Jaarverslag 2006 Jaarverslag JAARVERSLAG DE EENDRAGT PENSIOEN N.V. 26 juni 2014 Dit verslag is vastgesteld overeenkomstig Artikel 23, lid 2 van de statuten Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Jaarrekening 2013 Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 PERSONA LIA Raad van Commissarissen Mr. R.E. Rogaar (voorzitter tot 19 december 2013) H. Duthler (lid vanaf 19 december 2013, voorzitter vanaf 23 februari 2014) Mr. J. Boven (lid vanaf 22 mei 2014) K.C. Jonasse (tot 27 november 2013) Ing. J.M.M. Orie J.W. Rietmulder (tot 23 mei 2013) L. Zegers RA Beleggingscommissie D. Wenting AAG RBA (voorzitter) Drs. E.M. Knoope RBA Drs. J.B. Molenkamp RBA RO Drs. H. van der Zwaag RA Drs. B.G. Broens Statutaire Directie Drs. A.F.J. Bakker (vanaf 22 mei 2014) Dr. A. van Vliet (vanaf 22 mei 2014) A. Nieuwenhuizen, actuarieel analist AG (tot 22 mei 2014) Drs. P.D.H. Menco RBA (tot 22 mei 2014) Certificerende actuaris R.A.J. van Besouw AAG FRM, Triple A - Risk Finance Certification B.V. Aangesloten ondernemingen Accountant W. Teeuwissen RA, KPMG Accountants N.V. (tot 23 mei 2013) Drs. F.J.J. Glorie RA, KPMG Accountants N.V. (vanaf 23 mei 2013) 2 3 Jaarverslag 2006 Jaarverslag Jaarverslag 2013 Personalia2 Inhoudsopgave3 Kerncijfers4 Curriculum Vitae Raad van Commissarissen en Directie 5 Verslag Raad van Commissarissen 8 Verslag Directie 12 Pensioenen 21 Beleggingen 25 Ontwikkelingen na balansdatum 34 Jaarrekening Balans 36 Winst- en verliesrekening 38 Kasstroomoverzicht39 Toelichting jaarrekening Algemeen 42 Risicoparagraaf 43 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 48 Balansposten 49 Technische voorzieningen 51 Winst- en verliesrekening 53 Toelichting balans 54 Toelichting winst- en verliesrekening 63 Toelichting actuariële resultatenanalyse 68 Overige gegevens Resultaatbestemming71 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 72 Verzekerde ondernemingen 74 Colofon75 Aangesloten ondernemingen Inhoudsopgave Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 Jaarverslag kerncijfers Ultimo 2013 2012 5.869 6.433 269 279 10.694 10.288 5.343 4.950 22.175 21.950 2013 2012 51,4 49,8 4,4 3,3 Aantal polissen Actieve deelnemers Arbeidsongeschikte deelnemers Premievrij verzekerden Gepensioneerden Premies/koopsommen Waardeoverdrachten: Inkomend Uitgaand 2,6 2,6 Uitkeringen 47,7 48,4 1.359,9 1.397,0 -42,2 -65,9 Pensioenverplichtingen Mutatie eigen vermogen Wettelijk benodigde solvabiliteit 54,4 56,4 Aanwezige solvabiliteit 81,6 123,8 1.459,9 1.545,3 47,3 44,7 Beleggingen: Belegd vermogen Beleggingsinkomen Aangesloten ondernemingen bedragen in miljoenen euro’s 4 Raad van Commissarissen Mr. R.E. Rogaar (voorzitter tot 19 december 2013, extern deskundige, 69) Beroep: gepensioneerd (voormalig voorzitter Directie Theodoor Gilissen Bankiers) Commissariaten Voorzitter van de Raad van Commissarissen van De Eendragt Pensioen N.V. Lid van de Raad van Commissarissen van Koninklijke Brill N.V. Lid van de Raad van Commissarissen van Darlin N.V. Voormalig Lid van de Raad van Commissarissen Vereeniging Nederlandsch Historisch Scheepvaart Museum Nevenfuncties Treasurer Europa Nostra Penningmeester Stichting Jan Brouwer Fonds Penningmeester Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen Bestuurslid Sirtema Stichting Bestuurslid Stichting Erik Hazelhoff Roelfzema Prijs Benoemd: december 2006 Afgetreden volgens herzien rooster: eind 2013 Jaarverslag 2006 CURRICULUM VITAE Raad van Commissarissen EN DIRECTIE H. Duthler (lid vanaf 19 december 2013, voorzitter vanaf 23 februari 2014, 61) Beroep: bestuurder bij verschillende vennootschappen Directeur Upmountain Investment B.V. Lid van de Raad van Commissarissen van Waard Leven, Waard Schade en Hollandsch Welvaren Lid van de Raad van Commissarissen van Van Lanschot Chabot Bestuurslid Stichting Goudse Pensioenbewaarder Benoemd: 19 december 2013 Aftreden volgens rooster: eind 2017 5 Aangesloten ondernemingen Mr. J. Boven (benoemd 22 mei 2014, extern deskundige, 56) Beroep: bestuurder bij verschillende vennootschappen Directeur Spar Participaties B.V. Lid Raad van Toezicht Independer.nl Lid van de Raad van Commissarissen Waard Leven N.V., Waard Schade N.V., Hollands Welvaren Leven N.V. Vicevoorzitter Raad van Commissarissen D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V. Voorzitter Bestuur Stichting Toezicht Ledenobligaties-vrij FrieslandCampina Benoemd: 22 mei 2014 Aftreden volgens rooster: mei 2018 Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 K.C. Jonasse (tot 27 november 2013 op voordracht werknemers, 53) Beroep: financieel controller Owens Corning Veil Netherlands B.V. Benoemd: december 2008 Afgetreden volgens rooster: november 2013 Ing. J.M.M. Orie (op voordracht gepensioneerden, 67) Beroep: gepensioneerd (voormalig plant manager Owens Corning) Nevenfuncties Betrokken bij en actief in diverse organisaties op sociaal-charitatief terrein Benoemd: december 2006 Herbenoemd: november 2010 Aftreden volgens rooster: november 2014 J.W. Rietmulder (afgetreden 23 mei 2013 externe deskundige, op voordracht Directie, 63) Beroep: zelfstandig pensioenadviseur en interim manager Nevenfuncties Docent bij Stichting Pensioenopleidingen (SPO) en het Actuarieel Instituut (AI) Erevoorzitter van de Kring van Pensioenspecialisten Benoemd: juni 2006 Herbenoemd: november 2010 Afgetreden volgens herzien rooster: mei 2013 L. Zegers RA (op voordracht verzekeringnemers, 45) Beroep: financieel directeur en groepscontroller bij respectievelijk Loparex B.V. en de Loparex Group Nevenfuncties Bestuurslid diverse charitatieve instellingen Benoemd: december 2006 Herbenoemd: november 2011 Aftreden volgens rooster: november 2015 Aangesloten ondernemingen Statutaire Directie Drs. A.F.J. Bakker (Algemeen directeur vanaf 22 mei 2014, 52) Nevenfuncties Geen In dienst sinds: 22 mei 2014 Dr. A. van Vliet (Financieel directeur vanaf 22 mei 2014, 47) Nevenfuncties Lid van de Raad van Commissarissen van Rabobank Vlietstreek-Zoetermeer Lid van de Beleggingscommissie van Stichting Ortec Pensioenfonds Lid van de Beleggingscommissie van ZLM Verzekeringen In dienst sinds: 22 mei 2014 6 Jaarverslag 2006 Jaarverslag Drs. P.D.H. Menco RBA (Algemeen directeur tot 22 mei 2014, 57) Nevenfuncties Lid Beleggingscommissie Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds Lid Beleggingscommissie Stichting Pensioenfonds IBM Nederland Lid Advisory Board Aberdeen Balanced Property Fund Lid Advisory Board Institutional Investor Bestuurslid diverse charitatieve instellingen In dienst sinds: 2004 Uit dienst: 22 mei 2014 7 Aangesloten ondernemingen A. Nieuwenhuizen, actuarieel analist AG (Directeur tot 22 mei 2014, 57) In dienst sinds: 1994 Afgetreden als statutair directeur: 22 mei 2014 Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 Jaarverslag VERSL AG R aad van Commissarissen Gedurende 2013 heeft de Raad van Commissarissen (RvC) van De Eendragt Pensioen N.V. (De Eendragt) tienmaal vergaderd. Daarnaast hebben vier RvC-commissies zich gedurende het verslagjaar nader verdiept in specifieke onderwerpen. Tijdens de formele vergaderingen heeft de RvC zich gebogen over onder andere: - het jaarverslag 2012 - de rapportage en aanbevelingen van de certificerende actuaris - de bevindingen en aanbevelingen van de accountant - de toereikendheidstoets, inclusief de ontwikkeling van een nieuw model - diverse tussentijdse uitvragen door DNB - behaalde resultaten en kosten (korte en lange termijn) - voorbereiding van de bestuurs- en aandeelhoudervergaderingen - de beheers- en controlesystemen voor onder meer riskmanagement - de strategie van de vennootschap - toekomstscenario’s en stress tests onder verschillende omstandigheden - de versterking van het eigen vermogen - het acquisitiebeleid en potentiële verzekeringnemers - de verzekeringscondities, mede in het kader van Solvency II - het risicobeleid en beheersing van algemene en specifieke risico’s - het Kapitaalbeleid als onderdeel van Solvency II -nieuwe ontwikkeling op het gebied van solvabiliteit, waaronder de eigen risicobeoordeling (ORSA/ERB) en het theoretische solvabiliteitscriterium (TSC) - het beleggingsbeleid in algemene zin en de behaalde rendementen - de goedkeuring van de basis van het beleggingsbeleid in het beleggingsplan 2013 - de rapportage door de voorzitter van de Beleggingscommissie - de afdekking van het renterisico op de verplichtingen - het indexatiebeleid voor de solidaire portefeuille - het compliancebeleid - de honorering en de pensioenregeling van de Directie - het eigen functioneren van de RvC Aangesloten ondernemingen De RvC heeft overleg gevoerd met de accountant, de certificerende actuaris van de vennootschap en de voorzitter van de Beleggingscommissie. In afwezigheid van de Directie werd het functioneren van de Directie geëvalueerd, alsmede dat van de RvCleden zelf. Zoals ieder jaar heeft de RvC zich in juni 2013 tezamen met de Directie een dag teruggetrokken voor een nadere beschouwing van diverse langetermijnvraagstukken ten aanzien van de vennootschap. Vooral een strategische heroriëntatie kreeg veel aandacht. Dit onderwerp heeft gedurende het gehele jaar centraal gestaan in de beraadslagingen van de RvC. De in dit kader ingestelde Monitoring Comité heeft intensief met de Directie en een externe adviseur de versterking van het eigen vermogen onderzocht. Uiteindelijk leidde dat niet tot een wenselijke uitkomst, waarna het bestuur van Stichting De Eendragt Pensioen, enig aandeelhouder van De Eendragt, besloot dat de vennootschap zelfstandig verder zal gaan. 8 De Audit commissie heeft in 2013 tweemaal vergaderd. In deze bijeenkomsten werd aandacht besteed aan: - het jaarwerk 2012 - de voorbereiding van het jaarwerk 2013 - het accountantsverslag en de aanbevelingen van de certificerende actuaris - Solvency II, waaronder ook het ORSA en het Kapitaalbeleid Jaarverslag 2006 Jaarverslag Commissievergaderingen De RvC heeft in 2008 vier commissies in het leven geroepen om met de Directie dieper in te kunnen gaan op specifieke onderwerpen. Het zijn de Audit commissie, het Beleggingscomité, de HRM-commissie en de Verzekeringscommissie. Het Beleggingscomité, aangevuld met de voorzitter van de Beleggingscommissie en de Chief Risk Officer van De Eendragt, heeft eveneens tweemaal vergaderd. Daarbij zijn de volgende onderwerpen besproken: - het verslag van de voorzitter van de Beleggingscommissie aan de RvC - de zelfevaluatie van de Beleggingscommissie - de beleggings- en matchingresultaten - het beleggingsplan 2013 - de gedetailleerde risicorapportage -de verslaglegging ten aanzien van bestaande en mogelijk toekomstige vermogensbeheerders - de evaluatie van alle door De Eendragt gebruikte vermogensbeheerders -een door DNB gehouden onderzoek naar het beleggingsbeleid van De Eendragt en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak - de doorrol van de in de matchingportefeuille gebruikte total return swap - de wijzigingen in de beleggingsmandaten De Verzekeringscommissie is eenmaal bijeen gekomen en heeft specifiek aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: - de toereikendheidstoets -productontwikkeling 9 Aangesloten ondernemingen De HRM-commissie heeft vier keer vergaderd. Tijdens de bijeenkomsten is gesproken over: - het personeelsbeleid en organisatiestructuur in brede zin - het personeelsbeleid ten aanzien van enkele specifieke medewerkers - het personeelsbeleid in geval van samenwerking met een andere partij -de arbeidsvoorwaarden voor medewerkers, waaronder de hypotheekregeling en de pensioenregeling - de kortetermijnbonus van de Directie over 2012 - de herziening van de Directieremuneratie, inclusief de pensioenregeling - de voorbereiding van de opvolgingen in de Raad van Commissarissen Aangesloten ondernemingen Jaarverslag Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 Samenstelling RvC Conform het in 2006 door de Stichting De Eendragt Pensioen, enige aandeelhouder van de vennootschap, goedgekeurde reglement van de RvC bestaat deze laatste uit ten minste vier personen. Allen dienen zonder last of ruggespraak en in gezamenlijkheid te functioneren. Bij de vervulling van hun taak richten de commissarissen zich op het belang van de vennootschap en de met deze verbonden ondernemingen. Geen van de RvC-leden bezit aandelen of andere eigendomsrechten van de vennootschap. Wel zijn de heren K. Jonasse en L. Zegers via hun werkgever bij De Eendragt verzekerd, terwijl de heer J. Orie een pensioen van De Eendragt ontvangt. De externe leden en het door de gepensioneerden voorgedragen lid ontvangen een remuneratie voor hun werkzaamheden. De uit de ondernemingen afkomstige leden krijgen alleen een onkostenvergoeding. Daarnaast ontvangen alle leden vanaf 2011 presentiegeld voor het bijwonen van de vergaderingen van de RvC-commissies. De RvC heeft een brede kennis van alle relevante aspecten van De Eendragt en houdt deze kennis actief bij. Ieder jaar vindt een zelfevaluatie plaats, waarvan periodiek – voor het laatst in 2011 – onder leiding van een externe deskundige. Tevens ziet de voorzitter van de RvC in nauwe samenwerking met de Directie toe op de permanente educatie van de leden van de RvC. Daarnaast houdt een aantal leden van de RvC hun kennis bij vanuit hun eigen discipline en dagelijkse werkzaamheden. De RvC als geheel heeft in het verslagjaar geen specifieke opleidingen gevolgd. In de Aandeelhoudersvergadering van mei 2013 is de heer J. Rietmulder conform het rooster afgetreden. Hij heeft zich niet voor herbenoeming beschikbaar gesteld. In de november vergadering trad de heer K. Jonasse reglementair af. Ook hij was niet voor herbenoeming beschikbaar. Ten slotte trad ook de voorzitter van de RvC, de heer R. Rogaar, wiens termijn in overleg met DNB voor een jaar was verlengd in samenhang met de lopende gesprekken over een samenwerking met derden, in de decembervergadering van de AvA af. In de decembervergadering werd de heer H. Duthler benoemd als nieuwe commissaris. Hij was tevens beoogd voorzitter van de RvC in afwachting van een positieve toetsing door DNB. Deze heeft na balansdatum plaatsgevonden. Aangezien de RvC eind 2013 uit drie personen bestond, is kort na balansdatum het selectieproces voor een additionele commissaris gestart. Dit heeft geleid tot de benoeming van de heer J. Boven als commissaris in de AvA van mei 2014. Financiële soliditeit De RvC constateert dat de financiële soliditeit van de vennootschap in 2013 is afgenomen, door het teruglopen van de eigen vermogenspositie voornamelijk als gevolg van aanpassing van de verplichte ECB AAA rentecurve op grond van de downgrade van Frankrijk medio 2013 en de overgang naar een nieuw, verbeterd intern model voor het berekenen van de verplichtingen eind 2013. De downgrade van Frankrijk had tot gevolg dat de door DNB voorgeschreven ECB AAA rentecurve is gedaald, waardoor de contante waarde van de verplichtingen van De Eendragt is toegenomen ten laste van het resultaat. Met het nieuwe interne model voor de berekening van de verplichtingen is De Eendragt in staat om de verplichtingen conform de meest recente regels nauwkeuriger te berekenen. Hieruit volgde een verhoging van de voorzieningen. Conform het in het Kapitaalbeleid vastgelegde beleid heeft de teruggelopen eigen vermogenspositie per 31 december 2013 in de eerste maanden van 2014 tot een bijstelling 10 Jaarverslag 2006 Jaarverslag van het risicoprofiel van de beleggingen geleid. Na deze derisking heeft De Eendragt een solvabiliteitpositie boven het wettelijke vereiste niveau. De depotbuffers en het eigen vermogen van De Eendragt hebben een positief beleggingsrendement laten zien in combinatie met de nagestreefde prudente risicobeheersing. Het rendement en het risico op de verschillende risicoklassen van de premieovereenkomsten was in overeenstemming met de langjarige verwachtingen. Wel betreurt de RvC zeer dat in 2013 opnieuw de ruimte ontbrak om een toeslag te verlenen op de pensioenen in de solidaire portefeuille. De kans op toeslagverlening in de voorzienbare toekomst is eveneens zeer beperkt. Wijzigingen in de RvC Gedurende het verslagjaar zijn de heren J. Rietmulder, K. Jonasse en R. Rogaar reglementair afgetreden als commissaris. Zij hebben een jarenlange belangrijke bijdrage geleverd aan het bestuur, maar ook aan de ontwikkeling van De Eendragt. De RvC spreekt haar grote waardering uit voor hun inzet en de prettige collegiale samenwerking. Tot besluit De RvC spreekt haar waardering uit voor het door de Directie gevoerde beleid, dat een centrale plaats inruimt voor risicobeheersing en daarnaast de belangen behartigt van de verzekerden, de aangesloten ondernemingen en de medewerkers. De RvC is alle medewerkers van De Eendragt erkentelijk voor hun inzet bij de belangenbehartiging van alle verzekerden en de aangesloten ondernemingen. Amsterdam, 26 juni 2014 11 Aangesloten ondernemingen H. Duthler (vanaf 19 december 2013) J.M.M. Orie L. Zegers J. Boven (vanaf 22 mei 2014) K.C. Jonasse (tot 27 november 2013) J.W. Rietmulder (tot 23 mei 2013) R.E. Rogaar (tot 19 december 2013) Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 