Geconsolideerde jaarrekening 2013

Geconsolideerde
jaarrekening 2013
Bijlage bij het jaarverslag
Volgens IFRS
werken aan zuiver water
5
27
Verslag van de raad
van bestuur over
het boekjaar 2013
Jaarrekening
4
Geconsolideerde jaarrekening 2013
Verslag van de raad
van bestuur over
het boekjaar 2013
Geconsolideerde jaarrekening
Verslag van de raad van bestuur
Belangrijkste evoluties tijdens het boekjaar
Uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest
Beheer van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest
Diensten buiten de overeenkomst met het Vlaamse Gewest
Onderzoek en productontwikkeling
Belangrijkste risicofactoren
Belangrijkste evoluties na het boekjaar
Commentaar bij de geconsolideerde balans
Commentaar bij de geconsolideerde winst- en verliesrekening
en het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
6
7
11
14
18
21
23
24
25
26
6
Geconsolideerde jaarrekening 2013
Verslag van de raad
van bestuur over het
boekjaar 2013
Proper water in alle beken en rivieren, dat is wat de
Kaderrichtlijn Water beoogt en dat blijft ook de belangrijkste
doelstelling van Aquafin. Daarnaast willen we vanuit
onze kennis van de waterzuiveringsinfrastructuur en de
interactie met de waterlopen, ook op het gebied van
waterbeheersing een toegevoegde waarde leveren voor
onze klanten.
2013 was een uitdagend jaar door de moeilijke
financiële omstandigheden bij de gemeenten en de
bijzondere weersomstandigheden. Toch bereikten we voor
het Vlaamse Gewest onze vooropgestelde doelstellingen
voor de optimalisatie van de infrastructuur en de kwaliteit
van het gezuiverde water. Dat deden we door intern
de juiste focus te bepalen en in alle processen de klant
voor ogen te houden.
Op de gemeentelijke markt is Aquafin nog steeds de
grootste speler in Vlaanderen. We zijn er in 2013 geslaagd
om als eerste operator een volledig afgewerkt en meteen
bruikbaar hemelwaterplan af te leveren voor een klantgemeente. De volgende jaren leggen we voor onze
klant-gemeenten de nadruk op producten die gericht
zijn op een adaptatie aan de klimaatverandering en
een goed beheer van de infrastructuur. Hoe schaarser
de financiële middelen, hoe belangrijker het immers is
dat elke euro juist wordt besteed.
Belangrijkste evoluties
tijdens het boekjaar
↘
STATUTEN AANGEPAST
Het Vlaamse Gewest draagt Aquafin via het
Optimalisatieprogramma geregeld projecten op om regen- en
oppervlaktewater af te koppelen van het rioleringsstelsel.
Daarom werd tijdens de Algemene Vergadering van 15 oktober
2013 het statutaire doel van Aquafin uitgebreid met
betrekking tot het scheiden, opvangen, verzamelen en
behandelen van afval- en hemelwater. Tegelijk biedt dit
Aquafin de mogelijkheid om ook andere activiteiten rond
waterbeheersing uit te oefenen zoals de opmaak van
hemelwaterplannen.
↘
BELANG VAN ONDERHOUD EN
VERVANGING INFRASTRUCTUUR
WORDT STEEDS GROTER
De laatste jaren verschuift het accent meer en meer
van de uitbouw naar het beheer van de bovengemeentelijke
zuiverinsinfrastructuur. Niet enkel de infrastructuur die
Aquafin van zijn voorgangers overnam veroudert stilaan,
ook de oudste eigen gebouwde installaties hebben de leeftijd
van 20 jaar bereikt. Uiteraard heeft Aquafin vanaf het begin
aan risicobeheer gedaan voor zijn infrastructuur. Tot voor 2013
zaten de verschillende deeldomeinen hiervan echter verspreid
binnen het bedrijf. Vorig jaar zijn alle diensten en afdelingen
die zorgen voor betrouwbare installaties samengebracht in
een nieuwe directie Asset Management, nadat een jaar eerder
“Performante en betrouwbare installaties” als een van de vijf
kernprocessen werd gedefinieerd. De synergie die hierdoor
ontstaat, moet leiden tot een goed zicht op de totale
levenscyclus van onze infrastructuur, vanaf de ontwerpfase
tot en met de uitdienstneming. Asset Management vormt
dan ook een brug tussen de overige kernprocessen Visie,
Versnelde Uitvoering, Financieren en Transporteren en
zuiveren van afvalwater.
↘ ISO55000, een kwaliteitslabel voor
het hele bedrijf
In 2013 startte Aquafin met de voorbereidingen voor
het behalen van het ISO55000-certificaat, de internationale
norm voor Asset Management. Omdat de garantie
voor kwaliteitsvolle installaties begint vanaf het ontwerp
en over de hele levenscyclus loopt, zal Aquafin de
ISO55000-standaard invoeren als kwaliteitslabel voor
het hele bedrijf. De nieuwe norm voor Asset Management
geeft eigenaren van kapitaalgoederen een instrument
in handen om hun “assets” gedurende de hele levenscyclus op een doelmatige, duurzame en kosteneffectieve
wijze te beheren, afgestemd op de behoeften van de
stakeholders.
↘
EEN TWEEDE LOKAAL PACT
Begin december 2013 keurde de Vlaamse Regering de
verlenging goed van het Lokaal Pact. Het eerste Lokaal Pact
dateert van 2008 en had een looptijd van zeven jaar, waarin
het Vlaamse Gewest jaarlijks voor 100 miljoen euro rioleringsprojecten overneemt van de gemeenten en voor uitvoering
opdraagt aan Aquafin. Hiermee tracht het gewest de
financiële druk bij de gemeenten voor een stuk te verlagen
terwijl de noodzakelijke investeringen voor het milieu toch
gebeuren.
De laatste schijf van het eerste Lokaal Pact zal opgedragen
worden via het Optimalisatieprogramma 2016. De verlenging
van het Lokaal Pact houdt opnieuw de toewijzing in van extra
projecten voor een jaarlijks bedrag van 100 miljoen euro,
dit keer voor een periode van vijf jaar. De opdrachten zullen
opgenomen worden in de Optimalisatieprogramma’s 2017-2021.
Verslag van de raad van bestuur
7
8
Geconsolideerde jaarrekening 2013
OPGEDRAGEN PROJECTEN
● Waarde projecten
mio euro
↘
● Lokaal pact
● Toegezegd budget
300
250
200
150
100
50
0
IP2004
2002
↘
2003
IP2005 OP2006 OP2007 OP2008
2004
2005
2005
2006
2007
GOEDKEURING OPTIMALISATIEPROGRAMMA 2015
Op 20 december 2013 heeft de Vlaamse Regering het
budget voor de uitbouw van de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur voor het programmajaar 2015 goedgekeurd.
Het totaal beschikbare budget werd vastgelegd op 230 miljoen
euro, vermeerderd met 20 miljoen euro voor de afbouw van de
gecumuleerde overschrijding van het investerings- en
renovatieprogramma van vroegere programmajaren. Van het
budget van 230 miljoen euro is 69,6 miljoen euro voorzien
om toekomstige prijsstijgingen voor de nieuw opgedragen
projecten op te vangen. Rest er nog het bedrag van 160,4 miljoen
euro voor nieuwe projecten, waarvan 78,4 miljoen euro is
toegewezen voor investeringen in het kader van het Lokaal
Pact met de gemeenten. Het Optimalisatieprogramma 2015
draagt 142 nieuwe projecten op en 21 projecten werden
doorgeschoven. Verder wordt er voor 10 projecten alleen het
studiewerk (opmaak technisch plan) opgedragen.
De optimalisatieprogramma’s worden opgemaakt door
de Vlaamse Milieumaatschappij, in overleg met Aquafin,
de provincies en de bekkenbesturen. Ze omvatten projecten
gericht op de bijkomende sanering van lozingspunten, de bouw
van kleinschalige zuiveringsinstallaties en de aanleg van
strategische regenwaterleidingen om de bestaande infrastructuur te verbeteren. Bij de keuze van de projecten wordt
gelet op hun ecologisch en economisch rendement.
OP2009 OP2010 OP2011 OP2012 OP2013 OP2014 OP2015
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
↘
WERKINGSBUDGET IN EIGEN BEHEER
Vanaf 2014 kent het Vlaamse Gewest het werkingsbudget
van Aquafin toe op basis van de kostprijs van de geleverde
eindproducten. De basis voor een nieuw berekeningsmodel
legde Aquafin zelf. In overleg met de leden van het
Budgetoverleg (Vlaamse Gewest Kabinetten Leefmilieu en
Begroting, VMM, Rekenhof en Inspectie van Financiën) werd
het model verder verfijnd en op 7 juni 2013 werd het
goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
Het nieuwe begrotingsmodel wordt toegepast op de
werkingskosten die gerelateerd zijn aan de activiteiten
binnen de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest.
De budgetten voor het uitvoeren van opgedragen projecten
op het optimalisatieprogramma en van projecten voor
verbetering, aanpassing en vervanging van de infrastructuur,
vallen hier buiten net als de rentelasten en vergoeding eigen
middelen die hiermee gepaard gaan.
Volgens het nieuwe begrotingsmodel worden de
werkingskosten voortaan vergoed op basis van de geleverde
eindproducten. Dit zijn enerzijds het volume gezuiverd
afvalwater en anderzijds het goed beheer van het patrimonium.
Deze nieuwe werkwijze houdt in dat de Economisch
Toezichthouder bij de Vlaamse Milieumaatschappij de controle
op een aangepaste manier zal moeten uitvoeren.
Na het eerste implementatiejaar 2014, zal het model
geëvalueerd en indien nodig bijgesteld worden. Het nieuwe
begrotingsmodel wordt ook prestatiebudget genoemd,
omdat het de toegekende budgetten rechtstreeks koppelt aan
het eindproduct. Hiermee zetten het Vlaamse Gewest en
Aquafin een nieuwe stap in de richting van een volledige
resultaatsverbintenis.
↘
FOCUS EN DOEL METEN MET BALANCED
SCORECARD
Sinds meer dan tien jaar werkt Aquafin met de Balanced
Scorecard (BSC), een meetinstrument dat de organisatie
helpt om de focus op de vastgelegde strategie te houden.
Omdat Aquafin zijn organisatie gekanteld heeft in de richting
van de klant en procesgericht is gaan werken, is in 2013 werk
gemaakt van een volledige revisie van de BSC. Per kernproces
werden een business model en een strategy map opgemaakt.
Bovenop werd een nieuwe corporate strategy map uitgetekend.
Vanaf het voorjaar van 2014 zullen de eerste metingen
gebeuren met de vernieuwde BSC en kunnen we heel gericht
de prioriteiten en doelstellingen opvolgen voor de vernieuwde
organisatie.
↘
FINANCIERING VAN AQUAFIN
IN EEN VERANDERENDE MARKT
BELANG VAN INSTITUTIONELE INVESTEERDERS BEVESTIGD
Als gevolg van de start van het Basel III akkoord van het
“Basel Committee on Banking Supervision” begin 2013, werd
duidelijk dat de lange termijn kredietverstrekking door banken
zowel duurder als schaarser werd. Aquafin had zich hierop
voorbereid en heeft meer en meer financiering gezocht bij
institutionele investeerders zoals pensioenfondsen en
verzekeringsmaatschappijen. Ook in 2013 vormden zij samen
met de Europese Investeringsbank het zwaartepunt van de
lange termijn kredietverleners. Aquafin heeft voor het eerst
sinds de opstart van het “commercial paper”-programma
gebruik gemaakt van tranche B, die voorziet in opnames op
lange termijn. Daarnaast werd de “private placement” van
100 miljoen euro, die in 2013 op vervaldag kwam, gedeeltelijk
geherfinancierd via obligaties en kredieten verstrekt door
verzekeringsmaatschappijen.
ACTIEF RENTEMANAGEMENT OPTIMALISEERT
DE FINANCIERINGSKOST
Door het actief rentemanagement kan Aquafin de
financieringskosten voor de leningen op lange termijn
optimaliseren. In 2006 heeft de raad van bestuur de krijtlijnen
van het renterisicobeheer goedgekeurd. Deze zijn voor het
laatst aangepast in 2009.
Het rentebeleid bepaalt dat het actief rentemanagement
mag toegepast worden op 35 % van de uitstaande schuld op
lange termijn, waarvan maximum 10 % volledig variabel mag
zijn. Naast de indekking van de bestaande schuld mogen ook
de toekomstige rentelasten ingedekt worden en dit tot
maximum 50 % van de toekomstige gebudgetteerde leningen
op lange termijn met een horizon van 5 jaar. Dit alles is
mogelijk op voorwaarde dat er steeds een onderliggende
lening gebudgetteerd is tegenover elke indekkingstructuur.
Het financieel resultaat van het rentemanagement wordt
berekend door de actuele rentelast te vergelijken met de
benchmark (de geldende vaste rente op het ogenblik van het
opzetten van de structuur). De besparing die gerealiseerd
werd is conform de afspraken met het Vlaamse Gewest
verrekend met de drinkwatermaatschappijen.
Ook bij de onderhandeling van deze financiële transacties
ondervindt Aquafin de impact van het Basel III akkoord.
De tegenpartijen waarmee Aquafin indekkingen afsluit
moeten meer en meer rekening houden met het uitstaand
risico ten opzichte van hun eigen vermogen. Dit zorgt ervoor
dat het ook voor deze structuren moeilijker wordt om
tegenpartijen te vinden voor transacties met een zeer lange
looptijd.
↘
AFREKENINGEN VAN DE FINANCIËLE
JAREN 2011 & 2012 GOEDGEKEURD
HERONDERHANDELING VAN KREDIETLIJNEN OP KORTE TERMIJN
Aquafin heeft een grote portefeuille aan korte termijnlijnen
om tijdelijke kastekorten op te vangen en het “commercial
paper”-programma te ondersteunen. Omwille van de strengere
financiële regelgeving in de bankwereld werden deze lijnen
opnieuw onderhandeld. Hierdoor blijven de reserveringscommissies en de opnamemarges ook in de toekomst
betaalbaar. Deze operatie is gestart in 2012 en werd in 2013
volledig afgerond.
VERNIEUWING VAN DE AGENT VAN DE AFFECTATIEOVEREENKOMST
Op 19 juli 2013 heeft de Vlaamse Regering beslist om het
financieel verslag voor het boekjaar 2011 goed te keuren.
Een bedrag van 2.665 EUR werd verworpen. Nog net voor het
jaareinde, op 21 december 2013, werd ook het financieel
verslag voor het boekjaar 2012 goedgekeurd. Hierin werd
0 EUR verworpen.
Beide verslagen werden opgemaakt conform art.5 bis-1
van de beheersovereenkomst. Ze gaan op een gedetailleerde
wijze in op de financiële inkomsten en uitgaven. Ze schetsen
hoe de middelen die aan Aquafin toegewezen zijn op een
redelijke wijze benut worden.
Op vraag van de Vlaamse Regering werd de toekenning van
het agentschap aan Belfius herbekeken. Na marktconsultatie
wees Aquafin de rol van agent opnieuw toe aan deze bank.
Sinds de start van de affectatieovereenkomst heeft Belfius deze
functie ononderbroken uitgeoefend. Belfius heeft Aquafin altijd
ondersteund bij de diverse aanpassingen van de beheersovereenkomst en acteerde daardoor als woordvoerder voor
alle lange termijn investeerders.
Verslag van de raad van bestuur
9
10
Geconsolideerde jaarrekening 2013
↘
EUROPESE BOETE VOOR BELGIË
In 2004 veroordeelde het Europees Hof de lidstaat België
een eerste keer voor het niet naleven van de bepalingen van de
Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater voor de agglomeraties
boven 10.000 inwoners. Op dat moment ging de redelijke
termijn in waarbinnen België zich nog in regel kon stellen.
In juni 2009 volgde een laatste waarschuwing van de
Europese Commissie omdat ze meende dat op dat moment
nog steeds 1 Vlaamse, 21 Waalse agglomeraties en het
Hoofdstedelijk Gewest Brussel niet voldeden aan de richtlijn.
Op 19 oktober 2011 heeft de Europese Commissie België
opnieuw gedagvaard voor het Europees Hof. Deze laatste
dagvaarding heeft geleid tot een tweede veroordeling in
oktober 2013, waarna het Europees Hof boetes mag opleggen.
De lidstaat België kreeg een boete opgelegd van 10 miljoen
euro, beduidend lager dan de ruim 15 miljoen euro die de
Europese Commissie in haar dagvaarding van 2011 had geëist.
Het Europees Hof stelt dat België met de 9 jaar tussen de
eerste en de tweede veroordeling een redelijke termijn heeft
gekregen om de richtlijn correct uit te voeren en daar niet in
geslaagd is. Anderzijds erkent het Europees Hof dat België
in deze periode evenwel zware inspanningen heeft geleverd
waardoor bijna alle agglomeraties, uitgezonderd 5 agglomeraties
in het Waalse Gewest, intussen beantwoorden aan de richtlijn.
Precies om ervoor te zorgen dat ook in deze laatste
5 agglomeraties snel orde op zaken wordt gesteld, legt het
Europees Hof een dagelijkse dwangsom op van 4.722 euro.
Of het Waalse Gewest ook werkelijk deze som zal moeten
betalen, is nog niet zeker omdat het Hof pas over een half jaar
nazicht doet van de nieuwste stand van zaken. De kans is groot
dat ook dat Gewest tegen dan volledig in orde is.
Europa erkent enkel de lidstaten en kan dus alleen België
veroordelen, terwijl milieu en dus ook waterzuivering in België
al lange tijd een gewestelijke bevoegdheid is. In de bijzondere
wet die de staatshervorming regelt, wordt wel de mogelijkheid
geboden dat de federale overheid deze boete kan doorrekenen
naar de gewesten. Dat gebeurde tot vandaag niet.
Het Vlaamse Gewest en de twee andere gewesten kijken
op een verschillende manier naar de boete. Vlaanderen meent
dat het niet moet mee betalen omdat het voor de dagvaarding
van oktober 2011 al voldeed aan de richtlijn. Volgens Wallonië
en Brussel echter werd de rechtszaak aangespannen op basis
van gegevens uit 2009, toen ook Vlaanderen nog niet in orde
was zij het voor slechts één enkele agglomeratie. De boete zal
in elk geval geen rechtstreekse gevolgen hebben voor Aquafin.
Uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur voor het
Vlaamse Gewest
In 2013 heeft Aquafin de gestelde targets gehaald voor
hydronautstudies en aanbestedingen, en werden alle
ingediende projecten voor oplevering in gebruik genomen.
Multilaterale overeenkomsten met studiebureaus en goede
afspraken met partners en medeopdrachtgevers hebben
gezorgd voor een verbetering van de kwaliteit en de efficiëntie
van de uitgevoerde werken.
De actieve opdrachtenportefeuille met investeringsprojecten voor het Vlaamse Gewest bedroeg op 31 december
2013 ruim 1,2 miljard euro voor 1.144 projecten. Aquafin leverde
tot die datum 2.559 investerings- en renovatieprojecten op
voor 3,2 miljard euro.
Per 31 december 2013 was Aquafin verantwoordelijk voor
de exploitatie van 281 rioolwaterzuiveringsinstallaties. Om het
afvalwater naar de zuiveringsinstallaties te transporteren,
heeft Aquafin 5.335 km leidingen in beheer. Aquafin beheert
1.394 bovengemeentelijke pompstations en bergbezinkingsbekkens.
VISIE-ONTWIKKELING OVER DE UITBOUW EN HET BEHEER
VAN DE ZUIVERINGSINFRASTRUCTUUR
In hydraulische studies worden de fysische parameters
van het stelsel geregistreerd en vastgelegd. In 2013 heeft
Aquafin 86 hydronautstudies opgeleverd, voor een totaal van 3,4
miljoen euro. Hiervan waren 80 studies nodig voor de uitbouw
van het rioolstelsel, de overige 6 studies hadden tot doel de
kennis over de zuiveringsgebieden te vergroten. De target voor
2014 ligt opnieuw op 3,4 miljoen euro.
In 2013 besteedde Aquafin extra aandacht aan een
intensere wisselwerking tussen zijn kernprocessen Transporteren
en zuiveren van afvalwater enerzijds en Visie op het netwerk
anderzijds. Een nog actiever gebruik van de gebiedskennis
vormt immers een belangrijke meerwaarde om te komen tot
een goed werkend zuiveringsgebied. Vorig jaar werden in dat
kader voor 153 miljoen euro projectvoorstellen ingediend.
Uiteraard moeten we daarvoor ook nauw samenwerken met
overheden, administraties en andere instanties.
WAARDE PROJECTENPORTEFEUILLE
OPLEVERINGEN HYDRONAUTS
op 31 december 2013
↘
mio euro
↘
Opgeleverd
4,0
3.278,11
mio
euro
3,5
3,0
Gegund en aanbesteed
2,5
432,83
2,0
mio
euro
In ontwerp
797,92
1,5
1,0
mio
euro
0,5
0
2009
2010
2011
2012
2013
Verslag van de raad van bestuur
11
12
Geconsolideerde jaarrekening 2013
EERSTE JAAR MET MULTILATERALE OVEREENKOMSTEN
Eind 2012 startte Aquafin met multilaterale overeenkomsten waarbij we jaarlijks een percentage van onze
portefeuille voor transportprojecten toekennen aan een selectie
van studiebureaus die voldoen aan onze kwaliteitseisen.
Een jaar later stellen we vast dat het kwaliteitsniveau van
de studies binnen deze overeenkomsten sterk gestegen is.
Volgens een bevraging door ORI, een sectororganisatie
van advies- en ingenieursbureaus, eind 2013 bij haar leden
blijkt dat bijna 93 % van de deelnemende bureaus de
multilaterale overeenkomsten ervaart als een eerste stap naar
een volwaardig partnership. Dat is alleszins ook de richting die
Aquafin uit wil in zijn relatie met de studiebureaus. Een betere
samenwerking met een open en transparante communicatie
leidt immers tot betere projecten. Over het systeem van
de kwaliteitsbeoordeling is 71 % van de studiebureaus die
deelnamen aan het onderzoek tevreden.
AANBESTEDINGEN PIEKTEN IN HET NAJAAR
Aquafin bracht in 2013 projecten op de markt voor een
totaal bedrag van 190 miljoen euro, ruim boven de target van
160 miljoen euro. In de projecten waarvan Aquafin bouwheer is,
werden gelijktijdig nog aandelen van medeopdrachtgevers
aanbesteed voor een totaal bedrag van 42 miljoen euro.
Het is duidelijk dat Aquafin voor de aannemerssector een zeer
belangrijke opdrachtgever blijft.
De realisatie van projecten moet wel in een steeds
complexere omgeving gebeuren. In 2013 lagen de budgetten van
medeopdrachtgevers in de projecten van Aquafin, de gemeenten
en de rioolbeheerders, veel lager dan vroeger. Onder meer
hierdoor was tegen het bouwverlof nog maar een vierde
van de target van 160 miljoen euro projecten aanbesteed.
Projectteams binnen Aquafin inventariseerden vanaf de zomer
de risico’s op blokkering van alle projecten. Vervolgens werd een
actieplan opgesteld om de resterende knelpunten op te lossen.
Met de medeopdrachtgevers werden zeer strikte tijdsafspraken
gemaakt, wat betekent dat voor sommige projecten bepaalde
partners om budgettaire redenen uit het project stapten.
Sinds enkele jaren is ‘Visie’ een kernproces in het
bedrijf. De doelstelling is om een visie te ontwikkelen
enerzijds over hoe het rioleringsstelsel er in de toekomst
moet uitzien en anderzijds over hoe die gewenste toestand
moet bereikt worden, uitgaande van de bestaande
toestand. Zowel waterkwaliteit als waterkwantiteit
spelen daarin een belangrijke rol. Het bundelen van
de activiteiten in dit proces heeft geleid tot een synergie
van knowhow en ervaring.
Een mooi voorbeeld hiervan is het ecologisch
modelleren, waarvoor Visie in 2013 de eerste stappen
heeft gezet. Het team Onderzoek binnen Asset
Management ontwierp een model om de vuiluitworp
te berekenen uit het rioleringsstelsel via overstorten,
lozingen en de restlozing van de RWZI. Visie heeft voor
een tiental zuiveringsgebieden het rioolstelsel op een
vereenvoudigde manier voorgesteld in wat een riooldeelbekkenschema genoemd wordt. Vervolgens is de
vuiluitworp berekend, zodat kan worden bepaald wat
de beste optie is om de vuiluitworp uit het rioolstelsel
te beperken: meer transporteren afwaarts, of net minder
doorvoeren en/of bijkomend bergen. Dit model zal in
2014 verder ontwikkeld en toegepast worden.
