Meetbaar Beter Boek Deelnemende hartcentra 2014 Inzicht in kwaliteit van zorg voor mensen met hartaandoeningen Meetbaar Beter heeft zich in 2014 in meerdere dimensies succesvol doorontwikkeld. Het aantal hartcentra dat zich heeft aangesloten bij de stichting Meetbaar Beter is verder uitgebreid van acht naar twaalf centra. Graag bedanken wij alle deelnemende centra voor het vertrouwen dat zij in Meetbaar Beter gesteld hebben. Wij hopen de komende jaren op een krachtige samenwerking tussen de deelnemende hartcentra en zodoende aan de hand van de werkwijze van Meetbaar Beter gezamenlijk de zorg voor hartpatiënten in Nederland naar een nog hoger niveau te brengen. Eind 2013 en begin 2014 hebben meer dan dertig artsen en negen getrainde begeleiders uit de deelnemende centra gezamenlijk hard gewerkt aan de ontwikkeling van indicatoren sets voor veel voorkomende medische condities en behande lingen die nog niet opgenomen waren in de Meetbaar Beter rapportage van 2013. In het Meetbaar Beter Boek 2014 leidt deze inspanning tot publicatie van resultaten van de behandeling van coronairlijden, atriumfibrilleren, aortakleplijden en de combinatie van aortakleplijden en coronairlijden. Een mooi resultaat omdat daarmee voor meer dan 80% van de complexe zorg die geleverd wordt in de deelnemende hartcentra de resultaten van behandelingen openbaar worden gemaakt. In 2013 werden in de deelnemende hartcentra 27000 patiënten voor één van deze vier medische condities behandeld. Voor deze patiënten alsook de mensen in hun directe omgeving, en de behandelend artsen, verzekeraars en toezichthouders, worden de voor de patiënt meest relevante resultaten van behandelingen inzichtelijk. In 2014 heeft Meetbaar Beter een methodologisch onderbouwde onderhoudscyclus voor de indicatorensets voor coronairlijden en atriumfibrilleren geïntroduceerd welke opgenomen waren in de rapportage van 2013. Vanuit diverse perspectieven, waaronder medisch en datamanagement, is in een onderhoudscyclus feedback verzameld. Deze feedback is op gestructureerde wijze beoordeeld door het outcomes team, waarna de voorlopige conclusies zijn voorgelegd aan de experts van de Internationale Academische Adviesraad. Naast een beperkt aantal aanpassingen in de indicatorensets heeft dit proces geleid tot aanscherping van definities waardoor het dataverzamelingsproces in 2014 sterk verbeterd is. Voor u ligt de rapportage van de aan Meetbaar Beter deelnemende ziekenhuizen van 2014. Uit het oogpunt van transparantie en inzichtelijkheid van de resultaten is ervoor gekozen om vanaf 2014 de resultaten van de Meetbaar Beter hartcentra te presenteren in één boek. De ontwikkeling van Meetbaar Beter wordt in deze publicatie op meerdere niveau’s zichtbaar. Er zijn meer dan twintig analyses opgenomen in deze publicatie waarbij de resultaten voor het risicoprofiel van de patiëntgroepen per hartcentrum gecorrigeerd worden. Lange-termijn effecten van een behandeling, zowel in de vorm van reïnterventies als lange-termijn overleving, worden voor meerdere patiëntgroepen gepubliceerd in het Meetbaar Beter Boek 2014. In deze publicatie is ervoor gekozen om bij alle medische condities per geselecteerde uitkomstindicator resultaten te rapporteren aan de hand van gelijke uitgangspunten welke zijn beschreven in het hoofdstuk datamanagement. Deze uitgangspunten zijn gedefinieerd om een balans te bewaren in de omvang van de publicatie en de relevantie van de geboden informatie enerzijds, en de balans tussen klinische relevantie en statistische significantie anderzijds. Ook voor innovatieve behandelingen met relatief kleine cohorten worden daarom gesegmenteerde figuren weergegeven. De deelnemende hartcentra hebben via de stichting Meetbaar Beter volledig toegang tot alle gesegmenteerde analyses die verbonden zijn aan de initiële condities die niet in dit boek zijn opgenomen. De figuren voor de significante initiële condities zijn terug te vinden op de website www.meetbaarbeter.com. Het verkrijgen van inzichten ten behoeve van verdere verbetering van kwaliteit van zorg wordt op deze manier maximaal gefaciliteerd. Deze analyses bieden nieuwe inzichten op basis waarvan gericht gewerkt kan worden aan verdere verbetering van kwaliteit van zorg voor hartpatiënten. Literatuuronderzoek heeft voor een aantal uitkomstindicatoren laten zien dat het prestatieniveau van de Nederlandse hartcentra in vergelijking met andere toonaangevende landen goed te noemen is. De resultaten uit 2013 zijn door de deelnemende centra geanalyseerd en aanleiding geweest voor diverse analyses en verbeterprojecten binnen de deelnemende hartcentra. Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in dit Meetbaar Beter Boek. De Isala Safety Check is als best practice geselecteerd en wordt in een gezamenlijk project van Isala en Meetbaar Beter beschikbaar gesteld voor andere hartcentra. Ook in het komende jaar zal het selecteren van best practices en het stimuleren van lokale verbeterinitiatieven op basis van inzichten in uitkomsten een belangrijk facet zijn binnen Meetbaar Beter. We hopen hierdoor bij te dragen aan een transparante leer- en ontwikkelomgeving waarbinnen we gezamenlijk de zorg voor hartpatiënten kunnen blijven verbeteren. Edgar Daeter Cardiothoracaal chirurg Voorzitter Raad van Bestuur Stichting Meetbaar Beter 1 Deelnemende hartcentra Afkortingen Academisch Medisch Centrum AMC Amphia Ziekenhuis Amphia St. Antonius Ziekenhuis Antonius Catharina Ziekenhuis Catharina Erasmus MC Erasmus HagaZiekenhuisHaga IsalaIsala Medisch Centrum Leeuwarden MCL Medisch Spectrum Twente MST Onze Lieve Vrouwe Gasthuis OLVG Universitair Medisch Centrum Groningen UMCG Universitair Medisch Centrum Utrecht UMCU Gebruikte afkortingen AFAtriumfibrilleren AVAtroventriculair AVA Aortic Valve Area AVR Aortic Valve Replacement BHNBegeleidingscommissie Hartinterventies Nederland CABG Coronary Artery Bypass Graft CVA Cerebro Vasculair Accident ECGElektrocardiogram EU Europese Unie FFR Fractional Flow Reserve GFR Glomerular Filtration Rate ICD Implanteerbare Cardioverter Defibrillator ICHOMInternational Consortium for Health Outcomes Measurement LVEFLinkerventrikelejectiefractie MACCE Major Adverse Cardiac and Cerebral Events MACE Major Adverse Cardiac Event 2 MIMyocardinfarct MVR Mitral Valve Replacement NCDR National Cardiovascular Data Registry NVT Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie NVvC Nederlandse Vereniging voor Cardiologie NYHA New York Heart Association OMT Optimale Medicamenteuze Therapie PCI Percutane Coronaire Interventie PVI Pulmonaal Venen-Isolatie SF12 Short form 12 SF36 Short form 36 TAVI Percutane aortaklepplaatsing TIA Transient Ischaemic Attack TVR Target Vessel Revascularization VLAD Variable Life-Adjusted Display Inhoudsopgave Deelnemende hartcentra4 Ontwikkeling van Meetbaar Beter 6 Internationale Academische Adviesraad 8 Toekomstvisie 10 1Coronairlijden12 1.1Geconsolideerd coronairlijden 13 1.2Coronaire bypasschirurgie 18 Inzicht naar verbetering30 1.3Percutane coronaire interventie 31 Inzicht naar verbetering38 1.4Optimale medicamenteuze therapie 39 2Atriumfibrilleren44 2.1Geconsolideerd atriumfibrilleren 48 2.2Minimaal-invasieve chirurgische pulmonaal venen isolatie 50 2.3Catheter pulmonaal venen isolatie 55 Van inzicht naar verbetering61 3Aortakleplijden64 3.1Geconsolideerd aortakleplijden 65 3.2Aortaklepvervanging 71 Van inzicht naar verbetering79 3.3Transkatheter aortaklepimplantatie 80 4 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden90 4.1CABG + AVR 93 5 Deelnemende hartcentra aan het woord102 6Datamanagement110 6.1Leeswijzer 114 7 Uitbreiding medische condities118 Bijlage 1: Overzicht ruwe uitkomsten per segment 122 Bijlage 2: Meetbaar Beter organisatie 139 Interviews: Margo Weerts (Hart&Vaatgroep) Dr. Jens Deerberg-Wittram MD (ICHOM) Dr. Victor Umans (NVvC) Prof. dr. Robbert Huijsman MBA (Achmea) Prof. dr. Diana Delnoij (Kwaliteitsinstituut) Prof. dr. Daniel Hommes (UCLA) Peter Hoppener (VGZ) Prof. dr. Domenico Pagano (EACTS) 11 42 43 89 100 101 116 117 3 Deelnemende hartcentra De Meetbaar Beter hartcentra Het aantal hartcentra dat is aangesloten bij Meetbaar Beter is in het afgelopen jaar uitgebreid van acht naar twaalf van de in totaal zestien Nederlandse hartcentra. Door het groeiend aantal deelnemende hartcentra wordt een steeds groter percentage van de zorg voor hartpatiënten in Nederland transparant en worden steeds meer mogelijkheden gecreëerd voor het identificeren en verspreiden van best practices. 4 Voor elk hartcentrum wordt per medische conditie door middel van taartdiagrammen aangegeven hoeveel procent van de gegevens er is aangeleverd voor de Meetbaar Beter rapportage van 2014. Het maximum geeft de hoeveelheid gegevens aan dat een hartcentrum had kunnen aanleveren, welke is bepaald aan de hand van het totaal aantal uitkomstindicatoren en initiële condities vermenigvuldigd met het aantal jaren waarover gerapporteerd wordt. Legenda: Coronairlijden Complete data coronairlijden Data niet geleverd/incompleet Atriumfibrilleren Aortakleplijden Complete data atriumfibrilleren Data niet geleverd/incompleet Complete data coronairlijden Data niet geleverd/incompleet Data niet geleverd/incompleet Complete data aortakleplijden Data niet geleverd/incompleet CABG+AVR Complete data CABG + AVR Data niet geleverd/incompleet Complete data aortakleplijden Complete data CABG + AVR Data niet geleverd/incompleet Data niet geleverd/incompleet 5 Ontwikkeling van Meetbaar Beter Meetbaar Beter heeft tot doel bij te dragen aan het verder verbeteren van de zorg voor mensen met hartaandoeningen in Nederland. De kern van Meetbaar Beter is dat op wetenschappelijk verantwoorde wijze, met behulp van een internationale adviesraad van medische en methodologische experts, een selectie wordt gemaakt van de voor de patiënt meest relevante uitkomstindicatoren. Deze uitkomstindicatoren vormen de basis voor een transparante rapportage naar patiënten en zorgverzekeraars over de resultaten van zorg, en dienen als uitgangspunt voor een verbetercyclus binnen elk van de betrokken hartcentra en het delen van best practices tussen de centra. Meetbaar Beter draagt door het creëren van inzichten, het stimuleren van leereffecten en het delen van best practices bij aan het onderbouwd nemen van beslissingen omtrent de zorg voor hartpatiënten in Nederland. Artsgedreven Meetbaar Beter is een initiatief van en door artsen. Indicatorensets worden samengesteld en onderhouden door outcomes teams van artsen en de stichting Meetbaar Beter wordt via de Raad van Bestuur in afstemming met de Raad van Advies bestuurd door artsen. Te allen tijde zal het eigenaarschap van Meetbaar Beter daardoor blijven liggen bij de medicus. Dit is essentieel omdat artsen de regie voeren over de inhoudelijke organisatie van zorg, feedback willen en moeten krijgen op hun handelen en als enigen in staat zijn de uitkomsten te interpreteren en te gebruiken voor verdere verbetering van kwaliteit van zorg. Meetbaar Beter besteedt veel aandacht aan het delen van de Meetbaar Beter visie aan deelnemende centra. Waar mogelijk zijn artsen van deelnemende centra betrokken in outcomes teams. Voor de recent aangesloten hartcentra worden masterclasses door Meetbaar Beter georganiseerd. Daarnaast wordt tijdens interne events en symposia ruim aandacht besteed aan de Value Based Healthcare principes die ten grondslag liggen aan Meetbaar Beter. Patiëntgericht In de methodologie die gehanteerd wordt binnen Meetbaar Beter wordt gewaarborgd dat de uitkomstindicatoren die geselecteerd worden maximaal patiëntgericht zijn. Factoren, zoals de impact op de kwaliteit van leven van een patiënt, wegen zwaar bij de selectie van uitkomstindicatoren. Resultaten worden transparant gerapporteerd. In samenwerking met De Hart & Vaatgroep wordt gewerkt aan een rapportagevorm die voor patiënten goed toegankelijk en begrijpelijk is, zodat de resultaten van zorg als beslissingsondersteunende informatie kunnen gaan dienen. Echter, door alleen het meten van indicatoren helpen we patiënten niet beter dan nu. Meetbaar Beter richt zich daarom ook sterk op het gebruik van deze uitkomstindicatoren en de verkregen inzichten binnen en tussen de hartcentra. Op basis van 6 de resultaten van behandelingen worden inzichten verkregen. Meetbaar Beter helpt en stimuleert hartcentra om aan de hand van deze inzichten verbeteringen in zorgprocessen door te voeren en faciliteert het delen van best practices. Klinisch relevant Meetbaar Beter gaat uit van de relevante resultaten van behandelingen voor de patiënt. De prioriteit ligt daarom bij het verkrijgen van klinisch relevante inzichten. Meetbaar Beter ziet statistiek als een belangrijk hulpmiddel wanneer het verantwoord toegepast kan worden. Wanneer aan voldoende randvoorwaarden is voldaan kan de interpretatie van uitkomsten gefaciliteerd worden door statistiek te bedrijven en kan waar mogelijk op basis van correcties voor zorgzwaarte van de populatie een risicogecorrigeerde vergelijking tussen centra gemaakt worden. Statistische significantie is echter niet leidend, integendeel, het is ondergeschikt aan klinische relevantie. Deze prioritering is zowel in de Meetbaar Beter rapportage als in de leer- en verbetercycli binnen en tussen de deelnemende centra van toepassing. Methodologie Meetbaar Beter faciliteert de keuze voor en definiëring van uitkomstindicatoren. Hierbij wordt gestreefd naar een beperkte en stabiele set indicatoren voor elk van de hartaandoeningen. Beperkt, omdat dit een goed overzicht geeft, beter hanteerbaar is voor realisatie van verbeteringen en datamanagement niet onnodig zwaar wordt belast. Stabiel, omdat vergelijking over de jaren alleen mogelijk is als de selectie en definitie niet te veel wijzigt. Om dit te realiseren wordt binnen Meetbaar Beter een gedegen proces van selectie, onderhoud en definitie van indicatoren doorlopen. Processtappen zijn zoveel mogelijk geobjectiveerd en volledig gedocumenteerd, zodat medisch inhoudelijke en methodologische keuzes en eventuele wijzigingen altijd herleidbaar zijn en geëvalueerd kunnen worden. Een gedetailleerde beschrijving van de methodiek is terug te vinden in de Meetbaar Beter Boeken 2012 en 2013. Om zorg te dragen voor eenduidigheid in de dataverzameling bij alle deelnemende centra zijn data-manuals opgesteld. In deze handleidingen zijn de concrete definities van de uitkomstindicatoren en initiële condities vastgelegd. De handleidingen zijn terug te vinden op www.meetbaarbeter.com. Op basis van een jaarlijkse onderhoudscyclus worden de manuals waar nodig aangescherpt. Meetbaar Beter voert een jaarlijkse audit uit bij elk van de Meetbaar Beter hartcentra en stelt onder andere kwaliteitseisen aan de volledigheid van de gegevens om de kwaliteit van de gepresenteerde resultaten te borgen. Inzicht in patiëntrelevante resultaten Het aantal hartaandoeningen waarvoor indicatorensets beschikbaar zijn en waarover gerapporteerd wordt door de deelnemende hartcentra is sterk gegroeid. In 2013 en 2014 is door negen ontwikkelteams gewerkt aan de selectie en definitie van indicatorensets voor specifieke behandelingen van een groot aantal medische condities. Deze indicatorensets zullen gefaseerd geïntroduceerd worden in de Meetbaar Beter rapportage. In 2014 is de rapportage ten opzichte van 2013 uitgebreid met vier nieuwe indicatorensets: 1.Aortakleplijden; behandeling met a. de transkatheter aortaklepvervanging (TAVI) en b. de operatieve klepvervanging (AVR) 2.Atriumfibrilleren; behandeling door middel van minimaalinvasieve chirurgische ablatie. 3.Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden; behandeling met coronaire bypasschirurgie (CABG) en de operatieve klepvervanging (AVR) In de komende jaren zullen ook voor patiënten met mitraalkleplijden, chronisch hartfalen, tachycardie en een ‘plotse hartdood’ de resultaten in de rapportage opgenomen worden. Daarnaast zal in de komende jaren aandacht besteed worden aan het verder completeren van de medische condities, o.a. door bijvoorbeeld bij atriumfibrilleren en aortakleplijden op de juiste wijze de behandelresultaten van de groep patiënten die medicamenteus behandeld wordt mee te nemen in de rapportage. Verbetering van zorg Aan de hand van de verkregen inzichten in de patiëntrelevante resultaten van de geleverde zorg worden binnen de deelnemende centra verbeterprojecten in gang gezet. Voorbeelden hiervan worden in dit Meetbaar Beter Boek gepresenteerd. Daarnaast bieden de inzichten in resultaten de mogelijkheid tot het selecteren van best practices. Wanneer één van de Meetbaar Beter hartcentra betere resultaten laat zien dan de andere hartcentra, wordt gekeken of er onderdelen in het zorgproces zijn die mogelijk als best practice kunnen worden aangemerkt. Meetbaar Beter faciliteert het uitdragen en delen van deze best practice. De Meetbaar Beter hartcentra kunnen er zelf voor kiezen om de best practice al dan niet te implementeren. Op basis van de resultaten van de Meetbaar Beter rapportage uit 2013 blijkt dat de mortaliteitscijfers voor chirurgische interventies bij Isala lager zijn dan bij de overige hartcentra. De best practice die in overleg met Isala is geselecteerd is de Isala Safety Check. Zeven hartcentra hebben aangegeven deze best practice geheel of gedeeltelijk te willen overnemen. De implementatie van de Isala Safety Check zal plaatsvinden in 2014-2015. In de komende jaren zal de nadruk binnen Meetbaar Beter steeds meer verschuiven naar het gebruik van deze waardevolle informatie om de kwaliteit van zorg daadwerkelijk te verbeteren. Internationale academische adviesraad Om de kwaliteit en onafhankelijkheid van de gehanteerde methodologie en geselecteerde uitkomstindicatoren te garanderen worden de belangrijke besluiten binnen Meetbaar Beter getoetst door de internationale academische adviesraad van Meetbaar Beter. Dit betreft zowel de indicatorensets zelf (getoetst door medisch experts) als ook de methodiek (getoetst door methodologisch experts) die binnen Meetbaar Beter continu verder wordt ontwikkeld om deze indicatorensets te bepalen, te onderhouden en te gebruiken. In de nabije toekomst zal de internationale academische adviesraad worden uitgebreid met experts op het terrein van datamanagement en statistiek, waardoor het fundament onder de analyses die gemaakt en gepresenteerd worden nog sterker zal worden. In 2014 is het aantal medische experts in de internationale academische adviesraad fors uitgebreid van 6 naar 22 leden. Dit vanwege het grote aantal aandoeningen waarvoor in 2013-2014 indicatorensets zijn ontwikkeld. Voor elke aandoening zijn leden toegevoegd aan de adviesraad met expertise specifiek op het gebied van de behandeling van deze aandoening. De leden van de internationale academische adviesraad zijn weergegeven op pagina 8 en 9. Klankbordgroep Meetbaar Beter beoogt, naast een wetenschappelijk verantwoorde selectie en rapportage, een brede toepassing van de resultaten in het Nederlandse zorglandschap. Daarom zijn vrijwel alle direct belanghebbende partijen betrokken bij het programma in de vorm van een klankbordgroep. De klankbordgroep heeft een adviserende rol en zorgt ervoor dat de resultaten van het project aansluiten bij de informatiebehoefte van en gedragen worden door verschillende stakeholders. De klankbordgroep van Meetbaar Beter bestaat uit vertegenwoordigers van: • Hart & Vaatgroep • Inspectie voor de Gezondheidszorg • Zorgverzekeraars Achmea, CZ, Menzis en VGZ • Raad voor de Volksgezondheid & Zorg • Tweede Kamer der Staten Generaal 7 Internationale Academische Adviesraad 8 9 Toekomstvisie Implementatie Value Based Healthcare Meetbaar Beter is gebaseerd op het gedachtegoed van Value Based Healthcare zoals dat is ontwikkeld op Harvard Business School door prof. Porter. Centraal binnen Value Based Healthcare staat de overtuiging dat de zorg verder kan verbeteren door zich te richten op het maximaliseren van ‘waarde’ voor patiënten, gedefinieerd als uitkomsten van zorg afgezet tegen de kosten van de zorg. Deze visie heeft grote impact op de manier waarop de zorg wordt georganiseerd. Door te focussen op patiëntwaarde zal de manier van kijken naar de gezondheidszorg veranderen. Zo zal bijvoorbeeld een verschuiving optreden van specialismegeoriënteerde zorg naar aandoening-georiënteerde zorg. Bij Meetbaar Beter wordt daarom niet alleen gekeken naar de resultaten van een individuele behandeling of specialisme, maar naar de resultaten van de integrale zorg door verschillende specialismen binnen en buiten het ziekenhuis. Dit stimuleert specialismen om gezamenlijk de zorgketen nog beter te organiseren en heeft mogelijk implicaties voor de manier waarop de zorg in een bepaalde regio georganiseerd zou kunnen en moeten worden. Daarnaast biedt de explicitering van patiëntwaarde de mogelijk heid aan zorgverzekeraars om de zorginkoop te ontdoen van perverse prikkels en kwaliteit van zorg te belonen. Vanuit bestuurlijk perspectief binnen een ziekenhuis biedt de informatie over resultaten van zorg nieuwe mogelijkheden om de strategie van het ziekenhuis te verbinden met sturingsinstrumenten en kwaliteitscycli. Value Based Healthcare is ontwikkeld als theorie, maar een goed uitgewerkte aanpak voor implementatie bestaat er nog niet. Meetbaar Beter is sterk praktijkgericht en werkt continu aan de 10 implementatie van Value Based Healthcare. Ook in de komende jaren zal Meetbaar Beter zich blijven richten op de implementatie van Value Based Healthcare, waarbij de nadruk in toenemende mate zal liggen op het gebruik van de gegevens door artsen, patiënten en zorgverzekeraars. Het implementatiemodel van Meetbaar Beter omvat o.a. de systematiek voor selectie, definitie, meten, interpreteren en onderhouden van uitkomstindicatoren. Binnen het implementa tiemodel wordt hard gewerkt aan modellen voor het vormgeven van verbetercycli op basis van inzichten in uitkomsten, het delen van best practices en het hernieuwd vormgeven van relaties met samenwerkingspartners zoals verwijzende cardiologen en zorgverzekeraars. Samenwerking De doelstelling van Meetbaar Beter is dat indicatorensets beschikbaar zijn voor de overgrote meerderheid van alle beschik bare behandelingen voor mensen met een hartaandoening en dat deze indicatorensets ook door alle zorgverleners daadwerkelijk gebruikt worden en ingebed zijn in een verbetercyclus. Het toegankelijk maken van de Meetbaar Beter werkwijze voor interventiecentra zonder cardiochirurgie on site zal één van de eerste vervolgstappen zijn in de verdere uitrol van Meetbaar Beter. De samenwerking met de NVvC, NVT, NCDR en BHN is daarbij van essentieel belang. In de statuten van de stichting Meetbaar Beter is de ambitie om deze samenwerking vorm te geven sterk verankerd. Inmiddels zijn hierin grote stappen gemaakt. Zowel het bestuur van de NVvC als de NVT bekleden een positie in de Raad van Toezicht van de stichting Meetbaar Beter. Met de NVvC en de NCDR is een project gestart om samenwerking in de nabije toekomst te concretiseren. Meetbaar Beter: vertrouwen door te laten zien wat je doet “ De kracht van Meetbaar Beter is vooral het feit dat de instellingen die meedoen, informatie willen geven over wat ze doen en hoe ze dat doen. ” Margo Weerts Directeur Hart&Vaatgroep Den Haag D at patiënten een bewuste keuze maken om voor een behandeling naar een bepaalde instelling te gaan of weloverwogen een behandelaar kiezen die ze een ingreep toevertrouwen, komt veel voor. Men kent immers het ziekenhuis, heeft van de chirurg gehoord, de huisarts weet geen kwaad woord over die cardioloog en de buurman hadden ze daar toch maar mooi z’n leven gered. Kantje boord, dat wel, maar toch. Het zijn bewuste keuzes, waar weinig op aan te merken valt. Je hoeft niet meer te weten dan je nodig hebt om vertrouwen te hebben en vertrouwen is goed. Het stelt gerust, haalt de scherpe kantjes weg, bevordert herstel en maakt de toekomst hebbelijker. Dan blijken er van elders toch betere verhalen te komen, was de vriend van een kennis toch veel eerder thuis en kon vlot weer aan het werk, stond dat andere ziekenhuis alweer in de krant met een mooi succesje. En je oudste dochter zegt dat zij zelf toch echt eerst op websites zou gaan kijken om iets meer te weten te komen over dat ziekenhuis. Een open hartoperatie is tenslotte geen ingegroeide teennagel. En de moeder van een collega heeft zo’n zelfde operatie niet overleefd. Eens kijken wat Zorgkaart Nederland zegt. En wat de huisarts weet, dat wil ik zelf ook wel weten. Daarna praten we over vertrouwen. Vertrouwen leunt altijd op informatie. Van informatie naar presentatie naar interpretatie scheelt steeds maar een paar letters, maar een heel alfabet aan betekenis. De kracht van Meetbaar Beter is vooral het feit dat de instellingen die meedoen, informatie willen geven over wat ze doen en hoe ze dat doen. Een begrijpelijke en vooral eenduidige presentatie daarvan is niet eenvoudig, maar essentieel. Dat de kwaliteit overal hoog is en de verschillen klein, is alleen maar goed. Dat ziekenhuizen weliswaar niet houden van ranglijstjes, maar er toch door geprikkeld worden, is ook goed. En dat we deugdelijke informatie kunnen interpreteren naar eigen behoefte, geeft vertrouwen. 11 Eigen foto/St. Antonius Ziekenhuis 1 12 CORONAIRLIJDEN Hart- en vaatziekten leiden ieder jaar tot het overlijden van 1,9 miljoen mensen in de Europese Unie (EU) en zijn dan ook de belangrijkste doodsoorzaak in bijna alle landen van de EU (1,2). Van alle hart- en vaatziekten zijn vernauwingen in de kransslagaders van het hart (coronairen) de belangrijkste veroorzaker van een negatieve uitkomst voor de patiënt. Dergelijke vernauwingen worden veroorzaakt door atherosclerose en kunnen leiden tot een afname in de bloedvoorziening van het hart (myocardischemie). Myocardischemie resulteert in pijn op de borst ofwel angina pectoris. De aanwezigheid van myocardischemie leidt echter niet alleen tot klachten, maar verhoogt ook het risico op een hartinfarct of overlijden (3,4). Door behandeling van deze kransslagadervernauwingen kan de bloedstroom naar het hart herstellen, waardoor de klachten verdwijnen en de prognose verbetert. Behandelmogelijkheden voor coronairlijden zijn medicamenteuze therapie (OMT) en revascularisatie middels percutane coronaire interventie (PCI) of coronaire bypasschirurgie (CABG). Invasieve therapeutische opties als PCI en CABG zijn hoogst effectief in het opheffen van myocardischemie (5). Voor de meeste patiënten met een acuut hartinfarct is PCI de behandeling van eerste keus. Met de invoering van PCI als behandelmethode om de bloedstroom naar het hart te herstellen bij een acuut hartinfarct, is de levensverwachting van deze patiëntencategorie sterk toegenomen. Bij patiënten met stabiel coronairlijden wordt over het algemeen gestart met medicamenteuze therapie en wordt gekozen voor revascularisatie middels PCI of CABG, na bespreking in het Hartteam. Een Hartteam bestaat uit interventie-cardiologen en hartchirurgen die in gezamenlijk overleg de optimale revascularisatie-strategie bepalen voor een individuele patiënt na bestudering van onder andere de beelden van het coronairangiogram. De hartteambespreking is in de afgelopen jaren wereldwijd ingevoerd in alle belangrijke hartcentra en heeft een sterke kwaliteitsverbetering teweeg gebracht (6). Een andere innovatieve verbetering die de prognose van revascularisatie verder heeft verbeterd in de afgelopen jaren is de selectieve behandeling van enkel ischemie-producerende vernauwingen bij patiënten met meervatslijden met gebruik making van Fractionele Flow Reserve (FFR) metingen (7). 1.European Cardiovascular Disease Statistics 2012. Published by European Heart Network AISBL and European Society of Cardiology.European Heart Network AISBL 2.Beller GA, Zaret BL. Contributions of nuclear cardiology to diagnosis and prognosis of patients with coronary artery disease. Circulation. 2000;101:1465-1478. 3.Iskander S, Iskandrian AE. Risk assessment using single-photon emission computed tomographic technetium-99m sestamibi imaging. J Am Coll Cardiol. 1998;32:57-62. 4.Shaw LJ, Iskandrian AE. Prognostic value of gated myocardial perfusion SPECT. J Nucl Cardiol. 2004;11:171-185. 5.Shaw LJ, Berman DS, Maron DJ et al. Optimal medical therapy with or without percutaneous coronary intervention to reduce ischemic burden: results from the Clinical Outcomes Utilizing Revascularization and Aggressive Drug Evaluation (COURAGE) trial nuclear substudy. Circulation. 2008;117:1283-1291. 6.Tong BC, Huber JC, Ascheim DD et al. Weighting composite endpoints in clinical trials: essential evidence for the heart team. Ann Thorac Surg. 2012;94:1908-1913. 7.Tonino PA, De Bruyne B, Pijls NH et al. Fractional flow reserve versus angiography for guiding percutaneous coronary intervention. N Engl J Med. 2009 15;360:213-224. In de figuren wordt voor de CABG- en PCI-behandeling de uitkomstindicator die het hoogste in de uitkomstindicatoren hiërarchie per behandeling staat een trend weergegeven over de tijd voor alle hartcentra samen. Voor PCI zijn over 2009 en 2010 niet voldoende gegevens beschikbaar voor rapportage. In de analyse zijn de hartcentra meegenomen die voldoen aan de gestelde normen beschreven in het hoofdstuk datamanagement. Op de x-as staan de jaren van rapportage vermeld. Op de y-as staat de ruwe uitkomst voor alle meegenomen hartcentra samen. Na de Meetbaar Beter publicatie van 2012 werd binnen het Catharina Ziekenhuis een onderzoek gestart naar de mortaliteit na PCI om eventueel verbeterpotentieel vast te stellen en een internationale vergelijking vorm te geven. In het Meetbaar Beter Boek werden de resultaten van dit onderzoek gepubliceerd. Dit onderzoek biedt een referentiekader voor de prestaties van alle Nederlandse hartcentra. Ten aanzien van de mortaliteit na PCI mag geconcludeerd worden dat de Nederlandse hartcentra op aansprekend niveau presteren. Coronairlijden -CABG 120-daagse mortaliteit (totaal van alle ziekenhuizen n=10) 8% Coronairlijden - PCI 30-daagse mortaliteit (totaal van alle ziekenhuizen n=9) © Stichting Meetbaar Beter 8% 7% 7% 6% 6% 5% 5% 4% 4% 3% 3% 2% 2% 1% 1% 0% 0% 2009 2010 2011 2012 2013 © Stichting Meetbaar Beter niet in rapportage niet in rapportage 2009 2010 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 2011 2012 2013 13 Ontwikkelingen in 2014 de logistische Euroscore I in plaats van de additieve Euroscore bij CABG en de toevoeging van reanimatie als initiële conditie bij PCI. In het Meetbaar Beter Boek 2014 wordt voor het derde opeenvolgende jaar gerapporteerd over de uitkomsten van behandeling van patiënten met coronairlijden. Om de kwaliteit van de indicatorenset verder aan te scherpen is in 2014 voor het eerst een uitgebreide onderhoudscyclus doorlopen. Hierin zijn inzichten vanuit datamanagement, de meetresultaten van 2013 en nieuwe ontwikkelingen binnen de cardiologie en thoraxchirurgie meegenomen. Alle bij Meetbaar Beter aangesloten artsen en datamanagers hebben de gelegenheid gekregen input te geven, wat heeft geleid tot meer dan 75 feedbackpunten waardoor er in totaal 35 tot aanpassingen in de verschillende indicatorensets voor coronairlijden zijn uitgevoerd. De robuustheid van de indicatorenset is gebleken in deze onderhoudscyclus. Een aantal aanscherpingen zijn doorgevoerd in de details van de definities, zoals die in de manuals staan beschreven. De belangrijkste wijzigingen zijn de overstap naar Het meten van een aantal indicatoren vereist dat lange-termijn follow-up gegevens worden verzameld. Deze gegevens zijn in vrijwel alle hartcentra niet standaard beschikbaar, mede omdat de follow-up van patiënten vaak door de verwijzend cardioloog wordt verzorgd. In het afgelopen jaar is veel extra inspanning geleverd om deze gegevens te verzamelen met als gevolg dat over meer indicatoren uit de indicatorenset voor coronairlijden wordt gerapporteerd. Inmiddels rapporteren vier, respectievelijk vijf hartcentra over ‘overleving vrij van coronaire reїnterventie’ en ‘overleving vrij van myocardinfarct’ na CABG. De indicator ‘heropname vanwege myocardinfarct’ na PCI wordt al door zeven hartcentra gerapporteerd. Ook de rapportage van de geconsolideerde indicatorenset is hierdoor uitgebreid. Voor het eerst worden de resultaten voor de indicator heropname vanwege myocardinfarct ook op dit niveau gepresenteerd, waardoor resultaten onafhankelijk van behandelkeuze inzichtelijk worden. Hiërarchie gecombineerd voor Coronairlijden Hiërarchie Generieke uitkomstindicatoren CABG-specifieke uitkomstindicatoren PCI-specifieke uitkomstindicatoren Overleving 1-jaars mortaliteit 120-daagse mortaliteit 30-daagse over-/ondersterfte Lange-termijn overleving 30-daagse mortaliteit Mate van herstel / gezondheid Kwaliteit van leven Angiografisch niet succesvol OMT-specifieke uitkomstindicatoren Pijn op de borst Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten) Duurzaamheid van herstel of gezondheid Chirurgische reëxploratie Diepe sternumwondinfectie CVA Urgente CABG Heropname vanwege myocardinfarct Overleving vrij van - coronaire reїnterventie - myocardinfarct Optreden van TVR Overleving vrij van MACE Generieke initiële condities CABG-specifieke initiële condities PCI-specifieke initiële condities OMT-specifieke initiële condities Diabetes mellitus Logistische Euroscore I Chronische totale occlusie Eerdere CABG of PCI Ernstige linkerventrikeldysfunctie Urgentie van de procedure Eerdere CABG Eerder myocardinfarct Geslacht Eerder myocardinfarct Meervatslijden Leeftijd Meervatslijden Nierinsufficiëntie Reanimatie Gevolgen van de behandeling op lange termijn Initële condities Shock Urgentie van de procedure Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: dhr. E.J. Daeter, Dr. B. Rensing (St. Antonius Ziekenhuis), Dr. B.R.G. Brueren en Dr. A.H.M. van Straten (Catharina Ziekenhuis). 