Les 3 IOM - VPPK Studie

Interpretatieve Onderzoeksmethoden – Les
3 – Portraiture
Doel van de les
•
•
Inzicht in de methodiek Portraiture
Vanuit voorbeelden uit de praktijk tonen
– Hoe Portraiture eruit kan zien
– Welke wetenschappelijke achtergrond er is
– Hoe je met het onderzoeksmateriaal aan de slag kan
SIHO – Steunpunt Inclusief Hoger Onderwijs



Verhaal van rechten + veel drempels
Veel beslist ‘over het hoofd’ of op hoger niveau (tekort aan dialoog met studenten zelf)
Onderzoek:
-
Nood aan bottom-up en participatief werken
Dienstverlening, netwerking en onderzoek
- Context met veel weerstand
Heel weinig gevraagd aan en gesproken over mensen en studenten met een beperking. Heel veel drempels, daarom
onderzoek vanuit SIHO (steunpunt inclusief hoger onderwijs). Geen ondersteuning voor de studenten zelf maar ondersteuning voor de scholen. Onderzoek is een deel van de opdracht maar komt altijd op de laatste plaats. Men wil
bottom-up en participatief werken. Bottom-up wil zeggen laagdrempelig opstellen en niet vanuit de top naar beneden werken. Als men gewoon de decreten van ministers invult dan spreekt men van top-down, maar als men stelt
dat dit niet genoeg van de studenten uitgaat, dan kan men bottom-up werken. Mensen moeten mee bepalen waar
er nood aan is en wat men moet doen. Dit is echter een context met veel weerstand.
Filmpje: introductiefilm over traject, veel weerstand vanuit de personen tov studenten met een beperking (bv: verpleegster met 1 arm,…). Daarom moet het perspectief van de studenten zelf ingewerkt worden, maar in het begin
had dit geen grote aanpak. SIHO samenwerking van 3 instellingen. Toch stem van studenten bevragen, ook al zegt
het niet alleen positieve dingen. Niet alleen openheid van instellingen open onderwijs, maar ook een opener onderzoek. Ook kinderen met een niet evident statuut betrekken in het onderzoek. Stem was niet bevraagd en staat daarom erg onder druk. Omwille van de openheid van de methodiek, krijgen we een heel open onderzoek. Wat wil men
als student met ene functiebeperking tonen? Heel verschillende portretten vanuit de verschillende studenten. Wat
gebeurt er met de portretten? Niet veel conclusies trekken, maar portretten laten bestaan zoals ze ontstaan zijn, het
individuele en dichtbije roept universele thema’s op. Maar de vraag is of er iemand zit te wachten op onderzoeken
die hiermee te maken hebben. Werken aan de hand van open vragen, en zo de drempels naar het portret kunnen
verlagen.
Portraiture!





Voice
Openheid
Kracht van het portret
Regie
Plaats in de onderzoeksrelatie
Insiderperspectieven


Nood aan diepgaander en opener onderzoek
Heel veel verschillende portretten, iedereen anders, eigen kenmerken, verhalen,… ( portraiture)
-
Vragen die helpen kijken naar het portret – open blik, zonder te snel te concluderen (niet teveel
conclusies trekken, maar dicht bij portret zelf blijven)
-
Portret wordt gemaakt door een portretteur, van een geportretteerde
Wetenschappelijk? Kwalitatief onderzoek?
Arts-based research
-
Brug tussen wetenschap en kunst (vanuit wetenschappelijk doel/onderzoeksvraag kunst betrekken in proces)
-
Niet makkelijk  vraagt veel nauwkeurigheid; open proces, maar toch zeer nauw betrokken bij je casussen,
geen stappenplannen,…
-
is an emerging set of methods that are extremely diverse, but united by their ambitions to blur the lines
between “science” and “art.” These methods tap into the artistic process as a primary mode of inquiry, creating various forms of art as a way to collect data, conduct analysis, and/or represent social science research
(Leavy, 2009)
-
Onderzoekers die diverse en soms zeer persoonlijke combinaties gebruiken van kunst en onderzoeksmethoden
-
Vormen:

