JAARVERSLAG DE EENDRAGT PENSIOEN N.V.

Jaarverslag 2006
Jaarverslag
JAARVERSLAG
DE EENDRAGT PENSIOEN N.V.
26 juni 2014
Dit verslag is vastgesteld overeenkomstig
Artikel 23, lid 2 van de statuten
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
Jaarrekening
2013
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
PERSONA LIA
Raad van Commissarissen
Mr. R.E. Rogaar (voorzitter tot 19 december 2013)
H. Duthler (lid vanaf 19 december 2013, voorzitter vanaf 23 februari 2014)
Mr. J. Boven (lid vanaf 22 mei 2014)
K.C. Jonasse (tot 27 november 2013)
Ing. J.M.M. Orie
J.W. Rietmulder (tot 23 mei 2013)
L. Zegers RA
Beleggingscommissie
D. Wenting AAG RBA (voorzitter)
Drs. E.M. Knoope RBA
Drs. J.B. Molenkamp RBA RO
Drs. H. van der Zwaag RA
Drs. B.G. Broens
Statutaire Directie
Drs. A.F.J. Bakker (vanaf 22 mei 2014)
Dr. A. van Vliet (vanaf 22 mei 2014)
A. Nieuwenhuizen, actuarieel analist AG (tot 22 mei 2014)
Drs. P.D.H. Menco RBA (tot 22 mei 2014)
Certificerende actuaris
R.A.J. van Besouw AAG FRM, Triple A - Risk Finance Certification B.V.
Aangesloten ondernemingen
Accountant
W. Teeuwissen RA, KPMG Accountants N.V. (tot 23 mei 2013)
Drs. F.J.J. Glorie RA, KPMG Accountants N.V. (vanaf 23 mei 2013)
2
3
Jaarverslag 2006
Jaarverslag
Jaarverslag 2013
Personalia2
Inhoudsopgave3
Kerncijfers4
Curriculum Vitae Raad van Commissarissen en Directie
5
Verslag Raad van Commissarissen
8
Verslag Directie
12
Pensioenen
21
Beleggingen
25
Ontwikkelingen na balansdatum
34
Jaarrekening
Balans
36
Winst- en verliesrekening
38
Kasstroomoverzicht39
Toelichting jaarrekening
Algemeen
42
Risicoparagraaf
43
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
48
Balansposten
49
Technische voorzieningen
51
Winst- en verliesrekening
53
Toelichting balans
54
Toelichting winst- en verliesrekening
63
Toelichting actuariële resultatenanalyse
68
Overige gegevens
Resultaatbestemming71
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
72
Verzekerde ondernemingen
74
Colofon75
Aangesloten ondernemingen
Inhoudsopgave
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
Jaarverslag
kerncijfers
Ultimo
2013
2012
5.869
6.433
269
279
10.694
10.288
5.343
4.950
22.175
21.950
2013
2012
51,4
49,8
4,4
3,3
Aantal polissen
Actieve deelnemers
Arbeidsongeschikte deelnemers
Premievrij verzekerden
Gepensioneerden
Premies/koopsommen
Waardeoverdrachten:
Inkomend
Uitgaand
2,6
2,6
Uitkeringen
47,7
48,4
1.359,9
1.397,0
-42,2
-65,9
Pensioenverplichtingen
Mutatie eigen vermogen
Wettelijk benodigde solvabiliteit
54,4
56,4
Aanwezige solvabiliteit
81,6
123,8
1.459,9
1.545,3
47,3
44,7
Beleggingen:
Belegd vermogen
Beleggingsinkomen
Aangesloten ondernemingen
bedragen in miljoenen euro’s
4
Raad van Commissarissen
Mr. R.E. Rogaar (voorzitter tot 19 december 2013, extern deskundige, 69)
Beroep: gepensioneerd (voormalig voorzitter Directie Theodoor Gilissen Bankiers)
Commissariaten
Voorzitter van de Raad van Commissarissen van De Eendragt Pensioen N.V.
Lid van de Raad van Commissarissen van Koninklijke Brill N.V.
Lid van de Raad van Commissarissen van Darlin N.V.
Voormalig Lid van de Raad van Commissarissen Vereeniging Nederlandsch Historisch
Scheepvaart Museum
Nevenfuncties
Treasurer Europa Nostra
Penningmeester Stichting Jan Brouwer Fonds
Penningmeester Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen
Bestuurslid Sirtema Stichting
Bestuurslid Stichting Erik Hazelhoff Roelfzema Prijs
Benoemd: december 2006
Afgetreden volgens herzien rooster: eind 2013
Jaarverslag 2006
CURRICULUM VITAE Raad van Commissarissen EN DIRECTIE
H. Duthler (lid vanaf 19 december 2013, voorzitter vanaf 23 februari 2014, 61)
Beroep: bestuurder bij verschillende vennootschappen
Directeur Upmountain Investment B.V.
Lid van de Raad van Commissarissen van Waard Leven, Waard Schade en
Hollandsch Welvaren
Lid van de Raad van Commissarissen van Van Lanschot Chabot
Bestuurslid Stichting Goudse Pensioenbewaarder
Benoemd: 19 december 2013
Aftreden volgens rooster: eind 2017
5
Aangesloten ondernemingen
Mr. J. Boven (benoemd 22 mei 2014, extern deskundige, 56)
Beroep: bestuurder bij verschillende vennootschappen
Directeur Spar Participaties B.V.
Lid Raad van Toezicht Independer.nl
Lid van de Raad van Commissarissen Waard Leven N.V., Waard Schade N.V.,
Hollands Welvaren Leven N.V.
Vicevoorzitter Raad van Commissarissen D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand
Verzekeringmaatschappij N.V.
Voorzitter Bestuur Stichting Toezicht Ledenobligaties-vrij FrieslandCampina
Benoemd: 22 mei 2014
Aftreden volgens rooster: mei 2018
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
K.C. Jonasse (tot 27 november 2013 op voordracht werknemers, 53)
Beroep: financieel controller Owens Corning Veil Netherlands B.V.
Benoemd: december 2008
Afgetreden volgens rooster: november 2013
Ing. J.M.M. Orie (op voordracht gepensioneerden, 67)
Beroep: gepensioneerd (voormalig plant manager Owens Corning)
Nevenfuncties
Betrokken bij en actief in diverse organisaties op sociaal-charitatief terrein
Benoemd: december 2006
Herbenoemd: november 2010
Aftreden volgens rooster: november 2014
J.W. Rietmulder (afgetreden 23 mei 2013 externe deskundige, op voordracht Directie, 63)
Beroep: zelfstandig pensioenadviseur en interim manager
Nevenfuncties
Docent bij Stichting Pensioenopleidingen (SPO) en het Actuarieel Instituut (AI)
Erevoorzitter van de Kring van Pensioenspecialisten
Benoemd: juni 2006
Herbenoemd: november 2010
Afgetreden volgens herzien rooster: mei 2013
L. Zegers RA (op voordracht verzekeringnemers, 45)
Beroep: financieel directeur en groepscontroller bij respectievelijk Loparex B.V. en de
Loparex Group
Nevenfuncties
Bestuurslid diverse charitatieve instellingen
Benoemd: december 2006
Herbenoemd: november 2011
Aftreden volgens rooster: november 2015
Aangesloten ondernemingen
Statutaire Directie
Drs. A.F.J. Bakker (Algemeen directeur vanaf 22 mei 2014, 52)
Nevenfuncties
Geen
In dienst sinds: 22 mei 2014
Dr. A. van Vliet (Financieel directeur vanaf 22 mei 2014, 47)
Nevenfuncties
Lid van de Raad van Commissarissen van Rabobank Vlietstreek-Zoetermeer
Lid van de Beleggingscommissie van Stichting Ortec Pensioenfonds
Lid van de Beleggingscommissie van ZLM Verzekeringen
In dienst sinds: 22 mei 2014
6
Jaarverslag 2006
Jaarverslag
Drs. P.D.H. Menco RBA (Algemeen directeur tot 22 mei 2014, 57)
Nevenfuncties
Lid Beleggingscommissie Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds
Lid Beleggingscommissie Stichting Pensioenfonds IBM Nederland
Lid Advisory Board Aberdeen Balanced Property Fund
Lid Advisory Board Institutional Investor
Bestuurslid diverse charitatieve instellingen
In dienst sinds: 2004
Uit dienst: 22 mei 2014
7
Aangesloten ondernemingen
A. Nieuwenhuizen, actuarieel analist AG (Directeur tot 22 mei 2014, 57)
In dienst sinds: 1994
Afgetreden als statutair directeur: 22 mei 2014
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
Jaarverslag
VERSL AG R aad van Commissarissen
Gedurende 2013 heeft de Raad van Commissarissen (RvC) van De Eendragt Pensioen N.V.
(De Eendragt) tienmaal vergaderd. Daarnaast hebben vier RvC-commissies zich gedurende
het verslagjaar nader verdiept in specifieke onderwerpen.
Tijdens de formele vergaderingen heeft de RvC zich gebogen over onder andere:
- het jaarverslag 2012
- de rapportage en aanbevelingen van de certificerende actuaris
- de bevindingen en aanbevelingen van de accountant
- de toereikendheidstoets, inclusief de ontwikkeling van een nieuw model
- diverse tussentijdse uitvragen door DNB
- behaalde resultaten en kosten (korte en lange termijn)
- voorbereiding van de bestuurs- en aandeelhoudervergaderingen
- de beheers- en controlesystemen voor onder meer riskmanagement
- de strategie van de vennootschap
- toekomstscenario’s en stress tests onder verschillende omstandigheden
- de versterking van het eigen vermogen
- het acquisitiebeleid en potentiële verzekeringnemers
- de verzekeringscondities, mede in het kader van Solvency II
- het risicobeleid en beheersing van algemene en specifieke risico’s
- het Kapitaalbeleid als onderdeel van Solvency II
-nieuwe ontwikkeling op het gebied van solvabiliteit, waaronder de eigen
risicobeoordeling (ORSA/ERB) en het theoretische solvabiliteitscriterium (TSC)
- het beleggingsbeleid in algemene zin en de behaalde rendementen
- de goedkeuring van de basis van het beleggingsbeleid in het beleggingsplan 2013
- de rapportage door de voorzitter van de Beleggingscommissie
- de afdekking van het renterisico op de verplichtingen
- het indexatiebeleid voor de solidaire portefeuille
- het compliancebeleid
- de honorering en de pensioenregeling van de Directie
- het eigen functioneren van de RvC
Aangesloten ondernemingen
De RvC heeft overleg gevoerd met de accountant, de certificerende actuaris van de
vennootschap en de voorzitter van de Beleggingscommissie. In afwezigheid van de
Directie werd het functioneren van de Directie geëvalueerd, alsmede dat van de RvCleden zelf.
Zoals ieder jaar heeft de RvC zich in juni 2013 tezamen met de Directie een dag
teruggetrokken voor een nadere beschouwing van diverse langetermijnvraagstukken ten
aanzien van de vennootschap. Vooral een strategische heroriëntatie kreeg veel aandacht.
Dit onderwerp heeft gedurende het gehele jaar centraal gestaan in de beraadslagingen
van de RvC. De in dit kader ingestelde Monitoring Comité heeft intensief met de Directie
en een externe adviseur de versterking van het eigen vermogen onderzocht.
Uiteindelijk leidde dat niet tot een wenselijke uitkomst, waarna het bestuur van
Stichting De Eendragt Pensioen, enig aandeelhouder van De Eendragt, besloot dat de
vennootschap zelfstandig verder zal gaan.
8
De Audit commissie heeft in 2013 tweemaal vergaderd.
In deze bijeenkomsten werd aandacht besteed aan:
- het jaarwerk 2012
- de voorbereiding van het jaarwerk 2013
- het accountantsverslag en de aanbevelingen van de certificerende actuaris
- Solvency II, waaronder ook het ORSA en het Kapitaalbeleid
Jaarverslag 2006
Jaarverslag
Commissievergaderingen
De RvC heeft in 2008 vier commissies in het leven geroepen om met de Directie dieper in
te kunnen gaan op specifieke onderwerpen. Het zijn de Audit commissie, het
Beleggingscomité, de HRM-commissie en de Verzekeringscommissie.
Het Beleggingscomité, aangevuld met de voorzitter van de Beleggingscommissie en de
Chief Risk Officer van De Eendragt, heeft eveneens tweemaal vergaderd.
Daarbij zijn de volgende onderwerpen besproken:
- het verslag van de voorzitter van de Beleggingscommissie aan de RvC
- de zelfevaluatie van de Beleggingscommissie
- de beleggings- en matchingresultaten
- het beleggingsplan 2013
- de gedetailleerde risicorapportage
-de verslaglegging ten aanzien van bestaande en mogelijk toekomstige vermogensbeheerders
- de evaluatie van alle door De Eendragt gebruikte vermogensbeheerders
-een door DNB gehouden onderzoek naar het beleggingsbeleid van De Eendragt en het
daaruit voortvloeiende plan van aanpak
- de doorrol van de in de matchingportefeuille gebruikte total return swap
- de wijzigingen in de beleggingsmandaten
De Verzekeringscommissie is eenmaal bijeen gekomen en heeft specifiek aandacht besteed
aan de volgende onderwerpen:
- de toereikendheidstoets
-productontwikkeling
9
Aangesloten ondernemingen
De HRM-commissie heeft vier keer vergaderd. Tijdens de bijeenkomsten is gesproken
over:
- het personeelsbeleid en organisatiestructuur in brede zin
- het personeelsbeleid ten aanzien van enkele specifieke medewerkers
- het personeelsbeleid in geval van samenwerking met een andere partij
-de arbeidsvoorwaarden voor medewerkers, waaronder de hypotheekregeling en
de pensioenregeling
- de kortetermijnbonus van de Directie over 2012
- de herziening van de Directieremuneratie, inclusief de pensioenregeling
- de voorbereiding van de opvolgingen in de Raad van Commissarissen
Aangesloten ondernemingen
Jaarverslag
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
Samenstelling RvC
Conform het in 2006 door de Stichting De Eendragt Pensioen, enige aandeelhouder van
de vennootschap, goedgekeurde reglement van de RvC bestaat deze laatste uit ten minste
vier personen. Allen dienen zonder last of ruggespraak en in gezamenlijkheid te functioneren. Bij de vervulling van hun taak richten de commissarissen zich op het belang van
de vennootschap en de met deze verbonden ondernemingen. Geen van de RvC-leden
bezit aandelen of andere eigendomsrechten van de vennootschap. Wel zijn de heren
K. Jonasse en L. Zegers via hun werkgever bij De Eendragt verzekerd, terwijl de heer
J. Orie een pensioen van De Eendragt ontvangt. De externe leden en het door de
gepensioneerden voorgedragen lid ontvangen een remuneratie voor hun werkzaamheden.
De uit de ondernemingen afkomstige leden krijgen alleen een onkostenvergoeding.
Daarnaast ontvangen alle leden vanaf 2011 presentiegeld voor het bijwonen van de
vergaderingen van de RvC-commissies.
De RvC heeft een brede kennis van alle relevante aspecten van De Eendragt en houdt
deze kennis actief bij. Ieder jaar vindt een zelfevaluatie plaats, waarvan periodiek – voor
het laatst in 2011 – onder leiding van een externe deskundige.
Tevens ziet de voorzitter van de RvC in nauwe samenwerking met de Directie toe op de
permanente educatie van de leden van de RvC. Daarnaast houdt een aantal leden van de
RvC hun kennis bij vanuit hun eigen discipline en dagelijkse werkzaamheden. De RvC
als geheel heeft in het verslagjaar geen specifieke opleidingen gevolgd.
In de Aandeelhoudersvergadering van mei 2013 is de heer J. Rietmulder conform het
rooster afgetreden. Hij heeft zich niet voor herbenoeming beschikbaar gesteld. In de
november vergadering trad de heer K. Jonasse reglementair af. Ook hij was niet voor
herbenoeming beschikbaar. Ten slotte trad ook de voorzitter van de RvC, de heer
R. Rogaar, wiens termijn in overleg met DNB voor een jaar was verlengd in samenhang
met de lopende gesprekken over een samenwerking met derden, in de decembervergadering van de AvA af.
In de decembervergadering werd de heer H. Duthler benoemd als nieuwe commissaris.
Hij was tevens beoogd voorzitter van de RvC in afwachting van een positieve toetsing
door DNB. Deze heeft na balansdatum plaatsgevonden.
Aangezien de RvC eind 2013 uit drie personen bestond, is kort na balansdatum het
selectieproces voor een additionele commissaris gestart. Dit heeft geleid tot de benoeming
van de heer J. Boven als commissaris in de AvA van mei 2014.
Financiële soliditeit
De RvC constateert dat de financiële soliditeit van de vennootschap in 2013 is afgenomen,
door het teruglopen van de eigen vermogenspositie voornamelijk als gevolg van aanpassing van de verplichte ECB AAA rentecurve op grond van de downgrade van
Frankrijk medio 2013 en de overgang naar een nieuw, verbeterd intern model voor het
berekenen van de verplichtingen eind 2013. De downgrade van Frankrijk had tot gevolg
dat de door DNB voorgeschreven ECB AAA rentecurve is gedaald, waardoor de contante
waarde van de verplichtingen van De Eendragt is toegenomen ten laste van het resultaat.
Met het nieuwe interne model voor de berekening van de verplichtingen is De Eendragt
in staat om de verplichtingen conform de meest recente regels nauwkeuriger te berekenen.
Hieruit volgde een verhoging van de voorzieningen.
Conform het in het Kapitaalbeleid vastgelegde beleid heeft de teruggelopen eigen
vermogenspositie per 31 december 2013 in de eerste maanden van 2014 tot een bijstelling
10
Jaarverslag 2006
Jaarverslag
van het risicoprofiel van de beleggingen geleid. Na deze derisking heeft De Eendragt een
solvabiliteitpositie boven het wettelijke vereiste niveau.
De depotbuffers en het eigen vermogen van De Eendragt hebben een positief
beleggingsrendement laten zien in combinatie met de nagestreefde prudente
risicobeheersing. Het rendement en het risico op de verschillende risicoklassen van de
premieovereenkomsten was in overeenstemming met de langjarige verwachtingen.
Wel betreurt de RvC zeer dat in 2013 opnieuw de ruimte ontbrak om een toeslag te
verlenen op de pensioenen in de solidaire portefeuille. De kans op toeslagverlening in de
voorzienbare toekomst is eveneens zeer beperkt.
Wijzigingen in de RvC
Gedurende het verslagjaar zijn de heren J. Rietmulder, K. Jonasse en R. Rogaar
reglementair afgetreden als commissaris. Zij hebben een jarenlange belangrijke bijdrage
geleverd aan het bestuur, maar ook aan de ontwikkeling van De Eendragt. De RvC
spreekt haar grote waardering uit voor hun inzet en de prettige collegiale samenwerking.
Tot besluit
De RvC spreekt haar waardering uit voor het door de Directie gevoerde beleid, dat een
centrale plaats inruimt voor risicobeheersing en daarnaast de belangen behartigt van de
verzekerden, de aangesloten ondernemingen en de medewerkers. De RvC is alle
medewerkers van De Eendragt erkentelijk voor hun inzet bij de belangenbehartiging van
alle verzekerden en de aangesloten ondernemingen.
