAVI (hartklepvervanging via catheters, meestal via de lies)
zijn voor het eerst gegevens verzameld voor Meetbaar Beter.
Uit wetenschappelijke studie en registraties blijkt dat wereldwijd
de uitkomsten van deze, relatief nieuwe ingreep, jaarlijks beter
worden. Ook in het Amphia zien we een sterke daling van het
aantal complicaties in 2013. Er was geen sterfte tijdens de ingreep
en de ziekenhuisopname. Het belangrijke getal van éénmaands
mortaliteit bedroeg 2%, hetgeen zeer laag is voor een dergelijke
ingreep in een hoog-risico patiëntengroep met een gemiddelde
leeftijd van boven de 80 jaar.
Bij de interventiecardiologie heeft het Meetbaar Beter project
tot een bewustwording geleid dat kwaliteitsindicatoren
een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de
patiëntenzorg. De inspanningen die hier voor nodig zijn, leveren
ook daadwerkelijk een toegevoegde waarde.
Tijdens onze deelname aan Meetbaar Beter hebben we
gezien en geleerd dat het registreren en het aanleveren van
gegevens een hele klus is. Hier zijn al een aantal verbeteracties
uit voort gekomen, zoals onder andere het verbeteren van
onze systemen. We zorgen er ook voor dat we ieder jaar meer
gegevens kunnen aanleveren. Zo lag vorig jaar onze focus met
name op het CABG gedeelte. Zoals in het bovenstaande stuk
geschreven, hebben we dit jaar een enorme slag kunnen slaan
met onze PCI en TAVI gegevens. Voor volgend jaar zullen ook
de elektrofysiologie gegevens aan de orde komen. Naast het
aanleveren van gegevens, zijn we er ook bewust van geworden
dat het van belang is om een juiste follow-up op te zetten.
We zullen hier per 1 januari mee gaan starten, waardoor we
een beter inzicht zullen gaan krijgen in het verdere verloop en
herstel van onze patiënten. Door Meetbaar Beter krijgen we een
beter inzicht in onze kwaliteit van zorg en kunnen we ons blijven
verbeteren.
103
Hartcentrum
Het St. Antonius Hartcentrum (SAH) is een hoogstaand hart­
behandelcentrum met een internationale reputatie. Onze
top­specialisten streven, samen met de de andere Nederlandse
Hartcentra, naar de best mogelijke behandeling van hartklachten
en -aandoeningen. Het SAH staat bekend om de toepassing
en ontwikkeling van de nieuwste behandelmethoden, zoals de
hartoorsluiting, percutane mitralisklep clipping en minimaal
invasieve hartchirurgie. Daarbij is wetenschappelijk onderzoek
onmisbaar. Het hartcentrum heeft een eigen afdeling voor onder­
zoek naar nieuwe, verbeterde behandelingen van hartpatiënten.
Motivatie
Het SAH is mede-initiatiefnemer van Meetbaar Beter. Wij geloven
sterk in het concept van het verbeteren van uitkomstindicatoren
en (werk)processen door kwantitatief en kwalitatief inzicht te
krijgen in uitkomstindicatoren.
Verbeteracties
Binnen het SAH is het afgelopen jaar veel aandacht besteed
aan de ontwikkeling van gegevensverzamelingen en
procesbeschrijving. Er is een kwaliteitscommissie ingesteld
voor het SAH die tweewekelijks bijeenkomt. Bovendien worden
concrete stappen genomen om een geavanceerd Cardiologisch
Informatie Systeem aan te schaffen, zodat uitkomstindicatoren
beter gemonitord kunnen worden.
De uitkomsten van Meetbaar Beter worden ook meegenomen als
belangrijke gegevens binnen de zorgketen van samenwerkende
verwijzende centra en ons hartcentrum. Zo werd tijdens
het Meetbaar Beter intern event van 2 juli 2014 aan andere
hartcentra getoond, wat het SAH heeft gedaan om het aantal
diepe sternumwondinfecties verder te beperken.
Het digitaliseren van de hartteambesprekingen en automatiseren
van diverse planbureaus (ok, ptca, ritme etc) binnen het SAH
is in volle gang en we hopen begin 2016 van start te gaan met
een nieuw systeem waarbij patiëntenbespreking efficiënter
verloopt en waarbij verwijzers hun patiënten kunnen volgen in de
wachtlijst en het plantraject.
104
Het project Meetbaar Beter begint sinds 2013 aantoonbaar haar
vruchten af te werpen in het Catharina Ziekenhuis, één van de
initiatiefnemers van Meetbaar Beter, cardioloog Tim Simmers
over de inmiddels opgestarte verbetercyclus: “Meetbaar Beter
verandert onze manier van werken en de manier waarop wij
naar onze uitkomsten kijken. Er worden nieuwe mogelijkheden
gecreëerd om deze uitkomsten te verbeteren ten behoeve
van de patiënt.” Een speciaal ingerichte kwaliteitsdata­base
die wordt beheerd door hiervoor aangestelde en getrainde
verpleegkundigen vormt de basis van deze kwaliteitscyclus.
De Commissie Kwaliteit van het hartcentrum definieert
aandachtspunten voor nader onderzoek en mogelijke
verbetermaatregelen aan de hand van inzichten in uitkomsten.
Onderzoek toonde o.a. aan dat de mortaliteitscijfers en in stenttromboses na PCI op uitstekend niveau zijn, ook in vergelijking
met internationale literatuur.
Verbeteracties werden succesvol doorgevoerd om tamponades
als complicatie bij PVI’s te voorkomen. In 2014 is het percentage
tamponades daardoor teruggebracht tot bijna 0%.
Binnen de cardiochirurgie zijn verdere verbeteringen doorgevoerd
in de zorgketen voor patiënten die een klepoperatie moeten
ondergaan. Pre-operatief is een speciaal kleppenteam
gestart met vaste deelname van een imaging cardioloog,
interventiecardioloog, hartchirurg en anesthesioloogintensivist. De organisatie van de pre-operatieve poli en de rol
van de cardioloog intensivist op de IC en cardiochirurgische
verpleegafdeling zijn versterkt. Daarnaast wordt een aantal
patiënten een dag voor de operatie op de IC voorbehandeld met
het medicijn Levosimendan. Dit om het hart bij aanvang van
de operatie in een optimale conditie te hebben. Deze proces­
verbeteringen hebben geresulteerd in een aansprekende verdere
verbetering van de uitkomsten van het zorgproces.
“De Meetbaar Beter resultaten 2014 zullen ons opnieuw
inspireren om verdere verbetermogelijkheden te signaleren en
door te voeren”, aldus cardiothoracaal chirurg Bart van Straten.
Na het bijwonen van het congres in november 2013 van
Meetbaar Beter was het voor ons duidelijk dat het Erasmus MC
ook moest participeren. In tegenstelling tot vele andere
registraties waren de gerapporteerde uitkomstmaten relevant
zeker gezien vanuit het perspectief van de patiënt. Geen
registratie van honderden items waarvan tevoren reeds duidelijk
is dat compleetheid een illusie is. Daarbij is het vergelijken van
deze gegevens met andere centra iets wat de maatschappij
en andere stakeholders van ons vragen. Het is een aanzet
om de zorg voor al onze patiënten verder te verbeteren en
optimaliseren. Hoewel rapporteren van gegevens iets is wat in
wetenschappelijk onderzoek routine is bleek het aanleveren van
gegevens aan Meetbaar Beter toch iets anders te zijn: definities
van uitkomstmaten en initiële condities zijn vaak net anders en
daardoor niet eenvoudig te vertalen en compleet aan te leveren.
Deze eerste ervaring heeft ons geleerd dat we de organisatie
moeten aanpassen om in 2015 complete gegevens aan te leveren.
Een team van medewerkers wordt geformeerd rondom deze
activiteiten met frequente rapportage naar de afdelingsleiding.
De eerste stappen in deze zijn reeds gezet.
In 2003 is het Hartcentrum in het HagaZiekenhuis gestart met
het doen van PCI’s en hartchirurgie. Het programma werd
uitgebreid met ICD implantaties in 2009 en catheterablaties in
2011. Inmiddels werden 16000 PCI’s, 8700 hartoperaties en 1300
ablaties uitgevoerd in een stad met inwoners die bovengemiddeld
veel risicofactoren hebben voor atherosclerotisch vaatlijden.
Van oudsher was het risico te overlijden aan een acuut hartinfarct
in de regio Den Haag ruim boven het landelijk gemiddelde.
Dit heeft ertoe geleid dat we erg gemotiveerd waren om o.a.
de keten van acute zorg effectief in te richten. Dit geldt in het
bijzonder voor de groep van gereanimeerde patiënten, waarbij
ons ziekenhuis landelijk gezien een van de grootste groepen telt.
Om de kwaliteit, effectiviteit en veiligheid van de ingrepen
te meten, bestonden in ons centrum diverse registraties.
Omdat onze patiënten met een ziektebeeld keuze uit diverse
behandelingstrategieën hebben, menen wij dat meten van
aandoeningspecifieke uitkomstindicatoren de juiste manier is
om de patiëntenzorg te verbeteren. Door deze indicatoren te
meten komen dan ook de factoren aan het licht die betrekking
hebben op de structuur van de organisatie en hoe de processen
zijn ingericht. Met de organisatie en datasets van Meetbaar
Beter kunnen we de uitkomstindicatoren goed meten. Hierdoor
ontstaat meer zicht op de effectiviteit van onze behandelingen
en op de kwaliteit hiervan en dit alles in een landelijk perspectief.
Wij zijn er dan ook van overtuigd dat deze extra inzet om de
gegevens te verzamelen en het evalueren van de indicatorensets
de behandelingen van onze patiënten zal verbeteren.
105
“Isala zet zich in voor het optimaal herstellen, handhaven en
versterken van de kwaliteit van leven van de mensen die aan haar
zorg zijn toevertrouwd”.
Met de methodiek van Meetbaar Beter werken we op basis
van patiëntrelevante uitkomstindicatoren, op een artsgedreven
én patiëntgerichte manier, aan de verbetering van kwaliteit en
transparantie van zorg.
Meetbaar Beter verbindt de uitkomstindicatoren en de initiële
medische condities van de patiënt waardoor inzicht in de
kwaliteit van medisch handelen ontstaat en de resultaten hiervan
voor de patiënt transparant worden.
De resultaten van de rapportage helpen de juiste keuzes te maken
om de kwaliteit van onze zorg verder te verbeteren en daarmee
de kwaliteit van leven van onze patiënten positief te beïnvloeden.
Het actief volgen van patiënten na een ingreep zal in de toekomst
verder worden uitgebreid om nog beter de lange-termijn effecten
van een behandeling op de kwaliteit van leven inzichtelijk te maken.
Het is belangrijk dat de gegevens die geanalyseerd wordt elke
keer verder wordt toegespitst. Zo krijgen we steeds meer inzicht
in de effecten van een behandeling. Daarnaast is inzage in de
resultaten van collega Hartcentra buitengewoon waardevol om
tot nieuwe inzichten en uitwisseling van ervaringen te komen.
Meetbaar Beter maakt beide mogelijk.
Dr. George Brandon Bravo Bruinsma: ̒Meetbaar Beter levert
een andere kijk op onze uitkomsten en vraagt om flexibiliteit
van het denken van medici over het herstel na een cardiale
interventie. Cardiothoracaal chirurgen kunnen kennis nemen
van de resultaten van andere centra en het is aan de deelnemers
zelf om hun kennis te vergroten door goed presterende centra te
bezoeken. Daarnaast betekent deelname aan Meetbaar Beter dat
je bereid bent om over bestaande grenzen heen te stappen.̕
Dr. Jan-Henk Dambrink: ̒Dit jaar is de rapportage van Meetbaar
Beter naar een nog hoger niveau getild. Er worden nog
minder missing gegevens toegestaan en er wordt over meer
ziektebeelden gerapporteerd door meer centra. Tegelijkertijd zien
we een verschuiving optreden van het gebruik van registraties
voor het vaststellen van de status quo naar het monitoren van
verbeteracties. We gaan hiermee van alleen maar Meetbaar naar
echt Meetbaar Beter.̕
106
Het Hartcentrum Friesland bestaat als onderdeel van het
Medisch Centrum Leeuwarden inmiddels 10 jaar. Vanaf het begin
hebben we meegedaan aan de bestaande registraties op dit
gebied en ook een aantal keren een follow-up op langere termijn
georganiseerd om te onderzoeken hoe het de in ons centrum
behandelde patiënten is vergaan. We hadden al langer de wens
om een systematische opvolging van de behandelde patiënten
tot een vast onderdeel van onze werkwijze te maken.
