download de PDF

arn duurzaamheidverslag 2013
In beweging
17
Branchebrede
duurzaamheid
24
Milieuprestatie 2013
41
Financieel
verslag
Het opheffen van technische
knelpunten in de pst-fabriek
heeft er toe geleid dat de
verwerkingscapaciteit enorm
is toegenomen.
3
Gelijk speelveld
Dat autoshredderafval volgens het Landelijk
afvalbeheerplan 2009-2021 mag worden verbrand,
werkt in ons nadeel. De overcapaciteit bij de
afvalverbrandingsovens heeft geleid tot een
forse daling van de verbrandingstarieven. Met
als gevolg dat wij onze verwerkingstarieven voor
autoshredderafval ver onder de kostprijs moeten
vaststellen, terwijl shredderafval na mechanische
nascheiding hoogwaardiger terugkeert in de
keten. Ook in 2013 hebben wij er in overleg met
de overheid steeds op aangedrongen maatregelen
te treffen om voor alle partijen in de markt de
regels hetzelfde te maken. De terugkeer van de
stortbelasting per 1 april 2014 is een positief signaal
dat de overheid hoogwaardigere methoden van
recycling stimuleert. Zie hoofdstuk 3.
ser
Energieakkoord
Recyclingbijdrage
De recyclingbijdrage is in 2013 onveranderd
45 euro (incl. btw) per auto gebleven. De negatieve
ontwikkeling van het fonds recyclingbijdrage
wordt grotendeels veroorzaakt door twee factoren:
de tegenvallende autoverkopen en de uitgestelde
verlaging van de demontagevergoeding.
De brancheorganisaties in
de mobiliteitssector hebben
het ser Energieakkoord voor
duurzame groei ondertekend.
Zij committeren zich daarmee
aan een vermindering van
de CO2-uitstoot met 60
procent tussen 1990 en 2050.
arn ontwikkelt initiatieven
om deze doelstelling te
ondersteunen.
2013
in een
notendop
95% doelstelling
In de loop van 2013 zijn wij erin geslaagd technische
knelpunten in de pst-fabriek op te heffen. Daarmee
komt de Europese doelstelling van 95% hergebruik
en nuttige toepassing van afgedankte auto’s in 2015,
in zicht. Mechanische nascheiding van shredderafval
is noodzakelijk om die doelstelling te kunnen
behalen. Dat is een belangrijke reden voor ons om
te blijven hameren op het creëren van een gelijk
speelveld door de overheid.
Lagere demontagevergoedingen
Met de brancheorganisatie stiba hebben we een afspraak gemaakt over een lagere
demontagevergoeding per 1 juli 2014. Vanaf die datum stoppen we met het vergoeden
van het demonteren van glas en grote kunststofdelen. Ook wordt het vergoedingenstelsel
vanaf die datum omgezet naar een vergoeding voor kwaliteit in plaats van vergoeden op
hoeveelheden materiaal. De afspraken brengen rust in markt. Bovendien draagt de afspraak
bij aan het halen van een recyclingprestatie van 95 procent tegen zo laag mogelijke kosten.
Campagne
Recyclingbijdrage
De campagne om de benaming Recyclingbijdrage bij een groter publiek bekend
te maken, kreeg ook belangstelling in politiek Den Haag. Ook ontstond er aandacht
voor onze activiteiten in de pst-fabriek om materialen zo hoogwaardig mogelijk te
recyclen. In 2014 voeren we opnieuw een consumentencampagne om de bekendheid
en inzet van de recyclingbijdrage onder de kopers van auto’s te vergroten.
Marktontwikkelingen
In 2013 is het aantal nieuw verkochte
personen- en bestelwagens nog verder
afgenomen ten opzichte van 2012. Deze
negatieve ontwikkeling laat zien dat de
economische crisis voortduurt. Het aantal
voertuigen dat nieuw werd verkocht en
waarvoor een recyclingbijdrage is geïnd,
bedroeg 461.463 (in 2012: 549.332). In 2014
verwachten wij een zichtbare verbetering
van de autoverkopen. Het aantal autowrakken dat de bij arn aangesloten
autodemontagebedrijven in 2013 verwerkten, lag met 192.433 autowrakken op hetzelfde niveau als in 2012. Wij realiseerden
hiermee een marktaandeel van 82,7%.
4 arn duurzaamheidverslag 2013
1.1 / 4.14 / 4.15 Voorwoord
In de mobiliteitsbranche bestaat een toenemende
behoefte aan concrete duurzame toepassingen.
Aanjagers voor deze ontwikkeling zijn nieuwe
technologieën en mobiliteitsconcepten, schaarste aan
grondstoffen en vormen van duurzame energie die
meer gemeengoed worden. Ook een ontwikkeling als
verstedelijking zorgt ervoor dat de mobiliteit verandert.
In een veranderende maatschappij kan
arn niet aan de kant blijven staan.
Sterker nog, wij willen een aanjager zijn
van duurzaamheid in de mobiliteit- en
recyclingbranche. Door kennisuitwisseling, ketenregie, recycling en innovatie
leveren wij een actieve bijdrage aan de
circulaire economie. Dit economische
systeem stelt als doel de herbruikbaar-
bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken die spelen rondom
mobiliteit.
heid van producten en grondstoffen te
maximaliseren en zo efficiënt mogelijk met
zowel primaire als secondaire materialen
om te gaan. Een circulaire economie is
voor Nederland van belang als we minder
afhankelijk willen zijn van buitenlandse
grondstoffenleveranciers.
het Instituut voor Duurzame Mobiliteit
(IvDM). Dit kennisinstituut ontplooit
duurzaamheidsactiviteiten gericht op het
rijdende deel binnen de mobiliteitsbranche.
Zodoende richten we ons niet meer alleen
op het einde van de levensfase van auto’s,
maar op duurzame mobiliteit in de hele
autorecyclingketen. Met IvDM hebben wij
kennis in huis op het gebied van grondstoffenhergebruik, marktinnovatie en
ketenverduurzaming.
Het werk van arn kent drie speerpunten
die met elkaar samenhangen: grondstoffen, duurzaam ondernemen en mobiliteitsbehoefte. Grondstoffen zijn sinds
de oprichting van arn de belangrijkste
bestaansreden. Wij ondersteunen organisaties in de mobiliteitsketen bij de verduurzaming van hun ondernemerschap,
bijvoorbeeld door verantwoordelijk om
te gaan met grondstoffen. De mobiliteitsbehoefte fungeert als de context van
ons handelen. Met ons werk willen we
Samenwerking met het Instituut voor
Duurzame Mobiliteit (IvDM)
Onze rol van aanjager voor duurzamere
mobiliteit kunnen we nog beter vervullen
doordat we zijn gaan samenwerken met
Ontwikkelingsgroei ARN
De stakeholders erkennen arn als onafhankelijk instituut dat de branche
ondersteunt in de transitie naar duurzame
mobiliteit. De erkenning vanuit de sector
brengt ook de verplichting met zich mee
om te presteren. Dat kunnen we alleen
waarmaken als we onze kennis en kunde
waarborgen. Het schept de verplichting
om professioneel, flexibel, duurzaam,
bekwaam en verantwoord te werken.
Een verdere professionalisering van onze
interne organisatie is noodzakelijk om de
ontwikkelingsgroei van arn in de komende jaren mogelijk te maken. In 2013 hebben
wij daartoe drie thema’s benoemd waarop
wij acties zullen ondernemen. Daarvoor
hebben wij de richtlijnen van het Global
Reporting Initiative (gri) voor verslaglegging over duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen, als
instrument gebruikt.
Een van deze thema’s is de verdere ontwikkeling van onze medewerkers. Wij willen
dat de talenten van onze medewerkers
beter benut worden om aan te sluiten bij
5
onze ambities. Om daar gericht aan te werken, zetten we ontwikkelingsprogramma’s
op langs de drie dimensies van ons werk:
grondstoffen, duurzaam ondernemen en
mobiliteitsbehoefte. Een tweede thema is
het meetbaar maken van de impact van
onze invloed op de keten, op het milieu.
We zullen bijvoorbeeld de gevolgen meten
van onze duurzaamheidsinitiatieven op
de uitstoot van CO2. Het derde thema gaat
over het zichtbaar maken van de directe
economische meerwaarde die wij leveren.
Dit creëert een focus op groei en zal arn
meer en meer als autoriteit op het gebied
van duurzaamheid en recycling in de
markt zetten in de markt zetten.
De stappen in de groei van onze organisatie
trekken we door in onze verslaglegging.
In dit verslag over 2013 maken we een
“In een veranderende
maatschappij kan arn
niet aan de kant blijven
staan. Sterker nog, wij
willen een aanjager
zijn van duurzaamheid
in de mobiliteit- en
recyclingbranche.”
begin met het beschrijven van de (bedrijfs)
processen van onze duurzaamheidsactiviteiten. Op deze manier willen wij verantwoording afleggen over de maatschappelijke rol die wij in de mobiliteitsbranche
vervullen.
Dankwoord
Ik dank alle partijen in zowel de autorecyclingketen als de mobiliteitsbranche
voor de succesvolle samenwerking in 2013
en alle medewerkers van arn voor hun
enthousiasme en inzet voor de organisatie!
— ir. Arie de Jong, algemeen directeur arn
Amsterdam Zuidoost, 16 mei 2014
Wagenparkontwikkeling
44 Bijlage 2:
21 Duurzaamheidsmonitor
21 Duurzaamheidsmonitor
de en elektrische
16 Hybride en elektrische
Wagenparkontwikkeling
uigen veilig en voertuigen veilig en
43 Bijlage 3:
22 Milieuprestatie 201322 Milieuprestatie 2013
n de richtlijnen binnen de richtlijnen
arn3140
duurzaamheidverslag
Toelichting op arn-materialen
46 Bijlage 3:
e norm6NEN
van de norm NEN2013
3140
Toelichting op arn-materialen
24 Duurzaam
meetbaarondernemen
gemaakt
meetbaar gemaakt
nteren
demonteren24 Duurzaam ondernemen
44 Bijlage 4: Interne organisatie
47 Bijlage 4:
24 op
2BCycled,
SafeBAThet vervolg op SafeBAT
brom- en
16 Oude brom-24
en 2BCycled, het vervolg
45 Bijlage 5: Financieel verslag
Onafhankelijk
2013
assurance-rappo
etsen op
snorfietsen op
arn Beheerplan autoaccu’s
28 Toenemende run op28
grondstoffen
Toenemende run op grondstoffen
chappelijk
maatschappelijk
48 Bijlage 5:
twoorde manier verantwoorde manier
46
Bijlage
6: krijgt de organisatieverandering
GRI-index
29stap
Ontwikkeling
diensten
29aan
Ontwikkeling
voor
derden diensten
voor derden
ed bij SRN
bij SRN
In dit verslagrecycled
is een eerste
gezet om te voldoen
Toepassings3. De organisatie
– profi
el en hoe
niveau C van versie G3.1 van de Global Reporting Initiative.
gestalte? Plus een interview
met deassurance-rapport
fi nancieel directeur van
Onafhankelijk
e.v. vindt u een vindplaatsentabel. Door het hele
arn, Ingrid Niessing, die nader ingaat op de ontwikkelproatief Op pagina
17 48
Kwalitatief
verslag
heen
treft
u
arceringen
aan
die
op
hun
beurt
weer
naar
de
gramma’s voor medewerkers op de dimensies grondstoffen,
onderzoek
marktonderzoek
relevante
verantwoordingen
en
prestatie-indicatoren
verwijzen.
duurzaam ondernemen en mobiliteitsbehoefte.
zestien
onder zestien
4. Financiële verantwoording.
emontagebedrijven
autodemontagebedrijven
Leeswijzer
30
30
0808
Dit duurzaamheidverslag is opgebouwd uit vier hoofdstukken:
1. Het werk van alledag – wat is de directe economische waarde
van het werk van arn? Plus een interview met stakeholders die
deze economische waarde nader duiden.
2. De waarde van het werk – wat is het effect van het werk voor
onze omgeving? Plus een infographic waarin het omgevingseffect van het werk zichtbaar is gemaakt.
Hoofdstuk 1 wordt ingeleid door een voorwoord met een blik
op de wereld. Alle hoofdstukken worden afgesloten met een
toelichting op de gekozen Key Performance Indicators (kpi’s)
afkomstig uit de gri-richtlijnen, zoals hiernaast beschreven
(interviews en infographic). Tot slot is er achter in het jaarverslag
een gri-lijst opgenomen met de verschillende gri-indicatoren
en de bijbehorende pagina’s.
arn in transitie
arn in transitie
t werkHet werk
n alledag
van alledag
gri: hoe werkt het?
De veranderingen binnen
De de
veranderingen
organisatie uiteengezet
binnen de organisatie uiteengezet
In de lopende tekst vindt u gehighlighte woorden, stukken tekst
en kaders die verwijzen naar de gri-richtlijnen en de kpi’s:
Colofon
Uitgave Stichting Auto & Recycling en arn Holding b.v.,
Postbus 12252, 1100 ag, Amsterdam zo
Tekst VanderHeijden Communications: Yvonne van
der Heijden; arn: Janet Kes; Total Identity: Yvonne
van de Wal.
Concept en realisatie Total Identity en ARN
Fotografie Jack Tillmans, Aatjan Renders.
Foto Fiat 500E: Thomas Rosquin.
Druk HuigHaverlag Printing. Papier: Cocoon,
vervaardigd uit 100% fsc gerecycled pulp, chloorvrij.
Achterin dit verslag, in de bijlage ‘‘gri-index en gri-toepassingsniveaucheck’, staan de gri-indicatoren en kpi’s benoemd met een verwijzing
naar de desbetreffende passage in de tekst.
nr.
verantwoording
rapportage- vindplaats van de verantwoording
niveau
1.1
Een verklaring van de hoogste beslissingsbevoegde van de organisatie
C
p. 4/5, Voorwoord door de algemeen
directeur
2.1
Naam van de organisatie
C
p. 7, Colofon
2.2
Voornaamste merken, producten en/of diensten
C
p. 37, Profiel van arn
2.3
Operationele structuur van de organisatie, met inbegrip van
divisies, werkmaatschappijen, dochterondernemingen en
samenwerkingsverbanden
C
p. 36, Organigram
2.4
Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie
C
achterzijde omslag
2.1
3.4
7
Inhoud
12 Lekstromen in de
recyclingketen
13 Afvalbeheer bij
garagebedrijven als
onderdeel van de
bedrijfsvoering
14 De pst-fabriek staat volop
in de aandacht
16 Hybride en elektrische
voertuigen veilig en
binnen de richtlijnen
van de norm nen 3140
demonteren
16 Oude brom- en
snorfietsen op
maatschappelijk
verantwoorde manier
recycled bij srn
20 40
De waarde van
ons werk voor
de omgeving
22 Toenemende run op grondstoffen
24 Milieuprestatie 2013
26 Recyclingprestatie inzichtelijk maken
27 Ontwikkeling diensten voor derden
28 Kwalitatief marktonderzoek onder
zestien autodemontagebedrijven
29 Duurzaamheidsmonitor
34
10
17 Erkend duurzaam
gaat branchebreed
29 arn en IvDM onderhouden e-platforms
30 2BCycled, het vervolg op SafeBAT
Het werk
van alledag
Colofon
Uitgave Stichting Auto & Recycling en arn Holding b.v.,
Postbus 12252, 1100 ag, Amsterdam zo
Tekst VanderHeijden Communications: Yvonne van
der Heijden; arn: Janet Kes; Total Identity: Yvonne
van de Wal.
Bijlagen
41 Bijlage 1:
Financieel verslag 2013
44 Bijlage 2:
Wagenparkontwikkeling
46 Bijlage 3:
Toelichting op proces
47 Bijlage 4:
Onafhankelijk assurance-rapport
48 Bijlage 5:
gri-index
arn in transitie
De veranderingen binnen de organisatie uiteengezet
Concept en realisatie Total Identity en arn
Fotografie Aatjan Renders, Jack Tillmans.
Foto Fiat 500E: Thomas Rosquin.