Amsterdam, 26 juni 2014
11
Aangesloten ondernemingen
H. Duthler (vanaf 19 december 2013)
J.M.M. Orie
L. Zegers
J. Boven (vanaf 22 mei 2014)
K.C. Jonasse (tot 27 november 2013)
J.W. Rietmulder (tot 23 mei 2013)
R.E. Rogaar (tot 19 december 2013)
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
Jaarverslag
VERSL AG DIRECTIE
De Eendragt
De Eendragt Pensioen N.V. (De Eendragt) is zowel statutair gevestigd als zetelhoudende te
Amsterdam aan De Boelelaan 7, postcode 1083 HJ.
De activiteiten van De Eendragt bestaan uit de uitoefening van het levensverzekeringsbedrijf als bedoeld in de Wft zoals van kracht geworden op 1 januari 2007.
De aandelen van De Eendragt zijn 100% eigendom van Stichting De Eendragt Pensioen.
Going concern
Nederlandse verzekeringsmaatschappijen zien de afgelopen jaren de druk vanuit de weten regelgeving en het toezicht aanzienlijk toenemen. Dat geldt ook voor De Eendragt.
Per 1 januari 2014 heeft De Nederlandsche Bank (DNB) een nieuw solvabiliteitskader
ingesteld: het Theoretische Solvabiliteits Criterium (TSC). Dit regime vormt een overgang
tussen het oude Solvency I regime en het per 1 januari 2016 ingaande Solvency II regime.
Zowel het TSC als Solvency II vertalen de ondernemings- en balansrisico’s naar aan te
houden eigen vermogen (vereiste solvabiliteit). Op pagina 43 wordt in de risicoparagraaf
een overzicht gegeven van de relevante risico’s welke De Eendragt kent.
De Eendragt heeft een eenzijdig productenpalet met sterke nadruk op langlevenrisico.
Het nieuwe solvabiliteitskader resulteert bij De Eendragt in een flinke toename van het
vereiste eigen vermogen. Tegelijk is in 2013 het aanwezig eigen vermogen met name als
gevolg van twee incidentele gebeurtenissen sterk gedaald. Allereerst had de downgrade
van Frankrijk tot gevolg dat de door DNB voorgeschreven ECB AAA rentecurve is
gedaald, waardoor de contante waarde van de verplichtingen van De Eendragt flink is
toegenomen ten laste van het resultaat.
Daarnaast heeft de ingebruikname per eind 2013 van een nieuw intern model om de
verplichtingen te berekenen tot een eenmalige verhoging van de voorzieningen geleid.
De combinatie van het gedaalde aanwezige eigen vermogen en de toename van het
verplichte eigen vermogen leidt tot een afname van de solvabiliteit van De Eendragt
gemeten onder het voor 2013 geldende solvency regime (Solvency I) tot 150%
(2012: 219%). De solvabiliteit berekend volgens de regels van Solvency II daalde door
genoemde oorzaken per 31 december 2013 tot onder de 100%. Dit percentage classificeert
zich binnen het Kapitaalbeleid als een zogenoemd “trigger event” voor het uitvoeren van
vooraf gedefinieerde beheersmaatregelen. Direct na constatering hiervan in februari 2014
heeft de Directie deze beheersmaatregelen uitgevoerd, zoals beschreven onder
“Ontwikkelingen na balansdatum” op bladzijde 34.
Aangesloten ondernemingen
Ultimo april 2014 bevinden de Solvency I, TSC en Solvency II solvabiliteitsratio zich weer
allen boven het wettelijke minimum, maar ligt de aanwezige solvabiliteit nog wel onder
de door de Directie noodzakelijk geachte solvabiliteit waardoor nog aanvullende
beheersmaatregelen zullen worden uitgevoerd.
De Eendragt anticipeert al sinds 2010 op de invoering van Solvency II en de risico’s van
een teruggang in het kapitaal. Onder Solvency II (en TSC) neemt voor De Eendragt het
benodigd eigen vermogen toe, waardoor zij dichter bij het wettelijk vereiste minimum
zal uitkomen in vergelijking met Solvency I. In de afgelopen jaren heeft intensief
12
Jaarverslag 2006
Jaarverslag
onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheden om het weerstandsvermogen te
versterken. Aangezien alle aandelen van De Eendragt in handen zijn van een stichting
zonder eigen middelen, ontbreekt de mogelijkheid om het kapitaal intern of via de
openbare kapitaalmarkt te vergroten. In het verslagjaar voerde de Directie, daarin
ondersteund door de RvC en een externe adviseur, gesprekken met diverse partijen om
de mogelijkheden te verkennen om via een nauwe samenwerking extra vermogen te
kunnen aantrekken. Uiteindelijk hebben deze gesprekken niet tot een bevredigend
resultaat geleid. Op een extra vergadering op 19 december 2013 besloot het bestuur van
Stichting De Eendragt Pensioen daarop om volledig zelfstandig door te gaan.
Onder het in 2014 geldend TSC regime en vooruitlopend op de inwerkingtreding van
Solvency II per 1 januari 2016 blijft de noodzaak onverkort bestaan om te komen tot een
verhoging van het weerstandvermogen en/of een verlaging van het vereist eigen
vermogen. De op 22 mei 2014 aangetreden Directie van de vennootschap onderkent de
risico’s van De Eendragt zoals genoemd in de risicoparagraaf op pagina 43 en geeft
prioriteit aan het ontwikkelen van een nieuwe langetermijnstrategie voor De Eendragt
die ook onder de nieuwe solvencyregels haar deelnemers en klanten de zekerheid biedt
van het uitkeren van de toegezegde pensioenen.
UFR
In september 2012 verplichtte DNB alle Nederlandse verzekeringsmaatschappijen om
voortaan de voorzieningen te berekenen met de zogeheten Ultimate Forward Rate (UFR).
De UFR is een kunstmatig berekende rente die de rentecurve vervangt voor looptijden
van twintig tot zestig jaar. Op dit moment ligt de rente met UFR hoger dan de ECB AAA
curve. Daarmee dalen, zoals ook beoogd, de verzekeringsverplichtingen en stijgt het
eigen vermogen. De UFR-constructie heeft echter ook nadelen. Zo kan men niet beleggen
in titels met een zelfde rendement als de UFR, brengt de samenstelling significante
renterisico’s mee op zowel het vijftien als twintig jaar punt in de curve en wijkt de
voorgeschreven rentetermijnstructuur daarmee af van de met de verzekeringnemers
overeengekomen contractuele afspraken.
Tot de grootste nadelen van de UFR behoort een verschillende doorwerking van het
effect van een renteverandering op obligaties en verplichtingen. Normaal betekent een
13
Aangesloten ondernemingen
Afwaardering Frankrijk
Nadat eerder kredietbeoordelingbureaus Standard & Poor en Moody’s de debiteurenstatus
van Frankrijk hadden verlaagd, volgde Fitch in juli 2013. Daarmee vielen Franse obligaties
terstond weg uit de AAA eurostaatsleningencurve van de Europese Centrale Bank.
Als gevolg daarvan daalde direct de gemiddelde rente over de hele rentecurve. Franse
staatsleningen kenden immers een hogere rente dan Duitse. Bij De Eendragt veroorzaakte
dat een stijging van de voorziening verzekeringsverplichtingen (VVV) met € 38 miljoen.
Aan de beleggingenkant stonden hier geen baten tegenover. De stijging van de voorziening gaat via de resultatenrekening ten koste van het eigen vermogen.
Sinds haar oprichting in 2006 heeft De Eendragt consequent een beleid gevoerd waarbij
alle vermijdbare risico’s, zoals dat van rentebewegingen, zoveel mogelijk worden
afgedekt. Helaas blijkt voor de afwaardering van de kredietstatus van landen geen enkele
tegenpartij bereid om het risico over te nemen.
Jaarverslag
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
rentedaling hogere verplichtingen en hogere obligatiekoersen, en resulteert een
rentestijging in lagere verplichtingen en lagere obligatiekoersen. De rentegevoeligheid
bepaalt de kracht van het effect. Doordat het lange eind van de curve met UFR veel
minder beweegt dan de markt, zorgt een rentestijging ervoor dat de waarde van
beleggingen in lange staatsleningen harder in waarde verminderen dan de verplichtingen
teruglopen. Een rentedaling leidt juist tot een sterkere stijging van de waarde van de
obligatieportefeuille dan van de voorziening verzekeringsverplichtingen. Als gevolg
hiervan zorgde de lagere rente in 2012 voor een substantieel positief effect op de
berekening van het eigen vermogen. Gedurende 2013 steeg de lange rente echter sterk,
waardoor dit voordeel weer grotendeels teniet werd gedaan.
Solvabiliteit
De solvabiliteit is de verhouding tussen het aanwezige eigen vermogen (ook wel
weerstandvermogen genoemd) en het minimaal benodigde eigen vermogen. In samenhang
met de hiervoor genoemde consequenties van het wegvallen van Frankrijk uit de ECB
AAA curve en de invloed van de rentestijging op de afdekking van de verplichtingen,
alsmede door de ingebruikname van het nieuwe interne model om de verplichtingen te
berekenen, daalde de solvabiliteit van 219% naar 150%.
Vanaf 2014 kijkt de toezichthouder naar de solvabiliteit onder het nieuwe kader, het TSC.
De Eendragt heeft zich daar uiteraard in de afgelopen jaren op voorbereid. Onderdeel
van deze voorbereiding was onder meer de opstelling van het Kapitaalbeleid, dat aangeeft
welke acties moeten worden genomen bij een bepaald solvabiliteitsniveau om het
weerstandvermogen van de onderneming op peil te houden of te versterken. In februari
2014 kwam de solvabiliteitsratio ultimo 2013 beschikbaar. Daarna heeft
De Eendragt in het kader van het Kapitaalbeleid direct actie ondernomen om de
solvabiliteit onder het TSC te vergroten. Hiertoe zijn aandelen, niet-beursgenoteerd
vastgoed en innovatieve beleggingen verkocht (zie hiervoor tevens de paragraaf
“Ontwikkelingen na balansdatum” op bladzijde 34) en herbelegd in solide vastrentende
waarden.
Hierdoor steeg de solvabiliteit – gemeten in TSC en Solvency II – weer tot boven het
wettelijk vereiste niveau.
Aangesloten ondernemingen
Liquiditeit
De beleggingen van De Eendragt zijn grotendeels zeer liquide. Alle posities, met
uitzondering van die in niet-beursgenoteerd vastgoed, kunnen binnen één maand
geliquideerd worden om middelen vrij te maken. De totale omvang van de niet direct
beschikbare posities bedroeg ultimo 2013 € 81 miljoen. Ten slotte beschikt De Eendragt
over een grote kaspositie in direct opeisbare banktegoeden en zeer liquide schatkistpapier
met een korte looptijd. Daardoor kan te allen tijde in de liquiditeitsbehoefte voorzien
worden.
Toezicht
De Eendragt heeft zich in het verslagjaar een aanzienlijke investering in mensen, tijd en
middelen getroost om meer aan de eisen van het nieuwe toezichtskader te kunnen
voldoen. Solvency II, het Kapitaalbeleid, de Eigen Risico Beoordeling (ERB/ORSA) en het
14
Jaarverslag 2006
Jaarverslag
Theoretisch Solvabiliteit Criterium vergden veel voorbereiding. Daarnaast bouwde en
testte vanaf het tweede halfjaar een team van externe actuarieel deskundigen aan een
nieuw intern model voor de berekening van de verplichtingen.
Op het gebied van risicomanagement maakte De Eendragt eveneens forse slagen. De Chief
Risk Officer breidde zijn in eerste instantie het op de beleggingskant gerichte systeem uit
naar een meer geïntegreerde en ondernemingsbrede aanpak van de totale risicoanalyse.
Het in november 2012 door DNB gehouden onderzoek naar het beleggingsbeleid van
De Eendragt resulteerde medio 2013 in een rapport met aanbevelingen. Inmiddels heeft
de beleggingsafdeling het daaruit voortvloeiende plan van aanpak grotendeels
gerealiseerd.
In het vierde kwartaal hield DNB een inventariserend onderzoek naar de inrichting en
het gebruik van IT bij De Eendragt. Daaruit zijn geen bijzonderheden naar voren
gekomen.
Een andere uitvraag betrof de actuariële werkzaamheden en daarbij de toereikendheidstoets (TRT) in het bijzonder. Aan de bevindingen daarvan wordt deels na het
afsluiten van het verslagjaar nog gewerkt. Speciale aandacht kreeg daarbij de analyse
van de overgang naar het nieuwe TRT-model.
Verzekerde ondernemingen
Opnieuw liep eind 2013 een aantal uitvoeringsovereenkomsten af. Het merendeel van de
contracten werd verlengd, wat aangeeft dat De Eendragt nog steeds een aantrekkelijke
propositie biedt. De visie op pensioenen, het transparante karakter en het hoge niveau
van dienstverlening blijft aantrekkelijk. Dat komt ook naar voren uit een hernieuwd
klanttevredenheidsonderzoek. Niet alleen lag de respons boven de 75%, ook mocht
De Eendragt zich verheugen in een hoge score voor haar producten, dienstverlening en
bereikbaarheid.
Gedurende 2013 uitgebrachte offertes hebben niet geleid tot nieuwe verzekeringnemers.
Personele en organisatorische aangelegenheden
Ook in 2013 zag De Eendragt zich genoodzaakt om de reguliere bezetting uit te breiden
met externe deskundigheid. De versterking betrof in eerste instantie de actuariële
kant van de organisatie, waar de normale werkzaamheden, de voorbereidingen voor
Solvency II en het TSC veel inzet vergden. Daarnaast ging de ontwikkeling van een
intern TRT-model gepaard met tijdelijke werkzaamheden door een team externe
actuariële specialisten.
In het verslagjaar werd afscheid genomen van een medewerker bij de pensioenadministratie
en bij het secretariaat. Alleen de medewerker op de laatstgenoemde afdeling werd
vervangen.
15
Aangesloten ondernemingen
Productontwikkeling
Ook in 2013 is De Eendragt actief geweest met productontwikkeling. Niet alleen worden
de maatschappelijke ontwikkelingen op gebied van pensioen en verzekeren gevolgd, ook
participeert De Eendragt in de Pensioenfederatie zowel als in het Verbond van
Verzekeraars in relevante commissies. Vanuit de brede kennis en ervaring wordt, in
samenwerking met een externe partij indien nodig, binnen De Eendragt aan productontwikkeling gewerkt.
Jaarverslag
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
Als gevolg van de wijzigingen in de vakbekwaamheidseisen uit hoofde van de Wft,
hebben zeven medewerkers van De Eendragt in de laatste maanden van 2013 verschillende
opleidingen gevolgd. Deze opleidingen zijn met een diploma afgerond. Ook op ander
gebied is het kennisniveau verder versterkt.
In het verslagjaar heeft De Eendragt de administratie succesvol gereed gemaakt voor de
invoering van een Europese betaalzone, de Single Euro Payments Area (SEPA). Er zijn
verschillende nieuwe versies van de pensioenadministratieve software opgeleverd. De
werkgroep communicatie heeft grote stappen gezet in de voorbereiding en implementatie
van zowel wettelijk vereiste informatieverstrekking als meer gesystematiseerde
correspondentie met verzekerden. HRM-afdelingen van verzekeringnemers ontvingen
regelmatig nieuwsbrieven over de recente ontwikkelingen in de pensioensector.
Onder vaak sterke druk behielden de medewerkers van De Eendragt hun grote inzet,
toewijding en flexibiliteit die onze organisatie kenmerkt. De Directie spreekt haar
welgemeende waardering uit voor de bijdrage die eenieder het afgelopen jaar heeft
geleverd aan de organisatie en vooral aan onze verzekerden.
Aangesloten ondernemingen
Raad van Commissarissen
Bij het ontstaan van De Eendragt Pensioen N.V. in 2006 trad ook een Raad van
Commissarissen aan. De leden werden voor een periode van vier jaar benoemd. Ten tijde
van de herbenoeming in 2010 werd besloten om een rooster van aftreden op te stellen,
dat rekening houdt met een gefaseerde opvolging. Dit rooster moest eind 2013 het
reglementair vrijwel op hetzelfde moment aftreden van de hele Raad voorkomen.
Door een samenloop van omstandigheden zijn in 2013 desondanks toch drie van de vijf
leden afgetreden.
De heer J. Rietmulder nam in mei vervroegd afscheid omdat hij het RvC-lidmaatschap
moeilijk kon combineren met zijn andere activiteiten. In november trad de heer
K. Jonasse volgens het rooster af. Tijdens de decembervergadering trad ook de voorzitter
van de RvC, de heer R. Rogaar, terug. Hij zou dit in november 2012 doen, maar was
aangebleven om het proces van strategische heroriëntatie af te kunnen ronden.
In de algemene vergadering van december is de heer H. Duthler benoemd tot lid van de
RvC. Formeel volgde hij de heer J. Rietmulder op met zijn specifieke competentie als
verzekeringsdeskundige. Door het vertrek van de heer R. Rogaar ontstond echter tevens
een vacature voor het voorzitterschap. Daarop besloot de RvC om de heer H. Duthler
voor te dragen voor deze positie. Inmiddels heeft DNB de heer H. Duthler ook voor deze
functie positief getoetst, waarna de heer H. Duthler sinds 23 februari 2014 het
voorzitterschap bekleedt.
De RvC van De Eendragt bestaat uit ten minste vier leden. In januari 2014 is het
selectieproces voor een additioneel lid van de RvC afgerond, waarna de nieuwe
commissaris, de heer J. Boven, op de algemene vergadering van 22 mei 2014 kon worden
benoemd.
De Directie is veel dank verschuldigd aan de afgetreden leden van de RvC, die zich de
afgelopen jaren buitengewoon hebben ingezet en onder wiens toezicht vanaf het begin in
grote harmonie is samengewerkt in het belang van alle stakeholders van De Eendragt.
16
17
Jaarverslag 2006
Jaarverslag
Aangesloten ondernemingen
Governance
De Eendragt heeft een van andere levensverzekeraars afwijkende bestuursstructuur
(governance). Deze hangt samen met haar historie als pensioenfonds. Een uitgebreide
beschrijving van de governance en de historie staat op de website van De Eendragt,
www.eendragt.nl, onder Algemeen / Organisatie.
Alle aandelen van de vennootschap zijn in handen van Stichting De Eendragt Pensioen.
De Stichting heeft een paritair samengesteld bestuur met vertegenwoordigers op
voordracht van de werkgevers, werknemers en gepensioneerden. De leden fungeren
feitelijk gezamenlijk als aandeelhouder. Voorts staan in de statuten van de Stichting de
bevoegdheden en verantwoordelijkheden van zowel de Stichting zelf als van haar
bestuursleden.
Het stichtingsbestuur komt ten minste tweemaal per jaar bijeen. In het verslagjaar was
dat viermaal. Tijdens de vergaderingen komen zaken aan de orde die van belang zijn
voor de Stichting, maar vooral ook voor De Eendragt. In mei betrof dat in ieder geval het
jaarverslag en de jaarrekening van zowel de verzekeraar als de Stichting zelf, alsmede de
benoeming van de accountant en de certificerende actuaris. In 2013 betroffen de andere
vergaderingen vooral de strategische heroriëntatie.