Ethnodrama

Readers Script Theater

Poetry

Photovoice
-
ABR = makkelijker?  Even rigoureus
-
heel open, dicht, veeleisend
- Being ready to not know what will happen or where you will end up
Stuurgroepen die het werk beoordelen waarmee men samenkomt, de groep vraagt waarom dit nodig is en waarom
we geen statistisch onderzoek gaan opzetten. Wetenschappelijk onderzoek wordt geschetst aan de hand van verschillende aspecten. Brug tussen wetenschap en kunst, het is niet alleen kunst maar ook niet alleen wetenschap.
Vanuit wetenschappelijk doel kunnen we kunst inbrengen, maar er is geen begrenzing aan. Komt het uiteindelijk uit
als iets heel kunstigs zal niemand het remmen, er zitten niet echt grenzen aan. Eindeloos veel mogelijkheden daarbinnen, verschillende voorbeelden van onderzoeken. Men kan vertrekken vanuit poëzie, foto’s, etnografie,…
Soms denken mensen dat portretteren niet moeilijk is, het is echter even rigoureus als andere onderzoeksmethodes.
Het is heel open, maar verlangt voor de onderzoeker het dicht staan bij de persoon waarvan een portret gemaakt
wordt. In een vorm die minder vast ligt wordt er echter meer van de onderzoeker verwacht. In het begin moet men
erg geprikkeld zijn en zin hebben om de personen te leren kennen, er zijn wel richtlijnen, maar concreet is het geen
stappenplan.
- Portraiture: same but different
Ervaring gebruiken, maar de persoon als belangrijke bron zien om kennis te verwerven en dingen te gebruiken. Ingaan tegen beperkingen van traditionele manieren, men combineert empirisch en esthetisch bespreken. Authenticiteit staat voor op validiteit en betrouwbaarheid. Ruimte voor sterkere aspecten en kracht van de personen, maar dit
wil niet zeggen dat men complexiteit uit de weg laat.
 Lawrence-Lightfoot schrijft zich in de phenomenologische epistemologie
 Veel gemeen met de etnografie
 Maar gaat ook in tegen de beperkingen van ‘traditionele’ methodiek

Combinatie empirische en aesthetische beschrijving

Focus op het samengaan van narratief en analyse

Authenticiteit gaat voor op ‘reliability’ en ‘validity’