Druk HuigHaverlag Printing. Papier: Cocoon,
vervaardigd uit 100% fsc gerecycled pulp, chloorvrij.
2.1
3.4
Recyclingbijdrage
Olie (4,2kg)
Aluminium (35kg)
Plastics (55kg)
Textiel en vezels (55kg)
Iedereen die een nieuwe auto koopt, betaalt een
recyclingbijdrage van 45 euro. De recyclingbijdrage
gebruiken we om de auto aan het einde van zijn
levensduur milieuverantwoord te recyclen.
Dat is in Nederland gemiddeld na zo’n 17 jaar. De auto zit
dan nog vol materialen die goed opnieuw te gebruiken
zijn. Oude auto’s zijn een waardevolle brond van
grondstoffen; 95% van een auto wordt nuttig toegepast!
goed besteed
Koelvloeistof (2,5kg)
Zand (65kg)
Banden (30kg)
Elk jaar danken we zo’n 200.000 auto’s af. arn zorgt
hiervoor samen met autodemontagebedrijven,
inzamelaars, shredderbedrijven en verwerkingsbedrijven.
Bekijk het recyclingproces op www.arn.nl/campagne
Het
werk
van
alledag
10 arn duurzaamheidverslag 2013
arn zorgt voor milieuverantwoorde
recycling van afgedankte auto’s in
Nederland. Om goede uitvoering
te geven aan deze opdracht, werken
wij nauw samen met een groot aantal
bedrijven in de autorecyclingketen:
autodemontagebedrijven, inzamelbedrijven, verwerkingsbedrijven
en shredderbedrijven. Wij hechten
veel belang aan kwaliteit en
transparantie.
11
12 arn duurzaamheidverslag 2013
Integrale aanpak fake export
met rdw, StAvC en stiba
40.000 voertuigen per jaar.
Lekstromen
Lekstromen in de recyclingketen bemoeilijken een goede uitvoering van onze
opdracht. We spreken van lekstromen als
het aantal auto’s dat bij shredderbedrijven
aankomt, kleiner is dan het aantal voor
demontage afgemelde auto’s.
Lekstromen kunnen ontstaan als er
wegen zijn om auto’s te demonteren die
meer geld opbrengen of minder kosten
met zich mee brengen, dan demontage
door arn autodemontagebedrijven. Ze
leiden tot oneerlijke concurrentie: arn
autodemontagebedrijven investeren in
hun bedrijfsvoering, vragen vergunningen aan en demonteren auto’s op
een verantwoorde manier en zorgen
voor een nette afvoer van afvalstoffen.
Malafide praktijken leiden tot oneerlijke concurrentie, waardoor bonafide
autodemontagebedrijven zich gedwongen zien te stoppen met hun activiteiten omdat ze niet meer rendabel
kunnen functioneren. Een gevolg kan
ook zijn dat ze afglijden naar malafide
praktijken. Voor ons zijn dit belangrijke
redenen om veel energie en tijd te
steken in het bestrijden van oneerlijke
concurrentie.
Een van de oorzaken van lekstromen
zit in de regeling Sloop in eigen beheer.
Handhavers controleren de meldingen voor Sloop in eigen beheer niet.
Daardoor verdwijnen afvalstoffen uit
het zicht. Dat is natuurlijk een onwenselijke situatie. Het percentage Sloop in
Fake export
eigen beheer stijgt constant: was het in
2009 nog 2,1 procent, in 2013 is dat opgelopen tot 3,7 procent: 8.627 meldingen
op een totaal van 232.720 afgemelde autowrakken. Wij pleiten al jaren bij rdw
om de voorwaarden voor een melding
van Sloop in eigen beheer te veranderen.
In 2013 hebben we opnieuw een voorstel
tot aanpassing bij rdw neergelegd.
Fake export vormt ook een groot
probleem. Hierbij verlaten auto’s
de keten zonder echt de grens
over te gaan naar het buitenland.
Deze auto’s belanden vaak bij
malafide autodemontagebedrijven
die weinig tot geen kosten maken
om auto’s op een verantwoorde
manier te demonteren.
Een andere aanleiding voor het
ontstaan van lekstromen is de afvoer
van autowrakken naar niet-shredders.
Vaak is dat een metaalhandelaar die
het wrak knipt. Knippen van wrakken is een goedkoop, maar vooral een
wettelijk verboden proces. De geknipte
wrakken gaan vervolgens naar een
smeltoven. Door deze relatief goedkope
verwerkingsmethode kan een inkoper
van autowrakken 5 eurocent per kilo
meer bieden. Dit is gemiddeld 50 euro
meer per autowrak. Wij schatten dat
minstens honderd metaalhandelaren
werken als makelaar. Ze kopen zelf de
autowrakken in en zorgen niet voor
een juiste manier van verwerking en
afvoer. Ook autodemontagebedrijven
zonder vergunning die demonteren
voor onderdelen voeren het restant
vaak af naar een niet-shredder.
Zo ontstaat concurrentievervalsing
die de bonafide autodemontageen shredderbedrijven schade
berokkent. Daarnaast ontstaat
schade aan het milieu doordat
de fake-export auto’s worden
gesloopt zonder enige controle op
de afvoer van afvalstoffen.
Als mogelijke oplossing zien wij de
invoering van een registratieplicht.
Dat kan door de verplichting een
afvalstroomnummer aan te maken
voor zowel inkomende als uitgaande
transporten. Op die manier is de
Wij schatten dat elk jaar tegen
de 40.000 voertuigen oneigenlijk
‘in export’ worden gemeld.
Onze analyse was voor rdw aanleiding om in 2013 een projectteam
in het leven te roepen voor de
aanpak van fake export.
Naast arn bestaat het team uit
de brancheorganisatie stiba,
de Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit en de fiscus.
melding in het centrale meldsysteem
amice van het Landelijk Meldpunt
Afvalstoffen terug te vinden.
Belangrijk is dat daar ook het unieke
vrachtbriefnummer wordt geregistreerd.
13
Al het autoshredderafval naar Tiel
In Europa is de minimale standaard
voor het verwerken van autoshredderafval een verbrandingsroute.
Door overcapaciteit bij de afvalverbrandingsovens in Nederland, zijn
de verbrandingstarieven met 30 tot
40 procent gedaald in de afgelopen
tien jaar. Deze relatief lage tarieven
zijn van invloed op de gate fee voor
afvalstromen bij de pst-fabriek in Tiel.
Het verbranden van afvalstromen is
over het algemeen goedkoper dan het
mechanisch nascheiden. Om de in
totaal door na-scheiding gerealiseerde
milieuprestatie te verhogen is het van
essentieel belang autoshredderafval
na te scheiden; dit lukt alleen met een
gelijk speelveld in de markt. Wij zijn
met de markt en de overheid intensief
in gesprek om dat te bereiken.
Ook bij autoshredderafval speelt
het probleem van lekstromen.
Shredderbedrijven kunnen het verbod
op het storten van shredderafval
ontduiken door er een andere Euralcode
aan te geven. Gevolg is dat we niet
in staat zijn al het shredderafval van
auto’s naar Tiel te halen. Bovendien
is sprake van oneerlijke concurrentie,
omdat storten goedkoper is dan verwerking in Tiel. Dat scheelt al snel 25
euro per ton shredderafval.
Er is onvoldoende adequate handhaving op lekstromen die worden afgevoerd onder een verkeerde Euralcode.
Wij proberen de markt en de overheid
te bewegen tot het opsplitsen van
shredderafval in automotive shredderafval en overig shredderafval. Dat
kan er voor gaan zorgen dat we in ieder
geval al het automotive shredderafval
in Tiel verwerken.
Afvalbeheer bij garagebedrijven
Door de economische crisis zijn de
autoverkopen gedaald en wordt er
minder onderhoud aan auto’s gepleegd.
Het gevolg is dat er minder afvalstoffen
beschikbaar zijn. Ook komen er meer
inzamelbedrijven op de markt die zich
richten op één specifieke afvalstroom.
Wij willen ondernemingen ervan
overtuigen dat afvalbeheer een
onderdeel van de bedrijfsvoering is
en geen sluitpost. Wij helpen onze
klanten op weg door hun afvalstromen
te minimaliseren en te zorgen dat ze
voldoen aan wet- en regelgeving. arn
is vihb-gecertificeerd. Wij maken afval
transparant in kosten, afvoer, opslag,
scheiding en preventie en bieden de
sector een totaaloplossing. Ook bieden
wij steeds vaker proactief verduurzamingsproducten aan onze klanten. Dit
past naadloos in de ontwikkeling naar
een grotere efficiency in de recyclingketen. Om een voorbeeld te noemen:
door het scheiden van folie uit het
restafval, belandt er 20 procent minder
volume in de restafvalcontainer.
Hierdoor zijn er minder afvalinzamelingen nodig en wordt er op transport
bespaard (en dus op kosten).
Aan de hand van jaarlijkse afvalstofoverzichten bespreken we met de klant
de behaalde resultaten op afvalgebied.
Gezamenlijk met de ondernemer stellen we doelstellingen vast om het afval
te minimaliseren. Iedere klant van arn
Recycling Services heeft via extranet
toegang tot alle afvoergegevens van
het afval.
14 arn duurzaamheidverslag 2013
De pst-fabriek
Aantal technische knelpunten opgelost
Een aantal technische knelpunten in
de pst-fabriek in Tiel is in 2013 opgelost.
De verbeteringen bestaan uit het in gebruik nemen van nieuwe machines en
aanpassingen in de bedrijfsvoering. De
dosering vanuit de voorraadbunkers is
bijvoorbeeld aangepast door het plaatsen van doseerschroeven, waardoor
de piekbelasting van de proceslijn is
afgevlakt. Op deze manier functioneert
de proceslijn constanter, en realiseren
we energie- en daarmee kostenbesparing. We introduceerden ook een
dagelijkse stop voor onderhoud. We
bespreken voortaan in het dagelijkse
ochtendoverleg wat de dag ervoor goed
is gegaan en wat kan worden verbeterd. De fabriek profiteert ervan dat de
operators inmiddels enkele jaren ervaring hebben. Vanaf 1 mei 2013 werkt de
proceslijn gedurende de vijf werkdagen
volcontinu 24 uur per dag.
Verdubbeling verwerkt afval
De veranderingen in de pst-fabriek
zorgden vanaf september 2013 voor een
verwerkingscapaciteit van 35.000 ton
per jaar. Over geheel 2013 verwerkten
we 25.000 ton shredderafval. Dat is
meer dan een verdubbeling in vergelijking met 2012. Toen is 12.000 ton
verwerkt. Er zijn nog meer verbeteringen mogelijk in de pst-fabriek. Voor 2014
streven we er dan ook naar om 35.000
tot 40.000 ton shredderafval te verwerken. Dat betekent dat we al het shredderafval van Nederlandse autowrakken
kunnen verwerken. Voor de meer dan
twintig materialen die de pst-fabriek
produceert, zijn we steeds op zoek naar
nieuwe verwerkers. Het doel is om twee
verwerkers per materiaalstroom te
hebben. Dat biedt een redelijke garantie
voor een stabiele afzet.
pst-fabriek volop in de belangstelling
Ook in 2013 ontvingen wij gemiddeld
twee groepen bezoekers per maand in
de pst-fabriek. Deze gasten zijn geïnteresseerde particulieren, leden van verenigingen of leerlingen en studenten.
Ook hebben we veel belangstelling van
professionals werkzaam in de automotive en recyclingbranche. Bovendien
mogen we rekenen op interesse van
Nederlandse en Europese ambtenaren
en politici. Verschillende vertegenwoordigers uit Den Haag en Brussel hebben
de pst-fabriek bezocht in 2013.
Afspraken met shredderbedrijven
In 2013 hebben we afspraken gemaakt
over de levering van shredderafval met
alle shredderbedrijven die Nederlandse
autowrakken aannemen. Het gaat om
drie Nederlandse bedrijven die samen
acht vestigingen hebben, een Duits en
twee Belgische bedrijven. De afspraken
moeten een voldoende voorraad shredderafval garanderen zodat de proceslijn
continu kan werken.
We ontwikkelen innovatieve oplossingen voor de verbetering van de
kwaliteit van het verwerkingsproces,
de vermindering van de uitval en een
hoogwaardigere afzet van materiaalstromen. We zijn er het afgelopen jaar
in geslaagd meer organisch materiaal,
zoals hout en plastic, te verwijderen
uit de minerale fractie. De schonere
minerale fractie wordt ingezet in de
wegenbouw.
15
dat mogelijk is. Er is ook een business
case ontwikkeld en marktonderzoek
gedaan. Een extern onderzoeksbureau
heeft de milieuaspecten en de mechanische eigenschappen onderzocht.
Voor de toepassing van Crusca
focussen we in de eerste plaats op
slootkantbeschoeiing en vlonders.
In vergelijking met het gebruikelijke
hardhout springt Crusca er positief uit.
Het composietmateriaal is recyclebaar,
rot niet en is net zo sterk. In de markt
bestaat er een grote behoefte aan een
dergelijke vervanging van hardhout
dat verwerkbaar en duurzaam is.
Alle lichten staan op groen om Crusca
op grote schaal te produceren. Daarom
zijn wij op zoek naar een investeerder
en producent voor dit project; als startup of in een consortium van bedrijven.
Als Crusca slaagt, draagt het bij aan
een significante verbetering van de
recyclingprestatie van de pst-fabriek:
het zorgt voor 5% meer materiaalhergebruik.
Verwerking shredderafval
per jaar
12.000 ton
in 2012
25.000 ton
in 2013
35.000 –
40.000 ton
in 2014
De verwerkingscapaciteit vanaf september
2013 door de veranderingen in de pst-fabriek.
Daarnaast besloten we in 2013 defi nitief af te zien van het gebruik
van de eindfractie van mineralen
als vulmiddel voor Duitse zoutmijnen. Deze oplossing past niet in ons
duurzaamheidsstreven.
Verbeteren materiaalhergebruik
In 2013 zochten we naar mogelijkheden
om de stoorstoffen hout en rubber
uit de kunststoffracties te kunnen
verwijderen. Hierdoor zullen we in
2014 met een groot deel van de kunststoffen de stap zetten naar een hoger
percentage materiaalhergebruik. Een
ander onderzoeksproject is de terugwinning van metaal uit de kunststoffractie, met name koper. Het succesvol
terugwinnen van koper is fi nancieel
aantrekkelijk.
Crusca als volwaardige vervanger van
hardhout
Crusca, de eerder ontwikkelde toepassing van vezelfractie in composietplaten, kan op industriële schaal worden
geproduceerd. Uit testen is een te
investeren bedrag afgeleid waarmee
Europese subsidie
Het subsidieprogramma life+ is
bedoeld voor de implementatie
van Europese milieuwetgeving. De
pst-fabriek met haar geavanceerde
scheidingslijn dient als voorbeeld voor
recycling in Europa, hoogwaardige
recycling van shredderafval.
Voor de eerder genoemde innovatieve
projecten hebben we de subsidie van
life+ ingezet. Het gaat daarbij om het
optimaliseren van de proceslijn van de
pst-fabriek, het verwijderen van hout
en rubber uit de kunststoffracties, de
terugwinning van metaal uit de kunststoffractie en de doorontwikkeling van
Crusca. We verwachten dat we in 2014
het totale subsidiebedrag van 1 miljoen
euro hebben aangewend.
Duurzaamheidsstreven pst-fabriek
In 2013 is de energieconsumptie van
de pst-fabriek sterk teruggebracht:
van 125 kWh per ton naar 100 kWh
per ton aan het einde van het jaar.
28% van alle inkomende shredderafvalstromen hebben we in 2013 afgezet als
materiaal hergebruik, 60% verwerkten
we in een thermische route en de resterende 12% is gestort. Het doel voor 2014
is een nog hoger percentage materiaal
hergebruik en een verdere verlaging van
de hoeveelheid te storten materiaal.
