Mediawijsheid

105984/4856
Tarieven schooljaar 2014-2015
Voor de leerling
• Jaarabonnement YO!
• 6 kranten
• 15 digitale updates
€ 11
ACTUALITEIT &
Mediawijsheid
in de klas!
Voor de leerkracht
• YO! PLUS gratis per 15 leerlingenabonnementen
• werkbladen bij de kranten en updates
• nieuwsquiz bij de kranten
Bestel uw leerlingenabonnementen via de school
en ontvang uw gratis leerkrachtenabonnement
Meer informatie? Contacteer onze pedagogisch afgevaardigden:
Martine Vanzurpele
Limburg, Vlaams-Brabant (m.u.v. postcodes 1500 t.e.m. 1790), Antwerpen en Brussel
Tel.: 0478 27 51 12 • [email protected]
Pedagogisch afgevaardigde
Selecteert
een gevarieerd aanbod van
verschillende rubrieken
Oost- en West-Vlaanderen, Postcodes 1500 t.e.m. 1790
Activeert
Tel.: 0499 51 02 77 • [email protected]
een waaier aan werkvormen
Meer informatie over het gebruik van YO!
in de lessen Nederlands in Franstalige scholen?
Contacteer onze pedagogisch afgevaardigden:
Chantal Collin
Les provinces de Namur (hors arrondissement de Namur 5000 à 5300),
Liège, Luxembourg, l’arrondissement de Thuin (du code postal 6120 à 6590 inclus,
et de 7120 à 7130 inclus), ainsi que le Grand-Duché de Luxembourg
Tel.: 0474 84 04 22 • [email protected]
Parafraseert
teksten op niveau van de leerling
Leert
kennismaking met media en taal
Motiveert
actualiteit = authentiek
Kathy Spiessens
Arrondissements de Bruxelles et de Namur (reprenant les codes 5000 à 5300 inclus),
Provinces du Brabant wallon et du Hainaut
Tel.: 0475 42 92 14 • [email protected]
www.averbode.be/yoso
Voor de A-stroom en B-stroom / bso
Naam:
Klas:
YO!-quiz (april 2014)
A, B of C?
PLUS
1. De verkiezingen staan weer voor de deur. Welke uitspraak over de
parlementsverkiezingen klopt niet?
a. De verkozenen in de Kamer worden volksvertegenwoordigers
genoemd.
b. De ministers van de federale regering worden rechtstreeks verkozen.
c. De Senaat telt minder verkozenen dan de Kamer.
De enige echte
krant
voor jongeren
• 3x thematisch: - 100 jaar Eerste Wereldoorlog
- Millenniumdoelstellingen (2000-2015)
- Gaming
• 3x duiding bij de actualiteit
2. Hoeveel partijen heb je vandaag nodig om een meerderheid te kunnen
vormen in het federaal parlement?
a. drie
b. vier
c. zes
3. Met welke kleur wordt in België een regering van socialisten en
liberalen aangeduid?
a. een paarse regering
b. een oranje regering
Opdracht 7: Taalbeschouwing c. een regenboogregering
Didactische ondersteuning
1. Welk teksttype herken je in het artikel ‘Ik ben Sinterklaas niet’ op p. 4? 4. Zet de volgende feiten in chronologische
volgorde:
interview eerst met de computer gestemd.
1. In enkele gemeenten wordt voor het
2. Tot welk teksttype behoren de illustraties op p. 3? 2. Elio Di Rupo wordt premier.
cartoons 3. Vrouwen mogen in België voor het eerst
hun stem uitbrengen voor de
parlementsverkiezingen.
3. Welke tekststructuur heeft de tekst op p. 3? opsommende minister.
structuur 4. Ons land krijgt voor het eerst een vrouwelijke
a. 3, 4, 1, 2
4. Wat betekent de tussentitel in het artikel op p. 1, ‘Werk aan de winkel’? b. 4, 3, 1, 2
Er is nog veel werk, er is nog veel te doen, er moet nog veel gebeuren. c. 3, 1, 4, 2
Opdracht 8: Opzoeken op het internet 5. Waarom wordt België een federale staat
genoemd?
a. Omdat we een koning hebben.
