Een Klasse Apart

Inhoudsopgave
Managementsamenvatting .................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 1. Kunstonderwijs in de metropool Rotterdam/Den Haag .................................................. 7
1.1
Veerman en Dijkgraaf ............................................................................................................. 7
1.2
Den Haag en Rotterdam samen ............................................................................................. 7
1.3
Verantwoordelijkheid in de sector ......................................................................................... 8
1.4
Voorop in de metropool .......................................................................................................... 8
1.5
‘What’s in it?’ voor de student en de docent ........................................................................ 9
Hoofdstuk 2. Ons profiel ....................................................................................................................... 10
2.1
De bestaande profielen......................................................................................................... 10
2.2
SWOT-analyse ...................................................................................................................... 10
2.3
Keuzes: wel en niet ............................................................................................................... 10
2.4
Ons gezamenlijk profiel ........................................................................................................ 12
Hoofdstuk 3. Het onderwijs .................................................................................................................. 17
3.1
Ons onderwijsaanbod ........................................................................................................... 17
3.2
Aansluiting op het sectorplan hbo kunstonderwijs .............................................................. 18
3.3
Kwaliteit en studiesucces...................................................................................................... 19
3.4
Ondernemerschap ................................................................................................................ 22
Hoofdstuk 4. Onderzoek en valorisatie ................................................................................................ 26
4.1
Onderzoek............................................................................................................................. 27
4.2
Ambitie .................................................................................................................................. 27
4.3
Aansluiting bij topsector Creatieve industrie ....................................................................... 28
Hoofdstuk 5. Onze prestatie-agenda ................................................................................................... 34
5.1
Preambule ............................................................................................................................. 34
5.2
Prestatie- en profileringsafspraken ...................................................................................... 34
5.3
Prestatieafspraken hoofdlijnenakkoord ............................................................................... 35
5.4
Uitvoerbaarheid .................................................................................................................... 40
2
Managementsamenvatting
De Hogeschool der Kunsten Den Haag en Codarts Rotterdam gaan samen op. Deze beleidsagenda ‘Een
klasse apart’ laat zien wat we gezamenlijk voor 2013-2016 voor ogen hebben en hoe we dat vertalen in
onderwijs en onderzoek.
Onze inzet bij de prestatie-afspraken
Codarts Rotterdam en Hogeschool der Kunsten Den Haag vormen een klasse apart. Die klasse
gaan we in een hecht samenwerkingsverband inzetten in de prestatie-afspraken. In lijn met
Veerman staan wij voor scherpe keuzes, strenge selectie en hoge kwaliteit in ons onderwijs.
Voor ons is de grootste prestatie-inspanning het samenbrengen van de twee instellingen.
Vanuit onze kennis en ervaring zetten wij ons in voor een Centre of Expertise voor onderzoek in
relatie tot de kunsten en voor de taskforce vooropleidingen. Voor onze gezamenlijke ambitie
maken wij aanspraak op het selectieve budget voor een bijdrage van € 2,5 mln.
Antwoord op Veerman
De commissie Veerman en de commissie Dijkgraaf zijn stellig over het kunstvakonderwijs. Het is van hoge
kwaliteit en neemt binnen het Nederlandse hoger onderwijs een bijzondere positie in. Als uitdaging voor
onze profilering zien wij dan ook om nationaal, en zeker ook internationaal, in het onderwijs en in het
werkveld onze vooraanstaande positie uit te bouwen.
De Hogeschool der Kunsten Den Haag (bestaande uit de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en
het Koninklijk Conservatorium) en Codarts Rotterdam gaan deze opgave gezamenlijk aan. Wij zijn voor een
belangrijk gedeelte complementair zowel qua opleidingen en cultuur als qua mogelijkheden voor nieuwe
dwarsverbanden. Wij kunnen elkaar versterken als internationaal georiënteerde hogescholen en zetten ons
er dan ook voor in om de komende jaren tot de top van de internationale kunstvakopleidingen te (blijven)
behoren.
Den Haag en Rotterdam werken al geruime tijd samen. Dit bouwen wij verder uit. Dat is ook wat de politiek,
de maatschappij en het werkveld van ons vragen. Er leeft een duidelijke wens om te komen tot een
geïntegreerd, geprofileerd en kwalitatief hoogwaardig aanbod van kunstvakopleidingen. Codarts
Rotterdam en de Hogeschool der Kunsten Den Haag nemen hiervoor hun verantwoordelijkheid. Voor de
student ontstaat er een nieuwe onderwijsomgeving die ten opzichte van de huidige situatie meer verdieping
en verbreding mogelijk maakt. Onze gemeenschappelijke inzet luidt, en dat is wat ons betreft de kern van
Veerman, scherpere keuzes, strengere selectie, hogere kwaliteit.
Voorop in de metropool
Wij lopen voorop in de Metropoolregio Rotterdam/Den Haag. Met 3 miljoen inwoners binnen een straal van
20 kilometer van beide stadscentra vormen Rotterdam en Den Haag een Metropoolregio. Deze regio heeft
een sterke internationale uitgangspositie en een kwalitatief hoogwaardig cultureel aanbod met
gerenommeerde kunstinstellingen, orkesten, podia en festivals. Kunst en cultuur, onderwijs en talent zijn bij
uitstek exponenten die de metropool een gezicht geven. Wij willen ons manifesteren als topinstituut waarin
studenten een aanstekelijke, inspirerende en perspectiefrijke leeromgeving aantreffen.
Naar een gezamenlijk profiel
Codarts Rotterdam leidt op voor dans, muziek en circus arts. Codarts is bekend vanwege zijn sterke profiel
in de moderne dans, het brede aanbod van de opleidingen in de muziek met de unieke opleiding
wereldmuziek. Het is een internationale hogeschool met een duidelijke inbedding in Rotterdam met
educatie en community arts. Codarts heeft een sterke relatie met podia en gezelschappen. Avontuur en
ambachtelijkheid zijn belangrijke kernwaarden.
3
Het Koninklijk Conservatorium en de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten zijn bekend om hun
sterke merk voor klassieke muziek en scheppende afdelingen, om de sterke opleidingen autonome
beeldende kunst en vormgeving. Ze bieden bijzondere masters aan als Type and Media, ArtScience,
Sonologie en Artistic Research en een toonaangevende opleiding in oude muziek. De Hogeschool heeft een
duidelijke visie op onderzoek in de kunsten door o.a. een unieke samenwerking met de Universiteit Leiden.
Traditie en vernieuwing zijn belangrijke kernwaarden.
We gaan deze sterkten uitbouwen en aan elkaar verbinden. Enerzijds door gezamenlijk de kansen te
benutten om het beste talent aan ons te binden, om nieuwe excellentieprogramma’s te ontwikkelen en ons
netwerk in het werkveld uit te breiden. Anderzijds door belemmeringen weg te nemen door bepaalde
studierichtingen voldoende kritische massa te geven, een zwak geprofileerde docentenopleiding aan te
scherpen en afnemende belangstelling in bepaalde disciplines positief om te buigen.
Hoewel beide hogescholen afzonderlijk absoluut bestaansrecht hebben, zijn we van mening dat het
geheel meer oplevert dan de som der delen. Samenwerken en het aanbrengen van focus en massa
brengt meerwaarde voor de student én het werkveld. Wij constateren in het licht van de
maatschappelijke ontwikkelingen een noodzaak om ons onderwijs op elkaar af te stemmen. Als we
bijvoorbeeld in beide steden een volwaardig orkestprofiel voor de opleiding muziek willen
continueren, kunnen wij dat het beste gezamenlijk aanpakken. Veerman en Dijkgraaf pleiten voor
herinrichting van het landschap van het kunstvakonderwijs. Wij hebben hiervoor een deel van de
oplossing. En hoewel het samengaan van onderwijsinstellingen niet populair is, wordt juist in de
cultuursector herverkaveling en krachtenbundeling sterk aangemoedigd. Dit bevestigt onze
bijzondere positie als kunsthogeschool. Overigens praten we in de nieuwe situatie met circa 3.000
studenten nog steeds over kleinschalig onderwijs.
Het uitgangspunt voor onze samenwerking is de versterking van het onderwijs voor de student. Inhoud
staat centraal, organisatie volgt. Bij de vormgeving van de samenwerking zijn (internationale) kwaliteit en
wederzijds begrip en respect voor elkaars ambities, belangen en positie de leidende principes. Dat leidt tot
de volgende profielkenmerken
1. Traditie en avontuur, ambachtelijkheid en vernieuwing
2. Vooraanstaande opleidingen in 5 domeinen
3. Internationaal kunstvakonderwijs
4. Kritische massa als basis voor studiesucces
5. Oog voor jong talent
6. Onderzoek als DNA
7. Actieve innovatieve rol in en samen met de beroepspraktijk
8. Aandacht voor excellence en well being
Onze onderwijsagenda
Ons profiel is terug te vinden in het aanbod van opleidingen. We hebben opleidingen in 5 domeinen
(muziek, dans, beeldende kunst, vormgeving en circus arts). Uniek voor de samenwerking is dat we
opleidingen hebben voor jong talent vanaf 5 jaar, binnenschools en buitenschools. We kennen bachelor- en
masteropleiding en er zijn promotietrajecten mogelijk.
We hebben een duidelijke visie op kwaliteit en studiesucces. We kennen selectie aan de poort, we hebben
kleinschalig onderwijs, we halen met onze docenten de beroepspraktijk binnen en hebben openbare
eindexamens met externe deskundigen. In de accreditaties scoren we goed tot excellent, en ons bachelor
rendement is hoger dan het landelijke gemiddelde. We zien het als onze opgave deze standaard te
handhaven en waar mogelijk te verbeteren.
Dijkgraaf benadrukt het belang van ondernemerschap in de opleidingen. Er gebeurt al veel in onze
opleidingen. Veel van onze alumni vestigen zich als zelfstandige ondernemer en dat is ook af te lezen aan
het feit dat landelijk 49% van de afgestudeerde kunstvakstudenten een eigen onderneming heeft. In ons
4
onderwijs komt het ondernemerschap terug in het grote aantal projecten, producties en tentoonstellingen
die samen met het werkveld worden georganiseerd. In 2008 organiseerden we samen 1.200 evenementen
(conform de definitie van U-map, het classificatiesysteem voor hoger onderwijs).
Een van de grotere opgaven voor de komende jaren is te komen tot een gemeenschappelijke aanpak van de
capaciteitsreductie uit het sectorplan kunstvakonderwijs bij de bacheloropleidingen (12% muziek, 20%
autonome beeldende kunst en 30% dans). We gaan dat doen door samenhang te brengen in onze
gemeenschappelijke opleidingen klassieke muziek, jazz en dans. Het uitgangspunt is hogere kwaliteit door
scherpe selectie en verbeterd onderwijsaanbod. Verder gaan we het profiel van de docentenopleiding
aanscherpen door het oprichten van een interfaculteit.
Om ons onderwijs te vernieuwen ontwikkelen we nieuwe 3-jarige honoursprogramma’s voor zeer
talentvolle studenten. Dat is een specifiek programma naast de bestaande bachelorsprogramma’s. Ook
willen we altijd voldoende talent in onze opleidingen. Met de kennis en ervaring van onze vooropleidingen
willen wij het voortouw nemen in de talentontwikkeling. We versterken onze masterprogramma’s en
bouwen onze ervaringen met betrekking tot onderzoek in de kunsten verder uit in de opleidingen. We gaan
het ondernemerschap verder stimuleren door strategische allianties te sluiten en co-producties te maken
met vooraanstaande instituten in ons gezamenlijk netwerk. Verder brengen we onze stagebureau’s en
impresariaten samen in een werkelijk Career Development Office.
Codarts zal tevens de aanbevelingen uit het rapport van de Inspectie van het Onderwijs betrekken om de
organisatie te vereenvoudigen. Ook binnen de Hogeschool der Kunsten zullen werkende weg
organisatorische aanpassingen worden doorgevoerd, vanuit eigen behoefte en noodzaak , en in
afstemming met het verbetertraject dat bij Codarts inmiddels in gang is gezet.
Onze onderzoeksagenda
Ons profiel komt eveneens tot uitdrukking in onze onderzoeksagenda. We zijn ervan doordrongen dat de
kunstpraktijk behoefte heeft aan gevalideerde kennis en inzicht op dit terrein, aan ‘evidence-based
practice’. De hedendaagse kunstenaar is een reflecterende beroepsbeoefenaar, iemand die nadenkt over
zijn eigen aanpak en werkwijze en welbewust de discussie met andere professionals zoekt. Wij willen onze
studenten zodanig equiperen dat zij in deze wereld hun plek kunnen vinden. Onderzoek draagt bij aan de
vorming van deze reflecterende en innoverende beroepsbeoefenaar. Voor zowel de bachelor als de master.
Uniek in Nederland
Sinds 2001 werkt de Hogeschool der Kunsten Den Haag nauw samen met de Universiteit Leiden.
Dankzij de in gezamenlijkheid opgerichte Academie der Kunsten, onderdeel van de Faculteit der
Geesteswetenschappen, is de Hogeschool in de voor Nederlandse begrippen unieke positie om
promotietrajecten in de beeldende kunsten en de muziek te realiseren. Dit is het enige voorbeeld in
Nederland waar universiteit en hogeschool zo effectief kunst en wetenschap samenbrengen en
uitwerken in onderwijs en onderzoek. Onder de naam ‘docARTES’ worden doctoraatstrajecten
muziek begeleid, onder ‘PhDArts’ die voor promovendi in de beeldende kunst en vormgeving. Het is
onze ambitie om deze unieke positie uit te bouwen tot een landelijke ‘Voorziening’ voor onderzoek
in de kunsten.
Centre of Expertise voor onderzoek in relatie tot de kunsten
Wij willen onderzoek, onderwijs, promotietrajecten en begeleiding samenbrengen in een zelfstandig
Centre of Expertise voor onderzoek in relatie tot de kunsten. En dat doen we met nationale en
internationale partners. We sluiten daarbij aan bij de topsector Creatieve industrie. Onderdeel
daarvan is de landelijke ‘Voorziening’. Het Centre beoogt een bijdrage te leveren aan de
vernieuwing in het kunstonderwijs voor bachelor- en masteropleidingen. We leggen de focus op een
aantal specifieke onderzoeksdomeinen die aansluiten bij ons profiel. Het betreft Music in a global
context, Nieuwe media & Cultural industries, Educatie en community arts en tenslotte Excellence
and well being. Onze (master)opleidingen worden ingebed in deze domeinen en ook lectoren en
5
kenniskringen worden eraan gekoppeld. Het Centre of Expertise voor onderzoek in relatie tot de
kunsten vormt de kwaliteitsruggengraat voor al onze onderzoeksactiviteiten.
Tot slot
Met de samenwerking Codarts/HdK komen twee culturen bij elkaar. Wij vinden dat cultuurverschillen
inspirerend werken en tot synergie leiden en zijn ervan overtuigd dat tussen de grenzen van de beide steden
meer is dan de oppervlakte doet vermoeden. Niet voor niets is de titel van deze agenda “Een klasse apart”.
Een klasse apart in het Nederlands hoger onderwijssysteem en dat willen we aantonen en uitbouwen.
Samengevat: De beleidsagenda 2013-2016 van Codarts en Hogeschool der Kunsten Den Haag.
Onderwijs
Ambitie: Meer verdieping en verbreding met hoogwaardig
onderwijs