16 arn duurzaamheidverslag 2013
Training demontage hybride
en elektrische voertuigen
arn is in maart 2013 begonnen met
de training van autodemonteurs om
hybride en elektrische voertuigen (hev’s)
veilig en binnen de richtlijnen van de
norm nen 3140 te kunnen demonteren.
136 mensen hebben deze ev-training
inmiddels gevolgd. De ev-training
is ontwikkeld in samenwerking met
Innovam, een opleidingsinstituut voor
de autobranche. Eind 2013 beschikten
119 autodemontagebedrijven over een
getrainde demonteur.
De branche en de deelnemers aan
de training zijn erg enthousiast.
Het gemiddelde cijfer dat de deelnemers ons geven, is een 4,5 (op een
schaal van 5). De e-learning vooraf
ervaart men wel als erg lastig.
Daarmee houden we rekening bij de
doorontwikkeling van de training.
De ev-training leidde in 2013 tot een
primeur: de directe samenwerking
tussen een importeur en een demontagebedrijf. Een autodemontagebedrijf
bracht een belangrijke les van de
training in praktijk door bij een gecompliceerd geval uit voorzorg onze hulp
in te roepen. Het ging om een zwaar
beschadigd hybride voertuig. Wij
hebben toen een beroep gedaan op de
kennis en kunde van de importeur. De
importeur bracht ons bij hoe we bij een
zwaar beschadigde auto het elektrische
systeem volledig kunnen uitschakelen
en hoe we kunnen controleren dat het
voertuig spanningsvrij is gesteld.
We willen onze kennis van veilige
demontage van hybride en elektrische
voertuigen breder uitdragen binnen
de branche. We hebben bijvoorbeeld
een grote delegatie van een van onze
shredderbedrijven kennis laten maken
met de specifieke kenmerken van hev’s.
Verder is er in 2013 contact geweest met
een bedrijf dat hulpdiensten traint.
Scooter Recycling Nederland
Scooter Recycling Nederland (srn),
een initiatief van rai Vereniging en
bovag, heeft tot doel om oude bromen snorfietsen te recyclen op een
maatschappelijk verantwoorde manier.
Zodoende komen er nieuwe grondstoffen
beschikbaar en worden milieugevaarlijke
stoffen op de juiste wijze afgevoerd.
Het stichtingsbestuur van srn heeft
arn verzocht de regeling uit te voeren.
Wij zetten daarbij onze kennis en
kunde in die we met ketenbeheer in
de autodemontagebranche hebben
opgedaan.
Bij srn zijn brom- en snorfietsimporteurs, dealers en importeurs aangesloten. srn dekt inmiddels zo’n 80 procent
van de nieuw verkochte brom- en
snorfietsen. Dit komt overeen met ons
streven voor 2013.
Het totaal aantal de-registraties van
brom- en snorfietsen nam in 2013 met
20,9 procent toe en bedroeg 25.868
voertuigen, waarvan 20.094 sloop
in eigen beheer (77,7 procent). Hierbij
hebben we geen zicht op wat er met
het voertuig en de milieubelastende
stoffen gebeurt. Er is immers geen
enkele controle op de handhaving van
de milieueisen, optimale recycling of
illegale activiteiten. Wij pleiten
dan ook voor een verbod op
sloop in eigen beheer, of op
zijn minst een significante
beperking ervan. Anders kan
de demontagebranche voor deze
voertuigen zich niet succesvol
ontwikkelen en blijft de milieuschade bestaan. Alleen door
afgedankte brom- en snorfietsen verplicht via het gereguleerde kanaal te deregistreren en te demonteren,
kunnen alle materialen
en afvalstoffen op een
milieuverantwoorde wijze
worden verwerkt.
“Wij pleiten
voor een verbod
op sloop in
eigen beheer.”
17
Erkend Duurzaam gaat branchebreed
Brancheorganisaties bovag, Vereniging
focwa Schadeherstel, rai Vereniging en
stiba hebben voor de mvo- en duurzaamheidsprogramma’s hun krachten
gebundeld. Daarmee zijn alle stakeholders van arn en IvDM nu samen aan
zet om duurzaamheid op een uniforme
wijze in de markt te zetten en wildgroei
te voorkomen. Wij voeren de duurzaamheidsprogramma’s uit en zorgen voor de
verdere ontwikkeling ervan. Ook hebben
wij een mvo Helpdesk waar ondernemers
en medewerkers met hun vragen over
duurzaamheid terecht kunnen.
Erkend Duurzaam is een mvo- en
duur zaamheidsprogramma voor
ondernemers in de mobiliteitsbranche,
ontwikkeld voor en door de branche.
Het helpt ondernemers duurzaamheid
en mvo in de bedrijfsvoering door te
voeren en het uit te dragen. Een Erkend
Duurzaam-certificaat is voor klanten
en leveranciers een bewijs dat een
ondernemer serieus bezig is met mvo.
Binnen Erkend Duurzaam bieden wij
scans aan op drie niveaus:
– Erkend Duurzaam Basis maakt de
ondernemer bewust op het gebied van mvo en geeft inzicht in
kostenbeheersing.
– Erkend Duurzaam Plus heeft alle
elementen van Erkend Duurzaam
Basis, en geeft mogelijkheden aan
om energie- en afvalstromen terug
te dringen en tegelijkertijd kosten te
besparen.
– Erkend Duurzaam Premium leidt de
ondernemer door de hoogste eisen
op het gebied van mvo. Het bedrijf
voldoet daarmee in de volle breedte
aan de internationale standaarden
gebaseerd op iso 26000, toegespitst
op de mobiliteitssector. Bedrijven
met een Erkend Duurzaam Premiumcertificaat worden toegevoegd aan
het nen Publicatieplatform iso 26000.
Dit platform geeft toegang tot
zakelijke afnemers die hoge eisen
stellen aan duurzaamheid en mvo.
Wij hebben inmiddels in totaal meer
dan 900 vestigingen gecertificeerd.
In 2013 hebben we 218 scans uitgevoerd
en eenzelfde aantal certificaten afgegeven. Ook hebben wij een onderzoek
uitgevoerd onder medewerkers in de
motorvoertuigen- en tweewielerbranche
naar de bekendheid met mvo. We hebben onderzocht wat de drijfveren van
deze groep medewerkers is om aan de
slag te gaan met mvo, en de effecten
van Erkend Duurzaam zoals medewerkers deze ervaren. Medewerkers van
een Erkend Duurzaam-bedrijf zeggen
dat ze bewuster zijn geworden (71,8%)
en meer kennis hebben gekregen over
mvo (58,8%). Dit heeft bij 40,4% van de
medewerkers geleid tot een positieve
verandering in hun handelen.
Een duurzame benadering leidt tot
waarde. Niet alleen maatschappelijke waarde, maar ook bedrijfseconomische waarde. Niet alleen
voor de eigen organisatie, maar
ook voor de partners in de keten.
arn verantwoordt de waardecreatie van het programma Erkend
Duurzaam door een drietal stakeholders aan het woord te laten.
18 arn duurzaamheidverslag 2013
EC1 en EC9 Duurzaamheid is winst
Drie ondernemers aan het woord. Duurzaamheid is groot goed
en iedereen is vóór, maar hoe is dit nu eigenlijk bedrijfsbreed
te implementeren?
Peter de Rooy
Hans Bulte
Directeur van De Rooy Transport, Houten
“We onderscheiden
ons hiermee.
Het is een reden
voor klanten om
voor ons te kiezen.”
“Duurzaamheid moet echt zijn”, zegt Peter
de Rooy, algemeen directeur van De Rooy
Group in ’t Goy (Houten), met stelligheid. “Veel bedrijven zeggen duurzaam te
zijn maar het gaat veel verder dan tegen
betaling een paar vragen op een website
invullen en een sticker op de deur plakken.
Daar prikken je klanten snel doorheen.”
De Rooy heeft een indrukwekkende reeks
duurzame maatregelen doorgevoerd in zijn
bedrijven, waaronder een internationale
transportonderneming, een onafhankelijk
Directeur van Heron Auto, Zwaag
autobedrijf en een tankstation. Die maatregelen variëren van de installatie van
energiebesparende tijdschakelaars tot de
aanschaf van een elektrische vrachtwagen. Van een training ‘Het Nieuwe Rijden’
voor chauffeurs tot strikte afvalscheiding.
Het legt hem geen windeieren. “We onderscheiden ons hiermee. Het is een reden
voor klanten om voor ons te kiezen.”
Het bedrijf van De Rooy is het tweede in
Nederland dat is gecertificeerd voor ‘Erkend
Duurzaam Premium’, een bevestiging
van zijn pioniersrol in Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen. “In ’t Goy kent
iedereen elkaar, houdt iedereen rekening
met elkaar. Als bedrijf besteden wij veel
aandacht aan de gezondheid en veiligheid van omwonenden en medewerkers.
Ook dat is mvo.” Voor ed Premium moeten
ook de bedrijfsprocessen goed in kaart
zijn gebracht. “In onze branche krijgen
we vaak inspecteurs op bezoek. Omdat
we alles goed op orde hebben kunnen we
die snel helpen.” De Rooy wijst op zijn net
aangeschafte bmw i3. “mvo zit bij ons in de
genen. En wij willen klanten, leveranciers
en medewerkers ook inspireren om bewust
om te gaan met duurzaamheid.”
“Het onderwerp
is breder dan
alleen milieu- en
verbruiksaspecten.”
“Kennis over duurzaamheid moeten we
met elkaar delen, zowel binnen als buiten
de branche. Denk daarbij aan de ict of
de non-profitsector. We kunnen veel van
elkaar leren. En nog steeds wordt het wiel
vaak opnieuw uitgevonden.” Aan het
woord is Hans Bulte, Kwaliteitsmanager
bij Heron, onderdeel van de Stern Groep.
Voor deze beursgenoteerde multimerk-organisatie is deelname aan het programma
Erkend Duurzaam een logisch onderdeel
van hun mvo-beleid. In het jaarverslag
19
Mathijs van Leeuwen
Mede-eigenaar van Autobedrijf Van Leeuwen, Kesteren
2013 van Stern is een aantal speerpunten
benoemd, waarvan het zoeken naar een
balans tussen People, Planet en Profit er één
is. Volgens Bulte is dit een randvoorwaarde
om verdere groei van de groep bedrijven
mogelijk te maken. Inmiddels zijn alle circa
80 autobedrijven binnen de Stern Groep
Erkend Duurzaam (ed plus) gecertificeerd.
“We zijn een paar jaar terug door pon op
het spoor gezet van Erkend Duurzaam”,
zegt Bulte. “Uiteraard voldeden we al aan
verschillende iso-normen, dus voor ons
was het vooral een brede, nuttige aanvulling daarop.” Nuttig, omdat het certificaat
vereist is bij sommige aanbestedingen,
waar Stern op inschrijft. En nuttig door
de verhoogde bewustwording bij de
medewerkers, als gevolg van de ed-scans.
“Sommige zaken die in die scans aan de
orde komen, vinden wij hier al langer
vanzelfsprekend. Als groep hebben we
goede afspraken met en regelingen voor
medewerkers op het gebied van gezondheid, welzijn, veiligheid. En we hanteren
bijvoorbeeld ook gedragscodes. Dat valt bij
ons allemaal onder de noemer ‘duurzaamheid’. Misschien dekt de term ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ (mvo)
de lading wel beter, want het onderwerp
is breder dan alleen milieu- en verbruiksaspecten. Maar dat mogen we nog best
wat duidelijker communiceren naar onze
stakeholders.”
“Duurzame
ontwikkelingen
bieden kansen om
in een moeizame
markt toch een
fatsoenlijk
rendement te
behalen.”
“Duurzaamheid in een organisatie implementeren is vergelijkbaar met een groeiproces”, zegt Mathijs van Leeuwen van
Van Leeuwen Auto’s. Samen met zijn vader
en zijn twee broers geeft hij leiding aan
het 40 jaar oude familiebedrijf, waar twee
universele autobedrijven, een schadeherstelbedrijf en een leasemaatschappij deel
van uitmaken. “Wij willen altijd voorop
lopen bij duurzame ontwikkelingen. Die
bieden ons kansen om in een moeizame
markt toch een fatsoenlijk rendement te
behalen. Door bijvoorbeeld tijdig en slim
in te kopen konden wij vorig jaar 45 Tesla’s
afleveren. En wij gebruikten al weer lang
geleden als één van de eerste schadeherstellers in Nederland milieuvriendelijke
lak op waterbasis. Dat hebben we voor
promotie gebruikt en zo onze bekendheid
vergroot. Dat doen we nu weer met ‘Erkend
Duurzaam’.”
In 1997 werd een eerste stap richting
duurzaamheid gezet, door ten behoeve van
iso-certificering bedrijfsprocessen gestructureerd vast te leggen. “Voor het verkrijgen
van het certificaat Erkend Duurzaam is
inzicht in de bedrijfsprocessen een voorwaarde. Dat was in onze onderneming al
heel aardig voor elkaar, maar toch zorgde
de ed-scan voor een betere interne bewustwording. De zes belangrijkste onderwerpen
van de scan staan nu vast op de agenda van
het werkoverleg”, vervolgt Van Leeuwen.
“Natuurlijk is het in een bestaand gebouw
wat lastiger om duurzame maatregelen
door te voeren dan in nieuwbouw. En je
neemt ook niet direct afscheid van minder
duurzame leveranciers met wie je al jaren
samenwerkt. Per bedrijf heb je dus een
andere fasering. Maar we zetten steeds
weer een nieuwe mvo-stap en nemen in
dat proces onze medewerkers, leveranciers
en klanten mee. Zo werken we met elkaar
aan verduurzaming.”
De waarde
van ons
werk
voor de
omgeving
20 arn duurzaamheidverslag 2013
Hergebruik van grondstoffen neemt
een centrale plaats bij de transitie
naar een circulaire economie.
Dit economische systeem heeft tot
doel herbruikbaarheid van producten
en grondstoffen te maximaliseren
en zo efficiënt mogelijk met zowel
primaire als secundaire materialen
om te gaan. Wij lopen voorop met
het bewerken van restmaterialen
van afgedankte auto’s. Na de
bewerking in de pst-fabriek brengen
we de materialen terug in het
productiesysteem.
21
22 arn duurzaamheidverslag 2013
De run op grondstoffen
De schaarste aan grondstoffen leidt tot
nieuwe ontwikkelingen in de markt.
Fabrikanten willen eigenaar blijven van de
goederen die zij produceren. Via recycling
kunnen zij blijven beschikken over de
grondstoffen afkomstig uit het product.
Producenten zullen dan ook steeds
vaker autodemontagebedrijven en
verwerkingsbedrijven overnemen:
voorwaartse integratie in de mobiliteitsketen. De groeiende behoefte
aan grondstoffen zorgt ook voor meer
transportbewegingen van afval over
de hele wereld.
China probeert bijvoorbeeld een vaste
greep op grondstoffen te krijgen door
bruikbaar afval te importeren. Ook zijn
er initiatieven vanuit China om grote
aantallen autowrakken uit Europa
naar China te verschepen vanwege de
aanwezige grondstoffen.
23
Om in 2015 te kunnen voldoen aan de
Europese eis van 85 procent hergebruik,
aangevuld met nuttige toepassing tot
95%, ontwikkelen wij in de pst-fabriek
in Tiel nieuwe toepassingen voor materialen. Of de nieuwe toepassing geldt
als materiaalhergebruik, is afhankelijk
van de classificatie dat het ministerie
van Infrastructuur en Milieu (IenM)
er aan geeft. Wij zijn daarover voortdurend met het ministerie in gesprek.
Ook omdat niet in alle landen van de
Europese Unie dezelfde uitleg wordt
gegeven aan de Europese Richtlijn.
Bijvoorbeeld als in hoogovens plastics
als zogeheten reduceermiddel worden
meegeblazen, is minder cokes nodig. De
wetgever in Duitsland classificeert dit
gebruik van plastic als materiaalhergebruik. De Nederlandse wetgever ziet
het als energieterugwinning.
24 arn duurzaamheidverslag 2013
Milieuprestatie 2013
De basis voor het behandelen van autowrakken en de verantwoording
daarover is vastgelegd in de Europese Richtlijn ‘Directive 2000/53/ec’.