Indien dat wenselijk en noodzakelijk is, vindt direct na afloop van de vergadering van
het stichtingsbestuur een aandeelhoudersvergadering plaats in aanwezigheid van de
bestuursleden van de Stichting en onder voorzitterschap van de voorzitter of
vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen. Hier vindt de formele besluitvorming
plaats met betrekking tot onderwerpen waarover de Stichting als enig aandeelhouder
van De Eendragt bevoegdheid heeft. Het betreft onder andere de vaststelling van de
jaarrekening van De Eendragt, de benoeming van leden van de Directie en de (her)
benoeming van leden van de RvC en het verlenen van decharge aan de Directie en de
RvC over het afgelopen jaar.
De Eendragt heeft een tweehoofdige Directie en een uit ten minste vier leden bestaande
RvC die toeziet op het door de Directie gevoerde beleid. Verder laat de Directie zich
bijstaan door een Beleggingscommissie, die bestaat uit drie externe deskundigen,
waaronder de voorzitter, en twee leden namens de verzekerde ondernemingen.
De Beleggingscommissie vergadert ten minste vijfmaal per jaar, maar tussentijds vinden
geregeld informele besprekingen plaats. De voorzitter brengt in het voorjaar een officieel
verslag uit aan de RvC. Hierin evalueert hij het beleggingsbeleid over het voorafgaande
jaar en de wijze waarop de Directie hieraan invulling heeft gegeven. Tevens heeft de
voorzitter tezamen met de Chief Risk Officer zitting in het beleggingscomité van de RvC.
Mocht, naar het oordeel van de Beleggingscommissie dat nodig blijken, dan kan ook
tussentijds aan de RvC rapportage worden uitgebracht.
De leden van de Beleggingscommissie adviseren de Directie, maar dragen voor het
beleggingsbeleid zelf geen verantwoordelijkheid.
De Directie zelf bestaat uit twee personen met ieder ruime elkaar aanvullende ervaring
op het gebied van management, verzekeren, pensioenen, automatisering, administratie,
institutioneel beleggen en risicomanagement. In principe vindt iedere twee weken een
formeel directie- en een managementoverleg plaats, waarbij in het directieberaad vooral
strategische en personele vraagstukken aan de orde komen, terwijl het managementteam
zich bezighoudt met de dagelijkse managementvraagstukken, operationele kwesties en de
advisering van de Directie op een breed gebied.
Aangesloten ondernemingen
Jaarverslag
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
Compliance
De Eendragt is gebonden aan Europese richtlijnen en verordeningen, een groot aantal
wettelijke bepalingen onder andere uit de Wft en de Pensioenwet, circulaires, good
practices, leidraden en visies van De Nederlandsche Bank, beleidsregels, leidraden en
interpretaties van de Autoriteit Financiële Markten alsmede aan de zelfregulerende
bepalingen en aanbevelingen van het Verbond van Verzekeraars (Verbond).
Op www.eendragt.nl staat onder Algemeen / Organisatie / Governance principes een
verwijzing naar de Governance Principes van het Verbond van Verzekeraars, alsmede
per artikel een geactualiseerde toelichting op de naleving daarvan door De Eendragt.
De publicatie op de website komt in de plaats van een aparte paragraaf over dit onderwerp
in dit jaarverslag. Verder staat in hetzelfde deel van de website ook een verwijzing naar
de Gedragscode van zowel De Eendragt als die van het Verbond, en een verwijzing naar
de door de Directie en RvC afgelegde eed of belofte van de financiële sector.
De werknemers, de RvC en de Beleggingscommissie zijn allen gebonden aan de interne
Gedragscode, het reglement privé-effectentransacties, waar van toepassing, uitgebreid
met een insider regeling, en aan de Gedragscode Verzekeraars van het Verbond.
Sinds 2010 fungeert de bedrijfsjurist als compliance officer. Deze rapporteert periodiek
aan de Directie en de RvC. In het geval van onverhoopte overschrijding van de
compliancerichtlijnen zal de jurist hiervan tussentijds melding maken aan de Directie, of
in het geval het de Directie zelf betreft, aan de RvC.
Alle medewerkers, de leden van de RvC en de Beleggingscommissie ontvangen ieder jaar
in januari de interne Gedragscode en die van het Verbond. Zij dienen een
nalevingsverklaring te ondertekenen en te retourneren.
De Eendragt houdt rekening met de Regeling Beheerst Beloningsbeleid Wft 2011, ook de
Beleidsregel Deskundigheid 2011 van DNB en de vakbekwaamheidseisen in de Wft
vinden navolging. De Eendragt voldoet niet aan de wettelijke bepaling dat tenminste
30% van de bestuurderszetels uit vrouwen en 30% uit mannen moet bestaan.
Naar verwachting zal hierin op korte termijn geen verandering komen; bij toekomstige
benoemingen zal hier waar mogelijk rekening mee worden gehouden.
In 2014 zal er een review plaatsvinden op de compliancefunctie binnen De Eendragt.
Risicomanagement
De Eendragt heeft een Chief Risk Officer, wiens taken het ex ante en ex post beoordelen
en bewaken van de risico’s van de onderneming omvat. Deze functionaris beschikt over
een deels in eigen beheer ontwikkeld integraal risicomodel dat nauw samengaat met
modellen om het gerealiseerde rendement en risico te meten en te analyseren. Tevens
staan aan de beleggingskant modellen en middelen ter beschikking om de afdekking van
het renterisico op dagbasis te kunnen monitoren en bijstellen. Alle externe beheerders
worden gevolgd op individuele basis en wat betreft hun invloed op de totale
beleggingsportefeuille. Sinds 2012 beschikt de CRO over een systeem om alle beleggingen
in de verschillende mandaten te integreren in één transparant, accumulatief systeem,
zodat van iedere beleggingscategorie nauwkeurig inzicht bestaat in de allocatie en de
bijdrage aan het totale risicobudget. Voorts bestaat een separate risicoanalyse voor
vastgoed en voor de niet-lineaire beleggingen. Het monitoren van externe
vermogensbeheerders gebeurt met behulp van een daartoe aangeschaft analyse en
registratiesysteem.
18
Jaarverslag 2006
Jaarverslag
De risicomanager draagt ook zorg voor het deel van de rapportages aan DNB dat met de
beleggingskant samenhangt. Tezamen met de actuaris verzorgt hij de input van de
rapportages in het kader van het TSC en de Own Risk and Solvency Assessment (ORSA).
Verder bewaakt hij, in samenwerking met een gespecialiseerde externe consultant, de
afdekking van de verplichtingen.
Naast kwantitatief risico besteedt de Chief Risk Officer ook aandacht aan meer
kwalitatieve risicovraagstukken, waaronder de voor Solvency II benodigde ORSA.
De voorbereiding van de invoering van Solvency II zijn voor Pillar 1 en 2 vrijwel
afgerond.
Naast financiële risico’s onderkent De Eendragt ook operationeel risico, systeemrisico,
integriteitsrisico, communicatierisico, juridisch risico en deskundigheidsrisico. Ook deze
risico’s zijn in kaart gebracht en worden zo goed mogelijk gemanaged.
Verder tracht De Eendragt het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets door de
eigen medewerkers te bevorderen, onnodig energieverbruik te beperken en rekening te
houden met het milieu.
Ten aanzien van het beleggingsbeleid voert De Eendragt sinds 2008 een maatschappelijk
verantwoord beleid met bindende richtlijnen voor haar vermogensbeheerders.
Voor aandelenbeleggingen hanteert De Eendragt een uitsluitingslijst van ondernemingen
die zich niet houden aan internationale verdragen, mensenrechten schenden, gebruik
maken van kinderarbeid en/of slavenarbeid, moedwillig ernstige schade aan het milieu
veroorzaken, zich voornamelijk bezighouden met of direct betrokken zijn bij de
ontwikkeling en productie van en/of de handel in wapens die zich vooral richten op het
berokkenen van blijvende schade aan de burgerbevolking en/of op volgens internationale
conventies verboden wapentuig, waaronder clusterbommen, landmijnen en wapens
bedoeld voor atomaire, bacteriologische of chemische oorlogsvoering, en ondernemingen
die zich schuldig maken aan fraude of ernstige corruptie.
De Eendragt belegt niet in staatsleningen van landen die moedwillig de mensenrechten
schenden.
Ten aanzien van de vastgoedbeheerders voert De Eendragt een actief beleid dat streeft
naar duurzaamheid in brede zin. De sector besteedt hieraan de laatste jaren aanzienlijk
meer aandacht, wat mede tot uitdrukking komt in de energie- en milieuvriendelijkheid
van gebouwen en het beperken van onnodige leegstand.
Aangaande de alternatieve beleggingen heeft De Eendragt, als relatief kleine partij,
weinig mogelijkheden om richtlijnen af te dwingen, behoudens bij de selectie van de
beheerders.
19
Aangesloten ondernemingen
Duurzaamheid
De Eendragt, als zuiver dienstverlenende organisatie, kan in haar eigen bedrijfsvoering
weinig doen om de duurzaamheid van haar activiteiten te verbeteren. Het kantoor heeft
inmiddels een A-energielabel. Nieuwe verzekerden krijgen standaard het verzoek om in
te stemmen met elektronische verzending van de te verstrekken informatie, teneinde het
papierverbruik en het transport te verminderen. Vooralsnog heeft dat een beperkte
invloed op de totale vervanging van papieren documenten.
Aangesloten ondernemingen
Jaarverslag
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
Vooruitzichten
Na de voltooiing van een proces van strategische heroriëntatie heeft de aandeelhoudersvergadering, in casu het bestuur van Stichting De Eendragt Pensioen, eind 2013
besloten dat de vennootschap als zelfstandige verzekeraar door gaat. Onder het in 2014
geldend TSC regime en vooruitlopend op de in werking treding van Solvency II
per 1 januari 2016 blijft de noodzaak om te komen tot een verhoging van het
weerstandvermogen en/of een verlaging van het vereist eigen vermogen onverkort
bestaan. De op 22 mei 2014 nieuw aangetreden Directie van de vennootschap geeft
prioriteit aan het ontwikkelen van een nieuwe langetermijnstrategie voor De Eendragt
die ook onder deze nieuwe solvencyregels haar deelnemers en klanten de zekerheid biedt
van het uitkeren van de toegezegde pensioenen.
20
Acquisities/verlengingen
Door de lage marktrente en de solvabiliteitseisen uit hoofde van Solvency II is het
moeilijker geworden om concurrerende offertes uit te brengen aan partijen die voor
De Eendragt als verzekeraar belangstelling hebben. In 2013 heeft De Eendragt alle
daarvoor in aanmerking komende uitvoeringsovereenkomsten tijdig opgezegd en de
betreffende ondernemingen een nieuw verlengingsvoorstel met een uitgebreide
prognoseberekening doen toekomen. Deze voorstellen zijn daarna met alle ondernemingen
besproken en toegelicht. Een aantal ondernemingen heeft de pensioenregeling gewijzigd
waarbij ook enkele ondernemingen, vooruitlopend op het fiscale kader per 1 januari
2014, hebben gekozen voor een pensioenleeftijd van 67 jaar per 1 januari 2013.
De verlengingsvoorstellen zijn goed ontvangen wat blijkt uit het feit dat de meeste
overeenkomsten zijn verlengd.
Nog steeds zit de pensioenmarkt “op slot”. De wetgever ziet in pensioenen, inclusief de
A.O.W., een middel tot beperking van de overheidsuitgaven en verhogen van de
belastingopbrengst. Wetgeving is nog steeds aan wijziging onderhevig. Per 1 januari 2014
zijn fiscale wijzigingen doorgevoerd met een grote administratieve impact. De maximale
opbouwpercentages zijn verlaagd en de pensioenrichtleeftijd werd 67 jaar. Hiermee is
voor de verzekerden een onoverzichtelijke situatie ontstaan. Het opgebouwde pensioen
op 1 januari 2014 heeft ingangsleeftijd 65 jaar, het pensioen vanaf deze datum 67 jaar.
Daar doorheen loopt de A.O.W. met een steeds veranderend ingangsmoment. Waar in het
verleden sprake was van één ingangsmoment, zijn er dus nu drie. Het is aan de
pensioenuitvoerders om administratieve oplossingen te vinden en een weg te vinden in
de communicatie. Inmiddels zijn alle pensioenregelingen bij De Eendragt per 1 januari
2014, voor zover nodig, aangepast aan het fiscale kader en pensioenrichtleeftijd 67 jaar.
Per 1 januari 2015 staan al weer nieuwe, nog verdergaande inperkingen, op stapel.
Ook staan per 1 januari 2015 weer een aantal verlengingen op de rol. Het uitgangspunt
blijft hierbij dat De Eendragt tracht te functioneren als een verlengstuk van de
ondernemingen, waarbij de belangen van alle stakeholders aandacht krijgen.
Jaarverslag 2006
Jaarverslag
PENSIOENEN
Pensioensparen en beschikbare premie (premieovereenkomsten)
Eind 2013 bedroeg de voorziening verzekeringsverplichtingen voor premieovereenkomsten € 70,9 miljoen (2012 € 64,0 miljoen). In samenhang met de wettelijke
zorgplicht voert De Eendragt voor premieovereenkomsten een zogeheten life-cycle
benadering, waarbij de deelnemers op basis van hun leeftijd worden ingedeeld in
risicoklassen. Voor nadere informatie over deze aanpak wordt verwezen naar de
beleggingsparagraaf.
21
Aangesloten ondernemingen
Pensioenpremie
In 2013 bedroeg de ontvangen pensioenpremie van de ondernemingen € 51,4 miljoen
(2012: € 49,7 miljoen), waarvan een bedrag van € 7,3 (2012: € 14,6) voldaan is door
vermindering van de depotsaldi van de ondernemingen.
Jaarverslag
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
Technisch resultaat
Onder technisch resultaat wordt verstaan het resultaat op arbeidsongeschiktheid,
overlijden en kosten. In de uitvoeringsovereenkomsten zijn bepalingen opgenomen over
winstdeling in het technische resultaat van de verzekeraar. Het resultaat over de drie
genoemde componenten wordt gecumuleerd over de contractsperiode. Winstdeling
geschiedt indien het gecumuleerde bedrag positief is. In principe vindt winstdeling na
vijf jaar plaats.
Arbeidsongeschiktheid
In 2013 is het resultaat op arbeidsongeschiktheid weer terug op de trend van voor 2012.
De premie voor premievrijstelling en aanvullende verzekering op de W.I.A. was
toereikend. In de voorziening verzekeringsverplichtingen is op basis van de ontvangen
risicopremie in het verslagjaar het uitlooprisico opgenomen van de gesloten uitvoeringsovereenkomsten.
Overlijden
In 2013 is een negatief resultaat op overlijden behaald. De ontvangen risicopremies
vermeerderd met de vrijval aan voorziening wegens overlijden waren in 2013 niet
voldoende om de toename van de voorziening wegens overlijden te dekken.
Kosten
De directe en indirecte kosten van de beleggingen worden in mindering gebracht op het
beleggingsresultaat. Nadere detaillering van deze kosten, waarmee De Eendragt beoogt
volledige transparantie te bieden, staat verderop in de paragraaf Beleggingen.
In de voorziening verzekeringsverplichtingen is een administratiereserve en een opslag
voor excassokosten opgenomen. Daarnaast betalen de verzekeringnemers, afhankelijk
van het aantal verzekerden, een procentuele kostenopslag, berekend over de som van de
pensioengevende grondslagen. Deze drie beschikbare kostenopslagen waren niet
voldoende om de kosten, na aftrek van de hiervoor aangegeven beleggingskosten, te
dekken.
Aangesloten ondernemingen
Pensioenadministratie
In 2013 waren er meerdere releases van het administratieve systeem DEPAS.
Veel aandacht is gegeven aan het proces rond het actuariële jaarwerk. Daarnaast zijn
slagen gemaakt in het automatisch genereren van documenten voor de verzekerden en
verzekeringnemers.
De vraag naar individuele informatie neemt toe, mede door de complexiteit rond de
pensioenleeftijd.
Toeslagverlening (indexatie)
De Eendragt kent de mogelijkheid voor de verzekeringnemer om de niet-actieven onder
te brengen in de solidaire portefeuille. Als niet-actieven worden beschouwd: de
pensioentrekkenden, gewezen deelnemers en de verzekerden aan wie wegens
arbeidsongeschiktheid vrijstelling van premiebetaling is verleend. Indien een verzekerde
in de solidaire portefeuille is opgenomen, verzorgt De Eendragt de voorwaardelijke
indexatie.
22
Jaarverslag 2006
Jaarverslag
Toereikendheidstoets
Elke verzekeraar is wettelijk verplicht de voorziening verzekeringsverplichtingen
conform de Wet financieel toezicht (Wft) en het Besluit prudentiële regels Wft te
rapporteren aan de toezichthouder (DNB) en op te nemen in de balans. Dit geschiedt
volgens de zogenaamde toereikendheidstoets (TRT). De TRT levert uiteindelijk een
zogeheten toetsvoorziening op. Deze toetsvoorziening is gelijk aan het maximum van de
afkoopwaarde en de actuele waarde van de voorziening verzekeringsverplichtingen.
De actuele waarde van de voorziening verzekeringsverplichtingen is gelijk aan de som
van de geschatte waarde van:
- de gegarandeerde uitkeringen
- de toekomstige kosten
- de embedded opties
- de risicomarge
Bij de TRT dient onder meer rekening te worden gehouden met de laatste inzichten
inzake overlijden, waarbij de mogelijkheid bestaat om op basis van eigen waarneming
correcties aan te brengen. Dat mensen steeds ouder worden, is al geruime tijd bekend.
De overlevingstafels van het Actuarieel Genootschap (AG) geven niet langer alleen de
waargenomen sterfte aan over de verstreken periode, maar maken ook een prognose voor
de toekomstige sterfte (de verwachting). De Eendragt heeft in 2013 en 2014 onderzocht of
de verwachte sterfte volgens de AG-tafel overeenkomt met de waarnemingen onder de
eigen verzekerdenpopulatie. Uit dit onderzoek blijkt dat bij mannen per saldo sprake is
van ondersterfte en dat bij vrouwen sprake is van een significante oversterfte. Anders
gezegd, blijken bij De Eendragt de mannelijk verzekerden langer te leven en de
vrouwelijke verzekerden sneller te overlijden dan de verwachtingswaarden. Hiermee is
rekening gehouden in de TRT berekening. In de TRT 2013 wordt door De Eendragt voor
de balansvoorziening rekening gehouden met langer leven door de prognosetafel 20122062 van het AG te hanteren.
Ontwikkeling depots en eigen vermogen
De depots van de verzekeringnemers bevatten doorgaans een buffer die onder andere
gebruikt wordt om financiering tegen doorsneepremie mogelijk te maken. Ook kan
daaruit een tegenvallend beleggingsrendement worden opgevangen en kan sprake zijn
van een bestemmingsreserve ten behoeve van toeslagverlening.
Het eigen vermogen van De Eendragt kent een separate ontwikkeling.
In de volgende tabel is het verloop weergegeven van de depotbuffers en het eigen
vermogen in 2013.
