Jaarverslag 2013

WELSUN: “VOORDOEN, SAMENDOEN, ZELFDOEN"
Landgraaf, april 2014
drs. A.E.W. van Someren
directeur-bestuurder
Stichting Welsun Landgraaf
1
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Inhoudsopgave
1
Inleiding
3
2
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
Welsun de organisatie
Visie en missie
Organisatiestructuur
Vrijwilligers en het profiel van Welsun
Kwaliteitszorg
Ziekteverzuimpercentage
Financieel overzicht
5
5
6
7
8
9
9
3
3.1
3.1.1
3.1.2
3.1.3
3.1.4
3.1.5
3.1.6
3.1.7
Kerntaken Welsun in relatie tot de WMO
Dienstverlening Maatschappelijk Werk
Algemeen Maatschappelijk Werk
Schoolmaatschappelijk Werk
Centra voor Jeugd en Gezin
Pilot Eigen Kracht door Gezinscoach
Schuldhulpverlening
Pilot duo-intake en pilot advocatuur
Maatschappelijke begeleiding asielgerechtigden en taalcoaches
10
14
14
14
15
15
16
19
23
4
4.1
4.2
4.2.1
4.2.2
4.2.3
4.2.4
4.3
Dienstverlening Ouderenwerk
Ouderenadvisering
Huiskamerprojecten
Project Gezamenlijk Eten
Activiteitenbemiddeling
Administratieve Ondersteuning
Ontmoetingsgroep voor nabestaanden
Kengetallen Ouderenwerk
23
23
24
25
26
26
26
26
5
5.1
5.1.1
5.2
5.2.1
5.2.2
5.3
5.4
5.5
5.6
5.6.1
5.6.2
5.7
5.8
5.9
5.10
5.11
5.12
5.13
5.14
5.15
Dienstverlening Buurt-opbouw–jongerenwerk
Ambulant jongerenwerk
Ambulante activiteiten
Accommodatiegebonden jongerenwerk
Leren beheren jongerenaccommodaties
Accommodatiegebonden activiteiten
Jongeren Op Straat (JOS)
Aanpak (criminele) jongerengroep in Landgraaf
Project Social media
Sociaal-culturele activiteiten voor kinderen en tieners
Kinder/tienerclubs
Kindervakantiewerk
Buitenspeeldag
Buurthuis De Molt
Netwerken en relatiebeheer
Opbouwwerk en wijkbeheer
Kleinschalige wijkactiviteiten
Project Preventie en Vroegsignalering
Pilotproject Samen voor elkaar in de buurt
Nationale actiedagen
Buurtbemiddeling
28
29
29
30
31
32
34
35
36
36
36
37
38
38
39
40
41
42
44
47
47
2
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
1
Inleiding
Voor u ligt het inhoudelijk jaarverslag 2013 van Welsun. Het jaar 2013 was voor Welsun
een bewogen jaar. Het afgelopen jaar stond niet alleen in het teken van continuering,
stabiliteit en innovatie, maar ook van nieuwe uitdagingen. Uitdagingen die vooral bepaald
worden door de kanteling van verzorgingsstaat naar participatie-samenleving. Het begrip
‘welzijn’ heeft een belangrijke plaats in de samenleving gekregen. Met welzijn worden
maatschappelijke problemen en vraagstukken opgelost die de gemeenschap veel geld
kosten. Welzijn draagt bij aan de beheersing van collectieve uitgaven van bijvoorbeeld
ouderenzorg, jeugdzorg, bijstand of justitie. Maar ook gaat het om het oplossen en
voorkomen van problemen, zoals eenzaamheidsbestrijding, huiselijk geweld,
schoolverzuim, hangjongeren of verloedering van buurten en wijken. De professionals en
vrijwilligers van Welsun staan dicht bij de mensen en zijn een begrip in buurten en
wijken. Ze functioneren als schakel tussen burgers onderling of tussen hen en instanties,
organisaties en overheden.
Het Welzijn Nieuwe Stijl, zoals het momenteel in den lande gepromoot wordt, wordt
sinds jaar en dag door Welsun in de praktijk uitgevoerd. Het voordoen, samendoen en
zelfdoen zijn in het Landgraafse inmiddels erkende begrippen geworden. Begrippen
gebaseerd op zelfredzaamheid en participatie, welke naast bescherming, zorg voor elkaar
en sociale samenhang de doelen vormen van de Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo). Deze begrippen en doelen zijn de kerncompetenties van welzijn en vervullen de
schakel die nodig is om de transities (participatie, jeugd en functiebegeleiding van AWBZ
naar Wmo) vorm te geven. Welsun doet dit door het signaleren, benoemen en oplossen
van probleemvraagstukken van burgers en samenleving, om te voorkomen dat
problemen verergeren, waardoor zwaardere hulp of zorg in het latere proces moet
worden ingezet.
De aanpak en het beleid van Welsun richten zich op resultaatverantwoording, ambitie,
uitdagingen en nieuwe ideeën. Dit heeft ook zijn positieve uitwerking gekregen op de
buitenwacht: de burger van Landgraaf, onze klanten en ketenpartners. Zij hebben
immers de afgelopen jaren de werkwijze Welzijn Nieuwe Stijl aan den lijve ondervonden.
Welzijnsdiensten die vóór de reorganisatie (2004) onder beheer van Welsun vielen zijn
op een andere manier en wijze vormgegeven. De welzijnsdiensten zijn niet verloren
gegaan, maar in samenspraak met de gemeente efficiënter en effectiever opgepakt, al
dan niet met ondersteuning van Welsun. Met name de gedragsverandering, gebaseerd op
de Welsun-aanpak ‘voordoen, samendoen, zelfdoen’ heeft geleid tot een
mentaliteitsverandering bij de burger. Daarnaast heeft de reorganisatie-operatie in 2004
(structurele bezuiniging van circa € 850.000,-, ontvlechting van 12 naar 2 gebouwen en
personele afslanking van 41 naar 21 fte) geleid tot een aanpak waarbij vrijwilligers een
belangrijke rol in het productieproces van de instelling hebben gekregen. Belangrijke
veranderingen die momenteel kenmerkend zijn voor het Welzijn Nieuwe Stijl.
Het Welzijn Nieuwe Stijl dringt de vanzelfsprekendheid terug om voor elk individueel
probleem een individuele oplossing te zoeken en/of voor elke oplossing naar de overheid
te kijken. De verzorgingsstaat zoals we die jarenlang gekend hebben, is financieel
onhoudbaar geworden. Dit komt onder meer door de vergrijzing. De economische crisis
heeft de noodzaak om nieuwe oplossingen te zoeken urgenter gemaakt. Een
bezuinigende hervorming van de verzorgingsstaat is een van de oplossingen. Daarnaast
is het landelijk beleid inzake de definitie van “echt hulp nodig hebben” smaller gemaakt,
onder meer door de inkrimping van de AWBZ. In Welzijn Nieuwe Stijl staan collectieve
arrangementen, vroegtijdig en preventief ingrijpen en de eigen kracht van burgers en
gemeenschappen voorop. Daarmee ontstaan kostenbesparingen.
De visie van het Welzijn Nieuwe Stijl bestaat uit de volgende acht bakens:
1. Gericht op de vraag achter de vraag.
2. Gebaseerd op de eigen kracht van de burger.
3
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Direct erop af.
Formeel en informeel in optimale verhouding.
Doordachte balans van collectief en individueel.
Integraal werken.
Niet vrijblijvend, maar resultaat gericht.
Gebaseerd op ruimte voor de professional.
Op financieel gebied is op te merken dat de instelling voor het tiende jaar op rij een
gezonde exploitatie heeft behaald, wat in deze tijd als uitzonderlijk mag worden
beschouwd. In een tijd dat bezuinigen (en geen indexverhoging) eerder regel dan
uitzondering is, is het geruststellend dat Welsun een gezonde financiële huishouding weet
te exploiteren. Dit heeft ook een keerzijde. De formatie van de instelling is beperkt. Het
bedrijfsvoeringsmodel van Welsun kent in de praktijk maar 1 leidinggevende (directeurbestuurder), die in de dagelijkse praktijk op inhoudelijk vlak wordt ondersteund door een
mentor. Dit gegeven maakt de organisatie – met de wetenschap dat de instelling zich
mede door de komende transities in een groeimarkt bevindt - uitermate kwetsbaar.
Analoog aan de ambtelijke samenwerking/fusie tussen de gemeenten Brunssum en
Landgraaf is in het najaar van 2013 gestart met een financiële scan/onderzoek naar
aanleiding van de uitkomsten van een haalbaarheidsonderzoek tussen de gemeentelijke
welzijnsinstellingen Brunssum (CMWW) en Landgraaf (Welsun). Dit onderzoek is
uitgevoerd in het najaar 2012 en eind december van dat jaar opgeleverd. Het betrof een
onderzoek naar de wenselijkheid en mogelijkheden van een samenwerking/fusie tussen
beide welzijnsorganisaties. Naar aanleiding van dit onderzoek hebben beide gemeentes
besloten tot een financiële scan, die antwoord dient te geven op de volgende vragen:
- zijn beide organisaties op financieel gebied voldoende gelijkwaardig, gelijksoortig
en ieder voldoende stevig om een fusie te kunnen realiseren?
- wat zijn de efficiency-opbrengsten van een fusie als gevolg van een grotere ‘scale’,
‘scope’ en een sterkere positie?
- wat zijn de te verwachten kosten om tot de gefuseerde organisatie te komen?
- hoe verhouden de kosten en opbrengsten van fusie zich tot de kosten en
opbrengsten van andere niet-vrijblijvende vormen van samenwerking?
De verwachting is dat het onderzoeksbureau (KplusV) dat de financiële scan/onderzoek
uitvoert, begin 2014 met een definitieve rapportage komt. Zoals het er nu naar uitziet,
valt op te merken dat zowel het CMWW als Welsun gelijkwaardige instellingen zijn, maar
niet gelijksoortig. Uit zowel het (inhoudelijk) haalbaarheidsonderzoek en de financiële
scan blijkt dat beide organisaties elkaar kunnen versterken als het gaat om de
maatschappelijke meerwaarde, de strategische meerwaarde en de personele (agogische)
meerwaarde. Beide organisaties lijken op elkaar, maar zijn ook verschillend (kerntaken)
van aard. Zowel gemeente Brunssum als Landgraaf zijn van mening dat een intensivering
van de samenwerking tussen CMWW en Welsun een oplossing kan bieden om de
aankomende ontwikkelingen en bijbehorende verantwoordelijkheden binnen het sociale
domen het hoofd te kunnen bieden.
Uit het financieel onderzoek blijkt dat beide organisaties financieel gezond zijn om te
kunnen fuseren. Ze zijn ook financieel gelijkwaardig, maar niet gelijksoortig. Om “schoon
door de poort” te gaan dient er een aantal pre-fusie taakstellingen uitgevoerd, afgestemd
en vastgesteld te worden, te weten: vermogenspositie; kerntaken/additionele taken;
gebouwenbeheer; personeelsformatie en bezuinigingstaakstelling. In 2014 zullen de
Colleges van B&W en de gemeenteraden van Brunssum en Landgraaf uitsluitsel geven
over de (eventuele) samenwerking/fusie van beide welzijnsinstellingen.
Afgelopen jaar is gebleken dat de komende jaren zwaar zullen worden. De gemeente
heeft te maken met bezuinigingstaakstellingen en transities in de jeugdhulpverlening,
functiebegeleiding AWBZ naar de Wmo en de Participatiewet. Dit vergt evenals
voorgaande jaren inzet en bevlogenheid van een ieder, zowel vrijwilligers als
beroepskrachten.
4
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Doordat Welsun de afgelopen jaren zoals eerder vermeld slechts driemaal een index
ontvangen heeft op haar jaarlijkse subsidiebedrag, ontstaat er op een gegeven moment
een tekort op de begroting. Dit is als er geen gepaste maatregelen getroffen worden het
geval in 2014. Om het tekort op de begroting te dekken, zijn in najaar 2013 besluiten
genomen om de begroting 2014 sluitend te maken, te weten de ontvlechting van de
Oefenbunker. Vanaf 2014 is de Oefenbunker geen kerntaak van Welsun meer. Los van
het feit dat er eventueel een subsidieombuiging voor Welsun aan stond te komen, had
Welsun aanvankelijk te maken met een exploitatietekort op de Begroting 2014 van
€ 45.090,-. Dit tekort dient echter voor het begrotingsjaar gerepareerd te worden. Om
het begrotingstekort voor de komende jaren op te vangen zal Welsun de Oefenbunker
zowel personeelsmatig als facilitair schrappen. Dit strookt en past in de beleidslijn van
Welsun. De kerntaken van Welsun zijn vanaf 2004 bepaald op het Algemeen
Maatschappelijk Werk / Schuldhulpverlening, Buurt-opbouw-jongerenwerk, Ouderenwerk
en Vrijwilligerswerk. De Oefenbunker is tijdens de reorganisatie in 2004 buiten
beschouwing gelaten omdat de toenmalige beroepskracht van de Oefenbunker onmisbaar
was voor zowel Bestuur van KPL als de diverse doelgroepen van de Oefenbunker. Door
het overlijden van de beroepskracht heeft in de jaren 2012 en 2013 een herijking van
zowel beleid als doelgroepen plaatsgevonden. Uit deze herijking is naar voren gekomen
dat de activiteiten van de Oefenbunker geen raakvlakken meer hebben met de kerntaken
van Welsun. Dit wordt zowel door het Bestuur van KPL als de Raad van Toezicht van
Welsun erkend. In de gecombineerde commissievergadering van 22 oktober 2013 is
afgesproken dat Welsun de komende drie jaar de Oefenbunker een waarderingssubsidie
van € 20.000 per jaar zal verstrekken en hiervoor samen met de gemeente naar een
alternatief gaat zoeken die de bedrijfsvoering c.q. agogische ondersteuning van de
Oefenbunker waarborgt. Het jaar 2013 is afgesloten met een fase dat zowel gemeente,
Bestuur KPL/Oefenbunker, de Nieuwe Nor (eventuele alternatief) en Welsun aan het
aftasten c.q. invullen zijn hoe verder vorm te geven aan de ontvlechting.
Met dit jaarverslag wil de instelling een helder beeld geven van de activiteiten, doelen en
resultaten over het afgelopen jaar en het bestaat uit twee delen. Een organisatiedeel en
een inhoudelijk deel. In het eerste deel worden de missie en structuur beschreven. In het
tweede, inhoudelijke deel, worden de uitvoerende werkzaamheden van Welsun
geschetst. Dit jaarverslag bevat, behoudens de kengetallen 2013, een repetitie van - en
vergelijking met - een gemiddelde van de voorgaande drie jaren.
2
Welsun de organisatie
2.1
Visie en missie
In de beleidsvisie van Welsun dienen de kerntaken en additionele taken c.q. activiteiten
te passen in de missie van Welsun, namelijk:
- Welsun is er voor alle burgers van Landgraaf, speciaal zij die zich in een
achterstandspositie bevinden;
- Welsun maakt gebruik van verschillen tussen mensen, zowel in de organisatie als
bij haar klanten, vanuit de overtuiging dat diversiteit kwaliteit toevoegt;
- Welsun biedt hulp, faciliteert, stimuleert, activeert en ondersteunt door middel
van basisvoorzieningen, specifieke projecten en vernieuwende initiatieven;
- Welsun daagt uit tot samenwerking om zodoende de invloed van burgers
daadwerkelijk invulling te geven en tot een goede afstemming te komen met
andere instellingen;
- Welsun ziet haar medewerkers en vrijwilligers als meest belangrijke kapitaal voor
de uitvoering.
Kortom: Welsun draagt bij aan de sociale redzaamheid van mensen. Het biedt
professionele hulp en ondersteuning aan mensen in hun directe leef- en woonomgeving
en heeft een visie en missie. Deze visie en missie wil de instelling realiseren door de
kerntaken gedegen uit te voeren middels een efficiënte en effectieve dienstverlening. De
5
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
realiteit zal daarbij niet uit het oog worden verloren. Ons uitgangspunt is daarbij:
“voordoen, samendoen, zelfdoen.“
2.2
Organisatiestructuur
Het uitvoerende werk is onderverdeeld in twee disciplines. De samenstelling van deze
disciplines is gemaakt op basis van product-markt-combinaties waarbij uitgegaan wordt
van de volgende uitgangspunten:
de organisatiestructuur ondersteunt en versterkt de strategische doelstellingen
van de instelling;
de structuur legt de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden op het
juiste niveau van de taakuitoefening;
de structuur zorgt ervoor dat het zelfsturende vermogen van disciplines zo
groot mogelijk is;
de organisatiestructuur wordt zo plat mogelijk gehouden;
de disciplines Maatschappelijk Werk, Schuldhulpverlening en Ouderenwerk en
Vrijwilligerswerk zijn geïntegreerd evenals de disciplines Opbouwwerk/
buurtbeheer en het Jongerenwerk;
inhoudelijke aansturing van de disciplines geschiedt door 1 leidinggevende
(mentor) en staat onder leiding van de directeur-bestuurder, die de dagelijkse
leiding heeft over de gehele bedrijfsvoering.
Organogram en personeelsformatie
Raad van Toezicht
│
│
Directeur- bestuurder
(1 fte)
Directiesecretaris (1 fte)
Financiële administratie/systeembeheer
(1fte)
Receptie (1.5 fte)
Beheerder (1 fte)
│
│
Aansturing door mentor
(1 fte)
│
│
¦¯¯¯¯¯¯¯¯¯¯¯¯¯¯¯¯¯¯¯
¦
Maatschappelijk Werk /
Buurt-Opbouw-Jongerenwerk
Schuldhulpverlening (7.2 fte)
(4.75 fte)
Ouderenwerk (2.05 fte)
Oefenbunker (0.65 fte)
Totaal aantal fte: 21.15 (25 medewerkers)
6
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
2.3
Vrijwilligers en het profiel van Welsun
Het werken met vrijwilligers is een identiteitsbepalend element. Het behoort tot het
profiel van Welsun. Zonder vrijwilligers kan Welsun niet meer als Welsun herkend
worden, wat niet impliceert, dat in elke activiteit vrijwilligers een rol vervullen. Ook is er
een onderscheid te maken tussen de vrijwilligers die bijdragen aan de productie van
Welsun en andere vrijwilligers die werken voor bijvoorbeeld belangengroepen en
verenigingen. Voor Welsun is het werken met vrijwilligers geen keuze, niet uit nood
geboren, maar een fundamentele reden van bestaan. De vrijwilligers die een bijdrage
hebben geleverd aan het productieproces van Welsun, ouderenadviseurs,
buurtbemiddelaars, buddy’s schuldhulpverlening en vrijwilligers WI en taalcoaches
omvatten circa 50 personen. Het aantal vrijwilligers dat werkt voor onder andere
belangengroepen zoals huiskamerprojecten, Oefenbunker en buurtverenigingen ten
behoeve van activiteiten omvat circa 650 personen.
Door de komende transitie-operaties die op de gemeente Landgraaf afkomen, zal Welsun
mensen nog meer met elkaar gaan verbinden en de rol van de vrijwilliger zal steeds
groter en noodzakelijker worden. Burgerkracht, mentoren, coaches en overige
ervaringsdeskundigen zullen belangrijke begrippen worden in de samenleving. Naast de
reguliere werkwijze zal er ook een methode ontstaan waar minder vanzelfsprekend
individuele hulpverlening met een professional aan de orde zal zijn, maar waar
collectieve voorzieningen ingericht worden met inzet van burgerkracht en vrijwilligers, al
dan niet onder regie van een professional en waarbij ingezet wordt op ‘eigen kracht’ en
vrijwillige ondersteuning uit de (eigen) netwerken. Dit vraagt om visie en
doorontwikkeling bij het inzetten van deze vrijwilligers. Daarnaast is het van belang dat
de huidige vrijwilligers, die zich vooral inzetten in het maatschappelijk middenveld en
verenigingsleven, zich verbonden blijven voelen met de doelgroepen en de activiteiten
die ze begeleiden. Het enerzijds ‘knopen en verbinden’ van nieuwe vrijwilligers en
anderzijds het werven van de ‘nieuwe vrijwilliger’ blijft een uitdaging voor de komende
jaren. Organisaties zijn op zoek naar nieuwe manieren om vrijwilligers te werven en te
binden omdat de jarenlange verbondenheid aan een organisatie niet meer
vanzelfsprekend is. Maatschappelijk middenveld, sociale cohesie en leefbaarheid zijn
begrippen die actueel en belangrijk zijn bij het ‘knopen en verbinden’ naar
samenwerkingsverbanden, waarbij vrijwilligers een belangrijke rol spelen.