De deelname aan Meetbaar Beter heeft ons geholpen om de
gegevensverzameling rond alle behandelingen naar een hoger
plan te brengen. Zo hebben we in verband met de deelname
aan Meetbaar Beter een koppeling met de Gemeentelijke Basis
Administratie gerealiseerd die essentieel is om een goede
follow-up te realiseren. Gaandeweg het project hebben we wel
gemerkt dat er nog discussie mogelijk is met betrekking tot de
definities die gebruikt worden. Op zich is dat uiteraard niet erg
en ook logisch omdat je met patiënten uit de praktijk van alle
dag te maken hebt en niet met een geselecteerde groep zoals
in wetenschappelijke trials. Het heeft er al wel toe geleid dat
we op een aantal punten de registratie van gegevens rond alle
procedures verder hebben aangescherpt. Het lijkt ons ook dat
er nog wel een uitdaging ligt om op een aantal punten verder
discussie te voeren teneinde tot meer uniforme toepassing van
de gebruikte definities te kunnen komen.
Het Thorax Centrum Twente van ziekenhuis MST bestaat sinds 1
september 2004 en is jaar op jaar gegroeid. Vanaf 1 september
2004 tot nu zijn in totaal 10.923 operaties uitgevoerd.
Ook in personeel opzicht is de kliniek fors gegroeid. Op dit
moment werken er 328 fte.
Het Thorax Centrum Twente beschikt over een polikliniek, een
hartfunctie-afdeling, drie operatiekamers, vier dotterkamers, een
thorax-intensive care met tien bedden, een cardiocare unit, een
vervolgafdeling met 36 bedden en nog eens tien bedden voor
dotterpatiënten. Enschede is internationaal bekend om haar
operaties op het kloppend hart.
Op het gebied van elektrofysiologie staat Twente, na Eindhoven
en Nieuwegein in de top drie in Nederland. Elektrofysiologie
is zo’n bijzonder specialisme dat een substantieel deel van de
patiënten van buiten Twente komt.
Het Thorax Centrum Twente wil haar werkgebied uitbreiden
ondermeer naar Duitsland. Het Duitse achterland is belangrijk
voor de hartkliniek. Het centrum heeft een natuurlijk
adherentiegebied van ruim honderd kilometer. Binnen die cirkel
bieden zij in drie windrichtingen diensten aan, maar niet in
oostelijke richting.
Motivatie
Het TCT onderschrijft de internationale ontwikkelingen zodat
de kwaliteit van zorg meer transparant wordt, zowel extern, als
onderdeel van de maatschappelijke verantwoording, als intern,
als belangrijke stuurinformatie om de zorgprocessen continue te
verbeteren. Het vergelijken van de resultaten van jaar tot jaar geeft
intern aan of we op de goede weg zijn. De vergelijkingen tussen
de centra biedt een uitstekend instrument om best-practices
te identificeren en van elkaar te kunnen leren om zo de totale
kwaliteit van zorg in Nederland te verbeteren. Meetbaar Beter
biedt een uitstekend platform om deze ambities waar te maken.
De deelname aan Meetbaar Beter maakt dat wij nu naar
patiënten toe transparant kunnen zijn over de uitkomsten
van onze behandelingen. Door deze transparantie kunnen we
kwaliteit van zorg nog meer inzichtelijk maken en gerichte
verbetercycli in gang te zetten.
“Meetbaar beter is voor ons een uitgelezen kans om onze
resultaten te spiegelen aan andere klinieken. Confrontatie
met andere hartcentra en specialisten over de definitie van
uitkomsten bevordert het samenwerken en het besef van
kwaliteit. Zo kunnen we eerder van elkaars oplossingen leren.”
(Giovanni Amoroso, interventiecardioloog OLVG).
“Heel interessant zijn de hartcentra die significant
bovengemiddeld presteren. Informatie over hun processen en
technieken kan ons helpen in ons continue streven naar nog meer
kwaliteit.” (Wim Stooker, thoraxchirurg OLVG).
Ervaringen en lessen
De uitkomsten van 2013 zijn uitgebreid besproken en
geanalyseerd in onze gezamenlijke vakgroepvergadering
bestaande uit cardiologen en thoraxchirurgen.
“Naar aanleiding van de uitkomsten van PCI patiënten met
verminderde nierfunctie is de screening voor prehydratie
aangescherpt. Tijdens de time-out procedure op de hart­cathe­
terisatiekamers is de berekening van de maximale dosis contrast
ingevoerd.” (Giovanni Amoroso, interventiecardioloog OLVG).
Uitkomsten van onze behandelingen in verschillende
patiëntensubsets
“Deelname aan Meetbaar Beter maakt duidelijk hoeveel tijd
en geld het kost om uitkomst-gegevens van goede kwaliteit te
verzamelen. De gegevens zelf tonen dat de complicatierisico’s
van onze ablatiebehandelingen lager zijn dan in de literatuur
vermeldt. Zoals voor veel behandelingen geldt, zijn de
succeskansen van ablatie in alle deelnemende klinieken in
‘real life’ lager dan in trials. Met betrouwbaardere en beter
gerapporteerde initial conditions kunnen we de voorspelbaarheid
verbeteren en in de toekomst patiënten meer geïndividualiseerde
uitkomstinschattingen geven.
Een interessante uitbreiding zou zijn om te kijken naar de kosten
per behandeling (in euro’s, tijd en stralingsbelasting) die gemaakt
worden in de verschillende klinieken. Aangezien de uitkomsten
nu niet veel verschillen, zou het interessant zijn om te zien of er
besparingsmogelijkheden zijn om voor minder kosten dezelfde
uitkomst te krijgen.” (Jonas de Jong, electrofysioloog OLVG).
107
Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) is één van
de grootste ziekenhuizen in Nederland en de grootste werkgever
van Noord-Nederland. De ruim 10.000 medewerkers werken in de
patiëntenzorg en aan vooraanstaand wetenschappelijk onderzoek,
waarbij de focus ligt op ‘gezond en actief ouder worden’. In het
kader van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs wordt
nauw samen gewerkt met de Rijksuniversiteit Groningen.
Patiënten komen in het UMCG voor basiszorg, maar ook voor zeer
specialistische diagnostiek, onderzoek of behandeling.
Het Thoraxcentrum van het UMCG is een samenwerkingsverband
van de afdelingen Cardiologie en Cardiothoracale chirurgie en
levert een totaalpakket van topreferente en topklinische zorg
aan patiënten met cardiovasculaire en pulmonale aandoeningen.
Het Thoraxcentrum van het UMCG is voor een groot deel van
Noord Nederland het eindpunt van verwijzing op cardiologisch,
cardiothoracaal en pulmonaal gebied.
Voor het Thoraxcentrum staan kwaliteit van zorg,
patiëntveiligheid en klantgerichtheid voorop. Het vraagt van het
Thoraxcentrum een investering om dit aantoonbaar te maken.
Verder is het Thoraxcentrum een innovatief centrum, constant op
zoek naar verbetering van processen in de zorg dit zij biedt.
Met Meetbaar Beter denken we tegemoet te kunnen komen aan
deze vragen. Dit stelt ons niet alleen in staat om inzicht te geven in
en verantwoording af te leggen voor de kwaliteit van de zorg die
geboden wordt maar ook om deze constant te kunnen verbeteren.
108
Wij zijn intrinsiek gedreven om mee te doen aan Meetbaar Beter
en willen de uitkomsten structureel onderdeel laten zijn van onze
kwaliteitscyclus op de afdeling Cardiologie. Door transparant te
zijn kunnen we meer van elkaar leren en uiteindelijk de kwaliteit
van onze zorg voor de patiënten nog verder optimaliseren.
Als professionals kijken wij kritisch naar de uitvraag van partijen
om kwaliteitsinformatie aan te leveren. Immers, extra registratie
en extractie van gegevens kost tijd en komt lang niet altijd ten
goede aan het daadwerkelijk verbeteren van de zorg. Er zijn wat
ons betreft teveel initiatieven die niet opbrengen waar ze voor
bedoeld zijn vanwege onduidelijke doelstellingen. De kracht van
Meetbaar Beter is dat zaken goed doordacht worden en we het
vervolgens ook gaan doén. Daar leren we van en we kunnen de
opgedane ervaring direct inzetten om te verbeteren.
Wij hebben als UMC Utrecht dit jaar de eerste datasets
aangeleverd en dit heeft ons inmiddels inzicht gegeven hoe wij
onze processen van dataverzameling beter kunnen stroomlijnen
en vanuit het patiëntperspectief beter kunnen organiseren. Het
merendeel van onze patiënten doet mee aan cardiovasculaire
studies en ontvangt vanuit diverse loketten (onderzoek en zorg)
het verzoek om follow-up gegevens aan te leveren. Dit gaan we,
indien mogelijk, integreren en optimaliseren.
Daarnaast gaan we de uitkomstparameters integreren in onze
eigen complicatiebesprekingen en gebruiken om onze zorg verder
te verbeteren; daar waar het uiteindelijk allemaal om te doen is.
109
Eigen foto/OLVG
6
110
DATAMANAGEMENT
Organisatie datamanagement
De kwaliteit van het datamanagement staat voorop bij Meetbaar
Beter met het oog op het verkrijgen van betrouwbare inzichten
over de kwaliteit van de hartzorg.
Binnen Meetbaar Beter zijn daarom duidelijke werkafspraken
gemaakt op het gebied van datamanagement, de
verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de gegevens,
minimale vereisten aan de dataset voor verschillende niveaus van
analyse en het eigenaarschap van de gegevens.
Bij alle data-uitwisseling wordt voldaan aan de vigerende
wet-en regelgeving. De deelnemende centra blijven eigenaar
van de aangeleverde gegevens. Er zijn concrete afspraken over
de standaardrapportages die opgeleverd worden vanuit de
stichting Meetbaar Beter. Zonder expliciete toestemming van de
deelnemende centra kan en mag er naast deze analyses niets
gedaan worden met de aangeleverde gegevens.
De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit, volledigheid en
juistheid van de gegevens rust bij het deelnemende hartcentrum.
De stichting Meetbaar Beter voert op verschillende niveaus
kwaliteitscontroles uit, de verantwoordelijkheid blijft echter
bij het deelnemende hartcentrum. Het is in het belang van
het deelnemend hartcentrum om correcte gegevens aan te
leveren, immers enkel op die manier kunnen relevante inzichten
verkregen worden om waar mogelijk de kwaliteit van zorg verder
te verbeteren.
de juiste selecties zijn gemaakt van patiënten in de betreffende
cohorten en de gegevens volgens de door de stichting Meetbaar
Beter gehanteerde definities verzameld zijn. De audits zijn goed
verlopen in een prettige en open sfeer. Alle centra hebben zeer
veel inspanning geleverd om kwalitatief hoogstaande gegevens te
verzamelen, elk met een eigen methodologie of aanpak. Op basis
van de audits zijn onder andere diverse verdere verbeteringen
van de datasets vormgegeven waardoor de kwaliteit en kwantiteit
van de rapportage verder is toegenomen.
De audits waren een leerzaam proces voor zowel de
deelnemende hartcentra als de stichting Meetbaar Beter, waarbij
de noodzaak en wens tot verdere professionalisering van deze
audits is gebleken. In 2015 worden deze audits gefaseerd en
uitgebreid. Gefaseerd doordat de controle op procesniveau
separaat en eerder in het jaar zal plaatsvinden, later in het
jaar gevolgd door een audit op medisch inhoudelijk niveau.
