JUNI ALTIJD DRUK de actieve student in Amsterdam een eigen bedrijf starten ▪ 6 TIPS VAN STUDENTENONDERNEMERS asva onderzoek ▪ WAARMEE VERDOEN WE ONZE TIJD? opinie ▪ DE ACTIEVE STUDENT IS ER KLAAR MEE festivalagenda ▪ DE FESTIVALS DIE DEZE ZOMER NIET TE MISSEN ZIJN 2 #4, juni 2013 Inhoud 4 Opinie: Luie studenten? 6 De VoorleesExpress - studenten aan het werk als vrijwilliger 8 Interview: Luuk van Dée (Directeur Studentenzaken HvA) 8 Interview: Frank van Kampen (Directeur Studentenzaken UvA) 10 Zomerfestivals voor studenten 12 Actief in Aberdeen 14 Werken als aanvulling op je studie 15 De letterlijk actieve student 16 Een eigen bedrijf starten? 6 tips. 17 Opinie: De actieve student is er klaar mee 18 De studiereis - een kijkje achter de schermen 20 Studentenondernemers 22 ASVA onderzoek: Over planning, drukte en tijd van studenten #4, juni 2013 3 Voorwoord ESTHER CRABBENDAM Studeren is meer dan alleen het volgen van een opleiding, werken is meer dan alleen maar geld verdienen en sporten is meer dan alleen aan lichaamsbeweging doen. Dat blijkt wel uit deze peper, waarin we de actieve student onder de loep hebben genomen. Dat bleek in eerste instantie lastiger dan gedacht, want wat of wie is dat eigenlijk, een ‘actieve’ student? Studenten die een bestuursjaar doen? Studenten die veel werken? Studenten die letterlijk actief zijn bij een sportvereniging? In deze Peper komen ze allemaal voorbij, want wij kozen voor actief in de breedste zin van het woord: de actieve student is de student die zich naast zijn studie ook met andere zaken bezighoudt, die niet per se studiegerelateerd hoeven te zijn. Onder deze definitie vallen nogal wat studenten. De student van nu lijkt wel actiever dan ooit. Ik merk het in mijn eigen omgeving, de standaardopening van een gesprek tussen medestudenten is als volgt: ‘Hee, lang niet gezien, hoe gaat het?’ ‘Goed hoor, druk’ ‘Ach ja, ik ook’. Zelf voeg ik er vaak aan toe ‘maar wel met leuke dingen hoor!’ Druk wordt namelijk nogal vaak geassocieerd met iets negatiefs, terwijl het dat in mijn beleving helemaal niet is. Mijn toevoeging aan het standaardgesprek komt namelijk niet uit het niets. Ja, ik heb het druk, maar dat vind ik leuk en daar heb ik zelf voor gekozen. Als ik het vervelend vond dan hield ik er wel mee op. Hoewel in de media soms het tegendeel wordt beweerd, namelijk dat onze generatie een grote druk voelt om zich breder dan haar eigen studie te ontwikkelen om aan de eisen van de arbeidsmarkt en de maatschappij te voldoen, denk ik dat studenten van nu boven alles vooral veel meer vrijheid en veel meer mogelijkheden hebben dan eerdere generaties studenten. Natuurlijk speelt in het achterhoofd vaak mee dat een bestuursjaar mooi staat op een cv, maar met alleen die motivatie houdt niemand het een bestuursjaar vol. Ook uit een recent onderzoek van het ASVA onderzoeksbureau blijkt dat veel studenten het druk hebben, maar ook daar is de conclusie dat deze drukte niet als iets negatiefs wordt ervaren. Pas als de drukte omslaat in stress wordt het iets vervelends, maar gelukkig zijn veel studenten verstandig genoeg om zodra dit gebeurt te kijken welke activiteiten beter op een laag pitje kunnen worden gezet. Meer over het ASVA onderzoek over de tijdsbesteding van de huidige student is te lezen op pagina 22 redactie Esther Crabbendam, hoofdredactie Annick Leeuwenberg, eindredactie Barend Wilschut, vormgeving Lida Daniëls Marlou Jorna Lizzy Entjes Ralph Deckers Peter Boek Annegrietje Franssen 4 #4, juni 2013 Luie studenten? PETER BOEK Zie hier: Roger. Spreker van het corpsidioom, bevuiler van de openbare weg en leegvreter van zijn vaders portemonnee. Roger neemt het niet zo nauw met de nominale duur van zijn studie, sprokkelt hier wat studiepuntjes, maakt daar wat opdrachtjes, maar is vooral op jacht naar hertjes en bezig netwerkend bierbrouwers te sponsoren. De meeste avonden van de week is hij bij zijn dispuut te vinden. Dan Rick. Voorzitter van een studentenunie, politiek betrokken en daarnaast nog lid van een stuk of wat commissies. Hij straalt succes uit en hij voelt zich succesvol. Elke avond is hij bezig met borrelen, netwerken en rapporten doorploegen. Al deze bezigheden zijn zijn vrije tijd. Ontmoet Chris. Hij is niet bovengemiddeld intelligent, studeert 50 uur in de week en zit graag bij zijn ouders op de opinie bank wanneer hij niet aan het studeren is. Hij is tevreden met zijn leven zoals het is en haalt goede cijfers. Wie van de drie is de luie student? ‘Roger!’ zullen de meesten van u antwoorden. Maar is dat zo? Is een luie student niet juist iemand die nérgens mee bezig is? Een apaat die tot 12 uur op bed ligt, misschien af en toe eens een boek openslaat of een college volgt, maar zich niet wil inzetten voor #4, juni 2013 zijn studie noch een vereniging van welke aard dan ook? Hiervan zijn er zo weinig dat ze per studie op één hand te tellen zijn. De meeste studenten zijn enorm ondernemend of zetten zich graag in voor hun studie, een vereniging of een eigen bedrijf. Het is veel moeilijker luie studenten te vinden dan studenten die studeren én, vaak onbezoldigd, in een of andere commissie zitten. Ons corpslid bijvoorbeeld verenigt zich met sociaal sterke mensen op een manier waar niet iedere student voor kiest, maar hij werkt hard. Hij vormt netwerken waar een substantieel deel van de Nederlandse politiek en bedrijfsleven op draait en wordt zelf door deze ervaringen gevormd. Net als “ Is een luie student niet juist iemand die nérgens mee bezig is? ” de andere studenten hierboven en in dit nummer van de Peper zet hij zich ergens voor in. Dat kan niet onbe- 5 wonderd blijven. De politiek moet daarom studenten, die nota bene de motor van de Nederlandse economie gaan vormen, de kans blijven geven zich te ontplooien. Hoe langer we leren, des te waardevoller we worden voor de Nederlandse samenleving. In je studententijd bepaal je je toekomst, of het nu via een studentenvereniging, je eigen bedrijf of je studieboeken is. Vertel dus allemaal de mythe van de luie student door aan alle kortzichtige politici en de mensen die er ondanks alles nog in geloven. Laat zien dat er niets van klopt. Studenten zijn helemaal niet lui! 6 #4, juni 2013 De VoorleesExpress studenten aan het werk als vrijwilliger ANNEGRIETJE FRANSSEN De term ‘actieve student’ associëren we met universiteitsgelieerd activisme, dat zich ofwel vertaalt naar de studentenpolitiek, of betrekking heeft op studie- en studentenverenigingen. Actief is de student die zich inzet voor zijn medestudent, door te bemiddelen met universiteit en overheid of, in het geval van de vereniging, door het organiseren van drankgerelateerde festiviteiten. Weinig aandacht lijkt uit te gaan naar de student die, in zijn activisme, verder kijkt dan zijn universiteit lang is. De inzet van zij die opkomen voor de noden van de student is waardevol en moet geenszins worden onderschat, maar buiten de muren van het onderwijsinstituut lijken nog genoeg belangen onbehartigd. Vrijwilligerswerk klinkt weinig uitnodigend. Hebben we niet iets beters te doen dan dat filantropisch gezever? Zoals, inderdaad, bij een studentenraad, vereniging, of anderszins genootschap waarmee de studentengemeenschap ten goede komt? Kunnen we het ons wel veroorloven om onbetaald werk te doen, zeker met het oog op het huidige politieke klimaat en de zich opstapelende leningen? Eigenlijk uitsluitend onder het mom van een stage, wanneer dit ons cv en toekomstperspectief naar een hoger plan brengt. Toch bestaan ze, de studentenvrijwilligers. Toen Eva, student aan het Amsterdam University College, tijdens