TGC-RES-SDU-2014/09 (FR) TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) Aansluiting van appartementsgebouwen 1 Aansluiting van appartementsgebouwen Een appartementsgebouw aansluiten op het netwerk van Proximus is een must. Deze stap biedt een duidelijke meerwaarde aan een gebouw en bereidt het voor op de toekomst. Het is bovendien aangewezen om dit uit te voeren tijdens de bouwwerkzaamheden. Het op een later tijdstip uitvoeren, wanneer het gebouw bijvoorbeeld werd opgeleverd, is kostelijk en brengt heel wat opbreekwerk met zich mee dat bovendien hinderlijk is voor de bewoners. In deze gids met technische richtlijnen worden de verschillende stappen uitgelegd om een appartementsgebouw aan te sluiten op het Proximusnetwerk. Deze gids geeft details over de benodigde materialen, de normen waaraan moet worden voldaan en de taakverdeling tijdens het verloop van de werkzaamheden. Kijk op www.proximus.be/bouwen na of u de meest recente versie hebt. Opgelet: Proximus heeft de grootste zorg besteed aan de inhoud van deze technische richtlijnen, doch kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele fouten of onnauwkeurigheden. Elke persoon die op basis van deze technische richtlijnen werken uitvoert of laat uitvoeren, is verantwoordelijk voor deze werken en de gebruikte materialen. TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) Belgacom nv van publiek recht, die haar activiteiten uitoefent onder de commerciële naam Proximus. 2 4/5 3 1 2 1 Plaatsing van wachtbuizen en kabelgoten 2 Inrichting van een technisch lokaal 3 Verticale bekabeling 4 Inrichting van een technische ruimte (in het appartement) 5 Installatie van het aansluitpunt TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) Taakverdeling en contact met Proximus 3 1. Plaatsing van wachtbuizen en kabelgoten Gebruik 2 wachtbuizen met een diameter van minstens 50 mm. Plaats om de 20 meter een trekkamer. Zorg voor een water- en gasdichte afdichting van de wachtbuizen. Sluit de buiseinden af met een afneembare stop. Plaats de nodige kabelladders en kabelgoten om de kabel te ondersteunen. Markeerpaaltje Openbaar domein TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) 60 cm Privédomein 2 x wachtbuizen 50 mm Kabelgoten 4 Markeerpaaltje Openbaar domein Privédomein 20 m 20 m Xm 60 cm 60 cm Trekkamer Trekkamer voor de kabels Plaatsing van wachtbuizen en kabelgoten Voor de installatie van de invoerkabel en de op het publieke telecomnetwerk waarvoor Proximus instaat, zijn verschillende voorzieningen noodzakelijk: Chemin aansluiting de cable • op het privédomein: het graven van een rechtlijnige sleuf met een diepte van 60 cm tussen het gebouw en de rooilijn van de straat, loodrecht op de rooilijn; • het voorzien in deze sleuf van 2 wachtbuizen met een diameter van minstens 50 mm, voorzien van trekdraad; • het plaatsen van een trekkamer, om de 20 meter; • het maken van 2 openingen in de funderingen van het gebouw en het plaatsen van de wachtbuizen. Het zorgen voor een water- en gasdichte afdichting tussen de funderingen en buitenwand van de wachtbuizen; • het hermetisch afsluiten van alle buisuiteinden met een passende stop, in afwachting van de installatie van de kabel. TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) In het gebouw de kabelladders en kabelgoten plaatsen (10 cm breed) om de invoerkabel te ondersteunen vanaf de plaats waar de kabel het gebouw binnenkomt tot aan het technisch lokaal. Kabelgoten Proximus zorgt tijdens het aansluiten voor een water- en gasdichte afdichting rond de invoerkabel. 