14 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 1.1 Geconsolideerd coronairlijden 2012. De indicatoren ‘1-jaars mortaliteit’ en ‘heropname vanwege myocardinfarct’ zijn gemeten door vier van de Meetbaar Beter hartcentra. Het OLVG is niet meegenomen in de analyses met betrekking tot ‘heropname vanwege myocardinfarct’ in verband met teveel ontbrekend gegevens. Behalve ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’ waarvoor bij een relatief groot aantal hartcentra geen gegevens beschikbaar zijn, zijn alle initiële condities meegenomen in de regressie-analyse. De geconsolideerde indicatorenset voor coronairlijden bevat drie uitkomstindicatoren: ‘1-jaars mortaliteit’, ‘kwaliteit van leven’, en ‘heropname vanwege myocardinfarct’. Voor de patiënten die conservatief behandeld worden en de patiënten die een percutane coronaire interventie ondergaan wordt ‘kwaliteit van leven’ nog door geen van de hartcentra gemeten en dit is dan ook de enige van de drie indicatoren die nu nog niet als geconsolideerde indicator kan worden gepresenteerd. De inclusieperiode voor de rapportage over geconsolideerde uitkomsten van de behandeling van coronairlijden is het jaar In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven. Ruwe uitkomsten geconsolideerd coronairlijden AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 1-jaars mortaliteit - - 3,8 4,7 - - 5,2 - - 3,0 - - Heropname vanwege myocardinfarct - - 0,8 0,6 - - 0,6 - - - - - UMCG UMCU In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven. Compleetheid gegevens geconsolideerd coronairlijden AMC Jaren Amphia Antonius Catharina 2012 2012 Erasmus Haga Isala MCL MST 2012 OLVG 2012 Uitkomstindicatoren 1-jaars mortaliteit Heropname vanwege myocardinfarct Initiële condities Diabetes mellitus Ernstige linkerventrikeldysfunctie Geslacht Leeftijd Nierinsufficiëntie Legenda gegevens compleet niet voldoende gegevens beschikbaar gegevens niet geleverd Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 15 1-jaars mortaliteit Geconsolideerd coronairlijden -1-jaars mortaliteit 210 © Stichting Meetbaar Beter 190 Gestandaardiseerde uitkomstratios 170 150 130 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 110 90 70 50 30 10 0 20 40 60 80 100 Voorspeld aantal events 120 140 160 180 Geconsolideerd coronairlijden -1-jaars mortaliteit leeftijd 14% © Stichting Meetbaar Beter 12% 10% 8% De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt in de richting van een relatief gunstige uitkomst in het OLVG. De resultaten van Isala dienen zeer terughoudend geïnterpreteerd te worden. Dit enerzijds omdat uit aanvullende analyses blijkt dat het OMT-cohort een belangrijke bepalende factor is, waarbij nog nader onderzoek nodig is naar dit cohort in Isala (zie hoofdstuk 1.4). Anderzijds omdat toevoegen van ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’ bij de hartcentra waar deze voldoende bekend is (St. Antonius Ziekenhuis en Catharina Ziekenhuis), als initiële conditie leidt tot een positie van Isala binnen de betrouwbaarheidsgrenzen. De overige variate tussen de centra duidt op natuurlijke variatie. 6% De C-statistic is 0,76 (redelijk). 4% 2% Legenda 0% AMC (n=0) Amphia (n=0) Antonius (n=2351) Catharina (n=3654) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=2350) MCL (n=0) MST (n=0) OLVG (n=2079) UMCG (n=0) UMCU (n=0) < 55 65-74 55-64 >= 75 Geconsolideerd coronairlijden -1-jaars mortaliteit nierinsufficiëntie 20% © Stichting Meetbaar Beter 18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% Legenda 0% AMC (n=0) 16 Amphia (n=0) Antonius (n=2309) Catharina (n=3357) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=2288) MCL (n=0) MST (n=0) OLVG (n=1995) UMCG (n=0) UMCU (n=0) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie Heropname vanwege myocardinfarct Geconsolideerd coronairlijden -Heropname vanwege myocardinfarct 210 © Stichting Meetbaar Beter 190 Gestandaardiseerde uitkomstratios 170 150 130 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 110 90 70 De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, toont een spreiding tussen de hartcentra die duidt op natuurlijke variatie tussen de centra. 50 30 10 0 10 20 30 Voorspeld aantal events 40 50 De C-statistic is 0,69 (matig). Geconsolideerd coronairlijden -Heropname vanwege myocardinfarct ernstige linkerventrikeldysfunctie 5% © Stichting Meetbaar Beter 4% 4% 3% Isala en het OLVG ontbreken in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot respectievelijk de initiële conditie ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’ en de uitkomstindicator ‘heropname vanwege myocardinfarct’. 3% 2% 2% 1% 1% Legenda 0% AMC (n=0) Amphia (n=0) Antonius (n=2247) Catharina (n=3358) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=0) MCL (n=0) MST (n=0) OLVG (n=0) UMCG (n=0) UMCU (n=0) middel 30-50% hoog > 50% laag < 30% Geconsolideerd coronairlijden -Heropname vanwege myocardinfarct leeftijd 3% © Stichting Meetbaar Beter 2% 2% 1% 1% Legenda 0% AMC (n=0) Amphia (n=0) Antonius (n=2366) Catharina (n=3612) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=2308) MCL (n=0) MST (n=0) OLVG (n=0) UMCG (n=0) UMCU (n=0) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. < 55 65-74 55-64 >= 75 17 1.2 Coronaire bypasschirurgie alleen gegevens beschikbaar zijn voor 2012 en 2013. En voor het MCL en UMCG zijn gegevens geleverd voor de jaren 2011-2013. Voor coronaire bypasschirurgie (CABG) bestaat de indicatorenset uit zeven uitkomstindicatoren. Voor het eerst worden de resultaten voor alle zeven indicatoren gepresenteerd. UMCU heeft geen gegevens aangeleverd en Erasmus MC heeft niet voldoende gegevens aangeleverd om meegenomen te worden in de rapportage. Tien van de twaalf hartcentra rapporteren vrijwel volledig mee op vier van de zeven indicatoren. De overige drie indicatoren worden door minder hartcentra gerapporteerd: ‘kwaliteit van leven’ (drie hartcentra), ‘overleving vrij van coronaire reïnterventie’ (4 hartcentra) en ‘overleving vrij van myocardinfarct’ (5 hartcentra). Voor het AMC en het HagaZiekenhuis geldt dat Voor de initiële condities geldt dat alle initiële condities vrijwel volledig zijn aangeleverd door alle hartcentra. Enkel de gegevens met betrekking tot ‘nierinsufficiëntie’ in het AMC en ‘diabetes mellitus’ in het UMCG voldoen niet aan de compleetheidvereisten van Meetbaar Beter en worden daarom buiten de rapportage gelaten. Behalve de ‘logistische Euroscore I’ zijn alle initiële condities meegenomen in de regressie-analyses voor het maken van de funnelplots. In onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven, voor zover deze gegevens beschikbaar zijn. De uitkomstindicatoren ‘30-daagse over-/ondersterfte’ en ‘lange-termijn overleving’ ontbreken in deze tabel omdat deze niet in een percentage uit te drukken zijn. Ruwe uitkomsten coronairlijden - CABG AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 120-daagse mortaliteit 2,3 3,3 2,4 2,1 - 2,6 1,8 1,6 2,2 1,6 3,2 - Chirurgische reëxploratie 5,8 5,4 3,2 4,9 - 2,8 4,3 6,9 6,5 3,7 7,0 - Diepe sternumwondinfectie 0,7 0,7 0,9 1,2 - - 0,7 1,4 1,4 1,3 1,9 - CVA 1,2 0,4 0,4 0,7 - 1,4 1,0 0,5 0,7 0,8 0,1 - UMCU In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven. Compleetheid gegevens coronairlijden - CABG Jaren AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG 2012-2013 2009-2013 2009-2013 2009-2013 2009-2013 2012-2013 2009-2013 2011-2013 2009-2013 2009-2013 2011-2013 Uitkomstindicatoren 120-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven Chirurgische reëxploratie Diepe sternumwondinfectie CVA Overleving vrij van coronaire reïnterventie 2012 Overleving vrij van myocardinfarct 2012 Initiële condities Diabetes mellitus Ernstige linkerventrikeldysfunctie Geslacht Leeftijd Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie Urgentie van de procedure Legenda 18 gegevens compleet niet voldoende gegevens beschikbaar gegevens niet geleverd Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 120-daagse mortaliteit Coronairlijden -CABG 120-daagse mortaliteit 210 © Stichting Meetbaar Beter 190 Gestandaardiseerde uitkomstratios 170 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 150 130 110 90 70 50 30 10 0 20 40 60 Voorspeld aantal events 80 100 120 Coronairlijden -CABG 120-daagse mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie © Stichting Meetbaar Beter 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt op een relatief gunstige uitkomst in Isala en een relatief ongunstige uitkomst in het Amphia Ziekenhuis. Uit analyses blijkt dat deze uitkomst van het Amphia Ziekenhuis met name bepaald wordt door het jaar 2009. Binnen het Amphia Ziekenhuis is in die periode vastgesteld dat de ziekenhuismortaliteit in het jaar 2009 significant hoger uitkomt dan in andere jaren. Het Amphia Ziekenhuis heeft in 2010, naar aanleiding van de mortaliteitscijfers 2009, procesverbetering doorgevoerd onder andere in de samenstelling en het functioneren van het hartteam. Een regressie-analyse over 2010-2013 toont het succes van deze verbeteracties. Binnen deze analyse ligt de risicogecorrigeerde uitkomst van het Amphia Ziekenhuis binnen het 95% betrouwbaarheidsinterval voor de ‘120-daagse mortaliteit’. De spreiding tussen de overige hartcentra duidt op natuurlijke variatie. 10% De C-statistic is 0,82 (goed). 5% Legenda 0% AMC (n=605) Amphia (n=3572) Antonius (n=3667) Catharina (n=4535) Erasmus (n=0) Haga (n=886) Isala (n=3379) MCL (n=1381) MST (n=2766) OLVG (n=1789) UMCG (n=1348) UMCU (n=0) > 50% 30-50% < 30% Coronairlijden -CABG 120-daagse mortaliteit logistische Euroscore I © Stichting Meetbaar Beter 35% 30% 25% 20% 15% Legenda 10% laag < 10% middel 10-20% hoog > 20% 5% 0% AMC (n=603) Amphia (n=3588) Antonius (n=3665) Catharina (n=4617) Erasmus (n=0) Haga (n=886) Isala (n=3380) MCL (n=1381) MST (n=2766) OLVG (n=1788) UMCG (n=1340) UMCU (n=0) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 19 30 daags over- / ondersterfte AMC Amphia 140 120 100 80 60 40 20 0 1 1001 2001 2009 - 2013 © Stichting Meetbaar Beter 3001 4001 5001 Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte 2012 - 2013 160 140 120 100 80 60 40 20 0 1 1001 Antonius 2009 - 2013 © Stichting Meetbaar Beter 140 120 100 80 60 40 20 0 3001 4001 5001 Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte 2009 - 2013 2001 120 100 80 60 40 20 0 1 1001 3001 2009 - 2013 © Stichting Meetbaar Beter 140 120 100 80 60 40 20 0 3001 4001 Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd 5001 Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte 2001 4001 5001 Isala 2012 - 2013 20 © Stichting Meetbaar Beter Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd 160 2001 5001 140 Haga 1001 4001 160 Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd 1 3001 Catharina 160 1001 2001 Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd 1 © Stichting Meetbaar Beter 160 © Stichting Meetbaar Beter 160 140 120 100 80 60 40 20 0 1 1001 2001 3001 4001 Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 5001 MCL MST 140 120 100 80 60 40 20 0 1 1001 2001 2009 - 2013 © Stichting Meetbaar Beter 3001 4001 5001 Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte 2011 - 2013 160 140 120 100 80 60 40 20 0 1 Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd 1001 2011 - 2013 © Stichting Meetbaar Beter 140 120 100 80 60 40 20 0 3001 4001 5001 Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte Cumulatieve verschillen tussen verwachte en werkelijke sterfte 2009 - 2013 2001 3001 4001 5001 UMCG 160 1001 2001 Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd OLVG 1 © Stichting Meetbaar Beter 160 © Stichting Meetbaar Beter 160 140 120 100 80 60 40 20 0 1 1001 2001 3001 4001 5001 Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd Interventievolgnummer gerangschikt in de tijd Toelichting Tien van de twaalf hartcentra zijn opgenomen in de rapportage van de ‘30-daagse over-/ondersterfte’. De periode waarover gerapporteerd wordt verschilt per ziekenhuis. Voor het AMC en HagaZiekenhuis zijn gegevens opgenomen voor de periode 2012-2013, voor het MCL en UMCG voor de periode 2011-2013 en voor de overige hartcentra voor de volledige periode 20092013. In de VLAD-curve wordt met behulp van de ‘logistische Euroscore I’ de voorspelde sterfte vergeleken met de werkelijke sterfte. Wanneer de sterfte lager is dan de door de ‘logistische Euroscore I’ voorspelde sterfte stijgt de grafiek. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 21 Lange-termijn overleving Coronairlijden - CABG Lange-termijn overleving 2009-2013 Coronairlijden - CABG Lange-termijn overleving 2012-2013 © Stichting Meetbaar Beter 1,0 0,9 Cumulatief overlevingspercentage 0,9 Cumulatief overlevingspercentage © Stichting Meetbaar Beter 1,0 0,8 0,7 0,8 0,7 0,6 0,6 0,5 0,5 0 500 1000 1500 2000 0 Overlevingstijd (dagen) 100 200 300 400 500 600 700 800 Overlevingstijd (dagen) Toelichting De ‘lange-termijn overleving’ geeft de overleving van patiënten weer met een maximale follow-up duur van 5 jaar. Omdat niet alle hartcentra deze gegevens beschikbaar hebben is de ‘langetermijn overleving’ in twee grafieken weergegeven. Eén voor de periode 2009-2013 de andere voor de periode 2012-2013, waarbij tien hartcentra in de rapportage zijn meegenomen. In deze grafiek is gecorrigeerd voor de losse initiële condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’), behalve voor de ernst van de ‘linkerventrikeldysfunctie’. De methodiek van deze analyse wordt nader toegelicht in het hoofdstuk datamanagement. Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga 22 Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU Analyse 2009-2013: Catharina Ziekenhuis (p=0,003), Amphia Ziekenhuis (p<0,001) en MST (p< 0,001) verschillen significant in ‘lange-termijn overleving’ van Isala. De overige hartcentra verschillen niet significant van Isala. Analyse 2012-2013: de binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘lange-termijn overleving’ zijn niet statistisch significant. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. Kwaliteit van leven Kwaliteit van leven (SF12) Antonius, CABG N = 715, respons = 26% Gemiddelde scores 100 © Stichting Meetbaar Beter Legenda 90 Vlak voor interventie 80 1 jaar na interventie 70 Algemene Nederlandse populatie 60 50 De ‘kwaliteit van leven’ is gemeten in drie hartcentra. Dit is gedaan met behulp van de SF12-vragenlijst (St. Antonius Ziekenhuis) en de SF36-vragenlijst (Isala en Catharina Ziekenhuis). De ‘kwaliteit van leven’ is gemeten vóór de interventie en één jaar na de interventie. De resultaten zijn vergeleken met de gemiddelde ‘kwaliteit van leven’ van de Nederlandse populatie. In het hoofdstuk datamanagement is een nadere toelichting opgenomen. 40 30 20 10 0 Gezondheidsdimensies Kwaliteit van leven (SF36) Catharina, CABG N = 1362, respons = 36% 100 © Stichting Meetbaar Beter 90 Gemiddelde scores 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Gezondheidsdimensies Kwaliteit van leven (SF36) Isala, CABG N = 1617, respons = 60% 100 © Stichting Meetbaar Beter 90 Gemiddelde scores 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Gezondheidsdimensies Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 23 Chirurgische reëxploratie Coronairlijden -CABG Chirurgische reëxploratie 210 © Stichting Meetbaar Beter 190 Gestandaardiseerde uitkomstratios 170 150 130 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 110 90 70 50 30 10 0 50 100 150 Voorspeld aantal events 200 250 De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt in de richting van een relatief ongunstige uitkomst in het MCL en MST, en een relatief gunstige uitkomst in het St. Antonius Ziekenhuis en HagaZiekenhuis. De overige variatie tussen de centra duidt op natuurlijke variatie. De C-statistic is 0,60 (matig). Coronairlijden -CABG Chirurgische reëxploratie logistische Euroscore I 30% © Stichting Meetbaar Beter 25% 20% 15% Binnen HagaZiekenhuis is geen ‘chirurgische reëxploratie’ waargenomen binnen het segment ‘logistische Euroscore I’ > 20%, welke bestaat uit 41 patiënten. 10% 5% Legenda 0% AMC (n=603) Amphia (n=3594) Antonius (n=3718) Catharina (n=4636) Erasmus (n=0) Haga (n=886) Isala (n=3383) MCL (n=1381) MST (n=2772) OLVG (n=1789) UMCG (n=1340) UMCU (n=0) laag < 10% middel 10-20% hoog > 20% Coronairlijden -CABG Chirurgische reëxploratie urgentie van de procedure 40% © Stichting Meetbaar Beter 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% Legenda 0% AMC (n=550) 24 Amphia (n=3594) Antonius (n=3725) Catharina (n=4634) Erasmus (n=0) Haga (n=886) Isala (n=3382) MCL (n=1381) MST (n=2772) OLVG (n=1790) UMCG (n=1352) UMCU (n=0) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. niet acuut acuut Diepe sternumwondinfectie Coronairlijden -CABG Diepe sternumwondinfectie diabetes mellitus 5% © Stichting Meetbaar Beter De follow-up van patiënten in HagaZiekenhuis met betrekking tot ‘diepe sternumwondinfectie’ is niet voldoende compleet, waardoor dit hartcentrum is uitgesloten in deze analyse. 4% 3% 2% Het UMCG ontbreekt in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘diabetes mellitus’. 1% Legenda 0% AMC (n=604) Amphia (n=3594) Antonius (n=3725) Catharina (n=4617) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=3381) MCL (n=1381) MST (n=2772) OLVG (n=1784) UMCG (n=0) UMCU (n=0) geen diabetes mellitus diabetes mellitus Coronairlijden -CABG Diepe sternumwondinfectie ernstige linkerventrikeldysfunctie 9% © Stichting Meetbaar Beter 8% 7% 6% 5% 4% Binnen het AMC (n=11), Isala (n=177) en UMCG (n=68) zijn geen ‘diepe sternumwondinfecties’ waargenomen binnen het segment ‘LVEF’ <30%. 3% 2% 1% Legenda 0% AMC (n=605) Amphia (n=3578) Antonius (n=3720) Catharina (n=4552) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=3382) MCL (n=1381) MST (n=2772) OLVG (n=1790) UMCG (n=1348) UMCU (n=0) > 50% 30-50% < 30% Coronairlijden -CABG Diepe sternumwondinfectie logistische Euroscore I 12% © Stichting Meetbaar Beter 10% 8% Binnen het AMC (n=60), MST (n=68), en OLVG (n=58) zijn in het segment ‘logistische Euroscore I’ >20% geen ‘diepe sternumwondinfecties’ waargenomen. Dat geldt tevens voor het segment ‘logistische Euroscore I’ 10-20% in het AMC (n=60). 6% 4% 2% Legenda 0% AMC (n=603) Amphia (n=3594) Antonius (n=3718) Catharina (n=4636) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=3383) MCL (n=1381) MST (n=2772) OLVG (n=1789) UMCG (n=1340) UMCU (n=0) laag < 10% Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. middel 10-20% hoog > 20% 25 CVA Coronairlijden -CABG CVA ernstige linkerventrikeldysfunctie 30% © Stichting Meetbaar Beter 25% 20% 15% 10% Binnen het UMCG zijn geen ‘CVA’s’ waargenomen binnen de segmenten ‘LVEF’ <30% en >50%. 5% 0% AMC (n=605) Amphia (n=3578) Antonius (n=3720) Catharina (n=4552) Erasmus (n=0) Haga (n=886) Isala (n=3382) MCL (n=1381) MST (n=2772) OLVG (n=1790) UMCG (n=1348) UMCU (n=0) Legenda > 50% 30-50% < 30% Coronairlijden -CABG CVA geslacht 6% © Stichting Meetbaar Beter 5% 4% 3% 2% Binnen het UMCG zijn geen ‘CVA’s’ waargenomen bij vrouwelijke patiënten. 1% 0% AMC (n=605) Amphia (n=3594) Antonius (n=3725) Catharina (n=4636) Erasmus (n=0) Haga (n=886) Isala (n=3383) MCL (n=1381) MST (n=2772) OLVG (n=1790) UMCG (n=1352) UMCU (n=0) Legenda man vrouw Coronairlijden -CABG CVA logistische Euroscore I 18% © Stichting Meetbaar Beter 16% 14% 12% 10% Binnen het HagaZiekenhuis en het UMCG zijn geen ‘CVA’s’ waargenomen binnen het segment ‘logistische Euroscore I’ 10-20%. Dat geldt binnen het UMCG ook voor het segment ‘logistische Euroscore I’ <10.% 8% 6% 4% 2% Legenda 0% AMC (n=603) 26 Amphia (n=3594) Antonius (n=3718) Catharina (n=4636) Erasmus (n=0) Haga (n=886) Isala (n=3383) MCL (n=1381) MST (n=2772) OLVG (n=1789) UMCG (n=1340) UMCU (n=0) laag < 10% Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. middel 10-20% hoog > 20% Overleving vrij van coronaire reïnterventie Coronairlijden CABG Overleving vrij van coronaire reïnterventie 2009-2013 Coronairlijden CABG Overleving vrij van coronaire reïnterventie 2012 © Stichting Meetbaar Beter 1,0 0,9 Cumulatief overlevingspercentage 0,9 Cumulatief overlevingspercentage © Stichting Meetbaar Beter 1,0 0,8 0,7 0,8 0,7 0,6 0,6 0,5 0,5 0 100 200 300 400 0 Overlevingstijd (dagen) 100 200 300 400 500 600 700 800 Overlevingstijd (dagen) Toelichting Voor Isala en MST zijn voldoende gegevens beschikbaar om de uitkomstindicator ‘overleving vrij van coronaire reïnterventie’ te rapporteren voor de jaren 2009-2013. Voor het AMC en het Catharina Ziekenhuis zijn gegevens beschikbaar over 2012. Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse initiële condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’). Hoe vlakker de lijn loopt, hoe minder patiënten een coronaire reïnterventie hebben ondergaan in de periode na een CABG. Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU Analyse 2009-2013: MST (p< 0,001) verschilt significant in ‘overleving vrij van coronaire reïnterventie’ van Isala. Analyse 2012: de binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘overleving vrij van coronaire reïnterventie’ zijn niet statistisch significant. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 27 Overleving vrij van myocardinfarct Coronairlijden CABG Overleving vrij van myocardinfarct 2009-2013 Coronairlijden CABG Overleving vrij van myocardinfarct 2009-2013 © Stichting Meetbaar Beter 1,0 0,9 Cumulatief overlevingspercentage 0,9 Cumulatief overlevingspercentage © Stichting Meetbaar Beter 1,0 0,8 0,7 0,8 0,7 0,6 0,6 0,5 0,5 0 100 200 300 0 400 500 Coronairlijden CABG Overleving vrij van myocardinfarct 2012-2013 0,9 Cumulatief overlevingspercentage Cumulatief overlevingspercentage 2000 © Stichting Meetbaar Beter 1,0 0,9 0,8 0,7 0,8 0,7 0,6 0,6 0,5 0,5 0 100 200 300 400 500 Overlevingstijd (dagen) 28 1500 Coronairlijden CABG Overleving vrij van myocardinfarct 2012 © Stichting Meetbaar Beter 1,0 1000 Overlevingstijd (dagen) Overlevingstijd (dagen) 600 700 800 0 100 200 300 400 500 Overlevingstijd (dagen) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 600 700 800 Toelichting Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU Voor meerdere hartcentra zijn over verschillende tijdsintervallen gegevens beschikbaar met betrekking tot de ‘overleving vrij van myocardinfarct’. In de publicatie zijn tijdsintervallen zo gekozen dat zo veel mogelijk beschikbare data gepubliceerd kunnen worden. Voor Isala en MST zijn gegevens beschikbaar over 2009-2013, waarbij er maximaal 1 jaar follow-up is voor de geïncludeerde patiënten. Voor het St. Antonius Ziekenhuis is er volledige follow-up beschikbaar voor 2009-2013. Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse initiële condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’). Hoe vlakker de lijn loopt, hoe minder patiënten een myocardinfarct hebben gekregen in de periode na een CABG. Analyse 2009-2013 (1-jaars follow-up): MST (p< 0,001) verschilt significant in ‘overleving vrij van myocardinfarct’ van Isala. Analyse 2012-2013: de binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘overleving vrij van myocardinfarct’ zijn niet statistisch significant. Analyse 2012: de binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘overleving vrij van myocardinfarct’ zijn niet statistisch significant. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 29 Eigen foto/MCL Van inzicht naar verbetering 30 Isala Safety Check Reductie diepe sternumwondinfectie na CABG Eén van de manieren waarop Meetbaar Beter zicht inspant om bij te dragen aan verdere verbeteringen in de hartzorg is door best practices te selecteren en de uitrol van deze best practice naar andere hartcentra te faciliteren. Een eerste voorbeeld hiervan is de Isala Safety Check. In de rapportage van Meetbaar Beter van 2013 werd inzichtelijk dat de 120-daagse mortaliteit na een CABG bij coronairlijden in Isala statistisch significant lager was dan in de overige aan Meetbaar Beter deelnemende hartcentra. Zeer waarschijnlijk is deze uitkomst in Isala direct gerelateerd aan de Isala Safety Check; een in Isala ontwikkelde werkwijze gebaseerd op een checklist om de peri-operatieve risicofactoren op een gestructureerde manier als team te bespreken en deze te combineren met de bevindingen uit een Trans Oesofagale Echo direct na inleiding. Waar nodig leidt deze informatie tot een aangepast operatief plan. In een gezamenlijk project van Isala en Meetbaar Beter wordt de Isala Safety Check aangeboden aan andere hartcentra.Het project, waarvoor inmiddels zeven hartcentra zich hebben ingeschreven, start eind 2014. Op basis van inzicht in resultaten onderzocht het St. Antonius Ziekenhuis mogelijkheden om het percentage diepe sternumwondinfecties verder te verminderen. Meerdere procesverbeteringen zijn doorgevoerd, waaronder: - preventief toedienen van antibiotische neuszalf -preoperatief ontharen met de clipper ipv creme wat minder irritatie van de huid geeft -het gebruik van het MECC (minimaal extracorporele circulatie) systeem waardoor minder inflammatoire reactie optreedt -minder reinterventies voor nabloeding door minder bloedstollingstoornissen door o.a. normothermie en minder hemolyse bij het gebruik van het MECC systeem -postoperatief bij patienten een goede voedingsstatus nastreven door ze gemeenschappelijk te laten eten -op de postoperatieve afdeling zijn naast artsen, dedicated verpleegkundig specialisten werkzaam die de operatiewonden inspecteren Het percentage diepe sternumwondinfecties is na deze procesaanpassingen afgenomen van circa 1,5% naar circa 0,8%. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 1.3 Percutane coronaire interventie alleen gegevens beschikbaar zijn voor 2013. En voor het UMCU en UMCG zijn gegevens geleverd voor de jaren 2012-2013. ‘Kwaliteit van leven’ is gedefinieerd als een belangrijke uitkomst maat, echter geen van de hartcentra heeft deze informatie in het verleden verzameld. Binnen de deelnemende hartcentra wordt hard gewerkt aan de organisatie die nodig is voor het prospectief verzamelen van kwaliteit van leven informatie. De initiële condities zijn ten opzichte van de rapportage 2013 uitgebreid met reanimatie. De initiële conditie ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’ is bij vrijwel geen van de hartcentra voldoende volledig beschikbaar en deze initiële conditie is dan ook buiten de analyse gelaten. Voor percutane coronaire interventie (PCI) bestaat de indicato renset uit zes uitkomstindicatoren. Alle twaalf deelnemende hartcentra rapporteren resultaten van de behandeling van coronairlijden door middel van een PCI aan de hand van één of meerdere van deze uitkomstindicatoren. Per indicator verschilt het welke van de hartcentra wel of niet mee rapporteren. Alle hartcentra rapporteren over de uitkomstindicatoren ‘30-daagse mortaliteit’ en ‘urgente CABG’. Over ‘optreden van TVR’ rapporteren dit jaar zes hartcentra. Dit is, mede gezien de inspanningen die geleverd moeten worden om deze informatie te verzamelen, een zeer aansprekende ontwikkeling binnen Meetbaar Beter. Voor het Amphia Ziekenhuis en het HagaZiekenhuis geldt dat In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven. Ruwe uitkomsten coronairlijden - PCI AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 30-daagse mortaliteit 3,2 3,0 2,0 3,3 3,4 4,4 2,0 2,4 1,2 1,8 3,2 3,2 1-jaars mortaliteit 6,2 - 4,0 6,1 7,1 - 5,2 4,5 3,1 4,2 6,1 6,4 Angiografisch niet succesvol 3,2 4,9 4,2 4,1 - 5,6 - 4,8 2,1 6,2 5,9 6,0 Optreden van TVR 2,5 - 6,5 7,9 - - 7,7 - 3,6 - - 12,6 Urgente CABG 0,1 0,3 0,4 0,6 0,3 0,3 0,6 0,5 0,4 0,2 0,6 0,1 Heropname vanwege myocardinfarct 0,6 0,5 0,9 1,1 - - 0,6 - 0,1 - - 0,8 In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven. Compleetheid gegevens coronairlijden - PCI Jaren AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 2011-2013 2013 2011-2013 2011-2013 2011-2013 2013 2011-2013 2011-2013 2011-2013 2011-2013 2012-2013 2012-2013 Uitkomstindicatoren 30-daagse mortaliteit 1-jaars mortaliteit Angiografisch niet succesvol Optreden van TVR 2012 Urgente CABG 2012-2013 Heropname vanwege myocardinfarct 2012-2013 Initiële condities Chronische totale occlusie Diabetes mellitus Eerdere CABG Eerder myocardinfarct Ernstige linkerventrikeldysfunctie Geslacht Leeftijd Meervatslijden Nierinsufficiëntie Reanimatie 2012-2013 2012-2013 Shock Urgentie van de procedure Legenda gegevens compleet niet voldoende gegevens beschikbaar gegevens niet geleverd Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 31 30-daagse mortaliteit Coronairlijden -PCI 30-daagse mortaliteit 210 © Stichting Meetbaar Beter 190 Gestandaardiseerde uitkomstratios 170 150 130 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 110 90 70 50 30 10 0 50 100 150 Voorspeld aantal events 200 250 Coronairlijden - PCI 30-daagse mortaliteit reanimatie 60% © Stichting Meetbaar Beter 50% Het Amphia Ziekenhuis, MST en MCL zijn in verband met te veel missende gegevens bij de initiële condities niet meegenomen in de regressie-analyse voor ‘30-daagse mortaliteit’. Daarnaast zijn bij een aantal hartcentra de betreffende initiële condities als onbekend meegenomen, conform de in het hoofdstuk datamanagement beschreven methodiek. Dit betreft het AMC (meervatslijden), Erasmus MC (reanimatie), HagaZiekenhuis (shock), UMCG (nierinsufficiëntie) en UMCU (shock). De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, toont een spreiding tussen de hartcentra die duidt op natuurlijke variatie tussen de centra. 40% De C-statistic is 0,90 (goed). 30% Erasmus MC, MCL en MST ontbreken in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘reanimatie’. 20% 10% Legenda 0% AMC (n=2742) Amphia (n=1379) Antonius (n=4376) Catharina (n=6936) Erasmus (n=0) Haga (n=1202) Isala (n=4732) MCL (n=0) MST (n=0) OLVG (n=5117) UMCG (n=2705) UMCU (n=1492) geen reanimatie reanimatie Coronairlijden -PCI 30-daagse mortaliteit shock 70% © Stichting Meetbaar Beter 60% 50% 40% Het HagaZiekenhuis, MCL, MST en UMCU ontbreken in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘shock’. 30% 20% 10% Legenda 0% AMC (n=4415) 32 Amphia (n=1394) Antonius (n=4375) Catharina (n=6791) Erasmus (n=4453) Haga (n=0) Isala (n=4945) MCL (n=0) MST (n=0) OLVG (n=5115) UMCG (n=2708) UMCU (n=0) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. geen shock shock 1-jaars mortaliteit Coronairlijden -PCI 1-jaars mortaliteit 210 © Stichting Meetbaar Beter 190 Gestandaardiseerde uitkomstratios 170 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 150 Binnen het Amphia Ziekenhuis en HagaZiekenhuis zijn niet voldoende gegevens beschikbaar met betrekking tot de uitkomsti ndicator ‘1-jaars mortaliteit’ waardoor zij niet meegenomen worden in de analyse. 130 110 90 70 50 30 10 0 50 100 150 200 Voorspeld aantal events 250 300 350 Coronairlijden -PCI 1-jaars mortaliteit reanimatie 100% © Stichting Meetbaar Beter MCL en MST zijn in verband met te veel missende gegevens bij de initiële condities niet meegenomen in de regressieanalyse voor de uitkomstindicator ‘1-jaars mortaliteit’. Daarnaast zijn bij een aantal hartcentra de betreffende initiële condities als onbekend meegenomen, conform de in het hoofdstuk datamanagement beschreven methodiek. Dit betreft AMC (meervatslijden), Erasmus MC (reanimatie), UMCG (nierinsufficiëntie) en UMCU (shock). 90% De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, toont een spreiding tussen de hartcentra die duidt op natuurlijke variatie tussen de centra. 80% 70% 60% 50% De C-statistic is 0,83 (goed). 40% 30% 20% 10% 0% AMC (n=1431) Amphia (n=0) Antonius (n=3025) Catharina (n=4745) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=3186) MCL (n=0) MST (n=0) OLVG (n=3478) UMCG (n=1392) UMCU (n=778) Erasmus MC, MCL en MST ontbreken in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘reanimatie’. Legenda geen reanimatie reanimatie Coronairlijden -PCI 1-jaars mortaliteit shock 80% © Stichting Meetbaar Beter 70% 60% 50% 40% MCL, MST en UMCU ontbreken in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘shock’. 30% 20% 10% Legenda 0% AMC (n=4410) Amphia (n=0) Antonius (n=4372) Catharina (n=6791) Erasmus (n=4439) Haga (n=0) Isala (n=4929) MCL (n=0) MST (n=0) OLVG (n=5115) UMCG (n=2708) UMCU (n=0) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. geen shock shock 33 Angiografisch niet succesvol Coronairlijden -PCI Angiografisch niet succesvol 210 © Stichting Meetbaar Beter 190 Gestandaardiseerde uitkomstratios 170 150 130 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 110 90 Binnen het Erasmus MC en Isala zijn niet voldoende gegevens beschikbaar met betrekking tot de uitkomstindicator ‘angio grafisch niet succesvol’, waardoor zij niet meegenomen worden in de analyse. 