een semester in Korea in het teken van een programma Sociology of Migration werd aangemoedigd Engels te doceren aan jongeren afkomstig uit immigrantengezinnen, wist ze: dit moet ik voortzetten. Bij terugkomst in Amsterdam stuitte ze op ‘De VoorleesExpress’, een initiatief vanuit het maatschappelijk innovatiebureau SodaProducties en oorspronkelijk opgericht in 2006, met tien vrijwilligers en idem gezinnen, door de zussen Anne en Marieke Heinsbroek. De organisatie stelt zich tot direct doel de taalontwikkeling van kinderen met een achterstand te stimuleren; dit leek precies te voldoen aan Eva’s idealen. Ze wilde zich inzetten voor mensen uit haar naaste omgeving, die, om welke reden dan ook, haar hulp zouden kunnen gebruiken. Een land als Nederland pronkt met het gevierde gelijkheidsgegeven en de multiculturele, doch egalitaire maatschappij. Maar een achterstand in woordenschat die niet op jonge leeftijd gecorrigeerd wordt, maakt dat je altijd achter blijft lopen op leeftijdsgenoten; op de basisschool, maar ook later op de middelbare school en in het hoger onderwijs. Is er werkelijk sprake van evenredige kansen als de integratie van een kind maar mondjesmaat wordt begeleid? De VoorleesExpress koppelt een kind, in de meeste gevallen doorverwezen Studentenvrijwilligers in actie (de personen afgebeeld op de foto’s worden niet genoemd in het artikel). #4, juni 2013 door een leraar, aan een vrijwilliger. De vrijwilliger wordt geacht wekelijks, gedurende ongeveer een half jaar, voor te lezen bij een gezin thuis, zodat niet alleen het kind zijn lexicon verbreedt, maar ook de ouders zich de routine van het voorlezen eigen maken. Idealiter moeten de ouders uiteindelijk het werk voortzetten dat de VoorleesExpress introduceert. Het gezin dat Eva ontmoette komt oorspronkelijk uit Turkije en woont nu in Geuzenveld. Selman, 7 jaar, sprak thuis uitsluitend Turks. “Het was me niet meteen duidelijk dat hij een taalachterstand had.” vertelt Eva. “Gaandeweg merkte ik het pas: aan grammaticale fouten, of aan voor mij voor de hand liggende woorden waar hij nog nooit van gehoord leek te hebben. Hij had bijvoorbeeld geen idee van de verleden tijdsvorm van eten: toen hij het woordje ‘at’ voorbij zag komen verkondigde hij enthousiast dat dit ‘paard’ betekent in het Turks.” Bij het voorleestraject hoort een bezoek aan de bibliotheek en een bijbehorend lidmaatschap. Eva laat Selman over het algemeen zijn eigen boeken uitzoeken, maar stimuleert hem soms wel in een bepaalde richting te kiezen. Uit zichzelf kiest Selman logischerwijs voornamelijk boeken met veel afbeeldingen. “Ik hoopte hem Jip en Janneke voor te kunnen lezen, of Pluk van de Petteflet, maar toen ik die boeken erbij pakte was zijn concentratie snel vervlogen. Het verschilt van verhaal tot verhaal; bij een prentloze versie van Pinocchio heeft Selman ademloos geluisterd.” Niet alleen het kind wordt wijzer van het project: ook voor de vrijwilliger is het proces leerzaam. Je moet ontdekken wat de beste methoden zijn om nieuwsgierigheid op te wekken, om op een interactieve manier te lezen en onbekende woorden op een eenvoudige manier uit te leggen. Want uiteindelijk is natuurlijk het streven dat de behandelde termen blijven hangen. “Ik heb het idee dat het meeste wat ik hem uitleg wel doordringt. Laatst kwam er een plaatje voorbij met een kat in een raamkozijn en ik vertelde hem dat, als een kat valt, hij altijd op zijn pootjes terecht komt. Veel later, toen Selman in een ander boek een poes ontdekte, gaf hij met een luid ‘ojee’ een demonstratie van hoe een kat valt en verklaarde hij nader dat het niet gaf: ze kwamen toch op hun pootjes terecht.” De moeder van Selman, die aan Eva refereert als ‘mijn meisje’, schuift 7 gewoonlijk halverwege het voorleesuur aan. Ze observeert hoe de twee samen lezen, zodat zij eenzelfde routine kan creëren. Zelfs als haar Nederlands niet toereikend genoeg blijkt te zijn, is het zinvol het gebruik voort te zetten. Turks of Nederlands: Selmans taalontwikkeling heeft er hoe dan ook baat bij. Twintig weken, de gebruikelijke duur van het project, zijn inmiddels om. Deze tijdsspanne is in principe voldoende om affiniteit met het lezen te scheppen en het voorleesritueel als een vast patroon in te stellen. Maar Eva heeft, na een gesprek met moeder en kind, besloten op eigen initiatief langs te blijven komen. “Het taalgevoel van Selman lijkt zich gestaag te ontvouwen en hij heeft nog steeds plezier in mijn komst. Elke week is het weer spannend welke boeken we zullen gaan lezen.” Enthousiast geworden? De VoorleesExpress is altijd opzoek naar nieuwe vrijwilligers. Meer informatie is te vinden op www.voorleesexpress.nl of mail direct naar [email protected] 8 #4, juni 2013 Luuk van Dée directeur studentenzaken HvA Studentenparticipatie is een wisselwerking die je graag wilt hebben; je wilt van studenten weten hoe ze hun opleiding en de instelling ervaren en het is natuurlijk mooi om niet alleen onderwijs aan te bieden aan studenten, maar dat ze over dat onderwijs en de vormgeving ervan ook zelf participerend nadenken. Dat is belangrijk voor iedere onderwijsinstelling: een goede verbinding met diegenen die je onderwijs afnemen. ESTHER CRABBENDAM & ANNICK LEEUWENBERG Actief zijn doe je niet alleen: zo kunnen bestuursleden van een studievereniging een bestuursbeurs krijgen van hun instelling. Bij de Hogeschool van Amsterdam (HvA) is Luuk van Dée directeur studentenzaken . Vanuit die functie heeft hij regelmatig te maken met actieve studenten. Was je zelf actief als student? Nee, ik was een heel doelgerichte student. Ik ben pas later gaan studeren, fiscaal recht aan de UvA. Mijn doel was daarom om zo snel mogelijk af te studeren. Waarom zijn actieve studenten belangrijk voor de HvA? Studentenparticipatie is van grote waarde voor de Hogeschool van Amsterdam. Om studentenparticipatie succesvol te laten zijn is het van belang dat het gezien wordt als een gedeelde verantwoordelijkheid van zowel de student als de Hogeschool. De student moet actief willen zijn en zijn rol als actieve student willen vervullen. De HvA moet deze betrokken houding willen stimuleren en heeft de verantwoordelijkheid om actieve studenten met passende (basis) faciliteiten te ondersteunen. Studieverenigingen versterken deze verbinding in bijzondere zin. Voor de studenten die een bestuursjaar bij een studievereniging meemaken is dit vaak een intensieve ervaring. Ik zou iedere student toewensen om zo’n ervaring mee te maken. Het is wel van belang dat iedere student voor zichzelf de afweging maakt hoe dit soort extra activiteiten te combineren zijn met de studie. “ Studentenparticipatie is een wisselwerking Wat doet de HvA voor actieve studenten? ” Volgens mij moeten studenten vanaf het moment dat zij in contact komen met de Hogeschool van Amsterdam merken dat “ze er toe doen” en uitgenodigd worden om zich actief in de gemeenschap van de Hogeschool of in hun opleiding op te stellen. Hoe dit uitnodigen tot actief studentengedrag in de opleidingen of in de domeinen is vormgegeven en hoe de student daar ondersteund wordt in zijn activiteiten weet ik niet in detail. Wat ik waarneem is dat ook opleidingen en domeinen actieve studenten “koesteren”, ze zijn er oprecht blij mee. De HvA begeleidt actieve studenten wel centraal vanuit studentenzaken. Als er eenmaal een vereniging wordt opgericht of er vergevorderde plannen zijn dan ondersteunt de afdeling studentenzaken de studenten. We verwijzen ze door naar bijvoorbeeld ASVA, omdat daar veel inhoudelijke kennis over studentenverenigingen aanwezig is. Ook kunnen we ze helpen met