FOCUS OP ASSET MANAGEMENT
Door de formulering van het kernproces “Betrouwbare en
performante installaties” en de focus op Asset Management
die daaruit voortvloeide, kon het budget voor verbeteringen en
aanpassingen aan de infrastructuur in 2013 voor het eerst
volledig ingevuld worden. Aquafin voerde voor 8 miljoen
euro projecten uit in het kader van efficiëntieverbetering,
aanpassingen in de wetgeving, veiligheidsaspecten of kleine
aanpassingen die renderen. Ook het budget van 3 miljoen euro
voor vervangingsinvesteringen werd volledig besteed.
Waar vroeger de nadruk lag op de investeringskost van
de infrastructuur zal in de toekomst meer de totale kost over
de volledige levensduur in rekening genomen worden.
AANBESTEDINGSRITME
mio euro
↘
ALLE INGEDIENDE PROJECTEN DOEN HUN WERK VOOR
HET MILIEU
180
160
140
120
100
80
60
40
20
0
2008
↘ De meerwaarde van een kernproces
‘Visie’
2009
2010
2011
2012
2013
De strenge winter van 2012-2013 was een vertragende
factor voor de uitvoering van projecten. Toch had Aquafin
tegen het einde van het jaar voor 167 miljoen euro projecten
voor oplevering ingediend bij het Vlaamse Gewest, terwijl de
target op 160 miljoen euro lag. Voor 135 miljoen euro aan
projecten werd ook daadwerkelijk opgeleverd. Het overige deel
vereiste nog enkele administratieve aanvullingen maar alle
ingediende projecten waren eind 2013 wel in gebruik en
vervullen dus hun ecologische functie.
Uiteraard zal Aquafin blijven focussen op de vormelijke
aspecten van de dossiers die we indienen. De doelstelling voor
2014 voor de opleveringen bedraagt 140 miljoen euro.
NIEUWE AFSPRAKEN VOOR EEN VLOTTERE SAMENWERKING
Aquafin ondervond de laatste jaren dat meer dan vroeger
de redelijkheid van kosten werd betwist bij het opleveren van
nieuwe installaties. Ook wat betreft de administratieve
volledigheid van opleveringsdossiers stelt de economisch
toezichthouder (AENT) zich veel strenger op dan voorheen.
In de tweede jaarhelft van 2013 heeft Aquafin onderhandelingen aangeknoopt met AENT om inzake de oplevering
van investeringsprojecten tot bindende afspraken te komen
waar beide partners zich in kunnen vinden. Zowel de
opleveringsprocedure op zich als de regeling omtrent de op
dat ogenblik nog niet definitief gekende kosten (nagekomen
kosten) werden verwerkt in aparte protocols. Beide protocols
zouden het risico op niet-oplevering en dus niet-terugbetaling
van de investeringskosten, zoals vermeld in het jaarverslag van
2012, aanzienlijk moeten doen dalen.
Daarnaast maakte Aquafin eind 2013, begin 2014 nieuwe
afspraken met AENT over de tijdige verwerving van gronden
die nodig zijn voor de investeringsprojecten. In het bijzonder
gaat het over de behandeling van aanvragen voor het
opstellen van “Verklaringen van Openbaar Nut” en van
onteigeningsbesluiten. Deze afspraken moeten de versnelde
uitvoering van projecten een duw in de rug geven.
OPLEVERINGSRITME
mio euro
↘
200
180
160
140
120
100
80
60
40
20
0
2008
2009
2010
2011
2012
2013
In 2013 werden vijftien nieuwe zuiveringsinstallaties
opgeleverd: in Avekapelle, Sint-Margriete, Hoogstade,
Mesen, Wannegem-Lede, Wijer, Sint-Maria-Aalter,
Gooik-Oetingen, Galmaarden-Waarbeke, LokerenDoorslaer, Bornem-Oude Schelde, Lokeren-Daknam,
Zottegem-Plankebeek, Steenkerke en Langemark.
Drie zuiveringsinstallaties werden gerenoveerd of
uitgebreid. Het gaat om de installaties in Heusden,
Hamont en Liedekerke.
Verslag van de raad van bestuur
13
14
Geconsolideerde jaarrekening 2013
Beheer van de zuiveringsinfrastructuur voor het
Vlaamse Gewest
Na een slechte start door de lange winter, heeft Aquafin
op het einde van het jaar toch zeer goede zuiveringsresultaten
voor het aangevoerde huishoudelijke afvalwater voorgelegd.
Een goede procesopvolging en de positieve invloed van
een zacht najaar brachten het eindresultaat op 97,7 % van de
zuiveringsinstallaties die aan alle normen voldeden.
De effluentresultaten van 2013 werden geëvalueerd voor
265 rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). Dat zijn de
zuiveringsinstallaties waarvan het Vlaamse Gewest in 1994
de exploitatie aan Aquafin toevertrouwde en de installaties
die Aquafin zelf bouwde en opleverde aan de aannemer
vóór juli 2013 én waarvoor de Vlaamse Milieumaatschappij
een controleprogramma lopende heeft.
↘
97,7 % VAN DE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES VOLDEDEN
AAN ALLE OPGELEGDE NORMEN
In 2013 voldeden 259 installaties of 97,7 % aan alle opgelegde
emissiegrenswaarden (witte balken in de figuur). De grafiek
geeft de evolutie weer over tien jaar. Twee geëvalueerde
RWZI’s voldeden niet aan de normen van de Europese Richtlijn
Stedelijk Afvalwater, die tot april 2004 ook de sectorale
normen waren van het Vlaamse Gewest. Daarnaast voldeden
vier installaties niet aan de huidige strengere Vlaamse normen.
Ze worden in de figuur aangegeven met een blauw balkje.
De RWZI’s Hamme, Heule en Bambrugge kwamen 1 à 2 %
te kort voor het verplichte verwijderingspercentage voor
stikstof, RWZI Duffel kwam 2 % te kort voor het verplichte
verwijderingspercentage voor BZV.
EVALUATIE VAN DE RWZI'S
%
↘
100
90
80
70
60
50
2004
2005
2006
2007
2008
● Voldaan t.o.v. alle normen
● Niet voldaan (t.o.v. de strengere normen Vlarem Kleine Trein)
● Niet voldaan (t.o.v. de normen van 2003)
2009
2010
2011
2012
2013
Geen enkele van deze RWZI’s had een overschrijding, zelfs
geen lichte, van de concentratienormen. KWZI Dikkelvenne
kende tijdens een regendag een uitspoeling van organisch
materiaal vanuit het rietveld en hierdoor was er een eenmalige
zware overschrijding van de concentratienorm voor BZV.
Op de RWZI Vlamertinge was er een slibuitspoeling die leidde
tot een zware overschrijding van de concentratienorm voor
zwevende stoffen. Hierdoor werd ook het verplichte
verwijderingspercentage voor zwevende stoffen op deze
installatie dit jaar niet gehaald.
↘
VERWIJDERINGSRENDEMENTEN
STATUS QUO
De gemiddelde verwijderingspercentages bleven voor
alle parameters quasi ongewijzigd ten opzichte van 2012:
BZV (98 %), CZV (90 %), zwevende stoffen (95 %), stikstof
(80 %) en fosfor (84 %). De winst of het verlies van rendement
bedraagt afhankelijk van de parameter maximaal 0,3 %.
De verwijderingspercentages voor de nutriënten blijven met
5 % (stikstof) en 9 % (fosfor) ruim boven de target van 75 %
die de Vlaamse Regering in 1995 vastlegde voor de totaliteit
van de openbare waterzuiveringsinstallaties.
↘ Grote impact van het weer op
de zuiveringsresultaten
Het jaar 2013 was voor het KMI globaal genomen een
normaal jaar wat betreft de gemiddelde temperatuur
en het neerslagtotaal. Toch was het voorbije jaar
klimatologisch gezien allerminst doorsnee. Het eerste
semester was te koud met abnormaal veel winterdagen
en maar liefst 35 sneeuwdagen die aanhielden tot ver in
maart. Een ernstig probleem vormde de snelle dooi eind
januari, die gepaard ging met felle regen. Bijgevolg werd
het dooiwater samen met de strooizouten versneld
afgevoerd, deels via de riolering naar de RWZI’s.
De micro-organismen van het actief slib werden
geparalyseerd door de koude en door de aangevoerde
strooizouten. Ook de nabezinking kreeg het moeilijk
door de zouten en door de grote debieten die moesten
verwerkt worden. Met ook nog eens een zeer natte
meimaand waren de verwijderingspercentages midden
2013 nog erg laag. Dat we de rest van het jaar nog veel
konden goedmaken, was enkel mogelijk door een
intensieve procesopvolging en een erg mild tweede
semester. Hierdoor voldeden veel RWZI’s pas laat in het
najaar aan de verplichte verwijderingspercentages
en was er op veel plaatsen weinig marge.
↘ Eerste waterlopen voldoen aan
Kaderrichtlijn Water met “goede toestand”
Uit de meest recente metingen door de Vlaamse
Milieumaatschappij in 2012, waarvan de resultaten
eind december 2013 werden gepubliceerd, blijkt dat
de waterkwaliteit in het algemeen opnieuw is verbeterd
ten opzichte van 2011. De verschillen zijn misschien
niet spectaculair op jaarbasis maar bekeken over de
afgelopen decennia is er wel een enorme vooruitgang
geboekt.
Hoewel de waterkwaliteit er in alle rivierbekkens
stelselmatig op vooruit gaat, zijn er nog steeds grote
verschillen tussen de bekkens onderling. Waar bepaalde
meetplaatsen nu de score ‘aanvaardbaar’ halen, hebben
andere beken al bijna de doelstelling van de Kaderrichtlijn Water bereikt. Zo voldoet het waterlichaam
Kleine Nete I in het Netebekken al voor de tweede keer
aan de felbegeerde “goede toestand” die werd beoogd
tegen 2015. Voor de Wamp, ook in het Netebekken,
was dat in 2012 voor de eerste keer het geval.
↘
MEESTE VUILVRACHT OOIT VERWIJDERD
In 2013 noteerden we voor alle parameters nieuwe
records voor het aantal ton verwijderde vuilvracht. Omdat de
verwijderingspercentages constant bleven, is dit een gevolg
van de verhoogde aangevoerde vuilvrachten. Alleen voor BZV
is de stijging van de verwijderde vuilvracht te danken aan het
licht verbeterde verwijderingsrendement.
↘
AANGEVOERDE VUILVRACHT
BEANTWOORDT AAN THEORETISCHE
VERWACHTINGEN
De gemeten vuilvrachten die op de RWZI’s aangevoerd
worden, kunnen vertaald worden naar het aantal inwoners die
al op de zuiveringsinfrastructuur aangesloten zijn. Het Vlaamse
Gewest telt ruim 6,38 miljoen inwoners. Gezien de zuiveringsgraad in 2013 meer dan 80 % bedroeg, zouden in theorie
5,1 miljoen inwoners moeten aangesloten zijn op een RWZI.
Wanneer we dit aantal verminderen met de Vlaamse huishoudens
waarvan het afvalwater in een Brusselse RWZI gezuiverd wordt,
dan komen we op maximum 5,0 miljoen inwoners waarvan
de vuilvracht zou aangesloten zijn op een RWZI van Aquafin.
Dit getal houdt echter geen rekening met bedrijven die
aangesloten zijn op de collectieve zuivering, maar ook niet
met de gezinnen die hun afvalwater zelf zuiveren met een IBA.
Verslag van de raad van bestuur
15
Geconsolideerde jaarrekening 2013
VERWIJDERDE VUILVRACHT EN ZUIVERINGSRENDEMENT
VAN ALLE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES
↘
Biologisch zuurstofverbruik
Zwevende stoffen
120
90
65
85
60
80
75
55
95
110
90
100
85
90
80
75
80
‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12 ‘13
‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12 ‘13
Chemisch zuurstofverbruik
Stikstof
20
85
190
95
18
80
180
90
16
75
170
85
14
70
160
80
12
65
75
150
Verwijderde vuilvracht
(in 1.000 ton/jaar) ↘
100
60
10
‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12 ‘13
↘ Verwijderingspercentage
200
↘ Verwijderingspercentage
Verwijderde vuilvracht
(in 1.000 ton/jaar) ↘
100
↘ Verwijderingspercentage
95
70
Verwijderde vuilvracht
(in 1.000 ton/jaar) ↘
100
↘ Verwijderingspercentage
Verwijderde vuilvracht
(in 1.000 ton/jaar) ↘
75
‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12 ‘13
Fosfor
3,2
90
2,8
80
75
2,4
70
2,0
65
‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12 ‘12
↘ Verwijderingspercentage
85
Verwijderde vuilvracht
(in 1.000 ton/jaar) ↘
16
In de grafieken wordt de verwijderde vuilvracht van
de totaliteit van de rioolwaterzuiveringsinstallaties
voorgesteld, samen met het verwijderingspercentage.
Per gemeten parameter (BZV, CZV, zwevende stoffen,
stikstof en fosfor) wordt het verschil bepaald tussen de
biologisch behandelde vuilvracht en de restvuilvracht die
geloosd wordt na biologische zuivering. Het verschil is
de verwijderde vuilvracht, aangegeven in 1.000 ton/jaar.
Het verwijderingspercentage is gelijk aan de tijdens de
biologische behandeling verwijderde vuilvracht, gedeeld
door de totale biologisch behandelde vuilvracht.
■ Verwijderde vuilvracht
● Verwijderingspercentage
Voor het ontwerp van RWZI’s wordt rekening gehouden
met de theoretische dagelijkse vuilvracht van elke Vlaming:
54 g BZV, 135 g CZV, 90 g zwevende stoffen, 10 g stikstof en 2 g
fosfor. Als we de vuilvrachten die in 2013 aangevoerd werden
herrekenen naar deze hoeveelheden, zou er momenteel
een vuilvracht van 4,9 miljoen inwoners aangevoerd worden
(gemiddelde van de schattingen op basis van de 5 parameters).
De gegevens over nutriënten geven een overschatting,
de gegevens over BZV en zwevende stoffen geven een
onderschatting. Hieruit kan afgeleid worden dat de vuilvracht
die theoretisch zou moeten aangevoerd worden op de
rioolwaterzuiveringsinstallaties, in de praktijk ook werkelijk
wordt aangevoerd.
Voor de opgemerkte onderschatting op basis van BZVgegevens zijn er twee verklaringen. Metingen uitgevoerd op het
rioolstelsel van Tielt hebben een daling van de BZV-concentratie
van 18 % aangetoond ten gevolge van biodegradatie.
Dat betekent dat micro-organismen het BZV in de riool
afbreken. Bovendien blijkt de theoretische dagelijkse vuilvracht van BZV niet te kloppen. Volgens een EPAS-studie in
opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij zou een
inwoner geen 54 g BZV per dag lozen, maar slechts 44 g.
Latere studies van EPAS gaven een gemiddelde BZV-vuilvracht
van maar 38 g per inwoner aan. Als het aantal aangesloten
inwonerequivalenten bepaald wordt op basis van 44 g/IE/dag,
dan is het resultaat voor BZV ook 4,8 miljoen IE.
De overschatting voor nutriënten kan verklaard worden
door nutriëntenrijk insijpelend of geloosd grondwater en water
van aangesloten grachten. Tijdens het afvalwatertransport
worden geen nutriënten verwijderd. Organische stikstof
wordt weliswaar bacterieel omgezet in ammonium, maar dit
vermindert de totale stikstofvracht niet.
↘ Normen voor gezuiverd huishoudelijk
afvalwater
Het gezuiverde afvalwater (effluent) moet aan
bepaalde normen voldoen, die afhankelijk zijn van de
agglomeratiegrootte waarvoor de installatie gebouwd is.
Tot 2004 waren deze normen een kopie van de Europese
normen, opgelegd via de richtlijn Stedelijk Afvalwater
(ERSA). Op Vlaams niveau werden ze door een Vlaremwijziging tussen 2004 en 2006 verstrengd. Aquafin volgt
vijf parameters op: biologisch zuurstofverbruik (BZV),
chemisch zuurstofverbruik (CZV), totaal stikstof, totaal
fosfor en zwevende stoffen. Het biologische zuurstofverbruik geeft aan hoeveel zuurstof bacteriën nodig
hebben om op 5 dagen tijd bij 20° C de organische
vuilvracht in 1 liter gezuiverd afvalwater af te breken.
Bij hoge BZV-waarden ontwikkelen de bacteriën zich zo
snel dat het risico bestaat dat ze door hun ademhaling
alle zuurstof uit het water opnemen. Het chemische
zuurstofverbruik geeft aan hoeveel zuurstof er nodig is
om de aanwezige vuilvracht volledig te oxideren.
De parameter zwevende stoffen geeft een maat voor de
zwevende (niet oplosbare) stoffen die in het gezuiverde
afvalwater mogen achterblijven. Te veel stikstof en fosfor
in het water, brengt een explosieve algenbloei op gang.
’s Nachts onttrekken deze algen zuurstof aan het water,
waardoor vissen, waterplanten en andere organismen
het moeilijk krijgen.
Verslag van de raad van bestuur
17
18
Geconsolideerde jaarrekening 2013
Diensten buiten
de overeenkomst met
het Vlaamse gewest
De minister van Leefmilieu blijft Aquafin stimuleren om
zijn knowhow te valoriseren bij de gemeenten en de industrie
in Vlaanderen, maar ook in het buitenland. Gemeenten die
ervoor kiezen om voor de uitbouw en het beheer van hun
rioleringsstelsel een samenwerking op te zetten met Aquafin,
kunnen erop rekenen dat de middelen die hiervoor geïnd worden
via de drinkwaterfactuur, daadwerkelijk worden aangewend
voor de saneringsinfrastructuur. Dochtermaatschappij
Aquaplus maakte voor de binnenlandse, industriële markt
nooit eerder zo veel offertes op en haalde nooit eerder zo veel
opdrachten binnen als het voorbije jaar. In het buitenland
werden in het belang van ASEWater Technologies de
contacten verscherpt met lokale beslissingnemers.
↘
BETROUWBARE PARTNER VOOR
DE UITBOUW EN BEHEER VAN DE
GEMEENTELIJKE ZUIVERINGSINFRASTRUCTUUR
Waar RioAct de gemeenten bijstaat in de uitbouw, het
beheer en onderhoud van hun rioleringsstelsel, is RioP een
constructie die het rioleringsstelsel van de gemeenten volledig
overneemt. Beide samenwerkingsvormen vallen onder RioPACT,
de business unit voor rioleringsactiviteiten van De Watergroep
en Aquafin.
In 2013 werden 69 commerciële projecten beëindigd.
In opdracht van de gemeenten werden nog 49 commerciële
projecten aanbesteed met een bijkomend aandeel van 10 miljoen
euro van medeopdrachtgevers.
Spreiding inwoners
per contractvorm
↘
● Concessie
● Rio-link
De grootste uitdaging voor Vlaanderen om te voldoen
aan de Kaderrichtlijn Water, ligt nog op lokaal niveau. Met de
verlenging van het Lokaal Pact en het optrekken van de
jaarlijkse subsidiëring van gemeentelijke rioleringsprojecten,
vangt het gewest een deel van de investeringen op. Toch resten
er voor de gemeenten nog heel wat projecten die moeten
uitgevoerd worden, waarvoor veel gemeenten zelf niet de
nodige technische kennis in huis hebben.
Sinds 2004 mag Aquafin mee concurreren met de andere
riooloperatoren op de gemeentelijke markt. Gemeenten kunnen
kiezen voor een rechtstreekse concessieovereenkomst met
Aquafin, of aansluiten bij één van de samenwerkingsverbanden die Aquafin is aangegaan met Vivaqua, TMVW en
AWW (rio-link) en De Watergroep (RioAct en RioP).
● RioAct
● RioP
● RTD
Spreiding gemeenten
per contractvorm
↘
● Concessie
● Rio-link
Rio-link is een samenwerking tussen Aquafin en het
drinkwaterbedrijf water-link waarin beide bedrijven hun
sterktes bundelen en met een compleet aanbod naar de
gemeenten in het Antwerpse trekken. Aquafin neemt in
rio-link vooral het projectmanagement en de exploitatieopdrachten voor zijn rekening. Water-link staat o.a. in voor
het onderhoud en het contact met de burger.
12 %
28 %
39 %
9%
12 %
● RioAct
● RioP
● RTD
16 %
12 %
46 %
15 %
12 %
Aquafin kon vorig jaar vijf nieuwe klanten verwelkomen.
Kappelle-op-den-bos, Kortijk, Lennik en Leuven traden toe
tot RioAct, Hamme koos voor een langlopende Rio-Totaal
dienstverleningsovereenkomst. Aartselaar en Brasschaat,
voorheen klant van rio-link, kozen in 2013 voor een andere
rioolbeheerder. Het aantal concessies bleef stabiel.
Eind 2013 had Aquafin 95 commerciële klanten. Daarmee
blijven we de grootste speler op de markt, zowel wat betreft
het aantal klant-gemeenten als wat betreft het totaal aantal
inwoners.
↘ Anticiperen op de behoeften van de klant
Door onze uitgebreide gebiedskennis en onze brede
kijk op de interactie tussen riolen, waterlopen en
buffersystemen, kan Aquafin voor de gemeenten een
belangrijke bijdrage leveren op het vlak van beheersing
van de waterkwantiteit.
Meer neerslag in de winter en zware piekbuien in de
zomer verhogen de kans op wateroverlast. Ruimte geven
aan water zal de uitdaging van de toekomst zijn. In 2013
is Aquafin er als eerste speler op de markt in geslaagd
om een concreet hemelwaterplan uit te werken voor
een Vlaamse gemeente. Dat omvat een duidelijke visie
en voorstellen voor ruimtelijke ingrepen op middellange
en lange termijn. Door de goede oplossingen voor
hemelwater te combineren met architecturale stadslandschappelijke elementen, kan het hemelwaterplan
ook een toegevoegde waarde bieden op het vlak
van stadsontwikkeling.
↘
ONDERSTEUNING GEMEENTEN
MET FINANCIËLE KENNIS
Aquafin heeft sinds 2009 gemeentelijke transportprojecten lopen waarbij de investering gedurende 15 jaar op de
balans van Aquafin blijven, samen met de financiering ervan.
Over deze periode factureert Aquafin de gespreide kosten door
aan de gemeente of intercommunale. Na de periode van 15 jaar
worden de activa om niet overgedragen aan de tegenpartijen.
In 2013 heeft Aquafin de financiering van zes nieuwe
transportprojecten opgestart, met name in Brasschaat, Geel,
Vilvoorde, Boechout, Kortenberg en Hove. Samen vertegenwoordigen ze 44 % van de lopende contracten met betrekking
tot transportprojecten.
↘ Klimaatevent kaart gevolgen klimaatwijziging aan
Hoewel de gevolgen van de klimaatverandering zich
nu al enige tijd manifesteren, bestaat er nationaal en
internationaal nog veel verwarring rond. Op 26 september
2013 organiseerde Aquafin een informatieve en
inspirerende namiddag rond het onderwerp met
gerenommeerde gastsprekers.
↘
ADVIEZEN VOOR ACTUALISATIE
ZONERINGSPLANNEN EN GEBIEDSDEKKENDE UITVOERINGSPLANNEN
In maart 2013 kregen de Vlaamse steden en gemeenten
van de Vlaamse Milieumaatschappij de vraag om de
gemeentelijke zoneringsplannen te herzien tegen uiterlijk
15 juni 2013. Aquafin heeft haar klant-gemeenten die dat
wensten, een tachtigtal in totaal, begeleid in dit proces en hen
bijgestaan met advies. De specifieke kennis van onze gebiedsingenieurs kon deze gemeenten een grote meerwaarde
bieden binnen de zeer strikte deadline.
↘
FOCUS OP ASSET MANAGEMENT
De watersector beheert voorzieningen met een geschatte
vervangingswaarde van miljarden euro’s. Dat terwijl de
gemeentelijke rioleringen nog niet volledig uitgebouwd zijn.
Volgens een rekenmodel van de VMM, moet er tussen 2013
en 2027 nog 10.000 km gemeentelijke riolering bijkomen om
te voldoen aan de kaderrichtlijn Water.
De aanleg van die 10.000 km vraagt nog grote budgettaire
inspanningen van de gemeenten. Een goed asset management
zorgt ervoor dat de gemeenten hun budget precies
aanwenden daar waar het nodig is, zowel voor de aanleg
als het onderhoud van hun rioolstelsel. De volgende jaren wil
Aquafin zich daarom meer gaan richten op asset management
voor de gemeenten.
Verslag van de raad van bestuur
19
20
Geconsolideerde jaarrekening 2013
↘
ONDERSTEUNING VAN DE INDUSTRIE
EN BUITENLANDSE PROJECTEN
VIA AQUAPLUS
In 2013 heeft Aquaplus NV, het commerciële dochterbedrijf van Aquafin, verder gebouwd op het business plan
dat een jaar eerder werd opgesteld. In het binnenland richt
Aquaplus zich op de industrie en biedt het de knowhow van
Aquafin aan op het vlak van exploitatie en onderhoud van
zuiveringsinstallaties, de uitvoering van studies en audits en de
uitvoering van nieuwbouw of projectmanagement. Het aantal
offertes dat Aquaplus in 2013 opmaakte, lag opmerkelijk hoger
dan de voorgaande jaren. Meer dan de helft daarvan kon ook
daadwerkelijk omgezet worden in nieuwe opdrachten.