‘the self’ als het onderzoeksinstrument bij uitstek perspectieven en ervaringen te documenteren en
interpreteren
Aspecten Portraiture
De persoon in al zijn lagen moet voorkomen in het portret. Enerzijds komt men op een bepaald tijdstip bij de mensen terecht (bv; studie), dus een momentopname, maar anderzijds moet het portret de essentie vatten dat men het
na enkele jaren nog herkent.
• Goodness (niet de bedoeling om student in ondergoed te zetten of al zijn beperkingen naar voor te schuiven)
-> eerlijkheid, maar ook realiteit niet mijden) /complexiteit / Context / diepgang en dimensie / essentie
• momentopname en de tijdloosheid
• brug tussen kunst en wetenschap / vertrouwd en exotisch
• tegenstelling omhelzen / paradox ontmaskeren en expliciteren
• portret moet zeer herkenbaar zijn, essentie bevatten
Aspecten van het onderzoeksproces
Leiden door een aantal concepten maar niet weten hoe het er precies zal uitzien of hoe men het precies moet realiseren.
• Discovery, generosity & indringend, zorgvuldig onderzoek
• Esthetiek, human connection & empirische striktheid
• documentering, interpretatie en interventie verenigen
• Restive risk takers
Hoe portretteren?
Kan op verschillende manieren, vaak diepte-interviews of observatie. Diepte-interviews zijn niet per se gestructureerde interviews. Voorbeeld onderzoeksvraag: via portraiture begrijpen wat men ervaart in de overgang van onderwijs naar werk. Bewust de vraag niet meer concretiseren, maar wel schetsen waarom men tot een bepaalde
vraag komt. Heel veel bezorgdheid in hoger onderwijs omdat men denkt dat men het beroep niet zal aankunnen, en
daarom kan men een heel open verhaal van de mensen in het beroep met een beperking terug spelen waardoor het
hoger onderwijs de ervaringen ook kan bekijken. Diepte-interview wil zeggen dat men heel nauwkeurig luistert,
vooral vanuit de persoon zelf. Hoe minder strak je met een vragenlijst afkomt, hoe meer je kan verkrijgen. Observatie moet niet vrijblijvend en afstandelijk zijn, meegaan en samen dingen doen is veel natuurlijker. Een aantal tips
over hoe je kan portretteren. Het is belangrijk dat je het doet om te weten hoe het in elkaar zit, je leert het door het
te doen. Samen met een onderzoeksteam nadenken over wat je moet doen. Onderzoeker vertrekt vanuit een onderzoeksvraag, materiaal die verzameld is kan men niet zomaar gebruiken om een portret te maken omdat dit niet vanuit een onderzoeksvraag is verkregen. We gaan kijken wat we onderzoeken en wat we voor dit onderzoek dan nodig
hebben. Hierover moet dan aan de medewerkers verteld worden. Portretten hebben nooit een doel om therapeutisch te werken.
Begrijpbare taal spreken en niet abstract blijven. Het is zo toegankelijker. We hebben niet het gevoel dat we echt
nog iets met de portretten moeten doen. Maar het ligt dicht bij interventies. Mensen zijn altijd verrast omdat er
altijd wel iets met de portretten gebeurt. De relatie tussen onderzoeker en participant moet heel close zijn, men
moet naast elkaar kunnen staan. Durven interpreteren, vragen stellen en energie insteken.
• Data-collectie kan op allerlei manieren
• Lawrence-Lightfoot voornamelijk via diepte-interviews en observatie.
• zoeken naar de verhaallijn (er is nooit 1 verhaal)
• Portretteur selecteert actief / beslist strategisch focus en nadruk / bepaalt creatief volgorde en ritme van het
narratief.
• Wat er uit gelaten wordt, is vaak even belangrijk. Leegtes, stiltes geven ook vorm aan het verhaal.
• Documenting & creating the narrative
• Receiving & shaping
• Reflecting & imposing
• Mirroring & improvising
• Coherentie < data én van de interpretitive witness van de portretteur
Relatie onderzoeker - participant
•
•
•
•
•
•
Persoonlijk verhaal - publieke discours aanspreken (Continuum van analyse en solidarity (analytische ijver en
community building).
Lezer zal zich identificeren en zichzelf gereflecteerd ziet in het portret. De lezer zal Universele thema’s of patronen horen weerklinken.
Hoe dichter bij het specifieke, hoe meer universeels zal ontdekt worden
Theorie of concepten komen naar boven uit het verzamelen van specifieke details. Verbeelding nodig. Hoe
subtieler en hoe dieper contextueel het portret, hoe breder het publiek dat zich aangesproken zal voelen.
Onderzoeker: eigen subjectiviteit, complexe persoonlijke en ethische uitdaging
Participant: geen object, een persoon met sterkte en kwetsbaarheid, schoonheid en imperfectie, mysterie en
openheid
Doel van portraiture
•
•
•
•
doelmatige interdisciplinariteit / vragen uit echte wereld en praktijk
De fluidity en complexiteit van de echte wereld vatten
Verstand en gevoel aanspreken / informeren en inspireren / nieuw en breder publiek
begrijpbare taal spreken die discussie, reflectie, actie uitlokt
Van individueel naar universeel
•
•
•
•
Persoonlijk verhaal - publieke discours aanspreken (Continuum van analyse en solidarity (analytische ijver en
community building).
Lezer zal zich identificeren en zichzelf gereflecteerd ziet in het portret. De lezer zal Universele thema’s of patronen horen weerklinken.
Hoe dichter bij het specifieke, hoe meer universeels zal ontdekt worden
Theorie of concepten komen naar boven uit het verzamelen van specifieke details. Verbeelding nodig. Hoe
subtieler en hoe dieper contextueel het portret, hoe breder het publiek dat zich aangesproken zal voelen.
Portraiture houdt een interventie in
•
•
Impact op de geportretteerde
Impact op de portretteur
•
Impact op het publiek
KEY-IN CIDENTS
•
Emerson (2004) described four types of key incidents:
– out-of-the-ordinary, dramatic or critical key incident;
– indigenous members types and typologies (Emerson et al, 1995: 119-22);
– extreme cases;
– interactional disjunctures.