Profiel








Traditie & avontuur, ambachtelijkheid &
vernieuwing
Vooraanstaande opleidingen in 5 domeinen
Internationaal kunstvakonderwijs
Kritische massa als basis voor studiesucces
Oog voor jong talent
Onderzoek als DNA
Actieve innovatieve rol in en samen met de
beroepspraktijk
Aandacht voor excellence en well being


Sectorplan
o Codarts Rotterdam en Hogeschool der Kunsten Den
Haag hebben samenwerkingsakkoord
o Strengere selectie: hogere kwaliteit met minder
studenten. Capaciteitsreductie bachelor: 12% muziek,
20% autonome beeldende kunst, 30% dans.
o Geen groei in totaal studentenaantallen
Kwaliteit en studiesucces
o Hoge standaard vasthouden, ingebed in de
beroepspraktijk
o Ontwikkeling honours bachelorprogramma's
o Taskforce voor jong talent en voortrajecten
o Masteropleidingen in kwaliteit en omvang verbeteren
o Organisatie vereenvoudigen
o Theoretisch gehalte van het beeldend kunstonderwijs
verder versterken
Ondernemerschap
o Herijken aan nieuwe landelijke profielen
o Opzetten van Career Development Office
o Uitbouwen van co-producties
Onderzoek en valorisatie
Ambitie: Oprichting Centre of Expertise voor onderzoek in relatie
tot de kunsten