In het toekomstig vrijwilligerswerkbeleid in Landgraaf gaat het vooral om de
bewustwording dat burgers meer eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid krijgen.
De Welsun-aanpak van het ‘voordoen, samendoen, zelfdoen’ draagt hieraan bij en heeft
de attitude van burgers in alle leeftijdscategorieën in zekere mate in positieve zin
veranderd. Niet ieder probleem wordt opgelost, maar men leert problemen met anderen
op te lossen. Burgers dienen geleerd te krijgen dat instanties als gemeente of Welsun
niet de verantwoordelijkheid van hen gaan overnemen, maar hen in staat stellen (meer)
verantwoordelijkheid te dragen en voor zichzelf te zorgen. Dit geldt te meer nu er door
de veranderingen binnen het sociale domein en de transities meer, maar ook complexere
vraagstukken op ons afkomen. Professionals kunnen deze vragen niet (meer) alleen
oppakken, maar hebben daarbij burgerkracht en vrijwilligers nodig. Van belang is om een
‘vangnet’ van vrijwilligers c.q. maatschappelijk middenveld te creëren, die toegerust zijn
om de maatschappelijke vraagstukken en uitdagingen die op ons afkomen op te pakken.
De Vrijwilligerscentrale en Welsun dienen gezamenlijk een andere kijk op vraag en
aanbod te ontwikkelen: meer vanuit het klantperspectief (= vraaggericht) zaken
benaderen, dan aanbodgericht. Dit vergt een andere aanpak van vraagstukken, namelijk
de samenleving opzoeken in plaats van deze naar je toe laten komen. Dus een proactieve houding en attitude aannemen waarin je middenin de samenleving staat en niet
aan de zijlijn toekijkt. Welsun heeft de nodige ervaring met het ‘knopen en verbinden’
van vrijwilligers in de keten en netwerken.
7
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
De op handen zijnde veranderingen binnen het sociale domein, de transities en de
toenemende vraag naar vrijwilligers nodigen uit tot het organiseren van
groepsbijeenkomsten, waarin zowel vrijwilligers als professionals thematische
onderwerpen aan bod laten komen. Ingezet dient te worden op een meer vraaggerichte
werkwijze, gericht op vragen, wensen en behoeften van vrijwilligersorganisaties c.q.
burgers/klantgroepen. Niet door een afwachtende houding aan te nemen, maar door
‘outreachend’ te werken, dat wil zeggen door hantering van een werkmethode waarbij
actief ingezet wordt op het leggen van contact met de doelgroep, het onderzoeken van
de vragen en het motiveren, stimuleren en begeleiden van de doelgroep. Hiervoor zijn
contacten in de keten noodzakelijk, maar ook een attitude en beroepshouding om deze
zelf te bezoeken. Dit betekent ook dat men de keten goed moet kennen: wie doet wat en
wie zijn de sleutelfiguren? Welsun heeft ook op dit terrein reeds de nodige kennis,
expertise, ervaring en contacten opgebouwd.
Sinds de kantelingsoperatie in 2004/2005 heeft Welsun een belangrijke sleutelpositie
gekregen in het ‘knopen en verbinden’ tussen maatschappelijk middenveld en de
burgers/vrijwilligers en ketenpartners. Zo heeft Welsun onder andere een sleutelpositie
in: netwerkbijeenkomsten Armoede; netwerkbijeenkomsten Participatie;
innovatieplatform Wmo; denktank Maatschappelijke Ontwikkeling;
samenwerkingsverband Wonen, Welzijn, Zorg; Harteklop; Cliëntenplatform; Wmo-Raad;
Centra Jeugd en Gezin; Schuldhulpverlening (het werken met vrijwillige buddy’s);
ouderenadvisering; Buurtoverleggen; Sociale Wijkteams; Buurtbemiddeling;
Huiskamerprojecten; Stichting Gemeentelijk Werkbedrijf Landgraaf; Samen voor elkaar;
Consuminderhuis Parkstad.
2.4
Kwaliteitszorg
Kwaliteitsbeleid is een integraal en cyclisch proces van de Welsun-organisatie als geheel
(zowel primaire als secundaire processen). Welsun definieert kwaliteitsbeleid in termen
van:
wat zijn de verwachtingen en behoeften van de doelgroep?
welke producten en diensten leveren wij aan onze doelgroep?
hoe pakken wij dit aan?
welke eisen stelt dat aan de organisatie?
hoe verhouden verwachtingen en behoeften van klantgroepen zich met
maatschappelijke ontwikkelingen/eisen?
hoe houden we onszelf scherp en zorgen we ervoor dat onze diensten
aansluiten op de wensen van de doelgroep?
Het kwaliteitsbeleid van Welsun waarborgt hiermee dat de prestaties en producten
voldoen aan de (kwaliteits)eisen, wensen en verwachtingen van cliënten en
opdrachtgevers. Het kwaliteitsmanagementsysteem van Welsun is een hulpmiddel voor
het management om de werkprocessen te beheersen en de kwaliteit van de organisatie
op een systematische en gestructureerde wijze (bij) te sturen. In het
kwaliteitsmanagementsysteem worden alle processen en activiteiten van de organisatie
beschreven en met elkaar in verband gebracht rondom de door Deming ontworpen
‘plan-, do-, check- en act’-cirkel.
Om de effectiviteit van het kwaliteitssysteem en de overeenstemming met de
gespecificeerde eisen (onder andere procedures, werkinstructies, etc.) vast te stellen,
wordt het kwaliteitssysteem van Welsun periodiek onderworpen aan een beoordeling
door de directie (de directiebeoordeling) en een check van de interne organisatie (de
interne audit).
Afhankelijk van de ontwikkelingen en de prioriteitstelling zal Welsun op een nog nader te
bepalen tijdstip op zoek gaan naar een certificeringsbureau om de gehele organisatie
door te lichten met het oog op hercertificering van alle werksoorten. Tot deze
ontwikkelingen behoort:
8
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
- de samenwerking/fusie met het CMWW, analoog aan de ambtelijke samenwerking
tussen de gemeenten Landgraaf en Brunssum. Mogelijk dat Welsun en het CMWW het
hercertificeringstraject te zijner tijd gezamenlijk afleggen;
- de verwachting dat de Vrijwilligerscentrale Landgraaf in het kader van ‘knopen en
verbinden’ in de keten in de toekomst intensiever met Welsun zal samenwerken.
2.5
Ziekteverzuimpercentage
Eind 2012 heeft Licom Arbodienst haar arbodienstverlening aan Welsun wegens
faillissement moeten beëindigen. Sinds 2013 maakt Welsun gebruik van een andere
arbodienst, te weten: Bureau Gemma Aalmans te Maastricht.
In 2013 bedroeg het aantal medewerkers 25 met een ziekteverzuimpercentage van 1,8%
De ziekteverzuimpercentages van de voorgaande 5 jaren, waren: 2008 (3,26 %), 2009
(5.98 %), 2010 (2,17%), 2011 (1,08%), 2012 (2,10%).
2.6
Financieel overzicht
Exploitatierekening van Welsun
2013
€
Baten
Reguliere gemeentelijke subsidie
Additionele gemeentelijke subsidie
Rente
Overige opbrengsten
1.448.438
199.750
3.194
45.720
________
1.733.102
Lasten
Salarissen en sociale lasten
Afschrijvingen
Huisvestingskosten
Activiteitenkosten
Organisatiekosten
Projectkosten
Overige kosten
Exploitatie – resultaat
1.248.532
17.989
79.356
59.257
78.928
209.340
36.834
________
1.730.245
2.857,-
Toelichting
Evenals voorgaande jaren heeft Welsun over 2013 een goedgekeurde
registercontroleverklaring verkregen. Het boekjaar 2013 is afgesloten met een positief
resultaat van € 2.857,-.
9
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
3
Kerntaken Welsun in relatie tot de Wmo en de transities
De kwaliteit van het leven van de burgers van Landgraaf staat in het Wmo-beleidskader
van de gemeente centraal. Het gaat dan onder andere over inspanningen die gericht zijn
op het behouden en versterken van de leefbaarheid van wijken en buurten die bijdragen
aan deze kwaliteit. Daarbij is de samenleving in beginsel zelfredzaam en fungeert de
gemeente als vangnet of faciliteert daartoe. Tot deze samenleving behoren niet alleen
burgers, maar ook professionele organisaties en belangen- en vrijwilligersorganisaties die
actief zijn op het terrein van maatschappelijke ondersteuning. Maatschappelijke
participatie, cliëntparticipatie maar ook burgerparticipatie.
Wanneer we het over maatschappelijke participatie hebben, dan krijgen professionals te
maken met het werven of het kader vormen van vrijwilligers voor mensen met
beperkingen (fysiek, psychisch, sociaal). Wanneer we het hebben over cliëntparticipatie
dan gaat het over de invloed die professionals kunnen uitoefenen. Dat gaat verder dan
vraaggerichtheid. Het gaat over cliënttevredenheid en inspraak. Wanneer we het hebben
over burgerparticipatie dan gaat het onder andere over de deelname van kwetsbare
mensen aan het besluitvormingsproces. Als professional kun je daar een rol in spelen.
De Wmo-verantwoordelijkheden van de gemeente zijn te onderscheiden in negen
zogenoemde prestatievelden:
1.
Sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten
2.
Preventief ondersteunen van opvoedingsproblemen
3.
Informatie, advies en cliëntondersteuning
4.
Mantelzorg en vrijwilligerswerk
5.
Bevorderen maatschappelijke participatie en zelfstandig functioneren met een
chronische beperking of psychosociale problemen
6.
Verlenen van voorzieningen aan mensen met beperkingen, chronische
psychische problemen of psychosociale problemen
7.
Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, beleid ter bestrijding van geweld in
de privé-sfeer
8.
Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ)
9.
Ambulante verslavingszorg
De prestatievelden 1 tot en met 5 hebben betrekking op algemene voorzieningen, die
onder de Welzijnswet vallen. Prestatieveld 6 betreft voorzieningen voor maatschappelijke
ondersteuning van specifieke kwetsbare groepen, zoals gehandicapten, ouderen en
chronische psychische patiënten. Dit is de Wet Voorziening Gehandicapten en de
Huishoudelijke Verzorging uit de AWBZ. Prestatieveld 7 en 9 bestaan uit voorzieningen
voor maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld en worden bekostigd
uit doeluitkeringen Welzijnswet voor centrumgemeenten. Prestatieveld 8 betreft de
openbare geestelijke gezondheidszorg.
Vanaf 2015 hevelt de rijksoverheid de jeugdzorg, de participatiewet en de
functiebegeleiding van AWBZ naar Wmo (decentralisaties) over naar de gemeentelijke
overheid. Het uitgangspunt in Landgraaf is “één gezin, één plan, één regisseur” bij de
decentralisaties in het sociale domein. Daarmee krijgt de gemeente een grote
verantwoordelijkheid en zeggenschap in het sociale domein. De decentralisaties zijn
gebaseerd op:
de gemeente is de overheidslaag die het dichtst bij de burger staat en de
zaken ook kort bij de burger kan organiseren;
door de verantwoordelijkheid voor het gehele sociale domein in één hand te
houden, ontstaan er synergievoordelen waardoor een inverdieneffect ontstaat
en een bezuiniging gerealiseerd kan worden.
Deze ontwikkelingen dwingen zowel de gemeente Landgraaf als Welsun als onderdeel
van de samenleving om scherp te blijven opereren en continu oog te hebben voor de
10
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
gevolgen van deze veranderingen voor de lokale samenleving. Dit maakt dat het werk
van zowel gemeente als Welsun in het kader van de komende transities nooit af is en een
continu verander- c.q. ontwikkelingsproces zal zijn.
Niet alleen de gemeente en haar ketenpartners maken een verandering door, ook bij
burgers die hulp of zorg nodig hebben (en bij hun directe omgeving) dient de attitude te
veranderen. De eigen kracht van de burger is het uitgangspunt bij zowel preventie van
problemen als het vroegtijdig signaleren. In plaats van een directe aanvraag in te dienen
voor een (dure) individuele voorziening dient eerst gekeken te worden naar (goedkopere)
alternatieven in je eigen sociaal netwerk (familie, buurt en wijk). Jarenlang zijn de
individuele voorzieningen een gemeengoed geweest wat de gemeenschap geld gekost
heeft. Gezien de financiële middelen die de lokale overheid ter beschikking heeft, en de
toenemende vergrijzing in Landgraaf, is een andere manier van denken en doen
noodzaak en wenselijk. Gedragsverandering, waar gemeente en ketenpartners
gezamenlijk de schouders onder gezet hebben.
Afgelopen jaar is onder regie van de gemeente (afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling)
informatie ingewonnen bij een groot aantal ketenpartners in zowel de eerste als tweede
lijn voor het formuleren van uitgangspunten voor een integrale toegang voor het sociaal
domein. Vervolgens is aan deze externe partners gevraagd om mee te werken aan de
ontwikkeling van mogelijke modellen/scenario’s in werkgroepen om de komende
transities/decentralisaties het hoofd te kunnen bieden. Uitgangspunten zijn: eigen
verantwoordelijkheid, participatie en vangnet waarbij de financiële middelen zo efficiënt
mogelijk dienen te worden ingezet (middels ontschotting, ontzorging, samenwerking,
ontdubbeling en visie:1 gezin, 1 plan).
Middels voornoemde werkgroepen wordt het proces van de integrale toegang verder
vorm gegeven, het opdrachtgeverschap uitgewerkt, de informele zorg zo optimaal
mogelijk ingericht en worden slimme arrangementen georganiseerd ter voorkoming van
de inzet van dure individuele voorzieningen en dubbelingen in de zorg.
Werkgroepen
Werkgroep
integrale
toegang
Werkgroep
informele zorg
Werkgroep
slimme
arrangementen
Werkgroep
opdrachtgeverschap
Taakstelling
Werkgroep integrale toegang:
- Samenstelling Integraal ToegangsTeam (ITT),
- Wanneer worden specialisten betrokken en welke specialismen zijn nodig?
- Functioneren wijkteam als onderdeel van integraal toegangsteam,
- Competentieprofielen medewerkers ITT,
- Werkinstructies/verordening/nadere regels,
- Huisvesting ITT/uitwijkfunctie wijkteamleden in de wijk,
- Implementeren 1 gezin, 1 plan en de benodigde registratiesystemen (inclusief
verwijsindex) voor uitwisseling gegevens.
Werkgroep informele zorg:
- Meest optimale organisatie van de voor Landgraaf aanwezige informele zorg,
- Professionele helpdesk/adviesfunctie voor vrijwilligers (met medewerking van
wijkteams),
- Scholing vrijwilligers, gericht op de nieuwe taken,
11
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
-
Screening gericht op wie geschikt zijn of geschikt te maken voor bepaalde
vrijwilligersfuncties.
Werkgroep slimme arrangementen:
- Arrangementen die leiden tot verbeteringen en/of kostenbesparingen in de zorg.
Dit kan bestaan uit ontdubbeling van dienstverleners, bundeling of slimme
spreiding van voorzieningen voor dagbesteding, een wijkbelbus, bredere inzet van
in netwerk aanwezige professionals (bijvoorbeeld leerkrachten krijgen taak in
opvang/begeleiding). De wijkgerichte benadering is hierbij essentieel,
- Het inzetten van de loonwaarde van iedere burger,
- Inrichten van wijksteunpunten/ontmoetingspunten,
- Optimaal benutten bestaande infrastructuur.
Werkgroep opdrachtgeverschap:
- Beheersbaarheid,
- Keuze inkoopmode,
- Inverdieneffecten.
Toelichting werkgroepen:
De regie bij het ITT ligt bij de gemeente. De intake van het ITT (vraaggericht, eigen
kracht) en het toepassen van slimme arrangementen en informele zorg zijn maatgevend
voor de kanteling. Voor de uitvoering van de regie is de keuze voor de arbeidsverhouding
van belang. De gemeente kan ervoor kiezen de medewerkers van het ITT zelf in dienst te
nemen. Daarmee is de aansturing van het werk geregeld en extern opdrachtgeverschap
niet van toepassing. De gemeente kan eveneens ervoor kiezen medewerkers van
maatschappelijke partners op detacheringbasis – naast gemeentelijke medewerkers - te
plaatsen in een toegangsteam.
Voor het opdrachtgeverschap van het ITT is het relevant dat enerzijds de aansturing
inzake de kwaliteit en werkwijze van medewerkers geschiedt op basis van
competentiebeschrijvingen en aansturing van het team. Anderzijds dienen er naar de
organisaties afspraken gemaakt te worden over inzet (aantal uren en vervanging). Zowel
het idee van één hulp- en zorgintermediair als het vroeg-signaleren en oppakken van
problemen maakt het ITT van groot belang bij het kunnen bieden van hulp en zorg op
maat. Bij de samenstelling van het ITT is gekeken naar een gemeenschappelijke factor
die alle deelnemende partijen bindt, namelijk het vroegtijdig interveniëren waardoor dure
middelen later niet nodig zijn en er dus sprake is van preventie. Daarnaast heeft
iedereen er belang bij dat de burger zo lang mogelijk op een goede wijze kan blijven
wonen in zijn of haar (eigen) leefomgeving.
De regie voor de uitvoering van de arrangementen ligt bij de gemeente. Als
voorzieningen toegekend zijn, zijn de besparingsmogelijkheden kleiner. De grootste
“winst” in de uitvoering van arrangementen ligt enerzijds in de constructieve
samenwerking tussen de maatschappelijke partners en het voorkomen van dubbel
aanbod. Anderzijds is er winst te boeken in de juiste indicatiestelling zodat burgers
gebruik maken van voorliggende (goedkopere) voorzieningen. De regie van de gemeente
richt zich op:
- bepalen van kwaliteit van de uitvoerende organisatie (gecertificeerde
organisaties),
- bepalen van resultaten en de werkwijze van de uitvoeringsorganisaties,
- bepalen van resultaten voor klantgroepen,
- bepalen dat behoefte klanten periodiek herijkt wordt,
- bepalen dat klanttevredenheidsonderzoeken worden uitgevoerd,
- het verplichten tot samenwerken en voorkomen van dubbelingen.
12
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Bij de werkwijze gaat het om het toepassen van vraaggerichtheid, integrale werkwijze,
zorgcoördinatie, inzetten van de eigen kracht, inzetten van professionals samen
met vrijwilligers en/of mantelzorgers. De gemeente monitort op deze aspecten.
Samen met de maatschappelijke partners zal een eventuele geschikte systematiek voor
Monitoring ontwikkeld moeten worden.
De regie voor de uitvoering van de arrangementen ligt bij de uitvoeringsorganisaties als
het gaat om de zorgcoördinatie (toepassen 1 gezin 1 plan) waarbij er ruimte moet zijn
voor innovatie.
Bij het opdrachtgeverschap is beheersbaarheid (aantal contractpartners, contractvormen
en budgetten) een belangrijk item. De eerste stap is het in beeld brengen van de huidige
aanbieders. Vanuit dat inzicht kan bepaald worden in welke aandachtsgebieden een
beheersbaarheidknelpunt zit als het gaat om het aantal aanbieders en doelgroepen en
vervolgens op welke wijze de situatie beheersbaar gemaakt kan worden. De voor- en
nadelen van de verschillende bestaande inkoopmodellen zijn in de werkgroep onder de
loep genomen. De basisvraag onder een inkoopmodel is de sturingsrol (regie) die een
gemeente wenst te nemen. In de gemeente Landgraaf is dat de rol “ik neem de
verantwoordelijkheid”. In deze rol is de gemeente bepalend en organiseert zij de
toeleiding en contracteert zij de aanbieders voor de uitvoering.
Op het moment dat voorzieningen nodig zijn, is substitutie een essentieel aspect.
Substitutie:
- tussen financiers: AWBZ, ZVW en Wmo,
- binnen de gemeente: Wmo, bijstand, onderwijs, welzijn,
- tussen aanbieders bij multiproblematiek.
Het model dat past bij de Landgraafse situatie is het regisseursmodel. Kenmerken van dit
model zijn:
- Eén plan, maar ook één regisseur per cliënt/gezin; voorkomt langs elkaar heen
werken bij multiproblematiek,
- Integraal benaderen van sociaal domein, dit vereist één stelsel,
- Ondersteuningsplan is centraal in beheersing kosten:
o via inhoud,
o via opgenomen interventies,
- keuzevrijheid cliënt.
Opgemerkt wordt dat uniformiteit van werkwijze bij de toegang essentieel is.