Nederland heeft deze richtlijn in 2002 opgenomen in het Besluit beheer
autowrakken (Bba), dat in 2007 is herijkt. Het Bba schrijft onder meer
voor dat van de in Nederland aangemelde autowrakken tenminste 85%
van het gewicht als product wordt hergebruikt of nuttig toegepast.
Daarvan moet minimaal 80% als product of materiaal worden hergebruikt,
aangevuld met 5% energieterugwinning. De recyclingdoelstelling is vanaf
2015 verhoogd naar een nuttige toepassing van 95% van het gewicht.
Daarvan moet tenminste 85% hergebruik zijn als product of materiaal
aangevuld tot minimaal 95% met energieterugwinning.
De Europese Commissie heeft gedetailleerde regels opgesteld voor het
vaststellen van deze percentages en
de manier waarop de lidstaten van
de Europese Unie daarover moeten
rapporteren aan Brussel. De regels van
de Europese Commissie bepalen dat
periodieke shredderproeven moeten
worden uitgevoerd. De gegevens uit
de shredderproeven zijn nodig voor de
berekening van de milieuprestatie. De
milieuprestatie van 2013 is gebaseerd
op de shredderproef uit 2010 aangevuld
met de prestatie van de pst-fabriek in
2013. De verwerking van een aantal
materiaalstromen is door de nascheiding in de pst-fabriek verbeterd ten
opzichte van de situatie tijdens deze
shredderproef. arn doet aan de hand
van deze berekening jaarlijks verslag
aan het ministerie van IenM.
Hoeveelheid autowrakken
In 2013 zijn door bij arn gecontracteerde autodemontagebedrijven 192.433
auto’s afgemeld voor demontage(in
2012: 196.763). In 2013 zijn 183.451 gedemonteerde autowrakken aangekomen
bij de shredderbedrijven. Het verschil is
te verklaren door een tweetal factoren.
Dit is de mutatie in het aantal autowrakken dat nog op het terrein van
het autodemontagebedrijf staat en
autowrakken die door het autodemontagebedrijf niet zijn afgevoerd naar
een erkende shredder. In 2014 worden
nieuwe maatregelen getroffen om het
laatstgenoemde beter te monitoren.
Bepaling gemiddeld gewicht autowrak
In 2013 is het gemiddeld ledig gewicht
van alle autowrakken berekend op
1.031 kilo. Dit getal is vastgesteld op
basis van de orad-meldingen (Online
Registratie AutoDemontage) van rdw.
Recyclingrealisatie 2013
Tabel 2 geeft een overzicht van de
recyclingrealisatie van autowrakken
in 2013. De getallen in tabel 2 laten
zien dat in 2013 een totaal hergebruikpercentage van 86% is gerealiseerd,
daarbovenop is 9,9% als energie
Producthergebruik
Onderdelenverkoop bij adb-en
(incl. motoren)
Recycling
Metalen shredderbedrijven (54,8%)
Gedemonteerde arn-materialen (5,7%)
Recycling pst-fabriek (1,7%)
Hergebruik
teruggewonnen. Hiermee wordt al
aan de wettelijke verplichting – die
geldt vanaf 1 januari 2015 – uit het Bba
voldaan. Deze houdt een percentage
in van minimaal 85% hergebruik,
aangevuld met 10% verbranding met
energieterugwinning.
23,8%
62,2%
86,0%
9,9%
95,9%
Energieterugwinning
Energieterugwinning shredderafval (5,5%)
Energieterugwinning arn-materialen (0,1%)
Energieterugwinning pst-fabriek (4,3%)
Totale
recyclingprestatie
25
Tabel 1 – Materialen van depolutie en demontage (in kg gebaseerd op verwerkte hoeveelheden)
Voor een toelichting op de totstandkoming van de opgenomen hoeveelheden in deze tabel wordt verwezen naar de bijlage op pagina 46.
LoW code
Materiaal
13 02 05
16 01 07
16 01 13
16 01 14
14 06 01
16 01 16
16 06 01
16 01 03
16 01 20
16 01 19
16 01 99
Totaal
niet gechloreerde minerale olie
oliefi lters
remvloeistoffen
antivriesvloeistoffen
koudemiddel
tanks voor vloeibaar gas
loodaccu's
afgedankte banden
glas
kunststoffen
niet elders genoemd afval
Hergebruik
Recycling
Energieterugwinning
45.013.520
917.779
41.338
57.988
371.021
3.540
85.762
503.198
3.904.660
3.974.400
918.235
0
10.777.921
19.737
29.216
1.221
28.030
0
0
0
0
0
192.314
0
270.518
Verwijdering
49.343
0
1.831
475.969
233
0
23.711
0
165.600
91.164
0
807.851
Tabel 1 geeft de verwerkte hoeveelheden materialen weer onder hun eural (EURopese AfvalstoffenLijst)-code.
Tabel 2 – Recyclingrealisatie (in kg gebaseerd op verwerkte hoeveelheden en weeggegevens)
Hergebruik
Recycling
Terugwinning
Totaal hergebruik en recycling
Totaal hergebruik en terugwinning
Producthergebruik
Materiaalhergebruik
Materiaalhergebruik
+ energieterugwinning
Producthergebruik
+ materiaalhergebruik
Producthergebruik + materiaalhergebruik
+ energieterugwinning
45.013.520
23,8%
117.652.180
62,2%
136.418.597
72,1%
162.665.700
86,0%
181.432.118
95,9%
Totaal aantal autowrakken: 183.451 / Gemiddeld gewicht per voertuig: 1.031 kg.
Hergebruik
Het percentage hergebruik bestaat uit
onderdelen die de autodemontagebedrijven demonteren voor verkoop. Het
getal komt tot stand door het gemiddeld ledig gewicht te verminderen met
het gemiddelde gewicht van het kale
wrak (vóór afvoer naar een shredderbedrijf) en te verminderen met gedemonteerde arn-materialen.
Recycling
Het recyclingdeel komt tot stand door
een optelsom van de verschillende
bijdragen in de keten:
– Autodemontagebedrijven demonteren materialen in opdracht van arn.
Deze arn-materialen voeren we af
naar verwerkingsbedrijven. De verwerkingsbedrijven leveren ons gegevens over de massabalans. De massabalans geeft de recyclingprestatie
voor het materiaal (zie tabel 1). 5,7%
– Shredderbedrijven ontvangen het
kale wrak van de autodemontagebedrijven. De shredder scheidt de
metalen van de niet-metalen. Aan
de hand van de shredderproef die
wij in 2010 hebben gedaan wordt
het recyclingdeel bepaald dat door
de shredderbedrijven wordt bijgedragen. Voor de autowrakken die bij
buitenlandse shredderbedrijven zijn
verwerkt, tellen de individuele massabalansgegevens van deze bedrijven
mee in de recyclingrealisatie. 54,8%
– De pst-fabriek ontvangt het shredderafval van de shredderbedrijven
voor verdere scheiding. In 2013
bestaat de recyclingbijdrage van de
pst-fabriek uit de scheiding van de
lichte shredderfractie. 27% van deze
fractie is in 2013 als materiaal hergebruikt. Dit is een verbetering ten
opzichte van 2012, toen deze fractie
nog volledig als energie werd teruggewonnen. 1,7%
Energieterugwinning
Het energieterugwinningdeel komt
tot stand door een optelsom van de
verschillende bijdragen in de keten:
– De gedemonteerde materialen
gaan naar verwerkingsbedrijven
voor verdere verwerking. In deze
processen wordt ook een deel als
energie teruggewonnen. Deze
gegevens worden onttrokken uit
de massabalansgegevens van de verwerkingsbedrijven (zie tabel 1). 0,1%
– Een deel van het shredderafval
afkomstig van shredderbedrijven
wordt meegerekend als energieterugwinning. Het gaat om de stromen die
afgevoerd worden naar avi’s (Afval
Verbranding Installaties) met een
R1-status. 5,5%
– Een aantal stromen van het materiaal
dat in de pst-fabriek wordt verwerkt
vind een route waarbij het materiaal
als energie wordt teruggewonnen.
4,3%
Brandstof
Brandstof (diesel, benzine en gas) blijft
buiten de berekening van de recyclingrealisatie. In 2013 is 214.086 kg brandstof (diesel, benzine en gas) op een
milieuverantwoorde manier verwerkt.
26 arn duurzaamheidverslag 2013
Recyclingprestatie inzichtelijk maken
Voor de uitvoering van onze opdracht
willen we inzichtelijk maken wat we
doen. Voor ons betekent het dat we
transparant en controleerbaar moeten
zijn over de recyclingprestatie.
is het effect van de pst-fabriek voor
duidelijk aantoonbare materiaalstromen meegenomen. Hiermee voldoen
we al aan de wettelijke doelstelling die
vanaf 1 januari 2015 geldt.
De berekening van de recyclingrealisatie is nu nog gebaseerd op de laatste
shredderproef in 2010. Dat was vóór de
inwerkingstelling van de pst-fabriek.
Al het shredderafval ging toen nog
naar de verbrandingsovens. In de berekening van de milieuprestatie over 2013
In 2014 voeren we opnieuw een shredderproef uit waarbij het effect van de
pst-fabriek volledig wordt meegenomen. Daar zal de berekening van de
recyclingprestatie dan op worden aangepast. Om dit te realiseren, gaat een
projectgroep gerichte afspraken maken
Inzicht in recyclingprestaties vergroot
In 2013 hebben we ook de processen rond de totstandkoming van de materiaalhoeveelheden- en recyclingrealisatietabel (zie pagina 23) onder de loep genomen.
Als resultaat hiervan zijn de materiaalhoeveelhedencontroles aangepast.
Hierdoor krijgen we zelf een beter inzicht in de processen die de recyclingprestatie
beïnvloeden en hebben we een transparanter beeld van de prestaties in de keten.
In het s_life-project werkt arn samen
met zes Europese clusterorganisaties
die de belangen behartigen van de
automotive sector in hun regio. We
ontwikkelen samen projecten om te
komen tot een efficiënter gebruik van
materialen tijdens de levenscyclus
van auto’s. Recycling is daarvan een
belangrijk onderdeel.
In 2013 is onder leiding van arn een
omvangrijk gezamenlijk actieplan
opgesteld en een businessplan. In het
actieplan hebben we de regionale
onderzoekambities en de regionale
expertise vertaald naar vijf marktondersteunende projecten (kennisuitwisseling en netwerkvorming) en
tien trajecten voor wetenschappelijk
onderzoek. De kansrijke en fi nancieel
haalbare projecten rollen we in het
vervolg van S(ustainable)_ life uit.
De implementatie van deze projecten
en trajecten is verdeeld over vijf partners. Onder onze verantwoordelijkheid
vallen:
– Producten ontwikkelen van materialen die we terugwinnen uit automotive shredderafval. Wij doen dat
in de pst-fabriek al met onder meer
Crusca en Blueroots. We willen
bekijken of Europese samenwerking
tussen verschillende pst-fabrieken
mogelijk is.
– Ontwikkelen en doorvoeren van een
Europees lesprogramma voor demontage van de huidige en toekomstige
auto. Deze richt zich zowel op de
demontagesector als op bestaande
automotive opleidingen.
– Opzet van een bewustwordingscampagne over resource efficiency
en recycling, specifiek gericht op de
gebruiksfase van de auto. Spelers
als onderhoud- en detailhandelbedrijven hebben een grote impact op
materiaalgebruik, maar zijn zich
hiervan weinig bewust.
Deelname aan het s_ life-project
betekent een grote uitbreiding van ons
netwerk binnen de Europese automotive sector en in de autorecyclingketen.
De fi nancieringsperiode van het driejarige project loopt eind 2014 af. We zijn
in gesprek over de toekomst van s_ life
na 2014.
Meer informatie over ons actieplan?
Download het op www.s-life-project.eu
met shredderbedrijven en autodemontagebedrijven. De projectgroep gaat
ook na wat de rapportagebehoefte hierover is bij de Inspectie Leefomgeving
en Transport (ilt) en het ministerie van
IenM, en welke acties hiervoor nodig
zijn bij de pst-fabriek. De projectgroep
stelt ook alle voorwaarden op voor de
shredderproef die in 2014 de prestaties
van de pst-fabriek meet. Kortom, de
projectgroep maakt het proces van
gegevens verzamelen inzichtelijk en
controleerbaar.
Van kilo’s
naar kwaliteit
arn stopt per 1 juli 2014 met het
vergoeden van handmatige demontage
van glas, bumpers, wieldoppen en
grilles. Tegelijkertijd stappen we
over op het belonen van kwaliteit
in plaats van betalen voor kilo’s.
Over de nieuwe manier van belonen
hebben we, na intensief overleg, met
brancheorganisatie stiba een meerjarige
afspraak kunnen maken. Op de jaarlijkse bijeenkomst in november voor
autodemontagebedrijven hebben we
dit kenbaar gemaakt.
Bij het belonen van kwaliteit gaat het
zowel om de kwaliteit van het autowrak, als van de bedrijfsorganisatie.
In de nieuwe regeling krijgen autodemontagebedrijven een vast bedrag per
autowrak dat ze schoon aanleveren bij
een arn-erkend shredderbedrijf.
Bovendien zijn de gedemonteerde
arn-materialen aangemeld in het
arn-extranet voor afvoer via een
arn-inzamelbedrijf. Daarnaast geven
wij op grond van kwaliteitscriteria
op bedrijfsniveau een vergoeding.
Wij vergoeden bovendien de kosten voor het behalen en behouden
van een KwaliteitsZorgDemontage
(kzd)-certificaat, het kwaliteitsmanagementsysteem voor de
voertuigdemontagebranche.
De meerjarige afspraak geeft de
autodemontagebedrijven zekerheid
en biedt daarmee continuïteit in hun
bedrijfsvoering.
27
“Bedrijven
benaderen ons
om mee te denken
over grondstoffenbeheer, recycling
en het scheiden
van afvalstromen.”
Ontwikkeling diensten voor derden
PRORAIL
ProRail, verantwoordelijk voor het
Nederlandse spoorwegnet, streeft
naar grotere duurzaamheid. De
organisatie kijkt daarom ook naar nog
meer mogelijkheden om onderdelen
en materialen uit de infrastructuur
te gaan hergebruiken en recyclen.
Het gaat daarbij bijvoorbeeld om
ballastgrind, bovenleidingen en rails.
Zo kan ProRail een stap zetten op
het gebied van grondstoffenbeheer
en recycling. ProRail vroeg aan
arn de mogelijkheden hiervoor
te inventariseren, waaronder het
hergebruik van producten na revisie.
In een brainstormsessie met ProRail is
een toekomstvisie geformuleerd voor
het beheren van de materiaalstromen
binnen ProRail. arn heeft daarna
interviews gedaan om vanuit deze
visie het grondstoffenbeheer in
kaart te brengen. Een voorbeeld
is dat een aannemer die het spoor
renoveert de gegevens over hergebruik
van onderdelen en materialen
ter beschikking van ProRail stelt.
De aannemer wordt uitgedaagd om
van tevoren na te denken over de
mogelijkheden om dit hergebruik
te vergroten. Voorbeeld van deze
werkwijze is het hergebruik van
materialen bij het project Sporen
in Den Bosch, in de zomer van 2013.
Hier zijn de adviezen direct toegepast.
Om de inventarisatie te kunnen
uitvoeren, hebben we samengewerkt
met een ingenieursbureau, aannemers
in de spoorsector en ingenieurs van
ProRail zelf. De inbreng van al deze
partijen heeft veel nieuwe inzichten
opgeleverd. Met deze uitkomsten is
ProRail in staat efficiënter om te gaan
met grondstoffen.
AFVAL ENERGIE BEDRIJF
Het Afval Energie Bedrijf (aeb) van
de gemeente Amsterdam benaderde
ons in 2012 om mee te denken over de
scheiding van grof huishoudelijk afval.
Dit proces lijkt veel op de verwerking
van shredderafval; de problemen die
zich voordoen zijn veelal identiek. aeb
wilde meer weten over de productie en
marketing van producten uit afvalmaterialen, kennis opgedaan in de
pst-fabriek in Tiel.