Sinds eind 2011 is Aquaplus partner in ASEwater
Technologies, een joint venture met het Indo-belgische ASE
Structure Design en gevestigd in Indië. Ter plaatse werden de
contacten versterkt met de lokale beslissingnemers inzake
drink- en afvalwaterprojecten. Verder heeft Aquaplus in 2013
in het buitenland zijn knowhow kunnen vermarkten in China
en Oman, respectievelijk met projecten rond adviesverlening
en opleidingen.
↘ Preventief rioolonderzoek bespaart
Denderleeuw miljoenen euro’s
Preventief investeren, is altijd stukken goedkoper dan
reactief moeten herstellen. Het rioleringsonderzoek dat
Aquafin in 2013 voor Denderleeuw uitvoerde, is daarvan
een mooi voorbeeld. De structurele toestand van 67 km
kritische leidingen werd in kaart gebracht, wat neerkomt
op ongeveer 40 % van de riolering. De studie kostte
Denderleeuw 50.000 euro en bracht 25 prioritaire acties
en projecten in beeld. 2 % van de onderzochte riolen
was structureel beschadigd en 12 % had nood aan
onderhoudsacties. De acties waren het ruimen van
rioleringen om de afvoercapaciteit te behouden zodat
wateroverlast vermeden wordt. Projecten zijn de lokale
herstellingen die Denderleeuw moest uitvoeren.
Deze acties en projecten kostten samen 250.000 euro,
een aanzienlijk bedrag voor een gemeente. Maar als
Denderleeuw wacht tot de rioleren daadwerkelijk
instorten, spreken we al gauw over ettelijke miljoenen
euro’s.
Onderzoek en
productontwikkeling
Aquafin blijft inzetten op optimalisatie en innovatie om
de zuiveringsinfrastructuur die ons toevertrouwd is optimaal
uit te bouwen en te beheren, met zo min mogelijk impact op
het milieu. We trachten met duurzame technologische
oplossingen op maat een antwoord te bieden op de vragen
van onze klanten. Ondertussen hebben we uiteraard ook
aandacht voor nieuwe uitdagingen en toekomstige topics.
Met ons direct toepasbaar onderzoek richten we ons op
kostenbeheersing, de garantie van de effluentkwaliteit en de
toepassing van de best beschikbare technologie. Het strategisch
langere termijn onderzoek is gegroepeerd rond drie pijlers:
het duurzamer maken van de (afval)waterketen, integraal waterbeheer en asset management van de (riool)infrastructuur.
Uiteraard stemmen wij ons onderzoek binnen de hierboven
vermelde thema’s ook af op de actuele klemtonen die zowel
nationaal als internationaal gelegd worden. Energiebesparing
en terugwinning van grondstoffen, micropolluenten en
maatregelen tegen een teveel of tekort aan hemelwater zijn
vandaag wereldwijd belangrijke onderzoeksdomeinen.
↘
DUURZAME WATERZUIVERING
Lachgas of N2O is een broeikasgas dat vrij komt bij het
waterzuiveringsproces. Aquafin voerde in het kader van een
Europees onderzoeksproject metingen uit op de RWZI Leuven
en deed modelleringswerk om de emissies van lachgas terug
te dringen.
Fosfor is een essentiële bouwsteen van het menselijk
lichaam en het is ook een belangrijke voedingsstof voor
planten en dieren. Omdat de natuurlijke reserves van fosfor
stilaan uitgeput geraken, worden nieuwe manieren gezocht
om deze grondstof te recupereren. Op de zuiveringsinstallatie
in Leuven werd in 2013 een proefproject geïnstalleerd rond het
terugwinnen van struviet uit het zuiveringsslib. Struviet is een
mineraal dat ontstaat uit het neerslaan van fosfor, een van de
nutriënten die in het waterzuiveringsproces uit het afvalwater
worden gehaald. Het project loopt nog door begin 2014.
↘
MEEWERKEN AAN EEN INTEGRAAL
WATERBEHEER
De nieuwe dochterrichtlijn van de Kaderrichtlijn Water
(richtlijn prioritaire stoffen 2013/39/EU) voert een waarnemingslijst in om betere meetgegevens te verzamelen over
een aantal nieuwe zorgwekkende stoffen in het afvalwater.
Voor de eerste drie stoffen op de lijst en voor nog een reeks
andere farmaceutische stoffen onderzoekt Aquafin het
voorkomen ervan in influent en effluent en zoekt het mee
naar mogelijke technologieën voor de verwijdering van
deze medicijnresten uit het afvalwater. Op onze RWZI Schilde
loopt in het kader van het EU-project Minotaurus een
onderzoeksproject met een membraanbioreactor op pilootschaal. De eerste resultaten zijn veelbelovend.
↘ Real time control op eerste rioolstelsels
in gebruik
Real time control (RTC) is een intelligente sturing
van het rioolstelsel. Metingen van het waterpeil wijzen
uit welke delen van het stelsel het meest belast zijn.
Vervolgens worden acties genomen om de belasting zo
gelijkmatig mogelijk te verdelen over het stelsel. Dit zal
het globaal overstortvolume reduceren, met een gunstig
effect op het milieu.
Aquafin heeft de voorbije jaren de haalbaarheid
onderzocht van real time control op zijn rioolstelsels.
Vorig jaar werd het systeem in Vlaanderen voor het eerst
geïmplementeerd en dit op twee locaties. In Olsene
bestaat de toepassing uit pompen met als voorwaarde
dat de capaciteit van de RWZI niet mag overschreden
worden. De opstelling in Kessel-Lo is ingrijpender.
Naast een pompstation werden op zes locaties regelafsluiters (schuiven) geplaatst. Om de stromen door
het rioolstelsel te regelen kunnen met behulp van het
RTC-algoritme pompen af en aan worden gezet en
schuiven open of dicht gaan.
Om de biogasproductie in zijn bestaande slibgistingsinstallaties verder op te drijven, onderzocht Aquafin op
pilootschaal de haalbaarheid van electroporatie als nieuwe
techniek. Hierbij wordt het slib door een elektrisch veld gestuurd
waardoor de celwand afbreekt en ook het organisch materiaal
verder kan afbreken. Op deze manier ontstaat meer biogas.
Verslag van de raad van bestuur
21
22
Geconsolideerde jaarrekening 2013
↘
EUROPESE EN VLAAMSE PROJECTEN
In 2013 was Aquafin betrokken in 11 onderzoeksprojecten
met externe partners. Vijf projecten worden gefinancierd door
Europa, één ervan werd pas vorig jaar goedgekeurd en is
gestart begin 2014. R3Water staat voor reuse (hergebruik van
afvalwater), recovery (recuperatie van grondstoffen) en
resource efficiency (duurzaam omgaan met energie en
grondstoffen) in het zuiveringsproces van huishoudelijk
afvalwater. Aquafin is een van de werkpakketleiders in dit
nieuwe project, dat de bedoeling heeft om binnen deze drie
thema’s een aantal technologieën die bijna marktklaar zijn op
volle schaal te demonstreren in Zweden, België en Spanje.
De overige vier onderzoeksprojecten waarin we betrokken
zijn, startten al eerder en liepen in 2013 gewoon door.
Aquafin onderzoekt binnen het project INNERS de voordelen
van recuperatie van warmte uit de riolen voor het milieu
op grote schaal. Minotaurus test nieuwe technologieën uit
om organische vervuilende stoffen uit afvalwater, grondwater
en de bodem te verwijderen. Sanitas wil de impact van het
stedelijk watersysteem op klimaatverandering minimaliseren
en omgaan met toekomstige variaties in waterkwantiteit en
-kwaliteit. Binnen Raingain wordt gewerkt aan de beschikbaarheid van gedetailleerde neerslag- en wateroverlastgegevens.
Die moeten operationele waterbeheerders in de stad in staat
stellen adequaat te reageren op hevige neerslag en de schade
door wateroverlast te voorkomen.
`
Verder zette Aquafin zijn deelname voort aan drie Vlaamse
projecten die in 2012 werden opgestart. Van restwarmte naar
proceswarmte is een Vlaams gesubsidieerd onderzoeksproject
van de hogeschool West-Vlaanderen, dat tot doel heeft
restwarmte in de industrie op te waarderen voor verschillende
toepassingen. De blauwe cirkel is een Vlaams collectief
innovatietraject van een ruime groep van grote bedrijven en
KMO’s rond het duurzaam hergebruik van water en valorisatie
van reststromen met hoge concentratie aan zouten.
Innovatieve stikstofverwijdering in actief-slib is een Vlaams
gesubsidieerd onderzoeksproject gericht op de optimalisatie
van het Anammoxproces. Bij dit proces verloopt de biologische
stikstofverwijdering via een verkorte stikstofcyclus, wat leidt
tot een hogere energie-efficiëntie.
↘
STRATEGISCHE INNOVATIE EN KLIMAAT
Eind 2012 introduceerde Aquafin de staffunctie “manager
strategische innovatie en klimaat” om zowel nationaal als
internationaal de evoluties op te volgen in de watersector,
met specifieke aandacht voor de link met het klimaat.
Deze input is belangrijk voor onze interne strategie rond
onderzoek en innovatie. Deelname aan allerlei relevante fora
geeft bovendien toegang tot netwerken die interessant
kunnen zijn voor toekomstige opportuniteiten in het kader
van onderzoek en/of het vermarkten van onze knowhow.
↘ Ook innovatiemanagement scoort hoog
in benchmark
In 2013 heeft Aquafin opnieuw aan de onderzoeken
van EBC en Aquabench deelgenomen. De resultaten liggen
zoals verwacht in de lijn van de vorige jaren, maar het
proces biedt interessante mogelijkheden tot netwerking
en kennisuitwisseling met andere deelnemers.
De European Benchmarking Cooperation is een
non-profit organisatie die de prestaties van (afval)waterbedrijven onderling vergelijkt. Aan de vorige workshop
namen veertig bedrijven deel, voornamelijk Europese
afvalwateroperatoren. Onze personeelskost, uitgedrukt in
aantal VTE per gezuiverde kubieke meter afvalwater, ligt nog
steeds bij de laagste bedragen. Gezien de hoge loonkosten
in België is dat een bewijs dat we efficiënt werken.
Aquabench is als organisatie vergelijkbaar met EBC,
maar dan specifiek gericht op Duitse (afval)waterbedrijven. Negen operatoren in afvalwaterzuivering van
verschillende grootte deden mee. Ook in 2013 was
Aquafin de enige buitenlandse deelnemer. Onze kost per
gezuiverd inwonersequivalent ligt ongeveer 20 % lager
dan bij de andere deelnemers, de kost per VTE ligt op
het gemiddelde. De specifieke energieconsumptie
(kWu/IE) ligt ± 15 % lager dan de referentiegroep.
Voor het eerst nam Aquafin ook deel aan de Global
Innovation Excellence Survey. Uit het algemeen besluit
van het rapport blijkt dat Aquafin in vergelijking met onze
collega’s uit de referentiegroep nutsbedrijven in de
hoogst scorende groep zit qua innovatiemanagement.
Belangrijkste risicofactoren
↘
OPLEVERINGEN DOOR
HET VLAAMSE GEWEST
De economisch toezichthouder binnen de Vlaamse
Milieumaatschappij betwiste in 2013 voor 3,55 miljoen euro
aan nagekomen projectkosten. De redenen waren divers en
zijn samengevat de volgende: indiening later dan 1 jaar na
oplevering en andere formele overwegingen, onvoldoende of
niet-provisionering bij oplevering (in 2012) en onvoldoende
verantwoording. Het betreft hier in hoofdzaak discussies
omtrent de voorrang van de formele vereisten opgesomd in
art. 15 en het begrip “redelijkheid van kosten” zoals voorzien in
art. 43 van de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest.
Zoals elders in dit jaarverslag vermeld wordt, werken
de Vlaamse Milieumaatschappij en Aquafin aan een protocol
dat de principes zal vastleggen die voor de aanrekening van
dergelijke kosten gehanteerd worden. Op basis hiervan moet
het mogelijk zijn om bovenvermeld bedrag nog aanzienlijk
terug te dringen. Afhankelijk van het bereikte resultaat,
dat vandaag nog een aantal onzekerheden inhoudt, zal het
eindbedrag zich situeren tussen 400.000 en 700.000 euro.
Voor dit bedrag werd provisie aangelegd.
Maar de extra inspanningen hadden ook als resultaat dat
tegen het einde van 2013 nog een groot aantal projecten kon
worden aanbesteed. De oorspronkelijke doelstelling was om
voor 160 miljoen euro projecten op de markt te brengen.
Die target is ruim gehaald.
↘
JURIDISCHE GESCHILLEN
WATEROVERLAST IN EEN WOONWIJK
Dit dossier behandelt schade als gevolg van wateroverlast
bij ongeveer vierhonderd bewoners van een woonwijk in 1998.
Eind 2010 deed de rechter in eerste aanleg een voor Aquafin
gunstige uitspraak, waarbij het overgrote deel van de eisen als
verjaard, niet toelaatbaar of ongegrond werden beoordeeld.
Tegen deze uitspraak is door de tegenpartijen in april 2011
beroep ingesteld. In deze beroepsprocedure werden in 2013
voornamelijk conclusies uitgewisseld. In het voorjaar van 2014
wordt een uitspraak verwacht.
Bovenstaande ontwikkelingen geven geen aanleiding om
de vroegere beslissing geen provisie aan te leggen te wijzigen.
RWZI DEURNE - INSTORTING TUSSENMUUR
↘
VERMINDERDE FINANCIËLE
DRAAGKRACHT GEMEENTEN
De realisatie van projecten moet in een steeds complexere
omgeving gebeuren. In 2013 waren in nagenoeg alle projecten
van Aquafin ook andere betalende partijen betrokken.
Zowel de gemeenten als de rioolbeheerders kampen echter
met verminderde financiële draagkracht. De gemeenten
moeten bovendien rekening houden met de bepalingen uit de
Beheers- en Beleidscyclus (BBC) waarvan de toepassing vanaf
2014 verplicht is. Ze moeten hun geplande uitgaven opnemen
in een meerjarenplanning, gekoppeld aan een budget.
Gemeenten en rioolbeheerders zijn dan ook niet altijd
vragende partij voor een snelle uitvoering van een project.
Mede hierdoor kon Aquafin tegen het zomerbouwverlof van
2013 nog maar een vierde van het target van 160 miljoen euro
aanbesteden. Vanaf dan verhoogde Aquafin zijn focus op
de aanbestedingen. De risico’s van alle projecten werden
geïnventariseerd en vervolgens werd een actieplan opgemaakt
om de knelpunten op te lossen. Intensere contacten met
vergunningverlenende instanties en het opdrijven van de
onderhandelingen voor de verwerving van de meest kritische
terreinen, was een eerste stap. Daarnaast werden strikte
timings afgesproken met de medeopdrachtgevers. In bepaalde
gevallen leidde dit tot het uitstappen van sommige partners
om budgettaire redenen.
Op RWZI Deurne stortte in september 2012 de muur
tussen het anaërobe bekken en een beluchtingsbekken in.
De instorting bracht een aanzienlijke materiële gevolgschade
met zich mee. Aquafin heeft na verder onderzoek uit veiligheidsoverwegingen bijkomende maatregelen genomen, zoals het
leegpompen van een extra bekken. Deze maatregelen hadden
dan weer impact op de waterzuivering en de slibverwerking in
de droger. Naast de materiële schade, lijdt Aquafin dus ook
aanzienlijke operationele schade.
Aquafin liet een gerechtsdeskundige aanstellen om deze
gevolgschade te beperken, zonder de kans om de schade te
recupereren bij eventuele derde aansprakelijke partijen in het
gedrang te brengen. De opdracht van de gerechtsdeskundige
is om het zo snel mogelijk opnieuw in gebruik nemen en
herstellen van de installatie te combineren met het onderzoek
naar mogelijke oorzaken. In januari 2013 en oktober 2013 gaf
de gerechtsdeskundige de toestemming om één bekken weer
in gebruik te nemen zodat de droger weer kon opstarten en
de installatie werd vrijgegeven. In de loop van 2013 werd
verder onderzoek gedaan naar mogelijke oorzaken, er werd
een ontwerp voor herstel gemaakt en de markt werd
geraadpleegd met het oog op het aanvatten van het herstel.
Aangezien er duidelijke indicaties zijn dat derde partijen
technische aansprakelijkheid dragen, is er op dit ogenblik nog
geen reden om een provisie aan te leggen.
Verslag van de raad van bestuur
23
24
Geconsolideerde jaarrekening 2013
↘
VERZEKERINGSDOSSIERS
ONVOLDOENDE BETONWAPENING OP RWZI DEURNE
In 2007 werd ontdekt dat de wanden van bepaalde
beluchtingsbekkens van de zuiveringsinstallatie van Deurne
onvoldoende gewapend waren, als gevolg van een ontwerpfout. Volgens Aquafin is dit schadegeval deels gedekt door
onze Alle Bouwplaatsrisico-verzekering (ABR) en deels door
de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van het betrokken
studiebureau. Beide verzekeraars kwamen effectief tussen.
Het niet door de ABR-verzekeraar betaalde bedrag werd
in 2011 deels teruggevorderd van het studiebureau dat de
ontwerpfout maakte en deels van het op de werf actieve
controleorganisme. In 2013 kon een aanzienlijk deel van het
resterend bedrag bij het studiebureau en haar verzekeraar
gerecupereerd worden. Vandaag loopt nog enkel de terugvordering ten aanzien van het controle-organisme. Dit laatste
deel van de kosten werd geprovisioneerd.
Belangrijkste evoluties
na het boekjaar
↘
RATING KRIJGT “STABLE OUTLOOK”
De doorlichting van de kredietwaardigheid van Aquafin
wordt jaarlijks opgevolgd door kredietbeoordelaar Moody’s.
De rating is ten opzichte van vorig jaar gewijzigd van een
Aa2 rating met “negative outlook” naar een Aa2 rating met
“stable outlook”. In de analyse komt duidelijk de nauwe band
met het Vlaamse Gewest naar voren. Met haar Aa2 rating
voor leningen op lange termijn heeft de organisatie dan
ook dezelfde beoordeling als het Vlaamse Gewest, die hoger
blijft dan de rating van België. Voor leningen op korte termijn
heeft Moody’s de hoge P-1 rating van Aquafin bevestigd.
Daarmee behoort het bedrijf tot de top van kredietwaardige
bedrijven, wat ook blijkt uit het vertrouwen dat de organisatie
blijft genieten bij de verschillende kredietverstrekkers.
↘
VERVANGING DIRECTEUR ASSET
MANAGEMENT
De Raad van Bestuur stelde tijdens de vergadering van
6 februari 2014 Bart Van Eygen aan als opvolger van Erik Poppe
in de directie Asset Management. Hij werd met onmiddellijke
ingang lid van het directiecomité en nam vanaf het pensioen
van Erik Poppe de verantwoordelijkheid voor Asset Management
over. Bart Van Eygen was tot dan hoofd Process Office en
vanuit deze functie nauw betrokken bij procesmanagement
en continue verbetering binnen de organisatie.
Commentaar bij de
geconsolideerde balans
Op het einde van het boekjaar 2013 bedraagt het
balanstotaal 2.519 miljoen euro, 74 miljoen euro hoger dan
vorig boekjaar.
De lange en korte termijn vordering in het kader van
de Beheersovereenkomst blijft quasi constant ten opzichte
van vorig boekjaar.
Enerzijds is er een beperkte aangroei van de vordering
m.b.t. investeringen in de waterzuiveringsinfrastructuur,
uitgevoerd in opdracht van het Vlaamse Gewest. Zo werden
in 2013 investerings- en optimalisatieprojecten opgeleverd
voor een totale aannemingswaarde van 135 miljoen euro.
Anderzijds is er een afname van de reële waarde financiële
instrumenten per einde december 2013. Aquafin gebruikt
derivaten om renterisico’s af te dekken die voortvloeien uit
de financieringsactiviteiten. De (negatieve) marktwaarde van
de hedgingstructuren is opgenomen onder de overige langlopende financiële verplichtingen. Vermits financieringskosten
redelijke kosten zijn in het kader van de Beheersovereenkomst,
wordt de tegenwaarde van deze verplichting erkend als een
onderdeel van de (lange termijn) vordering binnen de
Beheersovereenkomst.
Onder de overige financiële activa worden oa de nog
te factureren vergoedingen m.b.t. prestaties buiten het kader
van de beheersovereenkomst opgenomen.
In december 2013 was er – in afspraak met het Vlaamse
Gewest – een vervroegde facturatie van de werkingskosten
m.b.t. het 1e kwartaal 2014. De betreffende vorderingen waren
– in principe – nog niet vervallen per einde 2013. Doordat een
gedeelte van deze vorderingen voor vervaldatum werd betaald
is er een toename van de kasequivalenten (tijdelijke geldbeleggingen) welke per einde 2013 32,4 miljoen euro bedragen.
De financiering in het kader van de beheersovereenkomst
op lange termijn is gebaseerd op de affectatieovereenkomst.
Die bepaalt dat het saldo van de kredieten op lange termijn
kleiner moet zijn dan de aanspraken die Aquafin heeft op de
drinkwatermaatschappijen, respectievelijk het Vlaamse Gewest.
Deze aanspraken bestaan uit het nog niet betaalde
gedeelte van de al opgeleverde investeringsprojecten.
Rekening houdend met alle leningen op lange termijn – onder
affectatie, met een algemeen of commercieel doel – en de
terugbetalingen van al eerder opgenomen leningen, bedraagt
het saldo van de bankleningen op lange termijn 1.790 miljoen
euro, inclusief het gedeelte dat binnen het jaar moet worden
terugbetaald.
In 2013 heeft Aquafin voor 281 miljoen euro nieuwe
kredieten op lange termijn opgenomen, inclusief de
herfinanciering van de einde mei 2013 vervallen private
placement obligatielening t.b.v. 100 miljoen euro.
De leningen op korte termijn kenden een toename van
127,0 miljoen euro per einde 2012 tot 175 miljoen euro per einde
2013. Binnen het “commercial paper”-programma ter waarde
van 400 miljoen euro werd voor 138 mio euro opgenomen op
korte termijn. Binnen de bestaande kredietlijnen ten bedrage
van 395 miljoen euro, inclusief de gesyndiceerde lening en de
kredietlijnen van de gemeenten, werd slechts 36,9 miljoen
euro opgenomen.
Aquafin gebruikt derivaten om renterisico’s af te dekken
die voortvloeien uit de financieringsactiviteiten. De (negatieve)
marktwaarde van de hedgingstructuren is opgenomen onder
de overige langlopende financiële verplichtingen.
De voorziening voor risico’s en lasten heeft betrekking op
juridische geschillen, verzekeringsdossiers, geschillen in het
kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst en
verwerking van het slib gebufferd in de installaties.
Verslag van de raad van bestuur
25
26
Geconsolideerde jaarrekening 2013
Commentaar bij de geconsolideerde
winst- en verliesrekening en het
overzicht van gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten
In de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest is
bepaald dat de vergoeding van Aquafin gebeurt op basis van
de doorrekening van alle redelijke kosten, verhoogd met een
vergoeding voor de aandeelhouders die gebaseerd is op hun
inbreng in het eigen vermogen. Hieruit volgt dat de kosten en
opbrengsten in grote mate een spiegelbeeld zijn van elkaar.
De evolutie van de kosten en in het bijzonder die van
grond- en hulpstoffen, diensten en diverse goederen, personeelkosten ligt in de lijn van de groei van de infrastructuur die
door Aquafin geëxploiteerd en uitgebouwd wordt, binnen het
kader van de beheersovereenkomst.
Anderzijds was er in het post-verkiezingsjaar 2013
een afname van de activiteiten buiten het kader van de
Beheersovereenkomst. Door een groot aantal gemeenten en
steden werden – in de aanloop naar de verkiezingen en nadien
tot de installatie van de nieuwe lokale besturen – een aantal
rioleringsprojecten on-hold gezet.
De afname van de financieringskosten resulteert uit
de wijziging van de marktwaarde van de hedgingstructuren
over 2013, m.b.t. het gedeelte opgenomen in de winst- en
verliesrekening.
Met het actief beheer van het renterisico wil Aquafin
de financieringskost optimaliseren. Sinds 2006 heeft de Raad
van Bestuur de implementatie van een dynamisch beheer van
het renterisico goedgekeurd, waarbij de krijtlijnen voor het
rentemanagement zijn uitgetekend.