Benodigdheden: computer met internetverbinding. b. Omdat de verschillende regio’s (Vlaanderen
Wallonië)
veel
Surf naar wen
ww.awel.be en los de vzelf
olgende vragen op. mogen beslissen.
1. Op welk telefoonnummer is AWEL bereikbaar? c. Omdat het land bestuurd wordt vanuit één centrum (Brussel).
102 2. Hoeveel kost een oproep naar Awel? Niets, het is gratis. YO!
3. Welk e-­‐mailadres heeft awel? april 2014
[email protected] 4. Is er in Vlaanderen schoolplicht? Nee, er is leerplicht maar geen schoolplicht. 5. Vind je op de website van Awel informatie over: Zakgeld ja/nee Mode ja/nee Pesten ja/nee Vrienden maken ja/nee Gevarieerde oefeningen
bij de krant en de updates:
• werkbladen voor de A-stroom en B-stroom / bso
• correctiesleutel
Beveiligd via
• nieuwsquiz (bij elke krant)
Knooppunt
• gratis per 15 leerlingenabonnementen
nieuwsquiz
•
•
•
•
Teksten op jongerenmaat
Selectie van het meest relevante nieuws
Duiding bij de feiten
Omgaan met zakelijke teksten
en verschillende teksttypes
• Voor een gemakkelijke overstap naar
volwassen kranten
• Bruikbaar voor de VOET’en en
in de vakken Nederlands, MAVO en PAV
www.averbode.be/yo
correctiesleutel
A-stroom
Talloze gelegenheden
om stil te blijven staan
bij alle contexten van de
vakoverstijgende eindtermen.
Nederlands
online
Website met nieuws heet van de naald
• 15 updates:
• Blikvangers van de voorbije week
(binnen- en buitenland, sport, cultuur & media)
• Beeldfragment uit Het Journaal
• YouTube-filmpje
www.averbode.be/yo
B-stroom / bso
VOET’en
Werken aan de vier vaardigheden:
• Lezen (van oriënterend lezen
tot kritisch lezen)
• Schrijven (zakelijk en creatief)
• Luisteren / kijken
(beeldfragment uit
Het Journaal)
• Spreken
(discussie, rollenspel …)
Taalbeschouwing toepassen
op authentieke contexten.
Opdracht 4: Bekijk de cijfergegevens in het artikel ‘Vlaanderen nog niet fietsvriendelijk genoeg’ en beantwoord de volgende vragen. 1. Met welk vervoermiddel gaan de meeste kinderen naar school? Geef ook het percentage. De meeste kinderen (meer dan 30 %) gaan met de fiets naar school. 2. a) Wat is het minst gebruikte vervoermiddel bij het schoolverkeer, volgens het artikel? Geef in je antwoord ook het percentage. Het minst voorkomende vervoermiddel is de auto: 24,5 %. VERVOERMIDDEL JONGEREN Vervoermiddel 1: …………………….. Percentage: Kleur: Vervoermiddel 2: …………………….. Percentage: Kleur: Vervoermiddel 3: …………………….. Percentage: Kleur: Vragenblad verkiezings-BOTO
bij illustratie p. 4 YO! april 2014
Naam:
Je kunt de percentages ook inkleuren in een staafdiagram: De juiste percentages zijn 30 % (fiets), 26,7 % (openbaar vervoer), 24,5 % (auto). Het vervoermiddel dat de rest (een kleine 20 %) gebruikt, wordt niet vermeld in de tekst. Wellicht gaat het om leerlingen die te voet naar school gaan. 2. Hoeveel leden zitten in het federale parlement volgens de afbeelding?
3. Bewijs met cijfergegevens in het artikel dat Nederlanders meer fietsen dan Belgen. Belgen fietsen per jaar gemiddeld 322 km; de Nederlanders fietsen 848 km. 4. Welke functie heeft die man?