Wij hebben eerst voor aeb berekend
wat het bouwen van een scheidingsinstallatie voor grof huishoudelijk
afval kost. Verder is berekend hoe
groot de operationele kosten zijn, de
materiaalopbrengst en het recyclingpercentage. Daarbij werkten we samen
met apparatenbouwers in de markt,
specialisten van aeb en de collega’s van
de pst-fabriek. Bij alle partners zit veel
specifieke kennis.
Daarna zijn we aan de slag gegaan met
het opstellen van een programma van
eisen voor een gebouw en een sorteerlijn. Voor dit project zijn onze kennis
en ervaring opgedaan bij de bouw van
de pst-fabriek heel belangrijk. Het gaat
daarbij zowel om het technologisch
mogelijk maken van hoogwaardige
recycling, als om marktkennis over
secondaire materiaalstromen.
28 arn duurzaamheidverslag 2013
Marktonderzoek bij
autodemontagebedrijven
In voorgaande jaren deed arn bij autodemontagebedrijven een kwantitatieve
telefonische enquête. In 2013 lieten
we een kwalitatief marktonderzoek
uitvoeren. Zestien bedrijven zijn bezocht
voor een interview.
Uit het onderzoek blijkt dat autodemontagebedrijven regiobijeenkomsten,
bedrijfsbezoeken en communicatie
positief waarderen. Verder blijkt dat
het voornemen om per 1 juli 2014 de
demontage van grote kunststofdelen
en glas stop te zetten, de gemoederen
bezig houdt. Gemengde bedrijven,
waar demontage maar een klein deel
uitmaakt van de werkzaamheden,
geven aan dat het probleem voor hen
minder groot is. Wel vrezen bedrijven
dat glas op hun terrein zal blijven
liggen. arn blijft bedrijven faciliteren
in emballage voor glas die om niet kan
worden ingezameld.
Het onderzoek besteedde ook aandacht
aan de bestrijding van oneerlijke
concurrentie en illegale export. De
autodemontagebedrijven zien dat de
strijd tegen oneerlijke concurrentie
prioriteit heeft bij arn, maar zouden
graag willen dat er sneller resultaten
worden geboekt. Zij zien ook in dat de
rol van arn beperkt is tot het signaleren en aangeven van misstanden bij de
overheid. arn zal hiermee doorgaan;
wij blijven ook meldingen van autodemontagebedrijven doorgeven.
Dienstverlening aan
autodemontagebedrijven
arn is autodemontagebedrijven van
dienst door de oliebenzineafscheiders
(obas) te legen en bedrijfsafvalstoffen
op te halen. Door een wetswijziging
hoeft de obas niet meer elk jaar te worden geleegd: dat mag voortaan eens in
de vijf jaar. Voorwaarde is wel dat de
installatie elk half jaar wordt geïnspecteerd. Die service biedt arn bedrijven.
Als na inspectie blijkt dat het legen van
de obas noodzakelijk is, zetten wij deze
actie uit bij één van onze partners.
Materiaalhoeveelheden controles
De autodemontagebedrijven voeren
in opdracht van arn demontagewerkzaamheden die tot doel hebben om
85% materiaalrecycling te behalen.
Om te controleren of dit doelmatig en
efficiënt gebeurt, voeren wij controles
op de materiaalhoeveelheden uit.
We streven ernaar één keer per jaar bij
bedrijven langs te komen die meer dan
vierhonderd autowrakken per jaar verwerken, bij de overige autodemontagebedrijven in ieder geval elke 2,5 jaar. Bij
een orad-melding (Online Registratie
AutoDemontage) bij rdw wordt het
materiaalsaldo van een autodemontagebedrijf via een online verbinding opgehoogd met de materialen die volgens
de norm van een autowrak komen. De
norm is het gemiddeld gewicht van een
materiaal dat op een voertuig zit.
Als er bij het demontagebedrijf in
de administratieve voorraad meer
geregistreerd staat dan daadwerkelijk
op het bedrijf aanwezig is, boeken
we het teveel af. De controles maken
het mogelijk onze openstaande materiaalverplichting zo zuiver mogelijk
te houden.
Verder monitoren we per materiaal
de prestaties en berekenen het
demontagerendement bij een
autodemontagebedrijf.
In 2013 is de controle op materiaalhoeveelheden uitgebreid. Bij controles
wordt voortaan aangegeven wat de
reden is dat de prestatie hoger of lager
is dan de norm. Met de uitbreiding
van de materiaalhoeveelhedencontroles krijgen we per bedrijf een beter
inzicht in de reden van afwijkende
prestaties. Daarnaast berekenen we
de landelijke prestatie en geven we een
overall verklaring voor een lage of hoge
landelijke prestatie. In de komende
jaren kunnen we een trendanalyse per
materiaal maken, voor zowel prestatie
als verklaringen voor afwijkingen.
De uitbreiding heeft inmiddels wel
geresulteerd in een goed werkende
methodiek en uniformiteit in het
vastleggen van de verklaringen door
de controleurs.
29
Het Nieuwe Rijden bevorderen
Wij voeren ook het overheidsprogramma
Het Nieuwe Rijden uit: brandstofbesparing door energie-efficiënter
rij- en reisgedrag te stimuleren bij
automobilisten, beroepschauffeurs
en wagenparkbeheerders.
Het Nieuwe Rijden (hnr) is een onderdeel van het ambitieuze klimaatbeleid
van de overheid om de uitstoot van
broeikasgassen fors terug te brengen.
Met het hnr-programma willen
wij in vier jaar tijd een reductie van
minimaal 1 Megaton CO2 realiseren.
30%
minder CO2-uitstoot tussen
1990 en 2020
Deze doelstelling moet eind 2014 zijn
bereikt. Eind december 2013 stond de
teller op 72% realisatie.
Het Nieuwe Rijden bestaat uit twintig
CO2-reducerende projecten te bereiken
met duurzaam rijgedrag. De projecten
variëren van De Nieuwe Band voor
zuinige en stille autobanden tot Het
Nieuwe Draaien, een andere manier
van rijden met bouwmachines.
In het najaar van 2013 verscheen een
special van het magazine 95 rondom
het thema Het Nieuwe Rijden. Deze
95 is breed verspreid in de mobiliteitssector en bij aanverwante partijen.
Zie ook: www.hetnieuwerijden.nl.
Daarnaast is Het Nieuwe Rijden in 2013
onder de aandacht gebracht met een
publiekscampagne op billboards en via
digitale media.
Zie ook: www.hetnieuwerijden.nl
Kennisportaal WikiMobi
Op internet is erg veel informatie te vinden over duurzame mobiliteit en nieuwe
technologieën. Om de informatie inzichtelijk en controleerbaar te maken, hebben
wij in opdracht van en samen met het ministerie van IenM WikiMobi opgericht.
Het is een open source kennisportaal voor duurzame techniek: iedereen met
kennis over duurzame mobiliteit kan er informatie op kwijt. Thema’s zijn onder
meer personenvervoer, energie, logistiek en Truck van de Toekomst. Op onze beurt
maken wij gebruik van WikiMobi om onze andere projecten te voeden.
Duurzaamheidsmonitor
In opdracht van bovag en rai
Vereniging hebben we in 2013 voor
de derde keer de Duurzaamheidsmonitor Mobiliteit samengesteld.
Het doel van de monitor is inzicht
te geven in hoe de markt ervoor
staat op de verschillende thema’s
die met duurzaamheid te maken
hebben. Het is een belangrijk
naslagwerk voor de branche, overheid en derden.
Enkele conclusies uit de Duurzaamheidsmonitor Mobiliteit 2013 zijn:
– De gemiddelde uitstoot van CO2
door personenauto’s daalt verder
naar 118 gCO2 /km.
– In het personenwagenpark rijden
99.000 voertuigen met aardgas-,
biobrandstof of elektrische
aandrijving.
– De belangrijke reden voor toepassing van Het Nieuwe Rijden is het
verminderde brandstofverbruik
en de besparing die daarmee
gepaard gaat.
ARN en IvDM onderhouden e-platforms
Het Instituut voor Duurzame Mobiliteit
(IvDM) ging in 2013 samenwerken met
arn. Onze doelstellingen komen grotendeels overeen: werken aan een duurzame
toekomst in de mobiliteitssector. Wij zien
het als onze gezamenlijke taak de sector
te helpen verduurzamen door kennis en
informatie beschikbaar te stellen,
gedragsverandering te stimuleren en
vraag en aanbod bij elkaar te brengen.
In opdracht van onze partners en klanten ontwikkelen en onderhouden wij
een aantal e-platforms, zoals Nederland
Elektrisch, Truck van de Toekomst
en de E10 Check. De plat forms vormen
een brug naar de markt om de transitie naar een duurzamere mobiliteit
te stimuleren en te ondersteunen.
Ondernemers en gemeenten kunnen hier ideeën en verdien modellen
oppakken.
Nederland Elektrisch
Het Formule E-Team is opgericht om
– in opdracht van de overheid – draagvlak te creëren en een aanjager te zijn
voor elektrisch vervoer in Nederland.
In het team werken bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid samen. In
opdracht van het Formule E-Team heeft
IvDM het platform www.nederlandelektrisch.nl ingericht met kennis
en nieuws over elektrisch vervoer.
Daarnaast werkt IvDM samen met
de leden van het Formule E-Team om
relevante informatie van hun organisaties te verspreiden via deze website.
Truck van de Toekomst
Het programma Truck van de Toekomst
draagt bij aan energiebesparing en
CO2-reductie in het goederenvervoer
over de weg. Het programma wordt
uitgevoerd door Rijkswaterstaat
Leefomgeving en maakt deel uit van
de Proeftuinen Duurzame Mobiliteit.
IvDM zorgt voor informatievoorziening, kennisborging en het bundelen
van kennis over technieken voor
energiebesparing en CO2-reductie bij
trucks.
Kijk op www.truckvandetoekomst.nl
of op WikiMobi
30 arn duurzaamheidverslag 2013
2Bcycled
Tweede leven voor Li-Ion accu’s mogelijk?
Eind 2013 zijn wij samen met dnv kema
begonnen aan een haalbaarheidsonderzoek voor een tweede leven van
afgedankte Li-Ion hev accu’s. We onderzoeken aan welke voorwaarden een
afgedankte Li-Ion accu moet voldoen
om na zijn eerste rijdende leven nog
bruikbaar te zijn in een stationaire
toepassing. Dat kan bijvoorbeeld zijn
voor energieopslag in een huishoudelijke
omgeving met zonnepanelen. 2Bcycled
is een vervolgtraject op het SafeBATproject uit 2011.
De start van het 2Bcycled-testproject
was mogelijk door een gift van twee
Li-Ion inbouwauto’s. Bij deze auto’s is in
2008 de verbrandingsmotor vervangen
door een elektromotor met elk twee
accupakketten. Deze accupakketten
worden na demontage onderworpen
aan een State of Health test om te
kunnen beoordelen of producthergebruik haalbaar is. Daarnaast gaan
we na of het juridisch mogelijk is een
Li-Ion accu voor een andere toepassing
te gebruiken dan waar hij oorspronkelijk voor ontworpen is. Bovendien
komen vragen aan de orde zoals: wie is
verantwoordelijk voor het product in
de nieuwe toepassing en waar eindigt
de producentenverantwoordelijkheid. In een later stadium zullen we
een business model ontwikkelen en
een gedragsmodel voor prosumers,
de consumenten die zelf elektriciteit
produceren.
ARN Beheerplan autoaccu’s
In samenwerking met de Stichting
Batterijen (Stibat) voeren wij het arn
Beheerplan uit, in het kader van het
Besluit beheer batterijen (Bbb) voor
autoaccu’s. Het arn Beheerplan biedt
een collectieve oplossing om te voldoen
aan de verplichtingen van het Bbb.
Via de online applicatie myBatbase
kunnen fabrikanten en importeurs
die als eerste een batterij of accu
op de markt brengen, opgave doen
van deze aantallen. Om te kunnen
deelnemen aan het beheerplan,
betalen ze voor elke accu en batterij
een beheerbijdrage die jaarlijks wordt
vastgesteld. Wij zorgen onder meer
voor een landelijk dekkend netwerk
van afgiftepunten waar de particuliere
eindgebruiker zijn autoaccu kosteloos
kan inleveren. arn verzorgt ook de
jaarlijkse verslaglegging aan het
ministerie van IenM.
Beheerbijdragen
€ 0,05
€ 180,–
€ 90,–
€ 15,–
(excl. btw)
per accu in 2013 voor
startaccu’s (loodzuur) en
NiMH accu’s.
(incl. 21% btw)
voor de zwaardere Li-Ion
accu’s (> 100 kg).
(incl. 21% btw)
voor de lichtere Li-Ion accu’s
(< 100 kg).
(incl. 21% btw)
– De beheerbijdragen voor de recycling van Li-Ion accu’s
bleven in 2013 gelijk aan die in 2012.
– Beide tarieven gelden voor Li-Ion accu’s in voertuigen
die in 2013 op de markt zijn gebracht.
als het totaalgewicht van
een accu minder dan 5 kilo
bedraagt. Deze nieuwe
categorie Li-Ion accu’s
wordt vanaf 1 januari 2014
toegevoegd.
31
Eucobat
arn hanteert een meervoudige
benadering bij het verduurzamen
van de keten. Door een eigen
primair proces van fysieke
recyclingsactiviteiten, én door
het ontwikkelen van mvo-tools
voor ondernemers in de keten.
Juist in de samenhang daartussen
ontstaat zo de propositie van arn.
Een samenvatting op visieniveau.
Als lid van de Europese koepelorganisatie Eucobat wisselen wij met onze
zusterorganisaties kennis en ervaring uit over het veilig demonteren, inzamelen
en recyclen van hoogvoltage-accu’s uit elektrische en hybride voertuigen.
Ook kijken we naar de mogelijkheden voor een tweede leven van afgedankte
Li-Ion accu’s. Een van de gezamenlijke initiatieven is de ontwikkeling van
emballage voor Li-Ion accu’s die te groot zijn voor de bestaande accuboxen.
“Ongeveer de helft van de Nederlandse
importeurs doet mee aan het collectieve
systeem, de andere helft houdt de
inzameling en verwerking in eigen hand.”
Verkoop hybride en elektrische voertuigen
enorm toegenomen
De verkoop van hybride en elektrische
voertuigen (hev’s) raakte in 2013 in
een stroomversnelling. Vooral in de
laatste twee maanden van het jaar zijn
uitzonderlijk veel hev’s verkocht.
De oorzaak ligt in een aanscherping
van de CO2-grenzen en belastingbijtellingspercentages voor elektrische auto’s
en de meeste plug-in hybrides vanaf
1 januari 2014. Ook is de versobering
van fiscale stimuleringsmaatregelen
voor schone auto’s van invloed geweest.
In 2013 zijn in totaal 46.192 hev’s nieuw
op kenteken gezet. Een explosieve
stijging in vergelijking met 2012 toen
er 16.052 nieuwe hev-registraties geteld
werden.
De forse toename van hev’s op de wegen
heeft grote gevolgen voor de uitvoering
van het arn Beheerplan voor auto-accu’s
(Besluit beheer batterijen). Het betekent
een enorme toename van Lithium-Ion
(Li-Ion) batterijen in de markt, die op
dit moment een negatieve restwaarde
hebben. Dit in tegenstelling tot de
oudere generatie hybride auto’s die is
uitgevoerd met een Nikkel-metaal hydride accu (NiMH). Die accu’s bevatten
meer waardevolle metalen en hebben
een positieve restwaarde.
Wij verwachten dat de eerste Li-Ion
accu’s tegen 2020 worden afgedankt.
Ongeveer de helft van de Nederlandse
importeurs doet mee aan het collectieve
systeem, de andere helft houdt de inzameling en verwerking in eigen hand.
Wel komt het voor dat wij voor hen
maatwerkoplossingen bieden.
