Overgangsrecht van AWBZ cliënten en beleid Door de hervormingen van de langdurige zorg wordt begeleiding per 1 januari 2015 gedecentraliseerd naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De overheveling van extramurale verpleging en verzorging naar de Zorgverzekeringswet (Zvw) vindt ook per 1 januari 2015 plaats. Het sluitstuk de Wet langdurige zorg (Wlz) volgt de AWBZ op en is bedoeld voor zeer kwetsbare cliënten die 24 uur per dag zorg of toezicht behoeven. De regering beoogt de Wlz per 1 januari 2015 in te voeren, maar de wet moet nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd. Als de Wlz niet per 2015 kan worden ingevoerd geldt een versmalde AWBZ als wettelijk regime in 2015. Ook in de versmalde AWBZ is/wordt het overgangsrecht opgenomen. Voor het overgangsrecht maakt het dus niet uit of in 2015 de Wlz wordt ingevoerd of de versmalde AWBZ van toepassing is. Cliënten die in zorg zijn en nieuwe cliënten krijgen te maken met nieuwe wetgeving. Daar kunnen andere rechten en spelregels gelden. Om de hervorming van de langdurige zorg zachter te laten landen heeft de regering overgangsrecht voor AWBZ-cliënten bepaald. Daarnaast beïnvloedt het (voorgenomen) beleid de zorg, bijvoorbeeld subsidieregelingen. ActiZ heeft de hoofdlijnen van het overgangsrecht en beleid voor de cliëntgroepen die voor de branche Verpleging & Verzorging het meest relevant zijn uitgewerkt. Het gaat om cliënten die 31 december 2014 1 over een AWBZ-indicatie beschikken. Niet voor verblijf de geïndiceerde partners die zijn mee verhuisd naar de zorgorganisatie kunnen onder de Wlz daar blijven wonen. In tabel 1 vindt u de cliënten met verblijfsindicatie en in tabel 2 staan cliënten met een extramurale indicatie. Tabel 3 geeft een overzicht waar nieuwe cliënten vanaf 2015 voor de langdurige zorg voor in aanmerking komen. Deze notitie is bedoeld om overzicht te bieden aan ActiZ-leden. De inhoud is niet geschikt voor cliëntinformatie. Voor cliëntinformatie verwijzen we u naar de site van het ministerie van VWS Hoe verandert mijn zorg?. Deze website is op dit moment al beschikbaar voor cliënten. De inhoud van de notitie is gebaseerd op de politieke behandeling van de hervorming van de langdurige zorg tot en met 10 oktober 2014. Mogelijk kunnen nog aanpassingen volgen. Over de precieze uitvoering en implementatie van het overgangsrecht/beleid vindt nog overleg plaats. Nadere informatie hierover volgt op ledennet. Indicatiebesluiten aangevraagd tot en met 31 december 2014 worden behandeld op basis van de Beleidsregels Indicatiestelling 2014. 1 Tabel 1 Cliënten met een verblijfsindicatie AWBZ Cliënten met een verblijfsindicatie AWBZ Overgangsrecht/beleid Cliënten met een indicatie ZZP VV 1, 2 en 3 die in een instelling verblijven Cliënten behouden na 2015 recht op toegang tot de Wlz met verblijf. Deze cliënten met een licht ZZP kunnen geen gebruik maken van een pgb, vpt of mpt 2 op grond van de Wlz. Cliënten met een indicatie ZZP VV 4 t/m 10 (muv ZZP 9a 3) die in een instelling verblijven Cliënten behouden in en na 2015 recht op toegang tot de Wlz en kunnen kiezen voor opname, pgb, vpt en mpt. 2 pgb = persoonsgebonden budget vpt = volledig pakket thuis mpt = modulair pakket thuis/functies en klassen ZZP = zorgzwaartepakket VV (verpleging en verzorging) 3 ZZP 9a geriatrische revalidatiezorg is op 1 januari 2013 overgeheveld naar