Uitgebreid doordat met name op medisch inhoudelijk niveau
meer tijd geïnvesteerd zal gaan worden om tot meer relevante
en detaillistische controles op de aangeleverde gegevens te
komen. Deelnemende hartcentra zullen een standaardprotocol
van controles aangeboden krijgen welke doorlopen moet
worden voordat de gegevens aangeleverd kunnen worden aan
de stichting Meetbaar Beter. De kwaliteit en efficiëntie van het
datamanagementproces zal hierdoor verder verbeterd worden.
Follow-up
Kwaliteit rapportage
De kwaliteit van de rapportage wordt voor een relevant deel
bepaald door de keuzes die worden gemaakt op het terrein
van data-analyse en statistiek. Expertise op dit terrein is binnen
de stichting goed georganiseerd en in 2014 uitgebreid met de
adviesfunctie van Prof. dr. J.G.P. Tijssen (hoogleraar klinische
epidemiologie van hart- en vaatziekten). In 2015 zal een
datamanagementsectie aan de Internationale Academische
Adviesraad worden toegevoegd. De datamanagementexperts
zullen een sterk epidemiologisch/methodologisch profiel hebben
en een belangrijke rol spelen in het valideren en waar mogelijk
verder verbeteren van de keuzes die gemaakt worden binnen het
datamanagement van de stichting Meetbaar Beter.
Vanuit de stichting Meetbaar Beter zijn kwaliteitscontroles
vormgegeven door audits uit te voeren op procesniveau, een
analyse van de manier waarop gegevens verzameld worden, en
op medisch inhoudelijk niveau. Daarbij geldt op onderdelen een
expliciete gouden standaard, zoals bij mortaliteit de verificatie
van overleving bij de Gemeentelijke Basis Administratie en
het aantoonbaar vormgeven van een follow-up voor de totale
populatie bij recidief / reïnterventie – indicatoren. Daarnaast
is op diverse niveaus een controle uitgevoerd op opmerkelijke
uitkomsten en/of statistische outliers. De stichting signaleert
de afwijking en voert daar waar noodzakelijk samen met het
hartcentrum reparaties uit om de publicatie zo goed en breed
mogelijk te maken. De controle op juistheid van de gegevens blijft
een verantwoordelijkheid van het deelnemend hartcentrum.
Alle hartcentra hebben in een volledigheidsverklaring
verklaard dat ze alle patiënten hebben geselecteerd per
medische conditie en behandeling en aangeleverd hebben aan
de stichting Meetbaar Beter conform de door Meetbaar Beter
bepaalde inclusiecriteria.
Audit dataverzameling
Twee medisch experts, verbonden aan de stichting Meetbaar
Beter, hebben in 2014 audits uitgevoerd in alle deelnemende
hartcentra. Het doel van deze audits was het controleren of
de gegevens die gerapporteerd zijn aan de stichting Meetbaar
Beter juist en volledig verifieerbaar zijn in de brondocumenten,
Diverse uitkomstmaten, zowel bij coronairlijden, atriumfibrilleren,
aortakleplijden als gecombineerd aortakleplijden en
coronairlijden, betreffen reïnterventies, dan wel het optreden
van bijvoorbeeld een myocardinfarct binnen een bepaalde
periode. Om goed inzicht te krijgen in de uitkomsten van zorg
in deze dimensies is het essentieel dat de totale populatie voor
de betreffende periode van follow-up voorzien wordt. Enkel
het registreren van reïnterventies binnen het betreffende
hartcentrum leidt per definitie tot onderregistratie. Patiënten
kunnen immers vrijwillig of noodgedwongen de reïnterventie
ondergaan in een ander ziekenhuis. Het is onbekend hoe vaak
dit gebeurt, en of dat bij ieder hartcentrum in dezelfde mate
gebeurt. Impliciet betekent dit dat het onbekend is hoe groot de
onderregistratie is. Binnen Meetbaar Beter is daarom besloten
de betreffende indicatoren te rapporteren indien aantoonbaar
sprake is van follow-up van de totale populatie.
Het opvolgen van de totale patiëntenpopulatie is een intensieve
opgave. De samenwerking met VEKTIS is het afgelopen jaar
verder verkend. Aan de hand van declaratiegegevens, met
medewerking van ZorgTTP als Trusted Third Party, wordt binnen
deze samenwerking een analyse gemaakt van de resultaten van
de betrokken hartcentra gemeten aan de hand van deze followup indicatoren.
Eind 2014 verwachten we de pilot betreffende de validatie van
de klinische gegevens met de VEKTIS-gegevens af te ronden om
vervolgens op succesvolle wijze de lange-termijn follow-up van
patiënten in samenwerking met VEKTIS te kunnen vormgeven.
Kwaliteit van leven
Voor een beperkt aantal centra (Antonius Ziekenhuis, Catharina
Ziekenhuis en Isala) worden gegevens over kwaliteit van leven
gerapporteerd. Alle patiënten die een behandeling hebben
ondergaan tot en met 31-12-2012 zijn geselecteerd. Daarnaast
moet er zowel een voor- als nameting beschikbaar zijn van de
patiënt en minimaal 50% van de items per schaal moeten zijn
ingevuld. Het Antonius Ziekenhuis heeft de SF-12 gebruikt, Het
Catharina Ziekenhuis de SF-36 versie 2 en Isala de SF-36 versie 1.
Verder zijn de gegevens op verschillende manieren verzameld:
111
papier, internet, in het ziekenhuis en thuis. In de figuren zijn ook
de normaalwaarden van de Nederlandse populatie opgenomen
(Bron: Aaronson NK et al. Translation, validation, and norming
of the Dutch language version of the SF-36 health survey in
community and chronic disease populations. J Clin Epidemiol,
1998; 51: 1055-68 en website van Nationaal Kompas (http://
www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/functionerenen-kwaliteit-van-leven/kwaliteit-van-leven/kwaliteit-van-levengemeten-met-de-sf-36/).
In 2014 is binnen Meetbaar Beter een start gemaakt met het
ontwerpen van een standaardwerkwijze om kwaliteit van leven
en morbiditeitsinformatie op een eenduidige manier te kunnen
verzamelen. In de rapportage van 2014 wordt nog maar voor een
beperkt aantal centra kwaliteit van leven gegevens gepresenteerd
evenals complete gegevens voor follow-up informatie over
morbiditeit. De doelstelling van de aan Meetbaar Beter
deelnemende hartcentra is om per 1 januari 2015 deze werkwijze
te implementeren.
Publicatievereisten
Binnen Meetbaar Beter zijn criteria vastgesteld aan de hand
waarvan besloten wordt of en hoe per deelnemend hartcentrum
en per uitkomstindicator gepubliceerd wordt. De factoren die een
rol spelen bij deze beslissing zijn:
1. Ontbrekende data
2. Power van de uitkomstindicator
3. Statistische significantie van de initiële condities
1. Ontbrekende data
Binnen Meetbaar Beter is, mede op advies van de Raad van
Advies waarin alle deelnemende centra vertegenwoordigd zijn
(zie www.meetbaarbeter.com), de norm gesteld dat maximaal
10% van de gegevens per item (uitkomstindicator of initiële
conditie) mogen ontbreken. Dit betekent dat uitkomstindicatoren
en initiële condities die meer dan 10% ontbrekende gegevens
hebben niet worden meegenomen in de rapportage voor het
betreffende hartcentrum.
Onderdelen die niet gerapporteerd worden vanwege meer dan
10% ontbrekende gegevens impliceren vaak dat de gegevens wel
in de centra aanwezig zijn, maar bijvoorbeeld niet snel genoeg
ontsloten kunnen worden uit de systemen. De deelnemende
centra hebben op dit gebied in meerdere perspectieven
leerervaringen opgedaan waardoor de rapportage de komende
jaren nog verder in kwaliteit en kwantiteit zal toenemen. Ten
opzichte van de rapportage in 2013 zijn al grote stappen door de
centra gezet. Met name voor de retrospectieve dataverzameling
zijn lessen geleerd in de deelnemende centra en kan dit jaar op
meer onderdelen gerapporteerd worden dan in het voorgaande
jaar. Binnen Meetbaar Beter is een platform georganiseerd
om ervaringen op het gebied van dataverzameling tussen de
verschillende deelnemende centra te delen.
In het verlengde van de 10% norm is voor de regressie-analyses
binnen Meetbaar Beter vastgesteld dat initiële condities die
bij 25% of meer centra niet voldoende volledig aanwezig
zijn, niet meegenomen worden in de regressie-analyse. Dit
besluit is een gedragen trade-off tussen de voorspellingskracht
van de regressie-analyse en de mate van informatie die aan
zorgprofessionals, patiënten en andere stakeholders geboden kan
worden in deze fase van Meetbaar Beter, als basis voor verdere
verbetering van kwaliteit van zorg.
Indien een hartcentrum maximaal één van de initiële condities
die zijn opgenomen in de regressie-analyse niet compleet heeft
op basis van bovenstaande criteria, wordt het hartcentrum
meegenomen in de regressie-analyse. De initiële conditie met
meer dan 10% ontbrekende gegevens, wordt in de analyse voor
alle patiënten als een onbekende variabele opgevoerd. Voor het
betreffende hartcentrum wordt op deze manier niet gecorrigeerd
voor deze variabele in de statistische analyse.
Indien een hartcentrum voor twee of meer van de initiële
condities die meegenomen worden in de regressie-analyse meer
dan 10% ontbrekende gegevens heeft, dan wordt dit hartcentrum
niet meegenomen in de regressie-analyse die uitgevoerd wordt
voor de funnelplot en de overlevingsanalyses.
2. Power van de uitkomstindicator - funnelplots
Enkel wanneer op basis van een powerberekening is vastgesteld
dat de uitkomstindicator voldoende onderscheidend vermogen
heeft om verschillen betrouwbaar weer te geven, wordt voor de
uitkomstindicator een regressie-analyse uitgevoerd die wordt
weergegeven in een funnelplot. Voor de powerberekening
is gebruik gemaakt van het toetsingskader dat is vastgelegd
in het rapport “Toetsingskader kwaliteitsstandaarden en
meetinstrumenten” van het Zorginstituut Nederland (april 2014;
pagina 28-29). Daarbij wordt er onderscheid gemaakt in ziekenhuis
voldoet (groen), voldoet deels (geel) en voldoet niet (rood).
Voor elk ziekenhuis is de power bepaald van de betreffende
Aortakleplijden - AVR Diepe sternumwondinfectie
Coronairlijden -PCI 30-daagse mortaliteit
220
210
190
180
170
160
Gestandaardiseerde uitkomstratios
Gestandaardiseerde uitkomstratios
200
140
120
100
80
60
130
110
90
70
40
50
20
30
0
0
Legenda
112
150
50
100
150
Voorspeld aantal events
95% BI bovengrens
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
200
AMC
Amphia
Antonius
250
10
0
Catharina
Erasmus MC
Haga
50
100
150
Voorspeld aantal events
Isala
MCL
MST
200
OLVG
UMCG
UMCU
250
uitkomstindicator en ingedeeld in voldoet, voldoet deels en
voldoet niet. Wanneer 2/3 van de ziekenhuizen in de categorie
voldoet dan wel voldoet deels valt, wordt er een regressieanalyse uitgevoerd, welke wordt weergegeven door middel van
een funnelplot. Een voorbeeld van een funnelplot met voldoende
power en een voorbeeld van een funnelplot met onvoldoende
power is weergegeven in de funnelplots op de vorige pagina.
In de regressie-analyse die ten grondslag ligt aan de funnelplot
wordt voor alle initiële condities die aan de hiervoor beschreven
criteria voldoen gecorrigeerd. Alle jaren waarover gegevens
zijn aangeleverd door het betreffende hartcentrum worden
meegenomen in de analyse.