In 2013 zijn circa 12.000 kleine Li-Ion accu’s en circa 15.000 grote Li-Ion accu’s op
de markt gebracht. Verder is voor ongeveer 20.000 hybride voertuigen met een
NiMH-accu een beheerbijdrage geïnd.
32 arn duurzaamheidverslag 2013
EN26 De impact van arn op de keten
33
arn beïnvloedt in zekere zin twee ketens in samenhang: op
primair niveau de verwerking en het hergebruik van onderdelen van auto’s, dat wil zeggen de fysieke handling van
grondstoffen; en op secundair niveau het gedrag, de bedrijfs-
voering en de innovatie van de spelers in de sector. Beide
ketens hangen samen in het begrip mobiliteit. En beide ketens
vragen om een vernieuwende blik op de sector. Zo wordt de
invloed van arn zichtbaar en meetbaar in concrete resultaten.
34 arn duurzaamheidverslag 2013
arn in
transitie
Duurzaamheid en veranderende
mobiliteitsbehoefte gaan hand in hand.
Vanuit deze visie zien wij het als onze
missie duurzaamheid in de mobiliteiten recyclingbranche aan te jagen.
Wij doen dat door kennisuitwisseling,
ketenregie, recycling en innovatie.
Daarmee leveren wij een actieve
bijdrage aan de circulaire economie.
35
36 arn duurzaamheidverslag 2013
2.3 / 2.6 /
4.1
Organogram arn per 1 januari 2014
Toezichthouder op fonds recyclingbijdrage
Stichting Auto & Recycling, is een stichting met vier bestuurders die de autobranche in Nederland vertegenwoordigen:
bovag
Ondernemers mobiliteitsbranche
focwa Schadeherstel
Carrosseriebedrijven
rai Verenigingen
stiba
Fabrikanten en importeurs
wegvervoermiddelen
Voertuigdemontagebedrijven
Stichting Auto & Recycling
Opdrachtgever van arn Holding
arn Holding b.v.
Voert directie over de werkmaatschappijen arn Auto Recycling, arn
Recycling, arn Recycling Services en
arn Advisory.
arn Auto Recycling b.v.
Raad van Commissarissen
Verzorgt de financiële administratie,
personeelszaken en marketing &
communicatie.
arn Recycling b.v.
arn Sustainability
Marktaandeel arn Auto Recycling verhogen.
Verhogen recyclingpercentage.
Advies over:
Wrakkenlekstromen indammen.
Verlagen van de kosten van autorecycling.
- inzet recyclingtechnologie
Aangesloten autodemontagebedrijven ondersteunen bij de inzameling van materialen met
een negatieve waarde.
2.9
De holding staat onder toezicht
van RvC (twee branchegebonden
en drie onafhankelijke leden).
- ketenmanagement
- afvalbeheer
- duurzaam ondernemen
Samenwerking met Instituut voor
Duurzame Mobiliteit
Door samen te gaan werken met het
Instituut voor Duurzame Mobiliteit
(IvDM) ontstaat er een breder platform
voor duurzame mobiliteit. Dit is een
logische stap in de kennisbundeling
voor verduurzaming van de
mobiliteitsbranche.
arn en IvDM werkten al intensief
samen voor Erkend Duurzaam, het
duurzaamheidsproduct ontwikkeld
en uitgevoerd in opdracht van brancheorganisatie bovag. IvDM richt haar
duurzaamheidactiviteiten binnen de
mobiliteitsbranche meer op het rijdende deel. Onze focus ligt op recycling
en grondstoffenbehoud.
Met IvDM binnen onze gelederen
begeeft arn zich in de gehele mobiliteitsketen. De verbreding van
onze activiteiten maakt een betere
positionering in de markt mogelijk.
Het past ook in onze ambitie om in
de totale mobiliteitsketen een aanjagersrol te spelen op het gebied van
duurzaamheid.
Structuur nieuwe organisatie
Door de samenwerking van beide organisaties ontstaan synergievoordelen.
Om onze kennis en expertise efficiënter
te kunnen inzetten, zijn per 1 januari
2014 alle activiteiten van Recycling
Services, Advisory en IvDM gebundeld
in arn Sustainability bv
bv. Wij verwachten dat deze onderneming een positieve
bijdrage kan leveren aan het resultaat
van arn Holding.
IvDM zal als stichting blijven bestaan.
Het bestuur van stichting IvDM is in
juli 2013 gewijzigd en gelijk getrokken aan het bestuur van stichting
Auto & Recycling. De bestuurders zijn
afkomstig van de vier brancheverenigingen bovag, Vereniging focwa
Schadeherstel, rai Vereniging en
stiba. De mobiliteitsbranche heeft
daarmee vertegenwoordigers in beide
stichtingen. Dat sluit goed aan bij de
uitvoeringsorganisaties.
Voor deze constructie is gekozen omdat
IvDM bekendheid geniet bij de stakeholders. Ook in de toekomst zal IvDM zich,
vanuit het onafhankelijk kennisplatform, als aanjager blijven inzetten voor
projecten in het kader van de verduurzaming van onze mobiliteit. Het Nieuwe
Rijden-programma blijft bijvoorbeeld
binnen het portfolio van IvDM.
37
Profiel van arn
Business Control Framework
arn is een gedreven expertisecentrum.
Wij geven invulling aan duurzaamheid en
recycling rondom het thema mobiliteit in
opdracht van onze stakeholders.
Als onderdeel van de verduurzaming van
het ondernemerschap van arn, hebben
wij in 2013 een begin gemaakt met het
opstellen van een Business Control Framework (bcf). Het is een raamwerk dat ons
helpt de organisatie zo in te richten dat
arn geen onaanvaardbare risico’s loopt.
Als het nodig is, kunnen we tijdig
bijsturen.
In een veranderende mobiele wereld is
het van essentieel belang zo efficiënt
en duurzaam mogelijk met grondstoffen om te gaan. Duurzaamheid en veranderende mobiliteitsbehoefte gaan
hand in hand. Vanuit deze visie zien
wij het als onze missie duurzaamheid
in de mobiliteit- en recyclingbranche
aan te jagen. Wij doen dat door kennisuitwisseling, ketenregie, recycling
en innovatie. Daarmee leveren wij een
actieve bijdrage aan de circulaire economie. Dit is een economisch systeem
met het doel herbruikbaarheid van
producten en grondstoffen te maximaliseren en zo efficiënt mogelijk met
zowel primaire als secondaire materialen om te gaan.
Drie zelfstandige werkmaatschappijen
Per 1 januari 2014 zijn onze activiteiten
ondergebracht bij drie zelfstandige
werkmaatschappijen die ieder hun
eigen taak en winst- en verliesrekening hebben. Deze drie zelfstandige
arn- ondernemingen zijn arn Auto
Recycling, arn Recycling en arn
Sustainability.
Het opstellen van een bcf gaat in vier
stappen. In 2013 hebben we samen met
de business unit managers de huidige
processen vastgelegd. Dit leert mensen
en passant meer procesgericht denken. In 2014 zetten we de overige drie
stappen. We organiseren workshops
om onze medewerkers vertrouwd te
maken met de risicoanalyse en de
beheersmaatregelen. Als derde stap
volgt de implementatie van de nieuwe
beheersmaatregelen. De laatste stap
bestaat uit het monitoren van de
beheersmaatregelen.
De toegevoegde waarde van het
bcf bestaat mede uit het efficiënter
inrichten van de processen om onze
doelstellingen te bereiken. arn is door
het bcf ‘in control’. Daarnaast kunnen
we het bcf als hulpmiddel gebruiken
om Kritieke Prestatie Indicatoren
(kpi’s) te identificeren voor een verslag
gebaseerd op de gri-richtlijnen.
2.2 / 2.7
3.5
Tax Control Framework
Onderdeel van het Business Control
Framework is het Tax Control
Framework. Met een Tax Control
Framework waarborgen we op welke
manier arn aan de geldende fiscale
regels kan voldoen. Een totaalbeeld van
de organisatie is nodig om te kunnen
beoordelen waar de belastingrisico’s
zitten.
ARN Sustainability
De bundeling van kennis en kunde van IvDM en arn heeft geleid tot de samenvoeging van de business units Recycling Services en Advisory in arn Sustainability
bv. Daarmee kunnen we de gebundelde kennis en ervaring zo efficiënt en
optimaal mogelijk inzetten. Voorlopig blijven de business units onder de eerder
gebruikte handelsnamen opereren. arn Sustainability staat als organisatie los
van het fonds van Stichting Auto & Recycling en is zelf financierend.
Door samen te gaan werken
met het Instituut voor Duurzame
Mobiliteit (IvDM) ontstaat
er een breder platform voor
duurzame mobiliteit.
Convenant Horizontaal Toezicht
We hebben op 6 januari 2014 het Convenant Horizontaal Toezicht met de
Belastingdienst ondertekend. Een efficiënte samenwerking tussen arn en
de Belastingdienst staat daarbij centraal. Wij maken vooraf duidelijke afspraken
met de Belastingdienst die het proces van transacties, aangiften en aanslagen
transparanter maakt. Administratieve zaken kunnen op deze manier snel worden afgehandeld en beide partijen weten waar ze aan toe zijn.
De ontwikkeling van het ‘sociaal
kapitaal’ van arn is de belangrijkste voorwaarde voor de
ontwikkeling van de organisatie.
Door programmatisch om te gaan
met medewerkersontwikkeling als
onderdeel van de ambities van de
organisatie, ontstaat wederzijdse
meerwaarde. Een interview met
verantwoordelijke Ingrid Niessing.
3.5
38 arn duurzaamheidverslag 2013
LA11 Ambities waarmaken
Ons personeel is van doorslaggevend belang voor ons
succes. De medewerkers moeten in staat zijn, de ambities
die wij stellen waar te maken. Daarvoor moeten ze
duurzaam inzetbaar zijn, zich kunnen verbreden.
en verdiepen. Anders gezegd: om onszelf te kunnen
ontwikkelen, moeten onze medewerkers zich kunnen
ontwikkelen. Ingrid Niessing, financieel directeur van
arn en verantwoordelijk voor het hr-beleid, vertelt.
‘Zonder onze medewerkers kunnen wij
onze missie natuurlijk niet volbrengen.
Professionele, betrokken en gemotiveerde
medewerkers, die hun verantwoordelijkheid nemen bij het vormgeven en uitvoeren van hun eigen werk en handelen
vanuit hun persoonlijke gedrevenheid om
onze klanten zo goed mogelijk van dienst
te zijn. Op die manier dragen zij het meeste
bij aan het totaalresultaat van arn.
in de toekomst geborgd worden: ‘Om de
inhoudelijke groei van arn mogelijk te
maken, zetten wij in op de verdere ontwikkeling van onze medewerkers. Wij moeten
de kwaliteiten van onze medewerkers
kunnen benutten om onze ambities te
kunnen realiseren. Om daar gericht naar
toe te kunnen werken, beginnen we in 2014
met het opzetten van ontwikkelingsprogramma’s gericht op de drie dimensies van
Dat vraagt om ontwikkeling en ontplooiing, om een goede werk-privébalans en
een passende beloning. Om aandacht voor
het welzijn van onze medewerkers door
te zorgen voor goede en veilige arbeidsomstandigheden en door het stimuleren
een gezonde levensstijl door bijvoorbeeld
roken te ontmoedigen. Van leidinggevenden vraagt het een moderne manier van
leiderschap. Zij moeten hun medewerkers
in staat stellen het maximale uit zichzelf
te halen door ondersteuning te bieden,
feedback te geven en het gesprek gevraagd
en ongevraagd aan te gaan.’
ons werkgebied: grondstoffen, duurzaam
ondernemen en mobiliteitsbehoefte. Wij
beschrijven de functies die horen bij de
ambities en de visie van arn, bekijken het
functiehuis opnieuw, passen het waar
nodig aan de veranderde organisatie aan
en formuleren dan ontwikkelingsprogramma’s voor onze medewerkers.’
Organisatieontwikkeling
is medewerkersontwikkeling
Ingrid Niessing kijkt niet alleen naar
hoe arn nu functioneert en waarom de
organisatie succesvol is. Stelselmatig
kijkt ze vooruit, want het succes moet
Duurzame inzetbaarheid
Duurzame inzetbaarheid is de mate waarin
onze medewerkers productief, gemotiveerd
en gezond blijven werken bij arn of bij
een andere organisatie. ‘Zij hebben een
eigen verantwoordelijkheid om bij alle
veranderingen hun inzetbaarheid op peil
te houden. Daarbij gaat het zowel om het
bijhouden en verbreden van (vak)kennis,
als om het aanleren van nieuwe vaardigheden en het toepassen daarvan in de
praktijk. Wij ondersteunen ze daarbij met
faciliteiten en programma’s. Dat zal alleen
maar meer worden.
Leidinggevenden hebben in onze organisatie een coachende rol bij de prestaties
en inzetbaarheid van de medewerkers.
Instrumenten die onze managers en medewerkers hiervoor beschikbaar hebben, zijn
onder meer het jaarlijkse beoordelingssysteem waarbij de focus ligt op het realiseren
van doelstellingen en het ontwikkelen van
de kerncompetenties van de medewerker.
39
talenten van een potentiële medewerker
en niet op sekse of afkomst. De onderscheidende kwaliteiten en talenten die een
sollicitant meebrengt, bepalen voor ons of
we iemand voor een bepaalde functie of
positie geschikt vinden. Diversiteit is voor
ons geen doel op zich, maar een middel om
te komen tot duurzame resultaten voor de
organisatie en voor de samenleving als
geheel.’
Tijdens het midjaarlijkse functioneringsgesprek bespreken leidinggevende en
medewerker de geboekte resultaten die zijn
vastgelegd in afspraken gemaakt tijdens
het beoordelingsgesprek.
De managers stellen hun medewerkers in
staat om hun werk goed uit te voeren en
om zichzelf verder te ontwikkelen. Om hun
coachende rol zo goed mogelijk te kunnen
invullen, hebben de leidinggevenden een
passende managementtraining gevolgd.’
Een goede werkgever zijn
Het is van belang om te weten, hoe medewerkers hun werkomgeving ervaren. ‘In
2013 zijn we gestart met de voorbereidingen voor een Medewerkers Tevredenheid
Onderzoek (mto) dat begin 2014 zal worden uitgevoerd. Doel van het onderzoek is
vast te stellen waar medewerkers elkaar in
hun werk en functioneren kunnen helpen
en ondersteunen. Hoofdthema’s in het
onderzoek zijn: samenwerking, prestatiegerichtheid, afspraken nakomen, flexibiliteit en verantwoordelijkheid. Bovendien
laten we de medewerkers oordelen over
hoe zij arn ervaren als werkgever. Aan
de hand van de resultaten uit het onderzoek formuleren we in de loop van 2014
“Om de inhoudelijke
groei van arn
mogelijk te maken,
zetten wij in
op de verdere
ontwikkeling van
onze medewerkers.”
Ingrid Niessing
Financieel directeur arn
aandachtspunten. Het mto vormt de start
om jaarlijks feedback te vragen aan onze
medewerkers.
Verder willen wij bij arn de diversiteit van
de samenleving terug zien in de samenstelling van ons medewerkersbestand.
Ons diversiteitsbeleid gaat uit van gelijke
kansen voor iedereen. Bij selectie richten
we ons op de kwaliteiten, drijfveren en
Loon naar ontwikkeling
Als de organisatie zich ontwikkelt, en de
medewerkers zich moeten kunnen ontwikkelen, dan dienen wij onszelf daarop goed
in te richten. ‘Vanaf 2014 is ons beoordelingsysteem meer gekoppeld aan de
doelstellingen op de belangrijke aspecten
van ons werkgebied: grondstoffen, duurzaam ondernemen en mobiliteitsbehoefte.
De achterliggende gedachte is dat onze
medewerkers zo meer waarde toevoegen
om als organisatie onze doelen te bereiken.