Jaarverslag VERSL AG DIRECTIE De Eendragt De Eendragt Pensioen N.V. (De Eendragt) is zowel statutair gevestigd als zetelhoudende te Amsterdam aan De Boelelaan 7, postcode 1083 HJ. De activiteiten van De Eendragt bestaan uit de uitoefening van het levensverzekeringsbedrijf als bedoeld in de Wft zoals van kracht geworden op 1 januari 2007. De aandelen van De Eendragt zijn 100% eigendom van Stichting De Eendragt Pensioen. Going concern Nederlandse verzekeringsmaatschappijen zien de afgelopen jaren de druk vanuit de weten regelgeving en het toezicht aanzienlijk toenemen. Dat geldt ook voor De Eendragt. Per 1 januari 2014 heeft De Nederlandsche Bank (DNB) een nieuw solvabiliteitskader ingesteld: het Theoretische Solvabiliteits Criterium (TSC). Dit regime vormt een overgang tussen het oude Solvency I regime en het per 1 januari 2016 ingaande Solvency II regime. Zowel het TSC als Solvency II vertalen de ondernemings- en balansrisico’s naar aan te houden eigen vermogen (vereiste solvabiliteit). Op pagina 43 wordt in de risicoparagraaf een overzicht gegeven van de relevante risico’s welke De Eendragt kent. De Eendragt heeft een eenzijdig productenpalet met sterke nadruk op langlevenrisico. Het nieuwe solvabiliteitskader resulteert bij De Eendragt in een flinke toename van het vereiste eigen vermogen. Tegelijk is in 2013 het aanwezig eigen vermogen met name als gevolg van twee incidentele gebeurtenissen sterk gedaald. Allereerst had de downgrade van Frankrijk tot gevolg dat de door DNB voorgeschreven ECB AAA rentecurve is gedaald, waardoor de contante waarde van de verplichtingen van De Eendragt flink is toegenomen ten laste van het resultaat. Daarnaast heeft de ingebruikname per eind 2013 van een nieuw intern model om de verplichtingen te berekenen tot een eenmalige verhoging van de voorzieningen geleid. De combinatie van het gedaalde aanwezige eigen vermogen en de toename van het verplichte eigen vermogen leidt tot een afname van de solvabiliteit van De Eendragt gemeten onder het voor 2013 geldende solvency regime (Solvency I) tot 150% (2012: 219%). De solvabiliteit berekend volgens de regels van Solvency II daalde door genoemde oorzaken per 31 december 2013 tot onder de 100%. Dit percentage classificeert zich binnen het Kapitaalbeleid als een zogenoemd “trigger event” voor het uitvoeren van vooraf gedefinieerde beheersmaatregelen. Direct na constatering hiervan in februari 2014 heeft de Directie deze beheersmaatregelen uitgevoerd, zoals beschreven onder “Ontwikkelingen na balansdatum” op bladzijde 34. Aangesloten ondernemingen Ultimo april 2014 bevinden de Solvency I, TSC en Solvency II solvabiliteitsratio zich weer allen boven het wettelijke minimum, maar ligt de aanwezige solvabiliteit nog wel onder de door de Directie noodzakelijk geachte solvabiliteit waardoor nog aanvullende beheersmaatregelen zullen worden uitgevoerd. De Eendragt anticipeert al sinds 2010 op de invoering van Solvency II en de risico’s van een teruggang in het kapitaal. Onder Solvency II (en TSC) neemt voor De Eendragt het benodigd eigen vermogen toe, waardoor zij dichter bij het wettelijk vereiste minimum zal uitkomen in vergelijking met Solvency I. In de afgelopen jaren heeft intensief 12 Jaarverslag 2006 Jaarverslag onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheden om het weerstandsvermogen te versterken. Aangezien alle aandelen van De Eendragt in handen zijn van een stichting zonder eigen middelen, ontbreekt de mogelijkheid om het kapitaal intern of via de openbare kapitaalmarkt te vergroten. In het verslagjaar voerde de Directie, daarin ondersteund door de RvC en een externe adviseur, gesprekken met diverse partijen om de mogelijkheden te verkennen om via een nauwe samenwerking extra vermogen te kunnen aantrekken. Uiteindelijk hebben deze gesprekken niet tot een bevredigend resultaat geleid. Op een extra vergadering op 19 december 2013 besloot het bestuur van Stichting De Eendragt Pensioen daarop om volledig zelfstandig door te gaan. Onder het in 2014 geldend TSC regime en vooruitlopend op de inwerkingtreding van Solvency II per 1 januari 2016 blijft de noodzaak onverkort bestaan om te komen tot een verhoging van het weerstandvermogen en/of een verlaging van het vereist eigen vermogen. De op 22 mei 2014 aangetreden Directie van de vennootschap onderkent de risico’s van De Eendragt zoals genoemd in de risicoparagraaf op pagina 43 en geeft prioriteit aan het ontwikkelen van een nieuwe langetermijnstrategie voor De Eendragt die ook onder de nieuwe solvencyregels haar deelnemers en klanten de zekerheid biedt van het uitkeren van de toegezegde pensioenen. UFR In september 2012 verplichtte DNB alle Nederlandse verzekeringsmaatschappijen om voortaan de voorzieningen te berekenen met de zogeheten Ultimate Forward Rate (UFR). De UFR is een kunstmatig berekende rente die de rentecurve vervangt voor looptijden van twintig tot zestig jaar. Op dit moment ligt de rente met UFR hoger dan de ECB AAA curve. Daarmee dalen, zoals ook beoogd, de verzekeringsverplichtingen en stijgt het eigen vermogen. De UFR-constructie heeft echter ook nadelen. Zo kan men niet beleggen in titels met een zelfde rendement als de UFR, brengt de samenstelling significante renterisico’s mee op zowel het vijftien als twintig jaar punt in de curve en wijkt de voorgeschreven rentetermijnstructuur daarmee af van de met de verzekeringnemers overeengekomen contractuele afspraken. Tot de grootste nadelen van de UFR behoort een verschillende doorwerking van het effect van een renteverandering op obligaties en verplichtingen. Normaal betekent een 13 Aangesloten ondernemingen Afwaardering Frankrijk Nadat eerder kredietbeoordelingbureaus Standard & Poor en Moody’s de debiteurenstatus van Frankrijk hadden verlaagd, volgde Fitch in juli 2013. Daarmee vielen Franse obligaties terstond weg uit de AAA eurostaatsleningencurve van de Europese Centrale Bank. Als gevolg daarvan daalde direct de gemiddelde rente over de hele rentecurve. Franse staatsleningen kenden immers een hogere rente dan Duitse. Bij De Eendragt veroorzaakte dat een stijging van de voorziening verzekeringsverplichtingen (VVV) met € 38 miljoen. Aan de beleggingenkant stonden hier geen baten tegenover. De stijging van de voorziening gaat via de resultatenrekening ten koste van het eigen vermogen. Sinds haar oprichting in 2006 heeft De Eendragt consequent een beleid gevoerd waarbij alle vermijdbare risico’s, zoals dat van rentebewegingen, zoveel mogelijk worden afgedekt. Helaas blijkt voor de afwaardering van de kredietstatus van landen geen enkele tegenpartij bereid om het risico over te nemen. Jaarverslag Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 rentedaling hogere verplichtingen en hogere obligatiekoersen, en resulteert een rentestijging in lagere verplichtingen en lagere obligatiekoersen. De rentegevoeligheid bepaalt de kracht van het effect. Doordat het lange eind van de curve met UFR veel minder beweegt dan de markt, zorgt een rentestijging ervoor dat de waarde van beleggingen in lange staatsleningen harder in waarde verminderen dan de verplichtingen teruglopen. Een rentedaling leidt juist tot een sterkere stijging van de waarde van de obligatieportefeuille dan van de voorziening verzekeringsverplichtingen. Als gevolg hiervan zorgde de lagere rente in 2012 voor een substantieel positief effect op de berekening van het eigen vermogen. Gedurende 2013 steeg de lange rente echter sterk, waardoor dit voordeel weer grotendeels teniet werd gedaan. Solvabiliteit De solvabiliteit is de verhouding tussen het aanwezige eigen vermogen (ook wel weerstandvermogen genoemd) en het minimaal benodigde eigen vermogen. In samenhang met de hiervoor genoemde consequenties van het wegvallen van Frankrijk uit de ECB AAA curve en de invloed van de rentestijging op de afdekking van de verplichtingen, alsmede door de ingebruikname van het nieuwe interne model om de verplichtingen te berekenen, daalde de solvabiliteit van 219% naar 150%. Vanaf 2014 kijkt de toezichthouder naar de solvabiliteit onder het nieuwe kader, het TSC. De Eendragt heeft zich daar uiteraard in de afgelopen jaren op voorbereid. Onderdeel van deze voorbereiding was onder meer de opstelling van het Kapitaalbeleid, dat aangeeft welke acties moeten worden genomen bij een bepaald solvabiliteitsniveau om het weerstandvermogen van de onderneming op peil te houden of te versterken. In februari 2014 kwam de solvabiliteitsratio ultimo 2013 beschikbaar. Daarna heeft De Eendragt in het kader van het Kapitaalbeleid direct actie ondernomen om de solvabiliteit onder het TSC te vergroten. Hiertoe zijn aandelen, niet-beursgenoteerd vastgoed en innovatieve beleggingen verkocht (zie hiervoor tevens de paragraaf “Ontwikkelingen na balansdatum” op bladzijde 34) en herbelegd in solide vastrentende waarden. Hierdoor steeg de solvabiliteit – gemeten in TSC en Solvency II – weer tot boven het wettelijk vereiste niveau. Aangesloten ondernemingen Liquiditeit De beleggingen van De Eendragt zijn grotendeels zeer liquide. Alle posities, met uitzondering van die in niet-beursgenoteerd vastgoed, kunnen binnen één maand geliquideerd worden om middelen vrij te maken. De totale omvang van de niet direct beschikbare posities bedroeg ultimo 2013 € 81 miljoen. Ten slotte beschikt De Eendragt over een grote kaspositie in direct opeisbare banktegoeden en zeer liquide schatkistpapier met een korte looptijd. Daardoor kan te allen tijde in de liquiditeitsbehoefte voorzien worden. Toezicht De Eendragt heeft zich in het verslagjaar een aanzienlijke investering in mensen, tijd en middelen getroost om meer aan de eisen van het nieuwe toezichtskader te kunnen voldoen. Solvency II, het Kapitaalbeleid, de Eigen Risico Beoordeling (ERB/ORSA) en het 14 Jaarverslag 2006 Jaarverslag Theoretisch Solvabiliteit Criterium vergden veel voorbereiding. Daarnaast bouwde en testte vanaf het tweede halfjaar een team van externe actuarieel deskundigen aan een nieuw intern model voor de berekening van de verplichtingen. Op het gebied van risicomanagement maakte De Eendragt eveneens forse slagen. De Chief Risk Officer breidde zijn in eerste instantie het op de beleggingskant gerichte systeem uit naar een meer geïntegreerde en ondernemingsbrede aanpak van de totale risicoanalyse. Het in november 2012 door DNB gehouden onderzoek naar het beleggingsbeleid van De Eendragt resulteerde medio 2013 in een rapport met aanbevelingen. Inmiddels heeft de beleggingsafdeling het daaruit voortvloeiende plan van aanpak grotendeels gerealiseerd. In het vierde kwartaal hield DNB een inventariserend onderzoek naar de inrichting en het gebruik van IT bij De Eendragt. Daaruit zijn geen bijzonderheden naar voren gekomen. Een andere uitvraag betrof de actuariële werkzaamheden en daarbij de toereikendheidstoets (TRT) in het bijzonder. Aan de bevindingen daarvan wordt deels na het afsluiten van het verslagjaar nog gewerkt. Speciale aandacht kreeg daarbij de analyse van de overgang naar het nieuwe TRT-model. Verzekerde ondernemingen Opnieuw liep eind 2013 een aantal uitvoeringsovereenkomsten af. Het merendeel van de contracten werd verlengd, wat aangeeft dat De Eendragt nog steeds een aantrekkelijke propositie biedt. De visie op pensioenen, het transparante karakter en het hoge niveau van dienstverlening blijft aantrekkelijk. Dat komt ook naar voren uit een hernieuwd klanttevredenheidsonderzoek. Niet alleen lag de respons boven de 75%, ook mocht De Eendragt zich verheugen in een hoge score voor haar producten, dienstverlening en bereikbaarheid. Gedurende 2013 uitgebrachte offertes hebben niet geleid tot nieuwe verzekeringnemers. Personele en organisatorische aangelegenheden Ook in 2013 zag De Eendragt zich genoodzaakt om de reguliere bezetting uit te breiden met externe deskundigheid. De versterking betrof in eerste instantie de actuariële kant van de organisatie, waar de normale werkzaamheden, de voorbereidingen voor Solvency II en het TSC veel inzet vergden. Daarnaast ging de ontwikkeling van een intern TRT-model gepaard met tijdelijke werkzaamheden door een team externe actuariële specialisten. In het verslagjaar werd afscheid genomen van een medewerker bij de pensioenadministratie en bij het secretariaat. Alleen de medewerker op de laatstgenoemde afdeling werd vervangen. 15 Aangesloten ondernemingen Productontwikkeling Ook in 2013 is De Eendragt actief geweest met productontwikkeling. Niet alleen worden de maatschappelijke ontwikkelingen op gebied van pensioen en verzekeren gevolgd, ook participeert De Eendragt in de Pensioenfederatie zowel als in het Verbond van Verzekeraars in relevante commissies. Vanuit de brede kennis en ervaring wordt, in samenwerking met een externe partij indien nodig, binnen De Eendragt aan productontwikkeling gewerkt. Jaarverslag Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 Als gevolg van de wijzigingen in de vakbekwaamheidseisen uit hoofde van de Wft, hebben zeven medewerkers van De Eendragt in de laatste maanden van 2013 verschillende opleidingen gevolgd. Deze opleidingen zijn met een diploma afgerond. Ook op ander gebied is het kennisniveau verder versterkt. In het verslagjaar heeft De Eendragt de administratie succesvol gereed gemaakt voor de invoering van een Europese betaalzone, de Single Euro Payments Area (SEPA). Er zijn verschillende nieuwe versies van de pensioenadministratieve software opgeleverd. De werkgroep communicatie heeft grote stappen gezet in de voorbereiding en implementatie van zowel wettelijk vereiste informatieverstrekking als meer gesystematiseerde correspondentie met verzekerden. HRM-afdelingen van verzekeringnemers ontvingen regelmatig nieuwsbrieven over de recente ontwikkelingen in de pensioensector. Onder vaak sterke druk behielden de medewerkers van De Eendragt hun grote inzet, toewijding en flexibiliteit die onze organisatie kenmerkt. De Directie spreekt haar welgemeende waardering uit voor de bijdrage die eenieder het afgelopen jaar heeft geleverd aan de organisatie en vooral aan onze verzekerden. Aangesloten ondernemingen Raad van Commissarissen Bij het ontstaan van De Eendragt Pensioen N.V. in 2006 trad ook een Raad van Commissarissen aan. De leden werden voor een periode van vier jaar benoemd. Ten tijde van de herbenoeming in 2010 werd besloten om een rooster van aftreden op te stellen, dat rekening houdt met een gefaseerde opvolging. Dit rooster moest eind 2013 het reglementair vrijwel op hetzelfde moment aftreden van de hele Raad voorkomen. Door een samenloop van omstandigheden zijn in 2013 desondanks toch drie van de vijf leden afgetreden. De heer J. Rietmulder nam in mei vervroegd afscheid omdat hij het RvC-lidmaatschap moeilijk kon combineren met zijn andere activiteiten. In november trad de heer K. Jonasse volgens het rooster af. Tijdens de decembervergadering trad ook de voorzitter van de RvC, de heer R. Rogaar, terug. Hij zou dit in november 2012 doen, maar was aangebleven om het proces van strategische heroriëntatie af te kunnen ronden. In de algemene vergadering van december is de heer H. Duthler benoemd tot lid van de RvC. Formeel volgde hij de heer J. Rietmulder op met zijn specifieke competentie als verzekeringsdeskundige. Door het vertrek van de heer R. Rogaar ontstond echter tevens een vacature voor het voorzitterschap. Daarop besloot de RvC om de heer H. Duthler voor te dragen voor deze positie. Inmiddels heeft DNB de heer H. Duthler ook voor deze functie positief getoetst, waarna de heer H. Duthler sinds 23 februari 2014 het voorzitterschap bekleedt. De RvC van De Eendragt bestaat uit ten minste vier leden. In januari 2014 is het selectieproces voor een additioneel lid van de RvC afgerond, waarna de nieuwe commissaris, de heer J. Boven, op de algemene vergadering van 22 mei 2014 kon worden benoemd. De Directie is veel dank verschuldigd aan de afgetreden leden van de RvC, die zich de afgelopen jaren buitengewoon hebben ingezet en onder wiens toezicht vanaf het begin in grote harmonie is samengewerkt in het belang van alle stakeholders van De Eendragt. 