3. Initiële condities – gesegmenteerde figuren
Om inzichten te creëren in de uitkomsten van zorg en de
invloed van een initiële conditie op de uitkomsten, worden per
uitkomstindicator gesegmenteerde grafieken gepresenteerd
voor de meest relevante initiële condities. Per uitkomstindicator
is in een regressie-analyse vastgesteld welke initiële condities
het meest significant zijn op basis van de Wald waarde, de odds
ratio en de p-waarde. Indien er een funnelplot gepresenteerd
wordt worden de twee meest significante initiële condities
gepresenteerd. Indien er geen funnelplot gemaakt kan
worden vanwege onvoldoende power in de analyse, dan
worden gesegmenteerde figuren gemaakt voor de drie meest
significante initiële condities. De deelnemende hartcentra
hebben via de stichting Meetbaar Beter volledig toegang tot
alle gegevens verbonden aan de initiële condities die op basis
van bovenstaande criteria niet opgenomen zijn in het Meetbaar
Beter Boek 2014. De figuren voor de significante initiële condities
zijn terug te vinden op de website www.meetbaarbeter.com.​
Indien er geen of bijna geen patiënten zijn voor een bepaalde
uitkomstindicator dan zal de rapportage slechts bestaan uit de
ruwe uitkomsten. In de gesegmenteerde figuren (publicatie van
maximaal drie per uitkomstindicator) zijn, bij de berekening van
de percentages, de patiënten met een onbekende waarde op
de uitkomstindicator dan wel initiële conditie uitgesloten. De
aantallen per segment zijn terug te vinden in de bijlage.
Interpretatie
De diverse niveaus van de Meetbaar Beter rapportage dienen
met de nodige expertise en voorzichtigheid geïnterpreteerd te
worden. Ruwe uitkomstindicatoren zijn niet vergelijkbaar omdat
deze niet gecorrigeerd zijn voor populatiekenmerken (oftewel
initiële condities). Op het niveau van statistische correctie middels
regressie-analyses dient opgemerkt te worden dat de voorspellende
waarde van de statistische vergelijkingen binnen Meetbaar Beter
altijd beperkt zullen blijven tot maximaal circa 80%.
Dit komt onder andere doordat er binnen Meetbaar Beter met een
beperkt aantal initiële condities wordt gewerkt, maar ook doordat
bij diverse initiële condities met binaire variabelen wordt gewerkt.
Gezien de kwantiteit van de gegevens voor de Meetbaar Beter
rapportage 2014 dient daarbij benadrukt te worden dat een beperkt
aantal initiële condities (bv. ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie bij
PCI’) niet meegenomen zijn in de regressie-analyse. Uit de literatuur
is bekend dat sommige van deze initiële condities een relevante rol
spelen bij de te verwachten resultaten van interventies. Het gebrek
aan gegevens leidt hierdoor tot een beperking in de voorspellende
waarde van het model. Dit ten faveure van de mate van informatie
die beschikbaar komt om als basis voor verdere verbetering van
kwaliteit van zorg te fungeren.
Toekomstvisie
Een uitstekende kwaliteit van gegevens is een essentiële
randvoorwaarde voor een optimaal werkend kwaliteitssysteem
dat Meetbaar Beter beoogt te faciliteren. Een goede prospectieve
bronregistratie aan de hand van concreet gedefinieerde indicatoren
is daarbij van groot belang. Binnen Meetbaar Beter zullen de
deelnemende hartcentra de komende periode de definities van
uitkomstindicatoren en initiële condities verder aanscherpen in de
onderhoudscyclus en ervaringen en inzichten delen ten aanzien van
opbouwen van prospectieve dataregistratie.
113
6.1Leeswijzer
Inzicht hebben in de resultaten van zorg opent de mogelijkheid
om op basis van de resultaten bij te sturen en de resultaten van
de geleverde zorg verder te verbeteren. Het is de doelstelling van
Meetbaar Beter om dit proces te faciliteren. De gepresenteerde
uitkomsten bieden gericht aanleiding voor nadere analyse van
patiëntengroepen waarbij verbetering van resultaten mogelijk
is of gewenst wordt gezien het ambitieniveau van de betrokken
centra. Door het concrete karakter van de uitkomstindicatoren
kunnen doelstellingen worden geformuleerd en kan een
kwaliteitscyclus op basis van uitkomsten van zorg worden
ingericht binnen de centra die aan Meetbaar Beter deelnemen.
Statistische analyses kunnen belangrijke ondersteuning
bieden bij het verkrijgen van inzicht in de resultaten van zorg.
Met behulp van regressie-analyses kan, indien aan bepaalde
randvoorwaarden is voldaan, in beeld worden gebracht hoe de
daadwerkelijke resultaten van zorg zich verhouden tot de te
verwachten resultaten van zorg. In een zogenaamde funnelplot
kan deze analyse grafisch weergegeven worden.
Compleetheid gegevens
In de tabel wordt de compleetheid van de gegevens voor
een medische behandeling gepresenteerd per ziekenhuis,
per uitkomstindicator en per initiële conditie. De kleuren
representeren de mate van compleetheid: donkerblauw betekent
gegevens compleet, lichtblauw betekent incomplete gegevens
aangeleverd naar de norm zoals die binnen Meetbaar Beter
wordt gehanteerd) en wit betekent geen gegevens aangeleverd.
Wanneer voor een beperkt aantal jaren gegevens zijn aangeleverd
wordt het jaartal weergegeven in het gekleurde vakje.
Ruwe uitkomsten
Ruwe uitkomsten bieden inzicht in het resultaat van de geleverde
zorg. Zonder te corrigeren voor populatiekenmerken wordt
inzichtelijk hoe vaak een bepaalde patiëntrelevante uitkomst
zich voordoet in de totale populatie die behandeld is in het
betreffende hartcentrum.
Interpretatie:
Omdat ruwe uitkomsten niet gecorrigeerd zijn voor de
zorgzwaarte van de patiëntpopulatie kunnen deze niet tussen
hartcentra vergeleken worden. Op dit niveau van informatie
kan de eerste motivatie voor nader onderzoek, analyse of
verbeteracties ontstaan.
Overlevingsgrafieken
Voor een aantal uitkomstindicatoren worden overlevingsgrafieken
gepresenteerd met een maximale follow-up duur van 5 jaar.
De overlevingscurven zijn gemaakt door gebruik te maken
van een multivariate Cox proportional hazard analyse, waarbij
gecorrigeerd is voor alle initiële condities (idem als voor de
funnelplots). Op deze manier ontstaan er overlevingsgrafieken
114
gecorrigeerd voor verschillen in patiëntenkenmerken of casemix.
Omdat niet alle hartcentra een follow-up duur van 5 jaar
hebben, zijn er verschillende grafieken weergegeven. Het
verschil tussen de grafieken wordt bepaald door de periode
waarvoor de gegevens compleet zijn. In de eerste grafiek staan
de overlevingscurven voor de complete periode van maximaal
5 jaar voor die ziekenhuizen die deze informatie beschikbaar
hebben. In de tweede grafiek is dezelfde overlevingscurve
weergegeven voor de periode waarvoor alle ziekenhuizen
kunnen rapporteren die gegevens hebben aangeleverd.
Voor het bepalen van de significante verschillen tussen de
ziekenhuizen is het ziekenhuis met de beste overlevingscurve
genomen als referentieziekenhuis. Ten opzichte van dit
referentieziekenhuis is getoetst of de overleving in de andere
ziekenhuizen significant afwijkt (p< 0,05).
Funnelplots
Per geselecteerde uitkomstindicator wordt, indien er voldoende
onderscheidend vermogen is, op basis van de powerberekening,
een funnelplot gepresenteerd waardoor inzichtelijk wordt hoe
de resultaten van een hartcentrum zich verhouden tot het totaal
van de resultaten van andere centra. Per uitkomstindicator zijn
strikt de in hoofdstuk Datamanagement beschreven vereisten aan
de gegevens gehanteerd. Per uitkomstindicator kan het aantal
hartcentra dat in de analyse is meegenomen daardoor verschillen.
Op de X-as staat de door het regressiemodel voorspelde
uitkomst per indicator voor het betreffende ziekenhuis.
De verhouding tussen de voorspelde uitkomst en de
daadwerkelijke uitkomst ((waargenomen uitkomst / voorspelde
uitkomst) x 100), de zogenaamde gestandaardiseerde
uitkomst, staat op de Y-as uitgezet. De gemiddelde voorspelde
uitkomst van alle hartcentra in de analyse is uitgezet als de
onderbroken streep (gemiddelde=100). De kromme lijnen
geven de betrouwbaarheidsintervallen weer. De variatie tussen
de groene en rode lijn dient daarbij gezien te worden als een
natuurlijke variatie.
Interpretatie:
Hoewel de regressie-analyses corrigeren voor de binnen de
populatie bekende initiële condities dienen de resultaten in
termen van vergelijkbaarheid nog voorzichtig geïnterpreteerd
te worden. Naast de in hoofdstuk datamanagement
beschreven beperkingen zijn bij een aantal analyses - naar
verwachting - relevante initiële condities buiten de analyse
gelaten bij gebrek aan betrouwbare en volledige gegevens. De
voorspellende waarde van het model kent daardoor beperkingen
(weergegeven als C-statistic; hoe hoger deze waarde (met
een maximum van 1), des te beter voorspelt het model). De
statistische analyses dienen het primaire doel van Meetbaar
Beter; professionals inzicht geven in patiëntrelevante resultaten
van de zorg, waardoor zij aanknopingspunten kunnen zoeken en
vinden voor verdere verbetering.
Gesegmenteerde figuren
De invloed van een initiële conditie op het resultaat van de
geleverde zorg wordt inzichtelijk door de patiëntpopulatie op te
splitsen naar de verschillende segmenten van een initiële conditie
en de uitkomst per segment te presenteren.
Er worden minimaal twee en maximaal drie gesegmenteerde
figuren gepresenteerd per uitkomstindicator. In het hoofdstuk
datamanagement staat beschreven hoe deze keuze tot stand
komt. Bij het berekenen van de percentages worden de patiënten
met een onbekende waarde op de uitkomstindicator dan wel
initiële conditie uitgesloten. Op de x-as staan de ziekenhuizen
vermeld met daaronder het totaal aantal patiënten voor de
betreffende uitkomstindicator per ziekenhuis. Op de y-as staat
het percentage patiënten vermeld waarbij de uitkomstindicator
aanwezig is voor het betreffende segment.
Interpretatie:
Omdat gesegmenteerde uitkomsten niet gecorrigeerd zijn voor
de zorgzwaarte van de patiëntpopulatie kunnen deze niet tussen
hartcentra vergeleken worden. De invloed van de initiële conditie
is uit de figuur af te lezen. Tevens kan op basis van inzicht in
de uitkomst per patiëntgroep motivatie ontstaan voor nader
onderzoek, analyse of verbeteracties.
115
Dit is nog maar het begin
“
Het knappe van Meetbaar Beter is
dat de deelnemers het aandurven om
uitkomsten te definiëren, ze te meten
en daar transparant over te zijn.
”
Peter Hoppener
Directievoorzitter divisie Zorg
Coöperatie VGZ
Arnhem
M
eetbaar Beter is qua uitgangspunten gebaseerd op
het Value Based Healthcare concept van Michael Porter. Dit
concept spreekt VGZ erg aan. In wezen is dit precies wat VGZ
als zorgverzekeraar wil: zo veel mogelijk gezondheidswinst voor
zijn verzekerden per euro premiegeld. Voordat je het concept
inhoudelijk kan ontwikkelen voor een medische aandoening, moet
je eerst een systeem van uitkomstenmeting hebben. Anders bouw je
op drijfzand. Het knappe van Meetbaar Beter is dat de deelnemers
het aandurven om die uitkomsten te definiëren, ze te meten en daar
transparant over te zijn. Bedoeld om te kunnen leren en verbeteren,
maar toch ook riskant omdat je je kwetsbaar opstelt.
Voor mij is dit slechts de start. Meetbaar Beter meet vanuit de
116
hartpatiënt, niet vanuit de cardiologie. Maar hoe kunnen we het
proces zodanig integraal inrichten dat er maximale resultaten
worden gehaald? Resultaten vanuit patiëntperspectief. Binnen
de processen kan de technische kwaliteit van de behandelingen
geoptimaliseerd worden o.a. door het vergelijken van uitkomsten
van verschillende professionals. VGZ hoopt dat bij de verdere
ontwikkeling ook goed over de lijnen van de zorg (eerste, tweede,
derde) heen gekeken zal worden.