We hebben in 2013 alle bedrijfsprocessen
opnieuw in kaart gebracht en het erp-systeem daarop aangepast. Hiermee hebben
we de basis gelegd voor het optimaal inzetten van de kwaliteiten van onze medewerkers. De doorlopende ontwikkelingen op
het gebied van recyclingvraagstukken en
mobiliteitsoplossingen maken dat wij er
veel belang aan hechten dat onze medewerkers over de juiste kennis en vaardigheden beschikken. Daarom geven wij hen
de ruimte zich optimaal te ontplooien op
persoonlijk en professioneel vlak. Dit is
in het belang van zowel werknemer, als
werkgever. De opleidingsbehoefte wordt
tijdens de functionering- en beoordelingsgesprekken geïnventariseerd. In 2013 hebben medewerkers bijvoorbeeld trainingen
gevolgd voor (account)management, bhv,
bhv
timemanagement, projectmanagement en
didactische vaardigheden.’
Bijlagen
Bijlage 1: Financieel verslag 2013
Bijlage 2: Wagenparkontwikkeling
Bijlage 3: Toelichting op proces
Bijlage 4: Onafhankelijk assurance-rapport
Bijlage 5: gri-index
41
Bijlage 1: Financieel verslag 2013
Voorwoord financieel verslag 2013
Financiën
In deze bijlage leggen wij verantwoording af over de fi nanciën van arn.
Vanuit het fonds recyclingbijdrage
fi nancieren wij onze recyclingactiviteiten voor auto’s. Wij voeren de regie in
de recyclingketen van de autodemontagebedrijven tot en met de PST-fabriek.
arn Sustainability ontstond 1 januari
2014 door samenvoeging van arn
Recycling Services, arn Advisory en
IvDM en bekostigt haar activiteiten uit
betaalde opdrachten en projecten voor
derden. Alle positieve resultaten die
daaruit voortvloeien, voegen wij toe
aan het fonds en komen zodoende ten
gunste aan de organisatie.
De beheerbijdrage die wij innen voor
autoaccu’s gebruiken wij voor de recycling van deze batterijen.
Opdracht
Onze opdracht is om zo effectief en
efficiënt mogelijk een 95%-recyclingprestatie te bereiken, en op die manier
de continuïteit van autorecycling te
waarborgen. Om onze wettelijke taak
voor de milieuverantwoorde recycling
van afgedankte auto’s te kunnen
uitvoeren, betaalt de koper van een
nieuwe personen- of bestelwagen een
recyclingbijdrage. Wij streven niet
naar winstmaximalisatie. Een betere
recyclingprestatie betekent voor arn
een verantwoorde keuze maken tussen economie (kosten), ecologie (CO2
footprint) en recyclingpercentage.
Dat leidt uiteindelijk tot een optimale
duurzaamheidprestatie.
Markt
arn opereert in de autorecyclingketen
op de markt van afgedankte auto’s en
alles wat daarmee samenhangt. Ook
zijn wij actief op de afvalstoffenmarkt.
Daar zijn onze activiteiten gericht
op het omzetten van restmaterialen
in secundaire grondstoffen. arn
Sustainability adviseert partijen in
de markt met opgedane kennis over
de inzet van recyclingtechnologie,
ketenmanagement, afvalbeheer
en duurzaam ondernemen in de
mobiliteitsbranche.
Duurzaam beleggen
De Stichting Auto & Recycling voert
een defensief risicomijdend beleggingsbeleid met een duurzame inslag. In
2013 hebben wij ons Beleggingsstatuut
geactualiseerd, met name op het
gebied van duurzaam beleggen. In het
beleggingsproces zijn de zogenoemde
ESG-criteria geïntegreerd. ESG staat
voor ecologie (milieu), sociaal beleid
en goed ondernemingsbestuur. Het
ESG-beleid is gebaseerd op internationaal geaccepteerde richtlijnen, zoals
de un Global Compact en de Principles
for Responsible Investment (pri) van
de Verenigde Naties. De richtlijnen
richten zich op het respecteren van
mensenrechten, het respecteren
van arbeidsrechten, het tegengaan
van corruptie, het beschermen van
het milieu inclusief het tegengaan
van klimaatverandering, en het
respecteren van de normen voor goed
ondernemingsbestuur.
We hebben twee vermogensbeheerders
aangesteld om ons beleggingsbeleid
uit te voeren. Zij leggen elk kwartaal
verantwoording af aan het Investment
Committee van de Stichting Auto &
Recycling.
3.1
In de geconsolideerde balans en in
de geconsolideerde winst-en-verliesrekening zijn de cijfers opgenomen
van Stichting Auto & Recycling, arn
Holding b.v., arn Auto Recycling b.v.,
arn Recycling b.v., arn Recycling
Services b.v. en arn Advisory b.v. De
geconsolideerde jaarrekening van arn
Holding b.v. is opgesteld op basis van
bw 2 Titel 9. De jaarrekening van de
Stichting Auto & Recycling is opgesteld
op basis van eigen grondslagen.
De belangrijkste verschillen met bw
2 Titel 9 is de vorming van het fonds
recyclingbijdrage en het niet consolideren van haar groepsmaatschappijen.
42 arn duurzaamheidverslag 2013
3.2 / 3.3
Geconsolideerde balans per 31 december
(na resultaatbestemming in euro)
2013
2012
1 Materiele Vaste Activa
33.130.244
37.953.836
2 Financiële Vaste Activa
45.783.780
35.293.946
78.914.024
73.247.782
115.886
70.204
Activa
Totaal
3 Voorraden
4 Vorderingen
5 Liquide Middelen
Totaal
Totaal activa
6.255.767
1.534.081
968.770
16.490.084
7.340.423
18.094.369
14.521
14.521
14.521
14.521
75.012.313
81.081.946
1.608.599
11.368
86.254.447
91.342.151
Passiva
6 Eigen vermogen
Totaal
7 Fonds
Recyclingbijdrage
8 Voorzieningen
9 Langlopende Schulden
11.163
11.073
10 Kortlopende Schulden
9.607.851
10.223.243
86.239.926
91.327.630
Totaal
Totaal passiva
3.6 / 3.10 /
3.11
86.254.447
91.342.151
Toelichting op financieel verslag 2013
1. Materiële vaste activa
Materiële vaste activa bestaat uit onder
andere uit grond, bedrijfsgebouwen,
machines en installaties.
arn Auto Recycling b.v. heeft eind 2013
218 drooglegunits (2012: 216) die bij
aangesloten autodemontagebedrijven
(ADBen) in bruikleen zijn gegeven.
2. Financiële vaste activa
Stichting Auto & Recycling heeft het
beheer van de beleggingsportefeuille
in 2013 ondergebracht bij twee vermogensbeheerders. De gelden worden
belegd in zowel obligatie- als aandelenfondsen. De vermogensbeheerders
hebben een defensief en duurzaam
beleggingsbeleid meegekregen, afgeleid van het beleggingstatuut van de
Stichting Auto & Recycling. Hierdoor
worden de risico’s die met beleggen
samenhangen zoveel tot een minimum
beperkt en wordt duurzaam beleggen
gewaarborgd.
3. Voorraden
De voorraden bestaan met name uit
voorraad shredderafval ten behoeve
van de productie van arn Recycling b.v.
en voorraad eindfracties.
Bij de waardering van de voorraden
wordt rekening gehouden met de
eventueel op balansdatum opgetreden
waardeverminderingen.
4. Vorderingen
De post vorderingen bestaat voornamelijk uit debiteuren, te ontvangen
rente en overige vorderingen.
5. Liquide middelen
De gelden van Stichting Auto &
Recycling, arn Holding b.v. en
haar dochterondernemingen zijn
ondergebracht bij kredietwaardige
bancaire instellingen.
6. Eigen vermogen
Het stichtingskapitaal is gestort door
de bestuurders rai, bovag, focwa en
stiba. Iedere organisatie heeft een
evenredig deel van het kapitaal gestort.
7. Fonds recyclingbijdrage
In het fonds worden de jaarlijkse stichtingsresultaten verwerkt. Het jaarlijkse
stichtingsresultaat wordt zichtbaar
in de staat van baten en lasten onttrokken of toegevoegd aan het fonds
recyclingbijdrage. Het fonds dient voor
verwachte en onverwachte toekomstige uitgaven.
8. Voorzieningen
arn is voor importeurs die deelnemen aan Besluit Beheer Batterijen de
verplichting aangegaan om desbetreffende afgedankte (Li Ion) accu’s die aan
arn aangeboden worden, in te zamelen en te recyclen. Door de stijgende
verkopen van Hybrid Electric Vehicles
(hev’s) van importeurs die aangesloten
zijn bij arn (in 2013: 10.911 Li Ion accu’s
en in 2012: 534 Li Ion accu’s) is de positie
aanzienlijk toegenomen in 2013 ten
opzichte van 2012.
Voor groot onderhoud aan de gebouwen bij arn Recycling b.v. wordt een
voorziening opgebouwd op basis van
de te verwachten kosten over een
looptijd van 15 jaar.
9. Langlopende schulden
De aangesloten autodemontagebedrijven hebben een waarborg gestort
voor het gebruik van logoborden. Per
31 december 2013 waren er 245 (2012:
248) autodemontage-bedrijven met een
aansluitovereenkomst.
10. Kortlopende schulden
Kortlopende schulden bestaan
voor namelijk uit crediteuren en
de post materiaalverplichting
autodemontagebedrijven.
De post materiaalverplichting autodemontagebedrijven geeft de nog
uit te keren demontagevergoeding
aan de autodemontagebedrijven en
de nog te verwachten kosten voor
inzameling en verwerking weer.
De verplichting is gekoppeld aan de
43
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
(in euro)
2013
2012
17.149.232
20.939.484
12 Opbrengst beleggingen
2.049.262
3.858.069
13 Overige opbrengsten
5.500.175
2.597.347
110.116
319.593
23.808.785
27.714.493
16.522.649
14.578.234
3.435.766
3.614.247
3.360.379
2.905.231
11 Opbrengst recyclingbijdrage
14 Rentebaten en soortgelijke
opbrengsten
Totaal Opbrengsten
15 Kostprijs omzet
16 Kosten uitbesteed werk en andere
externe kosten
17 Lonen en salarissen
18 Sociale Lasten en pensioenlasten
777.373
626.954
19 Afschrijving op materiële vaste activa
5.410.128
6.124.362
20 Overige kosten
1.417.891
33.590
43.937
54.951
30.968.123
27.937.569
89.705
-
6.069.633-
223.076-
21 Rentelasten en soortgelijke kosten
Totaal bedrijfslasten
Bedrijfsresultaat
22 Belasting over het resultaat
Resultaat na Belasting
openstaande materiaalsaldi per bedrijf.
Openstaande materiaalsaldi worden
veroorzaakt door materialen die zich
nog in de voor demontage afgemelde
wrakken of aanwezige emballage
bevinden, of al wel zijn afgevoerd maar
nog niet geclaimd. De materiaalverplichting is berekend op basis van de
geldende tarieven van 2013.
11. Opbrengst recyclingbijdrage
In totaal is in 2013 voor 461.463 (2012:
549.332) nieuw geregistreerde voertuigen een recyclingbijdrage geïnd.
12. Opbrengst uit beleggingen
Stichting Auto & Recycling heeft haar
vermogensbeheerders een defensief
mandaat gegeven, dat wordt gekenmerkt door met name beleggen in
obligaties en aandelen. De opbrengst
uit deze beleggingen is in 2013 gedaald
door een lager rendement.
13. Overige opbrengsten
Overige opbrengsten bestaan voornamelijk uit de in- en verkoop van
materialen en het adviseren van derde
partijen.
6.159.338-
223.076-
14. Rentebaten en soortgelijke
opbrengsten
De rente bestaat voornamelijk uit de
rente op spaartegoeden. De daling
wordt veroorzaakt doordat in 2013 een
groter deel van de liquide middelen is
belegd.
15. Kostprijs omzet
Door de 245 bij arn aangesloten autodemontagebedrijven zijn in 2013 192.433
(2012: 196.763) wrakken gedemonteerd.
Aan deze autodemontagebedrijven zijn
demontagevergoedingen uitgekeerd.
Daarnaast bestaat de kostprijs omzet
uit kosten voor inzameling en verwerking van de arn materialen.
Verder bestaat kostprijs omzet uit de
productiekosten van arn Recycling b.v.
b.v
De kostprijs omzet betreft ook de kostprijs van de inkoop, inzameling, huur
emballage en opslag van materialen.
16. Kosten en andere externe kosten
Kosten en andere externe kosten
betreffen onder andere publiciteit
huisvesting, kantoor, auto’s en overige
bedrijfskosten. Daarnaast bestaat
deze post uit projectkosten ten behoeve
van ontwikkelingstrajecten voor de
PST fabriek.
17. Lonen en salarissen
Het personeelsbestand bestaat uit 69,7
fte (2012: 49,5 fte). De stijging wordt
vooral veroorzaakt door het opstarten
van de 2e en de 3e shift in de pstfabriek in Tiel. De medewerkers voeren
activiteiten uit voor de Stichting, haar
deelnemingen en externe partijen.
Stichting Auto & Recycling heeft
een bestuur met vier bestuurders,
arn Holding b.v. heeft een Raad van
Commissarissen met vijf leden.
18. Sociale lasten en pensioenlasten
Deze post bestaat naast de wettelijk
verplichte sociale lasten uit de pensioenlasten. De werknemers nemen
vanaf hun indiensttreding deel aan
een collectieve pensioenregeling.
19. Afschrijving op materiële vaste activa
De afschrijvingen betreffen de afschrijvingen op de droogleginstallaties die
arn Auto Recycling b.v. in bruikleen
heeft gegeven aan de autodemontagebedrijven alsmede de afschrijvingen op
de fabriek van arn Recycling b.v.
20. Overige bedrijfskosten
De overige bedrijfskosten betreft de
dotatie aan de voorziening voor Besluit
Beheer Batterijen.
21. Rentelasten en soortgelijke kosten
Betreft met name overige bankkosten
en rentelasten.
22. Belastingen over het resultaat
De vennootschapsbelasting betreft de
tot waardering gebrachte beschikbare
voorwaartse verliescompensatie in
2013. De verliezen die voor voorwaartse
verliescompensatie in aanmerking
komen die niet tot waardering zijn
gebracht bedragen 2.620.000 euro
(2012: 3.356.000 euro). arn Holding b.v.
vormt samen met haar dochtermaatschappijen een fiscale eenheid voor de
vennootschapsbelasting.
2.8
44 arn duurzaamheidverslag 2013
Bijlage 2: Wagenparkontwikkeling
De leeftijdsopbouw van het wagenpark biedt arn
inzicht in het te verwachten aantal autowrakken
dat in de komende jaren moet worden opgeruimd.
Ruwweg alle auto’s op vier wielen die mogen worden
bestuurd met een rijbewijs B en die, inclusief lading,
een maximaal gewicht hebben van 3.500 kg vallen
onder het Besluit beheer autowrakken. De informatie
over de wagenparkontwikkeling in dit verslag gaat
dan ook over dit gedeelte van het wagenpark.
In 2013 is in totaal
voor 461.463 nieuwe
personenauto’s en lichte
bedrijfswagens een
recyclingbijdrage geïnd.
2013
2012
8,9 miljoen
8,9 miljoen
8,1 miljoen
8 miljoen
0,85 miljoen
0,9 miljoen
Wagenpark
w.v. personenwagens
w.v. lichte bedrijfswagens
Gemiddelde leeftijd wagenpark
9,2 jaar
9 jaar
Aantal nieuwe voertuigen waarvoor
461.463
549.332
Totaal aantal auto’s demontage
232.720
237.207
Demontage via ARN bedrijven
192.433
196.763
recyclingbijdrage is geind
Marktaandeel ARN
82,7%
82,9%
Gemiddelde leeftijd autowrak
17,6 jaar
16,8 jaar
Totaal aantal export
336.417
389.092
Gemiddelde leeftijd exportauto’s
11,9 jaar
11,7 jaar
Wagenpark in Nederland naar leeftijd
2011
2012
Aantal
700.000
600.000
500.000
400.000
300.000
200.000
100.000
0
0
1
2
3
Leeftijd in jaren
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24 ≥25*
*Oldtimers
2013
45
Leeftijdsopbouw demontage en export
Export
Demontage
Aantal
45.000
40.000
35.000
30.000
25.000
20.000
15.000
10.000
5.000
0
1
2
3
0
Leeftijd in jaren
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Ontwikkeling demontage en export 1996 - 2013
23
Export
24 ≥25*
*Oldtimers
Demontage
Aantal
450.000
400.000
350.000
300.000
250.000
200.000
150.000
100.000
50.000
0
1996
Jaren
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
46 arn duurzaamheidverslag 2013
Bijlage 3: Toelichting op proces rondom
de totstandkoming van tabel 1 (op pagina 25)
In deze bijlage geven we toelichting op
het proces rondom de totstandkoming
van tabel 1 op pagina 25 in dit verslag.