5 2. Inrichting van een technisch lokaal De verticale kabels komen bij voorkeur direct in het lokaal aan. Vloerbelasting: 300kg/m2. Let op de verluchting van het lokaal; vermijd directe inval van zonlicht. Er moeten minstens 3 stopcontacten van 230 V beschikbaar zijn. TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) Er moet verlichting aanwezig zijn van minstens 300 lux. Gemeenschappelijk technisch lokaal 6 Inrichting van een technisch lokaal Het technisch lokaal vormt de verbinding tussen het gebouw en het publieke telecomnetwerk. In het technisch lokaal wordt de verdeler geïnstalleerd. Deze verdeler zal de signalen verspreiden om ze vervolgens, via de verticale bekabeling, naar elk appartement te sturen. In de praktijk is het niet altijd mogelijk om een apart lokaal te voorzien. In dat geval kan het om een gemeenschappelijk lokaal of een open ruimte gaan. Chemin de câble Hieronder de afmetingen waaraan het lokaal moet voldoen: Technisch lokaal Type lokaal Afmetingen Apart lokaal 2 m x 2 m x 2,5 m (hoogte) Gemeenschap- pelijk lokaal voor te behouden ruimte: 2 m x 2 m x 2,5 m (hoogte) Open ruimte1,5 m x 1,5 m (op de muur) met een vrije ruimte van 1,5 m loodrecht Voor gebouwen met minder dan 40 appartementen, mogen de afmetingen van het technisch lokaal 1,5 m x 1,5 m x 2,5 m (hoogte) bedragen.. 1,5 m Het gebruik van een open ruimte is enkel toegestaan voor locaties met minder dan 40 appartementen. Afgezien van de minimaal vereiste afmetingen, is het aangewezen om de volgende technische specificaties te respecteren: 1,5 m • de verticale kabels van de appartementen komen bij voorkeur direct in het lokaal aan; 1,5 m 1,5 m • de wachtbuis moet rechtstreeks eindigen in het technisch lokaal. In het tegenovergestelde geval moeten kabelladders en kabelgeleidingen worden aangelegd tot in het technisch lokaal; TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) • de muren moeten vrij zijn, zodat racks eenvoudig kunnen worden bevestigd; Open ruimte • waar het een open ruimte betreft, mag de muuroppervlakte geen buitenmuur zijn; 7 • er moet verlichting aanwezig zijn van minstens 300 lux; • er moeten minstens 3 elektrische stopcontacten van 230 V beschikbaar zijn; • het lokaal moet vrij zijn van afvoerbuizen en allerlei bronnen van interferenties (EMI en RFI); • er moet voldoende luchtcirculatie voorzien zijn, bijvoorbeeld door het plaatsen van ventilatieroosters. Directe inval van zonlicht moet worden vermeden; • de vloerbelasting in het telecomlokaal moet tot 300 kg per vierkante meter verdragen. Voor gebouwen met meer dan 40 appartementen, kan bijkomende telecomapparatuur worden geïnstalleerd door Proximus. In dat geval moet een elektrische aansluiting worden voorzien op het hoofdbord van het gebouw. Daartoe moet in het technisch lokaal een kabel type XVB - 3G 6 mm2 worden klaargelegd en dit met voldoende overlengte (= de som van de breedte + lengte + hoogte van het lokaal). Technisch lokaal (open ruimte) Beveiliging van het lokaal Het lokaal moet kunnen worden afgesloten met een deur met veiligheidsslot, waarvan de sleutel kan worden ondergebracht in een kastje voorzien van een slot type Proximus (zodat Proximus technici steeds toegang kunnen hebben). Aarding Het technisch lokaal wordt best uitgerust met een aparte aardingspen die aangesloten is op de aarding van het gebouw. De aarding van het technisch lokaal moet conform de norm EN 50310 zijn. TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) Verdeler Verdeler Proximus zal het gebouw voorzien van een verdeler, de nodige uitrustingen en bekabelingen. Proximus zorgt ook voor de aansluiting op het openbare telecommunicatienetwerk. De kabels dienen elk een label te dragen, zoals beschreven in het onderdeel. 8 3. Verticale bekabeling Gebruik op zijn minst een Cat 6 U/UTP-kabel. Label beide uiteinden van de kabels en vermeld de gegevens van het aangesloten appartement (nummer, verdieping en blok). Gebruik kabelladders (of kabelgoten) voor de technische schacht. TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) Houd telecomkabels gescheiden van andere kabels om interferenties te vermijden. 