16 17 Jaarverslag 2006 Jaarverslag Aangesloten ondernemingen Governance De Eendragt heeft een van andere levensverzekeraars afwijkende bestuursstructuur (governance). Deze hangt samen met haar historie als pensioenfonds. Een uitgebreide beschrijving van de governance en de historie staat op de website van De Eendragt, www.eendragt.nl, onder Algemeen / Organisatie. Alle aandelen van de vennootschap zijn in handen van Stichting De Eendragt Pensioen. De Stichting heeft een paritair samengesteld bestuur met vertegenwoordigers op voordracht van de werkgevers, werknemers en gepensioneerden. De leden fungeren feitelijk gezamenlijk als aandeelhouder. Voorts staan in de statuten van de Stichting de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van zowel de Stichting zelf als van haar bestuursleden. Het stichtingsbestuur komt ten minste tweemaal per jaar bijeen. In het verslagjaar was dat viermaal. Tijdens de vergaderingen komen zaken aan de orde die van belang zijn voor de Stichting, maar vooral ook voor De Eendragt. In mei betrof dat in ieder geval het jaarverslag en de jaarrekening van zowel de verzekeraar als de Stichting zelf, alsmede de benoeming van de accountant en de certificerende actuaris. In 2013 betroffen de andere vergaderingen vooral de strategische heroriëntatie. Indien dat wenselijk en noodzakelijk is, vindt direct na afloop van de vergadering van het stichtingsbestuur een aandeelhoudersvergadering plaats in aanwezigheid van de bestuursleden van de Stichting en onder voorzitterschap van de voorzitter of vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen. Hier vindt de formele besluitvorming plaats met betrekking tot onderwerpen waarover de Stichting als enig aandeelhouder van De Eendragt bevoegdheid heeft. Het betreft onder andere de vaststelling van de jaarrekening van De Eendragt, de benoeming van leden van de Directie en de (her) benoeming van leden van de RvC en het verlenen van decharge aan de Directie en de RvC over het afgelopen jaar. De Eendragt heeft een tweehoofdige Directie en een uit ten minste vier leden bestaande RvC die toeziet op het door de Directie gevoerde beleid. Verder laat de Directie zich bijstaan door een Beleggingscommissie, die bestaat uit drie externe deskundigen, waaronder de voorzitter, en twee leden namens de verzekerde ondernemingen. De Beleggingscommissie vergadert ten minste vijfmaal per jaar, maar tussentijds vinden geregeld informele besprekingen plaats. De voorzitter brengt in het voorjaar een officieel verslag uit aan de RvC. Hierin evalueert hij het beleggingsbeleid over het voorafgaande jaar en de wijze waarop de Directie hieraan invulling heeft gegeven. Tevens heeft de voorzitter tezamen met de Chief Risk Officer zitting in het beleggingscomité van de RvC. Mocht, naar het oordeel van de Beleggingscommissie dat nodig blijken, dan kan ook tussentijds aan de RvC rapportage worden uitgebracht. De leden van de Beleggingscommissie adviseren de Directie, maar dragen voor het beleggingsbeleid zelf geen verantwoordelijkheid. De Directie zelf bestaat uit twee personen met ieder ruime elkaar aanvullende ervaring op het gebied van management, verzekeren, pensioenen, automatisering, administratie, institutioneel beleggen en risicomanagement. In principe vindt iedere twee weken een formeel directie- en een managementoverleg plaats, waarbij in het directieberaad vooral strategische en personele vraagstukken aan de orde komen, terwijl het managementteam zich bezighoudt met de dagelijkse managementvraagstukken, operationele kwesties en de advisering van de Directie op een breed gebied. Aangesloten ondernemingen Jaarverslag Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 Compliance De Eendragt is gebonden aan Europese richtlijnen en verordeningen, een groot aantal wettelijke bepalingen onder andere uit de Wft en de Pensioenwet, circulaires, good practices, leidraden en visies van De Nederlandsche Bank, beleidsregels, leidraden en interpretaties van de Autoriteit Financiële Markten alsmede aan de zelfregulerende bepalingen en aanbevelingen van het Verbond van Verzekeraars (Verbond). Op www.eendragt.nl staat onder Algemeen / Organisatie / Governance principes een verwijzing naar de Governance Principes van het Verbond van Verzekeraars, alsmede per artikel een geactualiseerde toelichting op de naleving daarvan door De Eendragt. De publicatie op de website komt in de plaats van een aparte paragraaf over dit onderwerp in dit jaarverslag. Verder staat in hetzelfde deel van de website ook een verwijzing naar de Gedragscode van zowel De Eendragt als die van het Verbond, en een verwijzing naar de door de Directie en RvC afgelegde eed of belofte van de financiële sector. De werknemers, de RvC en de Beleggingscommissie zijn allen gebonden aan de interne Gedragscode, het reglement privé-effectentransacties, waar van toepassing, uitgebreid met een insider regeling, en aan de Gedragscode Verzekeraars van het Verbond. Sinds 2010 fungeert de bedrijfsjurist als compliance officer. Deze rapporteert periodiek aan de Directie en de RvC. In het geval van onverhoopte overschrijding van de compliancerichtlijnen zal de jurist hiervan tussentijds melding maken aan de Directie, of in het geval het de Directie zelf betreft, aan de RvC. Alle medewerkers, de leden van de RvC en de Beleggingscommissie ontvangen ieder jaar in januari de interne Gedragscode en die van het Verbond. Zij dienen een nalevingsverklaring te ondertekenen en te retourneren. De Eendragt houdt rekening met de Regeling Beheerst Beloningsbeleid Wft 2011, ook de Beleidsregel Deskundigheid 2011 van DNB en de vakbekwaamheidseisen in de Wft vinden navolging. De Eendragt voldoet niet aan de wettelijke bepaling dat tenminste 30% van de bestuurderszetels uit vrouwen en 30% uit mannen moet bestaan. Naar verwachting zal hierin op korte termijn geen verandering komen; bij toekomstige benoemingen zal hier waar mogelijk rekening mee worden gehouden. In 2014 zal er een review plaatsvinden op de compliancefunctie binnen De Eendragt. Risicomanagement De Eendragt heeft een Chief Risk Officer, wiens taken het ex ante en ex post beoordelen en bewaken van de risico’s van de onderneming omvat. Deze functionaris beschikt over een deels in eigen beheer ontwikkeld integraal risicomodel dat nauw samengaat met modellen om het gerealiseerde rendement en risico te meten en te analyseren. Tevens staan aan de beleggingskant modellen en middelen ter beschikking om de afdekking van het renterisico op dagbasis te kunnen monitoren en bijstellen. Alle externe beheerders worden gevolgd op individuele basis en wat betreft hun invloed op de totale beleggingsportefeuille. Sinds 2012 beschikt de CRO over een systeem om alle beleggingen in de verschillende mandaten te integreren in één transparant, accumulatief systeem, zodat van iedere beleggingscategorie nauwkeurig inzicht bestaat in de allocatie en de bijdrage aan het totale risicobudget. Voorts bestaat een separate risicoanalyse voor vastgoed en voor de niet-lineaire beleggingen. Het monitoren van externe vermogensbeheerders gebeurt met behulp van een daartoe aangeschaft analyse en registratiesysteem. 18 Jaarverslag 2006 Jaarverslag De risicomanager draagt ook zorg voor het deel van de rapportages aan DNB dat met de beleggingskant samenhangt. Tezamen met de actuaris verzorgt hij de input van de rapportages in het kader van het TSC en de Own Risk and Solvency Assessment (ORSA). Verder bewaakt hij, in samenwerking met een gespecialiseerde externe consultant, de afdekking van de verplichtingen. Naast kwantitatief risico besteedt de Chief Risk Officer ook aandacht aan meer kwalitatieve risicovraagstukken, waaronder de voor Solvency II benodigde ORSA. De voorbereiding van de invoering van Solvency II zijn voor Pillar 1 en 2 vrijwel afgerond. Naast financiële risico’s onderkent De Eendragt ook operationeel risico, systeemrisico, integriteitsrisico, communicatierisico, juridisch risico en deskundigheidsrisico. Ook deze risico’s zijn in kaart gebracht en worden zo goed mogelijk gemanaged. Verder tracht De Eendragt het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets door de eigen medewerkers te bevorderen, onnodig energieverbruik te beperken en rekening te houden met het milieu. Ten aanzien van het beleggingsbeleid voert De Eendragt sinds 2008 een maatschappelijk verantwoord beleid met bindende richtlijnen voor haar vermogensbeheerders. Voor aandelenbeleggingen hanteert De Eendragt een uitsluitingslijst van ondernemingen die zich niet houden aan internationale verdragen, mensenrechten schenden, gebruik maken van kinderarbeid en/of slavenarbeid, moedwillig ernstige schade aan het milieu veroorzaken, zich voornamelijk bezighouden met of direct betrokken zijn bij de ontwikkeling en productie van en/of de handel in wapens die zich vooral richten op het berokkenen van blijvende schade aan de burgerbevolking en/of op volgens internationale conventies verboden wapentuig, waaronder clusterbommen, landmijnen en wapens bedoeld voor atomaire, bacteriologische of chemische oorlogsvoering, en ondernemingen die zich schuldig maken aan fraude of ernstige corruptie. De Eendragt belegt niet in staatsleningen van landen die moedwillig de mensenrechten schenden. Ten aanzien van de vastgoedbeheerders voert De Eendragt een actief beleid dat streeft naar duurzaamheid in brede zin. De sector besteedt hieraan de laatste jaren aanzienlijk meer aandacht, wat mede tot uitdrukking komt in de energie- en milieuvriendelijkheid van gebouwen en het beperken van onnodige leegstand. Aangaande de alternatieve beleggingen heeft De Eendragt, als relatief kleine partij, weinig mogelijkheden om richtlijnen af te dwingen, behoudens bij de selectie van de beheerders. 19 Aangesloten ondernemingen Duurzaamheid De Eendragt, als zuiver dienstverlenende organisatie, kan in haar eigen bedrijfsvoering weinig doen om de duurzaamheid van haar activiteiten te verbeteren. Het kantoor heeft inmiddels een A-energielabel. Nieuwe verzekerden krijgen standaard het verzoek om in te stemmen met elektronische verzending van de te verstrekken informatie, teneinde het papierverbruik en het transport te verminderen. Vooralsnog heeft dat een beperkte invloed op de totale vervanging van papieren documenten. Aangesloten ondernemingen Jaarverslag Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 Vooruitzichten Na de voltooiing van een proces van strategische heroriëntatie heeft de aandeelhoudersvergadering, in casu het bestuur van Stichting De Eendragt Pensioen, eind 2013 besloten dat de vennootschap als zelfstandige verzekeraar door gaat. Onder het in 2014 geldend TSC regime en vooruitlopend op de in werking treding van Solvency II per 1 januari 2016 blijft de noodzaak om te komen tot een verhoging van het weerstandvermogen en/of een verlaging van het vereist eigen vermogen onverkort bestaan. De op 22 mei 2014 nieuw aangetreden Directie van de vennootschap geeft prioriteit aan het ontwikkelen van een nieuwe langetermijnstrategie voor De Eendragt die ook onder deze nieuwe solvencyregels haar deelnemers en klanten de zekerheid biedt van het uitkeren van de toegezegde pensioenen. 20 Acquisities/verlengingen Door de lage marktrente en de solvabiliteitseisen uit hoofde van Solvency II is het moeilijker geworden om concurrerende offertes uit te brengen aan partijen die voor De Eendragt als verzekeraar belangstelling hebben. In 2013 heeft De Eendragt alle daarvoor in aanmerking komende uitvoeringsovereenkomsten tijdig opgezegd en de betreffende ondernemingen een nieuw verlengingsvoorstel met een uitgebreide prognoseberekening doen toekomen. Deze voorstellen zijn daarna met alle ondernemingen besproken en toegelicht. Een aantal ondernemingen heeft de pensioenregeling gewijzigd waarbij ook enkele ondernemingen, vooruitlopend op het fiscale kader per 1 januari 2014, hebben gekozen voor een pensioenleeftijd van 67 jaar per 1 januari 2013. De verlengingsvoorstellen zijn goed ontvangen wat blijkt uit het feit dat de meeste overeenkomsten zijn verlengd. Nog steeds zit de pensioenmarkt “op slot”. De wetgever ziet in pensioenen, inclusief de A.O.W., een middel tot beperking van de overheidsuitgaven en verhogen van de belastingopbrengst. Wetgeving is nog steeds aan wijziging onderhevig. Per 1 januari 2014 zijn fiscale wijzigingen doorgevoerd met een grote administratieve impact. De maximale opbouwpercentages zijn verlaagd en de pensioenrichtleeftijd werd 67 jaar. Hiermee is voor de verzekerden een onoverzichtelijke situatie ontstaan. Het opgebouwde pensioen op 1 januari 2014 heeft ingangsleeftijd 65 jaar, het pensioen vanaf deze datum 67 jaar. Daar doorheen loopt de A.O.W. met een steeds veranderend ingangsmoment. Waar in het verleden sprake was van één ingangsmoment, zijn er dus nu drie. Het is aan de pensioenuitvoerders om administratieve oplossingen te vinden en een weg te vinden in de communicatie. Inmiddels zijn alle pensioenregelingen bij De Eendragt per 1 januari 2014, voor zover nodig, aangepast aan het fiscale kader en pensioenrichtleeftijd 67 jaar. Per 1 januari 2015 staan al weer nieuwe, nog verdergaande inperkingen, op stapel. Ook staan per 1 januari 2015 weer een aantal verlengingen op de rol. Het uitgangspunt blijft hierbij dat De Eendragt tracht te functioneren als een verlengstuk van de ondernemingen, waarbij de belangen van alle stakeholders aandacht krijgen. Jaarverslag 2006 Jaarverslag PENSIOENEN Pensioensparen en beschikbare premie (premieovereenkomsten) Eind 2013 bedroeg de voorziening verzekeringsverplichtingen voor premieovereenkomsten € 70,9 miljoen (2012 € 64,0 miljoen). In samenhang met de wettelijke zorgplicht voert De Eendragt voor premieovereenkomsten een zogeheten life-cycle benadering, waarbij de deelnemers op basis van hun leeftijd worden ingedeeld in risicoklassen. Voor nadere informatie over deze aanpak wordt verwezen naar de beleggingsparagraaf. 21 Aangesloten ondernemingen Pensioenpremie In 2013 bedroeg de ontvangen pensioenpremie van de ondernemingen € 51,4 miljoen (2012: € 49,7 miljoen), waarvan een bedrag van € 7,3 (2012: € 14,6) voldaan is door vermindering van de depotsaldi van de ondernemingen. Jaarverslag Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 Technisch resultaat Onder technisch resultaat wordt verstaan het resultaat op arbeidsongeschiktheid, overlijden en kosten. In de uitvoeringsovereenkomsten zijn bepalingen opgenomen over winstdeling in het technische resultaat van de verzekeraar. Het resultaat over de drie genoemde componenten wordt gecumuleerd over de contractsperiode. Winstdeling geschiedt indien het gecumuleerde bedrag positief is. In principe vindt winstdeling na vijf jaar plaats. Arbeidsongeschiktheid In 2013 is het resultaat op arbeidsongeschiktheid weer terug op de trend van voor 2012. De premie voor premievrijstelling en aanvullende verzekering op de W.I.A. was toereikend. In de voorziening verzekeringsverplichtingen is op basis van de ontvangen risicopremie in het verslagjaar het uitlooprisico opgenomen van de gesloten uitvoeringsovereenkomsten. Overlijden In 2013 is een negatief resultaat op overlijden behaald. De ontvangen risicopremies vermeerderd met de vrijval aan voorziening wegens overlijden waren in 2013 niet voldoende om de toename van de voorziening wegens overlijden te dekken. Kosten De directe en indirecte kosten van de beleggingen worden in mindering gebracht op het beleggingsresultaat. Nadere detaillering van deze kosten, waarmee De Eendragt beoogt volledige transparantie te bieden, staat verderop in de paragraaf Beleggingen. In de voorziening verzekeringsverplichtingen is een administratiereserve en een opslag voor excassokosten opgenomen. Daarnaast betalen de verzekeringnemers, afhankelijk van het aantal verzekerden, een procentuele kostenopslag, berekend over de som van de pensioengevende grondslagen. Deze drie beschikbare kostenopslagen waren niet voldoende om de kosten, na aftrek van de hiervoor aangegeven beleggingskosten, te dekken. Aangesloten ondernemingen Pensioenadministratie In 2013 waren er meerdere releases van het administratieve systeem DEPAS. Veel aandacht is gegeven aan het proces rond het actuariële jaarwerk. Daarnaast zijn slagen gemaakt in het automatisch genereren van documenten voor de verzekerden en verzekeringnemers. De vraag naar individuele informatie neemt toe, mede door de complexiteit rond de pensioenleeftijd. Toeslagverlening (indexatie) De Eendragt kent de mogelijkheid voor de verzekeringnemer om de niet-actieven onder te brengen in de solidaire portefeuille. Als niet-actieven worden beschouwd: de pensioentrekkenden, gewezen deelnemers en de verzekerden aan wie wegens arbeidsongeschiktheid vrijstelling van premiebetaling is verleend. Indien een verzekerde in de solidaire portefeuille is opgenomen, verzorgt De Eendragt de voorwaardelijke indexatie. 22 Jaarverslag 2006 Jaarverslag Toereikendheidstoets Elke verzekeraar is wettelijk verplicht de voorziening verzekeringsverplichtingen conform de Wet financieel toezicht (Wft) en het Besluit prudentiële regels Wft te rapporteren aan de toezichthouder (DNB) en op te nemen in de balans. Dit geschiedt volgens de zogenaamde toereikendheidstoets (TRT). De TRT levert uiteindelijk een zogeheten toetsvoorziening op. Deze toetsvoorziening is gelijk aan het maximum van de afkoopwaarde en de actuele waarde van de voorziening verzekeringsverplichtingen. De actuele waarde van de voorziening verzekeringsverplichtingen is gelijk aan de som van de geschatte waarde van: - de gegarandeerde uitkeringen - de toekomstige kosten - de embedded opties - de risicomarge Bij de TRT dient onder meer rekening te worden gehouden met de laatste inzichten inzake overlijden, waarbij de mogelijkheid bestaat om op basis van eigen waarneming correcties aan te brengen. Dat mensen steeds ouder worden, is al geruime tijd bekend. De overlevingstafels van het Actuarieel Genootschap (AG) geven niet langer alleen de waargenomen sterfte aan over de verstreken periode, maar maken ook een prognose voor de toekomstige sterfte (de verwachting). De Eendragt heeft in 2013 en 2014 onderzocht of de verwachte sterfte volgens de AG-tafel overeenkomt met de waarnemingen onder de eigen verzekerdenpopulatie. Uit dit onderzoek blijkt dat bij mannen per saldo sprake is van ondersterfte en dat bij vrouwen sprake is van een significante oversterfte. Anders gezegd, blijken bij De Eendragt de mannelijk verzekerden langer te leven en de vrouwelijke verzekerden sneller te overlijden dan de verwachtingswaarden. Hiermee is rekening gehouden in de TRT berekening. In de TRT 2013 wordt door De Eendragt voor de balansvoorziening rekening gehouden met langer leven door de prognosetafel 20122062 van het AG te hanteren. Ontwikkeling depots en eigen vermogen De depots van de verzekeringnemers bevatten doorgaans een buffer die onder andere gebruikt wordt om financiering tegen doorsneepremie mogelijk te maken. Ook kan daaruit een tegenvallend beleggingsrendement worden opgevangen en kan sprake zijn van een bestemmingsreserve ten behoeve van toeslagverlening. Het eigen vermogen van De Eendragt kent een separate ontwikkeling. In de volgende tabel is het verloop weergegeven van de depotbuffers en het eigen vermogen in 2013. 