70 50 30 10 0 50 100 150 200 Voorspeld aantal events 250 300 Het Amphia Ziekenhuis, MCL en MST ontbreken in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens voor de initiële condities. 350 Coronairlijden -PCI Angiografisch niet succesvol chronische totale occlusie 35% © Stichting Meetbaar Beter 30% 25% 20% De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt op een relatief gunstig resultaat in het Catharina Ziekenhuis en een relatief ongunstig resultaat in het OLVG. De waargenomen spreiding tussen de overige centra dient gezien te worden als een natuurlijke variatie tussen de centra. De C-statistic is 0,70 (redelijk). 15% 10% 5% Legenda 0% AMC (n=4440) Amphia (n=1388) Antonius (n=4343) Catharina (n=7257) Erasmus (n=0) Haga (n=1162) Isala (n=0) MCL (n=3552) MST (n=4267) OLVG (n=4636) UMCG (n=2709) UMCU (n=1479) geen CTO CTO Coronairlijden -PCI Angiografisch niet succesvol shock 60% © Stichting Meetbaar Beter 50% 40% 30% Het HagaZiekenhuis, MCL, MST en UMCU ontbreken in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘shock’. 20% 10% Legenda 0% AMC (n=4440) 34 Amphia (n=1425) Antonius (n=4342) Catharina (n=6842) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=0) MCL (n=0) MST (n=0) OLVG (n=5130) UMCG (n=2706) UMCU (n=0) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. geen shock shock Urgente CABG Coronairlijden -PCI Urgente CABG meervatslijden 2% © Stichting Meetbaar Beter Het AMC ontbreekt in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘meervatslijden’. In het OLVG en UMCU zijn geen urgente CABG’s waargenomen in het segment ‘geen meervatslijden’. 1% Legenda 0% AMC (n=0) Amphia (n=1448) Antonius (n=4377) Catharina (n=7272) Erasmus (n=4470) Haga (n=1199) Isala (n=5212) MCL (n=3552) MST (n=4267) OLVG (n=4795) UMCG (n=2668) UMCU (n=1423) geen meervatslijden meervatslijden Coronairlijden -PCI Urgente CABG shock 16% © Stichting Meetbaar Beter 14% 12% 10% Bij het HagaZiekenhuis, MCL, MST en UMCU ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘shock’. In het Amphia Ziekenhuis zijn geen urgente CABG’s waargenomen in het segment ‘shock’. 8% 6% 4% 2% Legenda 0% AMC (n=2758) Amphia (n=1425) Antonius (n=4376) Catharina (n=6842) Erasmus (n=4488) Haga (n=0) Isala (n=5016) MCL (n=0) MST (n=0) OLVG (n=5132) UMCG (n=2699) UMCU (n=0) geen shock shock Coronairlijden -PCI Urgente CABG urgentie van de procedure 2% © Stichting Meetbaar Beter In het AMC, St. Antonius Ziekenhuis, HagaZiekenhuis, MCL en UMCU zijn geen urgente CABG’s waargenomen in het segment ‘urgent’. Dit geldt tevens voor het UMCU in het segment ‘gepland’. Het HagaZiekenhuis heeft andere definities gehanteerd voor de initiële conditie ‘urgentie van de procedure’, hierdoor ontbreekt het segment ‘urgent’. 1% Legenda 0% AMC (n=2697) Amphia (n=1452) Antonius (n=4377) Catharina (n=7269) Erasmus (n=4487) Haga (n=1201) Isala (n=5267) MCL (n=3552) MST (n=4267) OLVG (n=5128) UMCG (n=2702) UMCU (n=1463) gepland Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. urgent acuut 35 Optreden van TVR Coronairlijden -PCI Optreden van TVR 210 © Stichting Meetbaar Beter 190 Gestandaardiseerde uitkomstratios 170 150 130 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 110 90 AMC, St. Antonius Ziekenhuis, Catharina Ziekenhuis, Isala, MST en UMCU hebben voldoende gegevens aangeleverd met betrekking tot de uitkomstindicator ‘optreden van TVR’ om meegenomen te worden in de analyse. 70 50 30 10 0 50 100 150 200 250 Voorspeld aantal events 300 350 400 Het MST ontbreekt in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens voor de initiële condities. Coronairlijden -PCI Optreden van TVR chronische totale occlusie 40% © Stichting Meetbaar Beter 35% De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt op natuurlijke variatie tussen de centra. De C-statistic is 0,65 (matig). 30% 25% 20% 15% 10% 5% Legenda 0% AMC (n=1377) Amphia (n=0) Antonius (n=3029) Catharina (n=4819) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=3222) MCL (n=0) MST (n=2813) OLVG (n=0) UMCG (n=0) UMCU (n=725) geen CTO CTO Coronairlijden -PCI Optreden van TVR meervatslijden 25% © Stichting Meetbaar Beter 20% 15% 10% AMC ontbreekt in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘meervatslijden’. 5% Legenda 0% AMC (n=0) 36 Amphia (n=0) Antonius (n=3029) Catharina (n=4819) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=3176) MCL (n=0) MST (n=2813) OLVG (n=0) UMCG (n=0) UMCU (n=670) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. geen meervatslijden meervatslijden Heropname vanwege myocardinfarct Coronairlijden -PCI Heropname vanwege myocardinfarct meervatslijden 3% © Stichting Meetbaar Beter 2% Het AMC ontbreekt in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘meervatslijden’. In MST zijn geen ‘heropnames vanwege myocardinfarct’ waargenomen in het segment ‘meervatslijden’. 2% 1% 1% Legenda 0% AMC (n=0) Amphia (n=1448) Antonius (n=4377) Catharina (n=7065) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=5106) MCL (n=0) MST (n=4235) OLVG (n=0) UMCG (n=0) UMCU (n=670) geen meervatslijden meervatslijden Coronairlijden -PCI Heropname vanwege myocardinfarct shock 20% © Stichting Meetbaar Beter 18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% Binnen het Erasmus MC, HagaZiekenhuis, MCL en UMCG zijn geen gegevens beschikbaar en bij het OLVG zijn niet voldoende gegevens beschikbaar met betrekking tot de uitkomstindicator ‘heropname vanwege myocardinfarct’, waardoor zij niet meegenomen worden in de analyse. Bij het MST en UMCU ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘shock’. 4% 2% Legenda 0% AMC (n=2649) Amphia (n=1425) Antonius (n=4376) Catharina (n=6652) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=4913) MCL (n=0) MST (n=0) OLVG (n=0) UMCG (n=0) UMCU (n=0) geen shock shock Coronairlijden -PCI Heropname vanwege myocardinfarct urgentie van de procedure 7% © Stichting Meetbaar Beter 6% 5% 4% 3% Binnen MST zijn geen heropnames vanwege myocardinfarct waargenomen in de segmenten ‘gepland’ en ‘urgent’. 2% 1% Legenda 0% AMC (n=2595) Amphia (n=1452) Antonius (n=4377) Catharina (n=7064) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=5159) MCL (n=0) MST (n=4235) OLVG (n=0) UMCG (n=0) UMCU (n=699) gepland Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. urgent acuut 37 Eigen foto/MST HCK Van inzicht naar verbetering PCI patiënten met nierinsufficiëntie Onderzoek stent trombose binnen 30 dagen In het OLVG bleek tijdens analyse van de Meetbaar Beter resultaten 2013 dat patiënten met nierfunctiestoornissen die een PCI ondergingen minder goede resultaten kenden dan patiënten met normale nierfunctie (verwacht) maar ook minder goed dan vergelijkbare patiënten in Catharina Ziekenhuis (onverwacht). Twee aandachtspunten werden in het zorgproces geïdentificeerd: 1) Prehydratie: stratificatie van patiënten 2)Contrastbelasting: in het OLVG werden diverse verbeteracties doorgevoerd: a.Electieve patiënten zonder GFR/kreatine bepaling worden niet ingepland b.Stratificatie laag (jong, geen kleplijden, redelijk/goed LVEF) en hoog (oud, kleplijden, slecht LVEF) risico patiënten. De eerste groep krijgt prehydratie op de PCI lounge zoals gebruikelijk, de tweede groep krijgt een aangepast prehydratie protocol (klinisch) c.Bij het hartteam wordt de maximale contrastdosis berekend als input voor de time-out procedure, wat meer alertheid creëert van de operatoren ten aanzien van contrastbelasting d.Staged procedures worden minimaal 4 weken uitgesteld (vroeger was het 1-2 weken) e.Het gebruik van 5F catheters wordt aangemoedigd (minder contrastbelasting) Onderzoek naar stent trombose (de belangrijkste oorzaak voor ‘myocardinfarct binnen 30 dagen’ na PCI) in een cohort van 2334 PCI- patiënten toonde aan dat stent trombose in het Catharina Ziekenhuis bij 4,5% van de spoedpatiënten voorkwam en bij 0,9% van de electieve patiënten. Een vergelijking met rapportages in de literatuur werd gemaakt. Diverse onderzoeken rapporteren bandbreedtes van 2 tot 11% stent trombose bij spoedpatiënten en 0,5 tot 2,0% bij electieve patiënten. Een gestructureerde analyse per patiënt om verbetermogelijkheden vast te stellen leverde geen structureel verbeterpotentieel op. Op basis van een vergelijking in populatiekenmerken mag geconcludeerd worden dat de uitkomsten in het Catharina Ziekenhuis in vergelijking met de literatuur goed te noemen zijn. Binnen de Meetbaar Beter rapportage 2014 voor de uitkomstindicator ‘myocardinfarct binnen 30 dagen’ kan deze analyse een internationaal referentiekader bieden voor de interpretatie van de resultaten van alle deelnemende hartcentra. Het OLVG verwacht hiermee de uitkomsten voor patiënten met nierinsufficiëntie die een PCI ondergaan verder te verbeteren. 38 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 1.4 Optimale medicamenteuze therapie Alle vier van deze hartcentra rapporteren op ‘1-jaars mortaliteit’. Drie van de vier hartcentra (behalve Isala) rapporteren op ‘overleving vrij van MACE’. De indicatorensets voor de conservatieve behandeling, Optimale Medicamenteuze Therapie (OMT), van patiënten met coronairlijden bestaat uit vier indicatoren. Het St. Antonius Ziekenhuis, Catharina Ziekenhuis, Isala en OLVG hebben voor deze indicatorenset gegevens aangeleverd. Het volume geïncludeerde patiënten in het OMT-cohort vertoont voor Isala een aspecifiek patroon ten opzichte van de andere hartcentra. In Isala zijn minder patiënten dan verwacht geïncludeerd. Bij controles en de uitgevoerde audit zijn geen inconsistenties vastgesteld. Het lager dan verwacht aantal OMT-patiënten zal door Isala en de stichting Meetbaar Beter nader onderzocht worden. De resultaten van Isala met betrekking tot het OMT zullen met terughoudendheid geïnterpreteerd moeten worden. Alleen Isala is opgenomen in de rapportage met betrekking tot de uitkomstindicator ‘pijn op de borst’ na OMT. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft hiervoor geen gegevens aangeleverd. Binnen het OLVG en het Catharina Ziekenhuis zijn niet voldoende gegevens beschikbaar, waardoor zij niet meegenomen worden in de analyse. Binnen Isala bevat het patiënten cohort voor de uitkomstindicator ‘pijn op de borst’ 1 patiënt. Hierdoor is besloten om geen analyses uit te voeren voor de betreffende uitkomstindicator. Geen van de hartcentra heeft voldoende gegevens beschikbaar voor een rapportage over ‘kwaliteit van leven’. In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven. Ruwe uitkomsten coronairlijden - OMT 1-jaars mortaliteit AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU - - 3,3 3,1 - - 10,3 - - 2,6 - - UMCG UMCU In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven. Compleetheid gegevens coronairlijden - OMT AMC Jaren Amphia Antonius Catharina 2012-2013 2011-2012 Erasmus Haga Isala MCL MST 2011-2013 OLVG 2011-2013 Uitkomstindicatoren 1-jaars mortaliteit Pijn op de borst Kwaliteit van leven Overleving vrij van MACE Initiële condities Diabetes mellitus Eerdere CABG of PCI Eerder myocardinfarct Ernstige linkerventrikeldysfunctie Geslacht Leeftijd Meervatslijden Nierinsufficiëntie Legenda gegevens compleet niet voldoende gegevens beschikbaar gegevens niet geleverd Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 39 1-jaars mortaliteit Coronairlijden -OMT 1-jaars mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie © Stichting Meetbaar Beter 35% 30% 25% Het St. Antonius Ziekenhuis, Catharina Ziekenhuis , OLVG en Isala hebben voldoende gegevens met betrekking tot de ‘1-jaars mortaliteit’ om meegenomen te worden in de analyse. Isala ontbreekt in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’. In het Catharina Ziekenhuis is geen sterfte waargenomen in het segment ‘LVEF’ <30%. 20% 15% 10% 5% Legenda 0% AMC (n=0) Amphia (n=0) Antonius (n=169) Catharina (n=849) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=0) MCL (n=0) MST (n=0) OLVG (n=194) UMCG (n=0) UMCU (n=0) 30-50% > 50% < 30% Legenda 70-79 < 70 >= 80 Coronairlijden -OMT 1-jaars mortaliteit leeftijd 60% © Stichting Meetbaar Beter 50% 40% 30% 20% 10% 0% AMC (n=0) Amphia (n=0) Antonius (n=183) Catharina (n=906) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=58) MCL (n=0) MST (n=0) OLVG (n=196) UMCG (n=0) UMCU (n=0) Coronairlijden -OMT 1-jaars mortaliteit nierinsufficiëntie 60% © Stichting Meetbaar Beter 50% 40% 30% Het Catharina Ziekenhuis ontbreekt in de analyse in verband met te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot de initiële conditie ‘nierinsufficiëntie’. 20% 10% Legenda 0% AMC (n=0) 40 Amphia (n=0) Antonius (n=177) Catharina (n=0) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=56) MCL (n=0) MST (n=0) OLVG (n=192) UMCG (n=0) UMCU (n=0) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie Overleving vrij van MACE Coronairlijden - OMT Overleving vrij van MACE 2011-2013 Coronairlijden - OMT Overleving vrij van MACE 2012 © Stichting Meetbaar Beter 1,0 © Stichting Meetbaar Beter 1,0 0,9 Cumulatief overlevingspercentage Cumulatief overlevingspercentage 0,9 0,8 0,7 0,8 0,7 0,6 0,6 0,5 0,5 0 200 400 600 800 1000 1200 0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 Overlevingstijd (dagen) Overlevingstijd (dagen) Toelichting Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU De figuren tonen de resultaten voor de indicator ‘overleving vrij van MACE’ voor twee verschillende perioden, namelijk voor de periode 2011-2013 en voor 2012. Voor de eerste volledige periode rapporteert alleen het OLVG en voor de tweede periode rapporteren het St. Antonius Ziekenhuis, het Catharina Ziekenhuis en het OLVG. Analyse 2012: St. Antonius Ziekenhuis (p=0,02) verschilt significant in ‘lange-termijn overleving’ van Catharina Ziekenhuis. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 41 A journey of outcome transparency “ MEETBAAR BETER is a true pioneer exploring the exciting opportunities of value-based health care, and the participating heart centers in the Netherlands should truly be admired for their willingness to collect outcome data, share them with others and even make them transparent to a greater public. ” Dr. Jens Deerberg-Wittram MD Founding President Member of the Executive Board International Consortium for Health Outcomes Measurement (ICHOM) Cambridge, USA A round the globe we see more and more health care organizations and even whole systems moving away from case volume and procedure complexity towards value. The outcomes we achieve when we treat patients with their particular medical conditions over the whole cycle of care are the true measure for success for clinicians and caregivers in hospitals, outpatient centers and home care. MEETBAAR BETER is a true pioneer exploring the exciting opportunities of Value Based Healthcare, and the participating heart centers in the Netherlands should truly be admired for their willingness to collect outcome data, share them with others and even make them transparent to a greater public. We at the International Consortium for Health Outcomes Measurement (ICHOM) are impressed by the scientific accuracy, the rigor and the passion of the Meetbaar Beter community, and we are grateful for the close cooperation between our institutions. In the first three years of its work Meetbaar Beter has already achieved a lot: It was able to launch a transinstitutional outcome comparison between two leading heart centers in the Netherlands, and to even extend the group of participants to twelve academic and non academic centers. The ones who have embarked on this journey of outcome transparency have 42 learned a lot, not only how to measure systematically what matters to our patients but also to improve daily care processes. However this is only the beginning: The more we speak with patient representatives and outcome experts, the more we learn what information is still missing. Patients and physicians alike are interested in the long term effects of care and particularly the patients’ quality of life. Thus, Meetbaar Beter will need to consider to measure more patient-reported outcomes over longer period of times. This is not only a challenge for the existing IT infrastructure, it also includes the search for new devices that help us to measure without sending questionnaires back and forth. Moreover, learning needs to happen on an international level, since health care innovation and best practices are often found in places outside our radar. ICHOM and Meetbaar Beter are working together to develop comprehensive, global standard sets of outcomes and to measure them systematically. In a few years we will organize the first global outcome comparison networks, and Meetbaar Beter will be a cornerstone of these initiatives. Those who join in the effort today will be the leaders of tomorrow. I encourage you to be among them. Daadwerkelijk en structureel verbeteren “ De Meetbaar Beter groep is er ook dit jaar weer in geslaagd om een groeiende groep cardiologen, cardiothoracaal chirurgen en ziekenhuisbestuurders te faciliteren in het verzamelen, rapporteren en interpreteren van uitkomsten van zorg die voor de patiënten belangrijk zijn. ” Dr. Victor Umans Voorzitter Nederlandse Vereniging voor Cardiologie Utrecht H et bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie wil met deze bijdrage allereerst alle Meetbaar Beter medewerkers, bestuursleden en collega’s van de deelnemende centra feliciteren met het openbaar maken van de behandelresultaten zoals die in dit Meetbaar Beter Boek zijn verschenen. De Meetbaar Beter groep is er ook dit jaar weer in geslaagd om een groeiende groep cardiologen, cardiothoracaal chirurgen en ziekenhuisbestuurders te faciliteren in het verzamelen, rapporteren en interpreteren van uitkomsten van zorg die voor de patiënten belangrijk zijn. Dit initiatief geeft ook een nieuwe dimensie aan uitkomstrapportages. Allereerst door te kiezen voor eindpunten die van belang zijn om de patiëntenzorg zichtbaar te verbeteren. Maar anderzijds door ons ook de weg te wijzen hoe we die uitkomsten kunnen verzamelen. Hiermee is de volgende stap in het nadenken over kwaliteit dichtbij: daadwerkelijk en structureel bezig zijn met onze kwaliteit en zoeken naar verbetermogelijkheden. 43 Sylvia Germes Fotografie/UMCG 2 44 Atriumfibrilleren Atriumfibrilleren (AF) is de meest voorkomende hartritmestoornis in de klinische praktijk. Het voorkomen van AF neemt toe met de leeftijd, met een prevalentie van 0,5% bij vijftigers tot bijna 10% bij tachtigers. 70% van de mensen met AF is tussen de 65 en 85 jaar oud (1,2). AF kan gemakkelijk worden gediagnosticeerd met een oppervlakte ECG. Het abnormale ritme is niet alleen geassocieerd met een verscheidenheid aan symptomen, zoals hartkloppingen, duizeligheid, kortademigheid of andere tekenen van hartfalen, maar ook met een toegenomen risico op een beroerte (vervijfvoudigd risico), hartfalen (verdrievoudigd risico) en mortaliteit. Diverse cardiale ziekten zoals hypertensie, coronaire hartziekte, pericarditits, mitralisklepziekte en congenitale hartziekte, zijn predisponerende factoren voor AF. AF komt ook voor bij personen zonder enige aanwijsbare hartziekte of systemische ziekte, dit noemt men lone-AF. De behandeling van atriumfibrilleren kan afhankelijk van o.a. het klachtenpatroon, het patroon van het atriumfibrilleren en de leeftijd van de patiënt bestaan uit medicamenteuze therapie (OMT), catheter-behandeling (pulmonaal venen-isolatie, PVI), of chirurgische behandeling middels een MAZE procedure (minimaal invasieve chirurgische PVI). Bij de MAZE procedure en de PVI wordt de bron van de ritme stoornissen in het linkeratrium geïsoleerd. In zowel Europese als Amerikaanse richtlijnen vormt symptomatisch paroxysmaal AF een klasse Ia indicatie voor katheterablatie, gebaseerd op een grote hoeveelheid wetenschappelijk bewijs dat aantoont dat ablatie superieur is aan behandeling met medicatie (3,4,5). Huidige medicamenteuze behandelstrategieën omvatten controle van het hartritme dan wel de hartfrequentie. De chirurgische behandeling kent meerdere varianten variërend van een ritmeingreep aan de linkerboezem in het kader van een open hartoperatie, zoals een klepreparatie, tot en met een op zichzelf staande minimaal invasieve ingreep. 1.Go AS et al. Atrial fibrillation in adults. ATRIA study. JAMA 2001; 285:2370-2375. 2.Camm et al. Guidelines for the management of atrial fibrillation; ESC. Europace 2010; 12:1360-1420. 3.Camm et al. 2012 focused update of ESC guidelines for the management of atrial fibrillation. Eur heart journal august 2012; published online. 4.Calkins H et al. 2012 HRS/EHRA/ECAS expert concensus statement on catheter and surgical ablation of atrial fibrillation: recommendations for patient selection, procedural techniques, patient management and follow-up, definitions, endpoints and research trial design. Europace 2012. 5.Jais et al. Catheter ablation versus antiarrhythmic drugs for atrial fibrillation: The A4 study. Circulation 2008; 118:2498-2505. 6.Cappato R et al. Worldwide survey on the methods, efficacy and safety of catheter ablation for human atrial fibrillation. Circulation 2005;111:1100-5 7.Dunning J et al. Guideline for the surgical treatment of atrial fibrillation. Eur J Cardiothorac Surg. 2013;44:777-791. In de figuur wordt voor de uitkomstindicator ‘cardiale tamponade of effusie’ na behandeling met catheter PVI een trend weergegeven over de tijd voor alle hartcentra samen. In de analyse zijn de hartcentra meegenomen die voldoen aan de gestelde normen beschreven in het hoofdstuk Datamanagement. Over 2009 en 2010 zijn niet voldoende gegevens beschikbaar voor rapportage. Voor de medische behandeling minimaal-invasieve chirurgische PVI is geen analyse uitgevoerd over de tijd omdat deze behandeling slechts in een beperkt aantal hartcentra wordt uitgevoerd. Op de x-as staan de jaren van rapportage vermeld. Op de y-as staat de ruwe uitkomst voor alle meegenomen hartcentra samen. Atriumfibrilleren -Catheter PVI cardiale tamponade of effusie (totaal van alle ziekenhuizen n=10) 8% © Stichting Meetbaar Beter 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% niet in rapportage niet in rapportage 2009 2010 2011 2012 2013 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 45 Ontwikkelingen in 2014 Met de ontwikkeling van een set uitkomstindicatoren voor de chirurgische PVI en de consolidatie van uitkomstindicatoren voor de verschillende behandelingen van atriumfibrilleren, is de Meetbaar Beter rapportage voor patiënten met atriumfibrilleren verder uitgebreid. De outcomes teams voor de catheter-PVI en de minimaal-invasieve chirurgische PVI hebben gezamenlijk de samenhang tussen de beide indicatorensets vormgegeven. Voor de uitkomstindicatoren en initiële condities geselecteerd voor de catheter-PVI is in 2014 een onderhoudscyclus vormgegeven. Artsen en datamanagers uit alle deelnemende hartcentra hebben, met name op basis van ervaringen opgedaan rondom de Meetbaar Beter rapportage van 2013, op gestructureerde wijze feedback gegeven op de set uitkomstindicatoren en initiële condities. Van de 53 punten die aangedragen zijn door de deelnemers heeft het outcomes team er 35 overgenomen en in de vorm van een verbeterde set voorgelegd aan de internationale academische adviesraad. In de tabel hieronder zijn de geselecteerde uitkomstindicatoren en initiële condities voor atriumfibrilleren weergegeven, geordend volgens de uitkomsthiërarchie. Alle generieke indicatoren zijn per definitie van toepassing bij de catheter-PVI en de minimaal-invasieve chirurgische PVI. Per behandeling zijn, waar relevant, specifieke uitkomstindicatoren toegevoegd. Hetzelfde geldt voor de generieke initiële condities en de behandelingsspecifieke initiële condities. In 2014 publiceren 11 Nederlandse hartcentra transparant patiëntrelevante resultaten van de behandeling van atriumfibrilleren. Een sterke ontwikkeling van de beschikbaarheid van uitkomsten ten opzichte van 2013. Hiërarchie gecombineerd voor Atriumfibrilleren Hiërarchie Generieke uitkomstindicatoren Overleving 30-daagse mortaliteit Mate van herstel / gezondheid Kwaliteit van leven Minimaal-invasieve chirurgische PVI-specifieke indicatoren Catheter PVI-specifieke indicatoren Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten) Trombo-embolische complicaties Bloedingscomplicaties Cardiale tamponade of effusie Duurzaamheid van herstel of gezondheid Herhaalde PVI binnen 1 jaar 1-jaar niet succesvol Herhaalde PVI binnen 3 jaar Gevolgen van de behandeling op lange termijn Generieke initiële condities Minimaal-invasieve chirurgische PVI- specifieke initiële condities CHA2DS2-VASc Score Obesitas Catheter PVI-specifieke initiële condities Duur persisterend AF Eerdere ablatie voor AF Eerder CVA Initële condities Ernstige linkerventrikeldysfunctie Grootte van het linkeratrium Mitralisklepinsufficiëntie Type AF Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: Dr. P.F.H.M. van Dessel, dhr. A. Driessen, mevr. U. Hopman (AMC), Dr. J.C. Balt, Dr. L. Boersma (St. Antonius Ziekenhuis), Dr. T. Simmers, Dhr. P.H. van der Voort (Catharina Ziekenhuis) en Dr. W. Stooker (OLVG). 46 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. Op een aantal onderdelen is daarbij nog verbetering mogelijk. Tijdens de dataverzameling 2014 zijn een aantal verbetermogelijkheden vastgesteld. Dit geldt onder andere voor de definitie van bloedingscomplicaties, met name in relatie tot de catheter-PVI. Belangrijke complexiteit bestaat rondom de uitkomstindicator ‘1-jaar niet succesvol’. Door de verschillende manieren van evalueren van het resultaat van de behandeling binnen de deelnemende centra ontstaan essentiële verschillen in de informatiewaarde van de beschikbare gegevens. Een aantal hartcentra evalueert ‘vrijheid van atriumfibrilleren’ na een jaar door middel van een 24-uurs holter, andere doen dat niet. De kans dat atriumfibrilleren wordt vastgesteld is vanzelfsprekend hoger wanneer gewerkt wordt met een holter, waardoor de gegevens te wezenlijk verschillend tot stand komen om gerapporteerd te kunnen worden. Deze verbetermogelijkheden zullen worden opgenomen in de komende onderhoudscyclus. De uitkomstindicatoren en initiële condities voor de medicamenteuze behandeling van atriumfibrilleren zijn weergegeven in hoofdstuk 7 van dit boek. In 2014 is deze behandeling nog niet opgenomen in de rapportage. Dit is primair gedaan vanwege een hogere prioritering van andere behandelingen, waarbij de impact van de behandeling op de patiënt groter is vanwege het invasieve karakter van de behandeling. Secundair is deze keuze gemaakt vanwege het gebrek aan historische gegevens binnen de deelnemende centra. In een latere fase van Meetbaar Beter zal aan de hand van de methodologie beoordeeld worden of en voor welke patiëntengroep de medicamenteuze therapie onderdeel zal uitmaken van de consolidatie. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 47 2.1 Geconsolideerd atriumfibrilleren Ten gevolge van relatief beperkte beschikbaarheid van gegevens worden in dit Meetbaar Beter Boek voor de geconsolideerde uitkomstindicatoren bij de behandeling van atriumfibrilleren alleen de resultaten gepresenteerd voor de uitkomstindicator ‘30-daagse mortaliteit’. De inclusieperiode voor de rapportage over geconsolideerde uitkomsten van de behandeling van atriumfibrilleren is het jaar 2013. Uitkomstindicatoren met een langere follow-up zoals ‘trombo-embolische complicaties’ en ‘herhaalde PVI binnen 1 jaar’ komen daardoor in deze publicatie te vervallen. Voor de initiële conditie ‘type AF’ geldt dat patiënten met een eerste presentatie van ‘atriumfibrilleren’ of permanent ‘atriumfibrilleren’ zelden, en in de meeste hartcentra niet, in de analyse voorkomen. De resultaten van de chirurgische behandeling van atriumfibrilleren worden door vijf hartcentra gepubliceerd. Het Amphia Ziekenhuis heeft niet voldoende gegevens aangeleverd voor de behandeling van atriumfibrilleren middels een catheter-PVI. De rapportage van geconsolideerde uitkomsten van atriumfibrilleren bestaat daardoor uit uitkomsten van vier hartcentra. Bij een aantal uitkomstindicatoren is dit aantal lager. In afwijking van de andere hoofdstukken in dit boek, worden in dit hoofdstuk enkel de hartcentra gepresenteerd die op minimaal één uitkomstindicator voldoende gegevens beschikbaar hebben. Patiënten met een eerste presentatie van atriumfibrilleren of permanent atriumfibrilleren komen zelden, en in de meeste hartcentra niet, in de analyse voor. In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven. Ruwe uitkomsten geconsolideerd atriumfibrilleren 30-daagse mortaliteit AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU - - 0,0 0,0 - - 0,6 - - 0,6 - - UMCG UMCU In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven. Compleetheid gegevens geconsolideerd atriumfibrilleren AMC Jaren Amphia Antonius Catharina 2013 2013 Erasmus Haga Isala MCL MST 2013 Uitkomstindicatoren 30-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven Initiële condities CHAD2DS2-VASc score Duur persisterend AF Eerdere ablatie voor AF Eerder CVA Ernstige linkerventrikeldysfunctie Grootte van het linkeratrium Mitralisklepinsufficiëntie Type AF Legenda 48 gegevens compleet niet voldoende gegevens beschikbaar gegevens niet geleverd Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. OLVG 2013 30-daagse mortaliteit Geconsolideerd atriumfibrilleren -30-daagse mortaliteit CHA2DS2-VASc Score 5% © Stichting Meetbaar Beter 4% 3% 2% 1% Legenda 0% Antonius (n=437) Catharina (n=306) Isala (n=144) OLVG (n=171) laag <= 1 hoog 2-7 De mortaliteit binnen zowel het OLVG als Isala wordt verklaard door 1 sterfgeval. Geconsolideerd atriumfibrilleren -30-daagse mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie 9% © Stichting Meetbaar Beter 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% Legenda 0% Antonius (n=420) Catharina (n=311) Isala (n=152) OLVG (n=173) hoog > 50% middel 30-50% laag < 30% Geconsolideerd atriumfibrilleren -30-daagse mortaliteit type AF 8% © Stichting Meetbaar Beter 7% 6% 5% 4% 3% 2% Legenda 1% 0% Antonius (n=437) Catharina (n=315) Isala (n=144) OLVG (n=172) eerste AF incident persisterend paroxysmaal permanent Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 49 2.2Minimaal-invasieve chirurgische pulmonaal venen-isolatie nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. Gezien het nog jonge karakter van deze behandeling is het echter juist van waarde om patiëntrelevante uitkomsten te monitoren en te delen, zodat deze uitkomsten een basis kunnen zijn voor verbeterprojecten waar mogelijk. De chirurgische behandeling van atriumfibrilleren wordt nog niet in alle Nederlandse hartcentra uitgevoerd. In het Meetbaar Beter Boek publiceren vijf Nederlandse hartcentra hun resultaten. Niet alle vijf hartcentra hebben gegevens beschikbaar voor alle uitkomstindicatoren. Het Catharina Ziekenhuis en HagaZiekenhuis hebben binnen de inclusieperiode een beperkt aantal chirurgische PVI’s uitgevoerd, respectievelijk zes en vijf. Het is uniek dat resultaten van een behandeling die zich nog in een relatief vroege ontwikkelingsfase bevindt worden gepubliceerd. Gezien de mogelijke klinische relevantie worden de resultaten van de behandeling van ‘atriumfibrilleren’ door middel van een ‘chirurgische’ PVI gesegmenteerd weergegeven voor de initiële condities ‘CHA2DS2-VASc Score’, ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’ en ‘obesitas’. Vanwege het relatief beperkt aantal behandelingen in de analyse bij een aantal hartcentra dienen deze getallen met de In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven. Ruwe uitkomsten atriumfibrilleren - Minimaal-invasieve chirurgische PVI AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 30-daagse mortaliteit - - 0,4 0,0 - 0,0 1,5 - - 1,1 - - Trombo-embolische complicaties - - - - - - 2,1 - - 2,8 - - Bloedingscomplicaties - - 3,4 0,0 - 0,0 - - - 2,1 - - Herhaalde PVI binnen 1 jaar - - - - - - 4,3 - - 0,0 - - UMCG UMCU In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven. Compleetheid gegevens atriumfibrilleren - Minimaal-invasieve chirurgische PVI AMC Jaren Amphia Antonius Catharina 2011-2013 2013 Erasmus Haga Isala 2013 2011-2013 MCL MST Uitkomstindicatoren 30-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven Trombo-embolische complicaties Bloedingscomplicaties Herhaalde PVI binnen 1 jaar Initiële condities CHAD2DS2-VASc score Duur persisterend AF Eerdere ablatie voor AF Eerder CVA Ernstige linkerventrikeldysfunctie Grootte van het linkeratrium Mitralisklepinsufficiëntie Obesitas Type AF Legenda 50 gegevens compleet niet voldoende gegevens beschikbaar gegevens niet geleverd Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. OLVG 2011-2013 30-daagse mortaliteit Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI 30-daagse mortaliteit CHA2DS2-VASc Score 8% © Stichting Meetbaar Beter 7% 6% 5% In het Catharina Ziekenhuis en HagaZiekenhuis is de ‘30-daags mortaliteit’ binnen een klein cohort (resp. 6 en 5 chirurgische PVI’s) 0%. In het St. Antonius Ziekenhuis, Isala en OLVG wordt de ‘30-daagse mortaliteit’ verklaard door 1 sterfgeval. 4% 3% 2% 1% Legenda 0% Antonius (n=263) Catharina (n=6) Haga (n=5) Isala (n=0) laag <= 1 hoog 2-7 OLVG (n=95) Bij Isala ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘CHA2DS2-VASc Score’. Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI 30-daagse mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie 18% © Stichting Meetbaar Beter 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% Legenda 0% Antonius (n=0) Catharina (n=6) Haga (n=5) Isala (n=68) OLVG (n=95) hoog > 50% middel 30-50% laag < 30% Bij het St. Antonius Ziekenhuis ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’. Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI 30-daagse mortaliteit obesitas 6% © Stichting Meetbaar Beter 5% 4% 3% 2% 1% Legenda 0% Antonius (n=262) Catharina (n=6) Haga (n=5) Isala (n=68) OLVG (n=95) BMI < 18,5 BMI 18,5-24,99 BMI >= 25 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 51 Trombo-embolische complicaties Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Trombo-embolische complicaties CHA2DS2-VASc Score 18% © Stichting Meetbaar Beter 16% 14% De uitkomstindicator ‘Tromboembolische complicatie’ wordt in verband met beschikbaarheid van gegevens gepresenteerd voor Isala en OLVG. 12% 10% 8% Bij Isala ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘CHA2DS2-VASc Score’. 6% 4% 2% Legenda 0% Antonius (n=0) Catharina (n=0) Haga (n=0) Isala (n=0) OLVG (n=36) laag <= 1 hoog 2-7 De uitkomsten bij Isala en OLVG worden verklaard door 1 ‘trombo-embolische complicatie’. Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Trombo-embolische complicaties ernstige linkerventrikeldysfunctie 12% © Stichting Meetbaar Beter 10% 8% 6% 4% 2% Legenda 0% Antonius (n=0) Catharina (n=0) Haga (n=0) Isala (n=47) OLVG (n=36) hoog > 50% middel 30-50% laag < 30% Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Trombo-embolische complicaties obesitas 35% © Stichting Meetbaar Beter 30% 25% 20% 15% 10% 5% Legenda 0% Antonius (n=0) 52 Catharina (n=0) Haga (n=0) Isala (n=47) OLVG (n=36) BMI < 18,5 BMI 18,5-24,99 BMI >= 25 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. Bloedingscomplicaties Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Bloedingscomplicaties CHA2DS2-VASc Score 12% © Stichting Meetbaar Beter 10% Bij Isala ontbreken de gegevens voor de uitkomstindicator ‘bloedingscomplicaties’, waardoor dit hartcentrum niet is meegenomen in de analyse. 8% 6% 4% 2% Legenda 0% Antonius (n=261) Catharina (n=6) Haga (n=5) Isala (n=0) OLVG (n=95) laag <= 1 hoog 2-7 In het Catharina Ziekenhuis en HagaZiekenhuis zijn binnen het in omvang zeer beperkte cohort wat is meegenomen in deze analyse geen ‘bloedingscomplicaties’ waargenomen. Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Bloedingscomplicaties ernstige linkerventrikeldysfunctie 30% © Stichting Meetbaar Beter 25% 20% 15% 10% 5% Legenda 0% Antonius (n=234) Catharina (n=6) Haga (n=5) Isala (n=0) OLVG (n=95) hoog > 50% middel 30-50% laag < 30% De uitkomst voor het segment ‘LVEF’ 30-50% is in het St. Antonius Ziekenhuis (1/32) en OLVG (2/17) gebaseerd op relatief kleine cohorten. Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Bloedingscomplicaties obesitas 12% © Stichting Meetbaar Beter 10% 8% 6% 4% 2% Legenda 0% Antonius (n=261) Catharina (n=6) Haga (n=5) Isala (n=0) OLVG (n=95) BMI < 18,5 BMI 18,5-24,99 BMI >= 25 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 53 Herhaalde PVI binnen 1 jaar Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar CHA2DS2-VASc Score Binnen de hartcentra met voldoende volledige gegevens zijn geen ‘Herhaalde PVI’s binnen 1 jaar’ waargenomen. Deze uitkomst wordt daarom niet visueel weergegeven. De analyse is gebaseerd op de jaren 2011 en 2012. Het Catharina Ziekenhuis en HagaZiekenhuis ontbreken daardoor in de analyse. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft niet voldoende gegevens beschikbaar voor de analyse met betrekking tot de uitkomstindicator ‘herhaalde PVI binnen 1 jaar’. Bij Isala ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘CHA2DS2-VASc Score’. De uitkomsten in Isala worden bepaald door 2 herhaalde PVI’s binnen 1 jaar. En bij het OLVG is geen ‘herhaalde PVI binnen 1 jaar’ waargenomen. Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar ernstige linkerventrikeldysfunctie 18% © Stichting Meetbaar Beter 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% Legenda 0% Antonius (n=0) Catharina (n=0) Haga (n=0) Isala (n=47) OLVG (n=36) hoog > 50% middel 30-50% laag < 30% Atriumfibrilleren -Minimaal-invasieve chirurgische PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar obesitas 12% © Stichting Meetbaar Beter 100% 10% 8% 6% 4% 2% Legenda 0% Antonius (n=0) 54 Catharina (n=0) Haga (n=0) Isala (n=47) OLVG (n=36) BMI < 18,5 BMI 18,5-24,99 BMI >= 25 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 2.3Catheter pulmonaal venen-isolatie over de uitkomstindicatoren ‘trombo-embolische complicaties’ en ‘herhaalde PVI binnen 1 jaar’ omdat niet voldoende gegevens aangeleverd zijn. Tien van de aan Meetbaar Beter deelnemende hartcentra publiceren in deze Meetbaar Beter rapportage uitkomsten van de catheter-PVI bij atriumfibrilleren. Een enorme ontwikkeling in vergelijking met het Meetbaar Beter Boek 2013. De uitkomstindicator ‘herhaalde PVI binnen 3 jaar’ is niet opgenomen in de rapportage omdat de geїncludeerde patiënten nog niet een follow-up duur van drie jaar hebben. De uitkomstindicatoren ‘bloedingscomplicaties’ en ‘1-jaar niet succesvol’ worden niet gepubliceerd in verband met onvoldoende consistentie tussen de datasets van de deelnemende hartcentra. Uitkomsten worden gepresenteerd in segmentaties naar CHA2DS2VASc Score, ernstige linkerventrikeldysfunctie, en ‘type AF’. Binnen het Erasmus MC zijn geen gegevens beschikbaar voor ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’ en ‘type AF’ waardoor het Erasmus MC bij deze segmentaties buiten de analyse wordt gelaten. Het Amphia Ziekenhuis en HagaZiekenhuis hebben geen gegevens met betrekking tot catheter-PVI bij atriumfibrilleren aan kunnen leveren voor het Meetbaar Beter Boek 2014. Deze hartcentra ontbreken daarom voor de rapportage over deze behandeling van atriumfibrilleren. Erasmus MC ontbreekt bij de rapportage In de onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven. Ruwe uitkomsten atriumfibrilleren - Catheter PVI AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 30-daagse mortaliteit 0,0 - 0,0 0,1 0,0 - 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Trombo-embolische complicaties 0,0 - 0,3 1,2 - - 1,3 1,1 0,9 0,6 1,8 0,0 Cardiale tamponade of effusie 1,0 - 0,3 1,8 1,5 - 0,4 1,1 0,3 0,7 2,2 0,0 Herhaalde PVI binnen 1 jaar 20,0 - 21,8 26,1 - - 20,9 16,7 29,6 14,7 28,8 13,6 In de onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven. Compleetheid gegevens atriumfibrilleren - Catheter PVI AMC Jaren 2011-2013 Amphia Antonius Catharina Erasmus 2011-2013 2011-2013 2013 Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 2011-2013 2012 2011-2013 2011-2013 2011-2013 2012-2013 Uitkomstindicatoren 30-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven Trombo-embolische complicaties Cardiale tamponade of effusie Herhaalde PVI binnen 1 jaar Initiële condities CHAD2DS2-VASc score Duur persisterend AF Eerdere ablatie voor AF Eerder CVA Ernstige linkerventrikeldysfunctie Grootte van het linkeratrium Mitralisklepinsufficiëntie Type AF Legenda gegevens compleet niet voldoende gegevens beschikbaar gegevens niet geleverd Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 55 30-daagse mortaliteit Atriumfibrilleren -Catheter PVI 30-daagse mortaliteit CHA2DS2-VASc Score 1% © Stichting Meetbaar Beter In het Catharina Ziekenhuis wordt de ‘30-daagse mortaliteit’ verklaard door 1 sterfgeval. Legenda 0% AMC (n=96) Amphia (n=0) Antonius (n=1066) Catharina (n=991) Erasmus (n=133) Haga (n=0) Isala (n=483) MCL (n=90) MST (n=373) OLVG (n=309) UMCG (n=276) UMCU (n=299) laag <= 1 hoog 2-7 Atriumfibrilleren -Catheter PVI 30-daagse mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie 1% © Stichting Meetbaar Beter In het Catharina Ziekenhuis wordt de ‘30-daagse mortaliteit’ verklaard door 1 sterfgeval. Legenda 0% AMC (n=95) Amphia (n=0) Antonius (n=990) Catharina (n=949) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=459) MCL (n=90) MST (n=350) OLVG (n=291) UMCG (n=254) UMCU (n=281) hoog > 50% middel 30-50% laag < 30% Atriumfibrilleren -Catheter PVI 30-daagse mortaliteit type AF 2% © Stichting Meetbaar Beter 1% Bij het Erasmus MC ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘type AF’. Legenda 0% AMC (n=96) 56 Amphia (n=0) Antonius (n=1047) Catharina (n=1003) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=458) MCL (n=89) MST (n=369) OLVG (n=303) UMCG (n=276) UMCU (n=298) eerste AF incident persisterend paroxysmaal permanent Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. Kwaliteit van leven Kwaliteit van leven (SF36) Isala, Catheter PVI N = 31, respons = 69% Gemiddelde scores 100 © Stichting Meetbaar Beter Legenda 90 Vlak voor interventie 80 1 jaar na interventie 70 Algemene Nederlandse populatie 60 50 40 30 20 10 0 Gezondheidsdimensies De ‘kwaliteit van leven’ van patiënten die behandeld worden met catheter PVI is gemeten binnen Isala. Dit is gedaan met de SF36-vragenlijst. De ‘kwaliteit van leven’ is gemeten vóór de interventie en één jaar na de interventie. De resultaten zijn vergeleken met de gemiddelde ‘kwaliteit van leven’ van de Nederlandse populatie. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 57 Trombo-embolische complicaties Atriumfibrilleren -Catheter PVI Trombo-embolische complicaties CHA2DS2-VASc Score 10% © Stichting Meetbaar Beter 9% 8% 7% De analyse is gebaseerd op de jaren 2011 en 2012. Voor het Erasmus MC zijn onvoldoen de gegevens beschikbaar voor de uitkomstin dicator ‘trombo-embolische complicaties’ om deze op te nemen in de rapportage. 6% De uitkomst in het UMCG en OLVG bij patiënten met een hoge ‘CHA2DS2-VASc Score’ en in Isala bij patiënten met een lage ‘CHA2DS2-VASc Score’ wordt verklaard door 1 ‘trombo-embolische complicatie’. 5% 4% 3% 2% 1% Legenda 0% AMC (n=60) Amphia (n=0) Antonius (n=685) Catharina (n=638) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=312) MCL (n=90) MST (n=224) OLVG (n=177) UMCG (n=170) UMCU (n=147) laag <= 1 hoog 2-7 Atriumfibrilleren -Catheter PVI Trombo-embolische complicaties ernstige linkerventrikeldysfunctie 25% © Stichting Meetbaar Beter 20% 15% De uitkomsten bij MCL en OLVG worden verklaard door 1 ‘trombo-embolische complicatie’. Dit geldt ook voor de uitkomsten bij respectievelijk de segmentatie van Catharina Ziekenhuis (30-50% en <30%) en UMCG (30-50%). 10% 5% Legenda 0% AMC (n=60) Amphia (n=0) Antonius (n=637) Catharina (n=603) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=303) MCL (n=90) MST (n=208) OLVG (n=160) UMCG (n=159) UMCU (n=134) hoog > 50% middel 30-50% laag < 30% Atriumfibrilleren -Catheter PVI Trombo-embolische complicaties type AF © Stichting Meetbaar Beter 8% 7% 6% 5% De uitkomsten bij het St. Antonius Ziekenhuis, MCL, MST en OLVG worden verklaard door 1 ‘trombo-embolische complicatie’ per segment. 4% 3% 2% 1% Legenda 0% AMC (n=60) 58 Amphia (n=0) Antonius (n=672) Catharina (n=643) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=291) MCL (n=89) MST (n=222) OLVG (n=173) UMCG (n=170) UMCU (n=146) eerste AF incident persisterend paroxysmaal permanent Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. Cardiale tamponade of effusie Atriumfibrilleren -Catheter PVI Cardiale tamponade of effusie CHA2DS2-VASc Score 10% © Stichting Meetbaar Beter 9% 8% Binnen het UMCU is geen ‘cardiale tamponade of effusie’ waargenomen. 7% 6% De uitkomsten in het AMC (1/33), Erasmus MC (2/75), MCL (1/46) en UMCG (2/66 bij een hoge ‘CHA2DS2-VASc Score’) zijn gebaseerd op relatief kleine patiëntgroepen. 5% 4% 3% 2% 1% Legenda 0% AMC (n=100) Amphia (n=0) Antonius (n=1044) Catharina (n=973) Erasmus (n=133) Haga (n=0) Isala (n=479) MCL (n=90) MST (n=371) OLVG (n=280) UMCG (n=276) UMCU (n=300) laag <= 1 hoog 2-7 Atriumfibrilleren -Catheter PVI Cardiale tamponade of effusie ernstige linkerventrikeldysfunctie 18% © Stichting Meetbaar Beter 16% 14% Bij het Erasmus MC ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie’. 12% 10% 8% De uitkomsten in het Catharina Ziekenhuis (1/22 bij <30%) en MST (1/18 bij 3050%) zijn gebaseerd op relatief kleine patiëntgroepen. 6% 4% 2% Legenda 0% AMC (n=99) Amphia (n=0) Antonius (n=970) Catharina (n=930) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=456) MCL (n=90) MST (n=348) OLVG (n=265) UMCG (n=254) UMCU (n=282) hoog > 50% middel 30-50% laag < 30% Atriumfibrilleren -Catheter PVI Cardiale tamponade of effusie type AF © Stichting Meetbaar Beter 14% 12% Bij het Erasmus MC ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘type AF’. 10% 8% De uitkomsten bij het AMC, MCL en MST worden verklaard door 1 ‘cardiale tamponade of effusie’ in het betreffende segment. 6% 4% 2% Legenda 0% AMC (n=100) Amphia (n=0) Antonius (n=1025) Catharina (n=984) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=454) MCL (n=89) MST (n=367) OLVG (n=275) UMCG (n=276) UMCU (n=299) eerste AF incident persisterend paroxysmaal permanent Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 59 Herhaalde PVI binnen 1 jaar Atriumfibrilleren -Catheter PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar 210 © Stichting Meetbaar Beter 190 Gestandaardiseerde uitkomstratios 170 150 130 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 110 90 De analyse is gebaseerd op de jaren 2011 en 2012. Het Erasmus MC ontbreekt daardoor in de analyse. 70 50 30 10 0 50 100 Voorspeld aantal events 150 200 Atriumfibrilleren - Catheter PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar CHA2DS2-VASc Score 60% © Stichting Meetbaar Beter In de regressie-analyse is niet gecorrigeerd voor ‘duur persisterend AF’, ‘grootte van het linkeratrium’ en ‘mitralisklepinsufficiëntie’. De criteria die gehanteerd worden om te besluiten of een initiële conditie wordt opgenomen in de regressie-analyse worden beschreven in hoofdstuk datamanagement. Voor ‘CHA2DS2VASc Score’ is niet gecorrigeerd omdat losse elementen uit de ‘CHA2DS2-VASc Score’ (deels) al in de regressie-analyse zijn meegenomen. 50% De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt op een relatief gunstig resultaat in het OLVG. De waargenomen spreiding tussen de overige centra dient gezien te worden als een natuurlijke variatie tussen de centra. 40% 30% 20% De C-statistic is 0,59 (matig). 10% Legenda 0% AMC (n=60) Amphia (n=0) Antonius (n=693) Catharina (n=680) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=339) MCL (n=90) MST (n=223) OLVG (n=177) UMCG (n=170) UMCU (n=147) laag <= 1 hoog 2-7 Atriumfibrilleren -Catheter PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar type AF 100% 80% © Stichting Meetbaar Beter 70% 60% 50% 40% De uitkomst bij MST in het segment ‘permanent’ wordt verklaard door 1 patiënt. 30% 20% 10% Legenda 0% AMC (n=60) 60 Amphia (n=0) Antonius (n=680) Catharina (n=685) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=314) MCL (n=89) MST (n=221) OLVG (n=173) UMCG (n=170) UMCU (n=146) eerste AF incident persisterend paroxysmaal permanent Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. Eigen foto/UMCG Van inzicht naar verbetering Tamponades bij Catheter PVI De vaststelling van de indicatorensets voor Meetbaar Beter en de initiële dataverzameling voor de eerste rapportages maakte voor de sectie elektrofysiologie van het Catharina Ziekenhuis belangrijke informatie beschikbaar. Het aantal tamponades was voor het ambitieniveau van het Catharina Ziekenhuis te hoog. Reeds voor de Meetbaar Beter publicatie 2013 werden succesvolle maatregelen doorgevoerd welke beschreven werden in het Meetbaar Beter boek 2013. Inmiddels is het percentage tamponades in het Catharina Ziekenhuis verder afgenomen. Van 3,6% in 2011 naar 1,3% in 2012 en 0,7% in 2013. 61 Eigen foto/Catharina Ziekenhuis 3 62 AORTAKLEPLIJDEN De aortaklep is een 3-slippige hartklep, die zich bevindt tussen de linkerkamer van het hart en de grote lichaamsslagader (aorta). De aortaklep kan bij sommige mensen gedurende het leven gaan lekken (aortaklepinsufficiëntie) of gaan vernauwen (aortaklepstenose). De aortaklepstenose is de meest voorkomende verkregen hartklepafwijking in westerse landen en komt bij mannen twee keer vaker voor dan bij vrouwen (1). Bij een ernstige aortaklepstenose (of -insufficiëntie) en daaruit voortvloeiende klachten bedraagt de gemiddelde overleving maar 2 tot 3 jaar (2). Medicatie heeft geen effect op het ziekteproces van de aortaklepstenose. Ingrijpen moet dus invasief gebeuren. De huidige richtlijnen van de European Society of Cardiology (ESC) en American College of Cardiology (ACC) adviseren chirurgische klepvervanging bij patiënten met een ernstige aortaklepstenose en klachten of een verminderde pompfunctie van het hart. De chirurg kan een biologische of mechanische hartklep implanteren. Met chirurgische klepvervanging wordt een verbetering van de overleving en klachten verkregen (3). Recente chirurgische innovaties zijn de minimaal invasieve hartklepvervanging en hechtingloze aortakleppen. Klepchirurgie is echter niet zonder risico en dat risico neemt met name toe bij meer co-morbiditeit (4). Bij oudere patiënten zijn een verlenging van de ziekenhuisopname, noodzakelijk ontslag naar revaildatietehuis en heropname frequent complicerende factoren (5). Sedert enkele jaren kunnen patiënten met een te hoog risico voor een chirurgische klepvervanging behandeld worden met een zogenaamde percutane aortaklepvervanging (TAVI). Met deze techniek wordt via een slagader (meestal de liesslagader) of via de punt van het hart, een biologische aortaklep geplaatst. TAVI heeft de levensverwachting van mensen die voorheen niet aan hun klep geholpen konden worden, sterk verbeterd (6,7). Recente innovaties op het gebied van TAVI, zoals sterke afname in catheterdiameter en nauwkeurigere klepplaatsingsmethodes, zullen leiden tot belangrijke afname in het complicatie-risico van deze behandeling. In Nederland wordt TAVI toegepast in de ziekenhuizen met hartchirurgie. In het Hartteam wordt besloten of een patiënt in aanmerking komt voor chirurgische klepvervanging of TAVI. 1.Nkomo VT, Gardin JM, Skelton TN et al. Burden of valvular heart diseases: a population-based study. Lancet. 2006 Sep 16;368(9540):1005-11 2.Turina J, Hess O, Sepulcri F et al. Spontaneous course of aortic valve disease. Eur Heart J. 1987:471-83. 3.Bonow RO CB, Chatterjee K, de Leon AC et al. ACC/AHA 2006 practice guidelines for the management of patients with valvular heart disease: executive summary. J Am Coll Cardiol. 2006;48:598-675. 4.Alexander KP, Anstrom KJ, Muhlbaier LH et al. Outcomes of cardiac surgery in patients > or = 80 years: results from the National Cardiovascular Network. J Am Coll Cardiol. 2000;35:731-8. 5.Goodney PP, Stukel TA, Lucas FL et al. Hospital volume, length of stay, and readmission rates in high-risk surgery. Ann Surg. 2003;238:161-7. 6.Thomas M, Schymik G, Walther T et al. One-year outcomes of cohort 1 in the Edwards SAPIEN Aortic Bioprosthesis European Outcome (SOURCE) registry: the European registry of transcatheter aortic valve implantation using the Edwards SAPIEN valve. Circulation. 2011;124:425-33. 7.Tamburino C, Capodanno D, Ramondo A et al. Incidence and predictors of early and late mortality after transcatheter aortic valve implantation in 663 patients with severe aortic stenosis. Circulation. 2011;123:299-308. In de figuren wordt voor de AVR- en TAVI-behandeling de uitkomstindicator die het hoogste in de uitkomstindicatorenhiërarchie per behandeling staat een trend weergegeven over de tijd voor alle hartcentra samen. In de analyse zijn de hartcentra meegenomen die voldoen aan de gestelde normen beschreven in het hoofdstuk Datamanagement. Voor TAVI zijn over 2009 en 2010 niet voldoende gegevens beschikbaar voor rapportage. Op de x-as staan de jaren van rapportage vermeld. Op de y-as staat de ruwe uitkomst voor alle meegenomen hartcentra samen. Aortakleplijden -AVR 120-daagse mortaliteit (totaal van alle ziekenhuizen n=10) 8% Aortakleplijden -TAVI procedurele mortaliteit (totaal van alle ziekenhuizen n=9) © Stichting Meetbaar Beter 8% 7% 7% 6% 6% 5% 5% 4% 4% 3% 3% 2% 2% 1% 1% © Stichting Meetbaar Beter 0% 0% 2009 2010 2011 2012 2013 2009 2010 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 2011 2012 2013 63 Ontwikkelingen in 2014 Door drie outcomes teams is in onderlinge samenhang gewerkt aan het selecteren van patiëntrelevante uitkomstindicatoren voor patiënten met aortakleplijden. Zowel voor de operatieve (AVR), transcatheter (TAVI) als medicamenteuze behandeling zijn uitkomstindicatoren geselecteerd. De samenwerking tussen cardiologen en cardiothoracaal chirurgen rondom TAVI’s is ook in de samenstelling van en de samenwerking tussen de outcomes teams binnen Meetbaar Beter vormgegeven. Zowel een geconsolideerde set uitkomstindicatoren als een behandeling specifieke set uitkomstindicatoren voor AVR en TAVI zijn geselecteerd en gevalideerd door internationale experts. De medicamenteuze behandeling is in 2014 buiten de rapportage gelaten vanwege de impact van de behandeling op de patiënt en de beperkte beschikbaarheid van historische gegevens. De consolidatie van uitkomsten voor patiënten met aortakleplijden is in deze fase daarom gebaseerd op de behandeling door middel van AVR en TAVI. De uitkomstindicatoren en initiële condities voor de medicamenteuze behandeling van aortakleplijden zijn weergegeven in hoofdstuk 5 van dit boek. In een latere fase van Meetbaar Beter zal aan de hand van de methodologie beoordeeld worden of er een conservatief behandelde groep patiënten met aortakleplijden bestaat die onderdeel uit hoort te maken van de consolidatie. In 2014 publiceren elf Nederlandse hartcentra transparant patiëntrelevante resultaten van de behandeling van aortakleplijden door middel van AVR en negen centra voor TAVI. De Meetbaar Beter rapportage groeit daardoor in 2014 ook in de dimensie van het aantal veelvoorkomende hartaandoeningen waarvoor resultaten van behandelingen openbaar worden gemaakt. Dit is een sterke ontwikkeling van de beschikbaarheid van uitkomsten ten opzichte van 2013. De verbetermogelijkheden die tijdens de dataverzameling zijn vastgesteld zullen worden verwerkt in de onderhoudscyclus die eind 2014 gestart zal worden. Hiërarchie gecombineerd voor aortakleplijden Hiërarchie Generieke uitkomstindicatoren Overleving 120-daagse mortaliteit Lange-termijn overleving Mate van herstel / gezondheid Kwaliteit van leven NYHA klasse AVR-specifieke uitkomstindicatoren TAVI-specifieke uitkomstindicatoren Procedurele mortaliteit 30-daagse mortaliteit Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten) CVA Implantatie nieuwe permanente pacemaker Duurzaamheid van herstel of gezondheid Overleving vrij van klepreïnterventie Diepe sternumwondinfectie Vasculaire complicaties Generieke initiële condities AVR-specifieke initiële condities TAVI-specifieke initiële condities Eerdere hartoperatie Diabetes mellitus Eerder mitraalkleplijden Ernstige linkerventrikeldysfunctie Eerdere CVA Frailty Geslacht Endocarditis STS score Gevolgen van de behandeling op lange termijn Leeftijd Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie Urgentie van de procedure Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: Dr. M. Vis (AMC), Dr. M. Bentala, Dr. P. den Heijer (Amphia Ziekenhuis), dhr. T.L. de Kroon (St. Antonius Ziekenhuis), Dr. B.R.G. Brueren, Dr. A.H.M. van Straten en Dr. D. Veldman-Schulz (Catharina Ziekenhuis). 64 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 3.1 Geconsolideerd aortakleplijden kunnen geven. Er zijn niet voldoende gegevens beschikbaar om te rapporteren over kwaliteit van leven. De inclusieperiode voor de rapportage over geconsolideerde uitkomsten van de behandeling van aortakleplijden zijn de jaren 2012 en 2013. In 2014 hebben zeven Nederlandse hartcentra voldoende gegevens aangeleverd om de resultaten van de behandeling van aortakleplijden, onafhankelijk van de behandelstrategie AVR of TAVI, te publiceren. Het UMCU heeft geen gegevens aangeleverd met betrekking tot de AVR. Gegevens van het HagaZiekenhuis, MCL en OLVG met betrekking tot de TAVI’s ontbreken. Bij het Erasmus MC waren te veel gegevens onbekend bij AVR om consolidatie van uitkomsten voor dit hartcentrum vorm te Gegevens met betrekking tot de ‘NYHA-klasse’ voor en na de behandeling zijn in meerdere hartcentra niet voldoende beschikbaar en is daarom als uitkomstmaat buiten de analyse gelaten. In onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven. Ruwe uitkomsten geconsolideerd aortakleplijden AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 120-daagse mortaliteit 7,2 4,3 6,6 5,4 - - 4,2 - 5,0 - 8,8 - CVA 2,6 0,2 0,8 1,6 - - 1,0 - 0,4 - 4,2 - - - - 4,5 - - - - 2,9 - - - UMCG UMCU Implantatie nieuwe permanente pacemaker In onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven. Compleetheid gegevens geconsolideerd aortakleplijden Jaren AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus 2012-2013 2012-2013 2012-2013 2012-2013 2012-2013 Haga Isala MCL 2012-2013 MST 2012-2013 OLVG 2012-2013 Uitkomstindicatoren 120-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven CVA Implantatie nieuwe permanente pacemaker Overleving vrij van klepreïnterventie Initiële condities Eerdere hartoperatie Ernstige linkerventrikeldysfunctie Geslacht Leeftijd Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie Urgentie van de procedure Legenda gegevens compleet niet voldoende gegevens beschikbaar gegevens niet geleverd Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 65 120-daagse mortaliteit Geconsolideerd aortakleplijden - 120-daagse mortaliteit 210 © Stichting Meetbaar Beter Gesta nda a rdiseerde uitkomstra tios 190 170 150 130 110 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 90 70 De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, toont een spreiding tussen de hartcentra die duidt op natuurlijke variatie tussen de centra. 50 30 10 0 5 10 15 20 25 30 35 40 Voorspeld aantal events De C-statistic is 0,74 (redelijk). Geconsolideerd aortakleplijden -120-daagse mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie 70% © Stichting Meetbaar Beter 60% 50% 40% 30% 20% 10% Legenda 0% AMC (n=421) Amphia (n=487) Antonius (n=519) Catharina (n=428) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=311) MCL (n=0) MST (n=283) OLVG (n=0) UMCG (n=284) UMCU (n=0) hoog > 50% middel 30-50% laag < 30% Geconsolideerd aortakleplijden -120-daagse mortaliteit logistische Euroscore I 45% © Stichting Meetbaar Beter 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% Legenda 0% AMC (n=430) 66 Amphia (n=488) Antonius (n=519) Catharina (n=429) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=311) MCL (n=0) MST (n=283) OLVG (n=0) UMCG (n=284) UMCU (n=0) laag < 10% Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. middel 10-20% hoog > 20% Lange-termijn overleving Geconsolideerd aortakleplijden Lange-termijn overleving 2012-2013 © Stichting Meetbaar Beter 1,0 Cumulatief overlevingspercentage 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0 100 200 300 400 500 600 700 800 Overlevingstijd (dagen) Toelichting Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU De ‘lange-termijn overleving’ geeft de overleving van patiënten weer met een maximale follow-up duur van vijf jaar. Voor zes hartcentra zijn de gegevens voldoende compleet voor rapportage. Deze grafieken zijn gecorrigeerd voor alle initiële condities, behalve de ‘logistische Euroscore I’ (omdat enkele aparte elementen daarvan al in de regressie-analyse zitten). Het St. Antonius Ziekenhuis (p=0,01) verschilt significant in ‘lange-termijn overleving’ van het Amphia Ziekenhuis. De overige hartcentra verschillen niet significant van het Amphia Ziekenhuis. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 67 CVA Geconsolideerd aortakleplijden -CVA ernstige linkerventrikeldysfunctie 30% © Stichting Meetbaar Beter 25% 20% 15% De uitkomsten in het AMC (<30%), Isala (<50%) en UMCG (<30%) worden verklaard door 1 patiënt met ‘CVA’ in een cohort van minder dan 50 patiënten. 10% 5% Legenda 0% AMC (n=421) Amphia (n=483) Antonius (n=523) Catharina (n=428) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=311) MCL (n=0) MST (n=283) OLVG (n=0) UMCG (n=284) UMCU (n=0) hoog > 50% middel 30-50% laag < 30% Geconsolideerd aortakleplijden -CVA logistische Euroscore I © Stichting Meetbaar Beter 25% 20% 15% De uitkomsten in het AMC (>20%) en Isala (>20%) worden verklaard door respectievelijk 1 en 3 keer een patiënt met ‘CVA’ in een cohort van minder dan 50 patiënten. 10% 5% 0% AMC (n=430) Amphia (n=) Antonius (n=523) Catharina (n=429) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=311) MCL (n=0) MST (n=283) OLVG (n=0) UMCG (n=284) UMCU (n=0) Legenda laag < 10% middel 10-20% hoog > 20% Geconsolideerde aortakleplijden -CVA nierinsufficiëntie 18% © Stichting Meetbaar Beter 16% 14% 12% 10% 8% In het AMC zijn niet voldoende gegevens beschikbaar voor de ‘initiële conditie nierinsufficiëntie’ om meegenomen te worden in de rapportage. 6% 4% 2% 0% AMC (n=0) Amphia (n=484) Antonius (n=523) Catharina (n=428) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=311) MCL (n=0) MST (n=283) OLVG (n=0) UMCG (n=284) UMCU (n=0) Legenda geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie 68 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. Overleving vrij van klepreïnterventie Geconsolideerd aortakleplijden Overleving vrij van klepreïnterventie 2012-2013 © Stichting Meetbaar Beter 1,00 0,99 Cumulatief overlevingspercentage 0,98 0,97 0,96 0,95 0,94 0,93 0,92 0,91 0,90 0 100 200 300 400 500 600 700 800 Overlevingstijd (dagen) Toelichting Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU De ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ geeft de overleving weer van de patiënt vrij van een nieuwe interventie aan de aortaklep met een maximale follow-up duur van vijf jaar. Voor drie hartcentra zijn voldoende gegevens beschikbaar om de ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ te rapporteren. Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse initiële condities. Hoe vlakker de lijn loopt, hoe minder patiënten een klepreïnterventie hebben ondergaan in de periode na de klepreïnterventie. De binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ zijn niet statistisch significant. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 69 Implantatie nieuwe permanente pacemaker Geconsolideerd aortakleplijden -Implantatie nieuwe permanente pacemaker 210 © Stichting Meetbaar Beter 190 Gestandaardiseerde uitkomstratios 170 150 130 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 110 90 70 50 30 10 0 5 10 15 Voorspeld aantal events 20 25 30 Geconsolideerd aortakleplijden -Implantatie nieuwe permanente pacemaker leeftijd 14% © Stichting Meetbaar Beter 12% Alleen van het Catharina Ziekenhuis en MST zijn voldoende gegevens beschikbaar voor een geconsolideerde regressie-analyse van ‘de implantatie van een nieuwe permanente pacemaker’. Op de ‘logistische Euroscore I’ na, zijn alle initiële condities meegenomen in de regressie-analyse voor het maken van deze funnelplot. De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, toont een spreiding tussen de hartcentra die duidt op natuurlijke variatie tussen de centra. De C-statistic is 0,70 (redelijk). 10% 8% 6% 4% 2% Legenda 0% AMC (n=0) Amphia (n=0) Antonius (n=0) Catharina (n=421) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=0) MCL (n=0) MST (n=281) OLVG (n=0) UMCG (n=0) UMCU (n=0) < 65 75-84 65-74 >= 85 Geconsolideerd aortakleplijden -Implantatie nieuwe permanente pacemaker nierinsufficiëntie 14% © Stichting Meetbaar Beter 12% 10% 8% 6% 4% 2% Legenda 0% AMC (n=0) 70 Amphia (n=0) Antonius (n=0) Catharina (n=420) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=0) MCL (n=0) MST (n=281) OLVG (n=0) UMCG (n=0) UMCU (n=0) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie 3.2Aortaklepvervanging MC waren te veel gegevens onbekend. Voor het AMC en het HagaZiekenhuis geldt dat alleen gegevens beschikbaar zijn voor 2012 en 2013. En voor het MCL en UMCG zijn gegevens geleverd voor de jaren 2011-2013. Elf Nederlandse hartcentra publiceren in dit Meetbaar Beter Boek de resultaten van de behandeling van aortakleplijden door middel van AVR. De transparantie rondom resultaten van zorg voor hartpatiënten ontwikkelt zich daarmee binnen Meetbaar Beter in 2014 verder door. De uitkomstindicator ‘NYHA-klasse’ voor en na de interventie wordt in verband met beperkte beschikbaarheid van gegevens niet opgenomen in de rapportage. De volledigheid van gegevens is dusdanig dat alle initiële condities zijn meegenomen in de regressie-analyse. Het UMCU heeft geen gegevens aangeleverd met betrekking tot AVR en bij het Erasmus Bij de uitkomstindicator ‘implantatie nieuwe permanente pacemaker’ hebben het Catharina Ziekenhuis, het HagaZiekenhuis, en het MST in voldoende mate voldaan aan de vastgestelde eisen met betrekking tot een sluitende follow-up van patiënten. In onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven. Ruwe uitkomsten aortakleplijden - AVR AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 120-daagse mortaliteit 3,9 2,7 2,6 3,1 - 1,4 3,2 2,4 2,8 3,5 3,3 - Diepe sternumwondinfectie 0,5 0,2 - 0,7 - - 0,2 0,0 0,4 0,8 0,4 - CVA 1,0 0,1 1,1 1,2 - 1,4 1,0 1,0 1,1 1,2 1,1 - - - - 1,2 - 0,0 - - 2,4 - - - UMCU Implantatie nieuwe permanente pacemaker In onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven. Compleetheid gegevens aortakleplijden - AVR Jaren AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG 2012-2013 2009-2013 2009-2013 2009-2013 2009-2013 2012-2013 2009-2013 2011-2013 2009-2013 2009-2013 2011-2013 Uitkomstindicatoren 120-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven Diepe sternumwondinfectie CVA Implantatie nieuwe permanente pacemaker 2013 Overleving vrij van klepreïnterventie Initiële condities Diabetes mellitus Eerdere CVA Eerdere hartoperatie Endocarditis 2013 Ernstige linkerventrikeldysfunctie Geslacht Leeftijd Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie Urgentie van de procedure Legenda gegevens compleet niet voldoende gegevens beschikbaar gegevens niet geleverd Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 71 120-daagse mortaliteit Aortakleplijden -AVR 120-daagse mortaliteit endocarditis 90% © Stichting Meetbaar Beter 80% 70% 60% 50% 40% De mortaliteit in het segment met een aanwezige ‘endocarditis’ is in alle hartcentra gebaseerd op relatief kleine cohorten (<30 patiënten). 