Na verrekening van de provisies, de waardeverminderingen en de niet aan het Vlaamse Gewest doorgerekende
kosten en opbrengsten, inclusief het resultaat van de
commerciële activiteiten, wordt de winst voor belastingen uit
voortgezette bedrijfsactiviteiten 9,52 miljoen euro.
Vanaf aanslagjaar 2007 werd de notionele interestaftrek
ingevoerd in de vennootschapsbelasting, waardoor de kost
van de waterzuivering voor de burger beperkt blijft.
Het gedeelte van de vennootschapsbelasting ten laste
van de activiteiten binnen de Beheersovereenkomst kan als
redelijke kost doorgerekend worden naar de drinkwatermaatschappijen.
Het grootste deel van de wijziging van de marktwaarde
van de hedgingstructuren over 2013 – gedeelte dat betrekking
heeft op kwalificerende kasstroomafdekkingen – wordt
opgenomen in het overzicht van de gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten. Aangezien Aquafin – binnen de
Beheersovereenkomst – recht heeft om voor financieringskosten een vergoeding te ontvangen, worden wijzigingen in de
marktwaarde van de financiële instrumenten als vordering
erkend, ten opzichte van de niet-gerealiseerde resultaten.
Jaarrekening
Verslag van de commissaris
Balans en resultatenrekening
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
Toelichtingen bij de geconsolideerd balans
Toelichtingen bij de geconsolideerde winst- en verliesrekening
Toelichtingen bij het geconsolideerde kasstroomoverzicht
Segmentrapportering
Informatieverschaffing over verbonden partijen
Specifieke toelichtingen vereist onder het Wetboek van Vennootschappen
28
30
35
42
62
67
68
69
70
28
Geconsolideerde jaarrekening 2013
Verslag van de commissaris
↘
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN
DE ALGEMENE VERGADERING DER
AANDEELHOUDERS VAN AQUAFIN NV
OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP
31 DECEMBER 2013
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, brengen wij u
verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris.
Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde
jaarrekening (de “Geconsolideerde Jaarrekening”) evenals ons
verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving
gestelde eisen zoals hieronder gedefinieerd. De Geconsolideerde
Jaarrekening omvat de geconsolideerde balans op 31 december
2013, de geconsolideerde resultatenrekening (het geconsolideerd
overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten),
het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen
en het geconsolideerd kasstroomoverzicht van het boekjaar
afgesloten op 31 december 2013 en de toelichting.
↘
VERSLAG OVER DE GECONSOLIDEERDE
JAARREKENING - OORDEEL ZONDER
VOORBEHOUD
Wij hebben de controle uitgevoerd van de Geconsolideerde
Jaarrekening van Aquafin NV (“de Vennootschap”) en haar
dochterondernemingen (samen “de Groep”) over het boekjaar
afgesloten op 31 december 2013. Deze Geconsolideerde
Jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de
International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd
door de Europese Unie. Het geconsolideerde balanstotaal
bedraagt € 2.519.217 (‘000) en de resultatenrekening sluit af
met een winst van het boekjaar van € 8.758 (‘000).
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE RAAD VAN BESTUUR VOOR
HET OPSTELLEN VAN DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen
van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld
geeft in overeenstemming met de International Financial
Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese
Unie. De raad van bestuur is ook verantwoordelijk voor
het implementeren van de interne beheersing die de raad
van bestuur noodzakelijk acht voor het opstellen van de
Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van
materieel belang bevat, die gevolg is van fraude of van fouten.
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze
Geconsolideerde Jaarrekening tot uitdrukking te brengen op
basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de
internationale controlestandaarden (“International Standards
on Auditing – ISA”) uitgevoerd. Die standaarden vereisen
dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de
controle plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van
zekerheid te verkrijgen dat de Geconsolideerde Jaarrekening
geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van
controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening
opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde
werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de
commissaris, met inbegrip van diens inschatting van de risico’s
van een afwijking van materieel belang in de geconsolideerde
jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken
van die risico-inschatting neemt de commissaris de interne
beheersing van de Groep in aanmerking die relevant is voor
het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening, die een
getrouw beeld geeft, ten einde controlewerkzaamheden op
te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn
maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over
de effectiviteit van de interne beheersing van de Groep.
Een controle omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid
van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving,
de redelijkheid van de door de raad van bestuur gemaakte
schattingen, alsmede de presentatie van de geconsolideerde
jaarrekening als geheel.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de
aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle
vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen en wij zijn
van mening dat de door ons verkregen controle-informatie
voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren.
OORDEEL ZONDER VOORBEHOUD
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening
van de Vennootschap per 31 december 2013 een getrouw beeld
van de financiële toestand van de Groep alsook van haar
geconsolideerde resultaten en van haar geconsolideerde
kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten,
in overeenstemming met de International Financial Reporting
Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
↘
VERSLAG BETREFFENDE OVERIGE DOOR
WET- EN REGELGEVING GESTELDE EISEN
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen
en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde
Jaarrekening, inclusief de verklaring inzake deugdelijk bestuur,
in overeenstemming met artikels 96 en 119 van het Wetboek
van vennootschappen, evenals het naleven van het Wetboek
van vennootschappen voor deze Geconsolideerde Jaarrekening.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig met
de van toepassing zijnde bijkomende norm uitgegeven door
het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, zoals gepubliceerd in
het Belgisch Staatblad op 28 augustus 2013 (de “Bijkomende
Norm”), is het onze verantwoordelijkheid om bepaalde
procedures uit te voeren aangaande de naleving, in alle van
materieel belang zijnde opzichten, van bepaalde wettelijke en
reglementaire verplichtingen, zoals gedefinieerd in de
Bijkomende Norm. Als gevolg van deze procedures, doen wij
de volgende bijkomende verklaring die niet van aard is om
de draagwijdte van ons oordeel over de Geconsolideerde
Jaarrekening te wijzigen:
• Het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening
behandelt de door de wet vereiste inlichtingen, stemt
overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening en bevat
geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten
aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het
kader van ons mandaat.
Antwerpen, 14 maart 2014
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA
Commissaris
vertegenwoordigd door
Ronald Van den Ecker
Vennoot
Ref.: 14RVE0145
Jaarrekening
29
30
Geconsolideerde jaarrekening 2013
Balans en resultatenrekening
GECONSOLIDEERDE BALANS
PER 31 DECEMBER 2013 (IN 000 EURO)
↘
ACTIVA
(in 000 euro)
Toelichting
2013
2012
Lange termijn vordering Beheersovereenkomst
5.0
2.219.749
2.220.984
Overige financiële activa
5.1
41.577
38.663
2.261.325
2.259.648
VASTE ACTIVA
Totaal
VLOTTENDE ACTIVA
Voorraden
Korte termijn vordering Beheersovereenkomst
5.0
122.645
134.552
Handelsvorderingen en overige vorderingen
5.2
75.928
45.864
Vooruitbetalingen
0
0
Overige financiële vlottende activa
5.3
19.633
974
Geldmiddelen en kasequivalenten
5.4
39.686
4.110
257.892
185.500
2.519.217
2.445.148
210.900
210.900
Totaal
TOTAAL ACTIVA
EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN
EIGEN VERMOGEN
Geplaatst kapitaal
Groepsreserves
5.5
5.6 & 5.7
Totaal eigen vermogen
28.880
29.341
239.780
240.241
LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN
Rentedragende leningen
5.8
1.647.316
1.510.594
Overige langlopende financiële verplichtingen
5.9
123.071
187.190
Voorzieningen
5.10
9.248
7.357
Pensioenverplichting
5.11
Totaal
12.730
14.770
1.792.365
1.719.911
KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN
Handelsschulden en overige te betalen posten
5.12
139.878
81.570
5.8
319.225
373.827
Overige kortlopende financiële verplichtingen
5.13
11.952
14.305
Te betalen belasting
5.14
16.018
15.294
Rentedragende leningen
Totaal
Totaal verplichtingen
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN
487.073
484.997
2.279.438
2.204.907
2.519.217
2.445.148
GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING
OVER 2013 (IN 000 EURO)
↘
(in 000 euro)
Toelichting
Boekjaar
Vorig boekjaar
VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITEN
Geleverde diensten
6.0
Opbrengsten
Overige bedrijfsopbrengsten
6.1
Wijzigingen in de voorraden afgewerkt product en onderhanden werk
321.413
338.574
321.413
338.574
-67
4.702
0
0
Grond- en hulpstoffen, diensten en diverse goederen
6.2
-168.308
-186.200
Personeelskosten
6.3
-64.578
-61.694
Afschrijvingen, amortisaties en bijzondere waardevermindering
6.4
-1.731
-109
Overige lasten
6.5
-5.887
-5.606
Financieringskosten
6.6
-78.837
-85.653
Financieringsopbrengsten
6.7
7.520
6.179
9.524
10.194
Belastingslast
6.8
-2.358
-2.388
Doorrekening belastingslast via vordering BeheersOVK
6.8
1.591
1.889
8.758
9.695
8.758
9.695
8.758
9.695
Winst voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
NETTOWINST
Toe te rekenen aan:
Houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moedermaatschappij
Winst per aandeel (€)
gewone winst per aandeel, toe te rekenen aan houders
van gewone aandelen van de moedermaatschappij
6.9
8,74
9,68
verwaterde winst per aandeel, toe te rekenen aan houders
van gewone aandelen van de moedermaatschappij
6.9
8,74
9,68
gewone winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten,
toe te rekenen aan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij
6.9
8,74
9,68
verwaterde winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten,
toe te rekenen aan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij
6.9
8,74
9,68
Winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (€)
Jaarrekening
31
32
Geconsolideerde jaarrekening 2013
GECONSOLIDEERD OVERZICHT VAN GEREALISEERDE
EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN
OVER 2013
↘
(in 000 euro)
Toelichting
NETTOWINST
2013
2012
8.758
9.695
NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN
Recycleerbaar:
Netto waardestijging op kasstroomafdekkingen
5.9
66.058
-52.965
Doorrekening via vordering BeheersOVK
5.9
-66.058
52.965
Actuariële winsten en verliezen op toegezegd pensioenregelingen
5.11
3.095
-7.439
Doorrekening via vordering BeheersOVK
5.11
-3.095
7.439
0
0
8.758
9.695
8.758
9.695
Niet-recycleerbaar:
Niet-gerealiseerde resultaten na belastingen
TOTALE GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN NA BELASTINGEN
Toe te rekenen aan:
Houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moedermaatschappij
GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN
PER 31 DECEMBER 2013
↘
EIGEN VERMOGEN TOE TE REKENEN AAN DE HOUDERS
VAN EIGEN-VERMOGENSINSTRUMENTEN VAN
DE MOEDERMAATSCHAPPIJ
(in 000 euro)
Geplaatst kapitaal
Groepsreserves
Totaal eigen
vermogen
210.900
29.341
240.241
8.758
8.758
0
0
8.758
8.758
PER 1 JANUARI 2013
Winst over het boekjaar
Niet-gerealiseerde resultaten
GEREALISEERD EN NIET-GEREALISEERD RESULTAAT
0
Kapitaalsvolstorting
Dividenden
PER 31 DECEMBER 2013
210.900
0
0
-9.218
-9.218
28.880
239.780
GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN
PER 31 DECEMBER 2012 (IN 000 EURO)
↘
EIGEN VERMOGEN TOE TE REKENEN AAN DE HOUDERS
VAN EIGEN-VERMOGENSINSTRUMENTEN VAN
DE MOEDERMAATSCHAPPIJ
(in 000 euro)
PER 1 JANUARI 2012
Geplaatst kapitaal
Groepsreserves
Totaal eigen
vermogen
210.900
27.741
238.641
9.695
9.695
0
0
9.695
9.695
Winst over het boekjaar
Niet-gerealiseerde resultaten
GEREALISEERD EN NIET-GEREALISEERD RESULTAAT
0
Kapitaalsvolstorting
Dividenden
PER 31 DECEMBER 2013
210.900
0
0
-8.096
-8.096
29.341
240.241
Jaarrekening
33
34
Geconsolideerde jaarrekening 2013
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT 2013
↘
(in 000 euro)
Toelichting
2013
2012
-167.873
-170.164
OPERATIONELE ACTIVITEITEN
Betalingen aan leveranciers
Betalingen aan personeel
Ontvangsten klanten
Betaalde vennootschapsbelasting
Netto operationele kasstroom
7.1
-64.578
-61.502
492.838
433.157
289
-2.594
260.677
198.897
INVESTERINGSACTIVITEITEN
Aanschaffingen binnen vordering BeheersOVK
-203.572
-265.080
Netto investerings cash flow
-203.572
-265.080
FINANCIERINGSACTIVITEITEN
Ontvangsten financiering
Aflossing financiering
Betaalde intresten
Ontvangsten uit kapitaalverhoging
Uitgekeerde dividenden
329.605
244.000
-247.079
-158.373
-63.868
-68.535
0
0
-9.218
-8.096
Overige investeringstransacties (netto)
-30.969
-10.465
Netto financierings cash flow
-21.529
-1.470
35.576
-67.653
KAS EN KASEQUIVALENTEN BEGIN PERIODE
4.110
71.763
KAS EN KASEQUIVALENTEN EINDE PERIODE
39.686
4.110
CONTROLE MET BALANS
39.686
4.110
Netto toename kas en kasequivalenten
Toelichtingen bij de
geconsolideerde jaarrekening
Algemene informatie
↘
INFORMATIE OVER DE ONDERNEMING
Aquafin is een naamloze vennootschap die werd opgericht op 25 april 1990. De vennootschap is gevestigd in België,
te 2630 Aartselaar. Aquafin heeft op 29 september 2009 een obligatielening uitgegeven die noteert op Euronext Brussels
(www.aquafin.be/UserFiles/File/pdf/KT_-_Fortis_Aquafin_-_Prospectus__final.pdf).
Voor een beschrijving van de voornaamste activiteiten verwijzen we naar het jaarverslag.
De geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 2013 werd goedgekeurd voor publicatie door de raad van bestuur van
6 maart 2014.
Aquafin NV is een 100 % dochtervennootschap van de Vlaamse Milieuholding.
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
35
36
Geconsolideerde jaarrekening 2013
Belangrijkste grondslagen voor
financiële verslaggeving, inclusief cruciale
beoordelingen en belangrijkste bronnen
van schattingsonzekerheden
↘
GRONDSLAG VOOR DE OPSTELLING,
WAARDERINGSREGELS EN
CONSOLIDATIE
↘
BELANGRIJKE BOEKHOUDKUNDIGE
BEOORDELINGEN, SCHATTINGEN EN
VERONDERSTELLINGEN
VOORSTELLINGSBASIS
BEOORDELINGEN
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld op
basis van de historische kostprijsmethode met uitzondering
van de afgeleide producten die aan reële waarde worden
gewaardeerd. De geconsolideerde jaarrekening wordt
voorgesteld in (duizend) euro.
Het management is van oordeel dat voorzieningen voor
personeelsbeloningen, bijzondere waardeverminderingen e.d.
ingeschat werden op basis van marktconforme parameters.
OVEREENSTEMMINGSVERKLARING
De geconsolideerde jaarrekening van de groep werd
opgesteld in overeenstemming met de International Financial
Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de IASB
en aanvaard binnen de Europese Unie.
BASIS VOOR DE CONSOLIDATIE
De geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 2013,
eindigend op 31/12/2013, omvat de vennootschap en haar
dochteronderneming (verder ‘de groep’ genoemd) en het belang
van de groep in geassocieerde deelnemingen. Alle entiteiten
van de groep hanteren dezelfde grondslagen voor financiële
verslaggeving.
a.
Dochterondernemingen
Dochterondernemingen zijn ondernemingen waarover
de groep een beslissende invloed (‘zeggenschap’)
uitoefent. Er is sprake van zeggenschap als de groep de
macht heeft om, direct of indirect, het financiële en
operationele beleid van een entiteit te sturen om
voordelen te verkrijgen uit de activiteiten van die entiteit.
De jaarrekening van een dochteronderneming wordt in
de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de
datum van verwerving tot het einde van de zeggenschap.
b.
Geëlimineerde transacties bij de consolidatie
Alle intragroepsaldi, -baten en -lasten en ongerealiseerde
baten, lasten en dividenden voorvloeiend uit transacties
binnen de groep worden bij de opstelling van de
geconsolideerde jaarrekening volledig geëlimineerd.
De brugpensioenregeling wordt tevens verwerkt als
toegezegde pensioenregeling, aangezien de groep een feitelijke
verplichting heeft tegenover de betrokken werknemers.
De groep erkent een voorziening op de balans die berekend
werd volgens de “projected unit credit-methode”.
SCHATTINGEN EN VERONDERSTELLINGEN
Voor de uitvoering van zijn (bovengemeentelijke)
opdrachten sloot Aquafin NV een beheersovereenkomst af
met het Vlaamse Gewest. In de beheersovereenkomst wordt
bepaald wat de taken van Aquafin NV zijn en welke
vergoeding hiervoor aan het bedrijf toekomt.
Onderstaande elementen uit deze beheersovereenkomst
zijn cruciaal in de verdere beoordeling van de rekeningen.
• Alle redelijke kosten die Aquafin NV maakt in het kader
van de bovengemeentelijke sanering worden vergoed
door het Vlaamse Gewest via de drinkwatermaatschappijen.
• De beheersovereenkomst heeft een rollend karakter,
wat betekent dat ze automatisch jaarlijks wordt
verlengd, tenzij één van de partijen de overeenkomst
heeft opgezegd. De opzegtermijn bedraagt wel 20 jaar.
• Tijdens de uitvoering van de beheersovereenkomst
heeft Aquafin NV het recht van gebruik en genot op de
door het bedrijf opgerichte, aangekochte of geleasde
infrastructuur. Aan het einde van de beheersovereenkomst – na verrekening van alle resterende verschuldigde
vergoedingen – gaat het eigendomsrecht van deze
infrastructuur “om niet” over op het Vlaamse Gewest.
• Tijdens de uitvoering van de beheersovereenkomst
blijft het bouw- en exploitatierisico voor rekening van
Aquafin NV.
De interpretatie IFRIC 12 - Dienstverlening uit hoofde van
concessieovereenkomsten is van toepassing op publiek-private
overeenkomsten als aan de volgende voorwaarden voldaan is:
• de concessieverlener (zogenaamde ‘grantor’) controleert
of reguleert welke diensten de operator dient te leveren
met de infrastructuur, aan wie deze diensten moeten
geleverd worden en tegen welke prijs;
• de concessieverlener controleert door eigendom het
uiteindelijk recht. Anders gesteld, de concessieverlener
heeft controle over enige significante residuele waarde
in de infrastructuur op het einde van de looptijd van de
overeenkomst.
b.
Leaseovereenkomsten waarbij de groep optreedt als
leasinggever classificeren als financiële lease wanneer
de groep nagenoeg alle – aan de eigendom van een actief
verbonden – risico’s en voordelen overdraagt aan de
leasingnemer. De groep zal een vordering opnemen in
de balans, gelijk aan de netto-investering in de lease.
FINANCIËLE ACTIVA
a.
In ruil voor de geleverde prestaties in het kader van
de concessieovereenkomst, heeft de groep als exploitant
een onvoorwaardelijk contractueel recht en wordt ze
contractueel – binnen het kader van de beheersovereenkomst – vergoed door de cedent of toekenner
(het Vlaamse Gewest).
Dit financieel actief zal door de groep als een vordering
worden beschouwd die valt onder de categorie “Leningen
en vorderingen”. Bij een eerste opname wordt de
vordering erkend aan reële waarde – rekening houdend
met de context waarin de groep opereert – die in
substantie overeenstemt met de nominale waarde van
de vordering. Enerzijds draagt de vordering namelijk geen
interest, maar anderzijds vergoedt het Vlaamse Gewest
ook de financieringskost. Verder wordt de vordering
gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, die wordt
berekend aan de hand van de zogenaamde effectieve
rentemethode. Door de specifieke context waarin de groep
haar activiteiten uitoefent en doordat de groep geen
interestvergoeding mag aanrekenen, heeft de berekening
van de effectieve rentevoet geen impact.
Infrastructuur-activa binnen het toepassingsgebied zijn
deze die gebouwd of verworven worden met het oog op
gebruik binnen de concessieovereenkomst of bestaande
infrastructuur waarover de operator toegang verleend wordt.
Alle door Aquafin NV opgerichte, aangekochte of geleasde
infrastructuur in het kader van de beheersovereenkomst
met het Vlaamse Gewest valt binnen het toepassingsgebied
van deze interpretatie. Bijgevolg wordt de betreffende
infrastructuur niet verwerkt als materiële vaste activa in de
jaarrekening van de onderneming.
GRONDSLAGEN VOOR ELEMENTEN
VAN DE BALANS
IMMATERIËLE ACTIVA
Onderzoek en ontwikkeling
Uitgaven ten gevolge van onderzoeksactiviteiten worden
ten laste genomen van het resultaat in de periode dat ze
gemaakt worden.
LEASE-OVEREENKOMSTEN
a.
De groep als leasingnemer
De groep heeft een aantal operationele leaseovereenkomsten afgesloten. Ze bevatten dus geen
overdracht van de wezenlijke risico’s en voordelen
inherent aan de eigendom. Bij operationele leases
worden de leasebetalingen als kosten opgenomen en
lineair gespreid over de leaseperiode.
Vorderingen in het kader van de concessieovereenkomst
In het kader van de toepassing van IFRIC 12, past de groep
het “financiële actiefmodel” toe. Dit is van toepassing
wanneer de exploitant beschikt over een onvoorwaardelijk
recht om geldmiddelen of een ander financieel actief te
ontvangen van de concessieverlener.
Het belangrijkste kenmerk van de bovenvernoemde
interpretatie is de aard van de diensten. De activiteiten van de
operator dienen van ‘publiek nut’ te zijn (de zogenaamde
‘public service obligation’). De diensten met betrekking tot
de infrastructuur worden verstrekt door Aquafin aan het
publiek (in ruime betekenis) binnen een vooropgesteld beleid,
nl. de beheersovereenkomst. Die bepaalt welke ‘publieke’
diensten moeten worden geleverd, namelijk de uitbouw en
het beheer van de bovengemeentelijke infrastructuur voor
de zuivering van huishoudelijk afvalwater.
↘
De groep als leasinggever
b.
Handelsvorderingen en overige vorderingen
Deze financiële activa worden in overeenstemming met
IAS39 §46 (a) – bij initiële opname aan reële waarde
vermeerderd met eventuele transactiekosten – aan
geamortiseerde kostprijs gewaardeerd. De waardering
van vastrentende effecten volgt dezelfde regels.
Op elke balansdatum worden de oninbare vorderingen
afgeschreven tegenover de betreffende provisierekening.
Zowel toevoegingen aan deze provisierekening als
terugnames worden gerapporteerd in de winst-enverliesrekening.
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
37
38
Geconsolideerde jaarrekening 2013
c.
Geldmiddelen en kasequivalenten
Geldmiddelen omvatten contanten en direct opvraagbare
deposito’s. Kasequivalenten zijn kortlopende, uiterst
liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden
omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag bekend is
en die geen materieel risico van waardeverandering in
zich dragen.
d.
Voor verkoop beschikbare financiële activa
Voor verkoop beschikbare financiële activa zijn die nietafgeleide financiële activa die worden aangemerkt als
voor verkoop beschikbaar of die niet worden geclassificeerd
als (a) leningen en vorderingen, (b) tot einde looptijd
aangehouden beleggingen of (c) financiële activa
gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.
Ze worden gewaardeerd aan reële waarde in de balans
met verwerking van waardeveranderingen in de nietgerealiseerde resultaten.
SCHULDEN
a.
Financiële schulden
Bij eerste opname in de balans worden financiële
verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde,
vermeerderd met de transactiekosten die rechtstreeks
zijn toe te rekenen aan de uitgifte van de financiële
verplichting. Na de eerste opname worden deze financiële
verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde
kostprijs, waarbij gebruik wordt gemaakt van de
effectieve rentemethode.
b.
Handelsschulden en andere schulden op korte termijn
Handelsschulden en andere schulden op korte termijn
worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs.
VOORZIENINGEN
Voorzieningen worden in de balans opgenomen als:
• de groep een bestaande (in rechte afdwingbare of
feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een
gebeurtenis in het verleden;
• het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen
die economische voordelen in zich bergen, vereist zal
zijn om de verplichting af te wikkelen;
• een betrouwbare schatting van het bedrag van de
verplichting kan worden gemaakt.
Voorwaardelijke verplichtingen worden niet getoond in
de balans maar worden opgenomen in de toelichtingen,
tenzij de kans op een verlies gering is.
De last die met een voorziening samenhangt, wordt
opgenomen in de winst- en verliesrekening. De groep neemt
de zekere vergoedingen (van het Vlaams Gewest of van de
verzekeringsmaatschappij) op als actief.