23 Aangesloten ondernemingen Het resultaat van de TRT 2013 is dat een bedrag van € 106,3 miljoen (2012: € 93,3 miljoen) moet worden toegevoegd aan de voorziening verzekeringsverplichtingen. Derhalve is een bedrag van € 13,0 miljoen toegevoegd aan de balansvoorziening ten laste van het resultaat. Voor de solidaire portefeuille geldt dat het gevolg van de TRT wordt gefinancierd uit de algemene reserve solidaire portefeuille. De wijziging van de balansvoorziening verzekeringsverplichtingen van de solidaire portefeuille uit hoofde van de TRT wordt opgenomen in de algemene reserve solidaire portefeuille. Jaarverslag Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 DEPOTBUFFERS EIGEN VERMOGEN Boekwaarde per einde vorig boekjaar 24.746 123.750 Ten laste van depotbuffers -5.414 Resultaat boekjaar -42.190 Boekwaarde per 31 december 2013 19.332 Aangesloten ondernemingen 81.560 BEDRAGEN IN DUIZENDEN EURO'S 24 De basis van het beleggingsbeleid Centraal in het beleggingsbeleid van De Eendragt staat de beheersing van risico’s. Hiertoe behoren het renterisico en dat van de financiële markten in ruime zin. In haar beleid onderscheidt De Eendragt depots verzekeringnemers (uitvoeringsovereenkomsten met de ondernemingen) en de solidaire portefeuille. Deze laatste bevat niet-actieven, te weten gepensioneerden, arbeidsongeschikten en verzekerden die niet meer bij verzekerde ondernemingen werkzaam zijn, maar nog wel hun pensioenvoorziening bij De Eendragt hebben aangehouden. Meer recent verzekerde ondernemingen houden hun niet-actieven in eigen depot. Deze verzekerden worden toegerekend aan de depots verzekeringnemers. Jaarverslag 2006 Jaarverslag BELEGGINGEN Naast een onderscheid tussen twee groepen verzekerden kent De Eendragt een differentiatie tussen enerzijds de verplichtingen vermeerderd met de solvabiliteitsopslag en anderzijds de depotbuffers verzekeringnemers, de algemene reserve solidaire portefeuille en het eigen vermogen. Ten slotte heeft De Eendragt nog een separaat leeftijdvariabel beleggingsbeleid voor de premieovereenkomsten en een risicovrij belegde voorziening uit hoofde van langlevengaranties. Jaarlijks legt de Directie de verschillende onderdelen van het beleggingsbeleid vast in een beleggingsplan. Dit plan bevat het beleid ten aanzien van de afdekking van het renterisico, een gedetailleerde middelenverdeling voor de te beleggen gelden en de strategie voor premieovereenkomsten. Risicobeheersing staat voorop, waarbij verschillende scenario’s resulteren in prognoses voor de volatiliteit en de te verwachte rendementen op de financiële markten op zowel de korte (5 jaar) als de lange termijn (25 jaar). De RvC fiatteert jaarlijks het beleggingsbeleid op hoofdlijnen. Implementatie vindt plaats na uitvoerige discussie met de Beleggingscommissie van De Eendragt. Deze bestaat uit twee vertegenwoordigers van de verzekerden met een financiële achtergrond en drie externe beleggingsdeskundigen. De Beleggingscommissie toetst de voornemens van de Directie, adviseert over het te voeren beleid en ziet toe op de uitvoering van de afspraken. Zij rapporteert daarover jaarlijks aan de RvC. Tevens maakt de voorzitter van de Beleggingscommissie tezamen met de Chief Risk Officer deel uit van het beleggingscomité van de RvC, dat tweemaal per jaar bijeenkomt om het beleid in detail te bespreken. Afdekking rentegevoeligheid verplichtingen (matchingportefeuille) De Eendragt voert een beleid dat zorg moet dragen voor een zo volledig mogelijke afdekking van de risico’s verbonden aan de invloed van rentewijzigingen op de VVV. Deze aanpak beoogt de beleggingsopbrengst van de voor dit doel ingerichte portefeuille overeen te laten komen met de actuariële oprenting van de verplichtingen, vermeerderd met een 5% solvabiliteitopslag. 25 Aangesloten ondernemingen Van de totale beleggingen vindt het beheer van de obligatieportefeuille ten behoeve van de afdekking van de verplichtingen intern plaats, evenals de uitzetting van kasmiddelen. Alle andere beleggingen worden na een intensief selectieproces uitbesteed aan externe beheerders. Jaarverslag Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 In het verslagjaar gebruikte De Eendragt als rentetermijnstructuur (RTS) de door de ECB samengestelde AAA eurostaatsleningencurve. De hier tegenoverstaande beleggingsportefeuille bestond uit Duitse en Nederlandse staatsleningen met verschillende, op de rentegevoeligheid van de verplichtingen afgestemde looptijden. Voor de afdekking van zeer lange looptijden maakt De Eendragt voorts gebruik van een tweetal Total Return Swaps (TRS). Deze verruilen de korte rente voor lange obligaties met dagelijks verrekening van het verschil in de totale opbrengst tussen beide kanten van de swap. Periodiek vindt een doorrol van de swap plaats onder vaststelling van een herzien geldmarkttarief. De ECB AAA eurostaatsleningencurve met UFR voor looptijden vanaf twintig jaar heeft grote technische nadelen en valt niet volledig af te dekken. Bovendien biedt de markt geen mogelijkheden om de theoretische rente te realiseren zonder substantiële risico’s. Dat resulteert in een grote kans op mismatch resultaten. Als de rente stijgt, zoals in het verslagjaar, leidt het afdekken op de contactueel overeengekomen rente tot verliezen op de UFR curve. Zowel de oorspronkelijke curve als die inclusief de UFR zijn gebaseerd op euro staatsleningen van landen met de hoogste kredietstatus. In 2010 viel Spanje weg uit deze curve. De afwaardering van Frankrijk in juli 2013 heeft bij De Eendragt de VVV met circa € 38 miljoen verhoogd, wat via de resultatenrekening ten laste komt van het eigen vermogen van de verzekeraar. Resultaat renteafdekking Het uiteindelijke resultaat op de renteafdekking werd in 2013 bepaald door een combinatie van de hiervoor genoemde verlaging van Franse debiteurenstatus, de beweging van de curve met UFR ten opzichte van de afgedekte contractuele rentetermijnstructuur, de tactische beslissing om circa 5% van de VVV niet af te dekken en tenslotte de beleggingsopbrengst van de daarmee vrijkomende middelen. Ondanks het verlies van € 38 miljoen op Frankrijk bleef het uiteindelijke afdekkingverlies op basis van de contractuele verplichtingen beperkt tot circa € 29,8 miljoen. ECB AAA CURVE EN UFR CURVE PRIMO EN ULTIMO 2013 3,0% 2,5% 2,0% Aangesloten ondernemingen 1,5% 1,0% 0,5% 0,0% 1jr 2jr 3jr 4jr 5jr 6jr 7jr 8jr 9jr 10jr primo 15 jr UFR primo 26 30 jr 20 jr ultimo UFR ultimo In het volgende overzicht staat de percentuele samenstelling van het belegde vermogen ultimo 2013 weergegeven in vergelijking met de middelenverdeling op basis van het beleggingsplan 2013. De relatief hoge kaspositie hangt voor een deel samen met de innovatieve beleggingen. Deze vergen veelal slechts een beperkte initiële storting, maar voor mogelijke stortingen reserveert De Eendragt het volledige toegezegde bedrag. Verder zijn in de loop van het verslagjaar innovatieve beleggingen verkocht, waarbij voor de vrijkomende middelen nog geen nieuwe bestemming is gevonden, mede vooruitlopend op mogelijke additionele kapitaalbehoefte begin 2014. Jaarverslag 2006 Jaarverslag Beleggingsportefeuille Gedurende 2013 zette De Eendragt onverminderd haar beleid van risicobeheerst beleggen voort, waarbij tevens werd gestreefd naar optimale rendement-risicoverhouding door effectieve spreiding van de portefeuille en de keuze van risico-efficiënte beleggingsmandaten. SAMENSTELLING BELEGGINGSPORTEFEUILLE ULTIMO 2013 Realisatie Beleggingsplan Aandelen 31,3 28,0 Vastgoed 30,2 42,6 Innovatie 13,4 24,0 Liquide middelen en deposito's 25,1 5,4 100,0 100,0 Totaal in procenten Premieovereenkomsten Voor premieovereenkomsten – zuivere DC (defined contribution) regelingen, pensioensparen en DC excedent regelingen – heeft De Eendragt in 2006 een op deze doelgroep toegesneden beleggingsbeleid ontwikkeld. Dit gaat uit van oorspronkelijk zes, maar sinds 2008 tien leeftijdsafhankelijke risicoklassen. Naargelang de datum nadert waarop het opgebouwde kapitaal wordt omgezet naar pensioenrechten, neemt het beleggingsrisico af. Er resteert immers steeds minder tijd om eventuele verliezen weer goed te maken. Verzekerden met een premieovereenkomst kunnen zich in 2014 op de pensioengerechtigde datum met hun opgebouwde kapitaal inkopen bij De Eendragt tegen een rekenrente van 2%. In de middelenverdeling van De Eendragt zitten banktegoeden (liquiditeiten), obligaties met een looptijd van vijf tot zeven jaar (vastrentend) en zakelijke waarden. De zakelijke waarden bestonden in 2013 uit circa 40% aandelen, 40% vastgoed en 20% innovatieve beleggingen inclusief daarbij behorende kasmiddelen. In 2013 en gemiddeld vanaf 2006 hebben de verschillende risicoklassen een bruto rendement opgeleverd volgens onderstaande tabel. Het rendement wordt één keer per jaar bijgeschreven na aftrek van de door derden aan De Eendragt in rekening gebrachte 27 Aangesloten ondernemingen Jaarverslag Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 beheervergoeding. Deze jaarlijkse kosten staan in de laatste kolom van de tabel vermeld. De Eendragt brengt zelf voor haar vermogensbeheer geen kosten aan verzekerden met een DC-regeling in rekening. Dat verklaart mede dat de risicoklassen met veel intern beheerde vastrentende waarden vrijwel geen kosten dragen, terwijl de kosten voor jongeren met relatief veel extern beheerde zakelijke waarden duidelijk hoger liggen. BRUTO RENDEMENTEN PREMIEOVEREENKOMSTEN Risicoklasse en leeftijd LIQUIDITEITEN VASTRENTEND ZAKELIJKE WAARDEN RENDEMENT 2013 gemiddeld SINDS 2006 kosten 1. 60 - 67 jaar 100% 0% 0% 0,7% 1,2% 0,00% 2. 57 - 60 jaar 10% 70% 20% 2,2% 3,9% 0,18% 3. 54 - 57 jaar 5% 70% 25% 2,8% 4,1% 0,22% 4. 51 - 54 jaar 0% 70% 30% 3,4% 4,6% 0,27% 5. 48 - 51 jaar 0% 60% 40% 4,7% 4,6% 0,36% 6. 45 - 48 jaar 0% 50% 50% 6,0% 4,6% 0,44% 7. 42 - 45 jaar 0% 40% 60% 7,4% 5,0% 0,53% 8. 39 - 42 jaar 0% 30% 70% 8,7% 5,3% 0,62% 0% 20% 80% 10,0% 5,0% 0,71% 0% 10% 90% 11,4% 4,7% 0,80% 9. 36 - 39 jaar 10. jonger dan 36 jaar Ter vergelijking, over de periode 2006 – 2013 bedroeg de gemiddelde totale opbrengst van de AEX index 2,5%, die van een wereldwijde aandelenindex 5,1% en voor een representatieve obligatie-index 4,8%. Aangesloten ondernemingen De lage opbrengst in de categorie 60 – 67 jaar vindt haar oorsprong in de zeer lage geldmarktrente die professionele beleggers als De Eendragt de afgelopen drie jaar ontvingen. Waar mogelijk wordt deze renteopbrengst verhoogd met behoud van het vrijwel risicovrije karakter. Gezien de onzekerheden omtrent de soliditeit van het internationale bankwezen vindt bovendien spreiding plaats over een reeks van financiële instellingen op basis van een risico gestuurd liquiditeitenbeleid. Aandelen Aandelenmarkten behaalden in 2013 een zeer bevredigend rendement in de ontwikkelde landen, maar stelden teleur in opkomende markten. Onder invloed van het extreem ruime monetaire beleid en de wegebbende vrees voor een eurocrisis stroomde veel internationaal kapitaal naar de relatief aantrekkelijk gewaardeerde Europese markten. Hiervan profiteerden zowel uit een diepe depressie opklauterende perifere landen als solide geachte economieën als die van Duitsland. Japan mocht zich evenzeer verheugen in een grote vraag vanuit internationale beleggers die de hoop koesteren dat het nieuwe beleid van premier Abe zijn vruchten gaat afwerpen. Doordat dit tevens gepaard ging met een aanzienlijke depreciatie van de Yen, bleef in buitenlandse valuta beduidend minder over van de koersstijgingen. Ook Wall Street wist te profiteren van een toenemend optimisme, waarbij vooral technologiefondsen een spectaculaire koerssprong maakten. 28 Jaarverslag 2006 Jaarverslag In de tweede helft van het jaar kwamen de aandelenmarkten onder invloed te staan van de dreiging dat de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve Board, de opkoop van obligaties zou verminderen. In eerste instantie reageerden alle aandelenmarkten schrikachtig. Na een, achteraf tijdelijk, uitstel van de aangekondigde teruglopende verruiming trad een herstel op. Opkomende landen lieten over het algemeen een ander beeld zien. De schier eindeloze geldstromen van buitenlandse beleggers droogden op, mede waardoor landen met een tekort op de lopende rekening hun economie zagen afkoelen. Zorgen over de houdbaarheid van de Chinese groei, de daarmee samenhangende afnemende vraag naar grondstoffen en onrust in het Midden-Oosten en Turkije zorgden alle voor teruglopende aandelenkoersen. De door De Eendragt gekozen maximale diversificatie aandelenstrategie in opkomende markten profiteerde in 2013 sterk van de zich verbredende belangstelling van beleggers naar verschillende sectoren. In tegenstelling tot 2012, toen markten zich juist op enkele sectoren concentreerden, werd met bijna 31% rendement een 5% hoger resultaat gerealiseerd ten opzichte van marktwaardegewogen indices. Ook de minimum variance strategie voor de opkomende markten deed het relatief goed, maar had in absolute zin gedurende het tweede halfjaar wel last van de verslechterende marktomstandigheden. Desondanks sloot dit fonds het jaar af met een positieve totale opbrengst van ruim 4%. De tweede belegger in opkomende markten liet evenwel een verlies van 7% zien. AANDELENINDICES 2013 IN LOKALE VALUTA 150 140 130 120 110 100 90 80 feb mrt eurogebied apr mei jun VS jul Japan 29 aug sep okt nov dec opkomende markten Aangesloten ondernemingen jan Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 AANDELENPORTEFEUILLE ULTIMO 2013 Jaarverslag BELEGGINGSPORTEFEUILLE PREMIEOVEREENKOMSTEn Europa 22,0 3,2 Verenigde Staten 15,4 2,3 Overige ontwikkelde markten 17,9 2,7 Opkomende markten 19,1 2,5 Totaal 74,4 10,7 IN MILJOENEN EURO'S Vastgoed Niet-beursgenoteerd vastgoed vormt al sinds 2007 een hoeksteen in de beleggingsportefeuille van De Eendragt, vanwege de op middellange termijn aantrekkelijke rendement-risicoverhouding. Over 2013 behaalde deze beleggingscategorie een mager rendement van 1,6%, wat vooral te wijten viel aan verdere beperkte afwaarderingen van het onderliggende vastgoed in het vierde kwartaal. Dat hing mede samen met nieuwe taxateurs, wat vrijwel altijd resulteert in enige neerwaartse bijstellingen van de waarderingen. Vooral Nederlandse winkelpanden hadden daar in 2013 last van doordat de leegstand toenam en mede daardoor druk ontstond op de huren van de wel verhuurde winkelruimtes. Nederland vormt overigens een uitzondering in West-Europa, waar in veel landen inmiddels het dieptepunt in de vastgoedprijzen en -vraag voorbij lijkt. Het Europese gespreide vastgoedfonds, waarin De Eendragt belegd, had in 2013 nog wel last van zowel zijn Nederlandse bezittingen als incidentele afwaarderingen. Bij alle fondsen in portefeuille bleef de bezettingsgraad van de vastgoedportefeuille dicht onder de 100%. Dat illustreert de relatieve aantrekkelijkheid van de individuele objecten. ONTWIKKELING NIET-GENOTEERD EUROPEES EN NEDERLANDS VASTGOED 2013 102 101 100 99 Aangesloten ondernemingen 98 97 96 Bron: IPD / FTSE EPRA / NAREIT 95 jan juni mrt woningen winkels kantoren 30 sep bedrijfsgebouwen dec eurozone BELEGGINGSPORTEFEUILLE PREMIEOVEREENKOMSTEN 26,4 4,6 Niet-beursgenoteerd Nederland Winkels Europa Winkels Jaarverslag 2006 Jaarverslag VASTGOED PORTEFEUILLES ULTIMO 2013 3,9 Gediversifieerd 41,5 4,7 Totaal 71,8 9,3 IN MILJOENEN EURO'S Innovatie (andere financiële beleggingen) In de categorie innovatie brengt De Eendragt alle beleggingen onder die niet behoren tot de traditionele categorieën. In 2013 ging dat om het long-short commodities fonds, CTA-managers, die trends in de markten trachten te benutten en een Global Tactical Asset Allocation (GTAA) strategie. De allocatie naar innovatieve beleggingen heeft tot doel om ook onder moeilijke omstandigheden voor meer traditionele beleggingscategorieën een bevredigende totale opbrengst te behalen, enerzijds uit het rendement van de innovatieve mandaten zelf en anderzijds