De deelnemers van Meetbaar Beter zijn pioniers in Nederland
en dat vindt VGZ knap en gedurfd. Wij kijken met grote interesse
hoe ze dit verder gaan ontwikkelen! Tevens hopen wij dat andere
specialismen ook deze weg gaan volgen.
Integrated data collection is clearly the way forward
M
easuring outcomes has become the cornerstone
for benchmarking and improving quality of care and although
this principle has been adopted by different specialties, what
we really need is an integrated system that looks at the disease
different clinical pathways .
The patients with coronary artery disease may be treated with
medications, percutaneous coronary intervention or surgery.
These treatment options may cross over with time and an
integrated approach to data collection and analysis, such as
realized by Meetbaar Beter, allows an holistic approach to
identification of patients’ and whole disease outcomes and not
only those relating to a single intervention.
“
Meetbaar Beter should be
congratulated for trying to achieve
integrated data collection across the
three domains of quality.
One of the challenges is to create a system of healthcare based on
providing and measuring the quality and effectiveness of pathways
of care from primary care, prevention, intervention and secondary
care. Meetbaar Beter goes somewhere towards this.
”
Traditionally registries and databases have concentrated on hard
clinical endpoints like mortality reintervention rates etc. It is also
important to look at the effects of all
interventions on patient wellbeing and
Prof. dr. Domenico Pagano
patientrelated outcome measures, such as
quality of life and patient satisfaction.
Consultant Cardiothoracic Surgeon
Meetbaar Beter should be congratulated
for trying to achieve integrated data
collection across the three domains of
quality: effectiveness, safety, and patient
satisfaction. This is clearly the way forward.
University Hospital Birmingham, United Kingdom
Chair of the Quality Improvement Programme
European Association for Cardiothoracic Surgery
Windsor, United Kingdom
117
Eigen foto/Amphia
7
118
Uitbreiding
medische condities
In het afgelopen jaar is door meer dan dertig artsen en negen
begeleiders in negen outcomes teams hard gewerkt aan de
ontwikkeling van negen nieuwe indicatorensets. Deze teams
hebben in meerdere sessies de gedegen methodologische
stappen van Meetbaar Beter doorlopen, waaronder het
afbakenen en definiëren van de medische conditie, het
beschrijven van de volledige waardeketen, de indeling en
prioritering van indicatoren binnen de uitkomstenhiërarchie
tot aan het vastleggen van de definities van de geselecteerde
uitkomstindicatoren in een data-manual. De begeleiders zijn van
tevoren getraind in het gedachtegoed van Value Based Healthcare
en de gehanteerde methodiek door consultants vanuit The
Decision Group.
Voor vier van de ontwikkelde indicatorensets (binnen drie
verschillende medische condities) zijn dit jaar door de
hartcentra de gegevens verzameld en zijn de meetresultaten
terug te vinden in dit boek:
•Aortakleplijden; behandeling met de transkatheter aortaklep­
vervanging (TAVI) en de operatieve klepvervanging (AVR)
•Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden; behandeling
met coronaire bypasschirurgie (CABG) en de operatieve
klepvervanging AVR
•Atriumfibrilleren; behandeling door middel van minimaalinvasieve chirurgische pulmonaal venen-isolatie.
Plotse Hartdood behandeld middels ICD
Hiërarchie
Uitkomstindicatoren
Overleving
1-jaars mortaliteit
Mate van herstel / gezondheid
Kwaliteit van leven
Duur van herstel / hervatting van
alledaagse activiteiten
Schade van de behandeling
(bijwerkingen, complicaties of
medische fouten)
Duurzaamheid van herstel of
gezondheid
Gevolgen van de behandeling op
lange termijn
Initiële condities
Van de vijf andere indicatorensets zijn er vier afgerond. Voor
chronisch hartfalen is de set nog in ontwikkeling. Daarnaast is
de conservatieve behandeling van atriumfibrilleren al eerder
ontwikkeld, maar nog niet in de rapportage opgenomen. In totaal
zitten er daarmee nu zes indicatorensets in de pijplijn:
1. Plotse Hartdood behandeld middels ICD (*)
2.AV knoop afhankelijke cirkeltachycardie behandeld middels
ablatie (*)
3. Mitraakleplijden behandeld middels MVR (*)
4. Aortakleplijden behandeld middels OMT
5. Atriumfibrilleren behandeld middels OMT
6. Chronische hartfalen (in ontwikkeling)
Atriumfibrilleren
Diabetes mellitus
Ejectiefractie
Gebruik van anticoagulantia en/of
trombocytenaggregatieremmers
Leeftijd
Nierinsufficiëntie
NYHA klasse
*Validatie door de internationale academische adviesraad
loopt nog.
Hierna zijn de indicatorensets weergegeven (excl. chronisch
hartfalen). In de komende jaren zullen gefaseerd deze
indicatorensets aan de rapportage worden toegevoegd. Hierbij
zal de focus primair liggen op het verbeteren van de kwaliteit van
de rapportages voor de medische condities waarover nu wordt
gerapporteerd en secundair op het uitbreiden van de rapportages
naar nieuwe medische condities.
Bloeding
Cardiale tamponade of effusie
Dislocatie draad
Infectie
Pneumothorax
Onterechte shocks
QRS-duur
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben
meegewerkt: Dr. B. Hooft van Huysduynen (Amphia Ziekenhuis),
mevr. A. Koch (Amphia Ziekenhuis) en dhr. P.H. van der Voort
(Catharina Ziekenhuis).
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
119
AV knoop afhankelijke cirkeltachycardie behandeld
middels ablatie
Mitraakleplijden behandeld middels MVR
Hiërarchie
Uitkomstindicatoren
Hiërarchie
Uitkomstindicatoren
Overleving
30-daagse mortaliteit
Overleving
Mortaliteit gedurende opname
30-daagse mortaliteit
1-jaars mortaliteit
Mate van herstel / gezondheid
Kwaliteit van leven
Mate van herstel / gezondheid
Kwaliteit van leven
Graad van regurgitatie
Duur van herstel / hervatting van
alledaagse activiteiten
Duur van herstel / hervatting van
alledaagse activiteiten
Schade van de behandeling
(bijwerkingen, complicaties of
medische fouten)
Pericardeffusie
Liescomplicaties
Implantatie pacemaker
Schade van de behandeling
(bijwerkingen, complicaties of
medische fouten)
Heroperatie binnen 7 dagen
Diepe sternumwondinfecties
CVA met restletsel
Duurzaamheid van herstel of
gezondheid
Terugkeren ritmestoornis
Stoppen medicatie na succesvolle
ablatie
Duurzaamheid van herstel of
gezondheid
Reїnterventie binnen 1 jaar
Gevolgen van de behandeling op
lange termijn
Gevolgen van de behandeling op
lange termijn
Initiële condities
Initiële condities
Andere ritmestoornis
Atriumfibrilleren
Anti-stollings medicatie
Eerder myocardinfarct
Atriumfibrilleren
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Congenitale hartziekte
Documentatie aritmie op ECG
Leeftijd
Eerdere ablatie
Logistische Euroscore I
Geslacht
Nierinsufficiëntie
Obesitas
NYHA klasse
Perifeer vaatlijden
Pulmonale hypertensie
Reanimatie buiten het ziekenhuis
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben
meegewerkt: Dr. J.C. Balt, dhr. G. Schaaij, Dr. E.F.D. Wever
(St. Antonius Ziekenhuis) en Dr. J.S.S.G. de Jong (OLVG).
120
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben
meegewerkt: dhr. D. Buitelaar, Dr E. Kedhi, Dr. T. Markou,
Dr. J.R. Timmer (Isala), Dr. A.F.M. van den Heuvel, Dr. E. Lipsic,
Dr. J.P. van Melle en mevr. I.J. Wijdh-den Hamer (UMCG).
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
Atriumfibrilleren behandeld middels OMT
Aortakleplijden behandeld middels OMT
Hiërarchie
Hiërarchie
Uitkomstindicatoren
Overleving
1-jaars mortaliteit
3-jaars mortaliteit
Overleving vrij van MACCE
Mate van herstel / gezondheid
verslechtering van AVA
Duur van herstel / hervatting van
alledaagse activiteiten
Tijd tot TAVI
Tijd tot aortaklepchirurgie
Tijd tot het ontstaan van symptomen
Uitkomstindicatoren
Overleving
Mate van herstel / gezondheid
Kwaliteit van leven
Verbetering van symptomen
Duur van herstel / hervatting van
alledaagse activiteiten
Schade van de behandeling
(bijwerkingen, complicaties of
medische fouten)
Trombo-embolische complicaties
Majeure bloeding
Bijwerkingen van medicatie
Schade van de behandeling
(bijwerkingen, complicaties of
medische fouten)
Duurzaamheid van herstel of
gezondheid
AF-gerelateerde ziekenhuisopnames
Duurzaamheid van herstel of
gezondheid
Gevolgen van de behandeling op
lange termijn
Gevolgen van de behandeling op
lange termijn
Initiële condities
Initiële condities
CHA2DS2-VASc Score
Diabetes
Diabetes mellitus
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Eerder herseninfarct of TIA
Geslacht
Eerder myocardinfarct
Hypercholesterolemie
Hypertensie
Hypertensie
Leeftijd
Leeftijd
Obesitas
Nierinsufficiëntie
Structurele hartaandoening
(inclusief kleplijden)
Obesitas
Type AF
Roken
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben
meegewerkt: mevr. S.F.A.M.S. Rutten-de Jong (Elkerliek
Ziekenhuis), Dr. R. de Nooijer (ZGT), dhr. P.E. Polak (St. Anna
Ziekenhuis) en Dr. A. Meijer (Catharina Ziekenhuis).
Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben
meegewerkt: dhr. J.A.S. van der Heijden (St. Antonius Ziekenhuis),
Dr. L. van Heerebeek, mevr. E. Kop, mevr. S. Tenniglo en
dhr. E. Wierda (OLVG).
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage.
121
Bijlage 1: Overzicht ruwe uitkomsten per segment
Geconsolideerd coronairlijden
Tabellen ruwe uitkomsten per segment
De teller betreft het aantal patiënten met de uitkomst in het
bijbehorende segment en de noemer betreft het totaal aantal
patiënten van het bijbehorende segment.
In de tabel wordt per uitkomtindicator en per initiële conditie die
zijn opgenomen in de rapportage, een overzicht weergegeven van
de aantallen per segment van de betreffende initiële conditie.