Deze toelichting bevat de opzet van de
door arn gehanteerde interne beheersingsprocedures rondom de arn-materialenstroom en de door arn verstrekte
vergoedingen aan aangesloten autodemontagebedrijven, inzamelbedrijven
en verwerkingsbedrijven.
In tabel 1 op pagina 25, meer specifiek
de kolommen “Recycling”, “Energieterugwinning” en “Verwijdering”,
zijn de hoeveelheden arn-materialen
opgenomen die door aangesloten
verwerkingsbedrijven van aangesloten
inzamelbedrijven ontvangen en
geaccepteerd zijn. Deze hoeveelheden
zijn gebaseerd op de van aangesloten
verwerkingsbedrijven ontvangen
rapportages inzake de ontvangen en
geaccepteerde hoeveelheden arnmaterialen. De arn-materialen zijn
afkomstig uit de demontage van in
orad gemelde autowrakken door
bij arn aangesloten autodemontagebedrijven. Deze autodemontagebedrijven ontvangen een vergoeding
per gedemonteerd materiaal. De in
tabel 1 op pagina 25 opgenomen
hoeveelheid in de kolom “hergebruik”
is tot stand gekomen door voor het
aantal gedemonteerde autowrakken
aangekomen bij de shredder (183.451),
het gemiddelde orad-gewicht (1.031 kg)
te verminderen met het gewicht van
het gedemonteerde wrak (721 kg) en
te verminderen met de voor arn
gedemonteerde materialen waarvan
de hoeveelheden zijn weergegeven in
de kolommen “Recycling”, “Energieterugwinning” en “Verwijdering”.
In het kader van de arn-materialenstroom is onder verantwoording van
Stichting Auto & Recycling een stelsel
van administratieve organisatie en
interne beheersingsprocedures opgezet
dat dient te waarborgen dat:
– de aan aangesloten autodemontagebedrijven, inzamelbedrijven en
verwerkingsbedrijven uitgekeerde
vergoedingen terecht zijn uitgekeerd;
– de door aangesloten autodemontagebedrijven aangeboden materialen
worden ingezameld door aangesloten
inzamelbedrijven en ter verwerking
worden geaccepteerd door aangesloten verwerkingsbedrijven.
Dit stelsel van administratieve organisatie en interne beheersingssystemen
bestaat in hoofdzaak uit de volgende
onderdelen:
1. Fysieke materiaalhoeveelheden-en
kwaliteitscontroles bij aangesloten
autodemontagebedrijven
a. De autodemontagebedrijven worden
gemiddeld 2 maal per jaar bezocht
voor een kwaliteitscontrole.
b. Afhankelijk van de grootte van het
bedrijf worden materiaalhoeveelhedencontroles uitgevoerd. Met
uitzondering van elf autodemontagebedrijven heeft arn bij alle autodemontagebedrijven die meer dan
vierhonderd autowrakken per jaar
afmelden een materiaalhoeveelhedencontrole uitgevoerd. Daarnaast
is bij 74 bedrijven die minder dan
vierhonderd autowrakken per jaar
afmelden een materiaalhoeveelhedencontrole uitgevoerd. In 2013
heeft arn 183 materiaalhoeveelhedencontroles uitgevoerd. Tijdens
een materiaalhoeveelhedencontrole
worden de voorraden materialen
fysiek geteld en vergeleken met de
administratieve voorraad, eventuele
verschillen worden geanalyseerd en
daar waar nodig wordt de administratieve voorraad aangepast.
2. Fysieke hoeveelheids-en kwaliteitscontroles bij aangesloten inzamelbedrijven en verwerkingsbedrijven
a. Bij inzamelbedrijven en verwerkingsbedrijven wordt op basis van
deelwaarnemingen materialen gecontroleerd op kwaliteit. In 2013 zijn
37 controles uitgevoerd bij inzamelbedrijven en verwerkingsbedrijven.
b. Bij verwerkingsbedrijven wordt de
trend in de ontwikkeling van de
gerealiseerde recyclingpercentages
over de afgelopen jaren besproken en
de verwachting voor het huidige jaar.
c. In januari worden door arn bij alle
inzamelbedrijven voorraadtellingen
uitgevoerd. Deze telling dient voor
een zo zuiver mogelijk beeld van de
daadwerkelijk verwerkte hoeveelheden materiaal.
3. Fysieke kwaliteitscontroles
bij aangesloten shredderbedrijven
a. Verspreid over het jaar worden bij
shredderbedrijven de binnenkomende autowrakken op basis van
deelwaarnemingen gecontroleerd op
demontage van de arn-materialen
uit de wrakken. In 2013 zijn 18 fysieke
kwaliteitscontroles bij shredderbedrijven uitgevoerd, waarbij van
65 aangesloten autodemontagebedrijven de autowrakken zijn
gecontroleerd.
4. Massabalanscontrole
a. De aangesloten verwerkingsbedrijven rapporteren aan arn de
hoeveelheid verwerkte materialen
alsmede de recyclingverklaring.
arn bekijkt of de recyclingverklaringen in lijn liggen met de besprekingen tijdens de bezoeken aan
verwerkingsbedrijven.
b. arn stemt de gerapporteerde
arn-materialen door de verwerkingsbedrijven af met de arnmaterialenstroom vanaf de autodemontagebedrijven en de mutatie in
de voorraad bij de inzamelbedrijven.
kpmg Accountants n.v. heeft het
bestaan en de werking van dit stelsel
van administratieve organisatie en
interne beheersingssystemen gedurende 2013 en de in tabel 1 ingezamelde
en ter verwerking geaccepteerde
hoeveelheden arn-materialen onderzocht. Voor de rapportage van kpmg
Accountants n.v. inzake haar werkzaam heden wordt verwezen naar het
onafhankelijk assurance-rapport op
pagina 47.
47
Bijlage 4: Onafhankelijk assurance-rapport
Aan:
het bestuur van Stichting
Auto & Recycling
Opdracht
Het bestuur van Stichting Auto &
Recycling heeft ons verzocht een redelijke mate van zekerheid te verschaffen
bij het bestaan en de werking van
de door de organisatie gehanteerde
interne beheersingsprocedures ter zake
van de materialenstroom en het verstrekken van vergoedingen, zoals die in
opzet zijn beschreven op pagina 46 van
het duurzaamheidverslag 2013.
Tevens heeft het bestuur van Stichting
Auto & Recycling ons verzocht een
redelijke mate van zekerheid te
verschaffen ten aanzien van de in
tabel 1 op pagina 25 van het duurzaamheidverslag 2013 opgenomen gegevens
inzake ingezamelde en ter verwerking
geaccepteerde hoeveelheden materiaal
in overeenstemming met de criteria
zoals beschreven op pagina 46 van het
duurzaamheidverslag 2013.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het bestaan en de
werking van de interne beheersingsprocedures ter zake van de materialenstroom en het verstrekken van vergoedingen in overeenstemming met de
interne beheersingsprocedures zoals
deze in opzet beschreven zijn op pagina
46 van het duurzaamheidverslag 2013.
Het bestuur van de stichting is eveneens verantwoordelijk voor de juistheid
van de in tabel 1 op pagina 25 van het
duurzaamheidverslag 2013 opgenomen
gegevens in overeenstemming met de
criteria zoals beschreven op pagina 46
van het duurzaamheidverslag 2013.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Wij hebben onze werkzaamheden verricht in overeenstemming
met Nederlands recht, waaronder
Standaard 3000 “Assuranceopdrachten anders dan opdrachten tot
controle of beoordeling van historische
fi nanciële informatie”.
Onze assurance-opdracht is gericht
op het verkrijgen van een redelijke
mate van zekerheid ten aanzien van
het bestaan en de werking van de
interne beheersingsprocedures van
Stichting Auto & Recycling gedurende
het boekjaar 2013 ter zake van de
materialenstroom en het verstrekken
van vergoedingen, zoals deze in opzet
beschreven zijn op pagina 46 van het
duurzaamheidverslag 2013. Dit betekent dat wij geen oordeel geven over
de toereikendheid van de interne
beheersingsmaatregelen.
Tevens is onze assurance-opdracht
gericht op het verkrijgen van een
redelijke mate van zekerheid dat de ingezamelde en ter verwerking geaccepteerde hoeveelheden materiaal zoals
opgenomen in tabel 1 op pagina 25 van
het duurzaamheidverslag 2013 in alle
van materieel belang zijnde opzichten
juist zijn weergegeven in overeenstemming met de criteria zoals beschreven
op pagina 46 van het duurzaamheidverslag 2013.
De belangrijkste werkzaamheden voor
het uitvoeren van onze assuranceopdracht waren:
– Het toetsen van het bestaan en de
werking van de interne beheersingsmaatregelen ter zake van de materialenstroom en het verstrekken van
vergoedingen in overeenstemming
met de beschrijving op pagina 46
van het duurzaamheidverslag 2013,
middels interviews met de functionarissen die verantwoordelijk zijn
voor de materialenstroombeheersing
en de verstrekking van vergoedingen
en middels deelwaarnemingen gericht op het toetsen van de werking
van de procedures aan de beschreven
opzet.
– Het vaststellen dat de ingezamelde
en ter verwerking geaccepteerde
hoeveelheden materiaal zoals opgenomen in tabel 1 op pagina 25 van het
duurzaamheidverslag 2013 gedurende 2013 in alle van materieel zijnde
aspecten juist zijn in overeenstemming met de criteria zoals beschreven op pagina 46 van het duurzaamheidverslag 2013 door een combinatie
van interviews met de functionarissen die verantwoordelijk zijn voor
de meting en de registratie, het
uitvoeren van cijferbeoordelingen,
verbandscontroles alsmede rechtstreeks op deze gegevens gerichte
detailcontroles. Deze detailcontroles
hebben wij uitgevoerd via deelwaarnemingen met behulp van interne en
externe informatiebronnen.
Wij zijn van mening dat de door ons
verkregen assurance-informatie
voldoende en geschikt is als basis voor
ons oordeel.
Oordeel
Wij zijn van oordeel dat de interne
beheersingsprocedures ter zake van
de materialenstroom en het verstrekken van vergoedingen gedurende het
boekjaar 2013 in alle van materieel
belang zijnde opzichten heeft bestaan
en gewerkt, in overeenstemming met
de beschrijving op pagina 46 van het
duurzaamheidverslag 2013.
Tevens zijn wij van oordeel dat de ingezamelde en ter verwerking aangeboden
hoeveelheden materiaal zoals opgenomen in tabel 1 op pagina 25 van het
duurzaamheidverslag 2013 in alle van
materieel belang zijnde aspecten juist
zijn weergeven in overeenstemming
met de criteria zoals beschreven op
pagina 46 van het duurzaamheidverslag 2013.
Arnhem, 16 mei 2014
kpmg Accountants n.v.
E. van Os RA
48 arn duurzaamheidverslag 2013
Bijlage 5: gri-index
gri Toepassingsniveau C*
Zie ook het Voorwoord op p. 4/5.
Standaardverantwoordingen deel I: profiel van de organisatie
nr.
verantwoording
rapportage- vindplaats van de verantwoording
niveau
1.1
Een verklaring van de hoogste beslissingsbevoegde van de organisatie
C
p. 4/5, Voorwoord door de algemeen
directeur
2.1
Naam van de organisatie
C
p. 7, Colofon
2.2
Voornaamste merken, producten en/of diensten
C
p. 37, Profiel van arn
2.3
Operationele structuur van de organisatie, met inbegrip van
divisies, werkmaatschappijen, dochterondernemingen en
samenwerkingsverbanden
C
p. 36, Organigram
2.4
Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie
C
achterzijde omslag
2.5
Het aantal landen waar de organisatie actief is en namen van landen met
ofwel grootschalige activiteiten, ofwel met specifieke relevantie voor de
duurzaamheidskwesties die in het verslag aan de orde komen
C
Niet relevant
2.6
Eigendomsstructuur en de rechtsvorm
C
p. 36, Organigram
2.7
Afzetmarkten (geografische verdeling, segmenten die worden bediend
en soorten klanten/begunstigden)
C
p. 37, Profiel van arn
2.8
Omvang van de verslaggevende organisatie
C
p. 43, §17: Lonen en salarissen
2.9
Significante veranderingen tijdens de verslagperiode wat betreft
omvang, structuur of eigendom
C
p. 36, Samenwerking met IvDM
2.10
Onderscheidingen die tijdens de verslagperiode werden toegekend
C
Nog niet opgenomen in dit verslag
3.1
Verslagperiode (bijvoorbeeld fiscaal jaar of kalenderjaar) waarop de
verstrekte informatie betrekking heeft
C
p. 41, Bijlage 1: Financieel verslag 2013
3.2
Datum van het meest recente verslag (indien van toepassing)
C
p. 42, Geconsolideerde balans
3.3
Verslaggevingcyclus
C
p. 42, Geconsolideerde balans
3.4
Contactpunt voor vragen over het verslag of de inhoud ervan
C
p. 7, Colofon
3.5
Proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag
C
p. 37, Business Control Framework en
Convenant Horizontaal Toezicht
3.6
Afbakening van het verslag
C
p. 42/43, Toelichting financieel verslag 2013
3.7
Vermeld eventuele specifieke beperkingen voor de reikwijdte of
afbakening van het verslag
C
Nog niet opgenomen in dit verslag
3.8
Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden, dochterondernemingen in gedeeltelijk eigendom, gehuurde faciliteiten,
uitbestede activiteiten of andere entiteiten die de vergelijkbaarheid
tussen verschillende verslagperioden of verslaggevende organisaties
aanzienlijk beïnvloeden
C
Nog niet opgenomen in dit verslag
* Op dit moment is arn niet volledig in staat, om volgens gri-richtlijnen op niveau C te rapporteren. De implementatie van gri-gerelateerde rapportagemethodieken
en het betrekken van stakeholders teneinde de juiste prestatie-indicatoren te definiëren, worden in 2014 ter hand genomen. Voor dit moment wordt gerapporteerd
waar gerapporteerd kan worden. In die zin is dit verslag te lezen als een voortgangsverslag op het punt van gri-implementatie.
49
* Doordat nog niet met stakeholders is gesproken over de relevante kpi’s voor arn, is hier nog niet volgens gri-norm te rapporteren. arn heeft er daarom voor gekozen, zelf
drie kpi’s te selecteren die relevant zijn voor de strategische ontwikkeling van arn, en daarover op strategisch niveau te rapporteren. Op die manier wil arn de intenties op
het vlak van duurzaamheid verhelderen en een vooruitblik geven op de volledig gri-gebaseerde rapportage die de organisatie over 2014 zal geven.
Met verantwoord
recyclen bouwen we
aan onze branche
Recycling van brom- en snorfietsen
voortaan goed geregeld!
Koop je een brom- of snorfiets, dan
betaal je als consument sinds maart 2013
een recyclingbijdrage van 10 euro. Met
deze bijdrage zorgt Scooter Recycling
Nederland (SRN) voor milieuverantwoorde
recycling van de afgedankte brom- en
snorfietsen in Nederland. SRN is een
initiatief van RAI Vereniging en BOVAG.
2.4
arn Holding
De Entree 258
1101 ee Amsterdam Zuidoost
Postbus 12252
1100 ag Amsterdam Zuidoost
T (020) 6613181
F (020) 6613191
E [email protected]