Onderzoek als essentieel onderdeel in bachelor en master
Onderzoeks- en promotiemogelijkheden voor docenten en
alumni, o.m. via de landelijke ‘Voorziening’ onderzoek in de
kunsten
Discours over onderzoek in de kunsten en over ontwikkelingen in
de (inter)nationale artistieke praktijk
Verstevigen van specifieke onderzoeksdomeinen
Internationale benchmark valorisatie in de kunsten
Voor het geheel zoeken wij aansluiting bij de topsector Creatieve
industrie.
6
Hoofdstuk 1. Kunstonderwijs in de metropool Rotterdam/Den Haag
1.1 Veerman en Dijkgraaf
De commissie Veerman is in haar rapport ‘differentiëren in drievoud’ stellig over het
kunstvakonderwijs. Het Nederlandse kunstvakonderwijs (KUO) is van hoge kwaliteit en neemt
binnen het Nederlandse hoger onderwijs een bijzondere positie in. Ook de commissie Dijkgraaf
heeft dit daarna in haar rapport nog eens onderstreept.
Bij de keuze van het profiel bevindt het kuo zich in een bijzondere positie, zeker de monosectorale
hogescholen (met alleen kunstvakonderwijs). Hun profiel is kunstvakonderwijs, helder en eenduidig.
Het politieke en maatschappelijk debat over het hoger onderwijs en het kunstvakonderwijs daagt
ons uit binnen dit profiel scherpe keuzes te maken. Keuzes voor de student en voor het vak van de
kunstenaar.
Wij zien het als onze opgave een profilering te kiezen op meerdere dimensies, die nauw met elkaar
verbonden zijn:
 Onze positie als internationaal vooraanstaande instituten voor kunstvakonderwijs;
 Onze positie als monosectorale hogescholen binnen het stelsel van het hoger onderwijs in
Nederland. Gekenmerkt door intensief en excellent onderwijs;
 Onze positie in de kunstdisciplines van onze hogescholen en de profilering daarvan ten opzichte
van andere kunstvakhogescholen;
 Onze positie in het werkveld. Onze instellingen worden meer en meer co-producenten in het
culturele werkveld en in weinig andere sectoren komen theorie en praktijk zo dicht bij elkaar.
1.2 Den Haag en Rotterdam samen
Codarts Rotterdam en de Hogeschool der Kunsten Den Haag (bestaande uit de Koninklijke
Academie van Beeldende Kunsten en het Koninklijk Conservatorium) gaan de opgave van de
profilering gezamenlijk aan. De kwaliteiten van de opleidingen worden in de nieuwe samenwerking
gehonoreerd en uitgebouwd. Tegelijkertijd creëren we nieuwe dwarsverbanden en initiëren we
nieuwe ontwikkelingen. Rotterdam en Den Haag zijn veelal complementair in aanbod van
opleidingen en in cultuur. En daar waar we dezelfde richtingen hebben, zien we kansen voor
versterking om mee te blijven doen in de internationale context. Sterker nog. Wij zetten ons in om
de komende jaren tot de top van de internationale kunstvakopleidingen te horen.
Samen met onze preferred partners het Rotterdams Philharmonisch, het Residentie Orkest, het
North Sea Jazz Festival, Holland Dance Festival, Nederlands Dans Theater, het Asko|Schönberg,
kunstenaarscollectieven, ontwerpbureaus en studio’s, participeren we in een lokaal netwerk met
internationale allure. Voeg daarbij de unieke opleidingen wereldmuziek en oude muziek en de
nationaal bekende vooropleidingen in Rotterdam en Den Haag dan manifesteert zich een
kunstcluster met een wenkend en scherp profiel. Den Haag en Rotterdam werken al geruime tijd
samen. Dat gaan we nu intensiveren en structureel maken.
Het samenwerkingsproject Gurre-lieder heeft laten zien waar dat toe kan leiden. De Gurre-Lieder van
Arnold Schönberg is een groots opgezette cantate voor 5 vocale solisten, een spreker, een groot koor en
een groot symfonieorkest. In 2010 deden 356 toegewijde, enthousiaste en talentvolle musici mee aan deze
uitvoering onder leiding van Reinbert de Leeuw. Het was zijn ultieme droom om dit stuk uit te voeren.
Codarts en KC hebben het mogelijk gemaakt. Nog nooit was de Gurre-lieder op tournee geweest.
Rotterdam en Den Haag hebben laten zien ook dat aan te kunnen. Of zoals een toeschouwer berichtte:
"Het spatte er gewoonweg vanaf! Het is fantastisch om te zien dat zoveel jonge mensen samenwerken aan
een uitvoering van dit unieke stuk: dat is de toekomst!".
7
1.3 Verantwoordelijkheid in de sector
De analyse van de kwaliteit en de maatschappelijke positie van het kunstvakonderwijs, de adviezen
van de commissies Veerman en Dijkgraaf onderstrepen het belang van focus en massa. Codarts
Rotterdam en de Hogeschool der Kunsten Den Haag willen hiervoor hun gezamenlijke
verantwoordelijkheid nemen. Wij zien de noodzaak om te komen tot een geïntegreerd, geprofileerd
en kwalitatief hoogwaardig aanbod van kunstvakopleidingen binnen de Metropool Den
Haag/Rotterdam. Dit betekent dat Codarts Rotterdam en de Hogeschool der Kunsten Den Haag een
gezamenlijke regie voeren ten aanzien van het totale onderwijsaanbod dat beide hogescholen
verzorgen. Onze gemeenschappelijke inzet is wat ons betreft de kern van het advies van de
Commissie Veerman: scherpere keuze, strengere selectie, hogere kwaliteit.
De gezamenlijke regie heeft voornamelijk betrekking op het muziek- en dansonderwijs. De
Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en Circus Arts nemen een aparte positie in. Met het
afstemmen en integreren van het aanbod ontstaat voor de student een onderwijsomgeving die ten
opzichte van de huidige situatie meer verdieping en verbreding mogelijk maakt.
1.4 Voorop in de metropool
Met 3 miljoen inwoners binnen een straal van
20 kilometer van beide stadscentra vormen
Rotterdam en Den Haag een Metropoolregio
met een sterke internationale uitgangspositie.
De uitdaging van beide steden is om de positie
als Metropoolregio te verzilveren door de
kracht en kwaliteiten van de stedelijke regio’s
te bundelen. Dit is ook logisch gezien het feit
dat de stadscentra van hart tot hart slechts 20
km uit elkaar liggen en de verbindingen tussen
de regio’s steeds beter worden. De
verstedelijkte gebieden liggen niet meer dan
400 meter uit elkaar. Ruimtelijk vormen de
beide steden één samenhangende
Metropoolregio. De steden Rotterdam en Den
Haag positioneren zich als World Port, World
City en World Legal Capital. Kunst en cultuur,
onderwijs en talent zijn bij uitstek exponenten
die deze metropool een gezicht geven. Wij
willen hierin voorop lopen en onze rol in de
regio invullen. Deze regio heeft een
culturele infrastructuur waar wij als
topinstituut voor het kunstvakonderwijs een
duidelijke plek in hebben en waarin studenten
een aanstekelijke, inspirerende en
perspectiefrijke leeromgeving aantreffen.
De kenmerken van de Metropool Den Haag/Rotterdam
(de ‘assets’ uit position paper van de beide steden):
 Een human capital van ongeveer 3 miljoen
inwoners
 “Sterke merken” als de Port of Rotterdam, de
universiteit Leiden, de Erasmus Universiteit
Rotterdam en de TU Delft, diverse internationale
muziekfestivals, het Nederlands Danstheater, het
NAi, enz. Sterke merken die wereldwijd symbool
staan voor de internationale concurrentiekracht
 Een kustlijn met een lengte van ruim 40 km en
unieke natuurwaarden en recreatiemogelijkheden.
 Internationale bereikbaarheid met eigen
(zaken)vliegveld en directe HSL-verbindingen met
Schiphol, Brussel, Parijs en Londen
 Meer dan 100.000 (internationale) studenten
 Een breed en kwalitatief hoogwaardig cultureel
aanbod: 73 musea waaronder internationaal
gerenommeerde kunstinstellingen als het
Mauritshuis, Boijmans van Beuningen en het
Haags gemeentemuseum, 10 bioscopen, 42
theaters van de Koninklijke Schouwburg tot het
Nieuwe Luxor, diverse internationaal bekende
orkesten en dansgezelschappen en meer dan 100
grote culturele evenementen als het International
Film Festival en Parkpop.
8
1.5 ‘What’s in it?’ voor de student en de docent
Codarts en de Hogeschool der Kunsten nemen gezamenlijk de verantwoordelijkheid en voeren
gezamenlijke regie ten aanzien van het totale onderwijsaanbod dat beide hogescholen verzorgen. Met het
afstemmen en integreren van het aanbod ontstaat voor de student een onderwijsomgeving die ten opzichte
van de huidige situatie meer verdieping en meer verbreding mogelijk maakt. De verbreding zit in het
aanbod van podiumkunsten tot aan beeldende kunst en vormgeving, in de muziek van oude muziek tot pop
en in de dans van klassieke theaterdans tot moderne dans. De verdieping zit in de diversiteit aan
opleidingsmogelijkheden. Met ons aanbod voor jonge talenten, het kunstonderwijs geïntegreerd met
primair en voortgezet onderwijs in eigen huis en de aansluitende bachelor-, master- en PhD-trajecten
bieden wij een leven lang leren in de kunsten voor de leeftijd van 5 tot 80 jaar. Ook ontstaan door het aan
elkaar koppelen van onze relaties met podia, gezelschappen en bureaus in de culturele industrie nieuwe en
andere mogelijkheden voor intensievere co-producties. Verder biedt de zich ontwikkelende Metropool Den
Haag/Rotterdam aanknopingspunten voor nieuwe trajecten, bijvoorbeeld op het gebied van educatie.
Onze ambitie wordt gevoed door het besef dat, gezien de grote veranderingen in de professionele
beroepspraktijk, een jong musicus/danser/beeldend kunstenaar, naast de onverminderd noodzakelijke
creatieve en ambachtelijke excellentie, meer en meer zal moeten beschikken over een grote mate van
zelfstandigheid, ondernemerschap en communicatieve vaardigheden. Een gezamenlijke vormgegeven
onderwijsomgeving van Codarts en de HdK zal hieraan optimaal bijdragen. Wij zijn ervan overtuigd dat het
geheel meer is dan de som der delen.
We gaan de kwaliteiten van beide hogescholen honoreren en verder uitbouwen. Bij de uitwerking zal, al
naar gelang de discipline, soms sprake zijn van afstemming, soms van bundeling en soms van
complementaire profilering. We zullen vanuit een gezamenlijke regie zowel op de voortgang als op de
kwaliteit van het samenwerkingsproces toezien. Hierbij vormt het uitgangspunt dat beide hogescholen de
gevoerde merknamen (Codarts Rotterdam, Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en Koninklijk
Conservatorium) behouden en in beide steden zal een volwaardig aanbod aan opleidingen blijven bestaan.
9
Hoofdstuk 2. Ons profiel
2.1 De bestaande profielen
Codarts
De doelstelling van Codarts is om actieve podiumkunstenaars op te leiden die hun eigen weg
kunnen banen in de wereld door een eigen stem te vinden. Een stem die het publiek weet te
bereiken en te ontroeren. Codarts wil hun artistieke vaardigheden in de breedste zin verdiepen en
versterken. Belangrijke aandachtspunten zijn het opvoeden en aansporen van de studenten om te
denken, te onderzoeken en te communiceren; om hen een open geest mee te geven. Alleen zo
ontwikkelt hij een duidelijk persoonlijk profiel, dat stoelt op professionele kennis en vaardigheden
en op de keuzes die hij maakt uit een veelheid van mogelijkheden. De student is niet maakbaar.
Centraal staan de individuele artistieke en de pedagogische ontwikkeling van de student. Daarom is
het curriculum van Codarts open en kent het ruimte voor onderzoek en experiment.
Codarts bevindt zich in Rotterdam, Codarts is Rotterdam. De stad is continu in beweging,
kosmopolitisch, nuchter en daadkrachtig. En kleurrijk, creatief en vernieuwend, en bovenal
begenadigd met een ongekende internationale dynamiek.
HdK
Het geheim van het onderwijs aan de Hogeschool der Kunsten Den Haag (HdK) ligt in de
geschiedenis van de faculteiten Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) en Koninklijk
Conservatorium (KC). Vernieuwing kan alleen maar vanuit traditie, zij rust op de schouders van de
historie. De HdK verzorgt intensief onderwijs, internationaal, interdisciplinair, met handen en
voeten in de beroepsuitoefening, met aandacht voor het individu, waardoor nieuwsgierige en
ambitieuze studenten worden aangetrokken, inclusief ontluikende talenten vanaf 5 jaar. De HdK
hanteert op alle niveaus een scherpe selectie en leidt zelfstandige en zelfbewuste kunstenaars en
ontwerpers op die een rol van betekenis spelen in hun discipline en de maatschappij. De
programma’s van de HdK zijn doordesemd van onderzoek, zowel in de bachelor als de master;
daarenboven heeft de HdK als enige hogeschool of universiteit in Nederland via een
‘Gemeenschappelijke Regeling’ met de Universiteit Leiden toegang tot het promotierecht in de
kunsten zelf.
2.2 SWOT-analyse
In het kader van het sectorplan kunstvakonderwijs hebben Codarts Rotterdam en de Hogeschool der
Kunsten de afgelopen periode intensief gesproken met het werkveld, de relaties in de regio, met
studenten en docenten en met de diverse overleggremia van de hogeschool. Op basis van deze
gesprekken en diverse analyses over het kunstvakonderwijs hebben we de volgende
sterkte/zwakte-analyse opgesteld, die op de volgende pagina staat.
2.3 Keuzes: wel en niet
We gaan deze sterkten uitbouwen en aan elkaar verbinden. Enerzijds door gezamenlijk de kansen te
benutten om het beste talent aan ons te binden, om nieuwe excellentieprogramma’s te ontwikkelen en ons
netwerk in het werkveld uit te breiden. Anderzijds door belemmeringen weg te nemen door bepaalde
studierichtingen voldoende kritische massa te geven, een zwak geprofileerde docentenopleiding aan te
scherpen en afnemende belangstelling in bepaalde disciplines positief om te buigen.
10
Sterkte
Zwakte
Codarts
 Sterk profiel moderne dans.
 Breed aanbod aan opleidingen in muziek.
 Unieke opleiding wereldmuziek en
onderzoekscentrum WMDC.
 Eerste Nederlandse opleiding Circus Arts.
 Duidelijke inbedding in Rotterdam met educatie
en community Arts.
 Internationaal georiënteerde hogeschool.
 Sterke relatie met podia en gezelschappen.
Codarts
 Onvoldoende kritische massa in bepaalde
instrumentgroepen.
 Administratieve organisatie te complex.
 Inbedding van het onderzoek in bachelor.
Hogeschool der Kunsten
 Sterk merk voor klassieke muziek en scheppende
afdelingen.
 Sterke opleiding beeldende kunst en vormgeving.
 Toonaangevende opleiding oude muziek.
 Unieke masters Type and Media, ArtScience,
Sonologie en Artistic Research.
 Heldere visie op onderzoek in bachelor en master.
 Promotierecht via Universiteit Leiden
(docARTES/PhDArts).
 Internationaal georiënteerde hogeschool.
Hogeschool der Kunsten:
 Onvoldoende kritische massa in bepaalde
instrumentgroepen.
 Profiel van docent muziek te veel gericht op
binnenschoolse educatie.
 Weinig herkenbaar profiel van de jazzopleiding.
Kansen
Bedreigingen
Codarts
 Veel aandacht voor Nederlands talent.
 Cultuur als speerpunt in metropool.
 Aanbod podia voor jazz pop en wereldmuziek.
 Toenemende vraag naar kunsteducatie.
 Circus Arts als nieuwe kunstvorm.
Codarts
 Krimpende Nederlandse arbeidsmarkt in
bepaalde disciplines en afnemende
belangstelling klassieke muziek.
 Politieke ontwikkeling van deeltijdonderwijs en
tweede studie.
 Broos draagvlak lectoren.
 Beperkt civiel effect masters.
Hogeschool der Kunsten
 Landelijke voorziening artistiek onderzoek.
 Veel aandacht voor Nederlands talent.
 Cultuur als speerpunt in metropool.
 Nieuwe markt voor Honoursprogramma’s.
 Talentenprogramma voor jonge beeldende
kunstenaars en vormgevers.
Hogeschool der Kunsten
 Samenwerking AHK en Het Nationale Ballet.
 Krimpende arbeidsmarkt in bepaalde disciplines
en afnemende belangstelling klassieke muziek.
 Politieke ontwikkeling van deeltijdonderwijs en
tweede studie.
 Kosten om excellente (gast)docenten volgens