9 Verticale bekabeling De verticale kabels worden aangelegd tussen het technisch lokaal en de appartementen. De verticale kabels lopen via een technische schacht en dienen te voldoen aan een aantal criteria. De kabel De verticale kabels bestaan op zijn minst uit standaard ethernetkabels van 4 gestrengelde symmetrische paren type U/UTP Cat 6. Conform de norm mag de lengte van de kabels die de verdeler met de aansluitpunten in de appartementen verbinden, niet langer zijn dan 90 meter. UTP Cat 6 Proximus raadt echter aan om de combinatiekabel Cat 6/glasvezel te gebruiken, vermits deze toekomstbestendig is. Deze kabel laat namelijk een standaardverbinding met een U/UTP-kabel toe en - in de toekomst - mogelijk een uiterst snelle verbinding met de glasvezelkabel. De combinatiekabel bestaat uit een standaard ethernetkabel van 4 gestrengelde symmetrische paren type U/UTP en minstens Cat 6, en een glasvezelkabel bestaande uit minstens 2 vezels (minstens type G657.A1). Beide kabels (koper en glasvezel) kunnen worden gebundeld in een gemeenschappelijk omhulsel. Beide kabels dienen wel te kunnen worden gescheiden om ze afzonderlijk op twee verschillende patchpanelen te kunnen aansluiten. Het is niet toegelaten om glasvezelkabels type G652D te gebruiken. De gebruikte kabels dienen te voldoen aan de algemene veiligheidsvoorschriften voor de installatie binnenin een gebouw. TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) Berekening van de vereiste overlengte Combinatiekabel Elke kabel moet aan beide uiteinden voorzien zijn van een overlengte. In de appartementen moet een extra lengte worden voorzien van minstens 3 meter. In het technisch lokaal is de 10 overlengte de som van de breedte, de lengte en de hoogte van dit lokaal. Uitvoering In het technisch lokaal moet de overlengte van de kabel worden opgerold. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat bepaalde criteria worden gerespecteerd en dat het materiaal correct wordt gehanteerd om de goede werking ervan te handhaven. Gelieve de volgende basisprincipes te respecteren: • de maximale trekkracht van de kabel niet overschrijden; • de minimale buigstraal van de kabel respecteren tijdens en na de installatie; • de minimale en maximale bedrijfstemperatuur van de kabels bewaren; Labeling van de kabels • de maximale lengte van 90 meter voor kabels Cat6 (norm ISO/CEI 11801) niet overschrijden. Als de lengte langer zou zijn, neem dan best contact op met ons om een optimale oplossing uit te werken. Labeling van de kabels Elke kabel dient aan beide uiteinden als volgt te worden gelabeld: nummer van het appartement / verdieping / blok. Technische schacht De verticale kabels worden in een technische schacht getrokken. Hier moeten de kabels verplicht vastgehecht worden aan een kabelladder. TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) Voor kleinere appartementsgebouwen kunnen de kabels ook in buizen worden getrokken die doorlopen tot in het appartement. De diameter van deze buizen is typisch 25 mm. Kabelgoten In ieder geval is het aanbevolen om de telecomkabels te scheiden van andere kabels om, volgens het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI), het risico op interferenties zo laag mogelijk te houden. 11 Schachten, kabelladders en kabelgoten De schachten moeten worden geplaatst conform de wettelijke voorschriften, zoals beschreven in het AREI. Alle elektrotechnische installateurs kunnen buizen en kanalen aanleggen voor de telecominfrastructuur, met inachtneming van volgende aanbevelingen: • de buizen moeten ononderbroken en zo rechtlijnig mogelijk worden geplaatst; • ze moeten een gladde binnenwand hebben; • ze moeten voorzien zijn van een trekdraad; • z e moeten toegankelijk zijn aan elk uiteinde zonder vloeren of plafonds te demonteren; • ingeval van bochten moeten bochten van minder dan 90° worden vermeden. Om de telecomkabels vast te hechten en te ondersteunen in de technische schachten wordt het gebruik van kabelgoten of kabelladders aanbevolen. TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) Kabelladders Kabelgoten (of kabelladders) worden ook aanbevolen voor gebruik bij horizontale doorgangen of in de technische ruimte. Deze voorzieningen hebben als voornaamste principe dat zij zo goed mogelijk de telecomkabels ondersteunen. 