Aandachtspunten regisseursmodel:
- Wie levert de regisseurs?
Het betreft hier het ITT met deelnemers vanuit de gemeente en aanbieders. Het
ITT bestaat uit een kernteam waar specialistische kennis aan toegevoegd kan
worden. Aandachtspunt: nagaan of alle noodzakelijke kennis aanwezig is in het
ITT,
- Synergie op wijkniveau organiseren.
Uitgangspunt is het bieden van adequate ondersteuning op wijkniveau. Dit
aansluitend bij de mogelijkheden in een wijk voor wat betreft voorzieningen
(bijvoorbeeld wijksteunpunten) en inzet van vrijwilligers.
Voor wat betreft synergie valt winst te halen op het gebied van vervoer,
dagbesteding en individuele begeleiding. Bij de inschatting van de hulpbehoefte
zal vooral gekeken moeten worden of mensen in staat zijn gebruik te maken van
collectieve (voorziening-) ondersteuning.
Zie voor de ITT’s ook het Pilotproject Samen voor elkaar (5.13).
13
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
3.1
Dienstverlening Maatschappelijk Werk
Dit verslagjaar was de inzet van het Maatschappelijk Werk in overeenstemming met de
landelijke norm (1 fte per 6000 inwoners). Het afgelopen jaar zijn 12 medewerkers
werkzaam geweest in het maatschappelijk werk (8,2 fte, inclusief schuldhulpverlening en
maatschappelijke begeleiding asielgerechtigden).
Het Maatschappelijk Werk is een laagdrempelige basisvoorziening voor hulpverlening.
Een frontoffice waar mensen met diverse problemen terechtkunnen. Wanneer iemand
kampt met een bepaald probleem, neemt betrokkene contact op met het Maatschappelijk
Werk. Dat kan door te bellen, een brief te schrijven of een spreekuur te bezoeken. Het
merendeel van de klanten neemt zelf het initiatief. Daarnaast wordt een aantal
doorverwezen via andere instellingen, waarvan huisartsen een groot deel doorverwijzen.
Ook neemt het Maatschappelijk Werk zelf het initiatief om een klant te benaderen. Dit
gebeurt middels de methodiek Outreachende Hulpverlening. In tegenstelling tot de
reguliere werkwijze van Maatschappelijk Werk, gaat het bij Outreachende hulpverlening
om cliënten die niet uit zichzelf met hun problemen naar de instelling komen, maar op
aangeven van derden (ketenbenadering) . Naast de methodiek Outreachende
hulpverlening beschikken de maatschappelijk werkers over een breed scala aan andere
methodieken.
De praktijk leert dat elke situatie een specifieke aanpak vergt en bij deze aanpak op
maat wordt daar waar nodig samenwerking en samenhang gezocht in de keten van
wonen, zorg, welzijn, financiën, veiligheid en onderwijs. Hulpverlening kan gericht zijn op
het individu, het gezin, de sociale omgeving of een combinatie van deze.
3.1.1
Algemeen Maatschappelijk Werk
Het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) heeft tot taak het bieden van psychosociale
hulpverlening in de eerste lijn. Deze hulpverlening is beschikbaar voor alle
bevolkingsgroepen en gemakkelijk en rechtstreeks toegankelijk voor de klant.
Het AMW is gericht op het versterken van het probleemoplossende vermogen van de
cliënt en aldus op het bereiken van individuele en sociale redzaamheid. Ook houdt het
zich bezig met het geven van langdurige ondersteunende hulp aan cliënten die bij
voortduring meer en minder ernstige problemen ondervinden in de wisselwerking met
hun sociale omgeving. De voorziening omvat: procesmatige hulpverlening bij
psychosociale problemen; crisisinterventie; informatie en advies; bemiddeling en
pleitbezorging; verwijzing en consultatie; concrete dienstverlening; stimuleren,
inschakelen en begeleiden van informele zorg rond cliënten. Het AMW wordt veelal
uitgevoerd in nauwe samenwerking met in ieder geval de overige disciplines in de sector
Wonen, Zorg en Welzijn, te weten de huisartsen, thuiszorg, sociale dienst,
woningcorporaties en politie.
Het AMW besteedt veel aandacht aan preventie. In nauw overleg met de partners in het
veld wordt getracht te voorkomen dat de problemen van de cliënt verergeren en deze
verder afglijdt. De situatie van de cliënt wordt zo gestabiliseerd, om van daaruit te
werken aan een verbetertraject.
3.1.2
Schoolmaatschappelijk Werk
Het schoolmaatschappelijk werk (SMW) houdt zich bezig met hulpverlening aan het
schoolgaande kind, maar ook aan de ouders.
Dit gebeurt zowel direct - in een situatie waar hulp aan het kind zelf wordt verleend – als
indirect, in welk geval ouders en leerkrachten daadwerkelijk betrokken worden bij de
hulpverlening. Het SMW is gericht op het oplossen van problemen tussen ouders en
kinderen en ze om te leren gaan - en aan te leren - om hun problemen op te lossen.
14
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Het belangrijkste kenmerk van deze vorm van maatschappelijk werk is de intensieve
samenwerking met de school. In dit verslagjaar is het SMW verleend aan het
Charlemagne-College, locaties: Eijkhagenlaan en Brandenberg.
Het SMW is goed ingebed binnen de diverse scholen. Het SMW wordt positief geëvalueerd
en is momenteel niet meer weg te denken. Dreigende schoolverlaters worden mede door
de goede samenwerking en met hulp op maat binnen de school gehouden. Daarnaast
levert SMW een bijdrage aan een veiligere situatie en minder pesterijen.
3.1.3
Centra voor Jeugd en Gezin
In 2011 is het samenwerkingsverband Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) waarin de
volgende partijen participeren: Meander Jeugd Gezondheidszorg, GGD Zuid-Limburg,
Bureau Jeugdzorg, Stichting Peuterwerk Landgraaf, Charlemagne-College, Movare,
Samenwerkingsverband “weer samen naar school”, gemeente Landgraaf en Welsun
voortgezet.
Het CJG stelt zich ten doel een herkenbaar, laagdrempelig en toegankelijk fysiek
inlooppunt te zijn waar (aanstaande) ouders, kinderen, jongeren en professionals terecht
kunnen met vraagstukken op het gebied van opgroeien en opvoeden.
Daarnaast is het bestaansrecht van het CJG gelegen in het vroegtijdig signaleren,
analyseren en volgen van risico’s op het gebied van opvoeden en opgroeien. Het CJG
stelt zich tot doel om krachten van bestaande partijen op het gebied van jeugd en gezin
te bundelen en te versterken, zodat daadwerkelijk sprake wordt van 1 kind, 1 gezin, 1
plan. Het CJG brengt samenhang in het (bestaande) aanbod; dankzij heldere
werkafspraken gaan partijen in CJG-verband nog effectiever hulp bieden, zorg
afstemmen en zorgcoördinatie uitvoeren. Het kind en het gezin staan daarbij steeds
centraal en hulp wordt zo spoedig mogelijk, dicht bij huis en zo kortdurend mogelijk,
geboden.
3.1.4
Pilot Eigen Kracht door Gezinscoaches
Dit project dient gezien te worden tegen de achtergrond van de decentralisatie van alle
jeugdtaken naar de gemeenten. Dit betekent niet alleen een overheveling van taken van
de verschillende bestuurslagen (provincie, zorgverzekeraars en zorgkantoren), maar ook
een vernieuwing van het gehele jeugdstelsel. Het zwaartepunt van de jeugdzorg zal op
lokaal niveau komen te liggen. Belangrijkste speerpunten voor de komende periode
zullen zijn:
- het terugdringen van het beroep op zwaardere vormen van jeugdzorg en
- investeren in de preventie nuldelijns- en eerstelijnszorg en het versterken van de
pedagogische omgeving.
Sinds 1 oktober 2013 zijn de gemeenten Landgraaf en Brunssum gestart met de pilot
Eigen kracht door Gezinscoaches voor een proefperiode van een jaar. Deze
gezinscoaches zijn medewerkers van het Maatschappelijk Werk van Welsun en het
CMWW, die specifiek worden opgeleid om gezinnen te ondersteunen bij het oplossen van
vraagstukken, waarbij wordt uitgegaan van de eigen kracht en het netwerk van de
opvoeder. Deze kan contact opnemen met het CJG in de betrokken gemeente voor
ondersteuning door een gezinscoach. Verder kan de opvoeder vragen aan de
peuterspeelzaal, kinderopvang of basisschool om zijn/haar vraagstuk neer te leggen in
het zogenaamde Zorg- en AdviesTeam (ZAT), waar diverse partners aan deelnemen om
te bezien of de inzet van een gezinscoach aan de orde is. Uitgangspunt is dat de
gezinscoach ernaar toe werkt dat ouders/opvoeders leren hoe ze hun verantwoording
rondom het opvoeden vanuit hun eigen kracht vorm kunnen geven. De gezinscoach is
feitelijk voorwaardenscheppend, de mensen moeten het gereedschap krijgen om hun
problemen zelf op te lossen, waardoor ze het gevoel krijgen dat ze hun leven terug
hebben, het is aansturen op de eigen kracht. Een belangrijke rol speelt daarbij de sociale
15
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
omgeving: familieleden, buren, vrienden en kennissen, maar ook de leraren waarmee het
kind te maken heeft. Kortom, alle mensen die belangrijk zijn voor het gezin.
De inzet van de gezinscoach bestaat eruit dat deze eerst de problemen met de opvoeder
bespreekt, waarna aansluitend een netwerkbijeenkomst wordt georganiseerd. Vervolgens
nodigt de gezinscoach de mensen uit waarvan de opvoeder belangrijk vindt dat ze
aanwezig zijn bij deze bijeenkomst. De gezinscoach zal iedereen voorbereiden op de
bijeenkomst en zorgen dat men zich tijdens de bijeenkomst op zijn gemak voelt. Tijdens
de bijeenkomst kunnen de aanwezigen vragen stellen en vertellen wat zij kunnen doen
om te helpen. Daarna zijn ze onder elkaar en bespreken wat er aan de hand is. De
familie en bekenden maken vervolgens met de opvoeder een plan voor de toekomst waar
een taakverdeling binnen het netwerk plaats vindt. Zowel de familie als het netwerk
nemen de verantwoording voor het plan als de uitvoering ervan. Iedereen krijgt een
kopie van het plan. De gezinscoach blijft tijdens de looptijd van het plan betrokken.
Mocht blijken dat het gezin meer hulp nodig heeft dan het netwerk kan bieden, dan zal
de gezinscoach helpen om de juiste hulpverlening te krijgen.
Uiteindelijk doel van de pilot is het versterken van de eigen kracht van de gezinnen uit
Landgraaf en Brunssum vanuit de lokale eerstelijnsvoorziening, waarmee een duurzaam
resultaat te boeken is, zodat een beroep op zwaardere en duurdere vormen van
jeugdhulpverlening niet meer nodig is in de toekomst. Daarnaast moet de pilot antwoord
geven op de vraag of een percentage van 80% in nuldelijns-hulpverlening bewerkstelligd
kan worden.
3.1.5
Schuldhulpverlening
De schuldenproblematiek in Nederland is groot en neemt nog steeds toe. Schulden gaan
vaak vergezeld van andere sociale problemen. Er is dan ook op meerdere
beleidsterreinen grote maatschappelijke winst te behalen bij een heldere, structurele en
integrale aanpak van schulden. 'Integrale schuldhulpverlening', mede ontwikkeld door
het Overleg Integrale Schuldhulpverlening (OIS), is een goed middel om, met name
binnen een ketenbenadering, schulden aan te pakken in samenhang met de
onderliggende problemen.
De uitvoering van wetgeving op het gebied van armoedebestrijding geven structurele en
incidentele mogelijkheden om Integrale schuldhulpverlening in te zetten om het gehele
proces van uitvoering van de schuldhulpverlening te stroomlijnen en de maatschappelijke
doelstellingen van de armoedewetgeving te realiseren. Een probleem bij een optimale
uitvoering van de schuldhulpverlening is echter dat er veel uitvoerenden op meerdere
schaalniveaus bij betrokken zijn en deze niet altijd optimaal geïnformeerd zijn en te
weinig communiceren en samenwerken. Dit heeft een aantal belangrijke gevolgen:



Mensen met financiële problemen worden te laat en niet optimaal geholpen. Dit levert
extra financiële en maatschappelijke problemen op, maar ook extra druk op de
overheid.
Omdat de samenwerking tussen de betrokken partijen veel beter kan, is het voor alle
partijen moeilijker de eigen doelstelling te halen. Ook dit heeft de nodige financiële en
maatschappelijke consequenties.
Een goede ketenbenadering is moeilijk vorm te geven wanneer de rollen die partijen
daarin (kunnen) hebben niet duidelijk zijn.
In het kader van de schuldhulpverlening heeft de gemeente Landgraaf ervoor gekozen de
regiefunctie op uitvoeringsniveau toe te kennen aan Welsun. Tegelijkertijd is in het
gemeentelijk beleid geopteerd voor een zogenaamde brede opvatting van
schuldhulpverlening, dat wil zeggen een geïntegreerde aanpak van financiële, agogische
en preventieve hulpverlening. Door de regie in de schuldhulpverlening op
uitvoeringsniveau (cliëntniveau) bij het AMW te leggen, wordt een belangrijke stap op
weg naar integrale hulpverlening gezet.
16
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Uit deze visie op hulpverlening en de rollen en taken die in de gemeentelijke beleidsvisie
aan betrokken ketenpartners wordt toegekend vloeien op hoofdlijnen de volgende taken
van partijen voort:
De gemeente Landgraaf is verantwoordelijk op het gebied van regie, beleid en politieke
keuzes, de portefeuillehouder legt hierover frequent verantwoording af aan de Raad. De
beleidsmedewerker is gedelegeerd actief in de uitvoering van bovengenoemde. De
beleidsmedewerker initieert de overlegmomenten, stelt beleid op dat wordt voorgelegd
aan het College en is eerste aanspreekpunt voor vragen van de sleutelspelers.
ISD-BOL is verantwoordelijk voor de uitvoer van het gestelde beleid, is tevens
verantwoordelijk voor de procesgang en bewaakt de toepasbaarheid van
beleidsvoornemens. ISD-BOL is tevens verantwoordelijk voor de uitvoer van het
klantencontact met betrekking tot de Wet Werk en Bijstand, inclusief terugvordering en
verhaal en het verlenen van voorschotten. ISD-BOL verwijst cliënten voor
schuldhulpverleningstrajecten door naar Welsun.
KredietBank Limburg (KBL) verzorgt voor de gemeente in het kader van
schuldhulpverlening en op basis van facturering en afspraken in de Gemeenschappelijke
regeling, trajecten. Hiertoe werkt KBL, in het kader van diagnosticeren, nauw samen met
Welsun en ISD-BOL.
Woningcorporaties en energieleveranciers werken zo nodig en waar mogelijk mee om
vroegtijdig te signaleren en om betalingsachterstanden te voorkomen.
Welsun is door de gemeente Landgraaf aangewezen als regisseur in de uitvoering (loket)
voor de schuldhulpverlening. Welsun coördineert het uitvoeringsoverleg met de
cliëntmanagers van ISD-BOL, KBL en maatschappelijk werkers en budgetconsulenten
waarbij afstemming en begeleiding op maat van casussen vastgesteld wordt.
Stroomschema
17
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
18
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
De aanmelding (globaal) schuldhulpverlening verloopt als volgt:
Cliënten komen voor de eerste intake bij Welsun, deze inventariseert in het kort de
problematiek, waarbij nader kan worden ingegaan op motivatie en sociaal-emotionele of
psychologische vraagstukken of psychische problematiek. Vervolgens wordt er voor
laatstgenoemde (psychologische vraagstukken en/of psychische problematiek) een
huisarts/GGZ-instelling geconsulteerd, indien noodzakelijk.
Samen met de cliënt wordt aan de hand van een - door Welsun en KBL- opgestelde
checklist gekeken of alle documenten aanwezig zijn voor de intake en wat globaal de
ernst is van de financiële problematiek. Op het moment dat er sprake is van
problematische schuld waarbij de situatie stabiel is en de schulden saneerbaar zijn, wordt
de cliënt doorgeleid naar KBL voor een schuldsaneringstraject.
Op grond van de bevindingen in de beginfase wordt door het Maatschappelijk Werk voor
elke cliënt maatwerk, dat wil zeggen een individueel hulpverleningsaanbod op maat,
aangeboden, zowel op financieel-technisch als psycho-sociaal gebied. Preventie vormt
nadrukkelijk een onderdeel van dit traject, zowel in de zin van het voorkomen van een
verder afglijden van de cliënt, als in termen van het aanleren van vaardigheden, zoals
budgetteren, maar ook communicatieve vaardigheden. Hierdoor is de cliënt in de
toekomst beter toegerust om deze problematiek het hoofd te bieden en zich als een
sociaal redzame burger in de civil society te handhaven.
Voor cliënten die het zonder extra ondersteuning en begeleiding niet zullen redden
voorziet de hulpverlening in een buddyproject, waarbij vrijwilligers hierin voorzien en zo
voorkomen dat de cliënt (voortijdig) afhaakt of vervalt in oude patronen. Deze
ondersteuning en begeleiding wordt zowel geboden waar het de financiële problematiek
van de cliënt betreft, als de psycho-sociale. Voor het welslagen van de doorverwijzing
van de cliënt naar KBL zal het buddyproject actief participeren in de begeleiding van de
cliënt naar KBL.
3.1.6
Pilot duo-intake KBL-Welsun en pilot advocatuur
Medio 2013 heeft de gemeente Landgraaf de nota Koersbepaling armoedebeleid en
schuldhulpverlening vastgesteld.
De aanleiding van deze nota was de raadsvergadering van 20 december 2012 waarin de
gemeenteraad een voorstel in het kader van de armoedebestrijding inzake de verdeling
van extra rijksmiddelen voor armoede heeft behandeld. Het voorstel is door de
gemeenteraad geamendeerd en het college van B&W is opgedragen in samenwerking
met KBL, ISD-BOL, Welsun en diverse vrijwilligersorganisaties een beleidsvoorstel te
ontwikkelen ten aanzien van een integrale aanpak van armoedebeleid en
schuldhulpverlening.
In de nota wordt onder andere gesteld dat een gezamenlijke, integrale intake door
Welsun en KBL een oplossing is/kan zijn voor de lange termijn van het minnelijk traject
schuldhulpverlening. Tevens wordt in dit onderdeel gesteld dat op voorhand wordt bezien
of een minnelijk traject kans van slagen heeft en dat voor een aantal cliënten daardoor
sneller een aanvraag voor het wettelijk WSNP-traject kan worden ingediend. Een optie is
om het minnelijk traject te verkorten en het traject via de advocatuur te laten verlopen.
Tevens staat in dit onderdeel dat de verwachting is dat de kosten van de advocatuur
goedkoper zullen zijn dan de huidige kosten. Gesteld wordt dat de pilotperiode wordt
gebruikt om werkwijze en effecten, evenals de mogelijke kostenbesparing, te toetsen.
De pilot duo-intake (met KBL startdatum 1 september 2013 t/m 31 maart 2014) en de
pilot advocatuur (met advocatenkantoor Bouwmans & Partners, startdatum 1 juli t/m 31
december 2013) zijn momenteel nog onderhavig aan evaluatie.
19
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Kengetallen
Het verslagjaar 2013 heeft het Maatschappelijk Werk in totaal 1328 cliënten begeleid. Dit
geeft het volgende beeld:
Korte contacten
260
gemiddelde 2010-2012:
206
Een kort contact is een eenmalig contact, van maximaal een uur. De cliënt wordt middels
informatie en advies en/of concrete dienstverlening of bemiddeling naar derden weer op
weg geholpen. De duur van de hulpverlening is maximaal 1 uur.
Uitgebreid kort contact
98
gemiddelde 2010-2012:
149
Een uitgebreid kort contact is een praktische hulp/dienstverlening, het duurt langer dan
een uur of bevat meerdere contacten. Hieronder valt vaker bemiddeling naar of met
andere organisaties. Veelal betreft het 2 à 3 contacten. De duur van de hulpverlening is
gemiddeld 3 uur.
Steun- en leuncontact
52
gemiddelde 2010-2012:
62
Een steun- en leuncontact is een gestructureerde afspraak met een interval van 4 tot 8
weken, gericht op “klankborden” en niet op “veranderen”. Hierdoor kan de klant op een
normaal maatschappelijk niveau blijven functioneren en behoudt betrokkene de regie
over eigen leven.