internationale normen te kunnen honoreren.
Hoewel beide hogescholen afzonderlijk absoluut bestaansrecht hebben, zijn we van mening dat het
geheel meer oplevert dan de som van de delen. Samenwerken en het aanbrengen van focus en
massa brengt meerwaarde voor de student én het werkveld.
Wij constateren in het licht van de maatschappelijke ontwikkelingen een noodzaak om ons
onderwijs op elkaar af te stemmen. Als we bijvoorbeeld in beide steden een volwaardig orkestprofiel
voor de opleiding muziek willen continueren, kunnen wij dat het beste gezamenlijk aanpakken. In
het kader van het sectorplan kunstvakonderwijs zijn we bereid het gesprek aan te gaan over een
11
landelijke bundeling van de studierichting kerkmuziek in Utrecht. Ook kunnen eerdere gesprekken
met ArtEZ over de opleiding danstherapie van Codarts nog steeds een vervolg krijgen.
Veerman en Dijkgraaf pleiten voor herinrichting van het landschap van het kunstvakonderwijs. En
hoewel het samengaan van onderwijsinstellingen niet populair is, wordt juist in de cultuursector
herverkaveling en krachtenbundeling sterk aangemoedigd. Dit bevestigt onze bijzondere positie als
kunsthogeschool. Overigens praten we in de nieuwe situatie met circa 3.000 studenten nog steeds
over kleinschalig onderwijs.
2.4 Ons gezamenlijk profiel
Veel meer dan de bedreigingen zien wij kansen in onze samenwerking. De keuze voor een
gezamenlijke aanpak is gebaseerd op de overtuiging dat dit het beste is voor de versterking van het
onderwijs voor de student. Het aanbod is complementair, de inhoud staat centraal, de organisatie
volgt. Bij de vormgeving van onze samenwerking zijn (internationale) kwaliteit en wederzijds begrip
en respect voor elkaars ambities, belangen en positie de leidende principes.
In onze gezamenlijke verkenning hebben we de volgende profielkenmerken benoemd:
1. Traditie en avontuur, ambachtelijkheid en vernieuwing
2. Excellente opleidingen in 5 domeinen
3. Internationaal vooraanstaand kunstvakonderwijs
4. Kritische massa als basis voor studiesucces
5. Oog voor jong talent
6. Onderzoek als DNA
7. Actieve innovatieve rol in en samen met de beroepspraktijk
8. Aandacht voor Excellence en well being
Ad 1.Traditie en avontuur, ambachtelijkheid en vernieuwing
Met de samenwerking Codarts/HdK komen twee culturen bij elkaar. Wij vinden
dat cultuurverschillen inspirerend werken en tot synergie leiden en zijn ervan
overtuigd dat tussen de grenzen van de beide steden meer is dan de oppervlakte
doet vermoeden. Ook dat uit zich in de keuze die we maken.
Vernieuwing kan alleen maar vanuit traditie, zij rust op de schouders van de
historie en is ervan doordesemd. Innoveren is niet iets wat je zomaar doet, je
moet beredeneerde relaties leggen tussen de redenen voor innovatie, het erfgoed
dat je beheerst en de goede argumenten die dit kostbare bezit hebben gecreëerd.
Het onderwijs is scheppen, herscheppen en presenteren. En dat gebeurt in huis en
daarbuiten, samen met de organisaties, instellingen en vakgenoten als collega’s,
waarmee de kunstenaars tevens in de samenleving staan en niet in de laatste
plaats het publiek.
Wij staan open voor maatschappelijke ontwikkelingen. Voor ons is oud niet per se
beter dan nieuw, genoteerde muziek niet per se beter dan geïmproviseerde
muziek, conceptuele kunst niet per se beter dan industriële vormgeving. Deze
openheid is kenmerkend voor het aanbod.
Onze opleidingen waren trendsetters, zijn dat nog altijd en willen dat ook in de
toekomst blijven. De kernwaarden van de opleidingen – sterke vakmatigheid,
avontuurlijke instelling, authentieke persoonlijkheid, ondernemendheid en
diversiteit – zijn leidend in de keuzes die we maken in het aanbod, de didactiek en
de opbouw van het onderwijsprogramma.
Codarts
HdK
12
Ad 2. Excellente opleidingen in 5 domeinen
Met het samengaan ontstaat een internationaal georiënteerd bijzonder instituut
voor het kunstvakonderwijs met:
 een internationaal vooraanstaande afdeling muziek met een breed palet aan
richtingen: klassieke muziek, compositie, sonologie, jazz, pop, muziektheater
en de unieke opleidingen wereldmuziek en oude muziek;
 een topinstituut voor de dans met de vooraanstaande afdeling moderne dans
en de bijzondere HBO-opleiding klassieke theaterdans;
 een internationaal erkend instituut voor beeldende kunst met de afdelingen
autonome beeldende kunst en ArtScience;
 een vooraanstaande afdeling vormgeving met fotografie, grafisch ontwerpen,
interactive media design, textiel en mode, interieur- en meubelontwerpen,
Type and Media, interior architecture, industrial design en artistic research;
 een bijzondere nieuwe opleiding Circus Arts van Rotterdam.
Per opleiding zijn verschillen te benoemen, maar allen passen ze in het beeld dat
Dijkgraaf in zijn rapport over het kunstvakonderwijs heeft geschreven:
beroepsgerichte aanpak, individuele artistieke ontplooiing, vaktechnische
bekwaamheid, actuele inbreng van het docentencorps en hun brede palet aan
deskundigheden, de differentiatie in het aanbod en de strenge selectie aan de
poort.
Codarts
HdK
Ad 3. Internationaal georiënteerd vooraanstaand kunstvakonderwijs
In Nederland zijn maar enkele kunsthogescholen met een breed internationaal
samengestelde studentenpopulatie die mede gebaseerd is op de kwaliteit en
uniciteit van het aanbod. Ons samenwerkingsverband behoort tot deze categorie.
Voor ons geldt dat het aandeel buitenlandse studenten slechts gelegitimeerd is
door de bij ons aantoonbare internationaal erkende excellentie. Niet voor niets
heeft de HdK het bijzonder kenmerk internationalisering. Zowel van het
programma als van het niveau van docenten en studenten. Daarom hanteren wij
een toelatingsbeleid dat uitsluitend is gebaseerd op internationale
kwaliteitsnormen. Talent, potentie en beleerbaarheid zijn de wegingsfactoren,
niet nationaliteit. Jaarlijks verwelkomen wij 55 nationaliteiten, spreken wij 25
talen en worden nagenoeg alle opleidingen tweetalig of volledig Engelstalig
gedoceerd. Internationalisering is derhalve één van onze profielkenmerken.
Codarts
HdK
Ad 4. Kritische massa als basis voor studiesucces
Voor het onderwijs van studenten vinden wij het essentieel om jaarlijks
grootschalige hoogwaardige projecten te organiseren op het gebied van muziek,
dans, beeldende kunst, vormgeving en circus arts. Een substantiële omvang van
onze opleidingen zal dat mogelijk blijven maken. Dankzij een kritische massa van
het aantal studenten blijven we in staat een internationally leading community te
vormen. Hiermee houden we een orkestprofiel, kunnen we de researchcomponent van de master in al zijn varianten hoogwaardig realiseren en kunnen
we de competitie in het onderwijs blijvend stimuleren. Een niet onbelangrijk
neveneffect is dat wij hierdoor ook aantrekkelijk blijven om goede docenten aan
te trekken. Door de aanwezigheid van een kritische massa en een op die breedte
gericht investeringsbeleid, zijn alle faciliteiten op hoogwaardig niveau in te
zetten. Zowaar een sterke basis voor het studiesucces van onze studenten.
Codarts
HdK
13
Ad 5. Oog voor jong talent
Voor een succesvolle (internationale) beroepspraktijk als kunstenaar moet je op
jonge leeftijd beginnen. Voor de disciplines muziek en dans is dit zelfs een
noodzakelijke voorwaarde. Codarts ( met de Havo voor Muziek en Dans) en de
Hogeschool der Kunsten (met de School voor Jong Talent) beschikken over een
uitgebreide infrastructuur aan vooropleidingen. Die krachten gaan we bundelen
om specifieke scoutingactiviteiten op te zetten om jong talent vroeg te
herkennen, te begeleiden en voor te bereiden op instroom in de
bacheloropleiding. Voor de werving en selectie van leerlingen voor de
vooropleidingen in de dans hebben we aantal jaren geleden al een gezamenlijk
traject uitgezet www.ikworddanser.nl
Codarts
Ad 6. Onderzoek als DNA
De hedendaagse kunstenaar is een reflecterende beroepsbeoefenaar, iemand die
nadenkt over zijn eigen aanpak en werkwijze en welbewust de discussie met
andere professionals zoekt. Wij willen onze studenten zodanig equiperen dat zij in
deze wereld hun plek kunnen vinden. Onderzoek draagt bij aan de vorming van
deze reflecterende en innoverende beroepsbeoefenaar. Voor zowel de bachelor
als de master, als in een promotietraject.
In tegenstelling tot de meeste Westerse landen is in Nederland de mogelijkheid
om te promoveren in de kunsten tot nu toe onderontwikkeld gebleven.
Uitzondering is de gemeenschappelijke regeling van onze Hogeschool der
Kunsten met de Universiteit Leiden, die studenten die daar belangstelling en het
juiste talent voor hebben de mogelijkheid biedt te promoveren in de kunsten. Het
betreft de voor Nederland unieke doctoraatsprogramma’s docARTES voor
muziek en PhDArts voor beeldende kunst en vormgeving.
HdK
HdK
Ad 7. Actieve innovatieve rol in en samen met de beroepspraktijk
Wij vinden dat een jonge kunstenaar naast de onverminderd noodzakelijke
creatieve en ambachtelijke excellentie, meer en meer zal moeten beschikken over
een grote mate van zelfstandigheid, ondernemerschap en communicatieve
vaardigheden. Een gezamenlijke vormgegeven onderwijsomgeving van Codarts
en de HdK zal hieraan optimaal kunnen bijdragen.
Meer en meer zullen we co-producties ontwikkelen met partijen uit de creatieve
industrie. We hebben daarin al het nodige bereikt. Dat valt o.a. af te lezen in de
scores van U-map. Wij worden beiden gekwalificeerd als internationaal
vooraanstaande onderwijsinstituten met een stevige regionale basis en een
goede positie op het gebied van 'knowledge exchange'. Dat laatste uit zich sterk
in ‘Number of concerts and exhibitions organized’ .
Codarts
Ad 8. Excellence en well being
Sustainable Performance gaat om het samenspel van performers en hun
omgeving, de factoren die van invloed zijn op het realiseren van hun beste
prestaties. Hoe komen kunstenaars tot deze prestaties? Hoe zorgen zij ervoor dat
zij blijven groeien en hun performances voortdurend een toenemende kwaliteit
laten zien en horen? Welke factoren – fysieke, mentale, sociale en emotionele
factoren – zijn van invloed op dit proces? Met andere woorden: How to sustain the
ability to perform on a high level again and again?
Codarts
HdK
14
Omdat het geestelijk welbevinden van even groot belang is, heeft Codarts
Rotterdam het lectoraat Sustainable Performance ingesteld. De resultaten van dit
lectoraat hebben een plaats in het curriculum. Mens sane, in corpere sane, dat is
het adagium. Van de NVAO heeft Codarts als enige hogeschool het bijzonder
kenmerk ‘diversiteit’ toegewezen gekregen. Dat is wat Codarts is. Omdat alleen
het open staan voor de individuele eigenheid van onze student het bereiken van
zijn hoogste niveau garandeert. Vanuit die keuze kan de student kennismaken
met alles wat de hogeschool biedt. Codarts Rotterdam richt het curriculum zo in
dat de invulling van de artistieke reis vele ontmoetingen en samenwerkingen
mogelijk maakt. De samenwerking met Den Haag is een nieuwe ontmoeting.
15
16
Hoofdstuk 3. Het onderwijs
Ons gemeenschappelijk profiel komt tot uiting in onze opleidingen en de wijze waarop we het
onderwijs inrichten. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van onze plannen voor onderwijs en beschrijft
de volgende onderwerpen:
 Ons onderwijsaanbod
 Aansluiting op het sectorplan hbo kunstonderwijs
 Kwaliteit en studiesucces
 Ondernemerschap
3.1 Ons onderwijsaanbod
Codarts en de Hogeschool der Kunsten vormen samen een internationaal georiënteerd instituut
voor het kunstvakonderwijs met bijzondere en excellente opleidingen. Excellentie en artisticiteit
staan voorop naast een beroepsgerichte aanpak met veel mogelijkheden tot individuele ontplooiing.
Hieronder een overzicht van de in het croho geregistreerde opleidingen van Codarts en Hogeschool
der Kunsten met in het overlappende kader de 4 gemeenschappelijke opleidingen.
CIRCUS ARTS
DANS
MUZIEK
M Opera
M Sonologie
BEELDENDE
KUNST
VORMGEVING
B Autonome
beeldende kunst
B Vormgeving
M Type and
Media
M Interior
Architecture
M Muziek
B Muziek
B Docent Muziek
B Dans
Hogeschool der Kunsten
B Docent dans
M Kunsteducatie
M Danstherapie
M Choreografie
B Circus Arts
C odarts
17
Aantal studenten
Muziek
Dans
(*incl. vooropleiding)
Beeldende kunst en
Vormgeving
Circus Arts
Totaal
Codarts
745
255
60
1.060
HdK
815
105*
Totaal
1.560
360
995
995
1.915
60
2.975
Analoog aan het Sectorplan hbo kunstonderwijs is de peildatum van de studentenaantallen 1 oktober 2010.
Doorlopende leer- en ontwikkellijn: een Leven Lang Leren in de kunsten
We bieden scholing aan voor alle leeftijden. We hechten aan de mogelijkheid om een student in elke
fase van zijn beroepspraktijk een aanbod te kunnen doen. In elke levensfase komt een eigen,
karakteristieke en waardevolle bloei tevoorschijn.
Een vroeg begin – met name voor de podiumkunsten dans en muziek – is de beste entree. Daarom
ontvangen we ontluikende talenten vanaf 5 jaar en geven we kinderen daarna de gelegenheid de
breedte van de kunsten te integreren met primair en voortgezet onderwijs tot en met het
gymnasium in de School voor Jong Talent en de Havo voor Muziek en Dans.
Aansluitend zijn er de bachelor en de masterprogramma’s. Voor degene die verder wil studeren in
de kunsten zijn er de derde-cyclus-programma’s – eventueel tot en met het doctoraat. Ook kunnen
ook zij-instromers bij ons terecht die kiezen voor een nieuw beroepsperspectief. Daarvoor zijn er
studierichtingen als muziekeducatie, danstherapie , diverse deeltijdstudies beeldende kunst en
vormgeving en de Post Graduate Course Industrial Design. Tenslotte hebben we ook een aantal
summercourses in ons aanbod.
3.2 Aansluiting op het sectorplan hbo kunstonderwijs
In het sectorplan ‘ Focus op Toptalent’ hebben hogescholen afgesproken minder bachelorstudenten
op te leiden tot beeldend kunstenaar of musicus. Daar staat extra aandacht voor toptalent, masters,
onderzoek en aansluiting bij de creatieve industrie tegenover. Wij kiezen voor een strengere
selectie, onderlinge samenwerking en afspraken met de beroepspraktijk. Meer en betere
cultuureducatie moet daarnaast zorgen voor een goed gevulde kweekvijver van toekomstig
toptalent.
Codarts en de Hogeschool der Kunsten nemen hun verantwoordelijkheid voor de plannen en komen
gezamenlijk tot de invulling van de afspraken die zijn gemaakt. Concreet betekent dit
1. Codarts en de Hogeschool der Kunsten hebben een samenwerkingsakkoord.
2. Strengere selectie: hogere kwaliteit met minder studenten.
Ad 1. Codarts en Hogeschool der Kunsten Den Haag hebben
samenwerkingsakkoord
Codarts en de Hogeschool der Kunsten hebben de volgende afspraken
geformaliseerd in hun samenwerkingsakkoord van 23 december 2011. De
hoofdlijnen van dit akkoord zijn:
 Bij de klassieke afdelingen zal het onderwijsaanbod in een nader vast te stellen
tempo worden geïntegreerd. We beginnen alvast met het doen van projecten
en het participeren in elkaars commissies van examinatoren. De
complementaire profilering van de twee klassieke afdelingen wordt
onderzocht. Dit maakt het mogelijk dat de optelsom van de voorgenomen
studentenreducties in het kader van het sectorplan inhoudelijk en in
gezamenlijk overleg wordt gerealiseerd.
Codarts/HdK
18