door in voorkomende gevallen de negatieve opbrengst van aandelen te compenseren. Ook zorgen deze producten voor een verdere verlaging van het portefeuillerisico door hun lage correlatie met andere beleggingen. Het long-short commodity fund stelde al langere tijd teleur. In het verslagjaar werd hier definitief afscheid van genomen na opnieuw een verlies met ruim 7%. De twee CTA-beleggingen lieten een positief rendement zien. Vooral het fonds dat gebruik maakt van lange trends wist met 9% een uitstekend resultaat te realiseren. Ook het andere fonds, dat juist heel korte marktbewegingen en trends speelt, kon het jaar nipt met een positief resultaat afsluiten, met name dankzij een uitstekend laatste kwartaal. Na een teleurstellende start in 2011 en een herstel in 2012 behaalde de GTAA-manager in het verslagjaar een netto rendement van 1,2%. Begin 2014 is alsnog besloten dit mandaat te beëindigen. BELEGGINGSPORTEFEUILLE PREMIEOVEREENKOMSTEN CTA’s 25,6 2,5 GTAA 6,3 1,3 Totaal 31,9 3,8 IN MILJOENEN EURO'S 31 Aangesloten ondernemingen INNOVATIEPORTEFEUILLE (FEITELIJKE RISICOPOSITIE) ULTIMO 2013 Jaarverslag Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 Belegd vermogen en rendement De totale beleggingen (inclusief liquide middelen en premieovereenkomsten) daalden gedurende het boekjaar van € 1.545 naar € 1.460 miljoen. Dat viel volledig toe te schrijven aan de oplopende rente en de daarmee samenhangende daling van de verplichtingen en de matchingportefeuille met 7,6%. Gedurende 2013 hebben de beleggingen onder invloed van de dalende obligatieportefeuille een totale opbrengst gegenereerd van minus € 77 miljoen, ofwel een rendement van –5%. De hierin begrepen totale beleggingsopbrengst van de depotbuffers, de algemene reserve solidaire portefeuille en het vrij eigen vermogen bedroeg positief 6,9%. De gemiddelde opbrengst van de premieovereenkomsten na kosten kwam uit op 4%. Beleggingskosten De beleggingskosten bestaan uit de doorberekende bureaukosten van De Eendragt zelf, de kosten van externe administratie en ondersteuning door consultants, alsmede de door de vermogensbeheerders in rekening gebrachte beheerkosten. Alle transactiekosten die binnen de verschillende portefeuilles worden gemaakt, gaan af van het bruto rendement. De bureaukosten betreffen de naar rato doorbelaste kosten van de medewerkers bij De Eendragt die zich volledig of een deel van hun tijd met beleggingsvraagstukken bezighouden. Hiertoe behoren een risicomanager en een portefeuillebeheerder, maar ook medewerkers van de beleggingsadministratie en andere interne ondersteunende personen. Daarnaast gaat het om kosten van informatie, computersystemen en –modellen, software, selectiekosten voor nieuwe mandaten en dergelijke. Tot de administratieve kosten behoren die van het effectenbewaarbedrijf (custodian), de banken en externe juristen. De beheerkosten bestaan zowel uit vaste als uit prestatiegerelateerde vergoedingen bij de innovatieve beleggingen. Over deze vergoedingen bestaan contractuele afspraken. Ondanks de betrekkelijk geringe omvang van de beleggingsportefeuille van De Eendragt wordt actief en met succes getracht om de beheerkosten zo laag mogelijk te houden. Deze drukken immers het netto rendement. Daartegenover staat dat de innovatieve beleggingen doorgaans een hogere beheervergoeding vergen, omdat het hier gaat om relatief schaarse capaciteit. Op langere termijn moet daar een aantrekkelijke rendement-risicoverhouding tegenover staan. Evenals bij andere pensioenbeleggers is De Eendragt kritisch op hoge beheervergoedingen. Per saldo bedroegen de totale beleggingskosten in 2013 € 4,7 miljoen, ofwel 0,32% van het totale belegde vermogen van € 1.460 miljoen (2012: 0,29%). Vooral additionele inspanningen in samenhang met de voorbereiding van Solvency II hebben de kosten in 2013 verhoogd. De beleggingskosten waren als volgt samengesteld. KOSTEN BELEGGINGEN Aangesloten ondernemingen KOSTEN IN MILJOENEN ALS PERCENTAGE BELEGD VERMOGEN Bedrijfskosten toe te rekenen aan beleggingen 2,5 0,17% Beheerskosten en rentelasten 0,2 0,01% Kosten externe beheerders* 2,0 0,14% Totaal 4,7 0,32% * Direct ten laste gebracht van het beleggingsrendement. 32 Jaarverslag 2006 Jaarverslag Totale opbrengst en risico Onder invloed van de rentestijging in het verslagjaar namen de verplichtingen in 2013 met € 65 miljoen af. Als Frankrijk in juli 2013 niet zijn hoogste kredietstatus had verloren, zou de teruggang in de voorziening verzekeringsverplichtingen circa € 103 miljoen hebben bedragen. De matchingportefeuille liet een waardedaling zien van € 94,8 miljoen, ofwel 7,6%. De beleggingsportefeuille behaalde daarentegen een positieve totale opbrengst na kosten van 6,9%. Daardoor kwam het rendement van de alle beleggingen in 2013 uit op minus 5%. Dit viel geheel toe te schrijven aan de strategische renteafdekking van de verplichtingen. TOTAAL RENDEMENT 2013 Verplichtingenportefeuille -7,6% Beleggingsportefeuille Aandelen1) 21,5% Vastgoed 1,6% Innovatie 3,7% Kas 0,5% Totale beleggingsportefeuille 6,9% Totale beleggingsopbrengst -5,0% 1) Inclusief valuta-afdekking 33 Aangesloten ondernemingen Sinds de start van de huidige beleggingsstrategie in 2006, toen De Eendragt van pensioenfonds overging naar levensverzekeraar, bedroeg de gemiddelde totale opbrengst 6,3%. Over de afgelopen tien jaar kwam het netto (meetkundig) rendement uit op gemiddeld 7,4% per jaar. De volatiliteit, de standaarddeviatie, van de beleggingsportefeuille kwam eind van het verslagjaar uit op 2,9%. Daarin weerspiegelt zich de brede diversificatie, mede door het gebruik van innovatieve beleggingen. Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 2013 Jaarverslag ONT WIKKELINGEN NA BA L ANSDATUM Na het afsluiten van de fase van strategische heroriëntatie in december 2013 met het besluit van het bestuur om zelfstandig door te gaan, zijn de Raad van Commissarissen en de Directie in januari 2014 met elkaar in gesprek gegaan om te bezien wat dit betekent voor De Eendragt en de rol van de huidige Directie. Daarbij luidde de conclusie dat het voor algemeen directeur de heer P. Menco een natuurlijk moment is om de organisatie te verlaten. Hij heeft sinds 2004 De Eendragt geleid en omgevormd tot verzekeringsmaatschappij. Daarnaast is in onderling overleg met de heer T. Nieuwenhuizen overeengekomen dat hij zich gaat toeleggen op de relatie met bestaande en potentiële verzekeringnemers. De heer T. Nieuwenhuizen was in mei 2014 twintig jaar werkzaam bij De Eendragt, eerst in de hoedanigheid van directeur actuariaat en na de omvorming tot verzekeringsmaatschappij als directeur met een breder takenpakket. Beide Directieleden zijn op de algemene vergadering van aandeelhouders van 22 mei afgetreden als statutair directeur. Bij die gelegenheid is de heer A. Bakker benoemd als nieuwe algemeen directeur en de heer A. van Vliet benoemd als financieel directeur. De afwaardering van de kredietstatus van Frankrijk medio 2013 in combinatie met de ingebruikname van een nieuw intern model voor berekening van de verplichtingen ultimo 2013 hebben de solvabiliteit van De Eendragt onder druk gezet. Direct na het beschikbaar komen van de cijfers heeft De Eendragt conform het opgestelde Kapitaalbeleid maatregelen genomen om het solvabiliteitsbeslag van de beleggingen te verkleinen. Daartoe is vrijwel de gehele beleggingsportefeuille, bestaande uit vastgoed, aandelen en andere beleggingen, verkocht. Hierdoor is de solvabiliteit – gemeten in TSC en Solvency II – weer tot boven het wettelijk vereiste niveau gestegen. Voor de inrichting van de interne auditfunctie zijn verschillende oplossingsrichtingen bekeken. Na diverse gesprekken en analyses is besloten om deze functie uit te besteden aan een accountantskantoor. Amsterdam, 26 juni 2014 Aangesloten ondernemingen Directie A.F.J. Bakker A. van Vliet 34 35 Aangesloten ondernemingen Jaarrekening JAARREKENING DE EENDRAGT PENSIOEN N.V. 2013 Jaarverslag 2006 Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 BA L ANS Na resultaatbestemming ACTIVA Beleggingen Noot* 2013 2012 1 Vastgoed 71.757 75.750 Aandelen 74.406 68.183 Obligaties 1.153.047 1.247.226 Hypotheken 3.063 4.045 22.988 33.250 - 4.765 Andere financiële beleggingen (innovatieportefeuille) Derivaten 1.325.261 1.433.219 Beleggingen voor risico polishouders Vastgoed 9.323 8.822 Aandelen 10.733 9.401 Obligaties 23.612 24.630 Jaarrekening Andere financiële beleggingen (innovatieportefeuille) Liquide middelen Vorderingen en overlopende activa 2 Liquide middelen 3 Totaal 3.626 17.536 70.907 64.015 8.372 5.611 67.742 48.044 1.472.282 1.550.889 BEDRAGEN IN DUIZENDEN EURO'S *Toelichting vanaf blz. 54 Aangesloten ondernemingen 3.006 24.233 36 Jaarverslag 2006 Na resultaatbestemming PASSIVA Noot* Eigen vermogen 4 Gestort en opgevraagd kapitaal 2013 2012 45 45 Algemene reserve solidaire portefeuille -17.682 13.576 99.197 Overige reserves Technische voorzieningen 5 110.129 81.560 Voorziening verzekeringsverplichtingen 123.750 1.289.025 1.333.009 70.907 64.015 Voorziening verzekeringen waarvan polishouders het beleggingsrisico dragen Totaal technische voorzieningen 1.359.932 1.397.024 3.990 0 1 6 Totaal 26.800 1.472.282 30.115 1.550.889 BEDRAGEN IN DUIZENDEN EURO'S *Toelichting vanaf blz. 54 37 Jaarrekening Overige schulden en overlopende passiva Aangesloten ondernemingen Derivaten Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 winst- en verliesrekening TECHNISCHE REKENING LEVENSVERZEKERING Verdiende premies eigen rekening 2013 2012 7 Brutopremies 51.387 Koopsommen Waardeoverdrachten (inkomend) Uitgaande herverzekeringspremies eigen rekening 49.740 0 10 4.372 3.272 -10 -48 55.749 Opbrengsten uit beleggingen 52.974 8 Vastgoedfondsen Overige beleggingen Gerealiseerde winst op beleggingen 4.943 4.399 42.316 40.260 3.444 Niet-gerealiseerde winst op beleggingen 9 47.420 50.703 92.079 22.169 91.144 Uitkeringen eigen rekening Bruto Jaarrekening Waardeoverdrachten (uitgaand) -47.661 -48.379 -2.557 -2.615 -50.218 -50.994 5 37.092 -171.811 Winstdeling en kortingen 10 -2.003 828 Bedrijfskosten 11 -5.832 -5.470 Wijziging technische voorzieningen eigen rekening Voorziening voor levensverzekering Beheers- en personeelskosten, afschrijving bedrijfsmiddelen Beleggingslasten 12 Beheerkosten en rentelasten -219 Gerealiseerd verlies op beleggingen Niet-gerealiseerd verlies op beleggingen -3.652 13 Aan niet-technische rekening toegerekende opbrengst uit beleggingen Resultaat technische rekening levensverzekering Aangesloten ondernemingen -204 Toelichting vanaf blz. 63 38 -44.110 -3.871 -44.314 -145.517 -30.214 -8.570 -2.275 -50.298 -68.053 BEDRAGEN IN DUIZENDEN EURO'S 2013 2012 -50.298 -68.053 8.570 2.275 Resultaat technische rekening levensverzekering Jaarverslag 2006 NIET-TECHNISCHE REKENING Toegerekende opbrengsten uit beleggingen overgeboekt van technische rekening Andere baten en lasten -462 -164 -42.190 -65.942 14 Resultaat BEDRAGEN IN DUIZENDEN EURO'S Toelichting vanaf blz. 63 k asstroomoverzicht Kasstromen uit operationele activiteiten Ontvangen brutopremies en koopsommen 2012 41.949 Ontvangen uitkeringen herverzekering Ontvangen waardeoverdrachten (inkomend) Betaalde uitgaande herverzekeringspremies Betaalde waardeoverdrachten (uitgaand) Betaalde uitkeringen (bruto) Pensioenuitvoerings- en administratiekosten Jaarrekening 2013 35.598 6 6 4.261 2.898 -14 -55 -2.192 -2.201 -47.668 -48.379 -4.761 -5.419 -8.419 -17.552 Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Directe beleggingsopbrengsten 40.197 44.539 Verkopen en aflossingen van beleggingen 61.741 225.489 -73.602 -206.614 -219 -204 Kosten van vermogensbeheer 28.117 63.210 Mutatie liquide middelen 19.698 45.658 Saldo begin boekjaar 48.044 2.386 Saldo einde boekjaar 67.742 48.044 BEDRAGEN IN DUIZENDEN EURO'S Het kasstroomoverzicht is gepresenteerd volgens de directe methode met een onderverdeling naar kasstromen uit operationele en beleggingsactiviteiten. Met het kasstroomoverzicht wordt inzicht gegeven in de inkomende en uitgaande kasstromen van de vennootschap. De mutaties in zowel debiteuren als crediteurensaldi zijn verantwoord in de kasstroomcategorieën. 39 Aangesloten ondernemingen Aankopen beleggingen Aangesloten ondernemingen Jaarrekening Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 40 41 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen TOELICHTING JAARREKENING 2013 Jaarverslag 2006 Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 A L GEMEEN Statutaire zetel en adres De Eendragt Pensioen N.V. (De Eendragt) is zowel statutair gevestigd als zetelhoudende te Amsterdam aan De Boelelaan 7, postcode 1083 HJ, telefoon 020-7167301. Activiteiten De activiteiten van De Eendragt bestaan uit de uitoefening van het levensverzekeringsbedrijf als bedoeld in de Wft zoals van kracht geworden op 1 januari 2007. Groepsverhoudingen Stichting Pensioenfonds De Eendragt heeft per 17 februari 2006, maar met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006, De Eendragt afgesplitst, waarbij alle bezittingen en verplichtingen van het pensioenfonds geruisloos naar de naamloze vennootschap zijn overgegaan. De Stichting heeft op hetzelfde moment haar statuten gewijzigd met als gevolg dat zij haar doelstelling heeft veranderd van pensioenfonds naar aandeelhouder van alle aandelen van De Eendragt. Ook is op hetzelfde moment haar naam gewijzigd in Stichting De Eendragt Pensioen. Op 14 maart 2006 heeft De Nederlandsche Bank aan de N.V. formeel de vergunning verstrekt als bedoeld in artikel 24, eerste lid van de toenmalige Wtv 1993, voor het uitoefenen van het levensverzekeringsbedrijf in de branches 1 (Levensverzekering Algemeen), 3 (Levensverzekering verbonden met beleggingsfondsen), en 7 (Beheer van collectieve pensioenfondsen) als bedoeld in artikel 16 van de Wtv 1993. De aandelen van De Eendragt zijn 100% eigendom van Stichting De Eendragt Pensioen. De Stichting heeft een paritair samengesteld bestuur met vertegenwoordigers op voordracht van de werkgevers, werknemers en gepensioneerden. De leden fungeren feitelijk gezamenlijk als aandeelhouder. Voorts staan in de statuten van de Stichting de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van zowel de Stichting zelf als van haar bestuursleden. Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Continuïteit Bij de waardering van activa en passiva wordt uitgegaan van de veronderstelling dat het geheel van werkzaamheden wordt voortgezet. Wettelijk kader De jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. De bedragen in deze jaarrekening luiden in duizenden euro’s, tenzij anders is aangegeven. De in de tabellen opgenomen getallen zijn afgeronde bedragen. Hierdoor kunnen zich afrondingsverschillen voordoen die, waar van toepassing, als zodanig in de tabellen zijn aangegeven. 42 Risico’s vormen een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering van De Eendragt en daarom ziet de vennootschap risicomanagement als één van de kerncompetenties van haar organisatie. Het risicomanagement heeft zijn weerslag op alle managementactiviteiten. De vennootschap bewaakt het algehele risicoprofiel en streeft daarbij naar een evenwichtige balans tussen risico, rendement en kapitaal. Het risicomanagement is gericht op het duurzaam beschermen van de financiële positie van De Eendragt en die van zowel de verzekerden als de verzekeringnemers. In deze risicoparagraaf worden de belangrijkste risico’s uiteengezet die De Eendragt onderkent en de manier waarop haar risicomanagement daarop is afgestemd. Hieronder wordt ingegaan op de door De Eendragt genomen risicobeperkende maatregelen. Jaarverslag 2006 RISICOPAR AGR A A F Algemeen De grootste risico’s van De Eendragt bestaan uit: 1. het langlevenrisico, onderdeel van de actuariële risico’s, is de kans dat de gemiddelde levensverwachting van de bij De Eendragt verzekerde populatie hoger uitkomt dan waarvoor voorzieningen zijn getroffen. 2. het curverisico dat voortkomt uit de afwaardering van de kredietstatus van landen die deel uitmaken van de door De Eendragt voor de berekening van de Voorziening Verzekeringsverplichtingen gebruikte ECB AAA staatsleningen curve. In het verslagjaar verloor Frankrijk de hoogste kredietstatus. De kans bestaat dat ook Nederland en Oostenrijk op langere termijn hun huidige AAA waardering bij Fitch verliezen. 3. het renterisico dat de beleggingen qua rentegevoeligheid afwijken van de rentetermijnstructuur welke gehanteerd dient te worden voor de verplichtingen. Het voorgeschreven gebruik van de UFR in de rentetermijnstructuur bemoeilijkt de nauwkeurige afdekking van het renterisico en de theoretische rente vanaf looptijden van twintig jaar valt op de financiële markten niet te realiseren. Uiteindelijk monden alle risico’s samen uit in het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het aanwezige eigen vermogen kleiner wordt dan het wettelijk vereiste vermogen behorende bij de balans en risico’s van De Eendragt. Het eigen vermogen van De Eendragt bestaat uit zowel de algemene reserve solidaire portefeuille als het overige eigen vermogen van de verzekeraar. Eind 2013 bedroeg het eigen vermogen € 81,6 miljoen (2012: € 123,8 miljoen). Het wettelijk vereiste eigen vermogen bedroeg per deze datum € 54,4 miljoen (2012: € 56,4 miljoen), waardoor de solvabiliteitsratio onder Solvency I uitkwam op 150% (2012: 219%). De solvabiliteit berekend volgens de regels van Solvency II daalde per 31 december 2013 tot onder de 100%. Dit percentage classificeert zich binnen het Kapitaalbeleid als een 43 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen In het vervolg van deze paragraaf worden alle risico’s besproken die De Eendragt onderkent. Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 zogenoemd “trigger event” voor het uitvoeren van vooraf gedefinieerde beheersmaatregelen. Direct na constatering hiervan in februari 2014 heeft de Directie deze beheersmaatregelen uitgevoerd, zoals beschreven onder “Ontwikkelingen na balansdatum”. Vanaf 2014 sluit de solvabiliteitsbeoordeling nauw aan bij het nieuwe Kapitaalbeleid, dat weergeeft welk solvabiliteitsniveau nadere beheersmaatregelen vergt om de solvabiliteit onder het Theoretisch Solvabiliteits Criterium en Solvency II op peil te houden. In dit Kapitaalbeleid heeft het bestuur van de vennootschap aangegeven dat de minimaal aanvaardbare solvabiliteit onder Solvency II op 110% ligt. Ultimo april 2014 bevindt de TSC solvabiliteitsratio zich weer boven het wettelijke minimum, maar ligt de aanwezige solvabiliteit nog wel onder de door het bestuur noodzakelijk geachte solvabiliteit (op Solvency II basis), zoals vastgesteld binnen het Kapitaalbeleid, waardoor nog aanvullende beheersmaatregelen zullen worden uitgevoerd. De op 22 mei 2014 aangetreden Directie van de vennootschap onderkent de risico’s van De Eendragt zoals in deze paragraaf benoemd en geeft prioriteit aan het ontwikkelen van een nieuwe langetermijnstrategie voor De Eendragt die ook onder de nieuwe solvencyregels haar deelnemers en klanten de zekerheid biedt van het uitkeren van de toegezegde pensioenen. Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Langlevenrisico In de periodieke toereikendheidstoets wordt de benodigde voorziening berekend met de door het Actuarieel Genootschap gepubliceerde Prognosetafel 2012-2062, bijgesteld met de voor De Eendragt op basis van een actueel onderzoek vastgestelde ervaringscijfers voor zowel vrouwen als mannen in de eigen populatie. De toepassing van deze ervaringssterfte heeft, berekend ultimo 2013, geleid tot een verlaging van de toetsvoorziening van € 13,3 miljoen. De Eendragt loopt volledig langlevenrisico op de deelnemers in de solidaire portefeuille en de reeds opgebouwde verplichtingen, het overgrote deel van de voorzieningen. Een AG Prognosetafel is opgesteld met een veronderstelde trend in de sterfteontwikkeling van de Nederlandse bevolking. Indien deze veronderstelde trend correct is, zal de later dit jaar verwachte AG Prognosetafel 2014 – 2064 niet leiden tot een aanpassing in de voorzieningen. Echter, indien de veronderstelde trend niet correct is en de Nederlandse bevolking langer leeft dan eerder werd verondersteld, dan heeft dit een negatieve invloed op de solvabiliteit van De Eendragt. Omgekeerd zal korter leven een positieve invloed hebben op de solvabiliteit. De Eendragt is niet herverzekerd tegen veranderingen in sterftetafels. Kostenrisico In de voorziening is rekening gehouden met toekomstige bedrijfskosten. Het kostenrisico behelst het risico dat de veronderstelde toekomstige kosten (contant gemaakt in de kostenvoorziening) niet toereikend is voor de in de toekomst te maken kosten. De omvang van de toekomstige kosten is onderbouwd aan de hand van een begroting. Overlijdensrisico Het overlijdensrisico behelst de onzekerheid over uit de keren partnerpensioenen na overlijden van hoofdverzekerden. Dit risico wordt ook wel aangeduid als een kortlevenrisico. 44 Jaarverslag 2006 Het overlijdensrisico wordt door De Eendragt gedragen. Afwijkingen tussen het verwachte en daadwerkelijk opgetreden aantal overlijdens vallen in het jaarresultaat. Veranderingen in sterfetrends leiden tot een aangepaste verwachting van het aantal toekomstige overlijdens, welke ontwikkeling tegengesteld is aan het langlevenrisico. Terrorismerisico Naast het reguliere overlijdensrisico bestaat de kans dat door een terroristische aanslag een onverwacht grote overlijdensschade optreed. Sinds 2007 is dit risico herverzekerd via de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschade. Bij overlijdensschade door terrorisme is de uitkering aan verzekerden gelimiteerd tot het bedrag dat uit hoofde van de herverzekering wordt ontvangen. Toeslagrisico De Eendragt heeft voor de solidaire portefeuille een voorwaardelijk toeslagbeleid. De pensioenen van de gepensioneerden en de gewezen deelnemers worden verhoogd als de algemene reserve solidaire portefeuille en de solvabiliteit van de verzekeraar dit toelaten. De Directie neemt hierover na overleg met de RvC jaarlijks een besluit. Ultimo verslagjaar bedroeg de algemene reserve solidaire portefeuille € -17,5 miljoen, rekening houdend met de TRT. De balansvoorziening verzekeringsverplichtingen betreffende de solidaire portefeuille bedroeg circa € 869 miljoen. Op basis van deze verhoudingen heeft de Directie besloten om in 2014 geen toeslag te verlenen en is de kans op toeslagverlening in de voorzienbare toekomst zeer beperkt. Rentegevoeligheidrisico De Eendragt waardeert de voorziening verzekeringsverplichtingen op marktrente. De Eendragt hanteert daartoe sinds eind 2008 de door de ECB berekende RTS op basis van de ECB AAA euro staatsobligatiecurve. De rentetoevoeging aan de verzekeringsverplichtingen op basis van deze RTS is aan de verzekeringnemers contractueel gegarandeerd. Sinds 2006 wordt gestreefd naar een zo volledig mogelijke afdekking van het rentegevoeligheidsrisico van de kasstromen van de toekomstige verzekeringsverplichtingen. De interne risicomanager (CRO) heeft een eigen, door een extern deskundige gevalideerd model ontwikkeld om de afdekking op dagbasis te volgen en zo nodig bij te stellen. De afdekkingportefeuille bestaat eind 2013 uitsluitend uit Nederlandse (41%) en Duitse staatsleningen (59%) en een TRS, waarvan de rentegevoeligheid voor verschillende looptijden zo veel mogelijk aansluit bij de toekomstige kasstromen van de verplichtingen. 45 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Beleggingsrisico’s De Directie van De Eendragt stelt in nauw overleg met de Beleggingscommissie het jaarlijkse beleggingsplan vast, ingebed in lange termijn scenario’s. Daarin wordt een onderscheid gemaakt tussen de beleggingsportefeuille die tegenover de met de ondernemingen contractueel aangegane verplichtingen en de minimaal vereiste solvabiliteit staat, de matchingportefeuille, en de overige vermogenstitels, de zogeheten beleggingsportefeuille. Deze staat tegenover de algemene reserve solidaire portefeuille, de depotbuffers, de premieovereenkomsten en het eigen vermogen van De Eendragt zelf. Daarnaast bestaat nog een geheel in liquide middelen ondergebracht risicovrij bedrag. Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 Inclusief de TRS bedraagt de rentegevoeligheid van de afdekkingsportefeuille circa 14,5 welke nagenoeg is aan de rentegevoeligheid van de verplichtingen zonder UFR. Conform afspraken met de RvC zal de omvang van de TRS strategisch maximaal 20% van de balans bedragen (ultimo 2013: 8,0%). Aan het eind van het verslagjaar bedroeg het afdekkingspercentage 98% van de contractuele verplichtingen plus solvabiliteitsopslag. Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Rentecurverisico De verplichtingen van De Eendragt worden contant gemaakt met de ECB AAA curve inclusief de UFR. Dit leidt tot een tweetal risico’s voor de balans van De Eendragt: 1) Samenstelling van ECB AAA curve De onzekerheid over de kredietstatus van landen die deel uitmaken van de ECB AAA staatsleningencurve leiden tot aanzienlijke balansrisico’s voor De Eendragt. Indien overheden in de curve hun status van beste debiteur conform de Fitch-beoordeling verliezen, komen zij uit de gebruikte ECB AAA curve te vervallen, met een schoksgewijze daling van de gemiddelde rente en een stijging van de verplichtingen van verzekeraars als gevolg. Tegenover deze hogere verzekeringsverplichtingen staan op dat moment geen beleggingsopbrengsten, zodat de solvabiliteit daalt. Gedurende het verslagjaar verloor Frankrijk haar AAA status, wat heeft geresulteerd in een stijging van de verplichtingen met € 38 miljoen. Doordat hiertegenover geen opbrengst stond aan de beleggingskant moest het betreffende bedrag uit het eigen vermogen van De Eendragt worden gefourneerd. 2) Verschil tussen beleggingsrendement en benodigd verplichtingenrendement De Eendragt baseert haar afdekkingbeleid op de contractueel overeengekomen afspraken, waarbij de toekomstige pensioenenkasstromen zo goed mogelijk worden gematched met veilige staatsobligaties. Ondanks dat de kasstromen zo goed mogelijk worden gematched, kan de waarde van de verplichtingen zich toch heel anders ontwikkelen dan de waarde van de beleggingen, doordat de UFR wordt toegepast op de disconteringscurve van de verplichtingen. Gedurende het verslagjaar bedroeg het negatieve verschil tussen de afdekking op basis van de contractuele curve en die van de UFR curve € 13,4 miljoen als gevolg van de rentestijging. Dit verschil is ten laste van het eigen vermogen gebracht. Op dit moment is het niet mogelijk om matchend te beleggen in titels met een zelfde rendement als de verplichtingen welke met UFR gedisconteerd zijn. Dit is een significant risico op de lange termijn. Bovenstaande twee risico’s hebben betrekking op de situatie dat de ECB AAA curve inclusief UFR van toepassing blijft voor de discontering van de verplichtingen. Daarnaast is er ook nog het risico dat er vanuit de toezichthouder andere rekenregels voor de te hanteren disconteringscurve kunnen worden gesteld, zoals bijvoorbeeld een andere specificatie van de UFR parameters. Tegenpartijrisico Zoals onder de voorgaande paragraaf reeds opgemerkt, heeft De Eendragt Total Return Swaps met een Nederlandse bank als tegenpartij. Door de dagelijkse verrekening van waardeverschillen loopt De Eendragt hierop nauwelijks tegenpartijrisico. 46 Jaarverslag 2006 De posities worden op dagbasis bewaakt door een daartoe geëquipeerde consultant en gevolgd via de custodian. Ten aanzien van uitgezette kasgelden voert De Eendragt een spreidingsbeleid, waarbij deposito’s uitsluitend bij banken uitstaan met een volgens externe bureaus hoge mate van kredietwaardigheid. Als de van te voren intern afgesproken limieten bij de banken bereikt zijn, koopt De Eendragt kortlopend geldmarktpapier van de Nederlandse staat ter uitzetting van de kasgelden. Kredietrisico De Eendragt heeft alleen staatsleningen van Nederland en Duitsland. Er is een klein bedrag uitgezet aan personeelshypotheken (circa € 3 miljoen). Er zitten in de portefeuilles geen bedrijfsleningen. Wel komt debiteurenrisico voort uit mogelijke premieachterstanden bij verzekeringnemers zonder een depotbuffer. Valutarisico De verplichtingen van De Eendragt luiden alle in euro. Zodra een belegging gepaard gaat met buitenlandse valuta, ontstaat daaruit risico. De Eendragt heeft het valutarisico van de ontwikkelde landen buiten de eurozone volledig afgedekt. Dit vindt plaats met behulp van termijncontracten en vormt onderdeel van de opdracht aan vermogensbeheerders die in buitenlandse valuta beleggen. Het valutarisico van opkomende markten wordt niet afgedekt. 47 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Liquiditeitsrisico Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (de solvabiliteit), gaat het bij liquiditeitsrisico’s om de kortere termijn. De beleggingen van De Eendragt zijn grotendeels volledig liquide. Alle posities met uitzondering van die in nietbeursgenoteerd vastgoed, kunnen binnen één maand geliquideerd worden om middelen vrij te maken. De totale omvang van de niet direct beschikbare posities bedroeg ultimo 2013 slechts € 81 miljoen. Naast de directe beschikbaarheid van voldoende middelen kan De Eendragt haar geldstromen met een relatief hoge mate van zekerheid prognosticeren. Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 GRONDSL AGEN VOOR WA ARDERING EN RESULTA ATBEPA LING Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. Indien niet anders vermeld, luiden de bedragen in duizenden euro’s. Waar nodig zijn de cijfers over 2012 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden. Beleggingsresultaten uit het levensverzekeringsbedrijf worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. De resultaten op de beleggingen, die ter vrije beschikking tegenover het eigen vermogen staan, worden aan de niet-technische rekening toegerekend. Schattingen en veronderstellingen De jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waarin wordt vereist dat de Directie oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, alsmede van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden vooronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien deze herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. Vreemde valuta Transacties luidend in vreemde valuta’s worden in euro’s omgerekend tegen de geldende wisselkoers op de transactiedatum. In vreemde valuta’s luidende monetaire activa en verplichtingen worden per balansdatum in euro’s omgerekend tegen de op die datum geldende slotkoers. Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen De Eendragt Pensioen N.V. hanteert voor de vaststelling van de actuele waarde de wisselkoersen zoals opgenomen in onderstaande tabel. GEHANTEERDE WISSELKOERSEN 2013 2012 2013 SLOTKOERS Amerikaanse dollar EUR 48 2012 GEMIDDELDE KOERS 0,72522 0,75798 0,75273 0,77760 Beleggingen Alle waardeveranderingen van de beleggingen worden verantwoord via de winst- en verliesrekening. Transactie- en herwaarderingsresultaten hebben betrekking op de gedurende het verslagjaar gerealiseerde, respectievelijk ongerealiseerde resultaten. Jaarverslag 2006 BA L ANSPOSTEN Participaties in vastgoedmaatschappijen (indirect vastgoed) Beleggingen in beursgenoteerde vastgoedfondsen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, zijnde de per balansdatum geldende beurskoers. Beleggingen in niet-beursgenoteerde vastgoedparticipatiemaatschappijen worden gewaardeerd tegen het evenredige deel van de netto vermogenswaarde waartoe De Eendragt gerechtigd is. Aandelen De aandelen zijn gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde de per balansdatum geldende beurskoers (biedkoers). Aandelen en participaties in niet beursgenoteerde beleggingsfondsen worden gewaardeerd op het aandeel in de beurswaarde van de onderliggende aandelen. De uiteindelijke vaststelling is een benaderde waarde en geschiedt op basis van de indices van de respectievelijke aandelenmarkten. Obligaties De vastrentende waarden zijn gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde de per balansdatum geldende beurskoers. Hypotheken u/g De hypotheken zijn gewaardeerd op aflossingswaarde. Andere financiële beleggingen (Innovatieportefeuille) Deze beleggingen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, zijnde de per balansdatum geldende beurskoers, respectievelijk de per balansdatum geldende beurskoers van de onderliggende futures. Vorderingen en overlopende activa Verstrekte leningen en overige vorderingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde, vervolgens vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. 49 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Derivaten Derivaten worden gewaardeerd tegen de markwaarde per balansdatum. Ter meerdere zekerheid voor de nakoming van deze contracten worden dagelijks staatsleningen als onderpand uitgewisseld met de tegenpartijen van de positie in Total Return Swaps. Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd op nominale waarde. Schulden en overlopende passiva Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder de kortlopende schulden. 50 Financieringsmethode Jaarlijks worden de aanspraken ingekocht die bij ontslag worden toegekend. De voorziening pensioenverplichtingen is gebaseerd op de aanspraken op de balansdatum, inclusief de op balansdatum onvoorwaardelijk toegekende indexatie. Jaarverslag 2006 TECHNISCHE VOORZIENINGEN Rekenrente De voor de berekening van de voorzieningen verzekeringsverplichtingen en de toereikendheidstoets gebruikte rentetermijnstructuur wordt vanaf 2008 gebaseerd op de AAA eurostaatsobligatiecurve, zoals gepubliceerd door de ECB, hierna genoemd ECB curve. Voor de voorzieningen verzekeringsverplichtingen in de depots en de solidaire portefeuille wordt bij het toepassen van de ECB-curve rente vanaf dertig jaar constant geacht op die van dertig jaar. Voor de TRT wordt de rente vanaf twintig jaar vastgesteld conform de door DNB aangegeven methodiek, waarbij de curve vanaf twintig jaar wordt berekend met de UFR voor looptijden van twintig tot zestig jaar. Sterftegrondslagen Voor de sterftegrondslagen in de contracten worden de AG tafels 2000-2005 met één jaar leeftijdsverlaging gehanteerd. Voor de verlengde uitvoeringsovereenkomsten wordt jaarlaag 2017 van de AG-prognosetafel 2010-2060 gebruikt. Garantieverplichtingen Voor aanpassing naar nieuwe sterftegrondslagen wordt een voorziening garantieverplichting gevormd. De jaarlijkse dotatie (gerekend vanaf 1 januari 2009) bedraagt 0,3% van de voorziening verzekeringsverplichtingen. Pensioensparen / beschikbare premie (premieovereenkomsten) Deze twee regelingen worden als kapitaal geadministreerd. Het beleggingsrisico wordt door de deelnemer gedragen. 