De hulpverlening is gericht op stabilisatie van de huidige situatie van de klant. Jaarlijks
wordt bepaald of het traject eventueel verlengd wordt. De klanten zijn te typeren als
klanten van “het stille leed” (gezondheid, psychisch, verwerking). Een bijzondere groep
vormt de allochtonen uit het WIN-traject, nadat ze het inburgeringstraject afgerond
hebben. De hulpverlening is bij deze doelgroep gericht op het vergroten van de
zelfredzaamheid en zelfwerkzaamheid. De duur van de hulpverlening is gemiddeld 10 uur
per cliënt.
Vangnetfunctie
56
gemiddelde 2010-2012:
64
Een vangnetfunctie is een structureel vangnet voor klanten die niet of in beperkte mate
sociaal redzaam zijn en niet of nauwelijks te begeleiden zijn naar enige mate van
zelfredzaamheid. Kenmerkend is het crisiskarakter van de interventies. Hiermee wordt
voorkomen dat betrokkene buiten de maatschappelijke kaders geraakt en/of vervalt tot
een zwervend of uitzichtloos bestaan. Kenmerkend is de combinatie van problematiek,
met name op het gebied van financiën, huisvesting, verslaving, werkloosheid en in de
relationele sfeer. De hulpverlening is vaak gericht op het voorkomen van uit huiszetting
of afsluiting nutsvoorziening en het beperken van agressie.
Belangrijk bij de vangnetfunctie van het Maatschappelijk Werk is met name de
bemiddeling naar en samenwerking met andere organisaties. Bijvoorbeeld
verslavingszorg, Sociale Zaken en woningcorporaties. De duur van de hulpverlening per
cliënt is gemiddeld 25 uur per jaar.
De vangnetfunctie van het Maatschappelijk Werk wordt sterk geconfronteerd met de
gevolgen van landelijke bezuinigingen. Merkbaar is dat andere, tweedelijnshulporganisaties, inmiddels vaker verwijzen naar het Maatschappelijk Werk dat daardoor
als laatste opvangmogelijkheid gaat fungeren.
Psychosociale begeleiding
862
gemiddelde 2010-2012:
717
Psychosociale begeleiding is procesmatige hulpverlening, gericht op het anders omgaan
met de ervaren psychosociale problematiek. De duur van de hulpverlening is gemiddeld
10 gesprekken per cliënt per jaar.
20
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Totale instroom:
1328
gemiddelde 2010-2012:
1198
De instroom in 2013 bedroeg 1328 casussen. Deze casussen betreffen “eigen” cliënten
van het Maatschappelijk Werk. Daarnaast zijn door de toename van de integrale aanpak
en ketensamenwerking tussen instellingen, diverse casussen door het Maatschappelijk
Werk opgepakt. Binnen het Maatschappelijk Werk zien we nagenoeg eenzelfde beeld als
voorgaande jaren.
Als richtlijn geldt dat 1 fte gemiddeld 100 zaken per jaar behandelt. (70
begeleidingszaken/30 korte kontakten) met een te verwachten instroom van 1000-1100
klanten/zaken.
Nog steeds blijkt dat een toenemende complexiteit, bureaucratie en verharding in de
samenleving het voor een steeds grotere groep moeilijk maakt om zich zelfstandig te
handhaven. Opmerkelijk is dat het steeds meer gaat om “gewone” mensen, die in een
uitzichtloze spiraal terechtkomen. Het voorkomen van maatschappelijke teloorgang van
het individu, en het vermijden van oplopende kosten voor de samenleving vormen het
uitgangspunt voor de inzet van het Maatschappelijk Werk. Samenwerking met andere
actoren in het veld, zoals afdeling Sociale Zaken van de gemeente, politie en
woningcorporaties is een voorwaarde om tot (nog) betere resultaten te kunnen komen.
In deze al goed lopende samenwerking zal Welsun ook het komende jaar blijven
investeren.
Opvallend is dat de klant vaker zelf het initiatief neemt om zich aan te melden voor
hulpverlening. Dit is verklaarbaar. Door de bekendheid en (betere) samenwerking tussen
ketenpartners in de hulpverlening blijkt dat de toename van met name deze doelgroep
sneller de weg naar het “loket” weet te vinden. Ook de huisarts is evenals voorgaande
jaren de grootste verwijzer. De periode tussen de aanmelding en start
hulpverleningstraject met de hulpverlener, de intake, is de zogenoemde wachttijd.
Tijdens de intakeperiode brengen hulpverlener en cliënt de problematiek in kaart.
Diverse (tweedelijns)organisaties doen een steeds groter beroep op het Algemeen
Maatschappelijk Werk als voorliggende eerstelijnsvoorziening. Er is sprake van een
toenemende complexiteit, ketensamenwerking en een grotere vraag naar specifieke
kennis en competenties voor uitvoerenden en managementinformatie en -rapportage. Als
gevolg van deze ontwikkelingen zijn binnen de hulp- en dienstverlening van het
Algemeen Maatschappelijk Werk de zogenaamde kernteams ingevoerd, te weten:
Schuldhulpverlening,
Huiselijk Geweld,
Opvoedproblematiek,
Basisaanbod.
Organisatorisch heeft dit ertoe geleid dat de aanmeldingen in 2013 als volgt zijn
opgepakt:
- een wekelijks inloopspreekuur Opvoedproblematiek;
- zes wekelijkse inloopspreekuren Schuldhulpverlening;
- drie wekelijkse inloopspreekuren Basisaanbod;
- Huiselijk Geweldzaken (crisis of regulier) gaan rechtstreeks naar de betrokken werkers:
- spreekuur op (basis)school en deelname ZAT overleg
Een aanmelding in het basisaanbod duurt nu zo kort als mogelijk - en zo lang als nodig om voldoende informatie te hebben over problematiek, hulpvraag en cliënt.
Periodiek wordt beoordeeld en geëvalueerd of het doel van de aanpassing van de
werkprocessen via kernteams nog wordt gerealiseerd, te weten om als opdrachtnemer
helder en transparant te zijn naar de opdrachtgever (de gemeente), te borgen dat
Welsun haar onafhankelijke positie behoudt in het werkveld en te voorkomen dat het
21
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Algemeen Maatschappelijk Werk als eerstelijnsvoorziening door andere organisaties
gebruikt wordt als voorliggende voorziening.
Kengetallen
Cijfers AMW
2011
2012
2013
Schuldhulpverlening
Huiselijk Geweld
Opvoedproblematiek
Basisaanbod
Korte contacten
397
34
149
324
256
425
33
159
327
283
592 (250 nieuw en 342 uit 2012)
29 (22 nieuw en 7 uit 2012)
123 (48 nieuw en 75 uit 2012)
324 (168 nieuwen 156 uit 2012)
260 (260 nieuw)
Totaal:
1160
1227
1328 (748 nieuw en 580 uit
2012)
Inkomens- en bestedingsproblemen zijn in 2013 wederom gegroeid en vormen evenals
de voorgaande jaren een grote groep cliënten. De doorstroom van cliënten uit het
voorgaande jaar wordt mede bepaald door monitoring van cliënten gedurende hun
saneringstraject. Ook in 2014 streeft Welsun ernaar om met de ketenpartners nog beter
in te kunnen spelen op preventie en het voorkomen van het ontstaan van (hoge)
schulden.
In 2013 is samen met Bureau Jeugdzorg en GGD Zuid-Limburg verder (mede) vorm
gegeven aan Zorg- en AdviesTeams op de 13 basisscholen.
Betreffende het schoolmaatschappelijk werk valt te melden dat door de vroegtijdige
signalering en interventies op school het effect van de hulpverlening hoog is gebleken en
naar tevredenheid van de school heeft plaatsgevonden.
De maatschappelijke problematiek van huiselijk geweld was evenals in 2012 een
aandachtspunt. In 2013 was het Maatschappelijk Werk bij 29 casussen betrokken. In het
kader van het veiligheidshuis vindt twee-wekelijks uitvoeringsoverleg plaats tussen
professionals van gemeente, politie, Mondriaan, Bureau Jeugdzorg, Reclassering,
Slachtofferhulp en Welsun.
Ten opzichte van voorgaande jaren constateren we wederom dat de tijdsinvestering per
casus in grote mate is toegenomen bij de langdurige hulpverlening (psychosociale
begeleiding). Dit komt onder andere door enerzijds het integraal oppakken van casussen
met ketenpartners. Anderzijds is de problematiek van een casus complexer geworden.
Oorzaak hiervan is de vervaging van normen en waarden in de maatschappij, als wel de
economische recessie, wat bijdraagt aan toename van bijvoorbeeld schulden en
relatieproblemen. Indien deze trend zich blijft voortzetten dan is het onontkoombaar dat
er wachttijden en wachtlijsten ontstaan. Daarbij bemerken we als eerstelijns-voorziening
dat tweede-lijnsinstellingen het Algemeen Maatschappelijk Werk als een voorliggende
voorziening beschouwen en dat besluiten c.q. beslissingsbevoegdheden - in tegenstelling
tot voorgaande jaren – daar ook neergelegd worden. Bijvoorbeeld is dit sterk aan de orde
bij cliënten van een tweedelijns-instelling (Schuldhulpverlening, Jeugdhulpverlening en
Psychiatrie).
Herkomst cliënten
Nieuwenhagen
Schaesberg
Ubach over Worms
Onbekend
22
2013
330
466
340
92
Gemiddelde
voorgaande
27%
38%
28%
7%
320
444
323
80
3 jaren (20102012)
27,5%
38 %
28 %
6,5 %
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
3.1.7
Maatschappelijke begeleiding asielgerechtigden en taalcoaches
De werkbelasting voor de hulpverleners en vrijwilligers is bij deze doelgroep hoger c.q.
zwaarder dan bij andere doelgroepen door met name de verschillen en problemen in taal,
cultuur en opvatting over de hulpverlening.
De doelgroep bestaat uit personen die vanuit een asielzoekerscentra naar aanleiding van
de (landelijke) taakstelling in Landgraaf zijn komen wonen. Daarnaast bestaat de
doelgroep uit enerzijds personen die naar Nederland zijn gekomen in het kader van
gezinshereniging en gezinsvorming. Anderzijds bestaat de doelgroep uit
pardongerechtigden.
De doelgroep krijgt in het kader van de maatschappelijke begeleiding:
opvang en intake, woningbemiddeling, bemiddeling uitkering en trajectbegeleiding inzake
integratie en re-integratie scholing en arbeid.
Na het begeleidingstraject is de doelgroep aangewezen op de reguliere hulpverlening.
Omdat in deze groep vaak sprake is van complexe problematiek, doen zij regelmatig
beroep op het Maatschappelijk Werk (zie eveneens steun- en leuncontact
Maatschappelijk Werk).
Kengetallen
In de maatschappelijke begeleiding asielgerechtigden zaten 41 personen (12 nieuwe
trajecten en 13 doorlopende trajecten. Een traject kan uit meerdere personen bestaan).
Los daarvan zijn in het kader van het project Taalcoach 19 personen (11 nieuw en 8 uit
2012) uit de doelgroep gekoppeld aan een taalcoach (10 vrijwilligers).
4
Dienstverlening Ouderenwerk
Deze verslagperiode zijn 2 medewerkers (2 fte) in de uitvoering werkzaam geweest.
Veel ouderen willen zo lang mogelijk zelfstandig in hun vertrouwde omgeving blijven
wonen. Welzijn en welzijnsvoorzieningen zullen dan ook in de toekomst voor senioren
steeds belangrijker worden. Om dat zelfstandig wonen mogelijk te maken hebben ze
vaak hulp nodig bij onder andere het zoeken naar de juiste voorzieningen op het gebied
van wonen, welzijn en zorg. De professionals in de keten wonen, welzijn en zorg, de
ouderenadviseurs in het bijzonder, helpen hen gericht met het beantwoorden van vragen
en het vinden en verwijzen naar de juiste voorziening. Dit gebeurt en/of in
samenwerking al dan niet met vrijwilligers(organisaties). Zij hebben veel te maken met
ouderen die vereenzamen en een beperkt sociaal netwerk hebben en moeilijk aansluiting
bij anderen vinden. Sommige ouderen hebben een duidelijk andere wens dan familie of
hulpverleners, kiezen voor een bepaalde levenswijze of weigeren hulp. Veel ouderen
hebben te maken met problemen op meer domeinen: naast materiële problemen, ook
problemen op het gebied van lichaam en geest en sociale netwerken.
4.1
Ouderenadvisering
Bij de kerntaak ouderenadvisering ligt de nadruk op het werven, trainen, faciliteren en
coachen van vrijwilligers, die ingezet worden in het project ouderenadvisering.
Momenteel zijn 22 vrijwilligers actief in het project Ouderenadvisering waarvan 5 als
ondersteuner (thuis)administratie, 9 als ondersteuner voor hulp bij het invullen van
belastingformulieren en 8 als ouderenadviseur. Alle vrijwilligers behoren tot de doelgroep
55+.
Sinds 2004 geeft Welsun in Landgraaf in opdracht van de gemeente en op verzoek van
de Seniorenraad uitvoering aan het project Ouderenadvisering, waarvan de kerntaken als
volgt gedefinieerd kunnen worden:
23
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
-
het preventief bezoeken van 75-jarigen in de gemeente Landgraaf met als doel
ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen met een optimaal gebruik van
de voorzieningen op het gebied van wonen, welzijn, zorg en financiën;
het signaleren van vragen en problemen bij deze groep en, daar waar nodig, het
inschakelen van hulp- en dienstverlening;
het in beeld brengen van de woon- en leefsituatie van de ouderen, om zodoende
lokaal ouderenbeleid mede vorm te kunnen geven.
Bij de realisering van de kerntaak ouderenadvisering is bewust gekozen voor een duale
inzet van vrijwillige ouderenadviseurs, in combinatie met een professionele
ouderenadviseur, op basis van gelijkwaardigheid tussen beroepskracht en vrijwilliger.
Motieven voor de inschakeling van vrijwillige ouderenadviseurs zijn dat hierdoor kennis
en kwaliteiten, verworven door werk en levenservaring, behouden blijven voor de
samenleving en de jonge oudere maatschappelijk actief en betrokken blijft op de
samenleving.
De rol van de professionele ouderenwerker van Welsun verschuift in het project deels
van uitvoerder naar coach van de vrijwilligers, waarin het werven, trainen, begeleiden,
faciliteren en ondersteunen van de vrijwilligers belangrijke taken zijn, evenals de
bewaking van de voortgang en kwaliteit van de te leveren dienst. Dit vergt ook een
andere wijze van denken van de beroepskracht en stelt hogere eisen aan zijn
beroepsvaardigheden.
Bij de taakverdeling tussen beroepskracht en vrijwilligers in het project worden de
uitgangspunten gehanteerd, zoals geformuleerd in het landelijke stimuleringsprogramma
Vrijwilligers in Ouderenadvisering, onderschreven door de VNG, MO-groep en CSO. Kort
gezegd wordt hierbij de visie aangehangen van de complementariteit van vrijwilligers en
beroepskrachten in ouderenadvisering:
ouderen ervaren de hulp van de vrijwilliger als een laagdrempelige voorziening en
vrijwilligers weten vaak goed wat er speelt onder ouderen in de buurt/wijk waar
ze wonen. Vrijwilligers behandelen over het algemeen de enkelvoudige vragen via
informatie en advies;
de beroepskracht behandelt de meervoudige, complexe vragen. Beroepskrachten
beschikken immers over professionele kennis over ouderen, voorzieningen en
methodieken van ouderenadvisering en hebben professionele netwerken.
4.2
Huiskamerprojecten
Betreffende de kerntaak ondersteuning van sociaal-culturele activiteiten ligt de nadruk
van het Ouderenwerk bij de ondersteuning en begeleiding van 18 huiskamerprojecten
(circa 1150 leden). Huiskamerprojecten hebben tot doel om de maatschappelijke
participatie en sociale ontmoeting van senioren in hun eigen woon- en leefomgeving te
bevorderen, door bijvoorbeeld deel te nemen door henzelf georganiseerde activiteiten.
In totaal zijn circa 217 vrijwilligers actief als bestuurslid, ondersteuning in het beheer
en/of het organiseren van activiteiten. Circa 50 van de 217 vrijwilligers hebben intensief
contact met medewerkers van Welsun inzake informatie, advies en ondersteuning bij hun
activiteiten en de projecten “Digitalisering huiskamerprojecten” en “Open eettafel”.
Een huiskamerproject is een buurtgerichte ontmoetingsen activiteitenruimte in principe voor alle leeftijdscategorieën, maar vanuit oorsprong in
het bijzonder voor de senioren. Het is een goed bereikbare voorziening dicht bij huis in
de eigen vertrouwde omgeving. Twaalf van de 18 huiskamerprojecten beschikken over
een eigen ontmoetingsruimte, meestal gelegen binnen een seniorencomplex. De anderen
maken gebruik van een ruimte van een verenigingsgebouw, wijkcentrum of kerkzaaltje.
De huiskamerprojecten kennen allen een verenigingsvorm met een eigen bestuur en
vrijwilligersgroepen. Bij het runnen van hun eigen accommodatie en organisatie kan een
24
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
beroep worden gedaan op de hulp, ondersteuning en advies van het Ouderenwerk van
Welsun. De agogische begeleiding bestaat uit coördinatie en ondersteuning en
deskundigheidsbevordering van de besturen en vrijwilligers.
De (senioren)complexen zijn door de woningcorporaties gerealiseerd op basis van de
criteria ‘kleiner wonen’, ‘sociaal veilig’ en ‘dichtbij voorzieningen’. De ontmoetingsruimtes
worden door ouderen-vrijwilligers, verenigd in een bestuur of werkgroep, zelfstandig
gerund op het vlak van beheer en exploitatie, gebruik van de ruimte, financiën en
verzekeringen. De agogische begeleiding door Welsun bestaat met name uit de
coördinatie en ondersteuning van de besturen en vrijwilligers. Dit sluit aan op de visie en
missie van Welsun, evenals het motto ‘voordoen, samendoen, zelfdoen’: in een
inkrimpende verzorgingsstaat dient een groter beroep te worden gedaan op het eigen
initiatief van mensen. Daarnaast is sprake van vergrijzing en een stijgende
levensverwachting, waardoor de zorg- en welzijnsvraag toeneemt in kwaliteit en
complexiteit.
De huidige, doch ook toekomstige huiskamerprojecten dienen gebaseerd te blijven op het
principe van de zelfwerkzaamheid, zelforganisatie en eigen verantwoordelijkheid van
ouderen-vrijwilligers, waarbij de burger vanaf circa 50 jaar vroegtijdig betrokken dient te
worden bij zijn eigen sociale context en de instandhouding en verbetering van zijn eigen
woon- en leefomgeving.
De leeftijd en het vermogen van senioren om zelfstandig activiteiten te organiseren
bepaalt in hoge mate het functioneren van de huiskamerprojecten. Met name de
categorie tussen 55 en 75 jaar is actief; daarboven neemt de mogelijkheid en bereidheid
om activiteiten te organiseren of daarin te participeren af. Ook het voldoen aan externe
regelgeving vormt voor veel huiskamerprojecten een obstakel, zowel organisatorisch als
financieel. Te denken valt aan de aanvraag van een gebruikers- of horecavergunning en
het voorzien in bedrijfshulpverlening. Naast de hieraan verbonden kosten zijn senioren
naarmate ze ouder worden minder bereid de daarvoor noodzakelijke diploma’s te
behalen.
4.2.1
Project Gezamenlijk Eten
Parkstad kent een sterke vergrijzing. Veel ouderen zijn alleenstaand. Op het gebied van
gezond eten betekent dit: alleen boodschappen doen, alleen koken en alleen eten. Dit is
niet gezellig. Vaak hoor je senioren zeggen dat het “in je eentje niet zo lekker smaakt”.
Velen besteden daarom niet veel zorg aan warm, gezond en voldoende eten. Dit is één
van de redenen waarom met het Open Tafel Project werd gestart.
A. Open Tafel Project:
Veel senioren hebben om diverse redenen niet meer de mogelijkheid buitenshuis te eten.
Daarom bootsen we in het huiskamerproject in de Kerkstraat te Waubach de sfeer van
een restaurant na. Vrijwilligers uit het eigen seniorencomplex zorgen voor de gezellige
inrichting en bediening.
Gezamenlijk eten is namelijk een sociaal feestelijk gebeuren, waarvoor men ruimschoots
de tijd neemt. Bewoners worden op deze manier actief bij de organisatie betrokken.
De maaltijden worden geleverd door de afdeling Food & Catering van de Meander
Zorggroep.