30% 20% 10% Legenda 0% AMC (n=207) Amphia (n=919) Antonius (n=798) Catharina (n=688) Erasmus (n=0) Haga (n=47) Isala (n=601) MCL (n=208) MST (n=763) OLVG (n=509) UMCG (n=257) UMCU (n=0) geen endocarditis < 3wk behandeld met AB endocarditis, overig Aortakleplijden -AVR 120-daagse mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie 60% © Stichting Meetbaar Beter 50% 40% 30% De mortaliteit in het segment met een ‘LVEF’ <30% is in alle hartcentra gebaseerd op relatief kleine cohorten (<30 patiënten). 20% 10% Legenda 0% AMC (n=207) Amphia (n=919) Antonius (n=799) Catharina (n=685) Erasmus (n=0) Haga (n=141) Isala (n=601) MCL (n=208) MST (n=763) OLVG (n=509) UMCG (n=264) UMCU (n=0) hoog > 50% middel 30-50% laag < 30% Aortakleplijden -AVR 120-daagse mortaliteit logistische Euroscore I 60% © Stichting Meetbaar Beter 50% 40% 30% De mortaliteit in het segment met een ‘logistische Euroscore I’ >20% is in alle hartcentra gebaseerd op relatief kleine cohorten (<60 patiënten). 20% 10% Legenda 0% AMC (n=207) 72 Amphia (n=920) Antonius (n=799) Catharina (n=688) Erasmus (n=0) Haga (n=141) Isala (n=601) MCL (n=208) MST (n=762) OLVG (n=509) UMCG (n=271) UMCU (n=0) laag < 10% Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. middel 10-20% hoog > 20% Lange-termijn overleving Aortakleplijden - AVR Lange-termijn overleving 2009-2013 Aortakleplijden - AVR Lange-termijn overleving 2012-2013 © Stichting Meetbaar Beter 1,0 0,9 0,9 Cumulatief overlevingspercentage Cumulatief overlevingspercentage © Stichting Meetbaar Beter 1,0 0,8 0,7 0,8 0,7 0,6 0,6 0,5 0,5 0 500 1000 1500 2000 0 100 200 300 400 500 600 700 800 Overlevingstijd (dagen) Overlevingstijd (dagen) Toelichting De ‘lange-termijn overleving’ geeft de overleving van patiënten weer met een maximale follow-up duur van 5 jaar. Omdat niet alle hartcentra deze gegevens beschikbaar hebben, is de lange termijn-overleving in twee grafieken weergegeven. De eerste grafiek toont de overlevingscurven voor de volledige periode van 2009-2013. In deze weergave waren zes van de twaalf hartcentra in staat om mee te rapporteren. In de tweede grafiek is dezelfde overlevingscurve weergegeven voor de periode 2012-2013, waarbij negen hartcentra in de rapportage zijn meegenomen. Deze grafieken zijn gecorrigeerd voor alle initiële condities, behalve de ‘logistische Euroscore I’ (omdat enkele aparte elementen daarvan al in de regressie-analyse zitten). Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU Analyse 2009-2013: St. Antonius Ziekenhuis (p=0,04), MST (p<0,02) en OLVG (p< 0,03) verschillen significant in ‘lange-termijn overleving’ van het Catharina Ziekenhuis. De overige hartcentra verschillen niet significant van het Catharina Ziekenhuis. Analyse 2012-2013: De binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘lange-termijn overleving’ zijn niet statistisch significant. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 73 Kwaliteit van leven 1 jaar na AVR Kwaliteit van leven (SF36) Catharina, AVR N = 222, respons = 42% Gemiddelde scores 100 © Stichting Meetbaar Beter Legenda 90 Vlak voor interventie 80 1 jaar na interventie 70 Algemene Nederlandse populatie 60 50 40 30 De ‘kwaliteit van leven’ van patiënten die behandeld worden met AVR is gemeten door het Catharina Ziekenhuis en Isala. Dit is bij beiden gedaan met de SF36vragenlijst. De ‘kwaliteit van leven’ is gemeten vóór de interventie en één jaar na de interventie. De resultaten zijn vergeleken met de gemiddelde ‘kwaliteit van leven’ van de Nederlandse populatie. 20 10 0 Gezondheidsdimensies Kwaliteit van leven (SF36) Isala, AVR N = 333, respons = 79% 100 © Stichting Meetbaar Beter 90 Gemiddelde scores 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Gezondheidsdimensies 74 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. Diepe sternumwondinfectie Aortakleplijden -AVR Diepe sternumwondinfectie diabetes mellitus 7% © Stichting Meetbaar Beter Binnen het St. Antonius Ziekenhuis en het HagaZiekenhuis zijn niet voldoende gegevens beschikbaar over het voorkomen van ‘diepe sternumwondinfectie’ waardoor zij niet meegenomen worden in de analyse. Bij het MCL zijn geen ‘diepe sternumwondinfecties’ waargenomen. 6% 5% 4% 3% 2% Bij het UMCG ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘diabetes mellitus’. 1% Legenda 0% AMC (n=207) Amphia (n=920) Antonius (n=0) Catharina (n=688) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=601) MCL (n=208) MST (n=756) OLVG (n=513) UMCG (n=0) geen diabetes mellitus UMCU (n=0) diabetes mellitus Aortakleplijden -AVR Diepe sternumwondinfectie eerdere hartoperatie © Stichting Meetbaar Beter 5% 4% De uitkomsten in het segment van patiënten met een ‘eerdere hartoperatie’ worden bij het Amphia Ziekenhuis en MST bepaald door 1 patiënt met een ‘diepe sternumwondinfectie’. 3% 2% 1% Legenda 0% AMC (n=207) Amphia (n=920) Antonius (n=0) Catharina (n=689) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=602) MCL (n=208) MST (n=756) OLVG (n=513) UMCG (n=257) UMCU (n=0) geen eerdere hartoperatie eerdere hartoperatie Aortakleplijden -AVR Diepe sternumwondinfectie leeftijd © Stichting Meetbaar Beter 5% 4% 3% 2% Legenda 1% < 55 65-74 55-64 >= 75 0% AMC (n=207) Amphia (n=920) Antonius (n=0) Catharina (n=689) Erasmus (n=0) Haga (n=0) Isala (n=602) MCL (n=208) MST (n=756) OLVG (n=513) UMCG (n=271) UMCU (n=0) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 75 CVA Aortakleplijden -AVR CVA eerdere hartoperatie © Stichting Meetbaar Beter 14% 12% 10% 8% De uitkomsten in het segment van patiënten met een ‘eerdere hartoperatie’ zijn gebaseerd op een cohort tot maximaal 75 patiënten per hartcentrum. 6% 4% 2% Legenda 0% AMC (n=207) Amphia (n=920) Antonius (n=811) Catharina (n=689) Erasmus (n=0) Haga (n=141) Isala (n=602) MCL (n=208) MST (n=764) OLVG (n=513) UMCG (n=257) UMCU (n=0) geen eerdere hartoperatie eerdere hartoperatie Aortakleplijden -AVR CVA endocarditis 40% © Stichting Meetbaar Beter 35% 30% 25% 20% De uitkomsten in de segmenten met ‘endocarditis’ zijn in alle hartcentra gebaseerd op 1 of maximaal 2 waargenomen CVA’s. 15% 10% 5% Legenda 0% AMC (n=207) Amphia (n=919) Antonius (n=810) Catharina (n=688) Erasmus (n=0) Haga (n=47) Isala (n=602) MCL (n=208) MST (n=764) OLVG (n=513) UMCG (n=257) UMCU (n=0) geen endocarditis < 3wk behandeld met AB endocarditis, overig Aortakleplijden -AVR CVA logistische Euroscore I 35% © Stichting Meetbaar Beter 30% 25% 20% 15% De uitkomsten in de segmenten met een ‘logistische Euroscore I’ >20% zijn gebaseerd op een relatief klein cohort patiënten (<60). 10% 5% Legenda 0% AMC (n=207) 76 Amphia (n=920) Antonius (n=811) Catharina (n=688) Erasmus (n=0) Haga (n=141) Isala (n=602) MCL (n=208) MST (n=763) OLVG (n=513) UMCG (n=271) UMCU (n=0) laag < 10% Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. middel 10-20% hoog > 20% Implantatie nieuwe permanente pacemaker Aortakleplijden -AVR Implantatie nieuwe permanente pacemaker diabetes mellitus 5% © Stichting Meetbaar Beter 4% Binnen de verzamelde gegevens (n=46) is in het HagaZiekenhuis is geen ‘implantatie van permanente pacemaker’ waargenomen. 3% 2% 1% Legenda 0% AMC (n=0) Amphia (n=0) Antonius (n=0) Catharina (n=668) Erasmus (n=0) Haga (n=46) Isala (n=0) MCL (n=0) MST (n=756) OLVG (n=0) UMCG (n=0) UMCU (n=0) geen diabetes mellitus diabetes mellitus Aortakleplijden -AVR Implantatie nieuwe permanente pacemaker endocarditis 30% © Stichting Meetbaar Beter 25% 20% 15% In het Catharina Ziekenhuis en MST is 1 ‘implantatie van permanente pacemaker’ waargenomen in de patiëntengroep met ‘endocarditis’. 10% 5% Legenda 0% AMC (n=0) Amphia (n=0) Antonius (n=0) Catharina (n=668) Erasmus (n=0) Haga (n=46) Isala (n=0) MCL (n=0) MST (n=756) OLVG (n=0) UMCG (n=0) UMCU (n=0) geen endocarditis < 3wk behandeld met AB endocarditis, overig Aortakleplijden -AVR Implantatie nieuwe permanente pacemaker leeftijd 8% © Stichting Meetbaar Beter 7% 6% 5% Binnen het Catharina Ziekenhuis en MST zijn in de jongste leeftijdscategorie 1 respectievelijk 2 patiënten met een ‘implantatie van permanente pacemaker’ waargenomen. 4% 3% 2% 1% Legenda 0% AMC (n=0) Amphia (n=0) Antonius (n=0) Catharina (n=669) Erasmus (n=0) Haga (n=46) Isala (n=0) MCL (n=0) MST (n=756) OLVG (n=0) UMCG (n=0) UMCU (n=0) < 55 65-74 55-64 >= 75 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 77 Overleving vrij van klepreïnterventie Aortakleplijden - AVR Overleving vrij van klepreïnterventie 2009-2013 © Stichting Meetbaar Beter 1,00 0,99 0,99 0,98 0,98 0,97 0,96 0,95 0,94 0,93 0,97 0,96 0,95 0,94 0,93 0,92 0,92 0,91 0,91 0,90 0,90 0 100 200 300 400 © Stichting Meetbaar Beter 1,00 Cumulatief overlevingspercentage Cumulatief overlevingspercentage Aortakleplijden - AVR Overleving vrij van klepreïnterventie 2009-2013 0 100 200 300 400 500 600 700 800 Overlevingstijd (dagen) Overlevingstijd (dagen) Aortakleplijden - AVR Overleving vrij van klepreïnterventie 2012-2013 © Stichting Meetbaar Beter 1,00 Toelichting 0,99 Cumulatief overlevingspercentage 0,98 0,97 0,96 0,95 0,94 0,93 0,92 0,91 0,90 0 100 200 300 400 500 Overlevingstijd (dagen) Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga 78 Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 600 700 800 De ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ geeft de overleving weer van de patiënt vrij van een nieuwe interventie aan de aortaklep met een maximale follow-up duur van vijf jaar. De gegevens met betrekking tot ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ zijn niet in alle hartcentra in gelijke mate beschikbaar. Daarom is de ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ in drie grafieken weergegeven. Voor MST zijn gegevens beschikbaar over 2009-2013, waarbij er maximaal 1 jaar follow-up is voor de geïncludeerde patiënten getoond in eerste figuur. De tweede grafiek toont de curven voor de volledige periode van 2009-2013. In deze weergave waren twee van de twaalf hartcentra in staat om mee te rapporteren. In de derde grafiek is dezelfde overlevingscurve weergegeven voor de periode 2012-2013, waarbij vier hartcentra (Catharina Ziekenhuis, HagaZiekenhuis, Isala en MCL) in de rapportage zijn meegenomen. Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse initiële condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’, omdat enkele aparte elementen daarvan al in de regressie-analyse zitten). Hoe vlakker de lijn loopt, hoe minder patiënten een klepreïnterventie hebben ondergaan in de periode na een AVR. Analyse 2009-2013: Het Catharina Ziekenhuis (p=0,009) verschilt significant in ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ van Isala. Analyse 2012-2013: De binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ zijn niet statistisch significant. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. Eigen foto/AMC Van inzicht naar verbetering Mortaliteit na AVR Op basis van inzichten in resultaten van behandelingen zoals die worden uitgevoerd in het Catharina Ziekenhuis, en de ambitie om een zo goed mogelijke kwaliteit van zorg te leveren, zijn er verbeteringen doorgevoerd in het zorgproces voor de operatieve patiënt, waaronder AVR patiënten. Het hartteam is verder versterkt doordat alle patiënten met een klepprobleem worden besproken in een specifiek kleppenteam waaraan altijd een imaging cardioloog deelneemt. Voor hoog risico patiënten is er aanvullend een overleg waarbij een (cardioloog-) intensivist aanwezig is. Op de pré-operatieve polikliniek is de rol van het senior staflid uitgebreid. Complexe patiënten worden voor de operatie waar nodig uitgebreider voorbehandeld om het hart bij aanvang van de operatie in een optimale conditie te hebben. Tot slot is de rol van de cardioloog(-intensivist) in het post-operatieve proces verder uitgebreid en is op verschillende niveau’s het dedication-principe verder doorgevoerd. Deze verbeteringen hebben geleid tot een daling van de ruwe mortaliteit bij AVR patiënten van 2,5% naar 1,1 %. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 79 3.3Transkatheter aortaklepimplantatie cohort van patiënten. Bij hen dient, zoals ook bij het UMCG (n=182), mogelijk rekening gehouden te worden met de zogenaamde leercurve van een nieuwe behandeling bij de interpretatie van deze gegevens. De uitkomstindicator ‘NYHAklasse’ voor en na de interventie ontbreekt in de rapportage vanwege te veel missende gegevens in alle hartcentra. Voor de initiële condities ‘STS score’ en ‘frailty’ zijn onvoldoende gegevens beschikbaar om deze op te nemen in de rapportage. Uitkomsten van de behandeling van aortakleplijden door middel van TAVI worden in het Meetbaar Beter Boek 2014 gepresenteerd door negen Nederlandse hartcentra. Mede gezien het innovatieve karakter van deze behandeling is deze uitbreiding van de Meetbaar Beter rapportage een unieke ontwikkeling. Van het HagaZiekenhuis, MCL en het OLVG zijn niet voldoende gegevens beschikbaar voor rapportage. Isala (n=49) en MST (n=23) zijn in 2012 gestart met TAVI-procedures en zijn in de rapportage opgenomen met een relatief klein In onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven. Ruwe uitkomsten aortakleplijden - TAVI AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 2,4 1,3 2,8 3,2 2,2 - 0,0 - 8,7 - 3,9 2,9 30-daagse mortaliteit 9,5 7,1 10,6 8,3 6,5 - 4,1 - 13,0 - 13,7 7,7 Vasculaire complicaties 14,8 4,0 8,9 11,2 18,8 - 2,0 - 26,1 - 11,6 22,5 CVA 4,2 2,7 1,3 2,6 4,4 - 4,1 - 4,4 - 8,2 4,4 Implantatie nieuwe permanente pacemaker 6,4 12,3 - 10,9 21,2 - 10,2 - 4,4 - 18,7 9,2 UMCG UMCU 2011-2013 2009-2013 Procedurele mortaliteit In onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven. Compleetheid gegevens aortakleplijden - TAVI Jaren AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus 2009-2013 2009-2013 2009-2013 2009-2013 2009-2013 Haga Isala MCL 2012-2013 MST 2012-2013 Uitkomstindicatoren Procedurele mortaliteit 30-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven Vasculaire complicaties CVA Implantatie nieuwe permanente pacemaker Overleving vrij van klepreïnterventie Initiële condities Eerdere hartoperatie Eerder mitraalkleplijden Ernstige linkerventrikeldysfunctie Frailty Geslacht Leeftijd Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie STS score Urgentie van de procedure Legenda 80 gegevens compleet niet voldoende gegevens beschikbaar gegevens niet geleverd Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. OLVG Procedurele en 30-daagse mortaliteit Aortakleplijden -TAVI procedurele en 30-daagse mortaliteit 30% © Stichting Meetbaar Beter 25% 20% De verhouding tussen de ‘procedurele mortaliteit’ en de ‘30-daagse mortaliteit’ wordt, vanwege het korte tijdsinterval en de hoge patiëntrelevantie, aanvullend gepresenteerd in een geïntegreerde grafiek. 15% 10% 5% Legenda 0% AMC (n=452) Amphia (n=226) Antonius (n=471) Catharina (n=313) Erasmus (n=321) Haga (n=0) Isala (n=49) MCL (n=0) MST (n=23) OLVG (n=0) UMCG (n=182) UMCU (n=272) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. procedurele mortaliteit 30-daagse mortaliteit 81 Procedurele mortaliteit Aortakleplijden -TAVI Procedurele mortaliteit eerdere hartoperatie 45% © Stichting Meetbaar Beter 40% Binnen Isala is geen sterfgeval waarge nomen binnen het geïncludeerde cohort. 35% 30% 25% 20% Bij MST is 1 sterfgeval waargenomen in de patiëntengroep met een eerdere hartoperatie. 15% 10% Legenda 5% geen eerdere hartoperatie 0% AMC (n=447) Amphia (n=226) Antonius (n=471) Catharina (n=313) Erasmus (n=321) Haga (n=0) Isala (n=49) MCL (n=0) MST (n=23) OLVG (n=0) UMCG (n=182) UMCU (n=272) eerdere hartoperatie Aortakleplijden -TAVI Procedurele mortaliteit eerder mitraalkleplijden 50% 20% © Stichting Meetbaar Beter 18% 16% 14% 12% 10% De mortaliteit bij MST in het segment met ‘eerder mitraalkleplijden’ wordt verklaard door 1 sterfgeval. 8% 6% 4% Legenda 2% eerder mitraalkleplijden 0% AMC (n=445) Amphia (n=221) Antonius (n=471) Catharina (n=308) Erasmus (n=321) Haga (n=0) Isala (n=49) MCL (n=0) MST (n=23) OLVG (n=0) UMCG (n=182) UMCU (n=262) geen eerder mitraalkleplijden Aortakleplijden -TAVI Procedurele mortaliteit urgentie van de procedure 100% 20% © Stichting Meetbaar Beter 18% 16% 14% 12% 10% 8% De procedurele mortaliteit binnen MST in het segment ‘opgenomen’ wordt verklaard door 1 sterfgeval. 6% 4% 2% Legenda 0% AMC (n=435) 82 Amphia (n=224) Antonius (n=471) Catharina (n=313) Erasmus (n=321) Haga (n=0) Isala (n=49) MCL (n=0) MST (n=23) OLVG (n=0) UMCG (n=182) UMCU (n=251) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. gepland opgenomen 30-daagse mortaliteit Aortakleplijden -TAVI 30-daagse mortaliteit 210 © Stichting Meetbaar Beter 190 Gestandaardiseerde uitkomstratios 170 150 130 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 110 90 De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt in de richting van een relatief ongunstige uitkomst in het UMCG. De overige verschillen tussen de hartcentra duiden op natuurlijke variatie. 70 50 30 10 0 10 20 30 Voorspeld aantal events 40 50 De C-statistic is 0,62 (matig). Aortakleplijden -TAVI 30-daagse mortaliteit ernstige linkerventrikeldysfunctie 60% © Stichting Meetbaar Beter 50% 40% 30% 20% 10% Legenda 0% AMC (n=442) Amphia (n=220) Antonius (n=471) Catharina (n=305) Erasmus (n=321) Haga (n=0) Isala (n=49) MCL (n=0) MST (n=23) OLVG (n=0) UMCG (n=182) UMCU (n=272) > 50% 30-50% < 30% Aortakleplijden -TAVI 30-daagse mortaliteit logistische Euroscore I 40% © Stichting Meetbaar Beter 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% Legenda 0% AMC (n=451) Amphia (n=226) Antonius (n=471) Catharina (n=312) Erasmus (n=321) Haga (n=0) Isala (n=49) MCL (n=0) MST (n=23) OLVG (n=0) UMCG (n=182) UMCU (n=272) laag < 10% Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. middel 10-20% hoog > 20% 83 Lange-termijn overleving Aortakleplijden - TAVI Lange-termijn overleving 2009-2013 Aortakleplijden - TAVI Lange-termijn overleving 2012-2013 © Stichting Meetbaar Beter 1,0 0,8 0,9 Cumulatief overlevingspercentage Cumulatief overlevingspercentage © Stichting Meetbaar Beter 1,0 0,6 0,4 0,8 0,7 0,2 0,6 0,0 0,5 0 500 1000 1500 2000 0 100 200 300 400 500 600 700 800 Overlevingstijd (dagen) Overlevingstijd (dagen) Toelichting De ‘lange-termijn overleving’ geeft de overleving van patiënten weer met een maximale follow-up duur van vijf jaar. Omdat niet alle ziekenhuizen deze gegevens beschikbaar hebben, is de ‘langetermijn overleving’ in twee grafieken weergegeven. De eerste grafiek toont de overlevingscurven voor de volledige periode van 2009-2013. In deze analyse zijn zes hartcentra meegenomen. In de tweede grafiek is dezelfde overlevingscurve weergegeven voor de periode 2012-2013. In deze analyse zijn negen hartcentra meegenomen. Deze grafieken zijn gecorrigeerd voor alle initiële condities, behalve de ‘logistische Euroscore I’ (omdat enkele aparte elementen daarvan al in de regressie-analyse zitten). Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga 84 Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU Analyse 2009-2013: Het St. Antonius Ziekenhuis (p=0,01) verschilt significant in ‘lange-termijn overleving’ van het Catharina Ziekenhuis. De overige hartcentra verschillen niet significant van het Catharina Ziekenhuis. Analyse 2012-2013: Het St. Antonius Ziekenhuis (p=0,03), MST (p=0,04) en UMCG (p=0,04) verschillen significant in ‘langetermijn overleving’ van UMCU. De overige hartcentra verschillen niet significant van het UMCU. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. Vasculaire complicaties Aortakleplijden -TAVI Vasculaire complicaties 210 © Stichting Meetbaar Beter 190 Gestandaardiseerde uitkomstratios 170 150 130 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 110 90 70 50 30 10 0 10 20 30 Voorspeld aantal events 40 50 60 De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt in de richting van een relatief gunstige uitkomst in het Amphia Ziekenhuis en St. Antonius Ziekenhuis en een relatief ongunstige uitkomst in het UMCU en Erasmus MC. De overige variatie tussen de centra duidt op natuurlijke variatie. De C-statistic is 0,60 (matig). Aortakleplijden -TAVI Vasculaire complicaties eerder mitraalkleplijden 50% 45% © Stichting Meetbaar Beter 40% 35% 30% 25% 20% De uitkomst bij MST in het segment ‘eerder mitraalkleplijden’ wordt verklaard door 1 vasculaire complicatie. 15% 10% Legenda 5% geen eerder mitraalkleplijden 0% AMC (n=445) Amphia (n=221) Antonius (n=471) Catharina (n=308) Erasmus (n=320) Haga (n=0) Isala (n=49) MCL (n=0) MST (n=23) OLVG (n=0) UMCG (n=181) UMCU (n=261) eerder mitraalkleplijden Aortakleplijden -TAVI Vasculaire complicaties geslacht 80% © Stichting Meetbaar Beter 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% Legenda 0% AMC (n=450) Amphia (n=227) Antonius (n=471) Catharina (n=313) Erasmus (n=320) Haga (n=0) Isala (n=49) MCL (n=0) MST (n=23) OLVG (n=0) UMCG (n=181) UMCU (n=271) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. man vrouw 85 CVA Aortakleplijden -TAVI CVA geslacht 40% © Stichting Meetbaar Beter 35% 30% 25% 20% De uitkomst bij het Amphia Ziekenhuis, Isala en MST in het segment ‘man’ en bij Isala in het segment ‘vrouw’ wordt verklaard door 1 CVA. 15% 10% 5% Legenda 0% AMC (n=450) Amphia (n=220) Antonius (n=471) Catharina (n=313) Erasmus (n=319) Haga (n=0) Isala (n=49) MCL (n=0) MST (n=23) OLVG (n=0) UMCG (n=182) UMCU (n=272) man vrouw Aortakleplijden -TAVI CVA nierinsufficiëntie 40% © Stichting Meetbaar Beter 35% 30% 25% 20% 15% De uitkomst bij MST in het segment ‘geen nierinsufficiëntie’ wordt verklaard door 1 CVA. 10% 5% 0% AMC (n=447) Amphia (n=220) Antonius (n=471) Catharina (n=311) Erasmus (n=313) Haga (n=0) Isala (n=49) MCL (n=0) MST (n=23) OLVG (n=0) UMCG (n=182) UMCU (n=270) Legenda geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie Aortakleplijden -TAVI CVA urgentie van de procedure 50% © Stichting Meetbaar Beter 45% 40% 35% 30% 25% De uitkomst bij AMC, Amphia Ziekenhuis, St. Antonius Ziekenhuis en UMCU in het segment ‘opgenomen patiënten’ wordt bepaald door respectievelijk 6, 1, 1 en 2 CVA’s in dit segment. 20% 15% 10% 5% 0% AMC (n=435) Amphia (n=217) Antonius (n=471) Catharina (n=313) Erasmus (n=319) Haga (n=0) Isala (n=49) MCL (n=0) MST (n=23) OLVG (n=0) UMCG (n=182) UMCU (n=281) Legenda gepland opgenomen 86 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. Implantatie nieuwe permanente pacemaker Aortakleplijden -TAVI Implantatie nieuwe permanente pacemaker 210 © Stichting Meetbaar Beter 190 Gestandaardiseerde uitkomstratios 170 150 130 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 110 90 70 50 30 10 0 10 20 30 Voorspeld aantal events 40 50 60 Het St. Antonius Ziekenhuis ontbreekt in de analyse vanwege te veel ontbrekende gegevens. De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt in de richting van een relatief gunstige uitkomst in het AMC en een relatief ongunstige uitkomst in het UMCG en Erasmus MC. De overige variatie tussen de centra duidt op natuurlijke variatie. De C-statistic is 0,62 (matig). Aortakleplijden -TAVI Implantatie nieuwe permanente pacemaker eerder mitraalkleplijden 50% 45% © Stichting Meetbaar Beter 40% 35% 30% 25% De uitkomst bij MST in het segment ‘eerder mitraalkleplijden’ wordt verklaard door 1 ‘implantatie van een permanente pacemaker’. 20% 15% 10% Legenda 5% geen eerder mitraalkleplijden 0% AMC (n=444) Amphia (n=216) Antonius (n=0) Catharina (n=308) Erasmus (n=321) Haga (n=0) Isala (n=49) MCL (n=0) MST (n=23) OLVG (n=0) UMCG (n=182) UMCU (n=262) eerder mitraalkleplijden Aortakleplijden -TAVI Implantatie nieuwe permanente pacemaker leeftijd 45% © Stichting Meetbaar Beter 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% AMC (n=451) Amphia (n=220) Antonius (n=0) Catharina (n=313) Erasmus (n=321) Haga (n=0) Isala (n=49) MCL (n=0) MST (n=23) OLVG (n=0) UMCG (n=182) UMCU (n=272) Legenda 75-84 <75 >=85 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 87 Overleving vrij van klepreïnterventie Aortakleplijden - TAVI Overleving vrij van klepreïnterventie 2009-2013 © Stichting Meetbaar Beter 1,00 0,99 Cumulatief overlevingspercentage 0,98 0,97 0,96 0,95 0,94 0,93 0,92 0,91 0,90 0 500 1000 1500 2000 Overlevingstijd (dagen) Toelichting De ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ geeft de overleving weer van de patiënt vrij van een nieuwe interventie aan de aortaklep met een maximale follow-up duur van vijf jaar. De gegevens met betrekking tot ‘overleving vrij van klepreïnterventie’ na TAVI is in drie hartcentra (AMC, Catharina Ziekenhuis en UMCU) voldoende beschikbaar voor rapportage. Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga 88 Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse initiële condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’, omdat enkele aparte elementen daarvan al in de regressie-analyse zitten). Hoe vlakker de lijn loopt, hoe minder patiënten een klepreïnterventie hebben ondergaan in de periode na een TAVI. Binnen deze analyse zijn geen statistisch significante verschillen waargenomen. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. Daadwerkelijk en structureel verbeteren “ Ga met alle hartcentra staan voor de beste zorg tegen de beste prijs. Maak je hard voor transparantie van uitkomsten, samen met patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars. Zo creëren we samen transparante en houdbare verbeterzorg. ” Prof. dr. Robbert Huijsman MBA Senior Manager Kwaliteit & Innovatie Divisie Zorg & Gezondheid van Achmea Leiden Bijzonder hoogleraar Management & Organisatie van de Ouderenzorg Instituut Beleid & Management Gezondheidszorg, Erasmus Universiteit Rotterdam H art voor transparantie, dat is het unieke van de stichting Meetbaar Beter. De aangesloten hartcentra werken gezamenlijk hard aan het inzichtelijk maken en verbeteren van de uitkomsten van behandelingen bij hartproblemen. Helaas doen nog niet alle hartcentra mee, daar zou Meetbaar Beter zich hard voor moeten maken! Meetbaar Beter is inspirerend en doorloopt heldere stappen: 1) uitkomstindicatoren ontwikkelen 2) resultaten van behandelingen meten 3) uitkomsten op ziekenhuisniveau transparant maken 4)ziekenhuizen bespreken uitkomsten onderling om van elkaar te leren. Alleen zo kan de kwaliteit van zorg continu verbeteren. Daarbij hoort nog een vijfde stap: informeer de patiënten over de zorguitkomsten. Waarom wachten totdat álle informatie voor álle ziekenhuizen hónderd percent beschikbaar is?! Ziekenhuizen die al wel zo ver zijn, zoeken de transparantie eerder op. Bijvoorbeeld met toegankelijke infographics voor patiënten met coronairlijden. Dat zal anderen inspireren snel te volgen. Achmea werkt via haar programma Kwaliteit van Zorg van harte samen met Meetbaar Beter, want coronairlijden treft in Nederland meer dan 700.000 mensen en jaarlijks worden ruim 11.000 bypassoperaties en 45.000 dotterbehandelingen uitgevoerd. Dat zijn grote aantallen, met een enorme impact op patiënten en hun sociale- en werkomgeving, op de zorgkosten maar ook de verzuimkosten bij werkgevers. Voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg zet Achmea in op structurele samenwerking met het zorgveld. Daarbij ligt de focus op uitkomstindicatoren, als operationalisatie van toegevoegde waarde vanuit de theorie van Value Based Healthcare. Zo kunnen we de best mogelijke toegevoegde waarde tegen de meest aantrekkelijke prijs realiseren. Goede uitkomstindicatoren vanuit primaire bronregistraties, met kortcyclische feedback, werken in de verbetercyclus als signaalindicatoren voor verbetering en innovatie van onderliggende processen en structuren. Zo luidt althans de filosofie en nu worden in Nederland de eerste resultaten realiteit. Meetbaar Beter kan haar prachtige ontwikkelfunctie nog krachtiger inzetten door deze lijn verder op te pakken. Zijn we al zo ver dat added value kan worden ingekocht, bijvoorbeeld via prestatiecontractering? Ga met alle hartcentra staan voor de beste zorg tegen de beste prijs. Maak je hard voor transparantie van uitkomsten, samen met patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars. Zo creëren we samen transparante en houdbare verbeterzorg. Meetbaar Beter kan daarin één van de inspirerende koplopers worden. 89 Eigen foto/Afdeling cardiologie UMCU 4 90 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden Bij patiënten met zowel afwijkingen van de aortaklep als van de kransslagaderen (coronairarteriën) bestaat de mogelijkheid om beide aandoeningen te behandelen door middel van een gecombineerde operatie waarbij de aortaklep wordt vervangen en er 1 of meerdere kransslagaderomleidingen worden gemaakt. Deze uitgebreide operatie is in de meeste gevallen risicovol; studies tonen aan dat het risico op overlijden groter is dan de risico’s van de afzonderlijke ingrepen bij elkaar opgeteld. (1-4) Vaak hebben deze patiënten meer comorbiditeiten zoals perifeer vaatlijden, diabetes en hypertensie. Ook is de leeftijd vaak hoger dan in de afzonderlijke groepen. Er is een trend om deze patiënten te opereren voordat er schade ontstaat aan de hartspier (4). Het vervangen van de aortaklep nadat in het verleden een bypassoperatie (CABG) heeft plaatsgevonden (re-operatie) gaat gepaard met een hoger risico op complicaties. Het wordt derhalve aangeraden de aortaklep vroeger te vervangen dan wanneer het om geïsoleerd aortakleplijden zou gaan, als de patient al geopereerd moet worden aan de kransslagaders. (5) Natuurlijk zal individuele risico-inschatting doorslaggevend zijn in de keuze voor het al dan niet verrichten van deze combinatie ingreep. (6) Ook andere technieken worden verder ontwikkeld om hoog risico groep patienten succesvol te behandelen zoals percutane aortaklepplaatsing (TAVI) gecombineerd met stentplaatsing in de vernauwde kransslagader(s) (PCI). 1Website Nederlandse vereniging voor thoraxchirurgie http://www.nvtnet. nl/?page_id=10. 2Kasimir MT, Bialy J, Moidl R, Simon-Kupilik N, Mittlböck M, Hiesmayr M, Wolner E, Simon P: EuroSCORE predicts mid-term outcome after combined valve and coronary bypasssurgery. J Heart Valve Dis 2004, 13:439-43. 3Kurlansky PA, Williams DB, Traad EA, Carrillo RG, Schor JS, Zucker M, Ebra G: The influence of coronary artery disease on quality of life after mechanical valve replacement. J Heart Valve Dis 2004, 13:260-71. 4Bridgewater B, Kinsman R, Walton P, Gummert J, Kappetein AP: The 4th European Association for Cardio-Thoracic Surgery adult cardiac surgery database report. Interact Cardiovasc Thorac Surg 2011, 12:4-5. 4Beach J, et al “Coronary artery disease and outcomes of aortic valve replacement for severe aortic stenosis” J Am Coll Cardiol 2013; 61: 837-848. 5Smith WT 4th, Ferguson TB Jr, Ryan T, Landolfo CK, Peterson ED. Should coronary artery bypass graft surgery patients with mild or moderate aortic stenosis undergo concomitant aortic valve replacement? A decision analysis approach to the surgical dilemma. J Am Coll Cardiol 2004;44:1241 – 1247. 6Guidelines on the management of valvular heart disease (version 2012), European Heart Journal (2012) 33, 2451-2496. In de figuur wordt voor de medische behandeling CABG + AVR de uitkomstindicator die het hoogste in de uitkomstindicatorenhiërarchie staat een trend weergegeven over de tijd voor alle hartcentra samen. In de analyse zijn de hartcentra meegenomen die voldoen aan de gestelde normen beschreven in het hoofdstuk datamanagement. Op de x-as staan de jaren van rapportage vermeld. Op de y-as staat de ruwe uitkomst voor alle meegenomen hartcentra samen. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR 30-daagse mortaliteit (totaal van alle ziekenhuizen n=10) 8% © Stichting Meetbaar Beter 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% 2009 2010 2011 2012 2013 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 91 Ontwikkelingen in 2014 Het outcome team CABG + AVR heeft, in nauwe samenwerking met de outcome teams CABG en AVR, een selectie gemaakt van de meest patiëntrelevante uitkomstindicatoren voor patiënten die behandeld worden door een gecombineerde CABG + AVR operatie. De patiëntengroep die een gecombineerde CABG + AVR operatie ondergaat vanwege gecombineerd coronairlijden en aortakleplijden, is binnen de Meetbaar Beter systematiek een unieke groep. Het is de eerste medische conditie die bestaat uit een combinatie van pathologieën waarvoor patiëntrelevante uitkomstindicatoren zijn geselecteerd aan de hand van de binnen Meetbaar Beter gehanteerde methodologie. Hiërarchie gecombineerd voor CABG + AVR Hiërarchie CABG + AVR uitkomstindicatoren Overleving 30-daagse mortaliteit 120-daagse mortaliteit Mate van herstel / gezondheid Kwaliteit van leven Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten) CVA Bloedtransfusie nodig Duurzaamheid van herstel of gezondheid Overleving vrij van reïnterventie Gevolgen van de behandeling op lange termijn CABG + AVR initiële condities Atriumfibrilleren Chronische longziekte Diabetes mellitus Geslacht Leeftijd Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie Recent myocardinfarct Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: Dr. G.J. Brandon Bravo Bruinsma (Isala), dhr. J. Koster en dhr. T. W. Waterbolk (UMCG). 92 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 4.1 CABG + AVR ‘30-daagse mortaliteit ‘en de initiële condities (behalve ‘atriumfibrilleren’) voldoende beschikbaar voor de analyse. Bij de overige uitkomstindicatoren is het Erasmus MC, vanwege onvolledige gegevens, buiten de analyse gelaten. Het UMCG is niet meegenomen in de regressie-analyses vanwege te veel ontbrekende gegevens met betrekking tot ‘atriumfibrilleren’, ‘diabetes mellitus’ en ‘recent myocardinfarct’. De uitkomsten van deze gecombineerde behandeling zijn in de Meetbaar Beter rapportage 2014 voor het eerst opgenomen. Elf Nederlandse hartcentra presenteren in deze rapportage volledig transparant de resultaten van de geleverde zorg. Het UMCU heeft geen gegevens aangeleverd voor de patiëntengroep met gecombineerd coronairlijden en aortakleplijden. Voor het Erasmus MC zijn de gegevens met betrekking tot de In onderstaande tabel zijn de ruwe uitkomsten per uitkomstindicator weergegeven. Ruwe uitkomsten gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 30-daagse mortaliteit 4,4 3,8 3,8 4,8 1,8 6,4 1,8 5,2 4,5 2,0 3,0 - 120-daagse mortaliteit 5,1 5,0 6,8 6,6 - 9,2 4,0 7,0 9,2 2,6 4,2 - CVA 1,5 0,5 2,6 3,4 - 2,8 1,8 1,7 0,2 1,3 1,2 - - 43,6 54,5 31,9 - 54,5 27,1 53,6 43,5 63,6 40,4 - UMCU Bloedtransfusie nodig In onderstaande tabel is de beschikbaarheid van de uitkomstindicatoren en initiële condities per hartcentrum weergegeven. Compleetheid gegevens gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR Jaren AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG 2012-2013 2009-2013 2011-2013 2009-2013 2009-2013 2012-2013 2009-2013 2011-2013 2009-2013 2009-2013 2011-2013 Uitkomstindicatoren 30-daagse mortaliteit 120-daagse mortaliteit Kwaliteit van leven CVA Bloedtransfusie nodig Overleving vrij van reïnterventie Initiële condities Atriumfibrilleren 2013 Chronische longziekte Diabetes mellitus Geslacht Leeftijd Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie Recent myocardinfarct Legenda gegevens compleet niet voldoende gegevens beschikbaar gegevens niet geleverd Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 93 30-daagse mortaliteit Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR 30-daagse mortaliteit chronische longziekte 30% © Stichting Meetbaar Beter 25% 20% 15% 10% 5% Legenda geen chronische longziekte 0% AMC (n=137) Amphia (n=637) Antonius (n=338) Catharina (n=502) Erasmus (n=224) Haga (n=109) Isala (n=506) MCL (n=172) MST (n=444) OLVG (n=308) UMCG (n=166) UMCU (n=0) chronische longziekte Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR 30-daagse mortaliteit logistische Euroscore I © Stichting Meetbaar Beter 56% 50% 40% 30% Het segment ‘logistische Euroscore I’ >20% bestaat enkel in het Amphia Ziekenhuis (n=78) en Isala (n=56) uit patiëntengroepen met een omvang groter dan 30 patiënten. 20% 10% Legenda 0% AMC (n=136) Amphia (n=637) Antonius (n=339) Catharina (n=502) Erasmus (n=224) Haga (n=109) Isala (n=506) MCL (n=172) MST (n=444) OLVG (n=308) UMCG (n=166) UMCU (n=0) laag < 10% middel 10-20% hoog > 20% Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR 30-daagse mortaliteit nierinsufficiëntie 30% © Stichting Meetbaar Beter 25% 20% 15% 10% Bij het AMC ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘nierinsufficiëntie’. 5% Legenda 0% AMC (n=0) 94 Amphia (n=637) Antonius (n=339) Catharina (n=496) Erasmus (n=224) Haga (n=109) Isala (n=506) MCL (n=172) MST (n=444) OLVG (n=307) UMCG (n=166) UMCU (n=0) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie 120-daagse mortaliteit Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden CABG + AVR 120-daagse mortaliteit 210 © Stichting Meetbaar Beter 190 Gestandaardiseerde uitkomstratios 170 150 130 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 110 Bij het AMC ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘nierinsufficiëntie’. 90 70 50 30 10 0 10 20 30 Voorspeld aantal events 40 50 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR 120-daagse mortaliteit logistische Euroscore I 56% De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt in de richting van een relatief gunstige uitkomst in het OLVG en een relatief ongunstige uitkomst in het MST. De overige variatie tussen de centra duidt op natuurlijke variatie. De C-statistic is 0,67 (matig). © Stichting Meetbaar Beter 50% 40% 30% De uitkomsten in het segment ‘logistische Euroscore I’ >20% in het AMC, HagaZiekenhuis, MCL, OLVG en UMCG zijn berekend binnen een patiëntengroep van minder dan 20 patiënten. 20% 10% Legenda 0% AMC (n=136) Amphia (n=637) Antonius (n=339) Catharina (n=502) Erasmus (n=0) Haga (n=109) Isala (n=506) MCL (n=172) MST (n=444) OLVG (n=308) UMCG (n=166) UMCU (n=0) laag < 10% middel 10-20% hoog > 20% Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR 120-daagse mortaliteit nierinsufficiëntie 35% © Stichting Meetbaar Beter 30% 25% 20% 15% 10% Bij het AMC ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘nierinsufficiëntie’. 5% Legenda 0% AMC (n=0) Amphia (n=637) Antonius (n=339) Catharina (n=496) Erasmus (n=0) Haga (n=109) Isala (n=506) MCL (n=172) MST (n=444) OLVG (n=307) UMCG (n=166) UMCU (n=0) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie 95 Kwaliteit van leven Kwaliteit van leven (SF36) Catharina, CABG + AVR N = 181, respons = 47% Gemiddelde scores 100 © Stichting Meetbaar Beter Legenda 90 Vlak voor interventie 80 1 jaar na interventie 70 Algemene Nederlandse populatie 60 50 40 30 De ‘kwaliteit van leven’ van patiënten die behandeld worden met CABG + AVR is gemeten door het Catharina Ziekenhuis en Isala. Dit is bij beiden gedaan met de SF36-vragenlijst. De ‘kwaliteit van leven’ is gemeten vóór de interventie en één jaar na de interventie. De resultaten zijn vergeleken met de gemiddelde ‘kwaliteit van leven’ van de Nederlandse populatie. 20 10 0 Gezondheidsdimensies Kwaliteit van leven (SF36) Isala, CABG + AVR N = 374, respons = 72% 100 © Stichting Meetbaar Beter 90 Gemiddelde scores 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Gezondheidsdimensies 96 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. Bloedtransfusie nodig Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden CABG + AVR Bloedtransfusie nodig 210 © Stichting Meetbaar Beter 190 Gestandaardiseerde uitkomstratios 170 150 130 Legenda 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 110 Het AMC is niet meegenomen in de analyses met betrekking tot de uitkomstindicator ‘bloedtransfusie nodig’, in verband met het ontbreken van de betreffende gegevens. 90 70 50 30 10 0 50 100 150 Voorspeld aantal events 200 250 300 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR Bloedtransfusie nodig geslacht 100% De regressie-analyse, gebaseerd op de beschikbare gegevens, duidt in de richting van een relatief gunstige uitkomst in het Catharina Ziekenhuis en Isala en een relatief ongunstige uitkomst in het St. Antonius Ziekenhuis en OLVG. De overige variatie tussen de centra duidt op natuurlijke variatie. © Stichting Meetbaar Beter De C-statistic is 0,68 (matig). 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% AMC (n=0) Amphia (n=637) Antonius (n=343) Catharina (n=504) Erasmus (n=0) Haga (n=33) Isala (n=506) MCL (n=168) MST (n=444) OLVG (n=308) UMCG (n=166) UMCU (n=0) Legenda man vrouw Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR Bloedtransfusie nodig recent myocardinfarct © Stichting Meetbaar Beter 120% 100% 80% 60% Bij het UMCG ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘recent myocardinfarct’. 40% 20% Legenda 0% AMC (n=0) Amphia (n=637) Antonius (n=343) Catharina (n=498) Erasmus (n=0) Haga (n=33) Isala (n=506) MCL (n=168) MST (n=444) OLVG (n=308) UMCG (n=0) UMCU (n=0) geen recent myocardinfarct recent myocardinfarct Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 97 CVA Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR CVA diabetes mellitus 12% © Stichting Meetbaar Beter 10% 8% 6% 4% Bij UMCG ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘diabetes mellitus’. 2% Legenda 0% AMC (n=137) Amphia (n=637) Antonius (n=343) Catharina (n=502) Erasmus (n=0) Haga (n=109) Isala (n=506) MCL (n=172) MST (n=443) OLVG (n=308) UMCG (n=0) geen diabetes mellitus diabetes mellitus UMCU (n=0) Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR CVA geslacht 10% © Stichting Meetbaar Beter 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% Legenda 0% AMC (n=137) Amphia (n=637) Antonius (n=343) Catharina (n=504) Erasmus (n=0) Haga (n=109) Isala (n=506) MCL (n=172) MST (n=444) OLVG (n=308) UMCG (n=166) UMCU (n=0) man vrouw Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden -CABG + AVR CVA nierinsufficiëntie 16% © Stichting Meetbaar Beter 14% 12% 10% 8% 6% Bij AMC ontbreken de gegevens voor de initiële conditie ‘nierinsufficiëntie’. 4% 2% Legenda 0% AMC (n=0) 98 Amphia (n=637) Antonius (n=343) Catharina (n=498) Erasmus (n=0) Haga (n=109) Isala (n=506) MCL (n=172) MST (n=444) OLVG (n=307) UMCG (n=166) UMCU (n=0) Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. geen nierinsufficiëntie nierinsufficiëntie Overleving vrij van reïnterventie Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR Overleving vrij van reïnterventie 2009-2013 © Stichting Meetbaar Beter 1,00 0,99 0,99 0,98 0,98 0,97 0,96 0,95 0,94 0,93 0,97 0,96 0,95 0,94 0,93 0,92 0,92 0,91 0,91 0,90 0,90 0 500 1000 1500 2000 © Stichting Meetbaar Beter 1,00 Cumulatief overlevingspercentage Cumulatief overlevingspercentage Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR Overleving vrij van reïnterventie 2012-2013 0 Overlevingstijd (dagen) 100 200 300 400 Overlevingstijd (dagen) Toelichting Legenda AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus MC Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU Voor het Catharina Ziekenhuis zijn voldoende gegevens beschikbaar om de uitkomstindicator ‘overleving vrij van reïnterventie’ te rapporteren voor de jaren 2009-2013. Voor Isala en MST zijn gegevens beschikbaar over 2012 en 2013, waarbij er maximaal 1 jaar follow-up is voor de geïncludeerde patiënten. Binnen de overlevingsanalyse is gecorrigeerd voor alle losse initiële condities (exclusief ‘logistische Euroscore I’). Hoe vlakker de lijn loopt, hoe minder patiënten een reïnterventie hebben ondergaan in de periode na een CABG + AVR. Analyse 2012-2013 (maximaal 1 jaar follow-up): de binnen deze analyse waargenomen verschillen tussen de hartcentra in ‘overleving vrij van reïnterventie’ zijn niet statistisch significant. Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 99 De mens centraal “ Meetbaar Beter: gestart vanuit de professionals, maar met oog voor uitkomsten die relevant zijn voor patiënten. ” Prof. dr. Diana Delnoij Hoofd Kwaliteitsinstituut Diemen Bijzonder hoogleraar Transparantie in de zorg vanuit patiëntenperspectief Universiteit van Tilburg Tilburg H et Kwaliteitsinstituut wil burgers helpen bij het beantwoorden van twee belangrijke vragen: wat is goede zorg bij mijn aandoening(en) of ondersteuningsbehoefte? En waar vind ik goede zorg? Wij hebben wettelijke bevoegdheden gekregen om te zorgen dat de burger antwoord op die vragen krijgt, bijvoorbeeld doordat we in uiterste gevallen zelf opdracht kunnen geven voor de ontwikkeling van een kwaliteitsstandaard die beschrijft wat goede zorg is en doordat we de verplichting tot het publiceren van kwaliteitsinformatie kunnen opleggen, zodat we de burger kunnen helpen bij het vinden van goede zorg. Als professionals, gedreven door nieuwsgierigheid en de wil om te verbeteren, zelf aan de slag gaan om uit te zoeken wat voor welke patiënt goede zorg is en als die professionals de verantwoordelijkheid voelen om de uitkomsten van die zorg openbaar te maken, dan hoeft het Kwaliteitsinstituut zijn wettelijke instrumenten niet in te zetten. Dat zien we natuurlijk veel liever. Meetbaar Beter is zo’n initiatief: gestart vanuit de professionals, maar met oog voor uitkomsten die relevant zijn voor patiënten. Omdat de uitkomsten relevant zijn voor patiënten mogen die ook meteen meekijken hoe de verschillende centra het doen. 100 Meetbaar Beter is begonnen in twee centra, maar inmiddels uitgebreid tot 12 van de 16 Nederlandse hartcentra. Nog 4 te gaan en dan heeft de hartpatiënt écht een volledig overzicht. Dat juichen wij van harte toe, want in de lijst van indicatoren die ziekenhuizen aan ons loket op www.zorginzicht.nl moeten aanleveren, ontbreken tot nu toe indicatoren met betrekking tot hartziekten. Dat kan eigenlijk niet. We hebben het tenslotte over doodsoorzaak nummer 2. Hebben we als overheid verder nog iets te wensen? Nou, er zijn nog wel een paar zaken die wij belangrijk vinden. Zo zou het bijvoorbeeld mooi zijn als de kennis die binnen Meetbaar Beter wordt opgedaan over wat bij welk type hartpatiënt goede zorg is, snel zijn weg vindt naar de diverse richtlijnen en vooral ook terecht komt in patiëntenfolders en keuzehulpen. Daarbij is uitleg over de effecten op kwaliteit van leven essentieel. Het is goed dat Meetbaar Beter ook daar inzicht in biedt, want het gaat niet alleen om overleven en ook niet alleen om het verhelpen van de hartkwaal. De mens als geheel moet centraal staan. Seismografische transformatie van de gezondheidszorg “ Zonder twijfel helpt Meetbaar Beter mee aan één van de belangrijkste en meest betekenisvolle stappen die genomen moeten worden in de sterk veranderde zorg van vandaag. ” Prof. dr. Daniel W. Hommes MD Professor of Medicine University of California, Los Angeles Los Angeles, USA Z onder twijfel helpt Meetbaar Beter mee aan één van de belangrijkste en meest betekenisvolle stappen die genomen moeten worden in de sterk veranderde zorg van vandaag. Niets kan veranderd worden zonder het eerst meetbaar te maken. Het succes van dit initiatief kan alleen maar groter worden als meer centra en stakeholders zich aan gaan sluiten bij dit initiatief. Maar niet alleen zorgverleners moeten zich aangesproken voelen, maar juist ook zorgverzekeraars, overheden en de biomedische industrie. Een groot dilemma van de huidige kwaliteitsinitiatieven in de zorg is het feit dat dit vaak gepaard gaat met stijgende kosten. Dit kan verklaard worden door een toenemend aantal verrichtingen, het aanschaffen van nieuwe apparatuur of informatietechnologie, ofwel door het implementeren van nieuwe zorgprocessen. Deze processen worden niet vaak afgewogen tegen de uiteindelijke individuele gezondheidswinst. In de VS wordt er hard gewerkt aan soortgelijke initiatieven. Geïnspireerd op hetzelfde gedachtegoed als Meetbaar Beter hebben wij binnen UCLA het zgn “Value-Quotient” of “vQ”-model ontwikkeld. Binnen het model, dat in 2011 is geïntroduceerd, worden individuele gezondheidswinst en geassocieerde kosten direct gekoppeld. Om dit mogelijk te maken is een geavanceerde IT infrastructuur gekoppeld aan het electronisch medisch dossier met applicaties voor patiënten, zorgverleners en verzekeraars. Het is essentieel gebleken om verzekeraars direct te laten deelnemen aan het proces, niet in de laatste plaats vanwege het feit dat historische verzekeringsdata belangrijk voorspellend vermogen hebben in het inschatten van het toekomstige gezondheidsrisico. Het UCLA vQ-model staat enorm in de belangstelling en wordt nu over 16 chronische ziektebeelden uitgerold waaronder atriumfibrilleren. Binnen het model voor atriumfibrilleren speelt de ketenzorg een belangrijke rol. Het model geeft inzicht in de organisatie en praktische uitrol van in hoge mate gecoördineerde zorg waarbij alle betrokkenen uit de keten een duidelijke rol en verantwoordelijkheid hebben en via technologie aan elkaar gekoppeld worden. De uiteindelijk behaalde gezondheidswinst gekoppeld aan een reductie in zorgkosten levert uiteindelijk zorgbesparingen op die gezamenlijk kunnen worden aangewend. Denk hierbij aan een zorgpremie reductie voor de participerende patiënt, of een prestatiebonus voor de participerende zorgverlener. In de VS is dit onder ‘Obama-care’ mogelijk gemaakt via het zgn. “shared-saving” zorgcontract. UCLA zal de komende jaren samen met Meetbaar Beter initiatieven ontwikkelen om methodieken te vergelijken en tot praktijkgerichte toepassingen te komen. 101 Pieter Crucq/AMC 5 102 Deelnemende hartcentra aan het woord Het Academisch Medisch Centrum (AMC) en zijn Hartcentrum zijn internationaal erkend voor prestaties op het gebied van complexe cardiovasculaire zorg, opleiding en onderzoek. Dit betekent ook dat alle zorg - ook de relatief eenvoudige - van een goede kwaliteit is en ook patiëntvriendelijk moet zijn. Door de veelheid van taken en de grote hoeveelheid medewerkers is dit niet steeds gemakkelijk te realiseren. Daarom vragen wij niet alleen veel inzet van onze artsen maar ook van onze verpleegkundigen en richten wij al onze aandacht op veiligheid en patiëntvriendelijkheid. Zo doet het AMC mee aan het JCI accreditatieprogramma en wordt gewerkt met specialisten die door de ernst van de ziekte riskante interventies moeten uitvoeren, maar dit steeds verantwoord en veilig doen. Het programma Meetbaar Beter maakt het mogelijk om de resultaten van deze inspanning te vergelijken en ook te leren van slimme oplossingen bedacht in andere ziekenhuizen. Meetbaar Beter geeft ook de mogelijkheid om instrumenten te ontwikkelen om die kwaliteit voor een goede prijs te leveren en te toetsen. Het AMC Hartcentrum maakt zich vooral sterk dat de kennis van Meetbaar Beter met patiënten kan worden gedeeld en hen helpt bij het kiezen van voor hen de beste en veiligste behandeling. De afdeling interventiecardiologie van het Amphia Ziekenhuis Breda doet voor het tweede jaar mee met Meetbaar Beter. Tot onze voldoening hebben wij thans de gegevens van onze dotterbehandelingen (PCI-data) grotendeels compleet kunnen aanleveren. Hiervoor is bijzonder veel werk verzet door onze projectleider en datamanager. Een enorme hoeveelheid gegevens is door een groep medisch studenten uit Antwerpen, met grote inzet en veel enthousiasme, ingevoerd in nieuwe databases. Hoe de PCI-uitkomsten zullen zijn, na bewerking volgens de Meetbaar Beter systematiek, weten wij op dit moment van schrijven nog niet. Wel hebben wij een goede indruk van de ruwe data. Een angiografisch succespercentage van 95% en een éénjaars mortaliteit van 3,6% zijn uitstekende cijfers voor een hartcentrum met regionale verwijzingsfunctie. Voor TAVI (hartklepvervanging via catheters, meestal via de lies) zijn voor het eerst gegevens verzameld voor Meetbaar Beter. Uit wetenschappelijke studie en registraties blijkt dat wereldwijd de uitkomsten van deze, relatief nieuwe ingreep, jaarlijks beter worden. Ook in het Amphia zien we een sterke daling van het aantal complicaties in 2013. Er was geen sterfte tijdens de ingreep en de ziekenhuisopname. Het belangrijke getal van éénmaands mortaliteit bedroeg 2%, hetgeen zeer laag is voor een dergelijke ingreep in een hoog-risico patiëntengroep met een gemiddelde leeftijd van boven de 80 jaar. Bij de interventiecardiologie heeft het Meetbaar Beter project tot een bewustwording geleid dat kwaliteitsindicatoren een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de patiëntenzorg. De inspanningen die hier voor nodig zijn, leveren ook daadwerkelijk een toegevoegde waarde. Tijdens onze deelname aan Meetbaar Beter hebben we gezien en geleerd dat het registreren en het aanleveren van gegevens een hele klus is. Hier zijn al een aantal verbeteracties uit voort gekomen, zoals onder andere het verbeteren van onze systemen. We zorgen er ook voor dat we ieder jaar meer gegevens kunnen aanleveren. Zo lag vorig jaar onze focus met name op het CABG gedeelte. Zoals in het bovenstaande stuk geschreven, hebben we dit jaar een enorme slag kunnen slaan met onze PCI en TAVI gegevens. Voor volgend jaar zullen ook de elektrofysiologie gegevens aan de orde komen. Naast het aanleveren van gegevens, zijn we er ook bewust van geworden dat het van belang is om een juiste follow-up op te zetten. We zullen hier per 1 januari mee gaan starten, waardoor we een beter inzicht zullen gaan krijgen in het verdere verloop en herstel van onze patiënten. Door Meetbaar Beter krijgen we een beter inzicht in onze kwaliteit van zorg en kunnen we ons blijven verbeteren. 103 Hartcentrum Het St. Antonius Hartcentrum (SAH) is een hoogstaand hart behandelcentrum met een internationale reputatie. Onze topspecialisten streven, samen met de de andere Nederlandse Hartcentra, naar de best mogelijke behandeling van hartklachten en -aandoeningen. Het SAH staat bekend om de toepassing en ontwikkeling van de nieuwste behandelmethoden, zoals de hartoorsluiting, percutane mitralisklep clipping en minimaal invasieve hartchirurgie. Daarbij is wetenschappelijk onderzoek onmisbaar. Het hartcentrum heeft een eigen afdeling voor onder zoek naar nieuwe, verbeterde behandelingen van hartpatiënten. Motivatie Het SAH is mede-initiatiefnemer van Meetbaar Beter. Wij geloven sterk in het concept van het verbeteren van uitkomstindicatoren en (werk)processen door kwantitatief en kwalitatief inzicht te krijgen in uitkomstindicatoren. Verbeteracties Binnen het SAH is het afgelopen jaar veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van gegevensverzamelingen en procesbeschrijving. Er is een kwaliteitscommissie ingesteld voor het SAH die tweewekelijks bijeenkomt. Bovendien worden concrete stappen genomen om een geavanceerd Cardiologisch Informatie Systeem aan te schaffen, zodat uitkomstindicatoren beter gemonitord kunnen worden. De uitkomsten van Meetbaar Beter worden ook meegenomen als belangrijke gegevens binnen de zorgketen van samenwerkende verwijzende centra en ons hartcentrum. Zo werd tijdens het Meetbaar Beter intern event van 2 juli 2014 aan andere hartcentra getoond, wat het SAH heeft gedaan om het aantal diepe sternumwondinfecties verder te beperken. Het digitaliseren van de hartteambesprekingen en automatiseren van diverse planbureaus (ok, ptca, ritme etc) binnen het SAH is in volle gang en we hopen begin 2016 van start te gaan met een nieuw systeem waarbij patiëntenbespreking efficiënter verloopt en waarbij verwijzers hun patiënten kunnen volgen in de wachtlijst en het plantraject. 104 Het project Meetbaar Beter begint sinds 2013 aantoonbaar haar vruchten af te werpen in het Catharina Ziekenhuis, één van de initiatiefnemers van Meetbaar Beter, cardioloog Tim Simmers over de inmiddels opgestarte verbetercyclus: “Meetbaar Beter verandert onze manier van werken en de manier waarop wij naar onze uitkomsten kijken. Er worden nieuwe mogelijkheden gecreëerd om deze uitkomsten te verbeteren ten behoeve van de patiënt.” Een speciaal ingerichte kwaliteitsdatabase die wordt beheerd door hiervoor aangestelde en getrainde verpleegkundigen vormt de basis van deze kwaliteitscyclus. De Commissie Kwaliteit van het hartcentrum definieert aandachtspunten voor nader onderzoek en mogelijke verbetermaatregelen aan de hand van inzichten in uitkomsten. Onderzoek toonde o.a. aan dat de mortaliteitscijfers en in stenttromboses na PCI op uitstekend niveau zijn, ook in vergelijking met internationale literatuur. Verbeteracties werden succesvol doorgevoerd om tamponades als complicatie bij PVI’s te voorkomen. In 2014 is het percentage tamponades daardoor teruggebracht tot bijna 0%. Binnen de cardiochirurgie zijn verdere verbeteringen doorgevoerd in de zorgketen voor patiënten die een klepoperatie moeten ondergaan. Pre-operatief is een speciaal kleppenteam gestart met vaste deelname van een imaging cardioloog, interventiecardioloog, hartchirurg en anesthesioloogintensivist. De organisatie van de pre-operatieve poli en de rol van de cardioloog intensivist op de IC en cardiochirurgische verpleegafdeling zijn versterkt. Daarnaast wordt een aantal patiënten een dag voor de operatie op de IC voorbehandeld met het medicijn Levosimendan. Dit om het hart bij aanvang van de operatie in een optimale conditie te hebben. Deze proces verbeteringen hebben geresulteerd in een aansprekende verdere verbetering van de uitkomsten van het zorgproces. “De Meetbaar Beter resultaten 2014 zullen ons opnieuw inspireren om verdere verbetermogelijkheden te signaleren en door te voeren”, aldus cardiothoracaal chirurg Bart van Straten. Na het bijwonen van het congres in november 2013 van Meetbaar Beter was het voor ons duidelijk dat het Erasmus MC ook moest participeren. In tegenstelling tot vele andere registraties waren de gerapporteerde uitkomstmaten relevant zeker gezien vanuit het perspectief van de patiënt. Geen registratie van honderden items waarvan tevoren reeds duidelijk is dat compleetheid een illusie is. Daarbij is het vergelijken van deze gegevens met andere centra iets wat de maatschappij en andere stakeholders van ons vragen. Het is een aanzet om de zorg voor al onze patiënten verder te verbeteren en optimaliseren. Hoewel rapporteren van gegevens iets is wat in wetenschappelijk onderzoek routine is bleek het aanleveren van gegevens aan Meetbaar Beter toch iets anders te zijn: definities van uitkomstmaten en initiële condities zijn vaak net anders en daardoor niet eenvoudig te vertalen en compleet aan te leveren. Deze eerste ervaring heeft ons geleerd dat we de organisatie moeten aanpassen om in 2015 complete gegevens aan te leveren. Een team van medewerkers wordt geformeerd rondom deze activiteiten met frequente rapportage naar de afdelingsleiding. De eerste stappen in deze zijn reeds gezet. In 2003 is het Hartcentrum in het HagaZiekenhuis gestart met het doen van PCI’s en hartchirurgie. Het programma werd uitgebreid met ICD implantaties in 2009 en catheterablaties in 2011. Inmiddels werden 16000 PCI’s, 8700 hartoperaties en 1300 ablaties uitgevoerd in een stad met inwoners die bovengemiddeld veel risicofactoren hebben voor atherosclerotisch vaatlijden. Van oudsher was het risico te overlijden aan een acuut hartinfarct in de regio Den Haag ruim boven het landelijk gemiddelde. Dit heeft ertoe geleid dat we erg gemotiveerd waren om o.a. de keten van acute zorg effectief in te richten. Dit geldt in het bijzonder voor de groep van gereanimeerde patiënten, waarbij ons ziekenhuis landelijk gezien een van de grootste groepen telt. Om de kwaliteit, effectiviteit en veiligheid van de ingrepen te meten, bestonden in ons centrum diverse registraties. Omdat onze patiënten met een ziektebeeld keuze uit diverse behandelingstrategieën hebben, menen wij dat meten van aandoeningspecifieke uitkomstindicatoren de juiste manier is om de patiëntenzorg te verbeteren. Door deze indicatoren te meten komen dan ook de factoren aan het licht die betrekking hebben op de structuur van de organisatie en hoe de processen zijn ingericht. Met de organisatie en datasets van Meetbaar Beter kunnen we de uitkomstindicatoren goed meten. Hierdoor ontstaat meer zicht op de effectiviteit van onze behandelingen en op de kwaliteit hiervan en dit alles in een landelijk perspectief. Wij zijn er dan ook van overtuigd dat deze extra inzet om de gegevens te verzamelen en het evalueren van de indicatorensets de behandelingen van onze patiënten zal verbeteren. 105 “Isala zet zich in voor het optimaal herstellen, handhaven en versterken van de kwaliteit van leven van de mensen die aan haar zorg zijn toevertrouwd”. Met de methodiek van Meetbaar Beter werken we op basis van patiëntrelevante uitkomstindicatoren, op een artsgedreven én patiëntgerichte manier, aan de verbetering van kwaliteit en transparantie van zorg. Meetbaar Beter verbindt de uitkomstindicatoren en de initiële medische condities van de patiënt waardoor inzicht in de kwaliteit van medisch handelen ontstaat en de resultaten hiervan voor de patiënt transparant worden. De resultaten van de rapportage helpen de juiste keuzes te maken om de kwaliteit van onze zorg verder te verbeteren en daarmee de kwaliteit van leven van onze patiënten positief te beïnvloeden. Het actief volgen van patiënten na een ingreep zal in de toekomst verder worden uitgebreid om nog beter de lange-termijn effecten van een behandeling op de kwaliteit van leven inzichtelijk te maken. Het is belangrijk dat de gegevens die geanalyseerd wordt elke keer verder wordt toegespitst. Zo krijgen we steeds meer inzicht in de effecten van een behandeling. Daarnaast is inzage in de resultaten van collega Hartcentra buitengewoon waardevol om tot nieuwe inzichten en uitwisseling van ervaringen te komen. Meetbaar Beter maakt beide mogelijk. Dr. George Brandon Bravo Bruinsma: ̒Meetbaar Beter levert een andere kijk op onze uitkomsten en vraagt om flexibiliteit van het denken van medici over het herstel na een cardiale interventie. Cardiothoracaal chirurgen kunnen kennis nemen van de resultaten van andere centra en het is aan de deelnemers zelf om hun kennis te vergroten door goed presterende centra te bezoeken. Daarnaast betekent deelname aan Meetbaar Beter dat je bereid bent om over bestaande grenzen heen te stappen.̕ Dr. Jan-Henk Dambrink: ̒Dit jaar is de rapportage van Meetbaar Beter naar een nog hoger niveau getild. Er worden nog minder missing gegevens toegestaan en er wordt over meer ziektebeelden gerapporteerd door meer centra. Tegelijkertijd zien we een verschuiving optreden van het gebruik van registraties voor het vaststellen van de status quo naar het monitoren van verbeteracties. We gaan hiermee van alleen maar Meetbaar naar echt Meetbaar Beter.̕ 106 Het Hartcentrum Friesland bestaat als onderdeel van het Medisch Centrum Leeuwarden inmiddels 10 jaar. Vanaf het begin hebben we meegedaan aan de bestaande registraties op dit gebied en ook een aantal keren een follow-up op langere termijn georganiseerd om te onderzoeken hoe het de in ons centrum behandelde patiënten is vergaan. We hadden al langer de wens om een systematische opvolging van de behandelde patiënten tot een vast onderdeel van onze werkwijze te maken. De deelname aan Meetbaar Beter heeft ons geholpen om de gegevensverzameling rond alle behandelingen naar een hoger plan te brengen. Zo hebben we in verband met de deelname aan Meetbaar Beter een koppeling met de Gemeentelijke Basis Administratie gerealiseerd die essentieel is om een goede follow-up te realiseren. Gaandeweg het project hebben we wel gemerkt dat er nog discussie mogelijk is met betrekking tot de definities die gebruikt worden. Op zich is dat uiteraard niet erg en ook logisch omdat je met patiënten uit de praktijk van alle dag te maken hebt en niet met een geselecteerde groep zoals in wetenschappelijke trials. Het heeft er al wel toe geleid dat we op een aantal punten de registratie van gegevens rond alle procedures verder hebben aangescherpt. Het lijkt ons ook dat er nog wel een uitdaging ligt om op een aantal punten verder discussie te voeren teneinde tot meer uniforme toepassing van de gebruikte definities te kunnen komen. Het Thorax Centrum Twente van ziekenhuis MST bestaat sinds 1 september 2004 en is jaar op jaar gegroeid. Vanaf 1 september 2004 tot nu zijn in totaal 10.923 operaties uitgevoerd. Ook in personeel opzicht is de kliniek fors gegroeid. Op dit moment werken er 328 fte. Het Thorax Centrum Twente beschikt over een polikliniek, een hartfunctie-afdeling, drie operatiekamers, vier dotterkamers, een thorax-intensive care met tien bedden, een cardiocare unit, een vervolgafdeling met 36 bedden en nog eens tien bedden voor dotterpatiënten. Enschede is internationaal bekend om haar operaties op het kloppend hart. Op het gebied van elektrofysiologie staat Twente, na Eindhoven en Nieuwegein in de top drie in Nederland. Elektrofysiologie is zo’n bijzonder specialisme dat een substantieel deel van de patiënten van buiten Twente komt. Het Thorax Centrum Twente wil haar werkgebied uitbreiden ondermeer naar Duitsland. Het Duitse achterland is belangrijk voor de hartkliniek. Het centrum heeft een natuurlijk adherentiegebied van ruim honderd kilometer. Binnen die cirkel bieden zij in drie windrichtingen diensten aan, maar niet in oostelijke richting. Motivatie Het TCT onderschrijft de internationale ontwikkelingen zodat de kwaliteit van zorg meer transparant wordt, zowel extern, als onderdeel van de maatschappelijke verantwoording, als intern, als belangrijke stuurinformatie om de zorgprocessen continue te verbeteren. Het vergelijken van de resultaten van jaar tot jaar geeft intern aan of we op de goede weg zijn. De vergelijkingen tussen de centra biedt een uitstekend instrument om best-practices te identificeren en van elkaar te kunnen leren om zo de totale kwaliteit van zorg in Nederland te verbeteren. Meetbaar Beter biedt een uitstekend platform om deze ambities waar te maken. De deelname aan Meetbaar Beter maakt dat wij nu naar patiënten toe transparant kunnen zijn over de uitkomsten van onze behandelingen. Door deze transparantie kunnen we kwaliteit van zorg nog meer inzichtelijk maken en gerichte verbetercycli in gang te zetten. “Meetbaar beter is voor ons een uitgelezen kans om onze resultaten te spiegelen aan andere klinieken. Confrontatie met andere hartcentra en specialisten over de definitie van uitkomsten bevordert het samenwerken en het besef van kwaliteit. Zo kunnen we eerder van elkaars oplossingen leren.” (Giovanni Amoroso, interventiecardioloog OLVG). “Heel interessant zijn de hartcentra die significant bovengemiddeld presteren. Informatie over hun processen en technieken kan ons helpen in ons continue streven naar nog meer kwaliteit.” (Wim Stooker, thoraxchirurg OLVG). Ervaringen en lessen De uitkomsten van 2013 zijn uitgebreid besproken en geanalyseerd in onze gezamenlijke vakgroepvergadering bestaande uit cardiologen en thoraxchirurgen. “Naar aanleiding van de uitkomsten van PCI patiënten met verminderde nierfunctie is de screening voor prehydratie aangescherpt. Tijdens de time-out procedure op de hartcathe terisatiekamers is de berekening van de maximale dosis contrast ingevoerd.” (Giovanni Amoroso, interventiecardioloog OLVG). Uitkomsten van onze behandelingen in verschillende patiëntensubsets “Deelname aan Meetbaar Beter maakt duidelijk hoeveel tijd en geld het kost om uitkomst-gegevens van goede kwaliteit te verzamelen. De gegevens zelf tonen dat de complicatierisico’s van onze ablatiebehandelingen lager zijn dan in de literatuur vermeldt. Zoals voor veel behandelingen geldt, zijn de succeskansen van ablatie in alle deelnemende klinieken in ‘real life’ lager dan in trials. Met betrouwbaardere en beter gerapporteerde initial conditions kunnen we de voorspelbaarheid verbeteren en in de toekomst patiënten meer geïndividualiseerde uitkomstinschattingen geven. Een interessante uitbreiding zou zijn om te kijken naar de kosten per behandeling (in euro’s, tijd en stralingsbelasting) die gemaakt worden in de verschillende klinieken. Aangezien de uitkomsten nu niet veel verschillen, zou het interessant zijn om te zien of er besparingsmogelijkheden zijn om voor minder kosten dezelfde uitkomst te krijgen.” (Jonas de Jong, electrofysioloog OLVG). 