Als de invloed door verdiscontering van de toekomstige
benodigde kasuitgaven materieel is, worden de voorzieningen
jaarlijks geactualiseerd aan de hand van op balansdatum
algemeen gehanteerde verdisconteringsvoeten, die de tijdswaarde van geld uitdrukken.
VOORZIENINGEN VOOR PERSONEELSBELONINGEN
Binnen de groep bestaan er twee types van pensioenplannen: de toegezegde bijdrageregeling en de toegezegde
pensioenregeling.
Verplichtingen aangaande toegezegde bijdrageregelingen
worden onmiddellijk ten laste van de winst-en-verliesrekening
genomen. De periodieke premiebetaling wordt als periodekost
geregistreerd.
De schuld of eventueel vordering uit toegezegde pensioenregelingen wordt opgenomen in de balans. Bij dergelijke
regelingen komt het bedrag in de balans (de nettoverplichting)
overeen met de contante waarde van de brutoverplichting,
verminderd met de reële waarde van de fondsbeleggingen
en aangepast voor niet-opgenomen pensioenkosten van
verstreken diensttijd.
Om de toekomstige verplichting getrouw te kunnen
inschatten, wordt er een beroep gedaan op een specifieke
actuariële berekening, de zgn. projected unit credit methode.
Voor de behandeling van actuariële winsten en verliezen
werd geopteerd voor het onmiddellijk in mindering brengen
van het eigen vermogen via het overzicht van de nietgerealiseerde resultaten.
Brugpensioenregelingen worden ook verwerkt als
toegezegde pensioenregelingen. De groep neemt een
voorziening op die berekend werd volgens de projected unit
credit methode.
BELASTINGEN
a.
Met andere woorden, voorzieningen worden opgenomen
als ze waarschijnlijk zijn en als er een huidige verplichting op
balansdatum bestaat.
Voorwaardelijke activa worden niet getoond in de balans,
maar worden opgenomen in de toelichtingen, als een
instroom van economische voordelen waarschijnlijk is.
Winstbelastingen
Actuele belastingvorderingen en -verplichtingen voor
lopende en voorgaande perioden worden gewaardeerd
tegen het bedrag dat naar verwachting zal worden
teruggevorderd van of betaald aan de (Belgische)
belastingautoriteiten.
Conform artikel 43 van de beheersovereenkomst met het
Vlaamse Gewest worden alle redelijke kosten van de groep
gemaakt in het kader van deze overeenkomst vergoed
door de drinkwatermaatschappijen / het Vlaamse Gewest,
inclusief alle heffingen en belastingen door de groep
verschuldigd voor de uitvoering van deze overeenkomst.
b.
Omzetbelasting
Opbrengsten, kosten en activa worden opgenomen na
aftrek van de omzetbelasting, behalve:
• als de omzetbelasting over de aankoop van activa of
diensten niet van de belastingautoriteit kan worden
teruggevorderd, in welk geval de omzetbelasting
wordt opgenomen als onderdeel van de kosten van
de verwerving van het actief of als onderdeel van de
kostenpost;
• vorderingen en schulden die inclusief de omzetbelasting worden verantwoord.
Het nettobedrag van de omzetbelasting die kan worden
teruggevorderd van of betaalbaar is aan de belastingautoriteit wordt opgenomen als een onderdeel van de
vorderingen en schulden in de balans.
c.
Uitgestelde belastingen
Gelet op de specifieke bepalingen binnen de beheersovereenkomst, heeft de groep geen tijdelijke verschillen
op activa of verplichtingen die aanleiding zouden geven
tot het opzetten van een uitgestelde belastingschuld
of -vordering.
↘
GRONDSLAGEN VOOR ELEMENTEN VAN
DE WINST- EN VERLIESREKENING
OPBRENGSTEN
Conform de beheersovereenkomst worden alle redelijke
kosten van de onderneming vergoed door het Vlaamse
Gewest via de drinkwatermaatschappijen.
Opbrengsten worden opgenomen als het waarschijnlijk
is dat de economische voordelen met betrekking tot
de transactie naar de onderneming zullen vloeien en als het
bedrag van de opbrengsten op een betrouwbare manier kan
gemeten worden. Omzet wordt opgenomen na aftrek van
omzetbelastingen en kortingen. Opbrengsten uit de verkoop
van goederen of levering van diensten worden opgenomen als
de levering en de volledige overdracht van risico’s en voordelen
heeft plaatsgevonden.
Dividenden worden opgenomen op het ogenblik dat het
recht van de aandeelhouder op ontvangst vastgelegd is.
a.
Onderhanden projecten in opdracht van derden
Voor onderhanden projecten in opdracht van derden
die niet onder de concessieovereenkomst vallen, wordt
de opbrengst volgens het stadium van afwerking van de
projectactiviteiten in winst-en verliesrekening genomen
(de percentage of completion methode). Deze methode
kan enkel worden toegepast als het resultaat van een
onderhanden project in opdracht van derden op
betrouwbare wijze kan worden ingeschat.
Op balansdatum maakt de groep een inschatting van het
resultaat van het project: het verschil tussen de verwachte
contractopbrengsten en contractkosten, evenals het
stadium van afwerking van de projectactiviteiten.
Op verslagdatum wordt deze afwerkingsgraad toegepast
op het totaal van de verwachte opbrengsten en kosten
om het bedrag van kosten en opbrengsten te bepalen dat
in de winst- en verliesrekening van de periode komt.
Als de groep een verlies verwacht op het onderhanden
project in opdracht van derden, wordt dit onmiddellijk ten
laste van het resultaat genomen.
Wanneer het resultaat van een onderhanden project in
opdracht van derden niet op een betrouwbare manier kan
worden geschat, worden enkel opbrengsten opgenomen
ten belope van de kosten die waarschijnlijk zullen kunnen
worden gerecupereerd.
FINANCIERINGSKOSTEN
Financieringskosten worden door de groep onmiddellijk
als last opgenomen in de periode waarin ze zijn gemaakt.
De groep heeft geen in aanmerking komende activa waarvoor
de financieringskosten moeten geactiveerd worden.
AFDEKKING
De groep gebruikt derivaten om renterisico’s af te dekken
die voortvloeien uit de financieringsactiviteiten. Het actief
rentemanagement wordt gevoerd in overeenstemming met
de doelstellingen en regels die door het bestuursorgaan
werden vastgelegd. Het is de politiek van de groep om geen
speculatieve transacties of transacties met een hefboomeffect
aan te gaan.
Hedge categorieën
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee hedge
categorieën: reëlewaardeafdekkingen en kasstroomafdekkingen.
Reëlewaardeafdekkingen zijn afdekkingen van het risico
van veranderingen in de reële waarde van opgenomen activa
en verplichtingen. Zowel de derivaten die werden aangemerkt
als reëlewaardeafdekkingen als hun afgedekte activa of
verplichtingen worden gewaardeerd tegen reële waarde in de
balans en veranderingen in reële waarde worden opgenomen
in de winst-en-verliesrekening.
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
39
40
Geconsolideerde jaarrekening 2013
Wanneer een afdekking niet langer zeer effectief blijkt,
wordt de hedge accounting stopgezet en wordt de aanpassing
aan de boekwaarde van het afgedekte rentedragende
financieel instrument lineair afgeschreven in de winst-enverliesrekening tot op de vervaldag van de afgedekte positie.
Kasstroomafdekkingen zijn afdekkingen van de mogelijke
variabiliteit van toekomstige kasstromen die verband houden
met opgenomen activa of verplichtingen, zeer waarschijnlijke
verwachte toekomstige transacties of niet-opgenomen
vaststaande toezeggingen. Veranderingen in de reële waarde
van een afdekkingsinstrument dat voldoet als zeer effectieve
kasstroomafdekking worden in het overzicht van de nietgerealiseerde resultaten verwerkt, meer bepaald in de
afdekkingsreserve. Het niet-effectieve deel ervan wordt
onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen.
Als de afgedekte kasstroom resulteert in de opname van een
niet-financieel actief of een niet-financiële verplichting,
worden de gecumuleerde reëlewaardeaanpassingen van het
derivaat niet langer opgenomen in het overzicht van de nietgerealiseerde resultaten, maar inbegrepen in de initiële
waardering van de kostprijs of de boekwaarde van het actief
of de verplichting. In alle andere gevallen worden de
gecumuleerde reëlewaardeaanpassingen van het derivaat
getransfereerd van het overzicht van de niet-gerealiseerde
resultaten naar de winst-en-verliesrekening op het ogenblik
dat de afgedekte vaststaande toezegging of de voorziene
transactie resulteert in het opnemen van een winst of een
verlies. Indien een afdekking niet langer zeer effectief blijkt,
wordt de hedge accounting stopgezet, maar niet met
terugwerkende kracht. In dit geval blijven de gecumuleerde
reëlewaardeaanpassingen op het afdekkingsinstrument
behouden in het overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten
tot de toegezegde of voorziene transactie zich voordoet.
Wanneer verwacht wordt dat een toegezegde of voorziene
transactie zich niet meer zal voordoen, worden de gecumuleerde
reëlewaardeaanpassingen getransfereerd van het overzicht
van de niet-gerealiseerde resultaten naar de winst-enverliesrekening.
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM
Gebeurtenissen na balansdatum die bijkomende informatie
verschaffen omtrent de situatie van de onderneming zoals die
bestond op balansdatum (zogenaamde adjusting events)
worden verwerkt in de jaarrekening. Andere gebeurtenissen
na balansdatum (zogenaamde non-adjusting events) worden
enkel vermeld in de toelichtingen als ze belangrijk geacht
worden.
GESEGMENTEERDE INFORMATIE
Voor managementdoeleinden is de groep georganiseerd
in twee operationele segmenten. Enerzijds worden er bedrijfsactiviteiten uitgeoefend binnen de concessieovereenkomst
(beheersovereenkomst) met het Vlaamse Gewest, anderzijds
worden er commerciële activiteiten uitgeoefend, voornamelijk
voor (Vlaamse) steden en gemeenten. Binnen dit laatste
segment staat de groep in onmiddellijke concurrentie met
andere rioolbeheerders.
De segmenten worden bepaald in lijn met de interne
rapportering en zoals gerapporteerd aan het directiecomité en
de raad van bestuur.
↘
NIEUWE EN GEWIJZIGDE STANDAARDEN
EN INTERPRETATIES, VAN TOEPASSING
OP 1 JANUARI 2013
WIJZIGINGEN VAN GRONDSLAGEN
De eerste toepassing van bepaalde standaarden en
wijzigingen verplicht de Groep tot het aanpassen van de
cijfers in het vorige boekjaar. Deze omvatten de volgende:
IAS 19 Personeelsbeloningen (gewijzigd in 2011), IFRS 13 Reële
Waardebepaling en wijzigingen aan IAS 1 Weergave van
de Jaarrekening.
Verschillende andere wijzigingen werden in 2013 voor het
eerst toegepast. Echter hadden deze geen impact op de
geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
Boeking van de bewegingen
Het onderscheid tussen gekwalificeerde en niet-gekwalificeerde financiële instrumenten bepaalt de verwerkingswijze.
REËLEWAARDEAFDEKKING
KASSTROOMAFDEKKING
Gekwalificeerd
• Variatie in tijdswaarde =
impact op resultatenrekening
• Variatie in intrinsieke waarde =
onderling te compenseren
• Coupon: pro rata over het jaar verrekend
• Variatie in tijdswaarde =
impact op resultatenrekening
• Variatie in intrinsieke waarde =
component van niet gerealiseerde resultaten
• Coupon: pro rata over het jaar verrekend
Niet-gekwalificeerd
• Variatie in totale waarde =
impact op resultatenrekening
• Coupon: kasstroom in dat jaar
• Variatie in totale waarde =
impact op resultatenrekening
• Coupon: kasstroom in dat jaar
De aard en de impact van elk van de volgende nieuwe
standaarden, wijzigingen en/of interpretaties worden
hieronder beschreven:
• IFRS 7 Financiële Instrumenten: Toelichtingen –
Compensatie van Financiële Activa en Verplichtingen
• IFRS 13 Reële waardebepaling
• IAS 1 Weergave van de Jaarrekening – Weergave van
de Niet-Gerealiseerde Resultaten
• IAS 12 Winstbelastingen – Latente belastingen:
Realisatie van onderliggende activa
• IAS 19 Personeelsbeloningen (gewijzigd)
• IAS 36 Bijzondere waardevermindering – Toelichting
van realiseerbare waarde van niet-financiële activa,
slechts van toepassing op boekjaren die aanvangen op
1 januari 2014 maar vervroegd toegepast
• IFRIC 20 Verwijderingskosten tijdens de productiefase
van een oppervlaktemijn
• Jaarlijkse Verbeteringen aan IFRS (uitgebracht in mei 2012)
↘
• IFRS 10, IFRS 12 en IAS 27 – Beleggingsinstellingen1,
van kracht per 1 januari 2014
• IAS 27 De enkelvoudige jaarrekening, van kracht per
1 januari 2014
• IAS 28 Belangen in geassocieerde deelnemingen en
joint ventures, van kracht per 1 januari 2014
• IAS 32 Financiële instrumenten – presentatie Salderen
van financiële activa en financiële verplichtingen, van
kracht per 1 januari 2014
• IAS 36 Bijzondere waardevermindering van activa –
Toelichtingen inzake de realiseerbare waarde van nietfinanciële activa1,van kracht per 1 januari 2014
• IFRIC 21 Heffingen van overheidswege1, van kracht per
1 januari 2014
De onderneming is momenteel de impact van deze
wijzigingen aan het bestuderen. Echter blijkt uit de eerste
analyses dat deze wijzigingen geen materiële impact zullen
hebben.
NIEUWE EN GEWIJZIGDE
IFRS-STANDAARDEN EN IFRICINTERPRETATIES DIE VAN KRACHT ZIJN
VOOR BOEKJAREN BEGINNEND NA
1 JANUARI 2013
STANDAARDEN DIE ZIJN GEPUBLICEERD MAAR NOG NIET VAN
KRACHT ZIJN
De onderstaande standaarden en interpretaties waren op
de datum van publicatie van de jaarrekening van de Groep
uitgegeven maar nog niet van kracht. Hier zijn alleen de
standaarden en interpretaties opgesomd waarvan de groep
een redelijke verwachting heeft dat deze bij toekomstige
toepassing een impact zullen hebben op de toelichtingen,
de financiële positie of de resultaten van de Groep. De Groep
is van plan deze standaarden en interpretaties toe te passen
zo gauw deze van toepassing zijn.
• IFRS 9 Financiële instrumenten1, van kracht per
1 januari 2015
• IFRS 10 De geconsolideerde jaarrekening, van kracht
per 1 januari 2014
• IFRS 11 Regelingen die resulteren in gezamenlijke
zeggenschap, van kracht per 1 januari 2014
• IFRS 12 Informatieverschaffing over belangen in andere
entiteiten, van kracht per 1 januari 2014
• IFRS 10-12 Overgangsleidraad – van kracht per 1 januari
2014
1 Nog niet goedgekeurd door de EU per 21 juni 2013.
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
41
42
Geconsolideerde jaarrekening 2013
Toelichtingen bij
de geconsolideerde balans
↘
TOELICHTING 5.0
CONCESSIECONTRACTEN (IFRIC 12)
IFRIC 12 betreffende de dienstverlening uit hoofde
van concessieovereenkomsten wordt toegepast in de
geconsolideerde jaarrekening van Aquafin.
In het kader van de toepassing van IFRIC 12, past de groep
het financieel actief model toe.
LANGE TERMIJN VORDERINGEN BEHEERSOVEREENKOMST
De vorderingen op lange termijn (= vorderingen op meer
dan een jaar) ingevolge de toepassing van IFRIC 12 bevatten
onderstaande categorieën:
Het materieel vast actief opgenomen binnen de IFRIC 12 –
vordering omvat:
De voornaamste impact van dit model op de financiële
positie en resultaten van de groep, heeft betrekking op de
behandeling van de materiële vaste activa. De materiële vaste
activa die binnen het toepassingsgebied van deze interpretatie
vallen, worden niet erkend als materieel vast activum, maar
als financieel activum dat de te ontvangen vergoedingen uit
de exploitatie en oprichting van de concessie omvat.
• Waterzuiveringsinfrastructuur opgeleverd aan het
Vlaamse Gewest. Voor het nog niet terugbetaalde
gedeelte van deze investeringsprojecten en vervangingsinvesteringen op verslagdatum, die pas over meer dan
een jaar zullen teruggevorderd worden, erkent de groep
een vordering op lange termijn ten aanzien van de
drinkwatermaatschappijen / het Vlaamse Gewest,
gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
Cfr. Art. 43 van de beheersovereenkomst zijn de contractuele
rechten van Aquafin onvoorwaardelijk en voldoen ze bijgevolg
aan de definitie van het financieel actief model.
IFRIC-12 VORDERING OPGENOMEN IN DE BALANS
↘
(in 000 euro)
2013
2012
2.219.749
2.220.984
122.645
134.552
2.342.394
2.355.536
1.577.818
1.512.800
342.193
357.889
IFRIC 12 VORDERING PER VERVALJAAR
Lange termijn IFRIC 12 vordering
Korte termijn IFRIC 12 vordering
TOTAAL IFRC 12 VORDERING
IFRIC 12 VORDERING PER CATEGORIE
Waterzuiveringsinfrastructuur - opgeleverd
Aankopen VMM installaties
Hydronautstudies
20.399
18.791
Investeringen Hoofdkantoor & Operaties
14.704
14.864
Hoofdkantoorgebouw
7.326
7.699
Gebouwen in leasing
495
713
258.542
244.897
11.841
13.941
Reële waarde financiële instrumenten
119.240
184.747
Overige (op te stellen CN's)
-10.164
-805
2.342.394
2.355.536
Activa in aanbouw
Provisie pensioenen
TOTAAL
• Infrastructuur overgenomen van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Ook hiervoor heeft de groep
recht een vergoeding te ontvangen van het Vlaamse
Gewest ter waarde van het nog niet terugbetaalde
gedeelte en gewaardeerd tegen geamortiseerde
kostprijs. In de vorderingen op lange termijn wordt het
gedeelte opgenomen dat zal teruggevorderd worden
over meer dan een jaar.
• Hydronautstudies zijn studies die worden uitgevoerd
om tot een correct ontwerp te komen van het
gerelateerde bovengemeentelijke investeringsproject.
Ook in het kader van het beheer van bestaande
infrastructuur worden hydronautstudies uitgevoerd.
Ze worden op 15 jaar doorgerekend aan het Vlaamse
Gewest / de drinkwatermaatschappijen. Voor het nog
niet terugbetaalde gedeelte van deze studies op
verslagdatum, dat over meer dan een jaar zal
teruggevorderd worden, wordt een vordering op lange
termijn erkend.
• Investeringen in hardware, software, labo-uitrusting,
meubilair, materialen en uitrusting nodig voor de werking
van het hoofdkantoor en investeringen in hardware,
software, labouitrusting, vervangingsinvesteringen
electromechanica, buitengewoon onderhoud bouwkunde
en electromechanica, meubilair, … worden doorgerekend
aan het Vlaamse Gewest / de drinkwatermaatschappijen
a rato van de geboekte afschrijvingen. Voor het nog
niet terugbetaalde gedeelte van deze investeringen
op verslagdatum dat over meer dan een jaar zal
teruggevorderd worden, wordt een vordering op lange
termijn erkend.
• Investeringen in het hoofdkantoorgebouw (Dijkstraat 8).
Deze worden doorgerekend aan het Vlaamse Gewest /
de drinkwatermaatschappijen a rato van de afbetaling
van de hiertoe aangegane lening. Voor het nog niet
terugbetaalde gedeelte van deze investeringen op
verslagdatum dat over meer dan een jaar zal
teruggevorderd worden, wordt een vordering op lange
termijn erkend.
• Door te rekenen kosten van de twee gebouwen die
de groep in leasing heeft. De leasingcontracten voldoen
aan de criteria van financiële leasing. De leasingkosten
worden doorgerekend aan het Vlaamse Gewest / de
drinkwatermaatschappijen a rato van de afschrijvingen.
Voor het nog niet terugbetaalde gedeelte van de
gebouwen in leasing op verslagdatum dat over meer
dan een jaar zal teruggevorderd worden, wordt een
vordering op lange termijn erkend.
De totale boekwaarde voor leasing valt uiteen in een
IFRIC 12-vordering op korte termijn van telkens 219 k
EUR (= de jaarlijkse afschrijving doorgerekend aan
het Vlaamse Gewest / de drinkwatermaatschappijen)
en een IFRIC 12 – vordering op lange termijn voor
het gedeelte dat pas in de daarop volgende jaren
zal teruggevorderd worden van het Vlaamse Gewest /
de drinkwatermaatschappijen.
• Activa in aanbouw. Naast de opgeleverde projecten
heeft de groep een groot aantal projecten in uitvoering
en dus ook een significant bedrag aan activa in
aanbouw. Ook voor deze activa heeft de groep een
onvoorwaardelijk contractueel recht om een vergoeding
te ontvangen van de Vlaamse Overheid. Voor hun
waarde wordt een vordering erkend.
De provisie pensioenen heeft betrekking op toegezegde
pensioenregelingen en brugpensioenen
• Provisie toegezegde pensioenregelingen
Aquafin kent twee types van pensioenregelingen: een
toegezegde pensioenregeling en toegezegde bijdrageregeling. Alle bewegingen aangaande toegezegde
bijdrageregelingen worden erkend in de winst- en
verliesrekening. Voor de verplichtingen aangaande de
toegezegde pensioenregelingen werd cfr. IAS 19 een
actuariële berekening uitgevoerd, cfr. toelichting 5.11.
Aangezien de groep cfr. de beheersovereenkomst een
onvoorwaardelijk contractueel recht heeft om voor
de provisies voor toegezegde pensioenregelingen een
vergoeding te ontvangen van het Vlaamse Gewest /
de drinkwatermaatschappijen, wordt deze als vordering
erkend.
• Provisie brugpensioen
Cfr IAS 19 werd een actuariële berekening uitgevoerd van
de provisie voor brugpensioenen. Toelichting omtrent
deze berekening wordt verschaft in toelichting 5.10.
Aangezien de groep volgens de beheersovereenkomst
een onvoorwaardelijk contractueel recht heeft om voor
de provisies voor toegezegde pensioenregelingen een
vergoeding te ontvangen van het Vlaamse Gewest /
de drinkwatermaatschappijen, wordt deze als
vordering erkend.
Reële waarde financiële instrumenten
Aangezien de groep volgens de beheersovereenkomst het
recht heeft om voor financieringskosten een vergoeding te
ontvangen, worden wijzigingen in de marktwaarde van de
financiële instrumenten als vordering erkend, ten opzichte van
de niet-gerealiseerde resultaten. Toelichting omtrent de
berekening van de wijzigingen in deze markwaarde wordt
verschaft in toelichting 5.9.
KORTE TERMIJN VORDERINGEN BEHEERSOVEREENKOMST
De vorderingen op korte termijn (= vorderingen op ten
hoogste een jaar) ingevolge de toepassing van IFRIC 12
bevatten onderstaande categorieën:
Het materiële vast actief opgenomen binnen de IFRIC 12 –
vordering omvat:
• waterzuiveringsinfrastructuur opgeleverd aan het
Vlaamse Gewest;
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
43
44
Geconsolideerde jaarrekening 2013
• Infrastructuur overgenomen van de Vlaamse
Milieumaatschappij;
• hydronautstudies;
• investeringen in hardware, software, labo-uitrusting,
meubilair, materialen en uitrusting nodig voor de werking
van het hoofdkantoor en investeringen in hardware,
software, labouitrusting, vervangingsinvesteringen
electromechanica, buitengewoon onderhoud bouwkunde
en electromechanica, meubilair, … nodig voor de
operationele activiteiten;
• investeringen in het hoofdkantoorgebouw (Dijkstraat 8);
• door te rekenen kosten van de twee gebouwen die
de groep in leasing heeft.
Een beschrijving van deze posten werd opgenomen onder
de vorderingen op lange termijn IFRIC 12. Voor het gedeelte van
deze vorderingen dat binnen het jaar teruggevorderd wordt,
wordt een vordering op korte termijn erkend. Deze vorderingen
worden effectief ontvangen in jaar n+1.
De overige vorderingen op korte termijn IFRIC 12 hebben
voornamelijk betrekking op nog op te stellen creditnota’s/
facturen voor werkingskosten. Na facturatie aan de
drinkwatermaatschappijen op basis van ramingen gedurende
het jaar, wordt op jaareinde de totaalfactuur in detail berekend.
Voor de correcties ten opzichte van de eerder gefactureerde
bedragen worden nog op te stellen facturen/creditnota’s
erkend in de balans.