12 4. Inrichting van een technische ruimte (in het appartement) Nabij het punt vanwaar de telecomkabels naar de andere woonruimten vertrekken. Op een hoogte van minstens 100 cm van de grond. Nabij minstens 3 elektrische stopcontacten van 230 V met aarding. Op een binnenmuur of een geïsoleerde buitenmuur, beschut tegen vocht en stof. Technische schacht 50 cm 70 cm Stopcontacten 230 V TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) min. 100 cm Photo Espace Technique 13 Technische schacht 50 cm 70 cm Stopcontacten 230 V min. 100 cm Technische ruimte Invoer verticale bekabeling Uiteinden van de bekabeling van de telecominstallatie binnenin het appartement Aansluitpunt Zone voor de actieve apparatuur Inrichting van een een technische ruimte Voorzie nabij het aansluitpunt een oppervlakte van minstens 50 x 70 cm, op de muur of in een kast. Dit wordt de technische ruimte. Ze bevindt zich: • n aast het punt vanwaar de telecomkabels naar de andere woonruimten vertrekken; • o p een hoogte van minstens 100 cm van de grond; • o p een binnenmuur of een geïsoleerde buitenmuur, beschut tegen vocht en stof. Deze technische ruimte biedt plaats aan de volgende elementen: • het aansluitpunt waarop de verticale kabel toekomt; TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) • 3 elektrische stopcontacten 230 V met aarding; Detail van de technische ruimte • de invoer van de kabels en diverse voorzieningen (modem, ethernetswitch) voor de telecominstallatie binnenin het appartement (zie de technische richtlijnen betreffende de bekabeling binnenin een woning, TGC-RES-INT). 14 5. Installatie van het aansluitpunt Plaats een opbouwdoosje met een RJ45-connector van dezelfde categorie als de geïnstalleerde verticale kabel (indien het een verticale kabel Cat 6 betreft). of Plaats een opbouwdoosje met een RJ45-connector en een SC/APC-glasvezelconnector (indien het een combinatiekabel betreft) met een overlengte van de glasvezel van minstens 60 cm. Voer een controlemeting uit conform de norm ISO/CEI 11801. TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) Aansluitpunt met combinatiekabel (1 x RJ45 + 2 x SC/APC) 15 Installatie van het aansluitpunt De verticale kabel moet in het appartement toekomen aan een aansluitpunt. Het aansluitpunt wordt in de technische ruimte naast het eindpunt van de verticale kabel geplaatst. Aansluitpunt van het type Ethernet Indien de verticale bekabeling uit koper bestaat, is het aansluitpunt een standaard ethernetcontactdoos type RJ45 van dezelfde categorie als de verticale bekabeling. Aansluitpunt van het type Ethernet + glasvezel Indien een koper/glasvezel-combinatiekabel werd geïnstalleerd, is het aansluitpunt een combinatieopbouwdoosje dat minstens een optische SC/APC-connector en een RJ45connector bevat van dezelfde categorie als de verticale bekabeling. Ethernet aansluitpunt (RJ45) Om een optimale werking te garanderen moet het aansluitpunt voldoen aan de volgende specificaties: • een vrouwelijke RJ45-connector om de verticale U/UTP min. Cat 6 te termineren (zelfde categorie als de geïnstalleerde verticale kabel); • minstens een SC/APC-connector voor de aankomst van de glasvezel; • de minimale buigradius van de U/UTP-kabel Cat 6 dient te worden gerespecteerd bij het vastzetten van de RJ45-connector; • een minimum van 60 cm overlengte per glasvezel moet in de behuizing kunnen worden opgerold met inachtneming van een minimale buigradius van 15mm; TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) • ruimte voor een warmtekrimpbare bescherming rond elke glasvezel; Combinatie-aansluitpunt (Ethernet/glasvezel) • de SC/APC - RJ45-behuizing dient te voldoen aan de norm IP40/IK05. 16 Na het plaatsen van de connectoren is het aangewezen om een controlemeting uit te voeren conform de norm ISO/IEC 11801. TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) Combinatie-aansluitpunt (Ethernet/glasvezel) 17 Taakverdeling en contact met Proximus TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) De doeltreffende samenwerking tussen de verschillende aannemers van het project en ons team verloopt dankzij een goede communicatie. De volgende pagina’s beschrijven de standaardprocedure. 