Geconsolideerd coronairlijden
1-jaars mortaliteit
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
< 55
-
-
3/408
12/613
-
-
6/386
-
-
3/394
-
-
55-64
-
-
9/640
15/945
-
-
22/600
-
-
6/593
-
-
65-74
-
-
28/780
54/1204
-
-
34/768
-
-
17/622
-
-
>= 75
-
-
49/523
90/892
-
-
59/596
-
-
36/470
-
-
geen nierinsufficiëntie
-
-
41/1883
66/2563
-
-
53/1842
-
-
33/1592
-
-
nierinsufficiëntie
-
-
47/426
80/794
-
-
66/446
-
-
26/403
-
-
Leeftijd
Nierinsufficiëntie
Geconsolideerd coronairlijden
Heropname vanwege myocardinfarct
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
hoog > 50%
-
-
10/1786
19/3031
-
-
-
-
-
-
-
-
middel 30-50%
-
-
9/376
0/182
-
-
-
-
-
-
-
-
laag < 30%
-
-
0/85
0/145
-
-
-
-
-
-
-
-
< 55
-
-
3/413
0/606
-
-
1/366
-
-
-
-
-
55-64
-
-
6/646
4/936
-
-
0/587
-
-
-
-
-
65-74
-
-
7/782
4/1189
-
-
6/758
-
-
-
-
-
>= 75
-
-
3/525
13/881
-
-
7/597
-
-
-
-
-
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Leeftijd
122
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Coronairlijden CABG
Coronairlijden CABG
120-daagse mortaliteit
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
> 50%
3/388
59/2764
28/2635
46/3768
-
10/586
22/2268
13/1003
33/2240
18/1395
13/818
-
30-50%
9/206
38/633
32/816
23/587
-
8/217
21/935
5/296
18/411
8/291
21/462
-
< 30%
2/11
20/175
27/216
23/180
-
5/83
18/176
4/82
9/115
3/103
9/68
-
laag < 10%
4/477
45/3026
43/3311
36/4186
-
11/761
26/2979
12/1229
28/2522
16/1631
21/1148
-
middel 10-20%
1/66
34/337
19/233
29/304
-
4/84
17/262
3/105
17/176
5/99
8/124
-
hoog > 20%
9/60
39/225
25/121
31/127
-
8/41
19/139
7/47
15/68
8/58
12/68
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Logistische Euroscore I
Coronairlijden CABG
Chirurgische reëxploratie
Logistische Euroscore I
23/477
142/3031
92/3357
189/4203
-
24/761
111/2980
76/1229
145/2528
51/1631
77/1148
-
middel 10-20%
laag < 10%
4/66
31/337
18/240
19/305
-
1/84
17/262
11/105
22/176
5/100
11/124
-
hoog > 20%
8/60
21/226
11/121
17/128
-
0/41
16/141
8/47
12/68
10/58
5/68
-
23/472
156/3202
98/3403
187/4263
-
24/856
126/3199
90/1349
164/2710
63/1752
62/1204
-
8/78
38/392
23/322
38/371
-
1/30
18/183
5/32
15/62
3/38
33/148
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen diabetes mellitus
3/530
15/2685
19/2811
27/3604
-
-
11/2521
14/1095
23/2027
10/1264
-
-
diabetes mellitus
1/74
9/909
14/914
29/1013
-
-
11/860
5/286
17/745
14/520
-
-
> 50%
3/388
17/2769
17/2676
32/3784
-
-
19/2269
10/1003
30/2245
18/1396
18/818
-
30-50%
1/206
5/634
10/821
13/588
-
-
3/936
8/296
8/412
5/291
8/462
-
< 30%
0/11
1/175
6/223
9/180
-
-
0/177
1/82
2/115
1/103
0/68
-
laag < 10%
4/477
17/3031
26/3357
45/4203
-
-
20/2980
16/1229
34/2528
21/1631
21/1148
-
middel 10-20%
0/66
4/337
6/240
7/305
-
-
1/262
1/105
6/176
3/100
3/124
-
hoog > 20%
0/60
3/226
1/121
4/128
-
-
1/141
2/47
0/68
0/58
1/68
-
Urgentie van de procedure
niet acuut
acuut
Coronairlijden CABG
Diepe sternumwondinfectie
Diabetes mellitus
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Logistische Euroscore I
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
123
Coronairlijden CABG
CVA
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
> 50%
4/388
8/2769
8/2676
24/3784
-
6/586
15/2269
5/1003
13/2245
13/1396
0/818
-
30-50%
2/206
3/634
5/821
5/588
-
3/217
12/936
1/296
5/412
1/291
1/462
-
< 30%
1/11
1/175
3/223
1/180
-
3/83
5/177
1/82
1/115
1/103
0/68
-
man
4/484
8/2830
8/2912
18/3624
-
9/722
30/2611
2/1071
11/2223
10/1430
1/1055
-
vrouw
3/121
5/764
8/813
12/1012
-
3/164
2/772
5/310
8/549
5/360
0/297
-
laag < 10%
3/477
8/3031
10/3357
24/4203
-
9/761
23/2980
4/1229
12/2528
10/1631
0/1148
-
middel 10-20%
2/66
4/337
3/240
4/305
-
0/84
4/262
2/105
4/176
3/100
0/124
-
hoog > 20%
2/60
1/226
3/121
2/128
-
3/41
5/141
1/47
3/68
2/58
1/68
-
Geslacht
Logistische Euroscore I
124
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Coronairlijden PCI
Coronairlijden PCI
30-daagse mortaliteit
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen reanimatie
47/2606
13/1302
46/4251
125/6643
-
53/1149
49/4560
-
-
79/5045
55/2590
16/1454
reanimatie
45/136
29/77
43/125
81/293
-
20/53
37/172
-
-
13/72
32/115
11/38
geen shock
54/4169
29/1370
52/4265
138/6474
41/4178
-
69/4894
-
-
72/5065
57/2621
-
shock
85/246
10/24
37/110
82/317
111/275
-
25/51
-
-
20/50
30/87
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
66/1359
-
93/2937
215/4564
-
-
132/3072
-
-
140/3468
66/1337
43/755
26/72
-
29/88
56/181
-
-
25/114
-
-
7/10
20/55
7/23
177/4164
-
142/4262
321/6474
168/4164
-
199/4878
-
-
175/5065
124/2621
-
92/246
-
42/110
94/317
128/275
-
31/51
-
-
21/50
36/87
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
121/4062
33/1221
151/4141
214/6728
-
78/1127
-
130/3393
52/3887
165/4063
131/2524
75/1373
19/378
32/167
33/202
85/529
-
6/35
-
41/159
38/380
134/573
28/185
14/106
122/4192
65/1400
166/4234
241/6521
-
-
-
-
-
294/5080
146/2619
-
18/248
3/25
18/108
39/321
-
-
-
-
-
21/50
14/87
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen meervatslijden
-
1/847
4/2204
16/3729
2/2454
1/628
5/2929
2/1671
16/3240
0/1912
1/1260
0/747
meervatslijden
-
2/601
13/2173
29/3543
8/2016
2/571
24/2283
15/1881
1/1027
7/2883
15/1408
1/676
geen shock
3/2586
3/1400
10/4266
29/6521
6/4211
-
24/4963
-
-
6/5082
13/2612
-
shock
2/172
0/25
7/110
10/321
5/277
-
4/53
-
-
1/50
4/87
-
gepland
1/1416
1/502
4/2001
17/3137
4/1280
2/627
4/1715
1/1189
6/1875
1/1937
2/768
0/850
urgent
0/308
1/279
0/990
2/1209
3/1604
0/0
3/1825
0/727
1/1041
3/1976
4/990
0/188
acuut
4/973
2/671
13/1386
26/2923
4/1603
1/574
23/1727
16/1636
10/1351
4/1215
11/944
1/425
Reanimatie
Shock
Coronairlijden PCI
1-jaars mortaliteit
Reanimatie
geen reanimatie
reanimatie
Shock
geen shock
shock
Coronairlijden PCI
Angiografisch niet succesvol
Chronische totale occlusie
geen CTO
CTO
Shock
geen shock
shock
Coronairlijden PCI
Urgente CABG
Meervatslijden
Shock
Urgentie van de procedure
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
125
Coronairlijden PCI
Optreden van TVR
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
69/1259
-
176/2906
322/4445
-
-
222/3031
-
78/2545
-
-
76/665
6/118
-
21/123
59/374
-
-
25/191
-
23/268
-
-
15/60
geen meervatslijden
-
-
59/1501
141/2568
-
-
98/1849
-
64/2074
-
-
45/394
meervatslijden
-
-
138/1528
240/2251
-
-
143/1327
-
37/739
-
-
42/276
Chronische totale occlusie
geen CTO
CTO
Meervatslijden
Coronairlijden PCI
Heropname vanwege myocardinfarct
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen meervatslijden
-
5/847
14/2204
26/3617
-
-
12/2856
-
2/3214
-
-
1/394
meervatslijden
-
2/601
24/2173
48/3448
-
-
18/2250
-
0/1021
-
-
3/276
18/2485
5/1400
35/4266
64/6340
-
-
28/4861
-
-
-
-
-
6/164
2/25
3/110
8/312
-
-
1/52
-
-
-
-
-
7/1361
3/502
7/2001
30/3053
-
-
8/1683
-
0/1870
-
-
1/438
urgent
2/301
1/279
7/990
12/1199
-
-
10/1786
-
0/1031
-
-
1/46
acuut
14/933
3/671
24/1386
32/2812
-
-
12/1690
-
2/1334
-
-
3/215
Meervatslijden
Shock
geen shock
shock
Urgentie van de procedure
gepland
126
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Coronairlijden OMT
Coronairlijden OMT
1-jaars mortaliteit
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
> 50%
-
-
1/126
18/691
-
-
-
-
-
1/129
-
-
30-50%
-
-
4/32
7/136
-
-
-
-
-
2/50
-
-
< 30%
-
-
1/11
0/22
-
-
-
-
-
2/15
-
-
< 70
-
-
1/98
6/506
-
-
2/32
-
-
1/135
-
-
70-79
-
-
3/63
16/299
-
-
2/17
-
-
3/51
-
-
> = 80
-
-
2/22
6/101
-
-
2/9
-
-
1/10
-
-
geen nierinsufficiëntie
-
-
4/133
-
-
-
1/40
-
-
3/143
-
-
nierinsufficiëntie
-
-
2/44
-
-
-
5/16
-
-
2/49
-
-
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Leeftijd
Nierinsufficiëntie
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
127
Geconsolideerd atriumfibrilleren
Geconsolideerd atriumfibrilleren
30-daagse mortaliteit
Antonius
Catharina
Isala
OLVG
laag <= 1
0/244
0/173
0/100
0/102
hoog 2-7
0/193
0/133
0/44
1/69
hoog > 50%
0/376
0/290
1/124
0/134
middel 30-50%
0/42
0/17
0/27
1/37
laag < 30%
0/2
0/4
0/1
0/2
CHA2DS2-VASc Score
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Type AF
eerste AF incident
128
0/3
0/0
0/0
0/1
paroxysmaal
0/318
0/269
0/128
0/122
persisterend
0/103
0/45
0/16
1/44
permanent
0/13
0/1
0/0
0/5
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Atriumfibrilleren chirurgische PVI
Atriumfibrilleren chirurgische PVI
30-daagse mortaliteit
Antonius
Catharina
Haga
Isala
OLVG
CHA2DS2-VASc Score
laag <= 1
0/135
0/2
0/2
-
0/53
hoog 2-7
1/128
0/4
0/3
-
1/42
hoog > 50%
-
0/6
0/4
1/39
0/77
middel 30-50%
-
0/0
0/1
0/25
1/17
laag < 30%
-
0/0
0/0
0/4
0/1
BMI < 18,5
0/2
0/0
0/0
0/1
0/0
BMI 18,5-24,99
0/57
0/1
0/0
0/12
0/20
BMI >= 25
1/203
0/5
0/5
1/55
1/75
Antonius
Catharina
Haga
Isala
OLVG
laag <= 1
-
-
-
-
0/18
hoog 2-7
-
-
-
-
1/18
hoog > 50%
-
-
-
1/29
1/31
middel 30-50%
-
-
-
0/15
0/4
laag < 30%
-
-
-
0/3
0/1
BMI < 18,5
-
-
-
0/1
0/0
BMI 18,5-24,99
-
-
-
0/9
1/10
BMI >= 25
-
-
-
1/37
0/26
Catharina
Haga
Isala
OLVG
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Obesitas
