Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Januari 2014 Analyse van de knelpuntberoepen in het Brussels grootstedelijk gebied Inleiding De arbeidsmarkten van de drie gewesten in België hebben elk hun eigen kenmerken en eigen specificiteit. Hierdoor zijn de arbeidsmarkten in ons land erg verschillend, ondanks deze verschillen zijn er toch in elk van de 3 gewesten een belangrijk aantal vacatures die moeilijk ingevuld raken. Jaarlijks wordt door elk van de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling, met name de VDAB, de Forem en Actiris een lijst opgesteld van de moeilijk in te vullen werkaanbiedingen of de zogenaamde knelpuntberoepen voor respectievelijke het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De oorzaken van het knelpuntkarakter hebben niet noodzakelijk te maken met een kwantitatieve mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. De verklaringen van het knelpuntkarakter zijn vaak complex en geenszins eenduidig, vaak spelen meerdere factoren op de arbeidsmarkt. Hoewel een tekort aan kandidaten voor bepaalde beroepen de aanwervingsmoeilijkheden verklaren, spelen ook elementen zoals een discrepantie tussen de vereisten van de werkgever en het profiel van de werkzoekenden een rol. Maar ook het negatieve imago van de sector of het beroep, de arbeidsomstandigheden, de verloning en het arbeidsstatuut kunnen onder meer een rol spelen. Aangezien de gewestelijke arbeidsmarkten niet louter naast elkaar functioneren maar er een samenhang is, is het interessant om te trachten een gemeenschappelijke lijst van knelpuntberoepen op te stellen. Daarenboven sluiten de institutionele en sociaal-economische grenzen van het Brussels Gewest niet bij elkaar aan. De invloed van de sociaaleconomische activiteit van het Brussels Gewest reikt namelijk verder dan het grondgebied van de 19 gemeenten van het Gewest. Volgens een studie van de UCL1 zou de Brusselse agglomeratie afgebakend kunnen worden als een gebied van 31 gemeenten. Volgens het concept van het “Brussels stadsgewest”2, deze omvat de agglomeratie en de Brusselse voorsteden, telt het gebied 62 gemeenten. Het is in deze analyse evenwel niet de bedoeling een debat te lanceren omtrent de sociaaleconomische grenzen van Brussel. Het Brussels grootstedelijk gebied (BGG) zoals het begrip in deze tekst wordt gebruikt, bestaat uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de provincie Vlaams-Brabant en de provincie Waals-Brabant. De uitgebreide stedelijke zone valt dus samen met de vroegere provincie Brabant. De indeling volgens provincies heeft als groter voordeel dat er meer cijfergegevens beschikbaar. 1 2 “Critères pour la détermination des frontières de Bruxelles”, Thomas Isabelle et Tulkens Henry, UCL– mai 1999. “De Belgische stadsgewesten 2001” Luyten Sarah en Van Hecke Etienne, Instituut voor Sociale en Economische Geografie, K.U.Leuven, 2007. Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 1 Voor het opstellen van een gemeenschappelijke lijst van knelpuntberoepen wordt uitgegaan van de 3 gewestelijke lijsten van knelpuntberoepen, opgesteld door VDAB, Forem en Actiris. Voor deze gemeenschappelijke lijst van knelpuntberoepen, samengesteld op het niveau van de beroepsgroepen, zal voor elk gewest het volume van de werkaanbiedingen worden bepaald per beroepsgroep. Daarnaast zal ook het belang van deze werkaanbiedingen weergegeven worden voor de provincies Vlaams-Brabant en WaalsBrabant. Of met andere woorden het gewicht van de werkaanbiedingen per beroepsgroep in Vlaams-Brabant ten opzichte van de werkaanbiedingen in Vlaanderen en in Waals-Brabant ten opzichte van Wallonië. Hierdoor kunnen de noden aan arbeidskrachten worden bepaald, meer specifiek in het Brussels grootstedelijk gebied. Alvorens over te gaan tot de knelpuntberoepen in het grootstedelijk gebied die in het tweede deel van deze analyse zal besproken worden, zullen in het eerste luik van deze analyse enkele socio-economische kenmerken van het Brussels grootstedelijk gebied beschouwd worden. Zo wordt vooreerst wordt de structuur en de evolutie van de bevolking in het Brussels Gewest en zijn periferie weergegeven. Het tweede deel geeft een overzicht van de werkgelegenheid volgens activiteitensector in het Brussels Gewest en in zijn periferie aan de hand van de gegevens van de RSZ. Dit laat toe om de sectoren te bepalen die oververtegenwoordigd zijn en dus tewerkstellingskansen bieden in het Brussels Gewest, Vlaams-Brabant en Waals-Brabant. In het derde deel wordt het pendelverkeer besproken, dat in Brussel een belangrijke en structurele invloed heeft. Ruim 85% van alle interregionale verplaatsingen slaat op de pendelaars die naar Brussel gaan om er te gaan werken of Brussel verlaten om te gaan weken in één van de andere gewesten. Het vierde deel geeft een algemeen beeld van de werkloosheid en de voornaamste kenmerken van de werkzoekenden in het Brussels Gewest, Vlaams-Brabant en Waals-Brabant die zijn ingeschreven bij respectievelijk Actiris, VDAB en Forem. Deze analyse zal gebeuren vanuit het oogpunt van het Brussels Gewest en wil zo de opportuniteiten voor de Brusselse werkzoekenden weergeven. Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 2 A. Socio-economische kenmerken 1. Samenstelling en evolutie van de bevolking Het Brussels Gewest wordt gekenmerkt door een zeer sterke bevolkingstoename. De voorbije 10 jaar is de totale bevolking in het Brussels Gewest toegenomen met 16,4%. Over dezelfde periode is de totale bevolking in Vlaanderen gestegen met 6,3% en in Wallonië met 5,6%. In Vlaams-Brabant is de groei van de bevolking iets hoger dan gemiddeld in Vlaanderen. Ook in Waals-Brabant is de bevolkingsgroei hoger dan het Waalse gemiddelde. Het Brussels Gewest heeft een specifieke evolutie van de bevolking ten opzichte van de twee andere gewesten. Het Brussel Gewest kent duidelijk een sterke toename van de jongerenbevolking en tegelijk een daling van de oudere bevolking. Het fenomeen van de vergrijzing van de bevolking in Vlaanderen en Wallonië en van de verjonging van de Brusselse bevolking wordt zichtbaar in onderstaande tabel. Vlaams-Brabant laat hierbij een gelijkaardige groei als in Vlaanderen optekenen, hoewel de groei van de jongste bevolkingsgroepen er iets meer uitgesproken is. Ook de bevolkingsgroei in Waals-Brabant kent eenzelfde tendens als in Wallonië, evenwel merken we een sterkere toename van de oudere en de jongere leeftijdsklasse op in Waals-Brabant. Tabel 1: Evolutie van de totale bevolking (2002-2012) 2002 BHG 2012 Evolutie 2002-2012 978.384 1.138.854 16,4 Vlaams Gewest 5.972.781 6.350.765 Vlaams-Brabant 1.022.821 Waals Gewest Waals-Brabant Evolutie (2002-2012) per leeftijdsgroep 0-14 15-24 25-49 50-64 65 jaar jaar jaar jaar jaar en + 23,7 15,3 20,4 19,2 -3,0 6,3 2,1 3,5 -2,0 20,8 15,1 1.094.751 7,0 5,9 9,2 -2,8 21,3 13,1 3.358.560 3.546.329 5,6 0,8 9,2 -2,1 25,1 4,9 355.207 385.990 8,7 -0,3 14,9 -1,1 23,7 20,5 Bron: FOD Economie ADSEI (EAK), Berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Grafiek 1 geeft de vervangingsratio van de actieven weer op de arbeidsmarkt. Deze ratio geeft de verhouding weer tussen de potentiële jongeren die de arbeidsmarkt betreden en de ouderen die de arbeidsmarkt zullen verlaten. Het geeft de verhouding weer tussen de bevolking van 15 tot 29 jarigen ten opzichte van de 50 tot 64 jarigen. Indien deze indicator hoger is dan 100 wil dit zeggen dat er meer jongeren de arbeidsmarkt zullen betreden dan er oudere de arbeidsmarkt verlaten. Begin van de jaren ’90 merken we een vergelijkbare situatie voor de drie gewesten. Daarna stellen we een belangrijke daling vast van de vervangingsratio voor Vlaanderen en Wallonië. In 2012 bedraagt de vervangingsratio voor Brussel 133 terwijl deze ratio onder de 100 is in Vlaanderen (88) en Wallonië (94). De demografische vooruitzichten op lange termijn geven aan dat deze ratio ruim boven de 100 zal blijven voor het Brussels Gewest de komende 10 jaar, terwijl een verdere daling wordt verwacht voor Vlaanderen en Wallonië. Merk op dat de evolutie van deze ratio in Vlaams-Brabant en Waals-Brabant vergelijkbaar is met die in respectievelijk Vlaanderen en Wallonië. Concreet betekent dit dat er tewerkstellingsperspectieven zullen zijn voor de Brusselaars in de periferie. De grafiek toont aan dat de bevolkingsstructuur in Vlaams- en Waals-Brabant de uittreders niet volledig zal Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 3 kunnen vervangen door jonge intreders op de arbeidsmarkt. Bovendien zullen deze verschillende demografische evoluties een invloed hebben op de inkomende pendelstroom in het Brussels Gewest. Een belangrijk aandeel van de inkomende pendelaars kommen immers uit de provincies Vlaams- en WaalsBrabant. Grafiek 1: Vervangingsratio van de actieven (15-29 jaar/ 50-64 jaar) 150,0 Bevolkingsvooruitzichten 140,0 130,0 120,0 110,0 100,0 90,0 80,0 70,0 1991 1994 BHG 1997 2000 Vlaanderen 2003 2006 2009 Vlaams-Brabant 2012 2015 Wallonië 2018 2021 Waals-Brabant Bron: 1991-2012: waarnemingen, ADSEI; 2013-2061: Bevolkingsvooruitzichten, FPB en ADSEI, Berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 2. Werkgelegenheid volgens activiteitensector In dit gedeelte analyseren we de bezoldigde werkgelegenheid in Brussel en in Vlaams- en Waals-Brabant. De structuur van de werkgelegenheid in de rand is verschillend ten opzichte van deze in het Brussels Gewest. Onderstaande tabel geeft een beeld van de structuur van de werkgelegenheid en haar evolutie van de afgelopen 10 jaar. Tabel 2: Structuur en evolutie van de werkgelegenheid (2001-2011) Brussels Gewest Vlaanderen Vlaams-Brabant Wallonië Waals-Brabant A.W. Var. 2011 01-11 Tewerkstelling in Tewerkstelling de privésector volgens arbeiders In % Var. 01-11 In % Tewerkstelling volgens bedrijfsgrootte Var. < 50 50-199 > 200 01-11 wn. wn. wn. 632.739 5,6 63,5 6,6 20,2 8,1 31,3 19,9 48,9 2.183.163 9,8 77,0 11,9 40,0 0,5 42,9 28,4 28,7 364.866 8,8 79,2 11,7 30,6 -2,3 38,9 27,2 33,9 1.019.767 13,4 66,5 21,8 36,9 9,9 46,0 28,2 25,8 121.333 26,5 74,9 34,1 30,7 20,8 45,9 27,8 26,3 BGG 1.118.938 8,6 69,8 11,1 24,7 5,1 35,4 23,1 41,5 België 3.835.669 10,0 71,9 13,4 35,9 3,6 41,8 26,9 31,3 Bron: RSZ, Berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Bijna een derde van alle loontrekkenden in België (29,2%) zijn tewerkgesteld in het Brussels grootstedelijk gebied. Bovendien is tussen 2001 en 2011 de bezoldigde werkgelegenheid in het Brussels grootstedelijk gebied gestegen met +8,6%. Met betrekking tot deze aanzienlijke stijging, merken we vooral een sterke toename op in Waals-Brabant met +26,5%. Hoewel het Brussels Gewest zijn werkgelegenheid heeft zien groeien, waren de resultaten minder gedurende de bestudeerde periode (+5,6%). Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 4 Het aandeel van de arbeidsplaatsen in de privésector in Vlaams-Brabant (79,2%) en Waals-Brabant (74,9%) is vanzelfsprekend beduidend hoger dan in Brussel (63,5%) gezien de sterke aanwezigheid van de openbare sector in de hoofdstad. In heel het Brussels grootstedelijk gebied is de groei in de privésector telkens hoger dan de toename van de totale werkgelegenheid. Vooral Waals-Brabant kende de afgelopen 10 jaar een sterke groei van de werkgelegenheid in de privésector (+34,1% tegenover +11,7% in Vlaams-Brabant en +6,6% in Brussel). Ten opzichte van Brussel zijn er in Vlaams- en Waals-Brabant proportioneel ook meer werknemers tewerkgesteld volgens het statuut van arbeider. Zo zijn in de twee Brabanden ongeveer 30% van de werknemers tewerkgesteld als arbeider tegenover 20% in Brussel. De arbeidsplaatsen voor arbeiders zijn over het algemeen vaker toegankelijk voor lager- en middengeschoolden. Hoewel voor Vlaams-Brabant een lichte daling wordt vastgesteld van het aantal arbeidsplaatsen voor arbeiders, blijven deze arbeidsplaatsen een belangrijk aantal vertegenwoordigen in de totale wekgelegenheid. In Vlaams-Brabant vinden we deze arbeidsplaatsen vooral terug in de industrie, bouw, handel, transport, horeca, schoonmaak van gebouwen, veiligheid en de interimsector. Waals-Brabant daarentegen kent een forse toename van het aantal arbeidsplaatsen voor arbeiders (+20,8%). Deze arbeidsplaatsen zijn vooral terug te vinden in bouw, handel, schoonmaak van gebouwen en de interimsector. Ook in het Brussels Gewest is de toename van het aantal arbeidsplaatsen voor arbeiders hoger dan in het gehele Brussels grootstedelijke gebied. Ruim de helft van alle arbeidsplaatsen voor arbeiders in Brussel vinden we terug in de sector schoonmaak (waarvan een groot deel via het systeem van de Dienstencheques), gevolgd door de horecasector en de bouwsector. Aangaande de tewerkstelling volgens bedrijfsgrootte is een duidelijk verschil waarneembaar tussen Brussel en zijn periferie, voornamelijk met Waals-Brabant en daarna met Vlaams-Brabant. Bijna de helft (48,9%) van de bezoldigde arbeidsplaatsen in Brussel is terug te vinden in grote ondernemingen (meer dan 200 werknemers), dit wordt verklaard door de aanwezigheid van de hoofdzetels in Brussel. Terwijl in WaalsBrabant, en in minder mate in Vlaams-Brabant, de KMO’s een meer belangrijke rol spelen wat betreft de werkgelegenheid. Respectievelijke 45,9% en 38,9% van de loontrekkenden is tewerkgesteld in een kleine of middelgrote onderneming (minder dan 50 werknemers). Tabel 3 geeft een overzicht van de activiteitensectoren die het sterkst vertegenwoordigd zijn in VlaamsBrabant en Waals-Brabant en ook in het Brussels Gewest. Daarnaast maakt de specialisatiecoëfficiënt (SC) het mogelijk eventuele sectorale specialiteiten te bepalen in de periferie. De sectorale specialisatiecoëfficiënt geeft aan in welke activiteitensectoren de tewerkstelling relatief hoger of lager is dan het nationale gemiddelde (via een waarde die hoger of lager is dan 1). Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 5 Tabel 3: Sectorale structuur van de werkgelegenheid in Vlaams- en Waals-Brabant en het Brussels Gewest (2011) Vlaams-Brabant Activiteitensectoren A.W Landbouw, bosbouw en visserij % Waals-Brabant SC A.W % BHG SC A.W % SC 1.352 0,4 0,98 369 0,3 0,80 97 0,0 0,04 33.256 9,1 0,68 18.759 15,5 1,16 21.221 3,4 0,25 Elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht 1.024 0,3 0,52 361 0,3 0,55 4.576 0,7 1,34 Water; afval- en afval-waterbeheer 1.791 0,5 0,66 635 0,5 0,71 3.645 0,6 0,78 Industrie en Winning van delfstoffen Bouwnijverheid 12.832 3,5 0,61 5.842 4,8 0,84 16.640 2,6 0,46 Handel 70.256 19,3 1,48 19.568 16,1 1,24 64.428 10,2 0,78 Motorvoertuigen 7.213 2,0 1,31 2.432 2,0 1,33 5.447 0,9 0,57 Groothandel 34.655 9,5 1,92 7.694 6,3 1,28 27.265 4,3 0,87 28.388 7,8 1,18 9.442 7,8 1,18 31.716 5,0 0,76 31.191 8,5 1,51 4.518 3,7 0,66 28.218 4,5 0,79 Vervoer 11.075 3,0 0,99 2.657 2,2 0,72 18.857 3,0 0,97 Luchtvaart en Opslag 14.969 4,1 2,47 972 0,8 0,48 3.034 0,5 0,29 Posterijen en koeriers 5.147 1,4 1,52 889 0,7 0,79 6.327 1,0 1,08 9.912 2,7 0,88 4.151 3,4 1,11 26.792 4,2 1,37 Kleinhandel Vervoer en opslag Hotels en restaurants 16.558 4,5 1,83 3.271 2,7 1,09 32.657 5,2 2,09 Uitgeverijen 2.124 0,6 2,29 536 0,4 1,74 2.317 0,4 1,44 Audiovisuele activiteiten 1.808 0,5 1,51 178 0,1 0,45 6.910 1,1 3,34 Telecommunicatie 2.015 0,6 0,90 210 0,2 0,28 10.567 1,7 2,71 Informatica Informatie en communicatie 10.611 2,9 2,28 2.347 1,9 1,51 12.863 2,0 1,59 Financiële activiteiten en verzekeringen 8.282 2,3 0,66 3.898 3,2 0,94 63.144 10,0 2,90 Exploitatie van en handel in onroerend goed 1.120 0,3 0,59 567 0,5 0,91 5.311 0,8 1,63 24.684 6,8 1,82 5.412 4,5 1,20 37.048 5,9 1,58 19.969 5,5 1,90 4.235 3,5 1,21 26.055 4,1 1,43 2.057 0,6 1,42 394 0,3 0,82 5.469 0,9 2,17 2.658 0,7 1,69 783 0,6 1,50 5.524 0,9 2,03 Administratieve en ondersteunende diensten 34.142 9,4 1,09 10.018 8,3 0,96 58.446 9,2 1,08 Verhuur en lease 1.957 0,5 2,62 269 0,2 1,08 1.195 0,2 0,92 Terbeschikkingstelling van personeel 12.918 3,5 0,88 3.485 2,9 0,71 19.341 3,1 0,76 894 0,2 1,10 144 0,1 0,53 1.706 0,3 1,21 5.407 1,5 3,62 1.056 0,9 2,13 4.602 0,7 1,78 9.898 2,7 0,88 4.488 3,7 1,20 26.746 4,2 1,37 3.068 0,8 1,36 576 0,5 0,77 4.856 0,8 1,24 Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten Rechtskundige, boekhoudkundige, bedrijfskundige en tech. dienstverlening Speur- en ontwikkelingswerk op wetenschappelijk gebied Reclame en overige wetenschappelijke en technische activiteiten Reisbureaus, reisorganisatoren, reserveringsbureaus en aanverwante Beveiligings- en opsporingsdiensten Diensten in verband met gebouwen; landschapsverzorging Administratieve en ondersteunende activiteiten Openbaar bestuur en defensie 24.398 6,7 0,65 11.968 9,9 0,96 110.298 17,4 1,69 Onderwijs 37.419 10,3 0,98 14.496 11,9 1,14 61.992 9,8 0,93 46.826 12,8 0,89 13.564 11,2 0,78 63.505 10,0 0,70 Kunst, amusement en recreatie 3.903 1,1 0,85 1.624 1,3 1,06 8.703 1,4 1,09 Overige diensten 5.496 1,5 0,69 2.123 1,7 0,81 23.320 3,7 1,70 418 0,1 1,35 186 0,2 1,81 511 0,1 0,95 6 0,0 0,02 3 0,0 0,04 2.187 0,3 5,03 364.866 100,0 1,00 121.333 100,0 1,00 632.739 100,0 1,00 Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Huishoudens als werkgever Extraterritoriale organisaties en lichamen TOTAAL SC = Specialisatiecoëfficiënt Bron: RSZ (31 december 2011), berekeningen Brusselse Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 6 Vlaams-Brabant telt 364.866 bezoldigde arbeidsplaatsen in 2011. Dit komt overeen met 16,7% van de arbeidsplaatsen in het Vlaanderen. In Vlaams-Brabant is bijna 1 op de 5 bezoldigde arbeidsplaatsen (19,3%) terug te vinden in de handel. De aanwezigheid van grote distributiecentra in de Vlaamse rand vormt hierbij een belangrijk verklarend element. De tweede voornaamste activiteitensector is de gezondheidszorg die 12,8% van de arbeidsplaatsen vertegenwoordigt. Daarna volgt het onderwijs (10,3%), de administratieve en ondersteunde activiteiten (9,4%) en de sector vervoer en opslag (8,5%). Naast het volume van de werkgelegenheid kunnen we dankzij de specialisatiecoëfficiënt eveneens een aantal belangrijke sectoren voor Vlaams-Brabant onderscheiden. Zo is er naast de handel ook het vervoer en de opslag, meer bepaald de sector luchtvaart en opslag er sterk ontwikkeld. De centrale ligging en de nabijheid van de nationale luchthaven spelen hierbij een belangrijke rol. Ook de activiteitensectoren informatie en communicatie, met vooral de ICT-activiteiten en de sector vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten hebben, hoewel deze een beperkt aantal arbeidsplaatsen vertegenwoordigen, een hoge specialisatiecoëfficiënt. Onder de vrije beroepen vallen vooral de financiële beroepen en bedrijfbeheerders (o.a. accountants en bedrijfsrevisoren). Bovendien wat betreft de wetenschappelijke en technische activiteiten, in Vlaams-Brabant, maar zeker ook in Waals-Brabant, bieden de verschillende campussen met onderzoeksinstellingen en de aanwezigheid van researchparken tewerkstellingskansen voor hogeropgeleiden. De voornaamste activiteitensectoren in termen van het volume van de bezoldigde arbeidsplaatsen in WaalsBrabant zijn de handel (16,1%) gevolgd door de industrie (15,5%) met in hoofdzaak de farmaceutische industrie die een belangrijke activiteitensector is in Waals-Brabant wat betreft de tewerkstelling. Andere sectoren die sterk vertegenwoordigd zijn, is de non-profit (met het onderwijs (11,9%), de gezondheidszorg (11,2%) en het openbaar bestuur (9,9%), alsook de administratieve en ondersteunende activiteiten. In tegenstelling tot Vlaams-Brabant is de sectorale samenstelling van de werkgelegenheid in Waals-Brabant eerder gediversifieerd waardoor er minder specifieke sectorale specialisaties onderscheiden kunnen worden. In het Brussel Gewest is de voornaamste sector qua tewerkstellingsvolume het openbaar bestuur en defensie. Deze sector vertegenwoordigt 17,4% van de Brusselse bezoldigde arbeid. Daarna volgen de bouwsector (10,2%), de gezondheidszorg (10,0%) en de financiële activiteiten en verzekeringen (10,0%). Deze laatste sector is, met de hoogste specialisatiecoëfficiënt, ook sterk ontwikkeld in het Brussels Gewest. Een andere activiteitensector met een hoge specialisatiecoëfficiënt is de sector informatie en communicatie, met vooral de audiovisuele activiteiten en de telecommunicatie die beide sterk aanwezig zijn in Brussel. We merken op dat de werkgelegenheid in de internationale instellingen (Europese Commissie, NATO,…) hierbij niet werd opgenomen gezien de arbeidsplaatsen in deze instellingen geen deel uitmaken van de RSZ-cijfers (bezoldigde arbeid). Het spreekt voor zich dat de concentratie van dergelijke arbeidsplaatsen op het Brussels grondgebied zeer groot is. Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 7 3. Mobiliteit De pendelstroom naar Brussel is een typisch fenomeen voor Brussel in die zin dat het een belangrijke impact heeft op de tewerkstelling in het Brussels Gewest. Het woon-werkverkeer (2012) heeft betrekking op 507.704 werknemers, wat neerkomt op 11,2% van de arbeidsplaatsen in België. 365.437 werknemers komen naar het Brussels Gewest (72,0% van alle inter-gewestelijke stromen) en 66.922 werknemers (13,2% van alle intergewestelijke stromen) vetrekken vanuit Brussel om te gaan werken in een van de andere twee gewesten. Het verkeer tussen Vlaanderen en Wallonië betreft 75.344 (14,8% van alle inter-gewestelijke stromen). Hieruit kunnen we afleiden dat 85,2% van alle interregionale verplaatsingen slaat op pendelaars die naar Brussel gaan of Brussel verlaten. Tabel 4: Verdeling van de werknemers volgens woonplaats en plaats van tewerkstelling - 2012 Uitgaande Plaats van tewerkstelling Woonplaats Brussels Vlaams Waals Gewest Gewest Gewest pendel Buitenland (tussen gewesten) Actieve Uitgaande pendelgraad beroepsbevolking Brussels Gewest 349.409 45.699 21.224 3.806 66.922 420.138 Vlaams Gewest 229.119 2.459.945 24.718 42.128 253.837 2.755.910 15,9 9,2 Waals Gewest 136.318 50.626 1.109.327 51.340 186.945 1.347.611 13,9 Inkomende pendel 365.437 96.325 45.942 Interne werkgelegenheid 714.846 2.556.270 1.155.269 Inkomende pendelgraad 51,1 3,8 4,0 507.704 97.274 4.523.659 Bron: FOD Economie, ADSEI (EAK), berekeningen Brusselse Observatorium voor de Werkgelegenheid In 2012 telt het Brussels Gewest 714.846 arbeidsplaatsen. Iets meer dan de helft van deze arbeidsplaatsen wordt niet door Brusselaars ingevuld. De inkomende pendelgraad bedraagt namelijk 51,1%, bijgevolg wordt 48,9% van de arbeidsplaatsen in Brussel ingenomen door Brusselaars. In het Vlaamse Gewest daarentegen wordt 96,2% van de arbeidsplaatsen door Vlamingen ingevuld en in het Waalse Gewest 96,0% door Walen. Het is interessant ook stil te staan bij de interregionale mobiliteitsgraad van de Belgische werknemers. Zoals blijkt uit bovenstaande tabel zijn de Brusselaars, met een uitgaande pendelgraad van 15,6% verhoudingsgewijs het meest “mobiel”. Daarna volgen de Walen met een uitgaande pendelgraad van 13,9% en tenslotte de Vlamingen (9,2%). Bij de interpretatie van deze gegevens moet uiteraard rekening worden gehouden met de beperkte oppervlakte van de Brusselse arbeidsmarkt, maar ook met het verschil in economische dynamiek tussen de drie gewesten. Onderstaande grafiek geeft de verdeling weer van de Brusselse actieve beroepsbevolking volgens werkplaats en studieniveau. Van de Brusselaars die tewerkgesteld zijn in het Brussels Gewest (349.409) is 52,1% hooggeschoold, 26,3% is middengeschoold en 21,6% is laaggeschoold. Van de Brusselaars die in Vlaanderen werken is 43,4% hooggeschoold, terwijl 62,4% van de Brusselaars die in Wallonië gaat werken hooggeschoold is. Verhoudingsgewijs gaan dus meer hogergeschoolde Brusselaars in Wallonië werken. Omgekeerd merken we dat verhoudingsgewijs meer laaggeschoolde Brusselaars in Vlaanderen werken dan in Wallonië (respectievelijke 27,5% tegenover 15,0%). Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 8 Grafiek 2: De Brusselse actieve beroepsbevolking volgens werkplaats en studieniveau (2012) 70,0 62,4 60,0 52,1 50,0 43,4 40,0 30,0 26,3 27,5 29,1 22,6 21,6 20,0 15,0 10,0 0,0 BHG Vlaanderen Laag Midden Wallonië Hoog Bron: FOD Economie, ADSEI (EAK), berekeningen Brusselse Observatorium voor de Werkgelegenheid De gegevens van de FOD Economie laten ook toe te bepalen in welke activiteitensectoren de Brusselaars tewerkgesteld zijn in Vlaanderen en Wallonië. Daaruit blijkt dat de Brusselaars die in Vlaanderen werken vooral tewerkgesteld zijn in de handel meer bepaald in de kleinhandel, de industrie (vooral in de voedingsindustrie), het transport en de opslag (wegvervoer en luchtvaart) en in de sector schoonmaak van gebouwen. De Brusselaars die tewerkgesteld zijn in Wallonië werken vooral in de farmaceutische industrie, de handel (vooral in de kleinhandel), in het onderwijs en de menselijke gezondheidszorg. Tabel 5: Het uitgaande pendelverkeer vanuit het Brussels Gewest volgens provincie – 2012 AW % Antwerpen 6.794 10,2 Limburg 1.284 1,9 Oost-Vlaanderen 3.288 4,9 33.161 49,6 Vlaams-Brabant West-Vlaanderen 1.171 1,8 45.699 68,3 Henegouwen 4.658 7,0 Luik 1.751 2,6 Namen 1.584 2,4 Totaal Vlaams Gewest Luxemburg 429 0,6 Waals-Brabant 12.802 19,1 Totaal Waals Gewest 21.224 31,7 Totaal pendel 66.922 100,0 Bron: FOD Economie, ADSEI (EAK), berekeningen Brusselse Observatorium voor de Werkgelegenheid Als we de bestemming van de Brusselse pendelaars van naderbij beschouwen per provincie, merken we dat het Vlaamse Gewest duidelijk meer Brusselaars aantrekt dan het Waalse Gewest. Uit de gegevens van de FOD Economie voor het jaar 2012 blijkt dat ongeveer de helft (49,6%) van de Brusselse pendelaars in VlaamsBrabant werkt, de andere pendelaars trekken hoofdzakelijk naar Waals-Brabant (19,1%). Daarna volgen, in minder mate, Antwerpen (10,2%) en Henegouwen (7,0%). Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 9 We stellen dus vast dat twee derde van de Brusselse pendelaars in hetzij Vlaams-Brabant, hetzij in WaalsBrabant werkt. Maar zoals eerder aangehaald, dient de mobiliteit van de Brusselse werknemers gerelativeerd te worden omwille van de geografische grenzen en de institutionele versnippering van de Brusselse arbeidsmarkt. De gegevens van de FOD Economie laten het evenwel niet toe om een meer gedetailleerde verdeling te maken op het niveau van de gemeenten. Daarom heeft het Observatorium hierbij de gegevens van de RSZ3 geanalyseerd. Deze gegevens laten toe een schatting te maken van het aantal Brusselaars die tewerkgesteld zijn per gemeente in de provincies Vlaams- en Waals-Brabant. Het resultaat wordt gevisualiseerd op onderstaande kaart. De gegevens van de RSZ laten ook toe om de bepalen in welke activiteitensectoren de Brusselse pendelaars tewerkgesteld zijn. 3 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid - Gedecentraliseerde statistieken, zonder Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten – situatie arbeidsplaatsen op 31 december 2011. Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 10 Ruim twee derde van alle Brusselaars die tewerkgesteld zijn in Vlaams-Brabant werken in de volgende 8 gemeenten van deze provincie (in dalende volgorde van het aantal tewerkgestelde Brusselaars): Zaventem, Vilvoorde, Machelen, Asse, Grimbergen, Leuven, Dilbeek en Halle. We onderscheiden hierbij de gemeenten rond de luchthaven (Zaventem, Vilvoorde, Machelen en Grimbergen) de randgemeenten ten westen van Brussel (Asse en Dilbeek) en de gemeenten die iets verder van Brussel gelegen zijn (Halle en Leuven). In deze gemeenten van Vlaams-Brabant zijn de Brusselaars voornamelijk tewerkgesteld in de administratieve en ondersteunende diensten (hoofdzakelijk schoonmaak, uitzendarbeid en beveiliging), de handel (zowel grootals kleinhandel) en het transport en de opslag, vooral in de gemeenten Zaventem en Machelen. De voornaamste gemeenten in Waals-Brabant waar de Brusselaars zijn tewerkgesteld zijn (in dalende volgorde van het aantal tewerkgestelde Brusselaars): Wavre, Ottignies-Louvain-La-Neuve, Braine-l’Alleud, Waterloo, Nivelles en Rixensart. In deze 6 gemeenten zijn drie vierde van alle Brusselaars in Waals-Brabant tewerkgesteld. De belangrijkste activiteitensectoren in deze gemeenten, waar de Brusselse pendelaars tewerkgesteld zijn, zijn de farmaceutische industrie, de administratieve en ondersteunende diensten (voornamelijk schoonmaak, uitzendarbeid en beveiliging), de handel (zowel groot- als kleinhandel) en het onderwijs voor Ottignies-Louvain-La-Neuve. Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 11 4. Werkloosheid In 2012 waren er gemiddeld 107.854 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) in het Brussels Gewest. VlaamsBrabant telde in 2012 gemiddeld 28.179 NNWZ en Waals-Brabant 18.936. Het Brussels grootstedelijk gebied telde in 2012 in totaal dus gemiddeld 154.969 NWWZ. Van deze NWWZ woonde 18,2% in de Vlaamse periferie en 12,2% in de Waalse periferie de overige 69,6% woonde in het Brussels Gewest. Deze gegevens dienen evenwel in perspectief geplaatst te worden in verhouding tot de verdeling van de loontrekkenden in het BGG, aangezien hiervan respectievelijk 32,6% gesitueerd is in Vlaams-Brabant, 10,8% in Waals-Brabant en 56,5% in het Brussels Gewest. Dit betekent dat de verhouding tussen het aantal loontrekkenden en het aantal werkzoekenden veel hoger is in Vlaams-Brabant dan in het Brussels Gewest en dan in Waals-Brabant. Tabel 6 geeft de verdeling weer van het aantal NWWZ in de 3 gewesten en ook in Vlaams-Brabant en WaalsBrabant volgens de voornaamste kenmerken (geslacht, leeftijdsklasse, studieniveau, inactiviteitsduur en nationaliteit). Tabel 6: Kenmerken van de niet-werkende werkzoekenden – gemiddelde 2012 BHG Vlaams- Vlaanderen Brabant Wallonië* Waals-Brabant 107.854 204.437 28.179 245.330 18.963 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% Mannen 52,9% 52,7% 52,0% 50,3% 48,4% Vrouwen 47,1% 47,3% 48,0% 49,7% 51,6% <25 jaar 13,7% 22,0% 20,4% 21,8% 20,1% 25-49 jaar 67,3% 53,1% 54,6% 55,3% 55,0% 50 jaar en > 19,0% 24,9% 24,9% 22,8% 24,9% Laaggeschoold 66,8% 49,0% 40,8% 57,0% 43,7% Middengeschoold 20,3% 34,9% 36,5% 31,8% 33,0% Hooggeschoold 12,9% 16,2% 22,7% 11,2% 23,3% Inactiviteit < 1 jaar 37,6% 57,8% 61,4% 44,6% 50,1% Inactiviteit 1 jaar en + 62,4% 42,2% 38,6% 55,4% 49,9% Belg 67,7% 82,5% 84,4% 85,8% 89,6% EU 13,2% 7,0% 6,7% 8,3% 6,7% NEU 19,1% 10,5% 8,8% 5,9% 3,7% Totaal * Exclusief cijfergegevens van de ADG (Duitstalige Gemeenschap) Bron: Actiris, VDAB (Arvastat), Forem, berekeningen Brusselse Observatorium voor de Werkgelegenheid In het Brussels Gewest en in Vlaams-Brabant is het aandeel mannelijke werkzoekenden iets hoger dan het aandeel vrouwelijke werkzoekenden, terwijl in Waals-Brabant de verhouding omgekeerd is. We merken op dat in Vlaams-Brabant en Waals-Brabant ongeveer een op vijf NWWZ jonger is dan 25 jaar. In het Brussels Gewest daarentegen is het aandeel jongeren (13,7%) in de totale werkloosheid beperkter. Deze vaststelling dient evenwel genuanceerd te worden in het licht van de jongerenwerkloosheidsgraad. De werkloosheidsgraad geeft het aandeel NWWZ in de beroepsbevolking weer. Zo bedraagt de jongerenwerkloosheidsgraad in het Brussels Gewest in 2012 30,9%, wat twee keer zoveel is dan in VlaamsBrabant (14,9%) en ook hoger is dan in Waals-Brabant (26,0%) met echter een minder uitgesproken verschil. Het Brussels Gewest telt verhoudingsgewijs ook beduidend meer laaggeschoolde werkzoekenden (het gaat hier om personen die hoogstens in het bezit zijn van een diploma lager secundair onderwijs of die over een Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 12 niet in België erkend diploma beschikken). Gelijktijd is het aandeel hooggeschoolde Brusselse werkzoekenden bijna de helft lager dan in Vlaams-Brabant en Waals-Brabant. Verder merken we op dat twee derde van de NWWZ in Brussel een inactiviteitsduur heeft van meer dan 1 jaar en, logischerwijs, heeft een derde een inactiviteitsduur van minder dan 1 jaar. In Vlaams-Brabant is deze verhouding net omgekeerd en in Waals-Brabant is de verhouding tussen de langdurige en kortdurige werkloosheid gelijk. Tenslotte, kenmerkt het Brussels Gewest zich door het hoge aandeel werkzoekenden met een vreemde nationaliteit 32,2% tegenover 15,6% in Vlaams-Brabant en 10,4% in Waals-Brabant. Bovendien is 19,1% van de Brusselse NWWZ afkomstig uit een land buiten de EU tegenover 8,8% in Vlaams-Brabant en 3,7% in WaalsBrabant. Globaal, bedroeg in 2011 de gemiddelde administratieve werkloosheidsgraad in het Brussels Gewest 20,2%, in Vlaanderen bedroeg deze 6,6% en in Wallonië 15,6%. Een dergelijke vergelijking met de twee andere gewesten is weinig relevant gezien de specifieke sociaaleconomische kenmerken van het Brussels grootstedelijk gebied. De institutionele rol van Brussel, de beperkte omvang, het uitermate open karakter van de Brusselse arbeidsmarkt en de aantrekkingskracht die Brussel op de werknemers uitoefent, hebben als gevolg dat de werkgevers in Brussel vaak buiten de administratieve grenzen van dit gebied personen aanwerven. In 2011 bedroeg de werkloosheidsgraad in de periferie van Brussel 6,7% (5,4% in Vlaams-Brabant en 10,6% in Waals-Brabant). Dit enorm verschil duidt op een sterke sociaalruimtelijke polarisatie tussen Brussel en zijn periferie. De administratieve werkloosheidsgraad op het niveau van het Brussels grootstedelijke gebied bedraagt 12,6%. Grafiek 3 illustreert de spreiding van de werkloosheidsgraad in het Brussels Gewest en in het Brussels grootstedelijk gebied. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de Vlaamse gemeenten en Waalse gemeenten van het grootstedelijk gebied. Grafiek 3: Spreiding van de werkloosheidsgraad in het Brussels Gewest en de periferie – gemiddelde 2011 35,0 30,0 30,0 25,0 20,2 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0 9,2 5,4 10,1 14,1 10,6 7,6 3,0 Vlaams-Brabant BHG Waals-Brabant Bron: Actiris, VDAB, Forem, ADSEI (EAK), BNB, Steunpunt, Berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid De werkloosheidsgraden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest schommelen tussen 10,1% in Sint-PietersWoluwe en 30% in Sint-Joost-ten-Node. In de Vlaamse steden die eveneens deel uitmaken van het Brussels grootstedelijk gebied bedraagt de gemiddelde werkloosheidsgraad 5,4%. In de gemeente Pepingen wordt de Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 13 laagste werkloosheidsgraad opgetekend (3,0%), terwijl de gemeente Drogenbos met 9,2% de hoogste werkloosheidsgraad van de Vlaamse gemeenten in het Brussels grootstedelijk gebied heeft. Deze is niettemin lager dan de werkloosheidsgraad in Sint-Pieters-Woluwe, wat dus betekent dat de Vlaamse gemeenten in de Brusselse periferie een werkloosheidsgraad hebben die lager is dan deze in alle Brusselse gemeenten. In de Waalse gemeenten in de periferie die deel uitmaken van het Brussels grootstedelijk gebied bedraagt de gemiddelde werkloosheidsgraad 10,6%. De gemeente Walhain kent de laagste werkloosheidsgraad met 7,6%, terwijl Tubize met 14,1% de hoogste werkloosheidsgraad heeft van deze gemeenten, wat zich ver onder het Brussels gemiddelde situeert. Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 14 B. Knelpuntberoepen Ieder jaar stelt elke gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling een lijst op van de knelpuntberoepen voor hun respectievelijke gewest. Deze lijst van knelpuntberoepen wordt door de gewestinstellingen samengesteld op het niveau van de gewesten en niet op het niveau van de provincies of arrondissementen en op basis van statistische criteria toegepast op het aantal werkaanbiedingen dat ze hebben ontvangen en na consultatie van arbeidsmarktspecialisten4. Voor Vlaanderen telt de lijst van knelpuntberoepen voor 2012, gepubliceerd door de VDAB in 2013, 205 verschillende beroepen onderverdeeld in 91 beroepsgroepen. Deze 91 beroepsgroepen vertegenwoordigen 149.299 vacatures (Normaal Economisch Circuit zonder Uitzendopdrachten – NECzU). De lijst van knelpuntberoepen voor Wallonië telt 43 beroepen en vertegenwoordigt 15.196 vacatures (aantal posten uit het Normaal Economisch Circuit, beheerd door de Forem, exclusief het onderwijs). De lijst van knelpuntberoepen voor het Brussels Gewest telt 24 beroepsgroepen die 71 beroepen vertegenwoordigen. De 71 beroepen vertegenwoordigen 8.022 werkaanbiedingen (exclusief Interim en Eures werkaanbiedingen). Aan de hand van deze 3 lijsten voor knelpuntberoepen heeft het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid een gemeenschappelijke lijst samengesteld op het niveau van de beroepsgroepen. Bij het opstellen van deze lijst worden de beroepen in het onderwijs buiten beschouwing gelaten. Deze gemeenschappelijke lijst telt 77 beroepsgroepen en geeft weer of ze als knelpunt worden beschouwd in het Brussels Gewest, in Vlaanderen en in Wallonië. Per gewest wordt voor de beroepsgroepen die een knelpunt vormen het volume van de werkaanbiedingen weergegeven ten opzichte van het totale aantal werkaanbiedingen. Het volume van de werkaanbiedingen per gewest wordt in de tabel aangeduid met een indicator van 1 tot 3. Het volume van de werkaanbiedingen stijgt met de waarde van de indicator. Deze indicator is verschillend samengesteld in de 3 gewesten5. Tenslotte, geeft de tabel ook per beroepsgroep het gewicht weer van de werkaanbiedingen in Vlaams-Brabant ten opzichte van het totaal aantal werkaanbiedingen in Vlaanderen evenals het gewicht van de werkaanbiedingen in Waals-Brabant ten opzichte van het totaal aantal werkaanbiedingen in Wallonië6. 4 Het is evenwel niet de bedoeling van deze nota om de gehanteerde definities van knelpuntberoepen onder de loep te nemen. Voor de methodologie van analyse van de knelpuntberoepen van elke gewestinstelling zie volgende publicaties: VDAB - “Knelpuntberoepen 2013” VDAB Studiedienst; Forem - “La détection des métiers en pénurie et de fonctions critiques en 2012”; Actiris - “Analyse van de Knelpuntberoepen in het BHG in 2012” 5 Volume van de werkaanbiedingen per beroepsgroep: VDAB: 1: < 200 WA; 2: tussen 200 en 2.500 WA; 3: > 2.500 WA; Forem: 1: < 200 WA; 2: tussen 200 en 1.000 WA; 3: >1.000 WA; Actiris: 1: < 120 WA; 2: tussen 120 en 500 WA; 3: > 500 WA. 6 Gewicht van de werkaanbiedingen in Vlaams-Brabant t.o.v. het totaal aantal werkaanbiedingen in Vlaanderen: --: 0%-2,9%; -: 3,0%-8,9%; =: 9,0%-14,9%; +: 15,0%-19,9%; ++: > 20%. Gewicht van de werkaanbiedingen in Waals-Brabant t.o.v. het totaal aantal werkaanbiedingen in Wallonië: --: 0%-2,9%; -: 3,0%-8,9%; =: 9,0%-14,9%; +: 15,0%-19,9%; ++: > 20%. Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 15 Tabel 7: Lijst van knelpuntberoepen per beroepsgroep in het Brussels Gewest, Vlaanderen en Wallonië BHG Beroepsgroep Vlaams Gewest Volume KB van de Volum KB WA Architecten e van de WA Waals Gewest Gewicht WA in Vlaams- 1 + X 3 - Meetkundigen X 1 = Apothekers X 1 = = X 2 Medisch- en paramedisch personeel X 1 X 2 Verplegend personeel X 2 X 3 - X 3 + Gekwalificeerd verzorgend personeel KB van de WA Brabant X Ingenieurs Volume Gewicht WA in WaalsBrabant X 3 + X 3 - Tekenaars X 1 X 2 - X 1 = Technici X 3 X 3 - X 3 - Boekhouders X 2 X 3 = X 3 ++ Informatici X 3 X 3 + X 2 ++ Vertalers X 1 X 2 = X 2 - X 1 + X 2 + Opvoeders Aankoop, bevoorrading en logistiek Productieverantwoordelijke Verantwoordelijken research en development Secretaressen X 2 X 3 Bedienden onthaal en communicatie Administratief bedienden Bedienden transport (expeditie) X 2 = X 3 + X 3 - X 2 ++ X 3 ++ X 2 + X 2 - X 2 = X 2 - X 1 -- X 3 ++ Economen en magazijnbedienden X 1 Vertegenwoordigers X 2 X 3 Verkopers X 3 X 3 = Filiaalhouders en -assistenten X 3 ++ Land- en tuinbouwarbeiders X 2 + Natuursteenbewerkers X 1 = X 3 = Wevers X 1 -- Breiers en afwerkers breigoed X 1 -- Stoffeerders en garneerders X 1 -- Patroontekenaars en snijders X 1 -- Stiksters X 1 -- Opticiens en techniciens orthopedisch materiaal X 1 + Diamantbewerkers X 1 -- Bankwerkers en gereedschapsmakers X 1 -- Instellers-bedieners van werktuigmachines X 2 - Monteerders en afstellers (nieuwe) machines X 1 - Bestuurders van motorvoertuigen Onderhoudsmechaniciens X X 1 X 3 - Plaatwerkers 2 X 2 + Installateurs sanitair en centrale verwarming X 2 = Lassers X 2 - Arbeiders in de metaalindustrie X 2 -- X 2 -- X 3 - Installateurs informatie en communicatie tec. X 2 = Timmermannen en schrijnwerkers X 2 - Niet elders vermelde metaalarbeiders Elektriciens en elektromechaniciens Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid X 1 16 BHG Vlaams Gewest Volume Beroepsgroep KB van de Volum KB WA Waals Gewest Gewicht WA in e van Vlaams- de WA Volume KB X 1 Schilders - decorateurs X 2 - Schilders (behalve gebouwen en onderhoud) X 1 = Metselaars en vloerders X 2 - Stukadoors (plafonneerders) X 2 - Glasplaatsers - glaswerkers X 1 + Dakdekkers X 2 = Andere