18 Taakverdeling Taken uit te voeren door de bouwheer Inzake de installatie van telecommateriaal in een appartementsgebouw zijn de volgende taken voor rekening van de bouwheer: • het plaatsen van wachtbuizen, inclusief de doorgang door de buitenmuren, en het plaatsen van kabelgoten en kabelladders, indien nodig; • het ter beschikking stellen van een technisch lokaal; • het plaatsen van verticale bekabeling naar elk appartement en het labelen van de verticale bekabeling in het technisch lokaal; • het plaatsen van een aansluitpunt in elk appartement (voor U/UTP en eventueel glasvezel) en het aansluiten van de verticale kabel. Taken uitgevoerd door Proximus Zodra deze voorbereidende werken correct zijn uitgevoerd, zal Proximus de volgende taken op zich nemen: • de toevoer van de invoerkabel naar het technisch lokaal via de wachtbuizen die door de bouwheer werden geplaatst; • het aansluiten van de invoerkabel op het publieke netwerk; • de installatie van de verdeler in het technisch lokaal; • de montering van de invoerkabel op de verdeler; TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) • het monteren van de verticale kabels (van de appartementen) op de verdeler. 19 Lijst van e-mailadressen Controle infrastructuur (straatkabels) en vooraanleg West- / Oost-Vlaanderen [email protected] Antwerpen - Limburg Vlaams-Brabant (buiten zone 02) [email protected] Vlaams-Brabant (zone 02) Waals-Brabant (zone 02) Brussels Hoofdstedelijk Gewest [email protected] [email protected] Henegouwen - Namen Waals-Brabant (buiten zone 02) [email protected] Luik - Luxemburg [email protected] Coördinatie van de erkzaamheden 1. Proximus op de hoogte brengen van het project Dit dient via e-mail bij de aanvang van de funderingswerkzaamheden te gebeuren. Aan de hand van deze e-mail wordt de beschikbare infrastructuur in de straat gecontroleerd. De e-mail moet de volgende informatie bevatten: • ligging van het project (gelieve de plannen en de adressen van het project bij te voegen); • het aantal appartementen en handelszaken; • het aantal lift- en technische lijnen (alarm); • een planning van de werkzaamheden. 2. De aansluiting van het gebouw aanvragen Deze aanvraag dient per e-mail te gebeuren en dit twee weken voor de beschikbaarheid van het technisch lokaal. De aanvraag moet de volgende informatie bevatten: • De contactgegevens van de aanvrager (bouwheer): • naam, adres, contactpersoon • telefoonnummer en btw nummer • het exacte adres van het gebouw • de officiële nummering van alle appartementen • de contactgegevens van een werfleider (naam en gsm) 3. O ptionele aansluiting van de lift- en technische lijnen TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) Op uitdrukkelijke vraag van de bouwheer kunnen de lift- en technische lijnen worden geactiveerd. Hiertoe dient de bouwheer, bovenop de gegevens vermeld in punt 2, de lijnen te vermelden die hij wenst te activeren en de gegevens van de titularis van de lijn (naam, adres, contactpersoon, telefoonen btw nummers). De aansluitingskosten en de tarieven van dergelijke abonnementen staan ter inzage op www.proximus.be 20 TGC-RES-MDU-2014/09 (NL) Relevante normen Norm Beschrijving Toepassing ISO/CEI 11801 Algemene structuur databekabeling Verticale bekabeling, telecomverdeler, patchsnoeren, aansluitpunt EN 50174 Bekabeling in gebouwen Verdelerkast, aansluitpunt, principes van aarding EN 50310 Aarding van installaties Aardingskabel, aardingspen in het telecomlokaal EN 61034 Low-smoke eigenschappen Combinatiekabel, patchsnoer EN 60754 Zero halogeen eigenschappen Combinatiekabel, patchsnoer CEI 60332 Vlamvertragende eigenschappen Combinatiekabel, patchsnoer CEI/EN 60529 Bescherming tegen vocht en voorwerpen van buitenaf Verdelerkast, aansluitpunt (IP40, IK05) CEI 62262 Bescherming tegen mechanische schokken Verdelerkast EN 60603 Specificaties RJ-connector RJ45-connectoren EN 50377 Specificaties SC/APC-connector SC/APC-adapter, SC/APC-connector, aanloopband (pigtail) G 657.A1 Eigenschappen van single-mode glasvezels met lage krommingsstraal Glasvezels, combinatiekabel AREI Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties Afstand tussen kabels, leggen van kabels en leidingen 21
© Copyright 2024 ExpyDoc