IFRIC 12 VORDERING PER VERVALJAAR
↘
(in 000 euro)
Vorderingen op meer dan 1 jaar
die binnen het jaar vervallen
Vorderingen met
een resterende looptijd
van meer dan 1 jaar
maar hoogstens 5 jaar
Vorderingen met
een resterende looptijd
van meer dan 5 jaar
Totaal
IFRIC 12 VORDERING
Per 31/12/2013
122.645
496.180
1.723.569
2.342.394
Per 31/12/2012
134.552
524.715
1.696.269
2.355.536
↘
TOELICHTING 5.1 OVERIGE FINANCIËLE ACTIVA
De overige financiële activa bedragen 41.577 k EUR per 31 december 2013. Ten opzichte van de balans op 31 december 2012
betekent dit een stijging met 2.914 k EUR.
ACTIVA
↘
(in 000 euro)
Toelichting
2013
2012
5.1
41.577
38.663
(in 000 euro)
2013
2012
Voor verkoop beschikbare financiële beleggingen
160
139
VASTE ACTIVA
Overige financiële activa
Binnen de overige financiële activa onderscheiden we meerdere types.
Waarborgen
13
12
LT vordering gemeentelijke transportdiensten
14.704
5.391
Nog te factureren vergoedingen m.b.t. commerciële projecten Aquafin
19.911
27.390
Nog te factureren vergoedingen m.b.t. commerciële projecten Aquaplus
LT vordering m.b.t. voorzieningen - tussenkomsten van derden
TOTAAL OVERIGE FINANCIËLE ACTIVA
67
65
6.722
5.667
41.577
38.663
VOOR VERKOOP BESCHIKBARE FINANCIËLE BELEGGINGEN
Onder deze categorie vallen o.a. de deelnemingen van
de Groep:
• in de Rio-P waterdienst West-Vlaanderen en in de Rio-P
waterdienst Oost-Vlaanderen (samenwerking met
drinkwatermaatschappij De Watergroep) ;
• in rio-link (samenwerking met drinkwatermaatschappij
Water-link, voorheen AWW en TMVW) ;
• in ASEWater Technologies, een Indisch bedrijf met een
Europese knowhow dat zich richt op de industriële
markt met het accent op hergebruik.
Gelet op het geringe materieel belang van deze
deelnemingen worden deze voorgesteld onder ‘voor verkoop
beschikbare financiële beleggingen’.
VORDERING OP LANGE TERMIJN M.B.T. GEMEENTELIJKE
TRANSPORTDIENSTEN
In het kader van de commerciële contracten met de
gemeenten neemt Aquafin transportdiensten op zich waarbij
op vraag van de gemeenten een systeem van betalingsmodaliteiten kan worden uitgewerkt. Voor de projecten die
in dit kader worden uitgevoerd en op termijn terugbetaald
worden door de betrokken gemeenten, erkent de groep
een vordering op lange termijn ten bedrage van het gedeelte
dat op meer dan een jaar zal teruggevorderd worden van
de betrokken gemeenten.
NOG TE FACTUREREN VERGOEDINGEN M.B.T. COMMERCIËLE
PROJECTEN AQUAFIN
Naast de projecten binnen het domein van de beheersovereenkomst, voert Aquafin ook commerciële projecten uit.
Het dienstenverleningspakket Rio-Totaal, dat Aquafin in dit
kader aanbiedt aan de gemeenten, is modulair opgebouwd.
Het laat toe dat de gemeenten voor die aspecten van
uitbouw en beheer van een rioleringsstelsel waarvoor er een
behoefte is, een beroep doen op Aquafin. Dit modulaire aanbod
is voornamelijk interessant voor steden en gemeenten met
een goed uitgebouwde eigen technische dienst, die specifieke
ondersteuning voor één of enkele aspecten van het rioolbeheer wensen.
Naast dit modulaire aanbod kunnen de gemeenten ook
opteren voor een totaalaanbod, het Rio-Totaal-dienstenpakket
onder de vorm van een concessie van openbare dienst.
Deze samenwerkingsvorm laat de steden en gemeenten toe
om zelf accenten te leggen en te beslissen over timing,
budget, prioriteiten en werkwijzen. Om het integrale drinkwaterbeleid een stap dichterbij te brengen ondertekende
Aquafin akkoorden voor structurele samenwerking met
drinkwatermaatschappijen. Gemeenten kunnen ook opteren
om via deze weg aan hun saneringsplicht te voldoen.
Op basis van de geschatte afwerkingsgraad van de
commerciële projecten per 31 december 2013 worden in 2013
72.411 k EUR aan opbrengsten m.b.t. deze projecten erkend.
Een belangrijk gedeelte van deze opbrengsten, namelijk
19.911 k EUR betreft nog te factureren vergoedingen per einde
2013. Deze post kent een afname met 7.479 k EUR ten opzichte
van eind 2012. In het post-verkiezingsjaar 2013 was er een
afname van de activiteiten buiten het kader van de Beheersovereenkomst. Door een groot aantal gemeenten en steden
werden – in de aanloop naar de verkiezingen en nadien tot
de installatie van de nieuwe lokale besturen – een aantal
rioleringsprojecten on-hold gezet.
NOG TE FACTUREREN VERGOEDINGEN M.B.T. COMMERCIËLE
PROJECTEN AQUAPLUS NV
Per 31 december 2013 bedragen de totale nog niet
gefactureerde vergoedingen – op basis van de geschatte
afwerkingsgraad van deze commerciële projecten op afsluitdatum – 67 k EUR. Per einde 2012 bedroeg deze vordering
65 k EUR.
VORDERING OP LANGE TERMIJN MET BETREKKING TOT
VOORZIENINGEN – TUSSENKOMST VAN DERDEN
Onder de voorzieningen wordt het brutobedrag van
de verplichting opgenomen; recuperaties van derden worden
opgenomen onder de overige financiële vaste activa.
Deze rubriek kende in 2013 een aangroei met 1.055 k EUR.
ONDERHANDEN PROJECTEN IN OPDRACHT VAN DERDEN
↘
(in 000 euro)
2013
2012
In rekening gebrachte opbrengsten boekjaar
72.411
80.662
In rekening gebrachte kosten boekjaar
70.157
79.246
2.254
1.416
Winst boekjaar
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
45
46
Geconsolideerde jaarrekening 2013
↘
TOELICHTING 5.2 HANDELSVORDERINGEN EN OVERIGE VORDERINGEN
De handelsvorderingen en overige vorderingen bedragen 75.928 k EUR op het einde van het boekjaar 2013. Dit betekent een
stijging met 30.064 k EUR ten opzichte van de balans per 31 december 2012.
ACTIVA
↘
(in 000 euro)
Toelichting
2013
2012
5.2
75.928
45.864
VASTE ACTIVA
Handelsvorderingen en overige vorderingen
De handelsvorderingen en overige vorderingen kunnen uitgesplitst worden in volgende categorieën:
(in 000 euro)
2013
KT vordering gemeentelijke transportdiensten
746
494
75.081
45.282
101
88
75.928
45.864
Handelsdebiteuren
Diverse vorderingen
TOTAAL HANDELSVORDERINGEN EN OVERIGE VORDERINGEN
2012
VORDERING OP KORTE TERMIJN M.B.T. GEMEENTELIJKE TRANSPORTDIENSTEN
In het kader van de commerciële contracten met de gemeenten neemt Aquafin transportdiensten op zich, waarbij op vraag
van de gemeenten een systeem van betalingsmodaliteiten kan uitgewerkt worden. Voor de projecten die in dit kader worden
uitgevoerd en op termijn terugbetaald worden door de betrokken gemeenten, erkent de groep een vordering op korte termijn ten
bedrage van het gedeelte dat binnen het jaar zal teruggevorderd worden van de betrokken gemeenten.
HANDELSDEBITEUREN
Onderstaande tabel illustreert de bruto- en de netto-handelsvordering:
HANDELSDEBITEUREN
↘
(in 000 euro)
Brutoboekwaarde
2013
2012
76.081
46.442
Waardeverminderingen voor dubieuze debiteuren
-1.000
-1.161
Nettoboekwaarde
75.081
45.282
De handelsdebiteuren zijn niet intrest-dragend en hebben over het algemeen een betaaltermijn van 30 tot 60 dagen.
Onderstaande tabel geeft de openstaande handelsvorderingen volgens vervaldag weer.
(in 000 euro)
Niet vervallen
Vervallen
<30 dagen
30-60 dagen
Waarde
verminderingen
Netto
boekwaarde
>90 dagen
61-90 dagen
31/12/2012
42.732
1.287
139
1.537
748
-1.161
45.282
31/12/2011
15.867
5.384
500
340
1.127
-1.503
21.716
31/12/2010
13.611
341
509
986
1.645
-1.247
15.843
1/01/2010
20.019
1.287
139
1.537
748
-1.492
22.237
De bewegingen op de waardeverminderingen voor dubieuze debiteuren zijn als volgt:
WAARDEVERMINDERINGEN VOOR DUBIEUZE DEBITEUREN
↘
(in 000 euro)
Totaal
Minwaarde per 31/12/2012
1.161
Toevoegingen
660
Afnames
-814
Aanwendingen
-7
Minwaarde per 31/12/2013
1.000
DIVERSE VORDERINGEN
De post diverse vorderingen heeft in hoofdzaak betrekking op terugvorderingen inzake educatief verlof.
↘
TOELICHTING 5.3 BIJ DE BALANS ‘OVERIGE FINANCIËLE VLOTTENDE ACTIVA’
De overige financiële vlottende activa bedragen 19.633 k EUR per 31 december 2013. Ten opzichte van de balans op
31 december 2012 betekent dit een stijging met 18.659 k EUR.
ACTIVA
↘
(in 000 euro)
Toelichting
2013
2012
5.3
19.633
974
VASTE ACTIVA
Overige financiële vlottende activa
Het betreft hier voornamelijk overlopende rekeningen die betrekking hebben op voorafbetaalde herfinancieringskosten.
De gemaakte kosten werden gemaakt in het kader van een herstructurering van een niet kwalificerende structuur.
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
47
48
Geconsolideerde jaarrekening 2013
↘
TOELICHTING 5.4 GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN
ACTIVA
↘
(in 000 euro)
Toelichting
2013
2012
5.4
39.686
4.110
VASTE ACTIVA
Geldmiddelen en kasequivalenten
In december 2013 was er – in afspraak met het Vlaamse Gewest – een vervroegde facturatie van de werkingskosten m.b.t. het
1e kwartaal 2014. De betreffende vorderingen waren – in principe – nog niet vervallen per einde 2013. Doordat een gedeelte van
deze vorderingen voor vervaldatum werd betaald is er een toename van de kasequivalenten (tijdelijke geldbeleggingen) welke per
einde 2013 32,4 miljoen euro bedragen.
↘
TOELICHTING 5.5 GEPLAATST KAPITAAL
Op het einde van boekjaar 2013 bedraagt het geplaatste kapitaal 248.400.024 EUR, waarvan 210.900.006 EUR volstort; in 2013
vonden geen bewegingen plaats.
Het kapitaal wordt vertegenwoordigd door 1.001.613 aandelen zonder vermelding van de nominale waarde. De aandelen zijn
op naam en worden opgetekend in een register van aandelen op naam.
↘
TOELICHTING 5.6 GROEPSRESERVES
De groepsreserves op het einde van boekjaar 2013 bedragen 28.880 k EUR; dit is een afname met 461 k EUR in vergelijking
met de balans per 31 december 2012. Deze daling wordt voornamelijk verklaard door een afname van de overgedragen winst.
Verder kende de wettelijke reserve een logische aangroei.
OVERIGE EIGEN-VERMOGENSCOMPONENTEN
↘
(in 000 euro)
Wettelijke reserve
2013
2012
11.967
11.522
Beschikbare reserve
8.600
8.600
Overgedragen winst
8.313
9.219
28.880
29.341
TOTAAL
De groepsreserves bestaan uit de wettelijke reserve, de beschikbare reserve en de overgedragen winst.
De wettelijke reserve wordt jaarlijks aangevuld totdat die gelijk is aan 10 % van het kapitaal. Volgens artikel 319 van het
Wetboek op de Vennootschappen wordt jaarlijks 5 % van de winst na belasting gereserveerd.
De groep heeft een beschikbare reserve aangelegd van 8.600 k EUR.
De overgedragen winst bedraagt 8.313 k EUR op 31 december 2013 en 9.219 k EUR op 31 december 2012.
In overeenstemming met IAS 10 – Gebeurtenissen na balansdatum – worden dividenden toegekend na het boekjaar niet
als een verplichting opgenomen, vermits ze pas na het einde van het boekjaar betaalbaar worden. De impact hiervan bedraagt
9.218 k EUR per 31 december 2012 en 8.444 k EUR per 31 december 2013.
↘
TOELICHTING 5.7 GECONSOLIDEERD OVERZICHT VAN GEREALISEERDE EN
NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN
(in 000 euro)
Toelichting
NETTOWINST
2013
2012
8.758
9.695
NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN
Recycleerbaar:
Netto waardestijging op kasstroomafdekkingen
5.9
66.058
-52.965
Doorrekening via vordering BeheersOVK
5.9
-66.058
52.965
Niet-recycleerbaar:
Actuariële winsten en verliezen op toegezegd pensioenregelingen
5.11
3.095
-7.439
Doorrekening via vordering BeheersOVK
5.11
-3.095
7.439
0
0
8.758
9.695
8.758
9.695
Niet-gerealiseerde resultaten na belastingen
TOTALE GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN NA BELASTINGEN
Toe te rekenen aan:
Houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moedermaatschappij
De niet-gerealiseerde resultaten m.b.t. kasstroomafdekkingen moeten beschouwd worden als recycleerbaar (d.w.z. kunnen
nog eventueel via de winst- en verliesrekening lopen bv. bij stopzetting van de kasstroomafdekking), de actuariële winsten en
verliezen op toegezegde pensioenregelingen als niet-recycleerbaar.
De niet-gerealiseerde resultaten m.b.t. kasstroomafdekkingen worden verder besproken in toelichting 5.9; de actuariële
winsten en verliezen op toegezegde pensioenregelingen in toelichting 5.11.
↘
TOELICHTING 5.8 RENTEDRAGENDE LENINGEN – LANGLOPENDE EN KORTLOPENDE
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
OVERZICHT RENTEDRAGENDE LENINGEN – LANGLOPEND EN KORTLOPEND PER 31 DECEMBER 2013
Per 31 december 2013 kunnen de uitstaande financiële schulden opgesplitst worden als volgt:
• financiële schulden op lange termijn, op meer dan 1 jaar: 1.647.316 k EUR;
• financiële schulden op lange termijn, welke binnen 1 jaar vervallen: 144.105 k EUR;
• financiële schulden op korte termijn: 175.120 k EUR.
Detail van de financiële schulden volgens categorie:
(in 000 euro)
Rentevoet % (gemiddeld)
Looptijd
2013
2012
LT bankschulden onder affectatie
4,38%
2014-2043
1.560.292
1.491.467
Private placement
4,25%
2013
Retail obligatie
4,00%
2015
150.000
LT commercial paper
2,25%
2020
50.000
LT bankschulden aankoop Dijkstraat 8
4,79%
2029
7.826
8.074
100.000
150.000
LT bankschulden commerciële activiteiten
4,00%
2024-2028
21.951
6.122
Leasingschulden
7,48%
2015-2016
1.352
1.758
1.791.421
1.757.421
0,49%
2014
175.120
127.000
175.120
127.000
1.966.541
1.884.421
TOTAAL LT FINANCIËLE SCHULDEN
KT bankschulden (CP+SL)
Totaal KT financiële schulden
TOTAAL LT & KT FINANCIËLE SCHULDEN
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
49
50
Geconsolideerde jaarrekening 2013
BANKSCHULDEN OP LANGE TERMIJN ONDER AFFECTATIE PER
31 DECEMBER 2013
De kredieten op lange termijn worden gebruikt ter
financiering van de investeringsuitgaven die door het
Vlaamse Gewest, en sinds 1 januari 2005 door de drinkwatermaatschappijen met het Vlaamse Gewest als co-debiteur,
gespreid in de tijd worden terugbetaald. De financiering op
lange termijn is gebaseerd op de affectatie-overeenkomst.
Die bepaalt dat het saldo van de kredieten op lange termijn
kleiner moet zijn dan de aanspraken die Aquafin heeft op
de drinkwatermaatschappijen, respectievelijk het Vlaamse
Gewest. Deze aanspraken bestaan uit het nog niet betaalde
gedeelte van de al opgeleverde investeringsprojecten.
Per 31 december 2013 is een nominaal bedrag van
2.550.297 k EUR opgenomen, waarvan 1.560.292 k EUR nog niet
is afgelost. In 2013 heeft Aquafin de financieringsbehoefte op
lange termijn kunnen invullen met leningen van de Europese
Investeringsbank (75 mio EUR) en van de commerciële banken /
institutionele investeerders (140 mio EUR).
De leningen hebben over het algemeen volgende structuur:
• opname in EUR
• vaste rente voor de volledige looptijd ofwel variabele
rente ingedekt met een maximum plafondrente
• looptijd van 15 jaar (t.e.m. 2008) en 30 jaar (vanaf 2009)
• gelijke semesteriële kapitaalaflossingen
• semesteriële interestbetalingen
LANGE TERMIJN COMMERCIAL PAPER PER 31 DECEMBER 2013
In 2013 werd voor 50 mio EUR aan commercial paper
uitgegeven op de secundaire markt > 1 jaar.
BANKLENING AANKOOP KANTOORGEBOUW DIJKSTRAAT 8
PER 31 DECEMBER 2013
Voor de aankoop en renovatie van het kantoorgebouw te
Dijkstraat 8, werd in september 2009 een langetermijnlening
afgesloten voor 8.700.000 EUR met een looptijd van 20 jaar en
een vaste rente van 4,79 % over de ganse looptijd.
BANKSCHULDEN M.B.T. COMMERCIËLE
GEMEENTEN PER 31 DECEMBER 2013
ACTIVITEITEN
In het kader van de commerciële contracten met de
gemeenten neemt Aquafin transportdiensten op zich,
waarbij op vraag van de gemeenten een systeem van
betalingsmodaliteiten kan uitgewerkt worden.
In 2013 zijn enkele nieuwe te financieren projecten van
start gegaan in diverse gemeenten: Brasschaat, Geel,
Kortenberg, Boechout, Vilvoorde en Hove.
LEASINGSCHULDEN PER 31 DECEMBER 2013
Onder deze rubriek bevinden zich de schulden met
betrekking tot gebouwen in leasing: Dijkstraat 10 en Delta
voor een totaal nog af te lossen bedrag van 1.352 k EUR.
BANKSCHULDEN OP KORTE TERMIJN PER 31 DECEMBER 2013
OBLIGATIELENINGEN PER 31 DECEMBER 2013
Obligatie-uitgifte 2006 (Private placement)
Op 30 mei 2006 heeft Aquafin een obligatielening
uitgegeven op zeven jaar, voor een bedrag van 100 mio EUR.
Deze fondsen werden op vervaldag (30 mei 2013) integraal
terugbetaald. De betreffende financieringsbehoefte werd
vervolgens ingevuld door middel van LT kredieten bij
verschillende kredietverschaffers (cfr supra).
Obligatie uitgifte 2009 (Retail obligatie)
De netto-opbrengst van de retail obligatielening wordt in
eerste instantie gebruikt voor de gedeeltelijke herfinanciering
van de bestaande schulden van Aquafin en voor algemene
vennootschapsdoeleinden. Daaronder valt de financiering van
de werken in uitvoering voor de uitbouw van de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen.
De inschrijving voor de obligatielening die Aquafin uitgaf
heeft volgende kenmerken:
•
•
•
•
•
•
•
•
opname: 150 mio EUR
uitgifte boven pari: 101,639 %
vaste rente voor de volledig looptijd: coupon van 4,00 %
jaarlijks bruto rendement: 3,69 %
terugbetaling: 100 % op vervaldag
looptijd van 6 jaar
jaarlijkse terugbetaling intresten
notering: Euronext Brussels
De financiering op korte termijn wordt in hoofdzaak
aangewend om de werken in uitvoering vóór oplevering te
financieren. De retail obligatielening die Aquafin heeft
uitgegeven vormt de basis van de financieringsbehoefte voor
de werken in uitvoering en verklaart het lage niveau.
Commercial paper
Kenmerken:
• Uitgifteprogramma van 400 miljoen EUR aan
thesauriebewijzen.
• De arranger en domicilieagent is BNP Paribas Fortis.
• Dealers zijn BNP Paribas Fortis, Belfius en KBC.
• Looptijd minimum 7 dagen en maximum één jaar.
• De allereerste emissie door Aquafin vond plaats op
22/06/2000
Het commercial paper programma wordt gedekt door 100
mio EUR back-up lijnen.
In het kader van de regelgeving rond Basel-III zijn de korte
termijnlijnen heronderhandeld en werden twee van de drie
back-uplijnen omgevormd tot general purpose lijnen.
Per 31 december 2013 is voor 138 mio EUR aan commercial
paper uitgegeven.
Kredietlijnen
Per 31 december 2013 werd 36,9 mio EUR opgenomen binnen de beschikbare bilaterale kredietlijnen (295 mio EUR).
Binnen de revolving credit facility (100 mio EUR) werden er geen opnames verricht.
BANKSCHULDEN OP KORTE TERMIJN M.B.T COMMERCIËLE ACTIVITEITEN PER 31 DECEMBER 2013
In het kader van de contracten met de gemeenten, die buiten de overeenkomst met het Vlaamse Gewest zijn afgesloten,
neemt Aquafin bepaalde saneringstaken op zich, waarbij op vraag van de gemeenten een systeem van betalingsmodaliteiten
kan worden uitgewerkt. Voor de werken in uitvoering financiert Aquafin zich op korte termijn. Per 31/12/2013 werden binnen
de bestaande kredietlijnen geen opnames verricht.
UITSPLITSING VAN DE FINANCIËLE SCHULDEN OP LANGE TERMIJN VOLGENS HUN RESTERENDE LOOPTIJD
(in 000 euro)
Schulden op meer dan 1 jaar
die binnen het jaar vervallen
Schulden met
een resterende looptijd
van meer dan 1 jaar
maar hoogstens 5 jaar
Schulden met
een resterende looptijd
van meer dan 5 jaar
Totaal
143.654
654.626
991.789
1.790.069
451
901
0
1.352
144.105
655.527
991.789
1.791.421
Schulden op meer dan 1 jaar
die binnen het jaar vervallen
Schulden met
een resterende looptijd
van meer dan 1 jaar
maar hoogstens 5 jaar
Schulden met
een resterende looptijd
van meer dan 5 jaar
Totaal
246.421
761.557
747.685
1.755.663
PER 31 DECEMBER 2013
Kredietinstellingen
Leasingschulden
TOTAAL LT FINANCIËLE SCHULDEN
(in 000 euro)
PER 31 DECEMBER 2012
Kredietinstellingen
Leasingschulden
TOTAAL LT FINANCIËLE SCHULDEN
↘
406
1.352
0
1.758
246.827
762.909
747.685
1.757.421
TOELICHTING 5.9 OVERIGE LANGLOPENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
HEDGE ACCOUNTING - AFGELEIDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN
(in 000 euro)
Financiële instrumenten ter indekking van het renterisico aan marktwaarde
Overige verplichtingen
TOTAAL OVERIGE LANGLOPENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
2013
2012
122.882
187.011
189
179
123.071
187.190
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
51
52
Geconsolideerde jaarrekening 2013
RENTEBELEID
Door de bepalingen in de Beheersovereenkomst heeft de
rente-evolutie geen impact op het resultaat van Aquafin.
De bepaling dat alle redelijke kosten vergoed worden is ook
van toepassing op de financiële kosten inclusief de
renteaflossingen. Toch ontstaat er een opportuniteitskost
wanneer de rente daalt en de lening opgenomen is aan vaste
rentevoet. Anderzijds vormt een rentestijging een risico bij
leningen aangegaan met een variabele rentevoet. Een stijgende
rente-evolutie heeft ook een negatief effect op de kost van nog
op te nemen leningen. Om het renterisico actief te beheren
en de financieringskosten te optimaliseren, maakt Aquafin
gebruik van financiële instrumenten om de geldstromen zo
te laten plaatsvinden dat het renterisico beperkt is.
In mei 2006 heeft de Raad van Bestuur van Aquafin
de implementatie van een dynamisch renterisicobeheer
goedgekeurd. Er werd een rentebeleid uitgeschreven en
goedgekeurd door de Raad van Bestuur waarbij de krijtlijnen
voor het rentemanagement werden uitgetekend.
Per 31/12/2013 heeft Aquafin een uitstaande lange termijn
schuld van 1,79 miljard EUR. Het actief rentemanagement
mag toegepast worden op maximum 35 % van deze schuld.
Sinds 2012 mag maximum 10 % hiervan volledig vlottend zijn.