bouwvakarbeiders X 2 - Drukkers X 1 - Boekafwerking X 1 -- Molenaars X 1 -- Bakkers en snoepgoedbewerkers X 2 - Brouwers, arbeiders voor dranken X 1 -- Arb. in het bewaringsproces van levensmiddelen X 1 - Beenhouwers, arb. slachterij, vlees- visverw. nijv. X 2 = Arbeiders in de zuivelindustrie X 1 + Arbeiders voor behandeling voedingswaren X 1 - Chemievakmannen X 2 - Kunststofarbeiders X 1 - Kraanmannen X 2 - Optuigers en kabelsplitsers X 1 -- Bouwplaatsmachinisten X 2 - Arbeiders voor magazijn en warenbehandeling X 1 ++ X 2 X 3 = X 2 - X 3 = X 3 = X 2 = Wasserijarbeiders en strijksters X 2 = Sportbeoefenaars en soortgelijken X 2 = Kamerpersoneel Kelners, zaal- en barpersoneel X 2 Schoonmakers Kappers en schoonheidsspecialisten X 1 WA in WaalsBrabant - Ordehandhavers en bewakers in openbare dienst Keukenpersoneel WA Brabant Meubelmakers van de Gewicht X 2 - X 1 = X 1 -- X 1 = X 2 = X 3 = X 2 - X 1 - Bron: VDAB - studiedienst, Forem, Actiris, Berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Vlaanderen telt meer knelpuntberoepen dan Wallonië en dan het Brussels Gewest, dit komt ook duidelijk naar voren in bovenstaande tabel. Van de 77 beroepsgroepen zijn er 12 beroepsgroepen die voorkomen in de 3 gewesten, deze zijn: ingenieurs, verplegend personeel, tekenaars, technici, informatici, vertegenwoordigers, verkopers, onderhoudsmecaniciens, elektriciens en elektromechaniciens, keukenpersoneel, kelners en zaalpersoneel en kappers en schoonheidsspecialisten. Daartegenover zijn er sommige beroepsgroepen die enkel in een bepaald gewest als knelpunt worden beschouwd. Zo komen sommige knelpuntberoepen op het niveau van de beroepsgroepen enkel in Vlaanderen voor. Van deze beroepsgroepen vertegenwoordigen bepaalde een belangrijk volume van de werkaanbiedingen in Vlaanderen, zijnde: gekwalificeerd verzorgend personeel, opvoeder, bedienden onthaal en communicatie, filiaalhouders en schoonmakers. Er zijn drie beroepsgroepen die enkel in Wallonië een knelpunt zijn, namelijk: ‘aankoop, bevoorrading en logistiek’, ’verantwoordelijken research en development’ Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 17 en ‘ordehandhavers, bewakers in openbare dienst’. Ten slotte, zijn de vertalers evenals de economen en de magazijnbedienden specifieke beroepsgroepen die in Brussel een knelpunt zijn. Door een kruising te maken per beroepsgroep tussen het volume van de werkaanbiedingen en het gewicht dat deze werkaanbiedingen vertegenwoordigen in Vlaams-Brabant en Waals-Brabant ten opzichte van het totale aantal werkaanbiedingen in respectievelijk Vlaanderen en Wallonië is het mogelijk de beroepsgroepen te detecteren die mogelijk tewerkstellingsperspectieven kunnen bieden aan Brusselaars in de periferie. Tabellen 8 & 9 geven respectievelijk voor het Vlaams Gewest en het Waals Gewest de knelpuntberoepen weer op het niveau van de beroepsgroepen gekruist volgens deze twee criteria (volume en gewicht). De ‘blauw gekleurde zone’ omvat de beroepsgroepen die enerzijds een belangrijk volume werkaanbiedingen hebben in het bestudeerde gewest en die anderzijds sterker vertegenwoordigd zijn in Vlaams-Brabant en WaalsBrabant. We willen hierbij herinneren aan het feit dat het knelpuntkarakter niet enkel verklaard wordt door een kwantitatieve mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Vaak spelen meerdere factoren op de arbeidmarkt die de rekruteringsmoeilijkheden kunnen verklaren. Zo kan het ontbreken van de nodige talenkennis een belangrijk struikelblok zijn bij het aanwerven van kandidaten in de commerciële sector waarbij het contact met klanten centraal staat. Ook het ontbreken van de nodige technische competenties en de juiste ervaring speelt een belangrijke rol bij de aanwerving van kandidaten voor technische beroepen en beroepen in de informaticasector. De ongunstige uurregeling in de horeca met late werkuren, weekendwerk en onderbroken shiften kunnen het vinden van de geschikte kandidaten bemoeilijken. Betreffende Vlaanderen en Vlaams-Brabant, is voor sommige beroepen in de ‘blauw gekleurde zone’ in onderstaande tabel een diploma hoger onderwijs noodzakelijk om het beroep te kunnen uit te oefenen. Andere beroepen daarentegen zijn toegankelijk voor kandidaten met een laag of gemiddeld opleidingsniveau (deze worden in het vet aangeduid in de ‘blauw gekleurde zone’). Het gaat hier onder meer om technische beroepen, commerciële beroepen, beroepen in de horeca, beroepen in de sector transport en logistiek, beroepen in de welzijnsector en ook in de schoonmaak. Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 18 Tabel 8: Knelpuntberoepen in Vlaanderen gekruist volgens het volume van de werkaanbiedingen in Vlaanderen en het gewicht in Vlaams-Brabant Volume van de werkaanbiedingen in Vlaanderen 1 Stiksters, Bankwerkers en Gewicht van de werkaanbiedingen in Vlaams-Brabant -- 2 3 Arbeiders in de metaalindustrie gereedschapsmakers, Boekafwerking Monteerders en afstellers (nieuwe) Tekenaars, Ingenieurs, Verplegend personeel, machines, Drukkers, Arbeiders in Productieverantwoordelijke, Technici, Administratief bedienden, het bewaringsproces voor Bedienden Transport (Expeditie), Onderhoudsmechaniciens, levensmiddelen Instellers-bedieners van Elektriciens en elektromechaniciens werktuigmachines, Lassers, Timmermannen en Schrijnwerkers, Schilders-Decorateurs, Metselaars en - vloerders, Stukadoors (Plafonneerders), Andere bouwvakarbeiders, Bakkers en snoepgoedbewerkers, Chemievakmannen, Kraanmannen, Bouwplaatsmachinisten, Kamerpersoneel Meetkundigen, Apothekers, Medisch- en Paramedisch personeel, Boekhouders, Verkopers, Natuursteenbewerkers, Schilders Secretaressen, Installateurs sanitair Bestuurders van motorvoertuigen, (behalve gebouwen en onderhoud) en centrale verwarming, Installateurs informatie en communicatie techniek, Keukenpersoneel, Kelners, zaal- en barpersoneel, Schoonmakers Dakdekkers, Beenhouwers en = arbeiders vlees- visverwerkende nijverheid, Kappers en schoonheidsspecialisten, Wasserijarbeiders en strijksters, Sportbeoefenaars en soortgelijken + ++ Architecten, Opticiens en Land- en tuinbouwarbeiders, Informatici, Gekwalificeerd techniciens orthopedisch Plaatwerkers verzorgend personeel, Bedienden materiaal onthaal en communicatie Arbeiders voor magazijn en Vertegenwoordigers, Opvoeders, warenbehandeling Filiaalhouders en -assistenten Bron: VDAB - studiedienst, Berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Het aantal knelpuntberoepen per beroepsgroep is, zoals we gezien hebben, beperkter in Wallonië. Uit onderstaande tabel aangeduid in het vet, blijkt dat voornamelijk de beroepen in de horeca, de verkoop en elektriciens en elektromecaniciens meer toegankelijk zijn voor laag- en middengeschoolden en perspectieven bieden aan minder geschoolde Brusselaars. Toch willen we ook hierbij herinneren dat er naast het opleidingsniveau vaak andere factoren (competenties, ervaring, uurrooster, mobiliteit,…) een rol spelen bij het invullen van de werkaanbiedingen. Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 19 Tabel 9: Knelpuntberoepen in Wallonië gekruist volgens het volume van de werkaanbiedingen in Wallonië en het gewicht in Waals-Brabant Volume van de werkaanbiedingen in Wallonië Gewicht van de werkaanbiedingen in Waals-Brabant 1 2 3 Arbeiders in de metaalindustrie, -- Beenhouwers en arbeiders vleesvisverwerkende nijverheid Kappers en Instellers-Bedieners van schoonheidsspecialisten werktuigmachines, Installateurs Verplegend personeel, Technici sanitair en centrale verwarming, - Dakdekkers, Kelners, zaal- en barpersoneel = Tekenaars, Bakkers en Aankoop, bevoorrading en logistiek, snoepgoedbewerkers, Onderhoudsmechaniciens, Kraanmannen Ordehandhavers en bewakers in Keukenpersoneel openbare dienst + Productieverantwoordelijke Verantwoordelijken research en Ingenieurs development, Verkopers Informatici ++ Vertegenwoordigers, Elektriciens en elektromechaniciens Bron: Forem, Berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Conclusie De sociaal-economische context van de Brusselse periferie opent belangrijke tewerkstellingsperspectieven voor de Brusselaars. De Brusselse periferie wordt namelijk niet alleen gekenmerkt door een sterkere groei van de werkgelegenheid dan in Brussel, maar wordt ook geconfronteerd door een sterkere vergrijzing van zijn bevolking. Deze vergrijzing van de bevolking leidt tot toenemende spanningen op de arbeidsmarkt, vooral in Vlaams-Brabant. De nood aan arbeidskrachten zal er de komende jaren blijven groeien. Vlaams-Brabant biedt ook meer tewerkstellingskansen in de mate dat we er verhoudingsgewijs duidelijk meer werkgelegenheid kunnen vaststellen ten opzichte van hun arbeidsreserve. Er bestaan ook relatief meer tewerkstellingskansen in Vlaams-Brabant voor de lagergeschoolde profielen. Deze tewerkstellingsopportuniteiten voor de lager gekwalificeerde zijn terug te vinden in verschillende activiteitensectoren zoals de handel, het transport en de logistiek, de horeca, de industrie, de bouw, de schoonmaaksector, de veiligheid en de interim. Waals-Brabant biedt eveneens tewerkstellingsperspectieven. Deze zijn echter meer beperkt en we vinden verhoudingsgewijs meer arbeidsplaatsen voor hogergeschoolden. De voornaamste sectoren in Waals-Brabant waar we meer Brusselaars terugvinden zijn de farmaceutische industrie, de handel, het onderwijs en de gezondheidszorg. We hebben ook geografisch de uitgaande pendel onderzocht. We hebben kunnen vaststellen dat de uitgaande pendel van Brussel naar de periferie geconcentreerd was op een beperkt aantal gemeenten. Drie gemeenten in Vlaams-Brabant bieden duidelijk meer tewerkstellingskansen, namelijk Zaventem, Vilvoorde en Machelen. Er zijn ook in mindere mate nog vijf andere gemeenten in Vlaams-Brabant: Asse, Grimbergen, Leuven, Dilbeek en Halle. Deze 8 gemeenten concentreren twee derde van de uitgaande pendel naar Vlaams-Brabant. Voor Waals-Brabant betreft het de gemeenten Wavre, Ottignies-Louvain-La-Neuve, Braine l’Alleud, Waterloo, Nivelles en Rixensart. Deze 6 gemeenten groeperen ongeveer drie vierde van de Brusselse pendelaars die in Waals-Brabant komen werken. Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 20 Naast deze sociaal-economische analyse die specifiek de tewerkstellingsopportuniteiten nagaat in de periferie, heeft het Brussels Observatorium ook in detail de lijsten van knelpuntberoepen onderzocht van de verschillende gewesten en ook de ontvangen werkaanbiedingen door de VDAB en de Forem met specifieke aandacht voor de werkaanbiedingen die betrekking hebben op Vlaams- en Waals-Brabant. Aan de hand van de 3 lijsten van knelpuntberoepen van de verschillende gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling heeft het Observatorium een gemeenschappelijke lijst van knelpunten samengesteld op het niveau van de beroepsgroepen. Het merendeel van de knelpuntberoepen situeert zich in Vlaanderen. Sommige van de beroepsgroepen zijn een knelpuntberoep in elk van de 3 gewesten, het gaat namelijk om: ingenieurs, verplegend personeel, tekenaars, technici, informatici, vertegenwoordigers, verkopers, onderhoudsmecaniciens, elektriciens en elektromechaniciens, keukenpersoneel, kelners en zaalpersoneel en kappers en schoonheidsspecialisten. Andere beroepsgroepen zijn een knelpuntberoep in slecht 1 gewest of in 2 gewesten. Sommige van de werkaanbiedingen voor knelpuntberoepen situeren zich voornamelijk in Vlaams-Brabant en zijn meer toegankelijk voor laag- en middengeschoolden, zoals: arbeiders voor magazijn en warenbehandeling, land- en tuinbouwarbeiders, schoonmakers, filiaalhouders en –assistenten. Hoewel de werkaanbiedingen voor knelpuntberoepen in het ene gewest opportuniteiten zouden kunnen bieden aan werkzoekenden van een ander gewest, zijn er meerdere obstakels om bepaalde werkaanbiedingen in te vullen. Vooreerst merken we op dat de lijst van knelpuntberoepen zeer gelijkaardig is in de 3 gewesten. Bovendien wordt het knelpuntkarakter niet enkel verklaard door een kwantitatieve mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. De talenkennis vormt een belangrijk obstakel voor de mobiliteit van de Brusselse werkzoekenden naar Vlaams-Brabant. Een belangrijk deel van hen beheerst immers het Nederlands onvoldoende om de arbeidsplaatsen te kunnen invullen. Echter niet voor alle arbeidsplaatsen in Vlaams-Brabant is altijd een goede kennis van het Nederlands nodig, voor sommige is een basiskennis of een specifieke kennis met betrekking tot het beroep voldoende om de functie uit te oefenen. Naast de taalbarrière kan ook het ontbreken van de nodige technische competenties en het ontbreken van de juiste ervaring een struikelblok vormen bij de aanwerving van kandidaten. Tevens kunnen de algemene arbeidsvoorwaarden en de arbeidsomstandigheden voor het uitoefenen van de job het vinden van geschikte kandidaten bemoeilijken. Bovendien kunnen de beperkte toegankelijkheid van de bedrijven en de moeilijkheden die de Brusselse werkzoekenden hebben om zich te kunnen verplaatsen (geen eigen vervoermiddel) de arbeidsmobiliteit van de werkzoekenden tussen het Brussels Gewest en zijn periferie belemmeren. Tenslotte willen we eraan herinneren dat het zoeken naar werk zich niet moet beperken tot enkel de lijst van knelpuntberoepen. Hoewel we voor deze laatste effectief meer aanwervingsmoeilijkheden vaststellen om deze werkaanbiedingen in te vullen, zijn er ook nog andere functies waarvoor men kandidaten zoekt en die dus ook tewerkstellingsopportuniteiten bieden. Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid 21
© Copyright 2024 ExpyDoc