23
Aangesloten ondernemingen
Het resultaat van de TRT 2013 is dat een bedrag van € 106,3 miljoen (2012: € 93,3 miljoen)
moet worden toegevoegd aan de voorziening verzekeringsverplichtingen. Derhalve is
een bedrag van € 13,0 miljoen toegevoegd aan de balansvoorziening ten laste van het
resultaat.
Voor de solidaire portefeuille geldt dat het gevolg van de TRT wordt gefinancierd uit de
algemene reserve solidaire portefeuille. De wijziging van de balansvoorziening
verzekeringsverplichtingen van de solidaire portefeuille uit hoofde van de TRT wordt
opgenomen in de algemene reserve solidaire portefeuille.
Jaarverslag
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
DEPOTBUFFERS
EIGEN VERMOGEN
Boekwaarde per einde vorig boekjaar
24.746
123.750
Ten laste van depotbuffers
-5.414
Resultaat boekjaar
-42.190
Boekwaarde per 31 december 2013
19.332
Aangesloten ondernemingen
81.560
BEDRAGEN IN DUIZENDEN EURO'S
24
De basis van het beleggingsbeleid
Centraal in het beleggingsbeleid van De Eendragt staat de beheersing van risico’s. Hiertoe
behoren het renterisico en dat van de financiële markten in ruime zin.
In haar beleid onderscheidt De Eendragt depots verzekeringnemers (uitvoeringsovereenkomsten met de ondernemingen) en de solidaire portefeuille. Deze laatste bevat
niet-actieven, te weten gepensioneerden, arbeidsongeschikten en verzekerden die niet
meer bij verzekerde ondernemingen werkzaam zijn, maar nog wel hun pensioenvoorziening bij De Eendragt hebben aangehouden. Meer recent verzekerde
ondernemingen houden hun niet-actieven in eigen depot. Deze verzekerden worden
toegerekend aan de depots verzekeringnemers.
Jaarverslag 2006
Jaarverslag
BELEGGINGEN
Naast een onderscheid tussen twee groepen verzekerden kent De Eendragt een
differentiatie tussen enerzijds de verplichtingen vermeerderd met de solvabiliteitsopslag
en anderzijds de depotbuffers verzekeringnemers, de algemene reserve solidaire
portefeuille en het eigen vermogen. Ten slotte heeft De Eendragt nog een separaat
leeftijdvariabel beleggingsbeleid voor de premieovereenkomsten en een risicovrij belegde
voorziening uit hoofde van langlevengaranties.
Jaarlijks legt de Directie de verschillende onderdelen van het beleggingsbeleid vast in
een beleggingsplan. Dit plan bevat het beleid ten aanzien van de afdekking van
het renterisico, een gedetailleerde middelenverdeling voor de te beleggen gelden
en de strategie voor premieovereenkomsten. Risicobeheersing staat voorop, waarbij
verschillende scenario’s resulteren in prognoses voor de volatiliteit en de te verwachte
rendementen op de financiële markten op zowel de korte (5 jaar) als de lange termijn
(25 jaar).
De RvC fiatteert jaarlijks het beleggingsbeleid op hoofdlijnen. Implementatie vindt
plaats na uitvoerige discussie met de Beleggingscommissie van De Eendragt. Deze bestaat
uit twee vertegenwoordigers van de verzekerden met een financiële achtergrond en drie
externe beleggingsdeskundigen. De Beleggingscommissie toetst de voornemens van de
Directie, adviseert over het te voeren beleid en ziet toe op de uitvoering van de afspraken.
Zij rapporteert daarover jaarlijks aan de RvC. Tevens maakt de voorzitter van de
Beleggingscommissie tezamen met de Chief Risk Officer deel uit van het beleggingscomité
van de RvC, dat tweemaal per jaar bijeenkomt om het beleid in detail te bespreken.
Afdekking rentegevoeligheid verplichtingen (matchingportefeuille)
De Eendragt voert een beleid dat zorg moet dragen voor een zo volledig mogelijke
afdekking van de risico’s verbonden aan de invloed van rentewijzigingen op de VVV.
Deze aanpak beoogt de beleggingsopbrengst van de voor dit doel ingerichte portefeuille
overeen te laten komen met de actuariële oprenting van de verplichtingen, vermeerderd
met een 5% solvabiliteitopslag.
25
Aangesloten ondernemingen
Van de totale beleggingen vindt het beheer van de obligatieportefeuille ten behoeve van
de afdekking van de verplichtingen intern plaats, evenals de uitzetting van kasmiddelen.
Alle andere beleggingen worden na een intensief selectieproces uitbesteed aan externe
beheerders.
Jaarverslag
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
In het verslagjaar gebruikte De Eendragt als rentetermijnstructuur (RTS) de door de ECB
samengestelde AAA eurostaatsleningencurve. De hier tegenoverstaande beleggingsportefeuille bestond uit Duitse en Nederlandse staatsleningen met verschillende, op de
rentegevoeligheid van de verplichtingen afgestemde looptijden. Voor de afdekking van
zeer lange looptijden maakt De Eendragt voorts gebruik van een tweetal Total Return
Swaps (TRS). Deze verruilen de korte rente voor lange obligaties met dagelijks
verrekening van het verschil in de totale opbrengst tussen beide kanten van de swap.
Periodiek vindt een doorrol van de swap plaats onder vaststelling van een herzien
geldmarkttarief.
De ECB AAA eurostaatsleningencurve met UFR voor looptijden vanaf twintig jaar heeft
grote technische nadelen en valt niet volledig af te dekken. Bovendien biedt de markt
geen mogelijkheden om de theoretische rente te realiseren zonder substantiële risico’s.
Dat resulteert in een grote kans op mismatch resultaten. Als de rente stijgt, zoals in het
verslagjaar, leidt het afdekken op de contactueel overeengekomen rente tot verliezen op
de UFR curve. Zowel de oorspronkelijke curve als die inclusief de UFR zijn gebaseerd op
euro staatsleningen van landen met de hoogste kredietstatus. In 2010 viel Spanje weg uit
deze curve. De afwaardering van Frankrijk in juli 2013 heeft bij De Eendragt de VVV
met circa € 38 miljoen verhoogd, wat via de resultatenrekening ten laste komt van het
eigen vermogen van de verzekeraar.
Resultaat renteafdekking
Het uiteindelijke resultaat op de renteafdekking werd in 2013 bepaald door een
combinatie van de hiervoor genoemde verlaging van Franse debiteurenstatus, de
beweging van de curve met UFR ten opzichte van de afgedekte contractuele
rentetermijnstructuur, de tactische beslissing om circa 5% van de VVV niet af te dekken
en tenslotte de beleggingsopbrengst van de daarmee vrijkomende middelen.
Ondanks het verlies van € 38 miljoen op Frankrijk bleef het uiteindelijke afdekkingverlies
op basis van de contractuele verplichtingen beperkt tot circa € 29,8 miljoen.
ECB AAA CURVE EN UFR CURVE PRIMO EN ULTIMO 2013
3,0%
2,5%
2,0%
Aangesloten ondernemingen
1,5%
1,0%
0,5%
0,0%
1jr 2jr 3jr 4jr 5jr 6jr 7jr 8jr 9jr 10jr
primo
15 jr
UFR primo
26
30 jr
20 jr
ultimo
UFR ultimo
In het volgende overzicht staat de percentuele samenstelling van het belegde vermogen
ultimo 2013 weergegeven in vergelijking met de middelenverdeling op basis van het
beleggingsplan 2013.
De relatief hoge kaspositie hangt voor een deel samen met de innovatieve beleggingen.
Deze vergen veelal slechts een beperkte initiële storting, maar voor mogelijke stortingen
reserveert De Eendragt het volledige toegezegde bedrag. Verder zijn in de loop van het
verslagjaar innovatieve beleggingen verkocht, waarbij voor de vrijkomende middelen
nog geen nieuwe bestemming is gevonden, mede vooruitlopend op mogelijke additionele
kapitaalbehoefte begin 2014.
Jaarverslag 2006
Jaarverslag
Beleggingsportefeuille
Gedurende 2013 zette De Eendragt onverminderd haar beleid van risicobeheerst beleggen
voort, waarbij tevens werd gestreefd naar optimale rendement-risicoverhouding door
effectieve spreiding van de portefeuille en de keuze van risico-efficiënte beleggingsmandaten.
SAMENSTELLING BELEGGINGSPORTEFEUILLE ULTIMO 2013
Realisatie
Beleggingsplan
Aandelen
31,3
28,0
Vastgoed
30,2
42,6
Innovatie
13,4
24,0
Liquide middelen en deposito's
25,1
5,4
100,0
100,0
Totaal
in procenten
Premieovereenkomsten
Voor premieovereenkomsten – zuivere DC (defined contribution) regelingen, pensioensparen en DC excedent regelingen – heeft De Eendragt in 2006 een op deze doelgroep
toegesneden beleggingsbeleid ontwikkeld. Dit gaat uit van oorspronkelijk zes, maar
sinds 2008 tien leeftijdsafhankelijke risicoklassen. Naargelang de datum nadert waarop
het opgebouwde kapitaal wordt omgezet naar pensioenrechten, neemt het beleggingsrisico
af. Er resteert immers steeds minder tijd om eventuele verliezen weer goed te
maken. Verzekerden met een premieovereenkomst kunnen zich in 2014 op de
pensioengerechtigde datum met hun opgebouwde kapitaal inkopen bij De Eendragt tegen
een rekenrente van 2%.
In de middelenverdeling van De Eendragt zitten banktegoeden (liquiditeiten), obligaties
met een looptijd van vijf tot zeven jaar (vastrentend) en zakelijke waarden. De zakelijke
waarden bestonden in 2013 uit circa 40% aandelen, 40% vastgoed en 20% innovatieve
beleggingen inclusief daarbij behorende kasmiddelen.
In 2013 en gemiddeld vanaf 2006 hebben de verschillende risicoklassen een bruto
rendement opgeleverd volgens onderstaande tabel. Het rendement wordt één keer per
jaar bijgeschreven na aftrek van de door derden aan De Eendragt in rekening gebrachte
27
Aangesloten ondernemingen
Jaarverslag
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
beheervergoeding. Deze jaarlijkse kosten staan in de laatste kolom van de tabel vermeld.
De Eendragt brengt zelf voor haar vermogensbeheer geen kosten aan verzekerden met
een DC-regeling in rekening. Dat verklaart mede dat de risicoklassen met veel intern
beheerde vastrentende waarden vrijwel geen kosten dragen, terwijl de kosten voor
jongeren met relatief veel extern beheerde zakelijke waarden duidelijk hoger liggen.
BRUTO RENDEMENTEN PREMIEOVEREENKOMSTEN Risicoklasse en leeftijd
LIQUIDITEITEN
VASTRENTEND
ZAKELIJKE
WAARDEN
RENDEMENT
2013
gemiddeld
SINDS 2006
kosten
1. 60 - 67 jaar
100%
0%
0%
0,7%
1,2%
0,00%
2. 57 - 60 jaar
10%
70%
20%
2,2%
3,9%
0,18%
3. 54 - 57 jaar
5%
70%
25%
2,8%
4,1%
0,22%
4. 51 - 54 jaar
0%
70%
30%
3,4%
4,6%
0,27%
5. 48 - 51 jaar
0%
60%
40%
4,7%
4,6%
0,36%
6. 45 - 48 jaar
0%
50%
50%
6,0%
4,6%
0,44%
7. 42 - 45 jaar
0%
40%
60%
7,4%
5,0%
0,53%
8. 39 - 42 jaar
0%
30%
70%
8,7%
5,3%
0,62%
0%
20%
80%
10,0%
5,0%
0,71%
0%
10%
90%
11,4%
4,7%
0,80%
9. 36 - 39 jaar
10. jonger dan 36 jaar
Ter vergelijking, over de periode 2006 – 2013 bedroeg de gemiddelde totale opbrengst
van de AEX index 2,5%, die van een wereldwijde aandelenindex 5,1% en voor een
representatieve obligatie-index 4,8%.
Aangesloten ondernemingen
De lage opbrengst in de categorie 60 – 67 jaar vindt haar oorsprong in de zeer lage
geldmarktrente die professionele beleggers als De Eendragt de afgelopen drie jaar
ontvingen. Waar mogelijk wordt deze renteopbrengst verhoogd met behoud van het
vrijwel risicovrije karakter. Gezien de onzekerheden omtrent de soliditeit van het
internationale bankwezen vindt bovendien spreiding plaats over een reeks van financiële
instellingen op basis van een risico gestuurd liquiditeitenbeleid.
Aandelen
Aandelenmarkten behaalden in 2013 een zeer bevredigend rendement in de ontwikkelde
landen, maar stelden teleur in opkomende markten.
Onder invloed van het extreem ruime monetaire beleid en de wegebbende vrees voor een
eurocrisis stroomde veel internationaal kapitaal naar de relatief aantrekkelijk gewaardeerde Europese markten. Hiervan profiteerden zowel uit een diepe depressie
opklauterende perifere landen als solide geachte economieën als die van Duitsland. Japan
mocht zich evenzeer verheugen in een grote vraag vanuit internationale beleggers die de
hoop koesteren dat het nieuwe beleid van premier Abe zijn vruchten gaat afwerpen.
Doordat dit tevens gepaard ging met een aanzienlijke depreciatie van de Yen, bleef in
buitenlandse valuta beduidend minder over van de koersstijgingen.
Ook Wall Street wist te profiteren van een toenemend optimisme, waarbij vooral
technologiefondsen een spectaculaire koerssprong maakten.
28
Jaarverslag 2006
Jaarverslag
In de tweede helft van het jaar kwamen de aandelenmarkten onder invloed te staan van
de dreiging dat de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve Board, de opkoop van
obligaties zou verminderen. In eerste instantie reageerden alle aandelenmarkten
schrikachtig. Na een, achteraf tijdelijk, uitstel van de aangekondigde teruglopende
verruiming trad een herstel op.
Opkomende landen lieten over het algemeen een ander beeld zien. De schier eindeloze
geldstromen van buitenlandse beleggers droogden op, mede waardoor landen met een
tekort op de lopende rekening hun economie zagen afkoelen. Zorgen over de houdbaarheid
van de Chinese groei, de daarmee samenhangende afnemende vraag naar grondstoffen en
onrust in het Midden-Oosten en Turkije zorgden alle voor teruglopende aandelenkoersen.
De door De Eendragt gekozen maximale diversificatie aandelenstrategie in opkomende
markten profiteerde in 2013 sterk van de zich verbredende belangstelling van beleggers
naar verschillende sectoren. In tegenstelling tot 2012, toen markten zich juist op enkele
sectoren concentreerden, werd met bijna 31% rendement een 5% hoger resultaat
gerealiseerd ten opzichte van marktwaardegewogen indices.
Ook de minimum variance strategie voor de opkomende markten deed het relatief goed,
maar had in absolute zin gedurende het tweede halfjaar wel last van de verslechterende
marktomstandigheden. Desondanks sloot dit fonds het jaar af met een positieve totale
opbrengst van ruim 4%. De tweede belegger in opkomende markten liet evenwel een
verlies van 7% zien.
AANDELENINDICES 2013 IN LOKALE VALUTA
150
140
130
120
110
100
90
80
feb
mrt
eurogebied
apr
mei
jun
VS
jul
Japan
29
aug
sep
okt
nov
dec
opkomende markten
Aangesloten ondernemingen
jan
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
AANDELENPORTEFEUILLE ULTIMO 2013
Jaarverslag
BELEGGINGSPORTEFEUILLE
PREMIEOVEREENKOMSTEn
Europa
22,0
3,2
Verenigde Staten
15,4
2,3
Overige ontwikkelde markten
17,9
2,7
Opkomende markten
19,1
2,5
Totaal
74,4
10,7
IN MILJOENEN EURO'S
Vastgoed
Niet-beursgenoteerd vastgoed vormt al sinds 2007 een hoeksteen in de beleggingsportefeuille van De Eendragt, vanwege de op middellange termijn aantrekkelijke
rendement-risicoverhouding. Over 2013 behaalde deze beleggingscategorie een mager
rendement van 1,6%, wat vooral te wijten viel aan verdere beperkte afwaarderingen van
het onderliggende vastgoed in het vierde kwartaal. Dat hing mede samen met nieuwe
taxateurs, wat vrijwel altijd resulteert in enige neerwaartse bijstellingen van de
waarderingen. Vooral Nederlandse winkelpanden hadden daar in 2013 last van doordat
de leegstand toenam en mede daardoor druk ontstond op de huren van de wel verhuurde
winkelruimtes. Nederland vormt overigens een uitzondering in West-Europa, waar in
veel landen inmiddels het dieptepunt in de vastgoedprijzen en -vraag voorbij lijkt.
Het Europese gespreide vastgoedfonds, waarin De Eendragt belegd, had in 2013 nog wel
last van zowel zijn Nederlandse bezittingen als incidentele afwaarderingen.
Bij alle fondsen in portefeuille bleef de bezettingsgraad van de vastgoedportefeuille dicht
onder de 100%. Dat illustreert de relatieve aantrekkelijkheid van de individuele objecten.
ONTWIKKELING NIET-GENOTEERD EUROPEES EN NEDERLANDS VASTGOED 2013
102
101
100
99
Aangesloten ondernemingen
98
97
96
Bron: IPD / FTSE EPRA / NAREIT
95
jan
juni
mrt
woningen
winkels
kantoren
30
sep
bedrijfsgebouwen
dec
eurozone
BELEGGINGSPORTEFEUILLE
PREMIEOVEREENKOMSTEN
26,4
4,6
Niet-beursgenoteerd
Nederland
Winkels
Europa
Winkels
Jaarverslag 2006
Jaarverslag
VASTGOED PORTEFEUILLES ULTIMO 2013
3,9
Gediversifieerd
41,5
4,7
Totaal
71,8
9,3
IN MILJOENEN EURO'S
Innovatie (andere financiële beleggingen)
In de categorie innovatie brengt De Eendragt alle beleggingen onder die niet behoren
tot de traditionele categorieën. In 2013 ging dat om het long-short commodities fonds,
CTA-managers, die trends in de markten trachten te benutten en een Global Tactical
Asset Allocation (GTAA) strategie.
De allocatie naar innovatieve beleggingen heeft tot doel om ook onder moeilijke
omstandigheden voor meer traditionele beleggingscategorieën een bevredigende totale
opbrengst te behalen, enerzijds uit het rendement van de innovatieve mandaten zelf en
anderzijds door in voorkomende gevallen de negatieve opbrengst van aandelen te
compenseren. Ook zorgen deze producten voor een verdere verlaging van het
portefeuillerisico door hun lage correlatie met andere beleggingen.
Het long-short commodity fund stelde al langere tijd teleur. In het verslagjaar werd hier
definitief afscheid van genomen na opnieuw een verlies met ruim 7%.
De twee CTA-beleggingen lieten een positief rendement zien. Vooral het fonds dat
gebruik maakt van lange trends wist met 9% een uitstekend resultaat te realiseren.
Ook het andere fonds, dat juist heel korte marktbewegingen en trends speelt, kon het
jaar nipt met een positief resultaat afsluiten, met name dankzij een uitstekend laatste
kwartaal.
Na een teleurstellende start in 2011 en een herstel in 2012 behaalde de GTAA-manager in
het verslagjaar een netto rendement van 1,2%. Begin 2014 is alsnog besloten dit mandaat
te beëindigen.