Naast het beheren van de bestaande schuld, kan Aquafin ook
een deel van de toekomstige gebudgetteerde schuld met
een horizon van vijf jaar indekken. Op basis van de door het
Vlaamse Gewest aan Aquafin opgedragen investeringsprogramma’s kan Aquafin de financieringsbehoeften voor de
toekomst inschatten. Aquafin raamt dat de volgende 5 jaar in
totaal ca. 1,1 miljard EUR aan nieuwe lange-termijn leningen zal
opgenomen worden. Het rentebeleid voorziet in de mogelijkheid
om maximum 50 % van deze geraamde toekomstige lange
termijn schuld in te dekken. Per indekkingstructuur dient er
wel steeds een onderliggende lening gebudgetteerd te zijn.
Elke indekkingtransactie is bij het afsluiten ervan namelijk volledig
gedocumenteerd. Dit omvat de identificatie van de onderliggende
positie, de doelstellingen van het rentebeleid, de aard van
de ingedekte positie en van de financiële instrumenten.
In 2013 is door middel van het actief beheren van het
renterisico een rentebesparing gerealiseerd van 4,60 mio EUR.
Per afgesloten jaar wordt de finale verrekening gemaakt
met de drinkwatermaatschappijen. Van een besparing wordt
minimum 50 % in mindering gebracht van de factuur aan
de drinkwatermaatschappijen. Eind 2013 werd 3,62 mio EUR
in mindering gebracht.
TOEPASSING HEDGE ACCOUNTING
Resultaten
Binnen IFRS is de waardering van financiële instrumenten
ter indekking van het renterisico gecategoriseerd in drie levels:
1) marktprijzen, 2) van marktprijzen afgeleide waarderingen
(observeerbare input) en 3) waarderingsmodellen zonder
observeerbare input. De Aquafin structuren zijn ingedeeld
als level 2 zoals voorgeschreven in IFRS.
Per 31/12/2013 heeft Aquafin een dynamisch rentebeheer
voor 36 structuren. Door het vervallen van een lening in mei
2013 en de optimalisatie van de resterende uitstaande
structuren, kwalificeren alle huidige structuren volledig voor
hedge-accounting.
Van deze structuren zijn er 3 die als reële waarde
afdekking ingedeeld zijn. Zij werden geënt op een bestaande
lening met vaste rente en nadien gevariabiliseerd. Op deze
structuren gebeurt een reële waardeaanpassing op de
nominale waarde van de onderliggende lening. De resterende
structuren kwalificeren allen voor kasstromenafdekking.
Volgende tabel geeft de indeling van de structuren binnen
Aquafin weer volgens hedge categorie, kwalificatie, uitstaand
bedrag (van de bestaande lening of de gebudgetteerde
lening), hun marktwaarde en de impact hiervan op het
resultaat of de gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten.
INDELING EN MARKTWAARDE VOLGENS HEDGE CATEGORIE
↘
(in 000 euro)
Aantal
structuren
Uitstaand
kapitaal
Marktwaarde
31/12/2013
Marktwaarde
31/12/2012
FINANCIËLE INSTRUMENTEN TER INDEKKING VAN HET RENTERISICO AAN MARKTWAARDE VIA DE RESULTATENREKENING
Reële waarde afdekking - niet kwalificerend
0
Reële waarde afdekking - kwalificerend
3
Kasstromenafdekking - niet kwalificerend
0
99
102.167
3.012
7.146
-20.155
FINANCIËLE INSTRUMENTEN TER INDEKKING VAN HET RENTERISICO AAN MARKTWAARDE VIA DE GEREALISEERDE
EN NIET GEREALISEERDE RESULTATEN
Kasstromenafdekking - kwalificerend
TOTAAL
33
894.167
-125.894
-174.101
996.333
-122.882
-187.011
De evolutie in de totale marktwaarde van de financiële instrumenten is toe te schrijven aan de stijgende rente en de
optimalisatie van de portefeuille. Het opzetten van de structuur gebeurt bij implementatie aan zero cost. Het gebruik van opties
zoals vaste rente floors hebben bij dalende rente een waardeverminderend effect en bij een stijgende rente een waardevermeerderend effect.
Volgende tabel geeft de impact weer van de variatie in marktwaarde op de resultatenrekening enerzijds en het gedeelte
dat geabsorbeerd wordt via de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten anderzijds.
IMPACT VARIATIE IN MARKTWAARDE
↘
(in 000 euro)
31/12/2013
31/12/2012
RESULTATENREKENING
-1.929
1.221
Impact van alle structuren
23.872
-1.390
Omschakeling structuur 1 naar 1.1
-20.155
Impact coupon
-1.537
-2.459
Aanpassing hedge structuur van de kwalificerende reële waarde afdekkingen
-4.109
5.071
66.058
-52.965
45.903
-52.965
GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN
Impact gekwalificeerde kasstromenafdekkingen
Omschakeling structuur 1 naar 1.1
20.155
VARIATIE MARKTWAARDE
De impact op de resultatenrekening over de periode
31/12/2012 – 31/12/2013 bedraagt -1,93 mio EUR en is toe te
schrijven aan het aflopen van een structuur die in 2012
nog een positieve waarde had. Verder werd de portefeuille
verder geoptimaliseerd en is er één structuur toegevoegd.
De omschakeling van structuur 1 naar structuur 1.1 is IFRSmatig een “roll over” waardoor de impact niet in de
resultatenrekening wordt genomen, wel in de gerealiseerde en
niet gerealiseerde resultaten. Voor de kwalificerende reële
waarde afdekkingen gebeurt een aanpassing aan de nominale
waarde van de onderliggende leningen. Door de rentestijgingen is de marktwaarde van de ingedekte leningen met
aanvankelijke vaste rentevoet in 2013 gestegen met 4,1 mio
EUR die gecompenseerd wordt door een waardedaling van de
structuur voor hetzelfde bedrag. Op die manier is er een offset
in min en plus van het resultaat. Daarnaast is er ook de impact
van de variatie in de coupon.
De impact op het eigen vermogen via de gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten over de periode 31/12/2012 –
31/12/2013 bedraagt 66 mio EUR. Deze wijziging is toe te
schrijven aan de variatie in marktwaarde van de kwalificerende
kasstromenafdekkingen, als gevolg van de stijgende rente t.o.v.
2012 en de omschakeling van structuur 1 naar structuur 1.1.
64.130
-51.744
SENSITIVITEITSANALYSE
Een groot deel van de financiële verplichtingen van
Aquafin zijn vastrentende langetermijnleningen waar een
rentewijziging geen enkele directe invloed op heeft. Sinds de
implementatie van het rentebeleid in 2006 is daar
verandering in gekomen en zijn enerzijds een aantal leningen
met vaste rente gevariabiliseerd en anderzijds een aantal
langetermijnleningen afgesloten (of nog af te sluiten) aan
variabele rente. Per 31/12/2013 zijn er drie leningen die ofwel
volledig vlottend werden opgenomen of een vaste rentevoet
hadden die volledig gevariabiliseerd werd. In totaal zorgt dit
voor een uitstaand bedrag van 109 mio EUR volledig vlottend.
Voor de swap-transacties waarbij variabele rente gewisseld
wordt voor vaste rente is de impact van een rentewijziging nul
door de volledige neutralisatie. Daarnaast zijn er een aantal
transacties met opties (caps, floors) waarbij een verandering in
de rente – binnen een bepaalde tunnel/collar – een invloed
heeft op de renteaflossingen. Per 31/12/2013 is er een uitstaand
bedrag van 506 mio EUR op deze manier ingedekt.
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
53
54
Geconsolideerde jaarrekening 2013
Volgende tabel illustreert de verdeling vaste rente versus vlottende rente zoals deze al dan niet ingedekt zijn.
UITSTAAND KAPITAAL VLOTTEND/VAST
↘
(in 000 euro)
31/12/2013
31/12/2012
VERDELING VASTE / VLOTTENDE RENTEVOETEN UITGEDRUKT IN NOMINALE WAARDE
Vaste rentevoet
1.174.985
1.311.246
Vlottende rentevoet (ingedekt)
505.833
329.583
Vlottende rentevoet (niet ingedekt)
109.250
114.833
1.790.069
1.755.663
TOTAAL
Om de impact van een veranderde rente in te schatten, worden sensitiviteitsanalyses uitgevoerd. Een sensitiviteitsanalyse
maakt gebruikt van forward rates om de impact van een shift in de rente in te schatten. Forward rates zijn de geschatte
toekomstige rentevoeten in de veronderstelling dat alle andere variabelen in de markt constant gehouden zijn. Op basis hiervan
wordt de impact van een rentedaling en -stijging vertaald naar een rentekost of renteopbrengst. De tabel hieronder illustreert
de impact, per renteshift, op het resultaat van 31/12/2014.
SENSITIVITEITSANALYSE
↘
(in 000 euro)
-0,25 %
0,00 %
+0,25 %
+0,50 %
+1,00 %
-9.782.838
-9.941.659
-10.185.284
-9.798.534
-8.447.904
IMPACT PER 31/12/2014
Impact resultatenrekening
De interestlasten zijn berekend op basis van de forward
rates zoals vastgelegd op 31/12/2013. Zo zijn de rentelasten
voor 2014 geraamd op basis van de geschatte toekomstige
langetermijnrente overeenkomstig de onderliggende leningen.
Op basis van deze forward rates – met alle variabelen constant
gehouden – is het netto effect per 31/12/2014 - 10 mio EUR.
Aangezien alle huidige structuren kwalificeren voor hedgeaccounting en slechts drie structuren geen kasstromenafdekkingen zijn, hebben vooral de couponwaarde en de
tijdswaarde een impact op het resultaat. Naarmate de
resterende looptijd van de structuur afneemt, daalt ook
de tijdswaarde en de couponwaarde. De marktwaarde van
de kwalificerende kasstroomafdekkingen wordt opgenomen
in de gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten. Bij een
shift van +0,50 % stijgt de waarde terug door het effect van
knock-ins in bestaande structuren. Gezien de huidige
rentestanden wordt de theoretische shift in rente van -50bp
niet weergegeven. Een shift van -50bp zou namelijk een
negatieve rente betekenen waardoor deze niet mee
opgenomen wordt in de analyse.
De veronderstelde beweging zoals uitgedrukt in basispunten voor de sensitiviteitsanalyse van de rente is gebaseerd
op marktomstandigheden die hoge volatiliteit kennen.
HERFINANCIERINGSRISICO
Aquafin financiert het grootste deel van haar lange termijnbehoeften onder de Affectatieovereenkomst. Deze bepaalt
dat het uitstaand kapitaal steeds kleiner moet zijn dan
de aanspraken op het Vlaamse Gewest. Dit is ook de reden
dat Aquafin haar lange termijnfinanciering liefst op 30 jaar
aflossend opneemt.
Door de veranderingen in de financiële markten en BASEL III,
wordt het steeds moeilijker om financiering te vinden
met een looptijd van 30 jaar en is Aquafin op zoek gegaan
naar alternatieve financieringsvormen. Zo werden er de
voorbije jaren obligaties uitgegeven en leningen met kortere
looptijden opgenomen. Deze alternatieve financieringsvormen en looptijden zorgen er voor dat er in de toekomst
een herfinancieringrisico zal plaatsvinden.
Onderstaande tabel geeft de nominale waarde van uitstaande schuld weer volgens afwikkelingsjaar in 1.000 EUR.
OPSPLITSING VOLGENS AFWIKKELINGSJAAR
↘
(in 000 euro)
Vervaljaar 2014
Vervaljaar ≥2019
Vervaljaar 2015-2018
Totaal
VERDELING VOLGENS AFWIKKELINGSJAAR (AAN NOMINALE WAARDE)
Uitstaande schuld
23.917
113.167
859.250
996.333
Ondanks de nieuwe financiële regelgeving en dankzij de goede rating van Aquafin, blijft Aquafin een betrouwbaar bedrijf om
in te investeren. Dit is te merken aan de spontane investeringsvraag van investeerders en financiële instellingen. Dit zorgt er ook
voor dat Aquafin steeds het jaar voordien al over engagementen van financiële instellingen beschikt om het jaar nadien kredieten
op te nemen tot 30 jaar met een aflossend karakter. Dit alles brengt het financieringsrisico in perspectief.
Naast de lange termijnfinanciering beschikt Aquafin ook nog over een “commercial paper”-programma van 400 mio EUR,
1 back-up kredietlijn van 100 mio EUR, 2 kredietlijnen die enkel als back-up dienen aangewend te worden, een gesyndiceerde
lening van 100 mio EUR en 95 mio EUR aan korte termijn kredietlijnen bij 6 verschillende kredietinstellingen. Wanneer voor
een kortere periode niet meteen lange termijnfinanciering gevonden wordt, kan Aquafin steeds beroep doen op een ruim aanbod
aan korte termijnlijnen.
Aan de covenanten met de kredietverstrekkers is voldaan.
↘
TOELICHTING 5.10 OVERIGE VOORZIENINGEN
De voorzieningen opgenomen per 31 december 2013 hebben o.a. betrekking op juridische geschillen, verzekeringsdossiers,
geschillen in het kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst en verwerking van het slib gebufferd in de installaties.
(in 000 euro)
31/12/2013
Bruto verplichtingen
31/12/2012
9.248
7.357
-6.722
-5.667
2.526
1.690
Geschillen
BeheersOVK
Slibbuffers
Totaal
912
40
175
7.357
1.177
1.132
Tussenkomsten van derden
Netto voorzieningen
Evolutie voorzieningen per aard:
(in 000 euro)
Laattijdigheid
VOORZIENINGEN PER 31/12/2012
14
Juridische
geschillen
6.216
Toevoegingen
Terugnames ongebruikte bedragen
-7
Verzekeringsdossiers
-408
2.309
-3
Aanwendingen
VOORZIENINGEN PER 31/12/2013
0
7
5.808
2.089
1.172
Kortlopend 31/12/2013
Langlopend 31/12/2013
-418
172
172
7
5.808
2.089
1.172
9.248
172
9.076
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
55
56
Geconsolideerde jaarrekening 2013
(in 000 euro)
Laattijdigheid
VOORZIENINGEN PER 31/12/2011
23
Toevoegingen
Terugnames ongebruikte bedragen
Juridische
geschillen
Verzekeringsdossiers
Geschillen
BeheersOVK
Slibbuffers
Totaal
5.697
1.019
162
163
7.064
116
635
-107
-122
-104
-342
519
-9
Aanwendingen
VOORZIENINGEN PER 31/12/2012
0
14
6.216
912
40
175
Kortlopend 31/12/2012
Langlopend 31/12/2012
175
14
6.216
De voorziening voor verwerking van het slib gebufferd in
de installaties kan onmiddellijk doorgerekend worden naar de
drinkwatermaatschappijen / het Vlaamse Gewest, aangezien
ze valt onder de noemer “redelijke kosten”, zoals voorzien in de
beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest.
De overige posten m.b.t. voorzieningen kunnen niet of slechts
op langere termijn doorgerekend worden naar de drinkwatermaatschappijen / het Vlaamse Gewest mits uitgebreide
motivatie van de redelijkheid van de betreffende kosten.
VOORZIENING VOOR LAATTIJDIGHEID
Voor vertragingen in de oplevering van investeringsprojecten,
in vergelijking met de overeengekomen opleveringsdatum,
is de groep van rechtswege een schadevergoeding verschuldigd.
Voor dergelijke vertragingen die per 31 december 2013 reeds
konden voorzien worden, werden provisies genomen. De provisie
voor laattijdigheid bedraagt 7 k EUR voor 1 project.
VOORZIENING VOOR JURIDISCHE GESCHILLEN
Voor juridische geschillen wordt een provisie aangelegd
ter waarde van een redelijke inschatting van de vordering
in het geval dat de kans dat de groep het geschil verliest
waarschijnlijk is. Per 31 december 2013 bedraagt de provisie
voor juridische geschillen 5.808 k EUR voor 132 geschillen.
VOORZIENING VOOR VERZEKERINGSDOSSIERS
Per 31 december 2013 bedraagt de provisie 2.089 k EUR
voor 3 verzekeringsdossiers. Het betreft schadedossiers waarvan
we vermoeden dat de schade – geheel of gedeeltelijk – niet
kan gerecupereerd worden bij de verzekeraar(s).
912
40
7.357
175
7.182
VOORZIENING VOOR DIVERSE GESCHILLEN IN HET KADER
VAN DE BEHEERSOVEREENKOMST
Onder deze voorziening worden alle resterende risico’s in
het kader van de beheersovereenkomst opgenomen, in het
bijzonder m.b.t. mogelijke inbreuken op de beheersovereenkomst of het risico op niet-redelijkheid en dus niet-terugbetaling
van bepaalde investerings- of werkingskosten.
De toename van deze provisie per einde 2013 heeft
betrekking op kosten m.b.t. opgeleverde en nog niet opgeleverde
investeringsprojecten waarover er discussie lopende is met
de Economisch Toezichthouder. Uit voorzichtigheid werd voor
deze kosten een voorziening aangelegd.
VOORZIENING VOOR SLIBBUFFERS
Elk jaar wordt een provisie aangelegd voor de
verwerkingskost van het slib dat zich in de buffers bevindt.
De verwerkingskost van het gebufferde slib valt onder de noemer
“redelijke kosten” zoals voorzien in de beheersovereenkomst
met het Vlaamse Gewest.
↘
TOELICHTING 5.11
PENSIOENVERPLICHTING
Binnen de pensioenverplichtingen onderscheidt men:
1.
2.
Provisies voor toegezegd pensioenregelingen
Provisies voor brugpensioenen.
PENSIOENVERPLICHTING
↘
(in 000 euro)
Provisie toegezegd pensioen regelingen
Provisie brugpensioenen
TOTAAL
2013
2012
11.405
13.485
1.325
1.285
12.730
14.770
1.
Provisies voor toegezegde pensioenregelingen
Binnen de groep bestaan er twee types van pensioenplannen: toegezegde pensioenregeling en toegezegde bijdrageregeling.
• Verplichtingen aangaande toegezegde bijdrageregelingen worden onmiddellijk ten laste van de winst-en-verliesrekening
genomen. De periodieke premiebetaling wordt als periodekost geregistreerd.
• De schuld of eventueel vordering uit toegezegde pensioenregelingen wordt opgenomen in de balans. Bij dergelijke
regelingen komt het bedrag in de balans (de nettoverplichting) overeen met de contante waarde van de brutoverplichting,
verminderd met de reële waarde van de fondsbeleggingen en aangepast voor niet-opgenomen pensioenkosten van
verstreken diensttijd. Om de toekomstige verplichting getrouw te kunnen inschatten, wordt er een beroep gedaan op
een specifieke actuariële berekening, de zogenoemde projected unit credit methode.
De provisie voortvloeiend uit deze berekening bedraagt 11.405 k EUR op 31 december 2013 en 13.485k EUR op
31 december 2012.
PROVISIE TOEGEZEGD PENSIOEN
↘
(in 000 euro)
2013
2012
Actuele waarde van de verplichting
31.389
31.207
Fair value van de plan assets
19.984
17.722
11.405
13.485
TOEGEZEGD PENSIOENVERPLICHTING
De actuariële berekening houdt rekening met onderstaande assumpties:
ASSUMPTIES
↘
(in 000 euro)
2013
2012
Loonsverhoging
3,5 % per jaar tot leeftijd van 55
2 % per jaar nadien
vermelde % zijn inclusief inflatie
3,5 % per jaar tot leeftijd van 55
2 % per jaar nadien
vermelde % zijn inclusief inflatie
Inflatie
2 % per jaar
Dit % wordt toegepast ter berekening van
het plafond van de sociale zekerheid
2 % per jaar
Dit % wordt toegepast ter berekening van
het plafond van de sociale zekerheid
Discount rate
4,20 % per jaar
3,50 % per jaar
Pensioenleeftijd
65 jaar voor iedereen
65 jaar voor iedereen
Levensverwachting
MR (Belgische sterftetafel mannen)
FR (Belgische sterftetafel vrouwen)
MR (Belgische sterftetafel mannen)
FR (Belgische sterftetafel vrouwen)
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
57
58
Geconsolideerde jaarrekening 2013
De wijzigingen in de contante waarde van de toegezegde
pensioenregelingen zijn als volgt:
(in 000 euro)
ACTUELE WAARDE VAN
DE BRUTOVERPLICHTING 31/12/2011
De wijzigingen in de reële waarde van de fondsbeleggingen
zijn als volgt:
(in 000 euro)
21.818
MARKTWAARDE VAN
FONDSBELEGGINGEN 31/12/2011
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten
1.293
Verwacht rendement op fondsbeleggingen
Rentelast
1.124
Verwachte bijdragen van de groep
Bijdragen van deelnemers
265
Betaalde premies
Betaalde kosten
Betaalde kosten
(Uit)betaalde vergoedingen
Actuariële winsten/verliezen
ACTUELE WAARDE VAN
DE BRUTOVERPLICHTING 31/12/2012
-737
7.445
31.207
265
(Uit)betaalde vergoedingen
-737
259
Actuariële winsten/verliezen
MARKTWAARDE VAN
DE FONDSBELEGGINGEN 31/12/2012
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten
1.835
Verwacht rendement op fondsbeleggingen
Rentelast
1.082
Verwachte bijdragen van de groep
Bijdragen van deelnemers
267
Betaalde premies
Actuariële winsten/verliezen
ACTUELE WAARDE VAN
DE BRUTOVERPLICHTING 31/12/2013
17.722
638
1.340
Bijdragen van deelnemers
267
Betaalde premies
Betaalde kosten
(Uit)betaalde vergoedingen
750
1.293
Bijdragen van deelnemers
Betaalde premies
15.892
Betaalde kosten
-567
-2.435
31.389
De actuele waarde van de bruto verplichting per
31/12/2013 blijft ongeveer constant ten opzichte van 2012.
(Uit)betaalde vergoedingen
-567
Actuariële winsten/verliezen
584
MARKTWAARDE VAN
DE FONDSBELEGGINGEN 31/12/2013
19.984
De kost opgenomen in de resultatenrekening met
betrekking tot toegezegde pensioenregelingen omvat
volgende elementen:
(in 000 euro)
2013
2012
2.617
2.617
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten
1.835
1.835
Rentelast
1.082
1.082
WIJZIGING IN DE ACTUELE WAARDE VAN DE BRUTOVERPLICHTING (1)
Bijdragen van deelnemers
267
267
(Uit)betaalde vergoedingen
-567
-567
1.678
1.678
638
638
1.340
1.340
WIJZIGING IN DE WAARDE VAN DE FONDSBELEGGINGEN (2)
Verwacht rendement op fondsbeleggingen
Verwachte bijdrage van de groep
Verwachte bijdragen van de deelnemers
267
267
(Uit)betaalde vergoedingen
-567
-567
PENSIOENKOSTEN (1-2)
939
939
De reële waarde van de fondsbeleggingen per 31 december 2013 en per 31 december 2012 bestaat voor 100 % uit tak 21-producten
met gegarandeerde opbrengst.
De verdeling van de onderliggende activa per 31/12/2013 is als volgt:
• Aandelen: 4,64 %
• Vastrentend: 79,54 %
• Onroerend goed: 15,82 %
SENSITIVITEITSANALYSE
↘
(in 000 euro)
4,20%
Basis
Disconteringsvoet
3,20%
- 1,00%
Disconteringsvoet
5,20%
+ 1,00%
Disconteringsvoet
30.053.916
35.514.175
25.608.256
1.826.422
2.184.060
1.538.553
Actuele waarde van de brutoverplichting vanaf 1/1/2014
Pensioenkosten
M.b.t. pensioenplannen van het type toegezegde bijdrageregeling werden in 2013 voor 475 k EUR aan premies in resultaat
genomen.
2.
Provisies voor brugpensioen
Brugpensioenregelingen worden ook verwerkt als toegezegde pensioenregelingen.
De groep neemt een voorziening op die berekend werd volgens de projected unit credit methode. De brugpensioenverplichting
bedraagt 1.285 k EUR per 1 januari 2013 en 1.325 k EUR per 1 januari 2014 .
BRUGPENSIOENVERPLICHTING
↘
(in 000 euro)
Brutoverplichting
Activa
NETTOVERPLICHTING
2013
2012
1.325
1.285
0
0
1.325
1.285
In de berekening werd gewerkt met onderstaande assumpties:
ASSUMPTIES
↘
(in 000 euro)
2013
2012
Loonsverhoging
3,5 % per jaar tot leeftijd van 55
2 % per jaar nadien
vermelde % zijn inclusief inflatie
3,5 % per jaar tot leeftijd van 55
2 % per jaar nadien
vermelde % zijn inclusief inflatie
Inflatie
2 % per jaar
Dit % wordt toegepast ter berekening van
het plafond van de sociale zekerheid
2 % per jaar
Dit % wordt toegepast ter berekening van
het plafond van de sociale zekerheid
Discount rate
4,20 % per jaar
3,50 % per jaar
Pensioenleeftijd
65 jaar voor iedereen
65 jaar voor iedereen
Levensverwachting
MR (Belgische sterftetafel mannen)
FR (Belgische sterftetafel vrouwen)
MR (Belgische sterftetafel mannen)
FR (Belgische sterftetafel vrouwen)
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
59
60
Geconsolideerde jaarrekening 2013
De brugpensioenverplichting bedraagt 1.325 k EUR per 1 januari 2014 en 1.285 k EUR per 1 januari 2013. Hier staan geen assets
tegenover.