5. Juist of fout? Verbeter indien fout. 5. Hij is vaak het onderwerp van cartoons. Welke uiterlijke tekenen, attributen ...vind
je telkens terug in cartoons van deze man?
3. Hoe heet de man in het midden?
4. Hoeveel jongeren raakten de afgelopen tien jaar gewond bij een fietsongeval? 18 696 jongeren raakten de afgelopen tien jaar gewond bij een fietsongeval. -­‐ Het aantal dode en gewonde fietsers is sterk toegenomen tegenover 10 jaar geleden. Fout. Het aantal doden en gewonden is tegenover 2003 gedaald. Klas:
1. Bij de illustratie vind je een titel. Wat is de titel boven de afbeelding?
d) Met welk vervoermiddel zou jij graag naar school komen? Persoonlijk antwoord Ben je het niet eens, dan g5. a O
je uders in zone 2 staan en kainderen ls je het nog niet weet, dan sta je in zone 3. kunnen hun heel wat druk opleggen.
Wat doen ouders beter niet? (2) 6. jij Geef Geef argumenten waarom in dtat vak staat (en en waarom anderen er ook zouden moeten wee voorbeeld
uit de reportage die tonen hoe het ntiet staan). Overtuig je klasgenoten met degelijke argumenten. Je mag v an vak veranderen ijdens moet. 7. vGeranderen de gesprekken. Van plaats betekent dat je nagedacht hebt en dat je mening eef zelf twee voorbeeld
en van hoe het wel moet. veranderd is. Leg uit waardoor je van mening bent veranderd. Het gaat er hier niet om t8. e ‘W
winnen’, aar doe m g
oed n
aar e
lkaar t
e l
uisteren e
n d
egelijke aarom fm
ilmt grootvader zijn kleinzoon
met de tablet? argumenten te gebruiken. NA: 9. Komen jouw ouders soms o
Hoe voel jij je bij negatieve ok supporteren? commentaar? Wat zeggen Hoe voel jij je bij positieve ze dan? Wat zou je liever horen? commentaar? Wat zeggen ze dan? 10. Ook in de les krijg j
e misschien weleens negatieve
herinneren? Vind je dat commentaar. Kun je je zoiets leuk? Heb je ook al eens po
•Functionele taalvaardigheid en
rekenvaardigheid
•Informatie verwerven
en verwerken
•Tijd- en ruimtebewustzijn
•Organisatiebekwaamheid
b) Maak nu met het volgende cirkeldiagram duidelijk welke vervoermiddelen leerlingen gebruiken. Maak de verdeling volgens de juiste percentages in het artikel. Werk met drie verschillende kleuren om de soorten vervoermiddelen duidelijk te maken. c) Met welk vervoermiddel kom jij naar school? Persoonlijk antwoord Opdracht 4: Feiten en meningen Zijn de volgende uitspraken uit de krant feiten of meningen? Zet een kruisje in de juiste kolom. uitspraak feit mening Het Vlaams Kinderrechtencommissariaat bestaat X sinds 1998. Nog lang niet alle kinderen krijgen de kans om naar X school te gaan. De GAS-­‐boetes voor minderjarigen zijn een X probleem. Kinderen zijn immers geen volwassenen en moeten daarom niet als volwassenen berecht worden. Ik vind dat kinderen recht hebben op bescherming X tegen oorlog. Want oorlog is niet geschikt voor kinderen. In sommige landen worden kinderen al heel jong X ingezet als goedkope werkkrachten. Dat is nochtans helemaal geen goed idee. X Ik sta helemaal niet graag in de belangstelling. X Zoek zelf nog een voorbeeld van een feit en van een mening. -­‐ Feit: YO! Online 18 septemb
er 2013 Werkbladen Nederlan
ds -­‐ Mening: IN BEELD Voetbalouders welkom op workshop VOOR: 1. Wat is een workshop
? – argumenteren – overtuigen – spreken – luisteren Opdracht 5: Stellingenspel Verdeel de klas in 3 zones: 2. Welke workshop zouden voetbalouders moeten/k
unnen volgen? zone 1 = ja, akkoord zone 2 = nee, niet akkoord TIJDENS: zone 3 = ik weet het nog n3. iet Welke workshop kunnen voetbalouders volgen? 4. Wie vooor. De leerkracht leest een stelling rganisee
rt deze workshop? Als je het eens bent met d e uitspraak ga je in zone 1 staan: ja. Nederlands – MAVO – PAV
-­‐ Als je 30 km/u rijdt, vermindert de kans op een ongeval. Fout. De kans dat een aanrijding dodelijk is, wordt kleiner. 6. Waarom tekende de illustrator bij deze politicus ook een Belgische vlag op zijn
borstzakje?