De samenwerking maakt alle minoren- en bijvakkenaanbod van alle genres
beschikbaar voor alle studenten.
Codarts en de HdK zullen hun docent- en educatieopleidingen bundelen tot één
interfaculteit.
De krachten van beide vooropleidingen worden gebundeld voor een binnen/
buitenschools aanbod. Wij willen onze ervaring inzetten voor scouting en
begeleiding van jong muziek- en danstalent.
De Jazzafdelingen van beide conservatoria gaan samenwerken bij
masterclasses en projecten. Er wordt gewerkt aan een integrale visie op de
afdelingen pop, jazz en wereldmuziek en hun unieke positionering. Ook hier zal
de studentenreductie in gezamenlijk overleg plaatsvinden.
Er wordt een gezamenlijk beleid ontwikkeld voor beide HBO-dansopleidingen
(KC -> klassiek, Codarts -> modern) en de contacten met het werkveld worden
bestendigd en versterkt.
Ad. 2. Strengere selectie: hogere kwaliteit met minder studenten.
De hogescholen hebben met elkaar afgesproken tot een reductie van de instroom
te komen voor een aantal bacheloropleidingen Muziek, voor Autonome Beeldende
Kunst (ABK) en voor Dans.
De reductie leidt tot een nog scherpere selectie aan de poort en zal een positief
effect hebben op de kwaliteit van de opleiding. Dit neemt niet weg dat reductie ook
is ingegeven door de politieke werkelijkheid en door een krimpende arbeidsmarkt
in sommige werkvelden, vooral in Nederland.
Voor muziek varieert de reductie per betrokken instelling met een bandbreedte
tussen de 7% en 18%. Onder de brede noemer van de bacheloropleiding muziek
worden verschillende afstudeerrichtingen aangeboden, zoals directie, compositie,
popmuziek, jazz, klassieke muziek, oude muziek. De reductie ten aanzien de
instroom betreft vooral de onderdelen jazz en klassieke muziek. Wat betreft ABK
en Vormgeving varieert deze reductie per betrokken instelling met een
bandbreedte tussen de 10% en 28% reductie. De instellingen hebben deze
percentages concreet gemaakt in absolute aantallen.
Codarts/HdK
Voor Codarts en de Hogeschool der Kunsten betekent de capaciteitsreductie in de
bacheloropleidingen: 12% muziek, 20% autonome beeldende kunst, 30% dans.
3.3 Kwaliteit en studiesucces
Binnen het hoger onderwijs hebben de kunstvakopleidingen een eigen positie ten aanzien van de
kwaliteitsbewaking. We kennen selectie aan de poort, onze eindexamens zijn openbaar, worden
beoordeeld door een commissie met externe deskundigen en we hebben docenten die actief zijn in
het werkveld en daar hun sporen hebben verdiend.
Beoordelen en selecteren vindt in onze sector voortdurend plaats: tijdens elke les, bij iedere
werkbespreking, naar aanleiding van elke presentatie of voorspeelavond, binnen het curriculum en
later in de praktijk. De eerste stap in de keten van kwaliteitsbewaking is het wegen van het artistieke
vermogen en de artistieke potentie tijdens de aanmelding voor de kunstopleiding en in
voorkomende gevallen zelfs al eerder tijdens de vooropleidingen. Slechts een beperkt deel van alle
aanmeldingen wordt gehonoreerd. Zo wordt bijvoorbeeld van de vele jonge dansers die zich
aanmelden slechts een klein percentage van 15 tot 20% toegelaten tot de dansvakopleiding. Door
19
deze selectie aan de poort proberen wij de kans op uitval gedurende het eerste studiejaar zo klein
mogelijk te houden. Bovenstaande aanpak verklaart ons relatief hoge studierendement. In die
gevallen dat uitval toch aan de orde is, zijn de redenen veelal terug te voeren op gebleken fysieke
beperkingen (voor dans of het instrument), terugval in ontwikkeling van het talent of een verkeerde
studiekeuze. Ook komt het voor dat studenten tussentijds uitstromen naar de beroepspraktijk
zonder dat het diploma wordt behaald.
Ook onze eindexamens zijn onderscheidend. De eindexamens van de opleidingen zijn openbaar. De
student legt een meesterproef af. Bij de uitvoerende opleidingen is dat een concert of een
voorstelling. Deze meesterproef optreden wordt beoordeeld door een commissie, waarvan
minimaal één deskundige van buiten. Deze open benadering is een duidelijke verantwoording naar
werkveld en samenleving, waarbij student en organisatie zich kritisch opstellen en draagt bij aan de
excellentie van de student.
Docenten van over de hele wereld dragen bij aan de invulling van ons pedagogisch programma dat
recht doet aan de visie dat de wereld het podium is. We hebben een flexibel docentenkorps met
freelancers die naast hun onderwijstaak een carrière in het werkveld hebben. Voor ons is dat een
kernvoorwaarde om de kwaliteitsstandaard hoog te houden en de (internationale) dynamiek in de
kunsten ten volle te benutten.
Onze beleidsagenda leidt tot het volgende:
1. Ontwikkeling Honours bachelorprogramma’s
2. Taskforce voor jong talent en voortrajecten
3. Masteropleidingen in kwaliteit en omvang verbeteren
4. Organisatie vereenvoudigen
5. Theoretisch gehalte van het beeldend kunstonderwijs verder versterken
1) Ad 1. Ontwikkeling Honours bachelorprogramma’s
Codarts/HdK
Het samenwerkingsverband Codarts-HdK wil zich verder profileren met een
driejarige Honours Bacheloropleiding muziek. Het instroomniveau is gelijk aan dat
van de huidige propedeuse. Van de studenten die toegelaten worden tot deze
driejarige Honours Bachelor mag worden verwacht dat zij aan het eind het
toelatingsniveau tot de Master bereikt hebben. Een volledige opleiding aan ons
instituut beslaat dan 5 jaar. Onderzocht zal worden of de kwaliteit en de intensiteit
van het onderwijs en de kortere duur van de opleiding het hanteren van een hoger
collegegeldtarief rechtvaardigen. Voor de beste studenten wordt een
beurssysteem ontwikkeld. De consequenties van deze bijzondere en voor
Nederland unieke opleiding wordt verder uitgewerkt en onderzocht op
haalbaarheid, zowel inhoudelijk als financieel.
2) Ad 2. Taskforce voor jong talent en voortrajecten
Codarts/HdK
Om de top te bereiken moet je met dans en muziek vroeg beginnen voor een
serieuze plek binnen het competitieve beroep. Op het moment bereiken maar
betrekkelijk weinig Nederlandse kinderen de (internationale) muziek en danstop.
Volgens ons ligt de oorzaak in de versnippering van de Nederlandse vooropleiding.
Elke instelling heeft een eigen vooropleiding met een eigen visie op het
ontwikkelen van talent.
In het Sectorplan Kunstvakonderwijs wordt de door de gehele sector erkende
noodzaak voor een voorziening voor jong talent en de voortrajecten gestipuleerd.
20
Bij muziek en dans gaat het om een veld met een flink aantal partijen: het regulier
onderwijs, de muziek en dansscholen, de privé-docenten, de vooropleidingen van
de hogescholen, particuliere opleidingen voor jong talent, en concoursen als het
Prinses Christina Concours. Om bestaande capaciteit maximaal te benutten, maar
ook te stroomlijnen en te verbeteren is een nationaal plan van aanpak vereist
waarbij bovengenoemde belanghebbenden samenwerken en afstemmen. Het
gaat hierbij om het adequaat signaleren, selecteren en begeleiden van het jonge
talent. Zo’n nationaal model zal per regio moeten worden vormgegeven, terwijl er
tegelijkertijd sprake moet zijn van nationale afstemming en kwaliteitsborging.
Hierbij gaan curriculumvorming van het talenttraject zelf en
curriculumvernieuwing bij de docentopleidingen en bijscholing van docenten uit
de praktijk hand in hand.
Codarts Rotterdam en de Hogeschool der Kunsten gaan een taskforce inrichten
met nader te bepalen partners waaronder het Prinses Christina Concours. Doel
van de taskforce is een Nationaal expertisecentrum te ontwikkelen voor de
voortrajecten in muziek, dans, beeldende kunst en circus arts. Het centrum
besteedt aandacht aan de doorlopende leerlijnen vanaf het basisonderwijs,
curriculisering van de voortrajecten inclusief de ontwikkeling van een vorm van
certificering. Een dergelijk expertisecentrum wordt ook sterk bepleit in het
sectorplan kuo en is van grote landelijke betekenis.
Codarts Rotterdam en de Hogeschool der Kunsten hebben in het
samenwerkingsakkoord vastgelegd dat zij de krachten van de School voor Jong
Talent van de HdK en de Havo voor Muziek en Dans van Codarts bundelen in een
binnenschools en buitenschools traject. Het al sterk ontwikkelde beleid om binnen
onze infrastructuur ook jong beeldend talent te scouten en beter voor te bereiden,
maakt daar expliciet een onderdeel van uit. Binnen de Koninklijke Academie is
hiertoe een goed lopend pre-propedeutisch basisjaar ingericht en is er intensieve
samenwerking met een groeiend aantal scholen voor voortgezet onderwijs.
Tevens wordt het talentenprogramma van Circus Arts van Codarts, dat
ondersteund wordt door het fonds van de cultuurparticipatie ondergebracht in
deze infrastructuur.
3) Ad 3. Masteropleidingen in kwaliteit en omvang verbeteren
In het sectorplan kuo hebben wij onszelf een reductie van bachelorstudenten
opgelegd ten gunste van een groei van het aantal masters. Wij zetten in op het
verbeteren van de masteropleidingen in zowel omvang als kwaliteit. De
kwaliteitsverbetering streven wij na door hogere instroomeisen te stellen, waarin
onderzoeksvaardigheden, zelfstandigheid, ondernemingsgeest en presentatie/
reflectie/articulatie nadrukkelijk worden meegewogen. Wij investeren al jaren in
het aantal masterplaatsen door meer studenten, die aan de uiterst hoge
toelatingseisen voldoen, toe te laten dan waar de bekostiging in de
onderwijsopslag (vaste voet) in voorziet.
De HdK heeft inmiddels aldus een in het Nederlandse kunstonderwijs unieke en
succesvolle Master Artistic Research ontwikkeld. Via de operatie “minder
bachelors voor meer masters” willen wij met name voor de faculteit beeldende
kunst en vormgeving capaciteit vrijspelen voor masters. Binnen KABK-brede
masters willen wij, binnen de didactische uitgangspunten van de academie,
masteronderwijs geven aan op verder onderzoek gerichte studenten. De researchcomponent van de master van het KC zal verder ontwikkeld worden, zodat
Codarts/HdK
21
gewerkt kan worden met verschillende soorten van onderzoek en rondom diverse
onderzoeksthema’s. De samenwerking met het docARTES doctoraatsprogramma zal verder worden versterkt. De huidige koers waarbij sprake is van
masterspecialisaties, vaak in co-productie met partijen uit het werkveld, zal
worden voortgezet en waar mogelijk uitgebreid o.a. met internationale joint
programmes.
4) Ad 4. Organisatie vereenvoudigen
Veel inspanningen zullen er de komende periode op gericht zijn om de organisatie
en de werkwijze van Codarts te vereenvoudigen. De Inspectie van het Onderwijs
constateert terecht dat het kunstvakonderwijs complex is. Bij Codarts heeft die
complexiteit zich vertaald in een complexe organisatie-inrichting (veel relatief
kleine afdelingen, veel management) en een zeer fijnmazige inrichting van het
onderwijs, waar onder 1.100 onderwijsmodules. Het motto voor de komende
periode is ‘eenvoudig beter’: door sterke vereenvoudiging er voor zorgen dat
administratie beheersbaar wordt en intern toezicht transparant. Dat bevordert
eveneens het inzicht in de studievoortgang.
5)
6) Ad 5. Theoretisch gehalte van het beeldend kunstonderwijs verder versterken
Gezien het grote belang dat wij hechten aan het doen van onderzoek is het
belangrijk dat hier in de bachelorfase van meet af aan aandacht aan wordt
besteed. Het theorieonderwijs vormt dan ook een belangrijk element in de
doorlopende leerlijn. De KABK investeert al jaren extra in een versterking van het
theoretisch gehalte van het bacheloronderwijs als profielkenmerk van het eigen
didactische concept. De laatste decennia is het belang van het theorieonderwijs
alleen maar groter geworden. Kunstenaars zijn zich in toenemende mate gaan
manifesteren als onderzoeker. Van kunstenaars wordt verwacht dat zij zich
effectief weten te representeren en te manifesteren op het maatschappelijke vlak.
Om te gedijen in het internationale circuit zijn naast hoogwaardig werk een goed
kennisniveau, taalvaardigheid en een groot vermogen tot theoretische reflectie
vereisten. Daarom wordt het eigen artistieke talent van elke student ondersteund
met intensief onderwijs, waarbinnen veel accent op theorie en onderzoek, op weg
naar een krachtig conceptueel en beeldend vermogen in combinatie met een
professionele houding en vakmatigheid.
Codarts
HdK
3.4 Ondernemerschap
Afgestudeerden uit het kunstvakonderwijs zijn ondernemers. Het percentage dat als zelfstandige
start (49,2%) ligt ver boven het hbo-gemiddelde van 5.5% (bron: Position paper kunstvakonderwijs,
hbo-raad). Uit het onderzoek “Innovatie van de beroepspraktijk” van de Koninklijke Nederlandse
Toonkunstenaars Vereniging uit 2009 blijkt dat onze alumni musici bovengemiddeld tevreden zijn
wat betreft hun voorbereiding op het ondernemerschap met een 6,9 voor Den Haag en een 7,5 voor
Rotterdam (hoogste score). Het rapport concludeert tevens dat een substantieel deel van het
curriculum gewijd is aan het ontwikkelen van een ondernemende houding en
ondernemersvaardigheden. Dat is ook logisch aangezien ondernemerschap en organiserend
vermogen als competentie onderdeel uitmaakt van de landelijke opleidingsprofielen. Deze profielen
zijn op hun beurt weer onderwerp van beoordeling in de accreditatie.
22
En uiteraard is dat in de onderwijspraktijk van alledag terug te zien. Zo is er binnen de KABK
expliciet aandacht voor het maken van portfolio’s, voor veelvuldig het presenteren en toelichten van
het eigen werk en voor organisatie. Reële praktijkopdrachten worden geïncorporeerd in het
onderwijs vanaf het eerste jaar. Er wordt gewerkt met daadwerkelijke opdrachtgevers bij alle
studierichtingen en in beginsel in elk studiejaar. Dat gaat dus om jaarlijks vele tientallen reële
praktijksituaties met een grote diversiteit aan externe opdrachtgevers, zoals recentelijk de
Rijksgebouwendienst voor een interieurproject in de Eerste Kamer. Andere opdrachtgevers, beter
geformuleerd coproducenten, waren of zijn het NDT, het Nationaal Toneel, de Gemeente Den
Haag, The Hague Festivals, het RO, de Tweede Kamer (afdeling beveiliging), het Ministerie van
Financiën, de Raad van State, Nieuwspoort, de Hoge Raad, de KLM, Fokker, Shell, TNT, etc. Jaarlijks
wordt naar schatting voor tweehonderd duizend euro door derden aan co-productie met de KABK
gerealiseerd. Naast de stages in binnen- en buitenland bij vele, vaak ook gerenommeerde bureaus,
is tenslotte het schrijven van een ondernemingsplan (uitgaande van artistieke werk en hoe daarmee
organisatorisch en economisch te functioneren) een verplicht element voor de studenten in de
opleiding.
De studierichting pop van Codarts heeft een online social popplatform artofpop.nl opgericht,