BELEGGINGSPORTEFEUILLE
PREMIEOVEREENKOMSTEN
CTA’s
25,6
2,5
GTAA
6,3
1,3
Totaal
31,9
3,8
IN MILJOENEN EURO'S
31
Aangesloten ondernemingen
INNOVATIEPORTEFEUILLE (FEITELIJKE RISICOPOSITIE) ULTIMO 2013
Jaarverslag
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
Belegd vermogen en rendement
De totale beleggingen (inclusief liquide middelen en premieovereenkomsten) daalden
gedurende het boekjaar van € 1.545 naar € 1.460 miljoen. Dat viel volledig toe te schrijven
aan de oplopende rente en de daarmee samenhangende daling van de verplichtingen en
de matchingportefeuille met 7,6%.
Gedurende 2013 hebben de beleggingen onder invloed van de dalende obligatieportefeuille
een totale opbrengst gegenereerd van minus € 77 miljoen, ofwel een rendement van –5%.
De hierin begrepen totale beleggingsopbrengst van de depotbuffers, de algemene reserve
solidaire portefeuille en het vrij eigen vermogen bedroeg positief 6,9%.
De gemiddelde opbrengst van de premieovereenkomsten na kosten kwam uit op 4%.
Beleggingskosten
De beleggingskosten bestaan uit de doorberekende bureaukosten van De Eendragt zelf,
de kosten van externe administratie en ondersteuning door consultants, alsmede de door
de vermogensbeheerders in rekening gebrachte beheerkosten. Alle transactiekosten die
binnen de verschillende portefeuilles worden gemaakt, gaan af van het bruto rendement.
De bureaukosten betreffen de naar rato doorbelaste kosten van de medewerkers bij
De Eendragt die zich volledig of een deel van hun tijd met beleggingsvraagstukken
bezighouden. Hiertoe behoren een risicomanager en een portefeuillebeheerder, maar ook
medewerkers van de beleggingsadministratie en andere interne ondersteunende
personen. Daarnaast gaat het om kosten van informatie, computersystemen en
–modellen, software, selectiekosten voor nieuwe mandaten en dergelijke. Tot de
administratieve kosten behoren die van het effectenbewaarbedrijf (custodian), de banken
en externe juristen. De beheerkosten bestaan zowel uit vaste als uit prestatiegerelateerde
vergoedingen bij de innovatieve beleggingen. Over deze vergoedingen bestaan
contractuele afspraken. Ondanks de betrekkelijk geringe omvang van de
beleggingsportefeuille van De Eendragt wordt actief en met succes getracht om de
beheerkosten zo laag mogelijk te houden. Deze drukken immers het netto rendement.
Daartegenover staat dat de innovatieve beleggingen doorgaans een hogere
beheervergoeding vergen, omdat het hier gaat om relatief schaarse capaciteit. Op langere
termijn moet daar een aantrekkelijke rendement-risicoverhouding tegenover staan.
Evenals bij andere pensioenbeleggers is De Eendragt kritisch op hoge beheervergoedingen.
Per saldo bedroegen de totale beleggingskosten in 2013 € 4,7 miljoen, ofwel 0,32% van
het totale belegde vermogen van € 1.460 miljoen (2012: 0,29%). Vooral additionele
inspanningen in samenhang met de voorbereiding van Solvency II hebben de kosten in
2013 verhoogd. De beleggingskosten waren als volgt samengesteld.
KOSTEN BELEGGINGEN
Aangesloten ondernemingen
KOSTEN IN MILJOENEN
ALS PERCENTAGE
BELEGD VERMOGEN
Bedrijfskosten toe te rekenen aan beleggingen
2,5
0,17%
Beheerskosten en rentelasten
0,2
0,01%
Kosten externe beheerders*
2,0
0,14%
Totaal
4,7
0,32%
* Direct ten laste gebracht van het beleggingsrendement.
32
Jaarverslag 2006
Jaarverslag
Totale opbrengst en risico
Onder invloed van de rentestijging in het verslagjaar namen de verplichtingen in 2013
met € 65 miljoen af. Als Frankrijk in juli 2013 niet zijn hoogste kredietstatus had verloren,
zou de teruggang in de voorziening verzekeringsverplichtingen circa € 103 miljoen
hebben bedragen. De matchingportefeuille liet een waardedaling zien van € 94,8 miljoen,
ofwel 7,6%. De beleggingsportefeuille behaalde daarentegen een positieve totale
opbrengst na kosten van 6,9%. Daardoor kwam het rendement van de alle beleggingen in
2013 uit op minus 5%. Dit viel geheel toe te schrijven aan de strategische renteafdekking
van de verplichtingen.
TOTAAL RENDEMENT 2013 Verplichtingenportefeuille
-7,6%
Beleggingsportefeuille
Aandelen1)
21,5%
Vastgoed
1,6%
Innovatie
3,7%
Kas
0,5%
Totale beleggingsportefeuille
6,9%
Totale beleggingsopbrengst
-5,0%
1) Inclusief valuta-afdekking
33
Aangesloten ondernemingen
Sinds de start van de huidige beleggingsstrategie in 2006, toen De Eendragt van
pensioenfonds overging naar levensverzekeraar, bedroeg de gemiddelde totale opbrengst
6,3%. Over de afgelopen tien jaar kwam het netto (meetkundig) rendement uit op
gemiddeld 7,4% per jaar.
De volatiliteit, de standaarddeviatie, van de beleggingsportefeuille kwam eind van het
verslagjaar uit op 2,9%. Daarin weerspiegelt zich de brede diversificatie, mede door het
gebruik van innovatieve beleggingen.
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 2013
Jaarverslag
ONT WIKKELINGEN NA BA L ANSDATUM
Na het afsluiten van de fase van strategische heroriëntatie in december 2013 met het
besluit van het bestuur om zelfstandig door te gaan, zijn de Raad van Commissarissen en
de Directie in januari 2014 met elkaar in gesprek gegaan om te bezien wat dit betekent
voor De Eendragt en de rol van de huidige Directie. Daarbij luidde de conclusie dat het
voor algemeen directeur de heer P. Menco een natuurlijk moment is om de organisatie te
verlaten. Hij heeft sinds 2004 De Eendragt geleid en omgevormd tot verzekeringsmaatschappij. Daarnaast is in onderling overleg met de heer T. Nieuwenhuizen overeengekomen dat hij zich gaat toeleggen op de relatie met bestaande en potentiële
verzekeringnemers. De heer T. Nieuwenhuizen was in mei 2014 twintig jaar werkzaam
bij De Eendragt, eerst in de hoedanigheid van directeur actuariaat en na de omvorming
tot verzekeringsmaatschappij als directeur met een breder takenpakket.
Beide Directieleden zijn op de algemene vergadering van aandeelhouders van 22 mei
afgetreden als statutair directeur. Bij die gelegenheid is de heer A. Bakker benoemd als
nieuwe algemeen directeur en de heer A. van Vliet benoemd als financieel directeur.
De afwaardering van de kredietstatus van Frankrijk medio 2013 in combinatie met de
ingebruikname van een nieuw intern model voor berekening van de verplichtingen
ultimo 2013 hebben de solvabiliteit van De Eendragt onder druk gezet.
Direct na het beschikbaar komen van de cijfers heeft De Eendragt conform het opgestelde
Kapitaalbeleid maatregelen genomen om het solvabiliteitsbeslag van de beleggingen te
verkleinen. Daartoe is vrijwel de gehele beleggingsportefeuille, bestaande uit vastgoed,
aandelen en andere beleggingen, verkocht. Hierdoor is de solvabiliteit – gemeten in TSC
en Solvency II – weer tot boven het wettelijk vereiste niveau gestegen.
Voor de inrichting van de interne auditfunctie zijn verschillende oplossingsrichtingen
bekeken. Na diverse gesprekken en analyses is besloten om deze functie uit te besteden
aan een accountantskantoor.
Amsterdam, 26 juni 2014
Aangesloten ondernemingen
Directie
A.F.J. Bakker
A. van Vliet
34
35
Aangesloten ondernemingen
Jaarrekening
JAARREKENING
DE EENDRAGT PENSIOEN N.V.
2013
Jaarverslag 2006
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
BA L ANS
Na resultaatbestemming
ACTIVA
Beleggingen
Noot*
2013
2012
1
Vastgoed
71.757
75.750
Aandelen
74.406
68.183
Obligaties
1.153.047
1.247.226
Hypotheken
3.063
4.045
22.988
33.250
-
4.765
Andere financiële beleggingen
(innovatieportefeuille)
Derivaten
1.325.261
1.433.219
Beleggingen voor risico
polishouders
Vastgoed
9.323
8.822
Aandelen
10.733
9.401
Obligaties
23.612
24.630
Jaarrekening
Andere financiële beleggingen
(innovatieportefeuille)
Liquide middelen
Vorderingen en overlopende activa
2
Liquide middelen
3
Totaal
3.626
17.536
70.907
64.015
8.372
5.611
67.742
48.044
1.472.282
1.550.889
BEDRAGEN IN DUIZENDEN EURO'S
*Toelichting vanaf blz. 54
Aangesloten ondernemingen
3.006
24.233
36
Jaarverslag 2006
Na resultaatbestemming
PASSIVA
Noot*
Eigen vermogen
4
Gestort en opgevraagd kapitaal
2013
2012
45
45
Algemene reserve solidaire portefeuille
-17.682
13.576
99.197
Overige reserves
Technische voorzieningen
5
110.129
81.560
Voorziening verzekeringsverplichtingen 123.750
1.289.025
1.333.009
70.907
64.015
Voorziening verzekeringen waarvan
polishouders het beleggingsrisico dragen
Totaal technische voorzieningen
1.359.932
1.397.024
3.990
0
1
6
Totaal
26.800
1.472.282 30.115
1.550.889
BEDRAGEN IN DUIZENDEN EURO'S
*Toelichting vanaf blz. 54
37
Jaarrekening
Overige schulden
en overlopende passiva
Aangesloten ondernemingen
Derivaten
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
winst- en verliesrekening
TECHNISCHE REKENING LEVENSVERZEKERING
Verdiende premies eigen rekening
2013
2012
7
Brutopremies
51.387
Koopsommen
Waardeoverdrachten (inkomend)
Uitgaande herverzekeringspremies eigen
rekening
49.740
0
10
4.372
3.272
-10
-48
55.749
Opbrengsten uit beleggingen
52.974
8
Vastgoedfondsen
Overige beleggingen
Gerealiseerde winst op beleggingen
4.943
4.399
42.316
40.260
3.444
Niet-gerealiseerde winst op beleggingen
9
47.420
50.703
92.079
22.169
91.144
Uitkeringen eigen rekening
Bruto
Jaarrekening
Waardeoverdrachten (uitgaand)
-47.661
-48.379
-2.557
-2.615
-50.218
-50.994
5
37.092
-171.811
Winstdeling en kortingen
10
-2.003
828
Bedrijfskosten
11
-5.832
-5.470
Wijziging technische voorzieningen eigen
rekening
Voorziening voor levensverzekering
Beheers- en personeelskosten, afschrijving
bedrijfsmiddelen
Beleggingslasten
12
Beheerkosten en rentelasten
-219
Gerealiseerd verlies op beleggingen
Niet-gerealiseerd verlies op beleggingen
-3.652
13
Aan niet-technische rekening toegerekende
opbrengst uit beleggingen
Resultaat technische rekening
levensverzekering
Aangesloten ondernemingen
-204
Toelichting vanaf blz. 63
38
-44.110
-3.871
-44.314
-145.517
-30.214
-8.570
-2.275
-50.298
-68.053
BEDRAGEN IN DUIZENDEN EURO'S
2013
2012
-50.298
-68.053
8.570
2.275
Resultaat technische rekening
levensverzekering
Jaarverslag 2006
NIET-TECHNISCHE REKENING
Toegerekende opbrengsten uit beleggingen
overgeboekt van technische rekening
Andere baten en lasten
-462
-164
-42.190
-65.942
14
Resultaat
BEDRAGEN IN DUIZENDEN EURO'S
Toelichting vanaf blz. 63
k asstroomoverzicht
Kasstromen uit operationele activiteiten
Ontvangen brutopremies en koopsommen
2012
41.949
Ontvangen uitkeringen herverzekering
Ontvangen waardeoverdrachten (inkomend)
Betaalde uitgaande herverzekeringspremies
Betaalde waardeoverdrachten (uitgaand)
Betaalde uitkeringen (bruto)
Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
Jaarrekening
2013
35.598
6
6
4.261
2.898
-14
-55
-2.192
-2.201
-47.668
-48.379
-4.761
-5.419
-8.419
-17.552
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten
Directe beleggingsopbrengsten
40.197
44.539
Verkopen en aflossingen van beleggingen
61.741
225.489
-73.602
-206.614
-219
-204
Kosten van vermogensbeheer
28.117
63.210
Mutatie liquide middelen
19.698
45.658
Saldo begin boekjaar
48.044
2.386
Saldo einde boekjaar
67.742
48.044
BEDRAGEN IN DUIZENDEN EURO'S
Het kasstroomoverzicht is gepresenteerd volgens de directe methode met een onderverdeling naar
kasstromen uit operationele en beleggingsactiviteiten. Met het kasstroomoverzicht wordt inzicht gegeven
in de inkomende en uitgaande kasstromen van de vennootschap.
De mutaties in zowel debiteuren als crediteurensaldi zijn verantwoord in de kasstroomcategorieën.
39
Aangesloten ondernemingen
Aankopen beleggingen
Aangesloten ondernemingen
Jaarrekening
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
40
41
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
TOELICHTING
JAARREKENING
2013
Jaarverslag 2006
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
A L GEMEEN
Statutaire zetel en adres
De Eendragt Pensioen N.V. (De Eendragt) is zowel statutair gevestigd als zetelhoudende te
Amsterdam aan De Boelelaan 7, postcode 1083 HJ, telefoon 020-7167301.
Activiteiten
De activiteiten van De Eendragt bestaan uit de uitoefening van het levensverzekeringsbedrijf als bedoeld in de Wft zoals van kracht geworden op 1 januari 2007.
Groepsverhoudingen
Stichting Pensioenfonds De Eendragt heeft per 17 februari 2006, maar met terugwerkende
kracht tot 1 januari 2006, De Eendragt afgesplitst, waarbij alle bezittingen en
verplichtingen van het pensioenfonds geruisloos naar de naamloze vennootschap zijn
overgegaan. De Stichting heeft op hetzelfde moment haar statuten gewijzigd met als
gevolg dat zij haar doelstelling heeft veranderd van pensioenfonds naar aandeelhouder
van alle aandelen van De Eendragt. Ook is op hetzelfde moment haar naam gewijzigd in
Stichting De Eendragt Pensioen.
Op 14 maart 2006 heeft De Nederlandsche Bank aan de N.V. formeel de vergunning
verstrekt als bedoeld in artikel 24, eerste lid van de toenmalige Wtv 1993, voor het
uitoefenen van het levensverzekeringsbedrijf in de branches 1 (Levensverzekering
Algemeen), 3 (Levensverzekering verbonden met beleggingsfondsen), en 7 (Beheer van
collectieve pensioenfondsen) als bedoeld in artikel 16 van de Wtv 1993.
De aandelen van De Eendragt zijn 100% eigendom van Stichting De Eendragt Pensioen.
De Stichting heeft een paritair samengesteld bestuur met vertegenwoordigers op
voordracht van de werkgevers, werknemers en gepensioneerden. De leden fungeren
feitelijk gezamenlijk als aandeelhouder. Voorts staan in de statuten van de Stichting de
bevoegdheden en verantwoordelijkheden van zowel de Stichting zelf als van haar
bestuursleden.
Toelichting
Jaarrekening
Aangesloten
ondernemingen
Continuïteit
Bij de waardering van activa en passiva wordt uitgegaan van de veronderstelling dat het
geheel van werkzaamheden wordt voortgezet.
Wettelijk kader
De jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.
De bedragen in deze jaarrekening luiden in duizenden euro’s, tenzij anders is aangegeven.
De in de tabellen opgenomen getallen zijn afgeronde bedragen. Hierdoor kunnen zich
afrondingsverschillen voordoen die, waar van toepassing, als zodanig in de tabellen zijn
aangegeven.
42
Risico’s vormen een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering van De Eendragt en
daarom ziet de vennootschap risicomanagement als één van de kerncompetenties van
haar organisatie.
Het risicomanagement heeft zijn weerslag op alle managementactiviteiten.
De vennootschap bewaakt het algehele risicoprofiel en streeft daarbij naar een
evenwichtige balans tussen risico, rendement en kapitaal. Het risicomanagement is
gericht op het duurzaam beschermen van de financiële positie van De Eendragt en die
van zowel de verzekerden als de verzekeringnemers.
In deze risicoparagraaf worden de belangrijkste risico’s uiteengezet die De Eendragt
onderkent en de manier waarop haar risicomanagement daarop is afgestemd.
Hieronder wordt ingegaan op de door De Eendragt genomen risicobeperkende
maatregelen.
Jaarverslag 2006
RISICOPAR AGR A A F
Algemeen
De grootste risico’s van De Eendragt bestaan uit:
1. het langlevenrisico, onderdeel van de actuariële risico’s, is de kans dat de gemiddelde
levensverwachting van de bij De Eendragt verzekerde populatie hoger uitkomt dan
waarvoor voorzieningen zijn getroffen.
2. het curverisico dat voortkomt uit de afwaardering van de kredietstatus van landen
die deel uitmaken van de door De Eendragt voor de berekening van de Voorziening
Verzekeringsverplichtingen gebruikte ECB AAA staatsleningen curve.
In het verslagjaar verloor Frankrijk de hoogste kredietstatus. De kans bestaat dat
ook Nederland en Oostenrijk op langere termijn hun huidige AAA waardering bij
Fitch verliezen.
3. het renterisico dat de beleggingen qua rentegevoeligheid afwijken van de rentetermijnstructuur welke gehanteerd dient te worden voor de verplichtingen.
Het voorgeschreven gebruik van de UFR in de rentetermijnstructuur bemoeilijkt de
nauwkeurige afdekking van het renterisico en de theoretische rente vanaf looptijden
van twintig jaar valt op de financiële markten niet te realiseren.
Uiteindelijk monden alle risico’s samen uit in het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat
het aanwezige eigen vermogen kleiner wordt dan het wettelijk vereiste vermogen
behorende bij de balans en risico’s van De Eendragt.
Het eigen vermogen van De Eendragt bestaat uit zowel de algemene reserve solidaire
portefeuille als het overige eigen vermogen van de verzekeraar. Eind 2013 bedroeg
het eigen vermogen € 81,6 miljoen (2012: € 123,8 miljoen). Het wettelijk vereiste eigen
vermogen bedroeg per deze datum € 54,4 miljoen (2012: € 56,4 miljoen), waardoor de
solvabiliteitsratio onder Solvency I uitkwam op 150% (2012: 219%).
De solvabiliteit berekend volgens de regels van Solvency II daalde per 31 december 2013
tot onder de 100%. Dit percentage classificeert zich binnen het Kapitaalbeleid als een
43
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
In het vervolg van deze paragraaf worden alle risico’s besproken die De Eendragt
onderkent.
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
zogenoemd “trigger event” voor het uitvoeren van vooraf gedefinieerde beheersmaatregelen.