51 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Toereikendheidstoets De Eendragt voert jaarlijks, conform de Wft en het Besluit Prudentiële Regels, een TRT uit op de technische voorzieningen. Dit gebeurt door de toetsvoorziening af te zetten tegen de aanwezige voorziening (rekening houdend met de zogenoemde afkoopwaardevloer). Voor de sterftegrondslagen wordt de AG prognosetafels 2012-2062 gebruikt met een aanpassing voor ervaringssterfte bij De Eendragt. De toetsvoorziening is gelijk aan het maximum van de afkoopwaarde en de actuele waarde van de technische voorziening, verminderd met de overwaarde van beleggingen. De afkoopwaarde van de uitvoeringsovereenkomsten is bij De Eendragt gelijk aan de aanwezige technische voorziening (rekening houdend met de depotbuffers), terwijl de actuele waarde gelijk is aan de som van de best estimate waarde en de risicomarge. De best estimate waarde bestaat uit de contante waarde van de toekomstige best estimate kasstromen. Bij de bepaling van de best estimate kasstromen zijn aannames gemaakt over sterfte, kosten, arbeidsongeschiktheid, afkoop en verlenging. Voor de cost of capital wordt 6% aangehouden. De overwaarde van de beleggingen is op nihil gesteld omdat alle beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde. Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 Partnerfrequentie Alle actieven en gewezen deelnemers worden geacht een partner te hebben. Op de pensioendatum wordt het partnerpensioen van een deelnemer zonder rechthebbende op partnerpensioen omgezet in extra ouderdomspensioen. Opslag toekomstige kosten Rekening wordt gehouden met 1,25% excassokosten en 0,5% overige administratiekosten. Toekomstige salarisontwikkelingen Met toekomstige salarisontwikkelingen wordt alleen in de toereikendheidstoets rekening gehouden. Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Niet in de voorziening opgenomen aanspraken Alle pensioenaanspraken worden in de berekening van de voorziening betrokken, met uitzondering van de toekomstige aanspraken op premievrije opbouw van tijdelijk ouderdomspensioen van de arbeidsongeschikte deelnemers die de leeftijd van 50 jaar nog niet hebben bereikt. Hier tegenover kan echter de WAO-uitkering met het tijdelijke ouderdomspensioen worden verrekend. 52 Premies De opbrengst premies heeft betrekking op aanspraken, risico’s en kosten die in boekjaar zijn ontstaan. Jaarverslag 2006 WINST- EN VERLIESREKENING Belasting De vennootschap is vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Acquisitiekosten Omdat De Eendragt geen gebruik maakt van tussenpersonen bij de totstandkoming van verzekeringen zijn de acquisitiekosten van beperkte omvang en worden deze dan ook niet geactiveerd maar direct ten laste van het resultaat gebracht. Niet-technische rekening De aan de niet-technische rekening toegerekende opbrengst uit beleggingen wordt vastgesteld op basis van het pro rata deel dat het eigen vermogen van De Eendragt op 1 januari uitmaakt van de totale beleggingen. 53 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Pensioenregeling eigen personeel De in de verslagperiode te verwerken pensioenlast is gelijk aan de over die periode verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door de verzekeraar of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 TOELICHTING BA L ANS Indien niet anders vermeld, luiden de bedragen in duizenden euro’s. 1. Beleggingen VASTGOEDFONDSEN Boekwaarde einde vorig boekjaar 2013 2012 75.750 80.816 Aankopen 1.217 3.178 Verkopen -1.510 -7.939 0 265 Transactieresultaat portefeuille Herwaarderingsresultaat portefeuille -3.700 -570 Boekwaarde per 31 december 71.757 75.750 Waarvan: 0 0 Niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen Beursgenoteerde vastgoedfondsen 71.757 75.750 Boekwaarde per 31 december 71.757 75.750 AANDELEN 2013 2012 68.181 55.902 Aankopen 16.867 14.334 Verkopen -23.607 -1.869 Boekwaarde einde vorig boekjaar Transactieresultaat portefeuille 1.878 -4.302 Herwaarderingsresultaat portefeuille 11.085 4.116 Boekwaarde per 31 december 74.404 68.181 2 2 74.406 68.183 Consolidatie belang derden Geconsolideerde boekwaarde per 31 december Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Onder aandelen is een portable alpha positie opgenomen, bestaande uit een verhoging van het mandaat voor de beheerder van de bestaande aandelenportefeuille, waar tegenover een even grote futurepositie is aangegaan in marktwaardegewogen aandelen indices. Per saldo bedroeg de actuele waarde van deze positie € 157 (2012: € 137). Uit hoofde van margin verplichtingen is onderpand verstrekt met een waarde van € 2.274 (2012: € 3.565). 54 Boekwaarde einde vorig boekjaar 2013 2012 1.214.869 1.148.212 Aankopen 54.154 150.772 Verkopen -23.736 -139.060 -945 -422 Transactieresultaat portefeuille Herwaarderingsresultaat portefeuille Boekwaarde per 31 december (excl. opgelopen rente) Opgelopen rente Boekwaarde per 31 december (incl. opgelopen rente) -123.529 55.367 1.120.813 1.214.869 32.234 32.357 1.153.047 1.247.226 Jaarverslag 2006 OBLIGATIES De obligatieportefeuille bestaat uit Nederlandse en Duitse staatsobligaties met een gemiddelde duratie van 14.2. De portefeuille kent ultimo 2013 een gemiddeld marktrendement van 2,48%. HYPOTHEKEN 2013 2012 Boekwaarde einde vorig boekjaar 4.045 3.594 178 557 Verstrekkingen Aflossingen -1.160 -106 Boekwaarde per 31 december 3.063 4.045 ANDERE FINANCIËLE BELEGGINGEN (INNOVATIEPORTEFEUILLE) Boekwaarde einde vorig boekjaar Aankopen Verkopen Transactieresultaat portefeuille Herwaarderingsresultaat portefeuille Boekwaarde per 31 december 55 2013 2012 33.250 34.255 2.220 191 -13.573 -1.367 -811 518 1.902 -347 22.988 33.250 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen De hypotheken betreffen verstrekte woninghypotheken aan personeel. Op alle hypotheken geldt het woonhuis als onderpand middels een hypotheekakte. Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 DERIVATEN 2013 2012 Boekwaarde einde vorig boekjaar 4.765 20.406 Aankopen 7.108 0 Verkopen -3.895 -22.892 -330 7.251 Transactieresultaat portefeuille Herwaarderingsresultaat portefeuille Boekwaarde per 31 december -11.638 0 -3.990 4.765 OVERZICHT DERIVATEN PER 31 DECEMBER 2013 RESTERENDE LOOPTIJD TYPE LOOPTIJD RENTE ONDERLIGGENDE WAARDE WAARDE 0,2 jaar Rente 28 59.460 -3.297 0,7 jaar Rente 26 Subtotaal swaps Beursgenoteerde futures Boekwaarde per 31 december 2013 58.439 -363 117.899 -3.660 -330 -3.990 Aan de tegenpartijen op deze posities is onderpand verstrekt met een marktwaarde van € 3.816. OVERZICHT DERIVATEN PER 31 DECEMBER 2012 RESTERENDE LOOPTIJD TYPE 0,2 jaar 0,7 jaar Boekwaarde per 31 december 2012 LOOPTIJD RENTE ONDERLIGGENDE WAARDE WAARDE Rente 29 65.005 4.309 Rente 27 62.025 456 127.030 4.765 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Van de tegenpartijen op deze posities is onderpand verkregen met een marktwaarde van € 4.679. 56 2013 2012 Boekwaarde einde vorig boekjaar 64.015 58.288 Aankopen 19.861 75.298 Verkopen -15.640 Transactieresultaat liquide middelen -71.935 139 0 Transactieresultaat portefeuille 139 0 Herwaarderingsresultaat vastgoed 209 Herwaarderingsresultaat aandelen 2.544 503 Herwaarderingsresultaat obligaties -190 1.461 Herwaarderingsresultaat andere financiële beleggingen 437 -31 -37 Herwaarderingsresultaat portefeuille 2.532 Boekwaarde per 31 december 2.364 70.907 64.015 ONDERVERDELING BELEGGINGEN NAAR WAARDERINGSVASTSTELLING 2013 2012 Beursgenoteerd en liquide middelen (Niveau 1) 1.379.294 1.451.619 Niet-beursgenoteerd (Niveau 2) -3.660 4.765 Niet-beursgenoteerd (Niveau 3) 84.286 88.894 1.459.920 1.545.278 Totaal boekwaarde beleggingen per 31 december Jaarverslag 2006 BELEGGINGEN VOOR RISICO VAN POLISHOUDERS De totale boekwaarde van de beleggingen bestaat uit de som van de balansposten Beleggingen, Beleggingen voor risico polishouders, Derivaten en Liquide middelen. Voor de meerderheid van de beleggingen is sprake van objectief vast te stellen frequente marktnoteringen. Voor bepaalde beleggingen zijn deze niet beschikbaar en vindt waardering plaats op basis van waarderingsmodellen en -technieken, inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten en het gebruik van schattingen. Schattingen van de actuele waarde zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en kunnen daarom niet met precisie worden vastgesteld. Op basis van deze verscheidenheid en gradaties in waarderingmethoden dienen de beleggingen te worden ingedeeld naar drie verschillende waarderingsniveaus: Niveau 1: De waarde van de belegging is gebaseerd op direct waarneembare marktnoteringen van identieke beleggingen in een actieve markt. Niveau 2:Actuele waarde wordt vastgesteld aan de hand van waarderingsmodellen waarin gebruik is gemaakt van waarneembare marktdata. Niveau 3: De waarde wordt vastgesteld met waarderingsmodellen waarin geen gebruik is gemaakt van waarneembare marktdata. In bovenstaande tabel is de beleggingsportefeuille op basis van deze indeling samengevat. 57 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 2. Vorderingen en overlopende activa VORDERINGEN EN OVERLOPENDE ACTIVA 2013 Winstdeling 2012 0 418 Premie vorderingen 3.386 848 Depotbuffers 3.512 3.126 300 161 Te ontvangen waardeoverdrachten 366 439 Overigen 808 619 8.372 5.611 7.995 4.800 331 730 46 81 8.372 5.611 LIQUIDE MIDDELEN 2013 2012 Banken 67.742 48.044 Boekwaarde per 31 december 67.742 48.044 Beleggingsvorderingen Boekwaarde per 31 december Waarvan: Korter dan 1 jaar Langer dan 1 jaar, maar korter dan 5 jaar Langer dan 5 jaar Boekwaarde per 31 december 3. Liquide middelen De liquide middelen zijn direct opeisbaar. Bij de ABN AMRO Bank beschikt De Eendragt over een kredietfaciliteit van € 5.000 (2012: € 5.000). 4. Eigen vermogen EIGEN VERMOGEN Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen GEPLAATST KAPITAAL ALGEMENE RESERVE SOLIDAIRE PORTEFEUILLE OVERIGE RESERVES TOTAAL Stand per 1 januari 2012 45 50.450 139.197 189.692 Resultaat boekjaar 2012 0 -36.873 -29.069 -65.942 45 13.577 110.128 123.750 0 -31.258 -10.932 -42.190 Stand per 31 december 2012 Resultaat boekjaar 2013 Afrondingseffecten Stand per 31 december 2013 58 0 -1 1 0 45 -17.682 99.197 81.560 Jaarverslag 2006 Geplaatst kapitaal Het maatschappelijk kapitaal van De Eendragt bedraagt € 225 (2012: € 225) verdeeld in 225 gewone aandelen van duizend euro, 45 aandelen zijn geplaatst en volgestort. In 2013 zijn geen aandelen geplaatst of volgestort. Algemene reserve solidaire portefeuille Voor de solidaire portefeuille wordt separaat een algemene reserve geadministreerd ten behoeve van het toekennen van voorwaardelijke indexatie aan verzekerden in de solidaire portefeuille. Resultaat Boekjaar De Directie stelt aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor het verlies over het boekjaar 2013 ten bedrage van € 42.190 (2012: € 65.942) te verdelen zoals in onderstaande overzicht is aangegeven. Dit voorstel is reeds in de jaarrekening verwerkt. BESTEMMING RESULTAAT BOEKJAAR 2013 2012 solidaire portefeuille -31.258 -36.873 Ten laste of ten gunste van de overige reserves -10.932 -29.069 Resultaat boekjaar -42.190 -65.942 Verdeling resultaat boekjaar: Ten laste of ten gunste van de algemene reserve 59 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Solvabiliteit De solvabiliteit is gebaseerd op de solvabiliteitsberekening conform voorschriften van de Wft. De aanwezige solvabiliteit is € 81,6 (2012 € 123,8) miljoen. De vereiste solvabiliteit is € 54,4 (2012: € 56,4) miljoen. De solvabiliteitsmarge bedraagt € 27,2 (2012: € 67,4) miljoen. De door de Directie noodzakelijk geachte solvabiliteit voor het toekennen van maatschappijwinstdeling bedraagt € 152,0 (2012: € 151,8) miljoen, zijnde de wettelijk vereiste solvabiliteit vermeerderd met een bedrag ter grootte van 7,5% van de voorziening verzekeringsverplichtingen, gebaseerd op een 3% rekenrente. Naar aanleiding van een analyse van de risico’s en de doelstellingen van De Eendragt is de voor De Eendragt noodzakelijk geachte solvabiliteit vastgesteld en vastgelegd binnen het Kapitaalbeleid. Deze is gebaseerd op de Solvency II regels en bedraagt 110%. Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 5. Technische voorzieningen Toereikendheidstoets De Eendragt voert jaarlijks, conform de Wft en het Besluit Prudentiële Regels, een TRT uit op de technische voorzieningen. Dit gebeurt door de toetsvoorziening af te zetten tegen de aanwezige voorziening. Uit de berekening blijkt dat de benodigde toetsvoorziening de aanwezige voorziening met € 106,3 miljoen overtreft. Dit bedrag is toegevoegd aan de balansvoorziening verzekeringsverplichtingen. Over 2013 komt € 13,0 (2012: € 13,3) miljoen ten laste van de winst- en verliesrekening. Een belangrijk onderdeel van de toetsvoorziening is de aan te houden risicomarge voor actuariële risico’s. Deze is berekend met een cost-of-capital van 6% en bedraagt € 60,9 miljoen per eind 2013 (2012: € 62,2 miljoen). VOORZIENING VERZEKERINGSVERPLICHTINGEN Boekwaarde einde vorig boekjaar Premies eigen rekening Vrijval kosten uit premies eigen rekening 2012 1.397.024 1.225.213 55.749 52.974 -1.616 -1.733 Intresttoevoeging VVP eigen rekening -59.197 158.386 Uitkeringen en afkoop eigen rekening -50.218 -50.994 Vrijgevallen uit VVP voor kosten -1.098 -1.107 Wijziging tariefsgrondslagen 13.368 0 2.033 -2.675 Resultaat op invaliditeit -1.079 2.591 Resultaat overige technische grondslagen -8.051 1.039 Toevoeging tot niveau toetsvoorziening TRT 13.018 13.331 -1 -1 1.359.932 1.397.024 2013 2012 Resultaat op sterfte Afrondingseffecten Boekwaarde per 31 december VOORZIENING VERZEKERINGSVERPLICHTINGEN Depots ondernemingen 491.108 523.743 Solidaire portefeuille 868.824 873.281 1.359.932 1.397.024 Totaal Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen 2013 In de voorziening is een bedrag van € 70.907 (2012: € 64.015) opgenomen voor premieovereenkomsten. 60 2013 2012 Boekwaarde einde vorig boekjaar -418 1.101 Resultaat op arbeidsongeschiktheid 888 -1.946 Resultaat op kosten -330 -279 Resultaat op overlijden -615 826 Uitkering technische winst -124 -65 30 -55 -569 -418 569 0 0 -418 Overig Subtotaal Bij: Voorziening i.v.m. voorwaardelijkheid winstdeling Boekwaarde per 31 december Jaarverslag 2006 VOORZIENING LATENTE WINSTDELING Technische winstdeling bestaat uit het gecumuleerde resultaat op kosten, overlijden en arbeidsongeschiktheid en wordt, voor zover positief, aan het eind van de contractsperiode voor 80% toegevoegd aan de depotbuffer van de verzekeringnemers. Voor de opgelopen winstdeling wordt de voorziening aangehouden. 6. Overige schulden en overlopende passiva OVERIGE SCHULDEN EN OVERLOPENDE PASSIVA Depotbuffers Belastingen/sociale premies Pensioenen 2013 2012 22.844 27.872 1.351 1.277 154 161 Waardeoverdrachten 158 161 Nog verschuldigde kosten 387 256 Vooruitbetaalde premies Overige Boekwaarde per 31 december 0 0 1.906 388 26.800 30.115 61 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Met uitzondering van de depotbuffers hebben de schulden en overlopende passiva een looptijd korter dan 1 jaar. Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 Depotbuffers Het depot van een verzekeringnemer bestaat uit de voorziening verzekeringsverplichtingen en een depotbuffer. De depotbuffer kan, naar keuze van de verzekeringnemer, een bestemmingsreserve bevatten. Deze dient uitsluitend voor de toeslagverlening binnen de pensioenregeling. Het overige deel van de depotbuffer wordt financieringsbuffer genoemd en dient onder andere ter egalisatie van de jaarlijks wisselende financieringslasten van de pensioenregeling. De ontwikkeling van de depotbuffer en, indien aanwezig, de bestemmingsreserve wordt besproken met de verzekeringnemer. DEPOTBUFFERS 2013 Stand 1 januari Verschil werkelijke en actuariële premie Technische winstdeling Overrente Overig Balanspositie 31 december 2012 24.746 38.455 -7.312 -14.636 124 65 1.462 625 312 237 19.332 24.746 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Balanspositie is het saldo van depotbuffers in Overige schulden en overlopende passiva van € 22.844 (2012: € 27.872) minus depotbuffers in Vlottende activa van € 3.512 (2012: € 3.126). De depotbuffers worden opgerent met het gerealiseerde beleggingsrendement, zoals weergegeven onder Overrente, op basis van de beginstanden van de depots. Over verschillen tussen de daadwerkelijke premiebetaling en het moment dat de premie verschuldigd is wordt eveneens het beleggingsrendement gerekend. Deze rentekosten bedragen € 1.752 (2012: € 18) en zijn begrepen in de actuariëel benodigde premie. Niet uit de balans blijkende verplichtingen De Eendragt is op 1 november 2006 een geïndexeerde huurovereenkomst aangegaan voor De Boelelaan 7, Amsterdam. Deze huurovereenkomst heeft een looptijd van 12,5 jaar, tot 30 april 2019. Voor de resterende periode van 7 jaar geldt een jaarlijks nog te indexeren huurverplichting van € 213 (2012: € 203). Ter meerdere zekerheid voor de betaling van de huur is voor rekening en risico van De Eendragt Pensioen N.V. een bankgarantie verstrekt van € 62 (2012: € 45). De Eendragt is, uit hoofde van haar verzekeringsactiviteiten, betrokken bij juridische procedures. Hoewel het niet mogelijk is de uitkomst van dergelijke procedures te voorspellen, is de Directie van mening - op grond van de informatie die thans beschikbaar is en na raadpleging van juridische adviseurs - dat het onwaarschijnlijk is dat de uitkomsten hiervan materieel nadelige gevolgen zullen hebben voor de gepresenteerde financiële positie of bedrijfsresultaten van De Eendragt. 