Het is de bedoeling om het Open Tafel Project in meerdere huiskamers vorm te geven.
B. Bestaande eetprojecten:
Een aantal huiskamerprojecten kent binnen hun activiteitenaanbod reeds het gezamenlijk
eten. Eén keer per maand of kwartaal wordt “haantjes eten”, chinezen, barbecuen of
brunchen georganiseerd. Het eten wordt door particuliere bedrijven verzorgd. Aan deze
activiteiten nemen gemiddeld 45 tot 65 mensen deel.
25
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
4.2.2
Activiteitenbemiddeling
De activiteitenbemiddeling brengt mensen die gezelligheid zoeken en samen van
activiteiten willen genieten met elkaar in contact. Daarbij kan men denken aan samen
koffiedrinken, een middagje winkelen of samen een hobby uitoefenen. De grootte van de
groepen verschilt van twee personen tot meerdere, afhankelijk van de wens van de
ouderen.
Voor deelname kunnen belangstellenden telefonisch contact opnemen en aangeven wat
hij/zij graag samen met een of meerdere personen zou willen doen. Indien iemand met
dezelfde interesse zicht heeft gemeld, worden de desbetreffende telefoonnummers
doorgegeven.
4.2.3
Administratieve ondersteuning
Thuisadministratie
In onze ingewikkelde samenleving hebben steeds meer zelfstandig wonende ouderen
problemen met het voeren van hun administratie en het bijhouden van hun post.
Een deel van deze mensen kan hiervoor een beroep doen op kinderen, vrienden en
kennissen. Er zijn echter ook veel ouderen die niemand hebben waarop zij een beroep
kunnen doen als het (even) niet meer lukt. In die situatie kan er een beroep gedaan
worden op administratieve ondersteuning. Deze brengt dan in een of meerdere bezoeken
de papieren weer in orde. De administratieve ondersteuners kunnen aansluitend helpen
het overzicht te behouden door 1 x per 2 of 3 weken samen met de klant de papieren te
bekijken. Zij helpen bij wat wel en niet weg kan en bij het ordenen van wat bewaard kan
worden.
Hulp bij het invullen van formulieren
Wekelijks zijn er administratieve ondersteuners op kantoor die behulpzaam zijn bij het
invullen van papieren of aanvragen van voorzieningen. De ondersteuner bekijkt met de
klant de papieren, en vult deze samen met betrokkene in.
Belastingservice
De belastingservice is bedoeld voor mensen die zelf niet in staat zijn de aangifte te doen
en die gezien hun inkomen dit niet bij een professioneel bureau kunnen laten invullen.
Er wordt een kleine kostenvergoeding van € 5 gevraagd voor telefoon en kopieën/prints.
Samen met de klant worden de belastingpapieren ingevuld en opgestuurd naar de
belastingsdienst.
4.2.4
Ontmoetingsgroep voor nabestaanden
Korte tijd na het overlijden van de partner is er voldoende aandacht van familie, vrienden
en kennissen. Na verloop van tijd echter kan deze aandacht verminderen. Het
Ouderenwerk en Maatschappelijk Werk begeleiden betrokkenen via een
ontmoetingsgroep. Het verdriet en pijn is voor iedereen herkenbaar. Men kan er met
elkaar over praten. Samen wordt gezocht naar mogelijkheden om het verdriet een plaats
te geven. In 2013 is 1 ontmoetingsgroep gestart waaraan 9 personen deelgenomen
hebben.
4.3
Kengetallen Ouderenwerk
De instroom van ouderen over het jaar 2013 geeft het volgende beeld:
Vrijwillige ouderenadviseurs:
Aantal personen 1 of meerdere keren bezocht 75 jarige: 163 personen
85 jarige : 75 personen
26
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
8 vrijwillige ouderenadviseurs, 1 keer per maand vergadering.
De vrijwilligers worden indien er vragen en problemen zijn individueel ondersteund.
6 themabijeenkomsten, belastingaangifte 2012, dementie, Altijd weekend, palliatieve
zorg, Behoud kwaliteit van leven voor ouderen, osteopathie
Door gemeente georganiseerde netwerkbijeenkomst over Eenzaamheid.
Administratieve ondersteuning:
Thuisadministratie:
72 personen worden maandelijks of twee maandelijks door 5 vrijwilligers bezocht.
Invullen van formulieren:
Ongeveer 160 ouderen hebben gebruik gemaakt van deze voorziening.
Belastingservice:
9 vrijwillige belastingadviseurs hebben 450 belastingaangiftes 2012 ingevuld.
Samenwerkingsprojecten:
Altijd Weekend:
In 2013 is er een themadag georganiseerd door Gemeente, KBO, GGD, en het
ouderenwerk van Welsun over gezond ouder worden onder de titel Altijd Weekend.
Er zijn diverse voorbereidingsbijeenkomsten in 2013 geweest.
Harteklop:
Diverse overleggen met de drie wijkontmoetingspunten, open eettafels, project samen
koken, samen eten, Kerst- en Paashuiskamer, denktank.
Multi Disciplinair Overleg Huisarts Boode:
6 maal per jaar overleg met Huisarts, praktijkondersteuner, zichbare schakels,
zorgconsulente, fysiotherapeut en het ouderenwerk van Welsun.
Netwerk vrijwilligers:
2 maal per jaar overleg met Ruggesteun, KBO, Zonnebloem, De Diaconie van diverse
parochies, het ouderenwerk van Welsun over de huisbezoeken waarbij meerdere
instanties betrokken zijn of personen zijn doorverwezen .
Contacten:
KBO, Harteklop, vrijwilliger ouderenwerk en beroepskracht organiseren 2 maal per jaar
een bijeenkomst voor personen die een maatje zoeken.
Het afgelopen jaar hebben 40 personen deze bijeenkomst bezocht en hebben 20
personen afspraken gemaakt om nader kennis te maken met elkaar.
Ouderenmishandeling:
2 maal per jaar wordt er door de GGD een netwerkbijeenkomst Ouderenmishandeling
georganiseerd.
Deze bijeenkomsten worden door een beroepskracht van het maatschappelijk – en
ouderenwerk bezocht.
27
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
5
Dienstverlening Buurt-opbouw-jongerenwerk
In 2013 heeft het Buurt-opbouw-jongerenwerk 5 medewerkers (4,75 fte) ter beschikking
gehad. Na de reorganisatie van 2004 is Welsun begonnen met de operationalisering van
het welzijnswerk-nieuwe-stijl. In dat verband is toentertijd bepaald om terug te gaan
naar de kern van het Buurt-opbouw-jongerenwerk: zorgen dat mensen elkaar
ondersteunen, gebruikmaken van netwerken en zelf problemen oplossen.
Hierbij is een bewuste keuze gemaakt voor een meer efficiënte en flexibele inzet van
personeel in het kader van employability. De functie van buurt-opbouwwerker en die van
jongerenwerker zijn gecombineerd. Inhoudelijk betekent dit dat de beroepskracht zich
meer en meer richt op de kerntaken en dat naast dit eigenlijke, agogische werk een
accentverschuiving zal optreden in de richting van het (meer) werven, begeleiden en
ondersteunen van een vrijwilligerskader en het leren organiseren en faciliteren van
doelgroepen. Als gevolg hiervan zal de jongerenwerker zich vooral richten op de
agogische taken die basaal overeenkomen met die van de buurt-opbouw-werker, die
vanuit zijn professie meerdere doelgroepen kent, waaronder die van jongeren. Deze
agogische taken zijn:
het tot stand brengen en onderhouden van sociale verbindingen;
het ontwikkelen van een eigen identiteit;
het bevorderen en stimuleren van samenwerking en samenhang tussen de
diverse doelgroepen.
Met deze visie sluit Welsun enerzijds aan op de noodzaak om als gevolg van de
bezuinigingen van de afgelopen jaren meer in te zetten op het zelflerend vermogen en de
eigen verantwoordelijkheid van burgers. Anderzijds anticipeert Welsun hiermee op de
interactieve beleidsvorming die de gemeente Landgraaf nastreeft en waarbij burgers en
instellingen actief betrokken worden bij het beleid via overleg aan de hand van
onderscheiden thema’s. De voorbeeldfunctie van een vrijwilliger aangestuurd door een
beroepskracht dient daarbij als kweekvijver voor toekomstig kader van vrijwilligers voor
bijvoorbeeld doelgroepen en verenigingen.
De beperkte middelen (menskracht; geld) maken een nog efficiëntere en effectievere
inzet van personeel noodzakelijk, met kortere en snellere communicatielijnen. Hierbij
dient Welsun als organisatie meer dan ooit keuzes te maken en prioriteiten te stellen.
Daarnaast is het wenselijk om het Buurt-opbouw-jongerenwerk te laten aansluiten op
enerzijds het wijkgericht werken van de gemeente waarbij elke dorpskern zijn eigen
wijkcoördinator kent en anderzijds prestatieveld 1 van de Wmo, namelijk de sociale
samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten. Dit om te komen tot een
betere kruisbestuiving tussen gemeente, burgers en Welsun. Ook sluit dit goed aan op de
visie van Welsun die in het jaar 2004 is geïntroduceerd, het voordoen, samendoen en
zelf doen, wat ook beantwoordt en nauw aansluit op het welzijn-nieuwe-stijl. De ervaring
leert dat in bepaalde situaties het veel effectiever is als burgers elkaar ondersteunen dan
dat professionals dit doen. Uiteraard is wel iemand nodig om die burgers bij elkaar te
brengen. Daar is een buurt-opbouw-werker voor nodig, die geen specialist is maar een
generalist. Voordeel van deze visie is dat het mensen minder afhankelijk maakt en het
bespaart geld.
Bij het Buurt-opbouw-jongerenwerk wordt het volgende bedrijfsvoeringmodel
gehanteerd: per dorpskern is er een contactfunctionaris die eveneens aan elkaar
gekoppeld zijn als schaduwfunctionaris. Elke wijk- c.q. contactfunctionaris is
verantwoordelijk voor wat er binnen zijn wijk gebeurt en dient hiervoor verantwoording
af te leggen aan zijn mentor en de directeur-bestuurder. Binnen elke wijk is de betrokken
beroepskracht verantwoordelijk voor de jongerenaccommodatie die zich hierin bevindt, te
weten:
- Buurt- en jongerencentrum De Molt;
- Jongerenhome Heigank;
- Jongerenhome Basement.
28
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
5.1
Ambulant jongerenwerk
Jongerenwerk is een vrijblijvende vorm van begeleide vrijetijdsbesteding voor (groepen)
jongeren, uitgevoerd door agogische beroepskrachten en met een pedagogische
doelstelling: het begeleiden van jongeren op weg naar zelfstandigheid en volwassenheid
door te werken aan een positieve gedragsbeïnvloeding. Bij het ambulant jongerenwerk
gaat het erom jongeren op hun eigen ontmoetingsplekken op te zoeken en ze vervolgens
individueel of in groepsverband ondersteuning in combinatie met activiteiten te bieden.
Deze vorm van jongerenwerk bevindt zich op het snijvlak van vrijetijdsbesteding en
dienstverlening. De doelgroep bestaat voornamelijk uit jongeren vanaf de
leeftijdscategorie 14 tot 23 jaar. Het ambulant jongerenwerk speelt zich voornamelijk op
straat af of op die plekken waar jongeren te vinden zijn (diverse hangplekken,
jongerenhomes etc.).
De rol van het jongerenwerk is die van intermediair tussen de leefwereld van jongeren en
de bredere sociale context (leefomgeving; instellingen, regelgeving). Door contactlegging
met de jongere en het leggen van een vertrouwensrelatie probeert de agoog het gedrag
van de jongeren te beïnvloeden. Het jongerenwerk is echter niet alleen
belangenbehartiger van jongeren, maar heeft ook een bemiddelende rol naar anderen,
zoals buurtbewoners, onder andere in conflictsituaties.
Uitvoering van het jongerenwerk vindt in samenspraak met het ambulant jongerenwerk
plaats, omdat zij ook de contacten hebben met de jongeren in de betrokken wijk.
Belangrijk om op te merken is dat de kaders en spelregels van het jongerenwerk door
Welsun - c.q. de jongerenwerkers - worden aangegeven en niet door de doelgroep c.q.
de jongeren in kwestie. Jongeren kunnen slechts in de jongerenhomes terecht onder de
condities die Welsun stelt. De agogische krachten bepalen naar eigen inzicht of jongeren
in voorkomende gevallen de toegang tot het jongerenhome ontzegd wordt. De facilitering
die het jongerenwerk jongeren biedt (agogisch; ruimtelijk; programmatisch) dient
daarmee door de jongeren verdiend te worden en is geen vanzelfsprekendheid.
In 2011 is Welsun in de jongerenhomes gestart met de ‘pilot’ sociaal beheerders, dit zijn
gekwalificeerde vrijwilligers die de activiteiten met jeugd ondersteunen onder
verantwoordelijkheid en regie van de beroepskracht van het Buurt-opbouwjongerenwerk.
In de praktijk is gebleken dat het opbouwen van een relatie met jongeren een complex
proces is dat door incidenten aan verandering onderhevig is. Verandering van
samenstelling van groep en groepsgrootte enerzijds en anderzijds het feit dat het
opbouwen van een relatie met een groep complex is door tijdgebrek (prioriteiten moeten
stellen) als gevolg van de dubbelfunctie. Daarnaast blijkt er een discrepantie te bestaan
tussen belangen (behartigen) van buurtbewoners, groepen en jongerengroepen.
5.1.1
Ambulante activiteiten
De activiteiten zijn gericht op het bevorderen van volwaardige participatie van jongeren
in de samenleving en op individuele zelfredzaamheid bij deelname aan het
maatschappelijk leven. Door de vertrouwensrelatie van de jongerenwerker
met de jongeren kan een brug geslagen worden tussen behoeften van jongeren
en de eisen die in de samenleving worden gesteld. Een belangrijk neveneffect is
veelal dat jongeren die actief bezig zijn of waarmee een vertrouwensrelatie is
ontstaan minder overlast veroorzaken, waardoor het veiligheidsgevoel in de buurt of wijk
verbetert.
29
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Jaaroverzicht activiteiten ambulant jongerenwerk 2013
Nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
Activiteit
Indoor Soccer
Indoor Soccer
Lasergamen
Groep
Beatrixstraat
Hoefveld
Europaweg
Indoor Soccer
Indoor Soccer
Karten
Bowlen
Graffiti project
Indoor Soccer
Indoor Soccer
Lasergamen
Indoor Soccer
Indoor Soccer
Indoor Soccer
Kegelen/Boogschieten
Indoor Soccer
Indoor Soccer
Indoor Soccer
Hoefveld
Lijsterbes 2
vv Schaesberg
Bei de Ling
Kakert
Lijsterbes 1
Hoefveld
Lijsterbes 2
Basement
Hoefveld
Op de Kamp
Wendelstraat
Hoefveld
Beatrixstraat
Op de Kamp
Aantal.deeln.
17
10
11
Periode
Maart
Maart
Maart
14
7
11
10
40
20
18
10
12
12
13
15
18
12
11
Juli
Juli
Juli
Juli
Juli
Juli
Juli
Augustus
Oktober
Oktober
Oktober
November
November
November
December
Bij ambulant werk worden de activiteiten ook ingezet om een beter contact te krijgen
met nieuwe groepen jongeren en te bezien hoe de groepsdynamica in elkaar zit. Hierdoor
ziet de jongerenwerker sneller bij wie ze moeten zijn om afspraken te maken (leiders),
waardoor (nog) beter resultaat geboekt kan worden. Dit jaar is deze aanpak gebruikt bij
de nieuwe groepen Lijsterbes 1, Lijsterbes 2, Wendelstraat, Bei de Ling, v.v. Schaesberg
en Europaweg Zuid. Dit preventief contact heeft ertoe geleid dat één groep is doorgeleid
naar een jongerenhome en voor twee groepen een hangplek is gerealiseerd. Ook is een
aantal groepen op een sportieve manier bezig geweest, wat ervoor gezorgd heeft dat het
gedrag van de groepen beter inzichtelijk is geworden om zo eventuele overlast te
voorkomen. Een ander voorbeeld van hoe een activiteit een positieve invloed kan hebben
op de sociale cohesie in een wijk is het Graffiti Project in de Kakert. Hier hebben
bewoners en jongeren enige dagen (week) samengewerkt om een muurwand in de wijk
op te knappen door middel van graffiti. Het geheel werd afgesloten met een buurtfeest.
Ambulante jongerenwerkers hebben daarnaast nog verschillende organisaties, bewoners
en jongeren/kinderen ondersteund tijdens de diverse nationale actiedagen, zoals
bijvoorbeeld: NL Doet, Burendag, Buitenspeeldag en Kindervakantiewerk. Dit heeft ertoe
geleid dat de jongerenwerkers nog meer bekendheid hebben gekregen in de wijken en
ook kennis hebben gemaakt met buurtbewoners (potentiële melders of ouders van
jongeren) en jongere jeugd (toekomstige jongeren op straat).
5.2
Accommodatiegebonden jongerenwerk
De jeugdaccommodaties brengen een veelheid aan diversiteit van jongeren bij elkaar
(arm en rijk, jong en oud, autochtoon en allochtoon). Het stelt hen in staat elkaar te
ontmoeten en deel te nemen aan een breed spectrum van activiteiten binnen onze
faciliteit. Met het voorzieningenaanbod van jongerenhomes wordt tevens
tegemoetgekomen aan behoeften die bestaan bij de jongeren (samen tijd met elkaar
doorbrengen, activiteiten organiseren, etc.).
30
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
5.2.1
Leren beheren jongerenaccommodaties
Jongeren kunnen elkaar in een ongedwongen sfeer ontmoeten, contacten leggen, hun
sociale vaardigheden ontwikkelen en deelnemen aan activiteiten die hen aanspreken.
Onder het motto ‘voordoen, samendoen, zelfdoen’ stelt Welsun zich ten doel jongeren te
leren zelfstandig een accommodatie (jongerenhome) te beheren en te onderhouden,
waar zij kunnen deelnemen aan inloop- en ontmoetingsactiviteiten van sociaal-culturele
en -recreatieve aard. Het accent ligt hierbij op zelfwerkzaamheid, vrijwilligerswerk en
zelfbestuur van jongeren. Door het ‘leren beheren’ wordt het eigen initiatief, de
zelfstandigheid, de zelfredzaamheid en het probleem-oplossend vermogen van jongeren
vergroot.
De activiteiten in de jongerenhomes zijn gericht op het bevorderen van volwaardige
participatie van jongeren in de samenleving en op individuele zelfredzaamheid bij
deelname aan het maatschappelijk leven. Een neveneffect is veelal dat jongeren die
actief bezig zijn minder overlast veroorzaken, waardoor het veiligheidsgevoel in de buurt
of wijk verbetert. Samenwerking, coördinatie en afstemming van beleid vindt plaats met
ouders, verenigingsleven, gemeente, onderwijs, politie, buurtorganisaties,
jeugdhulpverlening en interne disciplines van Welsun (o.a. Algemeen Maatschappelijk
Werk).
Het betreft de accommodaties: jongerenhome Basement (Abdissenbosch); jongerenhome
Heigank (Nieuwenhagen) en buurthuis De Molt (Kakert).
“Leren beheren” is een continu proces, waarvan elke fase zijn eigen inhoud kent:
in een voorfase ziet de agoog van Welsun erop toe dat aan een aantal
randvoorwaarden voor jongerenhomes wordt voldaan (opstellen huisregels,
inschatten vaardigheden/niveau van de groep, veiligheidsgaranties, etc.);
“voordoen”: de agoog is in de beginfase van de activiteit fysiek frequent aanwezig
en begeleidt de jongeren intensief. Centraal staan contactlegging met de
doelgroep, het opbouwen van een vertrouwensrelatie en procesbegeleiding
(praten, uitleggen, corrigeren);
“samendoen”: de agoog is in deze laatste fase periodiek aanwezig, komt zo nu en
dan langs, is mobiel bereikbaar, houdt de jongeren in de gaten, controleert en
corrigeert waar nodig;
“zelfdoen”: de jongeren zijn in staat het home zelfstandig te runnen, waardoor de
inzet van de agoog beperkt kan blijven tot ondersteuning op afroep en
interventies waar nodig.
Resultaat
In de praktijk is gebleken dat het leren beheren een tijdrovend en kwetsbaar proces is.