het opstellen van beleidsdocumenten. Als dit er allemaal goed uitziet brengen we de bestuurders in spé in contact met een notaris, die ze door de formele oprichtingsvereisten zoals het opstellen van statuten en een huishoudelijk reglement heen helpt. Voor de opleidingscommissies en de CMR doe ik vanuit studentenzaken niets. Ik noem dat de formele studentenparticipatie. De hogeschool is vanuit wetgeving verplicht deze participatie te hebben. Natuurlijk worden ook de studenten die hier actief in zijn door de hogeschool ondersteund en gefaciliteerd. Hoe zie je de toekomst van de actieve student op de HvA? Dat is een mooie vraag, want een student is relatief kort aan boord, misschien vijf, hooguit zes jaar. Wij zien telkens instroom van nieuwe, potentieel actieve, studenten, die iedere keer weer hun eigen pad zullen ontwikkelen. Ik hoop dat het vanuit het oogpunt van studentenparticipatie een meer continue traject gaat worden, want vaak gaat bij de jaarlijkse bestuurswisseling van studieverenigingen veel kennis verloren. Eigenlijk zoek je naar methodes om alle kennis die door andere actieve studenten is samengebracht, beter te waarborgen. #4, juni 2013 9 Frank van Kampen directeur studentenzaken UvA ESTHER CRABBENDAM & ANNICK LEEUWENBERG Ook op de UvA krijgen actieve studenten ondersteuning vanuit de universiteit. Een goed voorbeeld hiervan is natuurlijk Crea; de plek waar verschillende studentenorganisaties hun werkplek hebben en waar actieve studenten letterlijk worden gefaciliteerd. Maar ook het USC en de beurzen die besturen krijgen zijn voorbeelden van ondersteuning die de UvA actieve studenten biedt. Frank van Kampen is directeur studentenzaken aan de UvA en regelt deze zaken voor studenten. Was je zelf actief als student? Zou er een student zijn die zegt dat hij dat niet was? Ik begon aan mijn studie met het idee dat ik ook buiten de universiteit actief wilde zijn; ik wilde meer zien van het leven en ben na drie maanden aan de slag gegaan bij een buurthuis met naschoolse activiteiten. Toen ik dat anderhalfjaar had gedaan wilde ik ook actief zijn binnen de universiteit. Ik studeerde neerlandistiek en ben daar actief geworden bij ASVA. Later heb ik ook in de universiteitsraad gezeten. Ik was een van de eersten die mee heeft gewerkt aan een introductie voor eerstejaarsstudenten van langer dan een à twee dagen. Waarom zijn actieve studenten belangrijk voor de UvA? Als universiteit ben je naast een onderwijsinstelling een gemeenschap waar iedereen zich kan ontplooien. Je ontmoet elkaar daar en kunt elkaar tot grotere hoogte stuwen. Elke student heeft daar natuurlijk een plek in. Studenten moeten academisch volwassen worden, maar studeren is meer dan alleen maar kennis en vaardigheden verwerven. Dat is het belang van studentenorganisaties en een cultuurcentrum als Crea. Het is wel ingewikkeld, want in zekere zin zijn studenten de kern, maar aan de andere kant zijn het ook relatieve passanten. Ze zijn hier maar vijf jaar en gaan daarna weer weg. Wat doet de UvA voor actieve studenten? De UvA geeft natuurlijk bestuursbeurzen uit en beheert Crea, allemaal ondersteuningen om de academische gemeenschap vorm te geven. Het is wel lastig om beleid te maken voor een groep van mensen tussen de 18 en 25 die niet allemaal hetzelfde zijn en ook nog eens na vijf jaar weer weg zijn. Je moet telkens bedenken wat voor die groep dezelfde kenmerken zijn, en dat verandert ook nog eens van tijd tot tijd. Toch zit iedereen in een levensfase met kenmerken die wel redelijk algemeen zijn. Als je bijvoorbeeld nu door de Agora loopt zie je dat studenten twee dingen standaard bij zich hebben: hun smartphone en hun laptop. Dat is waar hun leven technologisch gezien om draait, maar vijf jaar geleden was dat nog niet zo. Toen was het vooral belangrijk dat dingen digitaal werden aangeboden, nu is het van belang om deze digitale wereld ook op de smartphone te kunnen bereiken. Daar proberen we nu op in te spelen. Hier zien jullie nu nog niet zo veel van terug, maar de blauwdrukken zijn er wel al. We willen dat de informatieverstrekking aan studenten straks verwerkt is in een app, waar weer allemaal apps onder kunnen hangen zoals blackboard of de roosters. We zijn vanuit de UvA ook telkens bezig met de nieuwe media, want hoe richt je nou precies een Facebookpagina in zodat de student er iets aan heeft. Wie weet is dat over vijf jaar ook wel weer allemaal anders. “ De creativiteit van mensen tussen de 18 en 25 is groter dan wat welke beleidsmaker dan ook kan wegbezuinigen. ” Hoe zie je de toekomst van de actieve student aan de UvA? Studenten zijn niet te stoppen. Je kan bezuinigen wat je wilt, maar de creativiteit van mensen tussen de 18 en 25 is groter dan wat welke beleidsmaker dan ook kan wegbezuinigen. Wat we als universiteit kunnen doen is blijven zorgen voor een gebouw als Crea en bestuursbeurzen zodat het actieve studentenleven gefaciliteerd blijft. Ik zou het zelf leuk vinden als studenten vaker dingen organiseren die open zijn voor de buurt. Een open opstelling, zoals een glassroom, kan ervoor zorgen dat mensen die langslopen zich geïnspireerd voelen en mee willen doen. Wat Room for Discussion doet in de E-hal is een goed voorbeeld, maar de wijk mag ook meer betrokken worden. Kletsnat Bootrave 27/7 - 4/8 Amsterdam Gay Pride Feest op een boot. Opstapplek is De Ruijterkade. Prijs is nog niet bekend. 13/7 Over het IJ Festival Landjuweelfestival Festival vanwege 40 jaar Ruigoord. Geïnspireerd op rederijkersfestivals uit de late Middeleeuwen. Locatie: Ruigoord. Toegang nog niet bekend. 24/7 - 28/7 Lokatietheater. Bijzondere en onveronver wachte voorstellingen op verschillende locaties rondom het IJ. Prijzen varieren per voorstelling 5/7 - 15/7 juli Het is weer zomer! Wij hebben voor jou de meest creatieve en originele festivals op een rijtje gezet. Zomerfestivals Pluk de Nacht Amsterdam Flame Games Magneet Festival Co-creatiefestival: iedereen met een goed idee kan een act indienen. Te vinden in Oostpunt op Zeeburg, toegang €12,50 voor een dagkaart. 23/8 - 15/9 Rondreizend festival met muziek, dans, theater, film en beeldende kunst in het Martin Luther Kingpark. De Parade Gay Pride Canal Parade 9/8 - 25/8 03/08 Bollywood at the Park Indiase openluchtbioscoop in het Oosterpark. Toegang is gratis. 6/9 - 7/9 september Open air filmfestival met verassende programmering, gehouden op het Stenen Hoofd. Toegang is gratis. 22/8 - 1/9 Nieuw, jaarlijks terugkerend evenement om culturele diversiteit van de stad te vieren: topsport gaat samen met muziek en entertainment. Te zien in het Olympisch Stadion, toegang nog niet bekend. 31/8 World Cinema Amsterdam Open air filmfestival op verschillende lokaties. Studenten betalen €8,- voor een voorstelling. 