ontwikkeld door popstudenten en -docenten. Via het laatste popnieuws, een forum, een
concertagenda en door (gast)docenten geschreven columns biedt het platform een podium voor de
nieuwe talenten van de toekomst. Juist door de betrokkenheid van docenten die met één been in die
beroepspraktijk staan wordt het ondernemerschap als het ware in één keer meegenomen.
Co-productie
Zeker ook bij beeldende kunst is die co-productie van essentieel belang. Juist in een tijd waarin de
beeldcultuur zich stormachtig ontwikkelt, en de in het kunstonderwijs opgeleide ontwerpers en vormgevers
het startpunt en de kern zijn van wat vaak de creatieve industrie wordt genoemd, wil de KABK de plaats zijn
waarin creatief talent zich verder ontwikkelt. Daarmee kiezen wij voor een onderzoekende positie in de kunst
van morgen vanuit een houding van geëngageerde autonomie. Zowel op bachelor- als op masterniveau
werken wij daarom samen met vooral op innovatie gerichte bureaus en bedrijven om in de praktijk
voorkomende onderzoeksvragen ook binnen het onderwijs op te pakken. De expliciete gerichtheid om naast
de min of meer traditionele media de allernieuwste te ontwikkelen, blijkt onder andere uit ons, en binnen het
kunstonderwijs zeldzame, erkende RAAK-PRO project over innovatieve visualisatietechnieken in het
kunstonderwijs als augmented reality (in samenwerking met het bedrijfsleven en de TU Delft en de
Universiteit Leiden).
Dat neemt niet weg dat zowel de commissie Dijkgraaf als de KNTV ziet dat het beter kan. Codarts
en Hogeschool der Kunsten onderstrepen het belang van ondernemerschap. Voor ons hoort bij het
ondernemerschap ook dat onze studenten een eigen ’handtekening’ ontwikkelen, waarmee ze een
duidelijke plek in de beroepspraktijk hebben. Het gaat om authenticiteit, artistieke
onafhankelijkheid en integriteit in combinatie met het opzetten en in stand houden van de eigen
beroepspraktijk.
Hoewel het op tal van plekken in het curriculum wordt aangeboden, willen wij het ondernemerschap
nog steviger verankeren in het onderwijsaanbod. Codarts en de Hogeschool der Kunsten doen dit
aan de hand van de volgende activiteiten:
1. Herijken aan nieuwe landelijke profielen
2. Opzetten van Career Development Office (CDO)
3. Uitbouwen van co-producties
23
Ad 1.Herijken aan nieuwe landelijke profielen
De landelijke opleidingsprofielen dateren uit 2002 en zijn toe aan een revisie. De
netwerken van de opleiding zijn bezig met het beschrijven van nieuwe profielen.
De definitie van ondernemerschap zal hierin ook verder aangescherpt worden. Op
basis van de nieuwe profielen zullen de opleidingen opnieuw herijkt worden.
Codarts/HdK
Codarts werkt op dit moment aan een nieuw curriculum. Het is in feite een
herijking van de bestaande modules. Deze herijking komt mede voort uit de
constatering dat het bestaande curriculum te gedetailleerd en te complex is
opgezet. Een belangrijk uitgangspunt voor het nieuwe onderwijsprogramma is het
benoemen van beroepsrollen. Een van de 6 beroepsrollen wordt de musicus/
danser/circusartiest als ondernemer. Binnen deze beroepsrol worden diverse
modules aangeboden, waarmee de student zich ontwikkelt om in zijn
beroepspraktijk zijn eigen weg te vinden. Met het benoemen van deze beroepsrol
wordt het voor zowel studenten als docenten direct inzichtelijk op welke wijze
Codarts daar aandacht aan besteedt.
Codarts
Ad 2. Opzetten van Career Development Office (CDO)
Het CDO van de Hogeschool der Kunsten organiseert activiteiten voor studenten
ter voorbereiding op deze professionele beroepsuitoefening. Deze office is
ontwikkeld voor de student die op zoek is naar opdrachten die bijdragen aan
zijn/haar ontwikkeling tot beginnend professional en voor organisaties die
geschikte stage-aanvragen hebben voor de studenten. Het CDO is de
bemiddelaar.
Codarts heeft een vergelijkbare opzet voor een stagebureau, maar dan niet
digitaal. Er ligt een breed netwerk aan contacten zowel voor de dans als voor
muziek. Voor de opleiding Circus Arts wordt dit netwerk nu opgebouwd. Codarts
wordt bijna dagelijks benaderd door externe partijen voor de inzet van studenten
voor concerten en uitvoeringen, al dan niet aansluitend op het onderwijs. Codarts
heeft plannen om hiervoor een eigen impresariaat op te richten dat deels gerund
gaat worden door studenten zelf.
Codarts en HdK zullen de krachten van deze afdelingen gaan bundelen tot een
gezamenlijk Career Development Office.
Codarts/HdK
Ad 3. Uitbouwen van co-producties
Het ondernemerschap van onze beide instellingen uit zich vanzelfsprekend ook in
de rol die wij vervullen bij co-producties met partners uit het beroepenveld. Hierbij
vervullen wij veelal een centrale rol met een belangrijke inhoudelijk en
organisatorische inbreng. Naast onze opleidingen worden bij dergelijke
initiatieven nadrukkelijk ook onze lectoraten en ons uitgebreide netwerk
betrokken. In ieder geval worden er de komende periode twee uitgebouwd:
Codarts/HdK
a) Co-productie in (contemporary) dance
Codarts Dans onderhoudt intensieve verbindingen met de beroepspraktijk. Als
opleider voor de internationale arbeidsmarkt voor moderne dansers, als
onderzoeksinstituut voor vragen uit het werkveld en als co-producent samen met
festivals of theaters van dansvoorstellingen in binnen- en buitenland.
Codarts verwierf deze positie onder meer door twee gezichtsbepalende
onderwijs- en onderzoeksactiviteiten. Het gaat om de artistieke lijn van het
24
lectoraat van Jiří Kylián en (daarvoor) van William Forsythe, en de ‘Excellence and
wellbeing in the performing arts’ lijn van de gezondheidszorg. Maar ook door de
samenwerking met partners als Tanzplan Deutschland in het onderzoek naar
nieuwe choreografische, improvisatorische en pedagogische methoden.
Een van de concrete activiteiten is het ontwikkelen van een nieuw profiel voor de
master opleiding choreografie in samenspraak met Korzo, NDT, Scapino Ballet,
Conny Janssen Danst en andere gezelschappen in Rotterdam/Den Haag.
b) Co-productie Orkestspel met het RPhO en het RO
De traditionele markt voor Westerse klassieke muziek krimpt en daardoor staan
de Nederlandse symfonieorkesten onder druk. Een plek in deze orkesten is voor
steeds minder afgestudeerden weggelegd, wat leidt tot teruglopende
studentenaantallen bij de klassieke afdelingen van alle conservatoria in
Nederland. Op deze tendens zijn een aantal uitzonderingen. De Europese
toporkesten hebben over publieksbelangstelling niet te klagen, evenmin als de
oude muziek, de opera en de (moderne) kamermuziek. En, zo is onze ervaring ook
dat er samen met podia en orkesten nog veel te winnen is door het maken van
programma’s gemaakt door jonge mensen en gespeeld voor een jong publiek.
Het Koninklijk Conservatorium is enkele jaren geleden met het in Den Haag
gevestigde Residentie Orkest een co-productie aangegaan, wat heeft geleid tot de
masterspecialisatie Orkestspel. Codarts is met het Rotterdams Philharmonisch
Orkest een soortgelijk initiatief gestart onder de naam Academie voor het Nieuwe
Orkest. Kenmerkend is dat optredens in het partnerorkest integraal onderdeel zijn
van het opleidingsprogramma. In de komende vijf jaar gaan wij de bestaande
samenwerking verbreden, verdiepen en verrijken.
c) Co-productie in Beeldende Kunst en Vormgeving
De bestaande intensieve vormen van samenwerking in de beeldende kunsten en
vormgeving, niet alleen met vele instanties van de lokale en nationale overheden,
maar ook met de musea, zoals het Haags Gemeentemuseum, het GEM, het Van
Gogh Museum, galeries en kunstenaarsinitiatieven, culturele festivals als The
Hague Festivals, en met vele ontwerpbureaus worden verder geïntensiveerd, o.a.
door uitbouw van samenwerking bij onderzoeksvragen waarmee diverse (ook
internationaal opererende) ontwerpbureaus zoals Next Architects,
2012Architecten, ZUS (Zones Urbaines Sensibles) en OMA (Office for
Metropolitan Architecture) geconfronteerd worden en die binnen het
kunstonderwijs een verdieping en aansluiting bij de beroepspraktijk verder kunnen
bevorderen. Wat bij Interior Architecture al op gang begint te komen zal worden
uitgebouwd en ook bij de andere ontwerprichtingen worden bevorderd.
25
26
Hoofdstuk 4. Onderzoek en valorisatie
Dit hoofdstuk beschrijft onze onderzoeksagenda voor de komende jaren. Ook hier is ons
gezamenlijk profiel de leidraad voor de keuzes.
4.1 Onderzoek
Kunst ontstaat in een voortdurende wisselwerking tussen maken of handelen, tussen het in en
uitzoomen op het voorhanden zijnde materiaal of dat nu fysiek of conceptueel is en tussen het
bekende en onbekende. De kunsten en de kunstenaars kunnen niet losgezongen worden van hun
fysieke en maatschappelijke bestaan. In onze visie is de (toekomstige) kunstenaar een mens van
vlees en bloed, die functioneert binnen een gegeven maatschappelijke context.
We zijn ervan doordrongen dat de kunstpraktijk behoefte heeft aan gevalideerde kennis en inzicht
op dit terrein, aan ‘evidence-based practice’. De hedendaagse kunstenaar is een reflecterende
beroepsbeoefenaar, iemand die nadenkt over zijn eigen aanpak en werkwijze en de discussie met
andere professionals welbewust zoekt. Wij willen onze studenten zodanig equiperen dat zij in deze
wereld hun plek kunnen vinden. Onderzoek draagt bij aan de vorming van deze reflecterende
beroepsbeoefenaar, wij gaan daarbij binnen ons bacheloronderwijs al van uit en verwachten dat een
masterstudent in staat is op een gevorderd niveau onderzoek te verrichten, dat hij paradigma’s in de
kunsten kan toepassen en becommentariëren. Specifiek voor het eigen vakgebied zal de master
inzicht hebben in de nieuwste kennis, in staat zijn om een originele bijdrage te leveren. Hij beheerst
tevens essentiële onderzoeksvaardigheden als analyse en diagnose.
Uniek in Nederland
De Hogeschool der Kunsten Den Haag biedt, en dat is uniek in het Nederlands hoger onderwijs, de
doctoraatstrajecten in de kunsten. Deze zijn opgezet in de programma docARTES en PhDArts in
samenwerking met de Academie der Kunsten van de Universiteit Leiden.
Het Koninklijk Conservatorium en de Academie der Kunsten werken sinds 2004 onder de naam
‘docARTES’ samen met het Gentse Orpheus Instituut en het Conservatorium van Amsterdam, het
Lemmens Instituut/Associatie Katholieke Universiteit Leuven en het Koninklijk Conservatorium
Antwerpen/Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen in de doctoraatsopleiding muziek
voor promovendi. Door de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten is reeds in 2007 samen met
de Academie der Kunsten het initiatief genomen om een internationaal, hoogstaand en
kwaliteitsvol doctoraatstraject te ontwikkelen in de beeldende kunst en design, de tweede
doctoraatsopleiding waar de HdK in participeert. Dit gebeurt onder de naam ‘PhDArts’ in
samenwerking met de Katholieke Universiteit Leuven.
Elk promotietraject bestaat naast het individuele onderzoek ook uit de promotiebegeleiding. Voor
elke promovendus afzonderlijk wordt gezocht naar een gespecialiseerd team van begeleiders en een
passende onderzoeksomgeving. Hier gaat het om de derde fase, de derde cyclus, het postgraduate
domein. Met het initiëren en implementeren van de doctoraatstrajecten docARTES en PhDArts
heeft de Hogeschool rechtstreeks toegang tot het doctoraat. Geen enkele andere kunstopleiding
heeft een vergelijkbaar structureel in een eigen instituut ingebed (Academie der Kunsten)
arrangement met een (naburige) universiteit.
4.2 Ambitie
Vanuit haar unieke positie wil de Hogeschool der Kunsten samen met Codarts een Centre of
Expertise voor onderzoek in relatie tot de kunsten oprichten. Het Centre of Expertise is de ruggengraat
voor alle onderzoeksactiviteiten binnen ons instituut en verankert de professionele
onderzoeksinfrastructuur. Het Centre omvat een aantal specifieke onderzoeksdomeinen, die
27
aansluiten bij het profiel van ons instituut. Onderdeel van het Centre is de landelijke ‘Voorziening’
onderzoek in de kunsten, die een structuur biedt voor PhD-trajecten.
Als gevolg van mondialisering, mobiliteit en migratie krijgen kunstenaars andere rollen die om
nieuwe vaardigheden en expertise vragen. Zij moeten hun werk kunnen ontwikkelen en
positioneren in een internationale en interdisciplinaire kunst- en onderzoekspraktijk. Om hierin te
kunnen voorzien, leiden wij kunstenaars op die tegelijkertijd in staat zijn hun individuele artistieke
praktijk te vernieuwen door het doen van onderzoek. Artistiek onderzoek is daarom nauw verweven
met de veranderende rol van de kunstenaar. Bovendien draagt het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden bij aan het creëren van nieuwe beroepsmogelijkheden voor kunstenaars.
We zien onderzoek in alle opleidingen terugkomen, in zowel de bachelor- als de masteropleidingen.
Het Centre of Expertise dat wij voor ogen hebben, biedt ook een discours voor onze docenten en
voor alle betrokkenen in het veld. Het is een discours over onderzoek in relatie tot de kunsten en
biedt een forum voor debat voor ontwikkelingen in de (inter)nationale kunstpraktijk.
4.3 Aansluiting bij topsector Creatieve industrie
Codarts en de Hogeschool der Kunsten zijn exponenten van de creatieve industrie. De topsector
Creatieve industrie is al jaren één van de snelst groeiende sectoren van de Nederlandse economie.
Sectoren die tot de creatieve industrie worden gerekend zijn: architectuur, mode, gaming, design,
reclame en nieuwe media. Ook muziek en dans, met een jaarlijkse omzet van vele miljoenen, mogen
in dit rijtje niet ontbreken. Als topsector gaat het om bedrijven die hun bestaansreden vinden in
creativiteit, innovatie en ondernemerschap. Wij zien in deze topsector een diversiteit aan
werkvelden. Het werkveld voor de jazz gitarist verschilt van dat voor de autonoom beeldend
kunstenaar. Voor de danser zijn er weer andere perspectieven dan voor de grafisch vormgever. De
docent dans kent weer een ander werkterrein dan een afgestudeerde van een master opera. En toch
maken ze allen onderdeel uit van die creatieve industrie.
Wij vinden het van belang dat er in ons onderwijs een duidelijke balans is tussen de initiële creatie
(het creëren van vorm, betekenis of symbolische waarde) en de toepassing ervan. Wij zijn ervan
overtuigd dat onze afgestudeerden een evidente culturele, economische en maatschappelijke
waarde representeren. Onze studenten hebben een eigenheid en authenticiteit. In de creatieve
industrie vertegenwoordigt dat een essentiële waarde, vaak als startpunt voor innovatieve
(industriële) productie. We leiden op voor creatieve specialisten die hun eigen positie in dit werkveld