Door regelmatige wisselingen van jongeren binnen de groepen moet het proces vaak
opnieuw worden opgestart of bijgesteld. Ook moet er voor nieuwe groepen extra tijd
worden vrijgemaakt. De aanwezigheid en inzet van de jongerenwerker is sterk
afhankelijk van de fase waar de groepen zich in bevinden. Ook het aantal avonden en het
aantal groepen die gebruik kunnen maken van de ruimte is afhankelijk van de fase
waarin de groep zich bevindt. In dit verband is in 2013 verder voortgebouwd met de
‘pilot’ sociaal beheerders voor de jongerenruimtes. Dit zijn gekwalificeerde vrijwilligers
die de activiteiten met jeugd ondersteunen onder verantwoordelijkheid en regie van de
beroepskracht van het Buurt-opbouw-jongerenwerk.
Het jongerenhome Basement is het afgelopen jaar volop in gebruik genomen en volledig
geaccepteerd door de buurt (Abdissenbosch). Er hebben in 2013 drie groepen (Bei de
Ling, Akkerwinde en Europaweg Zuid) gebruikgemaakt van onze faciliteit, variërend in de
leeftijd van 14 tot 24 jaar (2 avonden in de week) en het aantal jongeren bedraagt circa
45 personen. De groep Bei de Ling, maakt sinds zomer 2013 geen gebruik meer van de
faciliteit, omdat deze niet meer op straat te vinden is. Aan het eind van de zomer 2013 is
in plaats van de Bei de Ling-groep, de Europaweg-Zuid-groep toegeleid naar de
31
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Basement. De groep zit momenteel in de fase van het voordoen. De tweede groep
(Akkerwinde) zit momenteel in de fase van samendoen.
In 2013 heeft Basement voor meerdere doeleinden gefungeerd en niet alleen voor de
recreatie van de jongeren. Welsun heeft de ruimte gebruikt voor bijeenkomsten tussen
de jongeren en de burgemeester en tussen jongeren, buurtbewoners van Ubach over
Worms en verschillende ketenpartners van Welsun. Het doel van deze verschillende
bijeenkomsten was om de verschillende partijen bij elkaar te brengen, om gezamenlijk
naar oplossingen te zoeken in diverse conflicten.
Tevens heeft Basement in 2013 meegedaan aan NL-Doet en hebben de vaste bezoekers
van Basement samen met de jongerenwerkers van de gelegenheid gebruikgemaakt om
de ruimte op te knappen. Hierdoor hebben de jongeren meer verantwoordelijkheden
genomen om de ruimte op orde te houden.
Het jongerenhome Heigank leent zich voor gebruik door meerdere groepen. Er is wel
verloop onder de groepen, de groepen wisselen nogal eens van samenstelling en dit
betekent dat afspraken inzake beheer en gebruik (“leren beheren”) van de ruimte aan
verandering onderhevig zijn.
In 2012 is besloten om de Heiveld-groep (voordoen) na de zomer te splitsen om de
zelfstandigheid te bevorderen. De woensdaggroep (14+) bevond zich aan het begin van
2013 in de fase voordoen. Door een meer activiteitgericht aanbod te creëren voor de
groep en deze hierin te laten participeren wordt langzaamaan de fase van samendoen
bereikt. Gezien hun jonge leeftijd zijn de criteria aangepast en is het niet mogelijk om de
groep alleen te laten in het gebouw. De groep assisteert bij projecten als Burendag en
Buitenspeeldag in Heiveld. Door een beter contact met de buurt en zinvolle tijdsbesteding
is overlast op straat van deze groep reeds sinds 2012 verdwenen.
De donderdaggroep (16+) bereikte in 2012 de fase samendoen. In 2013 heeft de groep
zich verder ontwikkeld met sturing van de jongerenwerker, waardoor zij snel de fase
‘zelfdoen’ bereikt hebben. Na een aantal maanden zelfstandig te hebben gefunctioneerd
werd de groep niet meer aangetroffen op straat en heeft de groep na de vakantie
(augustus) aangegeven geen behoefte meer te hebben aan een avond in het
jongerenhome. In 2012 is een nieuwe groep ‘De Eik’ (18+) doorverwezen naar de
maandagavond in het jongerenhome. De groep is doorgestroomd vanuit het maandelijks
sportaanbod Indoor Soccer. De groep bestaat uit gemiddeld 30 personen. Sinds 2013
komen er geen overlastmeldingen meer binnen vanuit (de voormalige hotspot) Oude
Landgraaf waar de groep zich ophield. Het afgelopen jaar is gepoogd om de stap van
‘samen doen’ naar ‘zelf doen’ te maken. Dit bleek nog een stap te ver aangezien de
groep elkaar niet genoeg corrigeert. De groep heeft tijdens NLDoet 2013 meegeholpen
met het opknappen van de jongerenruimte. Dit resulteert niet alleen in een mooiere
locatie, maar ook dat de gebruikers zich verantwoordelijk voelen voor de ruimte.
Halverwege 2013 is een nieuwe groep doorgeleid naar jongerenhome De Molt. Het gaat
hier om een tienergroep, tussen 12 en 14 jaar, die voortkomt uit de kinderclub van de
Molt. Ze maken voor één avond in de week gebruik van deze faciliteit. De groep zit nog
in de fase van voordoen en bestaat uit een vijftal jongeren. Tevens wordt de ruimte
gebruikt om vanuit ambulant werk een activiteit te bieden (film, spelletjes, darten, etc.)
aan jeugd uit Schaesberg.
5.2.2
Accommodatiegebonden activiteiten
De activiteiten zijn gericht op het bevorderen van volwaardige participatie van jongeren
in de samenleving en op individuele zelfredzaamheid bij deelname aan het
maatschappelijk leven. Door de vertrouwensrelatie van de jongerenwerker met de
jongeren kan een brug geslagen worden tussen behoeften van jongeren en de eisen die
in de samenleving worden gesteld. Een belangrijk neveneffect is veelal dat jongeren die
actief bezig zijn of waarmee een vertrouwensrelatie is ontstaan minder overlast
veroorzaken, waardoor het veiligheidsgevoel in de buurt of wijk verbetert.
32
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Accommodatiegebonden activiteitenoverzicht 2013
Nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Jongerenhome Basement
Aantal
Activiteit
Groep
d.n.
Filmavond
Woensdag
12
Dart-toernooi
Woensdag
10
Voetbalwedstrijd kijken
Woensdag
11
Voetbalwedstrijd kijken
Woensdag
12
Pool-toernooi
Woensdag
8
Filmavond
Woensdag
10
Biljarten
Filmavond
Lasergamen
Voetbalwedstrijd kijken
Dart-toernooi
Paintball
FIFA-toernooi
Voetbalwedstrijd kijken
Minigolf
Gamen
Pool-toernooi
Kickertoernooi
Filmavond
Bowlen
Woensdag
Woensdag
Dinsdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Vrijdag
Maandag
Maandag
Maandag
Woensdag
Woensdag
8
8
8
11
10
15
10
10
22
6
7
8
13
15
Jongerenhome Heigank
Aantal
Nr.
Activiteit
Groep
d.n.
Woensdag
12
21 Pingpong-toernooi
Filmavond
Woensdag
13
22
33
Periode
Januari
Januari
Februari
Februari
Maart
Maart
April
April
April
Mei
Mei
Juni
Augustus
September
September
Oktober
Oktober
November
November
December
Periode
Januari
Januari
23 Zaalvoetbal
24 Darten
Woensdag
15
Januari
Woensdag
10
Februari
25 Poker-toernooi
26 Bordspellen
Woensdag
10
Februari
Woensdag
11
Februari
27 Pool-toernooi
28 Zaalvoetbal
Woensdag
13
Februari
Maandag
15
Maart
29 Dropping
30 NLDoet
Woensdag
31 Drama
32 FIFA-toernooi
33 Wandeling
34 Kaarten
35 Barbecue
36 Barbecue
7
Maart
11
Maart
Woensdag
8
Maart
Woensdag
9
Maart
Woensdag
6
Maart
Donderdag
8
Maart
Woensdag
16
Juni
Maandag
25
Juni
37 Bowlen
38 Lasergamen
Woensdag
14
Juni
Woensdag
14
Juni
39 Airsoft
40 Indoor Soccer
Maandag
21
Juni
Maandag
20
Juli
41 Bowlen
Maandag
13
Juli
42 Basketbal
Woensdag
14
Juli
43 Pingpong-toernooi
Woensdag
8
Augustus
Maandag
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
44 Dart-toernooi
Woensdag
7
Augustus
45 Quiz
Woensdag
8
Augustus
46 Pool-toernooi
Woensdag
9
Oktober
47 Drugsquiz Mondriaan
Woensdag
13
Oktober
48 Drugsquiz Mondriaan
Maandag
20
Oktober
49 Filmavond
Woensdag
7
Oktober
50 Dropping
Woensdag
16
November
51 Kaarten
Maandag
h8
November
52 Bowlen
Maandag
15
December
53 Grotbiken
Woensdag
15
December
9
December
54 Karten
Nr.
Maandag
Jongerenhome De Molt
Activiteit
55 Gamen
Groep
Lijsterbes
Aantal
d.n.
6
Periode
Oktober
Resultaat
Door middel van deze activiteiten zorgen de jongerenwerkers ervoor dat de jeugd die
niet aangesloten is bij een sportclub, hetgeen veel voorkomt bij de doelgroep, toch
regelmatig aan beweging toekomt. Door een gevarieerd aanbod en te werken vanuit de
vraag van de jeugd zelf, komt men in aanraking met (nieuwe) sporten waarvan ze vooraf
geen weet van hadden. Op deze manier kunnen de jongeren er zelf achter komen waar
hun interesses en kwaliteiten liggen. Dit heeft ertoe geleid dat meerdere personen zich
hebben aangemeld bij een vereniging (airsoft/voetbal) en dat jongeren naast het aanbod
van jongerenwerk nu zelf ook regelmatig zelfstandig gaan sporten (zaalvoetbal, poolen).
Zij hebben door dit aanbod vanuit het jongerenwerk een zinvolle vrijetijdsbesteding
ontwikkeld die hun dagelijkse ritme op een positieve manier doorbreekt. Voor het
jongerenwerk zijn activiteiten een middel, groepsdynamica kan beter in kaart worden
gebracht. Zo leert men onder andere hoe men een fase van een activiteit kan
organiseren en plannen, of in teamverband kan werken. Daarnaast is het een middel om
contact te leggen met nieuwe groepen. Doordat Welsun de jongeren iets kan bieden,
worden hun interesses voor het jongerenwerk gewekt. Welsun hanteert het ‘voor wat,
hoort wat’-principe. Als jongeren gebruik willen maken van een activiteit moeten zij zich
wel goed gedragen in het jongerenhome of op de locatie waar zij zich bevinden.
5.3
Jongeren Op Straat (JOS)
Meldingen via instanties
Bij het JOS-project is gekozen voor een
integrale benadering van de
overlastproblematiek die wordt
100%
veroorzaakt door jongeren.
90%
Samenwerking, coördinatie en afstemming
80%
van beleid vindt plaats met politie,
70%
gemeente, JPP en interne disciplines van
60%
Welsun. Vanuit deze kernpartners wordt
50%
bekeken welke andere instanties
40%
eventueel betrokken kunnen worden.
30%
Bijvoorbeeld onderwijsinstanties, ouders,
20%
BJZ, het verenigingsleven,
10%
buurtverenigingen, jongeren, bewoners,
0%
etc.
2010
2011
2012
2013
Het JOS-overleg heeft er het afgelopen
jaar naar gestreefd om het aantal
overlastmeldingen, veroorzaakt door jongeren, dat bij de politie binnenkomt beter in
34
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Overig
Gemeente
Welsun
Politie
kaart te krijgen, wat ook gelukt is. (zie grafiek ‘meldingen via instanties’ op deze
pagina).
Resultaat
Aantal meldingen
300
250
200
150
100
50
0
Ondanks dat er meer meldingen van
politie zijn binnengekomen dan in 2012
is het totaal aantal meldingen
jeugdoverlast in 2013 slechts met 3
gestegen ten opzichte van het
voorgaande jaar en drastisch
verminderd ten opzichte van 2010 en
2011 (zie grafiek). Het gaat in 2013 om
132 meldingen. De directe en integrale
aanpak van JOS heeft effect gehad.
Doordat er tijdens de bijeenkomsten
meteen actie wordt uitgezet en voor
alle partners duidelijk is wat de
afspraken zijn, is het in veel gevallen
2010
2011
2012
2013
snel opgelost. De jongerenwerkers
nemen contact op met melders indien
gewenst (afgelopen jaar 61 keer). Op deze manier worden de melders meteen op de
hoogte gebracht van de JOS-aanpak en kunnen met vragen terecht bij de
jongerenwerkers. Bij hotspots (vaste locaties waar jeugd staat) kan het zijn dat de
aanpak over een langere termijn pas werkt. Hotspots worden benoemd door de JOSpartners nadat een hoog aantal meldingen is binnengekomen of preventief vanuit de
Meldingen per wijk
100%
90%
80%
70%
60%
Nieuwenhagen
50%
Schaesberg
40%
Ubach over worms
30%
20%
10%
0%
2010
2011
2012
2013
rondes die politie en jongerenwerk maken.
Voor de volledige gegevens van JOS wordt verwezen naar het jaaroverzicht JOS 2013.
5.4
Aanpak (criminele) jongerengroep in Landgraaf
Begin 2012 is de samenwerkingsdriehoek gemeente, politie en justitie gestart met de
integrale aanpak van de problematiek van een groep jongeren, waarvan een deel
crimineel gedrag vertoont. Deze gezamenlijke aanpak was gelet op de problematiek
noodzakelijk. In dat verband heeft het jongerenwerk zich vooral beziggehouden met het
uitvoeren van diverse activiteiten met het doel: het contact in stand houden, de nieuwe
formatie van de groepen in kaart brengen en de overlast beperken. De integrale aanpak
35
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
heeft ertoe geleid dat deze jeugdgroep in 2013 in omvang sterk is afgenomen. Deze
jeugdgroep blijft onder de (extra) aandacht van de jongerenwerkers.
5.5
Project Social media
De ‘Social media’ spelen een steeds grotere rol in ons leven. Denk aan Twitter, Hyves,
Facebook, MSN, YouTube, WhatsApp, Tinder, enzovoorts. Het is inmiddels uitgegroeid tot
een onmisbaar communicatiemiddel, juist óók voor jongeren. Uit onderzoek blijkt dat het
gebruik van social media onder jongeren alleen maar toeneemt. Jonge internetters
maken steeds vaker gebruik van sociale netwerken om informatie uit te wisselen.
Volgens STADEadvies besteden 13-16-jarigen ruim 1 uur per dag aan onder andere MSN
en Hyves en is 90% van de jongeren tussen 17 en 25 jaar actief op sociale netwerken als
Facebook en Twitter. Hiermee lopen Nederlandse jongeren voorop in Europa.
De social media worden steeds waardevollere tools in het jongerenwerk. Als
jongerenwerker blijft men namelijk snel en gemakkelijk op de hoogte van waar jongeren
mee bezig zijn. Daarnaast bieden social media een extra kanaal om met jongeren in
contact te komen en te blijven. Sinds de opstart, medio 2008 met MSN-messenger,
hebben zich vervolgens ruim 400 jongeren aangemeld en hebben diverse jongeren
(groepen) contact gezocht om hulp te vragen. De vragen gaan over persoonlijke
problemen zoals conflicten met politie en buurtbewoners, opzetten van activiteiten en
doorstroom naar jongerenhomes. Door de jongeren op deze manier te ‘horen’ ontstaat
vaak een ander en beter inzicht dan wij bij dezelfde jongeren op straat hebben. Het
project heeft het contact met de jongeren nog verder verbeterd en ertoe geleid dat
jongeren gemakkelijker individueel kunnen worden aangesproken. Het project wordt
echter ook gebruikt om jongeren van activiteiten te laten weten via de digitale snelweg,
met kans op een hogere opkomst bij een activiteit.
In het najaar van 2013 zijn social media Hyves en MSN verdwenen en zijn al de
contacten voornamelijk via Facebook gegaan. Inmiddels heeft het jongerenwerk
Facebook 398 ‘vrienden’. Facebook wordt tot op heden voornamelijk gebruikt door een
oudere doelgroep (16+), terwijl Hyves vooral gebruikt werd door de 12- tot 16-jarigen.
Het jongerenwerk heeft ook een Twitter-account, maar deze wordt nog niet optimaal
gebruikt. Er moet nog gezocht worden naar een manier waarop deze ingezet kan worden
naast Facebook zodat hij meerwaarde heeft. In 2014 moet er gekeken worden naar hoe
de jongerenwerkers nog beter kunnen aansluiten op de (digitale) belevingswereld van de
jongeren.
5.6
Sociaal-culturele activiteiten voor kinderen en tieners
5.6.1
Kinder/tienerclubs
Via een divers aanbod van sociaal-culturele en -educatieve activiteiten stelt Welsun zich
ten doel om de individuele ontwikkeling en maatschappelijke ontplooiing van kinderen en
tieners te bevorderen op het gebied van hun creativiteit, spel, sociale vaardigheden en
normen en waarden.
Kern van het aanbod vormen activiteiten op het gebied van ontmoeting, recreatie en
educatie, in het bijzonder kinderwerk en tienerdisco. Welsun zorgt zo nodig voor:
ruimtelijke facilitering;
het werven, begeleiden en ondersteunen van vrijwilligers;
organisatorische en inhoudelijke ondersteuning;
het signaleren van eventuele individuele of maatschappelijke problematiek bij de
doelgroep.
Ook bij de ondersteuning van activiteiten van de doelgroep kinderen/tieners/jeugd ligt de
nadruk op zelfredzaamheid, eigen kracht en actief burgerschap. Door de (jarenlange)
ervaring met de methodiek van voordoen, samendoen en zelfdoen (mede)organiseren de
36
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
buurtopbouw/jongerenwerkers activiteiten met het doel om buurtbewoners zelfstandig te
laten worden en op eigen kracht en in nauwe samenwerking met hun omgeving een deel
van zijn/haar problemen op te lossen. De activiteiten bieden tevens op een betaalbare
manier een alternatief voor kinderen die vaak financieel niet in staat zijn om van de
duurdere activiteiten gebruik te maken. De meeste vrijwilligers zijn buurtbewoners die
zich inzetten om op die manier voor de eigen buurt iets te kunnen betekenen. De ouders
en verzorgers van kinderen helpen actief mee met het organiseren van activiteiten en
waar nodig zorgen ze zelf voor het vervoer. Deze activiteiten vinden in het oude gebouw
van de basisschool Bei de Ling en het buurthuis De Molt plaats, waar de bewoners een
enorme bijdrage leveren aan het opknappen en onderhouden van deze gebouwen. Dat
maakt deze activiteiten laagdrempelig, toegankelijk voor iedereen en duurzaam.
Resultaat
Kinderen en tieners nemen deel aan sociaal-culturele en -educatieve activiteiten, leggen
contacten met elkaar, leren hun inventiviteit en creativiteit te gebruiken, verbeteren hun
sociale vaardigheden, spelen samen en leren hun concentratie te verbeteren. Tevens
wordt maatschappelijk isolement voorkomen.
Kinderwerk Lauradorp (Funny’s): gemiddeld 30 kinderen per week, 6 vrijwilligers.
Binnen het wekelijkse aanbod kan Welsun inmiddels een aantal jaren gebruik maken van
een extra subsidie vanuit de gemeente, bedoeld om sport en bewegen bij kinderen en
jongeren te stimuleren. Door deze subsidie is Welsun in staat een aantal sportieve
activiteiten te organiseren die zonder deze subsidie niet zouden plaatsvinden, te weten:
schaatsen, bowlen, klimmen, rodelen, gebruik sporthal, zwemmen e.d.
5.6.2
Kindervakantiewerk
Ieder jaar organiseert Welsun in samenwerking met diverse belangenverenigingen en
vrijwilligers het Kindervakantiewerk.
De regie, coördinatie, programmering en begeleiding ligt mede in handen van Welsun.
Het Kindervakantiewerk wordt in drie wijken gedurende twee weken georganiseerd: de
eerste week in Ubach over Worms (Lauradorp en Abdissenbosch) en de tweede in
Schaesberg en Nieuwenhagen. De gehele activiteit wordt door meer dan 20 vrijwilligers
ondersteund. De meeste activiteiten worden binnen de gemeente Landgraaf
georganiseerd, in samenwerking met diverse plaatselijke organisaties zoals het IVN.