7/8 - 18/8 augustus 12 #4, juni 2013 Actief in Aberdeen studentenpolitiek in het buitenland ANNEGRIETJE FRANSSEN Waar de ASVA studentenunie nauwelijks nog als vakbond bekend staat en vaak moeite moet doen om studenten te motiveren om in actie te komen tegen de harde maatregelen van de overheid of het College van Bestuur, kan studentenactivisme er elders heel anders aan toegaan. Ik bezocht Daphne, een Nederlandse student aan de Universiteit van Aberdeen, om mij een weekje onder te dompelen in het studentenleven daar. Ik kan er niet omheen. De eerste de beste avond, op bezoek bij studiegenoot Megan, wordt de aandacht afgeleid door een live-stream van een conferentie van de National Union of Students (NUS), de landelijke studentenvakbond. Bovendien zitten wij tussen vierhonderd kartonnen borden; ze moeten volgende week dienen als ondergrond voor verkiezingsposters. Megan, nu nog bekleder van één van de zeven deeltijdfuncties in de Executive Committee van de Student’s Association van Aberdeen (AUSA), heeft zichzelf verkiesbaar gesteld voor de voltijdfunctie van Student President. De Executive Committee, het bestuur en belangrijkste orgaan van de studentenassociatie, is rechtstreeks vertegenwoordiger van de studentengemeenschap. De Student Council, waar nog eens tientallen studenten voor worden verkozen, is het lichaam waar moties worden aangenomen of verworpen. Elke kandidaat voor de aankomende verkiezingen heeft een manifest waarmee hij zichzelf verkiesbaar stelt; plannen variëren van het oprichten van een studentenwoningcoörporatie en het lobbyen voor meer studiebeurzen tot het aanleggen van waterkraantjes op de campus. De zeven Sabbatical Officers die de voltijdsfuncties binnen het bestuur van AUSA vervullen, zitten regelmatig rond de tafel met de bestuurscommissie van de universiteit. De verkiezingen zijn grootscheeps, de strijd is fel. Iedere verkiesbare student heeft een leger van aanhangers om zich heen geschaard, die in het verkiezingsproces assisteert. Op de vooravond van de verkiezingen, tussen zes uur ‘s avonds en middernacht, is het de aanstaande vertegenwoordigers toegestaan om, met hulp van hun aanwas, de verkiezingsposters over de campus te verspreiden. De nationale politiek is er niks bij. Er wordt gevochten om de voordeligste posterruimte en wie wordt betrapt op het voortzetten van de klus na de klok van twaalf uur, riskeert een motie van wantrouwen. Daphne heeft drie jaar geleden haar intrede gedaan in de studentenpolitiek toen ze werd verkozen tot Women’s Officer, een functie binnen de Student Council. Ze werd destijds gedreven door de wens meer betrokken te zijn bij de universiteit en studentenpopulatie en vanuit haar natuurlijke interesse in vraagstukken met betrekking tot gender. Een van haar activiteiten als Women’s Officer was het organiseren van een mars, nadat het bericht de universiteit had bereikt dat vrouwen werd afgeraden zich ‘s avonds alleen op straat te bevinden naar aanleiding van een misbruikincident. ‘Reclaim the Night’, was de leus. De opkomst was enorm. Tegenwoordig is ze Vice President for Equal Opportunities, een deeltijdfunctie binnen het bestuur van AUSA. In december 2011 maakte Daphne deel uit van de tiendaagse bezetting van het kantoor van het universiteitsbestuur, in beweging gezet door een actiegroep die zichzelf Aberdeen Defend Education Campaign noemt. Het gezelschap was een jaar eerder ontstaan uit onvrede over de onderwijsbezuinigingen, het verdrievoudigen van het collegegeld en de excessieve bonussen die werden doorgesluisd naar de universitaire #4, juni 2013 bestuurscommissie, terwijl veel docenten hun ontslagbrief ontvingen of hun salarissen bevroren zagen. “De bezetting zelf was veruit de leukste en spannendste periode van mijn studententijd”, vertelt Daphne. “Er was een enorm gevoel van verbondenheid onder de betrokken studenten en verscheidene docenten kwamen elke dag van de bezetting hun steun betuigen door gastcolleges te geven aan de ‘bezetters’ en eten en spullen te doneren.” Uiteindelijk heeft de universiteit een aantal baanbrekende concessies gedaan, waaronder de toezegging van studenten- en docentenafgevaardigden bij beslissingen inzake uitbetalingen. Er lijken meerdere factoren in het spel bij het wijdverbreide studentenactivisme in Aberdeen. De kleinschaligheid van de universiteitscampus zal zeker een rol spelen, net zoals de samenwerking met de National Union of Students. “De NUS “ De nationale politiek is er niks bij. ” is ontzettend sterk in het begeleiden en trainen van studentenactivisten. De belangenorganisatie heeft voltijd mensen in dienst, die op landelijke conferenties worden gekozen door afgevaardigden van de verschillende 13 universiteiten. Zij lobbyen veel bij politici in Westminster en Holyrood (het Schotse parlement) om zo invloed uit te oefenen op de landelijke politiek. De studenten van de verschillende universiteiten ontmoeten elkaar regelmatig bij conferenties en trainingen van de NUS, en bij demonstraties en protestacties.” In Daphne’s slaapkamer heeft een witte luidspreker een prominente plaats. Het was ooit een verjaardagscadeau van een medebestuurslid en heeft sindsdien een groot aantal demonstraties kracht bijgezet met idealistische deviezen of ‘de internationale’. Komende juli, wanneer Daphne afstudeert, zal dit haar gift zijn aan de studentenbeweging: een symbolisch nalatenschap van vier jaar betrokkenheid. 14 #4, juni 2013 Werken als aanvulling op je studie bijbaan of studie in de praktijk ESTHER CRABBENDAM Je studie combineren met een bijbaan is vaak lastig, maar met de hoge huuren bierprijzen in Amsterdam helaas wel nodig. Gelukkig hoeft een baan niet altijd afleiding van je studie te betekenen. Sommige studenten gaan op zoek naar een baan die hen niet alleen geld en werkervaring oplevert, maar ook iets bijdraagt aan hun studie. Dat dit vaak voorkomt bevestigt Robin. Zij studeerde kunstgeschiedenis en geschiedenis aan de UvA en vond een bijbaan in museum de Hermitage. Inmiddels doet ze een master museumconservator en realiseert ze zich dat ze zonder haar werkervaring waarschijnlijk niet eens was toegelaten tot de master. Al haar medestudenten hebben ofwel werkervaring in de sector ofwel stage gelopen. De ervaring die ze heeft opgedaan kan ze bij haar master dus goed gebruiken. Hoewel haar baan als publieksmedewerker vooral uit praktische taken als kaartjes verkopen en jassen ophangen bestaat, heeft ze veel contact met de bezoekers en krijgt ze veel mee van het reilen en zeilen van een museum. Ook Clemens, student commerciële bedrijfskunde aan de HvA, heeft veel aan zijn bijbaan. Zijn eigen bedrijfje als internetconsultant levert hem niet alleen goede contacten op voor mogelijke stages, maar zorgt er ook voor dat hij wat hij leert tijdens zijn studie meteen in zijn baan toe kan passen. Toch voegt zijn werk ook dingen toe aan zijn opleiding; ‘bluffen en risico nemen is nou eenmaal iets wat je eigenlijk alleen in de praktijk kunt leren.’ Hij beseft zich dat hij hierdoor een realistischer arbeidsperspectief heeft dan zijn medestudenten. ‘Het is natuurlijk ook geluk hebben, maar je zal meermaals op je bek gaan voordat het lukt om iets succesvols op te starten.’ Bij meer studies vinden studenten de opleiding alleen niet genoeg om zich voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Mariëtte, studente psychologie aan de UvA, doet in haar werk veel ervaring op met patiënten. Dit geeft haar een beter beeld van wat ze later in de praktijk zal tegenkomen. Haar werk bij het callcentrum van Jellinek en de Brijder Stichting houdt in dat ze mensen belt om te kijken hoe het nu met hen gaat. Voor het werk was het volgen van het vak ‘Gesprekspracticum’ vereist, waardoor de baan goed aansluit bij haar opleiding. Waar je bij het vak leert om een professioneel gesprek met patiënten te voeren is dit precies wat haar functie bij het callcentrum inhoudt. Ook Mariëtte denkt veel aan haar werk te hebben in de rest van haar loopbaan; ‘Je hebt toch al een stuk extra ervaring die heel prettig is.’ Zowel Clemens als Robin en Mariëtte geven dus aan veel te hebben aan de praktijkervaring die zij op doen bij hun werk naast hun studie. Hun ervaringen sluiten aan bij het recente debat over de aansluiting van Clemens aan het werk opleidingen bij de arbeidsmarkt. Hierin staan twee visies recht tegenover elkaar. Aan de ene kant vinden veel academici dat het academische karakter van de universiteit behouden moet blijven; als studenten direct voor de arbeidsmarkt willen worden opgeleid moeten ze maar naar een beroepsopleiding. Aan de andere kant wordt vanuit de overheid en de samenleving steeds meer het signaal gegeven dat studies aan de maatschappij moeten bijdragen en dat studenten moeten worden opgeleid voor de arbeidsmarkt. Ook in de Nationale Studentenenquete, die elk jaar onder studenten van alle hoger onderwijsinstellingen wordt gehouden, komt duidelijk naar voren dat studenten weldegelijk meer arbeidsgericht onderwijs zouden willen. Oplossingen die Robin, Mariëtte en Clemens aandragen zijn het bevorderen van het volgen van een stage, lessen aanbieden die meer gericht zijn op het jezelf presenteren en solliciteren en het inzetten van alumni om te vertellen over hun loopbaan. Totdat de universiteiten en hogescholen deze “ Bluffen en risico nemen is nou eenmaal iets wat je eigenlijk alleen in de praktijk kunt leren. ” opties ook echt in gaan voeren zullen studenten deze praktijkervaring echter moeten en blijven ondervangen door op zoek te gaan naar een studiegerelateerd bijbaantje. #4, juni 2013 15 De letterlijk actieve student presteren en ontspannen tijdens de roetersrun LIDA DANIËLS Studenten zijn actief op verschillende gebieden en op verschillende manieren. Een zeer letterlijke opvatting van ‘de actieve student’ was terug te zien bij de jaarlijkse Roetersrun. Studenten Sport Amsterdam (SSA) en A.S.A.V. Aquila organiseerden deze loop dit jaar voor de achtste keer op rij. Op 2 april 2013 stonden er 170 studenten en medewerkers van de Amsterdamse universiteiten en hogescholen samen met andere atleten voor het REC-E gebouw van de UvA. Klaar voor de start, en daar gingen ze. Drie rondjes Roeterseiland, in totaal vijf kilometer. De individuele lopers hielden het tempo hoog. Als een flits kwam de eerste man telkens weer voorbij, raasde onvermoeibaar door. Hij eindigde met een tijd van 15:38 minuten. Bij de vrouwen was er ook een goede snelste tijd van 19:46 minuten. Dat het niet alleen om presteren gaat maar zeker ook om gezelligheid was te zien bij de heuse “Verenigingsbattle” die dit jaar zijn intrede deed. Studentenverenigingen tegen elkaar opzetten levert altijd mooie plaatjes op en zij waren dan ook bereid tot het uiterste te gaan om elkaar uit te schakelen. Studententennisvereniging SVU Tenista deed dit het beste en ging er met de eerste prijs vandoor. Ook al kwam de een wat roder, bezweter of gelukkiger over de finish dan de ander, de actieve student was in ieder geval duidelijk en in grote getalen aanwezig. “ Er wordt gepresteerd, maar altijd in combinatie met ontspanning ” Een kijkje achter de schermen bij de Roetersrun brengt me tot een gemotiveerd groepje studenten die zich maandenlang bezighielden met de organisatie om deze loop tot een succes te maken. Één daarvan is Mieke Paalvast die over de sponsoring gaat. Met haar enthousiasme heeft ze verschillende sponsors binnen weten te halen, wat te zien is aan de gadgetwaardige goodiebags die elke loper en vrijwilliger krijgt aangeboden. Door haar inzet en die van de overige commissieleden van de Roetersrun lijkt het elk jaar een groter en populairder evenement te worden. De eerste editie van de Roetersrun vond plaats op 1 juni 2006, toen Harald van Gils als lid van A.S.A.V. Aquila deze loop op touw zette. Deze nog vrij jonge studentenatletiekvereniging (2003) heeft ondertussen al de organisatie van verschillende wedstrijden op haar naam staan, zo ook de Scienceparkrun en de VU Polderloop. De gemotiveerde sportievelingen die achter deze vereniging zitten verzamelen zich elke donderdagavond in het Olympisch Stadion, hun thuisbasis. Van daar uit gaan ze met een groep, bestaande uit verschillende niveaus, hardlopen. De doelstelling van Aquila is om studenten zowel sportiviteit als gezelligheid te bieden. Er wordt gepresteerd, maar altijd in combinatie met ontspanning in de zin van een feest, gezamenlijk eten, borrelen of weekendjes weg. ‘De actieve student’ in de breedste zin van het woord lijkt hierbij gevonden: rennend, organiserend en op sociaal gebied. Ze lopen overal voor warm. 16 #4, juni 2013 Een eigen bedrijf starten? 6 tips 1 Begin vandaag! Studenten Charlotte en Maaike richtten in 2011 hun eigen bedrijf op: WE CANTEEN. Maaike deelt graag haar tips en ervaringen. MAAIKE DE REUVER Charlotte en ik waren tijdens onze studententijd altijd ontevreden over het eten in de kantine(s) van de UvA. Toen Charlotte in Singapore ging studeren zag ze hoe de kantine daar geregeld is: zoals een food court, met allemaal verschillende kramen. Charlotte en ik waren zo enthousiast over dat idee dat we de UvA opbelden om hen te vertellen dat we wisten hoe we de kantine anders konden organiseren: in samenwerking met lokale ondernemers die ieder vanuit een eigen kraam vers bereide producten aanbieden. De UvA liet ons in november 2011 dit concept proefdraaien in de Piramidezaal van het Atrium, waar we in samenwerking met elf verschillende ondernemers uit Amsterdam het aanbod vormden. De week was een groot succes; ruim 5.000 studenten, misschien jij zelf ook wel, smulden van al het lekkere eten. Intussen is ons concept uitgegroeid tot een heus bedrijf, genaamd WE CANTEEN, en staan we op verschillende plekken in het land, telkens in samenwerking met ondernemers uit de desbetreffende regio. Onze tips aan studenten die een eigen bedrijf willen beginnen? Wacht niet langer, heb je een goed idee? Start dan vandaag nog. Het idee of product is nooit perfect en je zult moeten blijven ontwikkelen en leren, maar ga er gewoon voor, en ontwikkel en leer al doende telkens door. Want als je niet begint, dan komt het idee of product er nooit. 2 Business is apenwerk, je moet elkaar besnuffelen Een uitspraak van een wijze man die ons adviseert. Zorg dat je de mensen waarmee je zaken doet persoonlijk kent. Zo zorgen wij dat we de ondernemers waarmee we samen werken altijd van te voren persoonlijk ontmoeten. En nieuwe medewerkers nemen we altijd een avond mee uit eten. Zorg dat je persoonlijk contact hebt met de mensen waarmee je samen werkt, op die manier wordt het een stuk persoonlijker, en daardoor gemakkelijker, en ook leuker. 3 Maak fouten Als je geen fouten maakt ga je niet snel genoeg. Zorg dat je rent en zo nu en dan onderweg omvalt, maar dan weer opstaat en weer vrolijk verder gaat. Ondernemen is sprongen maken. Ga risico’s niet uit de weg, je weet van tevoren niet of jouw idee of product wel aanslaat, maar als jij er in gelooft, ga er dan helemaal voor, neem dat risico en spring! 4 Doe het niet alleen Charlotte en ik zijn samen WE CANTEEN begonnen en ik ben er nog elke dag blij mee dat we dit avontuur samen zijn aangegaan. Samen de koers bepalen is toch een stuk leuker dan alleen. En hoogte- en dieptepunten zijn toch fijner om samen mee te maken dan in je eentje. Als jij het even niet meer weet, dan weet de ander dat wel weer. Alleen is ook zo alleen. 5 Vier je successen Ondernemen is een manische bezigheid: of alles gaat goed, iedereen slaat je op de schouder en het geld stroomt binnen, of alles zit tegen en je weet even niet meer waar je de energie, de tijd en het geld vandaan moet halen. Om altijd de focus en het enthousiasme te houden: sta stil bij je successen. Zo organiseerden wij toen WE CANTEEN 1 jaar bestond een verjaardagsparty voor ons bedrijf, want ondernemen is een feest! 