Atriumfibrilleren chirurgische PVI
Trombo-embolische complicaties
CHA2DS2-VASc Score
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Obesitas
Atriumfibrilleren chirurgische PVI
Bloedingscomplicaties
Antonius
CHA2DS2-VASc Score
laag <= 1
4/134
0/2
0/2
-
0/53
hoog 2-7
5/127
0/4
0/3
-
2/42
hoog > 50%
6/201
0/6
0/4
-
0/77
middel 30-50%
1/32
0/0
0/1
-
2/17
laag < 30%
0/1
0/0
0/0
-
0/1
BMI < 18,5
0/2
0/0
0/0
-
0/0
BMI 18,5-24,99
3/57
0/1
0/0
-
0/20
BMI >= 25
6/202
0/5
0/5
-
2/75
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Obesitas
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
129
Atriumfibrilleren chirurgische PVI
Herhaalde PVI binnen 1 jaar
Antonius
Catharina
Haga
Isala
OLVG
laag <= 1
-
-
-
-
0/18
hoog 2-7
-
-
-
-
0/18
hoog > 50%
-
-
-
2/29
0/31
middel 30-50%
-
-
-
0/15
0/4
laag < 30%
-
-
-
0/3
0/1
BMI < 18,5
-
-
-
1/1
0/0
BMI 18,5-24,99
-
-
-
0/9
0/10
BMI >= 25
-
-
-
1/37
0/26
CHA2DS2-VASc Score
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Obesitas
130
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Atriumfibrilleren catheter PVI
Atriumfibrilleren catheter PVI
30-daagse mortaliteit
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
laag <= 1
0/65
-
0/609
0/540
0/75
-
0/343
0/44
0/255
0/170
0/210
0/179
hoog 2-7
0/31
-
0/457
1/451
0/58
-
0/140
0/46
0/118
0/139
0/66
0/120
hoog > 50%
0/90
-
0/922
1/862
-
-
0/402
0/79
0/331
0/241
0/194
0/224
middel 30-50%
0/5
-
0/61
0/65
-
-
0/57
0/11
0/18
0/45
0/55
0/56
laag < 30%
0/0
-
0/7
0/22
-
-
0/0
0/0
0/1
0/5
0/5
0/1
eerste AF incident
0/79
-
0/10
0/0
-
-
0/0
0/0
0/0
0/1
0/0
0/0
paroxysmaal
0/17
-
0/810
0/772
-
-
0/378
0/64
0/310
0/216
0/159
0/160
persisterend
0/0
-
0/200
1/225
-
-
0/80
0/25
0/53
0/78
0/117
0/119
permanent
0/0
-
0/27
0/6
-
-
0/0
0/0
0/6
0/8
0/0
0/19
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
laag <= 1
0/40
-
2/394
0/330
-
-
3/223
1/44
2/146
0/94
2/136
0/77
hoog 2-7
0/20
-
0/291
8/308
-
-
1/89
0/46
0/78
1/83
1/34
0/70
hoog > 50%
0/57
-
2/600
5/542
-
-
4/263
1/79
2/194
0/142
1/126
0/109
middel 30-50%
0/3
-
0/32
1/43
-
-
0/40
0/11
0/13
1/15
1/32
0/24
laag < 30%
0/0
-
0/5
1/18
-
-
0/0
0/0
0/1
0/3
0/1
0/1
eerste AF incident
0/50
-
0/7
0/0
-
-
0/0
0/0
0/0
0/0
0/0
0/0
paroxysmaal
0/10
-
1/507
5/462
-
-
3/230
1/64
1/181
1/119
2/78
0/78
persisterend
0/0
-
1/133
3/176
-
-
0/61
0/25
1/40
0/48
1/92
0/56
permanent
0/0
-
0/25
0/5
-
-
0/0
0/0
0/1
0/6
0/0
0/12
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
laag <= 1
0/67
-
1/593
9/527
2/75
-
1/340
0/44
1/253
0/156
4/210
0/180
hoog 2-7
1/33
-
2/451
9/446
0/58
-
1/139
1/46
0/118
2/124
2/66
0/120
hoog > 50%
1/94
-
3/902
17/846
-
-
2/399
1/79
0/329
2/220
6/194
0/225
middel 30-50%
0/5
-
0/61
0/62
-
-
0/57
0/11
1/18
0/42
0/55
0/56
laag < 30%
0/0
-
0/7
1/22
-
-
0/0
0/0
0/1
0/3
0/5
0/1
eerste AF incident
1/80
-
0/10
0/0
-
-
0/0
0/0
0/0
0/1
0/0
0/0
paroxysmaal
0/20
-
3/790
15/753
-
-
2/374
0/64
0/308
2/193
3/159
0/161
persisterend
0/0
-
0/198
3/225
-
-
0/80
1/25
1/53
0/73
3/117
0/119
permanent
0/0
-
0/27
0/6
-
-
0/0
0/0
0/6
0/8
0/0
0/19
CHA2DS2-VASc Score
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Type AF
Atriumfibrilleren catheter PVI
Trombo-embolische complicaties
CHA2DS2-VASc Score
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Type AF
Atriumfibrilleren catheter PVI
Cardiale tamponade of effusie
CHA2DS2-VASc Score
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Type AF
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
131
Atriumfibrilleren catheter PVI
Herhaalde PVI binnen 1 jaar
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
laag <= 1
8/40
-
76/401
92/358
-
-
53/243
6/44
44/145
16/96
38/136
7/77
hoog 2-7
4/20
-
75/292
84/322
-
-
18/96
9/46
22/78
10/81
11/34
13/70
eerste AF incident
8/50
-
2/7
0/0
-
-
0/0
0/0
0/0
0/0
0/0
0/0
paroxysmaal
4/10
-
101/510
124/494
-
-
52/250
12/64
51/180
21/120
22/78
13/78
persisterend
0/0
-
40/137
55/186
-
-
16/64
3/25
13/40
4/47
27/92
5/56
permanent
0/0
-
6/26
1/5
-
-
0/0
0/0
1/1
1/6
0/0
1/12
CHA2DS2-VASc Score
Type AF
132
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Geconsolideerd aortakleplijden
Geconsolideerd aortakleplijden
120-daagse mortaliteit
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
hoog > 50%
15/280
12/380
24/418
13/344
-
-
6/250
-
9/228
-
8/175
-
middel 30-50%
10/117
5/78
6/78
6/59
-
-
2/47
-
4/50
-
16/97
-
5/24
3/29
4/23
4/25
-
-
5/14
-
1/5
-
1/12
-
laag < 10%
8/203
7/320
9/308
8/259
-
-
4/224
-
4/188
-
5/165
-
middel 10-20%
3/120
5/99
8/107
5/103
-
-
4/56
-
2/64
-
9/79
-
hoog > 20%
20/107
9/69
17/104
10/67
-
-
5/31
-
8/31
-
11/40
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
hoog > 50%
6/280
1/377
3/422
5/344
-
-
1/250
-
1/228
-
3/175
-
middel 30-50%
3/117
0/78
1/78
2/59
-
-
1/47
-
0/50
-
8/97
-
laag < 30%
1/24
0/28
0/23
0/25
-
-
1/14
-
0/5
-
1/12
-
laag < 10%
4/203
0/320
2/312
1/259
-
-
0/224
-
0/188
-
4/165
-
middel 10-20%
3/120
1/97
1/107
3/103
-
-
0/56
-
0/64
-
3/79
-
hoog > 20%
3/107
0/67
1/104
3/67
-
-
3/31
-
1/31
-
5/40
-
geen nierinsufficiëntie
-
0/333
2/348
3/269
-
-
0/215
-
1/232
-
3/196
-
nierinsufficiëntie
-
1/151
2/175
4/159
-
-
3/96
-
0/51
-
9/88
-
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
laag < 30%
Logistische Euroscore I
Geconsolideerd aortakleplijden
CVA
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Logistische Euroscore I
Nierinsufficiëntie
Geconsolideerd aortakleplijden
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
AMC
Amphia
Antonius
< 55
-
-
-
2/90
-
-
-
-
3/71
-
-
-
55-64
-
-
-
2/121
-
-
-
-
1/88
-
-
-
65-74
-
-
-
15/176
-
-
-
-
4/109
-
-
-
>= 75
-
-
-
0/34
-
-
-
-
0/13
-
-
-
geen nierinsufficiëntie
-
-
-
7/265
-
-
-
-
7/231
-
-
-
nierinsufficiëntie
-
-
-
12/155
-
-
-
-
1/50
-
-
-
Leeftijd
Nierinsufficiëntie
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
133
Aortakleplijden - AVR
Aortakleplijden - AVR
120-daagse mortaliteit
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Endocarditis
geen endocarditis
6/198
20/889
20/781
16/638
-
1/44
18/590
3/194
19/742
16/483
6/245
-
< 3wk behandeld met AB
2/5
4/23
1/11
0/18
-
0/1
0/0
0/0
1/12
2/26
0/0
-
ja, overig
0/4
1/7
0/6
5/32
-
0/2
1/11
2/14
1/9
0/0
1/12
-
hoog > 50%
4/150
17/800
16/715
15/603
-
2/112
11/497
2/166
15/635
12/434
4/192
-
middel 30-50%
4/53
5/89
4/66
4/66
-
0/22
3/86
3/36
4/108
6/62
4/67
-
laag < 30%
0/4
3/30
1/18
2/16
-
0/7
5/18
0/6
2/20
0/13
0/5
-
laag < 10%
5/158
11/713
12/680
9/533
-
2/104
6/469
3/168
9/579
12/428
2/215
-
middel 10-20%
0/33
5/148
7/97
2/105
-
0/22
7/94
0/31
5/139
4/59
4/45
-
hoog > 20%
3/16
9/59
2/22
10/50
-
0/15
6/38
2/9
7/44
2/22
3/11
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen diabetes mellitus
1/158
1/768
-
4/560
-
-
1/486
0/166
2/568
1/415
-
-
diabetes mellitus
0/49
1/152
-
1/128
-
-
0/115
0/42
1/188
3/98
-
-
1/207
1/852
-
5/615
-
-
1/559
0/191
2/681
4/480
1/236
-
0/0
1/68
-
0/74
-
-
0/43
0/17
1/75
0/33
0/21
-
< 55
0/21
0/85
-
1/81
-
-
0/41
0/32
0/69
0/47
0/49
-
55-64
0/39
0/167
-
2/143
-
-
0/117
0/39
0/143
0/113
0/67
-
65-74
1/80
1/309
-
0/234
-
-
1/217
0/73
1/252
3/190
0/78
-
>= 75
0/67
1/359
-
2/231
-
-
0/227
0/64
2/292
1/163
1/77
-
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
2/207
0/852
9/810
3/615
-
2/128
4/559
2/191
7/689
5/480
3/236
-
0/0
1/68
0/1
5/74
-
0/13
2/43
0/17
1/75
1/33
0/21
-
2/198
1/889
9/791
5/638
-
0/44
6/591
1/194
7/743
5/487
1/245
-
< 3wk behandeld met AB
0/5
0/23
0/13
1/18
-
0/1
0/0
0/0
1/12
1/26
2/12
-
ja, overig
0/4
0/7
0/6
2/32
-
0/2
0/11
1/14
0/9
0/0
0/0
-
laag < 10%
1/158
0/713
5/688
2/533
-
1/104
2/469
1/168
6/580
4/431
1/215
-
middel 10-20%
1/33
1/148
3/98
2/105
-
1/22
3/94
0/31
1/139
0/60
2/45
-
hoog > 20%
0/16
0/59
1/25
4/50
-
0/15
1/39
1/9
1/44
2/22
0/11
-
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Logistische Euroscore I
Aortakleplijden - AVR
Diepe sternumwondinfectie
Diabetes mellitus
Eerdere hartoperatie
geen eerdere hartoperatie
eerdere hartoperatie
Leeftijd
Aortakleplijden - AVR
CVA
Eerdere hartoperatie
geen eerdere hartoperatie
eerdere hartoperatie
Endocarditis
geen endocarditis
Logistische Euroscore I
134
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Aortakleplijden - AVR
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen diabetes mellitus
-
-
-
6/544
-
0/35
-
-
14/568
-
-
-
diabetes mellitus
-
-
-
2/124
-
0/11
-
-
4/188
-
-
-
geen endocarditis
-
-
-
7/620
-
0/43
-
-
17/735
-
-
-
< 3wk behandeld met AB
-
-
-
0/18
-
0/1
-
-
1/12
-
-
-
ja, overig
-
-
-
1/30
-
0/2
-
-
0/9
-
-
-
< 55
-
-
-
1/76
-
0/7
-
-
2/69
-
-
-
55-64
-
-
-
1/141
-
0/6
-
-
6/143
-
-
-
65-74
-
-
-
2/228
-
0/14
-
-
2/252
-
-
-
>= 75
-
-
-
4/224
-
0/19
-
-
8/292
-
-
-
Diabetes mellitus
Endocarditis
Leeftijd
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
135
Aortakleplijden - TAVI
Aortakleplijden - TAVI
Procedurele mortaliteit
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen eerdere hartoperatie
4/371
2/173
7/315
8/221
6/238
-
0/39
-
1/16
-
4/140
8/216
eerdere hartoperatie