Sinds 2009 is Welsun bezig geweest met de realisatie van een deelproject binnen het
kindervakantiewerk Landgraaf. Welsun biedt sinds 2009 ruimte voor jonge vrijwilligers
die deelnemen aan de activiteiten als aspirant-vrijwilligers. Het achterliggende idee van
het project is om tieners te introduceren bij het vrijwilligerswerk, met het doel om zich in
te zetten voor de medemens. Enerzijds hebben ze zo een gezonde en leerzame
dagbesteding en anderzijds kunnen ze hiermee leren om anderen te helpen en het idee
van vrijwilligerswerk te stimuleren.
In dat kader is een vrijwilligster van kindervakantiewerk genomineerd voor de beste
vrijwilliger van het jaar in de categorie 14-17 jaar. Deze is uiteindelijk ook samen met
een andere vrijwilliger de winnaar geworden van deze categorie.
Vanaf 2009 heeft Welsun in totaal 7 vrijwilligers kunnen werven voor deze functie.
Resultaat
In totaal nemen circa 160 kinderen in de leeftijd van 7 tot 13 jaar deel aan het
Kindervakantiewerk en 20 vrijwilligers. Deze activiteit heeft niet alleen een recreatief
karakter, maar ook wordt veel aandacht besteed aan educatie, kunst en cultuur. Het
Kindervakantiewerk is niet alleen een leuke activiteit tijdens de zomervakantie, maar ook
een leerzame, waarmee de kinderen leren met elkaar om te gaan, samen te spelen,
bewegen, sporten en kennismaken met de natuur en de gemeente waar ze in wonen.
37
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Daarnaast is het Kindervakantiewerk een goede en zinvolle activiteit voor heel veel
kinderen die om verschillende redenen niet in staat zijn om op vakantie te gaan of tijdens
de zomervakantie een andere, zinvolle dagbesteding hebben.
Tegenwoordig leven kinderen vaak niet gezond, ze zitten grotendeels van de tijd achter
de computer of televisie en de meeste contacten vinden via sociale media plaats. Tijdens
het Kindervakantiewerk kunnen ze meer in beweging komen, meer met elkaar spelen en
elkaar (beter) leren kennen. De afgelopen tijd wordt meer aandacht besteed aan gezond
eten en gezond leven.
5.7
Buitenspeeldag
Met dit project geeft Welsun een lokale invulling aan de Buitenspeeldag (voorheen
straatspeeldag) die mede door Veilig Verkeer Nederland wordt georganiseerd, met als
doel om aandacht te vragen voor het veilig spelen van kinderen op straat en
verkeersonveilige situaties in buurten en wijken, via het organiseren van ludieke
activiteiten voor kinderen in een straat die voor alle verkeer wordt afgezet. Het
werkgebied en doelgroepen betreffen diverse buurt- en wijkbewoners, met name
kinderen en hun ouders.
Het aanbod wordt gevormd door spelactiviteiten op het terrein van ontmoeting, recreatie
en educatie, in het bijzonder gerelateerd aan verkeers(on)veiligheid. Welsun zorgt voor:
- het werven, begeleiden en ondersteunen van vrijwilligers;
- organisatorische en inhoudelijke ondersteuning;
- algehele coördinatie.
Resultaat
Kinderen worden erop attent gemaakt om veiliger met speelsituaties op straat om te
gaan en nemen deel aan sociaal-culturele en -recreatieve activiteiten.
Samenwerking, coördinatie en afstemming van beleid vindt plaats met ouders,
basisscholen, Veilig Verkeer Nederland, politie, gemeente (Openbare Werken),
bewonersorganisaties en interne disciplines van Welsun (buurtbeheer en opbouwwerk).
Dit jaar werden op 9 verschillende locaties activiteiten op straat georganiseerd. 15
organisaties (scholen en buurtorganisaties) hebben met 200 vrijwilligers voor circa 2000
kinderen en 750 ouders een veilige speeldag op straat mogelijk gemaakt.
5.8
Buurthuis De Molt
Buurthuis De Molt is een ruimtelijke voorziening in de buurt de Kakert, waarin een
veelheid aan sociaal-culturele activiteiten en maatschappelijke voorzieningen bijeen is
gebracht. Als zodanig vervult De Molt de rol van multifunctionele voorziening ten
behoeve van de hele buurt de Kakert, die traditioneel als achterstandsbuurt geldt.
Welsun stelt ruimtelijke faciliteiten ter beschikking en zorgt voor agogische
ondersteuning. De agoog werft, begeleidt en ondersteunt vrijwilligers en samen zorgt
men voor planning, voorbereiding en uitvoering van een veelheid aan activiteiten. Het
aanbod bestaat onder meer uit:
- kinder(vakantie)werk;
- tienerwerk;
- jongerenwerk,
- binnenhuissporten;
- educatieve activiteiten.
Daarnaast kunnen buurtbewoners in De Molt terecht voor informatie en advies(avonden)
en hebben diverse groepen hun thuisbasis in het buurthuis gevonden.
38
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Resultaat
Het buurthuis brengt een veelheid aan klanten en doelgroepen (arm en rijk, jong en oud,
autochtoon en allochtoon) bij elkaar, stelt hen in staat elkaar te ontmoeten en deel te
nemen aan een breed spectrum van activiteiten. Met het voorzieningenaanbod van De
Molt wordt tevens tegemoetgekomen aan behoeften die bestaan in de buurt. Hierdoor
wordt bijgedragen aan zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de buurt en ontstaan
contacten tussen de diverse bevolkingsgroepen in de Kakert.
Door het multifunctioneel karakter van het buurthuis kunnen buurtbewoners zich zowel
individueel als maatschappelijk optimaal ontplooien en gebruikmaken van voorzieningen
die er voor hen in onze maatschappij zijn. Daarmee wordt de sociale infrastructuur van
de Kakert verbeterd en de sociale cohesie bevorderd.
Samenwerking, coördinatie en afstemming van beleid vindt plaats met de wijkagent,
HEEMwonen, buurtverenigingen, basisscholen, gemeente, en interne disciplines van
Welsun (onder andere Algemeen Maatschappelijk Werk).
Kengetallen
-
kindervakantiewerk: 45 deelnemers, 10 vrijwilligers;
kinderwerk: gemiddeld 45-50 kinderen per week, 8 vrijwilligers;
tienerwerk: 15 kinderen, 3 vrijwilligers;
binnenhuissporten: gemiddeld 100 deelnemers per week;
buurtoverleg/inloop: gemiddeld 20 deelnemers per week;
gebruikersgroepen (13): gemiddeld 120 deelnemers per week.
5.9
Netwerken en relatiebeheer
Onder de naam Netwerken en relatiebeheer initieert en participeert Welsun in
multidisciplinaire samenwerkingsverbanden rondom de doelgroep jeugdigen en jongeren,
met als doel het bespreken van individuele casussen, het signaleren van ontwikkelingen
in buurten en wijken waar het jeugdigen betreft en het bevorderen van integrale
samenwerking tussen betrokken actoren.
De doelgroep bestaat voornamelijk uit jongeren van circa 12-23 jaar, met name zij in
meervoudige achterstandssituaties. Het werkgebied omvat de gemeente Landgraaf.
De afgelopen periode heeft Welsun deelgenomen aan diverse netwerken, zoals het
Jeugdbeleid, het Wijkbeheer en Breedtesport. Daarnaast wordt deelgenomen aan het
project Veiligheidshuis. Hierin wordt specifiek aandacht besteed aan (opvoedings)
problematiek van jeugdigen uit Landgraaf. Het ambulant werk levert hiervoor gegevens
aan en participeert waar mogelijk in de aanpak.
Resultaat
Een beter inzicht in de leef- en denkwereld van jongeren; een afgestemde aanpak van
jeugd- en jongerenbeleid en probleemsituaties waarin jongeren verkeren;
gemeenschappelijke bestrijding van overlast door jongeren. Ook participeert Welsun in
het gemeentelijk interventieteam, gerelateerd aan de nota Integrale veiligheid. Het team
wil beleidsadviezen geven op thema’s als overlast, jeugdcriminaliteit en veilige
leefomgeving. De afgelopen periode is het interventieteam 6 maal bij elkaar geweest.
Diverse malen heeft Welsun deelgenomen aan workshops rond wijkgericht werken.
Welsun heeft haar ondersteuning toegezegd om het wijkgericht werken in Landgraaf te
ontwikkelen. Zij wil bewonersgroepen op dit onderdeel extra ondersteunen door middel
van deskundigheidsbevordering. Welsun gaat deelnemen aan de wijkplatforms en blijft
op uitvoerend niveau actief in de reguliere buurtoverleggen.
Samenwerking, coördinatie en afstemming van beleid vindt plaats tussen de interne
disciplines van Welsun, scholen, politie, gemeente en jeugdzorginstellingen.
39
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
5.10
Opbouwwerk en wijkbeheer
Opbouwwerk-wijkbeheer is een buurtgerichte werkmethodiek waarbij het gaat om de
instandhouding en het vergroten van de leefbaarheid van de buurt, gebaseerd op
zelfwerkzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van buurtbewoners en instellingen. Dit
willen de beroepskrachten van Welsun bereiken door burgers en instellingen te leren
(weer) invloed uit te oefenen op de buurt en knelpunten hierin en hen te leren (weer)
inspraak te krijgen op het beleid en de uitvoering daarvan. Dit vergt een andere inzet
van werkers: geen vanzelfsprekende en alle buurten en wijken omvattende
ondersteuning meer, maar meer beantwoordend aan de vraag van de burger en gericht
op zelfwerkzaamheid en zelfverantwoordelijkheid. Doelgroepen worden gestimuleerd zelf
buurt- en wijkgerichte initiatieven te ontwikkelen, de ondersteuning van de agoog is
meer op afstand en op afroep en gericht op het ontwikkelen en in stand houden van
overleg en samenwerking tussen betrokken actoren. Het is van belang zicht te krijgen op
hoe het wijkgericht werken-proces in elkaar zit. Vanuit het motto ‘samen aan de slag met
uw vragen en wensen’ bestaat het wijkgericht werken-proces op hoofdlijnen uit vijf grote
stappen of fasen. De rol en participatie van de inwoners verschilt per fase. Iedere fase
mondt uit in een product:
1.
het analyseren: inwoners en professionals bekijken samen hoe het ervoor staat in
de wijk op het gebied van de leefbaarheid, dat wil zeggen de stand van zaken en
ontwikkelingen in de wijk. De participatie van inwoners heeft in deze fase vooral
de vorm van consultatie of meer nog samenspraak. Deze fase mondt uit in een
wijkanalyse;
2.
het agenderen en prioriteren: inwoners en professionals bepalen samen welke
zaken aangepakt moeten worden om de leefbaarheid te verhogen en het bepalen
van de prioriteit daarvan. Ook nu neemt de participatie van de inwoners vooral de
vorm aan van consultatie of meer nog samenspraak. Deze fase mondt uit in twee
producten: de wijkagenda en aandachtspunten voor aanpassing van en/of nadere
uitwerking van beleid van de wijkbewoners, gemeente en partners;
3.
het uitwerken van initiatieven: inwoners en professionals bepalen samen de acties
die genomen moeten worden om aan zaken op de wijkagenda een vervolg te
geven en bekijken wie bereid is mee te werken aan het oppakken van die
initiatieven. De participatie van inwoners in dit wijkprogramma neemt nu
meerdere vormen aan: consultatie, samenspraak, meedoen en meebeslissen;
4.
het uitvoeren: inwoners en professionals realiseren gezamenlijk initiatieven zoals
opgenomen in het wijkprogramma. Participatie neemt in deze fase de vorm aan
van co-produceren en mede-uitvoeren. Deze fase moet uitmonden in tastbare en
voelbare resultaten op bepaalde aspecten van de leefbaarheid in de wijk, vooral
op de thema’s die op de wijkagenda zijn gezet;
5.
het verantwoorden: inwoners en professionals bepalen gezamenlijk de resultaten
die zijn behaald met het realiseren van de initiatieven uit het wijkprogramma.
Deze worden beschreven in het wijkverslag. Participatie van inwoners neemt
hierbij vooral de vorm aan van consultatie.
Resultaat
Instellingen en bewoners werken integraal samen aan de instandhouding en/of
verbetering van de woon- en leefomgeving en de aanpak van knelpunten.
Er is een grotere participatie van bewoners en instellingen ontstaan, gezamenlijk leert
men invloed uit te oefenen op de woon- en leefomgeving via het opzetten en uitvoeren
van kleinschalige projecten en een buurtgerichte werkwijze. Dit heeft bijgedragen aan
een verbeterde sociale samenhang en leefbaarheid van de wijk en buurt. Daarbij leren
buurtbewoners en andere samenwerkingspartners in de wijk verantwoordelijkheid te
dragen voor de aanpak van problemen, ze nemen deel aan buurt- en wijkgerichte
activiteiten en participeren in overleg.
Vanuit het team opbouwwerk/jongerenwerk is deelgenomen aan de buurt-overlegvergaderingen.
40
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Het werkgebied en doelgroepen zijn met name de bewoners en instellingen uit de
buurten Heiveld, Achter de Haesen, ’t Eikske, Abdisschenbosch, Kakert, Lauradorp,
Rimburg, Achter den Winkel, Lichtenberg, Achter het Klooster en Leenhof.
5.11
Kleinschalige wijkactiviteiten
Naar aanleiding van verzoeken van bewonersgroepen om activiteiten in de wijken te
blijven stimuleren (BOS), heeft de gemeente in de nota Jeugdbeleid een bedrag
gereserveerd voor kleinschalige wijkactiviteiten. Het buurt-opbouw-jongerenwerk van
Welsun coördineert dit project.
Het doel van de kleinschalige wijkactiviteiten is activering van burgers tot het
organiseren van kleinschalige wijkactiviteiten die ten doel hebben om verbindingen
tussen de diverse wijkbewoners van verschillende leeftijdscategorieën te leggen en te
bevorderen.
Resultaat
-
Voorkoming en bestrijding van maatschappelijk isolement;
Vorming en versteviging van sociale verbanden;
Doorbreking van de anonimiteit in buurten en wijken;
Bevordering van (volks)gezondheid;
Respectvol omgaan van buurt en jeugd op straat.
In het kader van de kleinschalige wijkactiviteiten zijn er afspraken gemaakt met de
combinatiefunctionarissen van Sport & Leisure Park (SLP) om dit project gezamenlijk op
te pakken. Een deel van deze activiteiten is in directe samenwerking met de
combinatiefunctionarissen van SLP, de buurt-opbouw-jongerenwerkers van Welsun en
buurtorganisaties tot stand gekomen. Deze samenwerking heeft geleid tot ontwikkeling
van betere communicatienetwerken, zowel bij professionele partners als bij de
verschillende bewonersverenigingen.
Output 2013
aantal uitgevoerde activiteiten: 21
aantal deelnemers per leeftijdscategorie:
7-19 jaar:
647
20-39 jaar:
729
40-59 jaar:
993
60- en ouder:
923
Totaal:
3292
Aantal deelnemers per wijk in het kader van voordoen / samendoen / zelfdoen:
41
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
60-ouder
40-59
20-39
0-19
wijken/leeftijdscategorie
Totaal
aantal
deelnemers
per wijk:
SCHAESBERG
157 173 192 258
780
UBACH OVER WORMS
143 238 591 405
1377
NIEUWENHAGEN
335 318 205 180
1038
Landgraaf geheel
12
0
5
80
97
Activiteit in geheel Landgraaf:
Seniorenmiddag & jongeren.
Activiteiten per wijk:
Nieuwenhagen:
Buurtbrunches, Sinterklaas in de buurt, Burendag Oud Nieuwenhagen, BuurtKerstontmoeting, Buurt-ontmoetingsmiddagen, Door de buurt, Voor de buurt.
Ubach over Worms:
Zomerfestival Lauradorp, Fietstocht (Lauradorp), GPS-tocht Ubach over Worms,
Kerstactiviteit Rimburg, Fietsentocht, Wandelactiviteit Groenstraat.
Schaesberg:
Buurtbrunches, Sinterklaas in de buurt, Buurtdag Lichtenberg, Kerstmarkt Eikske,
Kerstbezoek ouderen.
5.12
Project Preventie en Vroegsignalering
De eigen kracht van de burger is het uitgangspunt bij zowel preventie van problemen als
het vroegtijdig signaleren. In plaats van een directe aanvraag in te dienen voor een
(dure) individuele voorziening dient eerst gekeken te worden naar (goedkopere)
alternatieven in het eigen sociaal netwerk (familie, buurt en wijk). Jarenlang zijn de
individuele voorzieningen een gemeengoed geweest wat de gemeenschap geld gekost
heeft. Gezien de financiële middelen die de lokale overheid ter beschikking heeft, en de
toenemende vergrijzing in Landgraaf, is een andere manier van denken en doen
noodzaak en wenselijk. Gedragsverandering, waar gemeente en ketenpartners
gezamenlijk de schouders onder gezet hebben middels het project Preventie en Vroegsignalering. Het project is een initiatief van de gemeente Landgraaf, Meander Zorggroep,
HEEMwonen en Welsun en hanteert het uitgangspunt dat iedere burger moet kunnen
meedoen in de samenleving. Dat is het uitgangspunt van de Wmo én van het project. De
basisgedachte is dat het merendeel van de mensen ook zelf kan deelnemen aan onze
samenleving en zelf hulp zoekt als dit niet lukt. Er zijn echter ook mensen die dit niet op
eigen kracht kunnen en daarbij hulp nodig hebben. Normaal gesproken komen zij dan uit
bij één van de hulpverlenende instanties. Deze kunnen hulp en zorg bieden vanuit hun
eigen vakgebied. Vaak is het nodig om meerdere instanties te benaderen. Zo kan
bijvoorbeeld een aanpassing in de woning nodig zijn én is er thuiszorg nodig via één van
de zorgverleners, maar is er ook sprake van vereenzaming. Het is niet altijd even
duidelijk hoe alles dan geregeld moet worden. Voor dit alles zijn binnen het project
Preventie en Vroegsignalering in Landgraaf 3 wijkteams in het leven geroepen waarin
medewerkers van de samenwerkingspartners participeren.
De wijkteams zijn als het ware de intermediairs van de hulp of zorg die de burger nodig
heeft. Zij helpen om goed in beeld te brengen waar de burger hulp kan gebruiken. Ze
42
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
bekijken ook met de burger de verschillende mogelijkheden om die hulp te kunnen
organiseren. Waar nodig legt het wijkteam contact met instanties of de personen die
ondersteunend kunnen zijn in het oplossen van de hulpvraag. Daar waar mogelijk en
zeker bij complexere problematiek heeft de burger uiteindelijk één contactpersoon.
Welsun weet vanuit de praktijk dat hier ook behoefte aan is, niet alles zelf moeten
regelen met verschillende instanties maar één contactpersoon die hulp en zorg op maat
regelt.
Het wijkteam is er ook in gespecialiseerd om de vraag naar hulp en zorg vroeg te kunnen
herkennen. De leden van het team kijken daarbij verder dan tot nu toe gebruikelijk is.
Een signaal voor hulp bij bijvoorbeeld de huisarts, de woonconsulent of binnen een
huiskamerproject kan aanleiding zijn om een gesprek aan te gaan.
Zowel het idee van één hulp- en zorgintermediair als het vroegsignaleren en oppakken
van problemen maakt het wijkteam van groot belang bij het kunnen bieden van hulp en
zorg op maat.
Proces:
Het project Preventie en Vroegsignalering is een project en proces dat de komende jaren
zijn bestaansrecht moet bewijzen. Er is gezocht naar een gemeenschappelijke factor die
alle deelnemende partijen bindt, namelijk het vroegtijdig interveniëren waardoor dure
middelen later of niet nodig zijn en er dus sprake is van preventie. Daarnaast heeft
iedereen er belang bij dat de burger zo lang mogelijk op een goede wijze kan blijven
wonen in zijn of haar (eigen) leefomgeving. Dit willen de ketenpartners bereiken door te
stimuleren dat burgers (meer) voor elkaar zorgen, elkaar helpen en bijstaan en leren de
problemen in buurten en wijken grotendeels zelf op te lossen (‘voor en met elkaar’),
zodat men de zorg en hulp die eerder nog door de professionele organisatie werd
verleend, niet langer nodig heeft.