creëren en verdienen.
Onze onderzoeksagenda bestaat uit de volgende activiteiten:
1. Oprichting van het Centre of Expertise voor onderzoek in relatie tot de kunsten
2. Landelijke ‘Voorziening’ onderzoek in de kunsten
3. Verstevigen en verbreden van onderzoeksdomeinen
4. Uitvoering internationale benchmark valorisatie in de kunsten
Ad 1. Oprichting van het Centre of Expertise voor onderzoek in relatie tot de kunsten
Gerelateerd aan creatieve industrie willen wij een zelfstandig Centre of Expertise
oprichten voor onderzoek in relatie tot de kunsten. Wij zijn ervan overtuigd dat een
apart Centre een versnelling teweeg kan brengen omdat het voortbouwt op een reeds
bestaande infrastructuur. Het Centre of Expertise richt zich op het versterken van de
innovatie in het kunstvakonderwijs. Het Centre publiceert, organiseert en faciliteert de
kennisuitwisseling en fungeert als optimale onderzoeksomgeving.
Codarts
en HdK
28
Het Centre of Expertise voor onderzoek in relatie tot de kunsten heeft de volgende
functies:
 het vormt een onderzoeksomgeving: het stimuleert het doen van onderzoek in de
opleidingen en biedt een platform voor docenten die onderzoek doen;
 het faciliteert de landelijke ‘Voorziening’ onderzoek in de kunsten;
 het is een opleidingscentrum voor docenten, dat tevens zorgdraagt voor de
kwaliteitsbewaking van onderzoek;
 het fungeert als een administratief centrum.
In het Centre is ruimte voor diverse onderzoekstrajecten.
Co-financiering en publiek-private samenwerking komt tot stand met de volgende
partijen:
 Universiteit Leiden (m.b.t. de ‘Voorziening’)
 instellingen en organisaties gerelateerd aan onderzoeksdomeinen (zie hieronder)
 gezamenlijk netwerk van Codarts Rotterdam en Hogeschool der Kunsten Den Haag
van podia, gezelschappen en andere instellingen uit de creatieve industrie
Ad 2. Landelijke ‘Voorziening’ onderzoek in de kunsten
De landelijke ‘Voorziening’ onderzoek in de kunsten beoogt een structuur te bieden
voor onderzoek en onderwijs, in het bijzonder in de derde cyclus. Elders in Europa
(Groot-Brittanië, Noorwegen, Zweden, Oostenrijk) zijn reeds voorzieningen op
nationaal niveau ingericht voor het onderzoek in de kunsten. Dat juist Nederland hierin
niet achter mag blijven houdt verband met het internationale en excellente karakter
van onze kunstopleidingen en instellingen. Een internationaal toonaangevende
landelijke voorziening voor (derde cyclus) onderzoek en onderwijs in de kunsten zal
deze internationale positie versterken en bovendien bijdragen aan de vernieuwing in
het kunstonderwijs.
HdK
De noodzaak van deze voorziening ligt primair in veranderingen in de huidige artistieke
praktijk. Kunstenaars functioneren niet langer alleen in relatieve autonomie binnen
afgebakende kunstdisciplines. Hun werk is in toenemende mate verweven met andere
maatschappelijke praktijken. Op het snijvlak van kunst & economie, kunst & sociologie
en kunst & technologie komen nieuwe vormen van kunstproductie tot stand, zoals
webdesign, visueel ontwerp, modeontwerp, industriële vormgeving en interactieve
muziekformats.
In de landelijke voorziening is ruimte voor diverse trajecten, zoals onderzoeksprojecten
(variërend in duur van ½ tot 2 jaar), fellowships (duur: 3 jaar, half-time) en
doctoraatsprogramma’s (duur: 5 tot 6 jaar, half-time).
Het ontstijgt tevens de grenzen van het hbo door de bestaande samenwerking met de
Universiteit Leiden waardoor ook het promotierecht is vastgelegd (zie tevens het
oprichtingsdocument dat als separate bijlage bij de aanbiedingsbrief bij deze
beleidsagenda is toegevoegd).
Ad 3. Verstevigen en verbreden van specifieke onderzoeksdomeinen
Naast onderzoek in de kunsten leggen we ons toe op specifieke zwaartepunten in
onderzoek die voortkomen uit ons profiel. Het zijn domeinen waarin we de afgelopen
jaren hebben aangetoond dat we onderzoek, onderwijs en innovatie met elkaar
verbinden. De onderzoeksdomeinen zijn herkenbaar en duidelijk geprofileerd. Het
betreft Excellence and well being, Nieuwe media en cultural industries, Music in a
Codarts
en HdK
29
global context, Educatie en community arts. Ze laten zien waar onze kracht ligt en waar
wij willen bijdragen aan een landelijk kennisplein rond onderzoek in het KUO (zie
sectorplan) en aan de agenda van de topsector Creatieve industrie. Een
onderzoeksdomein is een vrijplaats voor onderzoek waarin verschillende disciplines
samen kunnen komen. Het geeft een intellectuele stimulans en voeding aan de
onderzoeker, de kenniskring, de academie en aan de opleiding. Voor de
onderzoeksdomeinen hebben wij partners uit het nationale en internationale werkveld
voor het gezamenlijk uitzetten van onderzoeksvragen en/of de uitvoering van
gezamenlijke projecten.
a) Excellence and well being
De lectoraten Excellence and well being in the Performing Arts en Sustainable
Performance hebben veel inzicht opgeleverd in de voorwaarden voor excellentie in
onderwijs. Hoe kunnen studenten mentaal en fysiek zo goed mogelijk worden
voorbereid op een perfecte podiumpresentatie. De uitkomsten van de lectoraten
hebben al geleid tot aanpassingen van de onderwijsprogramma’s in de bachelor dans.
In dit onderzoeksdomein worden de inzichten van deze lectoraten verder uitgebouwd
en doordacht. Doel is de leerervaring voor het onderwijs te maximaliseren en te
implementeren.
Op deze wijze draagt het onderzoeksprogramma bij aan een duurzame verankering
van excellentie in het onderwijs. Voor de uitbouw van de bestaande activiteiten is
intensivering van bestaande samenwerkingsrelaties en het aangaan van nieuwe
noodzakelijk. Zo worden de contacten met de medische faculteit van de EUR
geïntensiveerd. Ook worden de contacten met het Rotterdam Topsportcentrum verder
aangehaald.
b) Nieuwe media en cultural industries
Dit onderzoeksdomein heeft tot doel artistiek, experimenteel en wetenschappelijk
onderzoek te verrichten, gericht op het ontwikkelen van nieuwe inhouden,
inhoudsvormen en manieren van interactie gebaseerd op de technische mogelijkheden
van moderne interactieve visualisatiemiddelen zoals AR. Dit onderzoek vindt primair
plaats in het AR-Lab, een experimenteerlab van de KABK. In dit domein wordt de
praktische en theoretische samenwerking op het gebied van AR tussen kunstonderwijs
en wetenschap structureel versterkt, zodat studenten, alumni, onderwijzend en
wetenschappelijk personeel wederzijds meer te weten komen over de
aard en de toepassingen van AR binnen kunst, ontwerp en wetenschap.
De Hogeschool der Kunsten werkt in dit domein samen met Bio-Robotics Lab van de
TU-Delft en met Media Technology van de Universiteit Leiden.
c) Music in a global context
Codarts heeft het World Music & Dance Centre opgericht. Het WMDC is het bruisende
podium van de wereldmuziek waarin Codarts haar activiteiten op het gebied van
onderwijs, onderzoek en arbeidsmarkt in een herkenbaar kenniscentrum heeft
samengebracht. Naast een concertpodium is het een bedrijfsverzamelgebouw voor
organisaties op het gebied van wereldmuziek en community arts.
Buiten de muren van de hogeschool ziet Codarts dat jazz , wereldmuziek en pop steeds
moeilijker van elkaar te onderscheiden zijn. Vroeger had elke traditie zijn eigen niche
met zijn eigen vaste publiek, maar nu spreken genres waarin allerlei muzikale
elementen op verschillende manieren zijn samengebracht wisselende groepen
concertbezoekers aan. Codarts wil met het WMDC als een programma voor Music in a
30
global context uitbouwen. In dit programma worden de verbindingen met het
werkveld, het onderzoek en de projecten van de afdelingen jazz, pop en wereldmuziek
bij elkaar gebracht. Doel is om de kracht van de onderscheiden afdelingen binnen dit
profiel optimaal te benutten. Studenten kunnen actief kennismaken met Europese
jazz, fusion, avant-garde, Braziliaanse muziek, tango en Afro-Cubaanse muziek. Het
programma is geen etno-musicologisch reservaat, maar een ontmoetingsplek voor de
beoefenaren van de muziek van de wereld.
Het Centre beschikt reeds over een goede onderzoek infrastructuur in het WMDC. Het
WMDC heeft een uitstekend netwerk in de wereldmuziek. Met het onderbrengen van
het netwerk van de jazz en de pop ontstaat een herkenbaar nieuw platform voor
onderzoek en voor het versterken van de relaties met de beroepspraktijk.
In dit domein wordt samengewerkt met organisaties als North Sea Jazz Festival en
Jazz international en met muziekopleidingen in Mumbai, Buenos Aires, Córdoba en
Istanbul, Berlijn en Shanghai.
d) Educatie en community arts
Het beroepenveld van de educatieve kunstenaar verandert. De arbeidsmarkt op dit
terrein is daardoor in beweging. Het is een breed en divers werkveld. Je komt ‘art
educators’ tegen in de amateurkunst en in semiprofessionele omgevingen, in het
onderwijs, in community arts-projecten, in multidisciplinaire en crossculturele
producties. In de voortdurend veranderende grote stad komen er steeds andere en
nieuwe werkgebieden bij. Er is daarom veel behoefte aan om- en bijscholing (train de
trainer), van alumni van kunsteducatieve opleidingen én van uitvoerende kunstenaars
die hun kennis en kunde in een kunsteducatieve omgeving willen inzetten.
Vernieuwing en verandering vragen om samenbundeling van krachten en verdieping
van kennis. In de kunsteducatie portal bundelt de hogeschool de onderwijs- en
onderzoeksactiviteiten van de docentenopleidingen dans, muziek en circus. Dit domein
is het aanspreekpunt voor de regionale en landelijke partners, en de lokale.
In dit domein wordt de ontwikkeling van cursussen op het terrein van de kunsteducatie
in het kader van lifelong learning verder uitgebouwd in samenspraak met externe
partijen. Betrokken organisaties zijn de SKVR, Erasmus Universiteit, het Koorenhuis en
de steden Den Haag en Rotterdam.
Ook de uitkomsten van het project ‘Muziek als vak - de excellente muziekleraar in het
basisonderwijs‘, dat het Koninklijk Conservatorium in juni 2010 is gestart in het kader
van de OCW-regeling Krachtig Meesterschap, zullen hierbij betrokken worden. Sinds
september 2010 verzorgen (vak)leerkrachten en stagiaires op vier basisscholen in Den
Haag en Delft muzieklessen aan de onderbouwgroepen, geïnspireerd op de Kodálywerkwijze, vertaald naar de tegenwoordige tijd. Vanuit het project worden o.a.
contacten onderhouden met de School voor Jong Talent, de Internationale basisschool
in Den Haag, Stichting Vocaal Talent Nederland, het Kodály Instituut in Kecskemét en
de British Kodály Academy.
Ad 4. Uitvoering internationale benchmark valorisatie in de kunsten
Sinds 2009 hanteert de HBO-raad een monitor voor onderzoek. Deze monitor geeft
een globale inzage de huidige inzet/opbrengsten van het onderzoek in onze instituten.
Het is basale informatie over het aantal lectoren, het aantal promovendi en de
opbrengsten uit subsidieaanvragen.
Codarts
en HdK
31
Tegelijkertijd zien we dat de opbrengsten van onze onderzoeksactiviteiten de
afgelopen jaren zeer divers zijn en nog onvoldoende terugkomen in de monitoren die
nu plaatsvinden. Gezamenlijk hebben we jaarlijks meer dan 1.200 evenementen met
talrijke bezoekersaantallen. Hieraan nemen externe partners deel, er worden recensies
over geschreven en externe partijen dragen bij in de vorm van het beschikbaar stellen
van faciliteiten. Allemaal opbrengsten die te meten zijn en gepubliceerd kunnen
worden.
Omdat ons werkterrein specifiek is en internationaal, willen wij met een aantal
internationaal vergelijkbare instellingen een benchmark gaan definiëren. Enerzijds om
tot een ontwerp te komen van het begrip valorisatie in de kunsten, anderzijds om
vergelijkingsmateriaal te gaan opbouwen.
Ons Centre of Expertise zal deze benchmark uitvoeren.
Human Capital Agenda
De Human Capital Agenda van de topsector Creatieve industrie loopt als het ware als een rode
draad door onze beleidsagenda heen. De onderwerpen van deze Human Capital Agenda staan ook
in het sectorplan voor het kunstvakonderwijs centraal en worden besproken in het platform
Creatieve industrie van het hbo.
Onze inzet voor het onderwerp ondernemerschap van de Human Capital Agenda is beschreven in de
paragraaf 3.4 en is ook terug te lezen in de onderzoeksdomeinen die we samen met de bedrijven en
instellingen opzetten. Met betrekking tot “vraag en aanbod op elkaar afstemmen” heeft het
kunstvakonderwijs al eerder afspraken gemaakt met OCW om te komen tot een reductie in
bepaalde segmenten. Onze inzet voor “alumni & permanente educatie” staat beschreven in het
hoofdstuk onderwijs. Dat wij het belang van onderwerp vier op de Human Capital Agenda,
internationalisering, onderstrepen blijkt uit het feit dat het deel is van ons profiel. In dat kader zien
wij nieuwe mogelijkheden in het programma “Erasmus for all”. We kunnen daarmee de
ondersteuning voor mobiliteit van studenten, docenten en staf verder uitbreiden.
32
33
Hoofdstuk 5. Onze prestatie-agenda
5.1 Preambule
In de vorige hoofdstukken hebben we onze plannen voor de komende jaren beschreven. En met de
titel ‘Een klasse apart’ willen we laten zien dat we daarin ambitieus zijn en onze eigen duidelijke
prioriteiten hebben. Deze prioriteiten willen we ook tot uitdrukking brengen in de prestatieafspraken.
Voor ons is de grootste opgave het samenbrengen van twee instellingen, het reduceren van
studentenaantallen en de erkend hoge kwaliteit blijvend op niveau te houden.
Het moment is nu daar. Onze hogescholen zijn er klaar voor, het sectorplan ligt op tafel en de
maatschappelijke behoefte aan profilering en reductie is manifest. Voor ons is de grootste prestatieinspanning het samen op gaan van beide instellingen. Om onze ambitie te realiseren maken wij
aanspraak op het 2%-deel van het selectieve budget (€2,5mln) . Die middelen stellen ons in staat het
proces te versnellen en voor het kunstvakonderwijs in Nederland een wezenlijke verandering tot
stand te brengen.
Dat willen we uiteraard doen in landelijke afstemming met het kunstvakonderwijs. Codarts en de
Hogeschool der Kunsten hebben zich gecommitteerd aan de plannen in ‘Focus op toptalent’ en
zullen deze ook voortvarend ten uitvoer brengen. Onze afspraken passen ook binnen de prestatieafspraken uit het hoofdlijnenakkoord. Dat betekent wel maatwerk. Wij zijn mono-sectorale
hogescholen, kleinschalig en in een bijzonder domein, de kunsten. Dat betekent dat voor bepaalde
indicatoren specifiek maatwerk nodig is om recht te doen aan de werkelijkheid van alledag in ons
onderwijs.
5.2 Prestatie- en profileringsafspraken
Referentie:
Het competitieve budget van 2%
Inzet:
Codarts en HdK
Uitvoering van het samenwerkingsakkoord Codarts-HdK