Direct na constatering hiervan in februari 2014 heeft de Directie deze beheersmaatregelen
uitgevoerd, zoals beschreven onder “Ontwikkelingen na balansdatum”.
Vanaf 2014 sluit de solvabiliteitsbeoordeling nauw aan bij het nieuwe Kapitaalbeleid, dat
weergeeft welk solvabiliteitsniveau nadere beheersmaatregelen vergt om de solvabiliteit
onder het Theoretisch Solvabiliteits Criterium en Solvency II op peil te houden. In dit
Kapitaalbeleid heeft het bestuur van de vennootschap aangegeven dat de minimaal
aanvaardbare solvabiliteit onder Solvency II op 110% ligt. Ultimo april 2014 bevindt de
TSC solvabiliteitsratio zich weer boven het wettelijke minimum, maar ligt de aanwezige
solvabiliteit nog wel onder de door het bestuur noodzakelijk geachte solvabiliteit
(op Solvency II basis), zoals vastgesteld binnen het Kapitaalbeleid, waardoor nog
aanvullende beheersmaatregelen zullen worden uitgevoerd.
De op 22 mei 2014 aangetreden Directie van de vennootschap onderkent de risico’s van
De Eendragt zoals in deze paragraaf benoemd en geeft prioriteit aan het ontwikkelen van
een nieuwe langetermijnstrategie voor De Eendragt die ook onder de nieuwe
solvencyregels haar deelnemers en klanten de zekerheid biedt van het uitkeren van de
toegezegde pensioenen.
Toelichting
Jaarrekening
Aangesloten
ondernemingen
Langlevenrisico
In de periodieke toereikendheidstoets wordt de benodigde voorziening berekend met de
door het Actuarieel Genootschap gepubliceerde Prognosetafel 2012-2062, bijgesteld met
de voor De Eendragt op basis van een actueel onderzoek vastgestelde ervaringscijfers
voor zowel vrouwen als mannen in de eigen populatie. De toepassing van deze
ervaringssterfte heeft, berekend ultimo 2013, geleid tot een verlaging van de
toetsvoorziening van € 13,3 miljoen. De Eendragt loopt volledig langlevenrisico op de
deelnemers in de solidaire portefeuille en de reeds opgebouwde verplichtingen, het
overgrote deel van de voorzieningen. Een AG Prognosetafel is opgesteld met een
veronderstelde trend in de sterfteontwikkeling van de Nederlandse bevolking. Indien
deze veronderstelde trend correct is, zal de later dit jaar verwachte AG Prognosetafel
2014 – 2064 niet leiden tot een aanpassing in de voorzieningen. Echter, indien de
veronderstelde trend niet correct is en de Nederlandse bevolking langer leeft dan eerder
werd verondersteld, dan heeft dit een negatieve invloed op de solvabiliteit van
De Eendragt. Omgekeerd zal korter leven een positieve invloed hebben op de solvabiliteit.
De Eendragt is niet herverzekerd tegen veranderingen in sterftetafels.
Kostenrisico
In de voorziening is rekening gehouden met toekomstige bedrijfskosten. Het kostenrisico
behelst het risico dat de veronderstelde toekomstige kosten (contant gemaakt in de
kostenvoorziening) niet toereikend is voor de in de toekomst te maken kosten.
De omvang van de toekomstige kosten is onderbouwd aan de hand van een begroting.
Overlijdensrisico
Het overlijdensrisico behelst de onzekerheid over uit de keren partnerpensioenen na
overlijden van hoofdverzekerden. Dit risico wordt ook wel aangeduid als een
kortlevenrisico.
44
Jaarverslag 2006
Het overlijdensrisico wordt door De Eendragt gedragen. Afwijkingen tussen het
verwachte en daadwerkelijk opgetreden aantal overlijdens vallen in het jaarresultaat.
Veranderingen in sterfetrends leiden tot een aangepaste verwachting van het aantal
toekomstige overlijdens, welke ontwikkeling tegengesteld is aan het langlevenrisico.
Terrorismerisico
Naast het reguliere overlijdensrisico bestaat de kans dat door een terroristische
aanslag een onverwacht grote overlijdensschade optreed. Sinds 2007 is dit risico
herverzekerd via de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschade.
Bij overlijdensschade door terrorisme is de uitkering aan verzekerden gelimiteerd tot het
bedrag dat uit hoofde van de herverzekering wordt ontvangen.
Toeslagrisico
De Eendragt heeft voor de solidaire portefeuille een voorwaardelijk toeslagbeleid.
De pensioenen van de gepensioneerden en de gewezen deelnemers worden verhoogd als
de algemene reserve solidaire portefeuille en de solvabiliteit van de verzekeraar dit
toelaten. De Directie neemt hierover na overleg met de RvC jaarlijks een besluit.
Ultimo verslagjaar bedroeg de algemene reserve solidaire portefeuille € -17,5 miljoen,
rekening houdend met de TRT. De balansvoorziening verzekeringsverplichtingen
betreffende de solidaire portefeuille bedroeg circa € 869 miljoen. Op basis van deze
verhoudingen heeft de Directie besloten om in 2014 geen toeslag te verlenen en is de kans
op toeslagverlening in de voorzienbare toekomst zeer beperkt.
Rentegevoeligheidrisico
De Eendragt waardeert de voorziening verzekeringsverplichtingen op marktrente.
De Eendragt hanteert daartoe sinds eind 2008 de door de ECB berekende RTS op basis
van de ECB AAA euro staatsobligatiecurve. De rentetoevoeging aan de verzekeringsverplichtingen op basis van deze RTS is aan de verzekeringnemers contractueel
gegarandeerd.
Sinds 2006 wordt gestreefd naar een zo volledig mogelijke afdekking van het
rentegevoeligheidsrisico van de kasstromen van de toekomstige verzekeringsverplichtingen. De interne risicomanager (CRO) heeft een eigen, door een extern
deskundige gevalideerd model ontwikkeld om de afdekking op dagbasis te volgen en zo
nodig bij te stellen.
De afdekkingportefeuille bestaat eind 2013 uitsluitend uit Nederlandse (41%) en Duitse
staatsleningen (59%) en een TRS, waarvan de rentegevoeligheid voor verschillende
looptijden zo veel mogelijk aansluit bij de toekomstige kasstromen van de verplichtingen.
45
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
Beleggingsrisico’s
De Directie van De Eendragt stelt in nauw overleg met de Beleggingscommissie het
jaarlijkse beleggingsplan vast, ingebed in lange termijn scenario’s. Daarin wordt een
onderscheid gemaakt tussen de beleggingsportefeuille die tegenover de met de
ondernemingen contractueel aangegane verplichtingen en de minimaal vereiste
solvabiliteit staat, de matchingportefeuille, en de overige vermogenstitels, de zogeheten
beleggingsportefeuille. Deze staat tegenover de algemene reserve solidaire portefeuille,
de depotbuffers, de premieovereenkomsten en het eigen vermogen van De Eendragt zelf.
Daarnaast bestaat nog een geheel in liquide middelen ondergebracht risicovrij bedrag.
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
Inclusief de TRS bedraagt de rentegevoeligheid van de afdekkingsportefeuille circa 14,5
welke nagenoeg is aan de rentegevoeligheid van de verplichtingen zonder UFR.
Conform afspraken met de RvC zal de omvang van de TRS strategisch maximaal 20%
van de balans bedragen (ultimo 2013: 8,0%). Aan het eind van het verslagjaar bedroeg
het afdekkingspercentage 98% van de contractuele verplichtingen plus solvabiliteitsopslag.
Toelichting
Jaarrekening
Aangesloten
ondernemingen
Rentecurverisico
De verplichtingen van De Eendragt worden contant gemaakt met de ECB AAA curve
inclusief de UFR. Dit leidt tot een tweetal risico’s voor de balans van De Eendragt:
1) Samenstelling van ECB AAA curve
De onzekerheid over de kredietstatus van landen die deel uitmaken van de ECB AAA
staatsleningencurve leiden tot aanzienlijke balansrisico’s voor De Eendragt. Indien
overheden in de curve hun status van beste debiteur conform de Fitch-beoordeling
verliezen, komen zij uit de gebruikte ECB AAA curve te vervallen, met een schoksgewijze
daling van de gemiddelde rente en een stijging van de verplichtingen van verzekeraars
als gevolg. Tegenover deze hogere verzekeringsverplichtingen staan op dat moment geen
beleggingsopbrengsten, zodat de solvabiliteit daalt. Gedurende het verslagjaar verloor
Frankrijk haar AAA status, wat heeft geresulteerd in een stijging van de verplichtingen
met € 38 miljoen. Doordat hiertegenover geen opbrengst stond aan de beleggingskant
moest het betreffende bedrag uit het eigen vermogen van De Eendragt worden
gefourneerd.
2) Verschil tussen beleggingsrendement en benodigd verplichtingenrendement
De Eendragt baseert haar afdekkingbeleid op de contractueel overeengekomen afspraken,
waarbij de toekomstige pensioenenkasstromen zo goed mogelijk worden gematched met
veilige staatsobligaties. Ondanks dat de kasstromen zo goed mogelijk worden gematched,
kan de waarde van de verplichtingen zich toch heel anders ontwikkelen dan de waarde
van de beleggingen, doordat de UFR wordt toegepast op de disconteringscurve van de
verplichtingen. Gedurende het verslagjaar bedroeg het negatieve verschil tussen de
afdekking op basis van de contractuele curve en die van de UFR curve € 13,4 miljoen als
gevolg van de rentestijging. Dit verschil is ten laste van het eigen vermogen gebracht.
Op dit moment is het niet mogelijk om matchend te beleggen in titels met een zelfde
rendement als de verplichtingen welke met UFR gedisconteerd zijn. Dit is een significant
risico op de lange termijn.
Bovenstaande twee risico’s hebben betrekking op de situatie dat de ECB AAA curve
inclusief UFR van toepassing blijft voor de discontering van de verplichtingen. Daarnaast
is er ook nog het risico dat er vanuit de toezichthouder andere rekenregels voor de te
hanteren disconteringscurve kunnen worden gesteld, zoals bijvoorbeeld een andere
specificatie van de UFR parameters.
Tegenpartijrisico
Zoals onder de voorgaande paragraaf reeds opgemerkt, heeft De Eendragt Total Return
Swaps met een Nederlandse bank als tegenpartij. Door de dagelijkse verrekening van
waardeverschillen loopt De Eendragt hierop nauwelijks tegenpartijrisico.
46
Jaarverslag 2006
De posities worden op dagbasis bewaakt door een daartoe geëquipeerde consultant en
gevolgd via de custodian.
Ten aanzien van uitgezette kasgelden voert De Eendragt een spreidingsbeleid, waarbij
deposito’s uitsluitend bij banken uitstaan met een volgens externe bureaus hoge mate
van kredietwaardigheid. Als de van te voren intern afgesproken limieten bij de banken
bereikt zijn, koopt De Eendragt kortlopend geldmarktpapier van de Nederlandse staat ter
uitzetting van de kasgelden.
Kredietrisico
De Eendragt heeft alleen staatsleningen van Nederland en Duitsland. Er is een klein
bedrag uitgezet aan personeelshypotheken (circa € 3 miljoen). Er zitten in de portefeuilles
geen bedrijfsleningen. Wel komt debiteurenrisico voort uit mogelijke premieachterstanden
bij verzekeringnemers zonder een depotbuffer.
Valutarisico
De verplichtingen van De Eendragt luiden alle in euro. Zodra een belegging gepaard gaat
met buitenlandse valuta, ontstaat daaruit risico. De Eendragt heeft het valutarisico van
de ontwikkelde landen buiten de eurozone volledig afgedekt. Dit vindt plaats met behulp
van termijncontracten en vormt onderdeel van de opdracht aan vermogensbeheerders die
in buitenlandse valuta beleggen. Het valutarisico van opkomende markten wordt niet
afgedekt.
47
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
Liquiditeitsrisico
Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (de solvabiliteit),
gaat het bij liquiditeitsrisico’s om de kortere termijn. De beleggingen van De Eendragt
zijn grotendeels volledig liquide. Alle posities met uitzondering van die in nietbeursgenoteerd vastgoed, kunnen binnen één maand geliquideerd worden om middelen
vrij te maken. De totale omvang van de niet direct beschikbare posities bedroeg ultimo
2013 slechts € 81 miljoen.
Naast de directe beschikbaarheid van voldoende middelen kan De Eendragt haar
geldstromen met een relatief hoge mate van zekerheid prognosticeren.
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
GRONDSL AGEN VOOR WA ARDERING EN RESULTA ATBEPA LING
Algemeen
Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben.
Indien niet anders vermeld, luiden de bedragen in duizenden euro’s. Waar nodig zijn de
cijfers over 2012 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
Beleggingsresultaten uit het levensverzekeringsbedrijf worden in de winst- en
verliesrekening verantwoord. De resultaten op de beleggingen, die ter vrije beschikking
tegenover het eigen vermogen staan, worden aan de niet-technische rekening toegerekend.
Schattingen en veronderstellingen
De jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek, waarin wordt vereist dat de Directie oordelen vormt en schattingen
en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de
gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, alsmede van baten en lasten.
De schattingen en hiermee verbonden vooronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen
uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als
redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel
over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere
bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen.
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld.
Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting
wordt herzien, indien deze herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de
periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft
voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden.
Vreemde valuta
Transacties luidend in vreemde valuta’s worden in euro’s omgerekend tegen de geldende
wisselkoers op de transactiedatum. In vreemde valuta’s luidende monetaire activa en
verplichtingen worden per balansdatum in euro’s omgerekend tegen de op die datum
geldende slotkoers.
Toelichting
Jaarrekening
Aangesloten
ondernemingen
De Eendragt Pensioen N.V. hanteert voor de vaststelling van de actuele waarde de
wisselkoersen zoals opgenomen in onderstaande tabel.
GEHANTEERDE WISSELKOERSEN
2013
2012
2013
SLOTKOERS
Amerikaanse dollar
EUR
48
2012
GEMIDDELDE KOERS
0,72522
0,75798
0,75273
0,77760
Beleggingen
Alle waardeveranderingen van de beleggingen worden verantwoord via de winst- en
verliesrekening. Transactie- en herwaarderingsresultaten hebben betrekking op de
gedurende het verslagjaar gerealiseerde, respectievelijk ongerealiseerde resultaten.
Jaarverslag 2006
BA L ANSPOSTEN
Participaties in vastgoedmaatschappijen (indirect vastgoed)
Beleggingen in beursgenoteerde vastgoedfondsen worden gewaardeerd tegen de actuele
waarde, zijnde de per balansdatum geldende beurskoers.
Beleggingen in niet-beursgenoteerde vastgoedparticipatiemaatschappijen worden
gewaardeerd tegen het evenredige deel van de netto vermogenswaarde waartoe
De Eendragt gerechtigd is.
Aandelen
De aandelen zijn gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde de per balansdatum geldende
beurskoers (biedkoers).
Aandelen en participaties in niet beursgenoteerde beleggingsfondsen worden gewaardeerd op het aandeel in de beurswaarde van de onderliggende aandelen.
De uiteindelijke vaststelling is een benaderde waarde en geschiedt op basis van de indices
van de respectievelijke aandelenmarkten.
Obligaties
De vastrentende waarden zijn gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde de per
balansdatum geldende beurskoers.
Hypotheken u/g
De hypotheken zijn gewaardeerd op aflossingswaarde.
Andere financiële beleggingen (Innovatieportefeuille)
Deze beleggingen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, zijnde de per
balansdatum geldende beurskoers, respectievelijk de per balansdatum geldende
beurskoers van de onderliggende futures.
Vorderingen en overlopende activa
Verstrekte leningen en overige vorderingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen
reële waarde, vervolgens vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs op basis
van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.
49
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
Derivaten
Derivaten worden gewaardeerd tegen de markwaarde per balansdatum. Ter meerdere
zekerheid voor de nakoming van deze contracten worden dagelijks staatsleningen als
onderpand uitgewisseld met de tegenpartijen van de positie in Total Return Swaps.
Toelichting
Jaarrekening
Aangesloten
ondernemingen
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
Liquide middelen
De liquide middelen zijn gewaardeerd op nominale waarde.
Schulden en overlopende passiva
Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden
na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve
rentemethode.
De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden
opgenomen onder de kortlopende schulden.
50
Financieringsmethode
Jaarlijks worden de aanspraken ingekocht die bij ontslag worden toegekend.
De voorziening pensioenverplichtingen is gebaseerd op de aanspraken op de balansdatum,
inclusief de op balansdatum onvoorwaardelijk toegekende indexatie.
Jaarverslag 2006
TECHNISCHE VOORZIENINGEN
Rekenrente
De voor de berekening van de voorzieningen verzekeringsverplichtingen en de
toereikendheidstoets gebruikte rentetermijnstructuur wordt vanaf 2008 gebaseerd op de
AAA eurostaatsobligatiecurve, zoals gepubliceerd door de ECB, hierna genoemd ECB
curve. Voor de voorzieningen verzekeringsverplichtingen in de depots en de solidaire
portefeuille wordt bij het toepassen van de ECB-curve rente vanaf dertig jaar constant
geacht op die van dertig jaar. Voor de TRT wordt de rente vanaf twintig jaar vastgesteld
conform de door DNB aangegeven methodiek, waarbij de curve vanaf twintig jaar wordt
berekend met de UFR voor looptijden van twintig tot zestig jaar.
Sterftegrondslagen
Voor de sterftegrondslagen in de contracten worden de AG tafels 2000-2005 met één jaar
leeftijdsverlaging gehanteerd. Voor de verlengde uitvoeringsovereenkomsten wordt
jaarlaag 2017 van de AG-prognosetafel 2010-2060 gebruikt.
Garantieverplichtingen
Voor aanpassing naar nieuwe sterftegrondslagen wordt een voorziening garantieverplichting gevormd. De jaarlijkse dotatie (gerekend vanaf 1 januari 2009) bedraagt
0,3% van de voorziening verzekeringsverplichtingen.
Pensioensparen / beschikbare premie (premieovereenkomsten)
Deze twee regelingen worden als kapitaal geadministreerd. Het beleggingsrisico wordt
door de deelnemer gedragen.
51
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
Toereikendheidstoets
De Eendragt voert jaarlijks, conform de Wft en het Besluit Prudentiële Regels, een TRT
uit op de technische voorzieningen. Dit gebeurt door de toetsvoorziening af te zetten
tegen de aanwezige voorziening (rekening houdend met de zogenoemde afkoopwaardevloer). Voor de sterftegrondslagen wordt de AG prognosetafels 2012-2062 gebruikt met
een aanpassing voor ervaringssterfte bij De Eendragt.
De toetsvoorziening is gelijk aan het maximum van de afkoopwaarde en de actuele
waarde van de technische voorziening, verminderd met de overwaarde van beleggingen.
De afkoopwaarde van de uitvoeringsovereenkomsten is bij De Eendragt gelijk aan de
aanwezige technische voorziening (rekening houdend met de depotbuffers), terwijl de
actuele waarde gelijk is aan de som van de best estimate waarde en de risicomarge.
De best estimate waarde bestaat uit de contante waarde van de toekomstige best estimate
kasstromen. Bij de bepaling van de best estimate kasstromen zijn aannames gemaakt over
sterfte, kosten, arbeidsongeschiktheid, afkoop en verlenging. Voor de cost of capital
wordt 6% aangehouden. De overwaarde van de beleggingen is op nihil gesteld omdat alle
beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde.