6 Geniet, elke dag Je eigen droom verwezenlijken, daar dagelijks mee bezig zijn, en er nog geld mee verdienen ook is toch het mooiste wat er is! Geniet daarvan, elke dag opnieuw. Door te focussen op je eigen bedrijf zullen er andere zaken zijn, zoals vrienden, sport, studentenof studievereniging, waar je minder tijd voor hebt. De bijzondere en mooie ervaringen die je hiervoor terug krijgt maken het, wat mij betreft, 1000% de moeite waard! #4, juni 2013 17 De actieve student is er klaar mee opinie MARLOU JORNA “De ‘actieve student’ is iemand die veel zuipt en niet studeert” zo stelde de Volkskrant vorig jaar. Een jaar in een bestuur is niets meer dan een jaar lang lallend alle feestjes afstruinen om nog meer te drinken. En, zo stelde diezelfde Volkskrant, deze studenten zouden eigenlijk helemaal niet gesteund moeten worden. Gelukkig waren er ook betere verhalen. Zoals de langstudeerboete om studenten te motiveren vooral hard te werken en niet te zuipen. Het mooiste vind ik nog, dat al deze meningen komen van onze voorouders die zelf minimaal zeven jaar lang hebben gestudeerd. Waar zij lallend samen zopen en genoten van hun oneindige studiefinanciering zijn wij nu de luie studenten. Want, zijn wij niet de verdoemde generatie, de studenten waarvan nooit iets terecht zal komen? Laatst zag ik ze weer, de jongens en meisjes van een of andere nietszeggende studievereniging. Of ik mee wilde helpen aan het verbeteren van de wereld. Van seksuele voorlichting op de Dam tot business trips naar Miami. Je wordt er dagelijks mee doodgegooid. En eigenlijk is het altijd hetzelfde liedje; een enig filmpje, een schattig verhaal, een nog aandoenlijker t-shirt vullen het uitzicht van de vaak ongeïnteresseerde collegezaal. Een slap applaus volgt wanneer het verhaal ten einde is. En weg zijn ze. Uit het oog, uit het hart. Want onze studenten kunnen “ De actieve student werkt naar een burnout toe, nog voor haar 25e is zij al uitgeblust. niet meer. ” Eerlijk gezegd ken ik weinig mensen die zo actief zijn als de huidige generatie studenten. Universiteit of HBO, bijna iedereen is wel ergens bij aangesloten of bekleedt ergens wel een functie. De studie-, studenten-, politieke-, sport- of juist niet-sportverenigingen, noem het maar op. Overal zitten ze, die studenten. De agenda van menig student staat bol van de maatschappelijk verantwoorde activiteiten, en dan heb ik het niet over aapjes verzorgen in de jungles van Afrika. Een afspraak hier, werken daar, en o ja, ik had ook nog college toch?! Vaak zijn ze zo druk, dat ze de helft moet afzeggen. Je zou er nog eens moe van worden, al dat moeten, al dat willen. De actieve student werkt naar een burn-out toe, nog voor haar 25e is zij al uitgeblust. Wordt het niet eens tijd voor de echte luie student? De student die onze voorouders mochten zijn. De student die zuipt, feest en lalt. Mag onze generatie studenten ook eens genieten van wat de mooiste tijd van ons leven is? Of zijn wij gedoemd om verbitterd en uitgeblust op ons 25e thuis onder een dekentje te zitten en te denken: ‘‘Was ik maar die actieve student die veel zoop en weinig studeerde’’. 18 #4, juni 2013 De Studiereis Een kijkje achter de schermen RALPH DECKERS Na tien dagen tot twee weken is het gebeurd. Een grote groep studenten heeft een geweldige reiservaring achter de rug. De meerderheid van de studenten ontplooit zich naast zijn studie ook in een hoop andere activiteiten. In dit artikel nemen we een kijkje in de wereld van de studiereizen aan de hand van de reiscommissie van Kleio (studievereniging Kunst- en Geschiedenis), de studiereis van IMSTAR (alle studies) en de prestigieuze Grand Tour (Faculteit Geesteswetenschappen). Alle drie de reizen worden namelijk volledig georganiseerd door studenten die hiervoor vrijwillig aan de slag gaan. De naam zegt het al: bij een studiereis is het de bedoeling dat de deelnemers iets leren over het gebied dat wordt aangedaan. Bij Kleio verschilt de bestemming elk jaar. Dit jaar reist de studievereniging met vijftig studenten af naar Wenen, Budapest en een andere Hongaarse stad genaamd Pécs. IMSTAR richt zich specifiek op het Israëlisch-Palestijns conflict en de vluchtelingenproblematiek die daarbij komt kijken. IMSTAR vertrekt dit jaar met tien studenten voor twee weken naar de Westelijke Jordaanoever en Israel. De Grand Tour is een studiereis waarmee men officiële studiepunten (zes!) kan verdienen. Deze reis heeft om en nabij de dertig deelnemers en vertrekt voor twee weken naar de randen van Europa. Vorig jaar waren Sicilië en Tunesië aan de beurt, dit jaar gaat de reis naar Rusland. Dat klinkt natuurlijk ontzettend fascinerend en interessant. Maar hoeveel werk wordt er verzet door de studenten die zo’n reis moeten organiseren? Hoe wordt de bestemming gekozen? Hoe reis je daar het snelst? Is er wel parkeerplek voor de bus bij het hostel? Moeten we naar het nationale museum of naar het verzetsmuseum? Dit is slechts een fractie van de vragen en keuzes die gemaakt moeten worden. En dan moet bijvoorbeeld de organisatie van de Grand Tour ook nog visa regelen voor al haar deelnemers. Het uitzoeken van de bestemming, het regelen van vervoer, het vinden van een betaalbaar hostel, het maken van een reisprogramma waarbij rekening wordt gehouden met de logistieke planning, het zoeken van sprekers, werven van fondsen en maken van een reader: al met al zijn de commissieleden maandenlang aan het voorbereiden. Gemiddeld vijf uur per week! “ Hoe serieus de studiereis ook is, zowel deelnemers als begeleiders kunnen zich niet onttrekken aan het gevoel toch een beetje op vakantie te zijn. ” Doorgaans starten de reiscommissies in september met vergaderen. Eerst vindt er een overdrachtsvergadering plaats tussen oude en nieuwe commissieleden. In de regel organiseer je tweemaal een studiereis dus bestaan reiscommissies uit oude en nieuwe leden. Na de overdrachtsvergadering worden de taken verdeeld, bij IMSTAR waren er dit jaar zes categorieën te verdelen over vijf commissieleden: internationale contacten, sponsoring, contact met deelnemers, IMSTAR Facebook, financiën en de lezingencyclus coördineren. Vanaf september komen de commissies gemiddeld om de twee weken bij elkaar. Elk commissielid zoekt voor zijn of haar bestemming de reis- en hostelkosten uit en daarnaast of de bestemming interessant genoeg is. Deze methode geldt deels niet voor IMSTAR aangezien met die reis een specifieke bestemming gemoeid is. Zodra de bestemming is gekozen begint men aan het maken van een reisreader en aan het promoten van de reis. De Grand Tour stuurt honderden geschiedenisstudenten een brief, Kleio en IMSTAR maken reclame door middel van posters en mail. Vervolgens wordt er een collegereeks gepland. De Grand Tour geldt als een officieel UvA-vak dus de kennis die wordt opgedaan in de colleges wordt ook daadwerkelijk getoetst in de vorm van een tentamen. Deelnemers schrijven een essay dat in de reisreader wordt opgenomen en zij moeten vervolgens tijdens de reis een presentatie op locatie geven. Ook bij IMSTAR wordt ieder jaar een collegereeks georganiseerd van zes colleges die voor iedereen toegankelijk zijn. De Kleioreis heeft twee voorlichtingsavonden, doorgaans met een docent van de UvA die een beknopte geschiedenis van de bestemming schetst. De tweede avond is vaak cultureler: bijvoorbeeld een dans- of taalles. Dit jaar komt een student uit Boedapest een lesje Hongaars geven. Op deze avond wordt ook de reader uitgedeeld: een boekje met daarin het smoelenboek, belangrijke telefoonnummers en adressen, het programma en een aantal artikelen die belangrijk zijn voor tijdens de reis. Minder zichtbaar voor deelnemers zijn de problemen die zich achter de schermen voordoen. Het werven van fondsen kan het bijvoorbeeld lastig #4, juni 2013 19 commissie heeft dit opgelost