5/76
1/53
6/156
2/92
1/83
-
0/10
-
1/7
-
3/42
0/56
geen eerder mitraalkleplijden
5/289
1/157
8/319
4/178
7/319
-
0/45
-
1/21
-
4/91
7/221
eerder mitraalkleplijden
5/156
1/64
5/152
6/130
0/2
-
0/4
-
1/2
-
3/91
1/41
gepland
6/333
2/196
13/464
10/313
7/321
-
0/49
-
1/22
-
7/182
5/210
opgenomen
4/102
1/28
0/7
0/0
0/0
-
0/0
-
1/1
-
0/0
3/41
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
> 50%
26/281
8/116
27/295
16/194
12/185
-
1/32
-
1/13
-
8/83
13/184
30-50%
3/95
4/83
17/138
4/62
6/108
-
0/12
-
2/10
-
14/87
6/67
< 30%
13/66
2/21
6/38
5/49
3/28
-
1/5
-
0/0
-
3/12
2/21
Eerdere hartoperatie
Eerder mitraalkleplijden
Urgentie van de procedure
Aortakleplijden - TAVI
30-daagse mortaliteit
Ernstige linkerventrikeldysfunctie
Logistische Euroscore I
laag < 10%
2/90
3/33
2/40
8/65
4/85
-
0/11
-
0/1
-
3/33
2/66
middel 10-20%
11/177
4/84
11/156
8/134
11/139
-
1/19
-
1/9
-
9/80
12/129
hoog > 20%
30/184
9/109
37/275
10/113
6/97
-
1/19
-
2/13
-
13/69
7/77
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen eerder mitraalkleplijden
41/289
8/157
28/319
24/178
60/318
-
1/45
-
5/21
-
11/90
46/220
eerder mitraalkleplijden
26/156
1/64
14/152
11/130
0/2
-
0/4
-
1/2
-
10/91
9/41
man
23/182
2/99
17/207
17/149
24/173
-
1/23
-
3/8
-
5/83
20/122
vrouw
44/268
7/128
25/264
18/164
36/147
-
0/26
-
3/15
-
16/98
41/149
Aortakleplijden - TAVI
Vasculaire complicaties
Eerder mitraalkleplijden
Geslacht
136
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Aortakleplijden - TAVI
CVA
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Geslacht
man
3/182
1/96
2/207
6/149
8/173
-
1/23
-
1/8
-
6/83
4/122
vrouw
16/268
5/124
4/264
2/164
6/146
-
1/26
-
0/15
-
9/99
8/150
geen nierinsufficiëntie
6/220
3/98
3/198
3/128
8/152
-
0/19
-
1/9
-
3/98
3/98
nierinsufficiëntie
13/227
3/122
3/273
5/183
6/161
-
2/30
-
0/14
-
12/84
9/172
gepland
13/333
4/191
5/464
8/313
3/319
-
2/49
-
1/22
-
15/182
8/240
opgenomen
6/102
1/26
1/7
0/0
0/0
-
0/0
-
0/1
-
0/0
2/41
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
Nierinsufficiëntie
Urgentie van de procedure
Aortakleplijden - TAVI
Implantatie nieuwe permanente pacemaker
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
geen eerder mitraalkleplijden
25/289
19/154
-
17/178
68/319
-
5/45
-
0/21
-
18/91
21/221
eerder mitraalkleplijden
4/155
8/62
-
14/130
0/2
-
0/4
-
1/2
-
16/91
1/41
7/85
4/24
-
4/49
9/69
-
0/7
-
0/0
-
3/34
3/51
75-84
13/246
13/120
-
26/191
34/170
-
3/28
-
1/14
-
18/95
16/148
>=85
9/120
10/76
-
4/73
25/82
-
2/14
-
0/9
-
13/53
6/73
Eerder mitraalkleplijden
Leeftijd
<75
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
137
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR
30-daagse mortaliteit
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen chronische longziekte
4/116
12/511
9/278
20/437
4/190
4/83
5/402
6/145
17/390
5/254
3/106
-
chronische longziekte
2/21
12/126
4/60
4/65
0/34
3/26
4/104
3/27
3/54
1/54
2/60
-
laag < 10%
2/88
6/415
6/238
11/361
2/172
2/50
3/342
1/125
10/312
2/231
3/119
-
middel 10-20%
2/30
8/144
2/72
8/105
1/37
1/45
2/108
3/38
5/102
2/59
1/38
-
hoog > 20%
2/18
10/78
5/29
5/36
1/15
4/14
4/56
5/9
5/30
2/18
1/9
-
Chronische longziekte
Logistische Euroscore I
Nierinsufficiëntie
geen nierinsufficiëntie
-
6/441
6/239
9/307
1/154
3/78
4/363
7/120
14/340
3/210
3/116
-
nierinsufficiëntie
-
18/196
7/100
13/189
3/70
4/31
5/143
2/52
6/104
3/97
2/50
-
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR
120-daagse mortaliteit
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
laag < 10%
2/88
10/415
10/238
15/361
-
4/50
10/342
3/125
21/312
2/231
4/119
-
middel 10-20%
2/30
10/144
4/72
10/105
-
2/45
3/108
4/38
12/102
3/59
2/38
-
hoog > 20%
2/18
12/78
9/29
8/36
-
4/14
7/56
5/9
8/30
3/18
1/9
-
Logistische Euroscore I
Nierinsufficiëntie
geen nierinsufficiëntie
-
8/441
14/239
13/307
-
5/78
12/363
9/120
25/340
3/210
5/116
-
nierinsufficiëntie
-
24/196
9/100
18/189
-
5/31
8/143
3/52
16/104
5/97
2/50
-
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR
Bloedtransfusie nodig
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
man
-
149/449
113/233
99/336
-
11/23
50/319
55/117
114/301
116/210
42/118
-
vrouw
-
129/188
74/110
62/168
-
7/10
87/187
35/51
79/143
80/98
25/48
-
geen recent myocardinfarct
-
236/565
155/296
133/451
-
17/31
123/471
77/149
176/414
183/293
-
-
recent myocardinfarct
-
42/72
32/47
24/47
-
1/2
14/35
13/19
17/30
13/15
-
-
Geslacht
Recent myocardinfarct
Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR
CVA
AMC
Amphia
Antonius
Catharina
Erasmus
Haga
Isala
MCL
MST
OLVG
UMCG
UMCU
geen diabetes mellitus
2/125
3/462
4/251
12/367
-
2/75
3/348
3/120
0/306
3/209
-
-
diabetes mellitus
0/12
0/175
5/92
5/135
-
1/34
6/158
0/52
1/137
1/99
-
-
man
1/97
2/449
4/233
11/336
-
2/72
7/319
1/120
1/301
2/210
2/118
-
vrouw
1/40
1/188
5/110
6/168
-
1/37
2/187
2/52
0/143
2/98
0/48
-
geen nierinsufficiëntie
-
2/441
6/241
6/309
-
1/78
5/363
2/120
0/340
1/210
1/116
-
nierinsufficiëntie
-
1/196
3/102
11/189
-
2/31
4/143
1/52
1/104
3/97
1/50
-
Diabetes mellitus
Geslacht
Nierinsufficiëntie
138
Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com.
Bijlage 2: Meetbaar Beter organisatie
Raad van Bestuur
Dhr. E.J. Daeter, cardiothoracaal chirurg (St. Antonius Ziekenhuis), voorzitter
Dr. J.J. Koolen, cardioloog (Catharina Ziekenhuis)
Prof. Dr. Mr. B.A.J.M. de Mol, cardiothoracaal chirurg (Academisch Medisch Centrum Amsterdam)
Dhr. H.P.A. van Veghel, portefeuille organisatie
Raad van Advies
Dr. W.J. van Boven (Academisch Medisch Centrum Amsterdam)
Dr. P. den Heijer (Amphia Ziekenhuis)
Dr. B. Rensing (St. Antonius Ziekenhuis)
Dr. A.H.M. van Straten (Catharina Ziekenhuis)
Dr. T.W. Galema (Erasmus MC)
Dhr. M. Bax (HagaZiekenhuis)
Dr. J.H.E. Dambrink (Isala)
Dhr. J. Haenen (Medisch Centrum Leeuwarden)
Dr. J.M. van Opstal (Medisch Spectrum Twente)
Dr. G. Amoroso (Onze Lieve Vrouwe Gasthuis)
Dhr. T.W. Waterbolk (Universitair Medisch Centrum Groningen)
Dr. P.R. Stella (Universitair Medisch Centrum Utrecht)
Raad van Toezicht
Prof. Dr. R. Grol, voorzitter
Dr. P. Batenburg (Catharina Ziekenhuis)
Ir. D. Schraven (St. Antonius Ziekenhuis)
Prof. Dr. F. van Eenennaam (The Decision Group)
Dr. V. Umans (NVvC)
Dr. L. Noyez (NVT)
Intern Projectleiders
Ir. T.L. Nolst Trenité (Academisch Medisch Centrum Amsterdam)
Mevr. P. Kottier (Amphia Ziekenhuis)
Dhr. M. Bosschaert (St. Antonius Ziekenhuis)
Dr. D. Veldman-Schulz (Catharina Ziekenhuis)
Dr. T.W. Galema (Erasmus MC)
Mevr. E. van Seventer (HagaZiekenhuis)
Mevr. M. van den Enden (Isala)
Dhr. M. van der Wal (Medisch Centrum Leeuwarden)
Mevr. E.JL. Huiskes (Medisch Spectrum Twente)
Mevr. E. Kop & Mevr. S. Tenniglo (Onze Lieve Vrouwe Gasthuis)
Dhr. J. Koster (Universitair Medisch Centrum Groningen)
Mevr. T.H. Dispa (Universitair Medisch Centrum Utrecht)
Datamanagers
Dhr. J. Junggeburt (Academisch Medisch Centrum Amsterdam)
Mevr. D. Baak (Amphia Ziekenhuis)
Dhr. T. Oirbans (St. Antonius Ziekenhuis)
Dhr. T. Brouwer (Catharina Ziekenhuis)
Mevr. A.L. Venema (Erasmus MC)
Mevr. E.T.W. van der Knaap & Mevr. A.E. van den Berg (HagaZiekenhuis)
Dhr. H. Lafeber & Dhr. H. Wesselink (Isala)
Mevr. H. Rijnhart-de Jong (Medisch Centrum Leeuwarden)
Dhr. H. Verheij (Medisch Spectrum Twente)
Mevr. E. Verbeek (Onze Lieve Vrouwe Gasthuis)
Dhr. T.W. Waterbolk (Universitair Medisch Centrum Groningen)
Dhr. J. Martens (Universitair Medisch Centrum Utrecht)
139
Colofon & Disclaimer
Hoofdredactie
H.P.A. van Veghel
Programma Directeur
Datamanagement
Dr. S. Houterman
Manager Datamanagement
M. Marteijn
Business Analyst
Productiebegeleiding
D.S. de Waard
Manager Communicatie
Uitkomstindicatoren
Dr. P. van der Nat
Manager Ontwikkeling & Implementatie
Medische Experts
J. Matola
Cardiothoracaal chirurg
Dr. P. Houthuizen
Cardioloog
Methodologisch Partner
The Decision Group
Productie
Math Made, D&B Communicatie en Drukkerij Snep
Foto omslag
Frans Paalman/Isala
© November 2014
Dit is een uitgave van de stichting Meetbaar Beter.
De stichting stelt zich tot doel het bijdragen aan de verdere
verbetering van de kwaliteit van zorg voor hartpatiënten door het
ontwikkelen, verspreiden en implementeren van een kwaliteits­
systeem op basis van patiëntrelevante uitkomstindicatoren.
De methodologische basis voor het programma Meetbaar Beter
ligt in het gedachtegoed van Prof. M. Porter van Harvard Business
School in Boston. De stichting Meetbaar Beter heeft een solide
methodologische basis onder haar programma gelegd door een
partnershipovereenkomst aan te gaan met The Decision Group.
Een internationale adviesraad van medische en methodologische
experts staan garant voor de wetenschappelijke onderbouwing
en objectiviteit van Meetbaar Beter. Diverse stakeholders
zoals patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en de IGZ zijn bij
Meetbaar Beter betrokken via een klankbordgroep.
140
Methodologisch partner:
The
Decision
Group
TM
Meetbaar Beter Boek
Deelnemende hartcentra
2014