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
Partnerfrequentie
Alle actieven en gewezen deelnemers worden geacht een partner te hebben. Op de
pensioendatum wordt het partnerpensioen van een deelnemer zonder rechthebbende op
partnerpensioen omgezet in extra ouderdomspensioen.
Opslag toekomstige kosten
Rekening wordt gehouden met 1,25% excassokosten en 0,5% overige administratiekosten.
Toekomstige salarisontwikkelingen
Met toekomstige salarisontwikkelingen wordt alleen in de toereikendheidstoets rekening
gehouden.
Toelichting
Jaarrekening
Aangesloten
ondernemingen
Niet in de voorziening opgenomen aanspraken
Alle pensioenaanspraken worden in de berekening van de voorziening betrokken,
met uitzondering van de toekomstige aanspraken op premievrije opbouw van tijdelijk
ouderdomspensioen van de arbeidsongeschikte deelnemers die de leeftijd van 50 jaar nog
niet hebben bereikt. Hier tegenover kan echter de WAO-uitkering met het tijdelijke
ouderdomspensioen worden verrekend.
52
Premies
De opbrengst premies heeft betrekking op aanspraken, risico’s en kosten die in boekjaar
zijn ontstaan.
Jaarverslag 2006
WINST- EN VERLIESREKENING
Belasting
De vennootschap is vrijgesteld van vennootschapsbelasting.
Acquisitiekosten
Omdat De Eendragt geen gebruik maakt van tussenpersonen bij de totstandkoming van
verzekeringen zijn de acquisitiekosten van beperkte omvang en worden deze dan ook
niet geactiveerd maar direct ten laste van het resultaat gebracht.
Niet-technische rekening
De aan de niet-technische rekening toegerekende opbrengst uit beleggingen wordt
vastgesteld op basis van het pro rata deel dat het eigen vermogen van De Eendragt op
1 januari uitmaakt van de totale beleggingen.
53
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
Pensioenregeling eigen personeel
De in de verslagperiode te verwerken pensioenlast is gelijk aan de over die periode
verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum
nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum
reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende
actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door de verzekeraar
of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies.
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
TOELICHTING BA L ANS
Indien niet anders vermeld, luiden de bedragen in duizenden euro’s.
1. Beleggingen
VASTGOEDFONDSEN
Boekwaarde einde vorig boekjaar
2013
2012
75.750
80.816
Aankopen
1.217
3.178
Verkopen
-1.510
-7.939
0
265
Transactieresultaat portefeuille
Herwaarderingsresultaat portefeuille
-3.700
-570
Boekwaarde per 31 december
71.757
75.750
Waarvan:
0
0
Niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen
Beursgenoteerde vastgoedfondsen
71.757
75.750
Boekwaarde per 31 december
71.757
75.750
AANDELEN
2013
2012
68.181
55.902
Aankopen
16.867
14.334
Verkopen
-23.607
-1.869
Boekwaarde einde vorig boekjaar
Transactieresultaat portefeuille
1.878
-4.302
Herwaarderingsresultaat portefeuille
11.085
4.116
Boekwaarde per 31 december
74.404
68.181
2
2
74.406
68.183
Consolidatie belang derden
Geconsolideerde boekwaarde per 31 december
Toelichting
Jaarrekening
Aangesloten
ondernemingen
Onder aandelen is een portable alpha positie opgenomen, bestaande uit een verhoging van het mandaat
voor de beheerder van de bestaande aandelenportefeuille, waar tegenover een even grote futurepositie
is aangegaan in marktwaardegewogen aandelen indices. Per saldo bedroeg de actuele waarde van deze
positie € 157 (2012: € 137). Uit hoofde van margin verplichtingen is onderpand verstrekt met een waarde
van € 2.274 (2012: € 3.565).
54
Boekwaarde einde vorig boekjaar
2013
2012
1.214.869
1.148.212
Aankopen
54.154
150.772
Verkopen
-23.736
-139.060
-945
-422
Transactieresultaat portefeuille
Herwaarderingsresultaat portefeuille
Boekwaarde per 31 december (excl. opgelopen rente)
Opgelopen rente
Boekwaarde per 31 december (incl. opgelopen rente)
-123.529
55.367
1.120.813
1.214.869
32.234
32.357
1.153.047
1.247.226
Jaarverslag 2006
OBLIGATIES
De obligatieportefeuille bestaat uit Nederlandse en Duitse staatsobligaties met een gemiddelde duratie
van 14.2. De portefeuille kent ultimo 2013 een gemiddeld marktrendement van 2,48%.
HYPOTHEKEN
2013
2012
Boekwaarde einde vorig boekjaar
4.045
3.594
178
557
Verstrekkingen
Aflossingen
-1.160
-106
Boekwaarde per 31 december
3.063
4.045
ANDERE FINANCIËLE BELEGGINGEN
(INNOVATIEPORTEFEUILLE)
Boekwaarde einde vorig boekjaar
Aankopen
Verkopen
Transactieresultaat portefeuille
Herwaarderingsresultaat portefeuille
Boekwaarde per 31 december
55
2013
2012
33.250
34.255
2.220
191
-13.573
-1.367
-811
518
1.902
-347
22.988
33.250
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
De hypotheken betreffen verstrekte woninghypotheken aan personeel. Op alle hypotheken geldt het
woonhuis als onderpand middels een hypotheekakte.
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
DERIVATEN
2013
2012
Boekwaarde einde vorig boekjaar
4.765
20.406
Aankopen
7.108
0
Verkopen
-3.895
-22.892
-330
7.251
Transactieresultaat portefeuille
Herwaarderingsresultaat portefeuille
Boekwaarde per 31 december
-11.638
0
-3.990
4.765
OVERZICHT DERIVATEN PER 31 DECEMBER 2013
RESTERENDE LOOPTIJD
TYPE
LOOPTIJD RENTE
ONDERLIGGENDE
WAARDE
WAARDE
0,2 jaar
Rente
28
59.460
-3.297
0,7 jaar
Rente
26
Subtotaal swaps
Beursgenoteerde futures
Boekwaarde per 31 december 2013
58.439
-363
117.899
-3.660
-330
-3.990
Aan de tegenpartijen op deze posities is onderpand verstrekt met een marktwaarde van € 3.816.
OVERZICHT DERIVATEN PER 31 DECEMBER 2012
RESTERENDE LOOPTIJD
TYPE
0,2 jaar
0,7 jaar
Boekwaarde per 31 december 2012
LOOPTIJD RENTE
ONDERLIGGENDE
WAARDE
WAARDE
Rente
29
65.005
4.309
Rente
27
62.025
456
127.030
4.765
Toelichting
Jaarrekening
Aangesloten
ondernemingen
Van de tegenpartijen op deze posities is onderpand verkregen met een marktwaarde van € 4.679.
56
2013
2012
Boekwaarde einde vorig boekjaar
64.015
58.288
Aankopen
19.861
75.298
Verkopen
-15.640
Transactieresultaat liquide middelen
-71.935
139
0
Transactieresultaat portefeuille
139
0
Herwaarderingsresultaat vastgoed
209
Herwaarderingsresultaat aandelen
2.544
503
Herwaarderingsresultaat obligaties
-190
1.461
Herwaarderingsresultaat andere financiële beleggingen
437
-31
-37
Herwaarderingsresultaat portefeuille
2.532
Boekwaarde per 31 december
2.364
70.907
64.015
ONDERVERDELING BELEGGINGEN NAAR
WAARDERINGSVASTSTELLING
2013
2012
Beursgenoteerd en liquide middelen (Niveau 1)
1.379.294
1.451.619
Niet-beursgenoteerd (Niveau 2)
-3.660
4.765
Niet-beursgenoteerd (Niveau 3)
84.286
88.894
1.459.920
1.545.278
Totaal boekwaarde beleggingen per 31 december
Jaarverslag 2006
BELEGGINGEN VOOR RISICO VAN
POLISHOUDERS
De totale boekwaarde van de beleggingen bestaat uit de som van de balansposten
Beleggingen, Beleggingen voor risico polishouders, Derivaten en Liquide middelen.
Voor de meerderheid van de beleggingen is sprake van objectief vast te stellen frequente
marktnoteringen. Voor bepaalde beleggingen zijn deze niet beschikbaar en vindt
waardering plaats op basis van waarderingsmodellen en -technieken, inclusief verwijzing
naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten en het gebruik van
schattingen. Schattingen van de actuele waarde zijn een momentopname, gebaseerd op
de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument.
Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante
oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en
kunnen daarom niet met precisie worden vastgesteld. Op basis van deze verscheidenheid
en gradaties in waarderingmethoden dienen de beleggingen te worden ingedeeld naar
drie verschillende waarderingsniveaus:
Niveau 1:
De waarde van de belegging is gebaseerd op direct waarneembare
marktnoteringen van identieke beleggingen in een actieve markt.
Niveau 2:Actuele waarde wordt vastgesteld aan de hand van waarderingsmodellen
waarin gebruik is gemaakt van waarneembare marktdata.
Niveau 3: De waarde wordt vastgesteld met waarderingsmodellen waarin geen gebruik
is gemaakt van waarneembare marktdata.
In bovenstaande tabel is de beleggingsportefeuille op basis van deze indeling samengevat.
57
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
2. Vorderingen en overlopende activa
VORDERINGEN EN OVERLOPENDE ACTIVA
2013
Winstdeling
2012
0
418
Premie vorderingen
3.386
848
Depotbuffers
3.512
3.126
300
161
Te ontvangen waardeoverdrachten
366
439
Overigen
808
619
8.372
5.611
7.995
4.800
331
730
46
81
8.372
5.611
LIQUIDE MIDDELEN
2013
2012
Banken
67.742
48.044
Boekwaarde per 31 december
67.742
48.044
Beleggingsvorderingen
Boekwaarde per 31 december
Waarvan:
Korter dan 1 jaar
Langer dan 1 jaar, maar korter dan 5 jaar
Langer dan 5 jaar
Boekwaarde per 31 december
3. Liquide middelen
De liquide middelen zijn direct opeisbaar. Bij de ABN AMRO Bank beschikt De Eendragt over een
kredietfaciliteit van € 5.000 (2012: € 5.000).
4. Eigen vermogen
EIGEN VERMOGEN
Toelichting
Jaarrekening
Aangesloten
ondernemingen
GEPLAATST
KAPITAAL
ALGEMENE
RESERVE
SOLIDAIRE
PORTEFEUILLE
OVERIGE
RESERVES
TOTAAL
Stand per 1 januari 2012
45
50.450
139.197
189.692
Resultaat boekjaar 2012
0
-36.873
-29.069
-65.942
45
13.577
110.128
123.750
0
-31.258
-10.932
-42.190
Stand per 31 december 2012
Resultaat boekjaar 2013
Afrondingseffecten
Stand per 31 december 2013
58
0
-1
1
0
45
-17.682
99.197
81.560
Jaarverslag 2006
Geplaatst kapitaal
Het maatschappelijk kapitaal van De Eendragt bedraagt € 225 (2012: € 225) verdeeld in
225 gewone aandelen van duizend euro, 45 aandelen zijn geplaatst en volgestort. In 2013
zijn geen aandelen geplaatst of volgestort.
Algemene reserve solidaire portefeuille
Voor de solidaire portefeuille wordt separaat een algemene reserve geadministreerd ten
behoeve van het toekennen van voorwaardelijke indexatie aan verzekerden in de
solidaire portefeuille.
Resultaat Boekjaar
De Directie stelt aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor het verlies over
het boekjaar 2013 ten bedrage van € 42.190 (2012: € 65.942) te verdelen zoals in
onderstaande overzicht is aangegeven. Dit voorstel is reeds in de jaarrekening verwerkt.
BESTEMMING RESULTAAT BOEKJAAR
2013
2012
solidaire portefeuille
-31.258
-36.873
Ten laste of ten gunste van de overige reserves
-10.932
-29.069
Resultaat boekjaar
-42.190
-65.942 Verdeling resultaat boekjaar:
Ten laste of ten gunste van de algemene reserve
59
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
Solvabiliteit
De solvabiliteit is gebaseerd op de solvabiliteitsberekening conform voorschriften van de
Wft. De aanwezige solvabiliteit is € 81,6 (2012 € 123,8) miljoen. De vereiste solvabiliteit is
€ 54,4 (2012: € 56,4) miljoen. De solvabiliteitsmarge bedraagt € 27,2 (2012: € 67,4) miljoen.
De door de Directie noodzakelijk geachte solvabiliteit voor het toekennen van
maatschappijwinstdeling bedraagt € 152,0 (2012: € 151,8) miljoen, zijnde de wettelijk
vereiste solvabiliteit vermeerderd met een bedrag ter grootte van 7,5% van de voorziening
verzekeringsverplichtingen, gebaseerd op een 3% rekenrente.
Naar aanleiding van een analyse van de risico’s en de doelstellingen van De Eendragt is
de voor De Eendragt noodzakelijk geachte solvabiliteit vastgesteld en vastgelegd binnen
het Kapitaalbeleid. Deze is gebaseerd op de Solvency II regels en bedraagt 110%.
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
5. Technische voorzieningen
Toereikendheidstoets
De Eendragt voert jaarlijks, conform de Wft en het Besluit Prudentiële Regels, een TRT
uit op de technische voorzieningen. Dit gebeurt door de toetsvoorziening af te zetten
tegen de aanwezige voorziening.
Uit de berekening blijkt dat de benodigde toetsvoorziening de aanwezige voorziening
met € 106,3 miljoen overtreft. Dit bedrag is toegevoegd aan de balansvoorziening
verzekeringsverplichtingen. Over 2013 komt € 13,0 (2012: € 13,3) miljoen ten laste van de
winst- en verliesrekening. Een belangrijk onderdeel van de toetsvoorziening is de aan te
houden risicomarge voor actuariële risico’s. Deze is berekend met een cost-of-capital van
6% en bedraagt € 60,9 miljoen per eind 2013 (2012: € 62,2 miljoen).
VOORZIENING VERZEKERINGSVERPLICHTINGEN
Boekwaarde einde vorig boekjaar
Premies eigen rekening
Vrijval kosten uit premies eigen rekening
2012
1.397.024
1.225.213
55.749
52.974
-1.616
-1.733
Intresttoevoeging VVP eigen rekening
-59.197
158.386
Uitkeringen en afkoop eigen rekening
-50.218
-50.994
Vrijgevallen uit VVP voor kosten
-1.098
-1.107
Wijziging tariefsgrondslagen
13.368
0
2.033
-2.675
Resultaat op invaliditeit
-1.079
2.591
Resultaat overige technische grondslagen
-8.051
1.039
Toevoeging tot niveau toetsvoorziening TRT
13.018
13.331
-1
-1
1.359.932
1.397.024
2013
2012
Resultaat op sterfte
Afrondingseffecten
Boekwaarde per 31 december
VOORZIENING VERZEKERINGSVERPLICHTINGEN
Depots ondernemingen
491.108
523.743
Solidaire portefeuille
868.824
873.281
1.359.932
1.397.024
Totaal
Toelichting
Jaarrekening
Aangesloten
ondernemingen
2013
In de voorziening is een bedrag van € 70.907 (2012: € 64.015) opgenomen voor premieovereenkomsten.
60
2013
2012
Boekwaarde einde vorig boekjaar
-418
1.101
Resultaat op arbeidsongeschiktheid
888
-1.946
Resultaat op kosten
-330
-279
Resultaat op overlijden
-615
826
Uitkering technische winst
-124
-65
30
-55
-569
-418
569
0
0
-418
Overig
Subtotaal
Bij: Voorziening i.v.m. voorwaardelijkheid winstdeling
Boekwaarde per 31 december
Jaarverslag 2006
VOORZIENING LATENTE WINSTDELING
Technische winstdeling bestaat uit het gecumuleerde resultaat op kosten, overlijden en arbeidsongeschiktheid en wordt, voor zover positief, aan het eind van de contractsperiode voor 80% toegevoegd
aan de depotbuffer van de verzekeringnemers. Voor de opgelopen winstdeling wordt de voorziening
aangehouden.
6. Overige schulden en overlopende passiva
OVERIGE SCHULDEN EN OVERLOPENDE PASSIVA
Depotbuffers
Belastingen/sociale premies
Pensioenen
2013
2012
22.844
27.872
1.351
1.277
154
161
Waardeoverdrachten
158
161
Nog verschuldigde kosten
387
256
Vooruitbetaalde premies
Overige
Boekwaarde per 31 december
0
0
1.906
388
26.800
30.115
61
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
Met uitzondering van de depotbuffers hebben de schulden en overlopende passiva een looptijd korter dan 1 jaar.
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
Depotbuffers
Het depot van een verzekeringnemer bestaat uit de voorziening verzekeringsverplichtingen
en een depotbuffer. De depotbuffer kan, naar keuze van de verzekeringnemer, een
bestemmingsreserve bevatten. Deze dient uitsluitend voor de toeslagverlening binnen de
pensioenregeling. Het overige deel van de depotbuffer wordt financieringsbuffer
genoemd en dient onder andere ter egalisatie van de jaarlijks wisselende financieringslasten
van de pensioenregeling. De ontwikkeling van de depotbuffer en, indien aanwezig, de
bestemmingsreserve wordt besproken met de verzekeringnemer.
DEPOTBUFFERS
2013
Stand 1 januari
Verschil werkelijke en actuariële premie
Technische winstdeling
Overrente
Overig
Balanspositie 31 december
2012
24.746
38.455
-7.312
-14.636
124
65
1.462
625
312
237
19.332
24.746
Toelichting
Jaarrekening
Aangesloten
ondernemingen
Balanspositie is het saldo van depotbuffers in Overige schulden en overlopende passiva van € 22.844
(2012: € 27.872) minus depotbuffers in Vlottende activa van € 3.512 (2012: € 3.126). De depotbuffers worden
opgerent met het gerealiseerde beleggingsrendement, zoals weergegeven onder Overrente, op basis van
de beginstanden van de depots. Over verschillen tussen de daadwerkelijke premiebetaling en het moment
dat de premie verschuldigd is wordt eveneens het beleggingsrendement gerekend. Deze rentekosten
bedragen € 1.752 (2012: € 18) en zijn begrepen in de actuariëel benodigde premie.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
De Eendragt is op 1 november 2006 een geïndexeerde huurovereenkomst aangegaan voor
De Boelelaan 7, Amsterdam. Deze huurovereenkomst heeft een looptijd van 12,5 jaar, tot
30 april 2019. Voor de resterende periode van 7 jaar geldt een jaarlijks nog te indexeren
huurverplichting van € 213 (2012: € 203). Ter meerdere zekerheid voor de betaling van de
huur is voor rekening en risico van De Eendragt Pensioen N.V. een bankgarantie verstrekt
van € 62 (2012: € 45).
De Eendragt is, uit hoofde van haar verzekeringsactiviteiten, betrokken bij juridische
procedures. Hoewel het niet mogelijk is de uitkomst van dergelijke procedures te
voorspellen, is de Directie van mening - op grond van de informatie die thans beschikbaar
is en na raadpleging van juridische adviseurs - dat het onwaarschijnlijk is dat de
uitkomsten hiervan materieel nadelige gevolgen zullen hebben voor de gepresenteerde
financiële positie of bedrijfsresultaten van De Eendragt.