door met drie laptops op drie verschillende ip-adressen tegelijkertijd tickets te boeken. Het was peentjes zweten voor de commissie, want het leek even of bij het derde setje de tickets al weg waren. Uiteindelijk heeft hun plan gewerkt en hebben zij 120 euro per persoon kunnen besparen. Een probleem waar IMSTAR mee te kampen heeft is naamsbekendheid krijgen onder studenten. De ‘Grote Reis’ van Kleio is inmiddels bekend, maar aanvankelijk liepen de inschrijvingen slecht. Grootste reden hiervoor was de angst onder studenten om studievertraging op te lopen. Ondanks de vele problemen die de studenten ondervinden tijdens de voorbereiding verloopt de reis zelf vrijwel altijd goed. Deelnemers werken graag mee omdat zij het naar hun zin hebben. Hoe serieus de studiereis ook is, zowel deelnemers als begeleiders kunnen zich niet onttrekken aan het gevoel toch een beetje op vakantie te zijn. Het komt natuurlijk wel eens voor dat een museum dicht is of dat een afspraak niet door gaat. Een ander ongelukkig voorval vond plaats tijdens de Kleio reis van twee jaar terug. Een meisje moest onverhoopt naar de dokter waar bleek dat zij wondroos op haar enkels had en de reis verder op krukken moest doorbrengen. maken om financieel rond te komen. De Grand Tour-commissie ontdekte tijdens het boeken van vliegtickets dat er een flink gat in hun budget zou worden geslagen. De tickets zouden namelijk 120 euro duurder worden per persoon. Met de bus naar Rusland is te tijdrovend en dus geen optie. De Alleen bij IMSTAR wordt nog een terugkomstavond georganiseerd, bij de andere twee reizen is er voor de deelnemers bij thuiskomst geen enkele verplichting meer. Voor de commissieleden rest nog één verantwoordelijkheid: hun ervaring gebruiken om nieuwe commissieleden te kiezen, vaak deelnemers van de laatste reis. De meeste reizen worden in de lente of zomer georganiseerd, zodat in september het stokje kan worden overgedragen. Het organiseren van een studiereis is leerzaam, een student kan veel opsteken op organisatorisch gebied. Bovendien ga je op reis en in het geval van de Grand Tour verdien je nog studiepunten ook! 20 #4, juni 2013 LIDA DANIËLS studenten Een eigen bedrijf iets voor later? Absoluut niet! De oprichters van Remind, NoticeSound en Rem in NoticeSound Willem Bloem (20), student International Business & Management Studies (HvA), oprichter van NoticeSound. Waarom NoticeSound? In december 2011 liep ik stage in Engeland en verveelde me in de avonduren. Ik keek naar De Wereld Draait Door en zag artiesten voorbij komen. Ik wilde deze artiesten graag een sociaal muziekplatform bieden om zichzelf te promoten en hen in contact te brengen met mensen die van muziek houden en nieuwe muziek willen ontdekken. Een plek waar de Noticers de Sounders ontmoeten. Wat waren de eerste stappen? Ik heb een bedrijfsplan geschreven en deze vanuit Engeland via Skype aan een financieel directeur voorgelegd. Hij zag iets in mijn plan en heeft mij in contact gebracht met een ICT-bedrijf. We hebben nu sinds 22 maart 2013 met zijn allen een B.V. opgericht. Ik vind het super dat ik zo’n goed team achter mij heb staan, met mensen die weten waar ze over praten. Zou jij jezelf een ‘actieve student’ noemen? Met 67 nachten doorhalen en 10.000 zweetdruppels kan ik mezelf wel een actieve student noemen. Ik ben de hele dag bezig met NoticeSound en daarnaast zorg ik dat ik mijn tentamens haal én twee keer per week een biertje kan drinken. Wat voegt NoticeSound toe aan jouw studentenleven? Mijn studentenleven is een stuk leuker geworden. Het leven is te kort om alleen colleges te volgen. Nu ben ik met mensen in contact gekomen die ik anders nooit had ontmoet en bijt ik me vast in iets totdat het af en perfect is, dat vind ik geweldig. Als het tegenzit betekent dat niet dat iets niet kan, maar dat je dóór moet gaan. Wat is je droom? Dat NoticeSound uitgroeit tot het beste sociale muziekplatform in Nederland. Waar kunnen we NoticeSound vinden? We hebben nu een aanmeldpagina op www.noticesound.com. Zodra we live gaan, ontvangen mensen daarvan een eenmalige melding. Daarnaast zijn we ook via Facebook en Twitter te vinden, waar we wekelijks berichten en filmpjes op plaatsen. Kle Casper Stubbé (27), Msc. Industrial Ecology (TU Delft) en Florian Brunsting (26), Msc. International Management/ CEMS (Erasmus Universiteit Rotterdam), oprichters en eigenaars van Remind. Waarom Remind? Toen het niet goed ging met Caspers studie bleek hij hartstikke dyslectisch te zijn. Vervolgens heeft hij veel begeleiding gehad in het leren leren. Dat deed ons realiseren hoe belangrijk dat eigenlijk is en dat er nog te weinig aandacht aan wordt besteed. Daarnaast zaten we samen in het bestuur van AIESEC dat ons het belang van creatief denken, oplossingsgericht werken en het ontwikkelen van een persoonlijke visie liet zien. Dit alles wilden we overbrengen op andere studenten. Hoe dan? We hebben onze ideeën verwerkt in een training waarin we scholieren en studenten helpen hun diploma te behalen op een zo makkelijk en leuk mogelijke manier en om hen een goede keuze te laten maken voor een profiel, studie of werk. Vanuit onze trainingen hebben we een bedrijf ontwikkeld. We gebruiken nu ons zelfgeschreven boek en leerlingen worden door leraren, mentoren en ouders ondersteund met onze hulp. Wat waren de eerste stappen? We hebben onze eigen middelbare scholen opgebeld en gevraagd of we de zesdeklassers twee dagen mochten lenen om ze iets te leren. Omdat we zelf niet de meest voorbeeldige leerlingen geweest waren, waren de leraren in het begin nogal verbaasd dat we met dit plan kwamen. Maar nu zijn ze zo enthousiast dat we elk jaar terugkomen! d en #4, juni 2013 ondernemers 21 Kletsnat bewijzen dat je studententijd juist hét moment is om eens goed uit te pakken. m ind Is het goed te combineren met studeren? We gingen er beide beter van studeren, omdat we druk werden en je daardoor efficiënter en effectiever gaat werken. Wel is het lastig te combineren met het schrijven van een scriptie. Een paar uur schrijven en dan weer iets anders doen werkt niet omdat je er echt in moet duiken. We hebben elkaar toen goed afgewisseld in taken. Waaruit blijkt jullie succes? We zijn met een groep van twintig trainers, geven meer dan honderd trainingen per jaar op tientallen scholen en universiteiten in Nederland. In totaal hebben we daarmee meer dan 5000 mensen geholpen. Wat zijn jullie toekomstplannen? Dit jaar gaan we proberen ons programma nog beter af te stemmen op specifieke wensen van de school en willen we twee keer zoveel trainingen geven als vorig jaar. Op de langere termijn zullen we meer dingen online gaan doen en intensiever gaan samenwerken met een aantal partners. Het doel is uiteraard om uiteindelijk de wereld te veroveren. Waar kunnen we Remind vinden? www.remindlearning.nl. Vanaf mei/juni is Remind op zoek naar nieuwe trainers. Kletsnat Lukas Nelissen (24), student Geneeskunde (UvA), medeoprichter van Kletsnat. Hoe is Kletsnat ontstaan? Kletsnat is twee jaar geleden ontstaan uit een vriendengroep die veel feestjes afliep met het gevoel dat daar iets miste en dat ze het zelf beter kon. We vonden veel feesten sfeerloos. Bij Kletsnat willen we goede muziek, een toffe aankleding, een publiek zonder attitude en genoeg acts om je de hele avond te vermaken als je de muziek verschrikkelijk vindt. De feestjes moeten laagdrempelig en bovenal gezellig zijn; een avond waarop hij of zij nog weken kan teren. Wat waren de eerste stappen? We hadden al langer het idee om zelf een feest te organiseren en de vetste plek die we ons konden bedenken