62 Jaarverslag 2006 TOELICHTING WINST- EN VERLIESREKENING Indien niet anders vermeld, luiden de bedragen in duizenden euro’s. Technische rekening 7. Verdiende premies eigen rekening De verantwoorde bruto premies betreffen alleen pensioenverzekeringen en zijn geheel in Nederland gerealiseerd. De pensioenverplichtingen van De Eendragt zijn bij De Eendragt zelf ondergebracht. Van de verdiende premies eigen rekening heeft in 2013 € 800 (2012: € 611) betrekking op haar eigen personeel. Inkomende waardeoverdrachten zijn inclusief € 684 (2012: € 512) uit hoofde van bijdragen Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP). 8. Opbrengsten uit beleggingen OPBRENGSTEN UIT BELEGGINGEN INGEDEELD NAAR VERWERKINGSMETHODE BELEGGINGEN 2013 2012 Vastgoedfondsen 4.943 4.399 Financiële beleggingen 42.316 40.260 Totaal 47.259 44.659 OPBRENGSTEN UIT BELEGGINGEN INGEDEELD NAAR SOORT BELEGGINGEN 2013 2012 Vastgoedfondsen 4.943 4.399 41.465 40.203 - Vastrentende waarden - Aandelen 317 0 - Deposito’s/liquide middelen 528 57 - Andere financiële beleggingen Totaal OPBRENGSTEN UIT BELEGGINGEN INGEDEELD NAAR SOORT OPBRENGSTEN Rente Dividend 6 0 47.259 44.659 2013 2012 41.993 40.260 5.249 4.399 Overig 17 0 Totaal 47.259 44.659 63 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Overige beleggingen Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 GEREALISEERDE WINST OP BELEGGINGEN 2013 Vastgoedfondsen Aandelen Vastrentende waarden Andere financiële beleggingen Derivaten Totaal 0 265 2.285 1.790 80 33.883 1.079 2.887 0 8.595 3.444 47.420 2012 9. Niet-gerealiseerde winst op beleggingen NIET-GEREALISEERDE WINST OP BELEGGINGEN Vastgoedfondsen Aandelen Vastrentende waarden 2013 2012 0 941 15.749 11.188 5 56.828 Andere financiële beleggingen 2.493 1.817 Derivaten 3.922 20.370 22.169 91.144 Totaal 10. Winstdeling en kortingen WINSTDELING Technische winstdeling Mutatie voorziening winstdeling Overrente depotbuffers Voorziening i.v.m. voorwaardelijkheid winstdeling 2012 -124 -65 151 1.519 -1.462 -625 -569 0 Overig 1 -1 Totaal -2.003 828 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen 2013 64 BEDRIJFSKOSTEN 2013 2012 Salarissen 2.525 2.669 Sociale lasten 222 220 Pensioenlasten 795 489 Overige personeelskosten 193 211 Automatiseringskosten 225 220 1.277 819 Huisvesting 340 343 Brancheverenigingen en toezichthouders 113 325 Adviseurskosten Overige bureaukosten Totaal 142 174 5.832 5.470 Waarvan: Jaarverslag 2006 11. Bedrijfskosten Kosten toe te rekenen aan beleggingen 2.499 2.130 Kosten niet toe te rekenen aan beleggingen 3.333 3.340 Totaal 5.832 5.470 Pensioenregeling personeel De pensioenregeling voor het personeel is ondergebracht bij De Eendragt Pensioen N.V. De pensioenregeling is een middelloonregeling met een garantie op eindloon. De jaarlijkse opbouw voor middelloon bedraagt 2,25% en voor de garantie 2% van de pensioengrondslag. Als franchise wordt het fiscaal minimum aangehouden. De verworven aanspraken op pensioen worden jaarlijks gefinancierd door een koopsomstorting. De pensioenregeling wordt in de jaarrekening hetzelfde behandeld als de pensioenregelingen van andere verzekeringnemers. De in de voorziening verzekeringsverplichtingen begrepen voorziening voor de pensioenregeling van het eigen personeel bedraagt € 6.734 (2012: € 6.374). Bestuursbeloning De bezoldiging van de Directie was in 2013 € 668 (2012: € 624) inclusief pseudoeindheffing voor hoge lonen. De pensioenlasten van de Directie als bedoeld in artikel 2:383 lid 1 BW bedroegen € 266 (2012: € 332). Voor de Directie bedroegen over 2013 de deels voorwaardelijk toegekende bonussen € 101 (2012: € 416). De bezoldiging van de commissarissen was € 96 (2012: € 82). De commissaris op voordracht van de niet-actieven ontving, uit hoofde van zijn pensioenregeling, pensioen van De Eendragt. Geen van de 65 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Accountantskosten In de adviseurskosten zijn begrepen de kosten voor het onderzoek van de jaarrekening door onze accountant KPMG Accountants N.V. Ten laste van 2013 is hiervoor aan kosten voor de externe accountant een vergoeding geboekt van € 144 (2012: € 148) en € 0 (2012: € 9) voor overige werkzaamheden. Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 andere commissarissen ontving pensioen of een andere uitkering van De Eendragt. Gedurende het boekjaar zijn de hypothecaire leningen zoals verstrekt aan bestuurders afgelost. De effectieve rente bedroeg 3,53%. Ultimo van het boekjaar zijn er geen leningen, voorschotten en garanties verstrekt aan bestuurders en commissarissen (2012: € 767). GEMIDDELD AANTAL FTE'S Gemiddeld aantal FTE's over het jaar 2013 2012 20,8 22,8 BEHEERKOSTEN EN RENTELASTEN 2013 Beleggingskosten vastgoedfondsen Beleggingskosten vastrentende waarden Overige beleggingskosten en rentelasten Totaal 2012 0 1 219 201 0 2 219 204 GEREALISEERD VERLIES OP BELEGGINGEN 2013 Aandelen 2012 407 6.092 Vastrentende waarden 1.025 34.305 Andere financiële beleggingen 1.890 2.369 330 1.344 3.652 44.110 Derivaten Totaal Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen 66 NIET-GEREALISEERD VERLIES OP BELEGGINGEN 2013 2012 Vastgoedfondsen 3.491 1.074 2.120 6.569 123.724 0 Aandelen Vastrentende waarden Andere financiële beleggingen Derivaten Totaal 622 2.201 15.560 20.370 145.517 30.214 Jaarverslag 2006 13. Niet-gerealiseerd verlies op beleggingen ANDERE BATEN EN LASTEN Advieskosten strategische heroriëntatie Overige baten en lasten Totaal 67 2013 2012 -437 -109 -25 -55 -462 -164 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen 14. Andere baten en lasten Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 TOELICHTING ACTUARIëLE resultatenANA LYSE Indien niet anders vermeld, luiden de bedragen in duizenden euro’s. Onderstaande tabel geeft de actuariële analyse van het technisch resultaat. ACTUARIËLE analyse 2013 2012 -87.585 104.290 Opbrengst uit beleggingen toegerekend aan verzekeringen Af: Intresttoevoeging VVP Resultaat op intrest Vrijval kosten uit premies Vrijval kosten uit VVP Af: Bedrijfskosten Resultaat op kosten Resultaat op overlijden Resultaat op arbeidsongeschiktheid Resultaat op overige technische grondslagen* 59.197 -158.386 -28.388 -54.096 1.616 1.733 1.098 1.107 -3.333 -3.340 -619 -500 -2.033 2.675 1.079 -2.591 8.051 -1.039 -13.368 0 -6.271 84 -35.278 -54.212 -2.003 828 Resultaat op grondslagen ná resultatendeling -37.281 -53.684 Wijziging toetsvoorziening TRT -13.018 -13.331 1 1 -50.298 -68.053 Wijziging agv verandering in kanssystemen Resultaat op kanssystemen Totaal resultaat op grondslagen Winstdeling en kortingen Afrondingseffecten Resultaat technische rekening Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen * Resultaat op overige technische grondslagen bestaat hoofdzakelijk uit opslagen in de premie voor solvabiliteit, algemene reserve solidaire portefeuille, langleven en uit intrest. 68 2013 Kostenopslag Kosten pensioenadministratie Totaal 2012 2.734 2.844 -3.333 -3.340 -599 -496 Jaarverslag 2006 RESULTAAT OP KOSTEN Waarvan € 330 (2012: € 279) ten laste van de voorziening winstdeling en € 270 (2012: € 217) ten laste van het resultaat boekjaar met afrondingseffecten € 1 (2012: € 0). Inclusief doorbelaste kosten voor oprenting € 20 (2012: € 4). RESULTAAT OP OVERLIJDEN 2013 2012 Resultaat -2.033 2.675 Waarvan € 615 (2012: € 826) ten laste (gunste) van de voorziening winstdeling en € 1.419 (2012: € 1.849) ten laste (gunste) van het resultaat boekjaar met afrondingseffecten € 1 (2012: € 0). Het resultaat op overlijden ontstaat doordat het aantal overledenen afwijkt van hetgeen is verondersteld in de sterftetafel. Overlijden minder deelnemers dan verwacht, dan heeft men een verlies op de verzekeringen van ouderdomspensioen en winst op de verzekeringen van partnerpensioen en omgekeerd. RESULTAAT OP ARBEIDSONGESCHIKTHEID Premievrij voortzetten van de pensioenopbouw Resultaat op WAO-hiaat Uitkeren van WAO-excedent 2013 2012 -682 -2.516 -30 -158 169 -1.602 Premie arbeidsongeschiktheid 1.622 1.685 Totaal 1.079 -2.591 INKOMENDE WAARDEOVERDRACHTEN 2013 2012 Ontvangen waardeoverdrachten 4.187 2.898 -4.450 -3.283 -263 -385 Benodigde koopsom Totaal Waarvan € 184 (2012: € 375) ten laste van de depotbuffers en € 79 (2012: € 10) ten laste van het resultaat boekjaar. 69 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Waarvan € 888 (2012: € 1.946) ten gunste (laste) van de voorziening winstdeling en € 192 (2012: € 645) ten gunste (laste) van het resultaat boekjaar met afrondingseffecten € -1 (2012: € 0). In de voorziening verzekeringsverplichtingen is de premie voor het uitlooprisico van deze verzekering opgenomen. Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 UITGAANDE WAARDEOVERDRACHTEN 2013 2012 Betaalde waardeoverdrachten -2.297 -2.201 2.604 2.569 307 368 Vrijgevallen uit voorziening verzekeringsverplichtingen Totaal Waarvan € 260 (2012: € 414) ten gunste van de depotbuffers en € 48 (2012: € 46) ten gunste (laste) van resultaat boekjaar met afrondingseffecten € -1 (2012: € 0). TECHNISCHE WINSTDELING Toegevoegd aan depotbuffers 2013 2012 124 65 Contractueel wordt na afloop van een vijfjaarsperiode technische winstdeling uitgekeerd. Technische winstdeling bestaat uit het gecumuleerde resultaat op kosten, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Indien na de vijfjaarsperiode het gecumuleerde saldo positief is, wordt 80% van dit saldo toegevoegd aan de depotbuffer. Een negatief saldo is voor rekening van De Eendragt. TOEREIKENDHEIDSTOETS Aanvulling tot berekende toetsvoorziening Waarvan € 13.018 (2012: € 13.331) ten laste van het resultaat boekjaar. Amsterdam, 26 juni 2014 Toelichting Jaarrekening Aangesloten ondernemingen Directie A.F.J. Bakker A. van Vliet Raad van Commissarissen H. Duthler J.M.M. Orie L. Zegers J. Boven 70 2013 2012 -13.018 -13.331 Resultaatbestemming Het voorstel tot resultaatbestemming over het boekjaar 2013 is in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 26 juni 2014 vastgesteld. Jaarverslag 2006 OVERIGE GEGE VENS Statutaire regeling betreffende resultaatbestemming In artikel 30 van de statuten van de vennootschap staat het volgende opgenomen betreffende de resultaatbestemming: lid 1:Uitkering van winst ingevolge het in dit artikel bepaalde geschiedt na vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is. lid 2:De algemene vergadering beslist omtrent reservering door de vennootschap of uitkering van winst met dien verstande dat de winst uitsluitend kan worden aangewend door deze toe te voegen aan de reserves die binnen de collectieve pensioenverzekeringscontracten van de vennootschap worden gehouden. Overeenkomstig artikel 2:122 Burgerlijk Wetboek kan het in de vorige zin bepaalde worden gewijzigd. lid 3:De vennootschap kan aan de gerechtigden tot de voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het bedrag van het geplaatste kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. lid 4:Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd voor zover de wet dat toestaat. Gebeurtenissen na balansdatum De solvabiliteit berekend volgens de regels van het TSC daalde door in het jaarverslag genoemde oorzaken per 31 december 2013 tot onder de 100%. Direct na constatering hiervan in februari 2014 heeft de Directie conform het opgestelde Kapitaalbeleid maatregelen genomen om het solvabiliteitsbeslag van de beleggingen te verkleinen. Daartoe is vrijwel de gehele beleggingsportefeuille, bestaande uit vastgoed, aandelen en andere beleggingen, verkocht. Ultimo april 2014 bevindt de TSC solvabiliteitsratio zich hierdoor weer boven het wettelijke minimum. Voorstel tot resultaatbestemming over het boekjaar 2013 De Directie stelt aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor het verlies over het boekjaar 2013 ten bedrage van € 42.190 te verdelen zoals in onderstaande overzicht is aangegeven. Dit voorstel is reeds in de jaarrekening verwerkt. 2013 Verdeling resultaat boekjaar 2012 Ten laste van de algemene reserve solidaire portefeuille -31.258 -36.873 Ten laste van de overige reserves -10.932 -29.069 Resultaat boekjaar -42.190 -65.942 71 Aangesloten ondernemingen RESULTAAT BOEKJAAR Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 CONTROLE VERK L ARING van de ona fhankelijke accountant Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van De Eendragt Pensioen N.V. Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening over 2013 van De Eendragt Pensioen N.V. te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de winst- en verliesrekening over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de Directie De Directie van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het Verslag Directie, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). De Directie is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als zij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Aangesloten ondernemingen Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risicoinschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het inrichten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de Directie van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. 72 Jaarverslag 2006 Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van De Eendragt Pensioen N.V. per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Paragraaf ter benadrukking van aangelegenheden Wij vestigen de aandacht op de risicoparagraaf in de jaarrekening waarin vermeld staat dat de solvabiliteit van De Eendragt Pensioen N.V. per 31 december 2013 zodanig is dat op basis van het geldende Kapitaalbeleid beheersmaatregelen noodzakelijk zijn. Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het Verslag Directie, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het Verslag Directie, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Utrecht, 26 juni 2014 KPMG Accountants N.V. 73 Aangesloten ondernemingen F.J.J. Glorie RA Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 Verzekerde ondernemingen Aangesloten ondernemingen 1. Altera Vastgoed N.V. 2. Apeldoorn Flexible Packaging B.V. 3. Arjowiggins Security B.V. 4. ADC Archeologische opgravingen B.V. ADC Heritage B.V. Alef Groep B.V. 5. Berends & Slump 6. bioMérieux Benelux B.V. 7. Clondalkin Group Investments B.V. DR Foldings Cartons B.V. Cats Flexible Packaging B.V. LPF Flexible Packaging B.V. Boxes LPF B.V. Nimax B.V. Flexoplast B.V. 8. Cojafex B.V. 9. Crown Van Gelder N.V. 10. Dishman Netherlands B.V. 11. De Eendragt Pensioen N.V. 12. De Efteling B.V. 13. Elementis Specialties Netherlands B.V. 14.Euroconsult Mott MacDonald B.V. 15. FRG Retail B.V. 16. GMP+ International B.V. 17. Hof Groep Nederland B.V. 18. Huhtamaki Nederland B.V. Huhtamaki Molder Fiber Technology B.V. 19. IFO International Forwarding Office B.V. 20. Industriewater Eerbeek B.V. 21. Inkoopcombinatie De Eendragt B.V. 22. Jitscale B.V. 23. JMA Benelux B.V. 74 24.Keesing Reference Systems B.V. 25. Kendrion N.V. 26. Stichting Kenniscentrum Papier en Karton 27.Koninklijke Reesink N.V. en gelieerde ondernemingen 28. Lexmark International B.V. 29.Loparex B.V. Loparex Holding B.V. 30. Nienhuis Productie B.V. 31.NIWO, Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie 32.Owens Corning Veil Netherlands B.V. 33.Perceptive Software Research & Development B.V. 34.PaperlinX Netherlands B.V. BührmannUbbens B.V. 35. Papierfabriek Doetinchem B.V. 36. Papierfabriek Schut B.V. 37. Parenco Hout B.V. 38. Pfizer B.V. Zoetis B.V. v/h Pfizer Animal Health B.V. 39. Pipelife Nederland B.V. 40. Plasticum Group B.V. Plasticum Tilburg B.V. Plasticum Ede B.V. 41. PQ Zeolites B.V. 42.Pregis (Netherlands) Holding B.V. 43.Solidpack B.V. 44.Stamicarbon B.V. 45.Sun Chemical B.V. 46. THR B.V. 47. Van der Windt Verpakking B.V. Jaarverslag 2006 Vormgeving: Michiel Schwing, Paswerk grafisch Opmaak en druk: Paswerk grafisch, Cruquius Papier binnenwerk: 120 grams Biotop, papierfabriek Mondi Omslagpapier:300 grams Tintoretto Neve, papierfabriek Fedrigoni 75 Aangesloten ondernemingen colofon Aangesloten ondernemingen Jaarverslag 2006 JAARVERSLAG 20 13 76
© Copyright 2024 ExpyDoc