Als nieuwe kunsthogeschool in de metropool
Rotterdam/Den Haag profileren wij ons
(inter)nationaal met onderzoek in de kunsten
en nationaal als taskforce voor de
vooropleidingen. Daarvoor wensen wij
aanspraak te maken op een bijdrage van
€ 2,5 mln. uit het competitieve budget van 2%.
€ 1,0 mln. als bijzondere kwaliteitsimpuls voor
de investeringen om de nieuw te vormen
hogeschool tot een eenheid te maken. Zowel
op het gebied van onderwijs en onderzoek, als
ook organisatorisch.
Ambitieuze beleidsagenda voor meer verdieping
en verbreding met hoogwaardig onderwijs en met
een landelijke ‘Voorziening’ voor onderzoek in de
kunsten (zie de uitvoerige beschrijving in de
hoofdstukken 3 en 4).
In 2016 verwachten wij dat beide hogescholen zijn
samengevoegd tot één organisatorische eenheid.
Naast het stap voor stap uitwerken van de diverse
inhoudelijke punten, zal de constructie in de loop
van 2013 zijn beslag krijgen. In het studiejaar
2013-2014 zijn de eerste contouren van de
samenwerking zichtbaar. In 2016 verwachten we
dat de samenvoeging is afgerond.
€ 1,5 mln. voor het Centre of Expertise voor
0nderzoek in relatie tot de kunsten, inclusief de
landelijke “Voorziening”.
34
Referentie:
Capaciteitsreductie Ba-studenten
Inzet:
vrijgespeelde capaciteit/budget 2016
Wij hebben landelijk afspraken gemaakt in het sectorplan van het kunstvakonderwijs. In dat
sectorplan hebben we 0.a. toegezegd een capaciteitsreductie in de bachelorfase door te voeren ten
gunste van andere delen van het onderwijs.
Codarts:
10% muziek (-54 Ba)
33% dans (-54 Ba)
(totaal -108 x Ba)
Inzet Codarts:
20% vooropleiding
80% masteropleiding
HdK:
12% muziek (-58 Ba)
0% dans
20% autonome beeldende kunst (-55 Ba)
(totaal -113 x Ba)
Inzet HdK:
20% vooropleiding
70% masteropleiding
10% onderzoek/promotietrajecten
5.3 Prestatieafspraken hoofdlijnenakkoord
Kunsthogescholen zijn kleine hogescholen met een zeer specifieke studentenpopulatie en over het
algemeen een klein aantal opleidingen. Dit heeft tot gevolg dat in het kunstonderwijs grotere
schommelingen in rendement en uitval per jaar te zien zijn dan bij grotere instellingen met een meer
gevarieerd studieaanbod. Toevallige afwijkingen die in absolute aantallen klein zijn, leveren grote
procentuele fluctuaties op. Het kunstonderwijs pleit daarom voor het hanteren van een peilperiode
gebaseerd op meerjaarsgemiddelden in plaats van één peilmoment. Een vergelijkbare aanpak zou
overigens breder toegepast kunnen worden op alle kleinere hogescholen.
Het kunstvakonderwijs heeft een competitief onderwijsmodel. In alle studiejaren spiegelen
studenten zich aan elkaar en aan de verwachting in welke mate zij succesvol zullen zijn in het
werkveld. Onvoldoende voortgang in de artistieke ontwikkeling, om welke reden dan ook, is de bron
van uitval en is naar ons oordeel inherent aan ons type onderwijs.
We hebben jarenlang ervaring met de diverse instrumenten als selectie aan de poort, bindend
studieadvies en studentbegeleiding. De uitval en de rendementen die we nu hebben zijn de
afgelopen jaren in zekere zin stabiel. Onze inzet is dit (in vergelijking met het hele hbo) hoge
percentage blijvend op niveau te houden.
Gegeven het specifieke karakter van het kunstvakonderwijs willen wij de komende periode een
internationale benchmark uitvoeren naar uitval en rendementen bij collega-instellingen die zowel
een vergelijkbaar portfolio hebben als een vergelijkbare (internationale) studentenpopulatie. Deze
benchmark kan ons leren of en waar er eventueel nog “rek en ruimte” zit. Mocht dat het geval zijn,
dan kunnen we in de review in 2014 verdere afspraken maken over het vervolg.
Tegelijkertijd zetten we ons in om de studieduur van de uitvallers verder terug te brengen, zodat de
uitval in de hoofdfase afneemt bij toenemende uitval in de propedeuse (hetgeen overigens geen
effect heeft op het instellingsrendement). Dit gaan we enerzijds doen door een vereenvoudiging van
de organisatie van het curriculum. Dat leidt tot beter inzicht in de studievoortgang van studenten,
hetgeen weer bijdraagt tot een betere monitoring van studievertraging. Met een mogelijke
aanscherping van de BSA (zo mogelijk ook de BSA in hogere jaars) willen we, in combinatie met een
strengere selectie, de toegang tot de hoofdfase aanscherpen en daarmee de studieduur van
uitvallers verlagen.
35
1. Studie-succes (zie voor inhoudelijke onderbouwing hoofdstuk 3)
1.1.
Uitval
Definitie: aandeel van totaal eerstejaars voltijd
bachelor-studenten dat na één jaar niet meer bij
dezelfde instelling staat ingeschreven (cohort 2010)
Referentie
Inzet 2016
In 2010:
Codarts 24,9%
HdK 23,8%
Voortzetten van het
reeds geëffectueerde
kwaliteitsbeleid, gemeten
naar het gemiddelde over
de peilperiode 2013-2015.
Codarts en HdK zijn
voornemens de BSA aan
te scherpen, zo mogelijk
ook in hogere jaren.
1.2. Switch
Definitie: aandeel van totaal eerstejaars voltijd
bachelor-studenten dat na één jaar bij een andere
studie/croho-opleiding bij dezelfde instelling staat
ingeschreven (cohort 2010)
In 2010:
Codarts 0,8%
HdK 0,3%
Handhaving van het reeds
geëffectueerde
kwaliteitsbeleid, gemeten
naar het gemiddelde over
de peilperiode 2013-2015.
In 2010
Codarts 69,2%
Een gecontinueerde inzet
op maximaal rendement.
Vanwege de aard van de specifieke
studierichtingen komt het zelden voor dat
studenten binnen de kunstopleiding van studie
switchen.
1.3. Bachelorrendement
Definitie: aandeel van voltijd bachelor-studenten die
zich na het eerste jaar opnieuw bij dezelfde instelling
inschrijven dat in de nominale studietijd + 1 jaar bij
dezelfde instelling het bachelor-diploma haalt (cohort
2006)
Wij scoren hierin al erg hoog vanwege selectie
aan de poort, strenge propedeuse, diverse
maatregelen in de afgelopen jaren, tussentijdse
uitstroom naar beroepspraktijk zonder dat
diploma wordt behaald.
volgens de eigen
administratie betreft
het 67%.
HdK 80,7%
volgens de eigen
administratie betreft
het 76%
Inzet Codarts:
Wij zien schommelingen
bij het bachelorrendement. Wij willen toe
naar een meer
evenwichtig rendement.
Deels door een
aanscherping van de BSA
en deels door het in lijn te
brengen met de
opleidingen van Den
Haag. Het streven is 75%.
Inzet HdK:
de afgelopen 5 jaar is een
consequente verbetering
zichtbaar geworden van
5%. Een verdere
optimalisering achten wij
niet realistisch, te meer
36
ook daar de toekomstige
cijfers sterk beïnvloed
zullen worden door de
onzekere effecten van
overheidsmaatregelen,
zoals die voor
langstudeerders.
2. Kwaliteit/Excellentie (zie voor inhoudelijke onderbouwing hoofdstuk 3)
NVAO-oordelen
Wij nemen de NVAO-oordelen als uitgangspunt
op de belangrijke onderwijsgerelateerde
facetten
 eisen HBO (input)
 kwaliteit personeel (primair proces)
 gerealiseerd eindniveau (output)
en concentreren ons hierbij op de scores goed en
excellent (zie definitie).
Opgave Codarts is op basis van 8 beschikbare
NVAO-rapporten (alle opleidingen m.u.v. de
master muziek)
Referentie
Inzet 2016
NVAO-oordelen
Codarts:
Eisen HBO: 6G
Kwal.pers.: 7G
Eindniveau: 5G
(18/24 = 75%)
NVAO-oordelen
Hoewel op dit moment
niet helder is hoe de scores
van het huidige
accreditatiesysteem zich
exact zullen verhouden tot
die van het nieuwe, richten
wij ons in het kader van de
prestatieafspraken op het
meest wezenlijke aspect
“Gerealiseerd eindniveau”.
HdK:
Eisen HBO: 6G/3E
Kwal.pers.: 7G/2E
Eindniveau 3G/6E
(27/27 = 100%)
Inzet Codarts:
80 % score G/E op het
aspect Gerealiseerd
eindniveau.
Opgave HdK is op basis van 9 beschikbare
NVAO-rapporten (alle m.u.v. nieuwe master
interior architecture)
G = Goed
Inzet HdK:
Handhaving van de 100%
score G/E op het aspect
Gerealiseerd eindniveau.
E = Excellent
Studentenoordelen
Ook betrekken wij bij het onderdeel
Kwaliteit/Excellentie het studentenoordeel over
twee relevante aspecten uit de NSE:
- over de kwaliteit van de docenten
-het algemene studentenoordeel
Studentenoordelen
Codarts
Kwal.doc. 3,8
Alg.oordeel 3,7
HdK
Kwal.doc . 3,7
Alg.oordeel 3,8.
Studentenoordelen
Inzet Codarts:
Het is onze ambitie om op
beide oordelen boven het
landelijk gemiddelde te
scoren, gemeten naar het
gemiddelde over de
peilperiode 2013-2015.
Inzet HdK:
Het is onze ambitie om op
beide oordelen boven het
landelijk gemiddelde te
scoren, gemeten naar het
gemiddelde over de
peilperiode 2013-2015.
37
Nota bene:
In de loop van de beleidsperiode 2013-2016 zal duidelijk worden of de nieuwe beoordelingssystematiek van het herziene landelijke accreditatiestelsel – met de zogeheten Beperkte
opleidingsbeoordelingen - als geschikt referentiekader gebruikt kan worden. Ook zal gaandeweg
blijken of bepaalde opleidingen van onze beide instellingen al dan niet gezamenlijk voor accreditatie
zullen worden voorgedragen.
3. Maatregelen
M.b.t. de docentkwaliteit: Het kunstonderwijs is grotendeels gebaseerd op praktijkdocenten met een actieve
beroepspraktijk en een vaak kleine (tijdelijke) aanstelling als docent. De positie in het beroepenveld is het
belangrijkste criterium voor selectie van docenten. Binnen het officiële Functie Waarderings Systeem van de
Hogeschool der Kunsten en Codarts Rotterdam is het (internationale) beroepenveld ook bepalend voor de
inschaling. Het opleidingsniveau is daarbij minder doorslaggevend.
Het kunstonderwijs zal zich niet richten op het verhogen van het aantal mastergediplomeerde praktijkdocenten behalve waar dit een natuurlijke aanwas betreft op grond van het feit dat er nu masteropleidingen in de kunsten
zijn - maar een hoge kwaliteit van het docentencorps blijven nastreven op basis van eigen criteria, zoals de
(blijvend) sterke positie in het beroepenveld en de binding met het werkveld. Het kunstonderwijs kent naast
praktijkdocenten ook theoriedocenten en wil zich voor wat betreft deze laatste groep wel binden aan een
streefcijfer voor masterdiploma's. Theoriedocenten worden op hun theoretische kennis geselecteerd en een
opleiding op wetenschappelijk of HBO-masterniveau is derhalve relevant.
Referentie
Inzet 2016
Aantal theoriedocenten
master/PhD
in 2010:
Inzet Codarts:
Het afwijkende percentage
van Codarts is te verklaren
vanuit ons portfolio van
opleidingen. In
tegenstelling tot klassieke
muziek kenden de
richtingen pop,
wereldmuziek en
muziektheater geen master
(of voortgezette opleiding).
Ook de opleidingen dans
en circus arts kennen geen
andere opleidingen dan de
masters. Gezien deze
achtergrond streeft
Codarts naar 60% en dat
betekent 10 docenten
extra die een mastergraad
gaan halen.
3.1. Docentkwaliteit
Het betreft het aandeel van de docenten (OP) met
een master/PhD in het totaal aantal docenten
(OP).
Codarts 40%
Binnen de Vereniging voor Hoger Kunstonderwijs
(VHK) is beargumenteerd om alleen de
theoriedocenten als referentie te nemen (zie
bovenstaande toelichting).
HdK 88,4%
38
Inzet HdK:
Wij conformeren ons aan
het streefgetal van de
Strategische Agenda van
de HBO-raad: 80%
(70% master + 10% PhD).
In het vervolg hanteren wij
de mastergraad in beginsel
als benoemingscriterium
voor theoriedocenten.
3.2. Onderwijsintensiteit
Het betreft het aandeel van de voltijd bacheloropleidingen met minder dan 12
geprogrammeerde contacturen (klokuur/week) in
het eerste jaar.
In 2010:
Codarts n.v.t.
HdK n.v.t.
Het gemiddelde aan geprogrammeerde
contacturen in het eerste jaar overstijgt bij al onze
opleidingen de 12 klokuur per week. Al zijn de
diverse opleidingen op dit punt onvergelijkbaar.
Het kunstonderwijs is bijzonder intensief, zoals
dat ook direct is te zien in de ongeveer dubbele
hoeveelheid contacturen bij beeldende kunsten en
vormgeving ten opzichte van het genoemde
minimum. Ook bij muziek zou het om zo’n
verhouding ten opzichte van het algemene hoger
onderwijs gaan, indien de onderwijstijd op basis
van individueel onderwijs (1-op-1) geteld zou
worden na vermenigvuldiging met een factor x
vanwege het verschil ten opzichte van de elders
veelvuldig voorkomende grootschalige colleges.
3.3. Indirecte kosten
Binnen onze salarisadministraties hanteren wij
drie categorieën:
- onderwijzend personeel (OP)
- onderwijzend ondersteunend personeel (OOP)
- algemeen ondersteunend personeel (AOP)
De door ons gehanteerde verhouding
OP+OOP/AOP wijkt sterk af van de gegevens van
de reviewcommissie. Daarom noteren wij in de
volgende kolom ons eigen getal op basis van onze
personeelsadministratie
Inzet Codarts:
Handhaving van het reeds
geëffectueerde beleid,
gemeten naar het
gemiddelde over de
peilperiode 2013-2015.
Inzet HdK:
Handhaving van het reeds
geëffectueerde beleid,
gemeten naar het
gemiddelde over de
peilperiode 2013-2015.
In 2010:
Codarts 1,1
HdK 3,78
volgens opgave
OP/OOP van de
reviewcommissie
Volgens onze
eigen
administraties
betreft het
Codarts 2,8
HdK 3,0
Codarts en HdK zijn
voornemens in de periode
2013-2016 zowel
onderwijskundig als
organisatorisch met elkaar
te integreren. De
doelstelling is dat wij
weinig overhead hebben.
Als streefgetal voor de
verhouding OP+OOP/AOP
in 2016 hanteren wij 3,0.
39
5.4 Uitvoerbaarheid
Ten behoeve van de samenwerking hebben wij vorig jaar een projectorganisatie ingericht. De
organisatie staat onder leiding van het gemeenschappelijk overleg van de Colleges van Bestuur. Er
zijn zeven werkgroepen ingericht (klassiek, jazz-pop-wereldmuziek, dans, jong talent, educatie,
onderwijs en organisatie) met de coördinatoren van de betreffende afdelingen. De werkgroepen
staan onder leiding van een van de leden van de colleges van bestuur. Deze projectorganisatie zal
ook de uitvoer van de beleidsagenda de komende periode ter hand nemen totdat een meer
definitieve organisatie is ingericht. Om de samenwerking uit te voeren gaan wij uit van een
herschikking van 2 à 3% onze eigen middelen om te kunnen investeren in nieuwe ontwikkelingen.
De planning van de activiteiten ziet er als volgt uit.
Samenwerking
Onderwijs
Onderzoek


Taskforce voor jong
talent ingericht

Centre of Expertise
opent deuren

Nieuwe
onderwijsorganisatie
Codarts ingericht
Plan van aanpak
verbetering
masteropleidingen
Nieuwe opzet talent
programma van start
Eerste cohort
Honoursprogramma’s
Career Development
Office geopend

Plan van aanpak
onderzoeksdomeinen
in kennisplein

Resultaten
internationale
benchmark
gepresenteerd
Januari 2013

September 2013
Besluit bestuurlijk
arrangement
geëffectueerd
Eerste onderwijsjaar in
gezamenlijkheid

Januari 2014

September 2014
Mogelijke harmonisatie
Instellingsaccreditatie



Backoffice geïntegreerd

Januari 2015

Curriculum aangepast
aan herijking landelijke
profielen

Capaciteitsreductie tot
stand gebracht
September 2015
Januari 2016

September 2016
Opleidingen onder één
gezamenlijk concept
40