43
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
5.13
Pilotproject Samen voor elkaar in de buurt
Vanaf 1 januari 2015 wordt de gemeente Landgraaf verantwoordelijk voor de uitvoering
en financiering van bijna alle vormen van maatschappelijke ondersteuning van haar
inwoners. Het rijk draagt een groot gedeelte van zijn taak op het gebied van werk,
langdurige zorg en jeugd over aan de gemeenten, maar stelt daarvoor minder geld
beschikbaar. Er zal daarom méér gedaan moeten worden met minder geld. Maar de
overdracht van taken biedt ook kansen. Voor het eerst krijgt de gemeente zeggenschap
over praktisch het hele sociaal-maatschappelijke terrein. Het wordt daarom mogelijk om
dwarsverbanden te leggen tussen Wmo en AWBZ, de jeugdzorg en het terrein van werk
en inkomen. Door ze te bundelen kunnen verschillende vormen van ondersteuning
efficiënter worden aangeboden. Door bij de uitvoering van verschillende regelingen
intensiever samen te werken voor cliënten met een meervoudige problematiek, kunnen
professionals winst boeken. Niet alleen in financieel opzicht, maar ook in prestaties,
kwaliteit van leven en menselijk geluk. Voorwaarde daarbij is dat gewerkt wordt volgens
het principe: 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur!
Actieve samenleving
In Landgraaf wordt werk gemaakt van een samenleving waarin iedereen actief deelneemt
naar eigen mogelijkheden. Burgers zijn zelfredzaam. Wie dit (even) niet is, krijgt een
steuntje in de rug. In eerste instantie vanuit de mensen in de directe omgeving, maar als
dat niet kan, dan zorgt de gemeente voor een goed vangnet.
Zorgzame samenleving
De samenleving die de gemeente Landgraaf voor ogen heeft is een zorgzame. Zorg is
niet alleen een verantwoordelijkheid van de overheid, maar een gemeenschappelijke taak
van ons allemaal. Iets voor elkaar willen betekenen en elkaar helpen als het nodig is:
Samen voor elkaar! Hulp en ondersteuning moeten gegarandeerd zijn voor de mensen
die dat hard nodig hebben; ondanks de bezuinigingen en ondanks het toenemend aantal
mensen met een ondersteuningsvraag als gevolg van de vergrijzing.
Ondersteuning dichtbij
De gemeente krijgt de kans om de zorg voor kwetsbare inwoners te versterken, minder
ingewikkeld te maken en wijkgericht en dichtbij mensen te organiseren. Zij volgt de
landelijke ontwikkelingen op de voet en gaat door met de voorbereidingen op de taken
die op ons afkomen. Het gaat over kwetsbare groepen mensen. Zij hebben er recht op
dat de gemeente haar zaken goed geregeld heeft: en daar wordt voor gezorgd!
Proeftuinen
De gemeente gebruikt het komend jaar om ook in de twee proeftuinen ‘Gezinscoach’ en
‘Bureau Jeugdzorg’ – samen met maatschappelijke instellingen – te onderzoeken wat wel
en niet werkt. Voor wat betreft de proeftuin Gezinscoach wordt verwezen naar 3.1.4.
Bureau jeugdzorg beoordeelt de toegang tot de jeugdzorg. In het kader van de proeftuin
Bureau Jeugdzorg is die taak verplaatst naar de gemeente om te kunnen beoordelen of
dit bijdraagt aan een snellere en efficiëntere hulpverlening aan kinderen en gezinnen. Als
de hulpvraag complex is of als er meerdere hulpverleners bij een gezin betrokken zijn,
wordt een zorgoverleg georganiseerd. In dat overleg wordt afgesproken wie de
zorgcoördinator is. Zorg en hulp worden zo dicht mogelijk bij het gezin georganiseerd.
Dat betekent dat kinderen en gezinnen niet worden overgedragen aan specialisten, maar
dat de specialisten erbij worden gehaald.
Eén toegang voor alle ondersteuningsvragen
Daarnaast werkt de gemeente Landgraaf samen met de Landgraafse organisaties op het
gebied van Welzijn en Zorg aan één integrale toegang voor alle ondersteuningsvragen op
het gebied van jeugd, Wmo en participatie. In 2014 wordt gestart met een proeftuin
Integraal Toegangsteam (ITT) Ubach over Worms. In dit team werken verschillende
zorg- en dienstverleners, bijvoorbeeld een WMO consulent gemeente, een
44
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
maatschappelijk werker, een wijkverpleegkundige en een consulent van MEE, samen. Ze
werken letterlijk in de wijk, dichtbij de bewoners. Ze kennen de wijk en gaan persoonlijk
in gesprek met inwoners over hun ondersteuningsvraag. Daardoor ontstaat er een beter
beeld over de mogelijkheden en talenten van de bewoners, over hun omgeving en de
voorzieningen in de wijk. Op deze manier worden zorg en welzijn met elkaar verbonden.
De inwoners krijgen zo veel mogelijk te maken met maar één aanspreekpunt in de wijk.
Thuis aan de keukentafel of op een rustige plek in de eigen buurt wordt hun
ondersteuningsvraag besproken en wordt samen gekeken naar mogelijke oplossingen.
Wijkontmoetingspunt Heereveld
Het ITT wordt gekoppeld aan een wijkontmoetingspunt. Hiertoe wordt Heereveld
verbouwd om als laagdrempelig wijkontmoetingspunt voor de wijk Ubach over Worms te
kunnen dienen. Het is de bedoeling om ook ITT’s voor Nieuwenhagen en Schaesberg in
te richten die op hun beurt ook weer gekoppeld zullen worden aan
wijkontmoetingspunten in de beide wijken.
De wijkontmoetingspunten zijn niet alleen een fysieke voorziening maar ook het
organisatorisch geheel van voorzieningen in de wijk, waar mensen activiteiten uitvoeren,
gebruik maken van voorzieningen, elkaar ontmoeten en terecht kunnen voor informatie.
Een goede onderlinge afstemming is daarbij erg belangrijk. Zo vindt er overleg plaats
tussen het wijkontmoetingspunt Heereveld en Park ter Waerden over mogelijke sport- en
zorgarrangementen. Ook wordt onderzocht of aan het wijkontmoetingspunt een
wijkbelbus gekoppeld kan worden om de vervoersmogelijkheden in de wijk te vergroten.
Aandacht voor vrijwilligers en mantelzorgers
Van alle zorg die wordt verleend wordt ongeveer 80% gedaan door mantelzorgers. Ze
doen hun werk met liefde. Maar niet zelden is dit werk ook zeer zwaar. Nog meer
belasting kan leiden tot twee patiënten bij de huisarts: de zieke en zijn verzorger. Dat
moet voorkomen worden. De gemeente Landgraaf bekijkt, samen met een aantal
maatschappelijke organisaties op het gebied van de informele zorg, hoe vrijwilligers en
mantelzorgers zo goed mogelijk kunnen worden ingezet om kwetsbare burgers in de wijk
te ondersteunen. Wat zijn daarbij de (nieuwe) taken en hoe kunnen die het beste worden
georganiseerd? Hoe kunnen de vrijwilligers en mantelzorgers het beste worden begeleid
en opgeleid om de gevraagde ondersteuning zo goed mogelijk te kunnen leveren? Hoe
kunnen vrijwilligers en mantelzorgers, elk met hun eigen talenten, zo goed en snel
mogelijk worden ingezet als daarom gevraagd wordt? Hoe kunnen zij zo goed mogelijk
worden ondersteund?
Ondersteuning moet anders
Er ontstaat een nieuwe realiteit. En dat maakt het noodzakelijk dat de ondersteuning van
kwetsbare inwoners anders wordt aangepakt. In de praktijk blijkt dat het
ondersteuningsaanbod niet altijd aansluit bij de werkelijke vraag en behoefte van de
inwoners. Er wordt gewerkt met ingewikkelde regels. Professionals zijn ook bezig met
administratie en het afleggen van verantwoording. Inwoners krijgen daardoor soms niet
in die mate de zorg of ondersteuning waar ze om vragen. Ook komt het te vaak voor dat
er meerdere hulpverleners naast elkaar in een gezin actief zijn. Krachten worden niet
gebundeld. Daarnaast weet iedereen dat de kosten in de zorg blijven stijgen en de
beschikbare budgetten slinken. Gemeenten krijgen er vanuit het rijk extra taken bij die
ze met minder geld moeten uitvoeren. Iedereen beseft dat er bespaard moet worden op
de kosten. Een dat kan door de ondersteuning een stuk (kosten)efficiënter te maken: het
roer moet om!
Tegen deze achtergrond is in Landgraaf het pilotproject Samen voor elkaar in de buurt
van start te gaan, te weten in de buurten: Oud Nieuwenhagen en het Eikske. De
doelstelling van dit project kan als volgt worden gedefinieerd:
Beeldverandering:
45
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
* Structureel en eenduidig de boodschap uitzenden dat een beroep op de overheid wat
betreft Wonen, Zorg en Welzijn voorafgegaan moet worden door een onderzoek om
deze vragen eerst op een andere manier op te lossen (inzet eigen kracht of buurthulp).
Zelfredzaamheid en eigen kracht:
* Mensen die een beroep doen op Wonen, Zorg en Welzijn bevragen op talenten die zij
kunnen inzetten in de naaste omgeving en in de buurt. Dus naast de (zorg) VRAAG ook
een (eigen) AANBOD aan de orde stellen.
Stimuleren burgerparticipatie:
* Structureel en eenduidig de boodschap uitzenden dat elke burger verantwoordelijkheid
draagt voor het welslagen van de samenleving. Bewoners gevoelig maken om in de
naaste buurt open te staan voor “hulpvragen” van buurtgenoten en hen te
ondersteunen om de “hulpvraag” op te pakken met een aanbod.
* Structureel en eenduidig de boodschap uitdragen dat hulp verlenen aan elkaar
bijdraagt aan sfeer en leefbaarheid in buurten.
* Talentenbank opzetten en vraag en aanbod ‘matchen’.
Pilotproject Samen voor elkaar in de buurt Oud Nieuwenhagen:
Pilotperiode:
1 mei - 1 december 2012.
Werkgebied:
Sunplein- Heiveldstraat- Marijkestraat - Burgemeester Gijssenstraat- OlympiastraatIrenestraat- Margrietstraat- Zuster Theodelindestraat- Burgemeester Loysonstraat.
Projectpartners:
gemeente Landgraaf, Vrijwilligerscentrale, Meander Zorggroep, HEEMwonen,
Seniorenraad, Platform Vrijwilligerswerk, Welsun en bewoners.
Resultaat en kengetallen:
Doelstelling:
6 buurtbulletins
10 actieve buurthulpers
diverse activiteiten
30 (10%) personen moeten hulp
aan elkaar hebben geboden
Bewoners organiseren
buurtactiviteiten
Talentenbank opzetten
Gerealiseerd:
6 buurtbulletins
10 actieve buurthulpers
10 buurt-ontmoetingsmiddagen
20 ‘matches’
NLDoet/ burendag/ Deelname rommelmarkt
Aanvang opzet talentenbank, 30 talenten
genoteerd
Pilotproject Samen voor elkaar in de buurt Eikske:
Pilotperiode:
1 mei – 31 december 2013.
Werkgebied:
Honigmanstraat, Mijn Carlstraat, Eikske, Michiel de Ruyterstraat, Maarten
Trompstraat,Piet Heinstraat, De Wendelstraat en Jan van Galenstraat.
Projectpartners:
gemeente Landgraaf, Vrijwilligerscentrale, Meander Zorggroep, HEEMwonen,
Seniorenraad, Platform Vrijwilligerswerk, Welsun en bewoners.
46
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Resultaat en kengetallen:
Doelstelling:
4 buurtbulletins
6 actieve verenigingen
diverse activiteiten
30 (10%) personen moeten hulp
aan elkaar hebben geboden
Bewoners organiseren
buurtactiviteiten
Gerealiseerd:
4 buurtbulletins
6 actieve verenigingen
Burendag, veiligheidsavond, overleg werkgroep
20 ‘matches’
Talentenbank opzetten
Aanvang opzet talentenbank, 30 talenten
genoteerd
5.14
Burendag 2013
Veiligheidsavond
Nationale actiedagen
Welsun heeft verschillende organisaties geholpen en gesteund tijdens de diverse
nationale actiedagen, zoals NL.Doet en de Burendag. Welsun is niet alleen actief geweest
tijdens de activiteit, maar biedt ook ieder jaar de mogelijkheid om de organisaties te
steunen met de aanvraag en de voorbereidingsfase. Natuurlijk wordt ook hier de
methodiek van het ‘voordoen, samendoen, zelfdoen’ toegepast, zoals bij meerdere
activiteiten die Welsun samen met lokale initiatieven organiseert.
NL.Doet:
Projectpartners:
bewonersorganisaties, verenigingen uit de wijk en Welsun.
Resultaat:
- Opknappen jongerenhome Basement;
- Opknappen jongerenhome Heigank;
- Opknappen buurthuis De Molt (15/16 maart).
Burendag:
Projectpartners:
bewonersorganisaties, verenigingen uit de wijk en Welsun.
Resultaat en kengetallen:
- 2 activiteiten in Nieuwenhagen;
- 2 in Schaesberg.
5.15
Buurtbemiddeling
De organisatie en coördinatie van Buurtbemiddeling
Buurtbemiddeling Landgraaf wordt geregisseerd door de Stuurgroep Buurtbemiddeling
die 1 maal per jaar in vergadering bijeenkomt en waaraan de volgende organisaties
deelnemen:
Gemeente: Beleidsmedewerker Afdeling Openbare Orde en Veiligheid
Portefeuillehouder Buurtbeheer/ Wijkgericht werken
Politie:
Chef basiseenheid Landgraaf
HEEMwonen: Teamleider Wijken
Welsun:
Directeur- Bestuurder en Coördinator Buurtbemiddeling.
47
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
De coördinatie van het project Buurtbemiddeling ligt sinds 2006 in handen van Welsun,
afdeling Buurt-opbouw–jongerenwerk. Op het adres van Welsun komen de meldingen
binnen en worden door de coördinator gescreend en doorgeleid naar de uitvoerende
buurtbemiddelaars. De terugkoppeling naar de instanties / persoon die gemeld heeft
wordt eveneens verzorgd door de coördinator.
Het team Buurtbemiddeling Landgraaf
In 2013 is het team gestart met 13 vrijwilligers. In de loop van het jaar hebben 4
personen zich als bemiddelaar aangemeld, na een gesprek met de coördinator zijn er 2
kandidaten toegetreden tot het team. Het team bestond eind 2013 uit 16 bemiddelaars
(inclusief de coördinator).
9 bemiddelaars hebben de opleiding mediation gevolgd, enkele bemiddelaars staan
geregistreerd bij het NMI (Nederlands Mediation Instituut).
Tijdsinvestering
In 2013 bedroeg de tijdsinvestering 300 uur (meer casussen, intervisiestrainingen en een
intensievere registratie van casussen).
Stuurgroep
De stuurgroep Buurtbemiddeling is in 2013 1x bij elkaar geweest. In dit overleg stond de
privacywetgeving en de mogelijkheid van een opstelling van een
samenwerkingsconvenant centraal. In 2014 zal een convenant worden ondertekend.
Werkgroep
De werkgroep buurtbemiddelaars is 8 maal voor overleg bij elkaar geweest. Elk overleg
bestond uit 2 onderdelen. In het voorgedeelte werden ervaringen rondom de
bemiddelingsgesprekken uitgewisseld en werd kennis genomen van artikelen inzake
buurtbemiddeling. In het laatste gedeelte vond er intensieve intervisie plaats en werd
feedback gegeven over de wijze van werken van de bemiddelaars. In 2013 hebben we
gezocht naar een vorm van intervisie die de buurtbemiddelaars aanspreekt Hieruit is de
7 stappen-methode ontwikkeld. Deze methode wordt in 2014 verder beoefend en
aangepast.
Deskundigheidsbevordering
In 2013 hebben de buurtbemiddelaars een extra training gevolgd in het benaderen van
de tweede partij. De tweede partij zijn de buren die de vermeende overlastgevers zijn.
Door de deskundigheid die verworven is, is de kans op een succesvolle bemiddeling
gestegen. In 2014 is er een voornemen dat Welsun zich verdiept in de rol als coach in
dienst van buurtbemiddeling.
In 2013 is een gedeelte van de werkgroepbijeenkomsten gebruikt voor intervisie. Hierin
werden de ervaringen van bemiddelaars en de werkwijze in de casus met elkaar
besproken en kreeg men feedback op het handelen. In een aantal gevallen hebben
mediators de intervisie en een vervolgbijeenkomst geleid waardoor zij in aanmerking
komen voor PE-punten. Dit is van belang voor de registratie in het NMI- bestand.
In 2013 hebben 2 bemiddelaars en de coördinator deelgenomen aan een kennismaking
met een intervisiespel. Dit in het kader van de zoektocht van Welsun om de intervisiebijeenkomsten te verbeteren. Na deelname is de conclusie getrokken dat het spel
onvoldoende bijdroeg aan de wensen op het gebied van deskundigheidsbevordering.
48
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Promotie
In 2013 zijn er incidenteel artikelen aan de media toegezonden. In de
Trompetter/Landgraaf actueel was in nummer 29 een interview met een van de
buurtbemiddelaars te lezen.
Sinds 2005 is er een website Buurtbemiddeling Landgraaf, de website bevat slechts
informatie over de wijze van werken en de wijze van aanmelding. De website heeft
slechts een informatieve functie en wordt niet actief gebruikt.
Privacywetgeving
In 2013 is in verband met privacywetgeving de registratie vereenvoudigd en aangepast.
Welsun heeft de bemiddelingswerkzaamheden geregistreerd via het beveiligde, landelijk
registratiesysteem van CCV. Elke buurtbemiddelaar ontving een eigen inlogcode en
wachtwoord en hield een registratie bij van uitgevoerde bemiddelingen. Het is nu
mogelijk om meer gegevens te verzamelen. In het kader van privacywetgeving en
regelgeving rondom registreren van persoonsgegevens bezint Welsun zich op welke
gegevens nodig zijn voor de verantwoording van de werkzaamheden en het bepalen van
toekomstig beleid.
Kengetallen
Het aantal aanmeldingen bedroeg in 2013: 62
Januari
8
Februari
2
Maart
5
April
1
Mei
4
Juni
3
Juli
6
Augustus
4
September
12
Oktober
5
November
9
December
3.
10
33
14
3
1
1
aanmeldingen waren afkomstig van de politie
aanmeldingen waren afkomstig van HEEMwonen
aanmeldingen waren afkomstig van particulieren
aanmeldingen waren afkomstig van de gemeente
aanmelding was afkomstig van buurtvereniging De Zon
aanmelding was afkomstig van Welsun.
Herkomst van de meldingen
Schaesberg:
Nieuwenhagen:
Ubach over Worms:
26
26
10
Aard van de klacht
Geluid, muziek
Geluid, volwassen/kind; overlast
Geluid dieren
Verstoorde relatie
Roddelen
Pesten / lastig vallen
49
17
26
13
17
3
13
maal
maal
maal
maal
maal
maal
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Tuin / grondverschil
Kinderen (geen geluid)
Dieren (geen geluid)
Bedreiging
Rommel
Stankoverlast
Parkeerproblemen
Vernielingen
Discriminatie
Anders, nl.: beledigingen, schelden, verbaal geweld
12
2
13
5
3
4
2
1
6
maal
maal
maal
maal
maal
maal
maal
maal
maal
maal
5
17
2
4
4
10
6
8
4
2
casussen
casussen
casussen
casussen**
casussen
casussen
casussen *
casussen
casussen
casussen
Tijdsbesteding (bemiddelingsgesprek)
Uren: gemiddeld 4 uur per casus
Eindresultaat Bemiddelingsproces
Opgelost na intake gesprekken
Opgelost na bemiddeling
Terugverwezen
Partijen laten elkaar met rust
Wens tot verhuizen en aanpassen woonsituatie
Geen oplossing door weigeren medewerking
Doorverwezen
Vragen om advies en overige
In behandeling doorloop naar 2014
Tijdelijk opgelost
* In deze gevallen was er sprake van ernstige psychische problemen als gevolg van
middelengebruik of was individuele hulpverlening noodzakelijk. Het betrof hier situaties
die om een langdurige begeleiding van hulpverleners vroegen en zijn doorgeleid.
** Ondanks dat partijen niet met elkaar in gesprek wilden gaan, heeft de inzet van
buurtbemiddeling toch geleid tot verandering in de situatie. Uit de nazorgtelefoontjes
werd duidelijk dat 13 partijen elkaar meer met rust lieten en de overlastsituaties
verminderd waren.
50
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun
Tot slot:
Het gaat tenslotte vooral om het motiveren en stimuleren van mensen.
Maar het blijft uiteindelijk aankomen op de vele vrijwilligers en beroepskrachten die het
in de praktijk brengen en uitdragen in hun dagelijkse werk. Die verdienen alle steun en
respect!
51
Jaarverslag 2013 Welsun - Maatschappelijke Onderneming voor Welzijnswerk- Jaarverslag 2013 Welsun