de Zvw Cliënten met een indicatie ZZP VV 1, 2 of 3 die zelfstandig wonen met zorg in functies/klassen, vpt of pgb 4 Cliënten met een licht ZZP die niet in een instelling verblijven behouden in 2015 hun recht op zorg op basis van de Wlz/AWBZ. Zij kunnen kiezen voor zorg thuis op grond van de Wmo en de Zvw of verblijf op grond van de Wlz. Cliënten behouden altijd het recht om later (ongelimiteerd) alsnog op grond van de Wlz te verblijven in een instelling. Hiervoor hoeven cliënten dan geen nieuwe indicatie meer aan te vragen. Cliënten met een licht ZZP kunnen geen gebruik maken van een pgb, vpt en mpt op grond van de Wlz. Cliënten met een lichte (en zware) ZZP-indicatie die zelfstandig wonen en op enig moment palliatief terminale zorg met verblijf nodig hebben, kunnen in aanmerking komen voor ZZP VV 10 onder de Wlz. Cliënten met een lichte (en zware) ZZP-indicatie die zelfstandig wonen kunnen om de mantelzorg te ontlasten onder de Wlz gebruik maken van logeeropvang in een zorginstelling. Cliënten met overbruggingszorg in functies/klassen 5 gebaseerd op het maximum van de klassen, zgn. ‘met een uitloop’ en de extra zorg daarboven op, zgn. ‘uitloop plus’ behouden dat tot uiterlijk 1 juli 2015. Na die datum kunnen er geen cliënten meer voor in aanmerking komen. Cliënten kunnen na die datum wel reguliere overbruggingszorg ontvangen gebaseerd op het gemiddelde van de klassen. Cliënten met een zwaar ZZP VV 4 t/m 10 (muv ZZP 9a) die zelfstandig wonen met zorg in functies/klassen, vpt of pgb. Cliënten behouden na invoering van de Wlz het recht op toegang tot de Wlz, voor verblijf, pgb, vpt en mpt. Cliënten met een zware (en lichte) ZZP-indicatie die zelfstandig wonen en op enig moment palliatief terminale zorg met verblijf nodig hebben, kunnen in aanmerking komen voor ZZP VV 10 onder de Wlz. Cliënten met een zware (en lichte) ZZP-indicatie en zelfstandig wonen kunnen om de mantelzorg te ontlasten onder de Wlz gebruik maken van logeeropvang in een zorginstelling. 4 Voor de bestaande budget houders gelden garantieregelingen over de omvang van het budget vanaf 2015 en later. Zie hiervoor www.persaldo.nl. Het aanbod van functies en klassen voor verblijfsgeïndiceerden die zelfstandig wonen, gaat in 2015 over in de leveringsvorm mpt (modulair pakket thuis). 2015 is er een ingroeitraject voor het mpt om in 2016 geheel operationeel te zijn. 5 Cliënten met overbruggingszorg in functies/klassen 6 gebaseerd op het maximum van de klassen, zgn. ‘met een uitloop’ en de extra zorg daarboven op, zgn. ‘uitloop plus’ behouden dat tot uiterlijk 1 juli 2015. Na die datum kunnen er geen Cliënten meer voor in aanmerking komen. Cliënten kunnen wel reguliere overbruggingszorg ontvangen gebaseerd op het gemiddelde van de klassen. Cliënten met een ZZP GGZ-B indicatie die in een instelling zoals verpleeghuis verblijven of op de wachtlijst staan Cliënten stromen vanaf 2015 in, in de Wlz. Zij krijgen een indicatiebesluit voor 3 jaar in afwachting van de ontwikkeling van objectieve inhoudelijke GGZ-toetsingscriteria voor de toegang op de Wlz. Cliënten met een ZZP GGZ-C indicatie die in een instelling zoals verzorgingshuis verblijven of op de wachtlijst staan Cliënten vallen vanaf 2015 onder de Wmo. Zij hebben een overgangsrecht van 5 jaar of gedurende de looptijd van het indicatiebesluit. 