62
Jaarverslag 2006
TOELICHTING WINST- EN VERLIESREKENING
Indien niet anders vermeld, luiden de bedragen in duizenden euro’s.
Technische rekening
7. Verdiende premies eigen rekening
De verantwoorde bruto premies betreffen alleen pensioenverzekeringen en zijn geheel in
Nederland gerealiseerd. De pensioenverplichtingen van De Eendragt zijn bij De Eendragt
zelf ondergebracht. Van de verdiende premies eigen rekening heeft in 2013 € 800
(2012: € 611) betrekking op haar eigen personeel. Inkomende waardeoverdrachten
zijn inclusief € 684 (2012: € 512) uit hoofde van bijdragen Financiering Voortzetting
Pensioenverzekering (FVP).
8. Opbrengsten uit beleggingen
OPBRENGSTEN UIT BELEGGINGEN INGEDEELD
NAAR VERWERKINGSMETHODE BELEGGINGEN
2013
2012
Vastgoedfondsen
4.943
4.399
Financiële beleggingen
42.316
40.260
Totaal
47.259
44.659
OPBRENGSTEN UIT BELEGGINGEN
INGEDEELD NAAR SOORT BELEGGINGEN
2013
2012
Vastgoedfondsen
4.943
4.399
41.465
40.203
- Vastrentende waarden
- Aandelen
317
0
- Deposito’s/liquide middelen
528
57
- Andere financiële beleggingen
Totaal
OPBRENGSTEN UIT BELEGGINGEN
INGEDEELD NAAR SOORT OPBRENGSTEN
Rente
Dividend
6
0
47.259
44.659
2013
2012
41.993
40.260
5.249
4.399
Overig
17
0
Totaal
47.259
44.659
63
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
Overige beleggingen
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
GEREALISEERDE WINST OP BELEGGINGEN
2013
Vastgoedfondsen
Aandelen
Vastrentende waarden
Andere financiële beleggingen
Derivaten
Totaal
0
265
2.285
1.790
80
33.883
1.079
2.887
0
8.595
3.444
47.420
2012
9. Niet-gerealiseerde winst op beleggingen
NIET-GEREALISEERDE WINST OP BELEGGINGEN
Vastgoedfondsen
Aandelen
Vastrentende waarden
2013
2012
0
941
15.749
11.188
5
56.828
Andere financiële beleggingen
2.493
1.817
Derivaten
3.922
20.370
22.169
91.144
Totaal
10. Winstdeling en kortingen
WINSTDELING
Technische winstdeling
Mutatie voorziening winstdeling
Overrente depotbuffers
Voorziening i.v.m. voorwaardelijkheid winstdeling
2012
-124
-65
151
1.519
-1.462
-625
-569
0
Overig
1
-1
Totaal
-2.003
828
Toelichting
Jaarrekening
Aangesloten
ondernemingen
2013
64
BEDRIJFSKOSTEN
2013
2012
Salarissen
2.525
2.669
Sociale lasten
222
220
Pensioenlasten
795
489
Overige personeelskosten
193
211
Automatiseringskosten
225
220
1.277
819
Huisvesting
340
343
Brancheverenigingen en toezichthouders
113
325
Adviseurskosten
Overige bureaukosten
Totaal
142
174
5.832
5.470
Waarvan:
Jaarverslag 2006
11. Bedrijfskosten
Kosten toe te rekenen aan beleggingen
2.499
2.130
Kosten niet toe te rekenen aan beleggingen
3.333
3.340
Totaal
5.832
5.470
Pensioenregeling personeel
De pensioenregeling voor het personeel is ondergebracht bij De Eendragt Pensioen N.V.
De pensioenregeling is een middelloonregeling met een garantie op eindloon. De jaarlijkse
opbouw voor middelloon bedraagt 2,25% en voor de garantie 2% van de pensioengrondslag. Als franchise wordt het fiscaal minimum aangehouden. De verworven
aanspraken op pensioen worden jaarlijks gefinancierd door een koopsomstorting.
De pensioenregeling wordt in de jaarrekening hetzelfde behandeld als de pensioenregelingen van andere verzekeringnemers. De in de voorziening verzekeringsverplichtingen begrepen voorziening voor de pensioenregeling van het eigen personeel
bedraagt € 6.734 (2012: € 6.374).
Bestuursbeloning
De bezoldiging van de Directie was in 2013 € 668 (2012: € 624) inclusief pseudoeindheffing voor hoge lonen. De pensioenlasten van de Directie als bedoeld in artikel
2:383 lid 1 BW bedroegen € 266 (2012: € 332). Voor de Directie bedroegen over 2013 de
deels voorwaardelijk toegekende bonussen € 101 (2012: € 416). De bezoldiging van de
commissarissen was € 96 (2012: € 82). De commissaris op voordracht van de niet-actieven
ontving, uit hoofde van zijn pensioenregeling, pensioen van De Eendragt. Geen van de
65
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
Accountantskosten
In de adviseurskosten zijn begrepen de kosten voor het onderzoek van de jaarrekening
door onze accountant KPMG Accountants N.V. Ten laste van 2013 is hiervoor aan
kosten voor de externe accountant een vergoeding geboekt van € 144 (2012: € 148) en € 0
(2012: € 9) voor overige werkzaamheden.
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
andere commissarissen ontving pensioen of een andere uitkering van De Eendragt.
Gedurende het boekjaar zijn de hypothecaire leningen zoals verstrekt aan bestuurders
afgelost. De effectieve rente bedroeg 3,53%. Ultimo van het boekjaar zijn er geen
leningen, voorschotten en garanties verstrekt aan bestuurders en commissarissen
(2012: € 767).
GEMIDDELD AANTAL FTE'S
Gemiddeld aantal FTE's over het jaar
2013
2012
20,8
22,8
BEHEERKOSTEN EN RENTELASTEN
2013
Beleggingskosten vastgoedfondsen
Beleggingskosten vastrentende waarden
Overige beleggingskosten en rentelasten
Totaal
2012
0
1
219
201
0
2
219
204
GEREALISEERD VERLIES OP BELEGGINGEN
2013
Aandelen
2012
407
6.092
Vastrentende waarden
1.025
34.305
Andere financiële beleggingen
1.890
2.369
330
1.344
3.652
44.110
Derivaten
Totaal
Toelichting
Jaarrekening
Aangesloten
ondernemingen
66
NIET-GEREALISEERD VERLIES OP BELEGGINGEN
2013
2012
Vastgoedfondsen
3.491
1.074
2.120
6.569
123.724
0
Aandelen
Vastrentende waarden
Andere financiële beleggingen
Derivaten
Totaal
622
2.201
15.560
20.370
145.517
30.214
Jaarverslag 2006
13. Niet-gerealiseerd verlies op beleggingen
ANDERE BATEN EN LASTEN
Advieskosten strategische heroriëntatie
Overige baten en lasten
Totaal
67
2013
2012
-437
-109
-25
-55
-462
-164
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
14. Andere baten en lasten
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
TOELICHTING ACTUARIëLE resultatenANA LYSE
Indien niet anders vermeld, luiden de bedragen in duizenden euro’s.
Onderstaande tabel geeft de actuariële analyse van het technisch resultaat.
ACTUARIËLE analyse
2013
2012
-87.585
104.290
Opbrengst uit beleggingen toegerekend aan
verzekeringen
Af: Intresttoevoeging VVP
Resultaat op intrest
Vrijval kosten uit premies
Vrijval kosten uit VVP
Af: Bedrijfskosten
Resultaat op kosten
Resultaat op overlijden
Resultaat op arbeidsongeschiktheid
Resultaat op overige technische grondslagen*
59.197
-158.386
-28.388
-54.096
1.616
1.733
1.098
1.107
-3.333
-3.340
-619
-500
-2.033
2.675
1.079
-2.591
8.051
-1.039
-13.368
0
-6.271
84
-35.278
-54.212
-2.003
828
Resultaat op grondslagen ná resultatendeling
-37.281
-53.684
Wijziging toetsvoorziening TRT
-13.018
-13.331
1
1
-50.298
-68.053
Wijziging agv verandering in kanssystemen
Resultaat op kanssystemen
Totaal resultaat op grondslagen
Winstdeling en kortingen
Afrondingseffecten
Resultaat technische rekening
Toelichting
Jaarrekening
Aangesloten
ondernemingen
* Resultaat op overige technische grondslagen bestaat hoofdzakelijk uit opslagen in de premie voor
solvabiliteit, algemene reserve solidaire portefeuille, langleven en uit intrest.
68
2013
Kostenopslag
Kosten pensioenadministratie
Totaal
2012
2.734
2.844
-3.333
-3.340
-599
-496
Jaarverslag 2006
RESULTAAT OP KOSTEN
Waarvan € 330 (2012: € 279) ten laste van de voorziening winstdeling en € 270 (2012: € 217) ten laste van
het resultaat boekjaar met afrondingseffecten € 1 (2012: € 0). Inclusief doorbelaste kosten voor oprenting
€ 20 (2012: € 4).
RESULTAAT OP OVERLIJDEN
2013
2012
Resultaat
-2.033
2.675
Waarvan € 615 (2012: € 826) ten laste (gunste) van de voorziening winstdeling en € 1.419 (2012: € 1.849)
ten laste (gunste) van het resultaat boekjaar met afrondingseffecten € 1 (2012: € 0). Het resultaat op
overlijden ontstaat doordat het aantal overledenen afwijkt van hetgeen is verondersteld in de sterftetafel.
Overlijden minder deelnemers dan verwacht, dan heeft men een verlies op de verzekeringen van
ouderdomspensioen en winst op de verzekeringen van partnerpensioen en omgekeerd.
RESULTAAT OP ARBEIDSONGESCHIKTHEID
Premievrij voortzetten van de pensioenopbouw
Resultaat op WAO-hiaat
Uitkeren van WAO-excedent
2013
2012
-682
-2.516
-30
-158
169
-1.602
Premie arbeidsongeschiktheid
1.622
1.685
Totaal
1.079
-2.591
INKOMENDE WAARDEOVERDRACHTEN
2013
2012
Ontvangen waardeoverdrachten
4.187
2.898
-4.450
-3.283
-263
-385
Benodigde koopsom
Totaal
Waarvan € 184 (2012: € 375) ten laste van de depotbuffers en € 79 (2012: € 10) ten laste van het resultaat
boekjaar.
69
Toelichting Jaarrekening
Aangesloten ondernemingen
Waarvan € 888 (2012: € 1.946) ten gunste (laste) van de voorziening winstdeling en € 192 (2012: € 645)
ten gunste (laste) van het resultaat boekjaar met afrondingseffecten € -1 (2012: € 0). In de voorziening
verzekeringsverplichtingen is de premie voor het uitlooprisico van deze verzekering opgenomen.
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
UITGAANDE WAARDEOVERDRACHTEN
2013
2012
Betaalde waardeoverdrachten
-2.297
-2.201
2.604
2.569
307
368
Vrijgevallen uit voorziening verzekeringsverplichtingen
Totaal
Waarvan € 260 (2012: € 414) ten gunste van de depotbuffers en € 48 (2012: € 46) ten gunste (laste) van
resultaat boekjaar met afrondingseffecten € -1 (2012: € 0).
TECHNISCHE WINSTDELING
Toegevoegd aan depotbuffers
2013
2012
124
65
Contractueel wordt na afloop van een vijfjaarsperiode technische winstdeling uitgekeerd. Technische
winstdeling bestaat uit het gecumuleerde resultaat op kosten, overlijden en arbeidsongeschiktheid.
Indien na de vijfjaarsperiode het gecumuleerde saldo positief is, wordt 80% van dit saldo toegevoegd aan
de depotbuffer. Een negatief saldo is voor rekening van De Eendragt.
TOEREIKENDHEIDSTOETS
Aanvulling tot berekende toetsvoorziening
Waarvan € 13.018 (2012: € 13.331) ten laste van het resultaat boekjaar.
Amsterdam, 26 juni 2014
Toelichting
Jaarrekening
Aangesloten
ondernemingen
Directie
A.F.J. Bakker
A. van Vliet
Raad van Commissarissen
H. Duthler
J.M.M. Orie
L. Zegers
J. Boven
70
2013
2012
-13.018
-13.331
Resultaatbestemming
Het voorstel tot resultaatbestemming over het boekjaar 2013 is in de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders op 26 juni 2014 vastgesteld.
Jaarverslag 2006
OVERIGE GEGE VENS
Statutaire regeling betreffende resultaatbestemming
In artikel 30 van de statuten van de vennootschap staat het volgende opgenomen
betreffende de resultaatbestemming:
lid 1:Uitkering van winst ingevolge het in dit artikel bepaalde geschiedt na vaststelling
van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is.
lid 2:De algemene vergadering beslist omtrent reservering door de vennootschap of
uitkering van winst met dien verstande dat de winst uitsluitend kan worden
aangewend door deze toe te voegen aan de reserves die binnen de collectieve
pensioenverzekeringscontracten van de vennootschap worden gehouden.
Overeenkomstig artikel 2:122 Burgerlijk Wetboek kan het in de vorige zin
bepaalde worden gewijzigd.
lid 3:De vennootschap kan aan de gerechtigden tot de voor uitkering vatbare winst
slechts uitkeringen doen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het
bedrag van het geplaatste kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de
wet moeten worden aangehouden.
lid 4:Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts
worden gedelgd voor zover de wet dat toestaat.
Gebeurtenissen na balansdatum
De solvabiliteit berekend volgens de regels van het TSC daalde door in het jaarverslag
genoemde oorzaken per 31 december 2013 tot onder de 100%. Direct na constatering
hiervan in februari 2014 heeft de Directie conform het opgestelde Kapitaalbeleid
maatregelen genomen om het solvabiliteitsbeslag van de beleggingen te verkleinen.
Daartoe is vrijwel de gehele beleggingsportefeuille, bestaande uit vastgoed, aandelen en
andere beleggingen, verkocht. Ultimo april 2014 bevindt de TSC solvabiliteitsratio zich
hierdoor weer boven het wettelijke minimum.
Voorstel tot resultaatbestemming over het boekjaar 2013
De Directie stelt aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor het verlies over
het boekjaar 2013 ten bedrage van € 42.190 te verdelen zoals in onderstaande overzicht is
aangegeven. Dit voorstel is reeds in de jaarrekening verwerkt.
2013
Verdeling resultaat boekjaar
2012
Ten laste van de algemene reserve solidaire portefeuille
-31.258
-36.873
Ten laste van de overige reserves
-10.932
-29.069
Resultaat boekjaar
-42.190
-65.942
71
Aangesloten ondernemingen
RESULTAAT BOEKJAAR
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
CONTROLE VERK L ARING van de
ona fhankelijke accountant
Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van De Eendragt Pensioen N.V.
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening over 2013 van De Eendragt
Pensioen N.V. te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per
31 december 2013 en de winst- en verliesrekening over 2013 met de toelichting, waarin
zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële
verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van de Directie
De Directie van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de
jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede
voor het opstellen van het Verslag Directie, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2
van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). De Directie is tevens
verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als zij noodzakelijk acht om het
opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel
belang als gevolg van fraude of fouten.
Aangesloten ondernemingen
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis
van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands
recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de
voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en
uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen
afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde
werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming,
met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van
materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risicoinschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is
voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op
het inrichten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden.
Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te
brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een
controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen
voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de Directie van de
vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de
jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt
is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
72
Jaarverslag 2006
Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling
van het vermogen van De Eendragt Pensioen N.V. per 31 december 2013 en van het
resultaat over 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Paragraaf ter benadrukking van aangelegenheden
Wij vestigen de aandacht op de risicoparagraaf in de jaarrekening waarin vermeld staat
dat de solvabiliteit van De Eendragt Pensioen N.V. per 31 december 2013 zodanig is
dat op basis van het geldende Kapitaalbeleid beheersmaatregelen noodzakelijk zijn.
Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen
zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het Verslag Directie, voor zover
wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de
in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd.
Tevens vermelden wij dat het Verslag Directie, voor zover wij dat kunnen beoordelen,
verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Utrecht, 26 juni 2014
KPMG Accountants N.V.
73
Aangesloten ondernemingen
F.J.J. Glorie RA
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
Verzekerde ondernemingen
Aangesloten ondernemingen
1. Altera Vastgoed N.V.
2. Apeldoorn Flexible Packaging B.V.
3. Arjowiggins Security B.V.
4. ADC Archeologische opgravingen B.V.
ADC Heritage B.V.
Alef Groep B.V.
5. Berends & Slump
6. bioMérieux Benelux B.V.
7. Clondalkin Group Investments B.V.
DR Foldings Cartons B.V.
Cats Flexible Packaging B.V.
LPF Flexible Packaging B.V.
Boxes LPF B.V.
Nimax B.V.
Flexoplast B.V.
8. Cojafex B.V.
9. Crown Van Gelder N.V.
10. Dishman Netherlands B.V.
11. De Eendragt Pensioen N.V.
12. De Efteling B.V.
13. Elementis Specialties Netherlands B.V.
14.Euroconsult Mott MacDonald B.V.
15. FRG Retail B.V.
16. GMP+ International B.V.
17. Hof Groep Nederland B.V.
18. Huhtamaki Nederland B.V.
Huhtamaki Molder Fiber Technology B.V.
19. IFO International Forwarding Office B.V.
20. Industriewater Eerbeek B.V.
21. Inkoopcombinatie De Eendragt B.V.
22. Jitscale B.V.
23. JMA Benelux B.V.
74
24.Keesing Reference Systems B.V.
25. Kendrion N.V.
26. Stichting Kenniscentrum Papier en Karton
27.Koninklijke Reesink N.V. en gelieerde
ondernemingen
28. Lexmark International B.V.
29.Loparex B.V.
Loparex Holding B.V.
30. Nienhuis Productie B.V.
31.NIWO, Stichting Nationale en Internationale
Wegvervoer Organisatie
32.Owens Corning Veil Netherlands B.V.
33.Perceptive Software Research &
Development B.V.
34.PaperlinX Netherlands B.V.
BührmannUbbens B.V.
35. Papierfabriek Doetinchem B.V.
36. Papierfabriek Schut B.V.
37. Parenco Hout B.V.
38. Pfizer B.V.
Zoetis B.V. v/h Pfizer Animal Health B.V.
39. Pipelife Nederland B.V.
40. Plasticum Group B.V.
Plasticum Tilburg B.V.
Plasticum Ede B.V.
41. PQ Zeolites B.V.
42.Pregis (Netherlands) Holding B.V.
43.Solidpack B.V.
44.Stamicarbon B.V.
45.Sun Chemical B.V.
46. THR B.V.
47. Van der Windt Verpakking B.V.
Jaarverslag 2006
Vormgeving: Michiel Schwing, Paswerk grafisch
Opmaak en druk: Paswerk grafisch, Cruquius
Papier binnenwerk: 120 grams Biotop, papierfabriek Mondi
Omslagpapier:300 grams Tintoretto Neve, papierfabriek Fedrigoni
75
Aangesloten ondernemingen
colofon
Aangesloten ondernemingen
Jaarverslag 2006
JAARVERSLAG 20 13
76