Wijziging in de actuele waarde van de brutoverplichting voor brugpensioenen:
(in 000 euro)
ACTUELE WAARDE VAN DE BRUTOVERPLICHTING 31/12/2011
901
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten
93
Rentelast
46
(Uit)betaalde vergoedingen
254
Actuariële winsten / verliezen
-8
ACTUELE WAARDE VAN DE BRUTOVERPLICHTING 31/12/2012
1.285
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten
104
Rentelast
44
(Uit)betaalde vergoedingen
-33
Actuariële winsten / verliezen
-75
ACTUELE WAARDE VAN DE BRUTOVERPLICHTING 31/12/2013
1.325
SENSITIVITEITSANALYSE
↘
(in 000 euro)
Actuele waarde van de brutoverplichting vanaf 1/1/2014
Pensioenkosten
↘
4,20%
Basis
Disconteringsvoet
3,20%
- 1,00%
Disconteringsvoet
5,20%
+ 1,00%
Disconteringsvoet
1.325.305
1.422.517
1.237.082
101.429
109.183
94.411
TOELICHTING 5.12 BIJ DE BALANS ‘HANDELSSCHULDEN EN OVERIGE
TE BETALEN POSTEN’
De handelsschulden en overige te betalen posten bedragen 139.878 k EUR per 31 december 2013. Ten opzichte van de balans
op 31 december 2012 betekent dit een stijging met 58.308 k EUR.
(in 000 euro)
Handelsschulden en overige te betalen posten
Toelichting
2013
2012
5.12
139.878
81.570
In december 2013 was er – in afspraak met het Vlaamse Gewest – een vervroegde facturatie van de werkingskosten m.b.t. het
1e kwartaal 2014. De betreffende vorderingen waren nog niet vervallen per einde 2013. Deze voorschotfacturen zijn bij de afsluiting
opgenomen onder de handelsschulden.
Binnen de handelsschulden en overige te betalen posten onderscheidt men: leveranciers, schulden met betrekking tot
bezoldigingen en sociale lasten, ontvangen voorschotten en ontvangen borgtochten. Per 31 december 2013 bedraagt het aantal
dagen leverancierskrediet – berekend als: openstaande handelsschulden op ten hoogste één jaar/inkopen inclusief BTW * 365 –
53 dagen. In 2012 was dit 50 dagen. De inkopen omvatten: de investeringen in projecten tijdens het boekjaar, de mutatie in
de vaste activa in aanbouw, de inkopen handelsgoederen, grond- en hulpstoffen en de diensten en diverse goederen.
(in 000 euro)
2013
2012
Leveranciers
63.433
74.027
Voorschotfacturen werkingskosten 1ste kwartaal 2014
68.985
Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten
7.402
7.406
Ontvangen voorschotten
58
136
Ontvangen borgtochten
1
1
139.878
81.570
TOTAAL
↘
TOELICHTING 5.13 BIJ DE BALANS ‘OVERIGE KORTLOPENDE FINANCIËLE
VERPLICHTINGEN’
De overige financiële vlottende activa bedragen 11.952 k EUR per 31 december 2013. Ten opzichte van de balans op 31 december 2012
betekent dit een afname met 2.353 k EUR.
(in 000 euro)
Overige kortlopende financiële verplichtingen
Toelichting
2013
2012
5.13
11.952
14.305
Het betreft hier overlopende rekeningen van het passief; in hoofdzaak te betalen intresten.
↘
TOELICHTING 5.14 BIJ DE BALANS ‘TE BETALEN BELASTING’
(in 000 euro)
Te betalen belasting
Toelichting
2013
2012
5.14
16.018
15.294
De uitstaande verplichting per 31 december 2013 heeft voornamelijk betrekking op nog te betalen BTW (11.105 kEUR).
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
61
62
Geconsolideerde jaarrekening 2013
Toelichtingen bij de geconsolideerde
winst- en verliesrekening
↘
TOELICHTING 6.0 GELEVERDE DIENSTEN
De groep realiseerde in 2013 een opbrengst van 321.413 k EUR uit geleverde diensten; in 2012 bedroeg deze opbrengst
338.574 k EUR.
(in 000 euro)
31/12/2013
31/12/2012
Activiteiten binnen Beheersovereenkomst
257.666
256.824
Activiteiten buiten Beheersovereenkomst
63.746
81.750
321.413
338.574
TOTAAL
Hiervan heeft 257.666 k EUR betrekking op activiteiten binnen de beheersovereenkomst, ten opzichte van 256.824 k EUR in 2012.
Voor de activiteiten buiten de beheersovereenkomst werd een opbrengst van 63.746 k EUR gerealiseerd versus 81.750 k EUR in 2012.
In het kader van de beheersovereenkomst verzamelt Aquafin het afvalwater van de Vlaamse gezinnen in hoofdriolen en voert
het naar zuiveringsinstallaties. Daarvoor bouwt Aquafin eerst de noodzakelijke infrastructuur uit: collectoren voor afvalwater,
pompstations en rioolwaterzuiveringsinstallaties. Aquafin prefinanciert de opgedragen projecten en de drinkwatermaatschappijen
betalen de investeringen terug. Voor projecten opgeleverd vanaf 1 januari 2009 bedraagt de terugbetalingstermijn voor de
elektromechanische werken 15 jaar en voor de bouwkundige werken 30 jaar. Voor activa die overgekocht werden van de Vlaamse
Milieumaatschappij bedraagt de terugbetalingstermijn 20 jaar.
Aquafin is ook verantwoordelijk voor het onderhoud en de exploitatie van het bovengemeentelijk rioleringsstelsel en
de waterzuiveringsinstallaties. Het gezuiverde afvalwater moet aan Vlaamse en Europese normen voldoen.
Buiten de beheersovereenkomst heeft Aquafin nog een specifiek aanbod ontwikkeld voor steden en gemeenten. Een aantal
steden en gemeenten hebben de bouw en het onderhoud van hun riolen volledig uitbesteed aan Aquafin. Ook een aantal
bedrijven laten hun afvalwater verwerken door Aquafin.
In het post-verkiezingsjaar 2013 was er een afname van de activiteiten buiten het kader van de Beheersovereenkomst.
Door een groot aantal gemeenten en steden werden - in de aanloop naar de verkiezingen en nadien tot de installatie van
de nieuwe lokale besturen - een aantal rioleringsprojecten on-hold gezet.
↘
TOELICHTING 6.1 OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN
VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITEN
↘
(in 000 euro)
Overige bedrijfsopbrengsten
Toelichting
2013
2012
6.1
-67
4.702
De overige bedrijfsopbrengsten bedragen - 67 k EUR in 2013 en 4.702 k EUR in 2012.
Het betreft hier voornamelijk recuperaties van kosten die niet tot de reguliere omzet kunnen gerekend worden.
De afname van deze post heeft voornamelijk betrekking op de wijziging in marktwaarde m.b.t. kwalificerende
reëlewaardeafdekkingen. Op basis van de concessieovereenkomst met het Vlaamse Gewest wordt deze wijziging in marktwaarde
gecompenseerd op de IFRIC 12 vordering. Wijzigingen in marktwaarde van kwalificerende kasstroomafdekkingen lopen niet via
de overige bedrijfsopbrengsten, maar via het overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten (in plus en min).
Overige posten hier zijn: doorfacturatie aan derden van de kosten van incidenten, doorfacturatie van nutsvoorzieningen
indien derden gebruik maken van de nutsvoorzieningen van de groep, doorfacturatie van kosten gemaakt voor het zuiveren van
afvalwater afkomstig van buiten het werkingsgebied van de groep (bv. afvalwater uit Noord-Frankrijk), doorfacturatie van extra
slibkosten indien het gebruikelijke slibverwerkingsbedrijf niet de afgesproken hoeveelheid kan verwerken, opbrengsten van
groene stroomcertificaten, recuperaties met betrekking tot firmawagens en onderzoeksprojecten.
↘
TOELICHTING 6.2 GROND- EN HULPSTOFFEN,DIENSTEN EN DIVERSE GOEDEREN
VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITEN
↘
(in 000 euro)
Grond- en hulpstoffen, diensten en diverse goederen
Toelichting
2013
2012
6.2
-168.308
-186.200
De kosten van grond- en hulpstoffen bedragen 168.308k EUR in 2013 en 186.200k EUR in 2012. Voornaamste kostenbestanddelen zijn onder andere: verbruik van gas- en elektriciteit, afvoer- en stortkosten van zand en slib, onderhoudskosten,
verbruik van chemicaliën, zuig- spuit en ruimingswerken en exploitatiekosten aangerekend door het Brusselse Gewest voor
zuivering van afvalwater afkomstig uit het Vlaamse Gewest, studiebureaukosten, externe medewerkers en wagenkosten,
kosten voor studiebureau en bouwkunde in het kader van commerciële activiteiten.
De afname in de kosten van deze rubriek wordt in hoofdzaak verklaard door de afname van de commerciële activiteiten,
in het bijzonder lagere investeringsuitgaven voor gemeenten en steden in het post-verkiezingsjaar 2013.
Onder deze rubriek werden in 2013 voor 400 k EUR aan onderzoekskosten onmiddellijk ten laste van het resultaat genomen.
Het direct toepasbare onderzoek is gericht op kostenbeheersing, de garantie van de effluentnormen en de introductie van best
beschikbare technologieën. Het strategische onderzoek is gegroepeerd rond de pijlers klimaatverandering, integraal waterbeheer
en asset management van de (riool)infrastructuur.
↘
TOELICHTING 6.3 PERSONEELSKOSTEN
VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITEN
↘
(in 000 euro)
Personeelskosten
Toelichting
2013
2012
6.3
-64.578
-61.694
De personeelskosten bedragen 64.578k EUR in 2013 en 61.694 k EUR in 2012. Onder de personeelskosten zijn opgenomen:
bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen, werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen, werkgeverspremies voor
bovenwettelijke verzekeringen, andere personeelskosten en brugpensioenvergoedingen.
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
63
64
Geconsolideerde jaarrekening 2013
DETAIL PERSONEELSKOSTEN
↘
(in 000 euro)
2013
2012
Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen
46.610
44.055
Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen
12.901
12.307
Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen
2.963
3.126
Andere personeelskosten
1.959
2.094
144
113
64.578
61.694
Pensioenen
TOTAAL
Tijdens het boekjaar 2013 werden gemiddeld 877,8 VTE’s tewerkgesteld, waarvan 738,9 voltijds en 184,3 deeltijds. In totaal
werden daadwerkelijk 1.429.578 uren gepresteerd.
Tijdens het boekjaar 2012 werden gemiddeld 862,9 VTE’s tewerkgesteld, waarvan 728,3 voltijds en 177,3 deeltijds. In totaal
werden daadwerkelijk 1.415.619 uren gepresteerd.
Op de afsluitingsdatum van het boekjaar 2013 telde de groep 743 voltijdse werknemers en 186 deeltijdse werknemers, samen
goed voor 883,3 VTE’s; op 31 december 2012 telde de groep 745 voltijdse werknemers en 176 deeltijdse werknemers, samen goed
voor 878,0 VTE’s. Alle personeelsleden hebben een bediendenstatuut.
↘
TOELICHTING 6.4 AFSCHRIJVINGEN, AMORTISATIES EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERING
(in 000 euro)
Afschrijvingen, amortisaties en bijzondere waardevermindering
Toelichting
2013
2012
6.4
-1.731
-109
Aangezien de groep geen materiële vast activa erkent op de balans, heeft deze post enkel betrekking op amortisaties en
waardeverminderingen. Meer bepaald betreft het hier mutaties in provisies voor voorzieningen, toegezegde pensioenregelingen
en brugpensioenen en mutaties in waardeverminderingen op vorderingen.
↘
TOELICHTING 6.5 OVERIGE LASTEN
(in 000 euro)
Overige lasten
Toelichting
2013
2012
6.5
-5.887
-5.606
De overige lasten bedragen 5.887k EUR in 2013 en 5.606 k EUR in 2012. Deze hebben hoofdzakelijk betrekking op
bedrijfsbelastingen: niet-aftrekbare BTW, onroerende voorheffing, gewestelijke belastingen en andere fiscale bedrijfskosten.
↘
TOELICHTING 6.6 FINANCIERINGSKOSTEN
(in 000 euro)
Financieringskosten
Toelichting
2013
2012
6.6
-78.837
-85.653
De financieringslasten hebben voornamelijk betrekking op de kosten van rentedragende leningen, op lange en korte termijn
en wijzigingen in de marktwaarde van de hedging structuren (zie ook de toelichtingen 5.8 en 5.9).
(in 000 euro)
2013
2012
82.434
84.113
121
149
-3.717
1.390
78.837
85.653
Toelichting
2013
2012
6.7
7.520
6.179
Rente op kredieten en overige financieringskosten
Financieringskosten m.b.t. financiële leaseovereenkomsten
Wijziging marktwaarde hedgingstructuren naar P&L
TOTALE FINANCIERINGSKOSTEN
↘
TOELICHTING 6.7 FINANCIERINGSOPBRENGSTEN
(in 000 euro)
Financieringsopbrengsten
De financieringsopbrengsten bedragen 7.520 k EUR in 2013 en 6.179 k EUR in 2012.
Het betreft hier voornamelijk de opbrengsten uit het rentemanagement, intresten uit beleggingen en ontvangen
verwijlintresten. Een sterke stijging wordt opgetekend in de opbrengsten van het rentemanagement
↘
TOELICHTING 6.8 WINSTBELASTINGEN
Actuele belastingvorderingen en -verplichtingen voor lopende en voorgaande perioden worden gewaardeerd tegen het
bedrag dat naar verwachting zal worden teruggevorderd van of betaald aan de (Belgische) belastingautoriteiten.
Gelet op de specifieke bepalingen binnen de beheersovereenkomst, heeft de groep geen tijdelijke verschillen op activa of
verplichtingen die aanleiding zouden geven tot het opzetten van een uitgestelde belastingschuld of -vordering.
Immers volgens artikel 43.1 van dezelfde beheersovereenkomst worden alle door Aquafin gemaakte redelijke kosten vergoed
door het Vlaamse Gewest – via de drinkwatermaatschappijen – inclusief alle heffingen en belastingen door Aquafin verschuldigd
voor de uitvoering van deze overeenkomst.
GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING
↘
(in 000 euro)
Actuele belastingslast
2013
2012
2.344
2.416
Aanpassing belastingslast voorgaande jaren
Winstbelasting cfr geconsolideerde winst- en verliesrekening
14
-29
2.358
2.388
AANSLUITING TUSSEN DE EFFECTIEVE BELASTINGSDRUK EN DE THEORETISCHE BELASTINGSDRUK
Winst voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
9.524
Niet gerealiseerde resultaten
Onderhanden projecten in opdrachten van derden: % of completion
Doorrekening belastingen in het kader van de concessieovereenkomst
WINST VOOR BELASTINGEN
Tegen het wettelijke tarief van toepassing in België (34 %)
Aanpassing winstbelasting vorige jaren
Niet-aftrekbare kosten
Aftrek voor risicokapitaal
Fairness tax
Tegen het effectieve tarief van toepassing
WINSTBELASTING OPGENOMEN IN GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING
10.194
0
0
139
0
1.591
1.889
11.254
12.083
3.825
4.107
14
-29
622
653
-2.146
-2.344
43
0
2.358
2.388
2.358
2.388
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
65
66
Geconsolideerde jaarrekening 2013
In het kader van de concessieovereenkomst met het Vlaamse Gewest werd 1.591 k EUR respectievelijk 1.889 k EUR aan
vennootschapsbelasting doorgerekend naar de drinkwatermaatschappijen / het Vlaamse Gewest in 2013 respectievelijk 2012.
↘
TOELICHTING 6.9 WINST PER AANDEEL
(in 000 euro)
Toelichting
Winst voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
NETTOWINST
2013
2012
9.524
10.194
8.758
9.695
8.758
9.695
Toe te rekenen aan:
Houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moedermaatschappij
WINST PER AANDEEL (€)
Gewone winst per aandeel, toe te rekenen aan houders van gewone aandelen
van de moedermaatschappij
6.9
8,74
9,68
Verwaterde winst per aandeel, toe te rekenen aan houders van gewone aandelen
van de moedermaatschappij
6.9
8,74
9,68
Gewone winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten,
toe te rekenen aan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij
6.9
8,74
9,68
Verwaterde winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten,
toe te rekenen aan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij
6.9
8,74
9,68
WINST PER AANDEEL UIT VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITEN (€)
Alle aandelen van de groep zijn in handen van de Vlaamse Milieuholding.
Op 2 december 2010 ging de Vlaamse Milieuholding over tot een volledige kapitaalsvolstorting. Hierdoor bestaat per einde
2010 het kapitaal van de groep uit 800.000 aandelen, volledig volstort.
Op 13 december 2011 werd – in het kader van de reeds vermelde aankoop van activa van de Vlaamse Milieumaatschappij –
het kapitaal van de groep verhoogd met 50 miljoen euro, vertegenwoordigd door 201.613 aandelen. Hiervan werd 12,5 miljoen euro
volstort.
Per 31 december 2013 wordt het kapitaal vertegenwoordigd door 1.001.613 aandelen.
DIVIDEND PER AANDEEL
Op 22 april 2013 werd m.b.t. boekjaar 2012 een totaal dividend uitgekeerd van 9.218.371 euro of:
• 10,84 euro voor de aandelen volstort op 25 april 1990
• 2,71 euro voor de aandelen die niet volledig volstort waren tijdens het boekjaar.
Indien de Algemene Vergadering de voorgestelde winstverdeling goedkeurt, zal op 22 april 2014 een bruto dividend uitbetaald
worden van:
• 9,93 euro voor de aandelen die volledig volstort zijn
• 2,48 euro voor de aandelen die niet volledig volstort zijn.
Toelichtingen bij het geconsolideerde
kasstroomoverzicht
↘
TOELICHTING 7.1 BIJ HET GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT –
ONTVANGSTEN VAN KLANTEN
ONTVANGSTEN KLANTEN
↘
(in 000 euro)
2013
2012
Beheersovereenkomst
420.428
363.810
Waarvan:
Bouwactiviteit
140.310
132.013
Diensten
280.118
231.797
72.411
69.347
492.838
433.157
Commercieel
TOTAAL
Cfr. Artikel 43 van de beheersovereenkomst heeft Aquafin recht op een vergoeding van het Vlaamse Gewest die alle redelijke
kosten moet dekken en rekening houdend met het genomen risico een minimum aanvaardbaar rendement voor de
aandeelhouders waarborgt. Binnen deze vergoeding kan een onderscheid gemaakt worden tussen vergoedingen die betrekking
hebben op bouwactiviteiten en vergoedingen met betrekking tot diensten.
De vergoedingen voor bouwactiviteiten betreffen de terugbetaling van opgeleverde rioolwaterzuiveringinfrastructuur.
De terugbetalingstermijn van deze infrastructuur houdt rekening met de verwachte levensduur. In 2013 stijgt deze vergoeding ten
opzichte van 2012 ten gevolge van de uitbreiding van het patrimonium.
De vergoedingen met betrekking tot diensten betreffen in hoofdzaak een doorrekening van de werkingsuitgaven van
hoofdkantoor en operaties en de rentelasten, vermeerderd met een vergoeding voor het eigen vermogen. De uitbreiding van het
patrimonium heeft een effect op de werkingskosten en de rentelasten. Bijgevolg merken we ook een toename van de ontvangsten
uit dienstverlening binnen het kader van de beheersovereenkomst.
In december 2013 was er, in samenspraak met het Vlaamse Gewest, een vervroegde facturatie van de werkingskosten m.b.t.
het 1e kwartaal 2014. De betreffende vorderingen waren in principe nog niet vervallen per einde 2013. Een belangrijk gedeelte van
deze vorderingen werd echter voor vervaldatum en voor het afsluiten van het boekjaar betaald.
Tenslotte was er een beperkte groei van de klantenontvangsten in het segment van de commerciële activiteiten.
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
67
68
Geconsolideerde jaarrekening 2013
Segmentrapportering
Voor managementdoeleinden is de groep georganiseerd in twee operationele segmenten.
Enerzijds worden er bedrijfsactiviteiten uitgeoefend binnen de concessieovereenkomst (beheersovereenkomst) met het
Vlaamse Gewest (de bovengemeentelijke sanering).
Anderzijds worden er commerciële activiteiten uitgeoefend voornamelijk ten behoeve van Vlaamse steden en gemeenten
(de gemeentelijke sanering). Binnen dit laatste segment staat de groep in onmiddellijke concurrentie met andere rioolbeheerders.
Via de dochteronderneming Aquaplus NV richt de groep zich ook tot de industrie in Vlaanderen en voert ze op beperkte schaal
consultancy-opdrachten uit in het buitenland.
CIJFERMATIG
↘
Concessieovk.
(in 000 euro)
Commercieel
Totaal
Vlaamse Gewest
Steden &
gemeenten
257.667
63.124
622
321.413
7.508
2.254
-238
9.524
Overige
PER 31/12/2013
Geleverde diensten
Winst voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
Activa
2.474.617
43.618
982
2.519.217
Verplichtingen
2.256.689
22.564
185
2.279.438
256.824
80.668
1.082
338.574
PER 31/12/2012
Geleverde diensten
Winst voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
8.768
1.416
10
10.194
Activa
2.410.259
33.885
1.004
2.445.148
Verplichtingen
2.198.333
6.276
298
2.204.907
Informatieverschaffing
over verbonden partijen
In 2013 werden volgende vergoedingen toegekend aan
managers op sleutelposities:
↘
UITVOEREND BESTUURDER
De totale bruto-vergoeding die over 2013 door de
vennootschap BVBA Bamboss, waarvan de zaakvoerder de
uitvoerend (gedelegeerd) bestuurder is, aan Aquafin werd
gefactureerd is als volgt samengesteld:
•
•
•
•
↘
DIRECTIECOMITÉ
De totale bruto-verloning die over 2013 aan de leden
van het directiecomité, met uitzondering van de uitvoerend
(gedelegeerd) bestuurder, werd toegekend bedraagt:
•
•
•
•
basissalaris: € 825.339,50
variabel deel1: € 77.724,15
pensioenrechten: € 149.071,99
andere vergoedingsbestanddelen: € 155.012,05
basisvergoeding: € 407.536,2
variabel deel: € 132.775,29
pensioenrechten: niet van toepassing
andere vergoedingsbestanddelen: € 1.341,57
Hij ontvangt geen vergoeding als bestuurder (binnen de
raad van bestuur).
1 Het totale bedrag van dit inkomstenbestanddeel wordt verdeeld in een bedrag dat als brutopremie wordt uitgekeerd en ook onder deze rubriek
is opgenomen en een bedrag dat deel uitmaakt van de pensioenrechten en opgenomen werd in de rubriek met die naam.
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
69
70
Geconsolideerde jaarrekening 2013
Specifieke toelichtingen vereist onder
het Wetboek van Vennootschappen
Tewerkstelling op afsluitingsdatum volgens beroepscategorie:
TEWERKSTELLING PER BEROEPSCATEGORIE
↘
(in 000 euro)
2013
2012
6,0
3,0
Bedienden
877,3
875,0
TOTAAL
883,3
878,0
Directieleden
Vergoedingen toegekend aan directieleden: cfr supra.
Door de groep of één van de ondernemingen van de groep werden geen voorschotten of leningen verstrekt aan directieleden.
De geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 2013 omvat volgende vennootschappen:
• Aquafin NV, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar, België
• Aquaplus NV, Ingberthoeveweg 21, 2630 Aartselaar, België
AQUAFIN NV
Colofon
Verantwoordelijke uitgever: Luc Bossyns, gedelegeerd bestuurder Aquafin NV
Grafische vormgeving: Altera
Fotografie: fotovdb.com, Jan Locus, Misjel Decleer, Vildaphoto en Aquafin NV
De geconsolideerde jaarrekening 2013 is ook beschikbaar in het Engels.
U kan de twee taalversies downloaden op www.aquafin.be,
of extra exemplaren aanvragen via [email protected]
Aquafin ontwikkelt en implementeert
doeltreffende oplossingen die zorgen
voor zuivere waterlopen en duurzaam
water(her)gebruik. We spelen proactief
in op te verwachten evoluties in
de watersector. Hierdoor brengen wij
op maat en in nauwe relatie met onze
klanten de realisatie van de Europese
doelstellingen elke dag opnieuw
dichterbij.
Aquafin NV, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar
Tel. 03 450 45 11 ● fax 03 458 30 20
e-mail: info@aquafin.be ● www.aquafin.be
V.U.: Luc Bossyns
Also available in English