107 Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) is één van de grootste ziekenhuizen in Nederland en de grootste werkgever van Noord-Nederland. De ruim 10.000 medewerkers werken in de patiëntenzorg en aan vooraanstaand wetenschappelijk onderzoek, waarbij de focus ligt op ‘gezond en actief ouder worden’. In het kader van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs wordt nauw samen gewerkt met de Rijksuniversiteit Groningen. Patiënten komen in het UMCG voor basiszorg, maar ook voor zeer specialistische diagnostiek, onderzoek of behandeling. Het Thoraxcentrum van het UMCG is een samenwerkingsverband van de afdelingen Cardiologie en Cardiothoracale chirurgie en levert een totaalpakket van topreferente en topklinische zorg aan patiënten met cardiovasculaire en pulmonale aandoeningen. Het Thoraxcentrum van het UMCG is voor een groot deel van Noord Nederland het eindpunt van verwijzing op cardiologisch, cardiothoracaal en pulmonaal gebied. Voor het Thoraxcentrum staan kwaliteit van zorg, patiëntveiligheid en klantgerichtheid voorop. Het vraagt van het Thoraxcentrum een investering om dit aantoonbaar te maken. Verder is het Thoraxcentrum een innovatief centrum, constant op zoek naar verbetering van processen in de zorg dit zij biedt. Met Meetbaar Beter denken we tegemoet te kunnen komen aan deze vragen. Dit stelt ons niet alleen in staat om inzicht te geven in en verantwoording af te leggen voor de kwaliteit van de zorg die geboden wordt maar ook om deze constant te kunnen verbeteren. 108 Wij zijn intrinsiek gedreven om mee te doen aan Meetbaar Beter en willen de uitkomsten structureel onderdeel laten zijn van onze kwaliteitscyclus op de afdeling Cardiologie. Door transparant te zijn kunnen we meer van elkaar leren en uiteindelijk de kwaliteit van onze zorg voor de patiënten nog verder optimaliseren. Als professionals kijken wij kritisch naar de uitvraag van partijen om kwaliteitsinformatie aan te leveren. Immers, extra registratie en extractie van gegevens kost tijd en komt lang niet altijd ten goede aan het daadwerkelijk verbeteren van de zorg. Er zijn wat ons betreft teveel initiatieven die niet opbrengen waar ze voor bedoeld zijn vanwege onduidelijke doelstellingen. De kracht van Meetbaar Beter is dat zaken goed doordacht worden en we het vervolgens ook gaan doén. Daar leren we van en we kunnen de opgedane ervaring direct inzetten om te verbeteren. Wij hebben als UMC Utrecht dit jaar de eerste datasets aangeleverd en dit heeft ons inmiddels inzicht gegeven hoe wij onze processen van dataverzameling beter kunnen stroomlijnen en vanuit het patiëntperspectief beter kunnen organiseren. Het merendeel van onze patiënten doet mee aan cardiovasculaire studies en ontvangt vanuit diverse loketten (onderzoek en zorg) het verzoek om follow-up gegevens aan te leveren. Dit gaan we, indien mogelijk, integreren en optimaliseren. Daarnaast gaan we de uitkomstparameters integreren in onze eigen complicatiebesprekingen en gebruiken om onze zorg verder te verbeteren; daar waar het uiteindelijk allemaal om te doen is. 109 Eigen foto/OLVG 6 110 DATAMANAGEMENT Organisatie datamanagement De kwaliteit van het datamanagement staat voorop bij Meetbaar Beter met het oog op het verkrijgen van betrouwbare inzichten over de kwaliteit van de hartzorg. Binnen Meetbaar Beter zijn daarom duidelijke werkafspraken gemaakt op het gebied van datamanagement, de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de gegevens, minimale vereisten aan de dataset voor verschillende niveaus van analyse en het eigenaarschap van de gegevens. Bij alle data-uitwisseling wordt voldaan aan de vigerende wet-en regelgeving. De deelnemende centra blijven eigenaar van de aangeleverde gegevens. Er zijn concrete afspraken over de standaardrapportages die opgeleverd worden vanuit de stichting Meetbaar Beter. Zonder expliciete toestemming van de deelnemende centra kan en mag er naast deze analyses niets gedaan worden met de aangeleverde gegevens. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit, volledigheid en juistheid van de gegevens rust bij het deelnemende hartcentrum. De stichting Meetbaar Beter voert op verschillende niveaus kwaliteitscontroles uit, de verantwoordelijkheid blijft echter bij het deelnemende hartcentrum. Het is in het belang van het deelnemend hartcentrum om correcte gegevens aan te leveren, immers enkel op die manier kunnen relevante inzichten verkregen worden om waar mogelijk de kwaliteit van zorg verder te verbeteren. de juiste selecties zijn gemaakt van patiënten in de betreffende cohorten en de gegevens volgens de door de stichting Meetbaar Beter gehanteerde definities verzameld zijn. De audits zijn goed verlopen in een prettige en open sfeer. Alle centra hebben zeer veel inspanning geleverd om kwalitatief hoogstaande gegevens te verzamelen, elk met een eigen methodologie of aanpak. Op basis van de audits zijn onder andere diverse verdere verbeteringen van de datasets vormgegeven waardoor de kwaliteit en kwantiteit van de rapportage verder is toegenomen. De audits waren een leerzaam proces voor zowel de deelnemende hartcentra als de stichting Meetbaar Beter, waarbij de noodzaak en wens tot verdere professionalisering van deze audits is gebleken. In 2015 worden deze audits gefaseerd en uitgebreid. Gefaseerd doordat de controle op procesniveau separaat en eerder in het jaar zal plaatsvinden, later in het jaar gevolgd door een audit op medisch inhoudelijk niveau. Uitgebreid doordat met name op medisch inhoudelijk niveau meer tijd geïnvesteerd zal gaan worden om tot meer relevante en detaillistische controles op de aangeleverde gegevens te komen. Deelnemende hartcentra zullen een standaardprotocol van controles aangeboden krijgen welke doorlopen moet worden voordat de gegevens aangeleverd kunnen worden aan de stichting Meetbaar Beter. De kwaliteit en efficiëntie van het datamanagementproces zal hierdoor verder verbeterd worden. Follow-up Kwaliteit rapportage De kwaliteit van de rapportage wordt voor een relevant deel bepaald door de keuzes die worden gemaakt op het terrein van data-analyse en statistiek. Expertise op dit terrein is binnen de stichting goed georganiseerd en in 2014 uitgebreid met de adviesfunctie van Prof. dr. J.G.P. Tijssen (hoogleraar klinische epidemiologie van hart- en vaatziekten). In 2015 zal een datamanagementsectie aan de Internationale Academische Adviesraad worden toegevoegd. De datamanagementexperts zullen een sterk epidemiologisch/methodologisch profiel hebben en een belangrijke rol spelen in het valideren en waar mogelijk verder verbeteren van de keuzes die gemaakt worden binnen het datamanagement van de stichting Meetbaar Beter. Vanuit de stichting Meetbaar Beter zijn kwaliteitscontroles vormgegeven door audits uit te voeren op procesniveau, een analyse van de manier waarop gegevens verzameld worden, en op medisch inhoudelijk niveau. Daarbij geldt op onderdelen een expliciete gouden standaard, zoals bij mortaliteit de verificatie van overleving bij de Gemeentelijke Basis Administratie en het aantoonbaar vormgeven van een follow-up voor de totale populatie bij recidief / reïnterventie – indicatoren. Daarnaast is op diverse niveaus een controle uitgevoerd op opmerkelijke uitkomsten en/of statistische outliers. De stichting signaleert de afwijking en voert daar waar noodzakelijk samen met het hartcentrum reparaties uit om de publicatie zo goed en breed mogelijk te maken. De controle op juistheid van de gegevens blijft een verantwoordelijkheid van het deelnemend hartcentrum. Alle hartcentra hebben in een volledigheidsverklaring verklaard dat ze alle patiënten hebben geselecteerd per medische conditie en behandeling en aangeleverd hebben aan de stichting Meetbaar Beter conform de door Meetbaar Beter bepaalde inclusiecriteria. Audit dataverzameling Twee medisch experts, verbonden aan de stichting Meetbaar Beter, hebben in 2014 audits uitgevoerd in alle deelnemende hartcentra. Het doel van deze audits was het controleren of de gegevens die gerapporteerd zijn aan de stichting Meetbaar Beter juist en volledig verifieerbaar zijn in de brondocumenten, Diverse uitkomstmaten, zowel bij coronairlijden, atriumfibrilleren, aortakleplijden als gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden, betreffen reïnterventies, dan wel het optreden van bijvoorbeeld een myocardinfarct binnen een bepaalde periode. Om goed inzicht te krijgen in de uitkomsten van zorg in deze dimensies is het essentieel dat de totale populatie voor de betreffende periode van follow-up voorzien wordt. Enkel het registreren van reïnterventies binnen het betreffende hartcentrum leidt per definitie tot onderregistratie. Patiënten kunnen immers vrijwillig of noodgedwongen de reïnterventie ondergaan in een ander ziekenhuis. Het is onbekend hoe vaak dit gebeurt, en of dat bij ieder hartcentrum in dezelfde mate gebeurt. Impliciet betekent dit dat het onbekend is hoe groot de onderregistratie is. Binnen Meetbaar Beter is daarom besloten de betreffende indicatoren te rapporteren indien aantoonbaar sprake is van follow-up van de totale populatie. Het opvolgen van de totale patiëntenpopulatie is een intensieve opgave. De samenwerking met VEKTIS is het afgelopen jaar verder verkend. Aan de hand van declaratiegegevens, met medewerking van ZorgTTP als Trusted Third Party, wordt binnen deze samenwerking een analyse gemaakt van de resultaten van de betrokken hartcentra gemeten aan de hand van deze followup indicatoren. Eind 2014 verwachten we de pilot betreffende de validatie van de klinische gegevens met de VEKTIS-gegevens af te ronden om vervolgens op succesvolle wijze de lange-termijn follow-up van patiënten in samenwerking met VEKTIS te kunnen vormgeven. Kwaliteit van leven Voor een beperkt aantal centra (Antonius Ziekenhuis, Catharina Ziekenhuis en Isala) worden gegevens over kwaliteit van leven gerapporteerd. Alle patiënten die een behandeling hebben ondergaan tot en met 31-12-2012 zijn geselecteerd. Daarnaast moet er zowel een voor- als nameting beschikbaar zijn van de patiënt en minimaal 50% van de items per schaal moeten zijn ingevuld. Het Antonius Ziekenhuis heeft de SF-12 gebruikt, Het Catharina Ziekenhuis de SF-36 versie 2 en Isala de SF-36 versie 1. Verder zijn de gegevens op verschillende manieren verzameld: 111 papier, internet, in het ziekenhuis en thuis. In de figuren zijn ook de normaalwaarden van de Nederlandse populatie opgenomen (Bron: Aaronson NK et al. Translation, validation, and norming of the Dutch language version of the SF-36 health survey in community and chronic disease populations. J Clin Epidemiol, 1998; 51: 1055-68 en website van Nationaal Kompas (http:// www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/functionerenen-kwaliteit-van-leven/kwaliteit-van-leven/kwaliteit-van-levengemeten-met-de-sf-36/). In 2014 is binnen Meetbaar Beter een start gemaakt met het ontwerpen van een standaardwerkwijze om kwaliteit van leven en morbiditeitsinformatie op een eenduidige manier te kunnen verzamelen. In de rapportage van 2014 wordt nog maar voor een beperkt aantal centra kwaliteit van leven gegevens gepresenteerd evenals complete gegevens voor follow-up informatie over morbiditeit. De doelstelling van de aan Meetbaar Beter deelnemende hartcentra is om per 1 januari 2015 deze werkwijze te implementeren. Publicatievereisten Binnen Meetbaar Beter zijn criteria vastgesteld aan de hand waarvan besloten wordt of en hoe per deelnemend hartcentrum en per uitkomstindicator gepubliceerd wordt. De factoren die een rol spelen bij deze beslissing zijn: 1. Ontbrekende data 2. Power van de uitkomstindicator 3. Statistische significantie van de initiële condities 1. Ontbrekende data Binnen Meetbaar Beter is, mede op advies van de Raad van Advies waarin alle deelnemende centra vertegenwoordigd zijn (zie www.meetbaarbeter.com), de norm gesteld dat maximaal 10% van de gegevens per item (uitkomstindicator of initiële conditie) mogen ontbreken. Dit betekent dat uitkomstindicatoren en initiële condities die meer dan 10% ontbrekende gegevens hebben niet worden meegenomen in de rapportage voor het betreffende hartcentrum. Onderdelen die niet gerapporteerd worden vanwege meer dan 10% ontbrekende gegevens impliceren vaak dat de gegevens wel in de centra aanwezig zijn, maar bijvoorbeeld niet snel genoeg ontsloten kunnen worden uit de systemen. De deelnemende centra hebben op dit gebied in meerdere perspectieven leerervaringen opgedaan waardoor de rapportage de komende jaren nog verder in kwaliteit en kwantiteit zal toenemen. Ten opzichte van de rapportage in 2013 zijn al grote stappen door de centra gezet. Met name voor de retrospectieve dataverzameling zijn lessen geleerd in de deelnemende centra en kan dit jaar op meer onderdelen gerapporteerd worden dan in het voorgaande jaar. Binnen Meetbaar Beter is een platform georganiseerd om ervaringen op het gebied van dataverzameling tussen de verschillende deelnemende centra te delen. In het verlengde van de 10% norm is voor de regressie-analyses binnen Meetbaar Beter vastgesteld dat initiële condities die bij 25% of meer centra niet voldoende volledig aanwezig zijn, niet meegenomen worden in de regressie-analyse. Dit besluit is een gedragen trade-off tussen de voorspellingskracht van de regressie-analyse en de mate van informatie die aan zorgprofessionals, patiënten en andere stakeholders geboden kan worden in deze fase van Meetbaar Beter, als basis voor verdere verbetering van kwaliteit van zorg. Indien een hartcentrum maximaal één van de initiële condities die zijn opgenomen in de regressie-analyse niet compleet heeft op basis van bovenstaande criteria, wordt het hartcentrum meegenomen in de regressie-analyse. De initiële conditie met meer dan 10% ontbrekende gegevens, wordt in de analyse voor alle patiënten als een onbekende variabele opgevoerd. Voor het betreffende hartcentrum wordt op deze manier niet gecorrigeerd voor deze variabele in de statistische analyse. Indien een hartcentrum voor twee of meer van de initiële condities die meegenomen worden in de regressie-analyse meer dan 10% ontbrekende gegevens heeft, dan wordt dit hartcentrum niet meegenomen in de regressie-analyse die uitgevoerd wordt voor de funnelplot en de overlevingsanalyses. 2. Power van de uitkomstindicator - funnelplots Enkel wanneer op basis van een powerberekening is vastgesteld dat de uitkomstindicator voldoende onderscheidend vermogen heeft om verschillen betrouwbaar weer te geven, wordt voor de uitkomstindicator een regressie-analyse uitgevoerd die wordt weergegeven in een funnelplot. Voor de powerberekening is gebruik gemaakt van het toetsingskader dat is vastgelegd in het rapport “Toetsingskader kwaliteitsstandaarden en meetinstrumenten” van het Zorginstituut Nederland (april 2014; pagina 28-29). Daarbij wordt er onderscheid gemaakt in ziekenhuis voldoet (groen), voldoet deels (geel) en voldoet niet (rood). Voor elk ziekenhuis is de power bepaald van de betreffende Aortakleplijden - AVR Diepe sternumwondinfectie Coronairlijden -PCI 30-daagse mortaliteit 220 210 190 180 170 160 Gestandaardiseerde uitkomstratios Gestandaardiseerde uitkomstratios 200 140 120 100 80 60 130 110 90 70 40 50 20 30 0 0 Legenda 112 150 50 100 150 Voorspeld aantal events 95% BI bovengrens gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens 200 AMC Amphia Antonius 250 10 0 Catharina Erasmus MC Haga 50 100 150 Voorspeld aantal events Isala MCL MST 200 OLVG UMCG UMCU 250 uitkomstindicator en ingedeeld in voldoet, voldoet deels en voldoet niet. Wanneer 2/3 van de ziekenhuizen in de categorie voldoet dan wel voldoet deels valt, wordt er een regressieanalyse uitgevoerd, welke wordt weergegeven door middel van een funnelplot. Een voorbeeld van een funnelplot met voldoende power en een voorbeeld van een funnelplot met onvoldoende power is weergegeven in de funnelplots op de vorige pagina. In de regressie-analyse die ten grondslag ligt aan de funnelplot wordt voor alle initiële condities die aan de hiervoor beschreven criteria voldoen gecorrigeerd. Alle jaren waarover gegevens zijn aangeleverd door het betreffende hartcentrum worden meegenomen in de analyse. 3. Initiële condities – gesegmenteerde figuren Om inzichten te creëren in de uitkomsten van zorg en de invloed van een initiële conditie op de uitkomsten, worden per uitkomstindicator gesegmenteerde grafieken gepresenteerd voor de meest relevante initiële condities. Per uitkomstindicator is in een regressie-analyse vastgesteld welke initiële condities het meest significant zijn op basis van de Wald waarde, de odds ratio en de p-waarde. Indien er een funnelplot gepresenteerd wordt worden de twee meest significante initiële condities gepresenteerd. Indien er geen funnelplot gemaakt kan worden vanwege onvoldoende power in de analyse, dan worden gesegmenteerde figuren gemaakt voor de drie meest significante initiële condities. De deelnemende hartcentra hebben via de stichting Meetbaar Beter volledig toegang tot alle gegevens verbonden aan de initiële condities die op basis van bovenstaande criteria niet opgenomen zijn in het Meetbaar Beter Boek 2014. De figuren voor de significante initiële condities zijn terug te vinden op de website www.meetbaarbeter.com. Indien er geen of bijna geen patiënten zijn voor een bepaalde uitkomstindicator dan zal de rapportage slechts bestaan uit de ruwe uitkomsten. In de gesegmenteerde figuren (publicatie van maximaal drie per uitkomstindicator) zijn, bij de berekening van de percentages, de patiënten met een onbekende waarde op de uitkomstindicator dan wel initiële conditie uitgesloten. De aantallen per segment zijn terug te vinden in de bijlage. Interpretatie De diverse niveaus van de Meetbaar Beter rapportage dienen met de nodige expertise en voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. Ruwe uitkomstindicatoren zijn niet vergelijkbaar omdat deze niet gecorrigeerd zijn voor populatiekenmerken (oftewel initiële condities). Op het niveau van statistische correctie middels regressie-analyses dient opgemerkt te worden dat de voorspellende waarde van de statistische vergelijkingen binnen Meetbaar Beter altijd beperkt zullen blijven tot maximaal circa 80%. Dit komt onder andere doordat er binnen Meetbaar Beter met een beperkt aantal initiële condities wordt gewerkt, maar ook doordat bij diverse initiële condities met binaire variabelen wordt gewerkt. Gezien de kwantiteit van de gegevens voor de Meetbaar Beter rapportage 2014 dient daarbij benadrukt te worden dat een beperkt aantal initiële condities (bv. ‘ernstige linkerventrikeldysfunctie bij PCI’) niet meegenomen zijn in de regressie-analyse. Uit de literatuur is bekend dat sommige van deze initiële condities een relevante rol spelen bij de te verwachten resultaten van interventies. Het gebrek aan gegevens leidt hierdoor tot een beperking in de voorspellende waarde van het model. Dit ten faveure van de mate van informatie die beschikbaar komt om als basis voor verdere verbetering van kwaliteit van zorg te fungeren. Toekomstvisie Een uitstekende kwaliteit van gegevens is een essentiële randvoorwaarde voor een optimaal werkend kwaliteitssysteem dat Meetbaar Beter beoogt te faciliteren. Een goede prospectieve bronregistratie aan de hand van concreet gedefinieerde indicatoren is daarbij van groot belang. Binnen Meetbaar Beter zullen de deelnemende hartcentra de komende periode de definities van uitkomstindicatoren en initiële condities verder aanscherpen in de onderhoudscyclus en ervaringen en inzichten delen ten aanzien van opbouwen van prospectieve dataregistratie. 113 6.1Leeswijzer Inzicht hebben in de resultaten van zorg opent de mogelijkheid om op basis van de resultaten bij te sturen en de resultaten van de geleverde zorg verder te verbeteren. Het is de doelstelling van Meetbaar Beter om dit proces te faciliteren. De gepresenteerde uitkomsten bieden gericht aanleiding voor nadere analyse van patiëntengroepen waarbij verbetering van resultaten mogelijk is of gewenst wordt gezien het ambitieniveau van de betrokken centra. Door het concrete karakter van de uitkomstindicatoren kunnen doelstellingen worden geformuleerd en kan een kwaliteitscyclus op basis van uitkomsten van zorg worden ingericht binnen de centra die aan Meetbaar Beter deelnemen. Statistische analyses kunnen belangrijke ondersteuning bieden bij het verkrijgen van inzicht in de resultaten van zorg. Met behulp van regressie-analyses kan, indien aan bepaalde randvoorwaarden is voldaan, in beeld worden gebracht hoe de daadwerkelijke resultaten van zorg zich verhouden tot de te verwachten resultaten van zorg. In een zogenaamde funnelplot kan deze analyse grafisch weergegeven worden. Compleetheid gegevens In de tabel wordt de compleetheid van de gegevens voor een medische behandeling gepresenteerd per ziekenhuis, per uitkomstindicator en per initiële conditie. De kleuren representeren de mate van compleetheid: donkerblauw betekent gegevens compleet, lichtblauw betekent incomplete gegevens aangeleverd naar de norm zoals die binnen Meetbaar Beter wordt gehanteerd) en wit betekent geen gegevens aangeleverd. Wanneer voor een beperkt aantal jaren gegevens zijn aangeleverd wordt het jaartal weergegeven in het gekleurde vakje. Ruwe uitkomsten Ruwe uitkomsten bieden inzicht in het resultaat van de geleverde zorg. Zonder te corrigeren voor populatiekenmerken wordt inzichtelijk hoe vaak een bepaalde patiëntrelevante uitkomst zich voordoet in de totale populatie die behandeld is in het betreffende hartcentrum. Interpretatie: Omdat ruwe uitkomsten niet gecorrigeerd zijn voor de zorgzwaarte van de patiëntpopulatie kunnen deze niet tussen hartcentra vergeleken worden. Op dit niveau van informatie kan de eerste motivatie voor nader onderzoek, analyse of verbeteracties ontstaan. Overlevingsgrafieken Voor een aantal uitkomstindicatoren worden overlevingsgrafieken gepresenteerd met een maximale follow-up duur van 5 jaar. De overlevingscurven zijn gemaakt door gebruik te maken van een multivariate Cox proportional hazard analyse, waarbij gecorrigeerd is voor alle initiële condities (idem als voor de funnelplots). Op deze manier ontstaan er overlevingsgrafieken 114 gecorrigeerd voor verschillen in patiëntenkenmerken of casemix. Omdat niet alle hartcentra een follow-up duur van 5 jaar hebben, zijn er verschillende grafieken weergegeven. Het verschil tussen de grafieken wordt bepaald door de periode waarvoor de gegevens compleet zijn. In de eerste grafiek staan de overlevingscurven voor de complete periode van maximaal 5 jaar voor die ziekenhuizen die deze informatie beschikbaar hebben. In de tweede grafiek is dezelfde overlevingscurve weergegeven voor de periode waarvoor alle ziekenhuizen kunnen rapporteren die gegevens hebben aangeleverd. Voor het bepalen van de significante verschillen tussen de ziekenhuizen is het ziekenhuis met de beste overlevingscurve genomen als referentieziekenhuis. Ten opzichte van dit referentieziekenhuis is getoetst of de overleving in de andere ziekenhuizen significant afwijkt (p< 0,05). Funnelplots Per geselecteerde uitkomstindicator wordt, indien er voldoende onderscheidend vermogen is, op basis van de powerberekening, een funnelplot gepresenteerd waardoor inzichtelijk wordt hoe de resultaten van een hartcentrum zich verhouden tot het totaal van de resultaten van andere centra. Per uitkomstindicator zijn strikt de in hoofdstuk Datamanagement beschreven vereisten aan de gegevens gehanteerd. Per uitkomstindicator kan het aantal hartcentra dat in de analyse is meegenomen daardoor verschillen. Op de X-as staat de door het regressiemodel voorspelde uitkomst per indicator voor het betreffende ziekenhuis. De verhouding tussen de voorspelde uitkomst en de daadwerkelijke uitkomst ((waargenomen uitkomst / voorspelde uitkomst) x 100), de zogenaamde gestandaardiseerde uitkomst, staat op de Y-as uitgezet. De gemiddelde voorspelde uitkomst van alle hartcentra in de analyse is uitgezet als de onderbroken streep (gemiddelde=100). De kromme lijnen geven de betrouwbaarheidsintervallen weer. De variatie tussen de groene en rode lijn dient daarbij gezien te worden als een natuurlijke variatie. Interpretatie: Hoewel de regressie-analyses corrigeren voor de binnen de populatie bekende initiële condities dienen de resultaten in termen van vergelijkbaarheid nog voorzichtig geïnterpreteerd te worden. Naast de in hoofdstuk datamanagement beschreven beperkingen zijn bij een aantal analyses - naar verwachting - relevante initiële condities buiten de analyse gelaten bij gebrek aan betrouwbare en volledige gegevens. De voorspellende waarde van het model kent daardoor beperkingen (weergegeven als C-statistic; hoe hoger deze waarde (met een maximum van 1), des te beter voorspelt het model). De statistische analyses dienen het primaire doel van Meetbaar Beter; professionals inzicht geven in patiëntrelevante resultaten van de zorg, waardoor zij aanknopingspunten kunnen zoeken en vinden voor verdere verbetering. Gesegmenteerde figuren De invloed van een initiële conditie op het resultaat van de geleverde zorg wordt inzichtelijk door de patiëntpopulatie op te splitsen naar de verschillende segmenten van een initiële conditie en de uitkomst per segment te presenteren. Er worden minimaal twee en maximaal drie gesegmenteerde figuren gepresenteerd per uitkomstindicator. In het hoofdstuk datamanagement staat beschreven hoe deze keuze tot stand komt. Bij het berekenen van de percentages worden de patiënten met een onbekende waarde op de uitkomstindicator dan wel initiële conditie uitgesloten. Op de x-as staan de ziekenhuizen vermeld met daaronder het totaal aantal patiënten voor de betreffende uitkomstindicator per ziekenhuis. Op de y-as staat het percentage patiënten vermeld waarbij de uitkomstindicator aanwezig is voor het betreffende segment. Interpretatie: Omdat gesegmenteerde uitkomsten niet gecorrigeerd zijn voor de zorgzwaarte van de patiëntpopulatie kunnen deze niet tussen hartcentra vergeleken worden. De invloed van de initiële conditie is uit de figuur af te lezen. Tevens kan op basis van inzicht in de uitkomst per patiëntgroep motivatie ontstaan voor nader onderzoek, analyse of verbeteracties. 115 Dit is nog maar het begin “ Het knappe van Meetbaar Beter is dat de deelnemers het aandurven om uitkomsten te definiëren, ze te meten en daar transparant over te zijn. ” Peter Hoppener Directievoorzitter divisie Zorg Coöperatie VGZ Arnhem M eetbaar Beter is qua uitgangspunten gebaseerd op het Value Based Healthcare concept van Michael Porter. Dit concept spreekt VGZ erg aan. In wezen is dit precies wat VGZ als zorgverzekeraar wil: zo veel mogelijk gezondheidswinst voor zijn verzekerden per euro premiegeld. Voordat je het concept inhoudelijk kan ontwikkelen voor een medische aandoening, moet je eerst een systeem van uitkomstenmeting hebben. Anders bouw je op drijfzand. Het knappe van Meetbaar Beter is dat de deelnemers het aandurven om die uitkomsten te definiëren, ze te meten en daar transparant over te zijn. Bedoeld om te kunnen leren en verbeteren, maar toch ook riskant omdat je je kwetsbaar opstelt. Voor mij is dit slechts de start. Meetbaar Beter meet vanuit de 116 hartpatiënt, niet vanuit de cardiologie. Maar hoe kunnen we het proces zodanig integraal inrichten dat er maximale resultaten worden gehaald? Resultaten vanuit patiëntperspectief. Binnen de processen kan de technische kwaliteit van de behandelingen geoptimaliseerd worden o.a. door het vergelijken van uitkomsten van verschillende professionals. VGZ hoopt dat bij de verdere ontwikkeling ook goed over de lijnen van de zorg (eerste, tweede, derde) heen gekeken zal worden. De deelnemers van Meetbaar Beter zijn pioniers in Nederland en dat vindt VGZ knap en gedurfd. Wij kijken met grote interesse hoe ze dit verder gaan ontwikkelen! Tevens hopen wij dat andere specialismen ook deze weg gaan volgen. Integrated data collection is clearly the way forward M easuring outcomes has become the cornerstone for benchmarking and improving quality of care and although this principle has been adopted by different specialties, what we really need is an integrated system that looks at the disease different clinical pathways . The patients with coronary artery disease may be treated with medications, percutaneous coronary intervention or surgery. These treatment options may cross over with time and an integrated approach to data collection and analysis, such as realized by Meetbaar Beter, allows an holistic approach to identification of patients’ and whole disease outcomes and not only those relating to a single intervention. “ Meetbaar Beter should be congratulated for trying to achieve integrated data collection across the three domains of quality. One of the challenges is to create a system of healthcare based on providing and measuring the quality and effectiveness of pathways of care from primary care, prevention, intervention and secondary care. Meetbaar Beter goes somewhere towards this. ” Traditionally registries and databases have concentrated on hard clinical endpoints like mortality reintervention rates etc. It is also important to look at the effects of all interventions on patient wellbeing and Prof. dr. Domenico Pagano patientrelated outcome measures, such as quality of life and patient satisfaction. Consultant Cardiothoracic Surgeon Meetbaar Beter should be congratulated for trying to achieve integrated data collection across the three domains of quality: effectiveness, safety, and patient satisfaction. This is clearly the way forward. University Hospital Birmingham, United Kingdom Chair of the Quality Improvement Programme European Association for Cardiothoracic Surgery Windsor, United Kingdom 117 Eigen foto/Amphia 7 118 Uitbreiding medische condities In het afgelopen jaar is door meer dan dertig artsen en negen begeleiders in negen outcomes teams hard gewerkt aan de ontwikkeling van negen nieuwe indicatorensets. Deze teams hebben in meerdere sessies de gedegen methodologische stappen van Meetbaar Beter doorlopen, waaronder het afbakenen en definiëren van de medische conditie, het beschrijven van de volledige waardeketen, de indeling en prioritering van indicatoren binnen de uitkomstenhiërarchie tot aan het vastleggen van de definities van de geselecteerde uitkomstindicatoren in een data-manual. De begeleiders zijn van tevoren getraind in het gedachtegoed van Value Based Healthcare en de gehanteerde methodiek door consultants vanuit The Decision Group. Voor vier van de ontwikkelde indicatorensets (binnen drie verschillende medische condities) zijn dit jaar door de hartcentra de gegevens verzameld en zijn de meetresultaten terug te vinden in dit boek: •Aortakleplijden; behandeling met de transkatheter aortaklep vervanging (TAVI) en de operatieve klepvervanging (AVR) •Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden; behandeling met coronaire bypasschirurgie (CABG) en de operatieve klepvervanging AVR •Atriumfibrilleren; behandeling door middel van minimaalinvasieve chirurgische pulmonaal venen-isolatie. Plotse Hartdood behandeld middels ICD Hiërarchie Uitkomstindicatoren Overleving 1-jaars mortaliteit Mate van herstel / gezondheid Kwaliteit van leven Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten) Duurzaamheid van herstel of gezondheid Gevolgen van de behandeling op lange termijn Initiële condities Van de vijf andere indicatorensets zijn er vier afgerond. Voor chronisch hartfalen is de set nog in ontwikkeling. Daarnaast is de conservatieve behandeling van atriumfibrilleren al eerder ontwikkeld, maar nog niet in de rapportage opgenomen. In totaal zitten er daarmee nu zes indicatorensets in de pijplijn: 1. Plotse Hartdood behandeld middels ICD (*) 2.AV knoop afhankelijke cirkeltachycardie behandeld middels ablatie (*) 3. Mitraakleplijden behandeld middels MVR (*) 4. Aortakleplijden behandeld middels OMT 5. Atriumfibrilleren behandeld middels OMT 6. Chronische hartfalen (in ontwikkeling) Atriumfibrilleren Diabetes mellitus Ejectiefractie Gebruik van anticoagulantia en/of trombocytenaggregatieremmers Leeftijd Nierinsufficiëntie NYHA klasse *Validatie door de internationale academische adviesraad loopt nog. Hierna zijn de indicatorensets weergegeven (excl. chronisch hartfalen). In de komende jaren zullen gefaseerd deze indicatorensets aan de rapportage worden toegevoegd. Hierbij zal de focus primair liggen op het verbeteren van de kwaliteit van de rapportages voor de medische condities waarover nu wordt gerapporteerd en secundair op het uitbreiden van de rapportages naar nieuwe medische condities. Bloeding Cardiale tamponade of effusie Dislocatie draad Infectie Pneumothorax Onterechte shocks QRS-duur Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: Dr. B. Hooft van Huysduynen (Amphia Ziekenhuis), mevr. A. Koch (Amphia Ziekenhuis) en dhr. P.H. van der Voort (Catharina Ziekenhuis). Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 119 AV knoop afhankelijke cirkeltachycardie behandeld middels ablatie Mitraakleplijden behandeld middels MVR Hiërarchie Uitkomstindicatoren Hiërarchie Uitkomstindicatoren Overleving 30-daagse mortaliteit Overleving Mortaliteit gedurende opname 30-daagse mortaliteit 1-jaars mortaliteit Mate van herstel / gezondheid Kwaliteit van leven Mate van herstel / gezondheid Kwaliteit van leven Graad van regurgitatie Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten) Pericardeffusie Liescomplicaties Implantatie pacemaker Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten) Heroperatie binnen 7 dagen Diepe sternumwondinfecties CVA met restletsel Duurzaamheid van herstel of gezondheid Terugkeren ritmestoornis Stoppen medicatie na succesvolle ablatie Duurzaamheid van herstel of gezondheid Reїnterventie binnen 1 jaar Gevolgen van de behandeling op lange termijn Gevolgen van de behandeling op lange termijn Initiële condities Initiële condities Andere ritmestoornis Atriumfibrilleren Anti-stollings medicatie Eerder myocardinfarct Atriumfibrilleren Ernstige linkerventrikeldysfunctie Congenitale hartziekte Documentatie aritmie op ECG Leeftijd Eerdere ablatie Logistische Euroscore I Geslacht Nierinsufficiëntie Obesitas NYHA klasse Perifeer vaatlijden Pulmonale hypertensie Reanimatie buiten het ziekenhuis Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: Dr. J.C. Balt, dhr. G. Schaaij, Dr. E.F.D. Wever (St. Antonius Ziekenhuis) en Dr. J.S.S.G. de Jong (OLVG). 120 Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: dhr. D. Buitelaar, Dr E. Kedhi, Dr. T. Markou, Dr. J.R. Timmer (Isala), Dr. A.F.M. van den Heuvel, Dr. E. Lipsic, Dr. J.P. van Melle en mevr. I.J. Wijdh-den Hamer (UMCG). Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. Atriumfibrilleren behandeld middels OMT Aortakleplijden behandeld middels OMT Hiërarchie Hiërarchie Uitkomstindicatoren Overleving 1-jaars mortaliteit 3-jaars mortaliteit Overleving vrij van MACCE Mate van herstel / gezondheid verslechtering van AVA Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten Tijd tot TAVI Tijd tot aortaklepchirurgie Tijd tot het ontstaan van symptomen Uitkomstindicatoren Overleving Mate van herstel / gezondheid Kwaliteit van leven Verbetering van symptomen Duur van herstel / hervatting van alledaagse activiteiten Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten) Trombo-embolische complicaties Majeure bloeding Bijwerkingen van medicatie Schade van de behandeling (bijwerkingen, complicaties of medische fouten) Duurzaamheid van herstel of gezondheid AF-gerelateerde ziekenhuisopnames Duurzaamheid van herstel of gezondheid Gevolgen van de behandeling op lange termijn Gevolgen van de behandeling op lange termijn Initiële condities Initiële condities CHA2DS2-VASc Score Diabetes Diabetes mellitus Ernstige linkerventrikeldysfunctie Eerder herseninfarct of TIA Geslacht Eerder myocardinfarct Hypercholesterolemie Hypertensie Hypertensie Leeftijd Leeftijd Obesitas Nierinsufficiëntie Structurele hartaandoening (inclusief kleplijden) Obesitas Type AF Roken Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: mevr. S.F.A.M.S. Rutten-de Jong (Elkerliek Ziekenhuis), Dr. R. de Nooijer (ZGT), dhr. P.E. Polak (St. Anna Ziekenhuis) en Dr. A. Meijer (Catharina Ziekenhuis). Aan de totstandkoming van deze indicatorenset hebben meegewerkt: dhr. J.A.S. van der Heijden (St. Antonius Ziekenhuis), Dr. L. van Heerebeek, mevr. E. Kop, mevr. S. Tenniglo en dhr. E. Wierda (OLVG). Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. De ruwe gegevens per segment zijn weergegeven in de bijlage. 121 Bijlage 1: Overzicht ruwe uitkomsten per segment Geconsolideerd coronairlijden Tabellen ruwe uitkomsten per segment De teller betreft het aantal patiënten met de uitkomst in het bijbehorende segment en de noemer betreft het totaal aantal patiënten van het bijbehorende segment. In de tabel wordt per uitkomtindicator en per initiële conditie die zijn opgenomen in de rapportage, een overzicht weergegeven van de aantallen per segment van de betreffende initiële conditie. Geconsolideerd coronairlijden 1-jaars mortaliteit AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU < 55 - - 3/408 12/613 - - 6/386 - - 3/394 - - 55-64 - - 9/640 15/945 - - 22/600 - - 6/593 - - 65-74 - - 28/780 54/1204 - - 34/768 - - 17/622 - - >= 75 - - 49/523 90/892 - - 59/596 - - 36/470 - - geen nierinsufficiëntie - - 41/1883 66/2563 - - 53/1842 - - 33/1592 - - nierinsufficiëntie - - 47/426 80/794 - - 66/446 - - 26/403 - - Leeftijd Nierinsufficiëntie Geconsolideerd coronairlijden Heropname vanwege myocardinfarct AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU hoog > 50% - - 10/1786 19/3031 - - - - - - - - middel 30-50% - - 9/376 0/182 - - - - - - - - laag < 30% - - 0/85 0/145 - - - - - - - - < 55 - - 3/413 0/606 - - 1/366 - - - - - 55-64 - - 6/646 4/936 - - 0/587 - - - - - 65-74 - - 7/782 4/1189 - - 6/758 - - - - - >= 75 - - 3/525 13/881 - - 7/597 - - - - - Ernstige linkerventrikeldysfunctie Leeftijd 122 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. Coronairlijden CABG Coronairlijden CABG 120-daagse mortaliteit AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU > 50% 3/388 59/2764 28/2635 46/3768 - 10/586 22/2268 13/1003 33/2240 18/1395 13/818 - 30-50% 9/206 38/633 32/816 23/587 - 8/217 21/935 5/296 18/411 8/291 21/462 - < 30% 2/11 20/175 27/216 23/180 - 5/83 18/176 4/82 9/115 3/103 9/68 - laag < 10% 4/477 45/3026 43/3311 36/4186 - 11/761 26/2979 12/1229 28/2522 16/1631 21/1148 - middel 10-20% 1/66 34/337 19/233 29/304 - 4/84 17/262 3/105 17/176 5/99 8/124 - hoog > 20% 9/60 39/225 25/121 31/127 - 8/41 19/139 7/47 15/68 8/58 12/68 - AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU Ernstige linkerventrikeldysfunctie Logistische Euroscore I Coronairlijden CABG Chirurgische reëxploratie Logistische Euroscore I 23/477 142/3031 92/3357 189/4203 - 24/761 111/2980 76/1229 145/2528 51/1631 77/1148 - middel 10-20% laag < 10% 4/66 31/337 18/240 19/305 - 1/84 17/262 11/105 22/176 5/100 11/124 - hoog > 20% 8/60 21/226 11/121 17/128 - 0/41 16/141 8/47 12/68 10/58 5/68 - 23/472 156/3202 98/3403 187/4263 - 24/856 126/3199 90/1349 164/2710 63/1752 62/1204 - 8/78 38/392 23/322 38/371 - 1/30 18/183 5/32 15/62 3/38 33/148 - AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU geen diabetes mellitus 3/530 15/2685 19/2811 27/3604 - - 11/2521 14/1095 23/2027 10/1264 - - diabetes mellitus 1/74 9/909 14/914 29/1013 - - 11/860 5/286 17/745 14/520 - - > 50% 3/388 17/2769 17/2676 32/3784 - - 19/2269 10/1003 30/2245 18/1396 18/818 - 30-50% 1/206 5/634 10/821 13/588 - - 3/936 8/296 8/412 5/291 8/462 - < 30% 0/11 1/175 6/223 9/180 - - 0/177 1/82 2/115 1/103 0/68 - laag < 10% 4/477 17/3031 26/3357 45/4203 - - 20/2980 16/1229 34/2528 21/1631 21/1148 - middel 10-20% 0/66 4/337 6/240 7/305 - - 1/262 1/105 6/176 3/100 3/124 - hoog > 20% 0/60 3/226 1/121 4/128 - - 1/141 2/47 0/68 0/58 1/68 - Urgentie van de procedure niet acuut acuut Coronairlijden CABG Diepe sternumwondinfectie Diabetes mellitus Ernstige linkerventrikeldysfunctie Logistische Euroscore I Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. 123 Coronairlijden CABG CVA AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU Ernstige linkerventrikeldysfunctie > 50% 4/388 8/2769 8/2676 24/3784 - 6/586 15/2269 5/1003 13/2245 13/1396 0/818 - 30-50% 2/206 3/634 5/821 5/588 - 3/217 12/936 1/296 5/412 1/291 1/462 - < 30% 1/11 1/175 3/223 1/180 - 3/83 5/177 1/82 1/115 1/103 0/68 - man 4/484 8/2830 8/2912 18/3624 - 9/722 30/2611 2/1071 11/2223 10/1430 1/1055 - vrouw 3/121 5/764 8/813 12/1012 - 3/164 2/772 5/310 8/549 5/360 0/297 - laag < 10% 3/477 8/3031 10/3357 24/4203 - 9/761 23/2980 4/1229 12/2528 10/1631 0/1148 - middel 10-20% 2/66 4/337 3/240 4/305 - 0/84 4/262 2/105 4/176 3/100 0/124 - hoog > 20% 2/60 1/226 3/121 2/128 - 3/41 5/141 1/47 3/68 2/58 1/68 - Geslacht Logistische Euroscore I 124 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. Coronairlijden PCI Coronairlijden PCI 30-daagse mortaliteit AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU geen reanimatie 47/2606 13/1302 46/4251 125/6643 - 53/1149 49/4560 - - 79/5045 55/2590 16/1454 reanimatie 45/136 29/77 43/125 81/293 - 20/53 37/172 - - 13/72 32/115 11/38 geen shock 54/4169 29/1370 52/4265 138/6474 41/4178 - 69/4894 - - 72/5065 57/2621 - shock 85/246 10/24 37/110 82/317 111/275 - 25/51 - - 20/50 30/87 - AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 66/1359 - 93/2937 215/4564 - - 132/3072 - - 140/3468 66/1337 43/755 26/72 - 29/88 56/181 - - 25/114 - - 7/10 20/55 7/23 177/4164 - 142/4262 321/6474 168/4164 - 199/4878 - - 175/5065 124/2621 - 92/246 - 42/110 94/317 128/275 - 31/51 - - 21/50 36/87 - AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 121/4062 33/1221 151/4141 214/6728 - 78/1127 - 130/3393 52/3887 165/4063 131/2524 75/1373 19/378 32/167 33/202 85/529 - 6/35 - 41/159 38/380 134/573 28/185 14/106 122/4192 65/1400 166/4234 241/6521 - - - - - 294/5080 146/2619 - 18/248 3/25 18/108 39/321 - - - - - 21/50 14/87 - AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU geen meervatslijden - 1/847 4/2204 16/3729 2/2454 1/628 5/2929 2/1671 16/3240 0/1912 1/1260 0/747 meervatslijden - 2/601 13/2173 29/3543 8/2016 2/571 24/2283 15/1881 1/1027 7/2883 15/1408 1/676 geen shock 3/2586 3/1400 10/4266 29/6521 6/4211 - 24/4963 - - 6/5082 13/2612 - shock 2/172 0/25 7/110 10/321 5/277 - 4/53 - - 1/50 4/87 - gepland 1/1416 1/502 4/2001 17/3137 4/1280 2/627 4/1715 1/1189 6/1875 1/1937 2/768 0/850 urgent 0/308 1/279 0/990 2/1209 3/1604 0/0 3/1825 0/727 1/1041 3/1976 4/990 0/188 acuut 4/973 2/671 13/1386 26/2923 4/1603 1/574 23/1727 16/1636 10/1351 4/1215 11/944 1/425 Reanimatie Shock Coronairlijden PCI 1-jaars mortaliteit Reanimatie geen reanimatie reanimatie Shock geen shock shock Coronairlijden PCI Angiografisch niet succesvol Chronische totale occlusie geen CTO CTO Shock geen shock shock Coronairlijden PCI Urgente CABG Meervatslijden Shock Urgentie van de procedure Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. 125 Coronairlijden PCI Optreden van TVR AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 69/1259 - 176/2906 322/4445 - - 222/3031 - 78/2545 - - 76/665 6/118 - 21/123 59/374 - - 25/191 - 23/268 - - 15/60 geen meervatslijden - - 59/1501 141/2568 - - 98/1849 - 64/2074 - - 45/394 meervatslijden - - 138/1528 240/2251 - - 143/1327 - 37/739 - - 42/276 Chronische totale occlusie geen CTO CTO Meervatslijden Coronairlijden PCI Heropname vanwege myocardinfarct AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU geen meervatslijden - 5/847 14/2204 26/3617 - - 12/2856 - 2/3214 - - 1/394 meervatslijden - 2/601 24/2173 48/3448 - - 18/2250 - 0/1021 - - 3/276 18/2485 5/1400 35/4266 64/6340 - - 28/4861 - - - - - 6/164 2/25 3/110 8/312 - - 1/52 - - - - - 7/1361 3/502 7/2001 30/3053 - - 8/1683 - 0/1870 - - 1/438 urgent 2/301 1/279 7/990 12/1199 - - 10/1786 - 0/1031 - - 1/46 acuut 14/933 3/671 24/1386 32/2812 - - 12/1690 - 2/1334 - - 3/215 Meervatslijden Shock geen shock shock Urgentie van de procedure gepland 126 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. Coronairlijden OMT Coronairlijden OMT 1-jaars mortaliteit AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU > 50% - - 1/126 18/691 - - - - - 1/129 - - 30-50% - - 4/32 7/136 - - - - - 2/50 - - < 30% - - 1/11 0/22 - - - - - 2/15 - - < 70 - - 1/98 6/506 - - 2/32 - - 1/135 - - 70-79 - - 3/63 16/299 - - 2/17 - - 3/51 - - > = 80 - - 2/22 6/101 - - 2/9 - - 1/10 - - geen nierinsufficiëntie - - 4/133 - - - 1/40 - - 3/143 - - nierinsufficiëntie - - 2/44 - - - 5/16 - - 2/49 - - Ernstige linkerventrikeldysfunctie Leeftijd Nierinsufficiëntie Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. 127 Geconsolideerd atriumfibrilleren Geconsolideerd atriumfibrilleren 30-daagse mortaliteit Antonius Catharina Isala OLVG laag <= 1 0/244 0/173 0/100 0/102 hoog 2-7 0/193 0/133 0/44 1/69 hoog > 50% 0/376 0/290 1/124 0/134 middel 30-50% 0/42 0/17 0/27 1/37 laag < 30% 0/2 0/4 0/1 0/2 CHA2DS2-VASc Score Ernstige linkerventrikeldysfunctie Type AF eerste AF incident 128 0/3 0/0 0/0 0/1 paroxysmaal 0/318 0/269 0/128 0/122 persisterend 0/103 0/45 0/16 1/44 permanent 0/13 0/1 0/0 0/5 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. Atriumfibrilleren chirurgische PVI Atriumfibrilleren chirurgische PVI 30-daagse mortaliteit Antonius Catharina Haga Isala OLVG CHA2DS2-VASc Score laag <= 1 0/135 0/2 0/2 - 0/53 hoog 2-7 1/128 0/4 0/3 - 1/42 hoog > 50% - 0/6 0/4 1/39 0/77 middel 30-50% - 0/0 0/1 0/25 1/17 laag < 30% - 0/0 0/0 0/4 0/1 BMI < 18,5 0/2 0/0 0/0 0/1 0/0 BMI 18,5-24,99 0/57 0/1 0/0 0/12 0/20 BMI >= 25 1/203 0/5 0/5 1/55 1/75 Antonius Catharina Haga Isala OLVG laag <= 1 - - - - 0/18 hoog 2-7 - - - - 1/18 hoog > 50% - - - 1/29 1/31 middel 30-50% - - - 0/15 0/4 laag < 30% - - - 0/3 0/1 BMI < 18,5 - - - 0/1 0/0 BMI 18,5-24,99 - - - 0/9 1/10 BMI >= 25 - - - 1/37 0/26 Catharina Haga Isala OLVG Ernstige linkerventrikeldysfunctie Obesitas Atriumfibrilleren chirurgische PVI Trombo-embolische complicaties CHA2DS2-VASc Score Ernstige linkerventrikeldysfunctie Obesitas Atriumfibrilleren chirurgische PVI Bloedingscomplicaties Antonius CHA2DS2-VASc Score laag <= 1 4/134 0/2 0/2 - 0/53 hoog 2-7 5/127 0/4 0/3 - 2/42 hoog > 50% 6/201 0/6 0/4 - 0/77 middel 30-50% 1/32 0/0 0/1 - 2/17 laag < 30% 0/1 0/0 0/0 - 0/1 BMI < 18,5 0/2 0/0 0/0 - 0/0 BMI 18,5-24,99 3/57 0/1 0/0 - 0/20 BMI >= 25 6/202 0/5 0/5 - 2/75 Ernstige linkerventrikeldysfunctie Obesitas Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. 129 Atriumfibrilleren chirurgische PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar Antonius Catharina Haga Isala OLVG laag <= 1 - - - - 0/18 hoog 2-7 - - - - 0/18 hoog > 50% - - - 2/29 0/31 middel 30-50% - - - 0/15 0/4 laag < 30% - - - 0/3 0/1 BMI < 18,5 - - - 1/1 0/0 BMI 18,5-24,99 - - - 0/9 0/10 BMI >= 25 - - - 1/37 0/26 CHA2DS2-VASc Score Ernstige linkerventrikeldysfunctie Obesitas 130 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. Atriumfibrilleren catheter PVI Atriumfibrilleren catheter PVI 30-daagse mortaliteit AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU laag <= 1 0/65 - 0/609 0/540 0/75 - 0/343 0/44 0/255 0/170 0/210 0/179 hoog 2-7 0/31 - 0/457 1/451 0/58 - 0/140 0/46 0/118 0/139 0/66 0/120 hoog > 50% 0/90 - 0/922 1/862 - - 0/402 0/79 0/331 0/241 0/194 0/224 middel 30-50% 0/5 - 0/61 0/65 - - 0/57 0/11 0/18 0/45 0/55 0/56 laag < 30% 0/0 - 0/7 0/22 - - 0/0 0/0 0/1 0/5 0/5 0/1 eerste AF incident 0/79 - 0/10 0/0 - - 0/0 0/0 0/0 0/1 0/0 0/0 paroxysmaal 0/17 - 0/810 0/772 - - 0/378 0/64 0/310 0/216 0/159 0/160 persisterend 0/0 - 0/200 1/225 - - 0/80 0/25 0/53 0/78 0/117 0/119 permanent 0/0 - 0/27 0/6 - - 0/0 0/0 0/6 0/8 0/0 0/19 AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU laag <= 1 0/40 - 2/394 0/330 - - 3/223 1/44 2/146 0/94 2/136 0/77 hoog 2-7 0/20 - 0/291 8/308 - - 1/89 0/46 0/78 1/83 1/34 0/70 hoog > 50% 0/57 - 2/600 5/542 - - 4/263 1/79 2/194 0/142 1/126 0/109 middel 30-50% 0/3 - 0/32 1/43 - - 0/40 0/11 0/13 1/15 1/32 0/24 laag < 30% 0/0 - 0/5 1/18 - - 0/0 0/0 0/1 0/3 0/1 0/1 eerste AF incident 0/50 - 0/7 0/0 - - 0/0 0/0 0/0 0/0 0/0 0/0 paroxysmaal 0/10 - 1/507 5/462 - - 3/230 1/64 1/181 1/119 2/78 0/78 persisterend 0/0 - 1/133 3/176 - - 0/61 0/25 1/40 0/48 1/92 0/56 permanent 0/0 - 0/25 0/5 - - 0/0 0/0 0/1 0/6 0/0 0/12 AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU laag <= 1 0/67 - 1/593 9/527 2/75 - 1/340 0/44 1/253 0/156 4/210 0/180 hoog 2-7 1/33 - 2/451 9/446 0/58 - 1/139 1/46 0/118 2/124 2/66 0/120 hoog > 50% 1/94 - 3/902 17/846 - - 2/399 1/79 0/329 2/220 6/194 0/225 middel 30-50% 0/5 - 0/61 0/62 - - 0/57 0/11 1/18 0/42 0/55 0/56 laag < 30% 0/0 - 0/7 1/22 - - 0/0 0/0 0/1 0/3 0/5 0/1 eerste AF incident 1/80 - 0/10 0/0 - - 0/0 0/0 0/0 0/1 0/0 0/0 paroxysmaal 0/20 - 3/790 15/753 - - 2/374 0/64 0/308 2/193 3/159 0/161 persisterend 0/0 - 0/198 3/225 - - 0/80 1/25 1/53 0/73 3/117 0/119 permanent 0/0 - 0/27 0/6 - - 0/0 0/0 0/6 0/8 0/0 0/19 CHA2DS2-VASc Score Ernstige linkerventrikeldysfunctie Type AF Atriumfibrilleren catheter PVI Trombo-embolische complicaties CHA2DS2-VASc Score Ernstige linkerventrikeldysfunctie Type AF Atriumfibrilleren catheter PVI Cardiale tamponade of effusie CHA2DS2-VASc Score Ernstige linkerventrikeldysfunctie Type AF Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. 131 Atriumfibrilleren catheter PVI Herhaalde PVI binnen 1 jaar AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU laag <= 1 8/40 - 76/401 92/358 - - 53/243 6/44 44/145 16/96 38/136 7/77 hoog 2-7 4/20 - 75/292 84/322 - - 18/96 9/46 22/78 10/81 11/34 13/70 eerste AF incident 8/50 - 2/7 0/0 - - 0/0 0/0 0/0 0/0 0/0 0/0 paroxysmaal 4/10 - 101/510 124/494 - - 52/250 12/64 51/180 21/120 22/78 13/78 persisterend 0/0 - 40/137 55/186 - - 16/64 3/25 13/40 4/47 27/92 5/56 permanent 0/0 - 6/26 1/5 - - 0/0 0/0 1/1 1/6 0/0 1/12 CHA2DS2-VASc Score Type AF 132 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. Geconsolideerd aortakleplijden Geconsolideerd aortakleplijden 120-daagse mortaliteit AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU hoog > 50% 15/280 12/380 24/418 13/344 - - 6/250 - 9/228 - 8/175 - middel 30-50% 10/117 5/78 6/78 6/59 - - 2/47 - 4/50 - 16/97 - 5/24 3/29 4/23 4/25 - - 5/14 - 1/5 - 1/12 - laag < 10% 8/203 7/320 9/308 8/259 - - 4/224 - 4/188 - 5/165 - middel 10-20% 3/120 5/99 8/107 5/103 - - 4/56 - 2/64 - 9/79 - hoog > 20% 20/107 9/69 17/104 10/67 - - 5/31 - 8/31 - 11/40 - AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU hoog > 50% 6/280 1/377 3/422 5/344 - - 1/250 - 1/228 - 3/175 - middel 30-50% 3/117 0/78 1/78 2/59 - - 1/47 - 0/50 - 8/97 - laag < 30% 1/24 0/28 0/23 0/25 - - 1/14 - 0/5 - 1/12 - laag < 10% 4/203 0/320 2/312 1/259 - - 0/224 - 0/188 - 4/165 - middel 10-20% 3/120 1/97 1/107 3/103 - - 0/56 - 0/64 - 3/79 - hoog > 20% 3/107 0/67 1/104 3/67 - - 3/31 - 1/31 - 5/40 - geen nierinsufficiëntie - 0/333 2/348 3/269 - - 0/215 - 1/232 - 3/196 - nierinsufficiëntie - 1/151 2/175 4/159 - - 3/96 - 0/51 - 9/88 - Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU Ernstige linkerventrikeldysfunctie laag < 30% Logistische Euroscore I Geconsolideerd aortakleplijden CVA Ernstige linkerventrikeldysfunctie Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie Geconsolideerd aortakleplijden Implantatie nieuwe permanente pacemaker AMC Amphia Antonius < 55 - - - 2/90 - - - - 3/71 - - - 55-64 - - - 2/121 - - - - 1/88 - - - 65-74 - - - 15/176 - - - - 4/109 - - - >= 75 - - - 0/34 - - - - 0/13 - - - geen nierinsufficiëntie - - - 7/265 - - - - 7/231 - - - nierinsufficiëntie - - - 12/155 - - - - 1/50 - - - Leeftijd Nierinsufficiëntie Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. 133 Aortakleplijden - AVR Aortakleplijden - AVR 120-daagse mortaliteit AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU Endocarditis geen endocarditis 6/198 20/889 20/781 16/638 - 1/44 18/590 3/194 19/742 16/483 6/245 - < 3wk behandeld met AB 2/5 4/23 1/11 0/18 - 0/1 0/0 0/0 1/12 2/26 0/0 - ja, overig 0/4 1/7 0/6 5/32 - 0/2 1/11 2/14 1/9 0/0 1/12 - hoog > 50% 4/150 17/800 16/715 15/603 - 2/112 11/497 2/166 15/635 12/434 4/192 - middel 30-50% 4/53 5/89 4/66 4/66 - 0/22 3/86 3/36 4/108 6/62 4/67 - laag < 30% 0/4 3/30 1/18 2/16 - 0/7 5/18 0/6 2/20 0/13 0/5 - laag < 10% 5/158 11/713 12/680 9/533 - 2/104 6/469 3/168 9/579 12/428 2/215 - middel 10-20% 0/33 5/148 7/97 2/105 - 0/22 7/94 0/31 5/139 4/59 4/45 - hoog > 20% 3/16 9/59 2/22 10/50 - 0/15 6/38 2/9 7/44 2/22 3/11 - AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU geen diabetes mellitus 1/158 1/768 - 4/560 - - 1/486 0/166 2/568 1/415 - - diabetes mellitus 0/49 1/152 - 1/128 - - 0/115 0/42 1/188 3/98 - - 1/207 1/852 - 5/615 - - 1/559 0/191 2/681 4/480 1/236 - 0/0 1/68 - 0/74 - - 0/43 0/17 1/75 0/33 0/21 - < 55 0/21 0/85 - 1/81 - - 0/41 0/32 0/69 0/47 0/49 - 55-64 0/39 0/167 - 2/143 - - 0/117 0/39 0/143 0/113 0/67 - 65-74 1/80 1/309 - 0/234 - - 1/217 0/73 1/252 3/190 0/78 - >= 75 0/67 1/359 - 2/231 - - 0/227 0/64 2/292 1/163 1/77 - AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU 2/207 0/852 9/810 3/615 - 2/128 4/559 2/191 7/689 5/480 3/236 - 0/0 1/68 0/1 5/74 - 0/13 2/43 0/17 1/75 1/33 0/21 - 2/198 1/889 9/791 5/638 - 0/44 6/591 1/194 7/743 5/487 1/245 - < 3wk behandeld met AB 0/5 0/23 0/13 1/18 - 0/1 0/0 0/0 1/12 1/26 2/12 - ja, overig 0/4 0/7 0/6 2/32 - 0/2 0/11 1/14 0/9 0/0 0/0 - laag < 10% 1/158 0/713 5/688 2/533 - 1/104 2/469 1/168 6/580 4/431 1/215 - middel 10-20% 1/33 1/148 3/98 2/105 - 1/22 3/94 0/31 1/139 0/60 2/45 - hoog > 20% 0/16 0/59 1/25 4/50 - 0/15 1/39 1/9 1/44 2/22 0/11 - Ernstige linkerventrikeldysfunctie Logistische Euroscore I Aortakleplijden - AVR Diepe sternumwondinfectie Diabetes mellitus Eerdere hartoperatie geen eerdere hartoperatie eerdere hartoperatie Leeftijd Aortakleplijden - AVR CVA Eerdere hartoperatie geen eerdere hartoperatie eerdere hartoperatie Endocarditis geen endocarditis Logistische Euroscore I 134 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. Aortakleplijden - AVR Implantatie nieuwe permanente pacemaker AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU geen diabetes mellitus - - - 6/544 - 0/35 - - 14/568 - - - diabetes mellitus - - - 2/124 - 0/11 - - 4/188 - - - geen endocarditis - - - 7/620 - 0/43 - - 17/735 - - - < 3wk behandeld met AB - - - 0/18 - 0/1 - - 1/12 - - - ja, overig - - - 1/30 - 0/2 - - 0/9 - - - < 55 - - - 1/76 - 0/7 - - 2/69 - - - 55-64 - - - 1/141 - 0/6 - - 6/143 - - - 65-74 - - - 2/228 - 0/14 - - 2/252 - - - >= 75 - - - 4/224 - 0/19 - - 8/292 - - - Diabetes mellitus Endocarditis Leeftijd Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. 135 Aortakleplijden - TAVI Aortakleplijden - TAVI Procedurele mortaliteit AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU geen eerdere hartoperatie 4/371 2/173 7/315 8/221 6/238 - 0/39 - 1/16 - 4/140 8/216 eerdere hartoperatie 5/76 1/53 6/156 2/92 1/83 - 0/10 - 1/7 - 3/42 0/56 geen eerder mitraalkleplijden 5/289 1/157 8/319 4/178 7/319 - 0/45 - 1/21 - 4/91 7/221 eerder mitraalkleplijden 5/156 1/64 5/152 6/130 0/2 - 0/4 - 1/2 - 3/91 1/41 gepland 6/333 2/196 13/464 10/313 7/321 - 0/49 - 1/22 - 7/182 5/210 opgenomen 4/102 1/28 0/7 0/0 0/0 - 0/0 - 1/1 - 0/0 3/41 AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU > 50% 26/281 8/116 27/295 16/194 12/185 - 1/32 - 1/13 - 8/83 13/184 30-50% 3/95 4/83 17/138 4/62 6/108 - 0/12 - 2/10 - 14/87 6/67 < 30% 13/66 2/21 6/38 5/49 3/28 - 1/5 - 0/0 - 3/12 2/21 Eerdere hartoperatie Eerder mitraalkleplijden Urgentie van de procedure Aortakleplijden - TAVI 30-daagse mortaliteit Ernstige linkerventrikeldysfunctie Logistische Euroscore I laag < 10% 2/90 3/33 2/40 8/65 4/85 - 0/11 - 0/1 - 3/33 2/66 middel 10-20% 11/177 4/84 11/156 8/134 11/139 - 1/19 - 1/9 - 9/80 12/129 hoog > 20% 30/184 9/109 37/275 10/113 6/97 - 1/19 - 2/13 - 13/69 7/77 AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU geen eerder mitraalkleplijden 41/289 8/157 28/319 24/178 60/318 - 1/45 - 5/21 - 11/90 46/220 eerder mitraalkleplijden 26/156 1/64 14/152 11/130 0/2 - 0/4 - 1/2 - 10/91 9/41 man 23/182 2/99 17/207 17/149 24/173 - 1/23 - 3/8 - 5/83 20/122 vrouw 44/268 7/128 25/264 18/164 36/147 - 0/26 - 3/15 - 16/98 41/149 Aortakleplijden - TAVI Vasculaire complicaties Eerder mitraalkleplijden Geslacht 136 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. Aortakleplijden - TAVI CVA AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU Geslacht man 3/182 1/96 2/207 6/149 8/173 - 1/23 - 1/8 - 6/83 4/122 vrouw 16/268 5/124 4/264 2/164 6/146 - 1/26 - 0/15 - 9/99 8/150 geen nierinsufficiëntie 6/220 3/98 3/198 3/128 8/152 - 0/19 - 1/9 - 3/98 3/98 nierinsufficiëntie 13/227 3/122 3/273 5/183 6/161 - 2/30 - 0/14 - 12/84 9/172 gepland 13/333 4/191 5/464 8/313 3/319 - 2/49 - 1/22 - 15/182 8/240 opgenomen 6/102 1/26 1/7 0/0 0/0 - 0/0 - 0/1 - 0/0 2/41 MCL MST OLVG UMCG UMCU Nierinsufficiëntie Urgentie van de procedure Aortakleplijden - TAVI Implantatie nieuwe permanente pacemaker AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala geen eerder mitraalkleplijden 25/289 19/154 - 17/178 68/319 - 5/45 - 0/21 - 18/91 21/221 eerder mitraalkleplijden 4/155 8/62 - 14/130 0/2 - 0/4 - 1/2 - 16/91 1/41 7/85 4/24 - 4/49 9/69 - 0/7 - 0/0 - 3/34 3/51 75-84 13/246 13/120 - 26/191 34/170 - 3/28 - 1/14 - 18/95 16/148 >=85 9/120 10/76 - 4/73 25/82 - 2/14 - 0/9 - 13/53 6/73 Eerder mitraalkleplijden Leeftijd <75 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. 137 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR 30-daagse mortaliteit AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU geen chronische longziekte 4/116 12/511 9/278 20/437 4/190 4/83 5/402 6/145 17/390 5/254 3/106 - chronische longziekte 2/21 12/126 4/60 4/65 0/34 3/26 4/104 3/27 3/54 1/54 2/60 - laag < 10% 2/88 6/415 6/238 11/361 2/172 2/50 3/342 1/125 10/312 2/231 3/119 - middel 10-20% 2/30 8/144 2/72 8/105 1/37 1/45 2/108 3/38 5/102 2/59 1/38 - hoog > 20% 2/18 10/78 5/29 5/36 1/15 4/14 4/56 5/9 5/30 2/18 1/9 - Chronische longziekte Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie geen nierinsufficiëntie - 6/441 6/239 9/307 1/154 3/78 4/363 7/120 14/340 3/210 3/116 - nierinsufficiëntie - 18/196 7/100 13/189 3/70 4/31 5/143 2/52 6/104 3/97 2/50 - Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR 120-daagse mortaliteit AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU laag < 10% 2/88 10/415 10/238 15/361 - 4/50 10/342 3/125 21/312 2/231 4/119 - middel 10-20% 2/30 10/144 4/72 10/105 - 2/45 3/108 4/38 12/102 3/59 2/38 - hoog > 20% 2/18 12/78 9/29 8/36 - 4/14 7/56 5/9 8/30 3/18 1/9 - Logistische Euroscore I Nierinsufficiëntie geen nierinsufficiëntie - 8/441 14/239 13/307 - 5/78 12/363 9/120 25/340 3/210 5/116 - nierinsufficiëntie - 24/196 9/100 18/189 - 5/31 8/143 3/52 16/104 5/97 2/50 - Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR Bloedtransfusie nodig AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU man - 149/449 113/233 99/336 - 11/23 50/319 55/117 114/301 116/210 42/118 - vrouw - 129/188 74/110 62/168 - 7/10 87/187 35/51 79/143 80/98 25/48 - geen recent myocardinfarct - 236/565 155/296 133/451 - 17/31 123/471 77/149 176/414 183/293 - - recent myocardinfarct - 42/72 32/47 24/47 - 1/2 14/35 13/19 17/30 13/15 - - Geslacht Recent myocardinfarct Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - CABG + AVR CVA AMC Amphia Antonius Catharina Erasmus Haga Isala MCL MST OLVG UMCG UMCU geen diabetes mellitus 2/125 3/462 4/251 12/367 - 2/75 3/348 3/120 0/306 3/209 - - diabetes mellitus 0/12 0/175 5/92 5/135 - 1/34 6/158 0/52 1/137 1/99 - - man 1/97 2/449 4/233 11/336 - 2/72 7/319 1/120 1/301 2/210 2/118 - vrouw 1/40 1/188 5/110 6/168 - 1/37 2/187 2/52 0/143 2/98 0/48 - geen nierinsufficiëntie - 2/441 6/241 6/309 - 1/78 5/363 2/120 0/340 1/210 1/116 - nierinsufficiëntie - 1/196 3/102 11/189 - 2/31 4/143 1/52 1/104 3/97 1/50 - Diabetes mellitus Geslacht Nierinsufficiëntie 138 Raadpleeg voor correcte interpretatie de leeswijzer in paragraaf 6.1. De gehanteerde definities zijn gepubliceerd op www.meetbaarbeter.com. Bijlage 2: Meetbaar Beter organisatie Raad van Bestuur Dhr. E.J. Daeter, cardiothoracaal chirurg (St. Antonius Ziekenhuis), voorzitter Dr. J.J. Koolen, cardioloog (Catharina Ziekenhuis) Prof. Dr. Mr. B.A.J.M. de Mol, cardiothoracaal chirurg (Academisch Medisch Centrum Amsterdam) Dhr. H.P.A. van Veghel, portefeuille organisatie Raad van Advies Dr. W.J. van Boven (Academisch Medisch Centrum Amsterdam) Dr. P. den Heijer (Amphia Ziekenhuis) Dr. B. Rensing (St. Antonius Ziekenhuis) Dr. A.H.M. van Straten (Catharina Ziekenhuis) Dr. T.W. Galema (Erasmus MC) Dhr. M. Bax (HagaZiekenhuis) Dr. J.H.E. Dambrink (Isala) Dhr. J. Haenen (Medisch Centrum Leeuwarden) Dr. J.M. van Opstal (Medisch Spectrum Twente) Dr. G. Amoroso (Onze Lieve Vrouwe Gasthuis) Dhr. T.W. Waterbolk (Universitair Medisch Centrum Groningen) Dr. P.R. Stella (Universitair Medisch Centrum Utrecht) Raad van Toezicht Prof. Dr. R. Grol, voorzitter Dr. P. Batenburg (Catharina Ziekenhuis) Ir. D. Schraven (St. Antonius Ziekenhuis) Prof. Dr. F. van Eenennaam (The Decision Group) Dr. V. Umans (NVvC) Dr. L. Noyez (NVT) Intern Projectleiders Ir. T.L. Nolst Trenité (Academisch Medisch Centrum Amsterdam) Mevr. P. Kottier (Amphia Ziekenhuis) Dhr. M. Bosschaert (St. Antonius Ziekenhuis) Dr. D. Veldman-Schulz (Catharina Ziekenhuis) Dr. T.W. Galema (Erasmus MC) Mevr. E. van Seventer (HagaZiekenhuis) Mevr. M. van den Enden (Isala) Dhr. M. van der Wal (Medisch Centrum Leeuwarden) Mevr. E.JL. Huiskes (Medisch Spectrum Twente) Mevr. E. Kop & Mevr. S. Tenniglo (Onze Lieve Vrouwe Gasthuis) Dhr. J. Koster (Universitair Medisch Centrum Groningen) Mevr. T.H. Dispa (Universitair Medisch Centrum Utrecht) Datamanagers Dhr. J. Junggeburt (Academisch Medisch Centrum Amsterdam) Mevr. D. Baak (Amphia Ziekenhuis) Dhr. T. Oirbans (St. Antonius Ziekenhuis) Dhr. T. Brouwer (Catharina Ziekenhuis) Mevr. A.L. Venema (Erasmus MC) Mevr. E.T.W. van der Knaap & Mevr. A.E. van den Berg (HagaZiekenhuis) Dhr. H. Lafeber & Dhr. H. Wesselink (Isala) Mevr. H. Rijnhart-de Jong (Medisch Centrum Leeuwarden) Dhr. H. Verheij (Medisch Spectrum Twente) Mevr. E. Verbeek (Onze Lieve Vrouwe Gasthuis) Dhr. T.W. Waterbolk (Universitair Medisch Centrum Groningen) Dhr. J. Martens (Universitair Medisch Centrum Utrecht) 139 Colofon & Disclaimer Hoofdredactie H.P.A. van Veghel Programma Directeur Datamanagement Dr. S. Houterman Manager Datamanagement M. Marteijn Business Analyst Productiebegeleiding D.S. de Waard Manager Communicatie Uitkomstindicatoren Dr. P. van der Nat Manager Ontwikkeling & Implementatie Medische Experts J. Matola Cardiothoracaal chirurg Dr. P. Houthuizen Cardioloog Methodologisch Partner The Decision Group Productie Math Made, D&B Communicatie en Drukkerij Snep Foto omslag Frans Paalman/Isala © November 2014 Dit is een uitgave van de stichting Meetbaar Beter. De stichting stelt zich tot doel het bijdragen aan de verdere verbetering van de kwaliteit van zorg voor hartpatiënten door het ontwikkelen, verspreiden en implementeren van een kwaliteits systeem op basis van patiëntrelevante uitkomstindicatoren. De methodologische basis voor het programma Meetbaar Beter ligt in het gedachtegoed van Prof. M. Porter van Harvard Business School in Boston. De stichting Meetbaar Beter heeft een solide methodologische basis onder haar programma gelegd door een partnershipovereenkomst aan te gaan met The Decision Group. Een internationale adviesraad van medische en methodologische experts staan garant voor de wetenschappelijke onderbouwing en objectiviteit van Meetbaar Beter. Diverse stakeholders zoals patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en de IGZ zijn bij Meetbaar Beter betrokken via een klankbordgroep. 140 Methodologisch partner: The Decision Group TM Meetbaar Beter Boek Deelnemende hartcentra 2014
© Copyright 2025 ExpyDoc