6 Het aanbod van functies en klassen voor verblijfsgeïndiceerden die zelfstandig wonen gaat in 2015 over in de leveringsvorm mpt (modulair pakket thuis). In 2015 is er een ingroeitraject voor het mpt, in 2016 moet het mpt geheel operationeel te zijn. Tabel 2 Cliënten met een extramurale AWBZ indicatie Cliënten met een extramurale indicatie Overgangsrecht/beleid Cliënten met een indicatie voor extramurale begeleiding, kortdurend verblijf of vervoer Cliënten ontvangen gedurende de looptijd van het indicatiebesluit, maar uiterlijk tot het einde van het jaar 2015, recht op zorg vanuit de Wmo zoals onder de AWBZ. Cliënten met een indicatie voor verpleging en/of persoonlijke verzorging Cliënten hebben toegang tot de Zvw voor de aanspraak wijkverpleging. Voor deze cliënten geldt een overgangsregime, zie ledennet. Cliënten met een indicatie voor kortdurend verblijf Cliënten ontvangen vanaf 2015 kortdurend verblijf als respijtzorg onder de Wmo. Cliënten met een indicatie voor extramurale behandeling Cliënten behouden in 2015 recht op behandeling op basis van de subsidieregeling Extramurale behandeling die door het Zorginstituut / de zorgkantoren wordt uitgevoerd. Cliënten met laag en hoog Cliënten kunnen blijven wonen in het kleinschalig wooninitiatief 7 op basis van een pgb. 7 Een woonsituatie waarbij ‘minimaal 3 en maximaal 26 bewoners een pgb ontvangen, op 1 woonadres verblijven dan wel op verschillende woonadressen binnen een straal van 100 meter met tenminste 1 gemeenschappelijk verblijfsruimte. ZZP die met een pgb verblijven in kleinschalige wooninitiatieven Cliënten die verblijven in een ADL-clusterwoning Cliënten behouden bij de inwerkingtreding recht op ADL-assistentie waardoor ze in de ADL-clusterwoning te kunnen blijven wonen. Vanaf 1 januari 2015 komt er een subsidieregeling ADL-assistentie voor de oproepbare ADL-assistentie die door het Zorginstituut wordt uitgevoerd. De zorg waarop zij aanvullend zijn aangewezen komt uit de Wmo en/of Zvw. Cliënten met een extramurale indicatie en een Wlz profiel 8 Deze cliënten, waaronder de doelgroep volwassenen met thuisbeademing, ontvangen een brief van het CIZ waarmee zij rechtstreeks kunnen instromen in de Wlz. In 2015 volgt een reguliere (her)indicatietraject. 8 Het gaat om meerdere doelgroepen, voornamelijk om kinderen en jongvolwassenen in de gehandicaptenzorg, die extramurale zorg ontvangen maar op basis van hun zorgprofiel in aanmerking komen voor de Wlz. Tabel 3 Nieuwe cliënten die in 2015 langdurige zorg nodig hebben Diensten en zorg Wet/regeling Toegang/indicatiestelling Ondersteuning op het gebied van huishoudelijke hulp, begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf als respijtzorg en vervoer Wmo Extramurale verpleging en persoonlijke verzorging Zvw Wijkverpleging Extramurale behandeling Wlz subsidieregeling CIZ Eerstelijns verblijf incl. palliatief terminale zorg met verblijf voor thuiswonenden Wlz subsidieregeling CIZ 24 uur per dag zorg of toezicht (verblijfszorg vanaf ‘ZZP4 VV’ 9) Wlz CIZ 10 Geestelijke gezondheidszorg met bescherming Wmo Gemeente Geestelijke gezondheidszorg met behandeling Eerste drie jaar Zvw, daarna Wlz Specialist voor de Zvw, voor de Wlz het CIZ Gemeente 9 ZZP Verpleging & Verzorging 1, 2 en 3 wordt voor nieuwe cliënten niet meer door het CIZ geïndiceerd. 10 In 2015 geeft het CIZ het best passend zorgprofiel af bij het (nieuwe) indicatiebesluit.
© Copyright 2024 ExpyDoc