was op een rondvarende boot. We hebben onze spaarrekeningen geplunderd, op goed geluk ‘Boot 10’ afgehuurd en vervolgens tweehonderd mensen (lees: vrienden) bij elkaar weten te brengen. Dit werd een groter succes dan we durfden te dromen, dus zijn we doorgegaan. Na drie feestjes op Boot 10 besloten we dat het tijd werd om door te pakken en een risico te nemen. Toen zijn we geswitcht naar de ‘Moby King’, een massive boot met drie zalen en plek voor zeshonderd man. Inmiddels is de zoektocht gestart naar een nog grotere boot. In welke fase bevindt Kletsnat zich nu? Hoewel onze leercurve bijzonder vlak is, beginnen we het na een aantal feesten onder de knie te krijgen. Wel blijft er voldoende ruimte voor verbetering. Met name het organiseren van een geoliede garderobe blijkt een terugkerend struikelblok. Gelukkig hebben we enige naam opgebouwd binnen Amsterdam, waardoor we de luxe hebben dat veel van onze feesten ver van te voren zijn uitverkocht. Dat is fijn en vleiend en geeft ons de motivatie om elk feest tot een succes te maken. Elk feest moet op zichzelf kunnen staan, met nieuwe acts, nieuwe dj’s en nieuwe decors. Heeft het iets toegevoegd aan je studietijd? Tijdens je studie is de mate van vrijheid ongekend. Deze periode leent zich er prima voor om nieuwe dingen te proberen en, in ons geval, iets op te zetten. Als je een goed idee hebt, enigszins creatief bent en over doorzettingsvermogen beschikt, zijn de mogelijkheden oneindig. Om uiteindelijk op een boot vrienden, kennissen en totale vreemden los te zien gaan op jouw feest, is het vetste dat er is. Wanneer is het volgende feestje? 13 juli. En ja, er zijn nog kaarten. Informatie is te vinden op: www.facebook.com/kletsnat 22 #4, juni 2013 ASVA onderzoek: Student e Over planning, drukte en tijd van studenten ESTHER CRABBENDAM De ASVA studentenunie doet al jaren zijn best om het beeld van de student die alleen maar zuipt, weinig aan zijn studie doet en het liefst de hele dag met zijn vrienden rondhangt te veranderen. Dat studenten veel serieuzer en ambitieuzer zijn dan het beeld dat van hen bestaat doet vermoeden is voor ASVA zeker, maar het blijkt moeilijk om uit te leggen waar studenten dan wel precies mee bezig zijn. Dit was aanleiding voor het onderzoeksbureau van ASVA om een onderzoek in te stellen naar waarom studenten van nu het zo druk hebben en waar ze dan precies mee bezig zijn. In de Folia van 22 maart 2012 (nr. 25) stond een artikel waarin een psycholoog toelichtte dat steeds meer studenten een burn-out krijgen tijdens hun studententijd. Over de drukte van onze generatie is al veel geschreven en zijn documentaires als ‘BV Ik’ en ‘alles wat we wilden’ te bekijken. Daarin wordt onder andere gesproken van de ‘ren je rot tendens’, het idee dat studenten van nu een grote druk voelen om voor hun achtentwintigste al geslaagd en succesvol te zijn. Ter voorbereiding op het onderzoek sprak het ASVA onderzoeksbureau met de schrijvers van een boek dat zich afzet tegen deze ‘ren je rot tendens’. Aik Kramer en Thijs Launspach beschrijven in hun boek ‘quarterlife dat het geen crisis is die onze generatie heeft getroffen, maar enkel een groter aantal mogelijkheden. Studenten van nu hebben zo veel te kiezen, kunnen zo veel verschillende dingen doen, dat sommige studenten onder deze keuzedruk ‘bezwijken’. De auteurs onderscheiden drie soorten reacties van jongeren van nu op deze hoeveelheid keuzes. Er zijn mensen die eigenlijk geen keuzes maken maar alles tegelijk (willen) doen. Dan is er een groep die van dit grote aantal keuzes enkel verlamd raakt en er eigenlijk niet goed mee om kan gaan. De ‘gezondste’ groep is de groep die hier tussen zit; ze maken keuzes en ondernemen activiteiten maar slaan daarin niet door. Het onderzoeksbureau begon hierna aan een aantal interviews met studenten. Sprekend voor de uitkomst van het onderzoek was dat het, op zoek naar studenten om te ondervragen, onmogelijk bleek studenten te vinden die zichzelf niet ‘actief’ beschouwden. De studenten die werden ondervraagd vonden zichzelf dus allemaal in zekere zin actief. De drukte die ze ervoeren kwam door hun studie, maar ook door activiteiten met vrienden, voor hun studie- of studentenvereniging of bijbaan. Deze drukte voelde voor bijna alle ondervraagden echter niet als iets negatiefs: de drukte zorgt ervoor dat ze productiever werken. Pas als de drukte overging in een gevoel van stress werd het door de ondervraagde studenten als iets vervelends ervaren. Aan de hand van deze foto’s achterhaalde het onderzoeksbureau samen met de studenten de oorzaken van hun gevoel van drukte. Zo bleek uit de foto’s dat studenten, veel vaker dan ze zich eer-der realiseerden, onderweg zijn. Samen met deze reistijd bleek dat ook een gebrek aan overzicht, controle en planning kunnen zorgen voor een (negatief ) gevoel van drukte. Een andere conclusie was dat studenten hun sociaal leven zowel vaak als ontspanning als als een verplichting zien. ‘The fear of missing out’ zorgt bij studenten van nu vaak voor een gevoel van druk om mee te doen met de activiteiten die hun vrienden ondernemen. De maatschappelijke verwachting waarover zo vaak in de media wordt gesproken was moeilijk te Om erachter te komen wat dan precies die grens tussen positieve en negatieve drukte betekent gaf het ASVA onderzoeksbureau de ondervraagden een wegwerpcamera mee met de vraag om een hele dag van elke ‘nieuwe’ bezigheid een foto te maken. Een respondent studeert tijdens zijn werk als nachtportier Veel respondenten ervaren druk vanuit hun sociale leven Een bezoek aan het ouderlijk huis is een plicht of juist een rustpunt #4, juni 2013 t entijd onderzoeken. Toch bleek uit het onderzoek dat studenten die aangaven het idee te hebben dat zij veel activiteiten moeten ondernemen omdat andere studenten dat nou eenmaal ook doen, hier meer last mee hadden dan studenten die het voor zichzelf deden. Ook bleek dat de ondervraagde vrouwen zich vaker druk maakten over hun positie op de arbeidsmarkt dan mannen. Alle ondervraagden, zowel mannen als vrouwen, gaven echter wel aan dat ze het vaak fijn vinden om het druk te zijn en om veel activiteiten te ondernemen. Deze drukte is dus een bewuste keuze, een keuze van studenten om zich in te zetten, te werken en te ondernemen. de volgende keer Het onderzoek is binnenkort beschikbaar via www.ASVA.nl/onderzoek De volgende Peper komt uit na de zomervakantie, in het nieuwe studiejaar. Tot die tijd verzorgt de redactie van deze Peper zoals elke week weer een pagina in de Folia. Ook komt de Peper binnenkort naar verschillende HvA-locaties in de vorm van een wc-krant: de Plee Peper. Studenten zijn vaker onderweg dan ze denken colofon Hoofdredactie Esther Crabbendam Redactie Peter Boek, Lida Daniëls, Ralph Deckers, Lizzy Entjes, Annegrietje Franssen en Marlou Jorna Eindredactie Een respondent aan het studeren om half 11, zaterdagavond Esther Crabbendam en Annick Leeuwenberg Vormgeving en ontwerp Barend Wilschut Fotografie Vera Duivenvoorden (p. 4, 5 & 14) Emil Pepic (voorpagina) Michiel Stapper (p.3) Met dank aan Maaike de Reuver en alle geïnterviewden 23 ( advertentie ) Samenwerkingsverband van Universiteit van Amsterdam Vrije Universiteit Amsterdam Hogeschool van Amsterdam ■ EEN EIGEN BEDRIJF OPRICHTEN EN STUDIEPUNTEN VERDIENEN? ■ ONTDEK DE ONDERNEMER IN JEZELF DOOR ONDERNEMERSCHAPSONDERWIJS TE VOLGEN IN AMSTERDAM En tre Mi pr en eu no rsh Ve n tu re La ren bA En ms tre pr en eu Ma rsh ip ste ip rsp Da ec y ial isa tie En tre ter Su da mm m ers ch oo lE nt rep ren WWW.ACE-AMSTERDAM.ORG eu rsh ip pr en eu rsh ip
© Copyright 2024 ExpyDoc