7. Onder de illustratie staat een legende. De politieke partijen worden in twee
groepen onderverdeeld. Welke twee groepen staan onder de afbeelding?
Scenario
verkiezings-BO
TO
8. Wat is de naam van de kleinste partij in de oppositie? Ken je de naam voluit?
Beelden om te ont
Timin
houden
g
Voor 9. Welke partijen
zitten sinds
dehet verkiezingen
2010 in de oppositie?
verkiezingsscevan
nario Benodigdheden
Suggestie
eindterme
n of
ontwikkelingsdoelen
Suggestie
opdrachten
trek je het best m
vind je ook links e
instens 2 lesuren n suggesties voor uit. In dit scenario
enkele aanvullende afsluitende activitei
voorbereidende o
ten. f Dit scenario is bedoeld
voor de 2e en 3e graad bso/OKAN, aanpassingen zeker maar is met enkele ook te gebruiken voor de 1e graad  de YO!-­‐krant v
B
-­‐stroom
. oor elke leerling (
tijdens BOTO enkel  2 blanco blaadjes
v
ooraan in de klas) papier, een balpen en kleurstiften per  bijlage: het vragenb
groep lad voor elke leerling
(keuze voor BOTO BOTO De langste Voorpagina of onderhandelingen, Onderaan vind je of beide) een lijst met ontwikk
elingsdoelen en e
vakken / PAV die indtermen Algemen
verder uitgediept e k
unnen
worden tijdens d
Binnen de instruc
it bso-­‐scenario. tie en evaluatie kun je er, wanneer dat meer aandacht aan gewenst is, afzonde
besteden. rlijk Beelde
n om te onthouden, afgekort BOTO, is leerlingen een afbeeld
een werkvorm waarin ing (tekening, schema
natekenen, zodat , cartoon ...) moeten
een zo goed mogelijk
e kopie ontstaat. D
in een licht compe
it scenario doet, titieve vorm, een b
eroep op teamwork, kwaliteiten, aandac
visuele ht voor detail, plannin
g, samenwerkend vaardigheden enz. leren, sociale Vandaag leven we in een beeldcultuur. Voor jongeren is d
gemakkelijk. Zien at niet altijd we wel wat we zien? Zien voldoende details of kijken we te vluchtig we wel het geheel? Zien we ? Het lang en precies naar afbeeldingen te kijken. is voor jongeren moeilijk om leerlingen een afbeeld
Deze werkvorm dwingt ing goed te bekijke
n en ze Leerlingen zijn enthou
siast over deze werkvor te beschrijven. door Harry Haveke
m. De werkvorm B
s voorgesteld op d
OTO werd e dag van de Estheti
(december 2013) ca in DPB-­‐Brugge en hoort bij het actief historisch denken
vind je enkele links . Op het internet naar ‘beelden om te onthouden’, maar in ons land nog niet de werkvorm is ingeburgerd. In de lessen die volgen kan een tweede B
OTO worden uitgevo
andere werkvormen erd, maar ook zijn mogelijk. Duidelij
k is wel dat je in d
schooljaar verschi
e l
ll
1